ESSAY 375 Verkiezingscampagnes in België en Nederland Vergelijkbare landen, verschillende campagnes? Philip Van Praag en Peter Van Aelst Met nauwelijks vier dagen verschil trok­ campagnes te focussen nemen we even ken Belgen en Nederlanders in juni naar de tijd om het politieke landschap, het de stembus. In beide landen ging het om kiesstelsel en de voornaamste electorale vervroegde verkiezingen, gaven de uit­ spelregels in beide landen te duiden. Ze slagen grote electorale verschuivingen te zijn immers van belang bij het begrijpen zien en leed de zittende premier met zijn van de verschillen en gelijkenissen in de christendemocratische partij een grote ne­ campagnes. derlaag (verkiezingsuitslagen in bijlage). In beide landen worden de verkiezingen gevolgd door een moeizaam onderhande­ lingsproces om tot een nieuwe regering te 1. Het politieke landschap komen. De overeenkomsten tussen beide landen zijn opvallend, maar de vraag is of Nederland en België worden veelal om­ ook de voorafgaande verkiezingscampag­ schreven als similar systems. Het gaat nes zo gelijklopend zijn. In dit essay wil­ om kleine Europese landen, met een par­ len we de recente verkiezingscampagnes lementair stelsel dat zich in de loop van in beide landen vergelijken en plaatsen in de negentiende eeuw heeft ontwikkeld, een breder politicologisch en historisch ka­ met politieke instituties die kenmerkend der. Het gaat in deze bijdrage, in afwach­ zi jn voor een consensusdemocratie (L ijp­ ting van meer diepgravend onderzoek, hart, 1999). De politieke cultuur op eli ­ om een eerste impressie van wat zich in teniveau is erop gericht in onderling over­ de aanloop naar de verkiezingen in juni leg een oplossing te vinden die voor alle 2010 heeft afgespeeld. We vergelijken Ne­ betrokkenen acceptabel is, een cultuur die derland voornamelijk met Vlaanderen, en vaak wordt aangeduid als consociational slechts in tweede instantie met de situatie democracy of overlegdemocratie. Beide in Franstalig België. Naast een schets van landen hebben een verzuild verleden en ;o C de voornaamste campagnekenmerken van kennen van oudsher een meerpartijenstel­ 0:, ;o beide landen wordt dieper ingegaan op de sel met de daarbij behorende coalitierege­ m ;,<: centrale thema's en op de voornaamste ringen. Het partijstelsel is zowel in België mz politieke leiders van 2010. Alvorens op de als Nederland ontstaan aan het einde van m V, V, --------~ ~ 2010 - 3 • RES PUBLICA 376 VERKIEZINGSCAMPAGNES IN BELGIË EN NEDERLAND de negentiende eeuw rond twee belang­ gië, ruim 11 % van de Vlaamse stemmen. rijke breuklijnen: de klasse- en de religi­ Vergelijkbare Fransta li ge partijen in Wal­ euze tegenstellingen. Beide landen heb­ lonië en Brussel zijn eveneens succesvol ben ook een politiek landschap dat lange (Deschouwer, 2004). Onder druk van deze tijd sterk is gedomineerd door traditionele ontwikkelingen splitsen de drie grote tra­ massapartijen van sociaald emocratischen ditionele partijen zich in de volgende jaren en christendemocratischen huize. De in een zelfstandige Vlaamse en Franstalige derde belangrijke Europese partijfamilie, partij , di e vervolgens geleide li jk uit elkaar de liberale, heeft vaak deelgenomen aan groeien. Het Vlaams nationalisme komt coalitieregeringen, maar was een belang­ aanvankelij k tot uiting in het electorale rijk deel van de twintigste eeuw duidelijk succes van de Volksunie en sinds begin ja­ zwakker dan de twee andere hoofd stro­ ren negenti g in de opmars van het Vlaams men. Tot midden de jaren zesti g kenden Blok (sinds 2004 Vlaams Belang) , dat het de landen stabiele politieke verhoudin­ nationalisti sche discours combineert met gen, 1 maar dan begon de electorale positie een sterke anti-immigratieprofilering. van de twee grote politieke stromingen af De herleefde 'oude' cleavage, veelal te brokkelen en in beide landen kwamen aangeduid als communautaire bre uklijn, nieuwe partijen op. Sinds het einde van speelt si nds deze jaren een zeer belang­ de jaren zestig zijn deze similar systems rijke rol in de Belgische politiek en leidt geleideli jk uit elkaar gaan groeien. in 1970 al tot een ingrijpende staatsher­ vorming. België wordt een federale staat bestaande uit drie gedeeltelijk autonome 1.1. België regio's (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) met ve rregaande bevoegheden, een eigen De jaren zesti g hebben een grote impact parlement en een eigen regering. De tradi­ gehad in België en Nederl and. In Vlaan­ tie van de consociational democracy wordt deren leidt een groeiend Vlaams zelfbe­ echter bij de staatshervorming in stand wustzijn tot een hernieuwde taalstrijd , tot gehouden. Grondwettelijk worden de uiting komend in de eerste en de tweede taalgemeenschappen gedwongen tot sa­ Vlaamse Mars op Brussel (1961 / 62) en de menwerking: zowel Vlaamse als Fransta­ strijd om de katholieke universiteit va n lige partijen dienen deel te nemen aan de Leuven (Leuven Vlaams!). Het betekent federale regering, hebben bepaalde veto­ dat de oude centrum-periferiebreuklijn rechten en recht op een evenredig aandeel tussen het oorspronkelijk Fransta li ge in de belangrijke fu ncti es (Deschouwer, centrum en het perifere Vlaanderen op­ 2002: 159) . Sinds de jaren zeventig kent nieuw, en met succes, gepolitiseerd wordt België in feite twee parallelle subnationale (Deschouwer & Hooghe, 2005: 55). De al partijsystemen (D e Winter et al., 2006; :;;: ..,., langer bestaande Volksunie geeft op poli­ Bardi & Mair, 2008) . De grote Vlaamse u.J ti ek ni veau uiting aan dit nieuwe Vlaams en Waalse partijen nemen a ll een deel in z u.J nationali sme en behaalt in 1965, bij de hun eigen regio en concurreren op geen :,,:: u.J eerste grote electorale verschuiving in Bel- enkele wijze met elkaar. Bovendien ver- IX Ctl ::::, IX ~-------- RES PUBLICA • 2010 - 3 377 VERKIEZINGSCAMPAGNES IN BELGIË EN NEDERLAND dampen de nauwe banden tussen politici de sociaaldemocratische PvdA in 1977 het van dezelfde politieke families aan beide beste resultaat uit haar geschiedenis be­ zij den van de taalgrens en is de Belgische haa lt (34%), komt de partij daarna in een cohesie sinds 2004 verder aangetast door langd urende dalende trend terecht met als asymmetrische coalities op het regionale laags te score de 15 % uit 2002. Een deel niveau (Deschouwer, 2009). va n het verlies gaat overigens naar een De electorale verschuivingen zijn in klassiek- linkse partij als de SP. België door de nieuwe partijen toegeno­ De jaren '60 hebben geleid tot het men, maar op geaggregreerd niveau toont ontstaan van een nieuwe partij als D66 het partijsysteem de nodige stabiliteit. De en op termijn de fusiepartijen CDA en veranderingen in de krachtverhoudin­ GroenLinks. De verzwakking van de oude gen tussen de partijen of (netto) electo­ breuklijnen heeft in Nederland niet (met­ rale verschui vingen bedragen in de jaren een) geleid tot het ontstaan van nieuwe tachtig en negentig gemiddeld 10 % (Mair, diepgaande tegenstellingen. Na het eerste 2008: 238). In 2003 en 2007 neemt dit per­ succes van D66 in 1967 werd eni ge tijd centage in Vlaanderen toe naar gemiddeld gedacht dat de tegenstelling tussen post­ 14% en zelfs ruim 16 % in 2010 , wat be­ materialisten en materiali sten een nieuwe duidend lager is dan in het versnipperde breuklijn zou vormen. Het aantal postma­ Nederlandse partijlandschap (zie verder). terialisten was aanvankelijk in vergelij­ kend perspecti ef hoog en nieuwe sociale bewegingen hadden in de jaren zeventig 1 .2. Nederland en tachtig veel succes in Nederland, maar dit leidde niet tot blij ve nde nieuwe politie­ De jaren zestig hebben in Nederland een ke tegenstellingen tussen bevolkingsgroe­ heel andere invloed en ze werken ook pen. Wel kan de vraag opgeworpen wor­ anders door in het politieke stelsel. Het den of het electorale succes van Fortuyn in ludieke Provo uit 1965/66 is het sy mbool 2002, gevolgd door het succes van de PVV bij uitstek van de maatschappelijke ver­ van Wilders in 2006 en 2010, de uiting is anderingen die leid en tot een ontzuiling van een nieuwe breuklijn, waarbij duide­ en ontkerkel ijking van de Nederlandse sa­ lijk aanwijsbare groepen tegenover elkaar menlevi ng. Het partijpolitieke landschap komen te staan. Kriesi en coll ega's (2006) zal er op termijn sterk door veranderen. betogen dat in enkele Europese landen, De dri e christelijke partijen, die later zul­ waaronder Nederland, sprake is van een len opgaan in het CDA, behalen in 1963 dergelijke nieuwe en blijvende tegenstel­ nog bijna de helft van de stemmen, maar ling tussen winnaars en verliezers van het kunnen in 1977 amper een derde van het proces van globalisering. Bij deze nieuwe electoraat bekoren. Niet alleen de religi­ tegenstelling spelen de opstelling tegen­ ;,:, C euze breuklijn boet sterk aan belang in; over immigratie, de Europese integratie 0:, ::::! voor de klassebreuklijn geldt hetzelfde. en de herziening van het stelsel van so­ m ;,:: Dit komt gedeeltelijk tot uiting in de ver­ ciale zekerheid een belangrijke rol. Het is mz kiezingsresultatenvan de PvdA. Hoewel nog onduidelijk of deze tegenstelling zich m V, V, --------~ ~ 2010 - 3 • RES PUBLICA 378 VERKIEZINGSCAMPAGNES IN BELGIË EN NEDERLAND zal ontwikkelen tot een breuklijn, maar en het vergemakkelijken van de mogelijk­ het is wel duidelijk dat politieke partijen heid voor een kandidaat om met voor­ met deze thema's worstelen en dat deze keurstemmen gekozen te worden. Een de grote electorale verschuivingen mede aantal voorkeurstemmen dat minimum veroorzaken. In Nederland bereikte de 25 procent va n de ki esdeler bedraagt, vol­ (net to) volatiliteit in 2002
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages16 Page
-
File Size-