MENGELBERG EN ZIJN TIJD

'.' l~

Verslag ledenvergadering 2003 f:0 Willem Mengelberg als componist voor de -feesten van 1906 of f f:0 , .: Over Mengelberg, Mahler en Rembrandt: Duisternis ....t I en licht f:0 Theo van: der Bijl

EEN UITGAVE VAN DE WILLEM MENGELBERG VERENIGING IJ: l6E JAARGANG NUMMER 67 DECEMBER 2003

DE ZEKERHEDEN EN ONZEKERHEDEN VAN 2004

Wanneer u het laatste nummer van Mengelberg en zijn Tijd van 2003 onder ogen krijgt is het wellicht al 2004 (133 jaar na de geboorte van WM) ; voor sommigen een hectische tijd vol gezelligheid en soms ook plichtplegingen rondom ouders, kinderen, kleinkinderen, andere familie en kennissen.

Voor andere een rustige tijd met ruimte voor onderhoud nodig en daar ligt onze taak. bezinning. Tijd voor een terugblik en tijd voor Op dit moment wensen wij u weer veel een gokje richting toekomst: waar zijn we als leesplezier met de verhalen van Frits Zwart en we weer een jaar verder zijn? Gelukkig weet Johan Krediet over de negentien etsen van niemand dat, hoewel de redactie een Rembrandt en de compositie van Willem uitzondering op de regel vormt: die weet dat Mengelberg rond deze religieuze taferelen. we weer vier nummer van 'Mengelberg en zijn Mocht u niet in staat geweest zijn de algemene Tijd' verder zijn. We weten ook dat de website ledenvergadering te bezoeken, dan waant u 3 een belangrijkere functie zal krijgen bij het zich via dit nummer weer even tussen de realiseren van het doel van de vereniging: het aanwezigen bij het nalezen van de notulen en levend houden van de herinnering aan Willem het verslag van het middagprogramma in het Mengelberg. Door het verschijnsel 'internet' Rembrandthuis. lijkt het overigens alsof we ons daarom veel De redactie wenst u al het goede voor 2004 en minder zorgen hoeven te maken. Ik nodig u uit belooft u zich weer voor de volle honderd - als u dat al niet eerder deed - eens op het procent in te spannen in het komende jaar web te zoeken naar wat er over Mengelberg te lezenswaardige uitgaven van Mengelberg en vinden is. Dat is erg veel! Maar, het is een zijn Tijd te produceren! misvatting te denken dat eenmaal op het web gepubliceerde informatie daar ook tot in lengte Namens de redactie, van jaren aanwezig is. Internet heeft Pieter ]. Bogaers.

COLOFON 'Mengelberg en zijn Tijd' is een kwartaaluitgave van de Willem Mengelberg Vereniging, opgericht op 13 februari 1987. Overname van de redactionele inhoud is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming. Redactie: A van Kapel,]. Krediet, mr. AA Meurer en P.]. Bogaers (grafische vormgeving). (Redactie)Secretariaat: Mozartkade 14, 1077 DJ Amsterdam, telefoon (020) 6262550, e-mail: [email protected]. gironummer 155802 Bestuur van de Willem Mengelberg Vereniging. Voorzitter: prof. dr. W.A.M. van der Kwast (023-5284361), vice-voorzitter: A van Kapel (071-5172562), secretaris-penningmeester: mr. AA Meurer (020-6262550), leden:]. Krediet (020-6991607) en R. Krüsemann (020-6687110). Jaarcontributie € 25,- (€ 30,- voor leden buiten Europa) Bestuurlijk

JAARVERGADERING VOORTAAN IN VOORJAAR

bestaan natuurlijk geen geluidsopnamen, wel zijn er twee door hem bewerkte partituren, resp. uit 1895 en 1900, en is er één uitvoering van deze laatste op cd. Van Mengelberg zijn er drie In dit nummer treft u onder meer de opnamen in omloop. verslagen van de algemene ledenvergaderingen Johan Maarsingh liet ons aan de hand van deze van 25 oktober en 15 november 2003 aan. opnamen verschillen in aanpak door beide heren Nu op geen van beide vergaderingen een horen. Ruwweg kwam her er op neer dat Mahler voorkeur bleek voor de jaarvergadering in het meer ingreep in de bezetting, vooral in de voorjaar of in het najaar, heeft het bestuur verhouding strijkers-blazers, en Mengelberg besloten dat de jaarvergadering voortaan in het meer in de tempi. Jammer was wel dat door de voorjaar plaatsvindt. Naar het zich nu laat trage doorspoelsnelheid van de apparatuur ter 4 aanzien zal de jaarvergadering 2004 op plaatse het soms te lang duurde voordat het zaterdag 17 april in Amsterdam worden volgende geluidsfragment begon. gehouden. Noteert u deze datum vast met potlood in uw agenda. Daarnaast leven al Also sprach Eveline plannen voor een ledenbijeenkomst in het Na Johan Maarsingh hield Eveline Nikkels een najaar boeiend betoog over Mahler, Richard Strauss en Also sprach Zarathustra. Zij ontwaarde, zonder Na de algemene ledenvergadering op 25 de verschillen tussen Mahler en Strauss weg te oktober 's ochtends, waren 's middags ook de donateurs van de Mahler Stichting welkom. Mahler en Mengelberg stonden immers centraaL

Twee eigenzinnige heren Onder het motto ~ erre van willekeur en opzet' (woorden van Mahler) stelde Johan Maarsingh ons aan 'twee eigenzinnige heren' voor: Mahler en Mengelberg zoals die met de partituur van Beethoven's Negende omgingen. Van Mahler zelf als dirigent poetsen, een grotere verwantschap tussen de Nietzscheaanse werelden van resp. Mahlers Derde en Also sprach Zarathustra dan vaak wordt aangenomen. Zij illustreerde dit aan de hand van o.a. Tierstück (Mahler lIl, dL3) resp. Tanzlied (Also sprach, voorlaatste gedeelte) - met tevens een doorkijk naar Das Lied von der Erde - en zoals ze het zelf aanduidde 'het gebimbam' in Mahler lIl, dL5, resp. in Also sprach, Nachtwandlerlied. Om met de door Mahler tot Strauss gerichte woorden te spreken: 'Wir beide als Musiker haben die sozusagen latente Musik in dem gewaltigen Werke Nietzsches herausgefühlt'. Voor de wellicht meer muzikaal dan fJlosofisch geïnteresseerden waren alleen al enkele ten gehore gebrachte frappante gelijkenissen tussen beide werken fascinerend. Je kunt je geen betere gids in dit hooggebergte wensen dan Eveline Nikkels! Brochure Belevingswereld Rembrandt Het bestuur presenteert u hierbij ook met Johan Krediet tenslotte leidde ons binnen in enige voldoening als eerste stoffelijke product de belevingswereld van Rembrandt, Mahler en van de pr-commissie een brochure van onze Mengelberg en schetste een beeld van de oude vereniging. De tekst werd geschreven door pr­ Amsterdamse jodenbuurt. commissielid Frederik Heemskerk. U mag deze Zijn verhaal kunt u elders in dit nummer lezen. brochure zelf koesteren, maar het is natuurlijk de bedoeling dat hij een brede verspreiding zal 5 Behalve de acceptgirokaart voor de contributie krijgen. Geeft u hem dus aan (mogelijk) 2004 treffen de leden hierbij ook een actuele geïnteresseerden en vraagt u vooral aan het ledenlijst aan. secretariaat om meer exemplaren!

Penning Tenslotte: er is toch nog één Mahler­ Mengelbergpenning te koop à € 22,50 voor leden en € 25,-voor niet-leden. Wie maakt ons los?

Het bestuur wenst u een gezond en muzikaal 2004 met veel Mengelbergiana toe! ~ AB VAN KAPEL RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJ'E NASSAU!

Op vrijdagavond 26 sprak de burgemeester van Oegstgeest, mevrouw Els Timmers - van Klink, tot Ab van Kapel: "Mijnheer Van KapeL., het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd u te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau!'

Verbazing bij Ab van Kapel en bij de vele Zijn ontwikkeling tot dirigent kwam tot stand aanwezigen, maar niet bij het organiserend vanaf dat hij tweede dirigent werd van het Chr. comité en enkele bestuursleden van de Willem Mannenkoor 'Vox Humana' en het koor van Mengelberg Vereniging. Het bestuur van de het 'Diaconessenhuis' ging leiden. Uit de vereniging had namelijk het verzoek aan Hare beweging 'J eugd en Evangelie' ontwikkelde Majesteit tot deze benoeming van harte zich onder zijn leiding een zanggroep die zich ondersteund. Bij het opspelden van de 'Kamerkoor Leiden' noemde. In Leiden versierselen gingen de ruim vierhonderd verleende het koor haar medewerking aan aanwezigen, in het uit 1600 stammende kerkdiensten en zong bij kerstvieringen. Buiten 'Groene Kerkje' gewijd aan St.Willibrord, staan Leiden werd het koor bekend door optredens 6 en juichten Ab van Kapel van harte toe. in de Ridderzaal in Den Haag, in de Dom in Utrecht, in kerken te Bloemendaal, Waarom deze bijeenkomst op vrijdagavond? Leidschendam, Waddinxveen, Alphen aan den Het koor 'Vocalis', een zanggroep van onge­ Rijn, Katwijk en Rijnsburg. Naast de veer twintig mensen die in 1953 door Ab van medewerking aan kerkdiensten en de Kapel werd opgericht, wilde dit 50-jarig verzorging van muziekdagen en -avonden, bestaan met een concertje en een receptie na treedt het koor op tijdens het ceremoniële afloop vieren. Ab had daar geen bezwaren gedeelte van de jaarlijkse ridderdag van de tegen en dacht aan een zangavond voor zo'n ] ohanniter Orde in de kerk van 't Slot te Zeist. honderd tot honderd en vijftig aanwezigen. Op 19 juni 1999 ontving het kamerkoor van de Het concertje groeide uit tot een concert met ] ohanniter Orde een medaille vanwege haar medewerking van vocale en instrumentale twintigjarige muzikale bijdrage. Vanaf 1985 solisten; het aantal aanwezigen overschreed de noemt het koor zich 'Vocalis'. driehonderd, terwijl 288 zitplaatsen door de Naast zijn bezigheid als dirigent was Ab van brandweer zijn toegestaan. De bescheiden Ab Kapel tot 1998 organist van het van Kapel had zich niet gerealiseerd dat hij, Diaconessenhuis, had hij zitting in commissies vanwege zijn persoonlijkheid, inzet en voor kerkmuziek en is hij vice-voorzitter van muzikale prestaties, de laureaat van deze avond de Willem Mengelberg Vereniging te zou worden. Amsterdam.

Ab studeerde aan het conservatorium te Het jubileumconcert begon toen het koor Rotterdam voor leraar schoolmuziek en aan precies om 19,45 uur via de hoofdingang de het conservatorium in Utrecht bekwaamde hij kerk binnenkwam en zich door het zich in protestantse kerkmuziek. Als leraar middenschip naar voren begaf. Het viel op dat muziek werd hij verbonden aan het Christelijk de koorleden, keurig in het zwart gekleed, van Lyceum 'Ds. W.A. Visser 't Hooft' te Leiden. gemiddelde leeftijd waren. Geen enkel koorlid zag er naar uit vanaf de oprichting lid te zijn JooP Brons uit Leiden verzorgde de geweest. Behalve Ab van Kapel die uit de pianobegeleidingen. Alle noten hadden hun consistorie naar voren kwam en zich als plaats, maar zijn muziek was ademloos. vanzelfsprekend voor het koor opstelde. De Het slotlied 'Dan zal ik leven' van Antoine avond werd geopend met 'Lob und Preis dem Oomen op tekst van Huub Oosterhuis, gaf Herrn' van J .S. Bach. Helaas was de organist antwoord op het 'Tantum Ergo' van Bruckner: Theo Visser, van de St. Pieterskerk uit Leiden, 'Laten we de oude formuleringen vervangen het met Calvijn eens dat Gods lof in alle door nieuwe riten'. uithoeken van de aarde gehoord moest worden. Met zijn orgel overstemde hij het Het was geslaagde avond die om 22,15 uur koor. Dat het orgel ook minder pregnant kon eindigde met een gezellige receptie. Het klinken bleek bij zijn voortreffelijk gespeelde organiserend comité verdient alle lof en als ik Orgelconcert no. 13 van G.F. Händel. nog eens genoodzaakt word een burgemeester De kwaliteit van het koor kwam naar voren bij te kiezen dan stem ik op de charmante de liederen van Bruckner, De Klerk, mevrouw Els Timmers -van Klink. Stravinsky, Tsjaikovski, Orlando di Lasso, Waelrant, Mozart en Schoggi, Schütz en Namens het bestuur en de leden van onze Calvisius die Ab van Kapel a capella liet vereniging feliciteer ik Ab van Kapel van harte zingen. Met simpele gebaren en een vriendelijk met zijn onderscheiding en wens hem nog veel gezicht hield hij zijn koristen in evenwicht en muzikale jaren in goede gezondheid toe en ik ontstond er een mooie en beschaafde adviseer hem: Ab van Kapel..., zing zoveel koorklank. mogelijk A CAPELLA! n De sopraansoliste Jacomina van der Plas­ 7 Vooijs klonk in haar eenvoud mooi, de Johan Krediet tenorsolist Jan de Vries wilde het te mooi doen en dat kwam de zuiverheid niet ten goede. HET VERENIGINGSJAAR 2002~2003

De jaarvergadering vond in 2002 in Den Haag plaats bij het Nederlands Muziek Instituut; een logische plek: Frits Zwart is daar hoofdconservator. Na het zeer levendige huishoudelijke gedeelte hield hij ons die dag verder bezig. Eerst met een rondgang door het instituut. Zeer interessant: weinigen zullen eerder originele partituren van Mozart en Mahler onder ogen hebben gehad. 's Middags hield Zwart een boeiende inleiding over de partituren van Mengelberg. Hij liet ons een aantal bladzijden geprojecteerd zien en gaf luistervoorbeelden van Beethoven, Brahms en Strauss. En wij moesten bij elk werk raden welke uitvoering van Mengelberg was. Kortom: een kostelijke middag. Pieter Bogaers trad toe tot de redactie van Mengelberg en zijn Tijd. Met de uitgave van nummer 63 is het blad qua uiterlijk en qua opmaak in een nieuw jasje gestoken. Ook zijn al enkele advertenties geplaatst. Het bestuur is met de nieuwe verschijningsvorm zeer ingenomen.

Dit voorjaar werd de pr-commissie ingesteld, bestaande uit Hans Tuijten, Frederik Heemskerk en Pieter Bogaers. Hans Tuijten is inmiddels uitgetreden, zijn plaats is ingenomen door Theo de Rijcke. Aan ideeën geen gebrek: materiaal ter verspreiding op de juiste plekken teneinde onder in muziek geïnteresseerden belangstelling voor onze vereniging en haar naamgever te stimuleren, een website, cadeau-lidmaatschapsbonnen. Op de jaarvergadering worden nadere bijzonderheden gepresenteerd. Op 10 april had de Gustav Mahler Stichting Nederland een bijeenkomst in Utrecht georganiseerd met als thema 100 jaar Mahler in Nederland. Ook onze leden waren hierbij van harte welkom. Een ruim aantal inleiders behandelde vele facetten. Eveline Nikkels en Aarnout Cos ter waren twee 8 van hen. Na sondering van de eventuele belangstelling daarvoor besloot het bestuur de Mahler-Mengelberg­ penning die destijds ter gelegenheid van het Mahler-feest 1920 was geslagen, opnieuw uit te brengen. Er werden er vijftig geslagen, zij hebben alle een bestemming gevonden. Ongeveer de helft is naar mensen buiten de vereniging gegaan, enkelen daarvan zijn tot onze vereniging toegetreden. Het bestuur is in deze verslagperiode op 18 december 2002, 15 februari 2003, 12 mei 2003 en 25 augustus 2003 bij elkaar geweest. De Vereniging had in oktober 2002 66 leden, in oktober 2003 zijn het er eveneens 66. AA. Meurer

Toelichting resultatenrekening 2002-2003 In de begroting 2002-2003 was een negatief resultaat van € 178,- voorzien. Het positieve resultaat van € 453,10 in de resultatenrekening 2002-2003 wordt voor een belangrijk deel verklaard door de versnelde betaling van de contributies 2003 die voortvloeide uit het gebruik van acceptgirokaarten. Dientengevolge vielen de contributiebetalingen in dit kalenderjaar veel meer dan tot dan toe gebruikelijk in het tot 1 maart in plaats van in het na 1 maart lopende boekjaar.

Toelichting begroting 2003 Deze begroting gaat er vanuit dat het voorstel tot statutenwijziging m.b.t. het boekjaar wordt aangenomen en heeft dus betrekking op de periode 1 maart 2003 - 31 december 2003. Het negatieve resultaat vindt zijn verklaring voor een belangrijk deel in de versnelde contributiebetaling zoals vermeld in de toelichting bij de resultatenrekening. Een begroting voor het tot nu toe geldende boekjaar 1 maart - 1 maart zou (globaal) € 880,- aan meerinkomsten en € 300,- aan meeruitgaven opleveren, zodat dan een negatief resultaat van € 60,­ zou worden voorzien. 'DIRIGENTEN' DOOR ROLAND DE BEER

Waarom vindt Bernard Haitink zichzelf een rare vent? Waarom was Boris Jeltsin spinnijdig op Gergjev? Wat ziet Riccardo Chailly in Jezus, wat zag de Stasi in Hartrnut Haenchen, waarom was sir Simon Rattle bang voor Beethoven en hoe kwam het dat Edo de Waart een carrière verspeel­ de? Volkskrant-muziekredacteur Roland de Beer zocht dirigenten op in Europa en Amerika, en legde zijn indrukken vast in sprankelende interviews en reportages. Niet eerbiedig, wel nieuwsgie­ rig en soms gewapend met mededogen, want in de mythische wereld van de grote dirigent kan veel misgaan. Op zoek naar het bijgeloof van Mariss Jansons, de Duitsheid van Christian Thiele­ mann, de Mozart-geheimen van Frans Brüggen en de kniebroek van Willem Mengelberg. Veertien portretten en een essay over dirigeren door de eeuwen heen: "Het geluidloze van de maestro verleent hem zijn glans."

'Dirigenten', auteur Roland de Beer, De Volkskrant/ J.M. Meulenhoffbv, Amsterdam ISBN 90 290 7450 7 / NUR 740, Prijs: €10 Verkrijgbaar in de boekhandel en bij Nieuwspunt/de Volkskrant, Wibautstraat 131, Amsterdam

MENGELBERGS 'IMPROVISATIONEN'

NADER BESCHOUWD 15

Op de volgende pagina's van 'Mengelberg en zijn Tijd' twee artikelen over één onderwerp: Mengelbergs Improvisationen über eine Original-Melodie zu Radieriibungen von Rembrandt. Het eerste artikel is de lezing van Johan Krediet gehouden tijdens onze ledenvergadering in het Rembrandthuis op 25 oktober, onder de titel: Duisternis en Licht. Het tweede artikel is een overname uit de 'Kroniek van het Rembrandthuis' 98/1-2 waarin Frits Zwart schreef: Willem Mengelberg als componist voor de Rembrandifeesten van 1906.

Beiden hebben een ander idee over de bedoeling van Mengelberg met zijn compositie. Johan Krediet is van mening dat Mengelberg een impressie heeft gegeven van zijn eigen omstandig­ heden waarin hij op dat moment verkeerde, zoals Rembrandt dat destijds in zijn omstandighe­ den met zijn etsen heeft gedaan. Mengelberg vond er bevestiging in van zijn optreden tijdens het 'Concertgebouwconflict', Rembrandt voor zijn leven in concubinaat met Hendrickje Stof­ fels.

F rits Zwart schrij ft: Het samenbindende element (t'n de volgorde van de etsen) is de figuur van Christus die de kruisdood stietj uit liifde en tot heil van de mensheid. En verder over het lijden en sterven van Christus aan het kruis: Dit laatste thema draait om de gedachte dat de kruisdood de troost is in het aardse leven) de verzoening van de mens met God. Met dit programma gafMengelberg dit werk dus een uitgesproken christelijk) verkondigend karakter. Volgens Johan Krediet is dit een prachtige reformatorische formulering, maar niet des Mengel­ bergs. WILLEM MENGELBERG ALS COMPONIST VOOR DE REMBRAND~FEESTEN VAN 1906

In 1906 werd de herdenking van de 300ste geboortedag van Rembrandt, op 15 juli, op grootscheepse wijze in Nederland herdacht. Er verschenen talrijke artikelen en andere publicaties die de grote kunstenaar en zijn oeuvre tot onderwerp hadden. In opdracht van de 'A1gemeene Commissie ter herdenking van 300-jarige geboortedag' schreef Jan Veth het boek Rembrandts leven en Kunst, dat in 1906 ver­ scheen. In de Lakenhal te Leiden werd van 15 juli tot 15 september de tentoonstelling 'Rembrandt en andere meesters der 17 e eeuw' gehouden.

Vooral Amsterdam, de stad waar Rembrandt Op maandag begon om half elf een het grootste deel van zijn leven werkzaam was bijeenkomst in de Westerkerk waarin prof.mr. geweest, vierde zijn 300ste geboortedag op H.P.G. Quack bij het graf van Rembrandt een 16 uitbundige wijze met een speciaal gedenksteen onthulde en waar namens het georganiseerde 'Rembrandtweek'. vorstenhuis een krans gelegd werd. 's Middags De week werd geopend op vrijdag 13 juli met vond een 'historisch-allegorische' optocht de erepromotie van prominenten die zich ten plaats en werd de nieuwe Nachtwachtzaal in aanzien van Rembrandt verdienstelijk hadden het geopend. 's Avonds was er gemaakt. Door de Amsterdamse Universiteit een gala-avond in de Stadsschouwburg. Om werden vijf eredoctoraten verleend aan onder tien uur was er vuurwerk. andere de kunsthistorici Abraham Bredius en Op dinsdag 17 juli was er nog een Cornelis Hofstede de Groot en de reeds bloemencorso en was er 's avonds koormuziek genoemde Jan Veth. te beluisteren op de Dam. Op zondagmiddag volgde de opening van een 'eere-tentoonstelling' van moderne kunstenaars Het 'Hoofdcomité voor de in Arti et Amicitiae. Op andere plaatsen in de Rembrandtherdenking' stond onder stad werden zanghuldes gehouden en om half voorzitterschap van de econoom prof. mr. tien 's avonds begon een gekostumeerde H.P.G. Quack (1834-1917), voormalig optocht. Als hulde van de Nederlandse directeur van de N ederlandsche Bank en kunstenaars werd door Arti et Amicitiae een buitengewoon hoogleraar aan de bijeenkomst belegd bij het Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Rembrandtmonument waaraan alle Quack had in januari 1905 aan de componist Nederlandse kunstenaarsverenigingen waren Alphons Diepenbrock (1862-1921) laten weten uitgenodigd deel te nemen. Een bescheiden dat hij het op prijs zou stellen als deze voor de muzikale hulde kwam tot klinken in de herdenking een symfonisch gedicht zou Rembrandt-Hymne van de componist Bernard schrijven. Diepenbrock voelde daar echter niet Zweers, uitgevoerd door de Liedertafel Apollo voor, hij vond dat meer iets voor een onder leiding van Fred. Roeske. componist als Richard Strauss.! Wel had hij zitting genomen in de sub-commissie die zich 18

zou bezighouden met de galavoorstelling die worden gebracht en aan een aantal op 16 juli in de Amsterdamse Nederlandse toonkunstenaars werd gevraagd Stadsschouwburg zou plaatsvinden en bedoeld een muziekwerk te schrijven. Dat werden, 17 was als manifestatie van 'de' kunstenaars. In behalve Diepenbrock zelf, de componisten januari 1905 had Diepenbrock er echter nog Johan Wagenaar en Bernard Zweers en de geen idee van hoe men daar gestalte aan kon dirigent van het Concertgebouworkest Willem geven, zonder direct te vervallen in een Mengelberg. Aangezien Diepenbrock zitting obligaat soort feestcantate.II had in de subcommissie zal hij wel in Uit de door Eduard Reeser uitgegeven belangrijke mate verantwoordelijk geweest zijn correspondentie van en aan Diepenbrock blijkt voor de keuze van de componisten die hoe moeizaam de onderlinge verhoudingen meewerkten. binnen de commissie lagen, dat het ene Als componist had Diepenbrock met enkele misverstand na het andere ontstond, kortom meesterwerken naam gemaakt: het magistrale dat de totstandkoming van de feestavond Te Deum (1897) en een aantal symfonische uiterst gecompliceerd was.III Volgens liederen, zoals de 'Hymnen an die Nacht' Diepenbrock lag dat voor een niet (1899), waardoor hij allerwegen de aandacht onbelangrijk aan prof. Quack. Uit de had getrokken. correspondentie blijkt dat ook Karel Johan Wagenaar (1862-1941) werkte in Utrecht Alberdingk Thijm (1864-1952), voorzitter van en was sedert enkele jaren directeur van de het 'Uitvoerend Comité der Rembrandt­ Utrechtse muziekschool van de Maatschappij Commissie' waar de subcommissie onder viel, tot Bevordering der Toonkunst en leidde er geen gemakkelijk mens was om mee samen te ook het Toonkunstkoor. Als componist was werken. hij bekend geworden met werken als zijn De gedachtewisselingen over het karakter van humoristische cantate De Schipbreuk (1889), de gala-avond hadden tot resultaat dat er, als de opera De Doge van Venetië (1898/1899) en afsluiting van de herdenking, een muzikale de ouverture Cyrano de Bergerac (1905). hulde aan Nederlands grote kunstenaar zou Bernard Zweers (1854-1924) was onder andere Amsterdam was hij dan ook dikwijls als pianist leraar aan het Amsterdams conservatorium. te beluisteren. Hij was vooral bekend door zijn in 1890 Eigenlijk had Mengelberg al sinds zijn vroege voltooide Derde symfonie Aan mijn jeugd gecomponeerd: gelegenheidsmuziekjes Vaderland, een fraai specimen van voor thuis, bij verjaardagen bijvoorbeeld, of Nederlandse muziek waarin het nationaal voor het koor van werknemers van zijn vader, eigene een belangrijke plaats heeft, net zoals bij Friedrich Wilhelm Mengelberg, die destijds in componisten als Smetana en Dvorak. Utrecht een atelier voor kerkelijke kunst had. Diepenbrock, Wagenaar en Zweers behoorden Ook schreef hij tijdens zijn studie in Keulen tot de belangrijkste Nederlandse componisten composities in allerlei vormen en bezettingen uit die tijd, iets wat toen ook al algemeen als exercitie voor zijn hoofdvakstudie en erkend werd. De keuze om Mengelberg als tijdens zijn eerste betrekking in Luzern. Het componist hierbij te betrekken lag minder voor merendeel was voor de koren die hij daar de hand. leidde. Een werk van enige allure uit de tijd in Willem Mengelberg (1871-1951) was sedert Luzern is zijn Mis voor solisten, koor, orgel en 1895 dirigent van het Concertgebouworkest. orkest die met Pinksteren 1895 in de Daarvoor had hij drie jaar als stedelijk Hofkirche aldaar tot klinken kwam. Proeven muziekdirecteur in Luzern gewerkt. In 1898 van bekwaamheid op compositorisch gebied was hij ook dirigent van het Amsterdamse had hij ook in Amsterdam gegeven. Hij had in Toonkunstkoor geworden. Zijn dynamische 1898 voor de inhuldiging tot koningin van muzikale persoonlijkheid gaf een enorme Prinses Wilhelmina een Praeludium geschreven stuwing aan het openbare concerdeven, vooral over Het Oude Wilhelmus voor koperblazers, in Amsterdam. Vermaarde dirigenten en pauken en orgel. Ter gelegenheid van het componisten zoals Richard Strauss en eerste officiële bezoek van het koninklijk paar Ferruccio Busoni kwamen naar Amsterdam aan Amsterdam in 1901 had Mengelberg op waar een internationaal muziekcentrum begon tekst van H.] .A.M. Schaepman een Cantate 18 te ontstaan. In 1903 had Mengelberg de gecomponeerd voor solisten, koor en orkest. componist Gustav Mahler naar Nederland Mengelberg stond rond 1905 niet bekend als gehaald om zijn Derde symfonie te componist, maar insiders konden wel weten introduceren. dat hij het vak in ieder geval grondig beheerste. Toen Mengelberg in 1892 het conservatorium Een componist als Mahler, die zeer onder de in Keulen had verlaten had hij niet alleen een indruk was van de gedrevenheid van diploma op zak voor directie, maar ook voor Mengelberg voor zijn muziek, gaf zo hoog van piano en voor compositie. Gedurende de hem op dat hij hem schreef: 'Auf Ihre eerste tien jaar van zijn werkzaamheden in Composition zur Rembrandtfeier bin ich sehr begierig. Können Sie mir sie nicht schicken? vormen. Daarom vroeg Diepenbroek aan !eh bin überzeugt, dass, was Sie machen, nicht Alberdingk Thijm of hij de werken van Bartsch schlecht sein kann.'IV en Le Blanc, waarin de etsen stonden Mengelberg kreeg het verzoek begeleidende afgebeeld, voor Mengelberg te leen wilde muziek bij een aantal te selecteren etsen van vragen bij het Prentenkabinet. Hij kon dat, zo Rembrandt te componeren. Deze zouden schreef Diepenbroek, met meer gezag doen. tijdens de uitvoering van het werk op een Als Mengelberg dan zijn keuze had gemaakt en groot doek worden geprojecteerd. Het idee over de muziek had nagedacht dan zou hij daarvoor kwam van Jan Veth (1864-1927) v die waarschijnlijk in het voorjaar behoefte hebben al verschillende keren in het buitenland in om de originelen te zien.VIII kleine kring een dia-voorstelling met etsen van Uit de met Alberdingk Thijm gevoerde Rembrandt had gegeven en aan hem was het correspondentie blijkt dat de Honderdgulden­ 19 overgelaten, met het oog op de geschiktheid prent, die Mengelberg er graag bij wilde voor vergroting en projectie, een selectie van hebben, aanvankelijk niet bij de selectie van de etsen te maken. Op die keuze had Veth zat. Mengelberg correspondeerde Mengelberg dus weinig invloed. daarover met Alberdingk Thijm, die hem De coördinatie van het geheel liep niet erg naar terugschreef: 'Daar een zoo beroemde als de wens. Toen Diepenbroek in november 1905 Honderdgulden-prent er niet bij voorkomt, een brief kreeg van Alberdingk Thijm waarin moet men aannemen, dat deze ongeschikt is, deze vroeg of Zweers en Mengelberg terwijl wat de compositie aangaat Christus' vorderden met hun werk schreef hij, nadat hij prediking min of meer op de Honderdgulden­ zich daarvan op de hoogte had gesteld: prent gelijkt. Ik raad deze echter niet als 'Beroemde musici schrijven nu eenmaal geen slotnummer aan, wijl het publiek bij een brieven, zelfs niet aan beroemde schrijvers. [... ] slotnummer niet moet aarzelen en zich Mengelberg heeft niets kunnen doen omdat hij afvragen of dit nu de "Honderdgulden-prent" niet wist welke etsen vertoond zouden is of niet.'IX Mengelberg wilde ook graag de worden.'VI Alberdingk Thijm liet hem weten volgorde van de etsen, die kennelijk niet door dat Mengelberg de etsen maar in het hemzelf was vastgesteld, veranderd hebben. Prentenkabinet van het Rijksmuseum moest Op Mengelbergs verzoek schreef Diepenbroek gaan bekijken. 'Zoodra de Heer M. dan 12 daarover weer aan Veth: 'Als 17 zou dan de etsen, innemende voor de vertooning een kruisafneming komen, 18 Christus in Emmaus, tijdduur van 24 minuten, zoo als wij afspraken, 19 Sterfbed van Maria en als 20 zou hij dan zal hebben gekozen, - kunnen die op glas zoo graag als afsluiting v /h geheel de 100- gereproduceerd worden [.. .]. - De lijst der guldensprent hebben. In verband met zijn etsen, waaruit gekozen zoû worden, voeg ik compositie zou dat ook werkelijk een mooi hierbij.'VII Mengelberg wilde echter eerst effect maken.' Mengelberg stelde nog een gewoon reproducties zien om zijn ideeën te enkele wijziging voor, die Diepenbroek 6 11 14

opnieuw aan Veth overbracht: 'Wees dus zoo had te houden. 'Lieve vriend Diep. Sinds vriendelijk dat eens te overleggen. - Heb jij er woensdag zit ik hier te Zandvoort en probeer bepaald bezwaar tegen, dan onderwerpt hij muziek te schrijven bij je 'toverlantaarn' -etsen. zich natuurlijk daaraan, omdat jij én autoriteit Wat ervan wordt weet ik nu nog niet - de op dat gebied én de uitvinder van het plan mogelijk[heid] is er echter niet klein, dat jij er je bent.'x Mengelberg kreeg zijn zin: sommige neus voor optrekken zult!! Bij 't 400-jarig etsen veranderden van plaats, andere vervielen bestaan van Rembrandt schrijf jij dan de (bijvoorbeeld De heilige familie en de doop muziek bij de etsen. Ik neem dan de Cantate of van de kamerling). De Honderdgulden-prent slotapotheose voor mijn rekening ... ! Dan weet werd toch in de serie opgenomen. een mensch ten minste wat hij schrijven Om zich ongestoord aan het componeren te moet... ! Ofschoon ik van plan ben bij die 20 kunnen wijden, had Mengelberg zich 'dunne' etsen op dat 'dunne' doek ook wat teruggetrokken in het Grand Hotel in 'dunne' muziek te schrijven, zou ik toch één Zandvoort, waar hij van 14 tot 30 juni 1906 aan de opdracht werkte. Het was de bedoeling dat zijn verblijf aldaar een werk zou opleveren van maximaal 12 minuten. De eerder toegewezen tijd van 24 minuten was dus aanzienlijk teruggebracht. Bezorgd dat de feestavond in de Stadsschouwburg zou uitlopen drukte Alberdingk Thijm Mengelberg deze afspraak begin juni nog eens op het hart.XI Ruim veertien dagen later informeerde hij bij Mengelberg hoe het met het componeren ging: 'Mag ik hopen, dat Uw werk goed vordert en zoudt U my nog met een enkel woord willen geruststellen, wat aangaat den duur Uwer bydrage, die, zooals Gy U herinneren zult, binnen 12 minuten beperkt zou moeten blyven, om den vastgestelden duur van den geheelen feestavond den normalen grens niet te doen overschryden. 'XII Mengelberg was toen net een paar dagen bezig met zijn compositie. Een dag eerder had hij Diepenbrock nog geschreven om precies te weten waaraan hij zich bij de instrumentatie ding graag van je weten, nam. [elijk]: welke veranderingen voor te stellen. Het blaasinstrumenten-bezetting heb jij in je samenbindend element is de figuur van stuk??? Je weet, plaats is er weinig, en ik zou Christus die zijn leven gaf door lijden en niet graag voor mijn werkje 'n extra blazer sterven aan het kruis, uit liefde en tot heil van noodig hebben. Wil je me s.v.p. even op 'n de mensheid. Om die reden beschouwde briefkaart dit meedelen? Bij voorbaat dank. Mengelberg de afbeelding van De drie kruisen M'n adres is Villa Bella Stella, Zandvoort bad. als centrum van de reeks, omdat deze het Hartel. gegroet, ook je lieve vrouw, van je 'meest smartelijk lijden' verbeeldde. Verder trouwe vriend Willem.'XJII maakte hij een onderverdeling in Christus' Bij het schrijven van deze muziek zag optreden bij de prediking van liefde en het Mengelberg zich voor de moeilijkheid geplaatst geloof, bij het genezen der zieken en zijn lijden om voor zo'n 20 etsen met geheel en sterven aan het kruis. Dit laatste thema verschillende voorstellingen een draait om de gedachte dat de kruisdood de samenhangend werk te componeren. 'Deze troost is in het aardse leven, de verzoening van zoo uiterst fijn en innig gevoelde kunst van de zondige mens met God. Met dit Rembrandt muzikaal te illustreeren, was, hoe 'programma' gaf Mengelberg dit werk dus een aantrekkelijk ook in artistiek opzicht, niettemin uitgesproken, in christelijke zin, verkondigend zeer bezwaarlijk, - vooral ook door de vlugge karakter. wisseling der op het doek te vertoonen De indeling in muzikale thema's en motieven beelden.'XJV Daarom koos hij voor 'de volgt de keuze en de groepering van de etsen. variatievorm, zeer vrij opgevat'. Muzikaal Mengelbergs compositie begint met een bezien betekent dit bij dit werk, dat vanuit één inleiding, waarbij geen beelden worden hoofdthema alle motieven en thema's ontstaan vertoond. Tijdens deze inleiding, waarvan het zijn. karakter bepaald wordt door orkesttremolo's, Mengelberg liet zich inspireren door de volgende etsen: 1. Abraham onthaalt de Engelen 21 2. Abrahams offer 3. De triomf van Mordechai 4. Petrus en Johannes aan de tempelpoort 5. De blinde Tobit 6. David in gebed 7. De presentatie in de tempel 8. Jezus als knaap onder de schriftgeleerden 9. Christus predikend 10. Christus en de Samaritaanse vrouw 11. Christus op de olijfberg 12. De opwekking van Lazarus 13. Christus aan het volk getoond 14. Christus in Emmaus 15. De drie kruisen 16. Kruisafneming bij fakkellicht 17. De terugkeer van de verloren zoon 18. Christus de zieken genezend (Honderdgulden-prent) 19. Het sterfbed van Maria

Mengelberg probeerde eerst samenhang aan te brengen in de volgorde waarin de etsen zouden moeten worden geprojecteerd. Dat was ook een reden om Veth enkele weerklinkt verschillende keren bij het koper dode Lazarus wordt gemarkeerd met een het 'motief van de Heiland', als geweldige stijgende beweging van de violen, vooraankondiging van het 'thema van de harpen en houtblazers, gevolgd door Heiland', dat voorzien van tremolo-effecten, fortissimo-uitbarstingen door het gehele door de althobo wordt gespeeld. Andere orkest, waarna een overgang volgt naar een instrumenten spelen telkens motieven uit dit veel meer ingehouden klank, waarin de thema. De orkesttremolo's zijn bedoeld als een projectie wordt voorbereid van de verbeelding van licht en vermoedelijk, naar gevangengenomen Christus die aan het volk analogie van het slot, als verbeelding van het wordt getoond (ets 13). De plaats van de ets engelenleger dat de geboorte van Christus op dit muzikale moment is hier heel wezenlijk, aankondigt bij het begin van het werk, en aan in tegenstelling tot andere momenten waarop het slot de ziel van de gestorven mens de etsen qua plaats soms uitwisselbaar zijn. meeneemt naar de hemel. Even effectief schilderde Mengelberg de Het melancholieke hoofdthema wordt door de overgang naar de afbeelding Christus in fagot gespeeld bij de ets van De blinde Tobit Emmaüs (ets 14): gemarkeerd door een (ets 5) en vervolgens herhaald bij de glissando bij de harpen, ondersteund door de voorstelling van David in gebed (ets 6). De slaginstrumenten suggereerde de componist melodie symboliseert als het ware de in diepe het wonder van de opstanding. In de maten die duisternis gehUlde mensheid, voordat de daarop volgen wordt het thema voorbereid 9 6

22

verlossing door Christus plaatsvindt. De voor een fugato dat inzet bij de ets van De drie melodie ligt de tweede keer eerst bij de eerste kruisen (ets 15). Het thema is 'niets anders dan violen, later gecombineerd met de houtblazers. de eerste maat der hoofdmelodie', een treffend Dit thema is de Originalmelodie waarop voorbeeld van wat Mengelberg als zeer vrij Mengelberg zijn improvisaties baseerde en opgevatte variatiekunst zag! Dit fugato, dat bedoeld als 'eene eenvoudige stemmige uitmondt in een crescendo en diminuendo [melodie] eenigszins in ouden stijl van de tijd door het gehele orkest, geeft uitdrukking aan Rembrandts'. Na een overgangszin, waarvan de diepe smart van de mensheid, van alle het einde gemarkeerd wordt door arpeggio's levende wezens (de symboliek van steeds meer die gespeeld worden door twee harpen, zet een stemmen in de fugatechniek), waarna het nieuw thema in, het 'geloofsthema' met als vanwege de dood van Christus tot een kenmerk de stijgende triolen-beweging (die uitbarsting van verdriet komt door het heelal. ook verderop dikwijls voorkomt) en een De volgende voorstellingen die getoond chromatisch dalend motief. De expositie en de worden zijn die van De verloren zoon (17) en verwerking daarvan duurt zolang de etsen Christus die de zieken geneest (ofwel De getoond worden van de onderwijzende Honderdgulden-prent, ets 18). De Christus (etsen 7-10). De opwekking van de geluidsuitbarsting verstilt en gaat over in muziek die wel geparodieerd lijkt uit het tweede deel van Mahlers Eerste symfonie. Tenslotte komt de afbeelding met Het sterfbed van Maria in beeld, muzikaal ondersteund met een reprise van de inleiding. Nu klinkt echter onder begeleiding van de orkesttremolo's het hoofdthema. Deze melodie illustreert hier het in duister gehulde dode lichaam tegenover de engelen (de orkesttremolo's), die in een wolk van licht de ziel met zich mee voeren. In verband met het briefje dat Mengelberg aan Diepenbrock stuurde over de beschikbare ruimte en de vraag naar de blazersbezetting doet 23 de voorgeschreven bezetting voor symfonieorkest (inclusief twee harpen), een Het programma zag er als volgt uit: grootte die bij de muziek van componisten als 1. Saskia, orkestrale inleiding van Bernard Brahms of Tsjaikovski vereist is, komisch aan. Zweers uitgevoerd door het Uit de bewaarde schetsen voor de compositie Concertgebouworkest o.l.v. Willem is af te lezen dat Mengelberg bij de ets van Het Mengelberg sterfbed van Maria erover gedacht heeft ook 2. Het derde bedrijf van J oseph in Dotan van nog een 'klein koortje [van] eenige hooge fijne Joost van den Vondel sopraanstemmen' te gebruiken, die een 3. Etsen van Rembrandt met begeleidende herhaald Alleluja moesten zingen. Misschien muziek van W. Mengelberg, uitgevoerd door heeft hij dit idee vanwege plaatsgebrek op het het Concertgebouworkest o.l.v. de componist podium van de Stadsschouwburg laten 4. Ode aan Rembrandt van Jac. van Looy, vervallen. voorgedragen door Willem Royaards en Rika Het lukte Mengelberg zijn werk op tijd te Hopper voltooien en het orkestmateriaal vervaardigd te 5. Symfonisch Toongedicht Saul en David van krijgen. Nadat op zondagavond 15 juli bij het Johan Wagenaar, uitgevoerd door het standbeeld van Rembrandt al een bescheiden Concertgebouworkest gedirigeerd door de muzikale hulde was gebracht, vond op 16 juli componist de gala-avond in de Stadsschouwburg plaats. 6. Fragmenten uit het treurspel Medea van Jan Deze werd bijgewoond door H.M. de Six Koningin-moeder, Koningin Emma, en 7. Hymne aan Rembrandt van Alphons Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden. Diepenbrock, uitgevoerd door de sopraan Aaltje Noordewier, een vrouwenkoor, samengesteld uit leden van het Toonkunstkoor en van het Amsterdamsch a Capella Koor, en het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg.

Diepenbroek was onder de indruk van wat Mengelberg gepresteerd had. Zijn vrouw noteerde in haar dagboek: 'De muziek van Mengelberg bij de etsen is mooi, Fons houdt daar bepaald veel van en de opgaaf was moeilijk.'xv Kritieken verschenen onder andere 9 in het Algemeen Handelsblad, de Nieuwe Rotterdamsche Courant en Het Nieuwsch van den Dag. De kritiek op de muzikale bijdragen varieerde van zeer negatief tot uiterst positief. Uit de manier van recenseren blijkt dat het geen muziekrecensenten waren die daarover schreven. De toonzetting in het Algemeen Handelsblad was het meest negatief: ' ... och lieve, wat werd me hier het genot vergald door de muziek, die W. Mengelberg bij de vertooningen had gecomponeerd en nu deed uitvoeren door het orkest.' De recensent wees op Rembrandts rijke voorstellingswereld die helemaal geen muziek nodig had, ' ... maar vooral geen gebral van koper, hoogstens dan 24 een heel zacht accoord.'xVI De recensent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant was milder: 'De muziek van Mengelberg [... ] was in haar soort heel mooi. Zeer mag daarbij de taktvolle bescheidenheid van den componist worden geroemd en de groote muzikaliteit waarvan zijn werk getuigt, maar het genre is bedenkelijk: etsen, die zelf zoo met volkomenheid uitspreken, wat de artiest zich voorstelde te zeggen, etsen, die onuitputtelijk zijn van levens diepte, langs anderen weg dan uit hen zelven te verklaren of er de stemming van nog te willen verhoogen!'XVII In feite was dat geen kritiek op de componist maar op het idee van Veth, dat door de commissie ten uitvoer was gebracht. De recensent van Het Nieuwsch van den Dag was ronduit enthousiast over Mengelbergs muziek: 'De overschoone, religieuze en zielsvolle muziek van Willem Mengelberg verbond al deze tafereelen en deed het oor hooren wat het oog zag. - Deze aanschouwing, deze geluiden, vervulden met heiliging. De geheele zaal zag en hoorde met heilige aandacht. De kunst triumfeerde.'XVIII Jammer genoeg ontbreken reacties uit vakkringen, behalve dan van Diepenbrock en ook weten we niet of Mahler de partituur van Mengelberg ooit heeft gezien. Diepenbrock uitte zijn waardering nog eens, toen hij het in 1911 voor Mengelberg als componist opnam: 'Bij het huwelijk van de Koningin heeft Mengelberg in een paar dagen een Cantate gecomponeerd, waarom de meesten der door U genoemde Heeren [Nederlandse componisten] hem konden benijden. Ook voor het Rembrandt-feest van 1906 heeft hij een schoone compositie geleverd')GX De invloed van de componist Gustav Mahler is in Mengelbergs Rembrandt-improvisaties evident. Verschillende instrumentale effecten zijn regelrecht in Mahlers werken terug te vinden en bij de Hondergulden-prent lijkt de muziek van Mahler geplagieerd te zijn. Verbazingwekkend is dit maar ten dele: Mengelberg was in 1902 in de ban geraakt van deze muziek en sedertdien had hij Mahler al verschillende keren naar Amsterdam uitgenodigd. In maart 1906 was Mahler zelfs nog in Amsterdam geweest om er zijn Vijfde symfonie te dirigeren. Als compositie is het werk veelbelovend: dat 25 wil zeggen dat Mengelberg zich tot een interessante componist had kunnen ontwikkelen. Het is jammer dat hij zich niet verder op het componeren heeft toegelegd en nadien geen werken meer heeft geschreven van soortgelijke allure. Gezien zijn zich snel ontwikkelende carrière en het daardoor toenemend aantal gastdirecties in het buitenland is het geen wonder dat hij in zijn hectisch bestaan geen tijd meer vond om te componeren. De drang tot componeren was bij hem ook niet zó groot dat hij zijn vakanties daaraan opofferde, zoals een componist als Mahler wél deed. Na de voorstelling op 16 juli 1906 heeft het bijna 90 jaar geduurd voordat Mengelbergs werk weer werd uitgevoerd. Pas in maart 1994 is het voor de AVRO opgenomen door het Radio Symfonie Orkest o.l.v. Kenneth Montgomery.xx !l

Frits W Zwart (dit artikel is eerder gepubliceerd in het Jaarboek Gemeentemuseum Den Haag 1999- 2000, pag. 182-187) VOORDRACHT JOHAN KREDIET 25 OKTOBER 2003 IN HET REMBRANDTHUIS

DUISTERNIS EN LICHT

Als jongen werd mij op godsdienstlessen verteld dat ongeveer 5700 jaar geleden iemand in het boek Genesis schreef: "Mijn God, de machtigste God van alle goden, heeft de wereld in zes dagen geschapen! De eerste dag maakte Hij scheiding tussen duisternis en licht en noemde de duisternis 'Nacht' en het licht 'Dag'. Het was ochtend en het werd avond, de eerste dag was voorbij en Hij zag dat het goed was".

Ongeveer dezelfde tijd bezocht ik met mijn portretschilder en kreeg meer opdrachten dan schoolklas de Rembrandt-zaal in het dat hij aan kon. Gelukkig had hij op zijn atelier Rijksmuseum en de rondleider vertelde: aan de Bloemgracht begaafde leerlingen die "Rembrandt, de beroemdste schilder van zijn hem veel werk uit handen namen. Rembrandt tijd, heeft op zijn schilderijen het licht uit de was een welgesteld man en kocht in 1639 dit duisternis geboren doen worden". Ik keek naar huis in de zich gestaag ontwikkelende de 'Nachtwacht' en ik zag kapitein Frans allochtonenwijk, die later de jodenbuurt Banning Cocq en luitenant Willem van genoemd zou worden. Dat hij zich met de Ruytenburch met hun manschappen vanuit koop van dit huis flink in de schulden stak, een donkere poort in het licht treden. raakte hem niet. Vrouwe Fortuna was hem immers goed gezind! Mijn overige ervaringen met duisternis en licht 26 gedurende mijn leven zal ik u besparen, Rembrandt beleefde in dit huis met zijn vrouw behalve die van dit jaar. Op mijn 80e Saskia en het schilderen van de Nachtwacht, verjaardag, in april van dit jaar, kreeg ik het de gelukkigste jaren van zijn leven. Na Saskia's boek dàrEveline Nikkels over Gustav Mahler dood in 1642 leefde Rembrandt tot 1648 in schreef cadeau en ik las: Mahler geeft, ondanks concubinaat met Geertje Dircx, een de somberste mineurklanken, toch aan het boerenmeid uit Durgendam. Zij zorgde goed eind een boodschap van licht en duisternis voor Rembrandts één jaar oude zoon Titus, mee, zonder binding met een bepaald geloof. maar Rembrandt kon zij niet boeien. De nog jonge , die in tegenstelling Over de schrijver van het scheppingsverhaal - tot Geertje zo poezelig van lijf was, lukte dat zijn naam is onbekend- ga ik niet spreken, beter. Geertje vertrok en Hendrickje nam haar maar wel over: Rembrandt van Rijn en zijn plaats in. buurtgenoten, Gustav Mahler en Willem Helaas! Deze vorm van samenleving was in Mengelberg. strijd met de ongeschreven wetten van de calvinistische regentenfamilies inzake Rembrandt zedelijkheid en soliditeit.. Hun opdrachten om In 1630 vestigde Rembrandt zich in zich door hem te laten portretteren bleven uit. Amsterdam, de wijdvermaarde koopmansstad, Rembrandt geraakte hierdoor, en door de waarvan de poorters zaken deden over de hele financiële eisen van de door hem verstoten wereld. De pakhuizen van de handelaren lagen Geertje Dircx, in een slechte financiële vol met handelswaar en hun beurzen stonden toestand. Gelukkig had hij nog wat leerlingen bol van de dukaten. Zij woonden in kapitale en Gods woord lag in die tijd goed in de huizen aan de grachten en zij lieten zich markt. De vervaardiging van bijbelse prenten portretteren om hun belangrijkheid voor het was een lucratieve bezigheid en vereiste weinig nageslacht te bewaren. Rembrandt was zo'n materiaalkosten en vergoeding voor figuranten. In de woelige drukte, van de zich steeds verder een algemene verkoop van zijn werken heeft uitbreidende jodenbuurt, kon hij door zijn gehouden, mag niet meer in het openbaar zijn vensters de benodigde figuranten gratis en producten te koop aanbieden. dagelijks observeren. De vervaardiging en In 1662 schildert Rembrandt De Staalmeesters, verkoop van bijbelse prenten boden hem wel in 1663 sterft Hendrickje; de meester van het enig financieel gewin, maar niet voldoende om licht dreigde in het duister ten onder te gaan. aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. In 1669 schilderde Rembrandt nog eenmaal Financieel en moreel ging het met Rembrandt zijn zelfportret en wij zien een oude snel bergafwaarts. Zijn vriend en invloedrijke teleurgestelde, uitgebluste man. beschermer mr. , burgermeester van Op 8 oktober van hetzelfde jaar stierf hij en Amsterdam, liet hem vallen. De kerk ging zich het begraafboek van de Westerkerk vermeldt met zijn levenswandel bemoeien en dat hij daar is begraven, maar zijn stoffelijke veroordeelde in 1654 Hendrickje van hoererei resten zijn tot heden onvindbaar. Echter, in met de schilder Rembrandt en ontzegde haar het plantsoen van het staat deelname aan de "Tafel des Heeren". In 1655 zijn standbeeld in het volle daglicht en 's werd Rembrandt gedwongen waardevolle avonds in het licht van de schijnwerpers te bezittingen te verkopen en in 1656 werd hij pronken en zijn werken hangen in de insolvent verklaard. In 1658 volgde de verkoop beroemdste musea. Rembrandt stierf om te van zijn huis. Het waren de jaren dat de leven! werking van licht en duisternis zijn tekeningen en schilderijen nog meer gingen beheersen. Rembrandts buurtgenoten Zijn zoon Titus en Hendrickje Stoffels De door Rembrandt geportretteerde mensen huurden in 1660 een huis op de Rozengracht . op de bijbelse etsen herken ik, want ik woonde en begonnen daar een kunsthandel. Rembrandt van 1930-1948 aan de gouden rand van deze trok bij hen in om zo de gildenwet te omzeilen jodenbuurt: op de Nieuwe Herengracht. De waarin bepaald was: Een schilder die eenmaal Jodenbreestraat was de hoofdstraat van de 27 buurt. Het was hier altijd druk met karren en aansprakelijk voor de schade aan zijn handel kraampjes en veel mensen, waar tramlijn 8 toegebracht. De vismannen verstonden de zich luid bellend doorheen baande. Hier kunst de dode schollen in hun handen te laten verkeerde men met elkaar, hier bespraken ze spartelen en te roepen: "Ze benne 28 hun lief en leed, wenste elkaar mazzel en springlevend! Ze kosten een duppie per pond! brooche, maar vooral: men dreef hier handel. Wie maakt me los?". De groentemannen De handelaren met een vaste plaats stonden verkochten hoofdzakelijk aardappelen, op de St. Antoniessluis. Ze prezen hun wortelen en uien voor de 'hutspot met handelswaar met veel stemverheffing aan; ik klapstuk', het volksvoedsel bij uitstek dat hoor in gedachten de stem van brutale Coba 'Sjoppiehendelemengele' werd genoemd. De die gedroogde vis verkocht en met schelle naam 'Sjoppiehendelemengele' had een stem riep:"Trokkene sj arre en stokfisj!" Haar muzikale achtergrond en betekende: een buurman, Maupi de Leeuw: "Zoetzuur, potpourri van Chopin en Händel o.l.v. pekelzuur, olijven!" en de haringman Mengelberg. De fruitmannen prezen de Goudeketting reciteerde: "Ze benne zoetheid van hun sinaasappelen en moddervet! Ik maak ze schoon en mijn vrouw mandarijnen aan met: "Ze komme uit Jaffa en doet er een uitje bij; ze kosten maar zes cent ze benne honingzoet". Als bij thuiskomst of twee voor een duppie!". In het huisje aan bleek dat onderin de, van oude kranten het einde van de sluis zat GosIer, de handelaar gevouwen, puntzak een rotte sinaasappel of in oude metalen, die als credo verkondigde: mandarijn zat, dan werd daar geen stennes "Van ijzer word ik niet wijzer, maar koper, over gemaakt, maar afgedaan als een lood en tin, daar zit mijn winst in". 'jodenstreek' . De handelaren zonder vaste plaats stonden Links en rechts in de straat waren huis aan huis met hun karretjes langs de trottoirs. Het waren de winkels gevestigd. Slagerij Fontein de handelaren in gebruikte goederen, waarvan verkocht, onder rabbinaal toezicht, geslacht er één gespecialiseerd was in gebruikt vlees en het lekkerste pekelvlees van de wereld. aardewerk. Stapels borden, koppen en schotels Bij de poeliers hingen de geplukte ganzen voor stonden op zijn karretje. Zo nu en dan liet hij de ramen en de nog levende kippen werden achter een paar voor zijn karretje pratende gedood en geplukt waar je bij stond. De vrouwen een bord vallen en stelde ze bakkers leverden brood, maanzaad galles en met Pesach de matses. De kledingwinkels In 1942 en 1943 zag ik 's avonds, glurend door hadden hun stoepiers die voor de deur stonden een opening in de verduisteringsgordijnen, hoe om hun kostuums, jassen, jurken en mantels joodse families onder begeleiding van twee aan te prijzen. Een lingeriewinkelier hing Nederlandse agenten van politie naar de beha's voor de ramen met het opschrift: "Voor Hollandse schouwburg werden gebracht om zo'n prijsje kun je ze niet laten hangen". vandaar uit naar Westerbork te worden Vrijdagsmiddags trad de stilte in, de winkels afgevoerd. Enkele joodse mensen hoopten dat werden gesloten en de stalletjes afgebroken, de dit een verzamelplaats zou zijn op weg naar het karretjes naar de karrenverhuurder gebracht; beloofde land waarover hen van vader op zoon men bereidde zich voor op de sjabbes. Achter met Pesach verteld werd en gezegd: "Het volk ons op Rapenburg woonde een chazan die dat van bevrijding weet en eensgezind is, mag regelmatig voor het open raam stond te leven in de verwachting van een nieuwe intocht oefenen. Toen ik jaren later voor het eerst van in het land van hun vaderen." Mijn ouders mijn leven het 'Kol nidrei' van Max Bruch ontvingen een briefkaart van onze joodse hoorde, het gezang van de avond voor Jom­ huiseigenaar uit Westerbork met als afzender: Kippoer, was de melodie mij volkomen Godsvolk op weg! bekend. In september 1943, nog maar zestig jaar geleden, Dit leven heb ik van 1930-1948 meegemaakt, werd Amsterdam door de bezetter ''J udenfrei" mijn schooljaren bracht ik door op een school verklaard. Inmiddels waren 70.000 Amsterdamse in de Valckenierstraat die voor 80% uit joodse Joden gedeporteerd, waarvan er 40.000 hier in leerlingen bestond. Op straat verkeerde ik de buurt woonden. Het werd hier stiller dan op hoofdzakelijk met joodse "gabbertjes", die mij sjabbes, de J odenbreestraat was dood! De "J antje van het Kruis" noemden, maar bij ruzie etalages werden met planken dichtgespijkerd, de uitscholden voor 'chasser'. Jaren later ben ik stalletjes werden niet meer opgezet, de karretjes tot ontdekking gekomen dat ze met chasser ratelden niet meer door straat, de woningen een, volgens de Thora, onrein beest bedoelden. werden leeggeroofd en lijn 8 kon onbelemmerd Vrijdags na zonsondergang deed ik dienst als doorrijden. Na 1945 bleek dat meer dan 60.000 29 'sjabbesgoi', dat betekent een 'niet-jood', om Amsterdamse Joden de tocht naar het beloofde bij hen thuis het licht aan te doen. Ik vond dit land niet hadden overleefd; slechts enkelen raar, maar voor een halve matse met boter en bereikten Palestina waarin 1948 de staat Israël bruine suiker deed ik veel. werd gesticht. Na de capitulatie in mei 1940 werden bij de Na de bevrijding werd de afbraak van de huizen toegangswegen door de afdeling Publieke in straten op deze eilanden voltooid en daarvoor Werken van de stad Amsterdam, grote borden in de plaats werd het Muziektheater gebouwd en geplaatst met de tekst: 'J udenviertel' . werden brede straten aangelegd, die noord en Regelmatig werd de buurt, die bestond uit de zuid en oost met elkaar verbinden. aangeplempte eilanden Uilenburg, Marken en Rapenburg, voor het plegen van razzia's afgesloten door de bruggen op te halen. Zo ook op zaterdagmiddag 22 februari 1941. Meer dan vierhonderd joodse mannen werden door schreeuwende Duitse soldaten van de Grüne Polizei uit hun huizen gehaald en in looppas naar het Jonas Daniël Meijerplein gedreven, waar zij gehurkt met handen achter hun hoofd moesten gaan zitten. Indien iemand dreigde om te vallen werd hij met de kolf van het geweer of met de laars in de gewenste onderdanige houding gebracht. Regelmatig reden er vrachtwagens voor en werden de joodse mannen als 'goederen zonder waarde' afgevoerd. De] odenbreestraat werd tweemaal breder en bestuur. Besloten werd dat Diepenbrock en tegenover dit huis, waar Rembrandt zijn De Booy Mahler zouden uitnodigen voor een Nachtwacht schilderde, is toepasselijk de Hoge stadswandeling op vrijdagmiddag 9 maart die School voor Kunsten gebouwd. De verkoop zou voeren langs het woonhuis van van vis, groente, fruit, brood, vlees, kippen, Rembrandt. De wandeling zou om vijf uur zuurwaren, olijven en aardewerk vindt hier nog moeten eindigen bij het oesterrestaurant Van wel plaats, maar nu aan de overkant bij Albert Laar in de Kalverstraat, waar het bestuur om Heijn en Blokker. De buurt leeft weer, maar de die tijd aanwezig zou zijn om Mahler daar een mensen, die hier hun waren met zoveel gein diner aan te bieden. aanprezen, zijn dood en warme Donderdagsavonds daarvoor had Mahler in gemberbolussen zijn niet meer verkrijgbaar. het Concertgebouw zijn Vijfde Symfonie, de Al deze gebeurtenissen van licht en van diepe Kindertotenlieder en het lied "lch bin der Welt duisternis waren door de vensters van dit huis abhanden gekommen"uitgevoerd. Het publiek te zien. Als nog levende getuige mag en wil ik gaf blijk nog geen oor te hebben voor zijn daar niet over zwijgen. nieuwe componeermethode van zijn Vijfde en men had na een matig applaus de zaal nogal Gustav Mahler luidruchtig verlaten. Elisabeth Diepenbrock Tijdens zijn eerste bezoek aan Amsterdam, nu schreef in haar dagboek: Het was een fiasco, 100 jaar geleden, bezocht Mahler het een afschuwelijke avond. Wij zaten akelig bij grinnekenden jodinnen dat erg afleidde. De symphonie is vreemd en grillig, tenminste bij het eerste horen. Over de uitvoering was Mahler zelf ook niet tevreden, hij was zeer gedeprimeerd en voelde wat het betekende om de wereld 'abhanden' gekomen te zijn. Toen Diepenbrock en De Booy vrijdags om 30 twee uur bij het huis van Mengelberg in de Van Eeghenstraat, waar Mahler logeerde, arriveerden was hij ongenaakbaar en gaf blijk niet veel zin in de wandeling te hebben. Diepenbrock kon zich niet op Mengelberg beroepen want die was niet aanwezig, maar het lukte hem toch om Mahler over te halen mee te gaan. De Booy stelde voor om met de sinds kort geëlektrificeerde lijn 2 te gaan en op de N.Z.-Voorburgwal, aan de achterkant van het Rijksmuseum en hij zag door Rembrandt paleis, uit te stappen. Via de Cornelis uitgebeeld dat, wat hij in muziek tot Schuytstraat liepen ze naar de tramhalte aan de uitdrukking bracht: de boodschap van licht en Willemsparkweg. Ik verzoek u in gedachten duisternis. Bij zijn derde bezoek aan met hen mee te gaan; zo'n ritje kostte u drie Amsterdam in 1906, het jaar dat Rembrandts plakken. Dat was één plak meer dan een rit uit geboortedag werd herdacht, gaf hij aan een arbeidersbuurt. Een plak was destijds een Diepenbrock te kennen dat hij graag het bronzen munt en had een waarde van twee en woonhuis van Rembrandt wilde bezoeken. een halve cent. Ongetwijfeld heeft hij het boek: "Die De tram kruiste -zoals nu nog- de Van Urkunden über Rembrandt" in zijn bezit Baerlestraat, kwam langs het Stedelijk museum, gehad dat in het voorjaar van 1906 in ging voor het Rijksmuseum linksaf de Duitsland en Oostenrijk werd uitgegeven. Hobbemastraat in, over het Leidseplein en de Diepenbrock besprak dit verzoek met De Leidsestraat en nogmaals linksaf over het Booy, de administrateur van het Koningsplein de N.Z. Voorburgwal op. Bij de Concertgebouw, die het doorgaf aan het achterkant van het paleis stapten we uit en via de Damstraat staken we diagonaal de Dam en dat hij tijdens de treinreis vanaf Wenen over richting Damrak. Mahler had weinig oog grotendeels had gelezen, ook in zo'n voor het grote grijze gebouw dat als paleis bouwvallige toestand verkeerde. Diepenbrock werd gebruikt en het standbeeld van Naatje, en De Booy moesten hem het antwoord dat midden op het plein stond en de glorie van schuldig blijven en hem mededelen dat zij niet de tiendaagse veldtocht van 1831 wisten waar het geboortehuis van Multatuli symboliseerde. Tussen dat soort gebouwen en zich bevond. Toen we bij Van Laar arriveerden standbeelden verkeerde hij in Wenen dagelijks. was het bestuur van het Concertgebouw reeds Dat de Oude Beurs van Zocher, gebouwd in aanwezig; wij namen afscheid. de stijl van een Griekse tempel, werd Ik heb later horen vertellen dat Mahler tijdens afgebroken en dat vond hij een zegen. "Es ist het aperitief zijn ongenoegen uitte over het feit Schande dass in einem Tempel Handel dat men het woonhuis van Rembrandt zo had getrieben würde. Jezus war in der Zeit valikant laten verwaarlozen. Zo ga je toch niet met je dagegen"." verkondigde hij. Daarentegen stak kunstenaars om, meende hij. Diepenbroek hij de loftrompet over de Nieuwe Beurs van antwoordde dat de stad Amsterdam Berlage, die voldeed aan de eisen van de vergevorderde plannen had om het huis te Wiener Sezession. Een functioneel gebouw kopen en dat op 16 juli aanstaande gemetseld met licht rode bakstenen, zonder Rembrandts 300e geboortedag op luisterrijke frutsels en fratsen uit voorbije tijden. Tegenover de achterkant van de Nieuwe Beurs wandelden we door de Papenbrugsteeg en gingen linksaf de Warmoesstraat in en tegenover het Biblehotel, waar thans de Effectenbeurs staat, bereikten we het Oudekerksplein. De Booy wees Mahler erop dat in de kerk de geest wel willig was, maar buiten de kerk de zwakheid van het vlees 31 hoogtij vierde. Mahler reageerde niet op het grapje. Zwijgend vervolgden we onze weg door de St. Annenstraat en de Monnikenstraat naar de Nieuwmarkt. Tegenover het kruidenhuis van Jacob Hooij, die adverteerde met: "Zwarte balletjes om te snoepen en pillen om te poepen", gingen we rechtsaf de St. Antoniesbreestraat in en liepen tot aan de St. wijze in de schouwburg zou worden gevierd. Anthoniessluis. Daar tegenover stond het huis Als lid van het feestcomité kon hij in van Rembrandt dat in 1907 eigendom werd vertrouwen zeggen dat aan Willem Mengelberg van de Stichting Rembrandthuis en in de loop een compositieopdracht ter ere van Rembrandt der jaren gerestaureerd werd zoals het nu is en was verleend. Mahler bleef narrig en vond dat dienst doet als museum. de Nederlanders zich ook zo ongeïnteresseerd Mahler bleef enige tijd voor dit (toen vanwege gedroegen t.o.v. Multatuli; men wist niet eens bouwvalligheid) gesloten huis staan, bekeek de waar zijn geboortehuis stond. Toen een van de kapotte vensters, schudde zijn hoofd, nam zijn bestuursleden opmerkte dat meneer Douwes hoed af en mompelde: "Durch diese Fenster Dekker de Nederlandse belangen in Indië solI der Rembrandt also gekuckt haben?" slecht had gediend, stoof Mahler op en zei: Zwijgend vervolgden we onze weg via de "Es würde für mich eine gröf3ere Ehre sein mit Raamgracht, Kloveniersburgwal, Nieuwe diesem Douwes Dekker an einem Tisch zu Doelenstraat, Sophiaplein (nu Muntplein) naar sitzen, als mit Philistern." (Droogstoppels.) de Kalverstraat. Onderweg informeerde Het betreffende bestuurslid lachte als een 'boer Mahler of het geboortehuis van Multatuli, van met kiespijn' en de anderen deden of ze niets wie de Max Havelaar in het Duits vertaald was hadden gehoord. Het licht wilde bij Mahler nog niet opgaan; hij was "der Welt ab handen Begin 1906 was hij druk doende met het orkest gekommen" . de Vijfde, de Kindertotenlieder en das Klagende Lied voor te bereiden. Mahler, die Willem Mengelberg vanaf 6 maart bij hem thuis logeerde, zou deze Mengelberg had de compositieopdracht werken de 8e en de 10e komen dirigeren .. geaccepteerd in een periode dat hij nog steeds Nadat Mahler op maandag 12 maart weer naar bezig was de gevolgen van het Wenen was vertrokken, voerde Mengelberg 'Concertgebouwconflict' te verwerken. Het zelf de Vijfde nog zes maal achter elkaar uit in conflict dat in 1900 was ontstaan, eindigde in Rotterdam, Den Haag, Arnhem, Haarlem en 1904 na het ontslag van de directeur­ nog tweemaal in het Concertgebouw. administrateur van het Concertgebouw, Willem Overladen met al deze kwesties en geheel Hutschenruyter, concertmeester André Spoor 'vermahlerd' trok hij zich van 14 tot 30 juni en veertien orkestleden. Door zijn eigenzinnig terug in het hotel 'Bella Stella' te Zandvoort optreden in dit conflict waren vriendschappen om zijn compositieopdracht, inzake de bekoeld, verkeerde zijn huwelijk in een herdenking van de 300e geboortedag van crisissfeer, kostte het opvullen van vacatures Rembrandt, te volbrengen. De tijd drong want hem veel inspanning en was de sfeer in het op 16 juli moest de uitvoering van zijn orkest om te snijden. Een volgende aanslag op compositie, tijdens een toverlantaarnprojectie zijn zenuwgestel deed zich voor toen in 1905 van een aantal etsen van Rembrandt in de het Haags Concertcomité Diligentia te kennen Amsterdamse Schouwburg plaatsvinden. gaf het contract met het Concertgebouworkest De volgorde van de te projecteren 12 etsen te willen verbreken ten gunste van het juist werd door Jan Veth, de bekende Amsterdamse opgerichte Residentie-orkest. Van dit orkest was schilder, tekenaar en kunstcriticus, André Spoor de concertmeester en er hadden samengesteld en de duur van de compositie verschillende ontslagen concertgebouworkest­ mocht van Alberdingk Thijm, de voorzitter leden een plaats gevonden. De verbreking van van het 'Uitvoerend comité der Rembrandt­ 32 het contract gaf de ontslagen leden van het commissie', slechts 12 minuten duren. Beide Concertgebouworkest veel genoegdoening, beperkingen waren voor het karakter van maar het was voor Mengelberg een klap in zijn Mengelberg min of meer onaanvaardbaar. Uit gezicht. de 70 bijbelse etsen die Rembrandt produceerde maakte hij, wel in overleg met Jan bestaat uit wezens van vlees en bloed. Een Veth, een keuze van negentien etsen waarvan jongetje met pijl en boog, die door Abraham vijf uit het O.T. en veertien uit het N.T. Etsen bij een dienstmaagd was verwekt, voegt hij aan die te maken hebben met duisternis en licht, het gezelschap toe om daarmee te bewijzen dat verwachting en vervulling, geloof en de kinderloosheid niet aan Abraham ligt. werkelijkheid, onderdrukking en bevrijding, God zei tegen Abraham: "Abraham ik zeg je vergeven en vergeving, geven en nemen, dood dat Sara binnen een jaar een zoon zal baren die en opstanding. je Isaäk moet noemen". Sara, die Rembrandt in De 15e juni schreef hij aan Diepenbrock: "Wat de donkere ruimte, de keuken, plaatste lacht er van wordt weet ik nog niet en bij het 400- schamper, maar Abraham gelooft in de jarig bestaan schrijf jij maar muziek bij etsen. vervulling van de toezegging van God. God, Ik neem dan de cantate of slotapotheose voor de engelen en de mensen die Rembrandt etste mijn rekening ... ! Dan weet een mensch waren zijn buurtgenoten, zoals ik die ook tenminste wat hij schrijven moet...! Maar zoals gezien heb. Abraham met een baard en ietwat gewoonlijk: het werk kwam op tijd klaar, maar gebogen houding behoorde tot de ouderen van het duurde wel 24 minuten. Blijkbaar zijn de de buurt, die geraadpleegd werden bij kwesties, volgorde en tijdsduur door het organiserend of bij de verzorging van de choppe of levaja. comité geaccepteerd. Na de uitvoering onder Ze kregen daarvoor wat geld toegestopt., want zijn leiding schreef de recensent van het de AOW moest nog uitgevonden worden. Nieuws van den Dag: De overschoone, religieuze en Ook hielden ze toezicht bij het 'chomets ~e!svolle mu~ek van Willem Mengelbefl!, verbond de battelen' en dat deden ze ook niet voor 'koef tcifereelen en deed het oor hooren wat het oog zag. noen'. In God zie ik - 'oenberoefen, unbeschrieën' - Maup Caransa, de grootgrondbezitter van de Beschrijving van de etsen Jodenbuurt, zoals hij voldaan en breeduit op (voor afbeeldingen zie het voorgaande artikel het terras bij Schiller zat. Van de twee engelen van Frits Zwart) liepen er velen in de buurt rond. Ze hielpen bij 33 de opbouw van de marktkramen, zoals cheffie ETS 1. ABRAHAM KRIJGT BEZOEK van de koning der marktventers professor Deze ets werd door Rembrandt in 1656 Kokadorus, die hier aan de overkant op nr. 69 gemaakt,het jaar waarin hij insolvent werd woonde en aan Mengelberg bretels leverde. verklaard. Mogelijk dat zijn uitzichtloze situatie (zie aflevering no. 65 van Mezt.) Zij hielpen de aanleiding is geweest voor deze ets. Abraham karretjes over de sluis trekken en werden de verkeerde ook in een uitzichtloze situatie. Hij 'Kargadoors' genoemd. Ze bezorgden en en zijn vrouw Sara waren beiden op zeer hoge deden boodschappen. Kortom ze deden alles, leeftijd en niet meer tot het verwekken van zoals echte engelen dat doen. kinderen in staat, terwijl God hem had beloofd dat zijn nageslacht ontelbaar zou zijn en ETS 2. GOD STELT HET GELOOF VAN bijzondere mensen zou voortbrengen. Op het ABRAHAM OP DE PROEF heetst van de dag zat Abraham in de Abraham kreeg van God opdracht om zijn tentopening hierover te denken en geraakte zoon Isaäk aan Hem te offeren. Deze ets werd steeds even onder zeil. Hij sloeg zijn ogen op door Rembrandt in 1655 gemaakt, het jaar dat en zag God en twee engelen voor zijn tent hij zijn bankroet probeert te voorkomen door staan. waardevolle bezittingen te Rembrandt schetst deze situatie voor de verkopen. Rembrandt etste Abraham op het ingang van een huis en plaatst God tegen een moment dat hij zijn offer wilde volbrengen, donkere achtergrond. Abraham schetst hij als maar dat een engel zijn hand greep om dat te oude man met baard en kaal hoofd, in zijn voorkomen; als dank offerde Abraham een hand een Oudhollandse wijnkan, waaruit hij de ram. Om dit te gedenken blazen de joden met drie bezoekers wijn heeft geschonken Rosj Hasjana de Sjofar. Rembrandt laat hierdoor zien, dat het bezoek ETS 3 .. MORDECHAI WORDT benen kon staan. De man vroeg aan Petrus en BELOOND Johannes om een aalmoes, maar Petrus zegt: Deze ets werd door Rembrandt in 1641 Wij hebben geen aalmoezen, maar ik zeg u gemaakt, het jaar dat zijn vrouw Saskia het "Sta op en wandel!" De man stond op en leven schonk aan zijn zoon Titus. De toekomst wandelde. zag er toen zonnig uit, er was geen wolkje aan de lucht. Ook voor het joodse volk niet, dat ETS 5. DE BLINDE TOBIT door handige diplomatie van Mordechai van Deze ets is door Rembrandt in 1651 gemaakt, een dreigende holocaust werd gered. het jaar dat hij Geertje Dircx in een gesticht Rembrandt etste Mordechai, de leider van het laat opsluiten om zo aan zijn verplichtingen verzet van de joden tegen de Perzische jegens haar te ontkomen. Rembrandt is overheerser, als hij triomferend de burcht van verblind door haat en ziet niet dat velen door koning Ahasveros verlaat. Deze redding wordt deze immorele daad niets meer met hem te elk jaar met het Poeriemfeest herdacht en is maken willen hebben. Zelfs zijn invloedrijke door gebeurtenissen tussen de jaren 1940-1945 vriend mr. Jan Six, één van de burgemeesters een actueel verhaal geworden. van Amsterdam, verstootte hem. . Rembrandt etste een blinde Tobit die zijn ETS 4. PETRUS EN JOHANNES AAN DE zoon tegemoet snelt in de hoop dat die het POORT VAN DE TEMPEL. middel heeft om hem weer ziende te maken. Deze ets is door Rembrandt in 1659, een jaar Als bewijs dat Tobit niets kan zien etst nadat zijn huis was verkocht, gemaakt. Omdat Rembrandthet omver gelopen spinnewiel. Rembrandt financieel geen been had om op te staan, mocht hij als gunst tot 1660 in het huis ETS 6:. DAVlD BIDT GOD OM ZIJN blijven wonen. ZIEKE ZOON TE GENEZEN Rembrandt etst, aan de ingang van de tempel, Deze ets werd door Rembrandt in 1651 een bedelende man die niet op zijn eigen gemaakt, het jaar dat zijn zoon Titus ziek was. 34

Ets 15 Rembrandt etste een biddende man met de spraken in die tijd niet met Samaritanen, zoals harp naast zich op de grond; om te bewijzen zij er nu ook nog moeite mee hebben. Jezus dat deze man Koning David is. Rembrandts vraagt naar haar man en de vrouw antwoordt: zoon werd genezen, die van David sterft. "Ik heb geen man". Jezus zegt: "Dat weet ik, je hebt er al vijf gehad en de man waar je nu mee ETS 7: JEZUS WORDT IN DE TEMPEL samen woont, is ook je man niet." Nergens in GETOOND, SIMEON ZINGT ZIJN dat verhaal, dat door Johannes LOFLIED werd geschreven, staat dat Jezus die vrouw Rembrandt maakte deze ets in 1639 in de veroordeelde. glorietijd van zijn leven. Hij kocht zijn huis op de St. Anthoniesdijk, het huis waar wij ons ETS 11: JEZUS IN DE HOF VAN bevinden. GETHSEMANE Rembrandt etste Jozef en Maria die Jezus in de Deze ets werd door Rembrandt gemaakt in tempel aan God opdroegen. De oude Simeon, 1657, het jaar dat zijn inboedel werd geveild. aan wie beloofd was dat hij Gods zoon nog Rembrandt etste Jezus, in duisternis gehuld, voor zijn dood zou zien, houdt het kind in de biddend tot God: "Mijn Vader, indien het armen en looft God voor de vervulling van de mogelijk is, laat deze beker mij voorbij gaan." belofte. Jezus moest de beker drinken en Rembrandt de zijne. ETS 8: JEZUS EN DE SCHRIFTGELEERDEN ETS 12. JEZUS WEKT LAZARUS OP UIT Deze ets maakte Rembrandt in 1654, het jaar DE DOOD waarin Hendrickje Stoffels door de kerkenraad Deze ets werd door Rembrandt in 1655 a.d.h. van de bijbel ter verantwoording wordt gemaakt, het jaar van zijn opgang als geroepen en bedreigd. portretschilder met als hoogtepunt de Rembrandt etste Jezus als twaalfjarige jongen "Anatomische les van dr. Nicolaas Tulp". die de Schriftgeleerden verbaasde over zijn Rembrandt etste Lazarus in het volle licht. Het 35 verstand en kennis van de schrift. licht dat uit duisternis wordt geboren.

ETS 9. JEZUS TREKT PREDIKEND ETS 13: JEZUS WORDT AAN HET VOLK ROND GETOOND Deze ets werd door Rembrandt in 1652 Deze ets werd door Rembrandt in 1656 gemaakt, het jaar waarin enkele schuldeisers gemaakt, het jaar van zijn naderende Rembrandt in de gelegenheid stelden hen te faillissement. Rembrandt etste Jezus, staande portretteren ter delging van zijn schulden. voor het volk, gehoond, geslagen en gekroond Rembrandt etste Jezus die de wet van de liefde met doornen. Ecce homo! verkondigde en o.a. zegt: "Hebt uw vijanden lief, wees goed voor ze en leen zonder iets ETS 14: JEZUS EN DE terug te verwachten". EMMAUSGANGERS Deze ets werd door Rembrandt in 1654 ETS 10: JEZUS EN DE SAMARITAANSE gemaakt, het jaar dat uit de samenleving met VROUW Hendrickje Stoffels een dochter Cornelia Deze ets werd door Rembrandt gemaakt in de wordt geboren. Rembrandt etste Jezus in het tijd dat men schande sprak over zijn middel van twee mannen bij wie een licht samenleving met Hendrickje Stoffels. De opgaat! kerkenraad veroordeelde haar in het openbaar als de vrouw: "Die hoererij bedreef met de ETS 15: JEZUS WORDT GEKRUISIGD. schilder Rembrandt". Rembrandt etst Jezus en Deze ets wordt in het jaar 1653 gemaakt, een de vrouw bij een waterput, hij knoopt een duister jaar waarin maar twee werken van zijn gesprek met haar aan en hij vraagt haar te hand verschenen. Eén schilderij van Homerus drinken. Dit was heel ongewoon, want joden en deze ets, ook wel 'De drie kruisen' genoemd. Rembrandt etste Jezus, stervend aan ob oe d'amore het licht betast; andere het kruis in een fel licht dat zich scheidt van de instrumenten volgen totdat ineens het volle duisternis. Een nieuwe tijd brak aan die Nieuw licht doorbreekt, om in duisternis onder te Testamentisch ging heten. gaan en daarna weer op te komen. Hoor, hoe de "oorspronkelijke melodie" wordt ingeleid ETS 16: JEZUS WORDT VAN HET KRUIS en zich door het hele werk voortplant. Het GENOMEN. werk eindigt met tremolo's van glinsterend Deze ets werd door Rembrandt in 1654 &~ n gemaakt, het jaar van de geboorte van zijn dochter Cornelia. Rembrandt etste een verlicht Johan Krediet kruis.

ETS 17: DE TERUGKEER VAN DE VERLOREN ZOON Deze ets werd door Rembrandt in 1636 gemaakt, het jaar dat zijn eerste zoon Rombartus sterft. Rembrandt etst een vader die zijn verloren gewaande zoon omarmt.

ETS 18: JEZUS GENEEST DE ZIEKEN. Deze ets werd door Rembrandt gemaakt gedurende zijn relatie met Geertje Dircx. Dit is de beroemde Honderdguldenprent, waarbij Jezus zegt:"Vele eersten zullen de laatsten zijn, maar vele laatsten de eersten."

36 ETS 19: HET STERFBED VAN MARIA. Deze ets maakte Rembrandt in het jaar 1639, het jaar dat hij dit huis kocht, als hij financieel nog op rozen zit, maar zijn moeder stervende is. Rembrandt etste de stervende Maria in een praalbed.

Conclusies REMBRANDT heeft met zijn etsnaald in 70 bijbelse etsen, vooral die hij in zijn moeilijke jaren maakte, laten zien dat licht het duister overwint en dat licht leven is. Rembrandt stierf in duisternis, maar leeft nog steeds in zijn werken!

MAHLER laat in zijn muziek horen dat licht het duister overwint en verkondigde: Sterben wird' ich urn zu leb en.

MENGELBERG heeft na zijn moeilijke jaren die boodschap van Rembrandt en Mahler begrepen en in 1906 in zijn "Improvisaties op een oorspronkelijke melodie" verwerkt. Hoort, hoe in het begin van de compositie een Dirigenten rond Mengelberg

THEO VAN DER BIJL: EVEN GOED OVERWEG MET 'ROME' ALS MET 'DORDT'

Theo van der Bijl werd in 1886 te Nieuwer-Amstel geboren. Als koorknaap van de Sint Urbanuskerk in Bovenkerk, gebouwd door Ed. Cuypers, maakte hij kennis met de rooms-katholieke kerkmuziek. Graag had hij musicus willen worden, maar zijn ou­ ders vonden het beter dat hij een vak ging leren waarmee hij een vast inkomen zou kunnen verwerven: onderwijzer.

Zo kwam hij op de Bisschoppelijke Concertgebouworkest. Het succes van Theo Kweekschool in Hoorn terecht, waar hij met van der Bijl als oratoriumdirigent had hij zijn medeleerlingen een koortje vormde. Na vooral te danken aan het feit dat hij een zijn examen als onderwijzer werd hij pedagoog was. Zijn omgang met mensen en aangesteld op de school voor lager 37 onderwijs aan de Pieter de Hoochstraat te Amsterdam. Om zijn belangstelling voor muziek te verbreden ging hij bij Hubert Cuypers harmonieleer en contrapunt studeren, terwijl hij zich aan de School van Vocale en Dramatische Kunst van Cato Esser in de zangkunst bekwaamde.

In 1910 werd hij benoemd als dirigent van 'Cantate Deo Canticum Novum' het kerkkoor van de r.-k. St. Willibrorduskerk te Amsterdam. Daarna volgde zijn benoeming tot dirigent van de 'Rooms Katholieke Oratorium Vereniging' - die na de oorlog het 'R.-K. Hoofdstadkoor' ging heten- en in 1948 werd hij dirigent van de Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging 'Excelsior' te Amsterdam. Theo van der Bijl werd een bekende figuur in het Amsterdamse muziekleven, vooral door de uitvoeringen van oratoria in het Amsterdamse Concertgebouw begeleiding van het vooral met de jeugd hield hem bij de tijd en onderwijzer was het ifjn trots, dat Mengelberg hem fris. Bovendien leverde de school hem verscheidene malen uitnodigde om een Volksconcert van zangertjes voor zijn kerkkoor en toekomstige het Concertgebouworkest te leiden. Op een van die zangers voor zijn oratoriumkoren. concerten gaf hij de eerste uitvoen'ng in ons land van de toen pas ontdekte vijfde !Jmfonie van S chubert, die Bij zijn overlijden op 17 november 1971 sedertdien een repertoirestuk is geworden. Dat hij niet schreef Wouter Paap in het maandblad 'Mens voor een kleintje vervaard was, bleek uit het feit, dat hij en Melodie' - jaargang XXVII - januari 1972 zowel Tjaikovskis Ouverture 1812 als de Nocturnes een 'Memoriam Theo van Bijl'. van Debus!J op het programma plaatste. Gedurende 42jaar heeft Van der Bijl in de St. In dejaren dertig richtte hij met een aantaljonge musici Willibrorduskerk van de liturgie een luisterrIJke het Amsterdamsche Bach-orkest op, waarmee hij niet gebeurtenis gemaakt. Veel Amsterdammers gingen alleen werken van ].S. Bach vertolkte, maar ook een daar naar de kerk omdat er Zo prachtig werd gezongen. groot aantal kamerorkeststukken, die voor die tijd Klassieke polYfonie was er in overoloed te beluisteren en gloednieuw waren: van Strawinslry, Hindemith, 38 er werden speciale kerkmuife!ifeesten gehouden, waar Bartók, Migot, Badings en anderen. men een compleet ove'iJcht kreeg van de geschiedenis Toen hij ifch uit de praktische mUif'ekbeoefening had der meerstemmige kerkmuifek, tot Diepenbrock, teruggetrokken, bleef hij het muifekleven nog velejaren Hrydt en Hendrik Andriessen toe. Maar ook aan het op de voet volgen; altiJd nieuwsgierig naar nieuwe gregoriaans werd zorgvuldig aandacht besteed partituren, die hij nauwlettend bestudeerde; altijd het Duizenden hebben in de Willibrordus hun eerste gesprek met jongere collega's waard. muifkale indrukken ontvangen. Als oratoriumdirigent is Theo van der Bijl tot op hoge Zoals Wouter Paap schreef was de relatie leeftijd werkzaam gebleven. Hij had twee grote koren: tussen Mengelberg en Van der Bijl goed. het r.-k. Hoofdstadkoor en de Kon. Christelijke Mengelberg, in een joviale bui, beloofde Van Oratoriumvereniging 'Excelsior'. Het was in die tijd der Bijl zijn Te Deum nog eens uit te voeren en iets ongehoords, dat een rooms dirigent tevens een Van der Bijl schreef in het dagblad De Tijd protestants koor onder ifjn leiding had, maar Van der plezierige recensies over de concerten die Bijl kon met 'Rome' even goed overweg als met 'Dordt'. Mengelberg dirigeerde. Een hoogtepunt in ifjn oratoriumloopbaan was de Naast het Te Deum componeerde Van der Bijl uitvoering door beide koren tezamen van Hqydns een Passie Oratorium, enkele missen, een Cantus Jahreszeiten ter gelegenheid van ifjn 70c vetjaardag. Amois, een Rapsodia Academica, een Viool- en een Theo van der Bijl heeft als oratoriumdirigent Violonce/concert en nog enkele andere vocale verscheidene nieuwe werken geïntroduceerd, onder meer werken. Van zijn hand verscheen het boekje de Missa Glakolsgqja van Leos Janácek, Jerusalem 'Toonschilderingen in de Matthäus Passion'. van Kurt Thomas, St. Agnece van Ucinio Revice, alsmede eigen composities als: Lumen Christi, een Gebaren Passie en een Te Deum. Beide dirigenten waren klein van stuk. Het welslagen van Van der Bijls oraton'umuitvoeringen Mengelberg dirigeerde met kleine gebaren, was vooral te danken aan het feit dat hij het koor even maar Van der Bijl maakte grote bewegingen. goed in de hand had als het orkest. Alsjong Dit had tot gevolg dat de orkestleden hem kwam in 1924 o.l.v. Cuypers' kleinzoon, Pierre, noemden: 'Theo met de bijl'. gereed. Na het overlijden van Tilly Mengelberg-Wubbe in 1943 te Luzern werd in Voor onze Amsterdamse leden: deze kerk een requiemmis tot haar zijn koor 'Cantate Dominum Canticum nagedachtenis gecelebreerd. Novum' was verbonden aan de 'Sint De kerk stond op de hoek van de Willibrorduskerk buiten de veste'. Na het Ceintuurbaan en Amsteldijk bij de Nieuwe herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Amstelbrug te triomferen, maar is helaas in 1853 werden er plannen gemaakt voor de 1970 afgebroken vanwege de afbrokkeling van bouw van een groot godshuis, waarvoor grond het metselwerk Regelmatig kwamen er werd aangekocht op de plek, waar de brokken steen naar beneden, de kerk werd een tegenwoordige Ceintuurbaan bij de Amsteldijk gevaar voor de gelovigen. Fundamenteel was begint, een toen nog volkomen landelijk gebied de kerk ook niet op rotsgrond gebouwd, en inderdaad gelegen 'buiten de oude veste'. waardoor de torens aan beide zijden van de Het is inderdaad de grootste r.-k. kerk van ingang -die hoger hadden moeten worden dan Amsterdam geworden in neogotische stijl de toren van de hervormde Westerkerk- niet gebouwd door P.J.H. Cuypers, In 1871 ging de gebouwd konden worden. De kerk werd in eerste paal in de grond en in 1899, een jaar 1970 afgebroken en er kwam een voor de grootse huwelijksvoltrekking van verzorgingshuis van de remonstrantse Willem Mengelberg en Tilly Wubbe in deze Stichting Thabita voor in de plaats. kerk, was de kerk grotendeels klaar. De koepel

39 De St.Willibrordus was niet alleen de grootste r.-k. kerk, maar gaf ook onderdak aan het grootste kerkorgel van Amsterdam. De bekende organist Jan Nieland wijdde het orgel op 7 november 1923 in en gaf regelmatig orgelconcerten die druk werden bezocht. Muziekliefhebbers bezochten deze concerten graag want er werd geen entreeprijs geheven, maar men werd wel uitgenodigd de offerblokken te gedenken. Voor onze Haarlemse leden: sinds 1970 klinkt dit orgel in de kathedrale basiliek St. Bavo te Haarlem. ~

Concerten van Theo van der Bijl met het Concertgebouworkest volgens de Kroniek van het Concertgebouw:

1919-1920 Concert met r.-k. Oratorium Vereniging 1922-1923 'Passio Domini Nostri Christi Secundum Matthaum' van Theo van der Bijl met r.-k.Oratorium Vereniging 1923-1924 Vierdaags muziekfeest in de RAl met r.-k. Oratorium Vereniging 1929-1930 'Vioolconcert' van Theo vd Bijl met solist A. Schmuller 1931-1932 'Missa Glakolsgaja' van L. J anacek. met r.-k. Oratorium Vereniging 1932-1933 'Pater Noster' van]. Cartan met r.-k. Oratorium Vereniging 40 1936-1937 'Rapsodia Academica' van Theo van der Bijl 1938-1939 'Cantus Amois' van Theo van der Bijl met r.-k. Oratorium Vereniging

Alsjong ondenvijzer was het iijn trots) dat Mengelberg hem verscheidene malen uitnodigde om een Volksconcert van het Concertgebouworkest te leiden.