Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2012 – 2015

3 Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2012 – 2015

Januari 2012

1 2 Inhoud

Samenvatting 7 Bijlage 1: Beleidskaders en bestuurlijke wensen 46

1 Analyse van de Verkeersveiligheid in 13 Bijlage 2: Brom- en snorfietsen 48 1.1 Ontwikkeling van het aantal doden en ernstig gewonden 13 1.2 Analyse van de leeftijdsgroepen en vervoerswijzen 17 Bijlage 3: De drukste fietsroutes van Amsterdam 53 1.3 Oorzaken van ongevallen 17 1.4 Analyse van de Infrastructuur 22 Bijlage 4: Duurzaam veilig inrichting van het Regionaal Netwerk Fiets 54 1.5 Conclusie Verkeersveiligheidanalyse 23 Bijlage 5: Kaart van duurzaam veilig inrichting – Hoofdnet Auto 55 2 Doelstelling, strategie en aanpak 25 2.1 Doelstelling – 25% minder ernstig gewonden in 2020 25 Bijlage 6: Doelgroepen naar leeftijd en vervoerswijze 56 2.2 Strategie om ongevallen te voorkomen 25 2.3 De aanpak 26 Bijlage 7: Verkeersslachtoffers per stadsdeel 57

3 Veiliger maken van de Infrastructuur 29 Bijlage 8: Overzicht generieke maatregelen 58 3.1 De basis op orde (proactieve aanpak) 29 3.2 Aanpak van de meest gevaarlijke kruispunten en wegen (reactieve aanpak) 31 Bijlage 9: Generieke maatregel – Voorkomen van enkelvoudige ongevallen op het fietspad 59 4 Veiliger gedrag van verkeersdeelnemers 35 4.1 Opvoeding, opleiding en onderwijs 35 Bijlage 10: Uitvoeringsprogramma – Generiek programma nr. 1 62 4.2 Verkeersvoorlichting en handhaving 39

5 Organisatie & communicatie 43 5.1 Samenwerking – platvorm Verkeersveiligheid 43 5.2 Werkgroep blackspots Amsterdam 43 5.3 Uitvoeringsorganisatie verkeerseducatie 43 5.4 Externe communicatie 43

6 Financiën 44 6.2 Onderzoek en evalutatie 45 6.3 Rapportage 45

3 4 Scooterrijder gewond na stuurfout

Een scooterrijder is zaterdagavond gewond geraakt op de Hobbemakade. Volgens een getuige was hij tegen de rand van de stoep gebotst. In een bocht raakte hij volgens de getuige de controle over zijn scooter kwijt, raakte de trottoirband en ging onderuit. De scooterrijder is met spoed naar een ziekenhuis gebracht, over zijn medische toestand is niets bekend.

AT5, 5 juni 2011

Helaas lezen we dergelijke berichten de laatste tijd steeds vaker. De kop suggereert dat de scooterrijder door een eigen fout ten val is gekomen. Een reactie zou kunnen zijn: ‘eigen schuld’. Maar is dat wel zo? Was dit ongeval echt niet te voorkomen? Waarschijnlijk is de stuurfout niet de enige factor die heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval. Misschien was het wegdek glad door de regen, misschien zat er een scheur in het asfalt, misschien stak er plotseling iemand over waarvoor de scooterrijder is uitgeweken. Als de Werk- groep Blackspots Amsterdam dit ongeval zou moeten onderzoeken, dan zouden ze een schouw organiseren om ter plaatse te kijken of er elementen in de infrastructuur zijn die geleid kunnen hebben tot dit ongeval.

Deze werkwijze heeft veel opgeleverd, vooral bij de meest gevaarlijke kruispunten van Amsterdam, en wordt voortgezet. Daarnaast gaan we de volgorde omdraaien. In plaats van het schouwen van een locatie na een ongeval, gaan we de belangrijkste routes scannen op afwijkingen in de infrastructuur nog voordat deze afwij- kingen kunnen leiden tot een nieuw ongeval. Deze proactieve manier van werken is één van de nieuwe ele- menten in het Amsterdamse verkeersveiligheidsbeleid voor de komende jaren.

5 6 Samenvatting

Aantal ernstig gewonden in het Amsterdamse verkeer stijgt De status van de infrastructuur In de afgelopen vijftig jaar is het aantal dodelijke verkeersongevallen in Amsterdam flink Kruisingen: gedaald, van jaarlijks meer dan 100 naar ongeveer 15 slachtoffers. Echter, uit een nieuw Het aantal blackspots is de laatste jaren sterk gedaald van 167 in de periode 1999 – 2001 onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt naar 66 in de periode 2007 – 2009. dat het aantal ernstig gewonden veel hoger is dan het aantal dat in de voorgaande jaren Wegvakken: in de landelijke database werd weergegeven1. Na een daling tot 2001 is het aantal ernstig Van de 50 km/h-wegen op het regionaal netwerk fiets is 23% nog niet ingericht volgens gewonden een paar jaar op een gelijk niveau gebleven. Vanaf 2006 is het aantal ernstig de richtlijnen van Duurzaam Veilig3. Op het deel dat niet Duurzaam Veilig is ingericht (50 gewonden2 gestegen van 785 tot ongeveer 950 in 2009. km/h-wegen zonder vrijliggende fietspaden) zijn twee keer zo veel verkeersslachtoffers per kilometer gevallen als op het Duurzaam Veilige deel van dit netwerk. Analyse verkeersongevallen Doelgroepen Conclusie Veruit het grootste deel van de ernstig gewonden zijn fietsers (56%). Sinds 2000 is het Sinds 1998 zijn veel kruispunten in Amsterdam veiliger gemaakt. Dit is terug te zien in een aantal fietsslachtoffers ook het sterkst gestegen. Het aandeel ernstig gewonde brom- en daling in het aantal ongevallen op deze kruispunten. De daling heeft echter niet geleid snorfietsers is ook opvallend (16%), zeker omdat brom- en snorfietsen nog relatief wei- tot een daling van het totaal aantal ongevallen in Amsterdam. Er is vooral een stijging te nig worden gebruikt. Het risico om slachtoffer te worden van een verkeersongeval is het zien van het aantal ernstige fietsslachtoffers en brom- en snorfietsslachtoffers. De stijging grootst voor pubers (16 en 17 jaar) en jong volwassenen (18 t/m 24 jaar). van het aantal ongevallen heeft voor een deel te maken met een toename van het aantal inwoners (30.000 tussen 2001 en 2008), maar ook het aantal ongevallen per inwoner van Oorzaken van ongevallen Amsterdam is gestegen. Dit komt onder andere door een toename van het fietsgebruik Ongevallen zijn in 42% van de gevallen toe te schrijven aan voorrangsfouten. Alhoewel (kwetsbare verkeersdeelnemers), vooral binnen de ring A10 en een toename van het brom- dit een menselijke fout is, ligt hier nog wel een opgave om de voorrangsfouten door een en snorfietsgebruik. Er wordt een verdere groei van het fietsverkeer verwacht en daar- betere inrichting van de infrastructuur zo veel mogelijk te voorkomen. Dat kan o.a. door de bij komt de sterke groei van tweewielers met een hoge snelheid (brom- en snorfietsers en snelheid op kruispunten te verlagen en door de voorrangssituatie op kruispunten te bena- elektrische fietsen) die van dezelfde infrastructuur gebruik moeten maken. Dit betekent drukken. Andere veelvoorkomende oorzaken zijn een te hoge snelheid (vooral door brom- dat er veel moet gebeuren om het aantal verkeersongevallen te beperken. en snorfietsers) en weggebruikers die door rood licht rijden. Recent onderzoek van de SWOV toont aan dat er nog een opvallend grote groep ongevallen is waarbij geen ander Doelstelling voertuig is betrokken. Deze zogenaamde enkelvoudige ongevallen komen vooral veel voor Voor dit meerjarenplan wordt vastgehouden aan de doelstelling die in het Strategisch Plan bij fietsers en brom- en snorfietsers. Enkelvoudige ongevallen kunnen ontstaan door bij- Verkeersveiligheid van het ministerie is opgenomen. De minister streeft naar een afname voorbeeld paaltjes, losliggende stoeptegels, zachte bermen, etc. van 25% van het aantal ernstig gewonden in 10 jaar tijd. Omdat het aantal inwoners in

1 De SWOV heeft een nieuwe methodiek ontwikkeld om het aantal Abbreviated Injury Score) hebben van ten minste 2 en niet binnen gangspunten is het zo veel mogelijk beperken van potentiële con- ongevallen te bepalen. Hierbij wordt de data uit de politieregistra- 30 dagen na het ongeval aan de gevolgen daarvan overleden zijn. flicten tussen langzaam verkeer en snelverkeer, door bijvoorbeeld tie aangevuld met de data uit de ziekenhuisadministratie. Er zijn zes ernstcategorieën: 1. Licht; 2. Matig; 3. Ernstig; 4. Zwaar; het aanleggen van vrijliggende fietspaden. Andere maatregelen 2 Sinds 2009 (besluit van de toenmalige minister van V&W) wordt de 5. Levensgevaarlijk; 6. Maximaal letsel – feitelijk onbehandelbaar. die bij deze visie horen zijn het uitbreiden van verblijfsgebieden term ziekenhuisgewonden niet meer gehanteerd, maar in plaats 3 De landelijke visie Duurzaam Veilig is erop gericht om ongeluk- (30 km-zones), snelheden reduceren op potentiële conflictpunten daarvan ernstig verkeersgewonden. Dit zijn verkeersslachtof- ken zo veel als mogelijk te voorkomen en daar waar dat niet kan de en conflicten met kruisend verkeer zo veel mogelijk vermijden. fers die opgenomen zijn in een ziekenhuis en een MAIS (Maximum kans op letsel nagenoeg uit te sluiten. Eén van de belangrijkste uit-

7 Amsterdam de komende jaren nog flink zal stijgen, wordt de Amsterdamse doelstelling voorkomen. De verwachting is dat met deze aanpak ongevallen voorkomen kunnen wor- gerelateerd aan het aantal inwoners. Als nulmeting wordt het meetjaar 2010 aangehou- den voordat locaties uitgroeien tot een red-route of blackspot. den. Het aantal ernstig gewonden moet in 2020 gedaald zijn van 120 ernstig gewonden per 100.000 inwoners (gemiddelde 2007 t/m 2009) naar maximaal 90 ernstig gewonden Een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van verkeerdeelnemers per 100.000 inwoners (gemiddelde 2017 t/m 2019). Het effect van de maatregelen moet Ongevallen kunnen niet alleen voorkomen worden door aanpassingen aan de infrastruc- vooral in de jaren 2015 t/m 2020 zichtbaar worden. De streefwaarde voor 2015 is maximaal tuur. Menselijke fouten spelen bij bijna alle ongevallen een rol. Daarom is het voorkomen 105 ernstig gewonden per 100.000 inwoners. van ongevallen vooral een verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers zelf. Vooral op die plekken waar veel verkeer is en de ruimte beperkt, moeten Amsterdammers zich con- Strategie centreren op hun taak als verkeersdeelnemer. Alleen als verkeersdeelnemers zich aan de Van een knelpuntgerichte benadering naar generieke maatregelen verkeersregels houden, geduldig zijn en elkaar wat meer de ruimte geven is het moge- Door het veiliger maken van de gevaarlijkste kruispunten (blackspots) en wegen (red-rou- lijk om het aantal ongevallen in Amsterdam weer te laten dalen. Extra investeringen in tes) kan een deel van de ernstige ongevallen voorkomen worden, maar bij een aantal van gedragsverandering (educatie, voorlichting en handhaving) zijn noodzakelijk. deze kruispunten is het te verwachten rendement minder hoog. Tegelijkertijd vindt een groot deel van de ongevallen niet op deze wegen en kruispunten plaats, maar verspreid De aanpak – veilige infrastructuur, veilig gedrag weggebruikers over het netwerk. Daarom worden, op een groter deel van het netwerk, generieke maat- Het meerjarenplan richt zich op het veiliger maken van de infrastructuur en het beïnvloe- regelen getroffen om veelvoorkomende ongevallen bij de grootste slachtoffergroepen te den van het gedrag van verkeersdeelnemers door onderwijs, voorlichting en handhaving.

8 Afname van Geen onderdeel van MJP het gebruik Verkeersveiligheid, verwerkt van gevaarlijke programma’s: voertuigen • autoluwe stad • stimuleren gebruik OV Doelgroepgericht i.c.m. voorlichtingscampagnes (Snelheid, Roodlicht, Fietsverlichting, Dodehoek, Scooter)

Handhaving Verbeterde controle – weggebruikers Veiligere houden zich vaker aan de verkeersregels voertuigen: markt & rijks- Onderwijs Opvoeding overheid (kinderen en jong volwassenen) Opvoeding, onderwijs, (kinderen en jong volwassen) ‘Jong geleerd is oud gedaan’ – educatiepak- Terugdringen Rol van ouders is belangrijk – inzet opleiding en voorlichting ketten op kinderdagverblijven, basisscholen en verkeersouders aantal ernstige Weggebruiker heeft voldoende kennis voortgezet onderwijs verkeers- en kunde om veilig aan het verkeer deel slachtoffers in te nemen Amsterdam Veiliger gedrag van verkeers- Opleiding Voorlichting deelnemers Infrastructuur (beginnende bestuurders) (alle leeftijdsgroepen) Infrastructuur is herkenbaar – Rijopleidingen voor bromfietsers en Gecombineerd met handhavings- weggebruiker past gedrag hierop automobilisten campagnes aan – Duurzaam Veilig

Aanpak knelpunten Aanpak blackspots Aanpak red-routes Wegnemen van onveilige elementen in Veiliger maken van de gevaarlijkste Veiliger maken van de gevaarlijkste de infrastructuur op basis van ongevals- kruispunten wegen cijfers (reactief) Veiligere infrastructuur Generieke maatregelen Duurzaam veilig Aanpak van veelvoorkomende Wegen inrichten met het oog op het ongevallen over het gehele netwerk voorkomen van ongevallen (proactief) (proactief, korte termijn)

Stroomschema Verkeersveiligheid

De focus ligt bij het voorkomen van ongevallen onder fietsers, brom- en snorfietsers en brom- en snorfietsers. De maatregelen voor fietsers richten zich onder andere op het ver- voetgangers. Het bovenstaande schema is in groter formaat terug te vinden in paragraaf 2.3. duidelijken van voorrang en het voorkomen van enkelvoudige ongevallen (ongevallen waar geen andere weggebruikers bij betrokken zijn). Voor voetgangers is onlangs een pro- Een veilige infrastructuur gramma gestart om oversteekplaatsen veiliger te maken. Om het aantal ongevallen onder Duurzaam Veilig – scheiden kwetsbare verkeersdeelnemers van gemotoriseerd verkeer bromfietsers te verlagen wordt onderzocht of het mogelijk is om de bromfiets nog vaker Op 23% van de 50 km/h-wegen op regionaal netwerk fiets is geen fysieke scheiding tus- van het fietspad te weren. Samen met de Stadsregio Amsterdam onderzoekt de gemeente sen kwetsbare verkeersdeelnemers en het gemotoriseerde verkeer (zie bijlage 4). Op deze de verkeersveiligheid rondom basisscholen. straten vallen twee keer zo veel verkeerslachtoffers. Het streven is om alle straten die van- wege groot onderhoud op de schop moeten, in te richten volgens de principes van Duur- Aanpak knelpunten: blackspots en red-routes zaam Veilig. Dit voornemen wordt verder uitgewerkt in de MobiliteitsAanpak Amsterdam. Ook in de komende jaren wordt ingezet op het veiliger maken van de meest gevaarlijke kruispunten en wegen in Amsterdam. Het programma bestaat uit de aanpak van blacks- Proactieve aanpak op korte termijn: generieke maatregelen pots, red-routes en onderzoek naar kruispunten waar dodelijke ongevallen hebben plaats- Niet alle straten kunnen op korte termijn voorzien worden van een nieuw profiel. Met een gevonden. programma van generieke maatregelen, worden ongevallen zo veel mogelijk voorkomen, ook als een kostbare herprofilering nog niet gepland is. De focus van het programma met Mensen gedragen zich veiliger in het verkeer generieke maatregelen ligt bij het voorkomen van ongevallen met fietsers, voetgangers, Ten opzichte van het vorige Meerjarenplan Verkeersveiligheid wordt er intensiever inge-

9 zet op gedragsbeïnvloeding. Deze extra inzet zit vooral in praktische vaardigheden voor het basisonderwijs, extra aandacht voor verkeerseducatie op het voorgezet onderwijs en extra aandacht voor het handhaven op verkeersovertredingen die veel in Amsterdam voor- komen.

Kennis en vaardigheden Met het bijbrengen van kennis over het verkeer en het aanleren van praktische vaardighe- den kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Net als in de voorgaande jaren krijgen alle Amsterdamse basisscholen verkeerseducatiepakketten aangeboden. Omdat voor kinderen en jongeren de rol van ouders en opvoeders essentieel is, wordt hier extra aandacht aan besteed, vooral door de inzet van verkeersouders. Er worden pilots gestart om kinderen praktische vaardigheden aan te leren in die stadsde- len waar het minst gefietst wordt. Zo worden (als pilot) fietslessen aangeboden op basis- scholen in stadsdeel Zuid-Oost. In stadsdeel Nieuw-West wordt een programma gedraaid met als doel om kinderen te leren hoe ze veilig naar hun nieuwe school van het Voortgezet Onderwijs moeten fietsen.

Er komt meer aandacht voor de verkeerseducatie voor jongeren en jong volwassenen (leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar), omdat deze groep relatief vaak betrokken is bij ongevallen. Weggebruikers uit deze groep moeten vooral hun eigen grenzen leren kennen en respec- stadsdelen en de politie) goed samenwerken. In de voorbereiding van dit Meerjarenplan is teren. Op het Voortgezet Onderwijs worden verschillende modules aangeboden, waarin daartoe al een goede stap gemaakt. Om de samenwerking een vaste vorm te geven wordt onder andere het gebruik van drugs en alcohol in het verkeer wordt behandeld. Voor het Platform Verkeersveiligheid opgericht. Het platform is bedoeld om de planvorming en 60-plussers worden informatiedagen georganiseerd om hen te helpen in het hedendaagse uitvoering op het gebied van verkeersveiligheid af te stemmen. drukke verkeer. Financiën De juiste instelling Voor het uitvoeren van de maatregelen die in dit Meerjarenplan staan beschreven, is jaar- Voor iedereen die zich niet aan de verkeersregels houdt, wordt handhaving ingezet. De lijks een budget nodig van 6 7,4 mln. In het Mobiliteitsfonds is jaarlijks 6 3,7 mln opgeno- handhaving wordt versterkt met voorlichtingscampagnes. Speciale aandacht gaat uit naar men om infrastructurele maatregelen te treffen en educatiepakketten op scholen uit te het gedrag van brom- en snorfietsers. In 2011 is de campagne ‘Slowriders’ gestart. Daar- zetten. De geschatte bijdrage van de stadsdelen is 6 1,4 mln. Van de Stadsregio Amster- naast zet de gemeente samen met de politie in op snelheidsovertredingen, negeren van dam wordt een bijdrage van 6 2,3 mln verwacht. Als de bijdrage van de stadsdelen of de rood licht, het gebruik van fietsverlichting en de ‘dode hoek’. Stadsregio Amsterdam lager uitvalt dan verwacht, dan wordt het uitvoeringsprogramma aangepast. Samenwerking De verkeersveiligheidsdoelstelling kan alleen worden behaald als de belangrijkste partijen op het gebied van de verkeersveiligheid (Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam,

10 Samenvatting Amsterdamse aanpak brom- en snorfietsen

Brom- en snorfietsen worden voor 1% van alle verplaatsingen in Amsterdam gebruikt. Toch zijn er veel brom- en snorfiet- sers ernstig gewond geraakt in het verkeer. Maar liefst 16% van alle ernstig gewonden is een brom- of snorfietser. De toe- nemende populariteit van dit voertuig is dan ook zorgelijk. Ongevallen worden vooral veroorzaakt door brom- en snorfiet- sers die te hard rijden en door andere weggebruikers die de brom- of snorfiets geen voorrang verlenen. Dit laatste heeft waarschijnlijk ook te maken met de snelheid van brom- en snorfietsers, waardoor andere weggebruikers de brom- en snor- fietsers te laat opmerken. Veel brom- en snorfietsers hebben daarnaast onvoldoende kennis van de verkeersregels. In de aanpak van de verkeersveiligheidsproblemen heeft het terugdringen van het grote aantal slachtoffers onder brom- en snorfietsers prioriteit. Verkeerseducatie, voorlichting en handhaving zijn hiervoor de belangrijkste lokale instrumenten. Dit meerjarenplan richt zich daarom vooral op het beïnvloeden van het gedrag van brom- en snorfietsers door voorlichting en handhaving op snelheidsovertredingen met de campagne Slowriders en via verkeerseducatieprogramma’s voor middel- bare scholieren. Verder wordt een aantal maatregelen genomen om de infrastructuur voor brom- en snorfietsers veiliger te maken: er komt een update van het besluit ‘bromfiets naar de rijbaan’ met als doel de bromfietser zo veel mogelijk van het fietspad te weren. Daarnaast worden oorzaken voor enkelvoudige ongevallen op het fietspad aangepakt. In het kader van het Meerjarenplan Fiets wordt bekeken of de snorfiets geweerd kan worden uit parken en van vrijliggende fietspaden bin- nen 30km-zones om zo op een aantal locaties de overlast van de snorfiets te verminderen. Voor het veiliger maken van de brom- en snorfiets als voertuig en de aanscherping van de sancties voor verkeersovertredingen is de gemeente afhankelijk van het Rijk.

In bijlage 2 staat de complete aanpak van de verkeersveiligheidsproblemen met de brom- en snorfiets beschreven.

11 12 1 Analyse van de verkeersveiligheid in Amsterdam

1.1 Ontwikkeling van het aantal doden en ernstig 120 gewonden

Ontwikkeling van het aantal overleden personen in het Amsterdamse 90 verkeer (1960 – 2010) In de afgelopen decennia is het aantal overleden personen in het Amsterdamse verkeer sterk gedaald. De meeste slachtoffers vielen begin jaren zeventig. Toen waren er jaarlijks 60 meer dan 100 doden te betreuren als gevolg van een verkeersongeval. Door verbeterin- gen in de infrastructuur en voertuigen, is dit aantal sterk gedaald. In 2010 vielen er nog 13 doden. Helaas zijn er in de eerste 10 maanden van 2011 al 20 personen overleden. Het 30 aantal fatale verkeersongevallen fluctueert jaarlijks. Of er een einde is gekomen aan de dalende trend, kan op basis van de cijfers van dit jaar nog niet worden geconcludeerd. 0 Aantal ernstig gewonden in het Amsterdamse verkeer stijgt 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2009 Verkeersongevallen en de slachtoffers die daarbij vallen worden geregistreerd in het Figuur 1: Ontwikkeling van het aantal verkeersdoden per jaar in Amsterdam sinds 1960 (gemiddelde van 3 jaar). ‘Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON). Dit gebeurt door de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS, Rijkswaterstaat) op basis van informatie die door de politie aangeleverd wordt. Dit bestand is voor het aantal verkeersdoden zo goed als compleet, 100 maar hoe lager de letselernst, hoe lager het aandeel van de slachtoffers dat in BRON is 90 geregistreerd. Helaas levert BRON dus geen compleet overzicht van de ongevallen die in 80 het Amsterdamse verkeer hebben plaatsgevonden. De Stichting Wetenschappelijk Onder- zoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft in opdracht van de gemeente het werkelijke aan- 70 4 tal ernstig verkeersgewonden in Amsterdam in de periode tussen 1999 en 2009 geschat. 60 Hiervoor heeft de SWOV de BRON-gegevens aangevuld met gegevens uit de Landelijke 50 Medische Registratie (LMR). 40 5 Uit de gecorrigeerde cijfers van de SWOV blijkt dat het aantal ernstig gewonden in 30 Amsterdam veel hoger is dan het aantal dat in de voorgaande jaren in de landelijke data- 20

4 In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van de verkeersveiligheid in Amsterdam beschreven. De analyse 10 richt zich vooral op de periode 2007 t/m 2009. De cijfers over de ongevallen die in 2010 plaatsvonden zijn 0 later dan gebruikelijk door Rijkswaterstaat geleverd en zijn nog niet bruikbaar voor analyse. 5 Sinds 2009 (besluit van de toenmalige minister van V&W) wordt de term ziekenhuisgewonden niet meer 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 gehanteerd, maar in plaats daarvan ernstig verkeersgewonden. Dit zijn verkeersslachtoffers die opge- nomen zijn in een ziekenhuis en een MAIS (Maximum Abbreviated Injury Score) hebben van ten minste 2 Ernstig gewonden Verkeersdoden (x 10) en niet binnen 30 dagen na het ongeval aan de gevolgen daarvan overleden zijn. Er zijn zes ernstcatego- rieën: 1. Licht; 2. Matig; 3. Ernstig; 4. Zwaar; 5. Levensgevaarlijk; 6. Maximaal letsel – feitelijk onbehandel- Figuur 2: Ontwikkeling van het aantal ernstig gewonden per jaar in Amsterdam (gemiddelde van 3 jaar). baar. 13 Figuur 3: percentage van het aantal reizen met herkomst of/of bestemming binnen de ring A10. Figuur 4: Maatschappelijke kosten van verkeersongevallen.

Medische kosten

Materiële kosten

Afhandelingskosten

Productieverlies

Filekosten

Immateriële kosten

Figuur 5: Alle verplaatsingen per gemiddelde werkdag met herkomst en/of bestemming Amsterdam van Figuur 6: Aandeel ernstig gewonden per vervoerswijze in de periode van 2007 t/m 2009 (N=2726). bezoekers en Amsterdammers van 12 jaar en ouder (periode 2005 – 2008) Bron: Amsterdamse huishouden- quêtes / Mobiliteitsonderzoek Nederland.

Overige verkeersdeelnemers

14 Figuur 7: Ontwikkeling van het aantal ernstig gewonden per jaar tussen 2000 en 2008 (gemiddelde van 3 jaar).

Fietsers 550

500 Automobilisten en passagiers

450 Voetgangers 400 Brom- en snorfietsers 350

300 Motorrijders

250 Vrachtwagenchauffeurs 200 Overige verkeersdeelnemers 150

100

50

0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

base werd weergegeven. Na een daling van het aantal ernstig gewonden tot 2001 is het kosten zijn opgebouwd uit: aantal ernstig gewonden een paar jaar op een gelijk niveau gebleven. Vanaf 2006 is het 1. Medische kosten: verzorging in het ziekenhuis, ambulanceritten etc. aantal ernstig gewonden gestegen van 785 tot ongeveer 950 in 2009. 2. Materiële kosten: schade aan voertuigen, lading, wegen en wegmeubilair, onder andere gebaseerd op verzekeringsgegevens. Verklaringen voor de toename van het aantal ernstig gewonden 3. Afhandelingskosten Tussen 1990 en 2008 is er een sterke verschuiving geweest van het OV-gebruik naar het 4. Productieverlies: de bijdrage in geld uitgedrukt die iemand had kunnen leveren wan- fietsgebruik. Daarmee is het aantal kwetsbare verkeersdeelnemers toegenomen. Een neer hij of zij niet gewond was geraakt of voortijdig was overleden. andere factor die vooral in de laatste jaren gezorgd heeft voor een stijging van het aantal 5. Filekosten: aandeel tijdverlies door files als gevolg van ongevallen. ernstig gewonden is het sterk toegenomen gebruik van de brom- en snorfiets. Ongeveer 6. Immateriële kosten: verlies aan kwaliteit van leven, op basis van onderzoek naar het 16% van alle ernstig gewonden is een brom- of snorfietser. De toename van het aantal ver- bedrag dat mensen bereid zijn te betalen voor een bepaalde afname van het onge- plaatsingen als gevolg van de groei van het aantal inwoners (30.000 tussen 2003 en 2009) valsrisico. heeft ook bijgedragen aan een toename van het aantal ongevallen. De maatschappelijke kosten per verkeersdode zijn 6 2,8 miljoen (geïndexeerd) en per zie- kenhuisgewonde 6 0,3 miljoen (geïndexeerd). Dit betekent dat de geschatte maatschap- Maatschappelijke kosten pelijke kosten van ongevallen die in Amsterdam plaatsvinden jaarlijks meer dan 6 280 mil- In 2003 is er voor het laatst onderzoek gedaan naar de maatschappelijke kosten van ver- joen bedragen. keersongevallen6. Op basis hiervan kan, na inflatiecorrectie, een indicatie worden gegeven van de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in Amsterdam (zie figuur 4). De

6 Kosten van verkeersongevallen – SWOV Factsheet, augustus 2010. 15 16 Figuur 8: Aantal ernstig gewonden per 100.000 inwoners (periode 2007 t/m 2009), onderverdeeld naar doel- Figuur 9: Oorzaken van verkeersongevallen in Amsterdam 2007 t/m 2009. groepen. (Bron: BRON)8

Geen voorrang verlenen

Onvoldoende afstand bewaren

Afslaande beweging

Negeren rood licht

Verkeerde plek op rijbaan

Fout inhalen / snijden

Te hoge snelheid

Fout oversteken

Overige toedrachten

1.2 Analyse van de leeftijdsgroepen en vervoerswijzen ernstig gewonden onder deze wegdeelnemers is te zien in figuur 7. Ook het aantal ernstig gewonden onder fietsers is sterk gestegen. In deze paragraaf wordt beschreven welke leeftijdsgroepen en welke vervoerswijzen vaak betrokken zijn bij ongevallen en wat de oorzaken zijn van deze ongevallen. Vervolgens Doelgroepen naar leeftijd wordt beschreven hoe veilig de Amsterdamse infrastructuur is ingericht. In figuur 8 is het aantal ernstig gewonden per 100.000 inwoners van Amsterdam af te lezen. De verdeling is op basis van doelgroepen, hierin zijn onder andere basisscholieren Doelgroepen naar vervoerswijze (4 t/m 11 jaar), brugklassers (12 t/m 15 jaar), pubers (16 t/m 17 jaar) en jong volwassenen Figuur 5 geeft het aantal ernstig gewonden per vervoerswijze weer. In de periode 2007 t/m (18 t/m 24 jaar) te onderscheiden. Wat hierbij opvalt, is dat vooral veel pubers en jong vol- 2009 zijn er naar schatting 1524 fietsers ernstig gewond geraakt bij een verkeersongeval in wassenen vaak slachtoffer zijn van een ernstig verkeersongeval in Amsterdam. Dit zijn ook Amsterdam. Daarmee is het veruit de grootste groep slachtoffers (56 %). Het grote aandeel op landelijk niveau de bekende ‘probleemgroepen’. Ook het aantal ernstig gewonden in (16 %) brom- en snorfietsslachtoffers valt ook op7. Het gebruik van de brom- en snorfiets de groep 60-plussers is opvallend, des te meer omdat deze groep zich minder in het ver- groeit sterk, maar is vergeleken met het gebruik van de fiets en auto nog laag (zie figuur 6). keer begeeft dan de andere groepen. Ouderen raken relatief snel ernstig gewond als ze Toch zijn er 433 ernstig gewonden onder brom- en snorfietsers geregistreerd. betrokken zijn bij een ongeval. Dat de populariteit van de brom- en snorfiets zich vertaalt in een toename van het aantal

1.3 Oorzaken van ongevallen 7 Een vergelijking tussen het aantal bromfiets- en snorfietsslachtoffers is onbetrouwbaar door de slechte registratie van snorfietsslachtoffers. Veel snorfietsslachtoffers worden waarschijnlijk geregistreerd als Alle vervoerswijzen bromfietsslachtoffer. Meer dan 40% van alle letselongevallen is toe te schrijven aan voorrangsfouten. Dit kan 8 Omdat van de dataset van de Landelijke Medische Registratie geen specifieke kenmerken, zoals loca- tiegegevens of leeftijden van betrokkenen bekend zijn, kan deze informatie niet gebruikt worden voor komen door menselijke factoren (onoplettendheid, verkeerde interpretatie van de ver- nadere analyse van verkeersveiligheid. In de rest van het Meerjarenplan wordt dan ook uitgegaan van de keerssituatie, te hoge snelheid, etc.). Een deel van de voorrangsfouten is te voorkomen BRON-gegevens. Hierbij moet dus altijd in gedachten worden gehouden dat het aantal gewonden, vooral door een betere inrichting van de infrastructuur. Overzichtelijke kruispunten (klein opper- onder voetgangers en fietsers in werkelijkheid hoger ligt. 17 Ongevallen waarbij het slachtoffer het ongeval zelf heeft veroorzaakt (Bron: BRON)

Vervoerswijze Fiets Brom- en snorfietsers Voetgangers – 669 fietsslachtoffers – 546 brom- en snorfietsslachtoffers – 348 voetgangerslachtoffers

Belangrijkste oorzaken – Geen voorrang verlenen: 42% – Verkeerde plek op de weg: 30% – Fout oversteken: 89% – Verkeerde plek op de weg: 25% – Geen voorrang verlenen: 23% – Negeren rood licht: 10% – Negeren rood licht: 13% – Fout inhalen / snijden: 16% – Te hoge snelheid: 14%

Conclusie Het aandeel voorrangsongevallen is gemid- Het hoge aandeel van ongevallen die ont- Als een voetganger zelf een ongeval veroor- deld. Opvallender is dat 13% van de onge- staan zijn door een verkeerde plek op de zaakt, dan wordt dit al snel als ‘fout over- vallen is ontstaan door het negeren van weg, is waarschijnlijk deels toe te schrijven steken’ geregistreerd. In werkelijkheid zal rood licht. De verkeerde plaats op weg heeft aan bromfietsers die op het fietspad rijden. het waarschijnlijk vooral een combinatie zijn vooral met gedrag te maken, maar kan ook Verder valt op dat het aandeel ‘fout inhalen van ‘geen voorrang verlenen’ en op een ver- duiden op een gebrek aan ruimte op de rij- / snijden’ erg hoog is, dit kan duiden op de keerde plaats oversteken. baan. beperkte ruimte op het fietspad. Ten slotte is het aandeel ‘te hoge snelheid’ erg hoog. Alleen bij motorrijders is snelheid vaker een ongevalsoorzaak.

Mogelijke maatregelen – Verduidelijken van voorrangssituaties – Bromfiets verwijzen naar de rijbaan Aanbieden van voldoende oversteekplaat- – Terugdringen aantal ongevallen door – Bredere fietspaden sen i.c.m. het bemoeilijken van oversteken op roodlichtnegatie, door het verlagen van – Handhaving op snelheidsovertredingen plaatsen waar dit gevaarlijk is. de wachttijden voor fietsers en door – Voorlichting over de verkeersregels voor gedragsbeïnvloeding (voorlichting en brom- en snorfietsers handhaving) – Bredere fietspaden

18 Ongevallen waarbij het slachtoffer het ongeval niet heeft veroorzaakt (Bron: BRON)

Vervoerswijze Fiets Brom- en snorfiets Voetgangers – 966 fietsslachtoffers – 751 brom- en snorfietsslachtoffers – 310 voetgangerslachtoffers

Belangrijkste oorzaken – Geen voorrang verlenen: 55% – Geen voorrang verlenen: 64% – Geen voorrang verlenen: 61% – Verkeerde plaats op de weg: 18% – Verkeerde plaats op de weg: 11% – Verkeerde plaats op de weg: 22% – Fout inhalen / snijden: 10%

Conclusie Het aandeel voorrangsongevallen is meer Kennelijk zien andere weggebruikers brom- Uit een nadere analyse blijkt dat deze voor- dan gemiddeld. en snorfietsen vaak over het hoofd. Dit heeft rangs ongevallen deels op zebrapaden waarschijnlijk mede te maken met de hoge gebeuren, maar vooral door afslaande weg- naderingssnelheid van brom- en snorfietsen gebruikers die rechtdoorgaande voetgangers bij kruispunten. geen voorrang verlenen.

Mogelijke maatregelen – Verduidelijken van voorrangssituaties – Verduidelijken voorrangssituaties – Verduidelijken oversteekplaatsen voor – Overzichtelijke kruispunten – Snelheidsremmende maatregelen bij voetgangers – Lage snelheden voor automobilisten kruispunten voor auto’s – Verlagen snelheid van het overige ver- (infrastructurele maatregelen icm hand- – Snelheidscontroles voor brom- en snor- keer bij oversteekplaatsen having) fietsen – Voorlichting aan brom- en snorfietsers over de kans dat andere verkeersdeelne- mers niet rekenen op snelle voertuigen op het fietspad

19 vlak), lage snelheid bij kruispunten, duidelijke voorrangsaanduiding (markering en kleurge- gevallen weergegeven die zijn veroorzaakt door het slachtoffer zelf (in dit geval de fietser, bruik) kunnen ervoor zorgen dat weggebruikers minder snel in de fout gaan. brom- of snorfietser of de voetganger). In de tweede tabel staan alle ongevallen weerge- Snelheid is een oorzaak die na een ongeval moeilijk objectief is vast te stellen. De politie geven die zijn veroorzaakt door een andere weggebruiker. registreert snelheid dan ook weinig als ongevalsoorzaak. In de ongevalscijfers van Amster- Wat in het bovenstaande overzicht mist, zijn alle ongevallen die niet door de politie zijn dam is snelheid in 6% van de gevallen geregistreerd als de belangrijkste ongevalsoor- geregistreerd. Vaak zijn dit ongevallen waarbij geen tegenpartij betrokken is, zogenaamde zaak. Bij verschillende andere oorzaken heeft snelheid echter mede een rol gespeeld. Over enkelvoudige ongevallen. Uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek het algemeen wordt ervan uitgegaan dat ongeveer een derde van de dodelijke ongeval- Verkeersveiligheid blijkt dat (landelijk) 60% van alle ernstige ongevallen onder fietsers len (mede) veroorzaakt wordt door een te hoge snelheid9. Waarschijnlijk ligt dit aandeel in enkelvoudig is. Volgens de SWOV is de helft van deze ongevallen te wijten aan de infra- Amsterdam hoger, omdat volgens de SWOV snelheid een grotere rol speelt in complexere structuur. Oneffenheden in de verharding (losliggende stoeptegels, boomstronken, scheu- situaties (bijvoorbeeld op wegen binnen de bebouwde kom) dan op minder complexe ren in het asfalt), paaltjes en een glad wekdek kunnen deze ongevallen veroorzaken. wegen (bijvoorbeeld op autosnelwegen). Aangenomen kan worden dat een te hoge snelheid samen met voorrangsfouten de belangrijkste oorzaken zijn voor ongevallen in Amsterdam. Auto’s zijn vaak betrokken bij ongevallen in Amsterdam Het aandeel automobilisten dat ernstig gewond raakt bij een verkeersongeval is met 8% Nadere analyse van ongevallen per vervoerswijze relatief laag. Dit komt vooral doordat automobilisten goed beschermd zijn. Auto’s zijn wel In de twee tabellen op de vorige pagina’s staan de belangrijkste oorzaken van de onge- bij ongeveer de helft van alle slachtofferongevallen betrokken. Vooral de grootste groep vallen waarbij de meeste ernstige slachtoffers zijn gevallen in de periode 2007 t/m 2009. slachtoffers, de fietsers, raakt vaak ernstig gewond door een aanrijding met een auto. Bij Voor deze analyse is uitgegaan van de dataset met slachtoffers, hierin zijn ook licht gewon- 62% van de ernstige ongevallen is een auto de tegenpartij. Alhoewel ook brom- en snor- den opgenomen. Op deze manier worden patronen in de ongevaloorzaken duidelijker dan fietsers vaak als een groot gevaar worden gezien voor fietsers, is dit (nog) niet terug te bij de kleinere dataset met ernstig gewonden. In de eerste tabel staan alle slachtofferon- zien in de ongevalscijfers. Brom- en snorfietsers zijn in 7% van de gevallen betrokken bij

9 SWOV-Factsheet: ‘De relatie tussen snelheid en ongevallen’ – april 2009 ernstige ongevallen met fietsers.

20 21 Blackspots en red-routes Figuur 10: Ontwikkeling van het aantal blackspots en het aantal slachtofferongevallen op deze kruispunten.11 250

225

200

175

150

125

100

75

50

25

0 ‘93 ‘95 ‘96 ’97 ‘98 ’00 ‘01 ’01 ‘02 ’03 ‘04 ’05 ‘06 ’07 ‘95 ’97 ‘98 ’99 ‘00 ’02 ‘03 ’03 ‘04 ’05 ‘06 ’07 ‘08 ’09

Blackspots Slachtoffer ongevallen (x 10)

1.4 Analyse van de infrastructuur

Het beleid van de afgelopen jaren heeft zich vooral gericht op het veiliger maken van de gevaarlijkste kruispunten van Amsterdam. In deze paragraaf wordt beschreven hoe succes- vol dit beleid is geweest en hoe veilig de rest van de Amsterdamse infrastructuur is inge- Legenda: richt.

Geel kruispunt 6 slachtofferongevallen Oranje wegvak 20 – 30 slachtofferongevallen / km Blackspots en red-routes Oranje kruispunt 7 – 8 slachtofferongevallen Rood wegvak > 30 slachtofferongevallen / km Het aantal blackspots10 in Amsterdam is in de afgelopen 10 jaar sterk gedaald. In de peri- Zwart kruispunt 9 – 12 slachtofferongevallen ode 1999 – 2001 was het aantal 167. Het aantal is teruggebracht naar 66 blackspots in de periode 2007 – 2009. De structurele aanpak van gevaarlijke kruispunten heeft effect

10 Een blackspot is een kruispunt met 6 of meer slachtofferongevallen in drie jaar tijd. Een slachtofferonge- val is een verkeersongeval waarbij één of meerdere personen gewond zijn geraakt. 11 Data voor 2004 zijn onbetrouwbaar en buiten beschouwing gelaten. 22 gehad. Wel is te zien dat in de laatste jaren het aantal blackspots niet verder is terugge- Tabel 1: aantal verkeersslachtoffers op wegvakken in de periode 2007 t/m 2009. lopen. Een verdere daling wordt nog wel verwacht, omdat er in 2010 en 2011 een inhaal- slag is gemaakt met de aanpak van de resterende blackspots. De resultaten worden de komende jaren zichtbaar. In bijlage 4 is een kaart opgenomen waarop weergegeven staat welke delen van het regio- Hiernaast staan de blackspots en red-routes12 van Amsterdam in de periode 2007 – 2009. naal netwerk fiets niet Duurzaam Veilig zijn ingericht. Het zijn 66 blackspots en 13 red-routes. Het grootste deel van deze gevaarlijke kruispun- Regionaal netwerk Afstand Percentage van Aantal fietsslacht- Aantal fietsslacht- ten en wegen bevinden zich binnen de ring A10. Fiets het totaal offers offers per km Duurzaam Veilig 190 77 % 92 0,5 Inrichting van het wegennetwerk volgens de richtlijnen van Duurzaam Veilig Niet Duurzaam Veilig 56 23 % 94 1,7 De landelijke visie Duurzaam Veilig is erop gericht om ongelukken zo veel als mogelijk te Totaal 246 100 % 186 0,8 voorkomen en daar waar dat niet kan de kans op letsel nagenoeg uit te sluiten. Eén van de Tabel 2: aantal fietsslachtoffers op wegvakken in de periode 2007 t/m 2009. belangrijkste uitgangspunten is het zo veel mogelijk beperken van potentiële conflicten tussen langzaam verkeer en snelverkeer, door bijvoorbeeld het aanleggen van vrijliggende fietspaden. Andere maatregelen die bij deze visie horen zijn het uitbreiden van verblijfsge- bieden (30 km-zones), snelheden reduceren op potentiële conflictpunten en conflicten met 1.5 Conclusie verkeersveiligheidsanalyse kruisend verkeer zo veel mogelijk vermijden. Sinds 1998 zijn veel kruispunten in Amsterdam veiliger gemaakt. Dit is terug te zien in een Uit tabel 1 blijkt dat fietsers op 23% van de 50 km/h-wegen (regionaal netwerk fiets) geen daling in het aantal ongevallen op deze kruispunten. De daling heeft echter niet geleid vrijliggende fietspaden aanwezig zijn. Hier zijn fietsers niet gescheiden van het autover- tot een daling van het totaal aantal ongevallen in Amsterdam. Er is vooral een stijging te keer. Op dit deel van het netwerk zijn bijna twee keer zo veel slachtoffers per kilometer zien van het aantal ernstige fietsslachtoffers en brom- en snorfietsslachtoffers. De stijging gevallen als op het deel met vrijliggende fietspaden. van het aantal ongevallen heeft voor een deel te maken met een toename van het aantal inwoners (30.000 tussen 2001 en 2008), maar ook het aantal ongevallen per inwoner van Juist voor fietsers is een Duurzaam Veilige inrichting van de weg veiliger. Dit blijkt uit de Amsterdam is gestegen. Dit komt onder andere door een toename van het fietsgebruik tweede tabel, waarin het aantal fietsslachtoffers op Duurzaam Veilige wegen en op niet- (kwetsbare verkeersdeelnemers), vooral binnen de ring A10 en een toename van het brom- Duurzaam Veilige wegen is weergegeven. Op het niet-Duurzaam Veilige deel van het net- en snorfietsgebruik. Er wordt een verdere groei van het fietsverkeer verwacht en daar- werk zijn per kilometer ruim drie keer zo veel fietsslachtoffers geregistreerd als op het bij komt de sterke groei van tweewielers met een hoge snelheid (brom- en snorfietsers en Duurzaam Veilige deel van het netwerk. elektrische fietsen) die van dezelfde infrastructuur gebruik moeten maken. Dit betekent dat er veel moet gebeuren om het aantal ongevallen te beperken.

Regionaal netwerk Afstand Percentage van Aantal verkeers- Aantal verkeers- Fiets het totaal slachtoffers slachtoffers per km Duurzaam Veilig 190 km 77 % 379 2,0 per km Niet Duurzaam Veilig 56 km 23 % 221 3,9 per km Totaal 246 km 100 % 600 2,4 per km

12 Een red-route is een wegvak met 30 of meer slachtofferongevallen per km. 23 24 2 Doelstelling, strategie en aanpak

2.1 Doelstelling – 25% minder ernstig gewonden in 2020 gelen, is de verwachting dat ongevallen voorkomen kunnen worden voordat locaties uit- groeien tot een red-route of blackspot. Voor dit meerjarenplan wordt vastgehouden aan de doelstelling die in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid van het ministerie is opgenomen. De minister streeft naar een afname Een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van verkeerdeelnemers van 25% van het aantal ernstig gewonden in 10 jaar tijd. Omdat het aantal inwoners in Ongevallen kunnen niet alleen voorkomen worden door aanpassingen aan de infrastruc- Amsterdam de komende jaren nog flink zal stijgen, wordt de Amsterdamse doelstelling tuur. Bijna alle ongevallen zijn mede het gevolg van een menselijke fout. Het voorkomen gerelateerd aan het aantal inwoners. van ongevallen is daarom in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van verkeersdeel- nemers. Amsterdammers zullen, vooral op die plekken waar veel verkeer is en waar de Als nulmeting wordt het meetjaar 2010 aangehouden. Het aantal ernstig gewonden moet ruimte beperkt is, zich moeten concentreren op hun taak als verkeersdeelnemer. Alleen als in 2020 gedaald zijn van 120 ernstig gewonden per 100.000 inwoners (gemiddelde 2007 verkeersdeelnemers zich aan de verkeersregels houden, geduldig zijn en elkaar wat meer t/m 2009) naar 90 ernstig gewonden per 100.000 inwoners (gemiddelde 2017 t/m 2019). de ruimte geven is het mogelijk om het aantal ernstige ongevallen in Amsterdam weer te Het effect van de maatregelen moet vooral in de jaren 2015 t/m 2020 zichtbaar worden. laten dalen. Extra investeringen in gedragsverandering (educatie, voorlichting en handha- De streefwaarde voor 2015 is maximaal 105 ernstig gewonden per 100.000 inwoners. ving) zijn noodzakelijk.

Voor het monitoren van de ontwikkeling van het aantal ernstig gewonden worden de cij- Een veilige infrastructuur fers gebruikt die door de SWOV zijn geleverd. Jaarlijks zal de SWOV worden gevraagd om Duurzaam Veilig het aantal ernstig gewonden in Amsterdam te bepalen. Amsterdam groeit en daarmee ook het aantal verplaatsingen. De druk op de belangrijkste routes wordt groter. Dit leidt vooral tot verkeeronveilige situaties op die plekken waar de fysieke ruimte beperkt is. Op 23% van de 50 km/h-wegen (regionaal netwerk fiets) is geen Meetjaar Gemiddeld aantal ernstig gewonden per jaar fysieke scheiding tussen kwetsbare verkeersdeelnemers en het gemotoriseerde verkeer. per 100.000 inwoners Op deze wegen vallen twee keer zo veel verkeersslachtoffers per kilometer, vooral fietsers 2010 (= gemiddelde over 2007 t/m 2009) 120 zijn vaak slachtoffer. Om de negatieve trend om te zetten moet, juist in de straten waar de 2015 (= gemiddelde over 2012 t/m 2014) 105 ruimte beperkt is, het langzame verkeer gescheiden worden van snelverkeer. Dergelijke 2020 (= gemiddelde over 2017 t/m 2019) 90 reconstructies zijn kostbaar en vaak niet eenvoudig door te voeren. Maar als de kans zich aandient om een straat te voorzien bij van een veilig profiel volgens de principes van Duur- zaam Veilig, dan moet die kans nu gepakt worden. 2.2 Strategie om ongevallen te voorkomen Generieke maatregelen (proactief) Van een knelpuntgerichte benadering naar generieke maatregelen Niet alle straten kunnen op korte termijn voorzien worden van een nieuw profiel. We zet- Het rendement van de blackspotaanpak neemt af. Het kost steeds meer inspanning (extra ten daarom ook in op het verbeteren van de verkeersveiligheid van wegen die nog niet op onderzoek, strijd om de openbare ruimte) en geld (grote reconstructies, zoals rotondes het programma staan voor onderhoudswerkzaamheden. De verkeersveiligheidsaanpak van en ongelijkvloerse kruisingen) om de ongevallenreductie te behalen die in het begin werd de afgelopen jaren heeft ons veel geleerd over elementen in de infrastructuur die kunnen behaald. Ongevallen vinden verspreid over het netwerk plaats, vooral daar waar de druk leiden tot ongevallen. Met een programma van generieke maatregelen die over het gehele op het netwerk het grootst is. Daarom is er een nieuwe aanpak ontwikkeld die uitgaat van netwerk worden toegepast, gaan we deze elementen wegnemen. het voorkomen van veelvoorkomende ongevallen. Door het nemen van generieke maatre- Op deze manier gaan we ongevallen zo veel mogelijk voorkomen, ook als een kostbare

25 2.3 De aanpak

Stroomschema Verkeersveiligheid

Afname van Geen onderdeel van MJP het gebruik Verkeersveiligheid, verwerkt van gevaarlijke programma’s: voertuigen • autoluwe stad • stimuleren gebruik OV Doelgroepgericht i.c.m. voorlichtingscampagnes (Snelheid, Roodlicht, Fietsverlichting, Dodehoek, Scooter)

Handhaving Verbeterde controle – weggebruikers Veiligere houden zich vaker aan de verkeersregels voertuigen: markt & rijks- Onderwijs Opvoeding overheid (kinderen en jong volwassenen) Opvoeding, onderwijs, (kinderen en jong volwassen) ‘Jong geleerd is oud gedaan’ – educatiepak- Terugdringen Rol van ouders is belangrijk – inzet opleiding en voorlichting ketten op kinderdagverblijven, basisscholen en aantal ernstige verkeersouders Weggebruiker heeft voldoende kennis voortgezet onderwijs verkeers- en kunde om veilig aan het verkeer deel slachtoffers in te nemen Amsterdam Veiliger gedrag Opleiding Voorlichting van verkeers- (beginnende bestuurders) (alle leeftijdsgroepen) deelnemers Infrastructuur Infrastructuur is herkenbaar – Rijopleidingen voor bromfietsers en Gecombineerd met handhavings- weggebruiker past gedrag hierop automobilisten campagnes aan – Duurzaam Veilig

Aanpak knelpunten Aanpak blackspots Aanpak red-routes Wegnemen van onveilige elementen in Veiliger maken van de gevaarlijkste Veiliger maken van de gevaarlijkste de infrastructuur op basis van ongevals- kruispunten wegen cijfers (reactief) Veiligere infrastructuur Generieke maatregelen Duurzaam veilig Aanpak van veelvoorkomende Wegen inrichten met het oog op het ongevallen over het gehele netwerk voorkomen van ongevallen (proactief) (proactief, korte termijn)

26 herprofilering nog niet gepland is. De focus van het programma met generieke maatrege- heden kan niet vroeg genoeg worden begonnen (jong geleerd is oud gedaan). Daarom len ligt bij het voorkomen van ongevallen met fietsers (voorrangssituaties verduidelijken, wordt net als in de voorgaande jaren vooral ingezet op verkeerseducatie op het basison- enkelvoudige ongevallen verminderen, verlagen snelheid van automobilisten bij kruispun- derwijs. Omdat voor kinderen en jongeren de rol van ouders en opvoeders essentieel is, ten) voetgangers (veiliger maken oversteekplaatsen) en brom- en snorfietsers (bromfiet- wordt hier extra aandacht aan besteed, vooral door de inzet van verkeersouders. Er wor- sers naar de rijbaan). den pilots gestart om kinderen praktische vaardigheden aan te leren in die stadsdelen waar het minst gefietst wordt en het niet altijd vanzelfsprekend is dat kinderen deze lessen Aanpak knelpunten: blackspots en red-routes (reactief) van huis uit meekrijgen. De gemeente is nog niet klaar met het veiliger maken van de meest gevaarlijke kruispun- ten en wegen in Amsterdam. Daarom zullen ook in de komende jaren nog maatregelen Er komt meer aandacht voor de verkeerseducatie voor jongeren en jong volwassenen genomen worden om deze routes en kruispunten veiliger te maken. (leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar), omdat deze groep relatief vaak betrokken is bij ongevallen. Weggebruikers uit deze groep moeten vooral hun eigen grenzen leren kennen en respec- Mensen gedragen zich veiliger in het verkeer teren. Voor 60-plussers wordt een nieuw programma aangeboden dat ouderen leert hoe Het voorkomen van ongevallen is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van ver- ongevallen voorkomen kunnen worden. keersdeelnemers. Weggebruikers moeten voldoende kennis en vaardigheden hebben om veilig aan het Amsterdamse verkeer te kunnen deelnemen. En als ze dit eenmaal kunnen De juiste instelling dan is het ook van belang dat ze de juiste instelling hebben om niet betrokken te raken bij Voor iedereen die zich niet aan de verkeerregels houdt, wordt handhaving ingezet, speci- een ongeval. ale aandacht gaat uit naar het gedrag van brom- en snorfietsers. Het effect van de hand- having wordt versterkt met voorlichtingscampagnes. Kennis en vaardigheden Met het bijbrengen van kennis over het verkeer en het aanleren van praktische vaardig-

27 28 3 Veiliger maken van de infrastructuur

3.1 De basis op orde (proactieve aanpak) Programma 1: 3.1.1 Een Duurzaam Veilige inrichting van de infrastructuur Uitvoeringsprogramma voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op 50 km/h- Er zijn nog te veel straten in Amsterdam waar kwetsbare verkeersdeelnemers niet geschei- wegen waar geen vrijliggende fietspaden aanwezig zijn (op het Hoofdnet Auto en het den zijn van snel en zwaar gemotoriseerd verkeer. Over algemeen is het aantal ongevallen regionaal netwerk fiets) in deze straten hoog en is er onvoldoende ruimte voor de kwetsbare verkeersdeelnemers. Alle 50 km/h-wegen van het regionaal netwerk fiets en routes van het Hoofdnet Auto die Voor deze straten is een herprofilering noodzakelijk waarbij de veiligheid van de kwetsbare niet Duurzaam Veilig zijn ingericht en in deze collegeperiode nog niet worden gerecon- verkeersdeelnemers prioriteit moet krijgen. Een herprofilering is mogelijk op het moment strueerd, worden onderzocht op de mogelijkheid om met kleinschalige maatregelen (quick dat er groot onderhoud moet plaatsvinden. wins) de kans op ongevallen te verkleinen. Het gaat onder andere dan om: – Alle fietsstroken voorzien van rood asfalt, voor een betere herkenbaarheid13; Niet alle straten kunnen Duurzaam Veilig worden ingericht met behoud van alle functies. – Relatie parkeren en fietsstroken controleren (breedte fietsstroken, aanwezigheid In de verkeersveiligheidsanalyse is het belang van een Duurzaam Veilige inrichting van de schampstroken, breedte parkeervakken, aantal laad/loshavens, etc.); infrastructuur nog eens benadrukt, maar de afweging over de inrichting van straten vindt – Toepassing van de juiste markering. plaats in het kader van de Mobiliteitsaanpak Amsterdam. Om deze reden wordt er ver- der in dit Meerjarenplan niet op ingegaan. In bijlage 4 en 5 staan kaarten van het Hoofd- In bijlage 10 is het uitvoeringsprogramma weergegeven in een kaart. net Auto en van het regionaal netwerk fiets, waarop de wegen staan weergegeven die niet Duurzaam Veilig zijn ingericht. Programma 2: Voorkomen van enkelvoudige ongevallen op het fietspad 3.1.2 Generieke maatregelen Uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid blijkt dat Het programma van generieke maatregelen is bedoeld om elementen die kunnen leiden (landelijk) 60% van alle ernstige ongevallen onder fietsers enkelvoudig is. De helft van die tot ongevallen op te sporen en te herstellen. Per jaar worden één of twee programma’s ongevallen is volgens de SWOV te wijten aan de infrastructuur. Enkelvoudige ongevallen uitgevoerd. De focus ligt op de meest voorkomende ongevalsoorzaken bij de grootste onder brom- en snorfietsers in Amsterdam komen ook vaak voor. Oneffenheden in de ver- slachtoffergroepen. In 2011 is er een programma gestart om voetgangersoversteekplaat- harding (losliggende stoeptegels, boomstronken, scheuren in het asfalt), paaltjes, trottoir- sen veiliger te maken. In bijlage 8 is een planning opgenomen van de programma’s die in banden en een glad wekdek kunnen deze ongevallen veroorzaken. Om deze ongevallen te de komende jaren worden uitgevoerd. voorkomen worden op het regionaal netwerk fiets maatregelen genomen. Het gaat onder andere om de volgende drie aspecten: De programma’s worden gebaseerd op: – ervaringen die zijn opgedaan in de afgelopen jaren in de Werkgroep Blackspots 1. Alle paaltjes op het regionaal netwerk fiets, zijn in kaart gezet (zie bijlage 9). Waar Amsterdam. Het betreft hier maatregelen die bij veel kruispunten toegepast moesten mogelijk worden paaltjes verwijderd, verplaatst of beter ingeleid. worden. Zo is er in 2011 een programma uitgevoerd om de vrijliggende voetgangers- 2. Op vrijliggende fietspaden die te smal zijn (minder dan 1,80m) kunnen ongevallen ont- oversteekplaatsen (zebra’s) veiliger te maken; staan doordat fietsers in aanraking komen met een trottoirband. Bij de smalle fiets- – bepaalde typen ongevallen die in de afgelopen periode veel zijn gebeurd, zoals voor- paden worden deze trottoirbanden zo veel mogelijk verwijderd of vervangen door rangsongevallen en enkelvoudige ongevallen;

13 Het rood maken van de fietsstroken op de drukste fietsroutes is onderdeel van het Meerjarenplan Fiets (incl. de budgetten die hiervoor nodig zijn). 29 Voorbeeld van een niet Duurzaam Veilig ingerichte route (Rozengracht) met te smalle parkeervakken en een te smalle fietsstrook. Conflicten tussen geparkeerde auto’s en fietsers komen hier veel voor. Met kleine maatregelen kan deze route veiliger gemaakt worden.

schuine banden. In bijlage 9 staat een kaartje met de smalle fietspaden van het regio- Programma 4: naal netwerk fiets. Maatregelen om ongevallen met vrachtverkeer tegen te gaan 3. De kwaliteit van het regionaal netwerk fiets is weergegeven in bijlage 9. Bij alle delen Ongevallen met vrachtauto’s komen relatief weinig voor, maar als er een ongeval plaats- van het netwerk die slecht scoren worden scheuren zo goed mogelijk hersteld. vindt, dan is dat vaak ernstig. Van de 13 fietsers die na een verkeersongeval zijn overleden Voor dit onderdeel geldt dat de voorbereidingskosten worden betaald door de centrale in de periode 2007 t/m 2009 zijn er 5 omgekomen door een ongeval met een vrachtwa- stad. Per stadsdeel wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld. gen. In de afgelopen jaren zijn er verschillende acties ondernomen om dode-hoekongeval- len te voorkomen. De komende jaren worden de volgende maatregelen getroffen: Programma 3: – Uitbreiding van opstelplekken (max. 10) voor fietsers bij kruispunten (OFOS, Opgebla- Snelheidsreductie bij kruispunten op gebiedsontsluitingswegen zen Fiets OpstelStrook). De Fietsersbond heeft op verzoek van de gemeente een aan- Volgens de SWOV speelt een te hoge snelheid bij ongeveer een derde van de dodelijke tal locaties aangedragen. ongevallen een rol14. Vertaald naar de Amsterdamse situatie zou het gaan om ongeveer 5 – Uitbreiding met drie plekken waar vrachtwagenchauffeurs spiegels kunnen afstellen in á 7 dodelijke ongevallen per jaar. Analyses van de dodelijke ongevallen in 2011 bevestigen combinatie met voorlichting over het gebruik van deze plekken. dit beeld. – Ongeveer 200 vrachtwagens van het gemeentelijk wagenpark zullen een sticker in de Er wordt een programma opgesteld van 10 kruispunten waar snelheid een belangrijke oor- dode hoek plakken om fietsers te waarschuwen. zaak is voor de hoeveelheid en de ernst van de ongevallen. Onderzocht wordt of snel- – Jaarlijks doet Amsterdam mee aan de landelijke campagne ‘Dode hoek’ – zie para- heidsremmende maatregelen op deze kruispunten mogelijk en zinvol zijn. graaf 4.2.2

14 De relatie tussen snelheid en ongevallen – SWOV Factsheet, april 2009. 30 Programma 5: keersveiligheid te verbeteren. Van de stadsdelen wordt verwacht de noodzakelijke aanpas- Update bromfiets naar de rijbaan singen rondom scholen worden uitgevoerd. Sinds 2000 rijden de bromfietsers binnen de bebouwde op de rijbaan, tenzij er een ver- plicht bromfietspad is. In de komende jaren worden de onderstaande maatregelen (in Programma 7: samenwerking met de stadsdelen) genomen om de verplaatsing van de bromfiets naar de Overige generieke maatregelen rijbaan te optimaliseren. Nieuwe inzichten, onderzoek en mogelijkheden om mee te liften met andere werkzaamhe- – De centrale stad laat onderzoeken of de bromfiets op nog meer plekken van het fiets- den kunnen ertoe leiden dat er een nieuw programma wordt uitgevoerd dat hier nog niet pad geweerd kan worden, met als doel het aantal ongevallen onder bromfietsers te is weergegeven. Deze flexibiliteit zorgt ervoor dat er zo goed mogelijk op kansen kan wor- verminderen. Momenteel zijn fietsers en bromfietsers nog op 32% (177 km) van de den ingespeeld. In bijlage 8 is het programma aan generieke maatregelen in één overzicht fietspaden gemengd. Bij de resterende bromfietspaden wordt gecontroleerd of de weergegeven. overgangen tussen bromfietspad en rijbaan voldoende duidelijk zijn. – Resterende bromfietspaden die niet voldoen aan de minimale breedtenorm (45%), worden in het kader van reguliere reconstructies waar mogelijk verbreed. 3.2 Aanpak van de meest gevaarlijke kruispunten en wegen (reactieve aanpak) Programma 6: Veiliger maken omgeving rondom basisscholen 3.2.1 Aanpak blackspots & kruispunten waar dodelijke ongevallen plaats- Alle stadsdelen hebben in het programakkoord het verkeersveiliger maken van de vinden schoolomgeving opgenomen. In samenwerking met de Stadsregio Amsterdam geeft de In 2010 en 2011 zijn alle blackspots onderzocht. Hiermee is een inhaalslag gemaakt. Veel gemeente opdracht om in de komende vier jaar bij alle basisscholen de schoolomgeving van deze blackspots zijn al verbeterd of worden in 2012 verbeterd (voor 20 kruispunten is op verkeersveiligheid te schouwen en op basis daarvan voorstellen te doen om de ver- in 2012 een infrastructurele aanpassing gepland). De ervaring leert dat er elk jaar onge-

31 32 veer 15 nieuwe blackspots bijkomen15. Deze blackspots worden direct door de Werkgroep 3.2.3 Aanpak Red-routes Blackspots in het programma opgenomen, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden aan- gepakt. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar alle dodelijke ongevallen. Soms zal uit Red-route Slachtoffer-ongevallen het onderzoek blijken dat er verbeteringen in de infrastructuur op korte termijn nodig zijn, per km 2007 – 2009 deze worden door de Werkgroep Blackspots uitgevoerd. Er wordt uitgegaan van ongeveer 1. Bos en Lommerweg: op- /afrit A10 – stadsdeel Nieuw West 47 5 kruispunten per jaar. 2. Van Baerlestraat: stadsdeel West – Paulus Potterstraat 43 3. Zeilstraat: Amstelveenseweg – Hoofddorpplein 41 3.2.2 Complexe blackspots 4. Nieuwezijds Voorburgwal: Raadhuisstraat – Mozes en Aäronstraat 38 Het budget van de Werkgroep Blackspots Amsterdam is afgestemd op het financieren van 5. Ferdinand Bolstraat: Albert Cuypstraat – Ceintuurbaan 38 aanpassingen aan kruispunten die snel en eenvoudig te realiseren zijn. Door deze aanpak 6. Jan Evertsenstraat: Witte de Withstraat – Hoofdweg 37 kunnen veel kruispunten met een relatief beperkt budget worden aangepakt. Het bud- 7. Van Woustraat: Stadhouderskade – Ceintuurbaan 37 get is echter niet toereikend om grote kruispunten compleet te reconstrueren. In sommige 8. Rozengracht: Marnixstraat – Spuistraat 37 gevallen is een grote reconstructie de enige manier om het kruispunt veiliger te maken. 9. Kinkerstraat: JP Heijestraat – Witte de Withstraat 37 De Werkgroep Blackspots Amsterdam heeft zeven kruispunten bestempeld als complexe 10. Ceintuurbaan: Hobbemakade – Ferdinand Bolstraat 34 blackspot en hier onderzoek naar gedaan. In deze collegeperiode worden er maatregelen 11. Kinkerstraat: Bilderdijkstraat – Jan Pieter Heijestraat 34 getroffen om deze kruispunten veiliger te maken. 12. Stadhouderskade: Hobbemakade – Ferdinand Bolstraat 30 13. Bilderdijkstraat: Kinkerstraat – Overtoom 30 Complexe blackspots Slachtofferongevallen 2007 t/m 2009 1. Stadionweg – Apollolaan 10 De volgende red-routes staan op het programma. Deze red-routes zijn inmiddels geana- 2. Stadionweg – Beethovenstraat 9 lyseerd, maar nog niet allemaal voorzien van een maatregelenpakket en een bijbehorende 3. MarnixstraatvElandsgracht 8 kostenraming. Op alle routes zullen de fietsstroken en de fietspaden worden voorzien van 4. Jan van Galenstraat – Willem de Zwijgerlaan 7 rood asfalt16. Hiermee wordt de voorrangssituatie op kruispunten benadrukt. Daarnaast 5. Weteringschans – Westeinde 7 worden er andere (relatief eenvoudige) aanpassingen voorgesteld om de kans op onge- 6. Haarlemmerweg – Van Limburg Stirumstraat 6 vallen te verkleinen. De lijst met red-routes wordt eens in twee jaar geactualiseerd. Moge- 7. Johan van Hasseltweg – Meeuwenlaan 6 lijk ontstaan er nieuwe red-routes, deze zullen dan door de Werkgroep Blackspots worden onderzocht.

15 De blackspotlijst voor de jaren 2008 t/m 2010 kon nog niet worden samengesteld vanwege de late levering 16 Het rood maken van de fietsstroken op de drukste fietsroutes is onderdeel van het Meerjarenplan Fiets (incl. van de ongevalscijfers. de budgetten die hiervoor nodig zijn). 33 34 4 Veiliger gedrag van verkeersdeelnemers

Bijna alle ongevallen zijn mede het gevolg van een menselijke fout. Het voorkomen van Jongleren in het verkeer ongevallen is daarom in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van verkeersdeelne- Het programma ‘Jongleren in het verkeer’ wordt jaarlijks aangeboden aan kinderdagver- mers. Ongewenst gedrag van verkeersdeelnemers moet worden tegengegaan en nieuw blijven en peuterspeelzalen. Het doel is om jonge kinderen spelenderwijs kennis te laten gewenst gedrag moet worden gestimuleerd. maken met het verkeer en om ouders bewust maken van voorbeeldgedrag. Jaarlijks wordt dit programma op ongeveer 60 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen uitgezet. 4.1 Opvoeding, opleiding en onderwijs Verkeerslessen groepen 1 t/m 8 Uit de analyse van de ongevallen komt naar voren dat er drie leeftijdsgroepen zijn waar Het streven is om alle basisscholen van Amsterdam te voorzien van een educatiepakket het verkeersveiligheidbeleid zich op moet richten: waarmee de scholen voor de groepen 1 t/m 8 lesmateriaal in handen hebben om kinderen – 4 t/m 12 jaar (jong geleerd is oud gedaan) te leren over het verkeer. Momenteel maakt ongeveer 70% van de scholen gebruik van een – 12 t/m 24 jaar (kwetsbaar en roekeloos) verkeerseducatieprogramma. De scholen kunnen kiezen voor (een combinatie van) de vol- – 60-plussers (zeer kwetsbaar) gende programma’s: – Jongleren in het verkeer: 4.1.1 Geplande verkeerseducatie activiteiten – Leeftijdsgroep 4 t/m Dit verkeersproject is gericht op de leerlingen van eerste twee groepen van het basis- 12 jaar onderwijs. Scholen krijgen een materiaalkist met handleiding te leen om daarmee “Kinderen leren het meest van volwassenen en figuren die veel voor hen betekenen. Dat ongeveer vier themaweken te organiseren met de leerlingen. kunnen ouders zijn, onderwijzers, maar ook 'helden', zoals de figuren uit Sesamstraat of – Landelijke lesmethode: sportmensen. Deze worden in de sociale psychologie 'belangrijke anderen' genoemd. Er worden drie educatiepakketten aangeboden die in heel Nederland toegepast wor- Het gaat daarbij niet alleen om de expliciete boodschappen zoals: 'doe je gordel om, dat den. Deze pakketten bevatten lesmateriaal voor de groepen 1 t/m 8. Het betreft: ‘Wij- is veilig', maar vooral om de impliciete boodschappen. Deze worden gegeven door de zer door het verkeer’, ‘Wegwijs’ en ‘Klaar…over!’. manier waarop de 'belangrijke andere' zich gedraagt en uit. Een ouder die zelf de gordel – Tussen School & Thuis: niet draagt maar van het kind verwacht dat hij die wel draagt, zendt de impliciete bood- Het programma Tussen School & Thuis stelt de verkeerssituatie rondom een school schap uit dat het eigenlijk niet zo belangrijk is17.” centraal. Per school wordt uniek lesmateriaal gemaakt gebaseerd op de schoolom- geving en de routes die kinderen afleggen tussen school en thuis. De pakketten van De afgelopen jaren is vooral ingezet op het aanbieden van verkeerseducatie op basisscho- TS&T worden jaarlijks op 50 scholen uitgezet of geactualiseerd. len. Omdat hiermee educatie verzorgd kan worden voor bijna alle schoolgaande kinderen van Amsterdam, blijft dit programma bestaan. Gedurende de looptijd van dit meerjaren- Praktische vaardigheden groepen 1 t/m 8 plan zal extra aandacht worden besteed aan de rol van ouders en aan het aanbieden van – Pilot Fietslessen: mogelijkheden om praktische vaardigheden bij kinderen bij te brengen. Het gaat dan om Het is belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd praktische vaardigheden leren in een de inzet van verkeersouders en om het aanbieden van lesmateriaal aan scholen dat gericht beschermde omgeving. Het aanleren van die vaardigheden is vooral de rol van ouders. is op praktische oefeningen. Echter verschillende schooldirecteuren hebben aangegeven dat hun kinderen niet kun- nen fietsen. Kennelijk krijgen deze kinderen het niet van huis uit mee. In de komende jaren bieden we, bij wijze van proef, fietslessen aan. Gestart wordt met een pilot in stadsdeel Zuid-Oost. Hier is het gebruik van de fiets lager dan in andere stadsdelen.

17 SWOV-Factsheet, verkeerseducatie aan kinderen van 4-12 jaar, mei 2009. 35 – Pilot Schoolpleinparcoursen: – Praktische verkeersexamens: In de komende jaren wordt aan basisscholen de mogelijkheid geboden om op een Om jonge fietsers de gelegenheid te geven hun fietsvaardigheid te toetsen, biedt de schoolplein praktische verkeerslessen te geven aan hun kinderen. Inzet is om in het gemeente Amsterdam het fietsexamen aan. In 2010 deed 63% van de scholen mee schooljaar 2011 – 2012, 5 á 10 scholen een schoolpleinparcours aan te bieden. Als dit aan het praktisch verkeersexamen. Het doel is om minimaal 70% van de scholen te succesvol is (de pleinen worden veel gebruikt voor oefening) dan zullen meer scholen laten deelnemen aan de examens. dit aanbod krijgen. – Pilotproject ‘Op weg naar het Voortgezet Onderwijs’: Verkeersouders Bij de overgang van de basisschool naar het Voortgezet Onderwijs leggen kinderen Een verkeersouder zorgt door middel van activiteiten en contacten in de buurt dat ver- een nieuwe route af naar school. Dit is hét moment, waarop het nog mogelijk is om keersveiligheid hoog op de agenda staat. Zij vormen daarbij een belangrijke verbindende kinderen te leren over de manier waarop zij deze route veilig kunnen afleggen. Het schakel in het netwerk van ouders, de school, politie en de gemeente. Ongeveer 86 van de programma ‘Op weg naar het Voortgezet Onderwijs’ speelt daarop in. In stadsdeel 200 scholen in Amsterdam heeft een verkeersouder. We streven ernaar dat alle scholen in Nieuw-West zijn hier goede ervaringen mee opgedaan. Het project wordt bij de start Amsterdam een verkeersouder hebben, die zich actief inzet voor de veiligheid van de kin- van het schooljaar 2012 – 2013 bij geïnteresseerde scholen van het basisonderwijs deren en andere ouders hierbij betrekt. Het doel voor deze collegeperiode is 150 Amster- (max. 10) ingezet. damse verkeersouders.

Examens 4.1.2 Geplande verkeerseducatie activiteiten – Leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar – Theoretische verkeersexamens: Jongeren van deze leeftijd maken een belangrijke ontwikkeling door en komen in aanra- Om te toetsen of leerlingen voldoende hebben opgestoken van de verkeerslessen die king met nieuwe en complexere verkeerssituaties. De motivatie om zich aan de regels te in de verschillende groepen zijn aangeboden, wordt elk jaar een theoretisch verkeers- houden neemt in deze levensfase af en, vooral bij jongens, ontstaat een behoefte aan examen georganiseerd. Dit examen is afgestemd op het drukke Amsterdamse verkeer. spanning en stoer doen. Tegelijkertijd is deze groep over het algemeen goed in staat om Ongeveer 90% van alle scholen neemt deel aan deze examens. de gevolgen van hun gedrag in te schatten en verantwoordelijkheid te dragen. Ook kun-

36 37 nen jongeren op deze leeftijd goed worden aangesproken op hun gedrag. Voor deze groep – Kruispuntdebat: zal verkeerseducatie daarom gericht zijn op het leren kennen van de grenzen van het eigen Leerlingen van Havo en VWO gaan met elkaar in debat over verkeersveiligheid aan de kunnen en van wat acceptabel is, en op het verkrijgen van kennis over de risico’s van bij- hand van stellingen die in filmpjes worden gepresenteerd. Het gaat bijvoorbeeld over voorbeeld alcohol en drugs in het verkeer. Het doel is om bij alle scholen van het voorgezet opgevoerde scooters, drank of drugs in het verkeer en zonder helm op een brommer onderwijs minimaal één module per jaar onder te brengen. Scholen kunnen zelf het beste rijden. inschatten welke van de onderstaande modules het meest aansluit op de leerlingen. – Alles onder controle: – Onderweg: Het lespakket 'Alles onder controle' is een methode om de risico's die bromfietsers Doel van de lesmodule is dat brugklassers reflecteren op de nieuwe verkeerssituatie lopen bespreekbaar te maken. Het lespakket richt zich niet uitsluitend op de aan de en op hun gedrag daarin. De module wil een bijdrage leveren aan veiliger verkeersge- bromfiets en de verkeerssituatie verbonden risico's, maar besteedt vooral aandacht drag door brugklassers. aan persoonsgebonden factoren. Het pakket is bestemd voor jonge beginnende – Case 101: bromfietsers (16 – 18 jaar) als onderdeel van een theorieopleiding voor de bromfiets. Crash Investigation (Case 101) is een vernieuwende aanpak om brugklassers meer bewust te maken van de gevaren van verkeersdeelname. Het project is onder andere Het opdrachtgeverschap voor verkeerseducatie op het Voortgezet Onderwijs ligt bij de ontwikkeld door de TU Delft en is gebaseerd op recherche onderzoeken zoals te zien Stadsregio Amsterdam. Vanaf het schooljaar 2012 – 2013 zal de gemeente opdrachtgever in televisieseries als ‘Crime Scene Investigation’. zijn. Waarschijnlijk zal er vanaf dat moment gekozen worden voor een nieuw programma – Behave and Be safe: met de naam Totally Traffic. Dit programma bestaat uit verschillende modules waar scho- Dit project maakt jongeren bewust van de invloed van hun gedrag op de verkeers- len uit kunnen kiezen. In de komende periode bekijkt de gemeente of het programma veiligheid. Jongeren onderzoeken redenen van verkeersonveiligheid, betrekken hierin geschikt is om in Amsterdam aan te bieden. Het programma is ontwikkeld door het stads- hun eigen rol en bedenken hier oplossingen voor. Uiteindelijk maken ze een jongeren- gewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. campagne waarvoor ze media-aandacht vragen.

38 4.1.3 Geplande verkeerseducatie activiteiten – Leeftijdsgroep 60-plussers gels te kort schiet of waar het vertoonde gedrag in het verkeer onwenselijk en hardnekkig Omdat ouderen vaker dan andere leeftijdsgroepen als fietser verongelukken in het verkeer is, is communicatie een belangrijk middel. wordt aan hen een fietsinformatiedag aangeboden, georganiseerd door de Fietsersbond. De Fietsinformatiedag is gericht op de verbetering van de veiligheid en bevordering van De strategie is om doelgroepgericht te werk te gaan en te benadrukken dat de doelgroep het fietsgebruik van de senioren. Oudere fietsers ondervinden vaak problemen met even- een grote eigen verantwoordelijkheid heeft. Dus geen grote massamediale campagnes, wicht, reactiesnelheid en het overzien van een complexe verkeerssituatie, bijvoorbeeld bij maar interventies op specifieke momenten en locaties. Bijvoorbeeld tijdens een controle het links afslaan. Tijdens de Fietsinformatiedag komen al deze aspecten aan bod en wordt van de politie, als mensen gaan verhuizen of bij de overstap naar de middelbare school. gezocht naar manieren om deze problemen op te vangen. Per stadsdeel wordt één dag georganiseerd, afhankelijk van de belangstelling en feedback van de ouderen wordt deze Op basis van veelvoorkomende ongevallen in de afgelopen jaren en de bestuurlijke wen- dag mogelijk vaker aangeboden. sen zetten we de komende jaren in op vijf thema’s: snelheidsovertredingen, gedrag van brom- en snorfietsen, negeren van rood licht, het gebruik van fietsverlichting en de voor- lichting over de dode hoek. Hier kan gedurende deze collegeperiode van afgeweken wor- 4.2 Verkeersvoorlichting en handhaving den als gevolg van de meest recente ongevalscijfers.

Handhaving en voorlichting worden steeds belangrijker naarmate er met aanpassingen in 4.2.1 Handhaving de infrastructuur minder verkeersveiligheidswinst is te behalen. Bijna alle ongevallen zijn Campagne voeren heeft alleen zin wanneer de politie voldoende controleert. De politie mede het gevolg van een menselijke fout. Het is dan ook logisch Amsterdammers aan te geeft prioriteit aan de zogenaamde GRASH-overtredingen: het niet dragen van de Gordel, spreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Vaak komt dat neer op het zoeken naar hoe rijden door Rood licht, Alcoholgebruik, Snelheidsovertredingen en het niet dragen van een voorlichting de effecten van handhaving kan versterken, zoals bij de fietsverlichtingscam- Helm aangevuld met niet-handsfree bellen. Deze prioriteiten worden bepaald door het pagne is gebleken. En vooral daar waar bij verkeersdeelnemers de kennis van verkeersre- Landelijk Parket Team Verkeer en in samenspraak met het OM, politie en de gemeente op

39 detailniveau ingevuld en vastgelegd in een zogeheten Speerpuntenconvenant, waarmee Dode hoek de feitelijke inzet is bepaald en geborgd. De politie beschikt over een verkeershandha- Bij de dodehoekproblematiek zijn twee partijen aan zet: de vrachtwagenchauffeur en de vingsteam, binnen Amsterdam heet dit team het RPVV. Binnen de regiopolitie Amsterdam- fietser. Dit onderwerp leent zich uitstekend voor de doelgroepgerichte aanpak: Amstelland is deze ondergebracht bij de Dienst Controle Infrastructuur Verkeer (DCIV). De – Posters op straat wijzen de fietser op de precieze plek van de dode hoek; controles van het RPVV worden afgestemd op de campagnekalender. De controles vinden – Schoolkinderen leren in verkeerseducatiepakketten over de dode hoek; in onder andere plaats op blackspots en redroutes. Het RPVV werkt daarnaast samen met – Alle toeristen die een fiets huren krijgen een folder met tips voor veilig fietsen in wijkteams en overige onderdelen van de politie. Amsterdam; – Vrachtwagenchauffeurs worden direct benaderd met het verzoek hun spiegels goed af 4.2.2 Landelijke verkeerscampagnes te stellen voor ze Amsterdam in rijden; De volgende landelijke verkeerscampagnes worden ook in Amsterdam de komende jaren – Nieuw is dat onderzocht wordt of de politie bij transportcontroles standaard op spie- georganiseerd: gelafstelling kan controleren.

Fietsverlichting 4.2.3 Specifieke Amsterdamse campagnes De fietsverlichtingscampagne geldt als succesvol, omdat deze hand in hand gaat met Er zijn problemen waar landelijk geen campagne tegen wordt gevoerd, maar die in politiehandhaving. Er wordt nog steeds gecontroleerd wanneer de wintertijd in gaat en Amsterdam hoog op de prioriteitenlijst staan: de verkeersveiligheidsproblemen met brom- daarop zijn de campagnemiddelen ook gericht. Posters op straat als reminder en het uit- en snorfietsers en door rood licht rijden. Daarnaast sluit de landelijke campagne tegen delen van losse lampjes bij bijvoorbeeld de Fietspuntstallingen maken het fietsers makke- snelheidsovertredingen onvoldoende aan op de Amsterdamse problematiek, waardoor lijker het gewenste gedrag te vertonen. een Amsterdamse vertaling nodig is.

40 Brom- en snorfietsers nulmeting uitgevoerd naar ondermeer het aantal overtredingen dat begaan wordt, de Het aantal brom- en snorfietsslachtoffers is zorgwekkend en veel fietsers ervaren overlast gevoelsmatige pakkans en de kennis van de verkeersregels. Door deze meting tijdens de van de snorfiets op het fietspad. Om dit aan te pakken, is in september 2011 de handha- campagneperiode te herhalen, zal het effect van de campagne bijgehouden worden. vingscampagne Slowriders van start gegaan in samenwerking met de politie. De belang- rijkste doelgroep is jongeren tussen 16 en 24 jaar, omdat zij het hoogste ongevalrisico Roodlichtnegatie hebben. Het tegengaan van het grote aantal snelheidsovertredingen op het fietspad is De gemeente en politie krijgen veel verzoeken om op te treden tegen asociaal fietsge- het belangrijkste doel van de campagne; het terugdringen hiervan zorgt voor een lager drag. Dit bestaat echter uit zoveel verschillende factoren dat ervoor wordt gekozen de ongevalrisico én voor een vermindering van de overlast op het fietspad. Daarnaast richt de gevaarlijkste gedragingen aan te pakken: door rood rijden en het niet voeren van fietsver- campagne zich op het vergroten van de kennis over de verkeersregels (zie bijlage 2). Voor lichting. Er is in 2010 en 2011 onderzocht welke mogelijkheden bestaan om met communi- de lange termijn richt de campagne zich ook op een houdingverandering door de voordelen catie fietsers te bewegen te stoppen voor rood. De eerste resultaten zijn bemoedigend en van ‘relaxed rijden’ te benadrukken. geven aan dat er alleen al door het plaatsen van bepaalde borden een significante afname van het aantal roodrijders kan worden bereikt18. In 2011 en 2012 wordt onderzocht hoe ver Het belangrijkste middel om het aantal snelheidsovertredingen te verminderen is het ver- het effect van de borden reikt en hoe lang het effect aanhoudt. Er is een pilot gestart met groten van de objectieve en subjectieve pakkans. Het verkeershandhavingsteam van de borden op tien kruispunten. politie controleert gericht op de rijsnelheid van brom- en snorfietsers met laserguns- controles op fietspaden. De gemeente zet diverse campagnemiddelen in – zoals sociale Snelheid media, folders, spandoeken en persberichten – om de zichtbaarheid en de bekendheid van Volgens de SWOV speelt snelheid bij minstens een derde van alle dodelijke ongevallen de handhaving te vergroten, zodat de gevoelsmatige pakkans toeneemt. De inzet van de een rol. Onderzocht zal worden hoe met een mix van handhaving en voorlichting hiertegen politie wordt gekoppeld aan de campagneactiviteiten van de gemeente, zodat het effect opgetreden kan worden. De landelijke snelheidscampagne is te algemeen en vrijblijvend en de zichtbaarheid van de controles groter wordt. Ook wordt zoveel mogelijk samenge- om in Amsterdam succesvol te kunnen zijn. Voor snelheidsovertredingen van scooterrijders werkt met de wijkteams van de politie. Tijdens de controles controleert de politie ook op is de campagne Slowriders gemaakt. andere verkeersregels, zoals helmplicht, rijbewijsbezit, ‘door rood licht rijden’ en alcohol- gebruik.

Voor de voorlichting van brom- en snorfietsers over verkeersregels en de risico’s van scoo- tergebruik worden diverse kanalen gebruikt. De gemeente gaat ondermeer: – Amsterdammers voorlichten die hun brom/snorfietsrijbewijs afhalen; – Samen met de branche consumenten voorlichten die een scooter aanschaffen; – Ouders informeren over de risico’s van scootergebruik voor jongeren; – ‘Safety checks’ aanbieden om de onderhoudsstaat van scooters te controleren en de doelgroep tegelijkertijd te kunnen voorlichten.

De campagne is in september 2011 gestart. Op basis van deze ervaringen worden afspra- ken met het verkeershandhavingsteam van de politie gemaakt over de wijze waarop de campagne in 2012 ingevuld wordt. Voor de start van de campagne in september is een 18 Zie rapportage ‘Minder fietsers door rood licht’ van Tabula Rasa, juli 2010 41 42 5 Organisatie & communicatie

5.1 Samenwerking – Platform Verkeersveiligheid zal de nieuwe organisatie verantwoordelijk zijn voor het aanbod van verkeerseducatiepak- De verkeersveiligheidsdoelstelling kan alleen worden behaald als de belangrijkste actoren ketten op het basis- en voortgezet onderwijs en zo mogelijk voor het organiseren van exa- op het gebied van verkeersveiligheid (Stadsregio Amsterdam, centrale stad, stadsdelen en mens. de politie) goed samenwerken. In de voorbereiding van dit Meerjarenplan is daartoe al een goede stap gemaakt. Om de samenwerking een vaste vorm te geven wordt het Platform Verkeersveiligheid opgericht. 5.4 Externe communicatie Het doel van dit platform is om de planvorming en uitvoering op het gebied van verkeers- veiligheid af te stemmen. Het platform brengt advies uit over de planvorming die plaats- Verkeersveiligheid is een maatschappelijk thema, dat bovendien enorm zichtbaar is. vindt (of zou moeten plaatsvinden) op zowel regionaal, als centraal gemeentelijk, als stads- Verkeer(sveiligheid) gaat iedereen aan, want zodra je de deur uitgaat ben je er deel van. deelniveau en wel zodanig dat die op elkaar wordt afgestemd. Het houdt tevens in dat het Maar subjectieve en objectieve observaties liggen vaak ver uit elkaar. Daarin speelt com- platform de uitvoering van die plannen bevordert en zo nodig in dat kader de afstemming municatie een verbindende rol. Openheid over de (on)mogelijkheden is cruciaal. Daar kan tussen de drie bestuurlijke lagen ondersteunt. de website www.amsterdam.nl/verkeersveiligheid, gekoppeld aan sociale media, een cen- Ten slotte besteedt het platform aandacht aan ontwikkelingen en innovatie en die waar trale rol in spelen. Alle werkzaamheden die de veiligheid verbeteren en campagnes kun- nodig en mogelijk in de adviezen over de planvorming betrekt. Het platform komt vier nen hier een plaats krijgen, naast feiten en cijfers. Zo wordt heel zichtbaar hoe het ervoor keer per jaar één dagdeel bijeen. staat in Amsterdam en waar de belangrijkste opgaven liggen.

5.2 Werkgroep Blackspots Amsterdam

De WBA is een samenwerkingsverband, met als vaste leden medewerkers van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO), de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIW) en de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. De WBA blijft de komende jaren actief om de kruis- punten en routes veiliger te maken. Nieuwe taken van de WBA zijn uitvoering geven aan de generieke maatregelen. In de werkgroep worden de betreffende stadsdelen uitgeno- digd om de maatregelen te bespreken.

5.3 Uitvoeringsorganisatie verkeerseducatie

In 2012 wordt de aanbesteding van alle verkeerseducatieactiviteiten in Amsterdam voor- bereid. Deze aanbesteding heeft als doel om één organisatie verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van verkeerseducatie in Amsterdam. Door één partij verantwoorde- lijk te maken kunnen de verschillende onderdelen beter op elkaar worden afgestemd en wordt verwacht dat met dezelfde middelen meer kinderen bereikt kunnen worden. Vanaf het schooljaar 2013 – 2014 of 2014 – 2015 (afhankelijk van de duur van de aanbesteding)

43 6 Financiën

Jaarlijks programma Opgave 2012 Jaarlijkse opgave 2013-2015 Totale jaarlijkse Bijdrage centrale Inschatting bijdra- Inschatting bijdrage projectkosten stad (CMF) ge stadsdelen Stadsregio Amsterdam

Veiliger maken van de infrastructuur Generieke maatregelen (incl. veilige schoolom- – Opstellen uitvoeringsprogramma voor 2 uitvoeringsprogramma’s 6 2.100.000 6 1.000.000 6 600.000 6 500.000 geving) programma 1 – Voorbereiding programma 2 – Start met uitvoering van programma 1 Blackspotprogramma 20 oude BS 15 nieuwe BS 15 nieuwe BS 6 1.750.000 6 750.000 6 500.000 6 500.000 Complexe blackspots 1-2 complexe BS 1-2 complexe BS Maatregelen nav quickscans dodelijke ongevallen 5 QS 5 QS 6 450.000 6 250.000 6 100.000 6 100.000 Red-routes (kleinschalige maatregelen) Uitvoering van 13 RR ± 5 RR 6 550.000 6 200.000 6 200.000 6 150.000

Veiliger gedrag van verkeersdeelnemers Leeftijdsgroep 4 t/m 12 jaar Jongleren in het verkeer 60 Kinderdagverblijven 60 Kinderdagverblijven 6 100.000 6 50.000 6 50.000 Verkeerslessen groepen 1 t/m 8 70% scholen 70% scholen 6 400.000 6 200.000 6 200.000 Praktische vaardigheden groepen 1 t/m 8 – Fietslessen: Aanbod alle scholen in Afhankelijk van uitkomst pilot 6 300.000 6 150.000 6 150.000 Zuid-Oost – Schoolpleinparcoursen: 5 á 10 scholen – Op weg naar het Voorgezet Onder- wijs: alle scholen N-West Verkeersexamens (theoretisch en praktisch) 90% scholen (theorie) 90% (theorie) 6 300.000 6 150.000 6 150.000 65% (praktijk) 70% (praktijk) Verkeersouders 100 150 6 100.000 6 50.000 6 50.000 Leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar Verkeersonderwijsmodules Min. 1 module per school Min. 1 module per school 6 300.000 6 150.000 6 150.000 Leeftijdsgroep 60-plussers Fietsinformatiedagen Min. 7 dgn Min. 7 dgn 6 100.000 6 50.000 6 50.000

Verkeersvoorlichting en handhaving Landelijke en Amsterdamse campagnes 5 campagnes 5 campagnes 6 200.000 6 100.000 6 100.000 Brom- en snorfietscampagne Slowriders 1 campagne 1 campagne 6 200.000 6 100.000 6 100.000 Evaluatie, monitoring en onderzoek 6 150.000 6 150.000 Beleid en advisering 6 350.000 6 350.000 Totaal 6 7.350.000 6 3.700.000 6 1.400.000 6 2.250.000

44 6.2 Onderzoek en evaluatie 6.3 Rapportage Komende jaren zal er meer dan voorheen moeten worden geïnvesteerd in onderzoek naar Jaarlijks zal er een rapportage overzicht worden opgesteld waarin in ieder geval over de de aard en oorzaken van verkeersongevallen. Daarnaast zal het effect van de maatrege- volgende prestatie-indicatoren en nieuwe opgaven staan beschreven: len zorgvuldig en blijvend moeten worden geëvalueerd. Alleen dan is het mogelijk om het – Aantal ernstig gewonden per 100.000 inwoners; gewenste doel te realiseren tegen zo laag mogelijke kosten. – Aantallen verkeersongevallen en locaties; – Aantallen en locaties aangepakte blackspots en red-routes; – Aantallen en locaties nieuwe blackspots en red-routes; – Aantallen en locaties aangepakte niet duurzaam ingerichte wegen en complexe black- spots; – Aantallen en locaties niet duurzaam veilig ingerichte wegen; – Aantallen en locaties uitgevoerde generieke verkeersveiligheidsmaatregelen; – Aantallen deelnemende basisscholen aan verkeerseducatie programma’s; – Aantallen deelnemende middelbare scholen aan verkeerseducatie programma’s; – Aantallen met voorlichting en handhaving bereikte doelgroepen.

45 Bijlage 1: Beleidskaders en bestuurlijke wensen

Beleidskader Hoofdnetten (2005) Het Beleidskader Hoofdnetten geeft aan waar de hoofdnetten liggen en wat de kwali- teit ervan moet zijn. Er is een netwerk onderscheiden van Hoofdnet Auto, hoofdnet Fiets en Hoofdnet Openbaar Vervoer. De opbouw van de hoofdnetten en de kwaliteitseisen die aan de hoofdnetten worden gesteld, is grotendeels gebaseerd op de principes van Duur- zaam Veilig. Belangrijk onderdeel ervan is de categorisering van wegen in ‘erftoegangswe- gen’ (30 km/hur, erven et cetera), ‘gebiedsontsluitingswegen’ (50 tot 80 km/h) en ‘stroom- wegen’ (snelwegen). Bij de categorisering van wegen staat scheiding van functies voorop. Het is veiliger om de verkeers- en de verblijfsfunctie te scheiden. Een winkelstraat met veel voetgangers waar ook veel auto’s door rijden is minder veilig dan een voetgangersgebied. Een snelweg is veiliger dan een straat in een stad. Door structuur aan te brengen in het Amsterdamse wegennet is het gemakkelijker om de weg in te richten naar de functie en het gebruik ervan. Dat komt de verkeersveiligheid ten goede.

Meerjarenbeleidsplan Verkeersveiligheid 2007 – 2010 Het Amsterdamse verkeersveiligheidbeleid van de afgelopen jaren is vastgelegd in het Meerjarenbeleidsplan Verkeersveiligheid 2007 – 2010. De speerpunten van het plan waren: 1. Verkeerseducatie: De nadruk lag op het aanbieden van verkeerseducatiepakketten aan basisscholen. 2. Campagnes: Elk jaar zijn verschillende campagnes (fietsverlichting, dodehoek, etc.) georganiseerd om het gedrag van mensen in het verkeer positief te beïnvloeden. 3. Handhaving door de politie op verkeersovertredingen. 4. Infrastructuur: de nadruk lag vooral op de aanpak van de gevaarlijkste kruispunten.

De doelstelling van het Meerjarenplan was om het aantal ongevallen zo ver terug te drin- gen dat er in 2010 nog hooguit 19 verkeersdoden en 280 ziekenhuisgewonden zouden zijn (op basis van gegevens van BRON – Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland). De cijfers over 2010 die door het Rijk zijn geleverd zijn helaas onbetrouwbaar gebleken. Afgaande op het aantal ziekenhuisgewonden en doden in 2009 lijkt het erop dat de doel- stelling voor het maximaal aantal doden wel en de doelstelling voor het maximaal aantal ziekenhuisgewonden niet is gehaald. In 2009 zijn er (op basis van BRON) 341 personen in het ziekenhuis opgenomen als gevolg van een verkeersongeval.

46 Strategisch Plan Verkeersveiligheid (2008 – 2020) – Rijksoverheid Amsterdam in 2040 – Structuurvisie Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid is een uitwerking van de Nota Mobiliteit. Het Om de behoefte aan mobiliteit te faciliteren ligt de voorkeur bij de vervoersvormen die ministerie zet de Duurzaam Veilig-visie voort om het risico op ongevallen verder terug te relatief weinig hinder en ruimtebeslag met zich meebrengen: de fiets en het openbaar ver- dringen. Belangrijk voor het gemeentelijke verkeersveiligheidbeleid is dat het ministe- voer. Binnen de stad vervult de fiets in steeds grotere mate de behoefte aan dagelijkse rie veroorzakers van onveiligheid harder wil aanpakken en kwetsbare verkeersdeelnemers verplaatsingen. Met de elektrische fiets wordt de actieradius in de toekomst zelfs nog gro- beter wil beschermen. Onder kwetsbare verkeersdeelnemers vallen voetgangers en fiet- ter, waardoor ook vanuit buurgemeenten als Amstelveen en Zaanstad. sers, motorrijders en brommers, kinderen en ouderen. In de actualisatie van het Strate- gisch Plan Verkeersveiligheid wordt aandacht gevraagd voor vier specifieke aandachtsge- Bestuurlijke wensen stadsdelen bieden. Het betreft aandacht voor ernstige ongevallen met ouderen, fietsers, beginnende De thema’s die bij de meeste stadsdelen in het bestuursakkoord zijn opgenomen: bestuurders en het terugdringen van het grote aandeel enkelvoudige ongevallen (ongeval- – Ontwikkelen brom- en snorfietsbeleid (7 stadsdelen); len waar geen andere verkeersdeelnemers bij betrokken zijn). – Verbeteren verkeersveiligheid rond scholen (7 stadsdelen); – Meer ruimte geven aan langzaam verkeer (5 stadsdelen); Meerjarenambitie Verkeersveiligheid 2011 – 2015 (Stadsregio Amsterdam) – Verbeteren verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers (5 stadsdelen); De Stadsregio Amsterdam richt zich in de komende jaren op de volgende onderwerpen: – Continueren aanpak blackspots en red-routes (5 stadsdelen); – Doorgaan met het veiliger maken van infrastructuur met een accent op o.a. het oplos- – Vervolmaken en verbeteren van het Hoofdnet Fiets (5 stadsdelen). sen van knelpunten (Top 100/schoolrouteaanpak) en het inrichten van wegen volgens het Duurzaam Veilig-principe; – Doorgaan met het programma verkeerseducatie naar leeftijdcategorie; – Doorgaan met communicatie/handhaving en inzetten op 3 campagnes per jaar per gemeente; – Het verder opzetten/faciliteren van subregionale samenwerking, wat moet leiden tot (sub)regionale actieprogramma’s verkeersveiligheid.

Programakkoord Amsterdam 2010 – 2014 Het college geeft in haar programakkoord aan het centrumstedelijk milieu steeds gro- ter wordt en dat bij deze ontwikkeling hoort dat er meer ruimte voor verblijfsgebieden en langzaam verkeer wordt gecreëerd. Het college zet daarom in op het autoluw maken van de stad binnen de ring A10 (exclusief Noord). Het college wil de verkeersveiligheid verbe- teren met bijzondere aandacht voor voetgangers en fietsers. Ze streeft naar een hogere minimale norm voor de breedte van fiets- en voetpaden. Blackspots en red-routes worden aangepakt en zijn waar mogelijk voor 2014 verdwenen. Samen met de stadsdelen wordt een meerjarenprogramma opgesteld voor proactieve verkeersveiligheid. Om het aantal ongevallen met brom- en snorfietsen te beperken wordt er een stedelijk brommerbeleid opgesteld. Ten slotte kondigt het college aan dat er een onderzoek komt naar alternatie- ven voor vrachtverkeer gericht op verkeersveiligheid.

47 Bijlage 2: Brom- en snorfietsen

Brom- en snorfietsen populair Brom- en snorfietsen zijn in opkomst in Amsterdam. Vooral de snorfiets is – mede door het ontbreken van een helmplicht – zeer populair. Het aantal bromfietsen is in de regio Amsterdam in de periode 2007 – 2010 met 32% toegenomen en het aantal snorfietsen met 103% (bron: VWE)19. Het aandeel van de brom- en snorfiets in het totaal aantal ver- plaatsingen is echter nog steeds laag, ongeveer 1% in 2008.

Verkeersveiligheidsprobleem Sterke toename ernstig gewonden onder brom- en snorfietsers De populariteit van de brom- en snorfiets zorgt voor een sterke toename van het aantal ernstig gewonden. In de periode 2007 – 2009 is het aantal ernstig gewonden onder brom- en snorfietsers (gemiddeld 144 ernstig gewonden per jaar) verdubbeld ten opzichte van de periode 2003 – 2005 (gemiddeld 71 ernstig gewonden per jaar)20.

Hoog aandeel ernstige gewonden in relatie tot aandeel in modal split 16% van het totaal aantal ernstig gewonden in Amsterdam (periode 2007 – 2009) is een brom of -snorfietser, terwijl slechts 1% van de verplaatsingen met de brom- of snorfiets wordt gemaakt.

Ongevalrisico voor jonge brom- en snorfietsers is het grootst Jongeren – vooral jongeren in de leeftijd 16/17 jaar – lopen een groot risico om met een brom- of snorfiets te verongelukken (zie bijlage 2). Circa een derde van de ernstige slacht- offers valt in de groep 16 – 24 jaar. Het risico voor jongens is het grootst.

Belangrijkste oorzaken brom- en snorfietsongevallen In de eerste alinea staan de oorzaken beschreven van alle slachtofferongevallen die zijn veroorzaakt door het slachtoffer zelf, in dit geval de brom- of snorfietser. In de tweede ali- nea staan alle ongevallen weergegeven die zijn veroorzaakt door een andere weggebruiker.

Brom- en snorfietsslachtoffers die het ongeval zelf hebben veroorzaakt Rijden met een te hoge snelheid is één van de belangrijkste oorzaken van letselongevallen die door ‘brom- of snorfietsslachtoffers’ zelf zijn veroorzaakt. Omdat na een ongeval moei-

19 De schatting van de gemeente is dat Amsterdammers momenteel circa 27.000 bromfietsen bezitten en 20 Deze cijfers zijn gebaseerd op onderzoek door de SWOV (zie paragraaf 1.2). De brom- en snorfiets kun- circa 25.000 snorfietsen. nen hierbij niet van elkaar onderscheiden worden. 48 lijk objectief vast te stellen is of snelheid een rol heeft gespeeld, wordt dit door de poli- Ongevallen waarbij geen tegenpartij betrokken is worden enkelvoudige ongevallen tie weinig als ongevalsoorzaak geregistreerd. Bij deze ongevallen is snelheid 14% van de genoemd. Bij dergelijke ongevallen is de politie vaak niet aanwezig en daarom zijn deze gevallen geregistreerd als belangrijkste oorzaak. Dat is vergeleken met andere vervoers- ongevallen niet terug te vinden in de ongevallendatabase. Uit onderzoek van de Stichting wijzen erg veel. Alleen voor motorrijders is dit aandeel hoger. Dat in werkelijkheid snel- Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid blijkt dat (landelijk) 60% van alle ernstige heid een veel grotere rol speelt is ook op te maken uit snelheidsmetingen van het Rijk. Uit ongevallen onder fietsers enkelvoudig is. Enkelvoudige ongevallen onder brom- en snor- een steekproef (N: 100) is gebleken dat 40% van de snorfietsen op het fietspad die niet fietsers komen in Amsterdam ook vaak voor. Oneffenheden in de verharding, paaltjes en gehinderd worden door ander verkeer, sneller reed dan 35 km/h. Metingen van de Politie een glad wekdek kunnen deze ongevallen veroorzaken. Amsterdam-Amstelland en de Fietsersbond Amsterdam bevestigen dit beeld. Brom- en snorfietsers een gevaar voor fietsers? Andere oorzaken van ongevallen veroorzaakt door brom- en snorfietsers zijn ‘een ver- Uit de ongevalregistratie in BRON blijkt dat de snorfiets in de periode 2007 – 2009 bij 5 keerde plek op de weg’ – in 30% van de gevallen en ‘fout inhalen / snijden’ – in 16% van ernstige fietsslachtoffers de tegenpartij was en de bromfiets bij 21 ernstige fietsslacht- de gevallen. Dat brom- en snorfietsers op de verkeerde plek van de weg rijden kan dui- offers. In totaal was de brom- en snorfiets in deze periode bij circa 7% van de ongeval- den op bromfietsers die op het fietspad rijden. Dat brom- en snorfietsers vaak fout inhalen len met ernstige fietsslachtoffers de tegenpartij (ter vergelijking: auto’s waren bij 62% van en andere weggebruikers snijden kan duiden op beperkte ruimte op de fietspaden en op de ongevallen met ernstige fietsslachtoffers de tegenpartij). Het gevaar van de brom- en onaangepast gedrag. snorfiets voor de fiets lijkt dus (nog) mee te vallen. Omdat het slechts om een beperkt aantal ongevallen gaat, is ook onderzocht hoe vaak De bovenstaande oorzaken hebben voor een groot deel met gedrag van brom- en snor- brom- en snorfietsers betrokken zijn bij ongevallen waarbij fietsers niet alleen ernstig fietsers te maken. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat veel brom- en snorfietsers gewond, maar ook licht gewond raken. Hieruit blijkt dat het gaat om 13% van de onge- onvoldoende kennis van de verkeersregels hebben. 51% van de snorfietsers (N = 136) vallen met fietsslachtoffers. Er zijn dus nog niet veel ernstige ongevallen gebeurd, maar denkt bijvoorbeeld dat de maximumsnelheid op de rijbaan hoger is dan 25 km/h. Dat de het risico is wel aanwezig dat het aantal ernstige fietsslachtoffers toe gaat nemen. Zeker maximum snelheid voor bromfietsers op een fiets- bromfietspad 30 km/h is, weet 19% van gezien de stijgende populariteit van de brom- en snorfietsen. de bromfietsers (N = 130) niet. Verder rijdt minimaal 22% van de jongeren van 16 en 17 jaar zonder rijbewijs en dus zonder de juiste kennis en vaardigheden21. Waarom hebben brom- en snorfietsen een hoog ongevalrisico? Bromfietsers hebben een hoog ongevalrisico omat ze door de snelheid waarmee ze rij- Ongevallen waarbij brom- en snorfietsers slachtoffer zijn geworden, veroorzaakt door den zeer kwetsbaar zijn in het verkeer. Dit geldt des te meer voor snorfietsers die zich niet een andere weggebruiker aan de maximum-snelheid houden – zeker omdat snorfietsers geen helm dragen. Jonge- Maar liefst 64% van de ongevallen zijn veroorzaakt door weggebruikers die geen voorrang ren hebben een hoog ongevalrisico doordat ze weinig ervaring hebben in het verkeer. Dit verleend hebben aan een brom- of snorfietser. Dat het aandeel bij deze ongevallen zo wordt versterkt doordat jongeren vaak hun eigen vaardigheden overschatten en de risico’s hoog is, heeft waarschijnlijk te maken met de hoge snelheid waarmee brom- en snorfiet- van verkeersdeelname onderschatten22. sers kruispunten naderen. Kennelijk zien andere weggebruikers brom- en snorfietsen vaak over het hoofd. Brom- en snorfietsers zullen op dit gevaar moeten worden gewezen. Belangrijkste opgave: afname ernstig gewonden Enkelvoudige ongevallen Voor dit meerjarenplan is de belangrijkste opgave om het aantal ernstig gewonden onder

21 Gegevens uit onderzoek van ‘The Choice Marktonderzoek en Advies’ in opdracht van de gemeente 22 SWOV-factsheet Jonge beginnende bestuurders Amsterdam.

49 brom- en snorfietsers terug te dringen. Het verlagen van het hoge ongevalrisico voor de 2. Verkeerseducatie leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar (zie paragraaf 4.1.2): Het verkeersedu- doelgroep jongeren heeft hierbij prioriteit. catieprogramma voor deze doelgroep speelt ook een belangrijke rol bij het verklei- nen van ongevalrisico voor 16/17-jarigen brom- en snorfietsers. Jongeren moeten de Aanpak verkeersveiligheidsprobleem: gedragsbeïnvloeding heeft prioriteit grenzen van hun gedrag in het verkeer leren kennen, voordat ze op een brom- of snor- Voor het terugdringen van het aantal ernstig gewonden onder brom- en snorfietsers richt fiets stappen. De modules richten zich op alle jongeren en niet op specifieke vervoers- dit meerjarenplan zich vooral op het beïnvloeden van het gedrag van brom- en snorfiet- wijzen. In een aantal modules is echter wel speciale aandacht zijn voor de risico’s van sers door verkeerseducatie, voorlichting en handhaving. Ten eerste omdat brom- en snor- brom- en snorfietsgebruik (Kruispuntendebat, Alles onder Controle). fietsongevallen voor een belangrijk deel te wijten zijn aan onveilig gedrag (overschrijden maximumsnelheid). Ten tweede omdat verkeerseducatie, voorlichting en handhaving de Maatregelen veilige infrastructuur brom- en snorfietsers instrumenten zijn waarmee lokaal het meeste invloed kan worden uitgeoefend. Verder 1. Update besluit bromfiets naar de rijbaan: Er wordt bekeken of de bromfiets op nog wordt een klein aantal specifieke maatregel genomen om de infrastructuur voor brom- en meer plekken naar de rijbaan kan en hoe de overgangen tussen bromfietspad en rij- snorfietsers veiliger te maken en om lokaal de overlast van de snorfiets te verminderen. baan verbeterd kunnen worden (paragraaf 3.1.2). Voor het veiliger maken van de brom- en snorfiets als voertuig en de aanscherping van de 2. Aanpak oorzaken enkelvoudige ongevallen op het fietspad: Oorzaken van enkelvou- sancties voor verkeersovertredingen zodat handhaving effectiever wordt, is de gemeente dige ongevallen op het fietspad worden weggenomen. Dit vermindert ook de kans op afhankelijk van het Rijk. enkelvoudige snorfietsongevallen (paragraaf 3.1.2).

Maatregelen veilig gedrag brom- en snorfietsers Meerjarenplan Fiets 2012 – 2015 1. De belangrijkste maatregel is een meerjarige handhavingscampagne. Prioriteit hierbij Verder wordt in het Meerjarenplan Fiets een aantal maatregelen genomen die bijdragen heeft het terugdringen van het aantal snelheidsovertredingen door brom- en snorfiet- aan een vermindering van de verkeersveiligheidsproblemen met de snorfiets. Door het sers (paragraaf 4.2.3). verbreden van fietspaden krijgt ook de snorfiets op het fietspad meer ruimte waardoor de

50 Schema maatregelen

2011: 2007: Opheffen/ Verhoging Veilige 2000: Structurele Invoering Proef begeleid Apart kente- versoberen leeftijd brom/ Bromfiets naar maatregel helmplicht autorijden voertuigen: ken brom- en categorie snorfiets naar de rijbaan opvoeren snorfiets jongeren 17 Rijk snorfiets snorfiets 18 jaar: minder jongeren op brom/snor- fiets?

Onderdeel 2012: MJP VV of Fiets Vergroten pakkans Effectiever controle 2012: Hand- subjectief en objec- Strenger door aanscherping Verhoging boete- having tief door campagne lik-op-stuk-beleid Maatregelen Terugdrin- marges rollerbank- tarieven gen snor- en Slowriders genomen door Veilig controle bromfiets- het Rijk gedrag: slachtoffers: gemeente & genomen én Maatregelen politie mogelijke niet genomen door het Rijk, maatregelen Educatie & Branche: 2010: Voorlichting: Verkeerseducatie voorlichting voorlichting Theorie- en praktijk- wel haalbaar campagne Slowriders middelbare scholieren consumenten rijbewijs Maatregelen niet genomen door het Rijk, niet haalbaar op korte termijn

MJP Fiets: MJP VV: MJP VV: MJP VV: MJP VV: snorfiets Veiligere MJP Fiets: MJP Fiets: update aanpak enkel- snelheids- aanpak black- weren uit infra- rood asfalt en verbreden bromfiets naar voudige fiets- reductie kruis- spots en parken en markering fietspaden structuur rijbaan padongevallen punten redroutes fietspaden 30 km/zones

51 kans op eenzijdige snorfietsongevallen en conflicten met fietsers verkleint. Door de fiets- voorzieningen van het drukste fietsnetwerk van roodasfalt te voorzien, wordt de plek op de weg van de snorfiets benadrukt en de zichtbaarheid van de snorfiets op kruispunten vergroot. Verder wordt samen met de stadsdelen bekeken of de snorfiets geweerd kan worden uit parken en fietspaden in 30/km-zones om zo op een aantal locaties de overlast van de snorfiets te verminderen.

Landelijke maatregelen De gemeente is voor het veiliger maken van de brom- en snorfiets als voertuig afhankelijk van het Rijk. Hierbij hebben de volgende maatregelen voor de gemeente prioriteit:

Wenselijkheid aanpassing voertuigcategorie snorfiets Er moet meer inzicht komen in de aard en oorzaken van snorfietsongevallen en effectieve maatregelen hiertegen, zoals een helmplicht of de aanpassing van de voertuigcatego- rie snorfiets. De snorfiets heeft zich ontwikkeld van een fiets met trapondersteuning tot de momenteel zeer populaire scootermodellen die grote overeenkomsten met bromfiet- sen vertonen, des te meer omdat een groot deel van de snorfietsers zich niet aan de maxi- mumsnelheid houdt. Dit zorgt voor een hoog ongevalrisico voor snorfietsers, extra ruim- tebeslag op het fietspad, overlast onder fietsers en een verhoogd risico voor de fiets door het snelheids- en massaverschil. Zowel vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid als van- uit het oogpunt van fietsbereikbaarheid is het daarom de vraag of deze voertuigcategorie op termijn niet afgeschaft of versoberd moet worden (tot de klassieke fiets met traponder- steuning).

Structurele maatregelen tegen opvoeren De gemeente vindt dat er structurele maatregelen moeten komen tegen het opvoeren van brom- en snorfietsen. Bijvoorbeeld door een verzegelde snelheidsbegrenzer op snorfiet- sen, strengere typegoedekeuringseisen om te voorkomen dat snorfietsen technisch een- voudig in een bromfiets te veranderen zijn, of door regelgeving waarmee het voor dealers verboden wordt om een snorfiets op te voeren. Vanwege de grote schaal waarop de lan- delijke regels voor de maximum constructiesnelheid overschreden worden, is handhaving onvoldoende om dit aan te pakken.

52 Bijlage 3: De drukste fietsroutes van Amsterdam

53 Bijlage 4: Duurzaam veilig inrichting van het regionaal netwerk fiets

Legenda:

Rood: nog niet Duurzaam Veilig ingericht

Kwaliteitsmeting fietsvoorzieningen Drukste Fietsroutes, inrichting niet duurzaam veilig, geen vrijliggen- de fietspaden aan 1 of meerdere zijden of aanliggende fietspaden aan beide zijden bij een maximumsnelheid van 50 km/uur.

Stadsdeel Drukste Fietsroutes Inrichting niet duur- % van lengte fietsnetwerk (km) zaam veilig op fiets- Totaal netwerk (km)

Centrum 37.1 9.6 26 Nieuw-West 1.8 0.0 0 Noord 0.4 0.0 0 Oost 15.4 0.7 5 West 14.2 1.8 12 0.9 0.0 0 Zuid 32.8 7.1 22 Zuidoost – – – Totaal Amsterdam 102.4 19.2 19

54 Bijlage 5: Kaart van Duurzaam Veilig inrichting – Hoofdnet Auto

Legenda:

Rood: nog niet Duurzaam Veilig ingericht

Gestippeld: staat in de planning voor reconstructie tot 2015

55 Bijlage 6: Doelgroepen naar leeftijd en vervoerswijze

0 t/m 3 jaar 4 t/m 11 jaar 12 t/m 15 jaar 16 t/m 17 jaar 18 t/m 24 jaar 25 t/m 59 jaar 60-plussers Totaal Voetgangers 27 45 33 7 16 22 49 28 Fietsers 5 17 63 36 66 48 50 46 Brom- en snorfietsers 0 0 15 285 54 30 7 29 Bestuurders brom- of scootmobiel 0 0 0 0 0 1 7 2 Automobilisten of passagiers 5 7 4 21 73 39 30 35 Motorrijders 0 2 0 0 9 21 2 13 Overig 0 0 0 7 7 3 2 3 Totaal 38 69 114 356 226 164 145 155

Figuur 14: Aantal ernstige slachtoffers per 100.000 inwoners, onderverdeeld naar leeftijdscategorie en ver- voerswijze, periode 2007 t/m 2009. Rood = score van 40 of meer ernstige slachtoffers per 100.000 inwoners (Bron: BRON).

56 Bijlage 7: Verkeersslachtoffers per stadsdeel

Legenda:

2001 – 2003 (Totaal: 781)

2007 – 2009 (Totaal: 1163)

Figuur 15: Aantal ernstig gewonden per stadsdeel (BRON).

57 Bijlage 8: Overzicht generieke maatregelen

Generiek programma Bereik Rol centrale stad Rol stadsdeel Planning

Programma 1: Uitvoeringsprogramma voor het ver- Regionaal netwerk fiets Hoofdnet – Opdrachtgever onderzoek – Uitvoering van de aanbevolen – Opstellen uitvoeringspro- beteren van de verkeersveiligheid auto – Uitvoering van de aanbevolen maatregelen op het regionaal gramma: 2012 op 50 km/h-wegen waar geen vrij- maatregelen op het Hoofdnet netwerk fiets – Uitvoering 2013 -2015 liggende fietspaden aanwezig zijn Auto (bereik: Hoofdnet Auto en regionaal netwerk fiets)

Programma 2: Voorkomen van enkelvoudige onge- Regionaal netwerk fiets – Opdrachtgever onderzoek – Uitvoering van de aanbevolen – Onderzoek 2012 vallen op het fietspad maatregelen – Uitvoering 2013 – 2015

Programma 3: Snelheidsreductie bij kruispunten op Top 10 – Opdrachtgever onderzoek – Uitvoering van de aanbevolen – Onderzoek 2012 – 2013 gebiedsontsluitingswegen maatregelen – Uitvoering 2014 – 2015

Programma 4: Maatregelen om ongevallen met Ongeveer 10 extra offossen – Opdrachtgever onderzoek – Aanleg van nieuwe OFFOSSEN – Onderzoek 2012 vrachtverkeer tegen te gaan 3 nieuwe spiegelafstel-plekken – Aanleg van nieuwe spiegel- – Uitvoering 2013 afstelplekken

Programma 5: Update bromfiets naar de rijbaan Alle bromfietspaden – Opdrachtgever onderzoek – Uitvoering van de aanbevolen – Onderzoek 2012 – Uitvoering van de maatregelen maatregelen – Uitvoering 2013 – 2015 op Hoofdnet Auto

Programma 6: Veiliger maken omgeving rondom Alle basisscholen – Opdrachtgever onderzoek in – Uitvoering van de aanbevolen – Onderzoek 2012 basisscholen samenwerking met SRA maatregelen – Uitvoering 2013 – 2015

58 Bijlage 9: Generieke maatregel – Voorkomen van enkelvoudige ongevallen op het fietspad

Legenda:

10 Zeer luxe fietspad 9. Luxe fietspad 8. Gewoon fietspad zonder mankementen 7. Lichte, niet storende mankementen zoals kleine scheurtjes of afbladerende verf 6. Oneffenheden waardoor een fietser langzamer zou moeten fietsen of uit- wijken, bijvoorbeeld kleine hobbels, scheuren en/of kieren 5. Storende hobbels, scheuren en/of kieren 4. Verzakkingen of gaten 3. Gaten of scheuren waarvoor geen uit- wijk mogelijk is 2. Practisch onbruikbaar fietspad waar- door je bijvoorbeeld uitwijkt naar de rijbaan om daar te fietsen 1. Onmogelijk om op te fietsen

Kwaliteitsmeting fietsvoorzieningen Regionale Netwerk Fiets, onderhoud lager dan 7.

Stadsdeel Regionale Netwerk Fiets Onderhoud < 7 op % van lengte solitaire en vrijlig- solitaire en vrijliggen- Totaal gende fietspaden (km) de fietspaden (km) Centrum 16.0 2.0 13 Nieuw-West 82.0 1.7 2 Noord 58.1 16.1 28 Oost 49.2 1.5 3 West 24.3 0.9 4 Westpoort 28.6 0.5 2 Zuid 47.2 4.0 9 Zuidoost 43.5 3.3 8 Totaal Amsterdam 348.9 30.2 9

59 Kwaliteitsmeting fietsvoorzieningen Regionale Netwerk Fiets, breedte minder dan 2 meter.

Stadsdeel Regionale Netwerk Breedte < 2 m op % van Fiets lengte fietsvoor- fietsvoorzieningen Totaal zieningen (km) (km)

Centrum 37.0 18.9 51 Nieuw-West 90.9 9.2 10 Noord 64.1 11.3 18 Oost 54.8 7.5 14 West 38.5 21.3 55 WestPoort 28.6 0.0 0 Zuid 64.8 14.2 22 Zuidoost 45.0 1.0 2 Totaal Amsterdam 423.7 83.3 20

60 Legenda:

• Paaltjes

• Wildroosters

Kwaliteitsmeting fietsvoor- zieningen Regionale Netwerk Fiets, barrieres.

61 Bijlage 10: Uitvoeringsprogramma – generiek KOSTENRAMING INRICHTING DUURZAAM VEILIGE FIETSVOORZIENINGEN AMSTERDAM programma nr. 1

PROVIN Sportpark A8 COE LEGENDA UYLWEG BURG. POS K DEN Spoelenburg TWEG Kampeerterein CIALE . VAN BE NTUNNELWE EKSTRAAT OUW DR. J.J KERK AE

RG

TWISKE

E ZUIDERWOUDE

Zaandammerpolder KANAALDIJ WEG ZIJKANAAL F ZIJKANAAL G BROEK IN WATERLAND GROOTE

G DAMM

Gemeente Zaanstad AN MEER A KLEINE Gemeente Oostzaan VAN BEEK WEG BOZEN MEER STRAAT NOORDER BOS VEN SYMON SPIERSWEG LANDSMEER Veer MEERTJE AFRIKAHAVEN ZUIDEINDE ALASKAHAVEN NOORDER-IJPLAS : Uitvoeringsprogramma: WESTPOORT NOORDZEEKANAAL ISAAC BAARTHAVEN NOORDERWEG Ceres Paragon Terminal KNOOPPUNT De Broekermeer ZUIDEI

MACHINEWEG DO WIM COENPLEIN ARKEN AE THOMASSENHA ZAANDAM RS NDE HET SCHOUW Gemeente Waterland Legenda: Hemspoortunnel ROEKERMEER Volgermeer- Regionaal Netwerk Fiets Sportpark RINGWEG-NOORD A10 MIDDENWEG B Oostzaner- De Belmermeer Houtrak- werf polder DIRK KADOELENWEG RIJPERWEG polder METSELAARHAVEN Gemeente Landsmeer Hoofdnet Auto AMERIKAHAVEN Sportpark Hempont STEL SICILIEWEG MOLENAARSWEG STRAAT Melkweg STEN

LINGWEG T OR :

OO B TWEG UITDAM ANKERWEG

WEG RUIJGOORDWEG WESTHAVENWEG STOOM BROEKERGOUW TER DAM M STELLINGWEG ER NGEL De Burkmeer UIT ELBAWEG CARL REIJNIERSHAVEN D IE TT. VASUMWEG SLOCH KADO Veenderij Voetveer CACAOHAVEN Wilmke- Sportpark Stadsdeelgrens RI Groote KOMETENSI Sportpark Grote Blauwe Polder ER LANDS ELENWEG OT DIE METEORENWEGTUINDORP AAL LATEXWEG IJpolder Tuindorp breek Kadoelen NOORDERBREEDTE SL Regionaal Netwerk Fiets WESTHAVEN OOSTZAAN KAN MIDDENWEG CORNELIS D Oostzaan MEERDER JAN VAN RIEBEECK KOFFIEWEG HOLY HORNWEG COENTUNNEL GOUW MER Regionaal Netwerk Fiets OUWESWEG RUIGOORD PETROLEUM REWEG M DIJK HOLLANDSCH HAVEN NOORD : POMONASTRAAT AUSTRALIEHAVEN HARDWA ZIJKANAAL POPPENDA HORNWEG WESTERLENGTE OCEANENWEG USSELINCX ANANAS NIEUWE HE HAVEN Hoofdnet Auto (inclusief Corridor Auto) PLEIN BUIKSLOOT RDERWEG ACRAWEG COENHAVEN R.I. Noord `t NOPEIND I DIOPTER UITDAMMERDIJK EG MWEG HEMHAVENS WERKTUIGSTRAAT HAVEN ADENHAVEN COMPUTERWEG E LEEUWA DURBANWEG IJDOORNLAAN DIOPTER ZUNDERDORP WESTPOORTWEG NIEUW Poppendammer- KAAPSTADW OOSTERLENGTE WESTPOORT TT. VASUMWEG MEERDIJK BARNEGAT LAAN weeren HAVENKOM A Uitvoeringsprogramma voor het verbeteren van de verkeersveiligheid AMERIKAHAVENWEG SONTHAVEN RUIGOORD Noorder- MALTAWEG Electriciteitscentrale Golfbaan begraaf- RINGWEG-NOORD Hemweg eg) Waterland BovenIJ plaats BANNE BUIKSLOOT (in aanl GOUW Hoofdnet Auto HAVENKOM C op 50 km/h wegen waar geen vrijliggende fietspaden aanwezig zijn CASABLAN ziekenhuis MACHINEWEG CAWEG KOPRAWEG SEXTANTWEG NLAAN : Blijkmeer PE N-Z lijn A10 NIEUWE GOUW AZIEHAVEN HE DERDORPER EINSTEINWEG ENDALERGOUW SC M (bereik: Corridor- en Hoofdnet Auto en Regionaal Netwerk Fiets). Golfbaan Houtrak VLOTHAVEN ZUN BOSPORUSHAVEN RANSDORPER DIE BLOE

N Sp. park AVI-West G Sportpark RADARWEG Buik- KWADRANTWEG MINERVAHAVEN POPPENDAMMERGOUW NOORDZEEWEG sloter- IJDOORNLAANNIEUWENDAM OPWEG Elzenhagen : banne AZIEHAVENWEG BAUDUINLAA

CORSICAWE

DECCA MERCURIUSHAVEN KLAPROZENWEG WEG GYROSCO Waterland RI-West SUEZHAVEN DYNAMOS NIEUWE HEMWEG KAMP Fietsslachtoffers op wegvakken Gemeente GALWIN TRAAT SLOTERDIJK III PAPAVERWE ERFOE HOUTRAKKE - PLEIN TERSTRAAT

KABELWEG G HEINING LIEWEG : WADDENWEG Jaarlijks vallen er in Amsterdam fietsslachtoffers. ZEKERINGSTRAAT

DORTMUIDEN JOHAN VAN HASSELT BEEMS RWEG PLIMSOL BLOEMENDALER BORNHOUT HORNHAVEN FLORAPARK MARKENGOUW Haarlemmerliede en WEG HET IJ GOU BERINGHAVEN Amsterdam-Noord W Stadsdeelgrens DISTELWEG GEUZEN- ESSENWEG BASISWEG In de kaart is een laag opgenomen met daarin het aantal slachtoffers in VAN AUSTRALIEHAVENWEG GENERATORSTR. HAPARAND A WEG KANAAL WEST HERWIJK Sportpark HOUDER STAVANGERWEG GOUW WE T DONAUWEG Spaarnwoude NOORDZEEWEG Transformator- NIEUWE

weg PURMERWEG Sportpark de periode 2007 - 2009. HAVEN werp) MOEZEL SPAARNDAM RECREATIEGEBIED RADARWEG MERDIJK MARKERMEER BOS GRASWEG MAINHAVEN De Weeren

(in ont ISARWEG Vereenigde ABBERDAAN TRANSFORMATORWEG WATERLAND- WEG BASISWEG Het aantal gewonden is met groen weergegeven MOSPLEIN PLEIN G SPAARNWOUDE IJDOOR Binnenpolder TASMANSTRAAT RINGWE

RAND PELERIN SPAARNDAMMERSTRAAT DURGERD SLOTERDIJK II NIEUWE LEEUWARDERWEG KINSELMEER JARMUIDEN SIERENBORCH JOHAN VAN H / \ VOLENDAMMER- WE NLAAN WEG WEST RHONEWEG N Station G NOOR Het aantal dodelijke slachtoffers is met rood weergegeven ES SE DAVEREN UW AN HATOSTRAAT KABELWEG ASSELT Sloterdijk LIERGO AMM WETHOUDER V THEEMSWEG WESTERDOKSD WEG D A10

E R Het aantal slachtoffers dat naar het ziekenhuis moest ZOUTKEETS W.H. VLIEGENBOS NARITAWEG SLOTERDIJK Volkstuinenpark G Volkstuinenpark EG GRACHT OUW HOUTMANKADE NAAL F Nut en Genoegen HAARLEMM Volkstuinenpark IJK PEKSTRAAT ER Volkstuinenpark is met blauw weergegeven STRAATWEG Sportpark Spieringhorn De Grote Braak Sloterdijkermeer WESTER- ZUIDERZEEWEG ZIJKA De Bretten GOSSCHALKLAAN

EINSTEINW Regionaal Fietsnetwerk ZWANENBURGERDIJK GROOTE PARK VAN DER MEEUWENLAAN BRAAK RADARWEG HAARLEMMERWEG RINGVAART HAARLEMMERVAART HAARLEMMERWEG NASSAU HAAR HAARLEMMERWEG PLEIN LEMMER Sportpark PLEIN KANAAL KINHEIM ADMIRAAL HAARL. WESTERDOK SCHELLINGWOUDE Westerpark GEDEMPT HAMER K HOUT- HALFWEG AT DE VAN HALLSTRAAT WESTELIJK MARKTKAN MERDIJ BEERENBROU CKSTRA RUIJTERWEG Hoeckelingsdam RUYS DE TUINEN UITDAM BROUWERS Oranjesluizen

KRUIS HER BUIKSLOTERWEG AEMSTELLE Osdorper-

OSDORPERWEG LIERGOUW BURGEMEESTER D JACOB

MARNIXSTRAAT PLEIN SINGEL- GRACHT binnenpolder Sportpark EN PAD '40-'45 E VLUGTLAAN CATSKADE IJTUNNEL HET IJ DOMINEESLAAN De ACHT GRA DE RUYTERKADE GULDEN SUMATRAKADE Prins Willem Alexandersluis LINDENGR NOORDER CHT WINKEL WEG MARKT PLANTSOEN Sportpark LOMMER Centraal TAMAN SAPITUI AAL

RLAAN BOS EN RDAMMERDIJK / TRAAT Station E DENNENLAAN BOS EN N WESTERS JAVAKADE DURG BURGEMEESTER ROELLSTRAAT LOMMER PIET HEINKADE IJHAVEN Schellingwouderbrug DURGERDAM Vaargeul Pampus

: Hoofdnet Auto V.t. park PLEIN SURINAMEKADE AAN NASSAUKADE KNSM - L SLOTERMEE STRAAT V.t. park DE SAVORNIN LOHMANSTRAAT TIERS Polder V.t. park Tigeno BURGEMEESTER ROELLSTRAA EGELAN HOOFDWE DIJKS GRACHT WAL ERASMUSPARK OOSTELIJKE HANDELSKADE Bijenpark : Sportpark AAT ERTSHAVEN IJWEG GALENSTR WESTER IJdoorn ZWANENBURG CONFUCIUS AN PRINS DAMRAK T Laan van JAN V BURG PAR Zeeburger- PLEIN NOORDZIJDE MARKT GRACHT Spartaan R V.t. park G HE OOSTER ALLEL Eiland tunnel RA NDRI De Eendracht ADHUI VOO SSTR. GELDERSEKADE Kon. K WEG HEIN TUN NEL PIET FREDERIK HENDRIK DAM (inclusief Corridor) Paleis RSTRAAT Sportpark OSDORPERWEG ROZENGRACHT NIEUW DOK MARKT PANAMAKADE Zwanenburg KADE Vuurtoren- BURGE RI Oost ZIJDS SPOORWEGBASSIN eiland

LAAN AAT KATTEN BURGER- STRAAT TRAAT Osdorper- TSENSTR FEIKE DE BOERLAAN JAN EVERTSEN RCQ IJBURGLAAN

STRA JAN EVER SINGEL OOSTEN T DE CLE NIEUWE OUDE SCHANS TRAAT ELAAN NIEUWE MIDDENS bovenpolder SLOTER- MERCATOR ROKIN S MARNIXSTRAAT Sportpark Ookmeer STRAAT HERENGRACHT HOOGTE PLEIN BILDERDIJK ST BUITEN-IJ KEIZERSGRACHT ER ENTREPOTHAVEN TROEL ELANDSGR. VAART ALLEND PRINSENGRACHT Amsterdam-Centrum KADIJK LAAN R PETERSTRAA SPUI CRUQUIUSWEG ENT VALKENBURG ENTREPOTDO Haarlemmermeerpolder R CZAA SID PRE Stadhuis GRACHT RAAT MUNTPLEIN BIN NEN K CRUQUIUSKADE PANAMA Zeeburg SINGEL OSDORP RWEG OOSTOEVE OSDORPERWEG TRETJAKOVLAAN REN Amsterdamsebrug OOKMEE SLOTERPLAS HE LOZINGSKANAAL PARK LEIDSEGR. REMBRANDT MIDDENLA NWE. Artis ZEEBURGERDIJK PLEIN AMSTEL GEERBAN REMBRANDT- AT S GR. AN BORNEO KOSTVERLORENVAART ZUIDERZEEWEG IJWEG KINKERSTRA 1e CO LEIDSESTRAAT DAPPERS WINDJAMMERDIJK Buiteneiland UTRECHTSESTRAAT SLOTER- NWE. KEIZERWEESPERSTRAA CELE STRAAT Fort Pampus POSTJESWEG POSTJESWEG NSTANTIJN HU A9 (in ontwerp) LIJNDERDIJK ROBERT FRUINLAAN LEIDSE

BES ALEXANDER TRAAT MOLUKKEN EG Zie www.amsterdam.nl/verkeersveilig-

Oud-West PLEIN PR. GR. Lutkemeerpolder AMSTEL PLEIN JAVAST STR RAAT NWE. IJBURGLAA

T FLEVOW AAT Zeeburgerbrug YGENSTRAAT AMSTEL PARK VELD N LINNAEUS VIJZELSTRAAT

WETERING DE R.I. Zwanenburg KA WEG FLEVO WESTRANDWEG SARPHATISTRAAT R BAN PARK WETERING RITS SCHOKKER- STRAAT PARK MAU OOSTERPAR INSULINDE JAN OLPHERT

HOOFDWEG JACHTDIJK JOHAN Begraafplaats HUIZINGGALAAN VAILLANTLAAN OSDORPE ST A10 en Crematorium ER GRACHT Rijks- FREDERIKS SUMATRA PLEIN EG OSDORP OSDORP STAD OOSTERPARK WIJTTENBACHSTR. PLANTSOEN NIEUWE DIEP MEER EN VAART museum Westgaarde STRAAT KNOOPPUNT PLEIN Slotervaart OVERTOOM SCHANS K Muider- heid voor kaart met ernstige verkeers- Station BERT HA SURINAME HOU RINGWEG OO RAASDORP Lelylaan POSTJES poort-

OOKMEERW PLEIN DE AMSTELDIJK BOESINGHELIEDE ANSTRAKAD CO RNELIS LELYLAAN RS SINGEL station Middeneiland CORNELIS LELYLAAN VONDELPARK MUSEUM KADE GRACHT SCHIPHOLWEG ER HO VAN BAERLE PLEIN RUYSCHSTRAAT

TUSSEN ME BBEMAKADE E HOEKENES IJ-MEER STADS- PIETER CALANDLAAN Concert- DIJKGRAAF WILLEMSPARKWEG gebouw AT AAN M. G PLEIN STRAAT BADEN POWELLWEG Osdorp EERSTE OOSTERPARKSTRAAT MAROAS- ANDHILAAN PARK KRUISL LAAN GRACHT OUDDIEM Oud-Zuid FERDINAND AMSTELVEENSEWEG slachtoffers per wegdeel. KONING IN WIBAUTSTRAAT Haveneiland STRAAT AAT SARPHATI R PARK WILHEL MINA BAAN OSDORP ME Strandeiland Gemaal PARK ERLAAN DE ALPEN MERMEERSTRA T. HULLEMANL PLEIN WEG DIE IJBURG Lijnden RINGVAAR ROELOF AMSTEL DIEMERPARK DE LAIRESSESTR VAN WOUSTRA MIDDEN HARTPLEIN CEINTUUR .. KNOOPPUNT Riet- LAAN Centrumeiland

AAN HAARLEM RINGVAART T G eilanden KONINGINNE WEG BOLSTR GALILEIPLANTSOEN PLESMANLAAN HEEM- STEDESTRAAT HOOFDDORP AMSTEL West PYRENEEE AKERSIN IJBURG PLEIN WEG NOORDER AT ZEIL ANSTR. WAEL WIM NOORDHOEKKAD LIJNDEN R- AKERWE GEL STRAAT KANAAL N : PIETER CALANDLAAN AN OUDE APOLLOLA APOLLO AAT DIEMERZEEDIJK NOBELWEG Sportpark PAMPUSLAANTHEO VAN CORN. KRUSEM MINERVA LAAN NOORDE GOGHPARK ECU AAN Oost/Watergraafsmeer Midden- PLEIN KASTERLEE- AMSTERDA PLESMANL Sportpark meer VALUTA- Algemeen

LAAN G AMSTER Ziekenhuis WEG A10 Olympia E BOULEVARD PARK Slotervaart PRINS BERNHARD RT PLEIN Kunstijsbaan M-RIJNKANAAL DAMSE AN plein STADION WE FORINT A CHURCHI Jaap Eden AGAATVLINDER DIEPENBRO LL- LAAN Sportpark PLANTSOEN ER- WEG VA LOUWESWEG MINERVA Amstelstation B AALSMEERDERWEG OLYMPIAWEG ENSTRAAT

A EINSTEIN OLYMPIA AN PLEIN VRIJHEIDSLAAN PLEIN AMSTELDIJK A9 VICTORIE VRIESLAAN Voorland HENK SNEEVLIET WEG EOSSTRAAT PLEIN DE ZUIDERAK CK HUGO Station Oost CYCLADEN- LA STADIONWEG SLOTER KEIZERSWEG LAAN VAN VLAANDEREN BEETHOV Diemen NICO JESSEKADE STR WETERING

VRIJE GEER AAT RIJNSTRAAT SCHELDESTR.

MINERVA WIELINGENS SCHINKEL STADION TR. KRUISLAAN KANAAL D DIEMER PLEIN AMSTEL WEMBLEYLN SPORADENLAAN Olympisch Nieuwe Ooster- Stadion BEATRIX BOULEVAR LAAN begraafplaats Diemervijfhoek RT ROOSEVELTLAAN POLDE ROBERT Sportpar k MIDDENWEG

LANGSOM PARNA AMSTEL BOEREN ZUIDE PARK WEG ERLAAN Kustbatterij SLOTERWEG R Riekerha ven RAI R Diemerdam SLOTERWEG Sportpark WEG EUROPA EG A5 KOCHSTRAAT SSUSWEG HOOFDVAA SCHIPHOLWEG ANDERLECHT- De Schinkel OUDDIEM STRAAT PLEIN DIEM JOHN M. FRED. ROESKE N SLOTERWEG KEYNES- STRAWINSKYLAA V.t. park V.t. park PRESIDENT KENNEDYL MARTIN PLEIN HUIZINGGALAAN JOHAN Begraafplaats ONNESLAANZEEMANLAAN Lissabon Bijen- ZUID aanleg) AAN Sportpark V.t. park Sportpark Station LUTHER BRINK WESTRANDW LAAN park PLEIN H.J.E. Drie Brug OVER- (in T Ver. Am. Sportpark Zuid Amstel- RD WENKEBACHWEG NIEUWE MEERDIJK tuinders veenseweg lijn HARTEVELDSEWEG DIEMEN OVER H Jaagpad Gemeente Haarlemmermeer AMERSFOO Sportpark Sportpark Sloten N-Z KING WEESPERTREKVAART BURG RINGWEG-ZUID A10 DIEMERWEG Electriciteitscentrale STER Station Station A10 de Diemen EM EE V.t. park LAAN Zuid RAI PARK KAMERLING Vredelust OUDE HAAGSEWEG Sportpark RINGWEG OOST KNOOPPUNT GUSTAV MAHLERLN Buitenveldert Gemeente Diemen HOOFDWEG O.Z. . DE NIEUWE MEER Academisch LN Begraafplaats BADHOEVEDORP RIJSTVOGELSTR MUIDERSTRAATWEG Over- diemerpolder GSEWEG Ziekenhuis V.U. Zorgvlied Fort Volkstuinen park DE BOELELAAN RINGWEG-ZUID A10 KUYL

NIEUWE UTREC Muiden Ons Buiten DE BOELELAAN VER BUITENVELDERTSEL DIEMEN WEESPERSTRAAT KNOOPPUNT NIEUWE HAA KOOY- DIEMEN Muiderslot PA STRAAT Sport- OUDE HAAGSEWEG AMSTEL

AMSTELVEENSEWEG RINGWEG ZUID A10 VENSERWEG combinatie EGELANTIERSTR. GO

HTSEWEG A2 TWEEDUIZEND EL A9 NIEUWE MEER MAXISWEG Muiden Sportpark OISEWEG HOOFDWEG W.Z. ARENT JANSZOON ERNSTSTRAAT De Schuilhoeve Volkstuinenpark MARWIJK MUIDERTREKVAART VERRIJN STU Uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid op 50 km/h wegen RINGVAART VAN RIJKSWEG A1

AAN Amstelglorie

ORSTSTRAAT GELDERLAND MAXISWEG ARTWEG PLEIN MUIDEN G

LAAN

BOULEVARD SPAKLERWEG AMSTEL JOAN MUY DUIVENDRECHT Voetveer GIJSBRECHT PARK VAN DER MADEWE Station PROVINC EUROPA WEG Muizenfort HEENVLIET Diemen-Zuid VAN DER BOECH

AN SLOTERWEG VAN AEMSTELPARK W EG ALE IALEWEG Polder VAN RODE SKENWEG VAN NIJENRODEWEG VAN NIJE N KNOOPPUNT RIJKSSTRAATWEG

NBERGHLA Tabel: per categorie (Regionaal Netwerk Fiets, en Hoofdnet Auto BADHOEVEDORP Meerzicht Sp.park PROVINCI Sportpark De Hoop BERGWIJK- BAAN DIEMERHOF A9 NIEUWE MEER Overamstel Gemeente Muiden PARK GEERDINKHOF DIEMER-

VAN LEIJE SCHIPHOLWEG BOSBAAN ELSRIJKDREEF KNOOPPUNT VAN DER MADEWEG Haarlemmermeerpolder DALSTEINDREEF RIJKSWEG A4 VAN BOSHUIZENSTRAAT AMSTEL LOEVESTEINSE DAALWIJKDREEF Voetveer Station DE CUSERSTRAAT Duivendrecht SCHIPHOL-NOORD (incl. de corridor))Bloemendalerpolder per stadsdeel weergegeven hoeveel km van deze

VIJFHUIZER RAND KALFJESLAAN V.t. park GLITTERSTR. 'S-GRAVENDIJKDREEF KALFJESLAAN BIJLMER- WEG Dijkzicht BOS

WEG Sportpark AMSTELDIJK FLORIJN A9 V.t. park DOLINGADREEF WEIDE RWEG Sportpark UILENSTEDE 't Loopveld Fed. A`damse WEG ER

MEERDIJK Nieuwe Amateurtuinders M WEESPE Kalfjeslaan BIJLMERDREEF Rioolwater- ZWANENBURGBAAN categoriën in Amsterdam aanwezig is. ERDAM zuiverings- BUITENVELDERTSEBAAN NIEUWE V.t. park V.t. park inrichting

AMSTERDAMSE WEG WEG Ons Lustoord Vredelust GAASP NBURGJEANNE D`ARCLAAN WEG Sportpark VAN UYLE KANTERSHOF SASKIA LEEUWENVELDSEWEG MUIDER Strandvliet VECHT

HOLTERBERGW ANTON AMSTERDAM-RIJNKANAAL BENELUXBAAN RTE DE KOM- Sportpark KO PLEIN KROMWI WEESP

1E KE AN Papelaan

F

LE Middelpolder onder JKDREEF KARSPELDREEF KERSTR. Amsterdam VO AMSTERDAMSE BOS EG Sportpark BIJLMER- LA MART. NIJHOFF ArenA BIJLMERPLEIN Amstelveen AN Overburg BIJLMERDREEF Volkstuinenpark FLIERBOSDRE

Station OOGEWEYSELA Sportpark GAASP Linneus Bijlmer DREEF H Station A9 De Toekomst HOOGOORDDREEF Weesp ArenA Zuidoost STRAAT Nieuwe LUCHTHAVEN SCHIPHOL STRAMANWEG DRECHT Kampeerterein

G TEIN Groot LOOS ZONNES EF SCHIPHOL-OOST KELBERGEN FOPPINGADREEF EESTER GOOISEW Station Duivendrechtsche- GAASPERPARK Schiphol BURGEM AMSTELLANDLAAN HERENSINGEL EG REMBRANDTWEG polder

KEIZER KARELWE RINGVAART LANGE MUIDERWEG BURGEMEESTE HUNTUMDREEF Sportpark AQUA PARK LANGBROEKDREEF Geinburgia MARIN R

AMSTERDAMSEWEG Broerse- HONDSRUGWEG SMAL WEESP A. COLI NIE OOSTBAAN HOOGOORDDREEF Fort Ossen- JNWEG park P

R UW ACHTER . markt Keverdijksche MR. GROEN VAN PRINSTERERLA IR STRAAT LANGBROEKD ENE LEMELERBERGW Stadsdeel Regionaal netwerk Fiets (km) Hoofdnet Auto (km) Sportpark GRACHT LAAN Escapade A2 GAASPERPLAS AN `S NOORD ANWEG REEF -GRAVEL PAD TENLN

PLEIN KLOKKENBERGWEG STRAM EG MEERKERKD ZAND SLOTERWEG AALSMEERDERBAAN Polder Pompstation HOU 1960 A AMSTEL III Waterleiding ND

V. BINNEN De Nieuwe SEW HOF AMSTELDIJK C.J. REEF polder BANKRASHOF EG BURGEMEESTER Bullewijk HANDELS ORANJEBAAN VALBURGDREEF PLEIN GOOI LAARDERHOOGTEWEGMUNT- SCHINKELBOS BURGEMEESTE KORTE DWA Cenrum LANDSE 6,7 0,2 SCHIPHOLDIJK OUDERKERK A/D AMSTEL

R VAN SONWEG A9 N KA KA OUDERKERKE BOSRANDWEG WAMEL- N NAALDI W AMSTELVEEN KNOOPPUNT AAL DE POEL RSWEG PLEIN EG

KAAGBAAN WAGEN RLAAN BERGWEG

LAAN HOLENDRECHT D VECHT IJ

FIDELIOLAA MACHINEWEG WE JK

GAASPERDAMMERWEG A9 MEERKERKDREEF K

HOLENDRECHTDREEF 00S

INGE

ST

T N DR N KEIZER KARELWEG WILHELMINA SNEL- PLANTSOEN GROENELA SCHEPENBERGWEG SCHIPHOL-ZUID KON. MARIA LINDENLAAN KNOOPPUNT EEF AN Nieuw-West 4,5 0,0 SCHIPHOL-ZUIDOOST DE HOEK LA AN Kampeerterein KON. JULIANA OPHEMERT- Schinkelpolder ACHTERDIJK MEIBERGDREEF Academisch HOF MIDDENWEG Gemeente Weesp RIJKSWEG A4 NOORDDAMM RONDEHOEP Medisch A9

RIJKERSTREEK HANDWEG RIETWIJ Centrum ERWEG V.t. park PURPERREIGER Langs de Akker V.t. park TAFELBERGW KEROORDWEG SCHOONHOVENDREEF B. WOLF LANGS Natuur_ WEG OO LEGMEERDIJK F LAAN SPORTLAAN genot DE ST BENELUXBAAN Noord 12 0,1 OPLAAN AKKER RINGVAART EG GEIN OOSTEINDER SPORTLAAN MIDDENWEG FOKKERWEG START WEG JAN BEN NINGH OUDERKERKERPLAS BAAN BOVENKERK POLDERWEG Sportpark MOLENPOEL VAN DER HO GROENHOF Sportpark Sportlaan EG RWEG Noord- Sportpark Aets- veldsche Polder dammerweg Startbaan TAFELBERGW AALSMEERDE STARTBAAN SCHIPHOLDIJK ABC SCHIPHOL-RIJK AALSMEERDERWEG Gemeente Aalsmeer KRUISWEG OUDERSTRA Oost 3,2 0,1 FOKKERWEG BENELUXBAAN Gemeente Ouder-Amstel BETSY PERKLAAN N BULLEWIJK Golfbaan OUDE MEER LEGMEERDIJK A9 De Hoge Dijk

SCHWEIT ATWEG Haarlemmermeerpolder KEERWEG Broekzijdsche Polder

SERLAAN : SPINNERIJ GROENELAA DOUGLASS Holendrechter- Fort Uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid op INGEL TURFSCHIP Hinderdam ROZENBURG MARSHALL West G 2,5 1,4 en Bullewijkerpolder KNOOPPUNT SINGEL HAMMERSKJOLDSINGEL WEG KLOMPWE -ZUID T HOLENDRECHT LANGS DE WERF ERDERDIJK JOL DR. DIJK OOSTEINDER OOSTEINDE WI L Sportpark 50 km/h wegen LAAN LEM AMSTEL AALSME HINDERDAM ASSERRING De Holland- NOORDDAMMERWEG DRE CHT Gemeente Loenen GONDEL sche Kade AMSTEL (Provincie Utrecht) JULIANALAAN DREESWEG Gemeente Abcoude RONDEHOEP WES Heintjesrak- HOLEN (Provincie Utrecht) Spiegelpolder TUPOLEV- ERWEG NWE. Noorder Legmeer- Sportpark SCHOENER Polder de Rondehoep en B. VON SUT VALREEP ABCOUDER- NOORD AALSMEERD AMSTERDAM De Kegel V BOE GEIN FOKKERWEG TNERLAAN MEER GEIN ZUID WestpoortELT SPIEGELWEG 0,9 0,0 MACHINEWEG NIEUWE UT Broekerpolder en Thamerpolder VOET INGA E GEIN RSLAAN

KRUISWEG V.t. park ANGEL NIGTEVECHT VENUE ERWEG VECHT SEWEG AALSMEERDERWEG RINGVAART Nesserlaan Oosteinderpoelpolder J.C. VAN HATTUMWEG GALJOEN REC LOETHOELILAAN fietsnetwerk.shp, Goudappel & Coffeng, 4 augustus 2011 BEATRIXSTR WEG Datum: Behoort bij: Bronbestanden: HT 12 december 2011 - - HOGE DIJK

WAVER

BOVENKERK Fort G Status: Formaat: SEWEG A2 Ondergrond: KBKA25 (oktober 2011) AALSMEERDERBRUG NESSERLAAN DEFINITIEF A0 BURGE AAT ABCOUDE WE Bovenkerkerpolder BROEKZIJDSELAAN Nigtevecht DAMMERKADE Projectnummer: Tekening nummer: Bladnummer: Aantal bladen: STARHEIM Zuid AMMER 8,3 1,5 AALSMEER DORPS STRAAT D MEESTER KASTELEIN N 50415 170176 1 10

MIDDENWEG Station Polder Waardassacker Abcoude auteursrechten voorbehouden RWEG HORNWEG KERKSTRAAT RIJSENHOUT DE WEE SPIEGELPOLDERPLAS AAT Gemeente Amstelveen Polder Baambrugge-oostzijde 00ST OOSTEINDERWEG en Holendrecht K DIJK DORPSTR AALSMEERDE

RT LDIJ WEG LEGMEERDIJK TORENLAAN W E

AMSTERDAM-RIJNKANAAL STOKKELAARSBRUG Fort KANAA Fort ANGSTEL Gemeente Wijdemeren AALSMEERDER NOORDDAMMERWEG Abcoude Aalsmeer WETERINGSTRAAT Zuidoost 0,1 0,0 S in opdracht van: 62 63 Colofon: Meer informatie: Dit is een uitgave van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer van de gemeente Amsterdam in samenwer- Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer king met de stadsdelen. Postbus 95089, 1090 HB Amsterdam, T: 020 – 5565000 Vormgeving: Colombo, Amsterdam i.s.m. Bos & co. www.amsterdam.nl/divv Fotografie: Edwin van Eis, Marcel van der Meer © DIVV. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. DIVV aanvaardt geen aan- Januari 2012 sprakelijkheid voor onjuistheden/onvolledigheden

64