METROPOOLREGIO DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

ZITTING 2015 - 2018 AGENDA 19e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

Opening en mededelingen openbaar gedeelte Welkom aan de heer Sjoerd Bosman, interim-directeur Openbaar Vervoer. 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel

Vaststellen verslag 2. Verslag van het openbare gedeelte van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 6 juli 2016 Gevraagd besluit: 1. Het verslag van het openbare gedeelte van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

Ter bespreking 3. Presentaties Kadernota Openbaar Vervoer en Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus De MRDH werkt momenteel aan één integraal Programma van Eisen voor alle busconcessies. Dit Programma van Eisen heeft inhoudelijk samenhang met de Kadernota Openbaar Vervoer. Het voornemen is om beide onderwerpen ter besluitvorming aan te bieden aan de bestuurscommissie van 26 oktober 2016. De bestuurscommissie wordt geïnformeerd over de te maken keuzes en te doorlopen proces richting het vaststellen en ter zienswijze leggen van het Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus. - Gevraagd besluit: 1. Kennis nemen van de presentaties waarin u wordt geïnformeerd over het te doorlopen proces en de te maken keuzes.

4. Aanbesteden of inbesteden busvervoer [nazending] Het voorstel aan de bestuurscommissie komt in de week van 12 september beschikbaar. Een toelichtende notitie en bijhorende rapporten zijn bijgevoegd.

5. Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma MRDH Met het Regionaal Investeringsprogramma ligt er een stevige opdracht voor deze regio. Het is nu aan de eigenaren van de projecten om te zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is echter evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. De bijgevoegde notitie beschrijft het

Pagina 1 van 6 voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het Regionaal Investeringsprogramma. Hetzelfde besluit zal worden voorgelegd aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat op 22 september. - Gevraagd besluit: Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het Regionaal Investeringsprogramma, met: 1. Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. 2. De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze notitie 'Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma'. 3. De bestuurlijk eigenaren van de projecten te verzoeken uiterlijk 1 december 2016 met een collegebesluit aan te geven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanagerZ-leider is en welk resultaat wanneer bereikt moet worden. 4. De voorgestelde keuze van de focusprojecten. 5. Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een 'special' te organiseren om de balans op te maken. 6. De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december 2016.

Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via [email protected] en [email protected].

6. Subsidielijst Vervoersautoriteit MRDH De bijgevoegde lijst bevat alle voorgestelde subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer verzameld in één tabel. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting, maar vallen buiten het verleende ondermandaat. - Gevraagd besluit: 1. De lijst van subsidies en gunningen vast te stellen.

7. Verlengen concessie Haaglanden Regio De MRDH heeft op 27 september 2008 een concessie verleend aan Veolia voor de exploitatie van het busvervoer in Haaglanden Regio voor de periode augustus 2009 - augustus 2017. De MRDH heeft ambtelijk met Veolia overeenstemming bereikt over de voorwaarden van de verlenging. De verlenging leidt tot kwaliteitsverbetering in het Openbaar Vervoer (Wifi, chipkaartapparatuur in buurtbussen, tien nieuwe bussen ter vervanging van andere voertuigen) en gelijktijdig een lagere exploitatiebijdrage. Verder zijn met Veolia goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken.

Pagina 2 van 6 - Gevraagd besluit: 1. De concessie Haaglanden Regio aan Veolia Transport Nederland met twee jaar te verlengen van 27 augustus 2017 tot zondag 25 augustus 2019 conform het in bijlage 1 genoemde voorstel. 2. De bijgevoegde brief aan Veolia Transport Nederland (onderdeel van Transdev Nederland Holding N.V.) over deze verlenging vaststellen(bijlage 2).

8. Loon- prijspeilaanpassingen 2016 RET en Connexxion De concessiehouders RET N.V. en Connexxion Openbaar Vervoer N.V. ontvangen voor het uitvoeren van de concessies/contracten (exploitatie)subsidies van de MRDH. De subsidies zijn in december 2015 verleend op basis van het prijspeil 2015. In de beschikkingen is aangegeven, dat de subsidies in het najaar van 2016 worden geïndexeerd naar prijspeil 2016. Dit gebeurt op basis van de in de concessie/in het contract afgesproken index. - Gevraagd besluit: 1. De loon- en prijspeilaanpassing 2016 voor de (exploitatie)subsidies OV vast te stellen op 1,6890); 2. Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 de volgende aanvullende subsidies te verlenen: a. C 707.583,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur; b. C 14.689,- aan RET N.V. voor de exploitatie van de Fast Ferry; c. C 3.433,- aan de RET N.V. voor Regie en Ontwikkeling; d. C 224.885,- aan RET N.V. voor de concessie Rail; e. C 557.068,- aan de RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid; f. C 152.822,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing; g. C 6.803,- aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail); h. C 150.833,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Voorne-Putten/; i. C 9.724,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Parkshuttle Rivium.

9. Samenwerkingsovereenkomst vervanging St. Sebastiaansbrug De intentieovereenkomst (vastgesteld op 7 december 2015) is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsorganisatie is nader ingevuld, met voor de MRDH de coördinerende rol tussen de partners en als het gaat om de aansturing van het ingenieursbureau Rotterdam. De coördinerende rol laat onverlet de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor en dus risico binnen het project. Het risico wordt voor een derde door alle partners gedragen. Verder zijn de afspraken over de omleidingskosten herzien. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug.

Pagina 3 van 6 10. Aanpassing budgetten Netwerk RandstadRail Op 6 december 2010 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Den Haag en MRDH waarin afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR). Naar aanleiding van deze overeenkomst zijn de kosten voor spoormaterialen en -complexen ten behoeven van NRR in de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag opgenomen. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op verzoek van de gemeente Den Haag op 13 maart 2013 ingestemd om het subsidie-instrument toe te passen voor projecten in het kader van Netwerk RandstadRail die door de HTM buiten de concessie worden uitgevoerd. Hieronder valt ook de aanschaf en inbouw van spoorcomplexen en -materialen. Dit voorgesteld besluit voorziet in een tweede aanpassing in de wijze waarop de budgetten verstrekt worden aan de gemeente Den Haag. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met het verlagen van de opdrachtsom voor de uitvoering van het programma Netwerk RandstadRail aan gemeente Den Haag met betrekking tot spoorse materialen en wisselcomplexen met een totaal bedrag van C 7.751.926.

11. Vaststellen diverse subsidies Mobiliteitsfonds Haaglanden Voorgesteld wordt om de subsidies vast te stellen voor Verkeerseducatie voorgezet onderwijs deel 1 en 2 en Schoon rijden Haaglanden We Share. - Gevraagd besluit: 1. De volgende subsidies op grond van artikel 25 van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 vast te stellen, waarbij in afwijking van deze verordening niet om een accountantsverklaring wordt gevraagd: a. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 1 (HCO), vast te stellen op C 45.798,32 exclusief BTW (beschikking 05VDN002 d.d. 29 juni 2005); b. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO), vast te stellen op C 47.200,00 exclusief BTW (beschikking 07VDN001 d.d. 6 februari 2008); c. Schoon rijden Haaglanden We Share (Urgenda), vast te stellen op C 82.710,92 exclusief BTW (beschikking 13MDN001 d.d. 11 december 2013).

12. Convenant fietsparkeren bij NS-stations [nazending] Het voorstel aan de bestuurscommissie komt in de week van 12 september beschikbaar.

13. Beschikking knooppuntontwikkeling Den Haag CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein Op basis van de prognose van ProRail, NS en de gemeente Den Haag is er in 2020 een behoefte aan 12.000 fietsparkeerplekken. In de periode 2012-2015 is het aantal fietsenstallingen uitgebreid van 5.100 in 2012 tot 7.350 plekken in 2015. Het project fietsparkeren Koningin Julianaplein is onderdeel van een het totale project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren. Al eerder is subsidie verleend voor fietsenstallingen op de locaties Prins Bernardviaduct (zijde Rijnstraat), Prins Bernardviaduct (zijde Anna van Buerenstraat) en bovengrondse stalling Koningin Julianaplein, waarbij ca. 2.100 fietsenstallingplaatsen zijn gerealiseerd.

Pagina 4 van 6 - Gevraagd besluit: 1. Het verlenen van de door de gemeente Den Haag gevraagde subsidie voor het project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein voor het bedrag van C 1.924.396,42, als onderdeel van de Beter Benutten - maatregel 21b.

14. Budget programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden Het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden is het bereikbaarheidsprogramma dat loopt tot eind 2017. In de Stuurgroep Beter Benutten Vervolg Haaglanden d.d. 18 augustus 2016 is er overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen over de invulling en omvang van het programma. Ter realisatie heeft de Rijksoverheid toereikend budget, de MRDH heeft daarentegen niet genoeg aan het eerder vastgestelde budget van C 11 miljoen. De totale bijdrage van de MRDH aan het programma Beter Benutten Vervolg komt op C 15.613.776. Dit resulteert in een tekort van C 2.190.130. - Gevraagd besluit: 1. Een extra budget vast te stellen van C 2.190.130 ten behoeve van het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden, te dekken uit onderbesteding uit het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1).

15. Vergaderplanning 2017 bestuurscommissie Vervoersautoriteit De bestuurscommissie Vervoersautoriteit dient de data vast te stellen voor de reguliere vergaderingen van de bestuurscommissie. De vergaderingen van de (bestuurlijke) gremia zijn zo op elkaar afgestemd dat de doorlooptijd van besluiten zo kort mogelijk is. Ter informatie is de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat bijgevoegd. De data en tijden zijn op 9 augustus jl. gecommuniceerd met de leden en hun secretariaten. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de vergaderdata van de bestuurscommissie voor 2017.

Ter informatie 16. Verslag studiereis Provincie Zuid-Holland en Vervoersautoriteit MRDH van 16 en 17 juni 2016.

Rondvraag en sluiting van het openbare deel De vergadering wordt in beslotenheid voortgezet.

Pagina 5 van 6 PUNTEN VAN BEHANDELING - BESLOTEN

Opening en mededelingen besloten gedeelte 17. Vaststellen van de agenda van het besloten deel

Besluitenlijst en verslag - besloten gedeelte 18. Verslag van het besloten gedeelte van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit - Gevraagd besluit: 1. Het conceptverslag van het besloten gedeelte van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

19. Besluitenlijst van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 6 juli 2016 - Gevraagd besluit: 1. De conceptbesluitenlijst van de 18e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

Ter bespreking 20. Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimt en Transport Besproken wordt de inbreng van de MRDH/Zuidelijke Randstad in het BO-MIRT van 13 oktober 2016. PZH en MRDH zetten in op het komen tot afspraken met het Rijk over het Regionale Investeringsprogramma. Hierbij gaat het om afspraken over de wijze van samenwerken aan de realisatie van het RI op basis van een aantal voorbeelden. Daarnaast staat de besluitvorming van het Kabinet over de verlenging van het Infrastructuurfonds op de agenda. In dit het kader zet de regio in op viersporigheid Delft-, programma aansluitingen HWN/OWN, Oeververbinding Rotterdam en N59. Daarnaast willen PZH en MRDH op korte termijn afspraken maken met Rijk over de realisatie van plan Kooman (voorkeursvariant D) om effectief tot viersporigheid tussen Schiedam en Rotterdam te komen. - Gevraagd besluit: 1. Kennis nemen van agenda BO MIRT en inzet regio hierin.

Hamerstukken

Ter informatie

Rondvraag en sluiting besloten gedeelte

Volgende vergadering: woensdag 26 oktober 2016, 09.30 tot 11.30 uur bij de MRDH, zaal G

Pagina 6 van 6 METROPOOLREGIO VERSLAG

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016

OPENBAAR G. Opening en mededelingen

De voorzitter opent de openbare vergadering en alle afwezigen zijn gelijk als bij het besloten deel. De heer Van Hemert geeft aan dat er een bezoek is gebracht aan ABB, een bedrijf dat gespecialiseerd is in snelladers. Dit was een zeer nuttig bezoek en misschien kan er een gevolg aan gegeven worden. De voorzitter meldt dat de heer Donk, voorzitter OR HTM, op 15 juni voor deze vergadering om inspreektijd verzocht heeft over het agendapunt K.2 'Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden'. De spreektekst van de heer Donk is bijgesloten bij het verslag.

De heer Langenberg (voorzitter) neemt het voorzitterschap van deze vergadering over van de heer De Bruijn (plv. voorzitter).

De voorzitter geeft aan dat er uit Sarajevo belangstelling is voor oude trams van HTM. Er is onderzoek gedaan naar asbest. De directeur van uit vervoersbedrijf GRAS uit Sarajevo en de minister van Verkeer zullen de optie voor de overdracht van de trams verder bekijken en bespreken.

H. Vaststellen verslag H. 1. Concept samenvattend verslag van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 - openbare gedeelte De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbare gedeelte vast van de vergadering van 15 juni 2016.

I. Hamerstukken

De voorzitter geeft aan dat het voorstel is om de hamerstukken (agendapunt I.1 t/m I.10) hierbij af te doen door conform te besluiten.

1.1. Consortiumovereenkomst onderzoeksprogramma SURF STAD De bestuurscommissie stemt in met: I.Ondertekening van de consortiumovereenkomst voor het onderzoeksprogramma SURF STAD door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit.

1.2. Pilot Zuidelijke Randstad Toekomstbeeld OV 2040 De heer Lacroix geeft aan dat in december en maart bijeenkomsten zijn geweest. De pilot is nu afgerond. De MRDH levert daarmee een bijdrage aan de landelijke discussie. Aan de landelijke spoortafel wordt het resultaat besproken. De heer Vermeulen en de heer Langenberg zijn bij dit overleg aanwezig. I&M wil graag op 24 augustus nog een bijeenkomst koppelen aan het presidium om te praten over het verdere traject. Een uitnodiging volgt nog (vergadering is gepland op 1 september). De heer Houtkamp vraagt of dit een bouwsteen wordt voor de kadernota of voor dit proces. Er wordt aandacht gevraagd voor alle magneetpunten omdat die elk hun eigen periferie hebben. Het is zaak niet alleen te kijken naar solide en robuust railvervoer, maar ook naar snelle busverbindingen over langere afstanden. De heer Vermeulen geeft aan dat als regio dicht bij de uitkomst gebleven moet worden van de conclusies bij het onderzoek. Vervoerders hebben eigen toekomstbeelden en dit kan ervoor zorgen

1 dat er partijen kunnen afhaken. Zuid-Holland loopt echt voorop, maar de rest van Nederland moet erbij betrokken worden en aanhaken. Het is zaak om niet of voor de muziek uit te lopen. De heer Vermeulen vraagt aandacht om vast te houden aan de visie van Stedenbaan en niet aan andere visies (van vervoerders). De heer Harpe deelt de zorg over de voortgang en aanhaking van de andere landsdelen. Het gremium Stedenbaan kan gebruikt worden om zorgen weg te nemen. De voorzitter geeft aan dat bestuurders zorgen voor een visie en dat zij hierover gaan en niet de uitvoerders. Vervoerders moeten goed aangehaakt worden. Er kan in klein beraad nogmaals over het onderwerp doorgepraat worden. Na het zomerreces wordt een bijeenkomst Stedenbaan gepland.

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis nemen van de tien uitgangspunten voor de toekomst van het OV in de Zuidelijke Randstad die resulteren uit de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad. 2. Kennis nemen van de rol van de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad in het nationale proces en dat de afstemming met de andere schaalniveaus en landsdelen mogelijk nog tot aanpassing van de uitgangspunten zou kunnen leiden. 3. Kennis nemen van het voornemen te komen tot een actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad ter implementatie van de tien principes in concrete acties. 4. Besluiten dat de tien uitgangspunten de basis zijn voor de verdere uitwerking van het toekomstige HOV-netwerk in de Zuidelijke Randstad onder gezamenlijke regie van PZH en MRDH en de daartoe te verrichten beleidsuitwerkingen, verkenningen en studies inclusief het Regionaal Investeringsprogramma en de analysefase van het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag. 5. De wens te uiten de actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad daartoe toe te voegen aan de samenwerkingsiconen PZH-MRDH en opdracht te geven om te onderzoeken hoe de samenwerking in het kader van Stedenbaan de verdere implementatie van Toekomstbeeld OV inclusief de afstemming met ruimte en wonen kan ondersteunen.

I.3. Verbeteren OV-bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport De heer Lacroix geeft een korte toelichting. Het advies is vastgesteld in de bestuurscommissie en quickwinns zijn er geformuleerd en inmiddels ook uitgevoerd.De railverbinding vanuit de Noordkant is geen haalbare kaart, maar er is wel mogelijkheid voor een busverbinding. De metro voorziet in de aanwas van reizigers vanuit Rotterdam en Den Haag. RET heeft onderzoek gedaan naar de verbinding met de bus. Structurele buslijnen zijn echter lastig rendabel te maken naar de luchthaven. De heer Van Hemert geeft aan dat er nog steeds gewacht op antwoord op het onderzoek naar verbinding tussen Westland-Delft--Rijswijk-RTHA. Er komen nog nieuwe woningen (3500) in Rijswijk Buiten. Deze wijk heeft echter geen openbaar vervoer. Graag nogmaals aandacht voor dit onderzoek en dit is 2 jaar terug ook al aangekondigd in de pers. Er is bekendheid nodig voor de kosten van dit onderzoek en de kosten voor dit traject. De heer Harpe merkt op dat het lastig is om aannames te doen als de bus nog niet rijdt. Er is afgesproken om te kijken of er een slimme combinatie te vinden is van innovatief vraag gestuurd vervoer en dat er wellicht een schema mogelijk is dat afgestemd is op de vluchten. De heer Meijer sluit aan bij de punten van Delft en Rijswijk. Kijk ook naar het overstapstation en de functie van het station Rijswijk, want dit wordt gemist. Westland is ook van economisch belang voor RTHA. Kijk naar een win-win situatie en onderzoek uitbreiding van OV naar de woonwijk Rijswijk Buiten. De heer Vermeulen geeft aan dat Provinciale Staten gevraagd heeft om het belang van de naamswijziging Meijersplein onder de aandacht te brengen. Den Haag verwacht een goede financiële onderbouwing voor de naamswijziging, voordat de financiering toegezegd wordt door Den Haag. De heer Lacroix geeft aan dat de busverbinding Delft CS naar Alexander is onderzocht, dus niet vanuit Westland en vanuit Rijswijk. Belangrijk is als men kijkt naar de behoefte van de bereikbaarheid van luchthaven dan voldoet een bus vaak niet. Reizigers verlangen een goede aansluiting naar RTHA en waarschijnlijk is dat vervoer op maat.

2 Voor spoor 3 wordt er een verkenner aangesteld die in gesprek gaat met mobiliteitsaanbieders in de regio. Hierachter zit ook een drijvende kracht van een CEO Schiphol. Ook wordt in gesprek gegaan met de vraagkant. De naamswijziging is nu een probleem omdat er niet veel gereisd wordt naar RTHA vanaf Meijersplein. Een betere connectie van Meijersplein naar de terminal is belangrijk. Op korte termijn komt via Beter Benutten een kwaliteitsimpuls Meijersplein m.b.t. de verbinding met de terminal RTHA. RET heeft onderzoek gedaan naar de kosten voor de naamswijziging van Meijersplein en deze komen uit op maximaal C 800.000. De voorzitter geeft aan dat Rotterdam voorstander is van mobility as service (MAAS) en dit onderzoek wordt gestart in september in samenwerking met de Verkeersonderneming. Een extra impuls is goed, maar kijk ook naar de andere verbindingen is de opmerking. .Dit onderwerp komt na het zomerreces terug in de bestuurscommissie ter bespreking in de bestuurscommissie. De heer Harpe geeft aan dat Delft niet is meegenomen in het onderzoek naar de verbinding naar RTHA en wil aandacht voor Delft. Delft wil graag meegenomen worden in MAAS en op de hoogte gesteld worden over het onderzoek. De heer Vermeulen vraagt of er kans is om de campus Leiden mee te nemen in het onderzoek MAAS. De bestuurscommissie geeft aan dat de naamswijziging zo snel mogelijk doorgevoerd moet worden bij Meijersplein. Het onderwerp wordt besproken in het presidium op 24 augustus 2016.

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 1 quick wins 2. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 3 mobiliteitsdiensten 3. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 4 verbinding RTHA-Meijersplein 4. Vaststellen dat aanpassing van de naam van metrohalte Meijersplein naar een nog te bepalen nieuwe naam mogelijk is mits: » Een significante verbetering wordt bereikt in de verbinding tussen de halte en de luchthaventerminal. » De gemeente Rotterdam een formeel verzoek tot naamswijziging indient. » De kosten van de naamswijziging zoveel mogelijk zijn beperkt door te combineren met naamswijzigingen elders in het net. » De partijen MRDH, RTHA, Den Haag en Rotterdam ieder 2500j van deze kosten dragen. » Over de concrete financiële consequenties later te besluiten op basis van een onderbouwd voorstel. 5. Vaststellen dat op de luchthaven gerichte aanpassingen van het huidige busnet nu onvoldoende kosteneffectief zijn, de RET te vragen een nader marktonderzoek te doen naar de kansen van opnemen van Delft, Rijswijk en Westland in de busverbinding naar de luchthaven, de mogelijke spitsdienst Zoetermeer-Schiedam en in toekomstige verkenningen naar het HOV-net in het gebied tussen Zoetermeer, Rotterdam en Delft/Den Haag RTHA als mogelijke bestemming mee te wegen in de netwerkontwikkeling.

I.4. Herziene beschikking vervoersknoop Bleizo De bestuurscommissie stemt in met: 1.De vigerende beschikking 14TZR001 met bijbehorende verplichtingen ad C 62.229.378 minus de betaling ad C 4.000.000 in te trekken; 2.In te stemmen met het afwijken van het in de subsidieverordening genoemde VAT-percentage op voorwaarde dat het beschikbare budget niet wordt overschreden. 3.Een nieuwe beschikking 16OZO0027 af te geven voor vervoersknoop Bleizo ad C 52.980.000 exclusief BTW aan de gemeente Zoetermeer; 1. Een reservering op te nemen voor betaling in 2019 van de Bedieningsovereenkomst ad C 5.500.000 exclusief BTW + indexering aan de NS 2. Een bedrag van C 150.000 exclusief BTW ter beschikking te stellen ten behoeve van het uitvoeren van onafhankelijke kwaliteitscontroles

3 1.5. Bevoorschotting HTM Rail 2016 inzake invoer Avenio railvoertuigen De bestuurscommissie stemt in met: I. Het vaststellen van de bevoorschotting aan HTM Personenvervoer N.V. voor het jaar 2016 van C II. 280.000 in verband met de inzet van de Avenio railvoertuigen voor de uitvoering van de dienstregeling.

1.6. Indexering subsidie voor project Rotterdamse baan De bestuurscommissie stemt in met: I.Het nog niet bestede deel van de subsidie aan de gemeente Den Haag voor het project Rotterdamse baan te indexeren naar prijspeil 2015, conform de beschikking d.d. 9 oktober 2013, waarbij een bedrag van C 285.964,- ten laste wordt gebracht van het Regiofonds (BOR) en een bedrag van C 429.703 ten laste wordt gebracht van het Mobiliteitsfonds Haaglanden.

1.7. Meerjarenplanning en -analyse wegwerkzaamheden en evenementen Zuid-Holland De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis te nemen van de meerjarenplanning en -analyse werkwerkzaamheden en evenementen in de provincie Zuid-Holland 2017-2021. 2. Binnen de eigen gemeente (als wegbeheerder) na te gaan of er voldaan wordt aan de afstemverplichtingen door wegwerkzaamheden en evenementen in te voeren in LTC en af te stemmen via de regionale afstemoverleggen.

1.8. Brief aan gemeente Zuidplas inzake lobby A20 Nieuwerkerk-Gouda De bestuurscommissie stemt in met: 1. Bijgevoegde brief aan de gemeente Zuidplas vast te stellen waarin de medeondertekening van een Position Paper ter versnelling van het project A20 Nieuwerkerk-Gouda niet wordt gesteund.

De heer Vermeulen vraagt aandacht voor de lobby naar het rijk voor dit onderwerp. De heer Immerzeel geeft aan dat de MRDH het project A20 ondersteunt omdat dit de nummer 5 van de prioriteitenlijst is van het BO MIRT. Bij het ministerie staat het ter uitvoering in de boeken tussen 2023 en 2026 en dit sluit exact aan bij Rotterdam Vooruit voor de A16. Mevrouw Mourik geeft aan dat Voorne-Putten het voorstel voor medeondertekening niet ondersteunt. De voorzitter geeft aan dat de Positition Paper wordt ondersteund, maar niet door de bestuurscommissie wordt ondertekend. Het besluit en de brief worden aangepast.

1.9. Beslissing op bezwaar Advier De bestuurscommissie stemt in met: 1.Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling "Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling "haalbaarheidsstudie Multi-Use Transferium Delft" het advies van de Algemene Bezwaarschriften Commissie in zijn geheel over te nemen en: » de bezwaren tegen de beslissing van de Stuurgroep Beter benutten om het project te beëindigen niet-ontvankelijk te verklaren; » de bezwaren tegen het besluit tot vaststelling van de subsidie en de bezwaren tegen de terugvordering ongegrond te verklaren; » het bestreden besluit te handhaven. » Advier middels bijgevoegde beslissing op bezwaar te informeren.

1.10. Bestuurlijke voorziening voor besluitvorming tijdens het zomerreces De bestuurscommissie stemt in met: 1.In verband met het zomerreces voor een beperkte periode een mandaat/volmacht te verlenen aan de directeur Vervoersautoriteit of zijn plaatsvervanger tezamen met: » mevrouw C. Mourik voor de weken 28, 29 en 34 » de heer P.J. Langenberg voor de weken 30, 31 en 32 » de heer M.J. Rosier voor week 33

4 om in spoedeisende gevallen, waarbij aantoonbaar met besluitvorming niet gewacht kan worden tot na het zomerreces, namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit/de voorzitter te besluiten en te ondertekenen.

J. Ter informatie

J.1. Terugblik adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 15 juni 2016 De heer Van Sluis spreekt zijn verbazing uit over het inspreekrecht bij de adviescommissies. De heer Gleijm geeft aan dat nog gekeken wordt naar de besluitvormingsbevoegdheid en rolvastheid van de adviescommissie. De voorzitter merkt op dat het proces van het Investeringsprogramma niet in goede aarde is gevallen bij de Rotterdamse raadsleden. Dit is een leerpunt voor de MRDH en nog een aandachtspunt is de naamsbekendheid van de MRDH.

J.2. Terugblik algemeen bestuur MRDH d.d. 1 juli 2016 De heer Immerzeel merkt op dat de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is vastgesteld door het AB van 1 juli.

K. Ter bespreking

K.1. Vervoerplannen 2017 De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis te nemen van de vervoerplannen 2017 van HTM, HTMbuzz, Veolia, RET en Connexxion. 2. Kennis te nemen van de binnengekomen reacties op de ontwerp-vervoerplannen 2017. 3.Instemmen met de Nota van Reactie. 4.Instemmen met de invoering van de vervoerplannen 2017 per 11 december 2016. 5.Uitvoering geven aan de reactie van de adviescommissie door het onderwerp burgerparticipatie mee te nemen in de evaluatie van de gemeenschappelijke regeling.

De heer Van Noort en de heer Houtkamp vragen aandacht voor de Nota van Reactie en de beantwoording aan de gemeenten. De heer Bavelaar geeft aan dat er nog contact opgenomen wordt met Barendrecht en Schiedam om hun aangegeven punten te bespreken. De heer Harpe geeft aan dat er een brief is verstuurd aan de bestuurscommissie van fracties uit Delft over een motie die is ingediend inzake buslijn 62. De bestuurscommissie besluit dat er een formele reactie van de bestuurscommissie geschreven wordt dat de fracties zich kunnen wenden tot hun college. De heer Bavelaar geeft aan dat er een voorstel komt om 1x de procedure te doorlopen voor de vervoerplannen 2018. De vervoerplannen hebben dan een looptijd van 16 maanden i.p.v.12 maanden. De reactietermijn wordt 8 weken voor gemeenten i.p.v. de huidige 6 weken.

K.2. Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden A. Gunningsbesluit concessie Rail Rotterdam 2016 De bestuurscommissie stemt in met: 1. Op basis van het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Rotterdam 2016-2026 te gunnen aan RET N.V.; 2. De portefeuillehouder Middelen conform bijgevoegde volmacht te machtigen om de zeggenschap (een aandeel) RET N.V. te verwerven; 3. In te stemmen met de voorgestelde samenwerkingsverklaring tussen MRDH en RET N.V.; 4. De voorzitter van de bestuurscommissie te machtigen de bijgevoegde samenwerkingsverklaring te ondertekenen; 5. De concessie Rail Rotterdam 2016-2026 te gunnen aan RET N.V.; 6. De voorzitter van de bestuurscommissie te machtigen het bijgevoegde gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen; 7. De portefeuillehouder Middelen conform bijgevoegde volmacht te machtigen alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren;

5 8. Bijgaande brief aan de gemeenteraden te laten ondertekenen door de voorzitter van de bestuurscommissie; 9. Bijgaand persbericht vast te stellen en te verspreiden.

B. Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016 De bestuurscommissie stemt in met: 1.Op basis van het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Haaglanden 2016-2026 te gunnen aan HTM Personenvervoer N.V. 2.Bijgaand persbericht vast te stellen en te verspreiden.

De portefeuillehouder Middelen geeft grote complimenten voor de ambtelijke organisatie. Er is ontzettend veel werk verzet in dit dossier. De voorzitter dankt de portefeuillehouder Middelen voor zijn inzet bij het tot stand komen van de concessies Rail. Er komt een evaluatie van het proces om te bekijken waar er ruimte is voor verbetering voor lering m.b.t. tot de concessies bus.

L. Rondvraag en sluiting De heer Rosier geeft aan dat voor knooppunt BLEIZO een samenwerkingsovereenkomst ondertekend is met Prorail. Gemeente Zoetermeer gaat namens MRDH samen met Prorail het treinstation bouwen en dit is een unieke constructie.

De heer Kist nodigt de leden van de bestuurscommissie uit voor de Eneco tour op 8 en 9 augustus 2017.

6 Aanwezig Rotterdam P.J. Langenberg (voorzitter) Den Haag Th.J.A.M. de Bruijn Zoetermeer M.J. Rosier Barendrecht L. van Noort A.A. Schoon Capelle aan den IJssel D.P. van Sluis Delft L.B. Harpe Hellevoetsluis C.J.A. van Lith Krimpen aan den IJssel C.A. Oosterwijk (plv) Leidschendam-Voorburg F.J. Kist Midden-Delfland H.H.V. Horlings Nissewaard C. Mourik Pijnacker-Nootdorp P. Melzer Rijswijk R. van Hemert Schiedam M.C.J. Houtkamp Westland A.W. Meijer Wassenaar L. Doorn

Staf Vervoersautoriteit A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit) Vervoersautoriteit E.L.P.G. Bavelaar (manager Openbaar Vervoer) Vervoersautoriteit J.W. Immerzeel (manager Verkeer) Bedrijfsvoering D. Dijs (voorlichting) Bedrijfsvoering W. Dekker (bestuurszaken) Bedrijfsvoering T. van Mourik (bestuurszaken)

Afwezig Albrandswaard J.E. de Leeuwe Lansingerland S. Fortuyn C. Pleijsier Ridderkerk Dhr. V.A. Smit R. van Harten Westvoorne P. Blok - Van Werkhoven

7 8 METROPOOLREGIO Vergadering: 21 september 2016 ROTTERDAM DEN HAAG Agendapunt: 4

Onderwerp: Aan- of inbesteding busvervoer Datum: 21 september 2016 Contactpersoon: Gertjan Nijsink Telefoonnummer: 088 5445 143

Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,

Op 15 juni 2016 bent u geïnformeerd over de stand van zaken wat betreft de busconcessies. Essentie is dat in de komende periode (tot december 2019) alle busconcessies van de MRDH opnieuw moeten worden verleend, middels aanbesteding dan wel inbesteding. De concessieverleningen kennen een strakke planning. Tijdige besluitvorming is vereist om te voorkomen dat de continuïteit van het busvervoer in gevaar komt doordat een of meerdere busconcessies niet tijdig kunnen worden verleend en geïmplementeerd.

De MRDH werkt momenteel aan één integraal Programma van Eisen voor alle busconcessies. Dit Programma van Eisen heeft inhoudelijk samenhang met de Kadernota die gelijktijdig wordt opgesteld. Het voornemen is om zowel de ontwerp Kadernota als het ontwerp Programma van Eisen voor de busconcessies in oktober 2016 ter besluitvorming aan de bestuurscommissie voor te leggen.

Twee varianten De Wet personenvervoer 2000 biedt de MRDH de keuze of zij het openbaar vervoer in haar gebied openbaar wil aanbesteden (zoals verplicht in heel Nederland, met uitzondering van de metropoolregio's MRDH en Amsterdam) of wil inbesteden. Motivatie voor deze keuzevrijheid is dat de complexe stedelijke OV-netwerken, met name het railvervoer, zich wellicht minder lenen om openbaar aanbesteed te worden. Achterliggende reden is de politieke wens vanuit de grote steden (eigenaren van de stedelijke vervoerbedrijven) en de lobby vanuit de stedelijke vervoerbedrijven om door inbesteding continuïteit voor het bedrijf te realiseren.

RET en HTM hebben de wens geuit dat de MRDH de toekomstige concessies Bus Rotterdam e.o. en Bus Haaglanden Stad inbesteed. Beide concessies zijn in 2012 openbaar aanbesteed, en toen gewonnen door RET en HTM. Merk daarbij op dat de concessie Bus Rotterdam e.o. een samenvoeging is van de eerdere Rotterdamse stads- en streekbusconcessie.

MRDH heeft twee keuzemogelijkheden: ofwel handhaven van haar beleid dat niet- railgebonden OV-systemen openbaar worden aanbesteed, ofwel het inbesteden van de 'stadsbusconcessies'. Beide keuzes hebben hun voors en tegens, zoals de tabel op de volgende pagina toont. Voor een verdere toelichting zie pagina 5 en verder.

1 Afweging alternatieven 'aanbesteden' of 'inbesteden' busvervoer

Belangen MRDH:

Criterium Aanbesteding concessies Inbesteding concessies Toelichting Bus Rotterdam e.o. en Bus Rotterdam e.o. en Bus Haaglanden Stad Bus Haaglanden Stad

Prijs-kwaliteitverhouding + Externe studies en ervaringen van (rechtsvoorgangers) MRDH wijzen uit dat aanbesteding leidt tot een betere prijs- kwaliteitverhouding van het OV dan inbesteding, ofwel meer vervoer gegeven het beschikbare budget dan bij inbesteding mogelijk is.

Vervoerkundige effecten + Bij aanbesteding van alle concessies is samenvoeging van busconcessies Haaglandse stads- en streekbusconcessie mogelijk. Dit heeft vervoerkundige voordelen: betere afstemming, efficiencyvoordelen.

Samenhang tussen m m 1 + Bij inbesteding van railconcessie én busconcessie in één bus en rail gebied is interne afstemming concessiehouder eenvoudiger. Bij aanbesteding wordt samenhang bereikt door stellen eisen (concessievoorwaarden) door MRDH, zoals ook in huidige situatie gebeurt.

Samenhang met m 1 + m Geen sterke invloed op vraagstuk 'aan- of inbesteden'. In 'onderkant van de markt' beide varianten is het mogelijk om dit onderdeel van de concessie te maken dan wel apart in te kopen. Marktpartijen lijken iets meer ervaring te hebben met combinatie van 'grote bussen' met flexibele systemen.

Realisatie zero emissie + m Marktpartijen hebben meer ervaring met zero emissie en hebben meer mogelijkheden voor risicospreiding dan RET en HTM. Bij inbesteding zullen risico's (al dan niet via aandeelhouder) eerder bij MRDH liggen.

Juridische robuustheid m m Zowel aanbesteding als inbesteding leveren juridische risico's op.

2 Belangen derden:

Criterium Aanbesteding concessies Inbesteding concessies Toelichting Bus Rotterdam e.o. en Bus Rotterdam e.o. en Haaglanden Stad Haaglanden Stad

Politieke wensen + I - + I - Uit zienswijzeprocedure verwerven aandeel RET en HTM (in inliggende gemeenten kader van inbesteding Rail) blijkt voorkeur van Rotterdam en Den Haag voor inbesteden, en voorkeur van verschillende overige gemeenten voor openbaar aanbesteden. Beide varianten liggen politiek gevoelig.

Bedrijfsbelang RET en HTM + RET en HTM hebben vanwege bedrijfsbelang en winstmogelijkheden belang bij inbesteding. Aanbesteding betekent risico verlies busvervoer.Overigens betekent concessies verkrijgen ook financiële risico's (zie ook 'zero emissie')

Bedrijfsbelang overige + Nederlandse OV-markt wordt voor marktpartijen minder vervoerbedrijven, interessant indien bepaalde grotere concessies worden marktspanning OV- inbesteed.Op middellange termijn kan dit effect hebben op de aanbestedingen MRDH en marktsspanning in Nederland, omdat minder marktpartijen elders (blijven) meedoen.

- = negatieve waardering m = neutraal m I + = lichte positieve waardering + = positieve waardering + I - = gemengde waardering (voor de ene gemeente positief, voor de andere gemeente negatief)

3 Vervolgproces De keuze die de bestuurscommissie maakt wat betreft het aanbesteden dan wel inbesteden wordt verwerkt in het ontwerp Programma van Eisen, dat ter besluitvorming wordt voorgelegd voor de bestuurscommissie van oktober 2016. In het ontwerp Programma van Eisen zal, naast de keuze voor aan- of inbesteding, ook worden beschreven wat de concessieverleningsstrategie van de MRDH zal zijn, en welke inhoudelijke eisen de MRDH stelt aan het busvervoer in de nieuwe concessies.

Het ontwerp Programma van Eisen wordt voor een zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraden. Door in het ontwerp Programma van Eisen ook de keuze wat betreft aan- of inbesteden te verwoorden en deze ter zienswijze voor te leggen, wordt uitvoering gegeven aan de wens van de gemeenteraden om tijdig betrokken te worden bij het vraagstuk aan- of inbesteding.

De noodzaak om op korte termijn meerdere concessies te verlenen, in combinatie met harde einddata (aflopen huidige concessieperioden) en een harde benodigde implementatietermijn (onder meer in verband met de noodzakelijke aanschaf van nieuwe voertuigen) maakt het noodzakelijk dat besluitvorming over aan- of inbesteden in september 2016 plaatsvindt en dat het ontwerp Programma van Eisen in oktober 2016 door de bestuurscommissie wordt vastgesteld.

Nadat de zienswijzeprocedure is doorlopen, zal In maart 2017 het definitieve Programma van Eisen ter vaststellling aan de bestuurscommissie worden voorgelegd. Op dat moment vindt de definitieve besluitvorming door de bestuurscommissie over het vraagstuk aan- of inbesteden plaats. De bestuurscommissie kan dan dus bepalen of de reacties van onder andere de gemeenteraden aanleiding zijn om het nu gevraagde besluit te wijzigen.

De planning van de concessieverleningen ziet er als volgt uit:

Voorne-Putten Bus Haaglanden Bus Bus Haaglanden Rozenburg Streek Rotterdam e.o. Stad Ontwerp-PvE 10-2016 10-2016 10-2016 10-2016 Definitief PvE 03-2017 03-2017 03-2017 03-2017 Vaststellen bestek 04-2017 09-2017 01-2018 05-2018 Indienen bieding 09-2017 01-2018 05-2018 09-2018 Gunningsbesluit 11-2017 03-2018 07-2018 11-2018 Start concessie 12-2018 09-2019 12-2019 12-2019

4 Schematisch weergegeven:

2016 2017 2018 2019

t K v— A Y ^ Y ~^ ^ BBBBBBBBBBHHBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB

Voprne/Putttìn I „ p,Hc \ĩ rt !| ^ r, r- Zienswijze- ryt -. . , \ Beoor- i| RQEenbiirF Ontwerp PvE . Im^^H Btedinŕsras t e implementati-ij/enotit procedure Bestek ļ deling; ; — •••••••••liHaaSiaBNaBIH

Haaglandon Zienswize I ^Hl Beoor ' I

Streek Ontwerp PvE } PvE F- i-l ' Bkdtncsfase I . , ' Irnplerneritatieperlode I procedure j delinŗ ļ Rotterdam e.ū. I ,. ™ļf - \\ 1 - , Zienswijze- „ r - ii i Beoor- ! Ontwerp PvE , PvE [-.i-l BiétJiFtgsf ase ! , , H Implementatieperiode procedure - deling |

Ontwerp PvE Zienswijze Bestek BiecJingsfa-se ļ ^eōsr ^^^^^^^^^^ Implementatieperiode ^^^^^^^ procedure | ; deling j

5 NB1: elk van de stappen in het concessieverleningstraject kent een eigen minimale termijn. Zo zijn er minimale termijnen voor de zienswijzeprocedure voor het ontwerp-Programma van Eisen, voor de besluitvormingsprocedures bij de MRDH, en voor de periode die vervoerbedrijven hebben om een aanbieding te doen (biedingsfase). Ook moet rekening worden gehouden met een implementatieperiode (tijd tussen gunning en start concessie) van minimaal 12 maanden, onder andere vanwege de aanschaf van nieuw materieel). Daarnaast dienen de verschillende concessies vanwege beheersbaarheid en marktspanning met een tussenperiode van circa 6 maanden te worden verleend. Dit alles zorgt ervoor dat de nu gehanteerde planning geen mogelijkheden voor uitloop kent.

NB2: de concessies Bus Rotterdam e.o. en Bus Haaglanden Stad hebben een gelijke einddatum. Voor de Haaglandse concessie is het mogelijk om bij aanvang van de nieuwe concessieperiode zo nodig nog enige tijd door te rijden met het bestaande materieel. Bij de Rotterdamse concessie vereist de leeftijd van het huidige materieel dat de nieuwe concessie vanaf aanvang met nieuw materieel wordt gereden. Daarom is er voor gekozen om de Rotterdamse concessie als eerste te verlenen, zodat daar zo snel mogelijk nieuw materieel kan worden aangeschaft.

NB3: in bovenstaande planning is nog geen rekening gehouden met een eventuele samenvoeging van concessiegebieden die mogelijk is indien wordt gekozen voor aanbesteding van alle busconcessies. Deze aanpassing kan pas worden doorgevoerd na definitieve besluitvorming over aan- of inbesteding (bij vaststelling definitieve Programma van Eisen).

Bestuurlijke trekkers Aan de bestuurscommissie wordt gevraagd om tijdens de vergadering enkele bestuurlijke trekkers voor de komende concessieverleningen te benoemen. Gedacht kan daarbij worden aan twee bestuurders uit respectievelijk de Rotterdamse en Haaglandse regio, aangevuld met de portefeuillehouder Middelen. Om een mogelijk belangenconflict met het grootaandeelhouderschap van RET en HTM te voorkomen, wordt geadviseerd om de overige twee bestuurders afkomstig te laten zijn uit de regiogemeenten.

6 Toelichting

Huidige situatie Alle busconcessies onder verantwoordelijkheid van de Vervoersautoriteit MRDH zijn reeds openbaar aanbesteed. » Busvervoer in de stad en streek van Rotterdam (Bus Rotterdam e.o., 2012, gewonnen door RET) » Stadsvervoer in Den Haag (Bus Haaglanden Stad, 2012, gewonnen door HTM Buzz). » Streekvervoer in de regio Haaglanden ( Bus Haaglanden Streek, 2009, gewonnen door Veolia) » Streekvervoer Voorne-Putten en Rozenburg (concessie Voorne-Putten en Rozenburg, 2009, gewonnen door Connexxion) » Parkshuttle Rivium (2011, gewonnen door Connexxion)

HTM (of HTM Buzz) is tot op heden alleen actief in het stadsvervoer en niet actief in het streekvervoer. RET heeft met het winnen van de concessie Bus Rotterdam e.o. in 2012 een concessie verkregen die bestaat uit een samenvoeging van een voormalig stadsvervoergebied en een concessie voor het streekvervoer.

Merk daarbij op dat beide 'stadsbusconcessies' ook delen van streekvervoer behelzen. Het concessiegebied Haaglanden Stad beslaat het grondgebied van de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg (ten zuiden van de N14) en Rijswijk. Het Concessiegebied Bus Rotterdam à omgeving beslaat het grondgebied van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam (met uitzondering van het havengebied ten westen van de en ten noorden van de -Het Scheur), Schiedam en Vlaardingen.

Mogelijkheden Op grond van de Wet aanbestedingsvrijheid OV (inmiddels onderdeel van de Wet personenvervoer 2000) heeft de MRDH (en haar rechtsvoorgangers) sinds 2013 de mogelijkheid om het openbaar vervoer dat onder haar bevoegdheid valt, in te besteden aan een 'eigen' vervoerbedrijf. De wet is geschreven met de gedachte dat het grootstedelijk OV- systeem, en met name het railsysteem, dermate complex is dat inbesteding wenselijk kan zijn. Daarnaast was een belangrijke overweging het behoud van de gemeentelijke vervoerbedrijven (RET, HTM en het Amsterdamse GVB). De core business van deze bedrijven is het verrichten van railvervoer. Het busvervoer voor zowel RET als HTM betreft slechts circa 2000) van de bedrijfsomzet.

De afgelopen periode heeft MRDH onder deze wet de inbesteding vormgegeven van de railconcessies. Uitgaande van geen verdere juridische procedures (gestart door bijvoorbeeld marktpartijen) rond de inbesteding van het railvervoer betekent dit dat het mogelijk is om ook het busvervoer in te besteden bij de RET of HTM.

De MRDH heeft dan per busconcessie de volgende drie mogelijkheden: 1. Openbaar aanbesteden, waarbij RET en HTM net als andere vervoerders mogen deelnemen aan de aanbestedingen; 2. Openbaar aanbesteden, waarbij RET en/of HTM door de MRDH worden uitgesloten van deelname (hiervoor is geen motivatie vereist); 3. Inbesteden bij RET of HTM.

7 Schematisch weergegeven:

Aanbesteden Inbesteden

Dee name HTM/RET

Geen dee name HTM/RET

Het tweede scenario (aanbesteden en RET en HTM uitsluiten van deelname) wordt in deze agendapost verder buiten beschouwing gelaten, hoewel dit juridisch gezien de meest veilige optie lijkt te zijn. Bij een aanbesteding is het grootste belang voor het verkrijgen van een zo goed mogelijke prijs-kwaliteitverhouding van het openbaar vervoer. Daarvoor is het wenselijk dat zo veel mogelijk partijen mee (kunnen) doen bij een aanbesteding (maximalisatie marktspanning). Om die reden, en vanwege de politeke onhaalbaarheid, is het, ondanks de juridische veiligheid ervan, niet in het belang van de MRDH om RET en HTM op voorhand uit te sluiten van deelname bij een aanbesteding. Voorwaarde om RET en HTM te laten deelnemen moet hierbij wel zijn dat er sprake is van een level playing field (informatie, beschikbaarstelling stallingen en eindpuntvoorzieningen door HTM en RET).

Een scenario van aanbesteding van stadsbusconcessies zonder deelname van RET en HTM wordt dus buiten beschouwing wordt gelaten. Als 'spiegel' daarvan wordt ook buiten beschouwing gelaten het scenario dat het stadsbusvervoer wordt inbesteed, terwijl gelijktijdig RET en HTM mogen deelnemen bij aanbesteding van het streekvervoer. Immers, het is niet opportuun om de 'thuismarkt' van het busvervoer voor RET en HTM te beschermen, en hen tegelijkertijd wel de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan openbare aanbestedingen van busconcessies die op dit moment niet door hen worden uitgevoerd. Bovendien is deze optie, hoewel volgens de MRDH naar de letter van de wet toegestaan, niet in de geest van de wet (die zegt dat bij inbesteding het betreffende vervoerbedrijf elders niet mag meedingen). Commerciële vervoerders hebben al signalen afgegeven dat zij zich met juridische middelen zullen verweren tegen een dergelijk scenario. Ook zullen zij al snel te inschatting maken dat de MRDH de concessie 'toch wel wil gunnen aan RET / HTM' en daarom minder snel serieus meedoen bij een dergelijke aanbesteding. Paradoxaal genoeg is het daarom voor de maximalisatie van de marktspanning wenselijk om de RET en HTM uit te sluiten van deelname bij aanbesteding van het streekvervoer.

8 Analyse RebelGroup Om een zorgvuldig en goed onderbouwd besluit te kunnen nemen wat betreft het aan- of inbesteden van de busconcessies is op verzoek van de voorzitter van de bestuurscommissie aan adviesbureau "RebelGroup" gevraagd te onderzoeken in welke mate aanbesteden tot andere resultaten leidt dan inbesteding en op welke wijze de concessieverlening kan worden vormgegeven.

In de rapportage (zie bijlage 1) worden de volgende vragen beantwoord: 1. Wat voor spanning is er te verwachten in de markt? 2. Wat is de impact van aanbesteden en inbesteden op relevante factoren? 3. Welke randvoorwaarden voor het proces tot concessieverlening vloeien voort uit de analyse?

Ad. 1 Marktspanning RebelGroup concludeert dat er voldoende marktspanning is bij een eventuele aanbesteding van de vier busconcessies. Aandachtspunt daarbij is het creëren van een level playing field, met name wat betreft het gebruik van stallingen en eindpuntvoorzieningen om de belangstelling vanuit de markt zo groot mogelijk te houden.

Ad. 2 Verschilanalyse op factoren RebelGroup heeft vervolgens de verschillen voor aan- en inbesteden geanalyseerd op een aantal belangrijke items: prijs, transactiekosten, kwaliteit, zero-emissie vervoer, samenhangend netwerk, flexibiliteit, bijdrage ov-beleid lange termijn, eindpuntvoorzieningen en stallingen en personeel.

RebelGroup concludeert dat de doelstellingen bij zowel een aanbesteding als bij een inbesteding kunnen worden behaald. Met name bij een inbesteding gelden hiervoor wel belangrijke randvoorwaarden. Het vereist strakke procesregie en rolzuiverheid van de deelnemende partijen. Desondanks kunnen zich verschillen voordoen bij prijs, samenhang van het netwerk zero-emissie vervoer.

Prijs: Bij een inbesteding worden de normkosten aan de hand van marktonderzoek opgebouwd om marktconformiteit te kunnen realiseren terwijl marktconformiteit bij een aanbesteding gegarandeerd is.

Samenhang van het netwerk Indien rail en bus zich in één hand bevinden (zoals in Rotterdam en Den Haag), is integratie in de dagelijkse operatie wat makkelijker. Dat betekent dat de MRDH bij een aanbesteding in de concessievoorwaarden eisen moet opnemen om deze samenhang te realiseren.

Zero-emissie vervoer De risico's die samenhangen met de invoering van zero emission en kunnen terugslaan op de MRDH en/of Rotterdam en Den Haag als eigenaren van de gemeentelijke vervoerbedrijven zijn beter beheersbaar bij aanbesteding.

9 Ad. 3: Randvoorwaarden RebelGroup concludeert dat het behalen van de doelstellingen bij een inbesteding alleen mogelijk is als het proces aan de volgende belangrijke randvoorwaarden voldoet:

» Richt de inbesteding in alsof het een aanbesteding is, dus géén gezamenlijk proces tussen concessieverlener en vervoerder. » Dicteer het proces: geef geen ruimte voor marchanderen en tijdrekken. Wees bereid alsnog aan te besteden. » Creëer druk op de vervoerder door de optie van aanbesteding open te houden en zorg dat daar daadwerkelijk tijd voor is en dat daar politieke ruimte voor bestaat. » Bepaal vooraf goed wat je wilt en wat je er voor over hebt en de omgang met de risico's hiervan (geldt vooral bij zero emissie). » Wees duidelijk en consequent over de uitvoering en handhaving van de gemaakte afspraken. » Garandeer rolzuiverheid van de betrokken partijen en voorkom vermenging van deze rollen door deze bij verschillende bestuurders te beleggen. Beleg in ieder geval de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de onderhandelingen bij een bestuurder die geen verantwoordelijkheden heeft in de stad waarvoor het vervoer wordt ingekocht. » Maak een schaduwbieding met de hulp van een onafhankelijke partij.

De randvoorwaarden voor een succesvolle aanbesteding zijn als volgt: » Verhoog de marktspanning door internationale marktconsultaties en (delen van) aanbestedingsstukken in het Engels op te stellen. » Creëer een gemeenschappelijke kennisbasis door het inrichten van een "dataroom" met feitelijke marktinformatie waarop alle bieders zich baseren. » Stem de planning af op wat er elders aan aanbestedingen loopt zodat de vervoerders geen keuze hoeven te maken tussen de ene of de andere aanbesteding. » Laat een second opinion (audit) uitvoeren op de personeelsopgave. » Doe een marktconformiteitstoets en maak heldere afspraken over overname van bussen, perifere apparatuur, stallingen en eindpuntvoorzieningen. » Zorg voor een helder en gedetailleerd afsprakenkader tussen concessiehouder rail en bus. » Stel een consequent en strikt concessiebeheer in het vooruitzicht om strategische biedingen te voorkomen. » Richt de aanbesteding zo in dat strategisch gedrag onmogelijk is.

Samenvattend constateert RebelGroup dat een aanbesteding naar verwachting betere resultaten zal opleveren wat betreft de prijs-kwaliteitsverhouding van het openbaar vervoer en wat betreft de invoering van zero emissie bussen. Wat betreft de vervoerkundige samenhang van het netwerk kan er bij inbesteding een voordeel zijn. De opdracht van RebelGroup behelsde niet de afweging te maken tussen enerzijds het belang van betere prijs-kwaliteitverhouding en zero emission en anderzijds de vervoerkundige samenhang in het netwerk; dit is een politieke afweging die door de MRDH moet worden gemaakt.

Analyse TU-Delft In een recente studie van de TU-Delft wordt op grond van empirische analyses geconcludeerd dat in onderhands gegunde concessies sprake is van een lagere kostendoelmatigheid (-1007o).

10 Analyse MRDH

Belangen MRDH:

Prijs-kwaliteitverhouding Ten tijde van de inwerkingtreding van de Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden was het openbaar busvervoer in de Rotterdamse en de Haaglandse regio reeds volledig succesvol aanbesteed. Beide aanbestedingen van het stedelijk busvervoer lieten een positief resultaat zien: een gelijkblijvend voorzieningenniveau tegen een significant lagere exploitatiebijdrage (tot ruim 400). Sinds 2012 zijn bij beide concessies de klanttevredenheidscijfers significant gestegen. Dit toont aan dat het goed mogelijk is om (stedelijk) busvervoer succesvol aan te besteden en dat dit leidt tot de beste prijs- kwaliteitverhouding van het openbaar vervoer. Diverse externe studies (waaronder bovengenoemde studies van RebelGroup en TUDelft) ondersteunen deze conclusie.

Het vertrekpunt voor MRDH is de doelstelling van het verkrijgen van een zo goed mogelijke prijs-kwaliteitverhouding van het openbaar vervoer. De MRDH onderschrijft de theoretische analyse van RebelGroup dat zowel aanbesteden als inbesteden succesvol mogelijk is, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Wat betreft de randvoorwaarden voor een eventuele aanbesteding constateert de MRDH dat deze goed zijn te realiseren, enerzijds door de juiste projectuitvoering bij de MRDH, en anderzijds door als voorwaarde bij deelname van RET en HTM te stellen dat stallingen en eindpuntvoorzieningen in stedelijke gebieden voor alle mogelijke inschrijvers onder gelijke voorwaarden beschikbaar zijn1.

Wat betreft de randvoorwaarden voor een eventuele inbesteding constateert MRDH dat deze in de praktijk (in de context waarin de MRDH functioneert) niet realiseerbaar zijn. Er zijn sterke politieke relaties en belangenovereenkomsten tussen de gemeentelijke vervoerbedrijven en de twee grote steden (belang bij continuïteit en voldoende rendement gemeentelijk vervoerbedrijf). De twee grote steden komen daarom al snel in een positie waarin het bedrijfsbelang van de zittende vervoerder prevaleert boven het belang van optimaal openbaar vervoer. De vervlechting van de MRDH met de deelnemende gemeenten ('van, voor, door...') maakt het in de praktijk onmogelijk om voldoende afstand te creëren tussen MRDH en de RET respectievelijk HTM om een sterke onderhandelingspositie af te dwingen. De recent afgeronde inbestedingsprocedures hebben dit inmiddels aangetoond. Een inhoudelijk succesvolle inbesteding (maximale prijs-kwaliteitverhouding) kan alleen als er garanties zijn dat er tijdens het gehele proces geen politieke druk vanuit de grote steden (als grootaandeelhouders) wordt uitgeoefend op de MRDH. Deze garantie kan in alle redelijkheid onmogelijk worden gevraagd aan en gegeven door de gemeenten Rotterdam en Den Haag. Het is daarom de verwachting dat een inbestedingsprocedure zal leiden tot een lagere prijs-kwaliteitverhouding dan een aanbesteding, ofwel bij een vaststaand beschikbare exploitatiebijdrage minder vervoeraanbod dan bij een aanbesteding mogelijk is.

NB: bij een aanbesteding wint de vervoerder die het beste bod doet en dit ook nakomt. Indien RET en HTM bij een aanbesteding wat betreft kennis, kwaliteit en prijs van hun product zich in positieve zin onderscheiden van hun concurrenten, zal dit leiden tot het winnen van de concessie, net als in 2012 gebeurd is. In dat geval is er geen gevaar voor de continuïteit van RET en HTM.

1 Voor de concessie Bus Haaglanden Stad geldt dat de stalling momenteel reeds door MRDH beschikbaar wordt gesteld aan de concessiehouder, en ook in de toekomst kan deze constructie worden gehanteerd. Wat betreft de eindpuntvoorzieningen moeten nog wel afspraken worden gemaakt tussen MRDH en HTM / HTM Buzz. Wat betreft de concessie Bus Rotterdam e.o. is de RET momenteel eigenaar en beheerder van zowel eindpuntvoorzieningen als stallingen. Bij de aanbesteding in 2012 zijn goede afspraken gemaakt met de RET over beschikbaarstelling aan de nieuwe concessiehouder. Herhaling van de toen gemaakte afspraken zorgt voor een voldoende level playing field op dit punt.

11 Vervoerkundige effecten De vorming van de MRDH is voor de MRDH aanleiding geweest om de huidige, historisch gegroeide, indeling in concessiegebieden te laten analyseren: is de huidige indeling logisch, of zijn er goede redenen om te wijzigen? Adviesbureau Goudappel Coffeng heeft in een vervoerkundige studie geconstateerd dat de huidige indeling logisch is, maar dat er wel vervoerkundige argumenten zijn om de huidige concessies 'Regionaal busvervoer Haaglanden' en 'Bus Haaglanden Stad' tot één concessiegebied samen te voegen. Beide concessies zijn sterk met elkaar verweven, zijn geörienteerd op Den Haag en hebben qua karakter overeenkomsten. Samenvoeging betekent ook schaalvoordelen voor de vervoerder (en daarmee de mogelijkheid van een lagere exploitatiebijdrage) en vergroot de aantrekkelijkheid van de concessie voor inschrijvers bij een aanbesteding. Naast deze samenvoeging van de concessies is er nog optimalisatie mogelijk tussen de MRDH en de provincie Zuid-Holland. MRDH wil daarover in gesprek gaan met de provincie.

Om vervoerkundige redenen heeft het dus de voorkeur om de concessiegebieden Bus Haaglanden Stad en Bus Haaglanden Streek samen te voegen tot één concessiegebied. De genoemde vervoerkundige voordelen van samenvoeging wegen inhoudelijk echter niet op tegen de nadelen van inbesteding van een gezamenlijke concessie. Een keuze voor inbesteding betekent daarom dat de voorgestelde samenvoeging niet doorgaat en dat de huidige gebiedsindeling met vier busconcessies gehandhaafd blijft2.

Samenhang tussen bus en rail Als argument voor inbesteding kan worden genoemd dat daarmee al het stedelijk openbaar vervoer door één vervoerder wordt uitgevoerd en dat daardoor samenhang tussen de verschillende vormen van openbaar vervoer wordt bereikt. Samenhang kan echter ook worden bereikt op andere wijzen, bijvoorbeeld door een goede afstemming tussen verschillende concessiehouders (zoals ook nu reeds gebeurt: immers, ook de huidige aanbestede busconcessies worden uitgevoerd door andere concessiehouders dan die van de railconcessies3). Deze goede afstemming wordt ook afgedwongen in de concessievoorwaarden van de concessies die MRDH verleent. De huidige praktijk waarbij verschillende vervoerbedrijven al actief zijn in de regio (naast RET en HTM ook Veolia/Connexxion en vanuit andere regio's Arriva en Qbuzz) bewijst dat. Het realiseren van een goede samenhang tussen bus en rail zal in de praktijk eenvoudiger zijn als beide modaliteiten door eenzelfde vervoerder worden uitgevoerd, maar is (wanneer de juiste eisen in de concessie worden opgenomen) geen zwaarwegend argument.

Samenhang met 'onderkant van de markt' Naar verwachting zullen in oktober 2016 gelijktijdig de concept Kadernota Openbaar Vervoer en het ontwerp Programma van Eisen aan de bestuurscommissie ter besluitvorming worden voorgelegd. De richting die daarbij zal worden voorgesteld, is: - Er is een duidelijk onderscheid tussen o een verbindend metro-, tram- en buslijnennet (hoogwaardig, snel, hoge frequenties, R-net of vergelijkbaar) o een ontsluitend buslijnennet o een 'flexibel' net (ook wel 'onderkant van de markt' genoemd). - Het is van belang dat de drie niveaus elkaar aanvullen en versterken, en door de reiziger worden ervaren als een integraal systeem. Daarvoor is het echter niet per se nodig dat

2 Merk in dit verband ook op dat het wel relatief eenvoudig is om meerdere concessies samen te voegen tot één concessiegebied, maar dat het om vervoerkundige, aanbestedingstechnische en politieke redenen (splitsing bedrijf) geen haalbare optie is om de huidige concessie Bus Rotterdam e.o. te splitsen in een stadsbus- en een streekbusconcessie. 3 Huidige concessiehouder voor het railvervoer in Rotterdam is RET N.V.; voor het busvervoer is dat RET Bus B.V. Huidige concessiehouder voor het railvervoer in Haaglanden Stad is HTM Personenvervoer N.V.; voor het busvervoer is dat HTM Buzz B.V.

12 deze drie systemen in een bepaald geografisch gebied onderdeel uitmaken van één concessie of dezelfde opdrachtgever te hebben. Zoals er zonder problemen een scheiding mogelijk is tussen rail- en busvervoer, met goede concessieafspraken over afstemming, is het ook mogelijk om het buslijnennet en het flexibel net te splitsen in verschillende concessies / contracten. - Indien MRDH besluit 'de onderkant van de markt' onderdeel van de busconcessie te houden (net als in de huidige situatie) kan dit zowel bij een inbestede als een aanbestede concessie. Commerciële marktpartijen lijken meer dan RET en HTM ervaring te hebben met het combineren van 'grote bussen' met 'de onderkant van de markt'. Zo hebben bedrijven als Connexxion, Arriva en Syntus reeds concrete ervaringen met het combineren van busvervoer met vraagafhankelijk vervoer in diverse regio's. Dit is echter geen zwaarwegend argument in de besluitvorming over aan- of inbesteden van de stadsbusconcessies; verwacht mag worden dat ook RET en HTM een dergelijke combinatie van 'grote bus' en 'onderkant van de markt' kunnen ontwikkelen.

Realisatie zero emissie In de komende concessieperiode zal in alle busconcessies de transitie moeten worden gemaakt van fossiele brandstoffen (diesel, aardgas) naar 'zero emissie': hernieuwbare energie. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden: 'groen gas' (gas geproduceerd uit o.a. afval) elektrische bussen, waterstofbussen, et cetera. Alle vervoerbedrijven in Nederland bereiden zich voor op deze transitie, bijvoorbeeld door het organiseren van pilots. MRDH deelt de mening van de RebelGroup dat naar verwachting bij aanbesteding een eerdere en goedkopere overgang naar zero emissie mogelijk is. Belangrijk argument is daarbij dat commerciële vervoerders leerervaringen uit andere concessiegebieden kunnen gebruiken, en ook de mogelijkheid hebben om financiële risico's te spreiden over meer concessiegebieden. Bij inbesteding zullen de met zero emissie samenhangende kosten en risico's eerder (al dan niet via de grootste aandeelhouder) bij de MRDH en/of Rotterdam en Den Haag als eigenaren van de gemeentelijke vervoerbedrijven worden gelegd.

Juridische robuustheid De Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden, die de ruimte biedt voor inbesteding, is geschreven met de gedachte dat het grootstedelijk OV-systeem, en met name het railsysteem, dermate complex is dat inbesteding wenselijk kan zijn. Daarnaast was een belangrijke overweging het behoud van de gemeentelijke vervoerbedrijven (RET, HTM en het Amsterdamse GVB). De core business van deze bedrijven is het verrichten van railvervoer.

Uit juridisch advies dat de MRDH heeft ingewonnen, blijkt dat zowel de keuze om in te besteden als de keuze om aan te besteden, juridische risico's heeft. Indien gekozen wordt voor inbesteding, wordt de betwistbare markt voor commerciële partijen (zoals Connexxion, Arriva en Qbuzz) verkleind: eerder aanbesteed vervoer wordt nu inbesteed. De commerciële vervoerders geven signalen af dat zij een dergelijke verkleining zullen aanvechten, waarschijnlijk met als argument dat de Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden nooit bedoeld was om reeds succesvol aanbesteed busvervoer, deels in de periferie van de stad, in te besteden. Indien de MRDH kiest voor aanbesteding, zullen de commerciële vervoerders er waarschijnlijk scherp op letten dat er geen 'kruissubsidiëring' vanuit de inbestede railconcessies plaatsvindt, en of de MRDH haar rol als opdrachtgever zuiver houdt en niet de RET en HTM (waarvan ze immers medeaandeelhouder is) bevoordeelt.

13 Belangen derden:

Politieke wensen inliggende gemeenten Tijdens de recente inbesteding van het railvervoer is aan de inliggende gemeenten gevraagd om een zienswijze te geven op het voornemen om een aandeel RET en HTM te verwerven. Hoewel dit formeel geen onderwerp van de zienswijzeprocedure was, hebben verschillende inliggende gemeenten gebruik gemaakt van de gelegenheid om een opvatting kenbaar te maken over het aan- of inbesteden. Een aantal gemeenten geeft expliciet aan voorstander te zijn van het openbaar aanbesteden van het openbaar vervoer. Diverse gemeenten geven niet expliciet een mening, maar zegt wel tijdig betrokken te willen worden bij besluitvorming over het aan- dan wel inbesteden van toekomstige OV-concessies. De centrumgemeenten Rotterdam en Den Haag hebben een voorkeur voor het inbesteden van het openbaar vervoer. Daarbij speelt het bedrijfsbelang van 'hun' vervoerbedrijven RET en HTM een belangrijke rol (zie hieronder). Welk besluit de bestuurscommissie ook zal nemen, naar verwachting zal het in de inliggende gemeenten gemengde reacties geven. Inbesteding is naar wens van de centrumgemeenten, maar tegen de wens van verschillende regiogemeenten. Aanbesteding is naar wens van verschillende regiogemeenten, maar tegen de wens van de centrumgemeenten.

Bedrijfsbelang RET en HTM Vanzelfsprekend hebben RET en HTM belang bij inbesteding vanwege de continuïteit en winstmogelijkheden die het behoud van de busconcessie oplevert. Bijkomend argument is dat de RET en HTM, in tegenstelling tot commerciële vervoerders, bij een eventueel verlies bij aanbesteding, geen mogelijkheden heeft om elders concessies te winnen. De MRDH heeft het railvervoer reeds inbesteed aan RET en HTM. De Wet personenvervoer 2000 staat dan niet toe dat RET en HTM elders (bij andere OV-autoriteiten) meedingen bij openbare aanbestedingen.

Overigens betekent het verkrijgen van een concessie niet alleen winstmogelijkheid, maar ook een financieel risico. Een financieel risico voor de RET en HTM wordt al snel een financieel risico voor haar grootaandeelhouder, waarbij de MRDH het gevaar loopt dat de grootaandeelhouder het financieel risico bij de MRDH probeert te leggen (zie ook 'realisatie zero emissie')

Wat betreft het personeel voorziet de Wet personenvervoer 2000 in een overnameplicht door een nieuwe vervoerder. Personeel gaat dus over met behoud van werkgelegenheid en cao. Desondanks zal het personeel een voorkeur hebben voor de zekerheid van behoud van de huidige werkgever.

Bedrijfsbelang overige vervoerbedrijven, marktspanning OV-aanbestedingen MRDH en elders Zoals RET en HTM vanzelfsprekend belang hebben bij een inbesteding, hebben andere vervoerbedrijven vanzelfsprekend belang bij een keuze voor aanbesteding. Dit levert extra mogelijkheden op wat betreft bedrijfsomzet en -winst.

Overigens is er ook een relatie tussen het inbesteden van de stadsbusconcessies en de aantrekkelijkheid van de streekbusconcessies in het MRDH-gebied (en zelfs elders in Nederland). Door delen van het busvervoer in Nederland uit te sluiten van aanbestedingen, wordt het voor commerciële vervoerbedrijven minder aantrekkelijk om actief te zijn op de Nederlandse OV-markt, wat nadelig kan uitpakken voor de betrokken concessieverleners omdat daardoor de marktspanning verminderd wordt.

14 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 5

Onderwerp Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Voorgesteld Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het Regionaal besluit Investeringsprogramma, met: 1) Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. 2) De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze notitie 'Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma'. 3) De bestuurlijk eigenaren van de projecten te verzoeken uiterlijk 1 december 2016 met een collegebesluit aan te geven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanager/'leider is en welk resultaat wanneer bereikt moet worden. 4) De voorgestelde keuze van de focusprojecten. 5) Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een 'special' te organiseren om de balans op te maken. 6) De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december 2016. Korte Met het Regionaal Investeringsprogramma ligt er een stevige opdracht voor deze regio. motivering Het is nu aan de eigenaren van de projecten om te zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is echter evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. De bijgevoegde notitie beschrijft het voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het Regionaal Investeringsprogramma. Hetzelfde besluit is voorgelegd aan de bestuurscommissie EV op 22 september 2016. Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Notitie 'Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma' met bijlage 1. Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 31 augustus 2016 (mondeling) procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 1 en 13 september 2016 Anders, te weten 22 september 2016, bestuurscommissie EV Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn Zienswijzeprocedure Regionaal Investeringsprogramma loopt tot 14 oktober 2016 Dagelijks bestuur MRDH 23 november 2016 Algemeen bestuur MRDH 9 december 2016 Anders, te weten 22 september 2016, bestuurscommissie EV Openbaar besluit Ja Contactpersoon Tom Boot Datum 8 september 2016 Telefoonnummer 06 28707617 METROPOOLREGIO Vergadering: 21 september 2016 ROTTERDAM DEN HAAG Agendapunt: 6

Onderwerp: Lijst van subsidies Datum: 9 september 2016 Contactpersoon: Wendy van den Heuvel Telefoonnummer: 088 5445 132

Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,

Voorgesteld besluit 1. De lijst van subsidies vast te stellen.

De bijgevoegde lijst bevat alle voorgestelde subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer verzameld in één tabel. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting, maar vallen buiten het verleende ondermandaat.

Nr. Aan Betreft Subsidie Programma 1 B & W van de Beschikking project "OV-knooppunt Blaak" uit C 1.818.000 OV 1 gemeente het programma Beter Benutten Vervolg BBV-RD Rotterdam Rotterdam (BBV-RD), conform de dekking in (16ORO0073) dat programma, omdat het beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat. 2 B & W van de Project "Fietspad Blaak onder Kubuswoningen" C 139.000 Verkeer 1 gemeente toevoegen aan het IPVa2016. IPVa2016 Rotterdam Beschikken project "Fietspad Blaak onder (16FRO0093) Kubuswoningen", omdat het project niet is opgenomen in het IPVa2016. Het project past binnen het subsidieplafond. 3 B & W van de Beschikking project "Verbetering knooppunt C 7.757.500 Verkeer 1 gemeente Vijfsluizen" uit het programma Beter Benutten BBV-RD Vlaardingen Vervolg Rotterdam, conform de dekking in dat (16WVL0052) programma, omdat het beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat. 4 B & W van de Beschikking project "Onderdoorgang C 5.450.000 Verkeer 1 gemeente Marathonweg" uit het IPVa2016, conform de IPVa2016 Vlaardingen dekking in het IPVa2016, omdat het (16WVL0053) beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat. 5 Gemeentelijk Beschikking project "Ombouw kruising N218 C 2.300.000 Verkeer 1 Havenbedrijf (Stenen Baakplein)" uit het programma Beter BBV-RD Rotterdam Benutten Vervolg Rotterdam, conform de (16WHA0067) dekking in dat programma, omdat het beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat. 6 B & W van de Project "Fietspad Poldervaart viaduct C 732.000 Verkeer 1 gemeente Hoekselijn" toevoegen aan het programmam QWRV Schiedam Quick Wins Rotterdam Vooruit (QWRV). (16FSC0090) Beschikken project "Fietspad Poldervaart viaduct Hoekselijn", omdat het project niet is opgenomen in het programma QWRV.

1 7 Verkeers¬ Beschikking project "Gebiedsaanpak Wonen C Verkeer 1 onderneming en Werken 2015-2017 (2016)" uit het 5.000.000 BBV-RD (16MVO0058) programma Beter Benutten Vervolg Rotterdam, conform de dekking in dat programma, omdat het beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat. 8 NS-reizigers Beschikking openbaar vervoerproject "OV- C 7.710.000 OV 1 (16ONS00??) knoop Alexander" uit het programma Beter BBV-RD Benutten Vervolg Rotterdam, conform de dekking in dat programma, omdat het beschikkingbedrag het ondermandaat te boven gaat.

2 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 7

Onderwerp Verlengen concessie Haaglanden Regio Voorgesteld 1) De concessie Haaglanden Regio aan Veolia Transport Nederland met twee jaar te besluit verlengen van zondag 27 augustus 2017 tot zondag 25 augustus 2019 conform het in bijlage 1 genoemde voorstel. 2) De bijgevoegde brief aan Veolia Transport Nederland (onderdeel van Transdev Nederland Holding N.V.) over deze verlenging vaststellen(bijlage 2).

Korte De MRDH heeft op 27 september 2008 een concessie verleend aan Veolia voor de motivering exploitatie van het busvervoer in Haaglanden Regio voor de periode augustus 2009 - augustus 2017. De MRDH heeft ambtelijk met Veolia overeenstemming bereikt over de voorwaarden van de verlenging. De verlenging leidt tot kwaliteitsverbetering in het Openbaar Vervoer (Wifi, chipkaartapparatuur in buurtbussen, tien nieuwe bussen ter vervanging van andere voertuigen) en gelijktijdig een lagere exploitatiebijdrage. Verder zijn met Veolia goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken. Aan de bestuurscommissie wordt daarom gevraagd de concessie Haaglanden regio met twee jaar te verlengen tot zondag 25 augustus 2019. MRDH wil de concessie Haaglanden Regio verlengen omdat: » gelijktijdige verlaging van exploitatiebijdrage en verbetering van de kwaliteit van OV mogelijk is; » na 2019 een grotere kans op succesvolle transitie naar zero emissie busvervoer ontstaat; » de besluitvorming over aanbesteden en inbesteden en daarmee samenhangend de verdere concessieverlenigingsprocedure nog niet doorlopen is.

Vanwege mogelijke besparingsmogelijkheden op de exploitatiesubsidie heeft de MRDH met Veolia Transport Nederland een gezamenlijke inspanningsverplichting afgesproken over eventuele wijziging van de financiering van het materieel. Dit wordt komende tijd verder uitgewerkt. Metrocov heeft een positief advies gegeven.

Financiën De verlenging leidt bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau tot verlaging van de exploitatiebijdrage. De basis exploitatiebijdrage bedraagt maximaal C17.817.000, - (prijspeil 2015) en wordt ook in de verlenging jaarlijks met 1 0/ gekort. Het aantal dienstregeling uren (DRU's) is 321.814 DRU. Voor de financiering van het materieel zet Veolia Transport Nederland eigen vermogen in. Hiervoor wordt door de moedermaatschappij Transdev rente in rekening gebracht. MRDH ziet besparingsmogelijkheden door Veolia Transport Nederland geld te lenen tegen een lagere rente (vergelijkbaar met leningennotitie rail). Met de winst die daarmee wordt gehaald, kan MRDH zijn exploitatiesubsidie verlagen. In de subsidiebeschikking wordt hierover een procesafspraak gemaakt. Met de gemaakte afspraken wordt aan deze voorwaarden voldaan. Juridisch De busconcessie Haaglanden regio is in 2008 gegund aan Veolia voor een periode van 8 jaar. In de huidige concessie is geen verlengingsmogelijkheid opgenomen omdat bij de concessieverlening in de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) de concessieperiode was gemaximaliseerd op 8 jaar. Door wijziging in de regelgeving past de verlenging naar maximaal 10 jaar wel binnen Wp2000 en is deze ook mogelijk op grond van recente rechtspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (over de busconcessie Groningen Drenthe 28 december 2015). Een belangrijke voorwaarde is dat het economisch voordeel van de vervoerder niet wezenlijk wijzigt. Communicatie 1. Toelichting 2. Brief aan Veolia Transport Nederland 3. Advies Metrocov 4. Voorstel Veolia Transport Nederland voor verlenging concessie Haaglanden regio Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 8 juni 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 20 juni 2016 Anders, te weten 30 juni 2016, Metrocov Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten Besluit tot verlenging wordt verzonden naar Veolia Transport Nederland Openbaar besluit ja Contactpersoon Gert-Jan den Toom Datum 5 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 272 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 8

Onderwerp Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 RET en Connexxion Voorgesteld 1) De loon- en prijspeilaanpassing 2016 voor de (exploitatie)subsidies OV vast te stellen besluit op 1,6807o; 2) Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 de volgende aanvullende subsidies te verlenen: a. C 707.583,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur; b. C 14.689,- aan RET N.V. voor de exploitatie van de Fast Ferry; c. C 3.433,- aan de RET N.V. voor Regie en Ontwikkeling; d. C 224.885,- aan RET N.V. voor de concessie Rail; e. C 557.068,- aan de RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid; f. C 152.822,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing; g. C 6.803,- aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail); h. C 150.833,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Voorne- Putten/Rozenburg; i. C 9.724,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Parkshuttle Rivium. Korte De concessiehouders RET N.V. en Connexxion Openbaar Vervoer N.V. ontvangen voor motivering het uitvoeren van de concessies/contracten (exploitatie)subsidies van de MRDH. De subsidies zijn in december 2015 verleend op basis van het prijspeil 2015. In de beschikkingen is aangegeven, dat de subsidies in het najaar van 2016 worden geïndexeerd naar prijspeil 2016. Dit gebeurt op basis van de in de concessie/in het contract afgesproken index. De loon- en prijspeilaanpassing bij de subsidie 2016 voor de concessie Hoekse Lijn aan de NS volgt in een separate agendapost. De concessie Bus Rotterdam e.o. (RET Bus B.V.) kent een voorcalculatorisch indexpercentage. De subsidie bij dit voorcalculatorische indexpercentage 2016 is al bij de verlening van de exploitatiesubsidie 2016 in december 2015 toegekend. In de concessies behorende bij het voormalige Stadsgewest Haaglanden wordt een andere werkwijze van indexering gehanteerd. Financiën Een bedrag van C 1.827.840,- ten laste van het budget Openbaar Vervoer. Dit bedrag past in de hiervoor gevormde reservering.

Meerjarenperspectief: loon-en prijscompensatie wordt jaarlijks toegekend op de OV (exploitatie) subsidies aan de concessiehouders en werkt door gedurende de looptijd van de concessies. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Toelichting 2. Conceptbeschikking aan RET N.V. 3. Conceptbeschikking aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Joost Witte Datum 2 juni 2016 Telefoonnummer 088 5445 207 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 9

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst vervanging St. Sebastiaansbrug Delft Voorgesteld In te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug. besluit Korte Op 7 december 2015 heeft de bestuurscommissie Vervoersautoriteit ingestemd met de motivering intentieovereenkomst St. Sebastiaansbrug. Deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen provincie Zuid-Holland, gemeente Delft en MRDH voor de herbouw van de St Sebastiaansbrug. Voor de MRDH is de herbouw van belang om de doortrekking van tramlijn 19 naar de TU-delft mogelijk te maken. De werkzaamheden voor de tramlijn vallen onder het separate project lijn 19b.

De intentieovereenkomst is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst en deze ligt ter besluitvorming voor. Een uitwerking heeft plaatsgevonden voor wat betreft het Programma van eisen, planning, communicatie en financiën. Daarnaast is de samenwerkingsorganisatie nader ingevuld, met voor de MRDH de coördinerende rol tussen de partners en als het gaat om de aansturing van het ingenieursbureau Rotterdam. De coördinerende rol laat onverlet de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor en dus risico binnen het project. Het risico wordt voor een derde door alle partners gedragen. Eerder lag deze afspraak er niet, maar gezien de financiële bijdrage en de verantwoordelijkheid m.bt. tramlijn 19, zou een discussie bij overschrijdingen gevoerd worden en lag in de lijn dat MRDH hier haar verantwoordelijkheid zou nemen. Verder zijn de afspraken over de omleidingskosten herzien. Hiervoor blijft vanuit MRDH C 1,4 mln. beschikbaar, maar deze wordt rechtstreeks met de vervoerders verrekend en niet langer via de gemeente Delft. Het risico van overschrijding hierop is ondergebracht bij het project. Hiermee wordt efficiency bereikt en MRDH houdt grip op adequate omleidingsmaatregelen, als de brug voor een heel jaar niet beschikbaar is voor al het wegverkeer. Deze stremming is gepland voor 2018. Financiën Overeenkomst past binnen eerder toegezegde financiële bijdrage ad C 5,6 miljoen. Bij de vaststelling van de intentieovereenkomst (december 2015) is de hernieuwde basis voor de financiering geregeld: » De bijdrage van MRDH bedroeg C 3,6 mln. vanuit project lijn 19. » Met de intentieverklaring is deze met C 2,0 mln. opgehoogd vanuit het programma NRR. Additioneel is er vanuit exploitatie C 1,4 mln. gereserveerd voor omleidingskosten van de bussen. Dit budget is beschikbaar gekomen uit een oude reservering t.b.v. Delft voor bus maatregelen. Juridisch De samenwerkingsovereenkomst is opgesteld n.a.v. extern juridisch advies waarvoor alle betrokken partijen (MRDH, PZH en gemeente Delft) input hebben geleverd om de risico's inzichtelijk en beheersbaar te houden. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Samenwerkingsovereenkomst inclusief bijlagen Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Arend-Jan van der Lely Datum 7 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 107 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 10

Onderwerp Aanpassen Budgetten Netwerk Randstad Rail Voorgesteld In te stemmen met het verlagen van de opdrachtsom voor de uitvoering van het besluit programma Netwerk RandstadRail aan gemeente Den Haag met betrekking tot spoorse materialen en wisselcomplexen met een totaal bedrag van C 7.751.926. Korte Op 6 december 2010 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de motivering gemeente Den Haag en MRDH waarin afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR). Naar aanleiding van deze overeenkomst zijn de kosten voor spoormaterialen en -complexen ten behoeven van NRR in de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag opgenomen. De gemeente Den Haag heeft in 2013 verzocht om in plaats hiervan subsidies met betrekking tot spoormaterialen en - complexen direct aan HTM te verstrekken. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft hierop op 13 maart 2013 ingestemd om het subsidie-instrument toe te passen voor projecten in het kader van Netwerk Randstad Rail die door de HTM buiten de concessie worden uitgevoerd. Hieronder valt ook de aanschaf en inbouw van spoorcomplexen en -materialen.

Dit voorgesteld besluit voorziet in een tweede aanpassing in de wijze waarop de budgetten verstrekt worden aan de gemeente Den Haag. Op 18 mei 2015 heeft de bestuurscommissie de eerste aanpassing van de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag vastgesteld. Hiermee wordt het besluit van het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden opgevolgd. De diverse opdrachten zijn beschreven in de bijlage van de bijgevoegde brief.

Het betreft de subsidies die zijn verleend sinds mei 2015 tot mei 2016 aan de HTM. Het gaat om in totaal een verlaging van de opdrachtsom met C 7.751.926. Dit bedrag is inmiddels reeds in subsidies verstrekt aan HTM.

In de toekomst kunnen zich nog vergelijkbare aanpassingen voordoen. Financiën Geen financiële gevolgen. De subsidies aan HTM zijn inmiddels verleend en voor hetzelfde bedrag wordt nu de opdrachtsom aan Den Haag verlaagd. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Brief aan het college van B&W van de gemeente Den Haag Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 22 juni 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten Datum voluit invullen + welke procedure het betreft en wat de uitkomst van deze procedure is, bijv. akkoord. Anders 'n.v.t.' invullen. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Rosina Hoenderdos Datum 24 mei 2016 Telefoonnummer 088 5445 210 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 11

Onderwerp Vaststelling diverse subsidies Mobiliteitsfonds Haaglanden Voorgesteld De volgende subsidies op grond van artikel 25 van de Verordening Mobiliteitsfonds besluit Haaglanden 2005 vast te stellen, waarbij op grond van artikel 45 in afwijking van de verordening niet om een accountantsverklaring is gevraagd: A. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 1 (HCO), vast te stellen op C 45.798,32 exclusief BTW (beschikking 05VDN002 d.d. 29 juni 2005); B. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO), vast te stellen op C 47.200,00 exclusief BTW (beschikking 07VDN001 d.d. 6 februari 2008); C. Schoon rijden Haaglanden We Share (Urgenda), vast te stellen op C 82.710,92 exclusief BTW (beschikking 13MDN001 d.d. 11 december 2013).

Korte De vaststelling van de bovenstaande subsidies wijkt af van de verordening, in de zin dat motivering er geen accountantsverklaring is gevraagd. De redenen hiertoe zijn: » Voor de subsidies verkeerseducatie is de bezwaartermijn van financiële stukken verstreken. HCO heeft overigens wel kunnen aantonen dat de kosten zijn gemaakt, zelfs meer dan aan voorschotten is betaald. Er is overeenstemming met HCO om de subsidies vast te stellen ter hoogte van de betaalde voorschotten. » De subsidie voor Schoon Rijden was beschikt aan Siemens in het kader van Beter Benutten. Siemens heeft voor C 82.710,92 aan kosten besteed, waarop gefactureerd is. Vervolgens heeft de Stuurgroep Beter Benutten besloten om het project over te dragen aan Stichting Urgenda. Deze stichting heeft vervolgens geen kosten meer gemaakt. De Stichting kan daarom ook geen accountantsverklaring krijgen (want ze hebben zelf geen kosten gemaakt). Omdat de kosten van Siemens zijn verantwoord en onder goedkeuring van de Stuurgroep Beter Benutten zijn betaald, kan de subsidie zonder verdere verrekening worden vastgesteld op de gefactureerde kosten. Hier is overeenstemming over met Urgenda

Financiën Geen financiële gevolgen. De eindbedragen zijn reeds in de begroting verwerkt. Juridisch Voorliggende gevallen zijn te beschouwen als bijzondere gevallen als bedoelt in artikel 45 van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Conceptvaststellingsbeschikkingen aan HCO en Urgenda Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Bart Waasdorp Datum 7 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 236 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 13

Voorgesteld Het verlenen van de door de gemeente Den Haag gevraagde subsidie voor het project besluit Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein voor het bedrag van C 1.924.396,42, als onderdeel van de Beter Benutten - maatregel 21b.

Korte Met de groei van het gebruik van trein en RandstadRail en de groei van de fiets in het motivering voor en na transport naar het station groeit de behoefte aan fietsparkeerplaatsen bij Den Haag Centraal. Op basis van de prognose van ProRail, NS en de gemeente Den Haag is er in 2020 een behoefte aan 12.000 fietsparkeerplekken. In de periode 2012-2015 is het aantal fietsenstallingen uitgebreid van 5.100 in 2012 tot 7.350 plekken in 2015.

Dit project is onderdeel van een het totale project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren. Al eerder is subsidie verleend voor fietsenstallingen op de locaties Prins Bernardviaduct (zijde Rijnstraat), Prins Bernardviaduct (zijde Anna van Buerenstraat) en bovengrondse stalling Koningin Julianaplein, waarbij ca. 2.100 fietsenstallingplaatsen zijn gerealiseerd.

Het nu voorliggende project is de realisatie van het laatste deel, een fietsenkelder onder het Koningin Julianaplein van circa 8.500 plekken met als doel voldoende, veilige en kwalitatief goede fietsparkeerplekken in de directe nabijheid van het station te realiseren.

Daarmee is binnen het gehele budget voor Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren aan de Beter Benutten doelstelling voldaan.

Financiën Een subsidieverlening van C 1.924.396,42, die gedekt is in het IPVa. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Verleningsbrief aan gemeente Den Haag Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Ton Roovers Datum 7 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 260 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 14

Voorgesteld Een extra budget vast te stellen van C 2.190.130 ten behoeve van het programma Beter besluit Benutten Vervolg Haaglanden, te dekken uit onderbesteding uit het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1).

Korte Het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden is het bereikbaarheidsprogramma motivering dat loopt tot eind 2017. In de Stuurgroep Beter Benutten Vervolg Haaglanden d.d. 18 augustus 2016 is er overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen over de invulling en omvang van het programma. Ter realisatie heeft de Rijksoverheid toereikend budget, de MRDH heeft daarentegen niet genoeg aan het eerder vastgestelde budget van C 11 miljoen. De totale bijdrage van de MRDH aan het programma Beter Benutten Vervolg komt op C 15.613.776. Vanuit het afgesloten Agglonet is C 2.423.646 toegevoegd, dan resteert nog een tekort van C 2.190.130.

De oorzaken waardoor er aanvullend budget vanuit de MRDH nodig is, zijn: » van het budget is C 5 miljoen belegd aan ITS (intelligente transport systemen), waardoor er een beperkt budget resteert voor de overige projecten; » het programma P+R valt hoger uit dan eerder voorzien; » over het busplatform Den Haag CS zijn vorig jaar afspraken gemaakt over een hogere bijdrage dan eerder voorzien; » een hogere kostenraming voor het project Laan van Delfvliet.

Het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1) liep formeel tot eind 2014. Met het Rijk is afgesproken dat de eindafrekening van het programma eind 2016 gereed moet zijn. Omdat een groot deel van de projecten is afgerond en de rest met een afkoop zal worden afgesloten, is er een goede prognose van de overblijvende middelen. De resterende budgetten zijn toereikend om het programma van Beter Benutten Vervolg te dekken, conform de afspraken in de Bereikbaarheidsverklaring.

Financiën Benodigd extra budget Beter Benutten Vervolg Haaglanden: C 2.190.130

Geen financiële gevolgen. Dekking uit vrijval Beter Benutten Haaglanden (deel 1): Projecten met een rijksbijdrage uit Spitsmijden C 499.190 Beter Benutten-projecten, vrijval rijksbijdrage C 549.026 Beter Benutten-projecten, vrijval regionale bijdrage C 1.142.003 Afronding C 911

Voorziene vrijval BB Haaglanden (deel 1) C 2.190.130

Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Toelichting 2. Programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Bart Waasdorp Datum 7 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 236 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO 21 september 2016 agendapunt 15

Onderwerp Vergaderplanning bestuurscommissie Vervoersautoriteit 2017 Voorgesteld 1) De vergaderplanning 2017 van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH vast besluit te stellen. 2) Kennisnemen van de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de MRDH

Korte De bestuurscommissie Vervoersautoriteit dient de data vast te stellen voor de reguliere motivering vergaderingen van de bestuurscommissie. De vergaderingen van de (bestuurlijke) gremia zijn zo op elkaar afgestemd dat de doorlooptijd van besluiten zo kort mogelijk is. Ter informatie is de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat bijgevoegd.

De data en tijden zijn reeds op 9 augustus jl. gecommuniceerd met de leden en hun secretariaten.

Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Overzicht vergaderdata Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Wouter Dekker Datum 7 september 2016 Telefoonnummer 088 5445 184 METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERSLAG

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016

BESLOTEN

A. Mededelingen » De heer De Bruijn, plv. voorzitter, opent de vergadering. De heer Langenberg zal omstreeks 10.15 uur aanwezig zijn. » De heer Vermeulen (PZH) is de hele vergadering aanwezig.

B. Vaststellen verslag besloten gedeelte en besluitenlijst voorgaande vergadering B.1. Concept samenvattend verslag van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 - besloten gedeelte

De heer Melzer vraagt om een aanpassing van het verslag (blz. 3. Agendapunt 3.) en in het vervolg aandacht voor de notulen.

De bestuurscommissie stelt het verslag vast van het besloten gedeelte van de vergadering van 15 juni 2016 met bovengenoemde wijziging.

B. 2. Conceptbesluitenlijst van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 De bestuurscommissie stelt de conceptbesluitenlijst van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast.

C. Ter bespreking C.1. Gewijzigd Treasurystatuut De portefeuillehouder Middelen geeft een korte toelichting. Het gewijzigde Treasurystatuut schept onder andere de kaders waaronder de leningen kunnen worden aangegaan en verstrekt (agendapunt C.2) en de borgstelling geëffectueerd kan worden (agendapunt C.3). Daarnaast betreft deze herziening een duidelijkere afbakening van de bestuurlijke en uitvoerende verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie en de controle daarop. Ook is de inrichting van dit statuut aangepast aan het meest gangbare model bij decentrale overheden. De heer Kist vraagt of af of er haast mee is om over dit voorstel een besluit te nemen, ook in samenhang met het voorstel voor leningen. Ook wordt er opgemerkt dat de verbeteringen van Deloitte nog niet zijn verwerkt. De portefeuillehouder Middelen geeft aan dat er haast bij geboden is om tijdig de zienswijzeprocedure te kunnen starten om voor het einde van het jaar een besluit te kunnen nemen. De heer Melzer geeft aan dat de risico's bij de MRDH terecht gaan komen. Deloitte raadt aan om een weerstandsvermogen van C11 miljoen aan te houden. Er wordt aangegeven dat er mogelijk een beroep gedaan kan worden op de risicoreserveringen bij Den Haag en Rotterdam en dat dit nog wordt onderzocht. In verband met de zienswijze die gestart gaat worden, moet er snel duidelijkheid zijn richting de gemeenteraden. De heer De Bruijn geeft aan dat de risicoreserveringen voor Den Haag geschrapt moeten worden in de notitie, omdat het geld is uit de begroting van de gemeente en het hier niet gaat om BDU- budget. Het voorstel is om deze concrete passage te schrappen. De portefeuillehouder Middelen geeft aan dat deze reservering uit de begroting van gemeente Den Haag komt, maar dat MRDH jaarlijks een risicobijdrage heeft afgedragen aan de gemeenten. Het is geen onderdeel van de zienswijze en het DB geeft dit onderwerp vrij voor zienswijze. De voorzitter geeft aan er in gesprek gegaan wordt met gemeente Den Haag om te bezien of er mogelijkheden zijn.

1 De heer Kist stelt voor om een passage in de aanbiedingsbrief op te nemen de gesprekken die nog gevoerd worden met Den Haag en Rotterdam over de risicoreserveringen en de passage te schrappen uit de bijgevoegde stukken die de zienswijze ingaan. Zorgvuldige besluitvorming is van belang richting raden. De bestuurscommissie gaat akkoord met het voorstel van Leidschendam-Voorburg voor de genoemde aanpassingen.

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Om aan het dagelijks bestuur voor te leggen om op grond van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling het Treasurystatuut 2016 MRDH ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden.

C.2. Aangaan en verstrekken van leningen De portefeuillehouder Middelen geeft een korte toelichting. Het gevraagde besluit heeft tot doel te bewerkstelligen dat er ongeveer C 6 miljoen per jaar meer aan middelen beschikbaar komt voor de verkeer en vervoer opgave in deze regio. De vigerende gemeenschappelijke regeling MRDH staat het aantrekken en verstrekken van leningen alsmede het verstrekken van borgstellingen en garanties toe. De gemeenten zijn, ook in de huidige regeling, in het ultieme geval aansprakelijk voor de schulden van hun gemeenschappelijke regeling. De risico's worden met het nieuwe Treasurystatuut 2016 voldoende gemitigeerd. Deloitte heeft de met deze lening gepaard gaande risico's voor de Vervoersautoriteit geanalyseerd en heeft hiertoe een advies uitgebracht om het weerstandsvermogen van de MRDH te verhogen met een bedrag van maximaal C 11 miljoen op basis van de nu voorziene leningen. De gemeenten hoeven dan geen risicoreserves te vormen of aan te houden. Het definitieve rapport van Deloitte wordt nog bijgesloten bij de stukken.

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Onder voorbehoud van instemming agendapunt C.1 aan het dagelijks bestuur van de MRDH voor te leggen om ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden, om op grond van artikel 8 tweede lid van het Treasurystatuut 2016 in het kader van de publieke taak leningen aan te trekken en leningen te verstrekken aan RET en HTM op het gebied van openbaar vervoer voor rollend materieel en het vervangingsonderhoud voor de infrastructuur.

C.3. Borgstelling MRDH lening aan RET ten behoeve van metro's Hoekse Lijn De portefeuillehouder Middelen geeft een korte toelichting. Voor het exploiteren van de Hoekse Lijn en de frequentieverhoging van de E- lijn (Randstadrail) moet RET 22 metrovoertuigen aanschaffen. De kosten daarvan bedragen C 120.000.000,-. RET kan dit niet uit zijn eigen bedrijfsmiddelen financieren. Bij een lening moet RET een hoog rentepercentage betalen in verband met de risico¬ opslag. Op het moment dat de MRDH borg staat voor de lening van RET gaat de risico-opslag drastisch naar beneden. Het rentetarief zal pas vlak voordat de lening wordt verstrekt definitief worden vastgesteld, maar de opslag die de EIB (Europese Investeringsbank) hanteert bedraagt met de borgtocht van MRDH slechts 1 basispunt (oftewel: 0,100)), hetgeen bijzonder laag is. Tot op heden worden de leningen voor de aanschaf van nieuwe voertuigen aan RET verstrekt door de gemeente Rotterdam. De gemeente Rotterdam heeft hierbij altijd zekerheden van RET bedongen. De akte van borgtocht houdt in feite een soortgelijke zekerheidsverstrekking in, alleen nu door MRDH. MRDH zal van RET een pandrecht op de 22 voertuigen verkrijgen als zekerheid voor het verstrekken van de borgtocht. Dit is reeds besproken met en akkoord bevonden door RET, de gemeente Rotterdam en EIB. De heer Melzer geeft aan dat er in de oplegger gesproken wordt over de risicomarge, de gehanteerde opslag, maar de basispunten zijn er 10 ipv 1 en 1/10 0o is 10 basispunten. Daarnaast wordt de pandrechtovereenkomst gemist. Een suggestie (waarbij Leidschendam-Voorburg aansluit) is om een machtiging aan te gaan, mocht onverhoopt tussentijds de rente fors gaan stijgen. Dat toch de mogelijkheid wordt geboden om de financiering aan te trekken. De voorzitter geeft aan dat de vraag van Pijnacker-Nootdorp juridisch uitgezocht wordt. Het AB kan altijd om een tussenbesluit gevraagd worden.

2 De bestuurscommissie stemt in met: 1.Onder voorbehoud van instemming agendapunt C.1 aan het dagelijks bestuur van de MRDH voor te leggen om ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden, het verstrekken van de borgtocht door MRDH voor de betalingsverplichtingen onder de leningsovereenkomst tussen RET Railgebonden Voertuigen B.V. als kredietnemer en de Europese Investeringsbank als kredietgever ten behoeve van de aanschaf van 22 metrovoertuigen voor de Hoekse lijn en de frequentieverhoging van de E-(RandstadRail)lijn.

C. 4. Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden De portefeuillehouder Middelen geeft een korte toelichting op het genoemde besluit. NS stapt uit de HTM en dit nieuws is gisteren bekend geworden. Dit betekent een andere samenwerking en HTM, Den Haag, MRDH, NS gaan gezamenlijk de komende jaren het OV een impuls geven in de regio. Het belangrijkste voor de concessies is dat in 2013 het besluit is genomen om in te besteden. Binnen het mandaat van de onderhandelaars, is dit besluit tot stand gekomen. Aan RET wordt de concessie Rail vandaag gegund en voor HTM wordt het voornemen tot gunnen vandaag uitgesproken. Beide vervoerders hebben punten aangegeven die de komende tijd nog verder uitgewerkt worden in samenwerking met MRDH, maar die geen belemmering vormen voor het gunnen. De heer Kist vraagt of de discussie over in- of aanbesteden gevolgen heeft voor de concessies bus. De heer Bavelaar geeft aan dat de discussie over in- en aanbesteden van de concessie bus los staat van het uittreden van NS. Het zijn twee aparte onderwerpen. De portefeuillehouder Middelen geeft aan dat het interessant is te zien dat er belangstelling is voor lightrail vanuit NS in dit gebied. Een ervaren partner erbij om het openbaar vervoer een impuls te geven is goed voor de regio. De heer Melzer en de heer Houtkamp spreken waardering uit voor het bereikte resultaat. Een tip is om te kijken naar de evaluatie van het proces en om de concessiehouders te betreken om van elkaar te kunnen leren. Het is goed om te zien dat er andere middelen ingezet kunnen worden. Dit geldt ook voor het te voeren gesprek over in- en aanbesteden.

D. Hamerstukken

E. Ter informatie

F. Rondvraag en sluiting van het besloten deel De heer Vermeulen verzorgt een korte terugblik op de studiereis van MRDH en PZH op 16 en 17 juni jl.. Bestuurders van NRR komen in het najaar een bezoek te brengen aan PZH en de MRDH.

3 Aanwezig Rotterdam P.J. Langenberg (voorzitter) Den Haag Th.J.A.M. de Bruijn Zoetermeer M.J. Rosier Barendrecht L. van Noort Brielle A.A. Schoon Capelle aan den IJssel D.P. van Sluis Delft L.B. Harpe Hellevoetsluis C.J.A. van Lith Krimpen aan den IJssel C.A. Oosterwijk (plv) Leidschendam-Voorburg F.J. Kist Midden-Delfland H.H.V. Horlings Nissewaard C. Mourik Pijnacker-Nootdorp P. Melzer Rijswijk R. van Hemert Schiedam M.C.J. Houtkamp Westland A.W. Meijer Wassenaar L. Doorn

Staf Vervoersautoriteit A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit) Vervoersautoriteit E.L.P.G. Bavelaar (manager Openbaar Vervoer) Vervoersautoriteit J.W. Immerzeel (manager Verkeer) Bedrijfsvoering D. Dijs (voorlichting) Bedrijfsvoering W. Dekker (bestuurszaken) Bedrijfsvoering T. van Mourik (bestuurszaken)

Afwezig Albrandswaard J.E. de Leeuwe Lansingerland S. Fortuyn Maassluis C. Pleijsier Ridderkerk Dhr. V.A. Smit Vlaardingen R. van Harten Westvoorne P. Blok - Van Werkhoven

4 5 METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17e vergadering, 07.06.2016, MRDH te Den Haag

PUNTEN VAN BEHANDELING - BESLOTEN

A. Mededelingen

B. Vaststellen verslag besloten gedeelte en besluitenlijst voorgaande vergadering B.1. Concept samenvattend verslag van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 - besloten gedeelte

De bestuurscommissie stelt het samenvattend verslag van het besloten gedeelte van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast.

B. 2. Conceptbesluitenlijst van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016

De bestuurscommissie stelt de conceptbesluitenlijst van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast.

C. Ter bespreking C.1. Gewijzigd Treasurystatuut

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Om aan het dagelijks bestuur voor te leggen om op grond van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling het Treasurystatuut 2016 MRDH ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden.

C.2. Aangaan en verstrekken van leningen

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Onder voorbehoud van instemming agendapunt C.1 (Gewijzigd Treasurystatuut) aan het dagelijks bestuur van de MRDH voor te leggen om ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden, om op grond van artikel 8 tweede lid van het Treasurystatuut 2016 in het kader van de publieke taak leningen aan te trekken en leningen te verstrekken aan RET en HTM op het gebied van openbaar vervoer voor rollend materieel en het vervangingsonderhoud voor de infrastructuur.

C.3. Borgstelling MRDH lening aan RET ten behoeve van metro's Hoekse Lijn

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Onder voorbehoud van instemming agendapunt C.1 (Gewijzigd Treasurystatuut) aan het dagelijks bestuur van de MRDH voor te leggen om ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden, het verstrekken van de borgtocht door MRDH voor de betalingsverplichtingen onder de leningsovereenkomst tussen RET Railgebonden Voertuigen B.V. als kredietnemer en de Europese Investeringsbank als kredietgever ten behoeve van de aanschaf van 22 metrovoertuigen voor de Hoekse lijn en de frequentieverhoging van de E-(RandstadRail)lijn.

C. 4. Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden

- Ter voorbereiding op het in het openbare gedeelte van deze vergadering te nemen

D. Hamerstukken

E. Ter informatie

Pagina 1 van 5 F. Rondvraag en sluiting van het besloten deel

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

G. Opening en mededelingen

H. Vaststellen verslag H. 1. Concept samenvattend verslag van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 - openbare gedeelte

De bestuurscommissie stelt het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 17e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast.

I. Hamerstukken

1.1. Consortiumovereenkomst onderzoeksprogramma SURF STAD

De bestuurscommissie stemt in met: 1.De ondertekening van de consortiumovereenkomst voor het onderzoeksprogramma SURF STAD door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit.

1.2. Pilot Zuidelijke Randstad Toekomstbeeld OV 2040

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis nemen van de tien uitgangspunten voor de toekomst van het OV in de Zuidelijke Randstad die resulteren uit de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad. 2. Kennis nemen van de rol van de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad in het nationale proces en dat de afstemming met de andere schaalniveaus en landsdelen mogelijk nog tot aanpassing van de uitgangspunten zou kunnen leiden. 3. Kennis nemen van het voornemen te komen tot een actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad ter implementatie van de tien principes in concrete acties. 4. Besluiten dat de tien uitgangspunten de basis zijn voor de verdere uitwerking van het toekomstige HOV- netwerk in de Zuidelijke Randstad onder gezamenlijke regie van PZH en MRDH en de daartoe te verrichten beleidsuitwerkingen, verkenningen en studies inclusief het Regionaal Investeringsprogramma en de analysefase van het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag. 5. De wens te uiten de actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad daartoe toe te voegen aan de samenwerkingsiconen PZH-MRDH en opdracht te geven om te onderzoeken hoe de samenwerking in het kader van Stedenbaan de verdere implementatie van Toekomstbeeld OV inclusief de afstemming met ruimte en wonen kan ondersteunen.

1.3. Verbeteren OV-bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 1 quick wins 2. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 3 mobiliteitsdiensten 3. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 4 verbinding RTHA-Meijersplein 4. Vaststellen dat aanpassing van de naam van metrohalte Meijersplein naar een nog te bepalen nieuwe naam mogelijk is mits: » Een significante verbetering wordt bereikt in de verbinding tussen de halte en de luchthaventerminal. » De gemeente Rotterdam een formeel verzoek tot naamswijziging indient. » De kosten van de naamswijziging zoveel mogelijk zijn beperkt door te combineren met naamswijzigingen elders in het net. » De partijen MRDH, RTHA, Den Haag en Rotterdam ieder 250o van deze kosten dragen.

5. Vaststellen dat op de luchthaven gerichte aanpassingen van het huidige busnet nu onvoldoende kosteneffectief zijn, de RET te vragen een nader marktonderzoek te doen naar de mogelijke spitsdienst

Pagina 2 van 5 Zoetermeer-Schiedam en in toekomstige verkenningen naar het HOV-net in het gebied tussen Zoetermeer, Rotterdam en Delft/Den Haag RTHA als mogelijke bestemming mee te wegen in de netwerkontwikkeling.

1.4. Herziene beschikking vervoersknoop Bleizo

De bestuurscommissie stemt in met: 1. De vigerende beschikking 14TZR001 met bijbehorende verplichtingen ad C 62.229.378 minus de betaling ad C 4.000.000 in te trekken; 2.In te stemmen met het afwijken van het in de subsidieverordening genoemde VAT-percentage op voorwaarde dat het beschikbare budget niet wordt overschreden. 3. Een nieuwe beschikking 16OZO0027 af te geven voor vervoersknoop Bleizo ad C 52.980.000 exclusief BTW aan de gemeente Zoetermeer; 4. Een reservering op te nemen voor betaling in 2019 van de Bedieningsovereenkomst ad C 5.500.000 exclusief BTW + indexering aan de NS 5. Een bedrag van C 150.000 exclusief BTW ter beschikking te stellen ten behoeve van het uitvoeren van onafhankelijke kwaliteitscontroles

1.5. Bevoorschotting HTM Rail 2016 inzake invoer Avenio railvoertuigen

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Het vaststellen van de bevoorschotting aan HTM Personenvervoer N.V. voor het jaar 2016 van C 11.280.000 in verband met de inzet van de Avenio railvoertuigen voor de uitvoering van de dienstregeling.

1.6. Indexering subsidie voor project Rotterdamsebaan

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Het nog niet bestede deel van de subsidie aan de gemeente Den Haag voor het project Rotterdamsebaan te indexeren naar prijspeil 2015, conform de beschikking d.d. 9 oktober 2013, waarbij een bedrag van C 285.964,- ten laste wordt gebracht van het Regiofonds (BOR) en een bedrag van C 429.703 ten laste wordt gebracht van het Mobiliteitsfonds Haaglanden.

1.7. Meerjarenplanning en -analyse wegwerkzaamheden en evenementen Zuid-Holland

De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis te nemen van de meerjarenplanning en -analyse werkwerkzaamheden en evenementen in de provincie Zuid-Holland 2017-2021. 2. Binnen de eigen gemeente (als wegbeheerder) na te gaan of er voldaan wordt aan de afstemverplichtingen door wegwerkzaamheden en evenementen in te voeren in LTC en af te stemmen via de regionale afstemoverleggen.

1.8. Brief aan gemeente Zuidplas inzake lobby A20 Nieuwerkerk-Gouda

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Het ondertekenen van een Position Paper, met de kanttekening de beoogde versnelling van de procedure al is geregeld en de zogenaamde Startbeslissing voor de verkenning van dit project al in voorbereiding is.

1.9. Beslissing op bezwaar Advier

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling "Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling "haalbaarheidsstudie Multi-Use Transferium Delft" het advies van de Algemene Bezwaarschriften Commissie in zijn geheel over te nemen en: » de bezwaren tegen de beslissing van de Stuurgroep Beter benutten om het project te beëindigen niet-ontvankelijk te verklaren; » de bezwaren tegen het besluit tot vaststelling van de subsidie en de bezwaren tegen de terugvordering ongegrond te verklaren; » het bestreden besluit te handhaven.

Pagina 3 van 5 » Advier middels bijgevoegde beslissing op bezwaar te informeren.

I.10. Bestuurlijke voorziening voor besluitvorming tijdens het zomerreces

De bestuurscommissie stemt in met: 1.In verband met het zomerreces voor een beperkte periode een mandaat/volmacht te verlenen aan de directeur Vervoersautoriteit of zijn plaatsvervanger tezamen met: » mevrouw C. Mourik voor de weken 28, 29 en 34 » de heer P.J. Langenberg voor de weken 30, 31 en 32 » de heer M.J. Rosier voor week 33 om in spoedeisende gevallen, waarbij aantoonbaar met besluitvorming niet gewacht kan worden tot na het zomerreces, namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit/de voorzitter te besluiten en te ondertekenen.

J. Ter informatie

J.1. Terugblik adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 15 juni 2016

J.2. Terugblik algemeen bestuur MRDH d.d. 1 juli 2016

K. Ter bespreking K.1. Vervoerplannen 2017 De bestuurscommissie stemt in met: 1. Kennis te nemen van de vervoerplannen 2017 van HTM, HTMbuzz, Veolia, RET en Connexxion. 2. Kennis te nemen van de binnengekomen reacties op de ontwerp-vervoerplannen 2017. 3.Instemmen met de Nota van Reactie. 4.Instemmen met de invoering van de vervoerplannen 2017 per 11 december 2016. 5.Uitvoering geven aan de reactie van de adviescommissie door het onderwerp burgerparticipatie mee te nemen in de evaluatie van de gemeenschappelijke regeling.

K.2. Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden

K.2.A. Gunningsbesluit concessie Rail Rotterdam 2016

De bestuurcommissie stemt in met: 1. Op basis van de bieding, de daaruit voortvloeiende correspondentie en het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Rotterdam 2016-2026 te gunnen aan RET N.V.; 2. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen om de zeggenschap (één aandeel) RET N.V. te verwerven; 3. In te stemmen met de voorgestelde samenwerkingsverklaring tussen MRDH en RET N.V. en de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen de bijgevoegde samenwerkingsverklaring te ondertekenen; 4. De concessie Rail Rotterdam 2016-2026 te verlenen conform het bijgevoegde concessiebesluit aan RET N.V.; 5. De voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen het bijgevoegde gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen; 6. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren; 7. De gemeenteraden van de MRDH-gemeenten te informeren over de stand van zaken wat betreft de inbesteding van de concessies Rail Rotterdam en Haaglanden.

K.2.B. Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016

De bestuurscommissie stemt in met: 1.Op basis van het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Haaglanden 2016-2026 te gunnen aan HTM Personenvervoer N.V.

Pagina 4 van 5 L. Rondvraag en sluiting

Pagina 5 van 5 METROPOOLREGIO Vergadering: 21 september 2016 ROTTERDAM DEN HAAG Agendapunt: 20

Onderwerp: Voorbereiding BO MIRT 13 oktober 2016 Datum: 9 september 2016 Contactpersoon: Lodewijk Lacroix Telefoonnummer: 06 44 976 244

Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,

Voorgesteld besluit

1. Kennis nemen van agenda BO MIRT en inzet regio hierin

Inleiding Op 13 oktober 2016 vindt het jaarlijkse BO MIRT plaats. In het BO MIRT overleggen een delegatie namens het Kabinet (Minister en Staatssecretaris IenM) en namens de regio (gedeputeerden Bom en Vermeulen, de heren Langenberg en De Bruijn namens de MRDH) over de wenselijke ontwikkeling van de regio en de daarmee verbonden fysieke investeringen. Sinds vorig jaar is daarbij door de Minister het BO MIRT met de Zuidelijke Randstad en Zeeland gecombineerd in één vergadering. De actuele stand van het proces is dat op 5 en 6 september het bestuurlijke en ambtelijke delegatieoverleg aan regiozijde heeft plaatsgevonden en op 15 september het Directeurenoverleg rijk-regio plaatsvindt waarin de agenda van het BO MIRT samen wordt vastgesteld. De vervolgstappen zijn: » 29 september ambtelijk delegatieoverleg » 3 oktober bestuurlijk delegatieoverleg « 13 oktober BO MIRT

Het BO MIRT in 2017 staat in een bijzonder perspectief omdat het Kabinet voor de zomer heeft besloten om het Infrastructuurfonds (waar het MIRT uit wordt gefinancierd) met 2 jaar te verlengen en voor een deel van het hiermee vrijvallende budget nog in deze periode te komen tot reservering voor opgaven en projecten. Het huidige beeld is dat na aftrek van beheer en onderhoud, verplichtingen, tegenvallers dit Kabinet nog beschikt over ca C700 mln investeringsruimte. Voor een volgend Kabinet zou het om ca C1 mld gaan (bij een gelijkblijvende begroting voor ruimtelijke investeringen in het Regeerakkoord en uitblijven van tegenvallers). Daarnaast hebben de provincie en de MRDH op 6 juli het Regionaal Investeringsprogramma gepresenteerd aan MP Rutte, waarbij de MP de boodschap gaf niet te kunnen bijdragen aan investeringen maar wel te willen meedenken hoe het Rijk kan helpen de projecten te realiseren. Deze beide ontwikkelingen vormen de kern van de agenda van het BO MIRT.

Agenda BO MIRT en bespreekpunten

1. Opening door Minister » Toelichting landelijke ontwikkelingen waaronder Nationale Omgevingsagenda/Omgevingsvisie, actualisatie MIRT-spelregels. 2. Regionaal Investeringsprogramma » Toelichting door gedeputeerde Bom.

1 » Bespreekpunt: hoe samen te werken aan realisatie Regionaal Investeringsprogramma. » Toelichting aantal regionale opgaven uit RI op het gebied van connectiviteit door Pex Langenberg: - N59: een weg is meer dan een weg (relatie energietransitie) - Oeververbinding Rotterdam: een brug is meer dan een brug (relatie stedelijke transformatie) - OV centrale zone Den Haag: een tram is meer dan een tram (relatie ontwikkeling economisch kerngebied Den Haag) 3. Verlenging Infrastructuurfonds en uitvoering moties Visser/Hoogland en Hoogland/De Boer over verlenging MIRT. Bespreking inzet regio voor verlenging en komen tot afspraken hierover: » Volledige viersporigheid Rotterdam - Den Haag: realisatie traject Delft-Schiedam. Doel: afspraak over MIRT-verkenning met reservering C300 mln in MIRT. » Programma aansluitingen HWN/OWN incl N57. Doel: procesafspraak om voor BO MIRT 2017 pakket uit te werken met reservering C50 mln in MIRT als 500 bijdrage. » Onderzoeksafspraken tbv toekomstige financiële reservering: - Oeververbinding Rotterdam. Doel is procesafspraak verder onderzoek gezamenlijk met rijk naar innovatieve nieuwe financieringsconstructies ten behoeve van 150-200 mln rijksbijdrage. - Corridorplan N59. Doel is afspraak met Zuidelijke Randstad, Zeeland en rijk om het corridorplan verder uit te werken en bedrag mee te financieren om tot echte innovatie en verduurzaming te kunnen komen ten behoeve van 10 mln rijksbijdrage 4. Projecten in huidige MIRT: » Viersporigheid Schiedam - Rotterdam (variant D Plan Koman). Doel is te komen tot procesafspraak om zsm na afronding onderzoek ProRail en Tracébesluit viersporigheid Rijswijk-Delft te komen tot cofinanciering. Regiobijdrage aan extra kosten t.o.v. variant B is beschikbaar. » A20. Doel: in een eerdere motie van Visser/Hoogland heeft de Tweede Kamer gevraagd de uitvoering van het project A20 naar voren te halen. De regio zet in op afspraken dit daadwerkelijk te doen. PZH wil eventueel bijdragen in de rentelasten. 5. Gezamenlijke onderwerpen Zuidelijke Randstad/ Zeeland: » Corridor Rotterdam Antwerpen » 6. Rapport Commissie Balkenende: Zeeland in Stroomversnelling 7. PM afspraken Zeeland 8. Voorstel Hamerpunten (nog niet definitief, afhankelijk van nut en noodzaak) » MIRT-onderzoek Alblasserwaard 5 Heerenlanden » MIRT-onderzoek goederencorridors Oost à Zuid » MIRT-onderzoek » Publiek Vastgoed » Greenports/mainports » MIRT onderzoek bereikbaarheid Rotterdam - Den Haag

2 » MIRT onderzoek stimuleren stedelijk wonen (verstedelijking) » Indien nodig (inzet is om op deze projecten voor het BO MIRT overeenstemming met het Rijk te hebben): - Quick wins A15 Papendrecht - Sliedrecht structurele oplossing - Verdieping Nieuwe Waterweg (mits financiering rond is HBR-IenM) - Borging werkwijze Beter Benutten - Suurhofbrug - Duinpolderweg - Sloeweg

3