GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSCHE ZEEWEZEN. GESCHIEDENIS VAN LIET NEDERLANDSCIE ZEEWEZEN. UE T JJL D o o B J 1,o, ! ^,`r ^^X Í^J ^ ^_o VIERDE DEEL --1, C KA C A EIA N. 1861. GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSCRE ZEEWEZEN, DOOR J«x. MR. J. C. DE JONGE. TWEEDE DRUK. Vermeerderd niet de nagelaten aanteekeningen van den overleden Schrijver, en uitgegeven onder toezigt van Jhr. Mr. J. K. J. DE JORGE. U zerc1e HAAR,LEMI, A. C. KRUSEMAN. 1861. GEDRUKT BIJ A. C. KRUSEMAN. GESCHIEDENIS VAN 11FT vEDEßI,ANUSCHE ZEEWEZEN, DOOR JHR. MR. J. C. DE J 0 N G E. TWEEDE DRUK. Vermeerderd met de nagelaten aanteekeningen van den overleden Schrijver, en uitgegeven onder toezigt van Jhr. Mr. J. K. J. DE JGNGE. VIERDE DEEL. - EERSTE STUK. HAARLEIM, A. C. KRUSEMAN. 1861. INHOUD. VIERDE TIJDPERK. (vERVoi, i.) EEN ESKADER WORDT ONDER DEN VICE- ADMIRAAL PHILIPS VAN DER GOES NAAR DE MIDDELLANDSCHE ZEE GEZON- DEN; DOOD VAN DIEN ZEEVOOGD. TOULON DOOR DE BOND- GENOOTEN TE LAND EN TEIL ZEE BELEGERD EN VERLATEN. DE VICE-ADMIRAAL J. G. VAN WASSENAER NEEMT IIET BEVEL OVER HET ESKADER OP ZICII. EEN SMALDEEL ONDER DEN KAPITEIN VAN GHENDT KRUIST GEDURENDE DEN WINTER IN DE MIDDELLANDSCIIE ZEE, AO. 1707. — EEN FRANSCII KONVOOI WORDT GENOMEN EN VERSTROOID; SAR VERMEESTERD, AO. 1708,— GEBEUR -DINIE EN MINORCA NOORDZEE GEDURENDE DE TWEE GENOEMDE-T'ENISSEN IN DE JAREN. ZEER GROO'T'E ONTWIKKELING DER KAAPVAART GEDURENDE DEZPN OORLOG HIER TE LANDE EN VERRIG- TINGEN DER COMMISSIEVAARDERS. VIJANDELIJKHEDEN MET DE ALGERIJNEN . ..... 1. EEN ESKADER ONDER DEN SCI-LOUT- BIJ -NACHT VAN AERSSEN VAN SOMMELSDIJK VERTREKT NAAR DE MIDDELLANDSCHE ZEE. VERIJDELING VAN EENEN AANSLAG OP SARDINIE. MISLUKTE LANDING BIJ CETTE A°. 1709 EN 1710. DE VICE-ADMIRAAL ANTHONY PIETERSON WORDT A°. 1711 MET EEN ESKADER NAAR DE MIDDELLANDSCHE ZEE GE- ZONDEN. VERRIGTINGEN VAN LIET ESKADER IN DAT EN IIET VOLGENDE JAAR. GEBEURTENISSEN IN DE NOORDZEE VAN 1709-1713. GESCHILLEN MET DE BRITTEN OVER LIET STAKEN DER UITRUSTINGEN. DE VREDE TE UTRECHT GETEEKEND. SLOT VAN ZIET VIERDE TIJDPERK . 11 50. II INHOUD. VIJFDE 'TIJDPERK. VAN DEN U'TRECHTSCHEN VREDE TOT AAN DE STOOPING VAN HET GEMEENEBEST DER VEREENIGDE NEDERLANDEN. AO. 1713-1795. — INLEIDING . BIZ. 94. KRIJGSVERRIGTINGEN EN ANDERE GEBEURTENISSEN, VAN DEN UTRECHTSCHEN TOT AAN DEN AKENSCHEN VREDE. Ao. 1713-1748 .. « 101. VERVAL VAN HET NEDERLANDSCHE ZEEWEZEN, SEDERT DEN UTRECHTSCHEN TOT AAN DEN AKENSCHEN VREDE. A °. 1713-1748 . .1 231. HET ZEEWEZEN ONDER PRINS WILLEM rv. Ao. 1747-1751. « 282. VAN HET OVERLIJDEN VAN PRINS WILLEM IV TOT DEN AANVANG DER GESCHILLEN MET GROOT-BRITTANJE. AO. 1661-1777 . 302. PLAATSING DER PORTRETTEN. Portret Van F. VAN AERSSEN VAN SOMMELSDIJCK ..................... Blz. 130. .. n C. SCI{ KIJVER .......... ............................... 175. GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDSCHE Z EE WEZEN. VIERDE TIJDPERK. (VERVOLG). EEN ESKADER WORDT ONDER DEN VICE- ADMIRAAL PHILIPS VAN DER GOES NAAR DE MIDDELLANDSCHE ZEE GEZONDEN; DOOD VAN DIEN ZEEVOOGD. TOULON DOOR DE BONDGENOOTEN TE LAND EN TER ZEE BELEGERD EN VERLATEN. DE V10E- ADMIRAAL J. G. VAN WASSENAER NEEMT HET BEVEL OVER HET ESKADER. OP ZICH. EEN SMALDEEL ONDER DEN KAPITEIN VAN GHENDT KRUIST GEDURENDE DEN WINTER IN DE MID- DELLANDSCnE ZEE, A°. 1707. — EEN N'RANSCH KONVOOI WORDT GENOMEN EN VERSTROOID; SARDINIE EN MINORCA VERMEESTERD, A°. 1708. — GEBEURTENISSEN IN DE NOORD GEDURENDE DE TWEE GENOEMDE JAREN. ZEER GROOTE-ZEE ONTWIKKELING DER KAAPVAART GEDURENDE DEZEN OORLOG HIER TE LANDE EN VERRIGTINGEN DER COMMISSIEVAARDERS. VIJANDELIJKHEDEN MET DE ALGERIJNEN. "De voordeelen welke in Spanje verkregen, en de gevol- gen die daarvan, met God, te wachten zijn, zullen onge- twijfeld zoo veel gewigts bijbrengen tot bereiking der groote einden van den oorlog, dat het de onachtzaamheid zelve zou wezen, die voordeelen niet te handhaven en te vervolgen door alle mogelijke middelen. De vereenigde vloot van Engeland IV 2 GESC[^IEDENIS VAN ZIET en van den Staat is gewisselijk een van de voorname werk- tui en geweest, waardoor die voordeelen verkregen en tot hiertoe gehandhaafd 'zijn; en niemand kan twijfelen aan de noodwendigheid van het houden van een kloek getal schepen op de kusten van Spanje en Portugal, indien men de ver wil blijven bewaren en daarvan de ge--kregene voordeelen wenschte gevolgen zien." Het was op deze gronden, dat door den Raad van State, reeds op den 26 Junij des jaars 1706, aan 's Lands hoogste vergadering voorgedragen werd een ontwerp, om nog voor het einde van dat jaar 18 oorlogsschepen , van 50 tot 90 stukken, met de noodige fregatten, branders en andere vaar- tuigen , naar Portugal en de Middellandsche zee te zenden , en dat de Raad eenige maanden later voorstelde, die raagt met nog zes schepen van 64 stukken te vergrooten. Ofschoon de belangstelling voor het zeewezen, welke bij de Land- provincien, ook in den bloeijendsten tijd, nooit groot geweest was, bij de meeste (xewesten thans merkelijk was verflaauwd , ja onderscheidene dezen zich gedroegen , als of die voor het Gemeeiiebest gewigtige aangelegenheid hun niet aanging: waren de Staten van Holland en Zeeland echter zoodanig van de waarheid der door den Raad van State voorgedra- gene gronden overtuigd, dat zij het door hem voorgeslagen ontwerp onvoorwaardelijk goedkeurden, en aan de in hunne provincien gevestigde Adrniraliteiten gelastten, onmiddellijk de noodige schepen toe te rusten. Met ijver sloegen deze de hand aan het werk; doch door de verregaande nalatigheid en onverschilligheid der Landprovincien waren hare middelen zeer beperkt, en vonden zij zich zoodanig met schulden be- laden, dat het haar, ook met den besten wil, onmo- gelijk was, geheel aan dezen last te voldoen. Het gevolg hiervan was, dat voór het einde des jaars 1706 niet meer dan tien schepen 1 van linie, één fregat en vier behoefte- 1 Hieronder is gerekend de Ridderschap, kapitein j. VAN CONVENT, het eenige Nedorlandsche schip dat te Lissabon overwinterde. NEUERLANDSCIIE ZEE\EZEN. 3 schepen, gereed raakten, welke in bloeimaand des volgenden jaars door nog vijf andere benevens drie bombardeerschepen gevolgd werden; zoodat het eskader, voor Portugal en de Middellandsche zee bestemd, in den jare 1707, in plaats van uit 24, slechts uit 15 schepen bestond. Tot opperbevel deze scheepsmagt werd door Hunne IIoog Mogen--hebber over den aangesteld de Vice-Admiraal PHILIPS VAN DER GOES. In de laatste dagen van het jaar 1706 en in het begin van het volgende liepen deze schepen uit, welke zich in het Kanaal vereenigden en onmiddellijk den togt naar Lissabon voortzetteden. Dan toen het eskader tot aan Engelands-end gevorderd was, werd het door eenen hevigen storm be- loopen , waardoor het teruggedreven en aanmerkelijk bescha- digd werd, zoodat de reis niet eerder dan op den 27 h'ebruarij kon hervat worden. Den 10 Maart liet het eskader het anker in de rivier van Lissabon vallen. I De Vice-Admiraal VAN DER GOES vond daar ter plaatse den Britschen Vice- Admiraal BYNG met het meerendeel der voor de Middellandsche zee bestemde Engelsehe schepen, bij wien zich weldra voegde de Admiraal snoVEL,L, die uit de Straat terugkeerde. Intusschen waren de meeste Britsche schepen door geledene schade buiten staat, de reis naar de zuidelijke kusten van Spanje onmiddellijk aan te nemen, waarom be- sloten werd, dat het eskader van den Staat met tien Brit- sche schepen onder den Vice-Admiraal BYNG vooraf zou zeilen naar Alicante, Valencia of zoodanige andere stad, als de geschiktste zou geoordeeld worden. tot het aan land zetten van de krijgslieden , welke tot aanvulling der bij de Neder- landsche regementen van het leger ontbrekende manschappen , door de oorlogsschepen en transportvaartuigen uit deze ge- westen waren medegebragt , en wier komst zeer verlangd werd en benoodigd was; met verdere bepaling, dat het ver eskader, na de krijgslieden aan wal gezet te hebben,-eenigd 1 Brieven van den Vice- Admiraal VAN DER GOES aan H. H. Meg. eu aan de Ad- miraliteit van de Maze, berustende in het Rijks Archief en in dat der Marine. l* 4 GESCHIEDENIS VAN HET in de Middellandsche zee zou blijven kruisen, tot dat de overige Britsche oorlogsschepen met den Admiraal SHOVELL zich bij het vereenigde eskader zouden gevoegd hebben. 1 De 10 April verliet het vereenigd eskader den Taag en kwam den 20 voor Alicante aan. Dan hier vond men eene uitnoodiging , om de manschappen te Denja aan wal te zetten ; doch terwijl men bezig was derwaarts te zeilen, werd een tegenbevel ontvangen, waarop het eskader naar Alicante terug aldaar het krijgsvolk ontscheepte. Naauwelijk echter-keerde en was zulks geschied, of men ontving de tijding van den nood veldslag bij Almanza, in welken het leger der Bond-lottigen- geboten op den 24 April eene zware nederlaag leed, en waarbij het Nederlandsche voetvolk, aangevoerd door den Luite- nant-Generaal VON FRIESHEiM, na, volgens de getuigenis van eenen gelijktijdigen Engelschen schrijver, wonderen van dap- perheid bedreven te hebben , 2 grootendeels vernield werd. Daar het leger door die nederlaag verstrooid, en het over- schot grootendeels naar Tortosa geweken was, werd er be- sloten , de manschappen op nieuw in te schepen en naar genoemde stad over te voeren , om met deze troepen de bijkans vernielde Nederlandsche regenrenten min of meer te herstellen. Dien ten gevolge werd de togt naar Tortosa voort waar het krijgsvolk, nevens de zieken en gekwetsten -gezet , welke men te Denja en Valencia had ingenomen , aan land werden gebragt, waarop het eskader de reis naar Barcelona vervol ;de , voor welke stad het den 20 Mei het anker liet vallen. Tot den 4 Junij bleef de vereenigde zeemagt te Barcelona liggen, bij welke zich de Admiraal SHOVELL voegde. De re- den, waarom de gemeenschappelijke vloot zich zoo veel da- gen aldaar bleef ophouden, was daarin gelegen, dat een fre- gat op kondschap naar Marseille en Toulon gezonden was, Brief van den Vice- Admiraal VAN DER GOES aan H. H. Mog., van 2 April. 2 BOYER, History of the life and reign of Quee-n Anne, p.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages394 Page
-
File Size-