3 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Tijdschrift over ouder worden & samenleving

Interview met ­Alexander Rinnooy Kan

September 2017 | jaargang 19 “Een fatsoenlijke economie zorgt dat inkomensverschillen niet te groot zijn, zodat solidariteit een kans krijgt” Sociale ongelijkheid Gezondheid & zorg Gezond ouder worden en alcohol

Sociale ongelijkheid Ouder worden, ongelijkheid en rechtvaardigheid

#3 | September 2017 | jaargang 19 COLOFON

Gerōn is een tijdschrift over ouder worden in een veranderende samenleving, met feiten en opinies uit praktijk, beleid en wetenschap. In ieder nummer worden de belangrijkste levensdomeinen van ouderen belicht naast een wisselend thema. Gerōn is een uitgave van Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V..

REDACTIE • Kees Penninx, Activage, Amersfoort • Franka Bakker, docent-onderzoeker • Carolien Smits, Hogeschool Windesheim, Hogeschool Windesheim, Zwolle Zwolle • Max de Coole, sociaal gerontoloog, Groesbeek • Fleur Thomése, Vrije Universiteit, Amsterdam – hoofdredacteur • Fietje Vaas, arbeids- en organisatiepsycholoog, • Sybren Kalkman, schrijver, accountant en TNO mantelzorger, Aerdenhout • Gerben Westerhof, Universiteit Twente, • Inge Klück, beleidsmedewerker Cluster Enschede Maatschappelijke Ontwikkeling, Gemeente • Yvonne Witter, Aedes-Actiz Kenniscentrum Rotterdam Wonen-Zorg, Utrecht • Eric Schoenmakers, toegepaste gerontologie, Fontys Hogescholen, Eindhoven REDACTIEADRES • Arie Stolk, voormalig directeur De Burcht, Bohn Stafleu van Loghum, Postbus 246, Amsterdam 3990 GA Houten, [email protected] • Ellen Van Houdenhove, stafmedewerker psychosociale gerontologie, Brussel UITGEVER • Lieve Vanderleyden, senior researcher Wendy Werner, [email protected], Studiedienst van de Vlaamse Regering, Brussel tel. 030-6383727 • Toon Verlaan, sociaal gerontoloog, Leiden • Angelique van Vondelen, Woordwaarde STICHTING GERŌN teksten & vertalingen, Zeist – eindredacteur • Marian Adriaansen, lector Innovatie in de • Ria Wijnen, gerontoloog, Gilze Care aan de HAN, Nijmegen • Harry Moeskops (voorzitter), andragoloog, REDACTIEADVISEURS Amsterdam • Jan Baars, Universiteit voor Humanistiek, • Sjoerd van der Weide (penningmeester), Utrecht Koog aan de Zaan • Henk Bakkerode, voormalig directeur Ouderenbeleid, min. VWS, Den Haag NVG KNOWS • Laura Christ, sociaal gerontoloog, Zutphen Gerōn komt tot stand in samenwerking met • Jan Coolen, zelfstandig adviseur zorg, NVG KNOWS (www.gerontologie.nu). Amstelveen Leden van NVG KNOWS ontvangen het • Liesbeth de Donder, Vrije Universiteit, Brussel tijdschrift viermaal per jaar. • Mirjam de Klerk, Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Den Haag VERVOLG COLOFON: zie binnenzijde • Els Messelis, docent hogeschool Odisee, achterflap Brussel REDACTIONEEL

Sociale ongelijkheid

In het openingsartikel van dit nummer be- met talenten bedeeld die marktwaarde repre- schouwt Jan Baars het ouder worden als een senteren en dat vergt een ‘fatsoenlijke econo- proces waarin verschillen tussen mensen gro- mie’ volgens Rinnooy Kan. ter worden. Hij neemt de oude tegenstelling Natuurlijk is inkomen relevant. Koen Ca- tussen vrijheid en gelijkheid onder de loep en minida en Kees Goudswaard laten zien hoe komt zo tot nieuwe vragen omtrent sociale de inkomenspositie van ouderen er uitziet in ongelijkheid en rechtvaardigheid. internationaal perspectief. Daniela Skugor, Het gelijkheidsbeginsel, vastgelegd in zo- Wim Van Lancker en Karel Van den Bosch wel de Belgische (artikel 10 en 11) als Neder- belichten de ongelijkheid in loopbaan en pen- landse Grondwet (artikel 1) gaat vooral over sioen in België en besluiten dat beleidsmaat- gelijke kansen en een fundamenteel recht op regelen zoals gelijkgestelde periodes bij werk- gelijke behandeling in ‘gelijke gevallen’ (arti- loosheid, ziekte of invaliditeit in de opbouw kel 1 Nederlandse Grondwet). Duidelijk is van het pensioen en gewaarborgde mini- dat jurisprudentie in de loop der jaren duide- mumpensioenen de gevolgen van een onvol- lijkheid moe(s)t verschaffen over de reikwijd- ledige loopbaan op het pensioeninkomen ver- te van bedoelde wetsartikelen. zachten. Om het thema van de sociale ongelijkheid Onderzoek rond het verhogen van de te duiden gaat de aandacht naar onderliggen- AOW-leeftijd toont aan dat dit negatieve ge- de feiten die iemands levensloop kenmerken volgen heeft voor met name zware beroepen waaruit blijkt dat reeds in een vroeg stadium en dit leidde tijdens deze zomerperiode tot verschillen tussen mensen worden bepaald. een verrassend eensgezinde stellingname van Het verband tussen levensverwachting en de sociale partners: het nieuwe kabinet in Ne- opleiding wordt hier uitvoerig toegelicht. De derland wordt opgeroepen om de AOW-leef- feiten zijn dat de (gezonde) levensverwach- tijd voor zware beroepen voorlopig niet ver- ting van laagopgeleiden beduidend geringer is der te verhogen. dan wanneer het mensen betreft met een hoge Uiteindelijk is het thema sociale ongelijk- opleiding. Zie de bijdrage van Wilma Nussel- heid naast een sociaal-economisch en politiek der, Jan-Willem Bruggink en Johan Macken- thema een moreel thema. Welke vormen van bach. sociale ongelijkheid zijn rechtvaardig, welke Alexander Rinnooy Kan gaat in het niet? Politiek en samenleving - dus ook oude- Gerōn-interview onder meer in op de vraag ren - moeten zich daar nu en straks over uit- wat te doen om te vermijden dat lager opge- spreken. leiden steeds aan het kortste eind trekken. Nog meer investeren in opleiding is zonder Max de Coole & Lieve Vanderleyden meer nodig. Anderzijds zijn niet alle mensen

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 3 IN DIT NUMMER

THEMA SOCIALE ONGELIJKHEID Ouder worden, ongelijkheid en rechtvaardigheid Jan Baars 6 Ingrijpende demografische veranderingen leiden tot nieuwe vragen over sociale ongelijkheid en rechtvaardigheid. De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Koen Caminada & Kees Goudswaard 10 Nederland springt er uit als land met de laagste armoede onder ouderen. Ongelijkheid in gezonde levensverwachting: een dubbel nadeel voor laagopgeleiden Wilma J. Nusselder, Jan-Willem Bruggink & Johan Mackenbach 14 Laagopgeleiden hebben een lagere levensverwachting en een langere ongezonde levensverwachting dan hoogopgeleiden. Ongelijkheid in loopbaan en pensioen: het Mattheuseffect in actie Daniela Skugor, Wim Van Lancker & Karel Van den Bosch 19 Ongelijkheid in de arbeidsloopbaan vertaalt zich in ongelijkheid naar pensioeninkomen voor mannen en vrouwen en naar scholingsniveau. De ongelijkheid wordt echter verzacht door het beleid.

ARBEID & INKOMEN De bestedingen van ouderen onder de loep genomen Anna van der Schors & Marcel Warnaar 30 Kenmerkende verschillen in de bestedingspatronen van gepensioneerden in beeld gebracht door het NIBUD. Verdwijnende beroepen en de gevolgen voor (oudere) werknemers Arie Stolk 34 Hoe het gebruik van nieuwe technologie een bedreiging vormt voor de kwaliteit en de omvang van de werkgelegenheid. Het organisatieperspectief op werken na het pensioen Jaap Oude Mulders 37 Een onderzoek naar de vraag hoe werkgevers anticiperen op het laten doorwerken van oudere werknemers na hun pensioen.

WONEN & MOBILITEIT Een Tweede Jeugd voor bejaardenhuizen Joost Maas 41 Ouderenhuisvester Habion sluit geen verzorgingshuizen maar blaast ze nieuw leven in en vindt ze opnieuw uit. Ze doet dat met behulp van de RØRING-methodiek. Care4Safety: over slimme detectoren en langer thuis wonen Ann Baeyens 45 Zorgtechnologie kan ouderen helpen die langer thuis willen blijven wonen. Maar alleen maatwerk zorgt voor meer veiligheid en kwaliteit van leven.

4 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 PARTICIPATIE & ONTWIKKELING Kloppen theorie en praktijk in de aanpak van eenzaamheid? Eric Schoenmakers 49 Vier theoretische perspectieven op eenzaamheid worden gerelateerd aan enkele veelbelovende praktijkvoorbeelden. Ouder worden gaat vanzelf, geef het zijn zin Gerrit Wolfswinkel 54 Onder deze titel wordt in een HOVO-cursus door de deelnemers van gedachten gewisseld over ieders persoonlijke beleving van de ouderdom. Sociale uitsluiting op latere leeftijd Sofie Van Regenmortel & Liesbeth De Donder 57 Hoe wordt het begrip old-age social exclusion geoperationaliseerd in de literatuur? Welke determinanten spelen een rol en wat zijn leemtes in onderzoek?

GEZONDHEID & ZORG

Gezond ouder worden en alcohol Jasmien De Doncker & Karen Vanmarcke 61 Problematisch alcoholgebruik bij ouderen in Vlaanderen neemt toe, terwijl zij extra kwetsbaar zijn voor de effecten van alcohol. Richtlijnen en tips geven houvast om verantwoord alcoholgebruik te stimuleren. Alcoholgebruik onder 55-plussers Ceciel Heijkants, Marjolein Verbeek & Bernadette Willemse 65 Het aantal 55-plussers in Nederland dat overmatig drinkt, groeit. Het Trimbos- instituut deed onderzoek naar de aard, omvang en redenen van het alcoholgebruik in deze groep.

Gesignaleerd 23, 40, 44, 48, 52 Interview met Alexander Rinnooy Kan 24 Gerongrafiek 29 Column Joep Dohmen 53 Column Sybren Kalkman 60 Boekbespreking: Vroeger nadenken over later 68 Gedicht 70 LASA over trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van ouderen 71

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 5 SOCIALE ONGELIJKHEID

ESSAY Ouder worden, ongelijkheid en rechtvaardigheid

JAN BAARS

Ingrijpende demografische veranderingen leiden tot nieuwe vragen over ongelijkheid en rechtvaardigheid. Een antwoord op deze vragen vereist een multidisciplinaire benadering die de hele levensloop omvat.

Verschillen tussen ouderen worden door directe interventies in het leven van ou- groter deren, maar door verbeteringen van algemene Er wordt vaak gedacht dat ouderen steeds levensomstandigheden zoals verbeterde hygi- meer op elkaar gaan lijken wanneer ze nog ëne, terugdringing van kindersterfte, verbete- ouder worden. De realiteit is echter dat oude- ring van onderwijs en arbeidsomstandighe- ren steeds meer van elkaar gaan verschillen den en een betere gezondheidszorg. Kortom: naarmate ze ouder worden. Sommige 90-jari- het wel en wee van ouderen is direct verbon- gen zijn volledig bij de tijd en lopen als een den met de kwaliteit van de hele levensloop. kievit terwijl sommige 50-jarigen zich zwak, oud en versleten voelen. Deze uitersten horen Sociale ongelijkheid en sociale bij een levensfase die uitblinkt door onderlin- rechtvaardigheid ge verschillen. Daarmee rijst de vraag wat nu Deze ingrijpende veranderingen leiden ook precies die verschillen veroorzaakt. Een vraag tot nieuwe vragen omtrent sociale ongelijk- die zich gemakkelijk laat stellen maar moei- heid en rechtvaardigheid. Visies op sociale lijk te beantwoorden valt. rechtvaardigheid worden vaak gedomineerd Het is in elk geval duidelijk dat deze vraag door het uitgangspunt of standpunt dat geko- zich niet vanuit een enkele wetenschappelijke zen wordt: vrijheid of gelijkheid. Degenen die discipline laat beantwoorden. In het mense- uitgaan van het vrijheidsprincipe benadruk- lijk ouder worden komen genetische, sociale ken doorgaans de eigen verantwoordelijk- en psychische processen samen en de ontrafe- heid, het belang van inzet en creativiteit, ling van hun samenhang is buitengewoon waardoor ieder die bereid is zich in te zetten complex. Temeer omdat ouder worden sa- door de rechtvaardigheid van de markt mee menhangt met het geleefde leven en daarbij zou delen in de gezamenlijke rijkdom. De spelen veranderingen in de ontwikkeling van voorstanders van gelijkheid bevinden zich de de hele levensloop een cruciale rol. De ver- laatste decennia in het defensief, aangezien ze dubbeling van de levensverwachting die in de geen goed alternatief hebben voor marktme- laatste 150 jaar heeft plaatsgevonden in de chanismen en de pogingen om gelijkheid in Westerse landen is immers niet veroorzaakt een samenleving door te voeren tot afschrik-

6 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 wekkende voorbeelden hebben geleid. Daar- Ook fitte ouderen krijgen te maken met voor- THEMA mee lijkt ook de kritiek op sociale ongelijk- oordelen, als zouden ze niet meer volledig ‘bij heid zijn grond te hebben verloren. de tijd’ zijn of om andere redenen niet serieus genomen dienen te worden. En voor degenen Er is echter een mogelijkheid om sociale on- die echt met dementie of andere ernstige pro- gelijkheid anders te benaderen. Het gaat daar- blemen te kampen krijgen is een respectvolle bij niet om het bevorderen van gelijkheid tus- bejegening en ondersteuning vaak nog on- sen verschillende mensen maar om het respect waarschijnlijker. voor een gelijke waardigheid van personen. Die zou in een samenleving tot uitdrukking Ouder worden als resultaat van de moeten komen in een waardig burgerschap hele levensloop dat alle burgers in staat zou moeten stellen In zekere zin biedt de studie van het ouder om, zoveel als hun persoonlijke capaciteiten worden in een levensloopperspectief een be- dat toestaan, volwaardig deel te nemen aan de voorrechte blik op zowel de ontwikkeling van samenleving. Zo’n burgerschap gaat voorbij menselijke levens als de samenleving. Men de tegenstelling tussen vrijheid en gelijkheid zou kunnen stellen dat de samenleving haar omdat het zich richt op gelijke mogelijkheids- ware gezicht toont in de manier waarop door voorwaarden voor vrijheid. de jaren heen mensen door haar worden beje- Het is een politieke vraag wat alle burgers gend. Aangezien marktprocessen en onderlin- minimaal zou moeten toekomen om volwaar- ge competitie een belangrijke structurerende dig mee te kunnen doen in de samenleving. rol spelen, ontwikkelt de samenleving een dy- Daarbij is de kritiek van Nobelprijswinnaar namiek die leidt tot toenemende ongelijk- Amartya Sen van belang, ook voor ouderen. heid. Uit onderzoek naar Cumulatieve Bevoor- Het gaat niet om een gelijke verdeling van deling en Benadeling (Cumulative Advantage middelen maar om capabilities: het mogelijk and Disadvantage) dat wordt verricht door maken van, zoveel mogelijk, gelijkwaardige onderzoekers als Stephan Crystal, Dale Dan- vormen van participatie. Wie bij voorbeeld nefer en Ken Ferraro blijkt dat vroege ver- aan een rolstoel gekluisterd is, heeft meer ma- schillen in ongelijkheid de tendens vertonen teriële middelen nodig om tot een vergelijk- om steeds sterker uitvergroot te worden. Het baar niveau van mogelijkheden tot participa- oude gezegde, dat de rijken steeds rijker en de tie te komen dan een ambulant en fit iemand. armen steeds armer worden, lijkt ook hierop Bovendien dient de samenleving ook aange- te gaan: zie het artikel van Skugor, Van Lanc- past te worden aan de rolstoelgebruiker. Bur- ker en Van den Bosch in dit nummer. gerschap dient dus sociaal ondersteund te Vooral de gevolgen van cumulatieve bena- worden zodat formele rechten of formele vrij- deling gedurende de levensloop springen in heden ook daadwerkelijk kunnen worden ge- het oog: opgroeien in armoede kan al snel lei- realiseerd door allen en niet alleen door een den tot slecht onderwijs, minimaal inkomen, beperkte groep. Uit het artikel van Caminada wonen in een buurt met weinig goede voor- en Goudswaard in dit nummer blijkt dat Ne- zieningen, een slechte gezondheid, slechte ge- derland het relatief goed doet bij de bescher- zondheidszorg, slecht pensioeninkomen en ming van ouderen tegen armoede. een geringe levensverwachting. Hoewel het onderzoek van Crystal en anderen zich met Bij sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardig name richt op de Verenigde Staten, waar de burgerschap gaat het niet alleen om een (her) verschillen relatief extreem zijn, is het ook verdeling van materiële middelen; het gaat voor Nederland van belang aangezien het ook om het wederzijdse respect tussen bur- fundamentele krachten blootlegt die werk- gers. Ouderen zijn daarbij niet in het voordeel zaam lijken te zijn in alle Westerse samenle- omdat ouder worden veelal op eenzijdige wij- vingen. Ook de cijfers over gezonde en onge- ze wordt geassocieerd met zwakte en verval. zonde levensverwachting naar opleiding

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 7 waarover Nusselder, Bruggink en Macken- kansen - die blijken uit de eerder geciteerde bach in dit nummer schrijven, wijzen in de verschillen in (gezonde) levensverwachting - aangegeven richting. al heel vroeg in de levensloop kunnen ont- THEMA staan. Daarbij lijken er kritische fasen in de Verschillen in gezonde levens­ levensloop te zijn, zoals de zwangerschap, de verwachting ontwikkeling in de eerste vijf levensjaren, het Waardoor worden die onaanvaardbaar grote selectieproces gedurende het primaire onder- verschillen in gezonde levensverwachting ver- wijs, het betreden van de arbeidsmarkt of de oorzaakt? Waarschijnlijk niet direct door het manier waarop het werkende leven wordt af- opleidingsniveau; dit is eerder de empirische gerond. Ten slotte kunnen negatieve en posi- indicator die het sterkst samenhangt met de tieve omstandigheden elkaar in evenwicht processen die deze verschillen veroorzaken. houden maar ook eenzijdig cumuleren, zoals Volgen we het spoor terug dan stuiten we op een laag geboortegewicht dat samengaat met onderzoek naar de effecten van de gezondheid een slecht dieet, passief meeroken en ongun- van zuigelingen en zelfs van hun moeders ge- stige woonomstandigheden. Het is een teken durende de zwangerschap. In 1995 publiceer- voor het bestaan van sociale ongelijkheid ge- de Barker onderzoek waaruit bleek dat een durende de levensloop dat met name de nega- relatief laag gewicht bij geboorte samenhangt tieve factoren niet toevallig gespreid zijn maar met eerdere sterfte, met name als gevolg van de neiging hebben om elkaar te versterken. cardiovasculaire ziekten. Hieruit ontstond Zoekend naar de factoren die daarin over de een nieuw onderzoeksparadigma, inmiddels hele levensloop een belangrijke rol spelen, getiteld Fetal Origins of Adult Disease (FOAD) blijkt steeds weer dat de Sociaal-Economische waarin mogelijke verbanden tussen omge- Status (SES) een cruciale rol speelt. Een lage vingsinvloeden op het prenatale leven en de SES in de kindertijd vergroot de kans op min- gezondheid op latere leeftijd worden onder- der onderwijs, lager inkomen, armoede, ar- zocht. beidsongeschiktheid, slechtere lichamelijke Deze onderzoeksresultaten schijnen op en geestelijke gezondheid en eerder overlij- gespannen voet te staan met de huidige aan- den. dacht voor de gezonde levensstijl die volwas- Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk senen zich eigen zouden moeten maken. blijkt dat zelfs een gelijke toegang tot gezond- Maar vaak lijken ontwikkelingen en omstan- heidszorg (die ontbreekt in de VS) niets ver- digheden in het latere leven de doorslag te ge- andert aan de samenhang tussen inkomen en ven bij de vraag of een verworven kwetsbaar- levensduur. Uit het bekende Whitehall onder- heid ook echt tot problemen leidt. Dit zoek onder Britse ambtenaren bleek dat ge- betekent dus dat al datgene wat volwassenen zondheid en levensduur direct samenhangen doen en meemaken nog steeds invloed heeft met de onderlinge inkomensverschillen. op hun verdere leven en dat het zeker niet zin- loos is om alsnog te besluiten om gezonder te Lessen voor de toekomst gaan leven. Met name een te hoog lichaams- Alles wijst erop dat de hele levensloop van be- gewicht in relatie tot lengte (BMI) blijft een lang is voor de kwaliteit van het ouder wor- veel voorkomend gezondheidsrisico dat het den. Deze retrospectieve les is ook van belang verdient op elke leeftijd teruggedrongen te als we prospectief denken, in termen van te worden. Zowel bij jonge kinderen als bij ou- volgen beleid. Het is aannemelijk dat beleid deren met een hoge leeftijd. ten aanzien van zuigelingenzorg, onderwijs, arbeidsmarkt of gezondheidszorg steeds ook Sociaal-Economische Status (SES) verstrekkende effecten heeft op andere terrei- Naarmate onderzoek naar sociale ongelijk- nen. Levensloopbeleid dat gericht is op de heid in het ouder worden vordert, blijkt tempering van sociale ongelijkheid zal niet al- steeds duidelijker dat de verschillen in levens- leen rekening moeten houden met de interne

8 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 complexiteit van de levensloop maar ook met problemen die jongeren hier ondervinden om THEMA maatschappelijke veranderingen. Daarvoor de woningmarkt te betreden. De WRR lan- hebben we niet altijd een glazen bol nodig. ceerde recentelijk zelfs de term ‘levensloopon- Het is nu al duidelijk dat een aanzienlijk deel zekerheid’ om de gevolgen hiervan aan te dui- van de beroepsbevolking door hun flexibele den. Observaties dat ‘jongeren meer tijd arbeidsrelaties of als zzp’er veel te weinig pen- hebben om zich voor te bereiden op versober- sioen opbouwt. In het SER-advies Toekomst de pensioenvoorzieningen’ of de opmerking Pensioenstelsel uit 2015 wordt deze problema- dat ‘het overgrote deel van de Nederlandse tiek wel genoemd maar de aanpassingen van werknemers een aanvullend pensioen op- het pensioenstelsel zijn uitsluitend gericht op bouwt in de tweede pijler’ (Publieksversie de reeds bestaande pensioenregelingen. Wel SER-verkenning Persoonlijk pensioenvermogen wordt vermeld dat er een ‘verdere toename met collectieve risicodeling, 2016, p. 2) sugge- van het aantal zzp’ers (wordt) verwacht’ en reren ten onrechte dat het wel goed zal ko- dat er door ‘de globalisering en technologi- men. De vraag blijft hoeveel jongeren realiter sche ontwikkelingen’ flexibiliteit gevraagd zal kunnen sparen en hoeveel pensioen ze uitein- worden op de arbeidsmarkt (p.50) maar dat is delijk zullen kunnen opbouwen. het dan. En dat terwijl de verdubbeling van de ratio gepensioneerden – werkenden, tegen Inkomensbeleid, economisch beleid, arbeids- de tijd dat de huidige flexibele werkers met markt- en onderwijsbeleid zijn niet los te den- pensioen zullen gaan, waarschijnlijk zal leiden ken van gezondheidsbeleid. Ze dragen op tot een forse druk op de AOW. De problemen hun eigen wijze bij aan een levensloop waar- als gevolg van algemene maatschappelijke van de zoete of wrange vruchten vooral dui- ontwikkelingen worden zo op individuen af- delijk worden in de laatste levensfasen waarin gewenteld: de inkomensongelijkheid over de oudere werknemers worden bedankt of afge- levensloop wordt op een ingrijpende manier dankt, ouderen worden gerespecteerd of ge- gereorganiseerd waarbij de inkomensverschil- denigreerd en levenskansen worden beknot of len en verdere ongelijkheid onder de ouderen uitgebreid. van de toekomst nu al worden voorbereid. Nadat Nederland al jarenlang kampioen deel- Over de auteur tijdwerken was, is het in Europa nu ook de Jan Baars is hoogleraar ‘Ouder worden in een koploper als het gaat om tijdelijke contracten Levensloopperspectief’, Universiteit voor Hu­ en zzp’ers. En dan hebben we het nog niet ma­nistiek, Utrecht. Zie ook: www.janbaars.nl over die 18 miljard aan studieschulden of de

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 9 SOCIALE ONGELIJKHEID

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

KOEN CAMINADA & KEES GOUDSWAARD

In dit artikel laten we een Europese vergelijking zien van de inkomenspositie van ouderen. Allereerst kijken we naar de relatieve inkomens van 65-plussers ten opzichte van 65-min- ners. Vervolgens wordt de inkomensongelijkheid onder de ouderen in beeld gebracht, ook weer in vergelijking met de rest van de bevolking. Ten slotte komt de armoede onder ou- deren aan de orde, waarbij we ook cijfers laten zien van de ontwikkeling sinds 2005.

De financiële positie van ouderen jonger dan 65 jaar. Het ‘cohorteffect’ speelt Mede als gevolg van de versoberingen en hierbij een belangrijke rol: steeds meer oude- (indexatie-)kortingen in de pensioenen staat ren hebben een aanvullend pensioen opge- de financiële positie van ouderen de laatste bouwd en dat pensioen is gemiddeld hoger tijd sterk in de belangstelling. Recente cijfers dan vroeger. Uiteraard is er wel een flinke van het CBS (2017) laten zien dat de koop- spreiding van inkomens (en nog meer van kracht van ouderen in Nederland er sinds vermogens) ten opzichte van het gemiddelde. 2009 in de meeste jaren op achteruit is ge- Aan de andere kant zijn ouderen relatief on- gaan. Maar over een langere periode (1995- dervertegenwoordigd in zowel de laagste als 2015) groeide de koopkracht van ouderen de hoogste inkomenscategorieën. Als het gaat meer dan van de rest van de bevolking. Het om vermogen zijn de ouderen juist oververte- gemiddelde inkomen van ouderen steeg over genwoordigd in de hoogste categorie. Positief deze periode met bijna 30 procent, terwijl die is dat de armoede onder ouderen sterk is afge- stijging voor alle huishoudens gemiddeld nomen en aanzienlijk beneden het gemiddel- ruim een kwart bedroeg. Het gemiddelde ver- de van de totale bevolking ligt. mogen van ouderen is zelfs spectaculair geste- gen in deze periode. Ook het Interdeparte- Relatieve inkomens van ouderen mentaal Beleidsonderzoek (IBO, 2013) naar De Europese Unie (EU) onderscheidt drie de inkomens- en vermogenspositie van oude- doelstellingen van een pensioenstelsel: 1) het ren leidde tot de conclusie dat, ondanks de voorkomen van armoede en sociale uitsluiting; problemen met de pensioenen, de inkomens- 2) het in redelijke mate kunnen handhaven en vermogenspositie van ouderen de afgelo- van de levensstandaard na pensionering en 3) pen decennia gemiddeld genomen is verbe- het bevorderen van solidariteit tussen en bin- terd, ook ten opzichte van huishoudens nen generaties. Om te zien in hoeverre lidsta-

10 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 ten voldoen aan deze doelstellingen wordt ge- ratio. Dat is de verhouding tussen het gemid- THEMA keken naar diverse kengetallen, waaronder de deld inkomen van de rijkste 20 procent en het relatieve mediane inkomensratio. Deze indica- gemiddeld inkomen van de armste 20 pro- tor vergelijkt het mediane besteedbare huis- cent. Hoe hoger de quintielratio, hoe groter de houdinkomen van 65-plussers met het media- inkomensverschillen. De cijfers van Eurostat ne inkomen van 65-minners. Daarbij wordt voor het jaar 2015 laten zien dat de gemiddel- het inkomen van diverse huishoudens verge- de quintielratio onder 65-plussers in de Euro- lijkbaar gemaakt door te corrigeren voor de pese Unie op 4,1 ligt. Kroatië, Cyprus, Portu- omvang en de samenstelling van huishoudens gal, Hongarije en Kroatië hebben een relatief (standaardisatie door toepassing van equiva- hoge quintielratio (>4,5) en dus relatief grote lentieschalen). inkomensverschillen onder ouderen. In Slo- Allereerst bespreken we de relatieve medi- wakije, Tsjechië en Hongarije is de inkomens- ane inkomensratio voor de EU-lidstaten voor ongelijkheid onder 65-plussers relatief klein. het jaar 2015 op basis van cijfers van Eurostat. Ook Nederland heeft een duidelijk lager dan Gemiddeld genomen bedraagt het besteed- gemiddelde quintielratio voor de groep oude- baar inkomen van ouderen 94 procent van het ren (3,0). Uit de cijfers blijkt ook dat in alle besteedbaar inkomen van 65-minners. Maar lidstaten, met uitzondering van Frankrijk, de de verschillen tussen landen zijn groot. In 6 inkomensverschillen onder 65-minners groter lidstaten (Luxemburg, Griekenland, Frank- zijn dan onder 65-plussers. Het lijkt er dus op rijk, Hongarije, Spanje en Roemenië) ligt de dat pensioenen zorgen voor een zekere mate relatieve mediane inkomensratio op 100 pro- van herverdeling van inkomen, waardoor de cent of hoger. Het merendeel van de lidstaten inkomensongelijkheid wordt verkleind, zoals komt echter beneden de 90 procent uit. In ook blijkt uit empirisch onderzoek (Wang, Nederland ligt de mediane inkomensratio met Caminada & Goudswaard, 2012). 89 procent iets onder het Europese gemiddel- De veranderingen in de inkomensonge- de. Uit de data is af te leiden dat in alle lidsta- lijkheid binnen de groep ouderen over de pe- ten de mediane inkomensratio voor mannen riode 2005-2015 geven het volgende beeld, hoger ligt dan voor vrouwen. Het verschil is dat overigens erg divers is. Ongeveer de helft gemiddeld genomen ongeveer 9 procentpunt. van de lidstaten laat een toename van de Vervolgens kijken we naar de veranderin- quintielratio zien en de andere helft een afna- gen in de relatieve mediane inkomensratio me. Sinds de crisis is de ongelijkheid onder voor de periode 2005 tot en met 2015. In ouderen relatief sterk toegenomen in Ierland, twintig van de 28 lidstaten treedt er tussen Denemarken, Litouwen, Zweden en Duits- 2005 en 2015 een verbetering op in de relatie- land. In Griekenland, Portugal, Malta en het ve inkomenspositie van ouderen. In vijf lid- Verenigd Koninkrijk is de ongelijkheid juist staten, te weten Spanje, Griekenland, Roeme- flink afgenomen. Ook in Nederland is er nië, Cyprus en Ierland bedraagt de relatieve sprake van enige afname van de inkomensver- inkomensverbetering van ouderen zelfs 20 schillen onder ouderen sinds 2005. procentpunten of meer. In Nederland is er sprake van een kleine verbetering. In Estland, Armoede onder ouderen Polen, Letland, Litouwen, Duitsland en Bul- Naast het behouden van de levensstandaard is garije is de relatieve inkomenspositie van ou- het voorkomen van armoede onder ouderen deren duidelijk verslechterd gedurende deze een tweede belangrijke doelstelling voor het periode (meer dan 6 procentpunten). pensioenstelsel. In Europees verband worden er meerdere indicatoren gebruikt om armoe- Inkomensongelijkheid onder de weer te geven. De eerste indicator, die al ouderen langere tijd wordt gebruikt, geeft de omvang De inkomensongelijkheid wordt in deze bij- van de groep weer die een inkomen heeft van drage beschreven met behulp van de quintiel- minder dan 60 procent van het mediane be-

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 11 schikbare gestandaardiseerde huishoudinko- De cijfers van Eurostat voor het jaar 2015 men. Deze groep loopt het risico op armoede laten zien dat de armoede onder ouderen (‘at risk of poverty’). Deze indicator is een re- sterk uiteenloopt, van 6,1 procent in Neder- THEMA latieve maatstaf en kan daarom worden gezien land (voor de gecombineerde maatstaf) tot als een meer gedetailleerde maatstaf van de meer dan 30 procent in Kroatië, Roemenië, inkomensongelijkheid voor het onderste ge- Letland, Estland en Letland en zelfs 52 pro- deelte van de inkomensverdeling. Naast deze cent in Bulgarije. In veel nieuwe lidstaten is relatieve maatstaf wordt gekeken naar de om- de relatieve armoede een stuk minder hoog vang van de groep die onvoldoende inkomen dan de absolute armoede. Dat wil zeggen dat heeft om aan basisbehoeften te voldoen (‘se- er veel huishoudens met ouderen zijn die wel- vere materially deprived’). De derde maatstaf iswaar niet minder dan 60 procent van het combineert de eerste twee (‘at risk of poverty mediane inkomen hebben, maar toch onvol- or social exclusion’). doende in hun basisbehoeften kunnen voor-

15 65-plus 65-min

5

-5

-15

-25

-35 VK Italië Polen Malta België Spanje Ierland Cyprus Tjechië Estland Letland Finland Zweden Portugal Slovenië Frankrijk Litouwen Duitsland Hongarije Slowakije Nederland Oostenrijk Luxembu rg Griekenland Denemarken

65-min EU 65-plus EU 30 65-min NL 65-plus NL 25 20 15 10 5 0 2005 2007 2009 2011 2013 2015

Bron: Eigen berekeningen op basis van Eurostat, gebaseerd op EU-SILC.

Figuur 1. Verschuiving armoede in EU van 65-plus naar 65-min, mutatie 2005-2015

12 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 zien. In de oude 15 lidstaten is de relatieve re cohorten een flink deel van de klap van de THEMA armoede juist hoger. Opvallend is dat Neder- crisis hebben opgevangen. Het gevolg hiervan land op dit punt het beste scoort van alle lid- is dat armoede onder 65-minners in Europa staten. nu groter is dan onder 65-plussers. Dit is ove- Voorts kunnen we het verschil tussen ar- rigens pas sinds 2009 het geval. moede onder ouderen en onder de rest van de bevolking weergegeven op basis van de ge- Samenvattend beeld combineerde maatstaf (‘at risk of poverty or In de meeste lidstaten van de Europese Unie, social exclusion’). Gemiddeld genomen is de waaronder ook Nederland, hebben ouderen armoede in de Europese Unie onder 65-min- een inkomen dat gemiddeld genomen niet ners (25,2 procent) aanzienlijk hoger dan on- veel lager is dan het inkomen van de rest van der de 65-plussers (17,4 procent). Dat is in 20 de bevolking. De inkomensverschillen (onge- van de 28 lidstaten het geval, maar niet in lijkheid) onder ouderen zijn doorgaans klei- Zweden, Slovenië, Malta, Kroatië, Litouwen, ner dan onder de rest van de bevolking. Dat is Letland, Estland en Bulgarije. In Nederland is ook in Nederland het geval. De armoede on- het verschil tussen 65-minners en 65-plussers der 65-plussers loopt sterk uiteen tussen de aanzienlijk met armoedecijfers van respectie- lidstaten. Nederland springt er hier uit als velijk 18,5 en 6,1 procent. land met de laagste armoede onder ouderen. Zoemen we nog iets verder in dan blijkt Gemiddeld genomen is de armoede in de lid- de armoede in de Europese Unie onder staten onder 65-minners flink hoger dan on- 65-minners (25,2 procent) aanzienlijk hoger der 65-plussers. Dat is ook in Nederland het dan onder de jonge ouderen van 65-74 jaar geval. In de periode 2005-2015 ontwikkelde (16,2 procent) en onder de 75-plussers (18,9 de armoede onder 65-plussers zich in 19 van procent). In alle lidstaten is het percentage ar- de 25 lidstaten gunstiger dan onder 65-min- men onder de 75-plussers hoger dan onder de ners. 65-74 jarigen. Dat is bijvoorbeeld in Finland en Zweden in sterke mate het geval, terwijl de Literatuur verschillen in Nederland bescheiden zijn. Centraal Bureau voor de Statistiek (2017). Ontwik- Samengenomen blijft het armoedecijfer keling inkomen en vermogen 65-plussers na onder 65-plussers slechts in vier landen bene- ’95. Persbericht 7 maart 2017. den de 10 procent: in Nederland, Luxem- Eurostat EU SILC-database. Brussels, Eurostat [last burg, Frankrijk en Denemarken. accessed 13 May 2017]. Het is verder relevant om te weten hoe de Interdepartementaal Beleidsonderzoek (2013). In- armoede zich in de periode na de crisis heeft komen en vermogen van ouderen: analyse en be- ontwikkeld. De armoede verschoof van oude- leidsopties. Rijksoverheid, Den Haag. ren naar 65-minners. Figuur 1 laat de mutatie Wang C, Caminada K, Goudswaard K (2012). The van de armoede zien voor de periode 2005- redistributive effect of social transfers and 2015. In 17 van de 25 onderscheiden landen taxes: a decomposition across countries. Inter- steeg de armoede onder 65-minners. Voor national Social Security Review 65(3): 27-48. 65-plussers is het beeld juist andersom: in 21 van de 25 onderscheiden landen daalde de ar- Over de auteurs moede. In 19 van de 25 landen ontwikkelde Koen Caminada is hoogleraar Empirische ana- de armoede onder 65-plussers zich gunstiger lyse van sociale en fiscale wetgeving en Kees dan onder 65-minners in de periode 2005- Goudswaard is hoogleraar Toegepaste Econo- 2015. Het lijkt er dus op dat de ouderen in de mie. Beide hoogleraren zijn verbonden aan de Europese samenlevingen sinds de crisis iets Universiteit van Leiden. meer uit de wind zijn gehouden en dat jonge-

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 13 SOCIALE ONGELIJKHEID

Ongelijkheid in gezonde levens­ verwachting: een dubbel nadeel voor laagopgeleiden

WILMA J. NUSSELDER, JAN-WILLEM BRUGGINK & JOHAN MACKENBACH

Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat de levensverwachting van hoogopgeleide mensen ruim zes jaar hoger is dan die van laagopgeleiden. De ver- schillen in gezonde levensverwachting zijn beduidend groter. Deze grote verschillen in gezonde levensverwachting hebben belangrijke implicaties voor het kunnen blijven werken tot de pensioengerechtigde leeftijd, participeren in de samenleving of het genieten van het pensioen.

Data en methoden 2004). Met dezelfde techniek is ook vastge- Dit artikel brengt verschillen in gezonde en steld wat de bijdrage is van verschillende leef- ongezonde levensverwachting tussen laag- en tijdsgroepen aan de verschillen in (on)gezon- hoogopgeleiden in kaart en stelt vast welke rol de levensverwachting tussen hoog- en verschillen in sterftekansen en verschillen in laagopgeleiden. de prevalentie van beperkingen hierin spelen. Het is gebaseerd op dezelfde data, definities De gezondheidsmaat en methoden die het CBS gebruikt in haar De hier gebruikte maat voor gezondheid is publicaties en op Statline (statline.cbs.nl) over het al dan niet hebben van lichamelijke be- de gezonde levensverwachting naar oplei- perkingen. Onder lichamelijke beperkingen dingsniveau (Kardal & Lodder, 2008; Brug- wordt hier verstaan het alleen met veel moeite gink, 2009). Opleidingsniveau is geclassifi- of niet kunnen uitvoeren van tenminste één ceerd in vier groepen: 1) laag: maximaal van de volgende activiteiten: gesprek volgen basisschool, 2) laag-middelbaar: VMBO, 3) in een groep van drie of meer personen, ge- hoog-middelbaar: HAVO, VWO en MBO sprek voeren, kleine letters in de krant kun- en 4) hoog: HBO en wetenschappelijk onder- nen lezen, op een afstand van vier meter het wijs. gezicht van iemand herkennen, een voorwerp Welk deel van de verschillen in (on)ge- van vijf kilo tien meter dragen, bukken en iets zonde levensverwachting tussen hoog- en van de grond oppakken, 400 meter aan een laagopgeleiden komt door verschillen in sterf- stuk lopen zonder stil te staan, dit alles even- tekansen en welk deel door verschillen in de tueel met hulpmiddelen zoals bril of contact- prevalentie van beperkingen is vastgesteld via lenzen, gehoorapparaat of stok. decompositie analyse (Nusselder & Looman,

14 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 De levensverwachting zonder beperkin- wachting bij de geboorte en op 60-jarige leef- THEMA gen is het aantal jaren dat een persoon van die tijd. leeftijd naar verwachting (nog) zal leven zon- der lichamelijke beperkingen, onder de aan- Verschil in (on)gezonde levens­ name dat in de toekomst de kansen op sterfte verwachting en het hebben van beperkingen niet verandert Figuur 1a en 1b geven de gezonde en onge- ten opzichte van het peiljaar. Het verschil tus- zonde levensverwachting weer voor mannen sen de totale en gezonde levensverwachting is en vrouwen bij de geboorte en op 60-jarige het aantal jaren met beperkingen, oftewel de leeftijd voor de vier opleidingsgroepen. De ongezonde levensverwachting. We presente- som van de gezonde en ongezonde levensver- ren resultaten van de (gezonde) levensver- wachting is de totale levensverwachting. De

90,0 82,6 80,1 76,6 78,6 80,0 5,6 7,4 9,3 70,0 13,2

60,0

50,0 OLV

40,0 76,9 GLV 69,3 72,7 30,0 63,4 24,6 20,9 21,8 22,7 5,0 4,5 20,0 6,6 5,1 10,0 20,1 14,3 16,7 17,7 0,0 Laag LM HM Hoog Laag LM HM Hoog Vanaf 0 jaar Vanaf 60 jaar

Figuur 1a. Gezonde levensverwachting in jaren (GLV), ongezonde levensverwachting in jaren (OLV) bij de geboorte en op 60-jarige leeftijd, mannen 2011-2014

100,0 86,8 83,0 85,2 90,0 80,2 9,9 80,0 12,4 15,2 70,0 20,0 60,0 50,0 OLV 40,0 GLV 72,8 77,0 28,4 67,8 25,7 27,2 30,0 60,2 23,9 8,0 7,5 20,0 10,8 9,3 10,0 19,2 21,0 13,1 16,4 0,0 Laag LM HM Hoog Laag LM HM Hoog Vanaf 0 jaar Vanaf 60 jaar

Figuur 1b. Gezonde levensverwachting in jaren (GLV) en ongezonde levensverwachting in jaren (OLV) bij de geboorte en op 60-jarige leeftijd, vrouwen, 2011-2014

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 15 gezonde levensverwachting van mannen bij Samenvatting van ons onderzoek de geboorte is 63,4 jaar voor laagopgeleiden Anno 2011-2014 zijn er grote verschillen in en 76,9 jaar voor hoogopgeleiden. Er is een de gezonde levensverwachting tussen laag- en THEMA duidelijke gradiënt van laag naar hoog. Tabel hoogopgeleiden. Laagopgeleiden hebben een 1 laat zien dat laagopgeleiden 13,6 gezonde geringe gezonde levensverwachting en het jaren verliezen ten opzichte van hoogopgelei- verschil is groter onder vrouwen dan onder den, en dat van dit verschil 4,2 jaar tot stand mannen. De ongezonde levensverwachting is komt beneden de leeftijd van 45 jaar, 4,1 jaar fors hoger onder laagopgeleiden, vooral voor tussen 45 en 60 jaar en 5,3 jaar boven de 60 vrouwen. Deze verschillen in gezonde en on- jaar. 9,3 jaar van de 13,6 jaar lagere gezonde gezonde levensverwachting zijn de resultante levensverwachting van laagopgeleiden ten op- van een dubbel nadeel van lager opgeleiden, zichte van hoogopgeleiden is toe te schrijven namelijk hogere sterftekansen en een hogere aan de hogere prevalentie van beperkingen prevalentie van beperkingen. De hogere pre- onder laagopgeleiden en 4,3 jaar aan de hoge- valentie van beperkingen draagt het meest bij, re sterftekansen. Op 60-jarige leeftijd is de vooral op jongere leeftijd. De hogere sterfte resterende gezonde levensverwachting van la- onder laagopgeleiden bekort niet alleen de ge- ger opgeleiden 5,8 jaar lager, waarvan 3,4 jaar zonde levensverwachting maar ook de onge- door de hogere prevalentie van beperkingen zonde levensverwachting. Dat wil zeggen, dat en 2,4 jaar door de hogere sterftekansen van zonder de hogere sterfte het verschil in onge- laagopgeleiden. zonde jaren tussen laag- en hoogopgeleiden De ongezonde levensverwachting is hoger nog groter zou zijn dan de huidige 10 jaar voor laagopgeleiden ondanks de kortere totale voor vrouwen en bijna 8 jaar voor mannen. levensverwachting. Laagopgeleide mannen le- De gezonde levensverwachting (GLV) is ven 13,2 jaren met beperkingen, ten opzichte een maat van gezond ouder worden waarin van 5,6 jaar voor hoogopgeleide mannen. Dit gegevens over sterfte en gezondheid zijn ver- verschil van 7,6 jaar is het nettoverschil van disconteerd. De GLV wordt steeds vaker ge- 9,3 extra jaren met beperkingen door de ho- bruikt vanuit het besef dat niet alleen de le- gere prevalentie van beperkingen van laagop- vensduur ertoe doet, maar vooral ook of deze geleiden en 1,7 minder jaren met beperkin- jaren in gezondheid worden doorgebracht. gen doordat de hogere sterftekansen onder de Een hogere gezonde levensverwachting bete- laagopgeleiden de periode met beperkingen kent meer mogelijkheden, en een langere on- bekorten. Op 60-jarige leeftijd is het verschil gezonde levensverwachting een hogere last. in resterende ongezonde levensverwachting Laagopgeleiden zijn dubbel slecht af. Ze heb- tussen hoog- en laagopgeleiden 2,1 jaar. De ben een kortere gezonde levensverwachting hogere sterftekansen onder laagopgeleiden re- wat bijvoorbeeld hun mogelijkheden ver- duceren het verschil in ongezonde jaren met kleint om te blijven werken tot de pensioen- 1,3 jaar. leeftijd, in gezondheid te blijven participeren Voor vrouwen is het verschil in totale le- en te genieten van hun pensioen. En in hun vensverwachting iets groter dan voor mannen kortere leven brengen zij meer jaren door met en zijn ook de verschillen in gezonde en onge- lichamelijke beperkingen. Er is, vooral bij la- zonde levensverwachting tussen laag- en ger opgeleiden, en meer bij vrouwen dan bij hoogopgeleiden groter, namelijk 16,8 jaar en mannen, sprake van een langere periode van 10,1 jaar vanaf de geboorte en 7,8 en 3,3 jaar gezondheidsproblemen ten opzichte van hoog- op 60-jarige leeftijd. Verschillen in de preva- opgeleiden, vooral doordat onder laagopgelei- lentie van beperkingen dragen nog meer bij den de prevalentie van beperkingen hoger is dan bij mannen aan het verschil in gezonde dan onder hoogopgeleiden. levensverwachting en ongezonde levensver- wachting.

16 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 Tabel 1. Verschil in levensverwachting in jaren (LV), gezonde levensverwachting in jaren (GLV) en THEMA ongezonde levensverwachting in jaren (OLV) tussen laag- en hoogopgeleiden, totaal verschil (in jaren) en bijdrage van leeftijdsgroepen en van sterfte vs. beperkingen aan verschil, leeftijd 0 en 60 jaar, 2011-2014

Mannen Vrouwen

LV GLV OLV LV GLV OLV

Verschil (laag-hoog): 0 jaar –6.0 –13.6 7.6 –6.6 –16.8 10.1

Bijdrage leeftijdsgroepen

– <45 jaar –1.2 –4.2 3.0 –1.1 –4.7 3.6

– 45-60 jaar –1.4 –4.1 2.7 –1.3 –4.7 3.5

– >=60 jaar –3.4 –5.3 1.9 –4.2 –7.3 3.1

Bijdrage sterfte vs. beperkingen

– verschil prevalentie van beperkingen 0.0 –9.3 9.3 0.0 –13.8 13.0

– verschil in sterftekansen –6.0 –4.3 –1.7 –6.6 –3.8 –2.8

Verschil (laag-hoog): 60 jaar –3.7 –5.8 2.1 –4.5 –7.8 3.3

Bijdrage sterfte vs. beperkingen

– verschil in prevalentie van beperkingen 0 –3.4 3.4 0.0 –5.6 5.6

– verschil in sterftekansen –3.7 –2.4 –1.3 –4.5 –2.3 –2.3

Mogelijke interventies dat veel interventies of maatregelen eerder Sociaal-economische gezondheidsverschillen, worden opgepakt of volgehouden door hoog- waarbij sociaal-economische status in dit geval opgeleiden. Effectieve interventies gericht op is geoperationaliseerd via het opleidingsniveau, personen in lagere sociaal-economische groe- kunnen ontstaan door verschillen in woon-, pen, of algemene interventies die juist ingrij- werk- en leefomstandigheden, in leefstijl en in pen op factoren die ongunstiger zijn voor la- (toegang tot) zorg (causatie). Andersom leidt gere sociaal-economische groepen kunnen ongezondheid tot een lagere sociaal-economi- verschillen verkleinen. Interventies die uit sche positie, maar dit selectie-effect­ is waar- meerdere componenten bestaan, bijvoorbeeld schijnlijk kleiner dan het causatie-effect, en gericht op de leefomgeving en gedrag, en aan- minder aan de orde met opleiding als indica- sluiten bij de onderliggende oorzaken van ge- tor voor sociaal-economische status. Gezond- zondheidsachterstanden in lagere sociaal-eco- heidsachterstanden kunnen worden verkleind nomische groepen zijn het meest kansrijk. door interventies of beleidsmaatregelen, bij- Interventies of beleidsmaatregelen die de voorbeeld gericht op gezondere voeding, ver- sterfteverschillen verminderen, zonder de be- mindering van roken, ongezonde alcohol­ perkingenlast te verminderen, zullen mogelijk inname of op de fysieke of sociale omgeving. resulteren in meer jaren met beperkingen en Om verschillen terug te dringen, moeten deze een nog groter verschil in ongezonde jaren interventies een sterker effect hebben op de tussen opleidingsgroepen dan nu al het geval lagere dan op de hogere sociaal-economische is. Er zijn al tekenen dat de absolute sterfte- groepen. In de praktijk is dat vaak lastig om- verschillen afnemen in sommige Europese

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 17 landen (Mackenbach e.a., 2016). Dat onder- bijdragen aan verschillen in gezonde en onge- streept het belang om (ook) verschillen tussen zonde levensverwachting tussen hoog- en hoog- en laagopgeleiden in de mate van voor- laagopgeleiden. THEMA komen van beperkingen te verminderen, wil- len de verschillen in ongezonde levensver- Literatuur wachting niet nog groter worden. Bruggink, J.W. (2009). Bevolkingstrends 57, 71-75. Kardal, M. & Lodder, B. (2008). De gezonde levens- Nader onderzoek verwachting naar sociaaleconomische status. Den Onderzoek van Klijs e.a. (2014) laat zien wel- Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. ke ziekten samenhangen met beperkingen in Klijs, B., Nusselder, W.J., Looman, C. W. & Mac- Nederland en hoe dit verschilt naar oplei- kenbach, J. P. (2014). Educational Disparities dingsniveau. Uit dit onderzoek blijkt dat een in the Burden of Disability: Contributions of brede selectie van ziekten bijdraagt aan de ho- Disease Prevalence and Disabling Impact. Am gere prevalentie van beperkingen, maar dat J Public Health 104, e141-148. vooral ziekten van het bewegingsapparaat, en Mackenbach, J.P. Kulhanova, I., Artnik, B., Bopp, voor vrouwen ook artritis, veel bijdragen aan M., Borrell, C., Clemens, T., Costa, G. e.a. beperkingen en verschillen in de prevalentie (2016). Changes in mortality inequalities over van beperkingen tussen hoog- en laagopgelei- two decades: register based study of European den. Niet alleen de hogere prevalentie van countries. BMJ 353, i1732. deze ziekten onder laagopgeleiden, maar Nusselder, W.J. & Looman, C.W. (2004). Decom- vooral ook de grotere impact van deze ziekten position of differences in health expectancy by in termen van beperkingen verklaart het ver- cause. Demography 41, 342-334. schil in prevalentie tussen hoog- en laagopge- leiden. Dit betekent dat niet alleen het ver- Over de auteurs minderen van de incidentie van deze ziekten Dr. Wilma J. Nusselder is werkzaam als univer- (bijvoorbeeld door gezonder gedrag) maar sitair docent medische demografie aan het ook het terugdringen van een ongunstig ziek- Erasmus MC, Rotterdam, afdeling Maat- tebeloop en de impact van ziekten op het schappelijke Gezondheidszorg. functioneren (bijvoorbeeld door aanpassin- Drs. Jan-Willem Bruggink is werkzaam bij gen in de woon- en leefomgeving en effectief het Centraal Bureau voor de Statistiek, afde- gebruik van hulpmiddelen) de beperkingen- ling Sociaal-economische en ruimtelijke sta- last kan verminderen en de verschillen kan tistieken, in Heerlen. verkleinen. In het kader van een groot inter- Prof. Dr. Johan P. Mackenbach is als hoog- nationaal onderzoek, het LIFEPATH project leraar Maatschappelijke gezondheidszorg ver- (http://www.lifepathproject.eu/) wordt nu ver- bonden aan het Erasmus MC, Rotterdam, der onderzocht welke risicofactoren het meest afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg.

18 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 SOCIALE ONGELIJKHEID

Ongelijkheid in loopbaan en pensioen: het Mattheuseffect in actie

DANIELA SKUGOR, WIM VAN LANCKER & KAREL VAN DEN BOSCH

De armoede bij ouderen is in de voorbije decennia sterk gedaald. Dat is een gevolg van de veralgemening van het tweeverdienersschap en de toename van de arbeidsmarkt- deelname van vrouwen in het bijzonder. Bovendien zijn er in dezelfde periode maatregelen genomen om de allerlaagste pensioenen in reële termen te verhogen (Van den Bosch & De Vil 2013). Desalniettemin bestaat er nog steeds een grote on- gelijkheid tussen gepensioneerden.

Een dynamisch proces van cumulatief Dit is wat sociologen een proces van ‘cu- voor- of nadeel voor 50-plussers mulatief voordeel’ noemen: een initiële voor- Ongelijkheid in het pensioeninkomen is ge- sprong in het ene levensdomein versterkt on- worteld in de arbeidsloopbanen die mensen gelijkheden over de tijd heen in andere hebben gehad. In een wettelijk pensioenstelsel levensdomeinen, en vice versa (DiPrete & Ei- waarbij de hoogte van het pensioen berekend rich, 2006; Bask & Bask, 2015). In de volks- wordt op basis van het arbeidsverleden valt het mond is dit proces beter bekend als het Mat- te verwachten dat ongelijkheden tijdens de theuseffect, naar de parabel van de talenten in loopbaan zich automatisch vertalen in onge- het Evangelie van Mattheus: “Want aan ieder lijkheid in het pensioeninkomen. Maar er is die heeft, zal gegeven worden en wel overvloe- meer aan de hand, want ook ongelijkheid in dig. Maar aan degene die niet heeft, zal zelfs de arbeidsloopbaan is geworteld in ongelijk- nog ontnomen worden wat hij heeft.” Lapi- heden in eerdere levensperiodes of andere le- dair samengevat als de rijken worden rijker, vensdomeinen. Wie bijvoorbeeld opgroeit in terwijl de armen arm blijven (of zelfs nog ar- armoede heeft meer kans om zonder diploma mer worden). Uiteraard is dat geen ijzeren na- de school te verlaten en vertrekt zo met een tuurwet. Mattheuseffecten kunnen versterkt achterstand op de arbeidsmarkt. Die achter- of verzacht worden door beleidskeuzes die stand kan leiden tot een meer kwetsbare ar- worden gemaakt. Gelijkgestelde periodes bij beidsloopbaan, wat dan weer gevolgen kan werkloosheid, ziekte of invaliditeit in de op- hebben voor het pensioeninkomen, vermo- bouw van het pensioen zorgen er bijvoorbeeld gensopbouw en de levensstandaard op latere voor dat mensen die een meer onderbroken leeftijd. Zo wordt een initiële achterstand als- loopbaan hebben gehad toch van een mini- maar groter. male levensstandaard kunnen genieten.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 19 In deze beknopte bijdrage brengen we een 65-plussers in SHARE ontvangt enkel rust- deel van dat dynamische proces van cumula- pensioen. tief voor- of nadeel in beeld voor 50-plussers We selecteren Belgische respondenten die THEMA in Vlaanderen. We gaan, ten eerste, na hoe in beide datasets deelnamen aan de survey en de ongelijkheid in de arbeidsloopbaan van komen daarmee uit op een steekproef van 50-­plussers zich manifesteert naar geslacht en 1.782 personen van 50 jaar en ouder. De ge- scholingsniveau. Ten tweede bekijken we wat middelde leeftijd is 71,3 jaar (standaarddevia- de gevolgen zijn voor het pensioeninkomen. tie 9,1); 72,6% was 65 jaar of ouder in golf 6; Ten derde geven we indicaties hoe die onge- 56,4% is vrouw; en 65,0% is Vlaams. lijkheid samenhangt met ongelijkheden op andere levensdomeinen zoals levenstevreden- heid, gezondheid, en huisbezit. Ongelijkheid in beroepsloopbaan Figuur 1 toont het gemiddelde arbeidsmarkt- Data: SHARE patroon van mannen en vrouwen naar leef- Onze analyses worden uitgevoerd met behulp tijdscategorie en opleidingsniveau door het van data van de Survey of Health, Ageing and gemiddelde aantal jaren weer te geven dat Retirement in Europe (SHARE), een langlo- men respectievelijk op school zat, inactief, pende Europese panelstudie bij 50-plussers werkloos, parttime werkend, fulltime wer- (www.share-project.org). We koppelden de kend of (vroeg)gepensioneerd was. Daarnaast meest recente SHARE-data, verzameld in wordt het gemiddelde aantal jaren dat men in 2015, aan retrospectieve data uit 2008 die ons totaal gewerkt heeft – ongeacht of dat part- in staat stellen om de volledige arbeidsge- time of fulltime was – weergegeven. schiedenis van 50-plussers in kaart te brengen Hoewel de arbeidsparticipatie van oudere en te koppelen aan het huidige pensioeninko- vrouwen de afgelopen decennia is toegeno- men. men, blijven er nog steeds grote ongelijkhe- Het arbeidsverleden wordt gemeten door den in loopbanen tussen mannen en vrou- per respondent het aantal jaren te berekenen wen. Gemiddeld genomen werkten mannen dat men respectievelijk inactief was, op school het grootste gedeelte van hun leven fulltime zat, werkloos was, parttime of fulltime werk en dat geldt zowel voor de jongere als de ou- deed, of (vroeg)gepensioneerd was. Het gaat dere leeftijdscategorie. Bij vrouwen zien we niet per definitie om aaneengesloten episodes, echter dat de groep 50-64-jarigen gemiddeld maar enkel om het totale aantal jaren dat men meer jaren actief is op de arbeidsmarkt dan de een bepaalde arbeidsstatus had (bijvoorbeeld groep 65-plussers vroeger was en minder ja- werkloosheid) vanaf het 16e levensjaar tot aan ren inactief is. Het is goed gedocumenteerd de leeftijd die men had ten tijde van het inter- dat de sterke toename van de tewerkstellings- view. Daarnaast construeren we een indicator graad in de voorbije decennia bijna volledig die het totale aantal jaren berekent dat men op het conto van vrouwen kan worden ge- gewerkt heeft – parttime dan wel fulltime. schreven. Desondanks zien we dat de arbeids- Het pensioeninkomen wordt afgeleid uit de participatie van de vrouwen tussen 50 en 64 meest recente data en is een optelsom van di- jaar sterk achterblijft bij die van hun manne- verse eigen bronnen van pensioeninkomen lijke leeftijdsgenoten en dat ze (veel) meer tijd (rustpensioen, prepensioen, invaliditeitspen- doorbrachten in inactiviteit dan mannen. Dit sioen, oorlogspensioen, bedrijfspensioen). hangt voornamelijk samen met gezinsvor- Het overlevingspensioen wordt hierbij be- ming en de zorg voor kinderen. In onze sa- wust buiten beschouwing gelaten, omdat menleving was de zorg voor kinderen erg on- dit type pensioen in onze dataset bijna uit- gelijk verdeeld, en dat is nog steeds het geval. slu tend door vrouwen wordt ontvangen en Het zijn voornamelijk vrouwen die (al dan logischerwijs geen verband houdt met het ei- niet tijdelijk) uit de arbeidsmarkt treden om gen arbeidsverleden. 70% van de Belgische de zorg voor kinderen op zich te nemen.

20 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 Wanneer we de verschillen naar opleidings­ jaren dat men al gepensioneerd is een signifi­ THEMA niveaus in ogenschouw nemen, dan zien we cante associatie heeft met het pensioen. Ge­ bij mannen wederom een weinig gevarieerd middeld genomen daalt het netto jaarlijks beeld. Hoogopgeleide mannen werkten welis­ pensioeninkomen met €488 voor elk extra waar gemiddeld minder jaren, wat te verkla­ pensioenjaar. Dit kan een weerspiegeling zijn ren is door hun latere toetreding tot de ar­ van de impact van een vervroegd pensioen. beidsmarkt, maar verder wordt de loopbaan We vinden geen significante associaties voor alle scholingsniveaus gekenmerkt door met de overige indicatoren voor het arbeids­ fulltime werk. Bij vrouwen zien we echter een verleden, wat wellicht te verklaren is doordat hogere participatiegraad naarmate het oplei­ het opgegeven pensioeninkomen in de Belgi­ dingsniveau hoger is. De emancipatie van sche steekproef met name bestaat uit het rust­ vrouwen op de arbeidsmarkt is een onvoltooid pensioen, waarbij de invloed van het aantal proces: hoogopgeleide vrouwen hebben de loopbaanjaren wordt gemedieerd door facto­ mannen bijna bijgebeend, maar voor laagop­ ren zoals gelijkgestelde periodes, het gewaar­ geleide vrouwen blijft de kloof groot (Esping-­ borgd minimumpensioen, gezinssamenstel­ Andersen, 2009). ling en verschillende berekenmethoden per stelsel. Een kortere loopbaan op zich blijkt Ongelijkheid in het pensioeninkomen weliswaar geen significante associatie te heb­ Hoe vertalen deze ongelijkheden in arbeids­ ben met de hoogte van het (rust)pensioen, loopbanen naar geslacht en opleidingsniveau maar omdat het loon aan het einde van de zich in ongelijkheid in het pensioeninkomen? loopbaan over het algemeen hoger is dan aan Een regressieanalyse van de indicatoren voor het begin kan het toegekende pensioenbedrag het arbeidsverleden op het pensioeninkomen lager uitvallen indien men een aantal jaar van 65-plussers toont ons dat enkel het aantal vroeger met pensioen gaat. Daarnaast kan

70

60

50

40

Jaren 30

20

10

0 LMHLMH LMHLMH 50-64 65+ 50-64 65+ 50-64 65+ 50-64 65+ mannen vrouwenmannen vrouwen

Gepensioneerd Inactief Fulltime werkend Op school Parttime werkend Totaal # jaren gewerkt Werkloos

Figuur 1. Gemiddeld arbeidspatroon naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau Noot: Opleidingsniveaus: laag (‘L’), midden (‘M’), hoog (‘H’). N: 777 mannen (358 65+), 1005 vrouwen (484 65+).

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 21 men eventueel een pensioenbonus mislopen. onderschrijft de noodzaak van het verder ont- Belangrijk te onthouden is dat in het Belgi- wikkelen van sociaal beleid om pensioenon- sche pensioenstelsel ongelijkheid in het aantal gelijkheden te nivelleren en om een goede ba- THEMA loopbaanjaren niet noodzakelijk leidt tot on- lans tussen werk en privé gedurende de gelijkheid in het pensioeninkomen; het Mat- levensloop voor zowel mannen als vrouwen te theuseffect wordt dus gemedieerd. faciliteren. Uit de analyse blijkt verder dat er signifi- cante verschillen zijn naar geslacht en oplei- Ongelijkheid in andere levens­ dingsniveau. In onze data observeren we dat domeinen vrouwen een gemiddeld pensioeninkomen Wanneer we spreken over het pensioeninko- hebben dat €19.093 lager is dan dat van man- men van Belgische 65-plussers moeten we nen, en voor hoogopgeleide pensionado’s ook de rol van het huisbezit in ogenschouw geldt dat zij jaarlijks gemiddeld €15.390 meer nemen. In België wordt huisbezit al decennia- pensioen binnenkrijgen dan laagopgeleiden. lang sterk aangemoedigd als een zogenaamde Bijkomende analyses tonen bovendien dat het ‘vierde pensioenpijler’ (De Decker, 2013). We pensioeninkomen van vrouwen achterblijft zien dan ook dat 77,1% van de 65-plussers in op dat van mannen, ongeacht hun opleidings- de steekproef eigenaar is van de eigen woning; niveau. Aangezien vrouwen vaker een incom- ruim 93% daarvan heeft zijn of haar huis vol- plete, versnipperde loopbaan hebben dan ledig afbetaald. Een laag pensioeninkomen mannen is het aannemelijk dat, zelfs al zijn zij voor wie volledig eigenaar is van de woning even hoogopgeleid als hun mannelijke tegen- heeft minder impact op de levensstandaard hangers, de daaraan verbonden nadelen zich dan wie moet huren. Het is echter al eerder gedurende de levensloop opstapelen en elkaar gedocumenteerd dat de woonfiscaliteit in Bel- versterken. Ze bekleden minder vaak hoge gië sterk sociaal gelaagd is, en dat komt ook functies dan mannen, vergaren minder inko- tot uiting in onze data. De groep gepensio- men, en bouwen minder pensioenrechten op. neerde huurders heeft immers ook het laagste In figuur 1 was al te zien dat vrouwen van pensioeninkomen: het netto pensioeninko- 65 jaar en ouder gemiddeld aanzienlijk min- men van eigenaars bedraagt om en bij de der jaren gewerkt hebben dan mannen in de- €4.000 op jaarbasis meer dan huurders. zelfde leeftijdscategorie – respectievelijk 22 Huurders zijn over het algemeen lager ge- versus 40 jaar – en alhoewel die verschillen in schoold dan eigenaars. jongere cohorten kleiner zijn geworden, blij- Bovendien hangt de sociale gelaagdheid ven ze bestaan. In het verleden speelde de Bel- in het pensioeninkomen samen met andere, gische pensioenberekening in op de traditio- belangrijke levensdomeinen. Een hoger pen- nele rolverdeling tussen mannen en vrouwen sioeninkomen wordt in verband gebracht met door lagere loopbaaneisen te stellen voor een hogere levenstevredenheid en een positie- vrouwen om in aanmerking te komen voor vere inschatting van de eigen gezondheid. De het rustpensioen, maar vanwege de wetgeving SHARE-dataset bevat ook informatie over tegen discriminatie en ook met het oog op het het doorgeven van het vermogen aan bijvoor- verhogen van de arbeidsparticipatie zijn deze beeld de kinderen via giften. Slechts 10% van vereisten gelijkgetrokken. Vrouwen werken de 65-plussers heeft in het voorbije jaar giften echter nog steeds vaker parttime en/of in tij- van €5.000 of meer gegeven, en gemiddeld delijk dienstverband, hebben vaker een on- genomen zijn schenkers hoger opgeleid, heb- derbroken carrière, krijgen een lager uurloon ben ze een hoger pensioeninkomen, vaker een en lopen een groter armoederisico dan man- partner en vaker een eigen huis dan ‘niet-­ nen (Europese Commissie, 2017). Dit, in schenkers’. combinatie met de relatieve toename van het aantal alleenstaanden waardoor individuele pensioenopbouw steeds belangrijker wordt,

22 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 Het Belgische pensioensysteem De Decker, P. (2013). Eigen woning: geldmachine of THEMA verzacht ongelijkheden maar neemt pensioensparen? Leuven: Garant. deze niet weg DiPrete, T.A., & Eirich, G.M. (2006). Cumulative In deze bijdrage gaan we beknopt na in welke Advantage as a Mechanism for Inequality: A mate ongelijkheden op de arbeidsmarkt sa­ Review of Theoretical and Empirical Develop­ menhangen met ongelijkheden na de pensio­ ments. Annual Review of Sociology, 32, pp. 271– nering op basis van recente steekproefdata. 97 Het goede nieuws is dat beleidsmaatregelen Esping-Andersen, G. (2009). The Incomplete Revo- zoals gelijkgestelde periodes en gewaarborgde lution. Adapting to Women’s New Roles. Cam­ minimumpensioenen de gevolgen van een in­ bridge: Polity Press. complete loopbaan op het pensioeninkomen Europese Commissie (2017). 2017 report on equali- verzachten. Bovendien is het gros van de ge­ ty between women and men in the EU. Brussel: pensioneerden eigenaar van de eigen woning, European Commission. Doi: 10.2838/52591. ook als men een laag pensioeninkomen heeft. Van den Bosch, K., & De Vil, G. (2013). De evolu- Toch stellen we tegelijkertijd een duidelijke tie van de armoede bij ouderen nader bekeken. sociale gelaagdheid vast: ongelijke loopbaan Working Paper 6-13, Federaal Planbureau. voor mannen en vrouwen en naar scholings­ niveau vertaalt zich ook in ongelijkheid naar Over de auteurs geslacht en scholingsniveau in het netto pen­ Daniela Skugor is doctoraatsonderzoeker bij sioeninkomen. Bovendien hangt dit ook sa­ het Centrum voor Sociaal Beleid Herman De­ men met ongelijkheid op het vlak van levens­ leeck, Universiteit Antwerpen. Wim Van Lan- tevredenheid, gezondheid, huisbezit, en de cker is docent sociaal werk en sociaal beleid bij mate waarin het eigen vermogen wordt door­ het Centrum voor Sociologisch Onderzoek, gegeven. KU Leuven en tevens verbonden aan het Cen­ trum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck, Literatuur Universiteit Antwerpen. Karel Van den Bosch is Bask M., & Bask M. (2015). Cumulative (Dis)Ad­ expert bij het Federaal Planbureau en gastpro­ vantage and the Matthew Effect in Life-Cour­ fessor bij het Centrum voor Sociaal Beleid se Analysis. PLoS ONE, 10(11). Herman Deleeck, Universiteit Antwerpen.

GESIGNALEERD

14e Nationaal gerontologiecongres – Vernieuwing in veroudering

Georganiseerd door NVG-KNOWS. Datum: vrijdag 3 november 2017, ­Locatie: De Reehorst, Ede.

Laat u op 3 november inspireren en informeren. Er zijn 15 symposia en 2 workshops, verdeeld over 3 rondes, met vele onderwerpen. Een kleine greep: intimiteit en seksualiteit in het verpleeghuis, kunst en zorg met ouderen, aangestuurde geriatrische revalidatiezorg, zorg­ leefplannen, preventieve ouderenzorg, D-SCOPE. Tevens zijn er weten­schappelijke postersessies over een breed aantal thema’s, en in­ teressante keynote lezingen door Prof. dr. Marieke Schuurmans over vernieuwing in de ouderenzorg en Prof. dr. Tom Kirkwood - in het kader van de Prof. dr. D.L. Knook-lezing - over ‘Why do we age?’. Zie ook: www.gerontologiecongres.nl

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 23 INTERVIEW

Alexander Rinnooy Kan: Een fatsoenlijke economie zorgt dat inkomensverschillen niet te groot zijn, zodat solidariteit een kans krijgt

MAX DE COOLE & JAN WILLEM VAN DE MAAT

In dit nummer schrijft Gerōnredacteur Arie Stolk over verdwijnende beroepen door robotisering en automatisering. Het is maar de vraag of er straks nog wel genoeg werk is. Als dat zo is, waarom zouden we dan de AOW-leeftijd verder verhogen? Achter het optrekken van de AOW-leeftijd zit een berekening, in laatste instantie ook een productiviteitsberekening. Met andere woor- den, ouderen moeten langer doorwerken om- dat anders te veel ouderen onderhouden moe- Alexander Rinnooy Kan is sinds 2012 Universi- ten worden door een te kleine productieve teitshoogleraar Economie en Bedrijfskunde groep. Als de productiviteit sterk zou stijgen, aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en als die paar mensen die werken ongelofelijk sinds 2015 lid van de Eerste Kamer voor D’66. productief zijn, omdat ze bijvoorbeeld goed Daarnaast vervulde en vervult hij een groot ondersteund worden door allerlei vormen van aantal bestuursfuncties in het publieke automatisering, dan moet je de berekening domein. Hij studeerde wiskunde in Leiden en opnieuw maken. Dan is het inderdaad de econometrie in Amsterdam en was hoogleraar vraag of die noodzaak tot langer werken wel aan de Erasmus Universiteit waar hij van 1986 zo dringend is. tot 1989 Rector Magnificus was. Alexander Rin- Maar het is maar de vraag of de analyse nooy Kan was gasthoogleraar aan de Universi- klopt. De stelling dat er in de toekomst niet teit van Californië (Berkeley) en aan het Massa- genoeg werk zal zijn, is niet nieuw. Daar waren chusetts Institute of Technology (MIT) in we ook bang voor toen mensen van het platte- Cambridge. Van 1991 tot 1996 was hij voorzit- land naar de stad trokken. En eigenlijk viel het ter van VNO, later VNO-NCW, van 1996 tot 2006 steeds reuze mee, er is elke keer nieuwe produc- lid van de Raad van Bestuur van ING en van tieve arbeid voor in de plaats gekomen. Er ont- 2006 tot 2012 voorzitter van de SER. In de jaren staan nieuwe behoeften die er eerder niet wa- 2007-2009 riep de Volkskrant hem uit tot ren en die alleen door mensen afgedekt kunnen meest invloedrijke Nederlander. worden. Er zit bijvoorbeeld nog heel veel ruim- te om te groeien in de diensteneconomie, de

24 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 persoonlijke dienstverlening bijvoorbeeld. Als AOW-leeftijd. Dat heb ik me ook goed gere- je elkaar daarvoor betaalt, dus het niet als vrij- aliseerd toen ik voorzitter was van de SER en willigerswerk behandelt, dan betekent dat omringd was door partijen die daarover ruzie- werkgelegenheid. We moeten dus geen al te angstaanjagende beelden schet- Wie er financieel de ruimte voor heeft, kan sen. De economie begint aan te trekken. Natuurlijk is er sprake het zich veroorloven eerder te stoppen met van robotisering en automati- werken. Dat was ook van meet af aan het sering, maar links en rechts venijnige van het verhogen van de AOW- hoor je al weer gejammer over onvervulde vacatures. In de leeftijd. zorg bijvoorbeeld, en in het on- derwijs. Daar zijn mensen hard nodig. den, en behoorlijk ook. De FNV vond dat wij De huidige transities zijn bovendien niet makkelijk praten hadden omdat de klap zou alleen het gevolg van robotisering, Ze zijn ook worden geïncasseerd door de mensen die een gedreven door andere veranderingen in de sa- minimaal aanvullend pensioen en een zwaar menleving en economie. Mensen ontwikke- leven achter de rug hebben. Ik vond dat een len nieuwe voorkeuren en stellen nieuwe pri- redelijk standpunt. Bij zware beroepen is het oriteiten. Kijk bijvoorbeeld naar de wens van helemaal geen sinecure om twee of drie jaar duurzame productie en de reductie van fossie- langer te werken. Al helemaal in de weten- le brandstoffen. Dit soort veranderingen in schap dat wat je daarna nog wacht aan pensi- voorkeuren en prioriteiten hebben werkgele- oenjaren heel bescheiden is. genheidseffecten. Een fatsoenlijke economie zorgt ervoor dat mensen die door dit soort Wat kun je eraan doen dat de lager maatschappelijke veranderingen hun werk opgeleiden steeds aan het kortste eind kwijtraken en mee moeten veranderen, daar- trekken? bij worden gesteund. Dat zij worden bijge- De vraag is of je in het nationale beleid een schoold en geholpen worden met het vinden verschil kunt maken waar mensen met zware van een nieuwe plek, zodat ze hun koop- beroepen van profiteren. Dat is tot nog toe kracht niet verliezen. niet gelukt. Het is namelijk niet zo makkelijk om die zware beroepen te identificeren. In de U heeft tijdens de Jan Brouwerconferentie SER was destijds de conclusie dat er goede re- van 2013 een inleiding gehouden over de denen zijn om iets extra’s te doen voor de la- arbeidsmarkt voor ouderen. U had daarbij ger opgeleiden. Bijvoorbeeld door ze toch de behoefte om een ‘onweerstaanbare met 65 jaar het aanvullende pensioen te gun- voetnoot’ te plaatsen bij het verschil in nen om te compenseren voor de wegvallende gezonde levensverwachting tussen mensen AOW-uitkering in de eerste jaren. Dat moet met een lage en een hoge opleiding. echt van sector tot sector bekeken worden. Dat is een spectaculair verschil, en het wordt Volgens mij is er nu een begin mee gemaakt, alleen maar groter. Daar is echt iets aan de maar het kost wel geld en dat moet worden hand. En het is ook bedreigend, met name opgebracht door de gezonden en de hoogop- voor de lager opgeleiden. Dat er verschillen geleiden. Maar goed, overal trekken de hoog- waren in de pensioenleeftijd is misschien niet opgeleiden aan het langste einde. Dat is ei- zo verrassend. Wie er financieel de ruimte genlijk de nieuwe relevante tweedeling in de voor heeft, kan het zich veroorloven eerder te samenleving geworden. Ooit was het arbeid stoppen met werken. Dat was ook van meet af versus kapitaal, toen werd het arm versus rijk aan het venijnige van het verhogen van de en nu is het hoog- versus laagopgeleid.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 25 Moeten we daarom niet veel meer inzetten fraaie methode, maar het heeft wel redelijk op opleiding? gewerkt. Eigenlijk hebben alle partijen van de Natuurlijk, investeren in opleidingen is alleen Agenda gezegd, dat moeten we maar blijven maar goed. Dat doen we in Nederland nog doen. In de wetenschap wat het teweeg kan niet goed genoeg, maar het is ook een illusie brengen aan neveneffecten, zoals hier en daar te denken dat je alle verschillen daarmee weg- toch weer wachtlijsten. werkt. We zitten in een tijd waarin de merito- Je moet onder ogen zien dat Nederland cratie, de prestatiesamenleving, zo’n beetje wat zorgkosten betreft in een jaar of tien is het hoogste ideaal is. Je moet maximaal de opgerukt van onderaan het peloton naar kans krijgen om je talenten te ontplooien. vooraan in het peloton. Dus in die zin doen Maar dat is vooral prettig voor mensen die ta- we het niet goed. We zijn vrij genereus in het lenten hebben. Hoe meer talent je hebt, hoe toekennen van dure geneesmiddelen en dure beter de meritocratie voor je uitpakt. Het voorzieningen. We zijn nog lang niet zo ver gymnasium is vooral heerlijk voor gymnasias- als in andere landen; die zeggen, laten we eens ten. Maar er zijn natuurlijk ook mensen die uitrekenen wat deze handeling of dit genees- om genetische of andere redenen minder middel aan additionele levensverwachting goed bedeeld zijn met talenten die markt- oplevert. En nagaan wat ons dat, gecorrigeerd waarde representeren. Zij hebben eerlijk ge- voor kwaliteit van leven, gaat kosten. Neder- zegd in de huidige samenleving wel enige re- land is een rijk land, we kunnen het ons nog den om verbitterd te zijn. Vroeger was het in veroorloven en vinden het kennelijk de moei- ieder geval nog zo dat ze een volwaardig plek- te waard. je kregen, al dan niet gesubsidieerd door de gemeenschap. Als ze dat niet gegund wordt in Er is het spanningsveld tussen het de meritocratie dan is eigenlijk de boodschap: marktmechanisme, efficiency en integrale ‘sorry, je verdient het gewoon niet, pech ge- zorg. Vindt u dat daar voldoende uit is had.’ Een fatsoenlijke economie zorgt dat in- gekomen in de Agenda voor de Zorg? komensverschillen niet te groot zijn, zodat De noodzaak om scherp toe te zien op effici- solidariteit een kans krijgt. ency, effectiviteit en kostenbeheersing, dat zijn niet de punten waar professionals erg en- U was voorzitter van de partijen die de thousiast van worden. Ze ervaren het eerder Agenda voor de Zorg hebben opgesteld, een als een onvermijdelijke noodzaak maar on- aanbod van een zestiental partijen aan de derkennen natuurlijk het belang ervan. nieuwe regering. Het budget voor de zorg Integrale zorg is wel een punt waar profes- gaat steeds verder omhoog, hoe beheers je sionals enthousiast over zijn, omdat dat een dat? professionele uitdaging voor hen is. Daar kan Dat is een lastig onderwerp. Veel van de par- zeker veel meer aan gebeuren en daar zie ik ook tijen die bij de Agenda aan tafel zitten zijn hele bemoedigende tekenen van. Voortdurend vooral geïnteresseerd in de zorg die ze bieden, is er een discussie gaande over de grenzen bin- respectievelijk krijgen, en de kwaliteit daar- nen de zorg en of ze nog zinnig zijn. Tussen de van. En dan is het niet moeilijk daar meer eerste-, tweede- en derdelijnszorg. Een uitge- geld aan uit te geven. De stijging van de kos- breidere rol voor de huisarts. De vraag wat een ten is echter zo angstaanjagend snel gegaan goede rol is voor het kleine ziekenhuis en het dat iedereen daarvan is geschrokken. Ik denk academische ziekenhuis. En de juiste zorg op dan bijvoorbeeld aan dure geneesmiddelen. de juiste plaats. Dat is ingewikkeld, daar is Dat is een probleem waar nu niemand meer geld mee gemoeid, maar daar moeten we seri- voor wegloopt. Daar moeten we iets op ver- eus naar kijken, is het standpunt. zinnen. Wat betreft de algemene kosten van De toonzetting in de Agenda voor de Zorg het stelsel, daar is de methode om de kosten is: we beginnen niet met vragen, we beginnen procentueel te beteugelen weliswaar geen met bieden. Zou u deze hulp graag willen als

26 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 overheid? Wij horen graag of er waardering strepen, is als je kijkt naar wat je voor kinde- voor ons aanbod is en bereidheid tot financie- ren zou kunnen doen. Er zijn vier dingen die ring. je kunt doen en waar een enorme winst te ha- len valt voor de rest van hun leven. Het zijn Punt 1 van de Agenda voor de Zorg heeft het helemaal geen spectaculaire dingen, je moet over betrokkenheid van patiënten. Zouden ze alleen organiseren. Twee dingen moet je de vragen van patiënten niet leidend moeten wel doen en twee dingen moet je vooral niet zijn? doen. Je moet goed eten en voldoende bewe- De patiënten zijn via de NPCF heel hoorbaar gen en je moet niet roken en niet drinken. aanwezig bij het opstellen van de Agenda. Die Denk bijvoorbeeld bij goed eten aan een ge- hebben zich echt stevig geïnstalleerd. NPCF zonde warme schoollunch met veel groente, vraagt aandacht voor haar punten en die pun- veel vezels, en weinig suiker, zout en vet. Dat ten zijn voor een deel bijna letterlijk terugge- zou fantastisch zijn en het is goed te organise- komen in de definitieve tekst. Bijvoorbeeld ren. In veel landen om ons heen is het al vol- het aandringen op transparantie en informa- strekt normaal. tie over de kwaliteit van de zorg en zorghan- delingen, het betrekken van de patiënt, het Het voorkomen van eenzaamheid en sociaal kennen en horen van de patiënt, extra infor- isolement mist vaak in het rijtje. Ernstige matie aan de patiënt en het recht op een twee- eenzaamheid heeft gezondheidseffecten de opinie. Dat kan allemaal breed terugge- die niet onder doen voor roken, drinken en vonden worden in deze agenda. Dit heeft veel overgewicht. Zou het niet goed zijn als er bij meer aandacht gekregen dan in de jaren er- preventie ook voor dit thema meer aandacht voor. Ik heb me er heel erg over verbaasd dat komt? er niet al lang een meer consumenten- Je moet niet alles preventie noemen. Preventie bondachtige belangenbehartiging is van pati- zegt, je doet nu iets zonder dat er een recht- ënten. Dat zou heel veel kunnen opleveren. streekse aanleiding toe is en je hebt er over tien of twintig of dertig jaar plezier van. Wat u beschrijft is Ik heb me er heel erg over verbaasd dat er niet onbelangrijk en je kunt niet al lang een meer consumentenbond­ zeggen: als je mensen leert achtige belangenbehartiging is van patiënten. zichzelf te redden voor als het even moeilijk wordt in het le- Dat zou heel veel kunnen opleveren. ven, dan is dat preventie. Maar als mensen eenmaal eenzaam zijn of vereenzamen dan is het Punt 2 uit de Agenda gaat over preventie probleem al zichtbaar. Dan zijn ze al aan het Dat is een thema dat mijzelf na aan het hart roken en het drinken en is het in die zin al te ligt. Daar is eigenlijk iedereen voor, dus daar laat. zullen we echt nog wel verder in komen. Maar hoe je het precies organiseert, hoe je het fi- Hedy d’Ancona heeft laatst de Socrateslezing nanciert, hoe je ervoor zorgt dat wie ervan gehouden. Zij pleitte voor de emancipatie profiteert ook bijdraagt aan de kosten, dat van ouderen. Moeten ouderen zich meer wordt een hele interessante en ook lastige op- laten gelden? gave. Maar we zijn een land met een hoog- Ouderen hebben meer te bieden dan ze zich waardige gezondheidzorg en ik zie ruimte om soms realiseren. En ze zouden de ruimte daar- aan langetermijneffecten te werken. We kun- voor ook moeten vragen. Bijvoorbeeld als zij nen daarmee een goed voorbeeld geven aan de activiteiten willen continueren. Veel ouderen rest van de wereld. die ik ken – en ik zit inmiddels ook in dat De makkelijkste manier om het te onder- vakje – geven daar ook inhoud aan. Zij selec-

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 27 teren activiteiten die hen maximaal inspireren is. Hebben de gevestigde partijen daar wat en bijdragen aan hun levensgenoegen. Dat is laten liggen? Op kandidatenlijsten kom je voor een optimale oude dag het mooiste per- weinig ouderen tegen. spectief. Niet zozeer nietsdoen, maar in wat je Het hangt er een beetje van af op welke lijsten maar het is waar dat ze onder- vertegenwoordigd zijn. In alle In alle eerlijkheid is het ambt van politicus, eerlijkheid is het ambt van po- zeker een Tweede Kamerlid, fysiek liticus, zeker een Tweede Ka- behoorlijk belastend. Dat is misschien merlid, fysiek behoorlijk belas- tend. Dat is misschien toch toch wel de allereerste reden dat ouderen wel de allereerste reden dat ou- ondervertegenwoordigd zijn in de Tweede deren ondervertegenwoordigd Kamer. zijn in de Tweede Kamer. Ik zit er redelijk dichtbij, als Eerste Kamerlid. Tweede Kamerlid, doet selectief kunnen zijn. Het is een grote laat staan minister, dat is echt moordend. Dus luxe om te kunnen kiezen wat je wel en niet dan zijn er fysieke grenzen die je in beeld meer wilt doen, echt een voorrecht. krijgt. Je moet een beetje voorzichtig zijn in wat je aan kunt. Ik heb zelf ook weleens op de Zijn er op dat terrein nog veel barrières te nominatie gestaan om minister te worden. slechten? Dat is heel verleidelijk, maar de eerste eis die Hier en daar wel, maar die verdwijnen echt je aan jezelf moet stellen is enorme fysieke wel. Wat je heel vaak ziet is dat ouderen niet energie. Als je twijfels hebt over je fysieke zozeer het recht verwerven om te blijven doen conditie heb je een goede reden om ‘toch wat ze altijd al deden maar dat het wel heel maar niet’ te zeggen. vaak een optie is die je gegund kan worden. Ik ben zelf wel een aardig oefenvoorbeeld. Ik zit Hoe ziet u uw eigen ouder worden? Heeft u hier nog steeds bij de universiteit als universi- beelden van hoe u zelf ouder wil worden? teitshoogleraar. Toen ik vijfenzestig werd, is Natuurlijk, die heeft iedereen en ze zijn eigen- gezegd dat het voor deze functie de gewoonte lijk voor iedereen hetzelfde, namelijk redelijk was om ermee op te houden. Maar ik vond het zelf erg leuk om onderwijs te geven en heb Oud worden is voor mij een mengsel van mijn best gedaan om met een dankbaarheid en melancholie. nul-aanstelling verder te gaan en te blijven doen wat ik toch al deed, namelijk college geven. Dat is gelukt. gezond en actief blijven en mentaal sterk. Elk jaar bespreken we of ik het nog een jaar Oud worden is voor mij een mengsel van blijf doen. Je moet bereid zijn je ieder jaar te dankbaarheid en melancholie. Dat is een heel onderwerpen aan een kwaliteitstoets. We zul- passende mix. Ik ben nu begonnen met schrij- len zien hoe lang dat blijft lukken. ven over een aantal publieke herinneringen. Ik vind het nuttig en passend om verantwoor- Een typisch voorbeeld van een te slechten ding af te leggen. Hierdoor realiseer ik me wat barrière is hoe politieke partijen ouderen op ik heb meegemaakt en hoe dankbaar ik daar- de tweede of derde rij hebben gezet. Dat is voor mag zijn. En soms besef ik ook, hoe ver een van de redenen waarom 50Plus geboren het inmiddels achter me ligt.

28 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 GERONGRAFIEK

Grote verschillen in loopbanen, ­gezondheid en levensverwachting naar opleiding HANNA VAN SOLINGE

De recente verhoging van de pensioenleeftijd ting. Uit een recent onderzoek onder werkne- geldt voor iedereen. De rechtvaardigheid van mers van 60 jaar en ouder blijkt dat ruim 60% dat principe staat ter discussie. Onderzoek van de lager opgeleiden op het moment van maakt duidelijk dat er wat betreft langer door- ondervraging al 45 jaar werkzaam was. Géén werken kwetsbare groepen te onderscheiden van de hoger opgeleiden had een dergelijke zijn. Veel van die factoren lopen langs lijnen lange loopbaan. In het onderzoek is ook ge- van onderwijsniveau. Mensen met een lage vraagd hoe groot men de kans achtte om 80 opleiding starten eerder met werken en heb- jaar of ouder te worden. Ook hier zien we gro- ben daardoor langere loopbanen. Ze hebben te verschillen naar opleiding. Een derde van de relatief vaak de minder aantrekkelijke banen, lager opgeleiden acht de kans tamelijk/heel die lichamelijk belastend en zwaar en boven- groot. De hoger opgeleiden zijn hierover veel dien slecht betaald zijn. Mede hierdoor is vaak positiever: ruim 50 % acht die kans tamelijk/ al op jongere leeftijd sprake van een slechte heel groot. gezondheid en een slechtere levensverwach-

Loopbaanduur, gezondheid en subjectieve levensverwachting naar opleidingsniveau van 60-plus werknemers

70 60 50 40 laag opgeleid % 30 midden 20 hoog opgeleid 10 0 loopbaan 45+ slechte denkt 80 jaar of gezondheid ouder te worden

Bron: NIDI Pensioen Panel (2015)

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 29 ARBEID & INKOMEN

De bestedingen van ouderen onder de loep genomen

ANNA VAN DE SCHORS & MARCEL WARNAAR

In de discussie over de herziening van het pensioenstelsel zou er niet alleen aandacht moeten zijn voor de inkomsten van (toekomstig) gepensioneerden, maar ook voor de bestedin- gen. Dit artikel geeft inzicht in de ontwikkeling van het uit- gavenpatroon van gepensioneerden in het licht van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op hun financiële situatie.

De bestedingen van ouderen hangt ook samen met veranderingen in de Een 70-jarige geeft gemiddeld 13% minder huishoudsamenstelling. Wanneer een van de uit dan een 65-jarige en een 75-jarige geeft partners overlijdt, daalt de AOW-uitkering 19% minder uit dan een 65-jarige. Figuur 1 van het huishouden. Daarnaast is een nabe- geeft dit weer; het laat het gemiddeld besteed- staandenpensioen over het algemeen lager baar inkomen en de uitgaven van huishou- dan een ouderdomspensioen. dens voor verschillende leeftijdscategorieën zien. Over het algemeen dalen de gemiddelde De financiële situatie van ouderen totale uitgaven iets sneller dan de inkomsten. De vraag is of de daling van het besteedbaar Dat de absolute bestedingen afnemen na inkomen op het moment van pensionering en pensionering is begrijpelijk. Men heeft im- na pensionering, problematisch is voor de fi- mers over het algemeen een lager besteedbaar nanciële situatie van ouderen. Dit lijkt voor inkomen na pensionering (zie figuur 2). Dit de huidige ouderen niet het geval te zijn. Zo blijkt uit armoedecijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat de huidige gepensi- 3.500 oneerden relatief weinig in armoede leven; 3.000 3.264 3.325 2.500 2.729 2.790 3% tegen een gemiddelde in Nederland van 2.455 2.439 2.000 2.242 2.252 1.500 7,6%. 1.000 500 De huidige gepensioneerden geven zelf - 50-65 jaar 65-70 jaar 70-75 jaar 75 jaar en ouder ook relatief vaak aan gemakkelijk rond te

Besteedbaar inkomen Uitgaven kunnen komen: 64% zegt makkelijk rond te komen, terwijl gemiddeld 55% van alle Ne- Figuur 1. Gemiddeld besteedbaar inkomen en derlandse huishoudens zegt gemakkelijk rond gemiddelde uitgaven, in euro’s per maand (Nibud-­ te komen. Het percentage 65-plussers dat ge- berekeningen o.b.v. CBS Budgetonderzoek 2013) makkelijk rondkomt is in de loop der jaren

30 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017

8.000 4,00 ARBEID &INKOMEN 7.000 3,50

6.000 6.400 6.492 6.508 3,00 6.075 5.000 5.583 5.642 2,50 4.908 4.000 2,00 3.958 3.000 3.600 3.492 3.533 3.492 1,50 3.092 3.317 3.092 3.325 2.800 2.000 2.742 2.492 2.700 1,00 2.108 2.100 1.000 1.333 0,50 933 0 0,00 < 25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-6060-65 65-7070-75 >75

Bruto inkomen (p.m.) Besteedbaar inkomen (p.m.) Personen per huishouden Figuur 2. Het gemiddelde bruto-inkomen en het besteedbaar inkomen (per maand) van particuliere huishoudens in 2014 voor verschillende leeftijdscategorieën ook toegenomen: in 1991 gaf nog maar 41% zijn er ook uitgaven die specifiek afnemen of van de 65-plussers dit aan, tegen 63% in toenemen met de leeftijd. Zo zien we dat 2010. In 2002 gaven voor het eerst meer net-gepensioneerden een groter deel van hun 65-plussers dan 65-minners aan dat zij mak- inkomen uitgeven aan vrijetijdsuitgaven kelijker konden rondkomen. (hobby’s, dagjes-uit en vakanties) dan 50- tot Dat ouderen gemiddeld genomen geen 65-jarigen. Ze zijn relatief fit en trekken er grote problemen hebben met rondkomen dus meer op uit. Dat hogere bedrag is echter blijkt uit de budgetaandelen van de verschil- tijdelijk. Bij 70-plussers is dit niet meer te lende uitgavenposten. De budgetaandelen zien; dan nemen de vrijetijdsuitgaven af. De zijn de bestedingen weergegeven als percenta- daling vanaf 70-jarige leeftijd is sterker bij ge van het besteedbaar inkomen (het netto huishoudens met een relatief hoog inkomen. inkomen, inclusief alle toeslagen en andere Ouderdom komt met gebreken. Dat is tegemoetkomingen). Wanneer het inkomen ook terug te zien in het uitgavenpatroon. De te laag is om van rond te komen, zou zich dat gasrekening en de niet-vergoede ziektekosten uiten in hoge budgetaandelen voor noodzake- worden hoger naarmate men ouder wordt. lijke uitgaven, zoals wonen en voeding. Dit is 70-plussers met hogere inkomens geven meer niet het geval, noch bij de jongere noch bij de uit aan huishoudelijke dienstverlening. oudere ouderen. Dat wil natuurlijk niet zeg- Veel ouderen met een eigen woning hebben gen dat alle ouderen goed kunnen rondko- de hypotheek geheel of gedeeltelijk afgelost. De men. Individuele of specifieke groepen oude- woonlasten liggen bij deze ouderen duidelijk ren kunnen wel degelijk moeite hebben om lager dan bij niet-gepensioneerden met een ei- rond te komen. gen woning. Bij 70-plussers liggen de woonlas- ten nog lager. Een grote groep 70-plussers Veranderingen in het uitgaven­ woont met een relatief laag inkomen in een re- patroon tijdens pensionering latief groot huis. Dat leidt ertoe dat ze relatief Dat de budgetaandelen voor een groot deel veel spenderen aan bijkomende woonlasten als van de verschillende uitgavenposten nage- lokale lasten, energie en onderhoud. Omdat ze noeg gelijk zijn in de verschillende leeftijdsca- geen of weinig hypotheeklast hebben, is dit tegorieën, betekent dat het inkomen een be- over het algemeen goed op te brengen. langrijke invloed heeft op de hoogte van de Gepensioneerde huurders zijn daarente- uitgaven. Met andere woorden: het inkomen gen een groter deel van hun inkomen kwijt daalt en daardoor gaat men ook minder uitge- aan woonlasten. Hun inkomen is lager ge- ven. Men past de uitgaven er op aan. worden, maar de huur niet. De huurtoeslag Naast dit zogenaamde inkomenseffect, heeft hier maar een zeer beperkt effect.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 31 Verschillen in bestedingen tussen Aan niet-vergoede ziektekosten - het gaat generaties hierbij om de eigen kosten aan zorg los van de Ook over 2000 en 2003 zijn gegevens bekend zorgverzekering zoals eigen risico, eigen bij- over de bestedingen van ouderen. Hiermee drage voor medicijnen en Wmo-zorg - wordt hebben we kunnen nagaan of bepaalde veran- niet alleen meer uitgegeven naarmate men deringen met de leeftijd in zijn algemeenheid ouder wordt, maar zijn de bestedingen ook horen bij het ouder worden - een zogenaamd toegenomen ten opzichte van 10 jaar eerder. ‘leeftijdseffect’- of alleen zichtbaar zijn bij de In 2000 en 2003 besteedde men op alle leef- ARBEID & INKOMEN & ARBEID huidige ouderen en niet in andere periodes - tijden tijdens pensionering een vergelijkbaar een zogenaamd ‘generatie-effect’. deel van het totale budget aan de eigen zorg- We zien ook in 2000 en 2003 dat ouderen kosten (circa 1,5% van alle uitgaven). In 2013 meer gingen uitgeven aan huishoudelijke ligt dat percentage hoger en neemt het toe hulp, gas, contributies en abonnementen met de leeftijd (2,1% voor 65- tot 70-jarigen naarmate ze ouder werden. Deze toename tij- naar 2,6% voor 75-plussers). In 2000 en 2003 dens de pensioenperiode was vergelijkbaar waren er minder eigen betalingen aan zorg- met nu. De slechter wordende gezondheid is kosten. Naarmate men ouder is, heeft men dus duidelijk iets van alle tijden. relatief gezien ook meer zorgkosten. Tegen- Ten opzichte van de jaren 2000 en 2003 woordig moet men vaker een deel daarvan geven de 65- tot 70-jarigen nu relatief meer zelf betalen. Dit is terug te zien in het budget­ uit aan woonlasten. Bij de 75-plussers is dit aandeel aan niet-vergoede ziektekosten in budgetaandeel juist lager dan tien jaar gele- 2013, dat met de leeftijd stijgt. den. We denken dat dit komt doordat het ei- Dat zorgkosten zwaarder op het budget genwoningbezit de laatste jaren flink is toege- zijn gaan drukken, zien we ook terug als we nomen. In de periode van 2002 tot 2015 is kijken naar de koopkrachtontwikkeling van het eigenwoningbezit onder 65- tot 75-jari- ouderen. Voor de ouderenbonden maakt het gen gestegen van 45% naar 62%. En bij Nibud rond Prinsjesdag specifieke berekenin- 75-plussers van 30% naar 44%. De jongere gen over de statische koopkrachtontwikkeling gepensioneerden hebben mogelijk hun hypo- van ouderen zonder en met zorgkosten in de

theek niet altijd volledig afgelost. afgelopen jaren. Figuur 3 geeft de koopkracht­

4,7% alleenstaande, AOW 3,3%

-2,5% alleenstaande, AOW + 10.000 € -5,1%

2,7% paar, AOW 1,5%

-4,4% paar, AOW + 10.000 € -6,7%

-8,0% -6,0% -4,0% -2,0% 0,0% 2,0% 4,0% 6,0%

zonder zorg met zorg

Figuur 3. Statische koopkrachtverandering 2011-2017 Bron: Nibud, Koopkrachtverandering van ouderen 2016-2017

32 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 effecten weer over de periode 2011-2017 voor tuatie, maar ook naar de woonsituatie en ge- ARBEID &INKOMEN huishoudens met alleen AOW en voor AOW-­ zondheidssituatie. gerechtigden met een aanvullend pensioen. Huishoudens met een aanvullend pensi- We zien dat ouderen het afgelopen decenni- oen zijn er tussen 2011 en 2017 meer op ach- um meer zelf zijn gaan uitgeven aan zorgkos- teruitgegaan dan huishoudens met alleen ten. Onze verwachting is dat de stijging van AOW. Dit komt vooral doordat het aanvul- de niet-vergoede ziektekosten zal doorzetten. lend pensioen niet is gestegen. Daarnaast zijn Ouderen zullen steeds minder vaak naar een huishoudens met zorgkosten er meer op ach- verzorgingshuis gaan en steeds meer zorg aan teruitgegaan dan vergelijkbare huishoudens huis krijgen. Er is een tendens om de eigen zonder zorgkosten. Dit komt voornamelijk bijdragen voor de zorgkosten te verhogen. Zo doordat het eigen risico tussen 2011 en 2017 is de eigen bijdrage voor de langdurige zorg gestegen is van 170 euro naar 385 euro per sinds 2014 ook afhankelijk van het beschik- jaar. Daarnaast is de eigen bijdrage Wmo ge- bare vermogen van huishoudens. Aangezien stegen. Ook zijn diverse landelijke tegemoet- ouderen het meest gebruikmaken van langdu- komingen zoals de algemene tegemoetko- rige zorg, hangt de bekostiging van de zorg ming Wtcg en de Compensatie Eigen Risico samen met het inkomen van ouderen. (CER) tussen 2011 en 2017 vervallen. De Verder denken we dat de kloof tussen wo- zorgtoeslag is voor lagere inkomens verhoogd, ningeigenaren en huurders groter zal worden. maar voor huishoudens met een aanvullend Door de veranderende fiscale behandeling pensioen van 10.000 euro is het in 2017 lager van de hypotheek lost een groter deel van de dan in 2010. hypotheekbezitters binnen 30 jaar de hypo- theek af. De groep woningeigenaren met een Wat betekent dit voor de toekomst? aflossingsvrije hypotheek of een nog niet af- Door de toegenomen arbeidsparticipatie van betaalde hypotheek wordt daarmee kleiner. vrouwen en verbeteringen in het pensioen- Hierdoor worden de verschillen in beste- stelsel in de circa twintig jaar voor het uitbre- dingsruimte tussen woningbezitters en huur- ken van de crisis in 2008, is het gemiddelde ders mogelijk groter. Huurders blijven na hun bruto-inkomen van gepensioneerde huishou- pensioen met hoge woonlasten geconfron- dens aanzienlijk toegenomen in de periode teerd worden en de vraag is of dat op te bren- van 2002 tot 2014. Gezien diverse ontwikke- gen blijft wanneer het pensioeninkomen dui- lingen - meer scheidingen, meer zzp’ers, meer delijk lager is dan het inkomen voor flexibele dienstverbanden en minder opbouw pensionering. en garanties in de aanvullende pensioenop- bouw - betwijfelen we of de trend van stijgen- Literatuur de pensioeninkomsten zich in de toekomst Het gehele rapport Bestedingen van ouderen is te voortzet. Door de toenemende variatie in per- downloaden via https://www.nibud.nl/beroeps- soonlijke omstandigheden verwachten we dat matig/bestedingen-ouderen-2016/ Nederlanders er minder op kunnen vertrou- Het rapport Koopkrachtverandering van ouderen wen dat het inkomen en het uitgavenpatroon 2016-2017 is te downloaden via http://www. in hun specifieke situatie na pensionering au- knvg.nl/media/1511710/160920b%20koop- tomatisch, zonder zelf aandacht te besteden kracht%202016-2017%20ouderenbonden%20 aan de eigen pensioensituatie, op elkaar aan- prinsjesdag%202016_def.pdf. sluiten. Meer dan vroeger wordt het voor huishoudens belangrijk om actief bezig te zijn Over de auteurs met de financiële planning. Anna van der Schors en Marcel Warnaar zijn De grotere variatie vraagt erom meer naar beiden werkzaam als senior wetenschappelijk de totale financiële situatie van een huishou- medewerker bij het Nibud. den te kijken. Niet alleen naar de inkomenssi-

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 33 ARBEID & INKOMEN

Verdwijnende beroepen en de gevolgen voor (oudere) werknemers

ARIE STOLK

Volgens onderzoek van Oxford University bestaat over 20 jaar 47% van de huidige banen niet meer. Het zou het gevolg zijn van robotisering en vergaande automatisering. Het onderzoek is weliswaar uitgevoerd in de Verenigde Staten van Amerika, maar het is waarschijnlijk dat de uitkomsten bijvoorbeeld ook in België en Nederland zullen gelden. Een redactionele opinie hierover.

Het is van alle tijden dat banen en de term ‘Nederland-Distributieland’ groeide beroepen verdwijnen de welvaart door. Handel en diensten, met Al sinds de opkomst van de industrie halver- name de IT sector werden de nieuwe bronnen wege de 19e eeuw kennen we het verschijnsel van werkgelegenheid. Het verschijnsel van de dat door technologische vooruitgang en veran- compenserende werkgelegenheid werd al vroeg derende organisatiepatronen, bestaande banen door de Oostenrijkse econoom Joseph Schum- veranderen of verdwijnen. Zo maakte de peter (1883-1950) onderkend. Hij bepleitte stoomtrein de postiljon overbodig en enkele technologische innovatie met de term ‘Crea- decennia later verdween de stoker van de tieve Destructie’ om vooruitgang en nieuwe stoomtrein omdat de treinen in het vervolg werkgelegenheid te realiseren. Terugkijkend elektrisch werden aangedreven. De opkomst heeft dat idee ook jarenlang goed gewerkt, van de industriële bedrijvigheid en later de vooral in een handelsland als Nederland. Toch dienstensector had veel invloed op de werkge- is het zeer de vraag of deze benadering in de legenheid. Veel ambachtelijk werk verdween nabije toekomst ons nog steeds algemene wel- door industriële productie. De landbouw werd vaart en werkgelegenheid zal opleveren omdat gemechaniseerd, maar de getroffen landarbei- er geen aanwijzingen zijn dat veel van de ver- ders konden massaal in de industriële sectoren dwijnende werkgelegenheid nu opnieuw ge- aan de slag. Een zelfde ontwikkeling zagen we compenseerd zal worden. later in de jaren 70 van de vorige eeuw toen de maakindustrie verder automatiseerde en glo- Afnemende baanzekerheid baliseerde. Daardoor verdween de scheeps- We zien in de laatste decennia dat veel van de bouw grotendeels uit Nederland, evenals de verdwijnende beroepen zich voordoen onder textielindustrie en nam de werkgelegenheid bij de middenklasse en dat vooral oudere werk- bedrijven als Philips, Hoogovens en Stork nemers geraakt worden, die dan moeilijk of sterk af. Maar er ontstond veel compenserende nagenoeg niet aan de slag kunnen komen in werkgelegenheid in de dienstensector. Onder nieuwe beroepen. Als we kijken naar de toe-

34 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 passingsmogelijkheden van nieuwe technolo- tief weinig autonomie in het werk. Dat de au- ARBEID &INKOMEN gie en informatica dan is het eenvoudig te tonomie van werknemers is afgenomen, wijst voorspellen dat deze tendens zich zal voort- mogelijk ook op een toename van het gepro- zetten en grote gevolgen zal hebben voor veel tocolleerde en simpele werk en op het naar bestaande werkgelegenheid. De economische zich toe trekken van verantwoordelijkheden opleving van dit moment verhult het structu- door leidinggevenden. rele probleem van de arbeidsmarkt. De werk- loosheidscijfers lijken gunstig (5,1% van de Werkgelegenheid in de toekomst beroepsbevolking) maar over de kwaliteit en Verdergaande automatisering en het op grote de kwantiteit van de banen valt veel te zeggen. schaal toepassen van robots is een logisch ver- De baanzekerheid in westerse landen is volg op een al lang bestaande ontwikkeling. sterk afgenomen, ook in Nederland volgens Het is niet altijd even duidelijk wat we precies een OESO rapport uit februari 2016. Life- bedoelen met het begrip robot. Maar het gaat time employment, in de zelfde functie bij een om nieuwe technologie waarmee menselijke baas tot aan het pensioen, is voor veruit de inspanningen zowel in denken als handelen meeste mensen niet meer weggelegd. Dat vervangen worden door apparaten. Het maakt vergt van werknemers een voortdurende aan- menselijke arbeid overbodig. Lange tijd bleef passing aan nieuwe omstandigheden, het aan- dit beperkt tot laaggeschoolde handelingen of leren van nieuwe vaardigheden, beschikken sjabloonmatige arbeid, vooral in de industrie. over mentale wendbaarheid en genoegen kun- De laatste jaren zien we het zich echter ook nen nemen met mindere arbeidsvoorwaarden voordoen in meer gecompliceerde arbeidspro- en een onzeker toekomstperspectief. Zowel cessen, zoals in het bank- en verzekeringswe- werkgevers als werknemers lijken zich daar, zen. Daardoor is de terechte vrees ontstaan dat ondanks alle aandacht voor het probleem, te de brede middenklasse in westerse landen aan- weinig van bewust. zienlijk zal inkrimpen. De omvang, inhoud, Veel mensen zijn tegen wil en dank zzp’er kwaliteit en beloning van nu nog veel voorko- (zelfstandige zonder personeel). Volgens het mend werk staat op het spel. Het zal de indus- CBS zijn er ruim een miljoen zzp’ers. De aan- trie verder treffen, maar ook de commerciële was en uitstroom houdt elkaar de laatste twee dienstverlening en zelfs de ICT sector kan qua jaar in evenwicht. De aanwas bestaat steeds werkgelegenheid krimpen. Het is dan ook zeer meer uit hoger opgeleiden en deze categorie is de vraag of het fenomeen van ‘Schumpeters over het algemeen meer succesvol. Ruim 15% Creatieve Destructie’ zich nog langer zal voor- van de zzp’ers werd in de afgelopen jaren werk- doen. Want waar zou compenserende werkge- loos. legenheid moeten of kunnen ontstaan? De Veel werk bestaat uit tijdelijke banen, uit- zorgsector zou wellicht kunnen groeien, of het zendwerk, oproepkrachten, nul-urencontrac- onderwijs, de politie en het leger, maar die ten en dergelijke. De verzamelnaam is zijn sterk afhankelijk van de overheid en de flexwerk. Flexwerk stijgt vanaf 2004 van neiging en noodzaak in die sectoren tot pro- 1.000.000 naar 1.748.000 in 2016. Deze ductiviteitsverbetering zal ook daar leiden tot groeiontwikkeling zal zich in de komende ja- verdere automatisering en robotisering. ren voortzetten. Tegelijkertijd neemt het aan- Overheden hebben trouwens een steeds tal vaste banen gestaag af. zwakkere positie gekregen om invloed op ar- Volgens de TNO-onderzoekers Smulders beidsmarkten uit te kunnen oefenen. Ze heb- en van den Bossche blijken er niet alleen in de ben die invloed soms ook bewust uit handen VS en de UK maar ook in Nederland in de gegeven door overheidsdiensten te privatise- periode 2007-2013 meer werknemers zijn te- ren. Toen in de jaren 70 van de vorige eeuw rechtgekomen in banen met meer arbeidson- de Limburgse mijnen werden gesloten – er zekerheid en matige arbeidsvoorwaarden, in gingen 45.000 arbeidsplaatsen verloren – deeltijdwerk, met flexibele contracten en rela- kwam er nieuwe werkgelegenheid bij DSM

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 35 voor in de plaats, door omvorming van het be- baseerd geweest op protectionisme en het te- drijf naar de chemie. Daf opende een nieuwe ruggrijpen op behaalde successen van indus- autofabriek in Born en het Rijk verplaatste een triële werkgelegenheid uit het Amerikaanse aantal rijksdiensten naar Limburg. Er was dus verleden. Maar dat lijkt een heilloze weg. Zo- sprake van een succesvolle arbeidsmarktpoli- wel in Amerika als in Europa zullen we het tiek die voor de meeste werknemers die in of toch moeten hebben van innovatie en nieuwe voor de mijnen hadden gewerkt nieuwe banen technologie. Maar dat is niet genoeg. We zul- opleverde. Vervolgens heeft de staat DSM ge- len ook moeten accepteren dat het politieke ARBEID & INKOMEN & ARBEID privatiseerd. Nu werken er nog maar 4.300 streven naar volledige werkgelegenheid geen werknemers. Denk als het om privatisering haalbaar doel meer is. gaat ook even aan andere voormalige staatsbe- drijven als de PTT, de nutsbedrijven en de Wat overheden en Sociale partners banken. De overheid heeft veel uit handen ge- moeten doen? geven. Grote internationaal georiënteerde be- Overheden, werkgevers, werknemers en we- drijven weten nu als nooit te voren gunstige tenschap zullen zich moeten beraden op een vestigingsvoorwaarden af te spreken en maken nieuw stelsel van sociale zekerheid. Betaalde landen onderling tot concurrenten. Het mid- arbeid wordt schaars en is niet meer voor ie- den en kleinbedrijf genereert veel werkgele- dereen en in elke periode van een loopbaan genheid maar is zeer conjunctuurgevoelig. Ne- beschikbaar. Door een steeds grotere versnel- derlandse bedrijven in deze categorie scoren ling van organisatieverandering zullen oudere vaak heel goed in de internationale betrekkin- werknemers vroeger afhaken waardoor er een gen en ze zijn inventief met nieuwe producten gat ontstaat tussen het einde van de loopbaan en innovaties. Misschien dat daar nog de beste en de pensioenleeftijd. Herverdeling van be- kansen liggen voor de werkgelegenheid. Be- schikbare arbeid door middel van arbeidstijd- zien we de positie van de werknemers, de zzp- verkorting lijkt een reële optie. De werkeloos- er en oudere werknemers in het bijzonder, in heidswet moet worden aangepast en de de hier geschetste context van de werkgelegen- pensioendatum moet naar individuele behoef- heidsontwikkeling, dan constateer ik dat: te flexibel worden gemaakt. Voor degenen die – Werkgelegenheid en vooral vaste banen buiten het arbeidsproces (waar loon tegenover steeds schaarser gaan worden; staat) staan, moeten stimuleringsmaatregelen – Beloning, andere arbeidsvoorwaarden en worden gecreëerd om zich in te zetten voor pensioenvoorzieningen voor een groeiend maatschappelijke dienstverlening, tegen pas- aantal mensen onder druk komen te staan; sende financiële vergoedingen. Het zou ook – Veel mensen met (hogere)opleidingen ge- goed zijn om meer aan vrijetijdskunde te gaan noegen moeten nemen met lager gekwalifi- doen. Maar voor deze wensen zal ook finan- ceerde functies; ciering gevonden moeten worden en er zijn – Het in veel gevallen noodzakelijk zal zijn om vergaande ingrepen nodig in de inkomensver- meerdere kleine banen te combineren om deling. Belastingheffing op arbeid moet een leefbaar inkomen te kunnen verwerven. plaatsmaken voor belastingheffing op toege- Het economisch herstel van het laatste jaar in voegde waarde. De bestuurs- en management- Nederland maskeert de werkgelegenheidsont- lagen van de grote ondernemingen zijn voor- wikkeling op langere termijn. Om die reden alsnog ongrijpbaar voor afzonderlijke landen is het bij de afgelopen verkiezingen in Neder- vanwege een grote internationale beweeglijk- land geen belangrijk onderwerp geweest. In heid. Daar kan alleen verandering in worden tegenstelling tot de verkiezingsuitslag in de aangebracht als landen op dit punt de moed VS, waar Trump zijn overwinning mede te hebben om de handen ineen te slaan. danken heeft aan het gebrek aan perspectief voor arbeiders in de mijnbouw, de staal- en de Over de auteur auto-industrie. Zijn verkiezingsbelofte is ge- Arie Stolk is redacteur van Gerōn

36 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 ARBEID & INKOMEN

Het organisatieperspectief op werken na het pensioen

JAAP OUDE MULDERS

Werkgevers scheppen met hun beleid en gedrag mogelijkhe- den voor ouderen om al dan niet langer door te werken, zelfs tot na de AOW-leeftijd. Hoe werkgevers omgaan met deze rol en hoe zij zich gedragen ten opzichte van oudere werknemers die doorwerken tot en na hun pensioenleeftijd is vooralsnog echter grotendeels onderbelicht gebleven in de wetenschap- pelijke literatuur. Redenen genoeg om daar de schijnwerper op te zetten.

Arbeidsmarkt en vergrijzing rement (Oude Mulders, 2017) heb ik het gat Door de vergrijzing is het aandeel oudere in de literatuur willen opvullen, door te on- werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt, derzoeken hoe werkgevers (zowel organisaties net als in veel andere ontwikkelde landen, als individuele managers) omgaan met het sterk toegenomen in de afgelopen decennia. doorwerken van oudere werknemers, in het In reactie op de demografische en economi- bijzonder in de periode na pensioen. sche ontwikkelingen heeft de Nederlandse overheid de wet- en regelgeving rondom pen- Onderzoeksopzet sioenen dan ook sterk aangepast. Zo is ver- Het proefschrift bestaat uit vier empirische ar- vroegde uittreding (VUT) afgeschaft en tikelen, aangevuld met een overkoepelende in- wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd, troductie en discussie, en heeft een multidisci- in een poging de arbeidsparticipatie van ou- plinair karakter, met inzichten vanuit de deren te verhogen en zo het stelsel van sociale sociologie, economie en gerontologie. Twee zekerheid betaalbaar te houden. Dit beleid empirische hoofdstukken onderzoeken het ge- heeft vanzelfsprekend ingrijpende gevolgen drag van organisaties als geheel, terwijl twee voor oudere werknemers, die zich genood- andere hoofdstukken het gedrag van individu- zaakt zien om tot op hogere leeftijd actief te ele managers binnen organisaties onderzoeken. blijven op de arbeidsmarkt. Echter, ook werk- Hiertoe zijn ook twee verschillende databron- gevers worden geconfronteerd met een sterk nen gebruikt. Als eerste is data uit een groot vergrijzende beroepsbevolking en grote groe- Europees werkgeversonderzoek uit 2009 ge- pen oudere werknemers die tot op hogere bruikt. In dit onderzoek hebben leidinggeven- leeftijd willen en moeten doorwerken. In den uit zeer verschillende organisaties een en- mijn proefschrift, Organizations, managers, quête ingevuld over de manieren waarop hun and the employment of older workers after reti- organisatie omgaat met oudere werknemers.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 37 Om het gedrag van individuele managers ongeveer tien procent van de organisaties. Ten binnen hun organisatiecontext te bestuderen slotte zijn er organisaties die met enige regel- zijn data verzameld onder een subgroep van maat gepensioneerden inzetten, en dit doen managers uit het LISS-panel van Tilburg Uni- voor een combinatie van regulier werk, inci- versity. Dit zijn vooral data uit zogenoemde dentele klussen, en werk op oproepbasis. vignette-experimenten. De vignettemethode Deze organisaties vormen ook ongeveer twin- is een quasi-experimentele methode die als tig procent van de onderzoeksgroep. Uit een doel heeft het ontrafelen van beslissingen of verdere analyse blijkt dat vooral grote organi- ARBEID & INKOMEN & ARBEID beoordelingen in sociale contexten. Respon- saties met een reeds redelijk vergrijsd perso- denten in een vignetteonderzoek krijgen een neelsbestand, met meer hoger opgeleiden in (fictieve, maar reëel mogelijke) beschrijving dienst, en met een meer actief personeelsbe- van een situatie waarover zij een beslissing leid om ouderen in hun werk te accommode- moeten nemen. De details van de beschrij- ren meer geneigd zijn om gepensioneerden in ving (bijvoorbeeld de kenmerken van een ou- dienst te nemen. dere werkzoekende) worden daarin steeds ge- manipuleerd, zodat inzichtelijk wordt in Sociale normen binnen organisaties welke mate de verschillende details de beslis- maken het verschil sing van de respondent het meest beïnvloe- Uit een vervolgonderzoek blijkt dat sociale den. De vignettedata die in het kader van dit normen omtrent de gelijke behandeling van proefschrift werden verzameld kwamen uit werknemers van verschillende leeftijden en 2013, deels aangevuld met reeds bestaande wanneer men met pensioen zou moeten gaan data uit 2010. ook een rol spelen bij de manieren waarop or- ganisaties omgaan met oudere werknemers, Een gevarieerd beeld zowel in de periode voor als na de AOW-leef- Uit de resultaten blijkt dat ongeveer de helft tijd. Meer specifiek: wanneer de hoogste baas van de onderzochte organisaties ervaring van een organisatie (zoals de eigenaar, direc- heeft met oudere werknemers boven de teur of CEO) van mening is en uitdraagt dat AOW-leeftijd. Deze organisaties zijn op basis oudere werknemers op dezelfde manier be- van hoe vaak zij dit doen, voor welke soorten handeld moeten worden als jongere werkne- werk zij gepensioneerden inzetten, en in wel- mers (d.w.z., gelijke kansen voor scholing en ke mate zij gepensioneerden een normaal ontwikkeling, gelijke behandeling bij reorga- loon betalen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld nisaties), de organisatie meer oudere sollici- alleen een onkostenvergoeding) in vier cate- tanten aanneemt. Ook worden oudere werk- gorieën ondergebracht. Ten eerste zijn er de nemers dan meer gestimuleerd om door te organisaties die nog nooit een oudere werkne- werken tot de AOW-leeftijd. Als de hoogste mer na de AOW-leeftijd in dienst hebben ge- baas een hoge leeftijdsnorm heeft voor pensi- nomen. Dit betreft de helft van de organisa- onering (d.w.z., hij of zij vindt dat werkne- ties. Ten tweede zijn er organisaties die dit mers in het algemeen tot op hoge leeftijd ge- sporadisch doen, en als zij het doen, gepensi- schikt zijn om te werken), dan neemt de oneerden vrijwel hetzelfde inzetten als gewo- organisatie vaker gepensioneerden in dienst ne werknemers, en hen ook altijd een nor- en worden oudere werknemers vaker aange- maal loon betalen. Dit is in twintig procent moedigd om ook na de AOW-leeftijd door te van de organisaties het geval. Ten derde zijn er werken. Wanneer de hoogste baas minder po- organisaties die sporadisch gepensioneerden sitieve beelden heeft over ouderen, uit zich dit in dienst nemen, en hen vervolgens inzetten ook in het geobserveerde gedrag op organisa- voor incidentele klussen of voor werk op op- tieniveau. Het idee is dat de hoogste baas zijn roepbasis. In deze organisaties is vaak sprake of haar sociale normen over oudere werkne- van een geringe vergoeding voor het werk of mers uitdraagt en dat hierdoor lagere mana- alleen een onkostenvergoeding. Dit gaat om gers ook beïnvloed worden in hun gedrag,

38 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 waardoor de gehele organisatie meer kansen of gezondheidsproblemen) of niet flexibel zijn ARBEID &INKOMEN biedt aan oudere werknemers. Maar dit speci- in hun loon- en contracteisen, maken gemid- fieke mechanisme moet nog verder worden deld genomen nauwelijks kans om door te uitgezocht. werken. Ook hier is echter sprake van veel va- Uit onderzoek naar de individuele beslis- riatie in de beslissingen van managers, waarbij singen van managers bij het in dienst nemen sommige in het geheel niet bereid zijn oude- van oudere werknemers en het laten doorwer- ren na de AOW-leeftijd door te laten werken, ken van ouderen na pensioen is gebleken dat terwijl anderen hier veel positiever tegenover er veel variatie bestaat in de bereidwilligheid staan. van managers om dit te doen. Daarnaast is er sprake van leeftijdsdiscriminatie, bewust dan Discussie wel onbewust. Met name oudere werknemers Het onderzoek in het proefschrift heeft aan- boven de 58 jaar moeten aan hogere eisen vol- getoond dat veel organisaties in principe doen dan jongere werknemers om een reële openstaan voor langer doorwerkende oude- kans te maken op een dienstverband. Zo ren, ook in de periode na pensioen. Maar in moeten oudere sollicitanten vanzelfsprekend de praktijk vindt dit alleen plaats als er sprake beschikken over relevante kennis en ervaring is van een duidelijk toegevoegde waarde voor om kans te maken op een nieuwe baan, maar de organisatie. Verder is er veel diversiteit in zijn ook zaken zoals een aanbeveling van een de manier waarop organisaties met doorwer- bevriende werkgever of werknemer belang- kende gepensioneerden omgaan, en zijn er rijk. Managers zijn veel meer geneigd om ie- ook werkgevers die onder geen beding gepen- mand die solliciteert vanuit een andere baan sioneerden in dienst nemen. Naast organisa- aan te nemen dan iemand die solliciteert van- tiefactoren spelen ook individuele houdingen uit werkloosheid. Ook is het economische van managers ten opzichte van ouderen een klimaat van groot belang: Dezelfde managers rol, en kunnen met name topmanagers een waren in 2010, toen de economie nog redelijk sturende rol hebben in het creëren van kansen functioneerde, veel meer geneigd ouderen aan voor ouderen door het scheppen van een po- te nemen dan in 2013, toen de economie sitief normatief klimaat voor oudere werkne- zwaar in het slop zat door de Europese schul- mers. Ouderen die willen doorwerken, doen dencrisis. Zelfs als er in die periode vacatures er goed aan zich te realiseren dat hun kennis waren, leken oudere werknemers hier nauwe- en ervaring hun belangrijkste eigenschappen lijks kans op te maken. zijn en dat het de moeite waard is zich conti- Oudere werknemers die door willen wer- nu te blijven ontwikkelen. Toch biedt dit ken na de AOW-leeftijd lijken aan nog zwaar- geen garanties en kunnen de economische en dere eisen te worden onderworpen (zie ook organisatorische context werkgevers ertoe no- Dingemans, 2015). Als zij bij dezelfde werk- pen ouderen weinig kansen te bieden. gever door willen werken na automatisch ont- Met de voortdurende vergrijzing van de sa- slag op de AOW-leeftijd, moeten zij een menleving en de arbeidsbevolking blijft onder- nieuw contract proberen te krijgen, waarbij zoek naar de arbeidsmarkt voor oudere werk- de werkgever de macht heeft om dit wel of nemers van groot belang. Het zal met name niet te geven. Het blijkt dat managers gemid- interessant zijn om te zien of en in welke rich- deld genomen alleen openstaan voor oudere ting sociale normen rondom oudere werkne- werknemers die op het moment van pensio- mers zich in de komende jaren ontwikkelen. nering nog erg productief zijn, en die boven- Naarmate de daadwerkelijke pensioenleeftijd dien bereid zijn om een substantieel deel van stijgt, het aantal ouderen door de vergrijzing het loon (tot 40%) in te leveren, en op part- toeneemt, en velen van hen gedwongen zullen time basis of op oproepbasis te gaan werken. zijn tot op hoge leeftijd actief te blijven op de Oudere werknemers die verminderd produc- arbeidsmarkt, kan hierin verandering optre- tief zijn (bijvoorbeeld door verouderde kennis den. Een vraag die speciale aandacht verdient

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 39 is of de ongelijkheid tussen hoger en lager op- ment. Utrecht: Tjalling C. Koopmans Disser- geleiden zal toenemen. Dit geldt in het bijzon- tations Series. https://dspace.library.uu.nl/hand- der voor de groep langdurig werklozen en voor le/1874/337479 hen die min of meer gedwongen worden tot een bestaan als zelfstandige. Over de auteur Dr. Jaap Oude Mulders ([email protected]) Literatuur is als postdoctoraal onderzoeker verbonden Dingemans, E. (2015). Werken en willen werken na aan het Nederlands Interdisciplinair Demo- ARBEID & INKOMEN & ARBEID pensioen. Geron, 1/2015, 56-60. grafisch Instituut (NIDI) in Den Haag. Oude Mulders, J. (2016). Organizations, managers, and the employment of older workers after retire-

GESIGNALEERD

From Home to Home

Saloua Berdai, Wendela Gronthoud, Ineke de Kam en Yvonne Witter (red). Den Haag: ENIEC, 72 pagina’s, gratis te downloaden via: www. eniec.eu.

Ouderen met een migratieachtergrond zijn erg divers. Het is onmogelijk om over de groep van oudere migranten te spreken omdat hun geschiedenis en achtergrond verschillend zijn. De rede- nen waarom mensen migreren zijn per persoon verschillend, net als de wijze waarop mensen zich aanpassen. Toch zijn er ook over- eenkomsten. Zij hebben allemaal moeten wennen aan een nieuw land, aan een andere taal en andere cultuur. Zij hebben nieuwe vrienden gemaakt. Maar kampten ook met gevoelens van heimwee en eenzaamheid. Toch zijn zij erin geslaagd een nieuw leven op te bouwen. In het boekje ‘From home to home’ uitgebracht ter gele- genheid van het tienjarig bestaan van de Europese vereniging European network on elderly care (ENIEC) staan tien portretten van ouderen met een migratieachtergrond uit tien verschillende landen.

40 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 WONEN & MOBILITEIT

Een tweede jeugd voor bejaardenhuizen

JOOST MAAS

Het bejaardenhuis-oude-stijl houdt langzaam maar zeker op te bestaan. Ouderen blijven langer thuis wonen en niemand komt meer zonder verpleegzorgindicatie het verzorgingshuis binnen. Gevolg is dat als we nietsdoen, bejaardenhuizen op den duur leeg komen te staan. Ondertussen vergrijst Neder- land en hebben we deze gebouwen hard nodig. Woningcor- poratie Habion ziet vooral kansen om ouderenhuisvesting sa- men met bewoners en (zorg-)partners opnieuw uit te vinden: niet door sluiting of sloop van deze gebouwen, maar door ze een ‘tweede jeugd’ te geven.

Van verzorgingshuis naar woon­ grootste risico als je ouder wordt. De kunst is gebouw met zorg dus de functionaliteit van de zorg flexibel te Woningcorporatie Habion verhuurt zo’n 70 maken. Zo kan dezelfde ruimte worden ge­ verzorgingshuizen (oftewel bejaardenhuizen) bruikt als zelfstandige woning, verzorgings­ in Nederland. Veel bewoners verblijven er woning of zelfs verpleegwoning. Zonder momenteel met heel veel plezier. Maar om steeds te verbouwen. Op deze wijze zijn de ook in de toekomst aantrekkelijk en rendabel woningcorporatie en de zorginstelling gevrij­ te blijven, moet Habion deze woonvorm aan­ waard van ingrepen vanuit het rijk in de finan­ passen. Met ‘Bejaardenhuis een 2e jeugd’ ciering van zorgvastgoed. Er staat een gebouw kijkt de ouderenhuisvester samen met bewo­ dat flexibel kan worden gebruikt. Waar men­ ners, de buurt en zorgpartners naar een geza­ sen kunnen wonen maar ook verzorgd en ver­ menlijk antwoord op diverse vraagstukken op pleegd kunnen worden. Met een woning die, het gebied van wonen en zorg. naar gelang de zorgvraag toeneemt, verandert in een verzorgingswoning en vervolgens in een Flexibel gebruik gebouw verpleeghuiswoning. Zonder dat je steeds In de vastgoedwereld wordt vooral gedacht hoeft te verbouwen. En zonder dat mensen vanuit de flexibiliteit van de stenen. Dat bete­ nog moeten verhuizen. Op deze manier kun­ kent steeds verbouwen. Maar verbouwen kost nen mensen in hun vertrouwde omgeving handen vol geld, terwijl de bewoners er niet blijven wonen. om vragen. Ze vinden bijvoorbeeld die kleine Voor het bestemmingsplan van de ge­ badkamer juist prettig omdat ze zich vast kun­ meente is er geen verschil, het zijn woningen nen houden. Vallen is immers met stip het waar ouderen wonen. Transformatie van het

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 41 vastgoed betekent dan ook eerder verandering het roer staan in de planvorming. Cruciaal is van het gebruik en ‘eigenaarschap’ dan een dan ook om zowel bij hen als bij de medewer- kostbare investering in de stenen. In alle ge- kers van de zorgorganisatie draagvlak, betrok- vallen is het uitgangspunt ‘wonen’. Met of kenheid en commitment te creëren tezamen zonder zorg. Dat betekent ook dat er geen We e leegstandsrisico meer is voor de zorgorganisa- rkatelier Evaluati tie. Als de situatie van de mensen verandert, Inspiratiedag ophalen wensen blijven ze gewoon wonen en verandert alleen Check wensen!

WONEN & MOBILITEIT & WONEN het huurcontract. Het huurcontract wordt Gangmakers- Terug- avond koppeling aangepast aan de bewoner. Of ze nou huren

van Habion of van een zorgorganisatie. e Voorbeeld RØRING Uitwerk

Een groot adviesbureau kwam in 2013 met tati De methodiek van elke ring is hetzelfde, g de duur kan verschillend zijn. D.w.z. het in het advies om 600 verzorgingshuizen te slopen. aantal blokken en ankerpunten. Voor Habion was dat geen realistische optie. Implemen

Door de dubbele vergrijzing zijn de bestaande Gangmakers- Terug- gebouwen straks hard nodig. Bovendien is avond koppeling sloop weinig duurzaam, vaak kapitaalvernieti- Gangmakers- avond ging en gaat er veel betaalbare huisvesting ver- Implementatie loren. Realisatie

Niets mis met gebouw Figuur 1. De Røring methodiek Habion stapte naar de Amsterdamse Acade- mie voor Bouwkunst om te onderzoeken hoe met een nieuwe houding en cultuur. gebouwen aangepast zouden moeten worden. Het succes van de experimenten ligt precies Zes studenten onderzochten zes gebouwen, daarin: samen op een positieve manier wer- zes maanden lang, onder andere door tussen ken aan een gedeeld en gedragen doel. De de ouderen te logeren. Hun conclusie: er is methodiek is succesvol omdat ze enthousias- niet zoveel mis met de gebouwen zelf, maar meert en iedereen erbij betrekt: mensen gaan wel met het gebruik ervan. Ouderen willen anders denken en tijdens het proces ontstaat op een plezierige manier zo lang mogelijk er al reuring in het gebouw. zelfstandig wonen in hun eigen lokale ge- meenschap. Hiervoor moet het verzorgings- huis een andere opzet krijgen. De kernwoor- Flexibel gebruik van het gebouw den: wonen, betaalbaarheid, zelfbepaling, Kern is dat bewoners niet meer hoeven ver- samenredzaamheid, reuring, veiligheid en ge- huizen, naar gelang de zorg die ze nodig heb- zelligheid. Dit is het uitgangspunt van Bejaar- ben. In onze systematiek blijven ze gewoon denhuis een Tweede Jeugd. wonen in dat gezellige en veilige woonge- bouw. Alleen de financiering verandert. Bij- Methodiek – De RØRING voorbeeld een nieuwe bewoner betrekt zijn Habion doet inmiddels samen met lokale part- appartement en heeft weinig of misschien wel ners een aantal transformaties om het verzor- helemaal geen zorg nodig. Naar verloop van gingshuis een tweede jeugd te geven. Onze er- tijd heeft diezelfde bewoner veel meer zorg varing is dat elke locatie weer zijn eigen kansen nodig. Deze bewoner hoeft dan niet te ver- en dynamiek kent. Een blauwdruk om een huizen naar een ander appartement of naar tweede jeugd te realiseren is daarom niet mo- een ander gebouw. Hij blijft in hetzelfde ap- gelijk. Wat we wel hebben gedaan, is de erva- partement. Het enige dat verandert, is zijn ringen beschrijven in een methodiek. Kern van huurcontract. Ook als de bewoner nog meer de methodiek, die we De RØRING noemen, zorg nodig heeft, hoeft hij niet te verhuizen, is dat de huidige en toekomstige bewoners aan maar verandert alleen het huurcontract.

42 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 WONEN &MOBILITEIT

V e rg e l o z z o g i r g n i

e W

Geen zorg

Figuur 2. Hier is in één oogopslag te zien hoe één enkel gebouw bewoners kan herbergen in verschil- lende situaties en dus met verschillende financieringsregimes. Leegkomende woningen kunnen gewoon van kleur veranderen zonder kostbare aanpassingen. En bewoners kunnen gewoon blijven wonen. Hooguit krijgen ze een nieuw huurcontract.

Schoolvoorbeeld: De Benring in het worden in hun eigen dorp. Maar ook dat De Gelderse Voorst Benring een ontmoetingsplek zou moeten Inmiddels heeft Habion ervaring op verschil- zijn voor iedereen. Bovendien bleek er een te- lende plekken. De ene transformatie is al wat kort te zijn aan woningen voor de jeugd van verder dan de andere. De transformatie van Voorst. Waarom niet ook ruimte maken voor De Benring in Voorst is begonnen in 2013 en hen in de nieuwe Benring? eind 2016 afgerond. Woonzorgcoöperatie Een tweede jeugd voor De Benring Bewoners van Voorst namen het heft in eigen In 2013 stond verzorgingshuis De Benring, handen en richtten een woonzorgcoöperatie op de sloopnominatie. Het gebouw dateerde op. Deze daagde Habion, de zorgorganisaties uit 1971. De achttien bijbehorende aanleun- Trimenzo en ‘s Heeren Loo (beide actief in woningen stonden al acht jaar leeg om plaats De Benring) en de gemeente uit te faciliteren te maken voor nieuwbouw. Toen Habion een dat inwoners op Voorster wijze oud kunnen streep zette door nieuwbouw, besloot zorgor- worden. Die uitdaging zijn de partijen aange- ganisatie Trimenzo, die het gebouw huurde gaan. Onder de bezielende leiding van de van Habion, de huur op te zeggen en de zorg woonzorgcoöperatie heeft het dorp de volle- te verplaatsen naar het naburige Twello. Ver- dige verantwoordelijkheid voor het gebouw volgens heeft Habion een bord in de tuin ge- en de bewoners op zich genomen. De institu- plaatst met de tekst: ‘Wegens gebrek aan be- ties hebben een forse stap terug gedaan. Hun langstelling te sloop’. Bewoners en inwoners rol is beperkt tot die van leverancier in de ke- van het dorp reageerden massaal. ten. De buurt is er letterlijk en figuurlijk naar binnengekomen. Ook jongeren? Op 29 oktober 2016 is de nieuwe Benring Habion vroeg de mening van de Voorstenaren officieel in gebruik genomen. Hier wonen 68 over de toekomst van De Benring. Vierhon- bewoners die, als dat nodig is, zorg op maat derd inwoners gaven aan dat ze oud wilden krijgen van zorginstelling Trimenzo. Dat kan

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 43 zowel intra- of extramuraal. Ook wonen hier Jeugd’ wordt het bejaardenhuis een gewoon zeven bewoners van ’s Heeren Loo. Er zijn woongebouw, waar ouderen woningen met aanpassingen gedaan aan het gebouw om het een of meer kamers huren. Een plek waar be- weer te laten voldoen aan de eisen van deze woners fijn en betaalbaar kunnen wonen, ook tijd, zoals het vervangen van oude installaties, als ze ouder worden. Een plek waar reuring is badkamers en keukens. Daarnaast zijn er op en de voorzieningen die zij nodig hebben met de verdiepingen gemeenschappelijke woon- ze meegroeien. Met keuzemogelijkheden voor keukens gemaakt waar bewoners samen kun- zorg en diensten, gecombineerd met een palet

WONEN & MOBILITEIT & WONEN nen koken of elkaar ontmoeten voor activitei- aan functies in het gebouw of net daarbuiten, ten met andere bewoners. die de vitaliteit van de hele gemeenschap on- dersteunen. Zo bereidt Habion zich voor op Jong en oud bij elkaar de toekomst, geïnspireerd door de woorden De achttien aanleunwoningen zijn opgeknapt van de heer Poiesz, een 95-jarige bewoner: ‘Je en betrokken door de Voorster jongeren. De moet het leven vooruitleven’. jongeren kunnen hier wonen, mits ze af en toe een handje helpen bij de activiteiten voor ou- Literatuur deren in het gebouw. Ook is zorgorganisatie Een tweede jeugd voor De Benring, een toekomstvisie Pluryn partner geworden. Jongeren van Pluryn voor ouderenhuisvesting. Publicatie ter gelegen- met een licht verstandelijke beperking en ge- heid van de (her)opening van De Benring in dragsproblemen doen leer- werkervaring op in oktober 2016. De Benring. Bijvoorbeeld bij het onderhoud van de tuin of door te helpen in de keuken. Over de auteur Joost Maas werkt als communicatieadviseur ’Je moet het leven vooruitleven’ bij woningcorporatie voor ouderen Habion. De Benring is het eerste woongebouw dat In die hoedanigheid adviseert hij het transfor- Habion op deze manier geheel heeft getrans- matieteam bij de ouderenhuisvesting over de formeerd. Op diverse andere plekken in het communicatie. land doet Habion hetzelfde. Met ‘Een Tweede

GESIGNALEERD

International Age-friendly Cities Conference, 2-4 October 2017

Den Haag, verschillende locaties, zie voor meer informatie: www.thehague-agefriendlycity.com

The Hague, the first city in the to join the WHO Glo- bal Network of Age-friendly Cities and Communities, will be host­ ing the Age-friendly Cities Conference on innovation, health and active ageing. This conference will give participants the opportunity to share ideas and experiences relating to age-friendly cities and innovations in healthcare with participants from all around the world. The main themes of the conference: diversity, participation, accessibility, ageing, vitality and ICT, will be addres- sed by several keynote speakers and in a number of workshops.

44 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 WONEN & MOBILITEIT

Care4Safety: over slimme detectoren en langer thuis wonen

ANN BAEYENS

Mensen worden ouder en willen en kunnen langer thuis blijven wonen. De uitdagingen die dit met zich meebrengt zijn legio. Kan zorgtechnologie hierop een antwoord bieden? Met steun van Flanders’ Care en de KU Leuven tastten de Christelijke Mu- tualiteit (CM) en enkele Vlaamse thuiszorgorganisaties de mo- gelijkheden af. Conclusie? Alleen maatwerk zorgt voor meer veiligheid en kwaliteit van leven.

Nieuwe mogelijkheden? Voer voor een demonstratie- en Technologie blijkt al geruime tijd een goed onderzoeksproject hulpmiddel te zijn om mensen veilig en kwa- Met overheidssteun via het Flanders’ Care liteitsvol langer thuis te laten wonen. Het per- programma zette CM samen met een aantal sonenalarmsysteem (PAS) werd immers al 30 consortiumpartners een demonstratieproject jaar geleden geïntroduceerd. Via een alarm- op onder de noemer Care4Safety. De bedoe- knop maken thuiswonende ouderen verbin- ling was om de implementeerbaarheid en de ding met een zorgcentrale die op haar beurt randvoorwaarden voor het gebruik van ‘slim- een mantelzorger kan oproepen. Intussen is me detectoren’ in de thuiszorg uit te testen. dit toestel een vaste waarde in de thuiszorgon- Waar liggen drempels en hoe kunnen we ze dersteuning. CM alleen al leent in Vlaande- wegwerken? De focus lag hierbij niet op de ren meer dan 30.000 toestellen uit. technologische mogelijkheden, maar wel op De digitale (r)evolutie staat echter niet de beleving door de gebruiker. Wat een toestel stil, waardoor heel wat meer mogelijk wordt. technisch kan, staat immers niet noodzakelijk Mensen worden bovendien ook steeds smar- gelijk aan wat een zorgbehoevende bejaarde ter en mobieler. De vraag rees dus al snel of ervan verwacht. het mogelijk is de klassieke PAS uit te breiden Aan het demonstratieproject werd ook met bijkomende detectoren. Deze kunnen een onderzoeksluik gekoppeld. Dit werd be- zonder tussenkomst van een persoon een geleid door Advise, KU Leuven, technologie- alarmsignaal geven bij onrustwekkende ge- campus Geel. In het onderzoek wilden we beurtenissen zoals rook, gas, een val of afwe- antwoord geven op de volgende vragen: Re- zigheid van beweging. sulteert het installeren van individueel aange- paste zorgondersteunende technologie bij zorgbehoevenden thuis in efficiënter toezicht en verhoogde bewaking door mantelzorgers en professionelen? Leiden de interventies als

Gerōn 2/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 45 gevolg van de alarmmeldingen tot een ver- Tevredenheid, veiligheid en kwaliteit hoogd gevoel van veiligheid en een betere van leven kwaliteit van leven bij de gebruiker? Na twee jaar konden we de resultaten presen- teren van 28 deelnemers in de interventie- Extra pakketten slaan zelf alarm groep en 37 in de controlegroep. Iedereen Het project liep van januari 2013 tot maart werd bevraagd naar de algemene tevredenheid 2015. De 90 deelnemers waren ouderen, over de technologie, het ervaren veiligheids- chronisch zieken en personen met een handi- gevoel en de impact op ervaren kwaliteit van

WONEN & MOBILITEIT & WONEN cap, die reeds gebruik maken van een perso- leven. nenalarmsysteem. • Alle deelnemers wilden het personenalarm Zij werden aselect toegewezen aan een in- ook na de studieperiode blijven gebruiken. terventie- of controlegroep: 45 mensen ble- De helft van de interventiegroep wilde de ven gewoon werken met hun klassieke PAS. bijkomende functies blijven gebruiken. Bij de 45 andere werd het bestaande systeem Slechts één op vijf wilde de extra functio- uitgebreid met bijkomende sensoren en hulp- naliteiten bovenop het personenalarm niet middelen die inspelen op duidelijk herkenba- verder gebruiken. re risico’s. Deze extra functionaliteiten vragen • Het geloof in de extra sensoren is sterk af- geen actieve druk op een alarmknop, maar hankelijk van het type sensor. De val- en slaan zelf alarm op basis van bepaalde inci- rookdetector leverden volgens de meeste denten. Vier pakketten werden uitgetest: gebruikers een positieve bijdrage tot het • twee pakketten voor zorgbehoevenden met veiligheidsgevoel. De bedmatsensor ver- valrisico. De extra sensoren en hulpmidde- oorzaakte echter te veel valse alarmen. len waren een trekschakelaar, een bewe- Daardoor daalde het geloof erin tijdens de gingsmelder, een valdetector en een bed- testperiode. matsensor. Een bedmatsensor registreert • De meningen over de mogelijkheden van wanneer men het bed verlaat en geeft een trekschakelaar of bewegingsmelder alarm wanneer er binnen een vooraf inge- waren eerder verdeeld: 25% geloofde erin, stelde periode geen terugkeer vastgesteld 25% geloofde er niet in. De andere 50% wordt. De trekschakelaar is bedoeld om was eerder neutraal. alarm te geven op plaatsen waar men er lie- • De meeste mensen (>63%) gaven aan dat ver voor kiest om de armband of het hals- de kwaliteit van het leven stijgt bij het ge- snoer van de PAS uit te doen, zoals in bad, bruik van de technologie. Aan het einde douche of bed. Voor zorgbehoevenden van de studieperiode bleek deze overtui- met bijkomende complicaties werden ex- ging bij de interventiegroep hoger dan bij tra bewegingsdetectoren voorzien. Het de controlegroep. 75% van de gebruikers ontbreken van beweging, het verlaten van van de extra pakketten gaf aan dat hun het bed zonder terugkeer of een plotse val kwaliteit van leven steeg tegenover 59% zijn in dit pakket de belangrijkste triggers van de personen die alleen het klassieke voor een alarm. personenalarmsysteem gebruikten. Bij • twee pakketten voor personen met (begin- 20% van de ondervraagden bleek de over- nende) dementie. Hierbij werd, naast het tuiging eerder te dalen of bleef ze onveran- vallen, ook gefocust op mogelijk dwaalge- derd. Er was geen significant verschil tus- drag: het verlaten van de woning op onver- sen gebruikers van de verschillende wachte, niet normale momenten. pakketten. De deelnemers waren tussen 80 en 90 jaar oud. 85% koos voor een valpakket, 14% voor Interventies van de zorgcentrale een dementiepakket. De zorgcentrales registreerden in totaal 6.351 alarmen over deze twee jaar, inclusief testing en valse alarmen. Uit analyse bleek duidelijk:

46 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 2/2017 • dat er een hoog aantal loze alarmen was bij • De plaatsing van nieuwe toestellen veron- WONEN &MOBILITEIT het gebruik van de bedmatsensor. Vaak derstelt niet alleen een afdoende product- ging het alarm af als de gebruiker zich ver- kennis en kennis over de programmatie legde in bed of opstond zonder de sensor ervan. De techniekers gaven aan dat het uit te zetten. belangrijk is voldoende zicht te hebben op • dat bij één op vijf alarmen een interventie de levenswijze van de deelnemers, dit om van een mantelzorger noodzakelijk was de detectoren zo correct mogelijk te kun- omdat de juiste oorzaak van het alarm niet nen plaatsen. telefonisch achterhaald kon worden. Bij • Het project leerde aan de zorgcentrales het één op tien van deze interventies was de belang van een goede communicatie met situatie kritisch. Hierbij ging het om een de zorgverleners en techniekers. Het wer- val, vergeten van medicatie, dwaling of on- ken met de nieuwe pakketten wijzigt hun wel worden. De helft van deze gevallen rol enigszins. Vroeger ging het om pure werd gedetecteerd door de extra technolo- alarmbehandeling en kregen ze een per- gie-pakketten. Deze cijfers illustreren soon aan de lijn die zelf alarm had gegeven. ontegensprekelijk de meerwaarde van de Nu is het niet de zorgbehoevende maar een extra detectoren. systeem dat alarm geeft. De zorgcentrales moeten dan ook zicht hebben op de zorg- Gebruikers en zorgverleners aan het situaties om een inschatting te kunnen woord maken van het risico. Welk alarm doet zich Via verschillende focusgroepen werd gepeild voor, in welke omstandigheden, met welke hoe gebruikers, zorgverleners, techniekers en frequentie? de zorgcentrale het werken met de nieuwe de- tectoren ervaren hebben. Maatwerk als succesfactor • Over het algemeen werd daarbij interesse, De voornaamste les uit het project is dat er motivatie en geduld vastgesteld. De instal- zeker een publiek is voor bijkomende zorg- latie bracht af en toe probleempjes mee, zo- technologie, maar dat er sterk moet ingezet dat er enige trial and error werd verwacht. worden op een goede doelgroepomschrijving Dit leidde tot heel wat nieuwe inzichten en op de juiste omschrijving van het te bevei- voor een correcte installatie. De ervaren ligen risico. Dit moet ervoor zorgen dat men- problemen hadden vooral betrekking op de sen kiezen voor het juiste pakket op hun plaatsing op een geschikte plek in de wo- maat. Eenvoudige pakketten zijn het meest ning en een correcte programmatie. gewild bij de gebruikers. Het gaat hierbij om • Initieel verstrekte informatie werd snel ver- technologie waarvan het effect duidelijk is: als geten. Dit leert ons dat herhaling belang- ik val, gaat het alarm af. Of die duidelijk ge- rijk is. linkt kan worden aan een herkenbaar risico: • De zorgverleners waren spilfiguren bij de als er rookontwikkeling is, gaat het alarm af. werving, de begeleiding en de verzameling Bovendien kunnen individuele aanpassingen van de onderzoeksgegevens. In het project in de samenstelling van het pakket ervoor zor- begeleidden zij de projectdeelnemers en gen dat de functionaliteiten afgestemd zijn op hun mantelzorgers. Daardoor konden ze de eigen leefgewoonten: als ik voor tien uur waardevolle inzichten bieden in de bele- niet in de keuken ben geweest, gaat het alarm ving van de deelnemers. Ze konden de af. Dit alles leidt tot een beter begrip wanneer technische problemen mee ervaren en ga- en waarom alarm wordt gegeven. Een goede ven signalen bij knelpunten. Voor toekom- screening van de individuele levenswijze van stige toepassingen benadrukken ze het be- de gebruiker is dus een absolute noodzaak. lang van een goede intake en het kennen Zorgverleners van hun kant zijn diegenen van de individuele situatie van een hulpbe- die kunnen inschatten in welke situaties on- hoevende. dersteunende technologie aangewezen is. On-

Gerōn 2/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 47 dersteunende technologie uitrollen kan enkel maat adviseren. Dit advies wordt besproken succesvol zijn als de thuiszorgdiensten, ver- met gespecialiseerde en opgeleide techniekers, pleging, gezinszorg en sociaal werkers deze die de plaatsing en programmatie aan huis technologie ook kennen en willen aanbeve- uitvoeren. De betaalbaarheid wordt gewaar- len. borgd via het systeem van de aanvullende ver- zekering van het ziekenfonds. En wat na het project? Op basis van de projectresultaten is CM in Over de auteur 2016 in gans Vlaanderen gestart met de uitrol Ann Baeyens is Departementscoördinator van de slimme detectoren. Het gaat hierbij Zorg bij CM Landsbond. Projectmatig testen om de trekschakelaar, bewegingsmelder, en uitrollen van thuiszorgondersteunende rook- en CO-melder, valdetector, deurcon- technologie is één van de beleidsopties van tact, paniekknop en medicatieverdeler. De in- CM. Voor contact: [email protected]; take wordt uitgevoerddoorergotherapeuten die in overleg met de gebruiker detectoren op

GESIGNALEERD

Eindeloos ouderschap: Zorgen voor je kinderen houdt nooit meer op

Anneke Groen, Herman Vuijsje. Amsterdam: Amsterdam University Press, ISBN: 978-94-629-8424-0, 160 pagina’s, €14,95.

Waren ouders een halve eeuw geleden klaar met de zorg voor hun kinderen als die de deur uit waren, tegenwoordig duurt die zorg vaak veel langer, ook als de kinderen al volwassen zijn. En die zorg gaat ongemerkt over in zorg voor de kleinkinderen. Grootouders fungeren op grote schaal als oppas, en ze steunen hun kinderen financieel. Natuurlijk geldt dat niet voor iedereen, maar er is wel een duidelijke verandering zichtbaar ten opzichte van vorige gene- raties. Wat zijn de oorzaken van die verandering? En wat zijn de gevolgen voor de familieverhoudingen? Daarover bestaat vooral onduidelijkheid: de relaties tussen ouders en jongvolwassen kinde- ren zijn in beweging op een manier die nog moeilijk bespreekbaar is.

48 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 2/2017 PARTICIPATIE & ONTWIKKELING

Kloppen theorie en praktijk in de aanpak van eenzaamheid?

ERIC SCHOENMAKERS

Een viertal gangbare, theoretische perspectieven op het begrip eenzaamheid worden gepresenteerd. Tevens wordt bekeken, aan de hand van enkele veelbelovende praktijkvoorbeelden, welke aanpak op basis van die perspectieven veelbelovend is.

Wat werkt in theorie bij de aanpak Vier perspectieven op eenzaamheid van eenzaamheid De meest gangbare benadering van eenzaam- In september 2016 verscheen het rapport Wat heid, zowel in Nederland als internationaal, is werkt bij de aanpak van eenzaamheid van Mo- nog altijd de cognitieve benadering (De Jong visie (). Zoals een Movisie rapport betaamt, Gierveld, 1998). Eenzaamheid wordt daar- heeft dit rapport een praktische insteek. Na binnen gedefinieerd als zijnde het subjectief een uiteenzetting van feiten, cijfers en achter- ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gronden bij eenzaamheid volgt een beschrij- gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale re- ving van stappen en initiatieven die een bij- laties. Drie belangrijke kenmerken van deze drage kunnen leveren aan het bestrijden van definitie zijn dat 1) eenzaamheid subjectief is, of omgaan met eenzaamheid. Dit resulteert in ofwel een beleving; 2) eenzaamheid onplezie- een aantal activiteiten die als veelbelovend rig of ontoelaatbaar is en dus anders dan al- worden omschreven omdat ze elementen be- leen zijn, hetgeen impliceert dat je ‘relatie- vatten die op basis van eerder onderzoek in standaard’, ofwel de verwachtingen die je andere situaties ‘werkzaam’ worden geacht. hebt van je netwerk, van belang is; en 3) dat Dit biedt geen garanties voor effectiviteit van het gaat om bepaalde relaties die gemist wor- de interventie. den. Verder wordt er onderscheid gemaakt In dit artikel wordt gekozen voor een the- tussen kwaliteit of diepgang van bepaalde re- oretische insteek. Op basis van diverse theore- laties en de kwantiteit of hoeveelheid van be- tische perspectieven op het begrip eenzaam- paalde relaties. Volgens de cognitieve benade- heid wordt nagegaan welke aanpak mogelijk ring ontstaat eenzaamheid bij gebrek aan succesvol kan zijn. De vraag is of de prakti- (betekenisvolle) relaties tot anderen. Binnen sche en theoretische insteek leiden tot dezelf- de cognitieve benadering wordt eenzaamheid de bevindingen over een succesvolle aanpak gezien als afwijkend van de normale situatie. van eenzaamheid. In de existentiële benadering () ziet men eenzaamheid als een deel van de menselijke natuur: in zijn diepste ‘zijn’ is de mens afge- scheiden van anderen. Existentiële eenzaam-

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 49 heid betreft de ervaring van deze afscheiding. ziet en spreekt toch een bepaald contact of Wanneer men de afscheiding opmerkt, is er een bepaalde kwaliteit van contact mist en sprake van eenzaamheid. De kern van existen­ dus wel eenzaam is. Desondanks is dit wel een tiële eenzaamheid is dat eenzaamheid iets is heersend perspectief op eenzaamheid en ne­ van het individu en niet iets is dat enkel ont­ men we dat als zodanig mee. staat in relatie tot anderen. Hiermee is een­ zaamheid iets dat uniek is voor iedere per­ De aanpak van eenzaamheid soon. De existentiële benadering benoemt gerelateerd aan de diverse eenzaamheid als een individuele situatie en perspectieven benadrukt wat eenzaamheid een mens kan De hierboven beschreven perspectieven zijn brengen aan persoonlijke ontwikkeling, aan niet bewezen goed of fout. Het zijn manieren zelfwording en zingeving. om naar eenzaamheid te kijken. Ieder per­ PARTICIPATIE & ONTWIKKELING & PARTICIPATIE Volgens de evolutionaire kijk op eenzaam­ spectief leidt tot een andere focus in de aan­ heid (Cacioppo, e.a., 2014), speelt eenzaam­ pak van eenzaamheid. Wil je als overheid of heid een rol in de evolutionaire ontwikkeling hulpverlenende organisatie dus iets doen in van de mensheid. Evenals de cognitieve en de aanpak van eenzaamheid, dan bieden deze existentiële benadering stelt de evolutionaire perspectieven invalshoeken om mee te star­ benadering dat eenzaamheid een negatief ge­ ten. Hieronder wordt beschreven wat voor voel betreft. Dit negatieve gevoel omvat ‘on­ type aanpak past bij ieder perspectief. Daarbij gelukkigheid’, maar vooral ook ‘onveiligheid’. wordt telkens een voorbeeld aangehaald uit Om zich veilig te voelen heeft de mens als so­ het genoemde rapport van Movisie. Deze ciale soort anderen om zich heen nodig. In voorbeelden zijn illustratief bedoeld, niet groepen zijn we immers minder kwetsbaar exemplarisch. voor gevaren en kunnen we taken verdelen Het sociaal isolementsperspectief en de die onze kans op overleven groter maken. cognitieve benadering hebben voornamelijk Wanneer mensen zich eenzaam en onveilig een focus op sociale contacten. Het sociaal voelen, zullen ze hun leven anders in probe­ isolementsperspectief leidt tot een aanpak van ren te richten om hun situatie te verbeteren. eenzaamheid waarbij ingezet kan worden op Eenzaamheid kan dus gezien worden als een het ontmoeten van nieuwe mensen en het afweermechanisme dat maakt dat mensen creëren van ontmoetingsplekken. In het Mo­ veiligheid voor zichzelf creëren. Eenzame visie rapport wordt bijvoorbeeld ‘thuisbezoek­ mensen kunnen dit doen door contact te zoe­ activiteiten door leeftijdgenoten’ als veelbelo­ ken met anderen. Daarbij is het niet enkel de vend beschreven. De focus ligt hierbij op het aanwezigheid van anderen die maakt dat opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen mensen niet eenzaam zijn, maar is de kwali­ een vrijwilliger en een eenzame leeftijdsge­ teit van het contact belangrijk. Mensen zijn in noot. Soms wordt de eenzame persoon uitge­ staat tot bedrog en tot het veranderen van ver­ daagd contacten te verbeteren, soms blijft het bindingen. Je moet er van op aan kunnen dat ook bij het contact met de vrijwilliger. Het (nieuwe) contacten veiligheid bieden. gaat hier om het uitbreiden van het sociaal Tot slot is er het ‘sociaal isolementsper­ netwerk met één of meer personen, conform spectief’. Hierbij wordt eenzaamheid simpel­ het sociaal isolementsperspectief. weg geduid als een tekort aan contacten, of­ De cognitieve benadering wijkt af van het wel dat je te weinig mensen ziet in een sociaal isolementsperspectief door een focus bepaalde periode. De begrippen eenzaamheid op zowel kwantiteit als kwaliteit van de con­ en sociaal isolement hangen samen, maar zijn tacten, de ene relatie is de andere niet. Door verschillend. Het kan zijn dat een sociaal ge­ het inbrengen van een ‘relatiestandaard’ ïsoleerd persoon heel tevreden is met zijn rela­ wordt ook duidelijk dat niet iedereen dezelfde tienetwerk en dus niet eenzaam is. Evenzo behoefte heeft aan relaties. Deze benadering kan het zijn dat iemand die heel veel mensen vraagt om een aanpak waarbij het gewenste

50 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 relatienetwerk in kaart wordt gebracht en ver- Bovengenoemde voorbeelden bij de ver- PARTICIPATIE &ONTWIKKELING volgens de gewenste relaties op peil worden schillende perspectieven zijn waarschijnlijk gebracht en/of de relatiestandaard wordt bij- niet in alle gevallen ontwikkeld met dat per- gesteld. ‘Zin in vriendschap’ is daar een goed spectief als uitgangspunt. De perspectieven en voorbeeld van. In deze cursus worden oudere voorbeelden zijn voor deze publicatie als het vrouwen geholpen hun vriendschappen te ware achteraf aan elkaar gekoppeld. De mees- verbeteren of nieuwe vriendschappen op te te voorbeelden van een veelbelovende aanpak bouwen. Eerst wordt het potentiële sociaal van eenzaamheid zijn dan ook te koppelen netwerk in kaart gebracht. Vervolgens stelt ie- aan verschillende perspectieven. Neem bij- dere deelnemer zichzelf haalbare doelen. voorbeeld een groepsinterventie als ‘goed ge- Door na te denken over de haalbaarheid van zelschap in een groot huis’. Deze interventie is de relatiedoelen, wordt ook nagedacht over de zowel gericht op het ontwikkelen van sociaal relatiestandaard en of deze realistisch is. contact door het organiseren van laagdrempe- De existentiële benadering legt de focus in lige activiteiten als op het stimuleren van soci- de aanpak van eenzaamheid op het individu ale steun door het bespreekbaar maken van in plaats van op diens relatie met anderen. De verschillende thema’s in gespreksgroepen. existentiële benadering vraagt dan ook om Deelnemers aan de ‘goed gezelschap in een een individuele aanpak waarbij eenzame groot huis’ interventie ervaren meer onder- mensen bij zichzelf te rade gaan wat er aan de ling contact, leren elkaar beter kennen, zijn hand is en wat ze daarmee moeten. Cognitie- opener naar elkaar en zorgen meer voor el- ve gedragstherapie is een voorbeeld van een kaar. In deze aanpak zijn het sociaal isole- aanpak die bij de existentiële benadering past. mentsperspectief en de cognitieve benadering Dit is een kortdurende, gestructureerde be- herkenbaar, mensen doen nieuwe contacten handelvorm welke door therapeuten wordt op om het gat in het relatienetwerk te dich- aangeboden. Uitgangspunt is dat het niet de ten, waarbij ook kan worden nagedacht over gebeurtenissen zelf zijn die een mens negatie- de relatiestandaard. Ook de evolutionaire be- ve gevoelens en een bepaald gedragspatroon nadering is herkenbaar. Mensen leren de bezorgen, maar de ‘gekleurde bril’ waardoor woongemeenschap kennen en zich daar veilig hij of zij de dingen ziet. Door anders te kijken bij te voelen. Mensen gaan bovendien een on- naar je situatie kun je jouw eenzaamheid ver- derlinge afhankelijkheid aan. minderen. De evolutionaire benadering legt ook een Een kwaliteitsimpuls op basis van focus op relaties, maar benadrukt het gevoel theorie van veiligheid. Een aanpak van eenzaamheid Movisie bestempelt een aantal activiteiten als die aansluit bij het evolutionaire perspectief veelbelovend in de aanpak van eenzaamheid. moet in ieder geval veiligheid in de relaties Deze activiteiten sluiten aan bij diverse theo- bieden. Een voorbeeld dat hierbij aansluit be- retische perspectieven op eenzaamheid. Meer treft computer- en internettrainingen, zoals bewust zijn van onderliggende theoretische de ‘samen online cursus’ waarbij jongeren in- perspectieven zou ertoe moeten leiden dat in- ternet- en computerles geven aan ouderen. terventies meer op deze perspectieven worden Deze cursus is onder andere gericht op het be- afgestemd en dus verder worden verfijnd in vorderen van intergenerationeel contact en een bepaalde traditie. Niet met als doel om te daarmee het verbeteren van de online beeld- bewijzen welk perspectief ‘juist’ is, maar om vorming. Doordat ouderen meer grip ervaren interventies een verdere kwaliteitsimpuls te op het moderne leven en samenwerken met geven. Onderzoek naar de effectiviteit van ac- een andere groep uit de samenleving (jonge- tiviteiten tegen eenzaamheid is nog altijd ren), zou het gevoel van veiligheid versterkt schaars en als er gedegen onderzoek plaats- moeten worden. vindt, toont dit dat activiteiten vaak niet ef- fectief zijn. Een kwaliteitsimpuls is dus nodig

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 51 om activiteiten niet langer als ‘veelbelovend’, Van der Zwet, R., & Van de Maat, J. W. (2016). maar als ‘werkzaam’ te mogen gaan beschou- Dossier: Wat werkt bij de aanpak van eenzaam- wen. heid. Utrecht.

Literatuur Over de auteur Cacioppo, J. T., Cacioppo, S., & Boomsma, D. I. Eric Schoenmakers is docent en onderzoeker (2014). Evolutionary mechanisms for loneli- aan de opleiding Toegepaste Gerontologie, ness. Cognition and Emotion, 28, 3-21. Fontys Hogeschool voor Mens en Gezond- De Jong Gierveld, J. (1998). A review of loneliness: heid, bestuurslid van de Nederlandse Vereni- Concept and definitions, determinants and ging voor Gerontologie, NVG KNOWS en consequences. Reviews in Clinical Gerontology, tevens redactielid van Gerōn. 8(01), 73-80. PARTICIPATIE & ONTWIKKELING & PARTICIPATIE Jorna, T. (2012). Mag een mens eenzaam zijn? Stu- dies naar existentiële eenzaamheid en zingeving. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

GESIGNALEERD

Eindelijk oud: Wat Darwin ons vertelt over het nut en de schoonheid van ouder worden

Mark Nelissen. Tielt: Lanno Uitgeverij, ISBN: 978-94-014-4419-4, 256 pagina’s, €19,99.

In onze westerse samenleving is eeuwig jong het motto. Ouder worden boezemt angst in en oudere mensen worden al te vaak als ‘niet meer nuttig’ weggezet. Gedragsbioloog Mark Nelissen toont het tegendeel aan. Oma’s en opa’s zijn er omdat ouderdom evoluti- onair nuttig is. Sterker nog: het ontstaan van de mens is onlosma- kelijk verbonden met het ontstaan van ouderdom. In Eindelijk oud herstelt Mark Nelissen de vijftigplusser in ere. Hij legt haarfijn uit waar de oudere mens evolutionair vandaan komt, wat ouder wor- den biologisch inhoudt, waarom de menopauze nut heeft en vooral: waarom we ernaar moeten naar uitkijken om... eindelijk oud te worden.

52 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 COLUMN

Hoe word ik geen schertsfiguur? JOEP DOHMEN

In haar recente Socrateslezing doet Hedy niet durf op te schrijven. Vooruit, eentje dan. d’Ancona een dappere poging tot een her- Ik hoor steeds slechter. Laatst kwam ik thuis waardering van de ouderdom. D’Ancona ver- met vissoep. “Tissues”, had mijn vrouw ge- zet zich uit alle macht tegen de enorme hoe- zegd. Maar ik verrek het om een hoorapparaat veelheden stereotyperingen van ouderen als te nemen. “En ik verrek het om jou alles tien uitgerangeerd, zielig en machteloos. Als ze keer te moeten zeggen”. Natuurlijk heeft ze ergens optreedt en mensen haar leeftijd ho- gelijk, maar ik ook, een klein beetje. ren: 79, barst het applaus los. “Dat is toch om Over dat laatste gaat volgens mij de kunst je dood te schamen”, zegt Hedy. Als feministe van het ouder worden. Als we het over zelf- pleit ze al decennialang voor zelfbeschikking ontplooiing hebben, moeten we het niet heb- en zelfontplooiing. Ook ouderen moeten ben over het ontwikkelen van artistieke bezig- emanciperen. D’Ancona juicht het bijvoor- heden, over studies, reizen en het op peil beeld toe als ouderen zelf actief aan kunstbe- houden van welke vaardigheden, vriend- oefening gaan doen. schappen of wat dan ook. Als ik het goed zie, Ik weet het niet. Er is iets wat me niet be- zijn dat soort bewegingen niet zelden een valt aan deze invulling van het begrip zelfont- vlucht naar voren. De waarheid ligt veel meer plooiing. Laat ik voor mezelf spreken. Ik ben in deze hoek: het hele ouder worden is een 67 en zie het ouder worden als een totaalerva- doorlopend gevecht om je zelfrespect niet ring. Er is de fysieke kant, laatst ben ik flink kwijt te raken. De ene dag ben je het kwijt en gevallen. “Jij sloft”, zei een vriend me. Na de andere win je het een beetje terug. Je wilt mijn pensioen kom ik minder in het publieke geen schertsfiguur worden, iemand die toege- domein. Lekker rustig, maar je bent blijkbaar juicht wordt omdat ie 79 is. Natuurlijk wil je wel een minder interessante gesprekspartner. niet alleen maar iemand zijn in de ogen van Als oudere man word ik langzaam maar zeker anderen, maar die anderen zijn er wel en ze anders bejegend, zeker niet onvriendelijk kunnen het jou makkelijk, maar ook ver- maar, nu ja, gewoon met wat meer afstand. domd lastig maken (en eerlijk gezegd, jij hen Allemaal kleine narcistische krenkingen. In- ook). Goed ouder worden gaat veeleer over tussen hou ik zelf grote afstand tot bijvoor- het behoud van respect en zelfrespect. Waar- beeld Max en 50 Plus, want dat zijn verzamel- digheid is de kern. bekkens van rancune over de onmacht van het ouder worden. Soms overvalt me ineens Over de auteur de gedachte dat dit mijn wereld niet meer is. Prof. Dr. Joep Dohmen is Lector Bildung aan Mijn god, ik ben niet eens 70 en de grote af- het Centrum voor Humanistische Vorming hankelijkheid staat me nog te wachten. En en aan de Hogeschool voor Toegepaste Filo- dan zijn er nog heel wat dingen die ik hier sofie.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 53 PARTICIPATIE & ONTWIKKELING

Ouder worden gaat vanzelf, geef het zijn zin

GERRIT WOLFSWINKEL

De ouderdom is een levensfase die vooral gedefinieerd wordt als problematisch. In de huidige maatschappelijke beeldvor- ming wordt deze bepaald door stereotype begrippen als af- hankelijkheid, eenzaamheid, lichamelijk en geestelijk verval en zinloosheid, naast jaloerse verhalen over een groep die al- les mee heeft gehad (de babyboomers) waardoor de jongere generaties het extra moeilijk hebben.

Maatschappelijke functie? negatieve imago hebben veel ouderen geïnter- Ook in wetenschappelijk onderzoek worden naliseerd en dat kan een belemmering vor- vaak deelverschijnselen onderzocht zonder men om je leven op basis van je eigen per- deze te plaatsen in een brede context van le- soonlijkheid en geschiedenis vorm te geven. vensloop, zingeving, ontwikkelingen in de sa- menleving en deze te koppelen aan individu- HOVO aliteit, verwachtingen, beleving en perspectief. De ouderdom kan ook heel anders benaderd Een probleem is hierbij ook dat onze samen- worden. Voor HOVO (Hoger Onderwijs leving gestuurd en gedefinieerd wordt door Voor Ouderen) heb ik de afgelopen jaren ver- niet-ouderen en het is kennelijk lastig om po- schillende cursussen verzorgd rond het thema sitief of zelfs maar neutraal te kijken naar een ouder worden: Levensloop en levensfasen, Wo- levensfase waarin vooral het heden en het ver- nen als je ouder wordt en Ouder worden gaat leden bepalend zijn voor je welbevinden en de vanzelf . Geef het zijn zin. toekomst onzeker is in duur en kwaliteit. In deze laatste cursus wisselen we aan de Het lastige is ook dat ouderen geen con- hand van thema’s als relaties, woonomgeving, crete maatschappelijk gedefinieerde functie herinneringen, toekomstbeelden en tijdsbe- hebben en geen onderscheiden categorie vor- steding van gedachten over ieders persoonlij- men zoals bijvoorbeeld studenten (die willen ke beleving van de ouderdom. De titel geeft hun studie succesvol afronden), werklozen weer dat leven gelijk staat aan ouder worden, (die willen een goede baan met perspectief), zoals dat geldt voor ieder levend wezen. Uit- mensen met een niet-Nederlandse achter- gangspunt is daarbij dat de ouderdom een le- grond (die willen een passende plaats vinden vensfase is zoals de jeugd en de middenvol- in onze samenleving) en WAO’ers (die willen wassenheid dat ook zijn. een behoorlijke uitkering en een zinvolle dag- Iedere levensloop is uniek, al zijn er natuur- besteding). Kortom: ouderen vormen zo ge- lijk allerlei belangrijke factoren die mensen met zien een overbodige categorie. Dit eenzijdig elkaar verbinden of juist onderscheiden, zoals

54 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 2/2017 de tijd waarin je geboren wordt, het milieu en baal ingedeeld worden in drie fasen: de jeugd, PARTICIPATIE &ONTWIKKELING de klasse waaruit je afkomstig bent, je fysieke de middenleeftijd en de ouderdom. en geestelijke gezondheid, je sociale netwerk, je In de algemeen gehanteerde definities ambitie en je persoonlijkheid. Daarnaast speelt staat de jeugd voor groei, ontwikkeling, vor- ook het toeval vaak een cruciale rol. ming: voorbereiding op het volwassen leven. De middenleeftijd is de periode waarin je je Doel en inhoud plaats vindt in de samenleving: (al dan niet) In deze cursus gaat het om het inzicht dat de keuze voor een partner, het krijgen en opvoe- ouderdomsfase niet eenduidig gedefinieerd den van kinderen, het vinden van een baan en kan worden, maar net als andere levensfasen daarin zo mogelijk carrière maken. De ouder- mooie en moeilijke kanten heeft, mogelijkhe- dom heeft geen eenduidige maatschappelijke den en beperkingen. Heel belangrijk is daar- opdracht, een ‘rol-loze rol’. bij het unieke van iedere levensloop te bena- Hoewel iedereen het moment aan ziet ko- drukken. Niet alleen feitelijk, maar vooral ook men waarop vaste taken en verantwoordelijk- inde individuele beleving van het bestaan. heden zullen verdwijnen of ingrijpend veran- Wat voor persoonlijkheid heb je, wat zijn je deren is de ouderdomsfase voor velen een levenservaringen, je behoeften, je verwachtin- ongewis toekomstbeeld, een ‘zwart gat’. In gen, je mogelijkheden? Van groot belang is ook combinatie met soms afnemende energie, ver- de betekenis van je sociale omgeving: ouders, minderd gehoor, zicht en geheugen kan dan broers, zussen, partner, kinderen, kleinkinde- een gevoel ontstaan van algemene achteruit- ren, familie, vrienden, relaties en de buurt waar gang en overbodigheid. Hoe hiermee om te je woont. gaan? Kenmerkend voor het leven is dat het een eigen dynamiek kent met een vast begin Levensopdrachten en een onvermijdelijk einde. Je kunt daaraan Op basis van je persoonlijkheid, je ervarin- wel een zekere sturing geven door je voor iets gen, je behoeften en verwachtingen geef je extra in te spannen, je kunt geluk of pech vorm en inhoud aan je bestaan. Je wordt daar- hebben in het vorm geven aan je bestaan, in natuurlijk wel beïnvloed door al dan niet de omstandigheden kunnen gunstig of on- uitgesproken beelden en verwachtingen van- gunstig zijn, maar de ontwikkelingslijn van uit je directe omgeving, de maatschappij en het leven als zodanig ligt vast. Voor sommi- van jezelf. ge zaken moet je er vroeg bij zijn: als je top- Omdat er voor ouderen geen concrete ‘le- sport wilt bedrijven moet je dat voor je der- vensopdrachten’ meer zijn waaraan je de kwa- tigste doen, als je als vrouw kinderen wilt liteit van je bestaan kunt afmeten, ontbreekt baren, dan doe je dat het beste voor je veer- het objectieve criterium waarmee je de waar- tigste, als je een nieuwe taal vloeiend wilt le- de en het ‘succes’ ervan kunt bepalen. Het ren spreken dan kun je dat slechts als je er op gaat er dan om dat je voor je eigen gevoel bin- jongere leeftijd mee begint, maar dat maakt nen het kader van je mogelijkheden op dat het leven overigens niet minder de moeite moment een zinvol leven leidt. Dat is vaak waard. niet eenvoudig. Onze samenleving wordt sterk bepaald door een streven naar (meetba- Levensloop re) groei en vooruitgang. Alleen de successen Het menselijk bestaan krijg vorm en beteke- tellen en alleen de kampioenen worden ge- nis gedurende de levenloop. Ervaringen die vierd. worden opgedaan vormen (mede) je persoon- lijkheid. Daarbij is het natuurlijk van groot Waar gaat het om? belang op welke wijze deze ervaringen wor- Het voorgaande klinkt wellicht negatief, het den verwerkt en welke consequenties daaraan gaat vooral over wat je in de loop van je leven worden verbonden. De levensloop kan glo- kunt verliezen. Maar dat is een beperkte en

Gerōn 2/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 55 eenzijdige manier van kijken naar het leven. Na een korte inhoudelijke inleiding over Want waar gaat het menselijk leven in de es- deze thema’s komen de cursisten aan het sentie om? woord. Aan de hand van een aantal discussie- Dat is natuurlijk een lastige en persoonlij- vragen en (sub-)groepsopdrachten vindt een ke vraag. In de kern gaat het om een voor je- eerste gedachte- en ervaringsuitwisseling zelf zinvol bestaan in een goede relatie met je plaats, waarover vervolgens in brede zin gedis- omgeving. Die zin bepaal je zelf en is op vele cussieerd wordt. Het is uitdrukkelijk niet de manieren en onder heel verschillende voor- bedoeling dat er tot een gezamenlijke opvat- waarden en omstandigheden mogelijk. Je ting gekomen moet worden, integendeel het kunt op je zeventigste president van de Ver- gaat erom de veelvormigheid en de complexi- enigde Staten willen worden (al is niet ieder- teit van deze onderwerpen zichtbaar te ma- een daar blij mee), je kunt ook met je klein- ken, waar iedereen zijn/haar eigen ervaringen, PARTICIPATIE & ONTWIKKELING & PARTICIPATIE zoon van drie jaar gaan zwemmen. Wat maakt ideeën en vragen over heeft. je gelukkig, wat maakt je bestaan zinvol, ook Het open karakter van deze discussie kan voor anderen? bij deelnemers soms wel tot teleurstelling lei- Je kunt dus zeggen dat de ouderdom ener- den, omdat op bepaalde vragen geen eendui- zijds met beperkingen komt, vooral ook in dig en algemeen geldend antwoord te geven tijd. Anderzijds geeft het ook vrijheid doordat is. Een thema als wonen bijvoorbeeld, heeft vroegere verplichtingen wegvallen. Vrijheid zoveel kanten, die onderling ook nog strijdig houdt ook altijd verantwoordelijkheid in: hoe kunnen zijn (zoals buiten willen wonen en de geef ik vorm aan mijn bestaan, wat is voor mij nabijheid van winkels), dat de vraagstelling belangrijk, wat wil ik betekenen voor ande- over een ideale woonomgeving alleen maar ren, hoe ga ik om met veranderende situaties? gecompliceerder wordt. In eerdere levensfasen kon je je ouders, je le- Maar juist het inzicht dat er geen ideaal raar, je collega’s of je baas de schuld geven als model is voor deze levensfase is belangrijk, je over het leven niet tevreden was. Nu moet hoe iedereen probeert er het beste van te ma- je zelf een zinvolle invulling aan de dag geven, ken met de beschikbare mogelijkheden en moet je een gezond leven leiden, met tegen- middelen. En natuurlijk kun je ook leren van slag omgaan, leren genieten van kleine dingen elkaar, ervaringen delen en kun je elkaar prak- in het leven. Maar hoe doe je dat? tische tips geven. Los van concrete resultaten is het geven en krijgen van positieve aandacht Werkwijze voor je levensvragen al een belangrijke en In de HOVO-cursus Ouder worden gaat van- waardevolle ervaring. Het leven is de moeite zelf, geef het zijn zin bespreken we in zes mid- waard, ook voor ouderen. Geef het zijn zin. dagen onze ervaringen, beelden en verwach- tingen. Iedere bijeenkomst heeft een bepaald Over de Auteur thema als insteek: Levensloop en levensfasen, Gerrit Wolfswinkel (1946) is oud-docent Tijdsbesteding en zingeving, Relaties en net- Maatschappelijk Werk en Dienstverlening werk, Wonen en woonomgeving, Gezond- met als speciaal aandachtsgebied ouder wor- heid en zorg en De toekomst. den en ouderenwerk.

56 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 2/2017 WONEN & MOBILITEIT

Sociale uitsluiting op latere leeftijd

SOFIE VAN REGENMORTEL & LIESBETH DE DONDER

Eén van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie is het reduceren van het aantal mensen dat in armoede of sociale uitsluiting leeft met 20 miljoen. Hoewel er relatief veel onder- zoeks- en beleidsaandacht gaat naar sociale uitsluiting, zijn het voornamelijk kinderen, jongeren en volwassenen op de arbeidsmarkt die in deze onderzoeken centraal staan. Het is pas sinds kort dat sociale uitsluiting op latere leeftijd wordt bestudeerd.

Sociale uitsluiting, een breed begrip worden dan voor een kind of een oudere. Tot Sociale uitsluiting is een verruiming van het slot is het een multidimensioneel begrip. Dit begrip armoede, dat voornamelijk op het ge- betekent dat sociale uitsluiting meer is dan brek aan financiële middelen wijst. Sociale enkel een gebrek aan financiële middelen (ar- uitsluiting wordt daarentegen vaak breder be- moede) of sociale contacten (sociale isolatie), schreven als ‘het geheel van nadelen binnen verschillende levensdomeinen’ zoals het ge- brek aan toegang tot diensten, participatie, SELL – Social Exclusion in Later Life sociale relaties en degelijke huisvesting. Hoe- De bevindingen in dit artikel kaderen binnen wel sociale uitsluiting een breed begrip is met de doctoraatstudie over sociale exclusie op verschillende invullingen en conceptualisaties latere leeftijd van doctoraatstudent Sofie Van is er consensus over enkele kenmerken van Regenmortel. Deze doctoraatstudie is opge- het begrip. Sociale uitsluiting is een dyna- bouwd uit verschillende delen. In deel één misch, relatief en multidimensioneel concept. wordt er een instrument ontwikkeld om socia- Dynamisch betekent dat mensen zich in en le exclusie bij ouderen te meten. Ten tweede uit sociale uitsluiting kunnen bewegen. De worden de individuele (e.g. leeftijd, geslacht relativiteit van het begrip slaat dan weer op de en burgerlijke status) en omgevings- (gemeen- contextafhankelijkheid van het begrip. Socia- telijke bronnen en deprivatie) determinanten le uitsluiting nu is niet hetzelfde als tien jaar in kaart gebracht. Tot slot is er een kwalitatief geleden, net zoals sociale uitsluiting in België gedeelte waarbij er 44 levensverhaal-inter- iets anders kan betekenen dan in een ander views zijn afgenomen bij ouderen die meer land. Verder slaat de relativiteit ook op de le- inzicht geven in het ervaren van sociale uit- vensfase. Voor mensen op arbeidsleeftijd kan sluiting doorheen het leven. sociale uitsluiting anders geoperationaliseerd

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 57 maar dat het een accumulatie is van verschil- maar het merendeel is in 2010 of later gepu- lende nadelen in verschillende levensgebie- bliceerd. den. Het is daarom belangrijk om te kijken hoe deze domeinen van exclusie elkaar ver- Operationalisering old-age social sterken of net kunnen compenseren. exclusion Hoewel sociale uitsluiting wordt beschouwd Sociale uitsluiting op latere leeftijd als een multidimensioneel concept, waren er Ouderen blijken uitgesloten op verschillende nog steeds enkele artikelen die sociale uitslui-

WONEN & MOBILITEIT MOBILITEIT & WONEN levensdomeinen. Uit verkennende resultaten ting op een unidimensionele manier operatio- van de Belgian Ageing Studies blijkt dat naliseerden. Indien sociale uitsluiting multi­ 23.5% uitgesloten is op het vlak van financië- dimensioneel wordt geoperationaliseerd – als le middelen (moeilijk rondkomen en/of huis- een complex van uitsluitingen op verschillende houdelijk inkomen < € 999), 15.2% geen toe- domeinen – worden de volgende dimensies re- gang heeft tot aangepaste huisvesting, 31.1% gelmatig gebruikt (in volgorde van frequentie): uitgesloten is van sociale relaties en 64.2% di- participatie, diensten en voorzieningen, inko- gitaal uitgesloten is. Bekijken we recente Eu- men en financiële bronnen, materiële depri­ ropese cijfers, dan zien we dat België niet vatie, exclusie van de buurt, huisvesting, ge- goed scoort in vergelijking met haar buurlan- zondheid, toegang tot gezondheidsdiensten en den op het vlak van risico op armoede en so- ageism. Tussen de verschillende publicaties ciale uitsluiting. De at risk of poverty and ex- ­waren verschillen merkbaar in het operationa- clusion rate is de hoofdindicator voor de liseren van bepaalde dimensies. Zo werd in Europa 2020-strategie en omvat volgende sommige onderzoeken uitsluiting van sociale componenten, namelijk 1) het risico op ar- relaties gemeten door naar de frequentie van moede; 2) ernstige materiële deprivatie en (3) contacten te vragen, terwijl ander onderzoek huishoudens met een lage werkintensiteit. In naar het hebben van een vertrouwenspersoon 2015 liep 16.2% van de 65-plussers in België peilde. Tot slot gebruikte geen enkel onderzoek het risico om arm of sociaal uitgesloten te een gevalideerde schaal van sociale uitsluiting. zijn. Daarmee scoort België onder het Euro- pese gemiddelde (17.4%), maar scoort het wel Determinanten old-age social slechter dan buurlanden Frankrijk (9.3%), exclusion Luxemburg (8.2%) en Nederland (6.1%). De verschillende determinanten die de mate Duitsland (17.2%) en het Verenigd Konink- van sociale uitsluiting op latere leeftijd kun- rijk (17.7%) schommelen rond het Europees nen beïnvloeden zijn onder te verdelen in drie gemiddelde. grote groepen, namelijk individuele determi- Zoals reeds aangegeven is sociale exclusie nanten, omgevingsdeterminanten en macro echter meer dan enkel inkomensarmoede (at determinanten. Van de individuele determi- risk of poverty). Een systematische review van nanten blijken leeftijd, geslacht, samenstel- 26 wetenschappelijke artikelen gaf ons een in- ling van het huishouden, burgerlijke status en zicht hoe sociale uitsluiting op latere leeftijd onderwijsniveau het meest onderzocht. Zo geoperationaliseerd kon worden, wat de de- toonden enkele onderzoeken aan dat een stij- terminanten zijn en wat huidige leemtes zijn. gende leeftijd samenhangt met hogere gevoe- Het merendeel van deze artikelen waren af- lens van ageism, meer kans op materiële depri- komstig uit Angelsaksische landen en in min- vatie en uitsluiting van relaties en diensten. dere mate uit andere Europese landen en lan- Omgevingsfactoren die van invloed zijn wor- den buiten Europa. Hoewel het begrip sociale den bijna evenveel onderzocht als individuele exclusie al in de tweede helft van de 20e eeuw kenmerken. De invloed van stedelijkheid en werd gebruikt, is het veeleer recent dat sociale de beschikbaarheid van diensten werd het uitsluiting op latere leeftijd wordt bestudeerd. vaakst onderzocht. Voor stedelijkheid geeft Enkele eerste artikelen dateren van 2000, onderzoek geen eenduidig antwoord: in het

58 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 ene onderzoek zijn zij die in stedelijk gebied sluiting. Naast het gebrek aan aandacht voor WONEN &MOBILITEIT wonen het meest kwetsbaar voor uitsluiting, het levensloopperspectief en de environmental terwijl ander onderzoek aantoont dat zij die gerontology, is het gebrek aan het behouden in de meest rurale gebieden wonen het meest van het multidimensionele karakter van soci- vatbaar zijn voor sociale uitsluiting. In min- ale uitsluiting in het meten van het begrip een dere mate onderzochten de artikelen de in- leemte. Toekomstig onderzoek zou kunnen vloed van macro-determinanten op sociale exploreren hoe een schaal van old-age social uitsluiting op latere leeftijd. Onderzoek wijst exclusion gebouwd zou kunnen worden, zon- alvast naar de rol van welvaartstype op de der dat daarbij de samenhang tussen de ver- waarschijnlijkheid van sociale exclusie bij ou- schillende dimensies verloren gaan. deren. Zo waren ouderen in Oost- of Zuid-Europese landen vatbaarder voor sociale Literatuur uitsluiting dan inwoners van Scandinavische Eurostat. (2017). People at risk of poverty or social ex- Europese landen. clusion. Geraadpleegd op 24 mei 2017. http:// ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/in- Leemtes dex.php/Europe_2020_indicators_-_poverty_ De systematische literatuur review gaf ver- and_social_exclusion schillende leemtes weer. Ten eerste wordt het Gunnarsson, E. (2002). The vulnerable life course: levensloopperspectief weinig tot niet in acht poverty and social assistance among mid- genomen. Omdat sociale uitsluiting varieert dle-aged and older women. Ageing and Society, naargelang de fase in de levensloop en gezien 22, 709–28. de impact van gebeurtenissen en condities in Levitas, R., Pantazis, C., Fahmy, E., Gordon, D., het vroegere leven op het huidige leven is het Lloyd, E., & Patsios, D. (2007). The multi-di- onmisbaar om sociale uitsluiting vanuit een mensional analysis of social exclusion. Bristol: levensloopperspectief te benaderen. Tevens Department of Sociology and School for Soci- toont onderzoek aan dat meer en meer sociale al Policy, Townsend Centre for the Internatio- uitsluiting wordt getriggerd door verschillen- nal Study of Poverty and Bristol Institute for de life events, zoals scheiding. Verder is er Public Affairs University of Bristol. binnen het levensloopperspectief een gebrek Van Regenmortel, S., De Donder, L., Dury, S., aan aandacht voor kwetsbare levenslopen zo- Smetcoren, A.S., De Witte, N., & Verté, D. als die van ouderen met een hogere kans op (2016). Social Exclusion in Later Life: A Syste- sociale uitsluiting. Ten tweede krijgt ook en- matic Review of the Literature. Journal of Po- vironmental gerontology, net zoals het levens- pulation Ageing. https://doi.org/10.1007/ loopperspectief, te weinig aandacht binnen s12062-016-9145-3 onderzoek naar sociale uitsluiting op latere leeftijd. Deze theorie stelt dat de omgeving Over de auteurs van ouderen een grote invloed heeft op de Sofie Van Regenmortel en Liesbeth De Donder condities en het gedrag van deze oudere. De (als professor) werken aan de Vrije Universiteit omgeving is zeker prominent in de operatio- Brussel en zijn verbonden aan de onderzoeks- nalisering van sociale uitsluiting (bv. buurt en groep Belgian Ageing Studies (http://www.­ huisvesting als dimensies van old-age social ex- ouderenbehoefteonderzoeken.be). Deze onder- clusion) en de determinanten van sociale uit- zoeksgroep maakt deel uit van de ROSEnet sluiting (bv. environmental en macro deter- COST actie (CA 15122) die als doel heeft: minanten). Meer onderzoek zou echter ‘Reducing old-age social exclusion: collabora- mogen gaan naar de rol van objectieve omge- tions in research & Policy’ (http://rosenetcost. vingskenmerken op de mate van sociale uit- com).

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 59 COLUMN

De zee SYBREN KALKMAN

Ik hoor haar rammelen en rukken aan de bui- zitten’ betekent. Ze keek me vragend aan, tendeur, als een aap aan de tralies van zijn wachtend op een nieuwe aanwijzing en begrip kooi. Ze kan er niet uit, ik heb de sleutel om- dat niet kwam. Toen ik haar broek uittrok gedraaid. Anders kom ik helemaal niet aan schreeuwde ze “nee, nee, nee,” en probeerde mezelf wassen en aankleden toe. “Godver- me weg te duwen. Sterk is ze, met die oude, domme, godverdomme,” schreeuwt ze. Vloe- ingevallen billen. ken die ik 50 jaar lang nooit van haar heb ge- Ik wijs naar zee: “kijk, een schip, een wit hoord. cruiseschip.” Haar ogen volgen mijn vinger Ik neem een douche. Met al dat water ko- niet, ze hoort mijn stem en kijkt mij aan. De men de tranen die ik het liefst vergeet en waar zee is zonovergoten en diep donkerblauw. De ik de kinderen niet van vertel. Ik doe gauw een branding trekt helderwitte schuimstrepen. spijkerbroek en een t-shirt aan. Met de schoe- Daarachter, ver weg, ligt ander land. nen in de ene hand en haar smerige bedden- “Wil je de zee?” zeg ik, “ik geef je de zee. goed in de andere ren ik de trap af en kalmeer Vanaf nu is ie van jou.” Ze lacht en kijkt me haar met de belofte straks te gaan rijden met vrolijk aan met die heldere, blauwe ogen waar de auto. Ze klaart op, ik neem haar aan haar geen ontkomen aan is. “We zeggen het tegen hand mee naar de tafel waar haar krentenbol niemand. Iedereen mag erin zwemmen zon- en sinaasappelsap onaangeroerd staan. der het aan jou te vragen. We laten hem hier Ik help haar met instappen en doe haar de liggen, hij is veel te groot om mee te nemen, gordel om. Ze wil altijd hetzelfde tochtje, al- maar hij is van jou.” tijd langs zee. Vlak voor Zandvoort de roton- Daar ziet ze de grap wel van in. Ze schater­ de om en dezelfde weg terug. “Zo, zo, zo, zo, lacht, voluit. zo,” zegt ze en wijst naar de dingen in de lucht: vogels, een vliegtuig. Ik vraag of ze het Over de auteur leuk vindt. “Ja!” Ze straalt. Haar linkerhand, Sybren Kalkman is schrijver, accountant en die nog goed is, strijkt langs mijn wang. mantelzorger en tevens lid van de redactie van Vanmorgen, toen ik haar luier verschoon- Gerōn. de, wist ze niet eens wat ‘draai je om’ of ‘ga

60 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 GEZONDHEID & ZORG

Gezond ouder worden en alcohol

JASMIEN DE DONCKER & KAREN VANMARCKE

“Gun ouderen toch hun borreltje.” Er rust nog steeds een ta- boe op ouder worden en alcoholgebruik. Maar is dat terecht? Zouden we allen niet meer aandacht moeten hebben voor deze groep die extra kwetsbaar is voor alcohol en waarvan cij- fers aantonen dat niet alleen het alcoholgebruik op zich, maar ook het problematisch gebruik ervan toeneemt?

Het alcoholgebruik bij ouderen Wat betreft problematisch gebruik zien neemt toe we bij de babyboomgeneratie een grotere De vergrijzing van de babyboomgeneratie en groep mensen die ooit problematisch heeft de stijgende levensverwachting hebben als ge- gebruikt. Bovendien is er bij deze groep een volg dat de groep ouderen in onze samenle- procentuele toename tussen 2008 en 2013: in ving alsmaar groter wordt. Wanneer we het 2013 had 12,9% van de mannen en 5,1% van alcoholgebruik bestuderen, merken we dat de de vrouwen ooit problematisch gebruikt, vijf groep 55-64-jarigen op weekbasis de helft jaar eerder was dit slechts 7,7% bij de mannen meer drinkt dan 15-24-jarigen. Concreet en 1,5% bij de vrouwen (Drieskens e.a., houdt dit in dat 55-64-jarigen gemiddeld 2013). 14,3 glazen per week drinken (17 voor man- De laatste jaren is er dus een toename van nen en 10 voor vrouwen) en 15-24-jarigen het aantal zware drinkers en van problema- gemiddeld 9,7 glazen per week (11,9 voor tisch gebruik bij ouderen. Dit problematisch mannen en 7 voor vrouwen). Bovendien alcoholgebruik kan zijn oorsprong kennen op blijkt dat het alcoholgebruik bij ouderen de jongere leeftijd, maar kan zich eveneens pas laatste jaren enorm is toegenomen. Zo drinkt op latere leeftijd ontwikkelen, bijvoorbeeld maar liefst 1 op 4 van de Vlamingen tussen 55 na het verlies van een partner, door eenzaam- en 74 jaar dagelijks alcohol: 28,8% mannen heid of sociale isolatie. en 21,4% vrouwen. Tien jaar geleden was dit nog maar 1 op 8. Mannen tussen 65 en 74 Ouderen zijn extra kwetsbaar staan hierbij aan de top: maar liefst 33,3% Dat jongeren kwetsbaar zijn voor alcohol is drinkt dagelijks alcohol. Het dagelijks ge- veelal bekend. Maar ook ouderen zijn extra bruik daalt bij vrouwen vanaf de leeftijd van kwetsbaar voor de negatieve gevolgen van al- 65 jaar, bij mannen vanaf 75 jaar (Drieskens cohol. Zo gaat het ouder worden samen met e.a., 2013). fysiologische en metabolische veranderingen waardoor zelfs kleine hoeveelheden alcohol

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 61 een impact kunnen hebben op hun gezond- slaap- en kalmeringsmiddelen wat het risico heid en functioneren. Ouderen hebben over op valincidenten en een overdosis bij gelijk- het algemeen bijvoorbeeld minder lichaams- tijdig gebruik van alcohol en medicatie ver- vocht en meer lichaamsvet, de lever en de nie- groot. ren werken minder goed en de lichaamsweer- stand neemt af. Dit alles heeft invloed op de Elke dag een glas rode wijn: ook absorptie en de verwerking van alcohol in het voordelen? lichaam. Eenzelfde hoeveelheid alcohol leidt In de kranten lees je weleens dat het drinken

GEZONDHEID & ZORG & GEZONDHEID zo tot hogere bloedalcoholpercentages, lagere van alcohol, zoals het drinken van één glas tolerantie, snellere intoxicatie en meer kans rode wijn per dag, een gunstige invloed zou op orgaanschade omdat alcohol langer in het hebben op je gezondheid. Dit wordt door lichaam blijft. onderzoekers sterk in twijfel getrokken. De Naast de fysiologische veranderingen die eventuele voordelen bij hart- en vaatziekten samengaan met het ouder worden, hebben blijken slechts van toepassing op een zeer be- ouderen een grotere kans op gezondheidsproble- perkte groep en wegen absoluut niet op tegen men wat hen opnieuw extra kwetsbaar maakt de vele negatieve gevolgen van alcohol. Boven- voor de negatieve gevolgen van alcohol. Het dien wordt de kwaliteit van de uitgevoerde ob- risico op, en de ernst van bestaande aandoe- servationele studies in twijfel getrokken. Wie ningen zoals hypertensie, depressie en oste- gezondheidsproblemen wil voorkomen, neemt oporose kan groter worden door het gebruik best een gezonde levensstijl aan met gezonde van alcohol. Ook vormen bepaalde gezond- voeding en voldoende beweging. heidsproblemen op oudere leeftijd een risico- factor voor het problematisch gebruik. Denk Moeilijke detectie bij ouderen maar aan het toenemende aantal ouderen dat Alcoholproblemen zijn moeilijk te detecteren pijn lijdt of kampt met psychische problemen bij ouderen. De signalen van riskant alcohol- zoals dementie of depressie. Daarnaast kan gebruik liggen vaak verscholen achter andere, overmatig drinken op oudere leeftijd onder veel voorkomende klachten. Daarnaast kun- meer het risico op kanker, letsels en valinci- nen symptomen zoals vallen, depressie, cog- denten, slapeloosheid, hoge bloeddruk en nitieve achteruitgang, trillen en slapeloosheid vergeetachtigheid verhogen. als gevolg van alcoholmisbruik verward wor- Ouder worden gaat niet alleen gepaard den met andere gezondheidsproblemen. Bo- met een toenemend aantal fysieke en mentale vendien blijken zowel hulpverleners als oude- gezondheidsproblemen. Ouder worden gaat ren alcoholproblemen niet snel ter sprake te ook samen met psychosociale veranderingen brengen. Doordat ouderen vaak kampen met zoals pensionering, verminderde sociale con- gezondheidsproblemen hebben ze regelmatig tacten of een verandering van de financiële contact met hulpverleners uit de eerste lijn of situatie. Ook deze veranderingen kunnen het andere gezondheidsdiensten. Deze contacten alcoholgebruik beïnvloeden, al is onderzoek bieden de mogelijkheid om het alcoholge- daarover nog volop in ontwikkeling. bruik bij de oudere in kaart te brengen. Het screenen van het alcoholgebruik en het infor- Alcohol en medicatie: een slechte meren van de oudere over de risico’s van hun cocktail alcoholgebruik is erg zinvol. Niet alleen blijkt Omwille van het toenemende aantal gezond- de integratie van screening en kortdurende heidsproblemen is het medicatiegebruik bij interventies in de eerstelijnszorg effectief te ouderen hoog. Het gebruik van psychoactie- zijn, er is eveneens een bereidheid bij ouderen ve medicatie neemt toe met de leeftijd. Af- om hun alcoholgebruik te reduceren om zo hankelijk van het type medicijn, kan alcohol de negatieve gevolgen ervan op hun gezond- de werking versterken of verzwakken. Zo heid te verminderen. versterkt alcohol de negatieve effecten van

62 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 Hoeveel mag ik drinken? De richtlijn mee en ook dagelijks drinken is niet goed GEZONDHEID &ZORG Voor wie de risico’s of de kans op schade voor voor de gezondheid. Daarom spreidt men zijn of haar gezondheid wil beperken, biedt best het alcoholgebruik over meerdere dagen de richtlijn voor alcoholgebruik van het in de week en drinkt men een aantal dagen Vlaams expertisecentrum alcohol en andere niet. Het is goed om de totale hoeveelheid al- drugs (VAD) houvast. Deze stelt dat wie ou- cohol die men per keer drinkt te beperken, der is dan 18 jaar en de risico’s van zijn of haar niet te snel te drinken en alcohol af te wisse- alcoholgebruik wil beperken, best niet meer len met water. Daarnaast drinkt men in be- dan 10 standaardeenheden per week drinkt. paalde situaties beter geen alcohol, zoals in Een standaardeenheid of -glas bevat in Vlaan- het verkeer, tijdens de werktijd of voor, tij- deren gemiddeld 10g alcohol en bevat dus al- dens of na het sporten. tijd dezelfde hoeveelheid alcohol, ongeacht de grootte van het glas of het soort alcohol. Een Tips voor een glaasje minder zwaar bier (33cl, hoger alcoholgehalte) is bij- Minder alcohol drinken kan heel wat voordelen gevolg niet één standaardeenheid, maar vari- opleveren: de algemene gezondheid gaat erop eert tussen 1,7 en 2,5 standaardglazen alcohol vooruit (men voelt zich fitter, kan zich beter (zie figuur 1). Jongeren onder de 18 jaar drin- concentreren), de kwaliteit van de slaap verbe- ken beter niet, maar ook oudere volwassenen, tert en minder drinken maakt het gemakkelij- personen die medicatie gebruiken en perso- ker om het gewicht onder controle te houden. nen met gezondheidsproblemen zijn best Het is nooit te laat om drinkgewoonten aan te voorzichtig met alcoholgebruik. passen. Deze tips kunnen daarbij helpen: Niet alleen het aantal glazen bepaalt het – Wissel een alcoholische drank af met een risico. De richtlijn geeft ook een aantal scha- alcoholvrij drankje; debeperkende tips: Aangezien er geen risico- – Zorg voor activiteiten waar alcohol niet loze grens bestaat, drinkt wie geen risico wil de rode draad hoeft te zijn: een natuur- lopen beter geen alcohol. Voor wie ervoor wandeling, een sportieve uitdaging, een kiest om alcohol te drinken, kan de richtlijn cursus of workshop, de bioscoop. Sta er helpen om grenzen te bepalen. Binge drinken ook even bij stil of er na een activiteit stee- of piekdrinken brengt extra risico’s met zich vast een glas alcohol hoeft te zijn;

Figuur 1. Richtlijn alcoholgebruik

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 63 – Haal minder grote hoeveelheden alcohol in huis; Op zoek naar informatie of hulp? – Zorg voor lekkere alcoholvrije alternatie- Ouderen en hun familie of vrienden die met ven zoals smoothies, fruitwaters of mock- vragen zitten over alcoholgebruik kunnen tails. Inspiratie is te vinden onder de ‘tips’ terecht bij De Druglijn (www.druglijn.be of op www.tourneeminerale.be. 078 15 10 20). Het is zelden gemakkelijk om met familie of vrienden over je alcoholgebruik Literatuur te praten. Toch is praten belangrijk. Bij De

GEZONDHEID & ZORG & GEZONDHEID De Doncker, J., De Donder, E. & Möbius, D. Druglijn kan iedereen terecht met vragen over (2015). Dossier alcohol. VAD: Brussel. drank, drugs, pillen en gokken. Voor informa- Drieskens, S., Charafeddine, R., Demarest, S., Gis- tie, een eerste advies of doorverwijzing naar le, L., Tafforeau, J. & Van der Heyden, J. (2015). hulp of preventie. Anoniem, zonder taboe, Health Interview Survey, Belgium, 1997 – 2001 zonder oordeel. – 2004 – 2008 – 2013: Health Interview Survey Als hulpverlener, preventiewerker of andere Interactive Analysis. Brussels: WIV-ISP. https:// intermediair kan je terecht bij VAD voor advies, hisia.wiv-isp.be/ consult, ondersteuning en informatie. European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) (2008). Drugs in Beeld. Misbruik van middelen onder oudere volwasse- nen. Een verwaarloosd probleem. Italy: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeen- schappen. Vlaams expertisecentrum alcohol en andere drugs (2016). Richtlijn voor alcoholgebruik. VAD: Brussel. http://www.vad.be/materialen/detail/ richtlijn-voor-alcoholgebruik---infofiche Vlaams expertisecentrum alcohol en andere drugs (2016). Ouder worden en alcohol. Visie. VAD: Brussel. http://www.vad.be/materialen/detail/ou- deren-en-alcohol---visie

Over de auteurs Jasmien De Doncker en Karen Vanmarcke zijn beiden stafmedewerker bij VAD en zetten on- der andere in op het voorkomen van proble- men door middelengebruik bij ouderen. Meer informatie vind je op www.vad.be.

64 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 GEZONDHEID & ZORG

Alcoholgebruik onder 55-plussers

CECIEL HEIJKANTS, MARJOLEIN VEERBEEK & BERNADETTE WILLEMSE

Het Trimbos-instituut heeft recentelijk een groot landelijk on- derzoek uitgevoerd naar de aard en omvang van het alcohol- gebruik onder 55-plussers en de redenen waarom zij alcohol drinken. Uit eerder onderzoek was namelijk het beeld ont- staan dat het percentage 55-plussers in Nederland dat over- matig drinkt, toeneemt (Comijs, 2010; Wisselink e.a. 2012; 2016). In dit artikel worden de belangrijkste uitkomsten uit ons onderzoek besproken.

Omvang alcoholgebruik dan 6 glazen voor mannen per gelegenheid. In het onderzoek is onder andere gebruik ge- Ouderen die overmatig drinken, blijken in maakt van bevolkingsstudies Netherlands veel gevallen ook medicatie te gebruiken Mental Health Survey and Incidence Study-2 waarvan bekend is dat ze niet goed samen- (NEMESIS-2) en Longitudinal Aging Study gaat met het gebruik van alcohol: slaapmid- Amsterdam (LASA). Daarnaast is een vra- delen, medicijnen om rustig te worden of genlijst uitgezet over alcoholgebruik bij het pijnstillers. Vooral vrouwen (44,4%) gebrui- ouderenpanel van het Nationaal Ouderen- ken overmatig alcohol in combinatie met fonds (Ouderenpanel). Uit deze cijfers blijkt deze medicatie, ten opzichte van 25% van de 80% van de 55-plussers alcohol te drinken. mannen. Het percentage 55-plussers dat overmatig drinkt ligt tussen de 6,7% en 12,6%. Ter ver- “Ik dacht een paar wijntjes is wel goed voor een gelijking: van de 23-54-jarigen drinkt 3,8% oud mens. Op den duur, ja, dan wordt het ietsje overmatig. Vrouwen zijn overmatige drinkers meer” zegt een 84-jarige mevrouw die zes van de wanneer zij meer dan 14 glazen alcohol per zeven dagen ongeveer drie glazen alcohol drinkt. week drinken. Bij mannen ligt deze grens op 21 glazen (Staat van Volksgezondheid en Ontwikkelingen in alcoholgebruik Zorg, 2017). De helft van de 55-plussers kan met het ouder worden gekenmerkt worden als ‘lichte drinker’; zij Met het toenemen van de leeftijd, neemt het drinken 1 tot 8 glazen in de week. Van de alcoholgebruik van 55-plussers af: het percen- ouderen die drinken, drinkt één derde iedere tage niet-drinkers wordt groter en de groep dag. Daarbij geeft 8% van de 55-plussers aan overmatige drinkers kleiner. Verder lieten de wekelijks of (bijna) dagelijks te binge drinken data zien dat het percentage overmatige drin- (meer dan 4 glazen voor vrouwen en meer kers van 55-65 jaar tussen 1992 (11,9%) en

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 65 2002 (23,6%) toenam, waarna dit percentage Opvattingen van 55-plussers over in 2012 iets daalde naar 19,2%. alcohol Ondanks de afname in het alcoholgebruik Het idee dat alcohol gezond is, leeft bij een in het algemeen, zien we dat ouderen die over- kwart van de 55-plussers in Nederland. Deze matig drinken, juist méér gaan drinken naar- opvatting blijkt meer te leven bij 75-plussers mate ze ouder worden. Het gemiddeld aantal dan bij 55-64-jarigen, respectievelijk 27,4% glazen dat overmatige drinkers nuttigden, is in en 20,8%. De tegenovergestelde opvatting, 6 jaar toegenomen met 7 glazen, van gemid- dat alcohol verslavend is, wordt meer onder-

GEZONDHEID & ZORG & GEZONDHEID deld 23 glazen naar 30 glazen per week (Veer- schreven door 55-74-jarigen (29,9%) dan beek e.a., 2017). door 75-plussers (21,5%). De meeste 55-plus- sers (39,3%) denken dat het drinken van 2 Kenmerken van 55-plussers die glazen alcohol per dag nog gezond en verant- overmatig drinken woord is, terwijl in Nederland het advies van 55-plussers die overmatig drinken, zijn vaker de Gezondheidsraad in november 2015 is bij- alleenstaand en roker in vergelijking met lich- gesteld naar ‘drink geen alcohol of in ieder ge- te drinkers. Andere kenmerken die samen- val niet meer dan één glas per dag’. Eerder hangen met overmatig drankgebruik zijn: luidde de aanbeveling om het gebruik van al- jonger zijn dan 75 jaar, minder fysiek actief cohol te beperken tot één glas voor vrouwen zijn, een relatief hoog inkomen hebben en het en twee voor mannen. Het advies is bijgesteld hebben van een angststoornis. omdat de nadelige gevolgen van alcoholge- bruik voor de gezondheid steeds duidelijker Redenen waarom 55-plussers alcohol worden (Gezondheidsraad, 2015). De Ge- drinken zondheidsraad constateert dat 1,5 glas alcohol In de vragenlijst onder ouderen van het Ou- per dag de kans op een beroerte en verschil- derenpanel en in verdiepende interviews met lende soorten kanker (darm-, long en borst- hen, is gevraagd naar redenen waarom oude- kanker) vergroot. Een kwart van de ouderen, ren drinken. Redenen die naar voren komen met name 75-plussers, heeft geen idee van zijn dat zij het gezellig vinden om te drinken. wat verantwoord alcoholgebruik is. Hieruit Verder helpt alcohol hen te ontspannen, lek- blijkt dat het vernieuwde advies van de Ge- ker te slapen of om pijn te verlichten. Ook zondheidsraad een jaar later nog niet leeft on- vinden 55-plussers alcohol drinken ‘erbij ho- der 55-plussers. ren’. Het wordt door velen dan ook een ge- woonte genoemd. Specifieke redenen om Te zetten stappen ten aanzien van meer te drinken wanneer men 55-plus is, alcoholgebruik bij 55-plussers hebben te maken met: pensionering (en de Door de jaren heen zien we dat naarmate de daarbij komende toename van eigen tijd en leeftijd vordert, de meeste ouderen minder al- invulling ervan), toename in financiële mid- cohol gaan gebruiken. Toch drinkt een deel delen, eenzaamheid en het opzoeken van ge- van de ouderen fors en komt dit relatief meer zelligheid (vooral bij de wat oudere ouderen). voor dan bij 23-54-jarigen. Daarnaast vinden Ook zijn er verschillende stressfactoren te met het ouder worden ook lichamelijke ver- herkennen in het leven van een 55-plusser die anderingen plaats. Zo verandert het metabo- aanleiding kunnen zijn om alcohol te (gaan) lisme, is er een toename van vet en een afna- drinken, bijvoorbeeld relatieproblematiek me van vocht die ervoor kunnen zorgen dat (scheiding van oudere zelf of van de kinde- ouderen sneller onder invloed raken van een ren), mantelzorgen, overlijden van een dier- minder grote hoeveelheid alcohol (Arndt & bare, weinig financiële middelen of lichame- Schultz, 2015). lijke pijn. Alcohol past in het leven van ouderen en zij zijn zich niet altijd bewust van de schade- lijke gevolgen ervan. Het is dan ook wenselijk

66 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 om een campagne te ontwikkelen die de ne- gezondheidsraad.nl/sites/default/files/201524_­ GEZONDHEID &ZORG gatieve gevolgen van alcohol voor de gezond- richtlijnen_goede_voeding_2015.pdf (geraad- heid onder de aandacht brengt, zich richt op pleegd 15 maart 2017). bewustwording van de norm voor verant- Staat van Volksgezondheid en Zorg. (2017). Alco- woord alcoholgebruik en die aansluit bij de holgebruik: overmatige drinkers. https://www. belevingswereld van 55-plussers. staatvenz.nl/kerncijfers/alcoholgebruik-overma- Daarnaast lijkt overmatig drinken samen tige-drinkers (geraadpleegd 15 maart 2017). te hangen met een ongezonde levensstijl van Veerbeek, M., Heijkants, C., & Willemse, B. ouderen, zoals roken en weinig lichamelijke (2017). Alcoholgebruik onder 55-plussers. Trim- beweging. Het inzetten van een campagne ge- bos-instituut: Utrecht. richt op een gezonde levensstijl kan daarom Wisselink, D.J., Kuijpers, W.G.T. & Mol, A. Kern- ook de moeite waard zijn. Beweging is hierbij cijfers verslavingszorg 2011. Houten: Stichting van groot belang, want wie bezig is met bewe- Informatie Voorziening Zorg, 2012. gen kan immers niet drinken. Meer bezig zijn Wisselink, D.J., Kuijpers, W.G.T. & Mol, A. Kern- kan ook leiden tot meer sociale contacten, cijfers verslavingszorg 2015. Houten: Stichting waarmee het drinken uit eenzaamheidsgevoe- Informatie Voorziening Zorg, 2016. lens verminderd kan worden. Niet alleen ou- deren zelf, ook hulpverleners die met deze ou- Over de auteur(s) deren in contact komen zouden meer alert De auteurs zijn allen werkzaam bij het pro- kunnen zijn op alcoholgebruik. Vervolgens is gramma Ouderen van het Trimbos-instituut. het natuurlijk ook van belang dat er een ge- Ceciel Heijkants houdt zich als wetenschap- schikt aanbod is om ouderen die overmatig pelijk medewerker vooral bezig met onder- drinken te helpen bij het minderen van hun zoek naar het alcoholgebruik van ouderen en alcoholgebruik. de huidige stand van zaken in Nederlandse ­verpleeg- en verzorgingshuizen. Marjolein Literatuur Veerbeek is werkzaam als wetenschappelijk Arndt, S., & Schultz, S.K. (2015). Epidemiology medewerker en gespecialiseerd in de toegan- and demography of alcohol and the older per- kelijkheid en effectiviteit van de geestelijke ge­ son. In I. Crome, L. Wu, R.T. Rao & P. Crome zondheidszorg voor ouderen. Bernadette Wil- (Eds.), Substance Use and Older People (pp. 75- lemse, psycholoog en hoofd van het programma 90). John Wiley & Sons. ­Ouderen, promoveerde op onderzoek naar de Comijs, H.C. LASA-rapport 2009. Alcoholgebruik invloed van de werkomstandigheden van ver- onder Ouderen. Wetenschap voor Beleid. Am- zorgend personeel en hun houding ten op- sterdam: VU en VUmc, 2010. zichte van mensen met dementie op bijvoor- Gezondheidsraad. (2015). Richtlijnen goede voe- beeld hun arbeidstevredenheid en verloop- ding 2015. Den Haag, Nederland. https:// www. intentie.

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 67 BOEKBESPREKING

Vroeger nadenken over later MIE MOERENHOUT

Els Messelis (2017). 60 met een +. Zinvol, creatief en succes- vol ouder worden. Rijmenam: Uitgeverij Neno. (208 pagina’s, € 19,95, ISBN 978-90-8249-156-2).

Els Messelis begeleidt als sociaal gerontoloog tal van cursussen ‘Voorbereiding op pensioen’ en workshops rond ‘De kunst van het ouder worden’. “Op de tast banen we ons een weg door het leven”. Deze zinsnede is sprekend voor de overstapperiode van werk naar pensioen. Met dit boek wil Els Messelis dit proces ondersteunen.

Inleidend wordt gestart met een blik op ver- schetst als een individueel verschillend spel oudering en het actuele streven naar ‘jong’ van winnen en verliezen. blijven, ondanks de stijgende leeftijd. De vol- Belangrijk vindt Messelis daarbij dat de gende hoofdstukken handelen over verbon- betrokkenheid en het engagement in relaties denheid vanuit verschillende dimensies en blijvend versterkt worden. Dat leidt tot ver- zijn gericht op mensen die naar hun pensioen bondenheid. De pensionering geeft een ander toeleven of kortelings gepensioneerd zijn. leefpatroon thuis waarbij het opgebouwde Gaandeweg ziet de lezer dat de pensionering rollenpatroon kan herbekeken worden en de een mijlpaal is die ingrijpt op de gewone gang taken herverdeeld. Met elkaar blijven praten van het leven, maar die tegelijkertijd kansen in wederzijds respect is een constructieve tip. geeft. Velen van deze leeftijdsgroep raken meer De naoorlogse generatie, de zogenaamde betrokken op hun ouders, schoonouders, kin- babyboomers, zijn, ondanks de goede jaren in deren en kleinkinderen, vaak vertaald in zorg. het vooruitzicht, op verschillende vlakken be- Duidelijk is wel dat de doelgroep gemakkelijk zorgd over de toekomst. Ze dragen echter de terechtkomt in conflicterende rollen waarbij kenmerken van hun generatie mee en zijn zo- ze zowel geprangd zitten tussen taken van wel welvarender als individualistischer. Deze werk als familie. Het is dan de kunst om op te gepensioneerden willen meetellen en maken komen voor jezelf om niet te vervallen in een dan ook komaf met de disengagementtheorie vorm van stress. volgens de auteur. De pensionering wordt ge-

68 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 Wie met pensioen gaat, heeft een beperkter Ze komen voort zowel uit vakliteratuur als inkomen, maar wil niet graag inboeten op de vanuit workshops en cursussen met ouderen. opgebouwde levensstandaard. De extra mo- De subtitels zijn in de courante taal van gelijkheden om het verlies te compenseren, vandaag geformuleerd. Dit wekt nieuwsgie- zijn echter geen algemeen goed. De auteur is righeid. Toevoeging van enkele toepasselijke een pleitbezorger voor leeftijdsbewust perso- cartoons zou de lezer meer aanwakkeren en neelsbeleid zodat oudere werknemers gevalo- zou een breder publiek bereiken. Toch heb- riseerd blijven. ben hedendaagse gebruikelijkheden ook het Met de uitstap uit het arbeidsproces heeft nadeel dat de lezer er in meegezogen wordt. een strategie om zinverlies te beperken zijn Klinkt de verzilveringstsunami niet eerder ne- belang. Sociaal engagement speelt dan ook gatief ten opzichte van de ouderen? Mag de voor velen een belangrijke rol, niet alleen voor Nederlandstalige term ‘ouderen’ echt niet ge- de activiteit op zich, maar ook voor de sociale bruikt worden terwijl deze het dynamisch en emotionele connecties. Het sociale net- proces van het ouder worden aangeeft? werk en de vrijwilligersrelaties zijn buffers te- gen eenzaamheid na de pensionering. Nieuwe Met pensioen gaan is uiteraard maar een tijds- rollen zijn zingevers. De kwantiteit en kwali- spanne in het leven. De auteur wil het over de teit ervan bepalen mede het geluksgevoel. beleving van deze periode hebben. In het boek Zestigers leggen meer de klemtoon op wat is het echter niet altijd duidelijk dat de pensio- ze willen en kunnen waardoor de bezigheden neringsperiode de doelgroep aangeeft door uit- ‘behapbaar’ blijven. De huidige belevings- spraken en gegevens vanuit breder onderzoek. maatschappij en de drang om iets van het le- Els heeft op veel plaatsen rondgeneusd en ven te maken, kan keuzestress meebrengen komt over als een zeer belezen persoon. Vanuit voor gepensioneerden in combinatie met an- die gegevens is de inhoud aaneengebonden. dere rollen. En wie niet mee wil of kan, raakt Veel theorieën worden aangehaald, sommige in een kwetsbare positie. nader toegelicht. Het ware goed dat er keuzes Het belang van mentaal actief blijven ver- werden gemaakt binnen deze theorieën en dat taalt zich voor de zestigers in verschillende mo- ze diepgaander werden toegepast waardoor de tieven om te blijven leren. De copingnood om bruikbaarheid voor een groter segment van de zelfstandig te blijven, zich te kunnen redden in beoogde doelgroep verzekerd zou zijn. Af en onze evoluerende maatschappij, is voor velen toe zouden verduidelijkende situaties en illus- een belangrijk motief. Het brein kan zich trou- traties de lezer meer inzicht geven en overtui- wens op oudere leeftijd verder ontwikkelen, gen, bijvoorbeeld bij procestraining en brein- ook breinreorganisatie is mogelijk. reorganisatie. Een aantal van de opgenomen Met het ouder worden komt ook de ver- schalen en oefeningen zijn voor de lezers nut- binding met de eigen existentie in gedachte tig om individueel te gebruiken om voor zich- met vragen over de zin van het leven en de zelf meer duidelijkheid te krijgen. dood. Omdat deze leeftijdsgroep er niet ge- Als het over mantelzorg en grootouders makkelijk over praat, heeft Messelis dit opge- gaat, is het evenwicht zoek aangezien deze in- vangen door de lezer te laten terugblikken op, houd hoofdzakelijk vanuit vrouwelijk perspec- en nadenken over, het leven na de pensione- tief wordt behandeld. Zo wordt het klassieke ring. rollenpatroon bevestigd. Als er onevenwicht is in deze taken verwacht ik minstens een be- Een receptenboek schrijven, is ‘in’ de laatste schrijving van het aandeel van de mannen. jaren. Toch is het woordgebruik hier niet echt Zou dit tevens ook niet aanzetten tot naden- terecht. De diversiteit onder de doelgroep, de ken? verschillende aanpak en situatie laat dit niet Zoals bij alle cursussen die een voorberei- toe. Wel zijn de tips goede aandachtspunten, ding geven op pensioen, vraag ik mij ook hier doordenkertjes en nuttig voor de doelgroep. af waarom erfrecht uitgebreid en expliciet aan

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 69 bod komt. Dit verbindt het pensioen direct ringsperiode en het leven nadien. Samen met aan het levenseinde terwijl er nog 20-25 jaar de Koning Boudewijnstichting geeft ze sti- leven voorliggen. Is schenken en erven niet mulansen om ‘vroeger na te denken over la- iets van alle generaties wat op elk moment be- ter’. Dit boek draagt dan ook bij aan de uitda- studeerd en geregeld kan worden? Binnen ou- ging van het ouder worden en van ouder derenwerkingen en diverse vormingen wordt worden een kunst te maken. trouwens vaker bij dit thema stilgestaan. Els Messelis zet de lezer doorheen het Over de auteur boek aan om na te denken over de pensione- Mie Moerenhout is gerontoloog.

GEDICHT

TOEKOMENDE TIJD

Rimpelig samen; ja, een dierbaar paar. Ik zie onszelf alvast in oker staan op het dressoir.

Ik hoop dat als de moker van de tijd heeft toegeslagen en niet meer heeft gelaten dan kreukels over bot jouw brillend oog mijn dor vlees kan verdragen.

Rimpelen samen; ja tot wederzijds behagen.

Mieke Tillema Uit: Het genot van het surplus. Haarlem: De Windroos, 1988.

Mieke Tillema (geb. 1944) was lerares Nederlands. Ze publiceerde een aantal gedichtenbundels, o.a. Het genot van het surplus (Haarlem, 1988), Overzettingen (Haarlem, 1990). Vanaf 2009 schreef ze essays over poëzie in VakTaal, tijdschrift voor Neerlandici. Sinds 2013 bereidt ze de biografie over pianiste en schrijfster Ida Simons voor.

70 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 LONGITUDINAL AGING STUDY AMSTERDAM

Trends in sociale-, emotionele- en gezondheidsproblematiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en 2012

EMIEL HOOGENDIJK, DORLY DEEG & MARTIJN HUISMAN

Op welke aspecten gaat het beter met de Nederlandse oude- ren? Op welke aspecten gaat het juist slechter? Veranderin- gen in het functioneren van ouderen op bevolkingsniveau kunnen de context schetsen waarin het beleid in de lang- durige zorg, maatschappelijke ondersteuning en preventief beleid van de Nederlandse overheid moet plaatsvinden.

Verwachte veranderingen in wacht werd dat het aandeel ouderen dat op functioneren van ouderen geen enkel van de onderzochte aspecten van In het kader van de Longitudinal Aging Study functioneren een probleem had, groter zou Amsterdam (LASA) worden sinds 1992 gege- zijn geworden tussen 1992 en 2012. Dit van- vens verzameld over het functioneren van Ne- wege het feit dat opeenvolgende generaties derlandse ouderen (Hoogendijk e.a., 2016). ouderen in betere omstandigheden zijn opge- Een kracht van dit onderzoek is dat het trends groeid. Dat zou dus een positieve ontwikke- in het functioneren van de oudere bevolking ling zijn. Tegelijkertijd werd ook verwacht dat kan aantonen over meerdere decennia. Dit is het aandeel met multiproblematiek – de mogelijk door op ieder van de meetmomen- groep die op meerdere aspecten van functio- ten eenzelfde leeftijdsgroep te selecteren, in neren problemen had – groter zou zijn gewor- dit geval de groep 65-84-jarigen. Aspecten den. Dit omdat de levensverwachting sterk is van functioneren die relevant zijn voor beleid toegenomen waardoor steeds meer mensen worden bepaald tijdens discussies tussen me- een heel hoge leeftijd bereiken, en multipro- dewerkers van het Ministerie van Volksge- blematiek nu eenmaal toeneemt met de leef- zondheid Welzijn en Sport (VWS) en mede- tijd. Van de acht afzonderlijke aspecten van werkers van LASA. De volgende aspecten functioneren werd een stapelscore berekend werden geselecteerd: chronische ziekten, ern- door het aantal aspecten op te tellen waarop stige functionele beperkingen, depressie, iedere respondent problemen had. De gemid- angst, cognitieve beperkingen, niet voldoen delde hoeveelheid problemen tussen 1992 en aan de landelijke beweegnorm, eenzaamheid 2012 liet een stabiele trend zien. Welke aspec- en sociale isolatie. Naast deze afzonderlijke as- ten zijn nu bepalend voor deze stabiele trend pecten van functioneren waren we geïnteres- in het aantal problemen? Zijn er misschien seerd in de opeenstapeling van problemen. sommige aspecten waarop ouderen minder Het is immers veelal deze opeenstapeling die problemen gingen ervaren, en andere waarop zorg noodzakelijk en complex maakt. Ver- zich meer problemen gingen voordoen?

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 71 Trends in afzonderlijke aspecten van ren met twee of meer chronische ziekten functioneren (Deeg e.a., 2013). LASA Wanneer we de aspecten apart nemen, blijken de ontwikkelingen in het functioneren van Multiproblematiek en afwezigheid Nederlandse ouderen tussen 1992 en 2012 van problematiek gunstig te zijn voor: ernstige beperkingen, De trend in het gemiddelde aantal problemen cognitieve beperkingen, voldoen aan de be- zegt nog niets over de toe- of afname van het weegnorm (alleen gunstig voor vrouwen) en aandeel ouderen dat op geen enkel aspect pro- eenzaamheid. Voor drie aspecten is er geen blemen ervaart of van het aandeel met multi- duidelijk ongunstige of gunstige ontwikke- problematiek. Omdat de van tevoren uitge- ling: depressie, angstklachten en sociale isola- sproken verwachtingen zich op deze twee tie. Alleen voor chronische ziekten zien we groepen richtten, bekijken we die nu nader. dat de prevalentie toeneemt. In eerste instan- De percentages ouderen zonder proble- tie zou deze laatste ontwikkeling kunnen wor- men zijn weergegeven in figuur 1. Er is een den opgevat als ongunstig, maar hierbij moet daling te zien over de tijd. Dit is het geval bij worden opgemerkt dat deze toename in de zowel mannen als vrouwen, maar is het meest prevalentie voo een belangrijk deel te maken opvallend bij jongere mannen (64-74 jaar). heeft met verbeteringen in de medische zorg Van hen had in 1992/93 nog 38% geen enkel en in diagnostiek. Hierdoor nemen de overle- probleem met functioneren, maar in 2011/12 vingskansen van ouderen met chronische was dat gedaald tot 26%. Vergeleken met 20 ziekten toe, waardoor zij ook meer in de be- jaar terug zijn er dus minder ouderen die vrij volking te vinden zijn. Zo is de ongunstige zijn van problemen en de vooraf geformuleer- toename van het aandeel ouderen met chroni- de verwachting van een positieve ontwikke- sche ziekten eigenlijk een gunstige ontwikke- ling blijkt dus niet te kloppen. ling. In eerder onderzoek met LASA-gegevens De andere kant van de medaille is multi- is al aangetoond dat de verbeterde overle- problematiek. Hiervan preken we als er pro- vingsduur vooral geldt voor ouderen met blemen zijn op tenminste vijf van de acht as- multimorbiditeit, dat wil zeggen voor oude- pecten van functioneren. In figuur 2 zien we

40

30

% 20

10

0 1992/93 1995/96 1998/99 2001/02 2005/06 2008/09 2011/12

Totaal Man 64-74 jaar Vrouw 64-74 jaar

Man 75-84 jaar Vrouw 75-84 jaar

Figuur 1. Percentages ouderen zonder enige problemen (stapelscore = 0).

72 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 een afname van de prevalentie van multipro- Hier beschrijven we de opvallendste ver- LASA blematiek, met name bij de oudste mannen anderingen over de tijd. Ouderen met multi- en vrouwen. Bij vrouwen in de leeftijdsgroep problematiek blijken in 2012 vaker zelfstan- 75-84 jaar had 19% te maken met multipro- dig te wonen (in 1992/93: 84%; in 2011/12: blematiek in 1992/93 en nog maar 11% in 98%). Gezien het afbouwen van het aantal 2011/12. Bij mannen in deze leeftijdsgroep plaatsen in instellingen voor langdurige zorg was de prevalentie van multiproblematiek in lijkt deze ontwikkeling geen verrassing. Er 1995/96 nog 13%, in 2011/12 was dit 6%. zijn procentueel meer mannen in de groep Ook deze resultaten geven aan dat de oor- ouderen met multiproblematiek gekomen. spronkelijke verwachting niet klopt met de Dit kan toe te schrijven zijn aan de in deze werkelijkheid. De afname van multiproble- periode sterker gestegen levensverwachting matiek is een duidelijk gunstige ontwikke- bij mannen dan bij vrouwen. Het gevoel van ling. mastery in de groep met multiproblematiek is in 2012 lager (gemiddelde score in 1992/93: Multiproblematiek nader bekeken 13,5 en in 2011/12: 12,6). Dit betekent dat Omdat ouderen met multiproblematiek de ouderen met multimorbiditeit in 2012 min- belangrijkste groep vormen vanuit het per- der het gevoel hebben dat zij de regie hebben spectief van zorg en beleid, is een nadere ka- over hun eigen leven. rakterisering nuttig. Met name rijst de vraag of de groep ouderen met multi-problematiek Implicaties voor beleid en praktijk in 2012 niet alleen kleiner is geworden, maar Een gunstige ontwikkeling bij Nederlandse ook of zij andere kenmerken had dan in 1992. ouderen in de leeftijdsgroep 65-84 jaar is dat Relevante kenmerken daarvoor zijn leeftijd, het percentage ouderen met multiproblema- geslacht, opleiding, partnerstatus, woonsta- tiek tussen 1992 en 2012 is afgenomen. Deze tus, omvang van het sociale netwerk en mas- ontwikkeling vond voornamelijk plaats bij de tery, oftewel regie: in welke mate iemand het oudste mannen en vrouwen. Deze uitkomst gevoel heeft dat hij of zij zelf invloed kan uit- ging tegen de vooraf geformuleerde verwach- oefenen op zijn/haar leven. ting van medewerkers van het ministerie in.

25

20

15 % 10

5

0 1992/93 1995/96 1998/99 2001/02 2005/06 2008/09 2011/12

Totaal Man 64-74 jaar Vrouw 64-74 jaar

Man 75-84 jaar Vrouw 75-84 jaar

Figuur 2. Percentages ouderen met multiproblematiek (stapelscore = 5 of meer)

Gerōn 3/2017 Tijdschrift over ouder worden & samenleving 73 Overigens zagen we dat de kenmerken van of afname van problematiek. Het blijft echter deze groep ouderen in sommige opzichten een belangrijke vraag voor beleid welk per- LASA veranderden. Het percentage mannen in deze centage problematiek op de verschillende fac- groep was gegroeid, en een steeds groter ge- toren acceptabel of haalbaar is. Bijvoorbeeld deelte van deze groep woonde zelfstandig. het percentage eenzaamheid was het hoogst Ook was het gevoel van regie in deze groep bij vrouwen van 75-84 jaar; dit daalde van ouderen afgenomen. Dit heeft wellicht be- 45% tot 39%, maar dat is nog steeds hoog. langrijke gevolgen voor de noodzaak tot Over alle groepen gemiddeld kwam het per- maatschappelijke ondersteuning en langduri- centage eenzaamheid uit op 30%, en dat is ge zorg aan huis. niettemin zorgwekkend. Ook zagen we dat Tegenover de gunstige ontwikkeling in het percentage vrouwen van 75-84 jaar dat multiproblematiek stond een ongunstige ont- voldeed aan de beweegnorm was toegeno- wikkeling in het percentage ouderen zonder men, namelijk van 45% naar 55%. Hoewel enige vorm van problematiek. Ook deze da- dit een gunstige ontwikkeling is, voldoet nog ling ging tegen de vooraf geformuleerde ver- steeds bijna de helft niet aan de beweegnorm. wachtingen in. Alles bij elkaar moeten we Hier lijken nog substantiële mogelijkheden concluderen dat een steeds grotere groep ou- voor verdere verbetering aanwezig te zijn. deren in één tot vier aspecten van functione- ren problemen ervaart. Wat dit betekent voor Literatuur deze ouderen en waaraan zij behoefte hebben, Hoogendijk, E., Deeg, D. & ,Huisman, M. Trends hangt uiteraard af van de specifieke combina- in sociale, emotionele en gezondheidsproblema- tie van aspecten. tiek van Nederlandse ouderen tussen 1992 en Onder de gesignaleerde trends gaat waar- 2012. Reslutaten van de Longitudinal Aging Stu- schijnlijk een complex geheel van maatschap- dy Amsterdam. LASA rapport 2016 voor het pelijke ontwikkelingen schuil. Hoewel dit Ministerie van Volksgezondheid. Het rapport niet een specifiek doel was van dit onderzoek, is te downloaden op www.lasa-vu.nl, klikken is het hier nuttig om te verwijzen naar de be- op Nederlands. langrijke rol die het toegenomen opleidings- Deeg, D., van Vliet, M. Kardaun, J. & Huisman niveau van ouderen heeft gespeeld. Huidige M. Understanding the mortality decline at ol- ouderen zijn over het algemeen hoger opge- der age. Improved life course or improved pre- leid dan leeftijdsgenoten van tien of twintig sent period? Annual Review of Gerontology and jaar geleden. Het is bekend dat een hogere Geriatrics 2013; 33: 261-291. opleiding bijdraagt aan een betere gezondheid en gezonder gedrag. Verdiepende analyses om Over de auteurs na te gaan hoe groot deze bijdrage was aan de Emiel Hoogendijk is post-doc onderzoeker bij door ons gesignaleerde trends, laten zien dat de afdeling Epidemiologie en Biostatistiek, de stijging in opleidingsniveau een belangrij- Amsterdam Public Health Research Institute, ke bijdrage heeft geleverd aan de gunstige VU Medisch Centrum, Amsterdam. Dorly ontwikkelingen in ernstige functionele beper- Deeg en Martijn Huisman zijn beiden hoogle- kingen en in cognitieve beperkingen. raar Epidemiologie van de veroudering bij deze afdeling. Martijn Huisman is tevens Acceptatie of mogelijkheden voor hoogleraar bij de afdeling Sociologie van de verbetering Faculteit Sociale Wetenschappen, Vrije Uni- Tenslotte is het belangrijk om op te merken versiteit, en wetenschappelijk directeur van de dat dit onderzoek zich richtte op trends. Longitudinal Aging Study Amsterdam. Daarbij hebben we de nadruk gelegd op toe-

74 Tijdschrift over ouder worden & samenleving Gerōn 3/2017 VERVOLG COLOFON

Ontwerp omslag Inzenden artikelen Simon van Kessel De redactie van Gerōn stelt inzending van artikelen met informatie en opinies uit praktijk, beleid en wetenschap Basis vormgeving van het ouder worden in de moderne samenleving zeer Omslag: Twin Media, Simon van Kessel op prijs. U wordt verzocht uw bijdrage op te stellen Binnenwerk: Prepress media groep volgend de geldende richtlijnen (zie https:/www.bsl.nl/ schrijven-bij-bohn-stafleu-van-loghum/auteursinstruc- Advertenties ties) en in te sturen naar het redactieadres: [email protected] Cross Media Nederland 010-7421020, [email protected] Voorwaarden Op leveringen en diensten zijn de bij de Kamer van Arbeidsmarktcommunicatie Koophandel gedeponeerde algemene voorwaarden van Sales Support Springer Media B.V. van toepassing, tevens raadpleeg- 030-6383603, [email protected] baar op www.springermedia.nl. De voorwaarden worden Aanleveren advertentiemateriaal: [email protected], op verzoek toegezonden. Wesley van Kruiselbergen, tel. 030-6383943 Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met Abonnementen bronvermelding en met schriftelijke toestemming van de Geron verschijnt vier keer per jaar. uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in Abonnementsprijs: (print + online toegang) € 64,50, deze uitgave houdt in dat de Standaardpublicatievoor- online-only abonnement (enkel online toegang) € 38,70. waarden van Springer Media B.V., gedeponeerd bij de Studenten ontvangen 50% korting. Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossier­ nummer 3210/635, van toepassing zijn, tenzij schriftelijk Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en anders is overeengekomen. De Standaardpublicatievoor- wordt automatisch verlengd tenzij twee maanden voor waarden voor tijdschriften zijn in te zien op www.bsl.nl/ de vervaldatum schriftelijk is opgezegd. schrijven-bij-bohn-stafleu-van-loghum/auteursinstructies Abonnementenadministratie: Klantenservice Bohn of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. Stafleu van Loghum, Postbus 246, 3990 GA Houten. Telefoon: 030-6383736. Bij wijziging van de tenaam­ www.bsl.nl stelling en/of adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar de afdeling © 2017, Bohn Stafleu van Loghum klantenservice of wijzigingen door te geven via het formulier op www.bsl.nl/contact

ISSN: 1389-143X

VOLGENDE KEER IN GEROˉ N

THEMA: Vrijwilligerswerk EN VERDER: • Een schets van de historische ontwikkelingen • Oudere werknemers en het basisinkomen • Wat zijn de grenzen aan vrijwilligerswerk? • Niet meer met pensioen • Nieuwe ontwikkelingen binnen het vrijwilli- • De kunst van gelukkig oud worden gerswerk • Lusten en lasten van de vergrijzing • Over vrijwilligerswerk en verdringing van • Ouderen en personeel beheren samen een reguliere arbeid wooncentrum In dit nummer verder onder andere September 2017 | jaargang 19 | #3

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken - Koen Caminada & Kees Goudswaard

Ongelijkheid in gezonde levensverwachting: een dubbel nadeel voor laagopgeleiden - Wilma J. Nusselder, Jan Willem Bruggink & Johan Mackenbach

De bestedingen van ouderen onder de loep genomen - Anna van der Schors & Marcel Warnaar

Verdwijnende beroepen en de gevolgen voor (oudere) werknemers - Arie Stolk

Het organisatieperspectief op werken na het pensioen - Jaap Oude Mulders

Een Tweede Jeugd voor bejaardenhuizen - Joost Maas

Kloppen theorie en praktijk in de aanpak van eenzaamheid? - Eric Schoenmakers

Sociale uitsluiting op latere leeftijd - Sofie Van Regenmortel & Liesbeth De Donder

Alcoholgebruik onder 55-plussers - Ceciel Heijkants, Marjolein Verbeek & Bernadette Willemse