Arbeidsmarktdiscriminatie van hoogopgeleide allochtone jongeren Onderzoek naar de meest effectieve instrumenten om arbeidsmarktdiscriminatie van deze doelgroep tegen te gaan. 13-11-2015 Erasmus Universiteit Rotterdam – Masterscriptie Beleid en Politiek S.T.J. Bouwhuis 1 Stijn Theodor Jan Bouwhuis 349591 Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit Sociale Wetenschappen Bestuurskunde Master Beleid en Politiek Studiejaar 2014 – 2015 November 2015 Eerste lezer /scriptiebegeleider: Dr. H.J.M. Fenger Tweede Lezer: T.E.M. Strüwer 2 Voorwoord Voor u ligt de scriptie Arbeidsmarktdiscriminatie van hoogopgeleide allochtone jongeren. Dit onderzoek is geschreven ter afronding van mijn studie Bestuurskunde aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Discriminatie komt dagelijks voor op de arbeidsmarkt. Iedereen heeft in zijn of haar leven direct of indirect te maken gehad met discriminatie. Ik ben van mening dat iedereen een gelijke kans verdient op de Nederlandse arbeidsmarkt. Ik heb veel studiegenoten met een andere achtergrond, afkomst en cultuur. Het idee dat zij meer moeite moeten doen voor krijgen van een baan door arbeidsmarktdiscriminatie, prikkelde mij om dit te onderzoeken. Hierbij wil ik mijn scriptiebegeleider de heer Fenger bedanken voor zijn begeleiding en constructieve feedback de afgelopen maanden. Daarnaast wil ik mijn begeleiders en collega’s van de Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid bedanken voor hun onuitputtelijke enthousiasme en kennis om mij te helpen met dit onderzoek, tijdens mijn stageperiode op de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook wil ik mijn familie, vriendin en vrienden bedanken voor hun steun tijdens dit proces. Speciale dank gaat uit naar alle personen die een bijdrage wilden leveren aan mijn onderzoek. Uw affiniteit met het onderwerp en passie voor dit thema hebben ervoor gezorgd dat ik mij steeds verder in het onderwerp wilde verdiepen. Uw kennis en ervaring hebben ervoor gezorgd dat ik diverse invalshoeken heb kunnen analyseren. Ik wens u veel leesplezier toe. Stijn Bouwhuis Rotterdam, 13 november 2015 3 Samenvatting In deze masterscriptie wordt onderzocht welke instrumenten het meeste draagvlak hebben en het meest effectief zijn om arbeidsmarktdiscriminatie van hoogopgeleide allochtone jongeren te bestrijden. Het doel van dit onderzoek is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van beleid rondom arbeidsmarktdiscriminatie van deze doelgroep. Dit wordt gedaan door inzicht te geven in de verschillen en overeenkomsten in de beoordeling van beleidsinstrumenten. De verschillen en overeenkomsten in de beoordeling van beleidsinstrumenten worden gebaseerd op de percepties van individuen en organisaties binnen het beleidsproces. Daarnaast wordt er onderzocht of het mogelijk is om een agendavorming theorie toe te passen als strategie om de mate van aandacht en draagvlak te vergroten. De vraagstelling is onderzocht aan de hand van een praktijkgericht diagnostisch onderzoek. Binnen dit onderzoek zijn er semi-gestructureerde interviews afgenomen bij respondenten op verschillende beleidsniveaus. De respondenten zijn afkomstig van antidiscriminatie meldpunten, maatschappelijke organisaties en sociale partners, deskundigen en onafhankelijke instituten, lokale politici en landelijke politici. De percepties over de oorzaken en oplossingen van arbeidsmarktdiscriminatie van hoogopgeleide allochtone jongeren zijn uit de interviews gehaald. Er is geprobeerd om een zo groot mogelijke spreiding van percepties te verzamelen. Op basis van de analyse is er geconcludeerd dat er een positief verband is tussen beleidsvoorbereiding en beoordeling van beleid rondom arbeidsmarktdiscriminatie van hoogopgeleide allochtone jongeren. Organisaties beoordelen een instrument als positief wanneer in hun ogen een oplossing de oorzaken van arbeidsmarktdiscriminatie concreet aanpakt. Daarnaast is op basis van de analyse geconcludeerd dat er een positief verband is tussen de mate van draagvlak voor een instrument en de beoordeling van een beleidsinstrument. Wanneer er veel steun en aandacht voor een beleidsinstrument is, wordt het beleidsinstrument als passend beschouwd. De analyse laat ook een patroon zien in de verschillen en overeenkomsten tussen de organisaties. De organisaties hebben een gezamenlijk doel, namelijk het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie. De organisaties verschillen in de meningen over de manier hoe dit moet worden aangepakt. De belangrijkste conclusie is dat de instrumenten charter diversiteit en diversiteitbeleid, training impliciete stereotyperingen en allochtone jongeren en werkgeversorganisaties met elkaar in contact brengen in een werkomgeving het meest effectief zijn. De instrumenten worden als effectief beschouwd omdat ze concreet de oorzaken van arbeidsmarktdiscriminatie aanpakken en daarnaast gericht zijn op het vergroten van de bewustwording. Daarnaast is er sprake van grote mate van draagvlak voor de instrumenten, omdat ze de nadruk leggen op de positieve benadering van diversiteit, economische meerwaarde, gezamenlijke verantwoordelijkheid en gedeelde samenwerking tussen organisaties. Het kwalitatief onderzoek heeft daarnaast bewezen dat de Punctuated Equilibrium Theory als strategie kan worden geïnterpreteerd voor het vergroten van aandacht en draagvlak voor beleidsinstrumenten. Het kwalitatieve onderzoek wordt daarnaast gebruikt om de bovengenoemde constateringen te nuanceren, nader toe te lichten en mogelijk aan te vullen. Zo moet de term sociale factoren worden aangepast in de term oriëntatie factoren. Dit moet worden gedaan in de wetenschappelijke literatuur over de oorzaken van arbeidsmarktdiscriminatie voor hoogopgeleide allochtone jongeren. Daarnaast moeten de instrumenten binnen de Punctuated Equilibrium Theory verder worden onderzocht om ze te optimaliseren als strategieën. 4 Inhoud Voorwoord ................................................................................................................................. 3 Samenvatting .............................................................................................................................. 4 Hoofdstuk 1 - Inleiding .............................................................................................................. 8 1.1 - Aanleiding ...................................................................................................................... 8 1.2 - Doelstelling .................................................................................................................... 9 1.3 - Vraagstelling .................................................................................................................. 9 1.4 - Relevantie .................................................................................................................... 10 14.1 - Praktische relevantie .................................................................................................. 10 1.4.2 - Wetenschappelijke relevantie ................................................................................... 10 1.5 - Leeswijzer .................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 2 – Theorieën over arbeidsmarktdiscriminatie en agendavorming ........................ 12 2.1 - Beleid ........................................................................................................................... 12 2.1.1 - Beleidscyclus ............................................................................................................ 12 2.1.2 - Institutioneel perspectief ........................................................................................... 13 2.2 - De theoretische oorzaken en oplossingen van discriminatie ....................................... 14 2.2.1 - Oorzaken ................................................................................................................... 14 2.2.2 - Oplossingen ............................................................................................................... 16 2.3 - Theorieën over agendavorming ................................................................................... 19 2.3.1 - Stromenmodel ........................................................................................................... 19 2.3.2 - Barrièremodel ........................................................................................................... 23 2.3.2.1 - Outside Iniative Model (OIM) ............................................................................... 23 2.3.2.2 - Mobilization Model ............................................................................................... 26 2.3.2.3 - Inside Acces Model (IAM) .................................................................................... 27 2.3.3 - Punctuated Equilibrium Theory ................................................................................ 29 2.3.4 - Overzicht strategieën ................................................................................................ 32 2.4 - Conceptueel model ....................................................................................................... 33 2.5 - Operationalisatie .......................................................................................................... 34 2.5.1 - Oorzaken ................................................................................................................... 34 2.5.2 - Oplossingen ..............................................................................................................
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages110 Page
-
File Size-