GEMEENTE SCOPINGNOTA

RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE DOSSIERSAMENSTELLING Startnota Scopingnota Procesnota

VERSIES 1.0 15/01/2021

OPDRACHTGEVER Gemeentebestuur Zwalm Contactpersoon: Mikaël Callebaut Zuidlaan 36 9630 ZWALM Tel: 055/48 05 60 [email protected]

OPDRACHTHOUDER SOLVA Projectteam: Alexander De Wit, Yiqiao Wang Gentsesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM Tel: 053/73 74 20 [email protected] Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat de startnota Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat het ontwerp van onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan ter inzage van het publiek van ruimtelijk uitvoeringsplan ter inzage van het publiek heeft gelegen heeft gelegen van 1 juni 2020 tot 30 juli 2020. van tot Op bevel, Op bevel,

De algemeen directeur, De burgemeester, De algemeen directeur, De burgemeester, Philip LEFEVER Eric DE VRIENDT Philip LEFEVER Eric DE VRIENDT

In zijn ontwerpversie gezien en voorlopig vastgesteld door de Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van gemeenteraad in zitting van

Op bevel, Op bevel,

De algemeen directeur, De voorzitter van de gemeenteraad, De algemeen directeur, De voorzitter van de gemeenteraad, Philip LEFEVER Tom AELBRECHT Philip LEFEVER Tom AELBRECHT

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ...... 1 1.1 ALGEMEEN ...... 1 7 GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR ...... 35 1.2 DOELSTELLING VAN HET RUP ...... 2 1.3 OPBOUW VAN DEZE NOTA ...... 2 8 WATERTOETS ...... 36 8.1 INLEIDING ...... 36 2 SITUERING VAN HET PLANGEBIED ...... 3 8.2 TOETSING ...... 36 2.1 SITUERING VAN ZWALM BINNEN DE REGIO ...... 3 2.2 SITUERING EN AFBAKENING VAN HET PLANGEBIED ...... 4 9 BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE 2.3 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLANGEBIED ...... 7 MILIEUEFFECTEN ...... 45 9.1 INLEIDING ...... 45 2.4 REIKWIJDTE ...... 7 9.2 ONDERZOEK TOT SCREENINGSPLICHT ...... 45 2.5 DETAILLERINGSGRAAD ...... 7 9.3 ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTENRAPPORTAGE ...... 46 9.4 INSCHATTING VAN DE GRADATIE VAN DE IMPACT ...... 46 3 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND ...... 8 3.1 FOTOREPORTAGE ...... 10 9.5 AANDACHTSPUNTEN VANUIT DE HUIDIGE TOESTAND VAN HET MILIEU ...... 48 9.6 BESCHRIJVING EN BEOORDELING VAN DE MOGELIJKE 4 PLANNINGSCONTEXT ...... 15 4.1 ZWALM IN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN MILIEUEFFECTEN PER DISCIPLINE ...... 48 ...... 15 9.7 BESCHRIJVING VAN DE MOGELIJKE CUMULATIEVE 4.2 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST- EFFECTEN ...... 51 VLAANDEREN...... 15 9.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN ...... 51 4.3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZWALM ...... 17 9.9 CONCLUSIE ...... 51

5 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND ...... 20 10 ADVIEZEN EN INSPRAAKREACTIES OP DE STARTNOTA . 52 5.1 BESTEMMINGS- EN RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN .. 20 5.2 VERGUNNINGSTOESTAND ...... 21 11 OVERIGE DECRETALE BEPALINGEN ...... 55 11.1 RVR-TOETS ...... 55 6 BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN ...... 23 6.1 ERFGOED ...... 23  BIJLAGEN ...... 56 6.2 LANDBOUW ...... 29 6.3 NATUUR ...... 29 6.4 WEGEN EN WATERWEGEN ...... 33

LIJST VAN FIGUREN LIJST VAN KAARTEN

Figuur 1 Uittreksel uit het overzicht van hoofddorpen en woonkernen in Kaart 1 Situering van Zwalm binnen de regio ...... 3 Oost-Vlaanderen volgens het PRS Oost-Vlaanderen ...... 16 Kaart 2 Situering plangebied op mesoniveau ...... 4 Figuur 2 Gewenste nederzettingsstructuur volgens GRS Zwalm met Kaart 3 Afbakening van het plangebied ...... 5 aanduiding plangebied...... 18 Kaart 4 Orthofoto 2019...... 6 Figuur 3 Gewenste openruimtestructuur volgens GRS Zwalm met aanduiding plangebied...... 18 Kaart 5 Bestaande feitelijke toestand ...... 9 Figuur 4 Uittreksel van het plangebied uit het originele gewestplan...... 20 Kaart 6 Opnamepunten foto's ...... 14 Kaart 7 Vergunningstoestand ...... 22 Kaart 8 Onroerend erfgoed ...... 28

Kaart 9 Natuur & landbouw ...... 31 LIJST VAN TABELLEN Kaart 10 Biologische waarderingskaart ...... 32 Kaart 11 Buurt- en voetwegen ...... 34 Tabel 1 Bestemmings- en ruimtelijke uitvoeringsplannen ...... 20 Kaart 12 Overstromingsgevoelige gebieden 2017 ...... 39 Tabel 2 Overzicht verkavelingen binnen plangebied ...... 21 Kaart 13 Infiltratiegevoelige gebieden ...... 40 Tabel 3 Overzicht vergunningen binnen plangebied ...... 21 Kaart 14 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden ...... 41 Tabel 4 Wegen en waterwegen ...... 33 Kaart 15 Erosiegevoelige gebieden ...... 42 Tabel 5 Watertoets ...... 36 Kaart 16 Potentiële bodemerosie per perceel 2018...... 43 Tabel 6 Indicatoren inschatting van de gradatie van de impact van het Kaart 17 Hellingenkaart ...... 44 RUP ...... 47 Tabel 7 Inschatting van de gradatie van de impact van het RUP ...... 48 Tabel 8 Beoordeling mogelijke milieueffecten ...... 48 Tabel 9 Evaluatie en beoordeling van de mogelijke milieueffecten per discipline ...... 48 Tabel 10 Synthesetabel milieueffecten ...... 51

1 INLEIDING

Op 1 juli 2016 bekrachtigde de Vlaamse Regering een nieuw decreet 1.1 ALGEMEEN waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Woonuitbreidingsgebied het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd worden. Rozebeke’ wordt opgemaakt overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Overeenkomstig artikel 2.2.1. § 1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gaat Ordening (VCRO). Artikel 2.2.5 § 1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening het om een geïntegreerd planningsproces: de effectbeoordelingen worden bepaalt de inhoud van een ruimtelijk uitvoeringsplan. De volgende tijdens het ruimtelijk planningsproces procedureel en inhoudelijk onderdelen dienen opgenomen te worden in het plan: geïntegreerd in hetzelfde proces. De integratie houdt in dat de  een beschrijving en verantwoording van de doelstellingen effectbeoordelingen plaatsvinden tijdens het proces voor de opmaak van het van het plan; ruimtelijk uitvoeringsplan. De effectbeoordelingen leveren gegevens over de  een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke mogelijke effecten van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan. Die gebieden het plan van toepassing is; gegevens worden verwerkt in het planningsproces voor het voorgenomen  de bijbehorende stedenbouwkundige voorschriften inzake ruimtelijk uitvoeringsplan. bestemming, inrichting en/of beheer;  een weergave van de juridische toestand; Het geïntegreerde planningsproces (zie artikel 2.2.4. § 1 VCRO) bestaat uit  een weergave van de feitelijke toestand en de toestand van vijf fasen, waarbij het resultaat telkens geconsolideerd wordt in een van de het leefmilieu, de natuur en andere relevante feitelijke volgende documenten: gegevens;  de startnota;  de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de  de scopingnota; structuurplannen waarvan het een uitvoering is;  het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan;  in voorkomend geval, een limitatieve opgave van de  het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan; voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die opgeheven  het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan. worden;  in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van Voorliggend document betreft de startnota. Volgens § 2 van het artikel 2.2.4. plan-MER, passende beoordeling, VR, …; bevat de startnota:  in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van  een beschrijving en verduidelijking van de doelstellingen de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt van het RUP; doorgevoerd die aanleiding kunnen geven tot  een afbakening van het plangebied; planschadevergoeding, planbatenheffing of een  een beknopte beschrijving van de alternatieven voor het compensatie in de zin van het decreet betreffende het ontwerpplan en zijn voor- en nadelen; grond- en pandenbeleid.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 1  de reikwijdte en het detailleringsniveau en daaraan een kernversterkende ontwikkeling door de invulling van het gekoppeld de reikwijdte en het detailleringsniveau van de te woonuitbreidingsgebied niet aan de orde. Gezien de ligging binnen de voeren effectonderzoeken zoals in die fase gekend; agrarische structuur stelt het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan een  de relatie met het ruimtelijk structuurplan en, in voorkomend herbestemming naar agrarisch gebied voor. geval, met andere relevante beleidsplannen;  de beschrijving van de te onderzoeken effecten en van de 1.3 OPBOUW VAN DEZE NOTA inhoudelijke aanpak van de effectbeoordelingen, met Hoofdstuk 2 van voorliggende startnota geeft een situering en afbakening inbegrip van de methodologie, zoals bepaald door de van het plangebied. Hoofdstuk 3 gaat dieper in de op de bestaande feitelijke wetgeving van de op te maken effectbeoordelingen en van toestand. Hoofdstuk 4 bevat de planningscontext waarbinnen dit RUP wordt andere onderzoeken die nodig zijn voor het plan. In opgemaakt en hoofdstuk 5 schetst de bestaande juridische toestand van het voorkomend geval bevat de startnota ook een weergave plangebied. Rekening houdende met de beleidsmatige randvoorwaarden uit van de gedane analyse, vermeld in artikel 4.2.6, § 1, 5°, en hoofdstuk 6, geeft hoofdstuk 7 de gewenste ruimtelijke structuur voor het artikel 4.4.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende plangebied aan. De watertoets is terug te vinden in hoofdstuk 8. Een algemene bepalingen inzake milieubeleid, met inbegrip van beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten ten gevolge van de redenen waarom geen planmilieueffectrapport, het plan is terug te vinden in hoofdstuk 9. Tot slot bevat hoofdstuk 10 de respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport moet worden overige decretale bepalingen die bij een RUP van toepassing zijn. opgemaakt;

 in voorkomend geval, relevante gegevens uit vorige effectbeoordelingen of uit de goedgekeurde rapporten die daaruit zijn voortgekomen;  in voorkomend geval, de impact of het effect dat het geïntegreerde planningsproces kan hebben op mens of milieu in een ander gewest of land of op de gebieden die onder de federale bevoegdheid vallen;  een overzicht van instrumenten die samen met het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan ingezet kunnen worden, als die al bekend zijn in deze fase.

1.2 DOELSTELLING VAN HET RUP In uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Zwalm besliste de gemeenteraad op 20 juni 2019 tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor het herbestemmen van het woonuitbreidingsgebied in Rozebeke naar een openruimtebestemming. Rozebeke is een niet-geselecteerde kern in het buitengebied. Bijgevolg is

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 2 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 2 SITUERING VAN HET PLANGEBIED 2.1 SITUERING VAN ZWALM BINNEN DE REGIO

 KAART SITUERING VAN ZWALM BINNEN DE REGIO De gemeente Zwalm is gelegen in het zuiden van de provincie Oost- Vlaanderen en maakt deel uit van het arrondissement . Buurgemeenten zijn in het noorden, in het oosten, Brakel in het zuiden en , Oudenaarde en in het westen.

Zwalm bestaat uit een conglomeraat van 12 kleinere kernen waarvan Munkzwalm de grootste is. De kernen liggen sterk verspreid in het glooiende landschap van de gemeente. Op 1/1/2019 telde de gemeente 8148 inwoners wat resulteert in een bevolkingsdichtheid van 241 inwoners per vierkante kilometer. Dit is beduidend lager dan gemiddelde bevolkingsdichtheid in Vlaanderen die 487 inwoners per vierkante kilometer bedraagt.

De verbindingswegen N46 en N454 doorsnijden het grondgebied van Zwalm van west naar oost en verbinden Oudenaarde met Zottegem. De N415 loopt van noord naar zuid over het grondgebied en verbindt met Brakel. Zwalm beschikt over twee treinstations op de as Oudenaarde- Zottegem, namelijk in Sint-Denijs-Boekel en Munkzwalm.

Kaart 1 Situering van Zwalm binnen de regio

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 3 2.2 SITUERING EN AFBAKENING VAN HET PLAN- GEBIED

 KAART ORTHOFOTO 2019 Het plangebied situeert zich in het zuidoosten van het grondgebied van Zwalm, meer bepaald in deelgemeente Rozebeke. Deze kleinschalige, authentieke dorpskern telt ongeveer 450 inwoners en ligt op de grens met Michelbeke (Brakel) in het zuiden en Sint-Goriks-Oudenhove (Zottegem) in het oosten waarbij de Zwalmbeek de gemeentegrens vormt. De kern van Roborst (Zwalm) bevindt zich ongeveer twee kilometer ten noorden van Rozebeke. Sint-Blasius-Boekel (Zwalm) ligt eveneens op ongeveer twee kilometer maar dan in westelijke richting.

De dorpskern aan het Rozebekeplein, rondom de Onze-Lieve-Vrouwkerk wordt gekenmerkt door een sterk geconcentreerde en gesloten bebouwing. De bebouwing bestaat overwegend uit één of twee bouwlagen onder zadeldak, met hier en daar enkele halfopen of gesloten vierkantshoeves. De typologie van de huizen dateert voornamelijk uit het begin van de twintigste eeuw en refereert naar de functies, die typerend deel uitmaken van een dorpsstructuur, in het bijzonder de voormalige pastorie, het vroegere gemeentehuis, het voormalig klooster met dorpsschool, een aantal dorpsherbergen en diverse boerenwoningen met achterliggende hoeve en een beperkt aantal vrijstaande villa’s. Radiaal vanuit de kern vertrekken assen waarlangs zich doorheen de jaren lintbebouwing heeft ontwikkeld. De halfopen en open bebouwingstypologie kenmerken hier de omgeving. Sinds 2017 is de kern van Rozebeke beschermd als dorpsgezicht.

De grens van het plangebied valt samen met de grens van het woonuitbreidingsgebied van het gewestplan. Concreet betekent dit dat de Kamperstraat het plangebied begrenst langsheen de noordelijke zijde. Langsheen de overige zijde vormen de 50m woonlinten die zich langsheen de straten situeren de afbakening van het plangebied.

Kaart 2 Situering plangebied op mesoniveau

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 4 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM

Kaart 3 Afbakening van het plangebied

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 5 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

ORTHOFOTO 2019

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

kadastrale percelen

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron orthofoto: GDI-Vlaanderen (2018) Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-02-03 2.3 ALTERNATIEVEN VOOR HET PLANGEBIED De herbestemming is gericht op het creëren van een openruimtebestemming voor het huidige woonuitbreidingsgebied, 2.3.1 BASISALTERNATIEF eventueel aangevuld met een bestendiging van de bestaande toestand in de mate dat deze verzoenbaar is met de goede ruimtelijke ordening. Bijgevolg Het basisalternatief bestaat in de herbestemming van het zullen de stedenbouwkundige mogelijkheden op vlak van ‘inrichting’ dan ook woonuitbreidingsgebied van Rozebeke dat ingesloten wordt door de Sint- zeer beperkt zijn. Annastraat, Boembeekstraat en Kamperstraat.

2.3.2 NULALTERNATIEF 2.4 REIKWIJDTE Het nulalternatief is het ‘alternatief’ dat erin bestaat het voornemen van het Gelet op de ligging van het plangebied en de lokale schaal van ontwikkeling, plan niet uit te voeren. In dit geval wordt er dan geen RUP opgemaakt. De wordt aangenomen dat de reikwijdte van het RUP zich beperkt tot de huidige planologische bestemmingen worden niet gewijzigd, de grenzen van het plangebied. gewestplanbestemming blijft behouden. 2.5 DETAILLERINGSGRAAD Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing Het RUP regelt de planologische bestemming en bijhorende van 20 juni 2019 die op haar beurt stoelt op een bindende bepaling van het inrichtingsvoorschriften voor het plangebied. Hierbij wordt gestreefd naar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Bijgevolg is het nulalternatief niet een evenwicht tussen juridische zekerheid en flexibiliteit. De afbakening van wenselijk en wordt het daarom niet weerhouden. het RUP gebeurt op niveau van de kadastrale percelen. De detailleringsgraad van het RUP is hoger dan de detailleringsgraad van het gewestplan. 2.3.3 LOCATIEALTERNATIEF Een locatiealternatief is een alternatief dat erin bestaat het plan (of delen ervan) te realiseren op een andere locatie dan die voorzien in het basisalternatief.

Een locatiealternatief is hier niet aan de orde gezien het hier gaat om een uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat specifiek het woonuitbreidingsgebied Rozebeke aanduidt als te herbestemmen gebied.

2.3.4 INRICHTINGSALTERNATIEVEN Een inrichtingsalternatief is een alternatief dat erin bestaat binnen eenzelfde plangebied een andere (ruimtelijke) configuratie van dezelfde bouwstenen te voorzien.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 7 3 BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND

 KAART BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND noorden van het plangebied bevindt er zich een bosfragment dat de Het plangebied met een totale oppervlakte van ± 6,4 ha betreft een waterloop die hier aanwezig is en die uitmondt in de Zwalmbeek in het voornamelijk onbebouwd gebied dat voornamelijk uit grasland en in landschap markeert. beperktere mate uit akkerland bestaat. De aangegeven teelten op de akkerlanden zijn uiteraard onderhevig aan jaarlijkse teelrotatie. Talrijke bomenrijen en hoogstambomen creëren een gecompartimenteerd landschap dat relatief sterk hellend is in noordwestelijke richting. Het laagste punt van het plangebied bevindt zich in zuidoostelijke hoek en ligt op +48 m TAW, het hoogste punt bevindt zich in de noordwestelijke hoek van het plangebied situeert zich op +61 m TAW. In het plangebied zijn twee woningen aanwezig, namelijk Kamperstraat 33 en Rozebekeplein 3. Hoewel de woning Kamperstraat 33 aansluit op het zuidelijker gelegen woonlint langsheen de Kamperstraat, maakt ze juridisch-planologisch gezien geen deel uit van het woongebied en ligt ze in het woonuitbreidingsgebied. De woning Rozebekeplein 3 is in tweede bouwlijn gelegen, achter de voormalige pastorij van Rozebeke en bereikbaar via een voet (nr. 13) tussen de pastorij en het hoekpand. Het betreft een boerenarbeidershuisje dat is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed (zie onderdeel 6.1.1.1 p. 23 voor meer info hierover). Het is net buiten de 50 m woonzone gelegen en bijgevolg gelegen in het woonuitbreidingsgebied.

Langsheen de oostelijke, zuidelijke en westelijke zijdes wordt het plangebied respectievelijk begrensd door de woonlinten van de Kamperstraat, Boembeekstraat en Sint-Annastraat. Het gaat hier voornamelijk om vrijstaande eengezinswoningen. De tuinzones van de aanpalende woningen in de Sint-Annastraat snijden vrij diep in het landschap in en liggen in het woonuitbreidingsgebied. Ter hoogte van de Sint-Annastraat nr. 8 bevindt er zich een loods die deels in het plangebied gelegen is. De noordelijke zijde van het plangebied is onbebouwd waardoor het plangebied de facto deel uitmaakt van de openruimtekouter tussen Rozebeke en Roborst. Net ten

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 8 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM

3.1 FOTOREPORTAGE 1 2

3 4

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 10 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 5 6

7 8

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 11 9 10

11 12

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 12 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 13

14

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 13 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

2 OPNAMEPUNTEN FOTO'S

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

1 bestaande bebouwing kadastrale percelen 14 3

4 5

13 6 7

Schaal: 1/3000 Lorem Ipsum Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019)

Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een 12 11 8 benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. 10 OPDRACHTGEVER Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER 9 SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-16 4 PLANNINGSCONTEXT 4.1 ZWALM IN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN 4.2 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN OOST-VLAANDEREN Zwalm maakt volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (PRS) werd op 18 onderdeel uit van het buitengebied. Dit is een gebied waar op Vlaams niveau februari 2004 definitief goedgekeurd en gedeeltelijk herzien op 18 juli 2012. de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Zwalm is niet opgenomen als economisch knooppunt, noch bevinden er zich delen van het 4.2.1 DEELRUIMTE ‘ZUIDELIJK OPENRUIMTEGEBIED’ hoofdwegennet op het Zwalmse grondgebied. Zwalm maakt deel uit van de deelruimte ‘zuidelijk openruimtegebied’. Dit deelgebied wordt beschouwd als landelijk landschap en groene long van De doelstellingen van het buitengebied, inzonderheid de open ruimte bovenregionaal belang. Het ruimtelijk beleid is erop gericht om het gebied structuren, zijn de volgende: opnieuw leefbaar te maken als open ruimtegebied en verdere verstedelijking  Het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies; te voorkomen.  Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied;  Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het De globale visie specifiek voor deze deelruimte wordt verder uitgewerkt in buitengebied; de volgende concepten:  Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde  Het fysisch systeem als kapstok voor de landschapsvormende gehelen; functies bos, natuur en landbouw;  Het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het  Behoud en versterking van het hiërarchisch spreidingspatroon en de buitengebied; cultuurhistorische waarde van de nederzettingen;  Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis  De kleine steden als ontwikkelingspolen voor de regio; van het fysisch systeem;  Een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk-  Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied. economische structuur en op het vrijwaren van het rustig karakter van het buitengebied. Op 28 januari 2011 is de Vlaamse Regering het proces gestart dat moet leiden tot de vaststelling van het Beleidsplan Ruimte Met de visie en de concepten als basis zijn de ontwikkelingsperspectieven Vlaanderen (BRV). Op 20 juli 2018 keurde de Vlaamse Regering per deelstructuur verder uitgewerkt. Met betrekking tot de de strategische visie van het BRV goed. De strategische visie is nederzettingsstructuur wordt gesteld dat in het buitengebied de gericht op het beter benutten van het bestaande ruimtebeslag en hoofddorpen en de woonkernen instaan voor het opvangen van de het maximaal vrijwaren van de open ruimte en wordt vertaald in 6 plaatselijke behoeften aan ruimte voor bijkomende woongelegenheid en strategische doelstellingen. Het BRV bouwt voort op de robuuste lokale voorzieningen. krijtlijnen van het RSV.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 15 4.2.2 SELECTIE VAN HOOFDDORPEN EN WOONKER- NEN Rozebeke betreft een niet-geselecteerde kern wat tot gevolg heeft dat er geen bijkomende juridische voorraad voor wonen of bijkomende Hoofddorpen en woonkernen zijn die kernen in het buitengebied die van mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijven gecreëerd kan structureel belang zijn binnen de provinciale nederzettingsstructuur. Ze worden. Door sanering en renovatie van het bestaande woningpatrimonium, vullen de stedelijke gebieden aan als centrale plaatsen op lokaal niveau. door een sturend en regulerend optreden m.b.t. de bestaande woonmogelijkheden en door verbetering van de woonomgeving (bv. Hoofddorpen zijn de groeipolen van de nederzettingsstructuur van het herinrichting openbaar domein, woonondersteunende voorzieningen zoals buitengebied waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bijvoorbeeld een speelpleintje) moet de leefbaarheid in deze dorpen, bedrijvigheid gebundeld wordt. Hoofddorpen onderscheiden zich van gehuchten en woningclusters gegarandeerd blijven. woonkernen omdat zij als een mogelijke locatie voor een lokaal bedrijventerrein worden beschouwd. Inzake wonen en voorzieningen is er 4.2.3 GEWENSTE NATUURLIJKE STRUCTUUR echter geen verschil in de taakstelling tussen hoofddorpen en woonkernen. In het PRS is enkel de kern van Munkzwalm geselecteerd als hoofddorp op De Boembeek ten zuiden van de kern van Rozebeke is in het PRS aangeduid he grondgebied van de gemeente Zwalm. Nederzwalm, Sint-Denijs-Boekel als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. De ecologische en Hundelgem zijn aangeduid als woonkernen. infrastructuur bestaat uit de natuur- en bosgebieden die niet tot het VEN, noch tot het IVON behoren, de kleine landschapselementen en uit de natuur in de bebouwde omgeving. De oostelijk gelegen Zwalmbeekvallei is aangeduid als natuuraandachtszone.

Figuur 1 Uittreksel uit het overzicht van hoofddorpen en woonkernen in Oost-Vlaanderen volgens het PRS Oost-Vlaanderen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 16 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 4.3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN 4.3.2.2 VISIE OP WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN ZWALM Zwalm telt vijf woonuitbreidingsgebieden: twee in Munkzwalm (waarvan reeds één grotendeels ontwikkeld ten zuiden van de spoorlijn Brussel- 4.3.1 INFORMATIEF GEDEELTE Oudenaarde), twee in Nederzwalm-Hermelgem en één in Rozebeke. Omdat Rozebeke een niet-geselecteerde kern is in het PRS, in tegenstelling tot 4.3.1.1 BESTAANDE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR Munkzwalm dat als hoofddorp en Nederzwalm dat als woonkern is Het GRS stelt dat de kern van Rozebeke één van de dorpen in Zwalm is waar aangeduid, dient het woonuitbreidingsgebied in Rozebeke niet verder geen of zeer weinig voorzieningen voorkomen waardoor ze afhankelijk zijn uitgebouwd te worden. Een kernversterkende ontwikkeling door invulling van omliggende dorpen of gemeenten. Deze dorpen hebben nog het van het woonuitbreidingsgebied van Rozebeke is niet gewenst. Gezien de karakter van een plattelandsgemeente en zijn bestemd als woongebied met ligging binnen de agrarische structuur wordt een herbestemming naar landelijk karakter. agrarisch gebied vooropgesteld in het GRS.

4.3.2 RICHTINGGEVEND GEDEELTE 4.3.2.3 VISIE OP ZONEVREEMDE WONINGEN Binnen het plangebied is één woning gesitueerd. Het betreft de woning 4.3.2.1 RUIMTELIJKE VISIE Kamperstraat 33. Gezien de ligging van de woning in De ruimtelijke visie van Zwalm stelt dat de gemeente zijn identiteit en woonuitbreidingsgebied dient ze als zonevreemd beschouwd te worden. structuur wil versterken door een gedifferentieerde uitbouw van de kernen. Conform het GRS worden maximale ontwikkelingskansen voorzien voor deze Hierbij moet voornamelijk het hoofddorp Munkzwalm meer uitgesproken categorie van woningen. naar voor komen als belangrijkste kern die wordt uitgebouwd als concentratiepunten voor activiteiten en diensten. Munkzwalm is tevens de kern die zich het meeste leent voor verdichting van het woonlandschap. De woonkernen Hundelgem, Nederzwalm en Sint-Denijs-Boekel vormen de resterende belangrijkste groeipolen van de gemeente. Voor deze kernen wordt een gedifferentieerde ontwikkeling voorgesteld. Net als in Munkzwalm kan de bebouwing hier, weliswaar in beperktere mate, verdichten. In de overige kernen, waaronder Rozebeke, ligt de nadruk op het leefbaar houden van de kernen. Hiertoe dienen de historische en landelijke elementen benadrukt te worden. Reeds bestaande activiteiten en diensten in deze kernen kunnen zich blijven ontwikkelen.

Teneinde de bestaande open ruimte te vrijwaren voor landbouw en de ontwikkeling van natuur, wordt de open ruimte verder behouden, versterkt en waar nodig uitgebreid.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 17

Figuur 2 Gewenste nederzettingsstructuur volgens GRS Zwalm met Figuur 3 Gewenste openruimtestructuur volgens GRS Zwalm met aanduiding plangebied aanduiding plangebied

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 18 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 4.3.2.4 GEWENSTE OPENRUIMTESTRUCTUUR Op vlak van openruimtestructuren worden drie complementaire uitgangspunten naar voor geschoven:  Beekvalleien als schakel in tussen natuurlijk waardevolle gebieden;  Streven naar goed gestructureerde, kwaliteitsvolle en voldoende grote (productie-) ruimten voor landbouw;  Versterken van het contrast tussen het open cultuurlandschap en de meer gesloten valleien.

Het plangebied is vandaag hoofdzakelijk onbebouwd en bevindt zich op de valleiwand van de Zwalmbeek. Het beleid inzake landbouw op valleiwanden moet erop gericht zijn het onbebouwd karakter te behouden omwille van in stand te houden of te ontwikkelen ruimtelijke en/of landschappelijke kwaliteiten. De landbouw moet hier haar activiteit zodanig afstemmen zodat in deze gebieden een evenwicht bestaat tussen natuur, ecologie en landbouw. Vaak zijn het gebieden met een minder goede bodemgeschiktheid voor akkerteelten. Deze gebieden zullen in veel gevallen multifunctioneel zijn, met als voornaamste mogelijke functies natuur, bos en landbouw.

4.3.3 BINDEND GEDEELTE Het herbestemmen van het woonuitbreidingsgebied te Rozebeke naar een openruimtebestemming is als bindende bepaling opgenomen in het GRS van Zwalm.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 19 5 BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND 5.1 BESTEMMINGS- EN RUIMTELIJKE UITVOE- geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de RINGSPLANNEN promotor.

Tabel 1 Bestemmings- en ruimtelijke uitvoeringsplannen Langsheen de oostelijke, zuidelijke en westelijke rand van het plangebied BESTEMMINGS- EN BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN bevindt zich een 50m breed woonlint met landelijk karakter. RUIMTELIJKE PLANGEBIED UITVOERINGSPLANNEN Gewestplan Oudenaarde (KB Oudenaarde (KB 24/02/1977 en latere 24/02/1977 en latere wijzigingen) wijzigingen)  woonuitbreidings-  woongebied met gebied landelijk karakter  agrarisch gebied BPA/APA Geen Geen Gewestelijk RUP Geen Geen Provinciaal RUP Geen Geen Gemeentelijk RUP Geen Geen

5.1.1 GEWESTPLAN Het plangebied is gelegen binnen het bij KB op 24 februari 1977 goedgekeurde gewestplan Oudenaarde.

Het plangebied betreft het hele woonuitbreidingsgebied van Rozebeke. In de toelichting bij het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen en latere wijzigingen wordt omschreven welke activiteiten er in dit gebied mogelijk zijn.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de Figuur 4 Uittreksel van het plangebied uit het originele gewestplan voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 20 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 5.2 VERGUNNINGSTOESTAND 5.2.2 STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN

 VERGUNNINGSTOESTAND Binnen de contour van het plangebied liggen een aantal percelen waarvoor vergunningen voor stedenbouwkundige handelingen gekend zijn. Het 5.2.1 VERKAVELINGEN overgrote deel ervan heeft betrekking op woningen in de omliggende woongebieden met landelijk karakter waarvan het perceel tot in het Binnen de contour van het plangebied liggen enkele verkavelingen. Het woonuitbreidingsgebied reikt. betreft verkavelingen waarvan de contour zich tot in het woonuitbreidingsgebied uitstrekt. Tabel 3 Overzicht vergunningen binnen plangebied

Tabel 2 Overzicht verkavelingen binnen plangebied VOLGNR* REFNR ONDERWERP DATUM BESLISSING VOLG- REFNR PERCELEN ONDERWERP DATUM LETTER* BESLISSING 1 1975_0200049 bijbouwen van garage met stal 1975-12-31 2 1983_0200082 bouwen van een magazijn + 1983-12-19 A 1976_050002701 254K, 254H, het verkavelen van 1977-07-13 werkplaats voor 255B de gronden in 4 landbouwmateriaal kavels voor open 3 1994_0200037 bouwen woning 1994-06-13 bebouwing 4 1994_0200090 bouwen woning 1994-10-31 B 1980_050001401 254K, 254H, het verkavelen van 1980-12-15 5 2007_0200168 bouwen van een woning 2007-12-17 255B, 258E, de gronden in 4 6 2009_0200022 bouwen woning 2009-04-28 258F kavels waarvan 2 7 2013_02000098 het regulariseren van kappen 2014-01-17 voor HO bebouwing, van bomen en heraanplant ikv 1 met bestaande wegenis- en rioleringswerken in woning en 1 blijft de Kamperstraat Rozebeke weiland E 8 2014_0200023 bouwen van een tuinhuis van 2014-05-27 C 1988_050001001 242D, 400 het verkavelen van 1988-09-26 20m² (gedeeltelijke de gronden in 2 regularisatie) kavels voor open bebouwing * zie kaart ‘Vergunningstoestand’ D 1992_050002001 253B, 253C, het verkavelen van 1993-01-25 253D, 253E de gronden in 4 kavels waarvan 2 voor open bebouwing en 2 achterliggende met tuinbestemming * zie kaart ‘Vergunningstoestand’

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 21 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

VERGUNNINGSTOESTAND

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

kadastrale percelen

bestaande bebouwing

stedenbouwkundige vergunningen

verkavelingsvergunningen

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron orthofoto: GDI-Vlaanderen (2018) Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-02-03 6 BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN 6.1 ERFGOED achter de voormalige pastorie van Rozebeke (Rozebekeplein 1, ref. 86839). Dit laatste gebouw, vastgesteld als bouwkundig erfgoed uit midden 18de  KAART ONROEREND ERFGOED eeuw alsook de deels ommuurde tuin bevinden zich net buiten de contour van het plangebied. Op de hoek met de Boembeekstraat bevindt zich een 6.1.1 INVENTARISSEN semi-gesloten hoeve die eveneens als bouwkundig erfgoed is erkend. Dit Sinds 1 januari 2015 is het Onroerenderfgoeddecreet van kracht. Het decreet geheel wordt momenteel omgevormd tot woonentiteiten. voorziet de vaststelling van vijf inventarissen:  de inventaris van het bouwkundig erfgoed; Ook de omgeving van het Rozebekeplein wordt gekenmerkt door een heel  de landschapsatlas; aantal vastgestelde bouwkundig erfgoedelementen, net als de  de inventaris van de archeologische zones; Kamperhoeve (Kamperstraat 34), een semi-gesloten hoeve met bakstenen  de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde; gebouw rondom een verharde binnenplaats, die zich ten noordoosten van  de inventaris van historische tuinen en parken. het plangebied situeert.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geïnventariseerd en vastgesteld 6.1.1.2 LANDSCHAPSATLAS onroerend erfgoed. Geïnventariseerd onroerend erfgoed is opgenomen in De landschapsatlas is een wetenschappelijke inventaris van waardevolle een wetenschappelijke inventaris. Zo’n opname heeft geen rechtsgevolgen. landschappen in Vlaanderen. De inventaris geeft een overzicht van Het goed wordt enkel beschreven en gedocumenteerd. Vastgesteld historische landschapselementen, structuren en gehelen. De relicten zijn onroerend erfgoed is opgenomen in de inventaris én via een juridische afkomstig van verschillende periodes en geven aan hoe het landschap procedure ‘vastgesteld’. Bij een vastgesteld item moet de overheid, eigenaar gegroeid is. of beheerder rekening houden met bepaalde rechtsgevolgen, die verschillen naargelang de inventaris. De zuidwestelijke hoek van het plangebied ligt binnen het vastgestelde landschapsatlasrelict ‘Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Nederzwalm’. Dit 6.1.1.1 INVENTARIS BOUWKUNDIG ERFGOED gebied ligt ten zuidoosten van de Schelde en behoort tot de Vlaamse De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed bepaalt Ardennen. Centraal in deze ankerplaats loopt de Zwalm, zijrivier van de éénduidig in een overzichtelijke lijst per gemeente het gebouwd Schelde, met haar valleigronden en -wanden. Zijbeken en hun valleien liggen patrimonium van Vlaanderen. eveneens binnen de afbakening, samen met delen van de kouters en kleinere akkercomplexen die tot hun stroomgebied behoren. De ankerplaats Binnen het plangebied bevindt zich een boerenarbeidershuisje omvat tevens de historische kernen van Nederzwalm, Roborst, Rozebeke, (Rozebekeplein 3, ref. 96193) uit het laatste kwart van de 19de eeuw dat is Ruddershove, Velzeke, Elst en Michelbeke. vastgesteld als bouwkundig erfgoed. Het betreft een witgeschilderd huisje op gepikte plint van drie traveeën onder zadeldak. Deze woning bevindt zich

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 23 6.1.1.3 INVENTARIS ARCHEOLOGISCHE ZONES 6.1.2 BESCHERMINGEN De inventaris van archeologische zones brengt in kaart in welke gebieden Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet vier mogelijke archeologische resten of sporen in de grond zitten. Bij de selectie van zones beschermingsstatuten: spelen twee elementen een belangrijke rol: er moet een goede aanwijzing  een beschermd monument; zijn voor de aanwezigheid van archeologisch erfgoed en er moet een goede  een beschermd cultuurhistorisch landschap; aanwijzing zijn dat dit erfgoed nog voldoende bewaard is om archeologische  een beschermd stads- of dorpsgezicht; waarde te hebben.  een beschermde archeologische site.

Er zijn geen archeologische zones gekend binnen het plangebied, noch in 6.1.2.1 BESCHERMD MONUMENT de nabije omgeving ervan. Er is mogelijk wel een Romeinse villa aanwezig Een beschermd monument is een onroerend goed dat van algemeen belang binnen de afbakening. Deze is gekend via oppervlaktevondsten die gemeld is vanwege zijn erfgoedwaarde. zijn aan de Centrale Archeologische Inventaris. Binnen de contour van het plangebied bevinden zich geen beschermde 6.1.1.4 INVENTARIS VAN HOUTIGE BEPLANTINGEN MET ERF- monumenten. De parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw aan het Rozebekeplein GOEDWAARDE betreft wel een beschermd monument, net als de bijhorende kerkhofmuur Bomen en struiken die bijzonder oud, groot of zeldzaam zijn of die een die de kerk en het hierrond gelegen kerkhof omsluit. historische betekenis hebben, kunnen een plaats krijgen in de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde. 6.1.2.2 BESCHERMD CULTUURHISTORISCH LANDSCHAP Een cultuurhistorisch landschap is een gebied dat weinig bebouwd is en Binnen het plangebied treffen we geen houtige beplantingen met erfgoedwaarde bezit, waardoor het van algemeen belang is. erfgoedwaarde aan, noch in de nabije omgeving ervan. In de nabije omgeving van het plangebied zijn meerdere waardevolle Het kerkhof dat zich rondom het kerkgebouw uitstrekt, geniet een landschapselementen geïnventariseerd. Zie paragraaf ‘historische waarde’ bescherming als cultuurhistorisch landschap. van onderdeel 6.1.2.3 van deze nota. 6.1.2.3 BESCHERMD STADS- OF DORPSGEZICHT 6.1.1.5 INVENTARIS VAN HISTORISCHE TUINEN EN PARKEN De term stads- of dorpsgezicht duidt op een groepering van onroerende De inventaris van historische tuinen en parken brengt zowel bescheiden goederen met de omgevende bestanddelen die door hun erfgoedwaarde voortuinen en villatuinen als stadsparken en kasteeldomeinen in kaart. van algemeen belang zijn.

Er zijn geen historische tuinen of parken gekend binnen het plangebied, De hele dorpskern van Rozebeke is sinds 23 januari 2017 erkend als noch in de nabije omgeving ervan. beschermd dorpsgezicht. Ook de zuidwestelijke hoek van het plangebied ligt

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 24 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM binnen deze afbakeningscontour. Het algemeen belang van het hoevepoorten in het straatbeeld. De romaans-gotische Onze-Lieve- dorpsgezicht wordt gevormd door volgende waarden1: Vrouwkerk en het ovaalvormig en ommuurd kerkhof van Rozebeke vormen samen een gave eenheid, die teruggaat tot in de middeleeuwen. De  Historische waarde iconografische en cartografische bronnen tonen aan dat de historische De historische gelaagdheid van Rozebeke gaat terug tot het patronaatsrecht kerksite haar authentieke karakter en configuratie doorheen de eeuwen over de Onze-Lieve-Vrouwkerk, dat toebehoorde aan de Gentse Sint- heeft bewaard. Het ensemble van graftekens op· het kerkhof toont de sociale Pietersabdij door schenking en bevestigd door Odo, bisschop van het differentiatie van de dorpsgemeenschap binnen de geschiedenis van het bisdom Kamerrijk volgens oorkonde van 1108. De kleine dorpskern van dorp. De voetwegen hebben een belangrijke historische waarde en getuigen Rozebeke behield zijn historisch gegroeid karakter, met zijn unieke van oude verbindingen naar en tussen dorpskernen en gehuchten configuratie die teruggaat tot de late middeleeuwen en die duidelijk (kerkwegels) of van vroegere doorgangen voor landbouwers (karrensporen). herkenbaar is op historische kaarten. De dorpskern van Rozebeke lijnt zich Houtige elementen zijn vaak illustraties van oude gebruiken en historisch nog steeds herkenbaar af volgens de oude configuratie van de eerste landgebruik. De topiary-eend van taxus (Taxus baccata), Sint-Annastraat 3, bewoningsclusters,· waarbij aanvankelijk enkele kleine hoevesites zich vormt een zeldzaam en gaaf voorbeeld van een kunstsnoeivorm die in het vestigden aan de rand van de open kouters of akkers en in de onmiddellijke verleden meer werd toegepast. De taxus vormt een eenheid met het nabijheid van de ce ntraal gelegen kerksite. Het dorp is historisch van belang boerenerf. De opgaande gewone es (Fraxinus excelsior), Boembeekstraat voor de ontginningsgeschiedenis in de Zwalmvallei. De monumentale zonder nummer, staande op een talud is een hoekboom, en werd aangeplant kerksite ontwikkelde zich vanaf de vroege middeleeuwen in een bocht, waar om kadastrale percelen vast te leggen. De gekandelaarde schaduwlinden van oudsher twee historische wegen slingerend samenkwamen, en zich (Tilia europaea (x)), Rozebekeplein 11, getuigen van een bepaalde weer afsplitsten om er de verbinding te vormen met de aangrenzende beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden gekapt en geknot. dorpen in de verschillende windrichtingen. De verbindingswegen hebben De beplantingen van notelaar (Juglans regia) en de hakhoutstoven van hun oorspronkelijk middeleeuwse tracé behouden, in een sterk bochtig hazelaar (Corylus avellana) zijn typerende erfbeplantingen op hoevesites. verloop stijgend over de heuvelkammen en dalend naar de beekvalleien. De kleinschaligheid van de dorpskern is naar vorm representatief voor een  Stedenbouwkundige waarde kerkdorp, dat tot op vandaag nog zeldzaam en uitzonderlijk goed bewaard De gehele kerksite vormt een sterk ensemble met de kleinschalige en is gebleven. De bebouwing rond het dorpsplein en in de aansluitende gesloten bebouwing op het dorpsplein en met de bebouwing die historisch verbindingswegen evolueerde in het begin van de 20ste eeuw van een is gegroeid langsheen de oude verbindingswegen. De huidige bebouwing typologie van open hoeves en boerenwoningen naar een meer gesloten en de percelering corresponderen nog in herkenbare mate met de situatie bewoning van dorpswoningen met een meer publieke of maatschappelijke en structuur zoals aangegeven op de historische kaarten. De specifieke functie, zoals gemeentehuis, kloosterschool, de talrijke dorpsherbergen of gebogen en gesloten bebouwingsvorm van het dorpsplein ontwikkelde zich cafés, en zeldzame villa's. Het landelijk karakter van de dorpskern bleef rondom de ovaalvormige structuur van de ommuurde kerksite. De niettemin voortbestaan in de landbouwbedrijvigheid die verborgen ligt bebouwing in de dorpskern bestaat hoofdzakelijk uit vroeg-20ste-eeuwse achter de gesloten bebouwing, maar nog afleesbaar is door de vele zichtbare dorpswoningen, kleinschalig en sober van architectuur en typerend voor een

1 Bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/14976

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 25 klein landelijk dorp. Een aantal semi-gesloten hoevecomplexen, met 18de- langs die wand van het dorpsplein. Omgekeerd geeft het zicht vanuit de en 19de-eeuwse bestanddelen zijn nog opvallend aanwezig en geven aan zuidzijde van het Rozebekeplein een authentiek en esthetisch beeld op de het dorpsbeeld zijn authentiek landelijk karakter. (Rozebekeplein 5, landelijke dorpsbebouwing in de Boembeekstraat. Oude houtige elementen Rozebekeplein 9, Sint-Annastraat 2, SintAnnastraat 3). Het ensemble van de zijn nog talrijk aanwezig in het dorpslandschap, vaak gelegen op een talud voetwegen, het klein bouwkundig erfgoed, de hekken en afsluitingen, de of op het erf van een boerderij, en werken sterk beeldbepalend. De op een kasseiverharding op het dorpsplein, de pastoriemuur, het houtig erfgoed en stam gezette taxus (Taxus baccata) op de hoek van twee voetwegen, werd de erfbeplantingen, de taluds bepalen in grote mate mee het beeld en de aangeplant om het tracé van de voetweg te markeren, en het afsnijden van identiteit van het dorp. het pad te vermijden. De gekandelaarde schaduwlinden (Tilia europaea (x)) staan op de speelplaats van het voormalig klooster en school. De bomen zijn  Ruimtelijk-structurerende waarde aangeplant als schermbomen voor de kinderen op de koer en als afscheiding Rozebeke is een klein woon- en landbouwdorp, gelegen in de gaaf met de kloostertuin. bewaarde Zwalmvallei. Het kerkdorp vestigde zich opmerkelijk centraal op de valleiwand, op een kleine verhevenheid. Het visuele beeld van de  Architecturale waarde kleinschalige dorpskern wordt sterk gedomineerd door de monumentale De als monument beschermde Onze-Lieve-Vrouwkerk (KB 16 juli 1938) vormt Onze-Lieve-Vrouwkerk omringd door een ommuurd kerkhof en het een sterk opvallend architecturaal element binnen de dorpskern van gekasseide Rozebekeplein. Over de valleiwanden slingeren zich van Rozebeke vanwege zijn bouwhistorische gelaagdheid. De eenbeukige oudsher twee oude verbindingswegen, de Parochiestraat (thans Sint- kruiskerk met romaanse bouwsporen werd uitgebreid in de vroeggotische Annastraat en Boembeekstraat) en de Krekelstraat (thans Rekelberg), waar periode (13de eeuw) met een vieringtoren met vierkante plattegrond, met in de bocht van hun samenloop een dorpsplein vormde rondom een transeptarmen en in de 14de eeuw met een vijfzijdig oostelijk koor. In de 17de bedevaartkerk met ommuurd kerkhof. De aanzet van de vroegere eeuw vonden belangrijke herstellingswerken en uitbreidingen plaats, onder Donckerstraat (thans Vijflindenlaan) met de Parochiestraat (Sint-Annastraat) meer vanaf 1613 met de bouw van het merkwaardige dakgebint, het vertoont al in de 18de eeuw (Ferrariskaart) een percelering met een eerste verhogen van de zijmuren van de beuk in baksteen en het vervangen van de cluster van bewoning, die nog steeds herkenbaar overeenstemt met de vensters, tevens het vernieuwen van de westelijke gevel. De graftekens huidige configuratie. De oude voetwegen hebben mee de structuur en vormen een kwalitatief ensemble en geven een mooi overzicht van ongeveer configuratie van de historische dorpskern bepaald. Met hun specifieke 70 jaar aan funerair erfgoed met de evolutie in decoratievorm en functie als snelle verbindingswegels met de kerk en met de nabijgelegen materiaalgebruik. De pleinwand ten noorden van de kerk wordt gekenmerkt dorpen, vormen zij nog grotendeels herkenbare referenties in het huidig door een homogene kleinschalige rijbebouwing van dorpswoningen in dorpslandschap. Deze zeldzame erfgoedelementen maken het traditioneel baksteenbouw, tweelaagse enkel- of dubbelhuizen onder zadeldaken met karakter van het dorp herkenbaar; zij bepalen het karakter en de identiteit pannen, typerend en representatief voor de sobere architectuur van van Rozebeke. Door de aaneengesloten gevelwand van de oude dorpswoningen in het begin van de 20ste eeuw. De diverse aanbouwen met bijgebouwen met hun lang volume aan de rooilijn langsheen de grote poorten getuigen van oudere hoeve-architectuur. De pleinwanden ten Boembeekstraat en de hoek met het Rozebekeplein, heeft de hoevesite zuiden en ten oosten van de kerk worden gekenmerkt door karakteristieke Rozebekeplein 5 een sterke impact op het beeld van de dorpskern. De gevels van boerenwoningen, meer rijkelijk aangepast en vergroot in het geslotenheid van de Boembeekstraat verleent een beeldbepalende, maar begin van de 20ste eeuw en horend bij achterliggende hoeven van het semi- ook historische vista op de zuidzijde van de kerk met de gesloten bebouwing gesloten type met oudere kernen. Daarnaast een (gerenoveerde) eenlaagse

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 26 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM bebouwing van meerdere enkelhuizen die nog refereert naar een vroeger beeldbepalend uitzicht van het dorp. Een esthetisch beeld op de gehele dorpscafé. Aan de rand van het dorpsplein werd bij het begin van de 20ste kerkomgeving heeft men vanuit het westen (Rekelberg) naar de kerk toe; er eeuw ook een aantal grotere burgerwoningen of villa's opgericht. De villa is een mooie vista op de zuidkant van de kerksite vanuit de Boembeekstraat. Rekelberg 2 met het opvallende kleurrijk geglazuurd baksteenparement in De topiary-eend van taxus (Taxus baccata), Sint-Annastraat 3, is geel en rood is representatief voor een in die periode kenmerkende beeldbepalend gelegen op het erf en vormt een mooi voorbeeld van een eclectische stijl. De gevels van het woonhuis van de hoeve Rozebekeplein 5 boeren-kunstsnoeivorm met een esthetisch karakter, mede gezien de werden in dezelfde periode heropgebouwd in een gelijkaardige eclectische omvang en de mooie snoeivorm van de struik. De locatie legt een zeldzaam stijl van snijdende daken met punt- en lijsgevels en verfraaid met rond- en getuigenis af van het vroeger veel meer voorkomen van dergelijke steekboogvensters en geglazuurde veelkleurige baksteen. Zichtbepalend kunstsnoeivormen met specifieke functie. De opgaande gewone es (Fraxinus aan de westrand van het dorp ligt een vrijstaande villa, Rekelberg 1. De excelsior), Boembeekstraat zonder nummer, staat op een talud, en is een bakstenen villa is typerend voor de bouwstijl van de jaren 1940-1950 opvallend object door zijn mooie groeivorm en grote omvang. opgebouwd uit twee snijdende identieke bouwvolumes van twee bouwlagen onder scherpe puntgevel met een steil zadeldak. De bouwvolumes zijn 6.1.2.4 BESCHERMDE ARCHEOLOGISCHE SITE kenmerkend voor de bouwstijl uitgewerkt met een rondboogdeur in een Op een archeologische site gaat het niet alleen om de sporen en restanten verdiept portaal, opvallende brede ramen van vier-, drie- of tweelichten, een van menselijke activiteit uit het verleden, maar ook over de context waarin ze uitgebouwde veelzijdige erker en een klimmende dakkapel. Het voormalig worden aangetroffen en de relaties tussen de objecten, sporen en vondsten. klooster met school, Rozebekeplein 11, is een realisatie van de Dendermondse architect F. Van Severen, ontwerper en restaurateur van heel Er bevindt zich geen beschermde archeologische site in of in de nabije wat kerken en religieuze gebouwen in Oost-Vlaanderen. Het omgeving van het plangebied. kloostergebouw uit het begin van de 20ste eeuw is opgetrokken in een sobere traditionele baksteenbouw met neogotische stijlreminiscenties . kenmerkend voor religieuze gebouwen in die periode.

 Esthetische waarde Het dorp Rozebeke is gelegen in de zeer gaaf bewaarde riviervallei van de Zwalm met zijn hoge ensemblewaarde tussen de dorpen aan de rand van de vallei. Het beeld van de historische dorpskern van Rozebeke is als esthetisch en karakteristiek te omschrijven. De oude verbindingswegen geven nog steeds mooie zichten op de architectuur van de kerk, met mooie vista's vanuit de belendende soms vernauwde toegangswegen (Boembeekstraat, Sint- Annastraat en Rekel berg). Op de heuvelruggen zijn er vanwege het open karakter nog talrijke weidse zichten. Vanuit alle hoogten en laagten van de omliggende heuvel is de kerktoren van Rozebeke als een esthetisch baken in het landschap van de Zwalmvallei waar te nemen. Het ommuurd kerkhof vormt - samen met het artistieke beeld van de kerk - het esthetische en

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 27 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

ONROEREND ERFGOED

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen ERFGOEDOBJECTEN

beschermd dorpsgezicht 14976 Dorpskern Rozebeke

beschermd monument 10697 Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw 10707 Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw: kerkhofmuur

beschermd cultuurhistorisch landschap 10445 Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw: kerkhof

vastgesteld bouwkundig erfgoed 96193 Boerenarbeidershuisje 86839 Pastorie 94487 Semi-gesloten hoeve

vastgesteld landschapsrelict 10411 Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Nederzwalm

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 6.2 LANDBOUW 6.3 NATUUR

 KAART NATUUR EN LANDBOUW  KAART NATUUR EN LANDBOUW

6.2.1 HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED 6.3.1 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

De bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)  BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART voorzien dat het Vlaams gewest 750.000 ha agrarisch gebied afbakent in De biologische waarderingskaart (versie 2, 2014), is een inventaris gewestplannen of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen als onderdeel opgemaakt door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en geeft van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische een indicatie van de biologische waardering van de karteringseenheid op structuur. basis van de criteria biotoopzeldzaamheid, biologische kwaliteit, algemene

kwetsbaarheid en vervangbaarheid. De biologische waarderingskaart kan In uitvoering van het RSV stelde de Vlaamse overheid tussen 2004 en 2009 een goede inschatting geven of een (groene) gewestplanbestemming nog een gebiedsgerichte ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op in steeds adequaat is op een specifiek perceel. overleg met de lokale besturen en middenveldorganisaties voor dertien buitengebiedregio’s. Op basis van deze ruimtelijke visies herbevestigde de Het biologisch meest waardevolle terrein bevindt zich in het noorden van het Vlaamse Regering de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke plangebied. Het betreft een perceel dat gekenmerkt wordt door soortenrijk uitvoeringsplannen voor ca. 538.000 ha agrarisch gebied. De regering permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden (hp*), besliste dat voor deze gebieden geen bestemmingswijzigingen nodig zijn en een bomenrij met dominantie van populier (kbp) en een bomenrij met dat de agrarische bestemmingen op de plannen van aanleg en de ruimtelijke dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (kbs). Het centrale gedeelte betreft uitvoeringsplannen behouden blijft, tenzij expliciet anders vermeld. Binnen een soortenarm permanent cultuurgrasland (hp). De zuidzijde staat deze herbevestigde agrarische gebieden heeft de landbouwsector dus de gekarteerd als een akker op lemige bodem (bl). zekerheid dat de agrarische bestemming op lange termijn principieel behouden blijft. De Vlaamse Regering stelt dat binnen deze gebieden – 6.3.2 VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK gezien de herbevestiging van de agrarische gebieden deel uit maakt van de uitvoering van de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een samenhangend en Vlaanderen – gemeentelijke en provinciale planningsinitiatieven geen georganiseerd geheel van de belangrijkste (bestaande of nieuwe) natuur- en betekenisvolle afbreuk mogen doen aan de ruimtelijk-functionele bosgebieden, waarin een specifiek beleid inzake het behoud, het herstel en samenhang van de agrarische macrostructuur. de ontwikkeling van de natuur wordt uitgevoerd via beschermingsmaatregelen. Het bestaat uit de Grote Eenheden Natuur (GEN) Het plangebied is gelegen in het herbevestigd agrarisch gebied nr. 6, zijnde en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). De afbakening van het het landbouwgebied van Sint-Denijs-Boekel – Roborst – Michelbeke. Deze VEN verloopt in twee fasen. In een eerste fase die in 2003 is afgerond, zijn herbevestiging geldt uiteraard enkel waar voorheen al agrarisch gebied als ca. 85.000ha definitief vastgelegd door de Vlaamse Regering. De tweede bestemming aanwezig was. fase verloopt volledig via de ruimtelijke ordening gezien de consensus hier moeilijker ligt en gelijktijdig ook de afbakening van de agrarische structuur wordt geregeld.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 29 6.3.3.2 HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN In het plangebied van dit RUP zijn geen VEN-gebieden gesitueerd. Het meest In de Habitatrichtlijn staat de bescherming van natuurlijke en half-natuurlijke nabijgelegen VEN-gebied betreft een onderdeel van de Midden- en habitats centraal. In de bijlagen van de Habitatrichtlijn worden 500 Benedenloop van de Zwalm (nr. 229) en bevindt op ± 400 m ten oosten van plantensoorten, 200 diersoorten (geen vogels, omdat die al onder de het plangebied, langsheen de Zwalmbeek. vogelrichtlijn vallen) en 198 habitats genoemd. Ze worden bovendien verdeeld over verschillende biogeografische regio's en in prioritaire en niet- 6.3.3 DECREET BETREFFENDE HET NATUURBEHOUD prioritaire soorten. Ook voor Habitatrichtlijn moeten speciale EN HET NATUURLIJK MILIEU beschermingszones (habitatrichtlijngebieden) worden aangewezen. Artikel 36ter van het decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk milieu (decreet Natuurbehoud) bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in Op een 400-tal meter ten oosten van het plangebied bevindt zich een combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, onderdeel van het habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke en andere Zuidvlaamse bossen’ (BE2300007). Dit onderdeel van het kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied habitatrichtlijngebied situeert zich langsheen de Zwalmbeek. kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn 6.3.4 BOSDECREET voorgesteld of aanwezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing Het Bosdecreet is een decreet dat werd uitgevaardigd op 13 juni 1990 door van de Vogelrichtlijn (richtlijn 79/409/EEG van 2 februari 1979) en de de Vlaamse Regering en tot doel heeft het behoud, de bescherming, het Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992). De Vogelrichtlijn en de beheer en het herstel van de bossen en van hun natuurlijk milieu en de Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven aanleg van de bossen te regelen. De wettelijke bepalingen inzake wordt welke soorten en natuurgebieden (habitats) beschermd moeten ontbossing en de compensatie die daaruit moet volgen zijn in de eerste worden door de lidstaten. De gebieden die vallen onder de richtlijnen plaats te vinden in artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990. Om te moeten uitgroeien tot een Europees netwerk van natuurgebieden. Dit voorkomen dat het kostbare bosareaal nog verder afneemt, gelden drie netwerk wordt Natura 2000 genoemd. grote basisprincipes:  ontbossing is verboden, tenzij anders bepaald in het 6.3.3.1 VOGELRICHTLIJNGEBIEDEN Bosdecreet van 13 juni 1990; De Vogelrichtlijn bevat een lijst van zeldzame of bedreigde vogelsoorten.  als ontbossing niet verboden is, dan is een vergunning Voor deze vogelsoorten en voor belangrijke overwinteringsgebieden van vereist; trekvogels moeten speciale beschermingszones (vogelrichtlijngebieden)  een vergunning voor ontbossen kan niet worden verleend worden aangewezen. zonder compensatie.

Binnen dit plangebied, noch in de nabije omgeving zijn er Art. 96 en 97 van het Bosdecreet wijzen erop dat ingrijpende wijzigingen en vogelrichtlijngebieden aanwezig. beschadigingen van de bodem, de strooisel-, kruid-, of boomlaag verboden zijn behoudens machtiging van het Agentschap.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 30 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

NATUUR & LANDBOUW

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

LANDBOUW

herbevestigd agrarisch gebied 6 landbouwgebied van Sint-Denijs-Boekel - Roborst - Michelbeke

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

BIOLOGISCHE WAARDERING

biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch zeer waardevol

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-14 6.4 WEGEN EN WATERWEGEN Tabel 4 Wegen en waterwegen

WEGEN EN GRENZEND AAN BINNEN PLANGEBIED WATERWEGEN PLANGEBIED Gewestwegen Geen Geen Buurt- en voetwegen Voetweg nr 13, 19, 20 Waterwegen Geen OS284d, geklasseerd, 3de categorie, onderdeel van het Boven-Scheldebekken

6.4.1 BUURTWEGEN

 KAART BUURT- EN VOETWEGEN Binnen het plangebied situeren zich (juridisch) verschillende voetwegen die opgenomen zijn in de Atlas der Buurtwegen. Sinds het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen worden voetwegen beschouwd als gemeentewegen. Dit decreet bepaalt de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen. De (juridisch) aanwezige voetwegen hebben een verbindende functie en zorgen voor een maasverkleining van het tragewegennetwerk. Voetwegen 13 en 20 maken een oost-west- georiënteerde verbinding, voetweg 19 loopt noord-zuidgericht.

6.4.2 WATERWEGEN Binnen het plangebied zijn er geen waterlopen aanwezig. Ten noorden van het plangebied bevindt zich waterloop OS284d van 3de categorie die uitmondt in de Zwalmbeek. Zie onderdeel 8 Watertoets van deze nota voor meer duiding.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 33 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

BUURT- EN VOETWEGEN

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

BUURT- EN VOETWEGEN

buurtweg (c) met nummer

voetweg (s) met nummer

buurtwegwijziging

A - afschaffing B - verbreding PA - deel afgeschaft bij verplaatsing PN - nieuw deel bij verplaatsing

segment niet meer aanwezig op de Popp- kaart dus vermoeden van dertigjarige verkrijgende verjaring

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: Provincie Oost-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-12-11 7 GEWENSTE RUIMTE- LIJKE STRUCTUUR

Het gemeentebestuur wenst in uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan het woonuitbreidingsgebied grotendeels te herbestemmen naar een openruimtebestemming. Hiermee wordt bedoeld dat het grotendeels onbebouwde karakter van het gebied ook juridisch bestendigd dient te worden. Landbouw en natuurbehoud en -ontwikkeling worden als bestemmingen naar voor geschoven, rekening houdende met de erfgoedcontext waarin een deel van het plangebied zich situeert.

De hoofdzakelijk vergunde woning Kamperstraat 33, gelegen in het plangebied, wordt bestendigd. Conform het GRS worden maximale ontwikkelingskansen voorzien voor deze categorie van woningen. Het betreft een niet-geïsoleerde woning gezien ze op een 20-tal meter gelegen is van de overige woningen uit het juridisch bestendigde woonlint met landelijk karakter van de Kamperstraat. Het GRS stelt dat voor deze woningen de bepalingen van de zonevreemde woningen uit Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gelden inzake verbouwen, uitbreiden en herbouw, maar het volume is begrensd tot maximaal 1000 m³. De woonfunctie blijft centraal. Nieuwe nevenfuncties complementair aan de woonfunctie zijn mogelijk onder randvoorwaarden. De mogelijkheden voor de woning Rozebekeplein 3 zullen bepaald worden in overeenstemming met de erfgoedwaarde van het pand en zijn nabije omgeving. .

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 35 door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of 8 WATERTOETS vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de  KAART OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN 2017 mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het  KAART INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de  KAART GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN samenhang tussen een of meer van deze elementen".  KAART EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN  KAART POTENTIËLE BODEMEROSIE PER PERCEEL 2018 Artikel 8 § 5 van het decreet integraal waterbeleid stelt dat ruimtelijke  KAART HELLINGENKAART uitvoeringsplannen onderworpen dienen te worden aan de watertoets.

8.1 INLEIDING 8.2 TOETSING Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid (BS 14 Het plangebied behoort tot het Bovenscheldebekken. De watertoetskaarten november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, geven voor het plangebied de in Tabel 5 opgenomen aspecten weer. die de watertoets worden genoemd. De watertoets is een instrument waarmee de overheid die beslist over een vergunning, een plan of een Tabel 5 Watertoets programma inschat welke de impact ervan is op het watersysteem. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de THEMATISCHE KAART PLANGEBIED vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma. Waterlopen / Artikel 8 van dat decreet luidt: Niet overstromingsgevoelig Overstromingsgevoeligheid (2017)

Niet infiltratiegevoelig "Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of Infiltratiegevoeligheid programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren Matig gevoelig van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of Grondwaterstromingsgevoeligheid programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of Erosiegevoelig aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect Erosiegevoeligheid ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk Laag tot hoog Erosiegevoelige percelen (2018) is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de 0,5-5% vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van Hellingen ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect Neen wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het Winterbed milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van Neen watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht Watergevoelig openruimtegebied

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 36 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 8.2.1 BEOORDELING VAN DE EFFECTEN OP HET WA- In het kader van het traject ‘Naar een riviercontract voor de Zwalmbeek’ TERSYSTEEM worden oplossingen gezocht om de overstromingsrisico’s in het stroomgebied van de Zwalm op een duurzame manier te verminderen. Het 8.2.1.1 WIJZIGING VAN HET OVERSTROMINGSREGIME plangebied is een potentiële bron voor de aanvoer van slib naar de Vandaag kent het plangebied geen waterproblematiek. Het RUP beoogt het Zwalmbeek via onder meer afstroming langs de helling of via de waterloop de omzetten van een zogenaamde ‘harde’ bestemming van 3 categorie (OS 284 D). De aanvoer van slib heeft in eerste instantie (woonuitbreidingsgebied) naar een hoofdzakelijk ‘zachte’ bestemming die een negatief effect op de buffercapaciteit van stroomafwaarts gelegen vandaag reeds aanwezig is op het terrein. Algemeen beschouwd is de overstromingsgebieden. Daarnaast heeft de aanvoer van (nutriëntrijk) slib en invloed van het RUP op het watersysteem bijgevolg positief gezien de sediment ook een (negatieve) impact op de natuurwaarden in de vallei van mogelijkheden tot verharding van het plangebied sterk gereduceerd de Zwalmbeek (Habitatrichtlijn- en VEN-gebied). Daarom is het cruciaal om worden. afstroom van sediment vanuit het plangebied naar de lagergelegen Zwalmbeekvallei maximaal te beperken. Bij het verlenen van een vergunning dient minstens voldaan te zijn aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, Het doel van het RUP is de bestendiging van de bestaande feitelijke buffervoorzieningen en gescheiden lozing van het afval en hemelwater. toestand. Bijgevolg kan verwacht worden dat voorliggend RUP geen Prioriteit dient daarbij uit te gaan naar hergebruik van hemelwater significante effecten zal veroorzaken op het erosiegedrag en bovendien (bijvoorbeeld sanitair) en vervolgens naar infiltratie boven buffering met kunnen plangeïntegreerde maatregelen genomen worden ter bestrijding van vertraagde afvoer. erosie. Land- of tuinbouwers kunnen het risico op erosievorming beperken door het nemen van erosiebestrijdingsmaatregelen, zoals de aanleg van een 8.2.1.2 WIJZIGING VAN DE INFILTRATIE- EN AFSTROMINGSHOE- bufferstrook of het inzaaien van een groenbedekker. De inrichtings- en VEELHEID beheersvoorschriften dienen hierop maximaal in te spelen en erosiewerende De kaart met infiltratiegevoelige gebieden toont aan dat het plangebied niet maatregelen op te leggen zoals kleine landschapselementen of grachten infiltratiegevoelig is. Dit wil zeggen dat de bodem het hemelwater niet goed met tussenschotten. laat indringen. De aanduiding als ‘niet infiltratiegevoelig’ betekent echter niet 8.2.1.4 WIJZIGING VAN DE GRONDWATERSTROMING dat infiltratie niet mogelijk is. Dit dient steeds proefondervindelijk getest te worden; enkel de resultaten van infiltratietesten en/of grondwatermetingen Met grondwaterstroming wordt de laterale beweging van grondwater kunnen gebruikt worden om een afwijking op de infiltratieplicht te bekomen. doorheen de ondergrond en de toestroming van kwel bedoeld. Voor de watertoets is de ondiepe grondwaterstroming van belang. Deze stroming kan 8.2.1.3 WIJZIGEN VAN HET EROSIEGEDRAG immers beïnvloed of verstoord worden door ondergrondse constructies. Het plangebied is erosiegevoelig. Dit wordt genuanceerd op de kaart van de potentiële bodemerosie per perceel waarop zowel percelen met lage als met Het plangebied is gelegen in een zone die matig gevoelig is voor hoge potentiële bodemerosie voorkomen. grondwaterstroming. Voor dit type geldt dat ondergrondse constructies met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100 m tot nadelige effecten kan leiden. Gelet op de geplande invulling van het

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 37 gebied met een openruimtebestemming, zal het plan geen significante effecten op de grondwaterstroming genereren.

8.2.1.5 WIJZIGING VAN HET OPPERVLAKTE- EN GRONDWATER Het plangebied ligt niet binnen een beschermingszone in het kader van een grondwaterwinning. De discipline grond- en oppervlaktewater valt uiteen in twee subdisciplines, namelijk de grond- en oppervlaktewaterhuishouding en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. 8.2.1.5.1 Wijziging van de grond- en oppervlaktewaterhuishouding Volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA) maakt het plangebied deel uit van het Bovenscheldebekken.

Gezien het plan de herbestemming van het gebied met een openruimtebestemming tot doel heeft, worden geen significante effecten verwacht inzake de wijziging van het oppervlakte- en grondwater. 8.2.1.5.2 Wijziging van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewa- ter Het plangebied is niet gelegen in een waterwingebied. Er kan verwacht worden dat de bestemming van het RUP geen activiteiten zullen voortbrengen die een significante invloed hebben op de kwaliteit van het watersysteem.

Volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zijn de woonlinten die het plangebied omzoomen gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied wat impliceert dat aangesloten kan worden op bestaande riolering die op zijn beurt is aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie.

8.2.2 CONCLUSIE De gevolgen van het RUP op de waterhuishouding zullen zeer beperkt zijn. Er kan gesteld worden dat voorliggend plan geen significante nadelige effecten zal hebben op het watersysteem.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 38 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN 2017

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

OVERSTROMINGSGEVOELIGHEID

niet overstromingsgevoelig

mogelijk overstromingsgevoelig

effectief overstromingsgevoelig

WATERLOPEN

OS284d

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

INFILTRATIEGEVOELIGHEID

niet infiltratiegevoelig

infiltratiegevoelig

WATERLOPEN

OS284d

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGHEID

matig gevoelig

zeer gevoelig

WATERLOPEN

OS284d

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

hoogtelijnen (interval 1 m)

EROSIEGEVOELIGHEID

niet erosiegevoelig

erosiegevoelig

WATERLOPEN

OS284d

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

EROSIEGEVOELIGHEID 2018

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

POTENTIËLE BODEMEROSIE PER PERCEEL

geen info

bijzondere strook

niet van toepassing

verwaarloosbaar

zeer laag

laag

medium

hoog

zeer hoog

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI-Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 RUP WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE

HELLINGENKAART

LEGENDE

REFERENTIE

grens plangebied

bestaande bebouwing

kadastrale percelen

HELLINGEN

< 0.5%

0.5 - 5%

5 - 10%

> 10%

WATERLOPEN

OS284d

Schaal: 1/3000

Bron onderlegger: GRB Vlaanderen, AGIV (oktober 2019) Bron: GDI - Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting. OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Zwalm Zuidlaan 36 9630 ZWALM OPDRACHTHOUDER

SOLVA Gentstesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

2020-01-10 9 BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN

9.1 INLEIDING In de startnota wordt de beschrijving van de te onderzoeken effecten en van de inhoudelijke aanpak van de effectbeoordelingen, met inbegrip van de De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de methodologie, zoals bepaald door de wetgeving van de op te maken milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft effectbeoordelingen en van andere onderzoeken die nodig zijn voor het plan uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER- gemaakt. In voorkomend geval bevat de startnota ook een weergave van de decreet, en trad in werking op 1 december 2007. gedane analyse, vermeld in artikel 4.2.6, § 1, 5°, en artikel 4.4.1 van het

decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake De nieuwe regelgeving voorziet dat overheden die een plan met mogelijke milieubeleid, met inbegrip van de redenen waarom geen aanzienlijke milieueffecten willen opmaken, eerst de milieueffecten ervan en planmilieueffectrapport, respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport moet de eventuele alternatieven in kaart moeten brengen. Voor plannen die niet worden opgemaakt: van rechtswege plan-milieueffectrapportage-plichtig zijn, moet de  in voorkomend geval, relevante gegevens uit vorige initiatiefnemer (in casu de gemeente Zwalm) een screeningsprocedure effectbeoordelingen of uit de goedgekeurde rapporten die (onderzoek tot milieueffectrapportage) volgen. De initiatiefnemer stelt daaruit zijn voortgekomen; daarvoor een screeningsnota of verzoek tot raadpleging op waarin wordt  in voorkomend geval, de impact of het effect dat het nagegaan of een plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben. geïntegreerde planningsproces kan hebben op mens of

milieu in een ander gewest of land of op de gebieden die Op 1 juli 2016 bekrachtigde de Vlaamse Regering een nieuw decreet onder de federale bevoegdheid vallen; waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in  een overzicht van instrumenten die samen met het het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd worden. voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan ingezet kunnen Overeenkomstig artikel 2.2.1. §1 gaat het om een geïntegreerd worden, als die al bekend zijn in deze fase. planningsproces: de effectbeoordelingen worden tijdens het ruimtelijk planningsproces procedureel en inhoudelijk geïntegreerd in hetzelfde proces. De integratie houdt in dat de effectbeoordelingen plaatsvinden 9.2 ONDERZOEK TOT SCREENINGSPLICHT tijdens het proces voor de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan. De Bij dit onderzoek tot screeningsplicht wordt nagegaan of het plan al dan niet effectbeoordelingen leveren gegevens over de mogelijke effecten van het van rechtswege onderworpen is aan de plan-MER-plicht. Daarbij wordt een voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan. Die gegevens worden verwerkt in onderscheid gemaakt tussen twee groepen van plannen en programma’s: het planningsproces voor het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan. Groep A Plannen en programma’s, of de wijzigingen ervan, die tegelijkertijd:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 45  betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, Ardennen en Zuidvlaamse bossen. Gelet op de aard van het RUP en de industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, afstand tot de SBZ, zal het RUP geen directe noch indirecte impact hebben telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of op dit gebied. Het RUP regelt bovendien een klein gebied op lokaal niveau grondgebruik (een RUP voldoet per definitie aan deze zoals hierboven gemotiveerd. Geconcludeerd wordt dat er geen passende voorwaarde); beoordeling vereist is.  een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor één of meerdere projecten die worden opgesomd in 9.2.1 CONCLUSIE bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004; Het onderzoek tot screeningsplicht heeft uitgewezen dat voor dit RUP geen  een kader vormen voor projecten die niet het gebruik plan-MER van rechtswege noodzakelijk is. Het RUP vormt weliswaar mogelijk regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project kleine wijziging inhouden. opgesomd in bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004, maar het RUP regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en is bijgevolg Het RUP regelt het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau waardoor screeningsgerechtigd. niet voldaan is aan alle bovenvermelde voorwaarden. Het betreft de herbestemming van een woonuitbreidingsgebied van ± 6,4 ha. Deze 9.3 ONDERZOEK TOT MILIEUEFFECTENRAPPOR- oppervlakte bedraagt 0,19% van de totale oppervlakte van het grondgebied van de gemeente Zwalm. De geplande activiteiten worden geacht het lokale TAGE karakter niet te overschrijden. 9.3.1 REFERENTIESITUATIE

Groep B De referentiesituatie is de toestand van het milieu die als vergelijkingsbasis Plannen en programma’s, of de wijzigingen ervan waarvoor, gelet op de dient voor het beschrijven en beoordelen van de impact van een plan of mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een project. Als referentiesituatie wordt de bestaande feitelijke toestand van het passende beoordeling vereist is. Een passende beoordeling moet worden plangebied beschouwd die besproken wordt in Hoofdstuk 3 van deze nota. opgemaakt wanneer aan volgende voorwaarden is voldaan:  Het voorgenomen plan heeft niet te maken met het beheer Teneinde de bijkomende milieueffecten van de voorgenomen activiteiten in van een speciale beschermingszone (SBZ). te schatten wordt uitgegaan van zowel de huidige feitelijke toestand  Op basis van de voortoets kan een betekenisvolle (openruimtegebied) en de juridisch-planologische toestand (de bestemming aantasting van de beschermde habitats of soorten uit de SBZ woonuitbreidingsgebied). niet worden uitgesloten.  Het gaat niet om een klein gebied op lokaal niveau of een 9.4 INSCHATTING VAN DE GRADATIE VAN DE IM- kleine wijziging. PACT Om de impact van het voorgenomen plan te kunnen omschrijven, moet er De meest nabije SBZ bevindt zich op ± 400m in vogelvlucht ten oosten van nagegaan worden in welke mate het voorgenomen plan verschilt van het het plangebied. Het betreft een onderdeel van de Bossen van de Vlaamse geldende plan en op welke wijze er omgegaan wordt met de bestaande

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 46 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM toestand. De mate waarin het voorgenomen plan afwijkt, heeft een invloed op de wijze waarop de bespreking van de mogelijke milieueffecten moet gebeuren. Er worden drie gradaties onderscheiden: Tabel 6 Indicatoren inschatting van de gradatie van de impact van het RUP

1. Het voorgenomen plan heeft vermoedelijk geen milieueffecten.

Hierbij volstaat een algemene bespreking van de verhouding tussen

het geldende plan en het voorgenomen plan.

2. Het voorgenomen plan heeft milieueffecten die vermoedelijk niet - IMPACT significant zijn. Hierbij is een meer uitgebreide bespreking van de

verhouding tussen het geldend plan, het voorgenomen plan en de STAANDE

VERWACHTE MILIEU ACTIVITEITEN BODEM AFDEKKING BE TOESTAND bestaande toestand als referentietoestand gewenst. er worden geen er wordt geen het voorgenomen 3. Het voorgenomen plan heeft milieueffecten die significant kunnen andere activiteiten wijziging van de plan heeft enkel tot zijn. Hierbij is een bespreking gewenst van de verhouding tussen het stedenbouwkundig totale doel de bestaande vergunbaar bodemafdekking stedenbouwkundig 0 geldend plan, het voorgenomen plan en de bestaande toestand als gemaakt voorzien vergunde of referentietoestand gewenst en dit per milieudiscipline om aan te vergund geachte

tonen dat er geen vermoeden is van significante milieueffecten. toestand te Geen impact Geen bevestigen er worden andere er worden het voorgenomen Aan de hand van de drie onderstaande indicatoren wordt bepaald in welke activiteiten wijzigingen plan heeft tot doel mate het voorgenomen plan afwijkt van het geldende plan of de bestaande stedenbouwkundig voorzien in de de bestaande toestand: vergunbaar maar totale stedenbouwkundig  Activiteiten: de mate waarin het voorgenomen plan andere deze sluiten ofwel bodemafdekking, vergunde of nauw aan bij de maar deze is ofwel vergund geachte activiteiten stedenbouwkundig vergunbaar maakt ten huidige vergunbare niet omvangrijk in toestand te 1 opzichte van het vandaag geldende plan; activiteiten of oppervlak, of stelt bevestigen, en laat  bodemafdekking: de mate waarin het voorgenomen plan houden enkel de enkel een ook bijkomende uitsluiting van beperking van de ontwikkelingen toe een wijziging toelaat van de bodemafdekking ten opzichte bepaalde totale die nauw aansluiten van het vandaag geldende plan; activiteiten in bodemafdekking bij de bestaande

 bestaande toestand: de mate waarop het voorgenomen plan t.o.v. het geldend toestand Beperkte impact Beperkte louter een bestendiging is van de huidige plan voor de toegelaten de totale het voorgenomen stedenbouwkundige vergunde of vergund geachte activiteiten zijn bodemafdekking plan heeft tot doel toestand. grondig neemt toe met een om de bestaande verschillend tussen grote oppervlakte stedenbouw- 2 het voorgenomen kundige vergunde plan en het of vergund geachte geldend plan toestand te

Impact verwijderen

Voor voorliggend RUP ziet deze inschatting er als volgt uit:

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 47

Tabel 7 Inschatting van de gradatie van de impact van het RUP Tabel 8 Beoordeling mogelijke milieueffecten

CODE BEOORDELING

/ Niet relevant

-

G Geen effect of een zeer minimaal effect - NN Aanzienlijk negatief effect

N Negatief effect

PLAN ONDERDEEL ACTIVITEITEN BODEM AFDEKKING BESTAANDE TOESTAND P Positief effect RUP 2 1 0 PP Aanzienlijk positief effect

Onderstaande tabel dient in samenhang gelezen te worden met de Uit bovenstaande tabel kan geconcludeerd worden dat het voorgenomen beschrijving van de referentiesituatie (bestaande feitelijke toestand, zie plan mogelijk milieueffecten genereert die significant kunnen zijn. Hierbij is hoofdstuk 3 en het nulalternatief (bestaande juridische toestand, zie een bespreking gewenst van de verhouding tussen het geldend plan, het hoofdstuk 5) en het daarbij behorende kaartmateriaal. voorgenomen plan en de bestaande toestand als referentietoestand gewenst en dit per milieudiscipline om aan te tonen dat er geen vermoeden Tabel 9 Evaluatie en beoordeling van de mogelijke milieueffecten per is van significante milieueffecten. discipline

BODEM 9.5 AANDACHTSPUNTEN VANUIT DE HUIDIGE Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) TOESTAND VAN HET MILIEU en huidige planologische situatie (nulalternatief) De elementen die de huidige toestand van het milieu in en rond het  De bodem van het RUP bestaat voornamelijk droge en plangebied bepalen, zijn reeds besproken in voorgaande hoofdstukken. Op vochtige leemgronden.  Het plangebied omvat geen waardevolle bodems volgens basis van dit onderzoek en gelet op de doelstelling, reikwijdte en de Databank Ondergrond Vlaanderen. detailleringsgraad van dit RUP zijn er geen aandachtspunten die in rekening  Bij de OVAM zijn geen gegevens aangaande gebracht moeten worden bij het beschrijven en onderzoek van de mogelijke bodemverontreiniging in dit plangebied gekend. milieueffecten.  Binnen het RUP worden geen activiteiten toegelaten die aanleiding kunnen geven tot bodemverontreiniging, bodemerosie en een wijziging in de energie- of 9.6 BESCHRIJVING EN BEOORDELING VAN DE MO- grondstoffenvoorraden. G GELIJKE MILIEUEFFECTEN PER DISCIPLINE  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er niets met betrekking tot bodemingrepen. De mogelijke effecten voor de verschillende disciplines worden als volgt  Ten opzichte van de huidige planologische situatie wordt de beoordeeld: mogelijkheid tot vergraven, verstoren en verharden van de bodem beperkt.

 Het RUP bestendigt activiteiten die gezien hun aard en omvang geen significante invloed op de bodem zullen genereren.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 48 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de  Plangeïntegreerde maatregelen teneinde erosie tegen te bodem. gaan kunnen in de inrichtings- en beheersvoorschriften van het RUP opgenomen worden.

Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat, mits het in acht RUIMTELIJKE ORDENING nemen van de vigerende wetgeving, het plan geen aanzienlijk negatieve effecten teweegbrengt voor de waterhuishouding in het Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) gebied conform de bepalingen inzake integraal waterbeheer. en huidige planologische situatie (nulalternatief)

 Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het GRS waarin gesteld wordt dat het woonuitbreidingsgebied van Rozebeke herbestemd dient te worden naar een FAUNA, FLORA EN BIODIVERSITEIT openruimtebestemming. Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie)  Het RUP is in overeenstemming met de principes van G ruimtelijke structuurplanning op Vlaams, provinciaal en en huidige planologische situatie (nulalternatief) gemeentelijk niveau.  Het plangebied is grotendeels biologisch minder waardevol, met uitzondering van het meest noordelijke perceel dat als Het plan heeft bijgevolg geen aanzienlijk negatieve effecten op de biologisch waardevol wordt aangeduid (hp*, kbp, kbs). ruimtelijke ordening.  Het plangebied is niet gelegen in of in de onmiddellijke nabijheid van een speciale beschermingszone.  Het plangebied vormt geen onderdeel van het VEN.  De vigerende sectorale wetgeving inzake natuur is en blijft WATERCHRIJVING VAN DE BESTAANDE EN PLANOLOGISCHE SITUATIE van toepassing. Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie)  Het RUP bestendigt activiteiten die gezien hun aard en en huidige planologische situatie (nulalternatief) omvang geen significante invloed op de fauna, flora en  Voor de resultaten van de watertoets wordt verwezen naar biodiversiteit zullen genereren. G hoofdstuk 8 van deze nota.  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er  Er zijn geen waterlopen in het plangebied gelegen. niets met betrekking tot de fauna, flora en biodiversiteit.  Het plangebied maakt geen deel uit van een  Ten opzichte van de huidige planologische situatie wordt de waterwingebied. mogelijkheid tot ontwikkelen in functie van een ‘harde’  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er bestemming sterkt ingeperkt wat gunstig is voor de fauna, niets met betrekking tot het watersysteem. flora en biodiversiteit.

 Ten opzichte van de huidige planologische situatie wordt de Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het plan geen mogelijkheid tot de aanleg van verhardingen sterk G aanzienlijk negatieve effecten heeft op de fauna, flora en ingeperkt, wat positief is voor het watersysteem. biodiversiteit.  De vigerende wetgeving is van toepassing. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer (i.e. het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’). GELUID, TRILLINGEN EN LICHT  Volgens het zoneringsplan van de VMM maakt de bestaande bebouwing onderdeel uit van het collectief geoptimaliseerd Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) buitengebied dat aangesloten is op het rioleringsnetwerk. en huidige planologische situatie (nulalternatief)

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 49  In het plangebied wordt geen significante geluidshinder, bestemming sterkt ingeperkt wat gunstig is voor het behoud trillingen of lichthinder veroorzaakt. van het landschap.  Het plan voorziet geen specifiek geluidsproducerende activiteiten of functies, noch wordt er verwacht dat er Het planvoornemen voorziet geen aanzienlijke negatieve effecten functies worden voorzien met een relevante toename in op deze discipline. lichtbronnen.  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er niets met betrekking tot deze disciplines. G  Ten opzichte van de huidige planologische situatie wordt de mogelijkheid tot ontwikkelen in functie van een ‘harde’ bestemming en hieraan gerelateerde hinder op vlak van MOBILITEIT geluid, trillingen en licht sterkt ingeperkt wat gunstig is. Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het plan geen en huidige planologische situatie (nulalternatief) aanzienlijk negatieve effecten heeft op deze discipline.  Met uitzondering van de woning binnen het plangebied, worden er nauwelijks verkeersstromen gegenereerd.  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er niets met betrekking tot de mobiliteit. LANDSCHAPPEN, ONROEREND ERFGOED EN ARCHEOLOGIE  Ten opzichte van de huidige planologische situatie waarbij G het woonuitbreidingsgebied ontwikkeld wordt, wordt de Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) verkeersgeneratie sterk beperkt door het RUP. en huidige planologische situatie (nulalternatief)

 In de zuidwestelijke hoek van het plangebied bevindt zich Er worden geen aanzienlijk negatieve effecten op vlak van het vastgesteld bouwkundig relict ‘Boerenarbeidershuisje’ mobiliteit verwacht. (96193).  Deze zone maakt tevens deel uit van het vastgestelde landschapsrelict ‘Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Nederzwalm’. MENS - GEZONDHEID EN VEILIGHEID  Een ruimere zone, bestaande uit onbebouwde percelen (m.u.v. het boerenarbeidershuisje), maakt deel uit van het Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) beschermd dorpsgezicht Rozebeke. en huidige planologische situatie (nulalternatief)  Er is mogelijk een Romeinse villa aanwezig binnen de  Het plangebied bevat geen bedrijvigheid en er bevinden afbakening. Deze is gekend via oppervlaktevondsten die G zich geen Seveso-bedrijven binnen een straal van 2 km gemeld zijn aan de Centrale Archeologische Inventaris. Er rondom het plangebied. zal altijd impact zijn op de aanwezige archeologische site,  Het huidig planologisch kader laat geen bedrijvigheid toe. maar openruimtebestemmingen hebben op korte termijn  Het RUP laat geen nieuwe bedrijvigheid toe, met uitzondering van agrarische activiteiten. minder impact dan bouwactiviteiten. G  De vigerende wetgeving inzake onroerend erfgoed is van  Het RUP bestendigt en voorziet activiteiten die gezien hun toepassing. aard en omvang geen impact zullen hebben op de  Ten opzichte van de bestaande feitelijke toestand wijzigt er gezondheid en veiligheid van de mens. niets met betrekking tot deze discipline.  Noch ten opzichte van de bestaande, noch ten opzichte van  Ten opzichte van de huidige planologische situatie wordt de de planologische toestand zijn er effecten op de gezondheid mogelijkheid tot ontwikkelen in functie van een ‘harde’ en veiligheid van de mens te verwachten.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 50 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM Tabel 10 Synthesetabel milieueffecten Het plan heeft geen effecten op de gezondheid en de veiligheid van de mens.

ATMOSFEER EN KLIMATOLOGISCHE FACTOREN

Evaluatie en effectbeoordeling t.o.v. de bestaande feitelijke (referentiesituatie) en huidige planologische situatie (nulalternatief)

 De verschillende planonderdelen hebben geen significante NROEREND

RUIMTELIJKE ORDENING WATER EN FLORA FAUNA, BIODIVERSITEIT LANDSCHAPPEN, O ERFGOEDEN ARCHEOLOGIE MOBILITEIT EN ATMOSFEER KLIMATOLOGISCHE FACTOREN impact op de atmosfeer of het klimaat. Het RUP voorziet een BODEM herbestemming van woonuitbreidingsgebied naar openruimtegebied. Ten opzichte van de huidige juridische G G G G G G G toestand, is de impact van de geplande herbestemming minder aanzienlijk dan wanneer het woonuitbreidingsgebied G 9.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN wordt ontwikkeld. Het plangebied is gelegen binnen de gemeente Zwalm. Het plangebied Het RUP bestendigt en voorziet activiteiten die gezien hun aard en bevindt zich op geruime afstand van de gewestgrens met Wallonië. Uit omvang geen significante negatieve impact op de atmosfeer of het klimaat hebben. bovenstaande motivering blijkt dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Gezien de 9.7 BESCHRIJVING VAN DE MOGELIJKE CUMULA- afstand tot de gewestgrens wordt aangenomen dat er zich geen TIEVE EFFECTEN grensoverschrijdende effecten zullen voordoen. Onderstaande tabel geeft een globaal overzicht van de mogelijke 9.9 CONCLUSIE cumulatieve effecten tussen de verschillende milieudisciplines. De synthesetabel toont duidelijk aan dat de effecten ten aanzien van het huidig Er kan gesteld worden dat de voorgestelde planopties van het RUP op geen gebruik en de huidige bestemming op elk van de disciplines niet als enkel vlak significant negatieve milieueffecten genereren. Het RUP valt aanzienlijk kunnen beschouwd worden. De samenhang tussen de volgens voorgaand effectenonderzoek bijgevolg niet onder de plan-MER- genoemde disciplines is niet in die mate relevant dat ze een aparte plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17 april 2007. Bijgevolg beschrijving en beoordeling behoeft ten opzichte van de hogergenoemde wordt een ontheffing van de opmaak van een plan-MER gevraagd. effecten. De cumulatieve effecten van de genoemde disciplines zijn immers klein tot onbestaande.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 51 10 ADVIEZEN EN INSPRAAKREACTIES OP DE STARTNOTA

Tijdens de periode van de eerste raadpleging werden drie schriftelijke visie van de structuurplannen op hoger reacties ingediend. Onderstaande tabel vat deze reacties samen en niveau (Vlaams en provinciaal) werkt door op gemeentelijk niveau. Om deze beschrijft hoe hiermee omgegaan zal worden in de volgende fasen van het reden wordt geen uitbreiding van het planproces. woongebied langsheen de Kamperstraat voorzien. Tabel 11 Samenvattend overzicht van reacties ontvangen tijdens de eerste Er wordt gesteld dat het GRS van Zwalm In de bindende bepalingen van het GRS raadpleging en hoe hiermee wordt omgegaan (dat als uitgangspunt voor het RUP wordt een herbestemming van het geldt) niet uitdrukkelijk stelt dat een woonuitbreidingsgebied naar een INHOUDELIJKE OMSCHRIJVING HOE OMGAAN MET DEZE REACIE? andere dan een openruimtebestemming voorzien. Van REACTIE openruimtebestemming niet kan. de bindende bepalingen kan niet worden afgeweken. Reactie 1 Er wordt een inspanning van de Decretaal is vastgelegd in welke De startnota voorziet enkel een De vraag betreft de uitbreiding van het gemeente verwacht om de onfaire gevallen eigenaars aanspraak kunnen openruimtebestemming waardoor woonlint langsheen de Kamperstraat. behandeling financieel te maken op een zogenaamde eigenaars hun ambitie om bebouwbare Het plangebied behoort volgens het compenseren. planschadevergoeding (d.i. de percelen langsheen de Kamperstraat te Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen tot financiële schade die een eigenaar bekomen, verloren zien gaan. het buitengebied. In het buitengebied ondervindt bij een herbestemming) en worden qua nederzettingsstructuur welke procedure hiertoe gevoerd dient Er wordt gesteld dat in het GRS de volgende beleidscategorieën te worden. Dit onderdeel zal ook vrees geuit wordt dat het aantal onderscheiden: kernen (hoofddorpen uitgewerkt worden in de bebouwbare percelen niet zal volstaan en woonkernen), linten, bebouwd toelichtingsnota van het RUP. voor de behoefte. Het is dan ook perifeer landschap en verspreide Reactie 2 onbegrijpelijk dat er geen inspanning bebouwing. Indien blijkt dat er De bezwaarindiener stelt dat hem Onderdeel 5.2 van de startnota pagina gedaan worden om een beperkt aantal bijkomende behoefte is aan woningen, destijds (1976-1980) een 21 en bijhorende kaart pagina 22 bevat woongelegen in het WUG te creëren dient dit in de kernen opgevangen te verkavelingsvergunning is geweigerd een overzicht van de gekende langs de Kamperstraat. worden. Het provinciaal Ruimtelijk omwille van de ligging van zijn percelen verkavelingsvergunningen en Structuurplan Oost-Vlaanderen in woonuitbreidingsgebied. Nochtans stedenbouwkundige / selecteerde Munkzwalm als hoofddorp. meent hij dat er nadien nog omgevingsvergunningen binnen het Hundelgem, Sint-Denijs-Boekel en bouwvergunningen afgeleverd werden plangebied. Binnen Nederzwalm zijn als woonkernen voor percelen deels in woonuitbreidingsgebied kunnen geselecteerd. Rozebeke is een woonuitbreidingsgebied gelegen. Zeer vergunningen worden uitgereikt voor zogenaamde niet-geselecteerde kern recent werd een vergunning verleend individuele woningbouw indien het wat impliceert dat het creëren van voor het in opbouw zijde woonerf dat perceel een lot betreft uit een bijkomend juridisch areaal aan uitgeeft op het Rozebekeplein en voor goedgekeurde, niet-vervallen woongebied hier niet gewenst is. De nog op te richten woningen in de verkavelingsvergunning die dateert van

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 52 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM Kamperstraat. Bezwaarindiener stelt vóór het gewestplan. De woning Bezwaarindiener stelt dat het perceel, De opvulregel die destijds van kracht dat het gelijkheidsbeginsel geschaad Kamperstraat 59 is op deze manier deels gelegen in was, bestaat in de huidige Vlaamse wordt. relatief recent tot stand gekomen en woonuitbreidingsgebied werd wetgeving ruimtelijke ordening niet bevindt zich (deels) in het aangekocht in 1992. Het deel van het meer. Voorliggend planinitiatief, woonuitbreidingsgebied. De perceel in woonuitbreidingsgebied ongeacht de uitkomst ervan, kan deze verkavelingsvergunning is de juridische werd duurder aangekocht dan de regelgeving niet wijzigen. basis waarop deze vergunning zich gemiddelde landbouwgrond. beroept. Deze primeert op de Bezwaarindiener meent dat zijn perceel onderliggende een volwaardige bouwgrond moet gewestplanbestemming. Daarnaast worden, gezien een deel ervan gelegen kunnen er ook vergunningen verleend is in woongebied. Destijds was ook de worden voor woningen die zich in het opvulregel van toepassing die maakte woongebied bevinden dat zich dat het perceel weldegelijk in langsheen de straten uitstrekt. Het aanmerking kwam voor de bouw van aangehaalde in opbouw zijde woonerf een woning. bevindt zich volgens de Bezwaarindiener meent ofwel recht te Het plangebied behoort volgens het gewestplanbestemming in woongebied hebben op omvorming van zijn perceel Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen tot en niet in woonuitbreidingsgebied. Dit naar volwaardige bouwgrond, ofwel op het buitengebied. In het buitengebied project ligt dan ook buiten de contour financiële compensatie ten gevolge van worden qua nederzettingsstructuur van het RUP. de herbestemming naar volgende beleidscategorieën De bezwaarindiener wenst dat de Het planproces zal uitwijzen of de openruimtegebied. onderscheiden: kernen (hoofddorpen percelen niet herbestemd worden en herbestemming wordt doorgevoerd. en woonkernen), linten, bebouwd dat woningbouw wordt toegelaten. Decretaal is vastgelegd in welke perifeer landschap en verspreide Zoniet dient een financiële gevallen eigenaars aanspraak kunnen bebouwing. Indien blijkt dat er schadevergoeding, in verhouding met maken op een zogenaamde bijkomende behoefte is aan woningen, de waardevermindering toegekend te planschadevergoeding (d.i. de dient dit in de kernen opgevangen te worden. financiële schade die een eigenaar worden. Het provinciaal Ruimtelijk ondervindt bij een herbestemming) en Structuurplan Oost-Vlaanderen welke procedure hiertoe gevoerd dient selecteerde Munkzwalm als hoofddorp. te worden. Dit onderdeel zal ook Hundelgem, Sint-Denijs-Boekel en uitgewerkt worden in de Nederzwalm zijn als woonkernen toelichtingsnota van het RUP. geselecteerd. Rozebeke is een Reactie 3 zogenaamde niet-geselecteerde kern Bezwaarindiener stelt dat tijdens het Tijdens het participatiemoment werd wat impliceert dat het creëren van participatiemoment werd gezegd dat er verwezen naar de bevoegdheid van de bijkomend juridisch areaal aan geen financiële compensatie voorzien rechtbank van eerste aanleg inzake de woongebied hier niet gewenst is. De is voor de eigenaars, ondanks de vordering van planschade. De visie van de structuurplannen op hoger waardevermindering. gemeente is niet bevoegd om te niveau (Vlaams en provinciaal) werkt bepalen of er al dan niet een recht tot door op gemeentelijk niveau. Om deze planschade is. reden wordt geen uitbreiding van het woongebied langsheen de Kamperstraat voorzien.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 53 Decretaal is vastgelegd in welke - Versterken open ruimte: de herbestemming dient aangegrepen te gevallen eigenaars aanspraak kunnen worden om antwoorden te verkennen en te formuleren p de actuele maken op een zogenaamde uitdagingen zoals klimaatsverandering, droogte, stijgende temperaturen, planschadevergoeding (d.i. de erosie, … financiële schade die een eigenaar - Trage wegen: het netwerk van trage wegen dient hersteld en ondervindt bij een herbestemming) en geoptimaliseerd te worden welke procedure hiertoe gevoerd dient - Kwalitatieve afsluitingen: hagen met streekeigen beplanting als te worden. Dit onderdeel zal ook afsluitingen dragen bij tot de biodiversiteit uitgewerkt worden in de - Verblijfsplek: een verblijfs- en belevingsplek in het gebied kan een toelichtingsnota van het RUP. meerwaarde vormen voor zowel de lokale gemeenschap als voor recreanten Tijdens de periode van de eerste raadpleging werd advies ingewonnen bij - Verhogen diversiteit: aandacht voor biodiversiteit en het versterken van de betrokken adviesinstanties. Onderstaande tabel vat de adviezen kort de natuurwaarde van het gebied samen en beschrijft hoe hiermee omgegaan zal worden in de volgende fasen - Erfgoedhuisje: dit zou kunnen functioneren als schakelelement tussen het dorp en het openruimtegebied van het planproces. - Erosie en waterhuishouding: aandacht voor erosiegevoeligheid en waterhuishouding Tabel 12 Samenvattend overzicht van adviezen ontvangen tijdens de eerste - Bestemmingswijziging: het vrijwaren en versterken van zowel landbouw, raadpleging natuur, erfgoedwaarde, biodiversiteit, trage wegen en zachte recreatie worden belangrijk geacht. ADVIES HOE OMGAAN MET DIT ADVIES? Bij het uitwerken van de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan zullen de aangehaalde aandachtspunten meegenomen worden. Departement Omgeving Deputatie Provincie Oost-Vlaanderen De planopgave vertrekt vanuit het conserveren van de onbebouwde ruimte via planologische weg. Het inperken van de bebouwingsmogelijkheden, met name in Het planopzet om een nog niet ontwikkeld woonuitbreidingsgebied, niet gelegen deze buitengebiedcontext, valt vanuit Vlaams oogpunt zondermeer te in een geselecteerde kern, om te zetten naar een openruimtebestemming is in beschouwen vanuit de ambitie om het bijkomend ruimtebeslag terug te dringen overeenstemming met de bepalingen van het PRS. Vanuit het traject ‘Naar een en in te zetten het beschermen van de resterende open ruimte. De praktische riviercontract voor de Zwalmbeek’ wordt wel aandacht gevraagd om afstroom van uitwerking binnen het geschetste opzet wordt in eerste instantie beschouwd als sediment vanuit het plangebied naar de lagergelegen Zwalmbeekvallei maximaal een lokale aangelegenheid die geen verdere ruimtelijke bovenlokale afweging te beperken. De inrichtings- en beheersvoorschriften van dit RUP dienen hiertoe vraagt. Desgevallend dient wel rekening gehouden met de sectorale maximaal op in te spelen en erosiewerende maatregelen op te leggen (kleine land- adviesinstanties. schapselementen, grachten met tussenschotten, …). Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) Dit wordt als aandachtspunt meegenomen in het verdere planproces. De Gecoro werd tijdens een digitale bijeenkomst (wegens coronamaatregelen) op Agentschap Natuur en Bos 29 juni 2020 geïnformeerd door de ontwerper over de startnota van het RUP. Het De startnota wordt gunstig geadviseerd. Wel willen me meegeven dat dit gebied advies bevat volgende aandachtspunten: gekenmerkt wordt door (waardevolle) weilanden (voornamelijk het meest - Dialoog met en rechtszekerheid voor de eigenaars: een goede noordelijke perceel), akkers en kleine landschapselementen. Dit project biedt communicatie met de eigenaars is belangrijk alsook het bieden van kansen om aan het gebied een meer groene inkadering te geven, zonder afbreuk rechtszekerheid aan de eigenaars te doen aan het agrarisch gebruik van het gebied. Een betere groene inkadering - Behoud open ruimte: er dient rekening gehouden te worden met het zorgt voor een mooie ecologische overgang van de dorpskern, via de aanpalende huidige landgebruik bij herbestemming bosbestanden tot aan de Zwalmvallei. De groene inkadering (bv bomenrijen,

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 54 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM houtkanten) wordt hierbij best in de stedenbouwkundige voorschriften ingeschreven. Dit wordt als aandachtspunt meegenomen in het verdere planproces. 11 OVERIGE DECRE- Agentschap Landbouw en Visserij Het Departement Landbouw en Visserij is op grote lijnen een voorstander van het schrappen van niet-ontwikkelde woonuitbreidingsgebieden, met omzetting van de TALE BEPALINGEN bestemming van de percelen die momenteel in professioneel landbouwgebruik naar een agrarische bestemming. Dit geeft immers rechtszekerheid voor de 11.1 RVR-TOETS landbouwers. Echter, wij wensen enkel nog bijkomend agrarisch gebied dat op lange termijn de potentie heeft om in professioneel landbouwgebruik te blijven. Ter uitvoering van de Seveso-richtlijn dient in het beleid inzake ruimtelijk Restgebiedjes die ingesloten liggen tussen andere bestemmingen zoals ordening rekening gehouden te worden met de noodzaak om op woongebied/natuurgebied/bufferzone tussen wonen en KMO, … worden uiteindelijk vaak omgevormd naar tuinzone, hobby-landbouw, meer natuurlijke langetermijnbasis voldoende afstand te laten bestaan tussen Seveso- inrichting, … Daarom stellen wij voor dit soort gebieden eerder de bestemming inrichtingen enerzijds en aandachtsgebieden anderzijds. “overig groen” (gemengd open ruimte gebied) voor. Dit is bouwvrij gebied, waar landbouwgebruik en natuurgebruik evenwaardig zijn ten opzichte van elkaar: de In het kader van dit RUP werd een ruimtelijke veiligheidstoets uitgevoerd op eigenaar en de gebruiker kunnen het gebied zelf gebruiken naar gelang hun wens. De landbouwer kan zijn grond blijven gebruiken, maar kan er ook desgewenst een 14 januari 2020, met ref. RVR-AV-1146. De conclusie hieruit is dat het RUP niet meer natuurlijke invulling aan geven. Indien het gaat om bouwvrij agrarisch gebied, verder voorgelegd dient te worden aan de dienst Veiligheidsrapportering en vragen wij om de uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande professionele er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgemaakt. Een landbouwbedrijven (binnen of aan de rand van de contour van het RUP) hierdoor afschrift van dit besluit is terug te vinden in de bijlagen. niet te beknotten. Wij vragen om een verdere verfijning van de toekomstige bestemmingen, waarbij agrarisch gebied enkel aangeduid wordt waar op lange termijn de potentie aanwezig is om in professioneel landbouwgebruik te blijven. Ook het creëren van een zonevreemde situatie voor de hoofdzakelijk vergunde woning aan Kamperstraat 33 is niet ideaal, hier dient bij voorkeur een

woonbestemming voorzien te worden. Deze opmerkingen worden meegenomen in het verdere planproces. Agentschap Onroerend Erfgoed

Naast enkele inhoudelijke bemerkingen wordt gesteld dat er in functie van het behoud van het erfgoed uitbreidingsmogelijkheden moeten zijn voor het boerenarbeidershuisje (Rozebekeplein 3). Dit wordt reeds vermeld in het RUP, maar het Agentschap wenst dit nogmaals te benadrukken. De nota wordt aangepast aan de inhoudelijke bemerkingen. Agentschap Wonen-Vlaanderen Geen advies ontvangen.

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE STARTNOTA GEMEENTE ZWALM 55  BIJLAGEN

RVR-TOETS

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN WOONUITBREIDINGSGEBIED ROZEBEKE 56 STARTNOTA GEMEENTE ZWALM RVR-toets

Aan de gemeente Zwalm

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 14/01/2020 RUP RVR-AV-1146 Gegevens RVR-toets Woonuitbreidingsgebied Rozebeke

Betreft: Beslissing RVR-toets inzake RUP "RUP Woonuitbreidingsgebied Rozebeke"

Ter uitvoering van de Seveso-richtlijn1 dient in het beleid inzake ruimtelijk ordening rekening gehouden te worden met de noodzaak om op langetermijnbasis voldoende afstand te laten bestaan tussen Seveso-inrichtingen2 enerzijds en aandachtsgebieden3 anderzijds. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door het houden van toezicht op de vestiging van nieuwe Seveso-inrichtingen, op wijzigingen van bestaande Seveso-inrichtingen, en op nieuwe ontwikkelingen rond bestaande Seveso-inrichtingen.

Onderstaande aftoetsing heeft specifiek betrekking op het aspect externe mensveiligheid zoals bedoeld in de Seveso-richtlijn, of, m.a.w. op de risico’s waaraan mensen in de omgeving van Seveso-inrichtingen (kunnen) blootgesteld worden ten gevolge van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in die inrichtingen.

Uitgaande van de verkregen informatie (ingevoerd in de RVR-toets op 14/01/2020, met ref. RVR- AV-1146), kan worden geconcludeerd dat:

Er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied; Het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Seveso- inrichting; Het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er geen bedrijvigheid aanwezig of gepland is binnen het plangebied.

Voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid stelt er zich in dit geval geen probleem: het RUP dient niet verder voorgelegd aan het Team Externe Veiligheid en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt.

Voor verdere informatie kan u terecht bij het Team Externe Veiligheid van het departement Omgeving via [email protected]

1Europese Richtlijn betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn 2Inrichtingen met een zodanige hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen op het terrein dat zij vallen onder het toepassingsgebied van de Seveso-richtlijn 3Gebieden zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 26/01/2007 houdende nadere regels inzake ruimtelijke veiligheidsrapportage

pagina 1 van 2 Bijlage: Gegevens van de RVR-toets

RUP ID nummer RUP Woonuitbreidingsgebied Rozebeke RUP titel RUP Woonuitbreidingsgebied Rozebeke Initiatiefnemer gemeente Zwalm Plangebied

Toets uitgevoerd op 14/01/2020 Nabijheid bestaande Voor zover op het moment van de toets bekend, liggen er GEEN Seveso-inrichtingen bestaande Seveso-inrichtingen in of nabij het hierboven weergegeven plangebied

Daarnaast werden nog de volgende vragen beantwoord:

Vraag Is er binnen het plangebied bedrijvigheid aanwezig of gepland? Antwoord Nee, er is geen bedrijvigheid aanwezig noch gepland.

pagina 2 van 2