Jazz

Dave Holland Quintet vrijdag 26 maart 2004 . 20 uur Jazz . Seizoen 2003-2004

Saxophone Summit Michael Brecker, Joe Lovano, Dave Liebman saxen Phil Markowitz piano . Cecil McBee contrabas Billy Hart drums dinsdag 14 oktober 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Cuong Vu Trio Flat Earth Society . Peter Vermeersch dubbelconcert dinsdag 21 oktober 2003 . 20 uur . Rode Zaal

Het ICP Orkest . Misha Mengelberg woensdag 12 november 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Ben Sluijs Quartet BassDrumBone dubbelconcert dinsdag 2 december 2003 . 20 uur . Blauwe Zaal

Tobias Delius 4tet Carlos Ward Lowlands Trio dubbelconcert dinsdag 20 januari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Eric Watson Bojan Z dubbelconcert dinsdag 17 februari 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Dave Holland Quintet vrijdag 26 maart 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal

Misha Mengelberg Randy Weston dubbelconcert dinsdag 20 april 2004 . 20 uur . Blauwe Zaal begin concert 20.00 uur Dave Holland Quintet pauze omstreeks 21.00 uur Chris Potter saxen einde omstreeks 22.20 uur Robin Eubanks trombone ism. New Think, Radio 1 Steve Nelson vibrafoon, marimba Dave Holland contrabas inleiding door Marc Van den Hoof . 19.15 uur . Foyer teksten programmaboekje Marc Van den Hoof Nate Smiths drums coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Fotogravure Godefroit gelieve uw GSM uit te schakelen!

Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes

Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO's at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Dave Holland. Verzamelde Verhalen. (Een imaginair interview bij wijze van imaginaire hoestekst.)

“Het lag voor de hand dat iemand op een dag op het idee zou komen: een roman in de vorm van een cd-boekje. De afmetingen van zo’n boekje, de dikke variant dan, maar ook het genre: commentaar bij de muziek. De componist, de muziek, de vertolking, de ene strook na de andere ten behoeve van de luisteraar op min of meer verhelderende wijze uit de doeken gedaan. En doorheen die toelichtingen ontspint zich een verhaal. Een beetje zoals ‘Pale Fire’ van Nabokov: een raadselachtige roman in de vorm van een commentaar bij een al even raadselachtig gedicht van negenhonderd negenennegentig verzen. Fictie verpakt als iets wat heel echt lijkt. Maar is dat wel zo, vraag ik me af. Gaat het wel echt over mezelf als ik Bob Belden z’n ‘liner notes’ lees bij Miles Davis’ ‘The Complete In A Silent Way Sessions’. Hoe Miles Davis mij in 1968 hoorde in ‘Ronnie Scott’s’ waar wij met het trio van Pat Smythe alterneerden met het trio Bill Evans, Eddie Gomez en Jack DeJohnette, en dat het Philly Joe Jones was die mij namens Davis contacteer- de. En dat ik in augustus met het kwintet in New York speel- de, eerst nog met Shorter, en Hancock en Tony Williams, en daarna met Chick Corea en Jack DeJohnette. Het leek toen wel fictie, maar het was de realiteit. Wat ik er nu dertig jaar later over lees, in de woorden van Belden en in m’n eigen woorden - hij citeert uit interviews die ik me niet altijd goed herinner, er zijn er zoveel geweest al die tijd ... - het heeft een curieus werkelijkheidsgehalte. Je ziet jezelf min of meer personage worden in een verhaal waar met de jaren meer en complexere en niet te voorspellen verwikkelingen zijn bij- gekomen die door anderen werden en worden geordend. En hoe we in september en november ’68 en daarna in Birds’, met Braxton, Altschul en . Dat zijn de nieu- februari ’69 de muziek hebben opgenomen die terechtge- we personages in het verhaal: Braxton, Kenny Wheeler, later komen is op ‘Filles de Kilimandjaro’ en ‘In A Silent Way’, met George Lewis en Sam Rivers. We hadden, denk ik, een uniek ook nog Joe Zawinul erbij en John McLaughlin. Heel andere soort verstandhouding, en een gemeende belangstelling en muziek vreemd genoeg dan wat we live speelden. En in de apart respect voor datgene waarmee elk van ons bezig was. zomer en de herfst van dat jaar en januari en februari maak- Ieder had de vrijheid om zijn eigen gang te gaan en toch ten we ‘Bitches Brew’, zo anders moet dat geklonken heb- was er een vaak wonderlijke samenhorigheid. Zoals bij die ben dan wat het publiek van ons gewoon was, dat er - en vogels in mijn Londense tuintje, “sing(ing) together, each dat was helemaal niet Miles zijn gewoonte! - dat er een declaring its freedom in song.” Duetten, trio’s, kwartetten: echte hoestekst van Ralph Gleason aan te pas kwam. Maar het waren alle mogelijke combinaties, en bovendien bood dan één zonder personages, afgezien van Miles Davis zelf Manfred Eicher me ook nog de mogelijkheid om solo op te weliswaar. In de herfst van 1970 hebben Chick Corea en ik nemen, op cello en op contrabas. Af en toe kwam wat we samen met Anthony Braxton en Barry Altschul de groep ‘Cir- speelden heel dicht in de buurt van wat we droomden dat cle’ op het getouw gezet. Dat is een verwikkeling waarvan onze muziek zou moeten zijn. Nieuw, fris, een niet geringe het eigenlijke verhaal, de tekst een beetje zoek is, er nooit mate van vrijheid, het heel individuele en tegelijk gezamen- is geweest misschien; er zijn alleen personages van overge- lijke, buiten de begane paden en toch geen probleem om bleven. Er moet iets zijn misgelopen. Niemand heeft ooit sporen terug te vinden... De traditie verzoend met de avant- verteld wat precies. De enige flard van het verhaal die garde, de abstractie en de toegankelijkheid. Wat je bij bewaard is, is de tekst op de hoes van de dubbel-LP ‘Circle iemand als Duke Ellington ziet: hij zorgde ervoor dat er, wat Paris-Concert’, uit februari 1971. Een soort prozagedicht van hij ook deed, hoe populair ook op het eerste gezicht, altijd Chick Corea zo te zien over een muzikale, maar tegelijk ook een puur artistieke gedachte aan te pas kwam, dat het méér veel meer dan alleen maar muzikale droom die we samen was. Geen wonder overigens dat iemand als Sam Rivers nu hadden en die we, dachten we, tenminste één avond lang ook weer opduikt in een verhaal als dat van Jason Moran, waar hadden kunnen maken. Het waren de beginjaren van een verhaal dat nog maar net begonnen is en waarin de per- ECM. sonages nog volop aan het verschijnen zijn. Jaki Byard, Nog een verwikkeling in het verhaal. Maar voor het eerst Rivers... In dat eerste kwintet, begin jaren tachtig, zat overi- een lijn die niet wordt afgebroken, die integendeel wordt gens trombonist Julian Priester, tien jaar ouder dan ik, van de doorgetrokken tot op vandaag. “In Londen woonde ik generatie van Sam Rivers, en opnieuw Kenny Wheeler die dan indertijd in een appartement met een tuintje. In de zomer weer precies even oud is als Rivers, maar ook Steve Coleman, verzamelden zich daar om vier, vijf uur ‘s morgens, bij het twee generaties jonger - hij is geboren in 1957, ik in ’46. eerste daglicht, de vogels, de één na de ander, om samen te Behalve instrumentale kleuren krijg je op die manier ook zingen, en elk van hen zong vrijelijk zijn eigen lied. Dat is een rijke schakering van persoonlijkheden, allemaal met een de geest die ik met andere muzikanten wil delen en aan de heel andere achtergrond, heel andere ervaringen. Dat idee mensen wil meedelen.” Dat is zo ongeveer de hoestekst op is me bijgebleven: hoe belangrijk dat is, het mengen van mijn eerste eigen album, ook ECM, ‘Conference Of The generaties en individuen evenzeer als het mengen van tim- bres. Het onontbeerlijkste is op den duur wellicht de onder- zowat het enige wat ik al die jaren in ‘liner notes’ heb gezet: linge affiniteit, of beter: zijn wellicht de onderliggende affi- hoeveel ik aan al die mensen te danken had en heb bij wat niteiten, in het meervoud, gewoon menselijk, buiten alle ik doe. Belangrijk bij wat ik doe is dat het iedereen die er artistieke, muzikale affiniteiten om. Iedere muzikant zijn op de één of andere manier mee te maken heeft er ‘een relatie tot iedere andere muzikant in de groep is uniek en goed gevoel‘ aan over houdt, dat het bovendien muzikaal belangrijk. Iets wat ik me onmogelijk kan voorstellen is dat interessant en nieuw is, en tegelijk in een grote traditie zit. je deel zou uitmaken van een groep waarin niet iedereen Een traditie die volgens mij op een punt is gekomen waar met iedereen kan opschieten en waarin niet iedereen ieder het belangrijkste van alles wat deze muziek apart maakt het ander en ieder ander zijn artistieke inbreng waardeert. Dat ritmische aspect is. Dat is het universeelst genietbare. Ooit soort wederzijdse waardering en respect is voor mij hoe lan- gehoord van David Wright, een dove Engelse dichter van ger hoe meer telkens weer van kapitaal belang: met Herbie Zuid-Afrikaanse origine, ‘uitvinder’ van het ‘lipleesrijm’? Hij Hancock in veel verschillende contexten - van de zomer gaan heeft het in zijn autobiografie over het plezier dat ook dove we in kwartet met Wayne Shorter op tournee! - en twee jaar mensen aan muziek kunnen beleven alleen maar door het geleden met Scofield, Lovano en Al Foster. Als iemand een ritme te voelen. Behalve het coloriet dat ontstaat door de beroep op mij doet, moet er iets meer zijn dan alleen maar timbres van de instrumenten en de individuele ‘sound’ van het feit dat er een bassist nodig is en dat ik toevallig bas elk lid van het kwintet, streven we ook naar een zo gevari- speel en beschikbaar ben enzovoort. Hetzelfde geldt als ik eerd mogelijk palet van ritmische kleuren. En zingen, zegt op mijn beurt een beroep doe op iemand. Voor het kwintet Wright ook ergens, doen de vogels in de wereld van de stelt het probleem zich voor het ogenblik, en al sedert gerui- doven met hun vleugels. Daar kom ik altijd weer terecht: ‘s me tijd, niet meer. Na ‘Points Of View’, in 1997 was dat, is morgens vroeg in dat tuintje in Londen, op de ‘Conference er nog één wijziging geweest in de bezetting: Chris Potter Of The Birds’ waar het voor mij voorgoed is begonnen en die Steve Wilson heeft vervangen, maar sedertdien is er niets waar altijd iedereen welkom is. “It is my wish to share this meer veranderd. Die stabiliteit is een zegen. Het zijn geen spirit [of sing(ing) together, each declaring its freedom in vijf mensen die mijn muziek zouden spelen of zoiets. De song] with other musicians and communicate it to the peop- muziek die we spelen is van ons alle vijf. Ieder brengt zijn le.” materiaal met zich mee en er wordt gezamenlijk mee gewerkt. Omdat die stukken gedurende lange tijd op het (Bij het schrijven van deze denkbeeldige monoloog maakte ik repertoire blijven, worden ze ook steeds boeiender omdat gebruik van de eerder schaarse ‘liner notes’ die Dave Holland er altijd maar nieuwe mogelijkheden aan het licht komen. in de loop der jaren aan zijn albums toevoegde, werd er Vergelijk de stukken op het live album ‘Extended Play’ maar gesprokkeld in de herinneringen die ik bewaar aan een aan- met de eerdere versies ervan op ‘Points Of View’ en ‘Prime tal interviews in diverse jazzbladen en aan een gesprek dat Directive’. Overigens, in heel dat kluwen van affiniteiten zit- ik enkele jaren geleden zelf met Holland heb gehad.) ten, wat mij betreft, ook nog de affiniteiten met mijn onmiddellijke omgeving, mijn vrouw en kinderen, en even- zeer met Manfred Eicher en anderen bij ECM. Dat is ook Dave Holland vatory of Music. Hij is aangesteld aan de faculteit van de Manhattan School De Engelse bassist Dave Holland werd geboren in 1946 in Wolverhampton. of Music en de University of Arts in Philadelphia. Daarnaast geeft hij in New Al op heel jonge leeftijd voelde hij zich aangetrokken tot muziek. Als vierja- York privéles en geeft hij seminaries aan diverse universiteiten en conserva- rige begon hij met de ukelele, zes jaar later met gitaar en nog drie jaar later toria in heel de wereld. basgitaar. Dit alles voornamelijk als autodidact door de populaire muziek van die tijd aan te leren. Vanaf zijn dertiende begon hij in bandjes te spelen Steve Nelson en op zijn zestiende besloot hij van school te gaan en het als professioneel De vibrafonist en componist Steve Nelson werd geboren in Pittsburgh (Penn- muzikant te proberen. In die tijd begon hij naar jazz te luisteren en hoorde sylvania). Hij behaalde een Masters en Bachelors graduaat in muziek aan de de platen van de grote bassisten Ray Brown en Leroy Vinnegar. Dit raakte Rutgers University. Hij speelde en werkte mee aan opnames met vele grote hem diep en hij schafte zich een contrabas aan. Vanaf 1963 ging hij aan de muzikanten als Kenny Baron, Bobby Watson, Mulgrew Miller, David Fathead slag als contrabassist in bands en verhuisde naar Londen. In Londen studeer- Newman, en Jackie McLean. Steve Nelson speelde op con- de hij drie jaar bij James E. Merrit, de eerste bassist van het London Philhar- certen en festivals in heel de wereld en nam drie cd’s op met zijn eigen monic Orchestra, aan de Guildhall School of Music and Drama. Dit luidde groep: ‘Live at Acireale’ (Red Records), ‘Full Nelson’ (Sunnyside) en ‘Commu- een periode in van intense muzikale ervaringen in het schoolorkest en ook nications’ (Criss Cross). Hij werkte ook mee aan plaatopnames van onder in de Londense jazzscene. Vanaf 1966 begon hij te spelen met John Sur- meer Mulgrew Miller, David ‘Fathead’ Newman, Kenny Barron, Jackie McLean man, John McLaughlin, Evan Parker, Kenny Wheeler, John Taylor, Chris Mac- en Johnny Griffin. Gregor en andere muzikanten uit Londen die beïnvloed waren door de ver- nieuwingen binnen de jazz van die tijd. Van bijzondere invloed waren Chris Potter bassisten als Charles Mingus, Scott LaFaro, Jimmy Garrison, Ron Carter en Chris Potter werd geboren in Chicago in 1971. Hij groeide op in South Caro- Gary Peacock. In 1968 werd hij gevraagd door Miles Davis nadat die hem lina en begon op de leeftijd van tien jaar saxofoon te spelen door te luiste- had horen spelen in een club. Dave Holland volgde hem naar New York en ren naar de platencollectie van zijn ouders. In 1989 verhuisde hij naar New toerde met hem gedurende twee jaar. Eind 1970 verliet hij de band van York en nog terwijl hij zowel aan de New York School en als aan Manhat- Miles Davis en begon aan een lange reeks samenwerkingen in diverse bands, tan School of Music studeerde, vervoegde hij het kwintet van trompettist onder meer met Chick Corea, Anthony Braxton, Barry Altschul, Stan Getz, Red Rodney. Hij speelde met hem tot 1993 waarna een korte periode bij Sam Rivers, John Abercrombie, Jack De Johnette, Kenny Wheeler, Julian Steely Dan volgde. Sindsdien was Chris Potter bij vele uiteenlopende projec- Priester, Steve Coleman, Steve Ellington, Hank Jones, Herbie Hancock en ten betrokken waaronder de Mingus Big Band en Paul Motian’s Electric Be- vele anderen. Naast zijn activiteiten als muzikant geeft Dave Holland ook Bop Band. Naast zes cd’s onder zijn naam speelde hij op ‘Trio 2000’ met les. De Down Beat Critic Poll nomineerde hem drie opeenvolgende jaren als Paul Motian en Steve Swallow en met groepen onder leiding van muzikan- de nummer één contrabassist en in 2000 ontving hij een eredoctoraat van ten als Jim Hall, Billy Hart, Dave Douglas, Al Foster, John Patitucci, Mike de Berklee School of Music. Manieri en anderen.

Robin Eubanks Nate Smith Op de leeftijd van acht jaar begon Robin Eubanks trombone te spelen en Nate Smith werd geboren in 1974 in Norfolk. Zijn muzikale reis startte toen studeerde theorie, harmonie en arrangement op school en aan de hoge- hij elf was en zich onder invloed van zijn oudere broer begon toe te leggen school. Nadat hij cum laude afstudeerde aan de University of Arts in Phila- op het drummen. Zijn vroegste invloeden kwamen uit rock en funk muziek delphia verhuisde hij naar New York. Sindsdien deed hij uiteenlopende muzi- van diverse bands als the Police, Earth Wind and Fire en Quincy Jones. De kale ervaringen op, onder meer als muziekverantwoordelijke voor Art Blakey echte doorbraak kwam er nadat hij het legendarische album van Blakey and and the Jazz Messengers en door te arrangeren, componeren en musiceren the Jazz Messengers hoorde toen hij zestien was. Tijdens het derde jaar van voor Mccoy Tyner’s Big Band en Slide Hampton’s Jazz Masters. Recent werd zijn muziekstudies aan de James Madison University ontmoette hij de legen- hij geëngageerd als solist, componist en arrangeur voor de J.J. Johnson’s darische jazzzangeres Betty Carter en werd lid van haar Jazz Ahead pro- Brass Orchestra. Robin ging op tournee met diverse artiesten als de Rolling gramma. Later in dat jaar trad Nate op met Betty in de legendarische Blue Stones, Talking Heads en Barbra Streisand en werkte ook mee aan opna- Note in New York. Hij was toen twintig. Nate Smith is naast een veelbelo- mes. Hij trad in verscheidene televisieshows op en werkte mee aan Broad- vend jonge jazzdrummer ook componist en producer. Hij componeerde film- wayshows en films. Zijn zes cd’s werden wereldwijd door de critici geprezen muziek voor verschillende televisiedocumentaires. en hij toerde met zijn eigen groepen in Europa en Japan. Onlangs werd hij benoemd als assistent leraar jazztrombone aan het Oberlin College Conser-