Screening Plan-Mer-Plicht RUP Reet Centrum Zuid Te Rumst VERZOEK TOT RAADPLEGING

Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum Zuid te Rumst VERZOEK TOT RAADPLEGING

COLOFON

Opdracht:

Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-zuid te Rumst Verzoek tot raadpleging

Opdrachtgever:

Gemeente Rumst K. Astridplein 12 2840 Rumst

Opdrachthouder:

SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.soresma.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000

Identificatienummer:

2058393000/hme

Datum: status / revisie:

Juni 2010 versie BGP November 2010 versie Mer Vrijgave:

Jan Parys, Divisiemanager

Projectmedewerkers:

Cedric Vervaet, MER-deskundige Hanne Mengels, adviseur

 Soresma 2010

1 Kadering van het verzoek tot raadpleging 6

2 Beschrijving plan en afbakening plangebied 8

2.1 Initiatiefnemer 8

2.2 Planomschrijving 8

2.2.1 Plangebied 8

2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties 9

2.2.3 Ruimtelijke visie 10

2.2.4 Ruimtelijke concepten 11

2.2.4.1 Hoogdynamische centrum-as 11

2.2.4.2 Kwalitatief wonen in de kern 11

2.2.4.3 Aandacht voor de overgang kern – open ruimte 12

2.2.4.4 Open landbouwgebied met punten lijnvormige landschapselementen 12

2.2.4.5 Netwerk van trage wegen 13

2.2.4.6 Bosbeek als drager van natuur- en landschapswaarden 13

2.2.5 Randvoorwaarden 14

2.2.6 Structuurschets 14

2.3 Planalternatieven 14

3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 16

3.1 Juridische randvoorwaarden 16

3.2 Gewestplan 17

3.3 Afbakening gewenste agrarische en natuurlijke structuur 17

3.4 Aangrenzende BPA’s en RUP’s 18

3.5 Beleidsmatige randvoorwaarden 19

4 Bepalen van de plan-MER-plicht 24

5 Potentiële milieueffecten van het plan 25

5.1 Bodem en grondwater 26

5.1.1 Referentiesituatie 26

2058393000/hme 3 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

5.1.2 Mogelijke effecten 28

5.1.3 Milderende maatregelen 28

5.1.4 Conclusie 28

5.2 Oppervlaktewater 28

5.2.1 Referentiesituatie 28

5.2.2 Mogelijke effecten 34

5.2.3 Milderende maatregelen 35

5.2.4 Conclusie 35

5.3 Fauna en flora 35

5.3.1 Referentiesituatie 35

5.3.2 Mogelijke effecten 36

5.3.3 Milderende maatregelen 37

5.3.4 Conclusie 37

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 37

5.4.1 Referentiesituatie 37

5.4.2 Mogelijke effecten 41

5.4.3 Milderende maatregelen 42

5.4.4 Conclusie 43

5.5 Mens 43

5.5.1 Referentiesituatie 43

5.5.2 Mogelijke effecten 46

5.5.3 Milderende maatregelen 48

5.5.4 Conclusie 48

5.6 Leemten in de kennis 49

5.7 Grensoverschrijdende effecten 49

5.8 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten 49

6 Bijlagen 50

Lijst van figuren

2058393000/hme 4 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI) ...... 8 Figuur 2-2 indicatie plangebied op stratenatlas ...... 9 Figuur 2-3 concept hoogdynamische centrum-as ...... 11 Figuur 2-4 concept kwalitatief wonen in de kern ...... 11 Figuur 2-5 concept kern - open ruimte...... 12 Figuur 2-6 concept landbouwgebied met karakteristieke elementen in het landschap...... 12 Figuur 2-7 concept netwerk trage wegen...... 13 Figuur 2-8 concept Bosbeek drager van natuur- en landschapswaarden ...... 13 Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv) ...... 17 Figuur 3-2 Herbevestiging agrarische structuur – overzicht operationeel uitvoeringsprogramma ...... 18 Figuur 3-3 RUP Laar ...... 19 Figuur 3-4 BPA Reet Centrum...... 19 Figuur 3-5 Gewenste structuur landbouwlandschap ...... 21 Figuur 3-6 gewenste lijninfrastructuur...... 21 Figuur 5-1 afbakening volledig plangebied op luchtfoto...... 26 Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv...... 27 Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv ...... 27 Figuur 5-4 waterloop...... 29 Figuur 5-5 Erosiegevoeligheid (AGIV) ...... 30 Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoelig (AGIV) ...... 31 Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (AGIV)...... 32 Figuur 5-8 overstromingsgevoeligheid (AGIV) ...... 33 Figuur 5-9 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)...... 34 Figuur 5-10 Landschapsatlas (AGIV)...... 38 Figuur 5-11 Inventaris onroerend erfgoed (VIOE)...... 39 Figuur 5-12 provinciale landschapskaart, bron geoloket provincie Antwerpen..... 40 Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron CAI...... 41 Figuur 5-14 indicatie plangebied op de stratenatlas, google.be ...... 44 Figuur 5-15: uitreksel provinciaal fietsrouteplan (Provincie Antwerpen) ...... 45 Figuur 5-16 afbakening plangebied op buurtwegenatlas, bron Geoloket Atlas Buurtwegen Provincie...... 46

Lijst van tabellen Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden RUP Reet Centrum-Zuid ...... 16

2058393000/hme 5 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

1 Kadering van het verzoek tot raadpleging

De gemeente Rumst heeft beslist om over te gaan tot het opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Reet Centrum-Zuid’. Aanleiding voor het RUP is het uitwerken van een kernversterkingsproject voor de dorpskern Reet en om de open ruimte ten zuiden van de dorpskern te vrijwaren. Het centrumgedeelte hiervan biedt mogelijkheden tot kernversterking en uitbreiding van handelsactiviteiten. Binnen het openruimtegebied wordt het behoud van de aanwezige beek vooropgesteld, ontwikkeling van kleine landschapselementen en de uitwerking van een trage wegen netwerk. Het zuidoostelijk deel van het plangebied heeft als huidige bestemming ‘ontwikkelingsgebied’ volgens gewestplan en dient een bestemming te krijgen die openruimte functies zoals natuur en landbouw toelaten. In het kader van de wettelijke verplichting 1 voor het RUP wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de gemeente Rumst) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: • 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben; • 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit.

Op 25 juni 2010 werd hiertoe een adviesvraag gericht aan de dienst BGP. Op 10/08/2010 werd via de Dienst BGP een selectie bekomen van de relevante betrokken adviesinstanties die in het licht van het onderzoek naar de plan-MER-plicht dienen aangeschreven te worden. Het betreft: Departement Dienst Ruimtelijke Koningin Provinciebestuur Antwerpen Ruimtelijke Ordening en 2018 Antwerpen Planning Elisabethlei 22 Mobiliteit Lange Kievitstraat ANB - Antwerpen 2018 Antwerpen 111-113 bus 63 Agentschap Ruimte en Ruimtelijke Ordening t.a.v. K. Toebak of V. Lange Kievitstraat 2018 Antwerpen Erfgoed Antwerpen Peeters 111-113 bus 52 Agentschap Ruimte en Onroerend Erfgoed Lange Kievitstraat t.a.v. Marc De Borgher 2018 Antwerpen Erfgoed Antwerpen 111-113 bus 52 Agentschap Wonen- t.a.v. Hilde Van den Koning Albert II-laan Afdeling Wonen 1000 Brussel Vlaanderen Bosch 20 bus 7

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van plan- MER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.

2058393000/hme 6 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Departement Landbouw en Afdeling Duurzame Lange Kievitstraat Antwerpen 2018 Antwerpen Visserij Landbouwontwikkeling 111-113 bus 71 Afdeling Land en Bodembescherming, Natuurlijke Koningin Astridlaan Departement LNE 3500 Hasselt Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen 50, bus 6 Rijkdommen Afdeling Operationeel Koning Albert II-laan VMM t.a.v. Bram Vogels 1000 Brussel Waterbeheer 20 bus 16

Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken.

2058393000/hme 7 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

2 Beschrijving plan en afbakening plangebied

2.1 Initiatiefnemer Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Rumst is initiatiefnemer van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘RUP Reet Centrum-Zuid’ en bijgevolg ook van de screening van de plan-MER-plicht.

2.2 Planomschrijving

2.2.1 Plangebied

Figuur 2-1 aanduiding plangebied op macroniveau (bron, NGI)

Het plangebied ligt ten zuiden van de kern Reet en maakt de overgang naar een groter openruimte gebied centraal in de gemeente Rumst. Grote ontsluitingsassen zijn de A12 in het westen en de E19 in het oosten.

2058393000/hme 8 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 2-2 indicatie plangebied op stratenatlas Zie bijlage 1 voor een fotoreportage.

2.2.2 Kwaliteiten, knelpunten en potenties Kwaliteiten

Aanbod aan handel en diensten Delen van de Molenstraat en Rumstsestraat vormen een centrale as met tal van handelszaken, publieke en private diensten. Deze concentratie van activiteiten verhoogt de aantrekkelijkheid van de dorpskern die goed is te bereiken.

Open landschap als meerwaarde voor de kern Het agrarische landschap ten zuiden van de kern is een gaaf en weinig versnipperd openruimtegebied dat aansluit bij de dorpskern. Het heeft een hoge beeldwaarde voor de dorpskern en heeft een meerwaarde in functie van het recreatief medegebruik (wandelen). Tevens is het drager van natuurwaarden en biedt een ecologische meerwaarde.

Trage wegen netwerk Verschillende wegen, voetwegen en landwegen ontsluiten de open ruimte en maken de achterontsluiting van een aantal percelen mogelijk.

Historisch erfgoed Het kerkplein is een waardevol geheel op het vlak van erfgoed in samenhang met de Kerkelei die er bij aansluit.

2058393000/hme 9 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

De Wolfshoeve heeft een centrale plaats in het openruimte gebied en is hier beeldbepalend. Dit onroerend erfgoed is karakteristiek voor het cultuurlandschap waarin het zich bevindt.

Potenties

Kernversterking door nieuwe ontwikkelingen Binnen het centrumgebied zijn er mogelijkheden tot verdichting. Het betreft enerzijds braakliggende percelen die de mogelijkheid bieden om het bestaande weefsel af te werken. Anderzijds zijn er plaatsen waar de draagkracht aanwezig is voor een sterkere dynamiek en de realisatie van een extra bouwlaag (meergezinswoningen).

Ontsluiting van de open ruimte voor recreatief medegebruik De aanwezigheid van een groene open ruimte nabij een woonkern heeft een zekere recreatieve potentie. Een verdere ontsluiting van dit gebied voor recreatief medegebruik zoals wandelen, fietsen, natuureducatie,… is een grote meerwaarde voor de inwoners van Reet en creëert een draagvlak voor het behoud en versterken van dit landschap en zijn kwaliteiten. De wisselwerking tussen wonen, handel en diensten heeft hier een meerwaarde.

Mogelijkheden tot landschapsuitbouw en natuurverweving Binnen het agrarische gebied zijn tal van kleine landschapselementen aanwezig zoals bomen (alleenstaand, clusters of rijen), houtkanten, bermen en beekoevers. Deze hebben een natuurwaarde, in het bijzonder langsheen de Bosbeek. Mits een goede inrichting en beheer kunnen deze waarden blijven behouden en zelfs versterkt.

Knelpunten

Ambachtelijke zone Molenstraat

De ambachtelijke zone aan de Molenstraat heeft een invulling gekregen in functie van kleinhandelsactiviteiten. De bestemming weerhoudt een verdere ontwikkeling in functie van de uitbouw van handel en diensten. Een herbestemming dringt zich op.

Kleiontginningsgebied bedreigt Bosbeek In het uiterste zuiden van het plangebied heeft een deel van de open ruimte – waarin ook de Bosbeek gelegen is – als gewestplanbestemming ‘ontginningsgebieden’. Deze zone is landschappelijk maar ook ecologisch waardevol. Het beleid heeft zich in het GRS uitgesproken voor een behoud van deze open ruimte.

Zonevreemde bebouwing – 2 e bouwlint In Kerkelei bevinden zich enkele woningen in een tweede bouwlint. Een oplossing dient uitgewerkt ten aanzien van de invulling langs de Molenstraat, waar zich momenteel een parking bevindt. Enkele woningen, o.a. Wolfshoeve liggen in agrarisch gebied doch zijn niet meer verbonden met de landbouw.

2.2.3 Ruimtelijke visie De uitbouw van het centrum van Reet wordt voorop gesteld. De centrumas is drager van een grote diversiteit aan activiteiten. Naast wonen is er ruimte voor handel, horeca, diensten en bedrijvigheid voor zover verweefbaar met de woonfunctie in de kern. Mogelijkheden voor kernversterking worden hier onderzocht.

2058393000/hme 10 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Het open ruimtegebied in aansluiting met de kern heeft grote potenties als landschappelijk kader voor die kern met mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Tegelijkertijd heeft de aanwezige landbouw zijn waarde als drager van die open ruimte met een economische functie. Er dient bijzondere aandacht uit te gaan naar het overgangsgebied tussen dorpskern en de open ruimte. Binnen het overgangsgebied en de open ruimte zal moeten omgegaan worden met een toenemende ‘diversiteit’ (landbouwers, wandelaars, fietsers, natuurliefhebbers, …) waarbij inrichting en beheer worden uitgewerkt, rekening houdende met de verschillende ruimteclaims ( ‘de open ruimte als publieke ruimte’ (H. Leinfelder, 2007)).

2.2.4 Ruimtelijke concepten

2.2.4.1 Hoogdynamische centrum-as

Figuur 2-3 concept hoogdynamische centrum-as Het gebied aan de Molenstraat vanaf het KMO-terrein tot de Rumstsestraat, biedt ruimte voor aan tal van voorzieningen met als voorwaarde dat ze verzoenbaar zijn met woonfunctie. Naast verweving van functies is er hier ook ruimte voor verdere verdichting van het weefsel onder meer in de vorm van meergezinswoningen. De uitbouw van nieuwe handelsactiviteiten en diensten kan plaatsvinden in het lokaal knooppunt ter hoogte van de KMO-zone, waar zich parkeermogelijkheden bevinden op schaal van de activiteiten. Het uitbouwen van woningen in een tweede bouwlint wordt echter niet ondersteund. Bijzondere aandacht gaat naar het waardevol onroerend erfgoed in de omgeving van de kerk. Enerzijds wordt het behoud van het geheel vooropgesteld, anderzijds dient een ruimtelijk kader te worden gecreëerd waarin dit geheel tot zijn recht komt.

2.2.4.2 Kwalitatief wonen in de kern

Figuur 2-4 concept kwalitatief wonen in de kern

2058393000/hme 11 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

De bebouwde linten langsheen de Molenstraat en de Rumstsestraat vormen een zone voor kwalitatief wonen in de kern. Hierbij wordt aandacht besteed aan het continueren van de bestaande aanwezige woontypologieën met aandacht voor doorzichten op de achterliggende open ruimte en waar mogelijk groene vingers die vanuit het landschap in de kern dringen. In dit gebied domineert de woonfunctie.

2.2.4.3 Aandacht voor de overgang kern – open ruimte

Figuur 2-5 concept kern - open ruimte Om aan de overgang tussen het bebouwde weefsel en de open ruimte te werken zijn verschillende maatregelen mogelijk:

• Inrichten van een overgangsgebied tussen kern en open ruimte met tegengaan van verdere verdichting, geen uitbouw van parkeergarages achter het woonlint, ontsluiting van de achterzijde van de bebouwde percelen voor voetgangers en fietsers; • Aandacht voor buffers, transparante schermen en de inrichting van tuinen grenzend aan het landschap; bepaalde percelen kunnen ingeschakeld worden in het functioneren van de kern zoals een tentenweide; • De ontsluiting van de open ruimte faciliteren vanuit de kern; Kerkelei als aanknopingspunt voor ontsluiting van de overgangszone; • Landschappelijke integratie van de KMO- handelszone aan de Molenstraat; • Zichten vanuit het landschap op de dorpskern (kerk) creëren/behouden; • Zichten vanuit de kern op het open landschap creëren/behouden;

2.2.4.4 Open landbouwgebied met punten lijnvormige landschapselementen

Figuur 2-6 concept landbouwgebied met karakteristieke elementen in het landschap

2058393000/hme 12 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Het landbouwgebied is de drager van de open ruimte. Naast de agrarische activiteit zijn een aantal punten en lijnen karakteristiek en beeldbepalend voor het landschap, deze verdienen bijzondere aandacht.

• De landbouw ondersteunen als functionele drager van de open ruimte, ontwikkelingsmogelijkheden worden gericht op de grondgebonden landbouw; • Agrarische bedrijven uitbouwen aan de randen van het gebied en niet in het gebied; • De bosbeek verder versterken als landschapselement met begeleidende beplanting; • Verspreide kleine landschapselementen uitbouwen in het open landschap waarbij zoveel als mogelijk een koppeling gebeurd met de velden voetwegen.

2.2.4.5 Netwerk van trage wegen

Figuur 2-7 concept netwerk trage wegen Het studiegebied is ontsloten via trage wegen maar niet verbonden door middel van een netwerk, verschillende wegen lopen dood. Bestaande onverharde wegen worden doorgetrokken en ‘missing links’ worden gerealiseerd zodat er een netwerk ontstaat tussen de dorpskern en zijn omgeving. De Bosbeek vormt een aanknopingspunt voor de uitbouw van trage weg langs de beekloop.

2.2.4.6 Bosbeek als drager van natuur- en landschapswaarden

Figuur 2-8 concept Bosbeek drager van natuur- en landschapswaarden De beekvallei vormt een aanknopingspunt voor het versterken en het verder ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden. De recreatieve potentie van de Bosbeek kan worden gevalideerd door een gedeeltelijke ontsluiting ervan met een wandelen fietspad. Een verdere inrichting ervan (infoborden, zitgelegenheid, picknickmogelijkheden,…) zorgt voor een bijkomende aantrekkingkracht om recreatief medegebruik van het buitengebied te stimuleren.

2058393000/hme 13 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

2.2.5 Randvoorwaarden

Verdichtingsmogelijkheden in de kern Het bebouwd weefsel dat in het concept ‘hoogdynamische centrum-as’ werd aangeduid, kan worden verdicht door het toelaten van bijkomende woonlagen tot maximaal drie bouwlagen voor zover de draagkracht van de omgeving niet wordt aangetast. Randvoorwaarden kunnen worden gevormd door de mogelijkheid om parking te voorzien, de aanwezigheid van erfgoed (bijv. kerk, arbeiderswoningen), gewenste dynamiek, etc. Ook aan de implementatie van voorzieningen in het weefsel kunnen randvoorwaarden worden opgelegd zoals verplichte verweving met wonen, geen te sterke verkeersgeneratie, een dynamiek die met woonfunctie verzoenbaar is, etc. De delen van de woonstraten die niet als hoogdynamische centrum-as horen kunnen eveneens verder worden verdicht maar met een typologie van maximaal twee bouwlagen en aandacht voor zichten naar het open landschap.

Aandacht voor kleine landschapselementen De natuurwaarden in het plangebied komen in de eerste plaats voor onder de vorm van kleine landschapselementen. Vanuit het beleid (GRS) wordt hiervoor aandacht gevraagd en dit wordt gevolgd in deze visie. Naast de natuurwaarde ervan zijn dit immers essentiële punten, lijnen en vlakken die net het karakteristieke van het landschap meebepalen. Behoud en versterking hiervan kan worden verankerd in een inventarisatie en opstellen van een beheersplan door de gemeente, bepalingen hierover kunnen worden vastgelegd in de voorschriften.

Ontwikkelingsperspectieven voor zonevreemde Wolfshoeve Conform de visie uit het GRS wordt een kader gecreëerd waarbij het behoud van de hoeve als erfgoed kan worden verzekerd. Herbestemmingmogelijkheden zijn wonen (huidige functie) en een eventuele complementaire functie op voorwaarde dat: - deze weinig verkeersgenererend is; - op geen enkele wijze de aangrenzende landbouw- en natuurfuncties aantast; - volledig landschappelijk inpasbaar is zodat het karakteristieke landbouwlandschap en het historische karakter van de hoeve wordt gerespecteerd. Deze eventuele complementaire functie dient de economische haalbaarheid van het behoud van de hoeve op de langere termijn te verzekeren.

2.2.6 Structuurschets De visie en concepten worden visueel weergegeven in de structuurschets, zie bijlage

2.3 Planalternatieven

De ontwikkeling van het plangebied is het gevolg van beleidsmatige en juridische randvoorwaarden. Het RUP wordt ingegeven door de visie geformuleerd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Rumst. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft de visie van de gemeente weer op haar ruimtelijke ontwikkeling. De relatie van het plan met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt verder in deze screening toegelicht.

Er kan worden geconcludeerd dat er binnen de geldende juridische en beleidsmatige randvoorwaarden geen planalternatieven voorhanden zijn. Wel zijn er verschillende inrichtingsalternatieven mogelijk waarbij rekening gehouden moet worden met het kader en de stedenbouwkundige voorschriften opgelegd in het RUP.

2058393000/hme 14 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

2058393000/hme 15 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

3 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden

3.1 Juridische randvoorwaarden De juridische randvoorwaarden worden weergegeven in onderstaande tabel Tabel 3-1 Juridische randvoorwaarden RUP Reet Centrum-Zuid Type plan Kenmerken

Gewestplan(nen) Antwerpen (14) – KB 03/11/1979

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Geen

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijke RUP ‘Het Laar’ Gemeentelijk RUP “Reet Centrum” Algemene plannen van aanleg Geen

Bijzondere plannen van aanleg Aangrenzend BPA ‘Reet centrum’

Verkavelingsvergunningen 103/031 103/004(1) 103/055 108/135(00) 103/011(1) 108/144(01) Gewestelijke rooilijnplannen Geen

Provinciale rooilijnplannen Geen

Gemeentelijke rooilijnplannen Langsheen de Molenstraat, Rumstsestraat en Beukendreef Buurt- en voetwegen Sentier 29, 50

Habitatrichtlijngebieden Geen

Vogelrichtlijngebieden Geen

Gebieden van het VEN – 1e fase Geen

Erkende natuurreservaten Geen

Beschermde monumenten Aangrenzend: het kasteel van Laar en bijhorend park. Beschermde landschappen Geen

Beschermde stads- en dorpsgezichten Geen

Polders en wateringen Geen

Beschermingszones grondwaterwinningen Geen

2058393000/hme 16 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Type plan Kenmerken

Proces Verbaal bouwovertreding Eén pv voor perceel D110c (bouwen achterbouw zonder vergunning) Herbevestigd Agrarisch gebied plangebied ligt volledig binnen de regio “Antwerpse gordel – Klein Brabant” (27 maart 2009), zie 3.3

3.2 Gewestplan

Figuur 3-1 Gewestplan: bestemmingen binnen het plangebied (bron, Agiv)

Op 3 november 1979 werd bij Koninklijk Besluit het gewestplan Antwerpen goedgekeurd waartoe Rumst behoort. Een gedeeltelijke herziening van het gewestplan is op 28.10.1998 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De gewestplanwijziging houdt rekening met een aantal visie elementen zoals geformuleerd in het structuurplan voor de Rupelstreek. Het overgrote deel van het plangebied bestaat uit agrarische gebieden met in het zuidelijk deel een aanduiding voor ‘uitbreiding ontginningsgebieden’ De uiterste zuidoostelijke punt van het plangebied heeft een bestemming ‘ontginningsgebieden’ met als grondkleur ‘natuurgebieden’ en een stukje bufferzone. Het noordelijke deel van het plangebied bestaat uit een lint ‘woongebied’ met centraal een achterliggende zone ‘ambachtelijke bedrijven en KMO’ (huidig gebruik is grootschalige detailhandel).

3.3 Afbakening gewenste agrarische en natuurlijke structuur

Ter uitvoering van het RSV besliste de Vlaamse Regering in 2001 de afbakening van de landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. De eerste fase betrof de afbakening van 86.500ha natuurgebieden als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). De afbakening van de landbouwgebieden en de rest van de

2058393000/hme 17 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

natuurgebieden schoof door naar een tweede fase die in 2004 op gang kwam. Deze tweede fase van de afbakening verloopt via een meer geïntegreerde benadering waarbij landbouw, natuur en bos gelijktijdig ten opzichte van elkaar worden afgewogen. Het plangebied van voorliggend RUP is gelegen binnen de regio “Antwerpse gordel – Klein Brabant” hiervoor hechtte de Vlaamse Regering op 27 maart 2009 goedkeuring aan: - enerzijds een aanduiding van gebieden waarvoor de bestaande plannen van aanleg beleidsmatig herbevestigd worden i.f.v. de natuurlijke en agrarische structuur; - en anderzijds een operationeel uitvoeringsprogramma met een prioritering en fasering voor de op te maken gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen.

Figuur 3-2 Herbevestiging agrarische structuur – overzicht operationeel uitvoeringsprogramma

Het deel van het plangebied dat ‘agrarische gebieden’ als gewestplanbestemming heeft, is aangeduid als te herbevestigen agrarisch gebied. Een kleine zone ‘ontginningsgebied’ in het zuiden van het plangebied wordt aangeduid als ‘op te maken RUP’s na verder onderzoek’. Hierover stelt het operationeel uitvoeringsprogramma: Opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor: Behoud van de landbouw ter hoogte van de Schensbossen en ontwikkeling van delen ervan voor glastuinbouwconcentratie na uitvoering van een stedenbouwkundige studie en na onderzoek over de behoeften aan behoud van de reserve ontginningsgebieden. Het reserveontginningsgebied wordt mee opgenomen in het gebied waarvoor onderzoek en overleg gevoerd wordt. Het bijzonder oppervlaktedelfstoffenplan ‘Boomse Klei’ is nog niet in opmaak.

3.4 Aangrenzende BPA’s en RUP’s Het RUP ‘Het Laar’ is aangrenzend en gelegen ten oosten van de Rumstsestraat. Dit RUP is momenteel nog in opmaak.

2058393000/hme 18 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 3-3 RUP Laar

BPA ‘Reet Centrum’ werd goedgekeurd in 2001 en situeert zich ten noorden van het plangebied. Aan het gedeelte grenzend aan voorliggend RUP, de overzijde van de Molenstraat, voorziet het BPA een verdere invulling met wonen (gedeeltelijk gerealiseerd) en een cluster gemeenschapsvoorzieningen (basisschool en administratief centrum).

Figuur 3-4 BPA Reet Centrum

3.5 Beleidsmatige randvoorwaarden

Beleidsplan Kenmerken Ruimtelijk Rumst is geselecteerd als gemeente in het buitengebied. Structuurplan

Vlaanderen (1997)

2058393000/hme 19 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Beleidsplan Kenmerken Provinciaal Rumst ligt in de hoofdruimte van de Antwerpse fragmenten, binnen de deelruimten Structuurplan Antwerpse gordel en Mechels rasterlandschap. Door de ligging in aansluiting met het grootstedelijk gebied Antwerpen zijn ook een aantal elementen hiervan relevant. Op het vlak van de ruimtelijk – natuurlijke structuur worden de samenvloeiing Schelde – Rupel en Zennegat en tussen Zennegat en samenvloeiing beide Netes als natuurverbindingsgebieden geselecteerd. De oude spoorwegberm Mechelen – Duffel – Rumst – Kontich wordt als een ecologische structuur van bovenlokaal belang geselecteerd. De gemeente Rumst wordt geselecteerd als gemeente met een hoofddorp type III met als woonkernen Reet, Rumst en Terhagen. Bijkomende woningen kunnen slechts worden gerealiseerd in functie van de opvang van de natuurlijke aangroei. De gemeente heeft daarbij de mogelijkheid voor het ontwikkelen van een bijkomend lokaal bedrijventerrein enkel voor herlocatie van zonevreemde lokale bedrijven of historisch gegroeide bedrijven. De provincie selecteert de kleinhandelsconcentratie Antwerpsesteenweg Rumst die niet samenhangt met het stedelijk gebied. Voor deze concentratie geldt een strikte begrenzing en een betere ruimtelijke organisatie van de concentratie. Elders dienen de handelsactiviteiten te worden behouden of afgebouwd. Nete en Rupel vormen onderdeel van het provinciaal toeristisch - recreatief netwerk “Steden en stromen”. De kracht van het netwerk buiten de steden is o.a. te vinden langs de rivieren Nete en Rupel die onderdeel vormen van het gebundeld netwerk. De samenvloeiing van Dijle, Nete en Rupel wordt als baken op provinciaal niveau weerhouden. E19 en A12 zijn onderdelen van het hoofdwegennetwerk dat de gemeente van noord naar zuid doorkruist. Het optimaliseren en verder uitbouwen van de N171 dient te gebeuren conform de opgemaakte streefbeeldstudie 2. De Bussestraat – Lage Vosbergstraat is geselecteerd als secundaire weg type II. De gemeente beschouwt deze verbinding van lokaal belang en heeft de suggestie geformuleerd om de selectie door de provincie op te heffen. De N1 is geselecteerd als secundaire weg type III.

2 Op 16 maart 2009 vernietigde de Raad van State de selectie van de N171 als secundaire weg type I

2058393000/hme 20 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Beleidsplan Kenmerken Gemeentelijk Het GRS stelt volgende concepten voorop voor de gewenste openruimtestructuur: Structuurplan • Behouden en uitbouwen van de aanwezige groen- en natuurgebieden; • Waternetwerk als structuurbepalend element; • Ecologische verbindingen tussen natuurlijke gebieden; • Landschappelijke inpassing van activiteiten; • Behoud en versterking van traditionele landschappen; • Versterking van nieuwe landschappen;

Deelruimte landbouwlandschap

Figuur 3-5 Gewenste structuur landbouwlandschap Visie op de open ruimte is het behoud ervan met landbouw als belangrijkste drager. Andere activiteiten (wonen, bedrijvigheid, recreatie) moeten zoveel mogelijk landschappelijk worden ingepast. Specifiek over de open ruimte gordel rond de kern Reet wordt gesteld dat er aandacht dient te gaan naar de uitbouw van kleine landschapselementen. Bovendien kunnen uitlopers van deze open ruimte de bebouwde ruimte binnendringen, en zo de belevingswaarde van de gordel verhogen. De overgangsruimten tussen de bebouwde en open ruimte dienen een landschappelijke invulling te krijgen. Over de kleine landschapselementen stelt het GRS het volgende: “ Kleine landschapselementen versterken de landschappelijke en biologische kwaliteit van het landbouwgebied. Landschappelijk zorgen ze voor een visueel aantrekkelijke omgeving en een authentiek karakter van het landelijk gebied. Biologisch zijn ze belangrijk als natuurlijke verbindingen en als nest- en schuilplaatsen voor talrijke diersoorten. Ze moeten zo veel mogelijk behouden blijven en eventueel aangevuld worden zodat een netwerk tot stand komt.” Wat betreft het kleiontginningsgebied ‘Kleine Steylen’, doet de gemeente de suggestie aan de hogere overheid om het gedeelte ten noorden van de ’s Herensbaan te vrijwaren van ontginning om de vallei van de Bosbeek (Molenbeek) te beschermen en versnippering van het landbouwareaal te voorkomen. I.v.m. de Bosbeek doet de gemeente een suggestie aan de provincie om een actieplan op te stellen over de inrichting van de vallei en de zuivering/beheer van de waterloop. Tevens wordt er door de provinciale overheid gezocht naar een zone waar een retentiebekken kan worden gerealiseerd om de overstromingsproblematiek van de Bosbeek op te lossen. Zoekzone hiervoor is ten oosten van de ’s Herenstraat gelegen. Voor een aantal zonevreemde gebouwen zoals de Wolfshoeve dienen er specifieke ontwikkelingsperspectieven te worden uitgewerkt om het waardevolle karakter ervan te behouden. Op het gebied van beken worden de volgende beleidsmaatregelen voor de gemeente vooropgesteld:

2058393000/hme Verhogen van de natuurlijke structuur 21 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging Retentie via natuurlijke structuren Versterken en herstellen van netwerk

Beleidsplan Kenmerken

Gewenste openruimtestructuur

Figuur 3-6 gewenste openruimte structuur De heilige Maria Magdalena kerk is aangeduid als baken van lokaal belang, de zichtbaarheid dient te worden bewaard. Een zone met te versterken landschapselementen wordt voornamelijk aangeduid in de onmiddellijke omgeving van de Bosbeek. Aangrenzend aan het plangebied wordt het kasteelpark aangeduid. Op het gebied van beken worden de volgende beleidsmaatregelen voor de gemeente vooropgesteld: • Verhogen van de natuurlijke structuur • Retentie via natuurlijke structuren • Versterken en herstellen van netwerk

Gewenste nederzettingstructuur De Molenstraat tot aan de Beukendreef is aangeduid als centrumgebied, deze gebieden worden gekenmerkt door een concentratie aan kleinhandel, diensten en functies. Het GRS stelt de volgende ontwikkelingsperspectieven voorop: Concentreren van kleinhandel en diensten in de centrumgebieden. Wonen is een hoofdfunctie, ook in de centrumgebieden, waar wonen boven winkels gestimuleerd moet worden. Diverse functies zijn mogelijk, evenwel op maat van de kern. Inrichting weg en openbaar domein in overeenstemming met centrumfunctie.

Gewenste ruimtelijk-economische structuur Volgende concepten worden in het GRS aangereikt: Uitbouwen van een buffer op de grens van bedrijventerreinen met andere functies.

2058393000/hme 22 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Beleidsplan Kenmerken

Gewenste lijninfrastructuur

Figuur 3-7 gewenste lijninfrastructuur

De Rumstsestraat is geselecteerd als lokale weg type I: “De lokale wegen type I (lokale verbindingswegen) geven een verbinding tussen aanpalende woonkernen en ontsluiten de woonkernen naar het hogere wegennet. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op gemeentelijk en intergemeentelijk niveau, de aanvullende functie is toegang geven.”

2058393000/hme 23 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

4 Bepalen van de plan-MER-plicht

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan deze regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: • Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie; • Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Reet Centrum Zuid’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. • Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: - Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; - Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” - Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). Het RUP Reet Centrum-Zuid heeft geen betrekking op een project vermeld in bijlage I of II van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004. Het gaat hier om het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau waardoor het RUP niet van rechtswege plan- MER-plichtig is en geen passende beoordeling vereist (want geen invloed mogelijk op een nabijgelegen Natura 2000-gebied, zie ook §5.3.1). Hier dient dan ook een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.

2058393000/hme 24 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

5 Potentiële milieueffecten van het plan

In dit hoofdstuk wordt omschreven in welke mate de wijzigingen door uitvoering van het RUP een invloed kunnen hebben op het milieu. Als referentiesituatie wordt vertrokken van de actuele toestand op het terrein en de functies die het plangebied op dit moment vervult nl.: 1. Woonfunctie: het noorden van het plangebied nl. de Molenstraat maakt deel uit van het centrum van Reet. Vrij dichte bebouwing uit twee of drie bouwlagen. Het oostelijk (1a) deel van deze weg (vanaf de KMO-zone) vormt een centrumas waar de woonfunctie met andere functies verweven is (handel en private diensten, KMO’s en een enkele horecazaak). Ten westen van de KMO-zone aan de Molenstraat is de bebouwing meer open (1b) en gaat het enkel over een woonzone. 2. KMO-zone: een GB-handelszaak met aangrenzende leegstaande bedrijfsruimte. 3. Voormalige boerderij Wolfshoeve. 4. De oostelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de Rumstsestraat die de kern van Reet met de kern van Rumst verbindt. 5. De westgrens wordt gevormd door de Kerremansstraat. 6. De Bosbeek loopt in het zuiden doorheen het plangebied.

De rest van het plangebied wordt ingenomen als landbouwgebied dat een aaneengesloten open gebied betreft met kleine landschapselementen, die in grotere aantallen voorkomen ter hoogte van de Bosbeek (zuiden plangebied).

Zie bijlage 3 voor een plan van de bestaande toestand van het plangebied.

2058393000/hme 25 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

1a 4

2 5 3

Figuur 5-1 afbakening volledig plangebied op luchtfoto

5.1 Bodem en grondwater

5.1.1 Referentiesituatie Het voornaamste bodemtype (zie figuur 5-2) binnen het plangebied is een matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Pdcz). Deze bodem is weinig gevoelig voor verdichting en matig gevoelig voor profielvernietiging. Andere minder voorkomende bodemtypes zijn: - een zone van een natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Phcz) aan de Bosbeek in het zuiden van het plangebied. Dit is een slecht gedraineerde grond met stuwwater (tijdelijk grondwater) die gevoelig is voor verdichting. - in het noordoosten ter hoogte van de Molenstraat wordt de bodem als antropogeen ingekleurd (bebouwde zone)

2058393000/hme 26 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-2 Bodemkaart, bron Agiv

Het grondwater binnen het plangebied is volgens de grondwaterkwetsbaarheidskaart weinig kwetsbaar (code Dc) omwille van volgende kenmerken: - kleiige deklaag - watervoerende laag is leemhoudende of kleihoudende zand

De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op grondwaterverontreiniging in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Grondwaterverontreiniging t.g.v. infiltrerende oliën, vetten en andere verontreinigende vloeistoffen vormt dus een milieurisico. Hieromtrent worden geen expliciete voorschriften opgenomen vermits dit conform de geldige milieuwetgeving dient te gebeuren.

Figuur 5-3 Grondwaterkwetsbaarheidskaart, bron Agiv

2058393000/hme 27 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Op basis van de watertoetskaarten (zie ook §5.2.1) is het overgrote deel van het plangebied weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3), de oostelijke rand ter hoogte van de Rumstsestraat is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Binnen en in de nabije omgeving van het plangebied zijn geen vergunde grondwaterwinningen bekend (bron: DOV Vlaanderen).

5.1.2 Mogelijke effecten Er worden geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht op het bodemprofiel of effecten naar verdichting. De activiteiten die binnen het RUP worden toegelaten, komen nu reeds voor nl. landbouw- en woonfunctie. Er kan nog een verdichting van wonen optreden ter hoogte van de Molenstraat. Aangezien in deze zone de bodem reeds verstoord is (antropogeen aangeduid op de bodemkaart), worden hier geen effecten verwacht. Langsheen de Bosbeek (natte zandleem) wordt een fietspad en voetpad aangelegd. Tijdelijke verstoring tijdens werkzaamheden is mogelijk maar omwille van de beperkte ingreep wordt dit effect niet relevant geacht. Het RUP maakt een verdere verdichting van de woonfunctie mogelijk waardoor er op kleinere schaal verontreiniging kan voorkomen, vooral naar aanleiding van calamiteiten Indien de milieuwetgeving nageleefd wordt en adequaat gereageerd wordt op voorkomende calamiteiten, zijn er geen negatieve effecten te verwachten. Er wordt van uitgegaan dat bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven bodem zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld.

5.1.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Bodem en grondwater worden geen milderende maatregelen voorgesteld.

5.1.4 Conclusie Vanuit de discipline Bodem en grondwater zijn geen significante milieueffecten te verwachten.

5.2 Oppervlaktewater

5.2.1 Referentiesituatie Oppervlaktewater Het plangebied behoort tot het Beneden-Scheldebekken, meerbepaald het deelbekken ‘Benedenvliet’. Voor het plangebied werden geen relevante elementen opgenomen.

2058393000/hme 28 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-4 waterloop

Doorheen het plangebied loopt de Bosbeek (andere naamgeving is Molenbeek) van tweede categorie. Deze ontspringt net buiten het plangebied. Vanaf de Kerremansstraat is de beek ingebuisd en gelegen onder het fietspad – voetpad van de Molenstraat. Een tweehonderdtal meter verder slingert de beek opnieuw als een open beek door het landbouwgebied tot aan de ’s Herenbaan, waar iets verder door de provincie een wachtbekken wordt gerealiseerd.

Watertoetskaarten Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied Gasthuis volgende vaststellingen gemaakt worden:

Erosiegevoeligheid: De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen (ALBON) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.

2058393000/hme 29 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-5 Erosiegevoeligheid (AGIV) In het studiegebied komen een aantal kleinere erosiegevoelige fragmenten voor, ter hoogte van de oever van de Bosbeek vinden we een iets grotere concentratie terug.

Grondwaterstroming: De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming.

2058393000/hme 30 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-6 Grondwaterstromingsgevoelig (AGIV) Het overgrote deel van het plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3), de oostelijke rand ter hoogte van de Rumstsestraat is matig gevoelig voor grondwaterstroming.

Infiltratiegevoeligheid De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden:

• gebieden met de infiltratiegevoelige bodems • gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen.

2058393000/hme 31 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-7 Infiltratiegevoeligheid (AGIV) Het overgrote gedeelte van het plangebied is infiltratiegevoelig, een brede strook ter hoogte van de Bosbeek is niet infiltratiegevoelig.

Overstromingsgevoeligheid: Deze kaart geeft de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag).

2058393000/hme 32 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-8 overstromingsgevoeligheid (AGIV) Het volledige plangebied is niet overstromingsgevoelig.

Afvalwater De Molenstraat en Rumstsestraat zijn gerioleerd. Toekomstige woningen kunnen dus op de riolering aansluiten. Binnen het plangebied komen twee zones voor waar bewoners zelf moeten instaan voor hun riolering nl. de Wolfshoeve en een boerderij.

2058393000/hme 33 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-9 Zoneringsplan (bron geoloket VMM)

5.2.2 Mogelijke effecten Oppervlaktewaterhuishouding (inclusief waterkwantiteit) In de voorgaande paragrafen zijn de watertoetskaarten besproken. Hierna volgen enkele bevindingen: − Problemen met erosie zijn er in het plangebied weinig te verwachten. Ter hoogte van de Bosbeek zijn wat erosiegevoelige zones maar aangezien het daar de bedoeling is om de concentratie van kleine landschapselementen te behouden en te versterken en ruimte te geven aan de Bosbeek, is dit positief te beoordelen. − Het overgrote deel van het plangebied is weinig gevoelig voor grondwaterstroming. De zone langsheen de Rumstsestraat is matig gevoelig voor grondwaterstroming maar gezien het gaat om een verdere afwerking van het woonweefsel en de constructies dus beperkt blijven, zijn problemen hier niet te verwachten. − Door uitvoering van het RUP worden geen extra problemen van wateroverlast verwacht binnen het plangebied. Ten westen van het plangebied veroorzaakt de Bosbeek wel overstromingen (deels ingekleurd als risicozone). Aangezien de provinciale overheid hiervoor op zoek is naar een oplossing in de vorm van een retentiebekken (ter hoogte van de Heerenbaan) wordt verwacht dat overstromingen in de toekomst vermeden kunnen worden. Het is aangeraden om in de stedenbouwkundige voorschriften ter hoogte van het woonweefsel bepalingen op te nemen ter beperking van de verharding en het bevorderen van waterdoorlatende verharding. Het optimaliseren van trage wegen en fietspaden dient bij voorkeur te gebeuren in waterdoorlatend materiaal. − Een van de concepten binnen het RUP is om de Bosbeek als publieke groene as te ontwikkelen. Aangezien het afvloeiend hemelwater van het plangebied richting Bosbeek loopt, doet de Bosbeek hier dienst als buffer en is de natuurlijke infiltratie binnen het plangebied gegarandeerd. Wel dient het RUP dan te garanderen dat er voldoende ruimte blijft voor de beek ( bufferzones langs de oevers waar geen landbouwactiviteiten of verhardingen zijn toegelaten…). Het RUP beoogt een verdichting van het woonweefsel. Aangezien elke stedenbouwkundige vergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater (1 oktober 2004) zijn er geen significante negatieve effecten te verwachten door de bouw van woningen.

2058393000/hme 34 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Er zijn dus geen significante doch eerder positieve effecten te verwachten met betrekking tot de waterhuishouding in het plangebied door uitvoering van het RUP, indien er rekening gehouden wordt met voorgaande suggesties.

5.2.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Oppervlaktewater worden buiten de suggesties in voorgaande paragraaf, geen bijkomende milderende maatregelen voorgesteld.

5.2.4 Conclusie Vanuit de discipline Oppervlaktewater zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten indien de bepalingen uit de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater en nageleefd worden en er rekening gehouden wordt met de suggesties in paragraaf 5.2.2..

5.3 Fauna en flora

5.3.1 Referentiesituatie Speciale beschermingszones Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02/05/1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21/05/1992). Het plangebied is niet in een habitat- of vogelrichtlijngebied gelegen, noch in de invloedssfeer ervan.

VEN/IVON Het gebiedsgericht beleid van het natuurdecreet houdt de ontwikkeling van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) in. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en IVON vast. Er zijn geen VEN- of IVON-gebieden binnen of in de ruime omgeving van het plangebied.

Biologische waarderingskaart De biologische waarderingskaart vormt een basisdocument voor iedereen die betrokken is bij natuurbehoud, ruimtelijke planning, milieueffectrapportage, landschapszorg, e.d. Het is de enige beschikbare gebiedsdekkende inventaris van de Vlaamse biotopen en wordt daarom algemeen aangewend als referentiekader. Ze vormt nuttige informatie betreffende de toestand en betekenis van het natuurlijk milieu. De biologische waarderingskaart (versie 2, 2007), is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO)

2058393000/hme 35 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Binnen het plangebied is enkel de onmiddellijke omgeving van de Bosbeek (of Molenbeek) aangeduid als biologisch waardevol. Grenzend aan het plangebied ligt het biologisch waardevolle kasteelpark.

5.3.2 Mogelijke effecten Gezien het beperkte biologisch waardevolle karakter van het plangebied, wordt de verdere verdichting van de woonkern van Reet niet als negatief beschouwd. De biologisch waardevolle Bosbeek wordt gevrijwaard, evenals de aanwezige kleine landschapselementen, wat positief is voor de toekomstige natuurontwikkeling van het valleigebied en de structuurkwaliteit van de Bosbeek. Nu wordt een deel van de vallei van de Bosbeek immers bedreigd doordat het op het gewestplan ingekleurd is als ‘ontginningsgebied’. Er wordt niet verwacht dat het aangrenzende biologisch waardevolle kasteelpark negatieve gevolgen zal ondervinden van het RUP.

Naar rustverstoring toe kan gesteld worden dat het plan geen negatieve effecten veroorzaakt. Het RUP zal een zekere toename van bewoning mogelijk maken, thans beperkt daar het voor de meeste zones gaat om een verruimde invulling. Daarnaast is het vooral het bestaande wegverkeer en de centrumfuncties die reeds een zekere

2058393000/hme 36 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

rustverstoring teweegbrengen. Het bijkomend aandeel ten gevolge van het plan is minimaal en verwaarloosbaar. Inzake barrièrewerking kan gesteld worden dat er geen noemenswaardige effecten optreden aangezien het plangebied betrekking heeft op het bebouwde centrum van Rumst. Door de Molenbeek als groene corridor te herwaarderen en het open agrarisch gebied te behouden, wordt de barrièrewerking van het centrum van Rumst gedeeltelijk tegengegaan, wat als positief te beoordelen is.

5.3.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Fauna en flora worden volgende milderende maatregelen voorgesteld: − het gebruik van streekeigen en inheems plantmateriaal dient bevorderd te worden, zowel in het openbaar domein als op perceelsniveau: − de stedenbouwkundige voorschriften dienen te verzekeren dat bestaande kleine landschapselementen zoveel mogelijk geïntegreerd worden in de inrichting van het plangebied en dat de oeverzones van de Bosbeek gevrijwaard worden van landbouwactiviteiten of verhardingen.

5.3.4 Conclusie Vanuit de discipline Fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, mits er rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen.

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

5.4.1 Referentiesituatie Landschapsbeeld Het noordelijk deel van het plangebied sluit aan bij de bebouwde kern van Reet. De Molenstraat en de Rumstsestraat vormen het centrumgebied van Reet en zijn drager van de belangrijkste activiteiten in de dorpskern. In het plangebied wordt een overgang gemaakt van de bebouwde omgeving naar het open landschap. Binnen het studiegebied (= plangebied en haar omgeving) gaat dit voornamelijk om een agrarische functie, die verder in zuidelijke richting overgaat in het kleiontginningsgebied van Reet en Terhagen. Het agrarische gebied en de vallei van de Bosbeek zijn delen van een groter openruimte geheel dat tot in de buurgemeente Boom doorloopt. Het kasteel van Laar ten oosten van het studiegebied is een waardevol cultuurhistorisch en landschappelijk gebied met aanwezige natuurwaarden. Zie bijlage 1 voor een fotoreportage van het plangebied en haar omgeving.

Landschapsatlas In de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’ - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001 werden behalve ankerplaatsen ook relictzones, puntrelicten en lijnrelicten geselecteerd. Het geheel vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20 ste eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. De landschapsatlas is een onmisbaar instrument bij de

2058393000/hme 37 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

bescherming van landschappen. Binnen de landschapsatlas worden ankerplaatsen, relictzones, lijnelementen en puntelementen aangeduid.

Figuur 5-10 Landschapsatlas (AGIV) Ten zuiden en ten oosten van het studiegebied bevindt zich de relictzone ‘Kleiontginningsgebied Niel, Boom en Rumst’. Een historisch gegeven dat terug gaat tot de 16e eeuw (in 1560 telde Rumst reeds 15 steenbakkerijen), in de jaren ’60 en ’70 van vorige eeuw doofde deze activiteit uit. Momenteel is er in het vergraven landschap een spontane ontwikkeling met een grote diversiteit aan plantensoorten, het is een landschap in volle ontwikkeling. Grenzend aan het plangebied aan oostelijke zijde bevindt zich de relictzone ‘gemeentepark Boom en kasteeldomeinen van Boom en Rumst’. Het kasteel van Laar heeft een gaaf en goed herkenbaar kasteelpark. Het omliggende landschap heeft een schaalvergroting ondergaan en is ‘uitgekleed’. Als puntrelicten in de omgeving van het plangebied is de kern van Reet met kerk en pastorie aangeduid en het kasteel van Laar.

Inventaris onroerend erfgoed Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde.

2058393000/hme 38 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Relicten

Figuur 5-11 Inventaris onroerend erfgoed (VIOE) In het studiegebied zijn volgende gebouwen opgenomen in de inventaris van het onroerend erfgoed:

- Nr. 14034 "Wolfshoeve" met losstaande bestanddelen gelegen te midden van weilanden op enige afstand van de straat; waterput voor het woonhuis. Sterk verbouwd woonstalhuis met oudere kern onder zadeldaken (mechanische pannen). Verankerde bakstenen gevels op gecementeerde plint. Vernieuwde rechthoekige vensters. Westelijke puntgevel met vlechtingen, bewaard kloosterkozijn met natuurstenen dorpels en twee negblokken (rechts), deels beluikt; ten noorden hiervan een rechthoekig luik, dit is het onderste deel van een gelijkaardig kozijn dat bij een aanpassing van de dakhelling ingekort werd (1789). Ten oosten verankerde bakstenen langsschuur onder schilddak (Vlaamse pannen), op hoeken gestut door steunberen. Ten zuiden van het woonhuis, een bakhuisje onder een zadeldak (Vlaamse pannen), verankerde bakstenen gevels met rondboogdeurtje en bewaarde natuurstenen latei in oostelijke puntgevel (1790) - Nr. 14045 Rumstsestraat, nummers 10 tot 30. Arbeidershuisjes uit XIX of begin XX, twee of drie traveeën., een of anderhalve bouwlaag onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met de straat). Verankerde bepleisterde en beschilderde lijstgevels met rechthoekige muuropeningen (1806). Nr. 10 met ijzeren I-balken als lateien, nr. 16 met geprofileerde daklijst en dakvenster, nrs. 14 en 20 met beluikte vensters; nrs. 18, 26 en 30 vernieuwd - Nr. 14048 Rumstsestraat nummer. 78, thans volledig vernieuwd met behoud van het oorspronkelijke volume Net buiten het plangebied bevindt zich volgend relevant bouwkundig erfgoed:

- Nr. 14043 Parochiekerk H. Maria Magdalena. Oorspronkelijke delen uit de 15 e eeuw, bijgebouwd in de 19 e eeuw - Nr. 14032 Meisjesschool. Neogotisch gebouw van ca. 1900, doch later aangepast - Nr. 14044 Voormalig schoolgebouw uit midden 19 e eeuw, later patronaat, thans parochiehuis

2058393000/hme 39 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

- Nr. 14046 Landhuis uit de 19 e eeuw - Nr. 14047 Kasteel van Laar, oorspronkelijke delen uit de 16 e eeuw, later werden regelmatig aanpassingswerken uitgevoerd

Gehelen Reet centrum wordt in de inventaris onroerend erfgoed omschreven als een nog zeer landelijke gemeente (veeteelt en tuinbouw o.m. onder glas). Het centrum bevindt zich op het kruispunt van de banen naar Waarloos (Laarstraat), Rumst (Rumstsestraat), Boom (Molenstraat) en Aartselaar (Eikenstraat). Het centrum wordt gedomineerd door de kerk en banale lintbebouwing uit de 20 e eeuw. Verder zijn de arbeidershuisjes van twee à drie traveeën en één of anderhalve bouwlaag onder pannen en zadeldaken (einde XIX - begin XX) met bepleisterde en beschilderde lijstgeveltjes met rechthoekige muuropeningen beeldbepalend voor het centrum. Op de provinciale landschapskaart is deze historische kern aangegeven in het rood (zie figuur 5-12). Even ten zuiden van de dorpskern ligt het omwaterd Kasteel van Reet dat gelegen is in een prachtig park dat als relictzone is opgenomen in de landschapsatlas en de provinciale landschapskaart. Verder verspreide hoevebouw tussen velden, tuinbouw en weilanden. Verscheidene hoeven met oudere kern (zie “Wolfshoeve”), verder boerderijen uit 19 e en 20 e eeuw bestaande uit woonstalhuis en schuur. Zeer recente woningbouw met vnl. alleenstaande landhuizen aan de grote wegen, o.m. Clemenshoek, Eikenstraat, Molenstraat, Pierstraat en Steenweg op Waarloos.

Figuur 5-12 provinciale landschapskaart, bron geoloket provincie Antwerpen

Het kerkplein is dus een waardevol geheel op het vlak van erfgoed.

2058393000/hme 40 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Centraal Archeologische Inventaris Volgens de inventaris werden er geen vondsten gedaan binnen het plangebied, wel in de onmiddellijke omgeving ervan nl. het Kasteel van Laar (nr. 112093) en de Maria Magdalenakerk (nr. 112095)

Figuur 5-13 uittreksel CAI, bron CAI

De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder onderzoek vastgesteld te worden.

5.4.2 Mogelijke effecten Wijzigen erfgoedwaarden Het plangebied is vanuit landschappelijke en bouwkundig erfgoed in een kwetsbare omgeving gelegen. De gebouwen met erfgoedwaarden binnen het plangebied worden in het RUP opgenomen als te bewaren gebouwen, hetgeen positief beoordeeld wordt. Zo dient er voor de Wolfshoeve een specifieke bestemming uitgewerkt te worden om het waardevolle karakter van de hoeve te bewaren. Ook de contextwaarde van erfgoed buiten het plangebied zoals de cultuurhistorische waardevolle kern van Reet (kerk en arbeiderswoningen aan de Molenstraat) en het kasteel van Reet mag niet aangetast worden. Een van de concepten van het RUP is om de zichtbaarheid van de Maria Magdalena kerk te vrijwaren. Zo zal tegenover de kerk een aparte zone met cultuurhistorische waarde worden afgebakend waar er slechts 1 bouwlaag toegelaten wordt.

2058393000/hme 41 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

De verdere verdichting van het woonweefsel in de Molenstraat/Rumstsestraat zal het zicht naar het open landschap vanuit het kasteel van Laar beïnvloeden wat gezien het klein aantal woningen dat er kan bijkomen en de intentie van het RUP om het gebied achter het woonlint open te houden, beperkt negatief te beoordelen is.

Wijziging belevingswaarde landschap Het agrarische landschap ten zuiden van de kern is een gaaf en weinig versnipperd openruimtegebied dat aansluit bij de dorpskern. Het heeft een hoge beeldwaarde voor de dorpskern en een meerwaarde in functie van het recreatief medegebruik. De drager van de open ruimte nl. de landbouw, blijft volledig behouden in het RUP wat positief te beoordelen is naar belevingswaarde van het gebied. Een bestaand knelpunt is de zone tussen de bebouwing en het open landbouwgebied. Deze zone is nu deels verruigd en in gebruik als ‘tuinzone’. Één van de concepten van het RUP is om deze overgangszone beter in te richten om zo geleidelijke verdichting tegen te gaan en een natuurlijke overgang te creëren tussen het woonlint en het open landschap. Dit door bijvoorbeeld parkeergarages en andere bebouwing achter het woonlint te verbieden en de nodige aandacht te geven aan groenbuffers. De bouwdiepte wordt begrensd op 17m en in de tuinzone kunnen bijgebouwen worden opgericht tot maximum 40m²/50m². Verder is er de intentie vanuit de toelichtingsnota om de zichten vanuit het landschap op de dorpskern en vice versa te behouden. De KMO-handelszone aan de Molenstraat wordt landschappelijk geïntegreerd door middel van een groenbuffer. Indien deze concepten en intenties verzekerd kunnen worden via de stedenbouwkundige voorschriften, heeft het RUP een positieve invloed op de huidige situatie en heeft de verdere verdichting van het woonlint Molenstraat-Rumstestraat geen significante effecten op het landschap.

Verstoring of vernietiging archeologische waarden De ondergrond binnen het plangebied kan beschouwd worden als bodemarchief, waar voorzichtig mee moet omgesprongen worden in functie van de potentieel archeologische waarden. De verdere invulling van het plangebied kan op kleine schaal vergraving met zich meebrengen. Hierdoor bestaat een potentiële kans op het verstoren van archeologische waarden. Het is aangeraden om in het RUP de verplichting op te leggen om bij elke stedenbouwkundige aanvraag de noodzaak tot archeologisch onderzoek af te toetsen, zodat de negatieve effecten op archeologische waarden vermijdbaar zijn. Er wordt verwezen naar de milderende maatregelen.

5.4.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie worden volgende bijkomende milderende maatregelen voorgesteld: − archeologisch vooronderzoek - werken die betrekking hebben op wetenschappelijk archeologisch of ander onderzoek in functie van het behoud en de bescherming van het erfgoed zijn toegelaten. Het onderzoek moet zo ingepland worden zodanig dat de voortgang van het project niet in het gedrang komt; − bij de uitwerking van acties of maatregelen die een ingreep in de bodem en/of consequenties voor de bodem met zich meebrengen, dient de instantie bevoegd voor het archeologisch patrimonium voorafgaandelijk in kennis te worden gesteld van de werkzaamheden − de concepten zoals bepaald in de toelichtingsnota dienen ook effectief in stedenbouwkundige voorschriften omgezet te worden (bouwdiepte beperken, aantal bouwlagen beperken in historische kern, geen grote bijgebouwen in de tuinzone, groenbuffer rondom de kleinhandelszone…)

2058393000/hme 42 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

5.4.4 Conclusie Vanuit de Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen negatieve effecten te verwachten indien rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende maatregelen.

5.5 Mens In het hoofdstuk mens worden volgende deelaspecten besproken: - sociaalorganisatorische aspecten (wijzigingen in functies, organisatie ruimte) - mobiliteit (wijziging verkeersafwikkeling, parkeermogelijkheden) - hinder (licht-,lucht- en geluidshinder)

5.5.1 Referentiesituatie Functies

Nederzettingstructuur Het noordelijke deel van het plangebied – de Molenstraat – maakt deel uit van het centrum van Reet. De bebouwing is vrij dicht: stroken rijwoningen, meergezinswoningen en een aantal vrijstaande villa’s of rijwoningen. De bebouwing bestaat doorgaans uit twee bouwlagen, enkele meergezinswoningen bestaan uit drie bouwlagen. Het oostelijke deel van deze weg (vanaf de KMO zone) vormt een echte centrumas en bevat meerdere functies die verweven zijn met de woonfunctie. Het gaat voornamelijk om handel en private diensten, een aantal KMO’s en een enkele horecazaak zijn ook aanwezig. Een zwaartepunt in deze functies wordt gevormd door de GB handelszaak en de aangrenzende bedrijfsruimte die momenteel te huur staat. Meer naar het westen toe is de bebouwing meer open en vinden we uitsluitend woonfunctie terug. De centrumas loopt door in de Rumstsestraat (omgeving van de kerk). De kerk en een aantal kleine arbeiderswoningen gelegen achter de Molenstraat behoren tot de cultuurhistorisch waardevolle dorpskern, enkele woningen zijn toegankelijk via de smalle (autovrije) Kerkelei die aftakt van de Rumstsestraat. Het meer zuidelijk gelegen woonlint aan de Rumstsestraat wordt op dit ogenblik verder afgewerkt met halfopen bebouwing (15 woningen, goedgekeurd verkavelingsvergunning). Binnen de landbouwzone bevinden zich een aantal verspreide landbouwbedrijven, meestal gelegen buiten het plangebied. De voormalige boerderij “Wolfshoeve”, betreft een historisch complex waarvan de westelijke schuur recent een nieuw metalen dak kreeg.

Groen en open ruimte Drager van de open ruimte is hier in de eerste plaats de landbouw. Het betreft een aaneengesloten, weinig versnipperd landbouwgebied met verspreide bomen, houtkanten, bermen,… in de vorm van kleine landschapselementen. Een grotere concentratie aan landschapselementen is terug te vinden langsheen de Bosbeek, een biologisch waardevolle zone. De overgangszone tussen bebouwing en landbouwgebied is een kleinschalig gebied in gebruik als tuin, wordt gebruikt voor het kweken van (sier)planten of is deels verruigd.

Mobiliteit

Ontsluiting en parkeren De Rumstsestraat verbindt Reet met de kern Rumst, de Molenstraat geeft ontsluiting richting Boom en A12. Deze hoofdassen hebben een verbindingsfunctie voor de kern en de omliggende woongebieden. Parkeren gebeurt hoofdzakelijk langsheen de weg in het

2058393000/hme 43 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

centrumgebied, de gedeelten met een meer open bebouwing hebben parkeerruimte op het perceel. Ter hoogte van de kerk bevindt zich een kleine parkeercluster. De Kerkelei, een steegje waaraan zich een aantal rijwoningen bevinden in 2 e lijn, is autovrij. Tot op heden zijn er geen parkeerproblemen gesignaleerd in het centrum. De parking aan de handelszone (Carrefour) voldoet aan de behoefte (+/- 80 parkeerplaatsen). Het agrarische gebied is ontsloten met tal van onverharde landwegen, er is echter beperkte mogelijkheid voor doorstroming van noord naar zuid (wegen lopen niet door, kruisen private erven,…) en de Bosbeek zelf is niet ontsloten.

Figuur 5-14 indicatie plangebied op de stratenatlas, google.be

Openbaar vervoer Rumst centrum is ontsluitbaar via het openbaar vervoer. Onder meer volgende lijnbussen bedienen het centrum van Rumst (halte aan de kerk van Reet): • 132 Boom-Kontich-Lier • 501 Antwerpen Rijnkaai-Aartselaar-Rumst • 502 Boom-Aartselaar-Rijnkaai • 508 Snelbus Schelle-Aartselaar-Rumst-Mechelen

Fietsverkeer Om het fietsgebruik te stimuleren en te zorgen voor veilige fietsroutes is een provinciaal fietsroutenetwerk opgesteld. Dit netwerk bestaat uit de regionale hoofdfietsroutes voor utilitair verkeer (woonwerk/school verkeer) tussen centra van gemeenten, stations en tussen kernen en de centra van gemeenten. De aanwezige fietsvoorzieningen en knelpunten in fietsvoorzieningen op het netwerk (ontbrekende fietspaden en –stroken, gevaarlijke oversteeklocaties) zijn daarbij op kaart aangegeven.

2058393000/hme 44 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-15: uitreksel provinciaal fietsrouteplan (Provincie Antwerpen) Het plangebied wordt geflankeerd door verschillende fietsroutes: langsheen de Molenstraat en de Rumstsestraat lopen functionele fietsroutes, de Kerremansstraat is geselecteerd als alternatieve functionele fietsroute.

Buurtwegen De grenzen van het plangebied worden bepaald door: - Chemin nr. 4 (Rumstsestraat) - Chemin nr. 5 (Molenstraat) Binnen het plangebied bevinden zich de volgende buurtwegen: - Sentier nr. 29: zuidelijk deel is een bestaande landweg, vanaf de Wolfshoeve verhard (huidige Molenstraat) en buigt dan af naar het oosten waar het als de huidige ‘Kerkelei’ achter de woningen door loopt; - Sentier nr 50: Deel ten zuiden van de Bosbeek niet meer bestaande, vervolgens een landweg die ten oosten van zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s op de Molenstraat uitkomt

2058393000/hme 45 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Figuur 5-16 afbakening plangebied op buurtwegenatlas, bron Geoloket Atlas Buurtwegen Provincie.

Veiligheid Binnen een straal van twee kilometer van het plangebied bevinden zich geen Seveso- plichtige bedrijven. De dichtstbijzijnde hoogdrempelige Seveso-inrichting bevindt zich op ca. 3,5 kilometer nl. Prayon te Puurs (fosforzuurfabriek). ODTH (opslag en overslagbedrijf) te Rumst ligt op ongeveer 2,2 kilometer van het plangebied.

5.5.2 Mogelijke effecten Impact op functies Één van de doelstellingen binnen het RUP is een verdere verdichting van het woonweefsel aan de Molenstraat-Rumststestraat in goede banen te leiden. Er zouden nog maximaal een tiental woningen kunnen bijkomen. Aangezien Rumst geselecteerd is als hoofddorp worden de effecten op woon - en andere functies (handelsfuncties) globaal genomen dan ook positief beoordeeld. De gevolgen voor het landschapsbeeld werden besproken in hoofdstuk 5.4.2. De ambachtenzone aan de Molenstraat zal verdwijnen en vervangen worden door een zone voor kleinhandel. Aangezien het gebied vandaag reeds deze functie vervult (Carrefour) is dit niet negatief te beoordelen. Wel dient er gewaakt te worden dat indien er kleinhandelszaken bijkomen, dat er voldoende parking op eigen terrein voorzien wordt om de parkeerbalans in de Molenstraat niet uit evenwicht te brengen. Het open achterliggende landbouwgebied wordt recreatief ontsloten (optimalisering van de fietspaden en wandelwegen) waardoor het recreatieve karakter van het plangebied verhoogt. Er zijn geen gevolgen voor de hoofdfunctie van het plangebied: het landbouwgebied blijft behouden. Ontwikkelingsmogelijkheden worden gericht op grondgebonden landbouw. Agrarische bedrijven dienen zich wel uit te bouwen aan de rand van het gebied. Dit is positief voor het open karakter van het landbouwgebied.

2058393000/hme 46 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Mobiliteit Verkeersgeneratie en ontsluiting De uitbreiding van het woonweefsel (10-tal woningen) wordt niet van die aard ingeschat dat er gevolgen zouden zijn voor de ontsluiting van het centrum van Reet. De ondergrens van activiteiten/verkeersgeneratie (zoals opgenomen in de richtlijnen “Mober’s Vorm en Inhoud, uitgegeven door MOW) nl. 100 woningen met een voertuigequivalent van 25 pae/u, wordt niet overschreden waardoor er geen aanzienlijke effecten op het verkeer te verwachten zijn.

Indien we uitgaan van de veronderstelling dat er in de kleinhandelszone een discountwinkel (cfr. de huidige supermarkt) bijkomt van ongeveer 278 m² (cfr. leegstaande loods die er nu staat), betekent dit een verkeersgeneratie van 241 motorvoertuigbewegingen per weekdag (klanten+personeel) en 2 vrachtwagens per dag (bron: CROW; verkeersgeneratie voorzieningen, kengetallen gemotoriseerd verkeer. Kengetallen discountsupermarkt). Bijkomend wordt het aantal kleinere leveringen (kleine vracht) geschat op een 10-tal per week. Verkeerspieken op een weekdag doen zich voor tussen 11u en 16u, op zaterdag tussen 11u en 12u. Zaterdag en de dag met langere openingstijd zijn de drukste dagen. Kengetallen van de CROW geven gemiddeld 8,9 klanten aan per m² winkelvloeroppervlakte. Voor de extra supermarkt zou dit betekenen dat er 1.975 klanten per week te verwachten zijn: gemiddeld rond de 300 van maandag t.e.m. donderdag, met vrijdag en zaterdag de drukste dagen: respectievelijk 414 en 355 klanten. De verkeersgeneratie van de huidige supermarkt wordt met diezelfde kengetallen berekend op 325 motorvoertuigbewegingen per dag. De totale verkeersgeneratie van deze twee supermarkten is niet gelijk aan de som van de verkeersgeneratie van de afzonderlijke supermarkten. 30% van het totaal aantal klanten bezoekt immers ook de andere supermarkt (op zaterdag is dit 50%).

De uitbreiding van de huidige supermarkt of het vestigen van een nieuwe handelszaak in de kern van Reet betekent voor de Molenstraat wel meer verkeer maar gezien het beperkt aantal extra motorvoertuigbewegingen en de spreiding gedurende de dag, wordt dit niet als significant beschouwd. Wel moeten er voldoende parkeerplaatsen voorzien worden (zie milderende maatregelen).

Parkeerbalans Er worden in het RUP verschillende functies opgenomen waarvoor parkeergelegenheid nodig is. Er zijn op dit moment voldoende parkings om de functies die het gebied vervult, op te vangen. In de toekomst komen er een tiental woningen bij. In de stedenbouwkundige voorschriften moet een bepaling opgenomen worden dat er parking moet voorzien worden op eigen terreinen om het openbaar domein te ontlasten. Gezien het beperkt aantal nieuwe woningen, zijn er dan geen effecten te verwachten op de parkeerbalans. Ook indien er in de zone voor kleinhandel extra handelszaken bijkomen, moet er in de stedenbouwkundige voorschriften voorwaarden opgelegd worden inzake parkeren op eigen domein.

Openbaar vervoer Het plangebied is goed ontsluitbaar via het openbaar vervoer. Er kan eveneens gebruik gemaakt worden van de belbus. Er worden geen effecten verwacht ten aanzien van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer.

2058393000/hme 47 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Langzaam verkeer Een van de knelpunten waarmee men te kampen heeft binnen het plangebied is dat bestaande trage wegen niet met elkaar verbonden zijn en vaak doodlopen waardoor het plangebied niet optimaal ontsloten is voor het langzaam verkeer. Bestaande onverharde wegen zullen doorgetrokken worden en missing links worden gerealiseerd zodat er een netwerk ontstaat tussen de dorpskern en zijn omgeving. De Bosbeek zal een aanknopingspunt vormen voor de uitbouw van trage wegen langs de beekloop. Er zijn geen effecten op dit netwerk aangezien het behoud en optimalisatie ervan binnen het RUP verzekerd wordt. De doorgankelijkheid van het gebied zal verbeteren wat positief te beoordelen is.

Licht-, lucht- en geluidshinder Het RUP maakt een toename van het aantal bewoners mogelijk. We kunnen echter stellen dat de ontwikkeling van het RUP geen significante verkeersaantrekkende werking genereert waaruit een overschrijding van normen inzake NOx en fijn stof kan leiden. In dezelfde zin is een aanzienlijke toename van de geluidsimpact niet te verwachten.

Aangezien de bestaande woningen binnen het plangebied behouden blijven, dient rekening te worden gehouden met de impact van de nieuwe woningen ten aanzien van de huidige. Een groot (en vooral hoog) woonblok, wanneer deze niet goed is ingepland, kan naast de visuele impact, ook een deel van de lichtinval en privacy wegnemen die de aangrenzende woningen voordien hadden. Het RUP voorziet hiertoe in de voorschriften een beperking in bouwhoogte, namelijk maximaal 3 aantal bouwlagen (behoudens tegenover de kerk, daar is maar 1 bouwlaag toegelaten ter bescherming van het historisch karakter van de dorpskern). Dit wordt positief beoordeeld op vlak van behoud van privacy.

In het plangebied kan verwacht worden dat er openbare verlichting wordt aangebracht. Daar het om een centrumgebied gaat, wordt geen specifieke hinder naar omwonenden toe verwacht. Er kan bijvoorbeeld nog in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP opgenomen worden dat er verlichtingsarmaturen moeten voorzien worden die geen strooilicht veroorzaken. De inplanting van het plangebied in de kern van Rumst is vanuit duurzaam standpunt positief te beoordelen: de woningen zijn vlakbij winkels, scholen en openbare gebouwen gelegen.

Veiligheid Aangezien er geen Seveso-inrichtingen binnen een afstand van twee km zijn gesitueerd en er geen overstromingszones voorkomen binnen het gebied, zijn er geen effecten op de veiligheid te verwachten.

5.5.3 Milderende maatregelen Vanuit de discipline Mens wordt volgende milderende maatregel voorgesteld: • parkeergelegenheid dient voorzien te worden op eigen terrein zowel voor de woonfunctie als voor de kleinhandelszone

5.5.4 Conclusie Vanuit de discipline Mens zijn geen significante milieueffecten te verwachten.

2058393000/hme 48 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

5.6 Leemten in de kennis Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld.

5.7 Grensoverschrijdende effecten Gezien de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten kan geconcludeerd worden dat er geen gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen.

5.8 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Gelet op de ligging van het plangebied in de dorpskern van Reet, de maatregelen die reeds zijn of kunnen worden ingebed in het RUP en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten rekening houdend met deze maatregelen, wordt geconcludeerd dat er geen significant negatieve effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP Reet centrum Zuid. Het RUP, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007.

2058393000/hme 49 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

6 Bijlagen

1. fotoreportage 2. structuurschets 3. plan bestaande toestand

2058393000/hme 50 van 50 Screening plan-Mer-plicht RUP Reet Centrum-Zuid te Rumst: verzoek tot raadpleging

Bijlage 1 fotoreportage

1 Molenstraat

Molenstraat, inrit van de GB, meergezinswoning op Molenstraat, openbaar domein, verschillende de voorgrond. woontypologieën

Molenstraat, meergezinswoning in combinatie met Molenstraat, 2 e woonlint, ontsluiting via de Kerkelei handel en diensten

RUP Reet Centrum Zuid 1 van 3

Document4 - fotoreportage juni ’10

2 Rumstsestraat

Kerkplein, cultuurhistorisch waardevolle dorpskern Maria Magdalena kerk met parkeerruimte

Achterontsluiting van de percelen via de Kerkelei Agrarisch bedrijf en woningen lang de Rumstsestraat

RUP Reet Centrum Zuid 2 van 3

Document4 - fotoreportage juni ’10

3 Open landschap

Zicht op dorpskern vanuit het agrarische landschap Historisch waardevolle Wolfshoeve

Deel van de Molenstraat dat door het agrarisch Bomen langsheen de Bosbeek en zicht op het gebied loopt (sentier 29) KMO terrein aan de Molenstraat

RUP Reet Centrum Zuid 3 van 3

Document4 - fotoreportage juni ’10

Legende verdichting/verweving met aandacht voor

publieke ruimte afwerken bestaand woonweefsel uitbouw lokale handel en diensten overgangszone kern – open ruimte landbouw met aandacht voor

karakteristieke landschapselementen landschapsontwikkeling Bosbeek versterken/aanvullen trage wegen netwerk aandacht voor onroerend erfgoed landschappelijke integratie handels- en bedrijvenzone n

w k D

c e

y o

r n

D n

B E e

n i n

a k

a e l V a

a n i a n

n r s n a

d o t

a r

o l A a

t h a

n c t

s o nlaan B erke B 137 B 3 137 C 3 136 X 3 43 A 0 268 L 0 268 N 0 281 X 3 n 152 M 0 137 E 3 51 M 4 246 P 0 249 B 3 266 G 3 267 C 0 268 C 2 152 G 2 143 S 0 143 D 2 142 F 0 137 F 3 46 H 0 249 S 2 249 E 3 249 S 3 282 M 0 RUP Reet centrum - zuid n 137 M 3 136 W 3 249 R 3 268 P 0 281 A 4 e 152 V 2 137 T 2 246 E 0 249 N 3 249 E 4 267 S 0 282 R 0 a 249 P 4 266 Y 2 B o 136 F 4 152 L 0 136 V 3 46 K 0 246 M 0 249 B 4 249 T 4 267 R 0 r 282 E 0 Gemeente Rumst a 39 C 6 281 V 2

l 249 Z 3 136 Z 0 52 D 2 52 E 2 39 E 6 246 H 0 249 P 3 e 281 Y 0 281 W 0 e 267 P 0 281 T 2 282 D 0 s 249 S 4 136 A 2 46 L 0 46 M 0 249 A 4 g 268 G 0268 Z 0 281 B 4 J 247 M 0 249 C 4 281 X 0 136 B 2 K 267 Z 0 281 W 2 n 136 L 0 249 M 3 282 F 2 284 A 0 137 Z 0 i 281 Z 2281 Y 2 152 T 2 137 G 2137 F 2137 M 2 136 C 2 46 F 0 249 N 4 j 266 X 2 267 Y 0 268 D 0 281 X 2 282 X 0 52 B 2 n 152 K 0 e o 247 N 0 249 H 3 249 C 3 268 Y 0 281 R 0 282 B 2 142 G 0 137 G 3 136 D 2 136 K 0 266 W 2 268 F 2 281 M 3 e a n 247 P 0 249 Y 2 249 V 4 267 N 0 268 K 2 281 T 0 Bestaande toestand 144 F 0 137 L 2 136 E 2 266 V 2 268 R 0 281 F 3281 L 4281 F 4 i n d 136 H 0 249 Z 0 137 H 3 136 V 2 n 247 R 0 249 W 4 281 S 2282 L 0 r 249 Y 3 249 D 2 266 T 2 281 K 4 144 D 0 b 268 B 0 268 N 2 152 L 2 152 H 0 136 E 4136 R 3 136 T 2 g 249 B 2 281 X 4 281 R 2282 C 0 o 144 B 0 249 X 3 268 K 0 145 B 0 145 D 0 o 136 D 4 136 G 0 i 248 M 0 249 R 2 266 S 2 268 G 2268 R 2 281 F 0 J 136 S 2 0 _ 0136 W 2 n 249 Y 0 267 L 0 267 E 0267 F 0 281 E 2 281 N 4282 B 0 137 C 2 51 D 5 s 136 C 4 56 E 3 249 W 3 268 S 0 281 K 2 146 K 0 249 V 3 249 R 4 267 M 0267 H 0 281 N 5 282 K 0 s 266 R 2 267 D 0 b A 281 P 4 51 Z 4 B 268 H 2 n 267 K 0 281 C 0 146 E 0 136 F 0 249 V 2 249 L 4 e 281 G 0 282 H 0 150 N 0 152 G 0 o 134 X 0 s 250 M 0 270 K 0 281 M 2 a 251 T 0 266 E 3 e 269 D 2 281 A 2 51 Y 3 n 282 S 0 c 146 H 0 55 T 0 54 Y 0 t 281 E 0281 S 4 e 281 C 4 a 269 F 2 269 P 0 Legende r 250 R 0 129 Z 0 l 136 K 3136 G 3 136 P 2 51 B 551 L 3 251 V 0 265 T 0 280 L 0 a 136 D 3 136 R 2 56 T 3 i 256 E 4 132 Y 0 136 B 3 136 E 0 d 249 M 4 270 S 0 k 269 N 0 281 B 0 280 K 0 i c 132 T 0 137 Y 2 J 146 M 0 136 B 4 136 E 3 136 M 2136 N 2 51 K 3 e 134 L 0 137 X 2 v l 136 C 3 p 251 R 0 270 R 0 269 B 0 280 F 0 t 146 L 0 n 136 H 3136 F 3 269 M 0 150 M 0 i 146 G 0 265 K 0 e u 152 T 0 l 51 X 4 l 256 D 4 280 P 0 p e 270 T 0 l 129 B 2 contour 136 D 0 56 S 3 l 55 V 0 251 Y 0 d e 146 C 0 i 280 G 0 146 B 0 m 269 G 0 k 134 M 0 55 L 0 n 0 _ 0 270 V 0 146 F 0 66 A 3 251 X 0 e u 129 C 2 e 55 W 0 69 M 0 256 H 4256 F 4 265 X 0 269 H 2 e David 256 M 4 270 W 0 n n 29 B 0 Tenierslaan 56 N 3 56 W 2 54 Z 0 69 H 0 256 S 3 256 L 4 269 F 0 150 H 0 149 D 0 147 T 0 M 256 K 4 270 F 0 K boom 147 V 0 134 N 0 69 P 0 54 B 2 253 M 0 270 L 0 269 B 2269 E 0 29 A 0 s 136 G 0 B 147 N 0 H 56 K 3 66 B 3 265 R 0 270 D 0 269 K 0269 C 2 269 D 0 n 134 G 0134 V 0 136 Y 2 136 X 0 54 D 2 69 N 0 257 _ 0 136 W 0 o 256 A 3 270 B 0 269 L 0 269 H 0 279 D 0 148 H 0 a 136 H 2 147 L 0 134 P 0 55 C 0 g 66 C 3 256 R 3 256 B 4 149 N 0 149 E 0 136 F 0 56 L 3 55 B 0 54 C 2 256 C 4 0 _ 0 verharde weg B 66 Y 2 H 147 P 0 e 253 N 0254 M 0 bib 264 P 0 e 262 X 0261 G 0 28 B 0 26 C 0 132 X 0 56 F 3 W basisschool 264 R 0 136 E 0 u 63 V 0 262 T 0 27 G 0 55 R 0 64 R 0 261 H 0 264 T 0264 S 0 27 H 0 26 E 0 landweg 148 R 0 k 63 T 0 e 257 K 0 263 F 0 148 N 0148 T 0 147 Y 0147 X 0 134 R 0 262 Y 0262 F 0 274 F 0 27 E 0 149 M 0 149 F 0 e 148 P 0 147 W 0 63 S 0 g 26 D 0 134 C 2 133 K 4 n 71 E 2 27 D 0 56 H 3 63 F 0 # d 71 D 271 Y 0 74 R 0 kerk voetweg 133 L 3 r 1 E 0 Laa 133 X 4 e 56 G 3 56 A 2 60 L 2 # # 74 F 0 rstra Pieter Pauwel Rubenslaan 61 Y 061 B 2 71 F 2 6 E 5 6 P 5 at e X 77 P 2 60 H 2 78 XX 278 A 378 Z 2 77 A 3 71 V 071 G 2 f 61 A 2 77 Y 2 75 Y 0 hoogspanning i 132 K 0 X 75 X 0 # 56 Y 3 60 M 2 79 W 2 77 X 2 71 W 0 6 A 5 6 Y 4 e 133 P 3133 H 2 l 133 M 3 133 M 4 60 N 2 78 B 3 84 X 0 6 X 4 149 K 0 133 W 4 56 Z 3 60 D 260 E 2 X 79 X 2 i 84 N 0 6 D 56 M 5 6 B 5 6 Z 4 9 P 0 148 S 0 148 E 0 148 D 0 k ele # 6 R 4 24 P 0 26 S 0 147 G 0 147 F 0 147 E 0 147 D 0 60 B 260 C 2 79 V 2 rk 85 D 0 26 P 0 134 W 0 c 56 P 3 e 26 N 0 Bosbeek 60 F 0 78 Y 2 K 86 C 0 26 K 0 26 L 0 26 M 0 y 133 N 4 60 K 2 79 Y 2 78 W 2 83 F 0 84 W 0 86 E 0 132 W 0 82 D 0 84 Y 0 E 134 D 2 133 F 3 # 79 F 379 Z 2 87 L 0 24 M 0 56 A 4 0 _ 0 X 133 H 3 57 H 0 56 B 3 # 79 G 3 gracht n 133 T 4 80 C 082 C 0 87 K 0 24 K 0 133 K 2133 V 4 56 Z 2 110 M 379 E 3 80 D 0 80 B 0 90 BX 2 a 56 W 3 56 R 3 90 C 2 # 6 V 5 V 133 X 3 " 90 W 0 6 W 5 park 130 A 2 130 M 2 133 W 3 110 C 0 130 Z 0 134 B 2 133 Y 3 133 S 4 57 G 0 110 Z 4 90 D 2 rooilijnen n 110 E 5 133 T 3 133 F 4 56 V 3 110 G 4 KLJ 24 L 0

131 P 0 a 134 Z 0 110 ^C 5 9 N 0 134 D 0 133 G 4133 R 4 56 X 3 110 K 4110 H 4 J 92 F 2 23 B 0 130 G 2 131 T 0 # 92 E 2 verkavelingen 130 E 2 110 N 4110 B 5110 L 4 131 M 0131 S 0 92 K 0 92 G 2 130 K 2 110 R 4 110 M 4 131 D 0 110 T 4 92 L 0 92 H 2 6 H 5 130 V 0 114 X 0 114 R 0 110 S 4 110 Y 4 110 A 5 92 K 2 contouren gewestplan 110 V 4 " 92 H 0 13 L 0 130 W 0 130 L 2 114 T 0 114 Z 0 110 D 5 13 K 0 23 A 0 130 X 0 131 K 0 103/055 110 W 4 92 C 2 130 Y 0 121 E 3121 S 2114 Y 0 111 N 3 114 A 2 111 L 3 6 L 5 103/004(1)121 M 3 111 E 3 92 L 2 91 R 0 percelen 121 W 2121 V 2 111 K 3111 C 3 111 R 2 $ 121 C 3 121 P 2121 F 3 113 H 2 113 M 2 121 X 2 111 G 3111 D 3 BB 91 S 0 91 T 0 B 12 F 0 103/031 121 Y 2 111 S 3 G 11 B 0 g gebouwen Mole 121 G 3121 H 3 111 T 3 B 91 V 0 e nstraat 230 H 0 122 E 0 garage 95 M 0 lw 115 B 0 B 91 W 0 e 127 D 0 123 C 0 121 N 3 B 95 L 0 15 _ 0 129 H 0 te 21 _ 0 gebouwen buiten plangebied 93 A 0 s 231 B 0 B a 122 D 0 " 109 A 0 231 C 0232 C 0232 D 0 G K 121 P 3 120 C 0 120 B 0 parking functies 281 G 0 128 _ 0 111 H 2 113 L 2 20 A 0 111 V 3 116 F 0 281 F 0 20 B 0 X 281 D 0 E 95 P 0 parkgebieden handel 281 K 0 X 95 V 0 # 108/135(00) 17 _ 0 diensten 233 D 0 BB 95 E 0 22 _ 0 19 G 0 16 _ 0 19 H 0 horeca 281 H 0 281 L 0 ^ 108 D 0 94 A 0 119 A 0 18 C 0 19 A 0 " 234 F 0 B 19 F 0 KMO 97 G 0 108 C 0 B $ 21 _ 0 agrarisch bedrijf 105 B 0 B 97 D 0 0 _ 0 107 C 0 105 A 0 237 M 0 280 E 0 95 W 0 B 103/011(1) 31 L 0 95 S 0 t 280 D 0 95 R 0 95 X 0 G loods a agrarische gebieden 96 D 0 a B 32 W 2 237 N 0 r 96 C 0 t B 97 K 0 107 D 0 E s serre 237 K 0 s BBB B 104 _ 0 B 103 _ 0 32 X 2 n 32 Y 2 a BB B 106 A 0 108/144(01) bodemgebruik m B 282 _ 0 B e B BBBB B r B BB 32 Z 2 r B B 272 G 0 B BB groengebieden agrarisch gebruik e 316 A 0 K B 237 P 0 B plantenkwekerij 243 L 0 316 B 0 274 A 0 B 102 _ 0 243 D 0 tuin 98 B 0 32 E 2 279 A 0 317 A 0 B B verharding B 101 _ 0 100 A 0 B 32 D 2 B kerkhof 271 D 0 0 _ 0 B B 32 A 3 317 B 0 BB BB B 32 V 0 275 A 0 283 A 0 BB B BB 32 K 2 32 W 0 278 A 0 283 B 0

277 _ 0 319 _ 0 315 B 0 B 270 C 0 32 V 2 276 A 0 315 C 0 268 A 0 267 A 0 357 C 0 318 _ 0 284 A 0 32 N 2 264 A 0 99 A 0 269 C 0 32 P 2

265 A 0 32 R 2 340 _ 0 32 B 3 246 G 0 312 N 0 312 M 0 32 S 2 248 A 0 315 E 0 339 _ 0 285 C 0 338 _ 0 266 A 0

246 F 0 285 D 0 ontginningsgebieden 99 B 0 312 R 0 324 B 0 246 E 0 320 _ 0 bufferzones 248 B 0 263 _ 0 323 _ 0 322 A 0 246 D 0 312 P 0 325 D 0 246 H 0

286 C 0 32 C 3 262 _ 0 357 B 0

249 T 0 287 _ 0 356 _ 0 325 A 0 R 249 S 0 u 321 _ 0 m 261 A 0 324 A 0 341 _ 0 s 33 G 0 288 A 0 325 E 0 355 _ 0 t s 260 _ 0 e Schaal: 1:2.500 s t 288 B 0 r Document: 205416_bjt 354 C 0 a a mei 2010 t Datum: 258 G 0 343 _ 0 258 F 0 337 _ 0 342 _ 0 ´ 353 E 0 252 _ 0 257 K 0 258 E 0 257 H 0 351 _ 0 290 G 0 336 A 0 256 G 0 327 K 0 327 B 0 350 _ 0 327 C 0 254 A 0 327 D 0 335 A 0 255 A 0 334 F 0 352 A 0 293 _ 0 327 L 0 327 G 0