Woord vooraf Eens in de vier jaar adviseert de Raad voor Cultuur de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) over de toekenning Woord vooraf van rijkssubsidies aan culturele instellingen. Dit jaar in het kader van de Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024 (BIS). Culturele instellingen hebben hiertoe een subsidieaanvraag bij het ministerie van OCW ingediend. Met deze publicatie informeert de Raad voor Cultuur over de totstandkoming van, en overwegingen bij de adviezen per sector. Daarnaast presenteert hij per sector alle overwegingen en daaruit voortkomende geadviseerde subsidiebedragen. Dit advies is als geheel in te zien op de site raadvoorcultuur.nl. De adviezen over de individuele aanvragen zijn hier ook te downloaden. Instellingen worden in de gelegenheid gesteld de minister te wijzen op eventuele feitelijke onjuistheden in dit advies. 2 Voorwoord 4 Inleiding 6 Inhoud Inleidingen sectoren 24 Podiumkunsten Theater 25 Dans 29 Symfonieorkesten 33 Muziekensembles en koren 39 Opera 50 Festivals 54 Jeugdpodiumkunsten 63 Sectorcollecties podiumkunsten 71 Regionale musea 73 Beeldende kunst Presentatie-instellingen 76 Postacademische instellingen 82 Film 86 Letteren 89 Ontwerp 92 Ontwikkelfunctie 98 Bovensectorale ondersteunende instellingen 112 Overzicht aanvragen en bedragen 119 Toelichting overzicht aanvragen 120 Aantal aanvragen 121 Bedragen per sector 122 Totaaloverzicht adviezen 123 Bijlagen 138 Adviesaanvraag 139 Aanvullende adviesaanvraag 147 Raad voor Cultuur 148 Overzicht samenstelling commissies 149 Referenties 151 Colofon 152 3 Cultuur dichtbij voor iedereen Cultuur dichter bij een breder publiek brengen; publiek dat zoekt naar schoonheid en prikkeling en in vervoering kan raken van een kunstwerk, Voorwoord optreden of ontwerp. Maar ook excellente makers in de volle breedte ondersteunen om het beste uit zichzelf te halen. Dat waren de belangrijkste uitgangspunten toen we begin dit jaar aan de BIS-advisering over 220 aanvragen begonnen. Alles was zorgvuldig gepland en uitgestippeld, maar het liep anders. Het coronavirus kreeg ons land in haar greep. Het gevoel van saamhorigheid groeide om samen corona eronder te krijgen. Al snel beseften wij de noodzaak om voor de sector op te komen. Het kabinet bood generieke en specifieke compensatie van de schade die ontstond door de coronamaatregelen. Er kwam forse financiële steun voor de culturele en creatieve sector en lokaal en regionaal kwamen overheden met aanvullende maatregelen, al zal het nooit voldoende zijn om alle makers en instellingen overeind te houden. We realiseerden ons ook dat we daarnaast gewoon ons werk moesten doen; aanvragen beoordelen en een advies geven aan de minister over de organisaties die subsidie vanuit de Culturele basisinfrastructuur in 2021 – 2024 verdienen. We deden dat in de wetenschap dat veel van de aanvragers hun ingediende plannen niet volledig kunnen uitvoeren, maar ook in het vertrouwen dat zij hun subsidiemiddelen optimaal zullen aanwenden voor de nieuw ontstane werkelijkheid. Ondanks alle beperkingen wilden we op tijd klaar zijn; dat geeft instellingen duidelijkheid in deze tijden van grote onzekerheid. We zijn ondersteund door geweldige commissies met ruim 100 adviseurs, die keihard gewerkt hebben om de keuzes voor te bereiden en die samen met ons team van medewerkers alle beoordelingen vakkundig op schrift hebben gezet. De raad is een team van mensen met heel verschillende kennis, vaardigheden en emoties en juist nu hebben we ervaren hoe belangrijk het traject naar dit advies is geweest. We hebben houvast gehad aan alle werkbezoeken in het land, de opgedane kennis over de stedelijke regio’s en de kwaliteiten van instellingen en makers. We hebben de afgelopen jaren veel mogen zien en ervaren; dat was heel stimulerend voor de integrale afweging die wij voor dit advies moesten maken. We hebben stevige discussies gevoerd en die maken dit advies sterk. Nu ons advies is afgerond zijn we blij dat in de komende periode veel nieuwe 4 genres en instellingen hun entree in de BIS gaan maken en dat de BIS meer geografische spreiding krijgt dan ooit. Er zit nu ook meer vernieuwing in de uitvoeringspraktijk en er is meer samenwerking. Daarmee wordt de BIS een betere vertaling van eigentijdse kunst en cultuur en onze maatschappij. Bovendien zien we opnieuw veel kwaliteit in de genres die we al jaren kennen. We zijn ervan overtuigd dat de geselecteerde instellingen de BIS-subsidie verdienen, ook in een tijd waarin lang niet alle plannen tot uitvoering zullen komen. Door coulance in 2021 kunnen de middelen een alternatieve culturele besteding krijgen, die past bij de dan aanwezige mogelijkheden. De instellingen krijgen de kans om te innoveren, te digitaliseren en te differentiëren en zich achteraf te verantwoorden over geleverde prestaties. Voorwoord Wij hebben er vertrouwen in, dat de positief geadviseerde instellingen weerbaar en wendbaar genoeg zijn om in deze onzekere tijden hun rol in het culturele en maatschappelijke leven te spelen en cultuur voor iedereen in ons land dichtbij en bereikbaar te houden. Wij wensen hen daarbij veel succes, plezier én een divers en breed publiek toe. De Raad voor Cultuur: Brigitte Bloksma, Lennart Booij, Özkan Gölpinar, Marijke van Hees (voorzitter), Erwin van Lambaart, Cees Langeveld, Thomas Steffens, Liesbet van Zoonen en Jakob van der Waarden (directeur). 5 Inleiding De Raad voor Cultuur heeft in ‘Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur’ (2019) geadviseerd om met de Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024 (BIS) Inleiding de culturele sector een nieuw elan te geven. Minister Van Engelshoven heeft die vernieuwing gefaciliteerd: met extra budget en een herziene subsidieregeling heeft ze ruimte geboden aan een basisinfrastructuur ‘die meer recht doet aan de samenhang én de diversiteit van het bestel en het publiek’. Die samenhang en diversiteit komen enerzijds tot hun recht in de verbreding en vernieuwing, en anderzijds in de aandacht voor geografische spreiding. De raad gaat hier in paragraaf 1 en 2 dieper op in. Daarnaast heeft de minister met de nieuwe BIS de lat hoger willen leggen op het gebied van governance, fair practice, diversiteit en inclusie. De afgelopen jaren heeft de culturele sector drie codes opgesteld waarmee de instellingen zichzelf verplichten om op deze gebieden verbeteringen door te voeren. De minister heeft de BIS-aanvragers als voorwaarde gesteld dat ze deze codes toepassen én uitleggen hoe ze er in de praktijk mee omgaan. In paragraaf 3 besteedt de raad hier meer aan. Paragraaf 4 biedt een algemeen overzicht van de aanvragen en in paragraaf 5 gaat de raad dieper in op de knelpunten waar hij tijdens de advisering tegenaan liep. Vanwege COVID-19 zal de Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024 een andere start krijgen. Niettemin legt de inrichting ervan een fundament: het zijn de instellingen die een belangrijke functie vervullen in het cultuurbestel. Door hun hoge kwaliteit, hun organisatorische kracht, hun verbindingen in de stedelijke regio, in het land en (vaak) het buitenland hebben ze bij uitstek de potentie én de verantwoordelijkheid om de komende jaren het culturele leven op een hoog niveau te houden. Dat zal niet gemakkelijk zijn, en daarom pleit de raad ervoor om de komende tijd coulant om te gaan met de resultaten die de instellingen boeken en ruimte te bieden voor innovatie. De raad komt hier in paragraaf 6 op terug. 1. Verbreding en vernieuwing De raad is verheugd dat hij positief kan adviseren over veel nieuwe instellingen. De raad heeft in zijn sectoradviezen en in ‘Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur’ gepleit voor vernieuwing en verbreding van de BIS. De minister heeft die verbreding niet op ieder vlak toegelaten, maar de nieuwe subsidieregeling biedt desalniettemin de kans om een breder scala aan kunstvormen, disciplines en genres de BIS in te laten stromen. Zulke kunstvormen, disciplines en genres werden al door de 6 rijkscultuurfondsen ondersteund, en de fondsen hebben de afgelopen jaren succesvol beleid uitgevoerd om ook kunstvormen te stimuleren die buiten de traditionele canon vallen. De raad vindt het relevant dat die kunstvormen een volwaardige positie innemen tussen de meer gevestigde genres die deel blijven uitmaken van de BIS: popmuziek naast opera, urban dance naast grootschalige dans en e-culture naast beeldende kunst. Bovendien bestaat de vernieuwing steeds meer uit meer hybride praktijken met nieuwe artistieke mogelijkheden, gericht op een breder publiek. Die uitbreiding beperkt zich overigens niet tot nieuwe genres: vanaf 2021 is er in de BIS ook ruimte voor de ensemble-muziek die zorgt voor verbreding in de hele muzieksector. Voor beheer, behoud, ontsluiting en verbinding van Inleiding sectorcollecties in de podiumkunsten zijn aparte BIS-plekken gereserveerd. Ook maken instellingen die zich toeleggen op jeugddans, architectuur, onderzoek in kunst en technologie en op debat en reflectie hun rentree in de BIS. Zulke instellingen maakten ook deel uit van de BIS 2009 – 2012. De raad vindt het een grote stap voorwaarts dat de BIS volwaardiger is qua samenstelling. Met de gevestigde instituties en de nieuwkomers in de BIS wordt een breder en veelkleuriger publiek aangesproken, zodat het rijksgesubsidieerde cultuurbestel nog meer van en voor iedereen wordt. De grotere ruimte voor jeugd en festivals in de BIS draagt daar vanzelfsprekend ook aan bij, net als de plek voor twaalf regionale musea in de BIS, die tot nu toe geen rijkssubsidie ontvingen maar wel een collectie en publieke uitstraling van (inter)nationaal belang hebben. Vaak vindt de uitbreiding van
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages166 Page
-
File Size-