Nr. 28391 23 mei STAATSCOURANT 2017 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Publicatie AGOS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, productdossier BOB „PORC NOIR DE BIGORRE”

Gelet op artikel 2 van het Instellingsbesluit Adviescommissie geografische aanduidingen, oorsprongs- benamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten maakt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de volgende publicatie(s) in Publicatieblad C 150 van 13 mei 2017 van de Europese Unie bekend.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een rechtmatig belang te hebben in verband met door de Europese Commissie voorgenomen registratie(s) van bijgaand productdossier(s), kan tot uiterlijk 13 juli 2017 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, secretariaat AGOS, Postbus 93119, 2509 AC Den Haag

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2017/C 150/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

„PORC NOIR DE BIGORRE”

EU-nr.: PDO-FR-02106 – 14.1.2016

BOB (X) BGA ()

1. Naam/namen

„Porc noir de Bigorre”

2. Lidstaat of derde land

Frankrijk

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.1 Vers vlees (en verse slachtafval)

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Het vlees „Porc noir de Bigorre” is afkomstig van raszuivere, mannelijke en vrouwelijke Gasconne vleesvarkens, die geslacht worden als ze minimaal twaalf en maximaal vierentwintig maanden oud zijn. De karkassen wegen minimaal 100 kilo, met in de lende gemeten diktes van ten minste 30 mm vet en ten minste 45 mm spier. Het vet bevat neophytadiene, een koolwaterstof die wijst op het eten van gras in hoeveelheden groter dan 0,4 UAA (Unité Arbitraire de Zone, willekeurige zone-eenheid), geanalyseerd op basis van het rugvet. Het vlees heeft een intens rode kleur. De op basis van de Japanse kleurschaal geschatte kleur van de gluteus medius is hoger dan of gelijk aan 3. Het externe vet is wit van kleur en het gehalte aan intramusculair vet in de longissimus dorsi is gelijk aan of groter dan 2,5%. Zodra het vlees verhit is, is de textuur niet zo vezelachtig, maar mals en sappig en is het smaakvol en zacht. Het vlees wordt gekoeld gepresenteerd. Ontdooid gekoeld vlees is verboden.

1 Staatscourant 2017 nr. 28391 23 mei 2017 3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Tijdens het zogen kunnen de biggen een supplement eten dat bestaat uit een mengsel op basis van granen, soja en melkpoeder. Iedere big eet gedurende deze periode maximaal vijf kilo van dit voeder. Het voeder kan van buiten het geografische gebied komen. Niet alle diervoeders kunnen afkomstig zijn uit het geografische gebied, waarvan de topografische en klimaateigenschappen het niet mogelijk maken om alle plantaardige grondstoffen te produceren, met name eiwitten en leguminosen die noodzakelijk zijn voor de voedingsbalans van de dieren. Dit deel van het diervoeder, dat beperkt is tot vijf kilo, is minder omvangrijk dan de voeding van de moeder, in welke fase een big gemiddeld veertig liter moedermelk drinkt, hetgeen in droge vorm circa acht kilo is dat afkomstig is uit het geografische gebied. Het mengsel op basis van granen, soja en melkpoeder kan op zijn beurt door de verschillende voorzieningsbronnen niet worden gecertificeerd als afkomstig uit het afgebakende gebied. Als ze niet meer bij hun moeder drinken, eten de biggen een voeder op basis van granen (minimaal gewichtspercentage grondstof 70%), eventueel aangevuld met een eiwitvoorziening (raapkoek, zonnebloemkoek, paardenbonen, erwten) en mineralen en vitamines. De granen dienen uit het geografische gebied te komen. Op zijn vroegst vanaf het moment dat de varkens 3,5 maand oud zijn en op zijn laatst vanaf het moment dat ze zes maanden oud zijn, worden ze tijdens de mestperiode gehouden op een grasrijke graasgrond met een maximale dichtheid van twintig dieren per hectare, waarbij de varkens een deel van hun voeding uit het weiland halen. Zo voeden ze zich met gras, met name op basis van klavers en grassen, fruit en andere bronnen uit de omgeving. Ze krijgen aanvullend diervoeder om ze vet te mesten. Dit voeder bestaat voor ten minste 70% uit granen (tarwe, haver, gerst, rogge, triticale), eventueel aangevuld met van granen afgeleide producten en/of een eiwitvoorziening (paardenbonen, erwten, raapkoek of zonnebloemkoek) en mineralen en vitamines. De granen dienen uit het geografische gebied te komen. Uitsluitend de eiwitvoorzieningen en mineralen en vitamines komen van buiten het gebied. Gezien de beperkingen van de omgeving wordt er niet voldoende geproduceerd in het geografische gebied. De maximale dagelijkse hoeveelheid van het aanvullende diervoeder per varken is drie kilo, uitgedrukt in droog materiaal. Deze regels garanderen dat minimaal 72,6% van het voeder gedurende het leven van het dier afkomstig is uit het geografische gebied.

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De dieren worden geboren, gehouden, vetgemest en geslacht in het geografische gebied.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Ieder karkas wordt geïdentificeerd met een etiket dat aan de binnenkant van de rug van ieder half geslacht dier wordt gehecht, met daarop de slachtdatum, het nummer van de veehouderij voor het mesten, het slachtnummer, het identificatienummer van het varken en de vermelding NB. Tot de uiteindelijke verkoper worden de karkassen vergezeld door een etiket met daarop afgezien van de verplichte vermeldingen in ieder geval: de naam van de veehouder, het veehouderijnummer, het identificatienummer van het varken en de slachtdatum.

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied omvat de volgende gemeenten of delen van gemeenten. Gemeenten die volledig zijn opgenomen: Departement Haute-Garonne: Ardiège, Aspret-Sarrat, , , , Barbazan, , Bordes-de-Rivière, , Boulogne-sur-Gesse, , Cassagnabère-Tournas, Cazaril-Tambourès, , , Cier-de-Rivière, Clarac, , , Eup, , Galié, Génos, Gensac-de-Boulogne, Gourdan-Polignan, , Labarthe-Rivière, Labroquère, Lalouret-Laffiteau, , Larroque, Lécussan, , , , Lourde, Lunax, , , Martres-de-Rivière, Mont-de- Galié, Montgaillard-sur-Save, , Montréjeau, Nénigan, Nizan-Gesse, Ore, , Pointis-de-Rivière, Ponlat-Taillebourg, Régades, Saint-Bertrand-de-Comminges, Saint-Gaudens, Saint-Ignan, Saint-Lary-Boujean, Saint-Loup-en-Comminges, Saint-Marcet, Saint-Pé-d’Ardet, Saint-Pé-

2 Staatscourant 2017 nr. 28391 23 mei 2017 Delbosc, Saint-Plancard, Saman, , , Sauveterre-de-Comminges, Saux-et- Pomarède, Sédeilhac, , , Valcabrère, Valentine, Villeneuve-de-Rivière, Villeneuve- Lécussan. Departement Gers: − de gemeenten van het kanton Mirande-Astarac, behoudens Lamazère; − de gemeenten van het kanton Pardiac-Rivière-Basse, behoudens Castelnau-d’Anglès, L’Isle-de- Noé, Izotges, Montesquiou, Mouchès; − in het kanton Astarac-Gimone, de gemeenten Arrouède, Aujan-Mournède, Bellegarde, Bézues- Bajon, Cabas-Loumassès, Chélan, Cuélas, Esclassan-, Labarthe, Lalanne-Arqué, Lourties-Monbrun, Manent-Montané, Masseube, Moncorneil-Grazan, Monlaur-Bernet, Mont- d’Astarac, Panassac, Ponsan-Soubiran, Pouy-Loubrin, Saint-Arroman, Saint-Blancard, Samaran, Sarcos, Seissan, Sère; − in het kanton Fezensac, de gemeenten Gazax-et-Baccarisse, Peyrusse-Grande, Peyrusse-Vieille, Saint-Pierre-d’Aubézies. Departement Pyrénées-Atlantiques: Aast, Bédeille, Bentayou-Sérée, Casteide-Doat, Castéra-Loubix, , Ger, , Labatut, , Maure, Monségur, , Montaut, Ponson-Debat-Pouts, Ponson-Dessus, , Pontiacq-Viellepinte, Saint-Vincent, Saubole. Departement Hautes-Pyrénées: − de gemeenten van de kantons: Aureilhan, Bordères-sur-l’Échez, Les Coteaux, Moyen Adour, , Val d’Adour-Rustan-Madiranais, La Vallée de l’Arros et des Baïses (behoudens , dat gedeeltelijk is opgenomen), Vic-en-Bigorre. − de volgende gemeenten: , Adé, Anères, Les Angles, , , , , Arcizac-ez-Angles, Argelès-, Arné, Arrayou-Lahitte, -ez-Angles, Artigues, Aspin-en- Lavedan, , , , Avezac-Prat-Lahitte, Ayros-Arbouix, Ayzac-Ost, , La -de-Neste, Bartrès, -Neste, , Bize, , Boô-silhen, Bourréac, , , , , Clarens, Créchets, Escala, Escoubès-Pouts, , , , Générest, Ger, Gerde, , Gez, Gez-ez-Angles, , , , , , Jarret, , , Labastide, Laborde, Lagrange, , Lau-Balagnas, Lézignan, Lombrès,