Bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015 Gemeente Aalten Datum: 19 juni 2014 Projectnummer: 120677 ID: NL.IMRO.0197.BuitengebiedAalten-0001 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Het plangebied 4 1.3 De te vervangen bestemmingsplannen 5 1.4 Doelen van dit bestemmingsplan 5 1.5 Plan-MER 6 1.6 Leeswijzer 6 2 Landschap, natuur en cultuurhistorie 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Landschap 7 2.3 Natuur 9 2.4 Cultuurhistorie 10 3 Toelichting op de regels 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Agrarische bestemmingen 15 3.3 Bedrijf 30 3.4 Bos 31 3.5 Maatschappelijke bestemmingen 32 3.6 Natuur 33 3.7 Recreatiebestemmingen 33 3.8 Sportbestemmingen 35 3.9 Verkeersbestemmingen 36 3.10 Water 36 3.11 Woonbestemmingen 38 3.12 Archeologie 42 3.13 Infrastructuur en leidingen 44 3.14 Belangrijke gebiedsaanduidingen 46 4 Haalbaarheid 50 4.1 Algemeen 50 4.2 planMER 50 4.3 Milieuaspecten 51 4.4 Water 60 4.5 Flora- en fauna 61 4.6 Economische uitvoerbaarheid 62 5 Juridische opzet van het plan 63 5.1 De verbeelding 63 5.2 De regels 64 6 Procedure 66 6.1 Inspraak en vooroverleg 66 6.2 Zienswijzen 66 Bijlage 1. Beleidskader Separate bijlagen 2. PlanMER met Passende Beoordeling 3. Cultuurhistorische analyse 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Aalten heeft besloten om de bestemmingsplannen voor het buitenge- bied te actualiseren. In 2005 heeft een gemeentelijke herindeling plaatsgevonden, waarbij de gemeenten Aalten en Dinxperlo zijn samengevoegd tot de nieuwe gemeente Aalten. Voor het grondgebied van de voormalige gemeente Aalten is in 2004 een bestemmingsplan vastgesteld. In 2007 heeft een correctieve herziening van dit plan plaatsgevonden en is tegelijkertijd een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor het landelijk gebied van de voormalige gemeente Dinxperlo. Grondgebieden van de voormalige gemeentes Aalten (geel) en Dinxperlo (oranje) Er bestaan dus verschillende bestemmingsplannen voor het landelijk gebied van de gemeente. Bovendien voldoen de huidige bestemmingsplannen niet aan de recente standaarden voor bijvoorbeeld digitale raadpleegbaarheid en zijn ze niet afgestemd op recent beleid van hogere overheden. Het voorliggende bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015 heeft vooral een conserve- rend karakter en sluit, daar waar mogelijk, aan op de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied van Dinxperlo en Aalten. SAB 3 Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de actualisatie van het huidige beleid en voldoet aan het gestelde in de Wet ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan is vol- gens de nationale uitwisselingsstandaard opgesteld en is digitaal toegankelijk. 1.2 Het plangebied Het plangebied bevat vrijwel het gehele landelijke gebied, met uitzondering van de kernen Aalten, Barlo, Bredevoort, De Haart, De Heurne, Dinxperlo, IJzerlo en Lintelo. Enkele recent vastgestelde plannen zijn evenmin opgenomen. Onderstaande afbeelding geeft een globale begrenzing weer van het plangebied. De exacte begrenzing komt tot uitdrukking op de verbeelding bij dit bestemmingsplan. Het plangebied van dit bestemmingsplan (bron: Google Earth) SAB 4 1.3 De te vervangen bestemmingsplannen Dit plan “Landelijk Gebied 2015’ vervangt de bestemmingsplannen voor het buitenge- bied van de voormalige gemeenten Aalten en Dinxperlo, die de huidige gemeente Aal- ten vormen. Het betreft de volgende zogenaamde moederplannen: bestemmingsplan ‘Buitengebied Aalten 2004’, vastgesteld door de raad van de gemeente Aalten op 14 december 2004 en gedeeltelijk goedgekeurd door gedepu- teerde staten van de provincie Gelderland op 28 juni 2005; de correctieve herziening/actualisatie ‘Buitengebied Aalten 2007’, vastgesteld door de raad van de gemeente Aalten op 11 september 2007 en grotendeels goedge- keurd door gedeputeerde staten van de provincie Gelderland op 21 juli 2008; bestemmingsplan ‘Buitengebied Dinxperlo 2007’, vastgesteld door de raad van de gemeente Aalten op 11 september 2007 en grotendeels goedgekeurd door gede- puteerde staten van de provincie Gelderland op 13 juni 2008. Daarnaast zijn er partiële herzieningen en wijzigingsplannen opgesteld vanwege di- verse particuliere initiatieven (veelal in het kader van de toepassing van de zgn. Rood- voor-Rood-regeling). Deze worden gezien het aantal niet apart benoemd, maar zijn wel integraal verwerkt in voorliggend plan. Een overzicht van deze plannen is te vinden op de gemeentelijke website via de vol- gende link: http://www.aalten.nl/internet/ruimtelijke-plannen_247/. 1.4 Doelen van dit bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied 2015’ dient verschillende doelen. Ten eerste biedt het bestemmingsplan rechtszekerheid. Eigenaren, gebruikers en be- langhebbenden van gronden of gebouwen in het landelijk gebied krijgen zekerheid door de regels die in het bestemmingsplan staan. Deze zekerheid houdt verband met de geboden functies die op hun eigen terrein of in de omgeving van hun terreinen mo- gen worden gerealiseerd en de bebouwing die daar mag worden opgericht. Ten tweede biedt het bestemmingsplan inzicht in ontwikkelingsmogelijkheden die per functie worden geboden. Het gaat om uitbreiding van bebouwing, maar ook om het starten van nevenfuncties of het volledig veranderen van functies. Ten derde biedt het bestemmingsplan een bescherming van natuur- en landschaps- waarden, archeologische en cultuurhistorische waarden, het woon- en leefmilieu, en- zovoort. Het bestemmingsplan vormt een vertaling van het kaderstellend beleid van de Euro- pese, nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke overheid. Dit beleid is opge- nomen in bijlage 1 bij deze toelichting. SAB 5 1.5 Plan-MER Dit bestemmingsplan is kaderstellend voor een aantal m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet daarom een planMer- procedure worden doorlopen. Een planMER is een in de Wet milieubeheer vastgelegde procedure waarbij de band- breedte van de milieugevolgen van dit bestemmingsplan worden beoordeeld. De uit- komsten moeten bij de vaststelling van het bestemmingsplan worden betrokken. Het planMER is als separate bijlage bij de toelichting van dit plan opgenomen. In het na- volgende wordt in het kort ingegaan op de procedure en de passende beoordeling. Procedure. De procedure is gestart met het uitbrengen van de Notitie Reikwijdte en detailniveau. In deze notitie is aangegeven hoe het planMER zal worden opgesteld en tot welke onderwerpen het is beperkt. Vervolgens is het planMER opgesteld. De uitkomsten van het planMER zijn bij het op- stellen van het bestemmingsplan betrokken. Bij de terinzagelegging van het (voor)ontwerpbestemmingsplan is het planMER toegevoegd. Naar aanleiding van het planMER is de regeling met betrekking tot de stikstofdepositie in de agrarische bestemmingen opgenomen. Passende beoordeling. Naast de planMER-procedure dient in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 een passende beoordeling te worden uitgevoerd. Dit vanwege de te verwachten effec- ten van het bestemmingsplan op Natura 2000-gebieden. De passende beoordeling is als bijlage bij het plan MER opgenomen. 1.6 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de aanwezige waarden en kwali- teiten van het plangebied wat betreft het landschap, natuur en de cultuurhistorie. Hoofdstuk 3 geeft een toelichting op de regels van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 gaat in op de haalbaarheid (en daarmee de uitvoerbaarheid) van het plan. Hoofdstuk 5 bevat een algemene uitleg van de juridische aspecten van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 6 geeft tot slot aan welke procedure is doorlopen en wat de resultaten van de inspraak, het vooroverleg en de zienswijzen zijn. SAB 6 2 Landschap, natuur en cultuurhistorie 2.1 Inleiding Allereerst wordt ingegaan op de waarden van landschap, natuur en cultuurhistorie. Deze waarden vormen het kader waarbinnen ontwikkelingsmogelijkheden aan de ver- schillende functies in het buitengebied kan worden geboden. 2.2 Landschap 2.2.1 Algemeen Het landschap vormt het decor voor de functies en kwaliteiten in het buitengebied van de gemeente. Door de eeuwenlange ontwikkelingen is het landschap het resultaat van de wisselwerking tussen de opbouw van de ondergrond van een gebied en het ge- bruik door de mens. Het landschap is een zichtbaar en daarmee belangrijk onderdeel van het buitengebied. In deze deelparagraaf worden kort de ontstaansgeschiedenis en huidige situatie van het landschap beschreven. 2.2.2 Ontstaansgeschiedenis Het landschap van het buitengebied is ontstaan in de Würmijstijd (tussen 10.000 en 90.000 jaar geleden). Vanuit het droge IJsseldal waaide fijn zand op, dat de grote dekzandruggen in de richting van Aalten en het Ovinkveld vormde. Samen met de wat kleinere dekzandkoppen vormde zich in deze periode een licht glooiend dekland- schap, dat kenmerkend is voor deze omgeving. Rond 1850 bestond het landschap uit een grote afwisseling in open en gesloten ruim- ten door een grote dichtheid aan bosjes en houtsingels met een fijnmazig netwerk van wegen. In de loop der tijd is het netwerk aan beplanting vrijwel geheel verloren ge- gaan. Tegenwoordig zijn nog maar weinig beplantingsingels aanwezig. In andere de- len van het plangebied waren de meer open ruimten (de grotere essen) gelegen. De- ze essen zijn gelegen op de dekzandkoppen in het landschap. Essen hebben een bolronde vorm die karakteristiek is in dit landschap. Het grondgebruik bestond en be- staat vaak uit akkerbouw. Vandaag de dag zijn vooral de oude essen nog duidelijk in het landschap aanwezig en herkenbaar. Over sommige essen lopen nog zandwegen, die worden gezien als waardevolle landschapselementen. Ook cultuurhistorisch zijn oude essen
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages88 Page
-
File Size-