RAAP België - Rapport 172

Herprofilering van de Ledebeek

Lochristi

Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Verslag van de Resultaten Bureauonderzoek – 2017K248

Eke 2018

Herprofilering van de Ledebeek, Archeologienota 2017K248

Colofon Opdrachtgever: Vlaamse Milieumaatschappij

Titel: Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Bureauonderzoek - 2017K248

Status: definitief

Datum: 13 februari 2018

Auteur: Louise Ryckebusch

Projectbegeleiding: Caroline Ryssaert & Nele Vanholme

Kaartvervaardiging: Louise Ryckebusch

Projectcode: 2017K248

Raapproject: LOLE01

Erkend archeoloog: RAAP België (OE/ERK/Archeoloog/2016/00154)

Bewaarplaats documentatie: RAAP België, Begoniastraat 13 9810 Eke

Bevoegd gezag: agentschap Onroerend Erfgoed

RAAP België BVBA Begoniastraat 13 9810 Eke telefoon: 09/311 56 20 - 0498/44 16 99 E-mail: [email protected]

© RAAP België bvba, 2018 RAAP België aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

1 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ...... 2 Samenvatting ...... 3 1 Verslag van resultaten: bureauonderzoek 2017K248 ...... 4 1.1 Beschrijvend gedeelte ...... 4 1.1.1 Administratieve gegevens ...... 4 1.1.2 Aanleiding ...... 8 1.1.3 Geplande ingreep ...... 9 1.1.4 Archeologische voorkennis ...... 15 1.1.5 Onderzoeksopdracht ...... 15 1.1.6 Beschrijving van de strategie & werkwijze van het bureauonderzoek...... 16 1.2 Assessmentrapport bureauonderzoek ...... 19 1.2.1 Geografische situering ...... 19 1.2.2 Aardkundige gegevens ...... 23 1.2.3 Archeologische gegevens ...... 32 1.2.4 Historische gegevens ...... 34 1.2.5 Archeologisch verwachtingsmodel ...... 48 1.2.6 Synthese / beschrijving potentieel op kenniswinst ...... 49 2 Bibliografie ...... 51 2.1 Uitgegeven bronnen ...... 51 2.2 Geraadpleegde websites ...... 51 3 Bijlages ...... 52 Bijlage 3: Geologisch en archeologisch kader ...... 53 Bijlage 4: lijst van opgenomen figuren bureauonderzoek...... 54

2 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Samenvatting

In opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, heeft RAAP België een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met betrekking tot het herprofileren van een deel van de Ledebeek te Lochristi, Oost-Vlaanderen. Conform het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 dient bij omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen voor een gebied gelegen buiten een archeologische zone een archeologienota te worden opgesteld indien het totaaloppervlak van de betrokken kadastrale percelen groter is dan 3000 m² met een voorziene bodemingreep groter dan 1000 m², wanneer de aanvrager publiekrechterlijk is. Met een oppervlak van 975.505m² van de betrokken percelen en een oppervlak van ca. 25.000m² wat de bodemingreep betreft, worden de gestelde oppervlaktegrenzen overschreden, waardoor het opstellen van een archeologienota noodzakelijk is.

Het doel van dit onderzoek was na te gaan of er kans is op aanwezigheid van waardevolle archeologische resten. Hierbij zijn gegevens verzameld over geografische, landschappelijke, archeologische en historisch context van het projectgebied. Op basis daarvan is een archeologische verwachting opgesteld en is nagegaan wat de invloed is van de werken op het archeologisch erfgoed en welke maatregelen er dienen te worden genomen in functie van eventueel verder onderzoek van archeologische gegevens.

Er is een bureaustudie uitgevoerd waarbij geologische, bodemkundige, historische en archeologische gegevens werden gecombineerd. Hieruit blijkt dat het projectgebied gelegen is aan de oever van de Ledebeek, in een nat, soms zeer natte zand(leem)bodem. Zowel de afwezigheid van gekende archeologische sites en vindplaatsen uit de verschillende periodes in de omgeving van het projectgebied, evenals de specifieke locatie van het projectgebied langsheen de oever van de Ledebeek, zorgen voor een lage verwachting aan archeologische vondsten of vindplaatsen. Door de specifieke ligging van het projectgebied aan de oever van de beek kunnen specifieke vondsten die gerelateerd zijn aan watergebonden activiteiten voorkomen. Maar door het feit dat de beek in de 13e – 14e eeuw rechtgetrokken is, zouden dergelijke vondsten reeds vergraven kunnen zijn.

Binnen het projectgebied zal de Ledebeek over een traject van ca. 6km geherprofileerd worden. De Ledebeek is een onbevaarbare waterloop van eerste categorie. Bij deze herprofilering zal één oever verbreed worden. De andere oever behoud de oorspronkelijke toestand. Uit het bureauonderzoek werd duidelijk dat de geplande ingrepen binnen de stedenbouwkundige vergunning, bodemverstoringen met zich meebrengen die nefast kunnen zijn voor het eventuele aanwezige archeologisch erfgoed in de ondergrond. Bij deze geplande ingrepen zal er in de onverstoorde moederbodem gegraven worden. Maar door de lage verwachting aan archeologie én de specifieke vorm van het traject, namelijk een lijntraject met een beperkte breedte (maximaal 4 meter), zal verder onderzoek binnen deze zone geen potentiële kennisvermeerdering opleveren. Als gevolg daarvan wordt geen verder onderzoek aanbevolen.

3 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1 Verslag van resultaten: bureauonderzoek 2017K248

1.1 Beschrijvend gedeelte

1.1.1 Administratieve gegevens • Projectcode Agentschap Onroerend Erfgoed: Vlaamse Milieumaatschappij • Type onderzoek: bureauonderzoek • Onderzoekskader: opstellen van een archeologienota voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen • Opdrachtgever (+adres): Vlaamse Milieumaatschappij, Raymonde De Larochelaan 1, 9051 Gent • Initiatiefnemer (+adres): Vlaamse Milieumaatschappij, Raymonde De Larochelaan 1, 9051 Gent • Erkend archeoloog: RAAP België (OE/ERK/Archeoloog/2016/00154) • Naam projectgebied en/of toponiem: Ledebeek • Adres: niet van toepassing • Gemeente: - Lochristi - • Provincie: Oost-Vlaanderen • Kadastrale gegevens: zie bijlage 5 • Oppervlakte betrokken percelen: 975.505m² • Oppervlakte geplande bodemingrepen: ca. 25.000m² • Bounding box in lambertcoördinaten (X/Y): noordoost: X=117605 Y=198282 zuidwest: X=111432 Y=196577

• Inkleuring gewestplan: landschappelijk waardevolle agrarische gebieden, woongebieden, agrarische gebieden

4 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 1: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Openstreetmap) (schaal: 1:100 000)

Figuur 2: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Openstreetmap) (schaal: 1:50 000)

5 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 3: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000)

Figuur 4: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000)

6 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 5: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000)

Figuur 6: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000)

7 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 7: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000)

1.1.2 Aanleiding

Stedenbouwkundige vergunning JA Nee 1. Bodemingreep? ga naar 2 ga naar 14 2. Volledig in gebied waar geen archeologisch erfgoed te ga naar 14 ga naar 3 verwachten valt? 3. Volledig binnen gabarit bestaande lijninfrastructuur? ga naar 14 ga naar 4 4. (Gedeeltelijk) in beschermde archeologische site? ga naar 13 ga naar 5 5.(Gedeeltelijk) in vastgestelde archeologische zone? ga naar 6 ga naar 8 6. Perceelsoppervlak >300m² ? ga naar 7 ga naar 14 7. Bodemingreep >100m² ? ga naar 13 ga naar 14 8. Perceeloppervlak >3000m² ? ga naar 9 ga naar 14 9. Bodemingreep >1000m² ? ga naar 10 ga naar 14 10. Aanvrager publiekrechterlijk? ga naar 13 ga naar 11 11. (Gedeeltelijk) in woon- of recreatiegebied? ga naar 13 ga naar 12 12. Bodemingreep >5000m² ? ga naar 13 ga naar 14 13. Archeologienota verplicht 14. Geen archeologienota Tabel 1: Schematisch weergegeven beslissingsboom voor de criteria bij een stedenbouwkundige vergunning (gebaseerd op het document beschikbaar gesteld door Onroerend Erfgoed)

8 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

De geplande bodemingrepen zijn bedreigend voor eventuele archeologische resten. Conform het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 dient bij omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen voor een gebied gelegen buiten een archeologische zone een archeologienota te worden opgesteld indien het totaaloppervlak van de betrokken kadastrale percelen groter is dan 3000 m² met een voorziene bodemingreep groter dan 1000 m², wanneer de aanvrager publiekrechterlijk is. Met een oppervlak van 975.505m² van de betrokken percelen en een oppervlak van ca. 25.000m² wat de bodemingreep betreft, worden de gestelde oppervlaktegrenzen overschreden, waardoor het opstellen van een archeologienota noodzakelijk is.

1.1.3 Geplande ingreep Binnen het projectgebied zal de Ledebeek over een traject van ca. 6km geherprofileerd worden. De Ledebeek is een onbevaarbare waterloop van eerste categorie. Bij deze herprofilering zal één oever verbreed worden. De andere oever behoudt de oorspronkelijke toestand. Op Figuur 8 zien we het traject van het projectgebied met de aanduiding van de verschillende types van dwarsprofielen.

Figuur 8: Aanduiding van de verschillende typedwarsprofielen geprojecteerd op de GRB-basiskaart (bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Geopunt) (schaal 1:44 000)

9 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Typedwarsprofiel 1:

De lengte van het traject waarbij type 1 van toepassing is, bedraagt ca. 344m. Op dit stuk zal de zuidelijke talud verbreed worden. Hiervoor zal grond afgegraven worden tot ca. 5m weg van de beek en zal de bestaande bomenrij verwijderd worden. De diepste uitgraving bevindt zich op ca. 1,5m onder het huidige maaiveld. De beek zelf wordt niet verder uitgegraven. Er wordt een nieuw talud gecreëerd met biodegradeerbaar doek en de noordelijke oever wordt verstevigd (hierbij is geen bodemingreep voorzien).

A

B

C

D

E

F

Figuur 9: Typedwarsprofiel 1 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij)

10 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Typedwarsprofiel 2:

De lengte van het traject waarbij type 2 van toepassing is, bedraagt ca. 2,5km. Op dit stuk zal de noordelijke talud verbreed worden. Hiervoor zal grond afgegraven worden tot ca. 2,75m weg van de beek. De diepste uitgraving bevindt zich op ca. 1,7m onder het huidige maaiveld. De beek zelf wordt niet verder uitgegraven. Er wordt een nieuw talud gecreëerd met biodegradeerbaar doek en de zuidelijke oever wordt verstevigd (hierbij is geen bodemingreep voorzien).

A

B

C

D

E

F

Figuur 10: Typedwarsprofiel 2 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij)

11 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Typedwarsprofiel 3:

De lengte van het traject waarbij type 3 van toepassing is, bedraagt ca. 2,5km. Op dit stuk zal de zuidelijke talud verbreed worden. Hiervoor zal grond afgegraven worden tot ca. 5,4m weg van de beek. De diepste uitgraving bevindt zich op ca. 0,8m onder het huidige maaiveld. De beek zelf wordt niet verder uitgegraven. Er wordt een nieuw talud gecreëerd met biodegradeerbaar doek en de noordelijke oever wordt verstevigd (hierbij is geen bodemingreep voorzien).

A

B

C

D

E

F

Figuur 11: Typedwarsprofiel 3 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij)

12 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Typedwarsprofiel 4:

De lengte van het traject waarbij type 4 van toepassing is, bedraagt ca. 446m. Op dit stuk zal de noordelijke talud verbreed worden. Hiervoor zal grond afgegraven worden tot ca. 3,2m weg van de beek. De diepste uitgraving bevindt zich op ca. 1,7m onder het huidige maaiveld. De beek zelf wordt niet verder uitgegraven. Er wordt een nieuw noordelijk talud gecreëerd met biodegradeerbaar doek en het zuidelijke talud wordt eveneens met dit soort doek verstevigd (hierbij is geen bodemingreep voorzien).

A

B

C

D

E

F

Figuur 12: Typedwarsprofiel 4 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij)

13 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Typedwarsprofiel 5:

De lengte van het traject waarbij type 5 van toepassing is, bedraagt ca. 430m. Op dit stuk zal de zuidelijke talud verbreed worden. Hiervoor zal grond afgegraven worden tot ca. 3,5m weg van de beek. De diepste uitgraving bevindt zich op ca. 1,3m onder het huidige maaiveld. De betonpalen en –platen aan de linkeroever van de beek worden behouden maar aan de rechteroever (zuidelijke kant) worden deze verdiept naar 4,55m +TAW. De betonpalen worden tot op 2m onder het huidige maaiveld geplaatst. De beek zelf wordt niet verder uitgegraven. Er wordt een nieuw talud gecreëerd met biodegradeerbaar doek en de noordelijke oever wordt verstevigd (hierbij is geen bodemingreep voorzien).

A

B

C

D

E

F

Figuur 13: Typedwarsprofiel 5 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij)

14 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.1.4 Archeologische voorkennis - Het projectgebied ligt gedeeltelijk (zijnde op 2 locaties binnen het traject) in een ‘gebied zonder archeologisch erfgoed’ zoals deze zijn vastgesteld in het Ministerieel besluit van 30 november 2016.1

Figuur 14: Locatie van het projectgebied met aanduiding van de ‘gebieden zonder archeologisch erfgoed’ (donkergroen) (bron: Openstreetmap, www.geopunt.be) (schaal 1:50 000)

- Het projectgebied is niet gelegen binnen een ‘vastgestelde archeologische zone’.2 - In het projectgebied zijn geen archeologische sites gekend en werd geen eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. - Binnen het projectgebied zijn geen gekende verstoringen aanwezig

1.1.5 Onderzoeksopdracht

1.1.5.1 Doelstelling Het doel van dit bureauonderzoek is na te gaan of er archeologisch erfgoed kan bewaard zijn in de bodem binnen de afbakening van het projectgebied, wat de karakteristieken zijn en de bewaringstoestand is. Ook de waarde van de betreffende sporen dient te worden ingeschat. Eveneens wordt nagegaan in hoever de werken invloed zullen hebben op deze sporen. Indien noodzakelijk wordt deze studie gevolgd door een vooronderzoek met en/of zonder ingreep in de bodem. Indien de resultaten van de bureaustudie voldoende informatie opleveren, of er geen vervolgtraject kan worden uitgevoerd voorafgaand het bekomen van de vergunning, zal een

1 https://besluiten.onroerenderfgoed.be/besluiten/5968/bestanden/16752 2 Geo.onroerenderfgoed.be https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/vastgestelde-inventarissen

15 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

programma van maatregelen worden uitgeschreven met aanbevelen tot vervolgonderzoek, een archeologisch onderzoek of het voorstellen van maatregelen voor behoud in situ.

De specifieke doelstellingen binnen deze bureaustudie zijn: • het bepalen van de genese van het landschap waarbinnen het betreffende projectgebied zich bevindt • het verkrijgen van inzicht in de aanwezigheid of kans tot aanwezigheid van archeologische resten binnen het projectgebied • het identificeren en waarderen van de archeologische sporen: hierbij wordt de aard, bewaringstoestand en hun ouderdom in kaart gebracht, en deze gewaardeerd in hun ruimere omgeving (zowel geografisch als historisch) • het afbakenen van eventuele verstoorde zones • de impact van de voorziene werken op het mogelijk archeologisch erfgoed inschatten • indien dit noodzakelijk zou blijken, het aanbevelen tot verdere onderzoeksstrategieën en/of het voorstellen van maatregelen voor behoud in situ

1.1.5.2 Wetenschappelijke vraagstelling In het kader van dit onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:  Zijn er reeds gekende archeologische gegevens binnen en in de omgeving van het projectgebied?  Zijn er in het gebied paleolandschappelijke eenheden bewaard en is er kans op het aantreffen van archeologische sites in dit landschap? • Hoe kunnen archeologische resten zich manifesteren (sporen, vondstenconcentraties, …) en op welke diepte kunnen deze worden aangetroffen?  Wat was het historisch landgebruik van het projectgebied en wat is het landgebruik nu en wat is de invloed daarvan op de (verwachte) archeologie en (bodem)gaafheid?  Wat is de gespecificeerde verwachting (alsmede de verwachte conservering en gaafheid) ten aanzien van nog onbekende archeologische waarden in het gebied?  Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten? Op welke manier kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan?

1.1.5.3 Randvoorwaarden Het onderzoek is uitgevoerd door een erkend archeoloog volgens de normen van de Code van Goede Praktijk.

1.1.6 Beschrijving van de strategie & werkwijze van het bureauonderzoek Op basis van verschillende bronnen werd getracht inzicht te verkrijgen in de genese van het landschap, de bodemopbouw en het gebruik van het projectgebied en zijn omgeving in de loop van de tijd. Daaraan gekoppeld wordt de archeologisch verwachting bepaald.

Het gebied bevindt zich in een zone die gekenmerkt wordt door een lage densiteit aan bebouwing waardoor bij de bureaustudie er extra aandacht gaat naar de landschappelijk opbouw en het

16 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

landgebruik. Daarvoor wordt bijzondere aandacht besteed aan relevante ecologische en aardkundige gegevens.3 Het bureauonderzoek kent de volgende onderdelen: - Geografische situering en huidig bodemgebruik - Aardkundige gegevens - Archeologische gegevens - Historische gegevens - Bepalen van de archeologische verwachting - Synthese en beantwoorden van de onderzoeksvragen

Hiervoor is bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende bronnen:

Voor de technische aspecten en de gegevens omtrent de werkzaamheden zijn de plannen en gegevens gehanteerd zoals ze zijn verkregen van de Vlaamse Milieumaatschappij. Deze zijn toegelicht door de heer Koen Van Driessen.

De aardkundige gegevens ( geologie, topografie, landschap en bodemkunde) werden bestudeerd aan de hand van kaarten. Het betreft meer in het bijzonder de topografische kaart, Tertiair- en Quartairgeologische kaarten, de bodemkaart, de potentiële bodemerosiekaart en het digitale terreinmodel Vlaanderen. De bodemkundige gegevens werden aangevuld met de informatie die beschikbaar gesteld wordt via de website Databank Ondergrond Vlaanderen.4 Het geologisch kader wordt weergegeven in bijlage 3.

De CAI (Centraal Archeologische Inventaris)5 was de belangrijkste bron van informatie wat betreft het archeologisch kader waarbinnen het projectgebied wordt geplaatst. Er kon geen bijkomende informatie gevonden worden over eventueel recenter archeologisch onderzoek in de nabijheid van het projectgebied. Het archeologisch kader in relatie tot de geologische periodes wordt weergegeven in bijlage 3.

Voor het onderzoek naar de algemene geschiedenis van de regio is gebruik gemaakt van uitgegeven en onuitgegeven bronnen, deze zijn terug te vinden in de literatuurlijst. Daarnaast werd ook beroep gedaan op de Inventaris Onroerend Erfgoed6. Verder werd er voor het historische luik historische kaarten en luchtfoto’s geconsulteerd via zowel Geopunt als Cartesius7. Cartesius is een online databank die kaartmateriaal en luchtfoto’s van het NGI (Nationaal Geografisch Instituut), de KBR (Koninklijke Bibliotheek van België) en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bundelt.

Voor een groot aandeel van het kaartmateriaal werd de website Geopunt8 geraadpleegd. Geopunt is een centrale website die vrijwel alle bestaande geografische overheidsinformatie ontsluit. Zo werd

3 Code van Goede praktijk (versie1.0), hoofdstuk 7.2.3, p. 49. 4 https://dov.vlaanderen.be 5 https://cai.onroerenderfgoed.be 6 https://inventaris.onroerenderfgoed.be 7 http://www.cartesius.be 8 http://www.geopunt.be

17 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

voor het bekomen van de kadasterinformatie gebruik gemaakt van het Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen dat via deze weg door AGIV aangeboden wordt. Voor het aanmaken van het kaartmateriaal werd het programma QGis gebruikt, een geografisch informatiesysteem. In de mate van het mogelijke werd zoveel mogelijk van het relevante cartografische materiaal ingeladen in het programma om op deze manier zoveel mogelijk van het kaartmateriaal te genereren dat in deze bureaustudie gebruikt wordt. Hierbij werd telkens het projectgebied geprojecteerd of aangeduid op de onderliggende kaarten.

De studie van de hierboven vermelde bronnen gaf geen aanleiding tot een verder archiefonderzoek of het inwinnen van aanvullend wetenschappelijk advies.

18 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2 Assessmentrapport bureauonderzoek

1.2.1 Geografische situering

1.2.1.1 Ligging en huidige situatie van het projectgebied Het volledige traject volgt de Ledebeek van Destelbergen, doorheen Lochristi, tot aan de gemeente Lokeren, provincie Oost-Vlaanderen. Voor de geografische situering wordt het traject opgedeeld in 5 deelgebieden van west naar oost. Om zicht te krijgen op het algemeen ‘landgebruik’ werd informatie vergaard via het gewestplan:9 Het grootste deel van het traject wordt gebruikt als ‘agrarisch gebied’ (of landschappelijke waardevol landschappelijk gebied), meer bepaald akker of weiland. Slechts op enkele plaatsen loopt de beek langsheen de rand van een woongebied.

De bijhorende plannen per deelgebied kunnen worden teruggevonden in volgende bijlages: - Bijlage 6: Recente luchtfoto’s (www.geopunt.be) (1:10 000)

Deelgebied 1: Binnen dit deel loopt de Ledebeek net op de rand van de gemeentegrens tussen Destelbergen en Lochristi. Het deel staat op het gewestplan ingekleurd als agrarische gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Deelgebied 2: Het traject loopt verder langsheen de gemeentegrens van Lochristi en Beervelde, langsheen de zuidelijke grens van het centrum van Lochristi (op het gewestplan gekarteerd als woongebied). De percelen worden voornamelijk in gebruik als akker en weiland.

Deelgebied 3 & Deelgebied 4: Het traject loopt verder oostwaarts richting de gemeente Lokeren. Dit deel staat op het gewestplan ingekleurd als agrarische gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Deelgebied 5: Bij dit laatste, meet oostelijke deel van het traject, loopt de Ledebeek naar de gemeente Lokeren. Dit deel staat op het gewestplan ingekleurd als agrarische gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

9 www.geopunt.be

19 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 15: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt) (schaal: 1:50 000)

Figuur 16: Projectie van het deelgebied 1 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000)

20 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 17: Projectie van het deelgebied 2 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000)

Figuur 18: Projectie van het deelgebied 3 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000)

21 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 19: Projectie van het deelgebied 4 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (1:10 000)

Figuur 20: Projectie van het deelgebied 5 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (1:10 000)

22 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2.2 Aardkundige gegevens

1.2.2.1 De Tertiairgeologische bodem Het Tertiair is een geologisch tijdvak dat de periodes Paleogeen (66,0-23,03Ma) en Neogeen (23,03- 2,58Ma) omvat. Het is al enige tijd geen officieel erkend onderdeel meer van de chronostratigrafie zoals deze wordt vastgesteld door de International Commission on Stratigraphy. De benaming wordt echter nog veelvuldig gebruikt en zal ook hier worden toegepast.10

De locatie van het projectgebied bevindt zich in het westen op de Tertiaire Formatie van Lede en loopt oostwaarts naar de Formatie van , eerst naar het Lid van Asse en vervolgens naar het lid van Ursel. De Formatie van Lede bestaat uit kalk- en glauconiethoudend fijn zand. Aan de basis is er meestal basisgrind ontwikkeld. De Formatie van Maldegem Lid van Asse bestaat uit een groengrijs, zandhoudend en sterk glauconiethoudende klei. De Formatie van Maldegem Lid van Ursel bestaat uit homogene grijsblauwe tot blauwe klei.

1.2.2.2 De Quartairgeologische bodem Het Tertiair (of liever het Neogeen) wordt gevolgd door de jongste periode in de aardgeschiedenis: het Quartair. Deze periode vangt dus 2.58 miljoen jaar geleden aan en is onderverdeeld in twee tijdsnedes (etages): het Pleistoceen en het Holoceen. Het Pleistoceen (2.58Ma- 11.7ka) wordt gekenmerkt door grote schommelingen in het klimaat. De (vaak relatief lange) tijden waarin een koud klimaat bestond worden ijstijden (glacialen) genoemd. Tijden waarin het klimaat meer op dat van nu leek worden aangeduid met de term tussenijstijden (interglacialen) aangeduid. Deze grote klimaatschommelingen hadden grote gevolgen en de resultaten daarvan zijn vandaag de dag nog op veel plekken in het landschap te herkennen. De jongste tijdsnede die we kennen is (vooralsnog) het Holoceen (11.7ka – heden). Dit tijdvak is gekenmerkt door een redelijk warm klimaat en is daarom ook geclassificeerd als een interglaciaal. Met name in het laatste deel van dit tijdvak is de invloed van de mens op de aarde sterk toegenomen, wat voor de geologie grote gevolgen heeft.11

De sedimenten van Quartaire ouderdom worden op grote schaal aan het oppervlak aangetroffen en zijn weergegeven op de Quartairgeologische kaart volgens het principe van profieltypekartering. Daarbij worden lithologie, genese en (chrono-) stratigrafie aangehouden als de belangrijkste kenmerken waar gronden op worden ingedeeld. De dikte van de Quartaire afzettingen varieert sterk in Vlaanderen, van minder dan een meter tot circa 30 meter.12

Het projectgebied is gelegen in het Quartair Type 3. Dit type bestaat uit een fluviatiele afzetting van het Weichseliaan gevolgd door een eolische afzetting van het Weichseliaan en mogelijk Vroeg- Holoceen bestaande uit zand tot zandleem met eventueel hellingsafzettingen. 13

10 http://www.stratigraphy.org/index.php/ics-chart-timescale 11 http://www.stratigraphy.org/index.php/ics-chart-timescale 12 https://dov.vlaanderen.be/dovweb/html/3quartair50000.html#inleiding 13 https://dov.vlaanderen.be/dovweb/html/3quartair50000.html#inleiding

23 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 21: Tertiair geologische kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:44 000)

Figuur 22: Quartair geologische kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1: 80 000)

24 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2.2.3 Bodemkundige gegevens Op bodemkundig vlak kan het volledige projectgebied in 2 zones opgedeeld worden. Het overgrote deel van het projectgebied staat bodemkundig gekarteerd als matig nat (lemig) zand. Enkel in het uiterste oosten van het projectgebied (deelgebied 5) loopt het traject door een zeer natte lemige zandbodem. De bodemtypes worden per deelgebied van west naar oost besproken.

Deelgebied 1: Zdh = een matig natte zandbodem met verbrokkelde ijzer en/of humus B-horizont Zdb = een matig natte zandbodem met structuur B-horizont mZdb = een matig natte zandbodem met structuur B-horizont en aanwezigheid van mergel op geringe diepte (ondieper dan 75cm)

Deelgebied 2: Zdb = een matig natte zandbodem met structuur B-horizont Sdb = een mattig natte lemige zandbodem met structuur B-horizont Zdp = een matig natte zandbodem zonder profiel

Deelgebied 3: Sdb = een mattig natte lemige zandbodem met structuur B-horizont Pfp = een zeer natte lichte zandleembodem zonder profiel (deze textuurklasse komt slecht heel lokaal voor binnen dit deelgebied) Zch = een matig droge zandbodem met verbrokkelde ijzer en/of humus B-horizont

Deelgebied 4: Zdb = een matig natte zandbodem met structuur B-horizont Sdb = een mattig natte lemige zandbodem met structuur B-horizont

Deelgebied 5: Sep = een natte lemige zandbodem zonder profiel sPfp = een zeer natte lichte zandleembodem zonder profiel en aanwezigheid van zand op geringe diepte (ondieper dan 75cm)

25 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 23: Bodemkaart met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000)

Figuur 24: Bodemkaart met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000)

26 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 25: Bodemkaart met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000)

Figuur 26: Bodemkaart met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000)

27 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 27: Bodemkaart met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000)

1.2.2.4 Geomorfologische kaart Een geomorfologische kaart is voor dit gebied niet beschikbaar, en wordt hier bijgevolg niet besproken.

1.2.2.5 Topografie en hydrografie Het projectgebied bevindt zich binnen de ruggenzone van Zeveneken. Dit zeer vlak zandig gebied is gelegen op een gemiddeld peil van 5m tot 6m +TAW. Het reikt vanaf Oostakker over Lochristi oostwaarts tot aan de Durmevallei nabij Lokeren. Het gebied wordt gekenmerkt door een microreliëf van evenwijdige en meestal westzuidwest-oostnoordoost gerichte zandruggen en ondiepe beekdalletjes. De oorsprong van de ruggen wordt in verband gebracht met het laatste Pleistocene afvloeisysteem in dit deel van de Vlaamse Vallei.14 De Ledebeek is één van die kleine beekdalletjes binnen het stroomgebied van de Schelde. De Ledebeek is een natuurlijke waterloop die in de 13e-14e eeuw rechtgetrokken werd. 15 Het onderzoeksgebied omvat de stroming van de Ledebeek gaande van Destelbergen tot in de gemeente van Lokeren. De riviervallei van de Ledebeek kent een heel geleidelijke overgang tussen de hoger gelegen rugjes en het rivierdal zelf, een verschil van 1 tot 2m. Er lopen verschillende beken naar de Ledebeek toe, zoals de Beerveldsebeek, de Eekstraatbeek en de Scherpeheilbeek. Alle andere beken (/grote grachten) zijn naamloos.

14 DE MOOR, 1995, 7 15 AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 2017: Lochristi [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121321 (geraadpleegd op 6 december 2017).

28 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 28: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:85 000)

Figuur 29: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 1 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000)

29 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 30: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 2 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000)

Figuur 31: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 3 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000)

30 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 32: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 4 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000)

Figuur 33: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 5 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000)

31 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2.2.6 Erosie Volgens de potentiële bodemerosiekaart is de erosiegevoeligheid binnen en in de omgeving van het projectgebied verwaarloosbaar.

Figuur 34: Potentiële bodemerosiekaart uit 2017 (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:42 000)

1.2.3 Archeologische gegevens

1.2.3.1 Juridische gegevens Uit raadpleging van het geoportaal van Onroerend Erfgoed16 blijkt het projectgebied niet in te liggen in een ‘archeologische zone’.

Het projectgebied ligt gedeeltelijk (zijnde op 2 locaties binnen het traject) in een ‘gebied zonder archeologisch erfgoed’ zoals deze zijn vastgesteld in het Ministerieel besluit van 30 november 201617 (zie Figuur 14).

1.2.3.2 Gegevens uit de Centrale Archeologische Inventaris Voor de bespreking van de gegevens die beschikbaar zijn via de CAI, werd ervoor gekozen deze te clusteren per periode. In de directe omgeving van het projectgebied zijn geen vindsplaatsen gekend volgens de CAI database. Opvallend is dat er heel weinig archeologische site gekend zijn in deze streek, en daarvan komen de meeste voor op de meer hoger gelegen deel in het landschap.

16 https://geo.onroerenderfgoed.be/ 17 https://besluiten.onroerenderfgoed.be/besluiten/5968/bestanden/16752

32 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Mesolithicum Op zo’n 2km ten noorden van het projectgebied werd tijdens archeologisch onderzoek, een losse vondst lithisch materiaal aangetroffen uit het mesolithicum (CAI ID 32311). Het gaat om een afslagschrabber, een kleine boor, een geretoucheerde kling en een artefact met verbrijzelde boorden. Bronstijd Uit de metaaltijden zijn geen archeologische sites aangetroffen. Menselijk aanwezigheid tijdens de vroege bronstijd kwam in het gebied weldegelijk voor. Tijdens prospectie werd een bronzen randbijl aangetroffen op zo’n 1,6km ten noorden van het projectgebied (CAI ID 32313) Middeleeuwen Uit de Karolingische periode werd een munt van Constantijn VII aangetroffen d.m.v. metaaldetectie (CAI ID 161664). Andere middeleeuwse gegevens komen in de CAI database voor als volmiddeleeuwse of laatmiddeleeuwse sites met walgracht, hetzij verdwenen, hetzij omgebouwd. (CAI ID 32311, 31258, 31261, 31262, 32565, 32312). De dichtstbijzijnde sites zijn ca. 400m van het projectgebied verwijderd. Nieuwe Tijd Archeologisch onderzoek bracht enkele vrij recente paalkuilen, kuilen en perceelgrachten aan het licht op ca. 1,1km ten noorden van het projectgebied (CAI ID 21142 en 211736). Andere gegevens uit de Nieuwe Tijd zijn een site met walgracht (CAI ID 31232), een kapel (CAI ID 31251) en de vondst van een koperen rekenpenning (CAI ID 164428).

Figuur 35: Projectie van de gegevens van de Centrale Archeologische Inventaris op de DTM (www.agiv.be en cai.onroerenderfgoed.be) (schaal 1:42 000)

33 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2.4 Historische gegevens

1.2.4.1 Graafschap Vlaanderen Het projectgebied is gelegen in het oude Graafschap Vlaanderen, dat zich in het oosten en zuidoosten uitstrekte tot de Dender en de Schelde. De ontwikkelingen van het gebied kunnen worden geplaatst binnen de geschiedenis van dit Graafschap.

1.2.4.2 Het landschap in Vlaanderen vóór de volmiddeleeuwse ontginningsbeweging Het cultuurlandschap van het Graafschap heeft zich gevormd tussen de 10e en 13e eeuw. In deze periode vonden er grote ontginningen plaats: bos, heide, moeras en veen werden omgezet in bewerkbare landbouwgrond.18 Het landschap dat toen werd gecreëerd bleef bepalend tot in de 19e eeuw. Vóór die ontginningsperiode domineerde voornamelijk een boslandschap. Grote aaneengesloten bosgebieden droegen vaak een eigen naam. Door intense lokale beweiding ontstonden er open ruimtes, zogenaamde wastines: grote boomloze heidevlaktes. Er was echter tot 1000 geen sprake van grote intensieve ontginning.19 Op onderstaande afbeelding uit het boek ‘Landschap en landbouw in middeleeuws Vlaanderen’ wordt het middeleeuws landschap door middel van retrospectief onderzoek op kaart geprojecteerd om in grote lijnen en beeld te kunnen scheppen van de bosgebieden en de open landschappen.

Figuur 36: Verspreiding van de bossen (groen) en heidevelden (geel) vóór de grote ontginningsfase. Vroegmiddeleeuwse nederzettingen zijn met een stip weergegeven. In het rood omkaderd de afbakening van het gebied waardoor het traject loopt (Verhulst, 1995, 109)

Tot in de 12e- begin 13e eeuw, vóór de grote middeleeuwse ontginningen, bestond dit gebied uit enkele vrij uitgestrekte bossen, zoals het bos Meerhout (gelegen tussen Oostakker en Lochristi). De

18 VERHULST, 1995, 104 19 VERHULST, 1995, 107

34 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

bossen zijn van elkaar gescheiden door brede stroken heide die mogelijk zijn ontstaan door begrazing van vee. De bossen bleven wellicht gespaard van degradatie omdat ze in privébezit waren van de Graaf van Vlaanderen. Ze waren niet toegankelijk voor het ’gemene volk’ maar vormden vaak het privéjachtdomein voor de graaf.

Het onderzoek naar vroegmiddeleeuwse bewoningskernen is voornamelijk gebaseerd op de studie van plaatsnamen.20 De oudste, Germaanse plaatsnamen worden vaak gekenmerkt door de suffix - ingahem of -hem en dateren vaan tussen de 6e tot 10e eeuw. Op onderstaande kaart zijn de plaatsen aangeduid die teruggaan tot deze oude toponiemen. Het gebied van het traject is één grote leemte. Dit kan erop wijzen dat nauwelijks bewoning aanwezig was in dit gebied, of dat geen enkel in ieder geval uitgroeide tot een bewoningskern in de middeleeuwen.

figuur 37 Kaart met plaatsnamen die eindigen op -heem en -ingahem, en daardoor wijzen op Germaanse oorsprong. Voor de zone van het projectgebied is geen Germaanse nederzetting gekend. (Verhulst, 1995, 119)

Op het einde van de 9de eeuw is er een terugval van de bevolking, mogelijk ten gevolge van de invallen van de Noormannen en de woelige tijden die dit met zich meebracht. Vanaf de 10de eeuw is er opnieuw een bevolkingstoename, met onder meer als gevolg de start van de grote ontginningsbeweging.

1.2.4.3 Ontwikkeling van het cultuurlandschap in Vlaanderen vanaf de volle middeleeuwen Tijdens de volle middeleeuwen, meer bepaald tussen ca. 1000 en 1300, vond een grote ontginningsbeweging plaats in Vlaanderen. Het zal het landschap van bossen en heide voorgoed transformeren in een landschap waar akker- en weiland domineren. In een eerste fase is er slechts sprake van verspreide ontginningen. Vanaf de 12e eeuw gebeuren de ontginningen met meer systematiek. Slechts minder goede gronden, zoals de weinig vruchtbare heidegronden, waarvan de ontginning ervan grote investeringen vereisten, werden in de 13e eeuw in cultuur gebracht.21

20 VERHULST, 1995, 118-120. 21 VERHULST, 1995, 134.

35 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Deze minder aantrekkelijke gronden waren voornamelijk gelegen in noordelijk binnen-Vlaanderen. In dit kader moet onder meer de ontginning van de moervaartvallei worden gezien. De grote abdijen hebben de systematische ontginging van de wastines aangevat.22 De verdere ontginning ging uit van de dorpen. Voor de gebieden rond Lochristi en Zeveneken was de initiatiefnemer de Sint-Baafsabdij van Gent. Daarnaast blijkt de ontginning ook het werk te zijn van lieden die vanuit ‘ontginningsdorpen’ het omliggende land verder in cultuur brachten.

Langs het traject zien we in de nabijheid een reeks walgrachtsites: hoeves die zijn begrensd door een brede, natte gracht. Er wordt algemeen aangenomen dat de hoeves met walgracht hun opkomst kennen in de 13e eeuw, en kunnen zodus gesitueerd worden in de laatste fase van de grote ontginningsbeweging. De oprichters van dergelijke boerderijen zijn heel vaak adel en religieuze instellingen.23 In deze regio gaat het voornamelijk om de Gentse Sint-Baafsabdij. Op een figuratieve kaart uit 1569 (zie Figuur 38) zien we al de verschillende hoeves en sites met walgrachten die langsheen de beek werden opgericht tijdens de ontginningsperiode.

22 VERHULST, 1995, 139. 23 CHARLES, LALEMAN, LIEVOIS & STEURBAUT, 2008, 53.

36 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 38: Figuratieve kaart uit 1569 van de Ledebeek van de Gentse Dendermondsesteenweg tot Lokeren en de aanpalende landgoederen en dorpen (van west naar oost) (bron: www.cartesius.be) (schaal niet bekend)

37 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Na de middeleeuwse ontginningsperiode was het grootste deel van het Vlaamse landschap in cultuur gebracht. Het is dit cultuurlandschap dat quasi voor de komende 600 jaar blijft bestaan. Wanneer we het landschap bekijken na de ontginningsfase tot en met de 18e eeuw zien we geen aanwijzingen voor grootschalige ondernemingen voor het herindelen van het gebied rondom het projectgebied.24

1.2.4.4 Ontwikkeling van Lochristi, Beervelde en Zeveneken De Ledebeek vormt de grens tussen Beervelde in het zuiden en Lochristi en Zeveneken in het noorden.

Lo staat voor “open plek in een bos” in het Germaans. De oudste vermelding van Lo gaat terug tot 1210. Lochristi maakte deel uit van het bosrijk gebied ten noordoosten van Gent dat zich uitstrekt tot Lokeren. Het gebied werd door de Heilige Amandus aangekocht als bezit voor de, door hem gestichte, Sint-Baafsabdij. Vanaf de 14e eeuw werd sancti Christi toegevoegd aan de naam Lo om het gebied te kunnen onderscheiden van andere abdijbezittingen met de naam Lo. 25

De oudste vermelding ‘Berenvelt’ klimt op tot een akte van 1309 volgens dewelke Agatha weduwe van Ser Symoens (een poorteres van Gent), een stuk grond afstond aan de pastoor van Destelbergen. Beervelde hing samen met Destelbergen af van de Gentse Sint-Pieterabdij. Beervelde heeft zich ontwikkeld als een typisch straatdorp aan de weg van de wijk Haanhout te Destelbergen naar Lokeren. Het huidige Beervelde is pas in 1921 ontstaan door het samenvoegen van Beervelde met de wijken Vijfhoek, Kootveld, Kerrebroek (Kalken), Magret, Klein Gent () en Ertbuur (Heusden). 26

De vroegste vermelding ‘Seveneken’ dateert uit 1239 en zou ‘een plaats waar zeven eiken staan’ betekenen. Aanvankelijk behoorde Zeveneken met Lochristi tot het boscomplex ten noordoosten van Gent. Zeveneken maakte deel uit van de oudste bezittingen van de Sint-Baafsabdij. Het ontstaan van Zeveneken betekende waarschijnlijk het sluitstuk van de ontginningsbeweging van de abdij van het gebied ten noordoosten van Gent. De typische straatdorp-vorm van Zeveneken zou zoals Lochristi en Beervelde wijzen op een systematische nederzetting na de ontginning in het bos.

1.2.4.5 De evolutie van het landschap vanaf de 18e eeuw tot heden Om de evolutie van het landschap in de voorbije 250 jaar te schetsen wordt gebruik gemaakt van een reeks beschikbare cartografische bronnen, en vanaf het midden van de 20ste eeuw van oude luchtfoto’s.

- Kaart van Ferraris (1771-1777) De kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik werd opgesteld tussen 1771 en 1777 door de graaf de Ferraris. Het is een interessant document, omdat alle gebouwen ingemeten

24 VERHULST 1995, 184. 25 AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 2017: Lochristi [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121321 (geraadpleegd op 6 december 2017). 26 AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED 2017: Beervelde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121322 (geraadpleegd op 12 december 2017).

38 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

werden en ook de omgeving werd vrij waarheidsgetrouw opgetekend (rivieren, grachten, poelen, bossen, hagen, etc.). Er dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat deze kaart vooral vanuit en militair standpunt opgetekend werd. De gebieden die in dat kader minder interessant waren, werden minder nauwkeurig ingemeten. Op Figuur 39 zien we dat het projectgebied/de Ledebeek min of meer correct gegeorefereerd is. De beek is aan beide oevers geflankeerd door een bomenrij. Rondom zien we een heggenlandschap met akkervelden. Ten noorden van de beek onderscheiden we de gemeenten Lochristi en Beervelde, samen met andere bijhorende gehuchten, en in het zuiden onderscheiden we Beervelde. We zien ook sites met walgracht gekarteerd waarvan sommige tot op heden nog aanwezig zijn in het landschap.

- Atlas der Buurtwegen (1841) en Popp-kaart (1842-1879) De kadastrale kaarten die tot de Atlas der Buurtwegen behoren, werden opgemaakt tussen 1843 en 1845 naar aanleiding van de uitvoering van een wet uit 1841. De bedoeling was een inventaris te maken van alle kleine wegen met openbaar karakter. De kaart van Philippe-Christian Popp was een kadasterkaart die werd opgesteld tussen 1842 en 1879. Beide kadasterkaarten tonen nagenoeg dezelfde gegevens. Per deelgebied is het projectgebied op deze kaarten geprojecteerd en deze zijn terug te vinden vanaf Figuur 40 tot en met Figuur 49. Binnen deelgebied 1 bevindt zich het Kasteel Rozelaar, voor het eerst vermeld als ‘ Hof te Rooselaere’ in 1480, net ten noorden van de Ledebeek. Binnen deelgebied 2 zien we op zo’n 500m ten zuiden van het projectgebied een site met walgracht en in het noorden zien we een oude hoeve, genaamd Loobosch. Deelgebied 3, 4 en 5 geven nog een aantal sites met walgracht weer.

- Kaart van Vandermaelen (1846-1854) De topografische kaart van Philippe Vandermaelen werd opgemaakt tussen 1846 en 1854. Hierop staat ook het reliëf aangeduid. Op deze kaart zien we de gemeentegrenzen aangeduid. Het projectgebied / de Ledebeek loopt langsheen de gemeentegrens van Beervelde en Lochristi. Net ten zuiden van het projectgebied zien we de spoorlijn 59 die van Gent naar Antwerpen loopt en die in 1844 werd aangelegd op een smalspoor. Deze spoorlijn is ook te zien op de Popp-kaart maar komt nog niet voor op de Atlas der Buurtwegen. Reliëf is op dit kaartbeeld afwezig, wat te verklaren is door het feit dat er binnen dit gebied heel weinig hoogteverschil is tussen de ruggen en de beekvallei.

- Luchtfoto’s 20ste eeuw Op de luchtfoto’s uit de 20e eeuw zien we dat er aan het projectgebied / de Ledebeek geen bebouwing voorkomt. De omliggende percelen blijven in gebruik als akker- of weiland. We zien de gemeente Lochristi uitbreiden (op Figuur 52) naar de beek toe.

39 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 39: Kaart van Ferraris (1771-1777) met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Koninklijke Bibliotheek van België) (schaal 1:23 000) Kaart niet volledig juist gegeorefereerd.

40 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 40: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000)

Figuur 41: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000)

41 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 42: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000)

Figuur 43: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000)

42 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 44: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000)

Figuur 45: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000)

43 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 46: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000)

Figuur 47: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000)

44 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 48: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000)

Figuur 49: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000)

45 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 50: Kaart van Vandermaelen (1846-1854) met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Koninklijke Bibliotheek van België) (schaal 1:23 000)

46 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 51: Luchtfoto uit 1971 met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:44 000)

Figuur 52: Luchtfoto uit 2016 met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:44 000)

47 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

1.2.5 Archeologisch verwachtingsmodel Om de trefkans op het aantreffen van archeologische resten uit verschillende periodes in te schatten wordt enerzijds rekening gehouden met de landschappelijke ligging van het projectgebied en anderzijds met de specifieke kennis die verzameld werd omtrent reeds gekende vindplaatsen op en nabij het projectgebied.

Voor het archeologisch verwachtingsmodel kan een opdeling worden gemaakt tussen vondstenconcentraties uit de steentijd, die dateren uit de periode van de jager-verzamelaars, en sites met grondsporen, die dateren uit jongere archeologische periodes (vanaf het neolithicum). Uit het bureauonderzoek blijkt dat het projectgebied gelegen is vlak aan de Ledebeek, waardoor een specifieke archeologische verwachting geldt. Enerzijds betreft het de mogelijke aanwezigheid van tijdelijke kampementen en bewoningssites, anderzijds gaat het om specifieke vondsten die gerelateerd zijn aan watergebonden activiteiten.

In de periode van de jager-verzamelaars, was de mens nog niet sedentair en leefde men voornamelijk van jacht, visvangst en het verzamelen van planten en vruchten. Gebieden langsheen beken waren een interessante locatie voor de prehistorische mens gezien de meeste voedselbronnen nabij waren, en ook drinkwater makkelijk bereikbaar was. Met betrekking tot het projectgebied werd voornamelijk op basis van het digitaal terreinmodel bekeken welke landschappelijke positie de locatie heeft. De riviervallei van de Ledebeek kent een heel geleidelijke overgang tussen de hoger gelegen rugjes en het rivierdal zelf, een verschil van 1 tot 2m. Een gradiëntzone tussen de beekvallei en de hoger gelegen zone is niet zichtbaar. Er is lokaal ook heel weinig archeologisch informatie gekend uit de periode van de jager-verzamelaars. Slechts 1 losse lithische vondst werd aangetroffen ten noorden van het projectgebied op een hoger gelegen zone waar de gemeente Lochristi zich zou ontwikkelen. Het projectgebied zelf ligt aan de oever van de beek. De trefkans op het aantreffen van steentijdvindplaatsen is bijgevolg eerder laag. Binnen het projectgebied kunnen wel specifieke vondsten die gerelateerd zijn aan watergebonden activiteiten voorkomen.

Vanaf het neolithicum start langzaamaan het sedentarisatieproces, en wordt landbouw steeds belangrijker, wat ook de locatiekeuze voor de vestiging zal gaan beïnvloeden. Men kiest voornamelijk voor de meest vruchtbare gronden die ook goed ontwateren. In de omgeving van het projectgebied werden geen archeologische sporen aangetroffen. Door de specifieke locatie van het projectgebied binnen een beekvallei, kan de trefkans op het aantreffen van archeologische sporen van landbouw, landinrichting en bewoning vanaf het neolithicum tot aan de Romeinse periode als zeer laag beschouwd worden. Opnieuw kunnen hier wel watergebonden activiteiten hebben plaatsgevonden.

Voor de vroege en de volle middeleeuwen zijn er geen vindplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied, wellicht te wijten aan de aanwezigheid van een groot bosbestand Tijdens de late middeleeuwen (13de - 15de eeuw) zien we hierin een verandering. Heel wat sites met walgracht of bestaande kastelen gaan terug op 13de-eeuwse erven en kunnen worden gelinkt met de start van de ontginning van de wouden. Deze erven liggen niet specifiek op de hogere ruggen, maar zochten soms eerder lagere gebieden op, wellicht in functie van het toevoer van water voor de omwalling. Veel van deze omwalde hoeves blijven doorbestaan tot op vandaag, weliswaar met tal van verbouwingen, of uitgegroeid tot kasteelsites. Ook hier geldt de eerder ongunstige topografische

48 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

ligging, waardoor de verwachting op archeologische restanten (vondsten, grondsporen en structuren) voor deze periodes zeer laag is. ° Algemeen: Zowel de afwezigheid van gekende archeologische sites en vindplaatsen uit de verschillende periodes, evenals de specifieke locatie van het projectgebied langsheen de oever van de Ledebeek, doen sterk vermoeden dat deze archeologisch lege zone sterk overeenkomt met de historische realiteit. Dit lager gelegen gebied, waarbij uitgesproken landschappelijke entiteiten en daardoor ook een variatie aan ecotopen afwezig zijn, werd in het verleden wellicht algemeen vermeden. 27 Tot in de volle middeleeuwen is er sprake van het ‘woud tussen Schelde en ’.

1.2.6 Synthese / beschrijving potentieel op kenniswinst Naar aanleiding van de aanvraag tot een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor het herprofileren van de oever van de Ledebeek in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, werd een archeologienota opgesteld. Voor de archeologienota werd gestart met een vooronderzoek door middel van een bureauonderzoek.

De hierboven gestelde onderzoeksvragen worden hier beantwoord:  Welke gegevens met betrekking tot archeologische waarden in en rondom het projectgebied zijn reeds bekend? Tot op heden zijn geen archeologische sites noch toevalsvondsten aangetroffen binnen en in de omgeving van het projectgebied.  Hoe ziet de geologische en bodemkundige opbouw van het projectgebied eruit? Het projectgebied bevindt zich aan de rand van de Ledebeek. De bodem bestaat uit een fluviatiele afzetting van het Weichseliaan gevolgd door een eolische afzetting van het Weichseliaan en mogelijk Vroeg-Holoceen bestaande uit zand tot zandleem met eventueel hellingsafzettingen. De bodemstructuur bestaat voornamelijk uit een vochtige zandgrond, enkel in het uiterste oosten bestaat de bodem uit een nattere lemige zandgrond. • Hoe kunnen archeologische resten zich manifesteren (sporen, vondstenconcentraties, …) en op welke diepte kunnen deze worden aangetroffen? Vondstenconcentraties worden gelinkt met de archeologische periodes van de jager- verzamelaar (vroege en midden steentijd). o Vindplaatsen van jager-verzamelaars manifesteren zich over het algemeen als vondstenconcentraties bestaande uit bewerkt lithisch materiaal en in mindere mate verkoold organisch materiaal (voornamelijk bot, hazelnoot en houtskool). Sporen uit deze periode zijn slechts uitzonderlijk bewaard. Op de niet-afgedekte zones bevindt het materiaal zich zowel in de ploeglaag als het onderliggend sediment. Door inspoeling en bioturbatie is het materiaal immers verticaal gemigreerd. Of er ook afgedekte horizonten aanwezig zijn waarin dergelijke vondsten kunnen voorkomen, is tot op heden niet gekend. Hiervoor is aanvullend landschappelijk onderzoek noodzakelijk. o Sporenvindplaatsen: Eventuele archeologische resten worden verwacht vanaf de onderzijde van de teelaardelaag. Sporen zullen echter pas goed lees- en interpreteerbaar zijn vanaf de bovenzijde van de C-horizont.

27 IN ’T VEN & DE CLERCQ, 2005

49 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

 Wat was het historisch landgebruik van het projectgebied en wat is het landgebruik nu en wat is de invloed daarvan op de (verwachte) archeologie en (bodem)gaafheid? Volgens de historische bronnen en het historisch kaartmateriaal werd het gebied in de 13e eeuw systematische ontgonnen. Heel wat sites met walgracht of bestaande kastelen gaan terug op 13de-eeuwse erven en kunnen worden gelinkt met de start van de ontginning van de wouden. Deze sites komen in de omgeving van het projectgebied voor maar tot op heden is het projectgebied zelf onbebouwd. Dit zorgt ervoor dat de bodem hoogstwaarschijnlijk enkel verstoring kent door landbouwactiviteiten (ploegen) en dat de eventueel aanwezige archeologische resten nog bewaard zijn vanaf de onderzijde van de teelaardelaag.  Wat is de gespecificeerde verwachting (evenals de verwachte conservering en gaafheid) ten aanzien van nog onbekende archeologische waarden in het gebied? Zowel de afwezigheid van gekende archeologische sites en vindplaatsen uit de verschillende periodes in de omgeving van het projectgebied, evenals de specifieke locatie van het projectgebied langsheen de oever van de Ledebeek, zorgen voor een lage verwachting aan archeologische vondsten of vindplaatsen. Door de specifieke ligging van het projectgebied aan de oever van de beek kunnen specifieke vondsten die gerelateerd zijn aan watergebonden activiteiten voorkomen. Maar door het feit dat de beek in de 13e – 14e eeuw rechtgetrokken is, zouden dergelijke vondsten reeds vergraven kunnen zijn.  Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten? Op de betrokken percelen wordt een deel van de Ledebeek geherprofileerd. Deze herprofilering zal bodemverstoring met zich meebrengen. Maar door de specifieke vorm van het traject, namelijk een lijntraject van maximaal 4 meter breed, én de lage archeologische verwachting, zal verder onderzoek binnen deze zone geen potentiële kennisvermeerdering opleveren.

50 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

2 Bibliografie

2.1 Uitgegeven bronnen

CHARLES, L., LALEMAN, M.C., LIEVOIS, D. & STEURBAUT, P., 2008. Van Walsites en Speelhoven. Het vrije van Gent bij Jaques horenbault (1619). Gent.

DE MOOR G., 1995. Toelichting bij de Quartairgeologische kaart. Kaartblad 14, Lokeren, Brussel.

VAN RANST, E. & SYS C., 2000. Eenduidige legende voor de digitale bodemkaart van Vlaanderen (Schaal 1:20 000). Laboratorium voor Bodemkunde, Universiteit Gent.

IN ’T VEN, I. & DE CLERCQ, W. (eds.), 2005. Een lijn door het landschap. Archeologie en het VTN-project 1997-1998. Deel 1. Archeologie in Vlaanderen. Monografie 5. Deel I.

VERHULST, A., 1995.Landschappen en Landbouw in Middeleeuws Vlaanderen, Gemeentekrediet.

2.2 Geraadpleegde websites www.geopunt.be www.cartesius.be dov.vlaanderen.be geo.onroerenderfgoed.be cai.onroerenderfgoed.be inventaris.onroerenderfgoed.be onderzoeksbalans.onroerenderfgoed.be www.stratigraphy.org/index.php/ics-chart-timescale

51 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

3 Bijlages

Bijlage 1: Afbakening van het projectgebied plan (shp-bestand) Bijlage 2: Plannen van de bouwheer (pdf-bestand) Bijlage 3: Geologisch en archeologisch kader Bijlage 4: Lijst van opgenomen figuren bureauonderzoek

52 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Bijlage 3: Geologisch en archeologisch kader

69-284

284-402

5e E - 6e E -6e E 5e

57v.C. -69

1914-1918

1940-1945

10e E - 12e E -12e E 10e

13e E - 15e E -15e E 13e

16e E - 18e E -18e E 16e

19e E - 20e E -20e E 19e

1050-800 v.C.

9500-8500 v.C.

8500-7800 v.C.

7800-5300 v.C.

5300-4200 v.C.

4200-2850 v.C.

475/450-57v.C.

6e E - 1e helft 8e E 8e helft -1e E 6e

2e helft 8e E - 9e E -9e E 8e helft 2e

35000 -9500 v.C.

800-475/450 v.C.

300000 -35000 v.C.

2850-2100/2000 v.C.

1800/1750-1050 v.C.

2100/2000-1800/1750 v.C.

Frankische periode Frankische

Karolingische periode Karolingische

Merovingische periode Merovingische

Nieuwe tijd Nieuwe

Late IJzertijd Late

Nieuwste tijd Nieuwste

Late Bronstijd Late

Vroege IJzertijd Vroege

Vroege Bronstijd Vroege

Laat- Neolithicum Laat-

Midden-Bronstijd

Laat- Paleolithicum Laat-

Laat- Romeinse tijd Romeinse Laat-

Laat- Mesolithicum Laat-

Vroeg- Neolithicum Vroeg-

Late Middeleeuwen Late

Volle Middeleeuwen Volle

Eerste Wereldoorlog Eerste

Vroeg- Romeinse tijd Romeinse Vroeg-

Vroeg- Mesolithicum Vroeg-

Midden-Neolithicum

Midden- Rominse tijd Midden- Rominse

Tweede Wereldoorlog Tweede

Vroege Middeleeuwen Vroege

Midden-Paleolithicum

Midden-Mesolithicum

IJzertijd

Bronstijd

Neolithicum

Paleolithicum

Romeinse tijd Romeinse

Mesolithicum

Middeleeuwen

Post-Middeleeuwen

STEENTIJDEN

METAALTIJDEN

BRØRUP

BØLLING

ALLERØD

BOREAAL

HENGELO

ODDERADE

DENEKAMP

LATE DRYAS LATE

PREBOREAAL

ATLANTICUM

SUBBOREAAL

AMERSFOORT

MOERSHOOFD

VROEGE DRYAS VROEGE

SUBATLANTICUM

LAAT GLACIAAL LAAT

PLENIGLACIAAL VROEG GLACIAAL VROEG

POSTGLACIAAL

WEICHSELIEN

SAALIEN EEMIEN

PLEISTOCEEN HOLOCEEN

CHRONOLOGISCHKADER

53 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Bijlage 4: lijst van opgenomen figuren bureauonderzoek

Figuur 1: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Openstreetmap) (schaal: 1:100 000) ...... 5 Figuur 2: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Openstreetmap) (schaal: 1:50 000) 5 Figuur 3: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000) ...... 6 Figuur 4: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000) ...... 6 Figuur 5: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000) ...... 7 Figuur 6: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000) ...... 7 Figuur 7: Projectie van het projectgebied op de GRB basiskaart, deelkaart van west naar oost (bron: Geopunt) (schaal: 1:10 000) ...... 8 Figuur 8: Aanduiding van de verschillende typedwarsprofielen geprojecteerd op de GRB-basiskaart (bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Geopunt) (schaal 1:44 000) ...... 9 Figuur 9: Typedwarsprofiel 1 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij) ...... 10 Figuur 10: Typedwarsprofiel 2 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij) ...... 11 Figuur 11: Typedwarsprofiel 3 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij) ...... 12 Figuur 12: Typedwarsprofiel 4 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij) ...... 13 Figuur 13: Typedwarsprofiel 5 (afmetingen: A = vaste bodem, B = slibbodem, C = tussenafstand, D = samengestelde afstand, E = ontwerphoogte, F = tussenafstand ontwerp) (bron: Vlaamse Milieumaatschappij) ...... 14 Figuur 14: Locatie van het projectgebied met aanduiding van de ‘gebieden zonder archeologisch erfgoed’ (donkergroen) (bron: Openstreetmap, www.geopunt.be) (schaal 1:50 000) ...... 15 Figuur 15: Topografische kaart met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt) (schaal: 1:50 000) ...... 20 Figuur 16: Projectie van het deelgebied 1 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000) ...... 20 Figuur 17: Projectie van het deelgebied 2 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000) ...... 21 Figuur 18: Projectie van het deelgebied 3 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (schaal 1:10 000) ...... 21 Figuur 19: Projectie van het deelgebied 4 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (1:10 000) ...... 22 Figuur 20: Projectie van het deelgebied 5 op de bodembedekkingskaart (bron: www.geopunt.be) (1:10 000) ...... 22 Figuur 21: Tertiair geologische kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:44 000) ...... 24 Figuur 22: Quartair geologische kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1: 80 000) ...... 24

54 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 23: Bodemkaart met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 26 Figuur 24: Bodemkaart met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 26 Figuur 25: Bodemkaart met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 27 Figuur 26: Bodemkaart met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 27 Figuur 27: Bodemkaart met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 28 Figuur 28: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:85 000) ...... 29 Figuur 29: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 1 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 29 Figuur 30: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 2 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 30 Figuur 31: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 3 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 30 Figuur 32: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 4 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 31 Figuur 33: Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van deelgebied 5 van het projectgebied en de waterlopen (bron: AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 31 Figuur 34: Potentiële bodemerosiekaart uit 2017 (bron: DOV, Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen, AGIV) (schaal 1:42 000) ...... 32 Figuur 35: Projectie van de gegevens van de Centrale Archeologische Inventaris op de DTM (www.agiv.be en cai.onroerenderfgoed.be) (schaal 1:42 000) ...... 33 Figuur 36: Verspreiding van de bossen (groen) en heidevelden (geel) vóór de grote ontginningsfase. Vroegmiddeleeuwse nederzettingen zijn met een stip weergegeven. In het rood omkaderd de afbakening van het gebied waardoor het traject loopt (Verhulst, 1995, 109) ...... 34 figuur 37 Kaart met plaatsnamen die eindigen op -heem en -ingahem, en daardoor wijzen op Germaanse oorsprong. Voor de zone van het projectgebied is geen Germaanse nederzetting gekend. (Verhulst, 1995, 119) ...... 35 Figuur 38: Figuratieve kaart uit 1569 van de Ledebeek van de Gentse Dendermondsesteenweg tot Lokeren en de aanpalende landgoederen en dorpen (van west naar oost) (bron: www.cartesius.be) (schaal niet bekend) ...... 37 Figuur 39: Kaart van Ferraris (1771-1777) met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Koninklijke Bibliotheek van België) (schaal 1:23 000) Kaart niet volledig juist gegeorefereerd...... 40 Figuur 40: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000) ...... 41 Figuur 41: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 1 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 41 Figuur 42: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000) ...... 42 Figuur 43: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 2 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 42 Figuur 44: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000) ...... 43 Figuur 45: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 3 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 43

55 Herprofilering van de Ledebeek, Lochristi Archeologienota 2017K248

Figuur 46: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000) ...... 44 Figuur 47: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 4 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 44 Figuur 48: Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Provincie Oost-Vlaanderen) (schaal 1:10 000) ...... 45 Figuur 49: Popp-kaart (1842-1879) met projectie van deelgebied 5 van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:10 000) ...... 45 Figuur 50: Kaart van Vandermaelen (1846-1854) met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV, Koninklijke Bibliotheek van België) (schaal 1:23 000) ...... 46 Figuur 51: Luchtfoto uit 1971 met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:44 000) 47 Figuur 52: Luchtfoto uit 2016 met projectie van het projectgebied (bron: Geopunt, AGIV) (schaal 1:44 000) 47

56