Eilanden natuurlijk Eilanden natuurlijk

Natuurlijke ontwikkeling en veerkracht op de Waddeneilanden

Spiekeroog | foto: © Marion Bilius 2 Eilanden natuurlijk Inhoudsopgave

Voorwoord 7

Inleiding 11

De ontstaansgeschiedenis van de Waddeneilanden 19

Een natuurlijk Waddeneiland 27

Onze eilanden nader bekeken 49

Een nieuwe benadering 77

Voordelen voor kustbeheer en natuurbeleid 87

Nawoord 93

Strand van | foto: © Klaas4 Huizenga Eilanden natuurlijk 5 Voorwoord

De mogelijke effecten van versnelde zeespiegelrijzing natuurlijke dynamiek ten behoeve van ecologische op de veiligheid van de Nederlandse kust staan in het verjonging. Eventuele consequenties van een versnelde centrum van de belangstelling. Lange tijd hebben wij, zeespiegelrijzing dienden in de beschouwingen Nederlanders, kustbescherming vereenzelvigd met de meegenomen te worden. Er zijn inmiddels diverse aanleg van ‘harde’ dijken van basalt of klei of met het ecologische en geomorfologische verkenningen en kunstmatig aaneen laten stuiven van hoge zanddijken, achtergrondstudies uitgevoerd. De resultaten van de zogenaamde stuifdijken. Hierdoor zijn langs de deze studies willen we graag met u delen door deze hele Nederlandse kust, ook op de Waddeneilanden, te presenteren in dit boek. Doelgroepen van het de duinen sterk gefixeerd geraakt en zijn de kwelders boek zijn: beleids- en beheersinstanties, de bredere verstard. Veel karakteristieke dier- en plantensoorten onderzoekswereld en de geïnteresseerde bewoners en van de duinen en de overgang naar het komen bezoekers van de eilanden. geleidelijk in de verdrukking. De schrijvers en leden van het expertteam willen u, na Toch is het beheer van de kust de laatste decennia wel een verhaal over het ontstaan van de Waddeneilanden, veranderd. Het bekende ‘Helm planten en schermen meenemen in een reconstructie van een zogenaamd plaatsen’ heeft plaats gemaakt voor ‘zand opbrengen modeleiland. Vervolgens zullen ze u begeleiden tijdens op het strand of de vooroever’. Sleephopperzuigers aan een zoektocht naar nog herkenbare elementen van de horizon die vlak voor de kust zand suppleren zijn een dit modeleiland op de huidige Waddeneilanden. Het bekend beeld geworden. De beheermethode van zand boek bevat geen nadere uitwerking en lokalisatie suppleren sluit veel beter aan op de natuurlijke werking van concrete maatregelen maar geeft daarvoor wel van wind en water. Maar het is de vraag welke aanpak een handreiking. De daadwerkelijke uitwerking dient wenselijk is om op langere termijn veiligheidsproblemen desgewenst plaats te vinden in een vervolgtraject, en bij zeespiegelrijzing en problemen van ecologische wel in nauw overleg met verantwoordelijke beleids- en veroudering het hoofd te kunnen bieden. beheersinstanties en bevolking. Om deze problematiek in beeld te brengen, heeft het Het boek biedt hopelijk nieuwe inzichten voor een uit natuurbeschermingsorganisaties en onderzoeks- duurzaam beheer van de eilanden. Een beheer dat instellingen bestaande samenwerkingsverband ‘Het gebruik maakt van de kracht van het getij, de wind en Tij Geleerd’ in september 2005 een expertteam het zand, om de eilanden en de prachtige landschappen ‘Droge Wad’ ingesteld, met geomorfologen en te behouden. Veel plezier met lezen! ecologen. Doel hiervan was om tot nadere inzichten te komen over de wijze waarop een meer duurzame veiligheid voor eilandbewoners en –bezoekers gepaard April 2008, zou kunnen gaan met handhaving c.q. herstel van Expertteam Droge Wad (Het Tij Geleerd)

Rottum | foto: © Rob de Wind, KINA 6 Eilanden natuurlijk Voorwoord 7 Inleiding

Strand Schiermonnikoog Badweg | foto: ©8 Klaas Huizenga Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 9 Eilanden van mensen en natuur omstreeks halverwege de vorige eeuw gestopt. De Waddeneilanden hebben een speciaal plekje in het Alleen op de meest oostelijke punten van hart van velen. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats en Schiermonnikoog, waar geen gesloten stuifdijken voor de eilandbewoners zelf. Zij voelen zich één met het voorkomen, vindt nog enige nieuwvorming van duintjes eiland, ze blijven er wonen of keren er terug zodra de plaats. kans zich voordoet. Het geldt ook voor de vele mensen die de eilanden bezoeken in hun vrije tijd. Vaak hebben Dynamiek en successie op de eilanden ze een favoriet eiland en koesteren ze de herinneringen Veranderingen horen bij de Waddeneilanden. Wind aan de vakanties die ze er hebben doorgebracht. en zee maken ze tot zeer dynamisch gebieden, Sommige toeristen konden zelfs geen eind aan hun waarin opbouw en afbraak elkaar van nature vakantie maken en hebben zich definitief op de eilanden voortdurend afwisselen, nu eens hier en dan weer gevestigd om er te wonen en te werken. Ook zijn er daar. Van oudsher heeft de wind een grote invloed natuurliefhebbers die steeds weer voor het uitoefenen op de landschapsvorming langs de kust. De duinen van hun hobby naar de eilanden komen. hebben er hun bestaan aan te danken. Verder Al deze mensen delen hun enthousiasme over de legt deze sterke dynamiek de basis voor de meest schoonheid van de eilandnatuur. Sommigen refereren karakteristieke levensgemeenschappen en soorten van daarbij aan de vele vogelsoorten die ze tegenkomen, de Waddeneilanden. Dit zijn de jonge en voedselarme anderen aan de bijzondere plantensoorten in levensgemeenschappen van kale of schaars begroeide Vergrassing van duin en de duinvalleien, of de beschermde vlinders, stranden, duinen, duinvalleien en kwelders. kwelder | foto: © Miriam ten Haaf rugstreeppadden of zandhagedissen. Anderen roemen de stranden om uit te waaien, de Cranberry’s om jam van te maken, of gewoon de ruimte, het licht, de geuren, kleuren en uitgestrektheid van de gebieden.

De kleuren veranderen Wie de eilandnatuur goed kent, kan zien dat er veel verandert. Vroeger overheerste het wit van het zand, het grijsgroen van karig met grassen, mossen en korstmossen begroeide droge duinen en de fel gekleurde spikkels van bloeiende kruiden. Deze kleuren Waddeneilanden - hoogte (cm) hebben plaatsgemaakt voor een overheersend geel < - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 van de dode punten van het hoge gras dat steeds -99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 meer is gaan overheersen. Op de kwelders is de -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 kleurenpracht in de nazomer de laatste twee decennia snel afgenomen. Het gras Strandkweek neemt de plek over van diverse bloeiende planten als de kwelder hoger wordt en veroudert. Verder is de duinontwikkeling op de oostelijke zandplaten van en Schiermonnikoog sinds de aanleg van de stuifdijken

10 Eilanden natuurlijk Inleiding 11 successie begon dan opnieuw en er was weer plek voor Menselijke invloeden Steile zandkliffen en het de karakteristieke flora en fauna van de eilanden. Maar De afgelopen eeuw heeft de mens op de Waddeneilan- loopduin van Råbjerg Mile in door menselijke ingrepen zijn de eilanden steeds meer den een aantal ingrijpende veranderingen veroorzaakt, Noord-Denemarken | gefixeerd geraakt. De oppervlakte aan jonge landschap- die hebben geleid tot de vermindering van dynamiek in foto: © Evert Jan Lammerts pen is sterk afgenomen en de oudere ontwikkelingssta- het landschap: dia zoals duinen en kwelders met hoog gras, struweel • Al vanaf de Middeleeuwen zijn er dijken aangelegd en soms bos, gaan steeds meer overheersen. Hoewel op de Waddeneilanden. Eerst waren dat lage dijkjes steeds meer broedvogels een veilige plaats vinden in de over korte trajecten, die soms maar kort stand hiel- nieuwe struiken, zijn dit niet de karakteristieke vogels den. Vanaf ongeveer 1900 legde men de dijken veel van de duinen. De echte duinvogels hebben vooral last professioneler aan en werden ze langer, hoger en van de snelle successie. Karakteristieke soorten als de steviger. Het betrof zowel bedijkingen van voormalige Velduil, de Grauwe kiekendief en de Grauwe klauwier kwelders aan de Waddenzeezijde als de aanleg van verdwijnen van de eilanden en geleidelijk aan ook de stuifdijken langs de Noordzeezijde. De natuurlijke Blauwe kiekendief, de Tapuit en de Wulp. invloed van stromend water en stuivend zand werd beperkt door inpolderingen, bosaanleg, aanleg van De betekenis van natuurlijke bossen op duin- en kwel- slotenstelsels en het winnen van grondwater voor de dergronden moet niet onderschat worden. Toch is drinkwatervoorziening. Als gevolg hiervan werden de de ecologische betekenis van jongere ontwikkelings- duinen geleidelijk droger en nam de begroeiing toe. stadia duidelijk groter, omdat er elders in Nederland • Rond 1900 nam het directe menselijk gebruik van dui- en in West Europa nauwelijks meer ruimte is voor aan nen en kwelders af. Tot die tijd versterkte dit gebruik dynamische landschappen gebonden levensgemeen- de (weliswaar onnatuurlijke) dynamiek. Het stoppen Wulp | foto: © KINA Allerlei bijzondere soorten orchideeën, zandhagedissen, schappen. Voor de ecologie is het gewenst de balans met activiteiten als plaggensteken voor brandstofwin- libellen, vlinders, sprinkhanen, duinvogels, lepelaars, wat meer te verschuiven in de richting van de jongere ning, Helm winnen voor dakbedekking en het weiden plevieren en sterns voelen zich goed thuis in deze vaak ontwikkelingsstadia. van vee leidde tot een afname van de toen zeer grote open landschappen. Overigens is dynamische natuur niet alleen voor planten oppervlakten aan stuivende duinen. en dieren waardevol, ook de mens weet het te waarde- • Vanaf ongeveer 1950 nam de directe neerslag van Op plekken waar wind en water minder invloed hebben, ren. Ruige natuur wordt ervaren als een avontuurlijke stikstof vanuit de lucht geleidelijk toe door de inten- kunnen op lange termijn natuurlijke duinstruwelen en omgeving. Dit is bijvoorbeeld te zien op de Boschplaat, sivering van vooral de landbouw. Dit heeft geleid tot bossen ontstaan. Deze geleidelijke en continue veran- waar door het jaar heen vele tienduizenden mensen met een grotere en snellere ontwikkeling van lage duin- en dering in dezelfde richting wordt ook wel ‘natuurlijke grote inspanning trachten de eilandpunt ‘te ronden’. kwelderbegroeiingen tot hoge grasvegetaties en stru- successie’ genoemd. Successie hoort dus ook bij de Stuivende duincomplexen hebben eveneens een grote welen en zelfs tot bosontwikkeling. Omstreeks 1980 eilanden maar doet zich van nature voor op kleine op- aantrekkingskracht op toeristen. Het grootste stuifge- bereikten deze chemische neerslagen een maximum- pervlakten, vooral in de binnenduinen en lokaal op bied op de eilanden, op Terschelling ten noorden van waarde. Sindsdien hebben diverse milieumaatregelen de hoge kwelders. Overal elders op de eilanden over- Oosterend, is nog niet zo bekend. Maar in Noord- resultaat gehad en namen de concentraties stikstof heerste tot een eeuw geleden een grote dynamiek. Denemarken is het grote loopduin van Råbjerg Mile een in de neerslag af. Toch zijn de concentraties ook nu De ontwikkeling van de begroeiing werd telkens weer grote attractie, evenals de steile zandkliffen. nog aanzienlijk hoger dan in de eerste helft van de 20e teruggezet naar een jong stadium. Na een zware storm eeuw. gebeurde dit soms zelfs met grote sprongen tegelijk. De

12 Eilanden natuurlijk Inleiding 13 Bescherming op Europees niveau Opvallend is dat de mens de dynamiek van duinland- Veel levensgemeenschappen op de Waddeneilanden schappen ook kan vergroten. Hiervoor is al beschreven worden internationaal hoog gewaardeerd en zijn daar- hoe het gebruik van de duinen en kwelders tot 1900 tot om beschermd door Europese richtlijnen zoals de Vogel- enorme verstuivingen van de duinen leidde en tot verjon- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn water (KRW). De ging van de kwelders. Maar ook ijsbaantjes, soms deels Vogel- en Habitatrichtlijn zijn in Nederland opgenomen uitgegraven en/of regelmatig gemaaid, kennen vaak heel in de Nederlandse Natuurbeschermingswet. Ze zijn van rijke pionierbegroeiingen met bijzondere soorten als kracht in de daarbij ingestelde Natura2000 bescher- Oeverkruid en Draadgentiaan. Verder leidt betreding tot mingsgebieden. platgetreden paadjes en open plekken, waar gespeciali- seerde planten- en insectensoorten van profiteren. Natura2000 heeft als doelstelling ‘het behouden en herstellen van zeldzame planten en dieren en hun na- Dynamiek en kustveiligheid tuurlijke leefgebieden (de habitats)’. In Nederland zijn de Behalve de natuur, moet ook de mens beschermd Waddenzee, de Noordzeekustzone en alle duingebieden worden. Bedreigingen zoals een stijgende zeespiegel op de Waddeneilanden aangewezen als Natura2000 ge- of sterkere stormvloeden moeten zeker op de bied. Onder de bescherming vallen een aantal natuurlijke Waddeneilanden heel serieus genomen worden. Het habitats, zoals eenjarige pioniersvegetaties met Zeekraal, verdwijnen van de grootschalige dynamiek kan hierbij schorren met kweldergrasvegetatie, embryonale dui- als een nadeel gezien worden. Want dit betekent nen, ‘witte’ wandelende duinen met Helm, vastgelegde dat het zelfherstellend vermogen of de veerkracht ‘grijze’ duinen met kruidvegetaties, duinen met Kraai- van het systeem afneemt (1). Het verminderen van de heide en vochtige duinvalleien. Ook wordt een aantal natuurlijke dynamiek maakt de eilanden kwetsbaarder specifieke soorten beschermd, zoals de Groenknolorchis voor een eventueel versnelde stijging van de zeespiegel. en de Noordse woelmuis. De bescherming geldt ook Platen, slikken en kwelders kunnen ‘verdrinken' in de voor een aantal vogelsoorten, zoals de Bruine en Blauwe steeds dieper wordende Waddenzee. Het vermogen tegen te gaan. Hoewel dit lokaal en tijdelijk succes heeft, langdurig op dezelfde plek aanwezig blijven, periodiek Primaire duinvorming op de kiekendief, de Velduil en de Tapuit. Het gaat hier vooral tot meegroeien met de zee van (deels) vastgelegde kan hiermee de achteruitgang van de natuurwaarden steeds weer ergens anders op de eilanden ontstaan. Hors op | om habitats en soorten die thuishoren in relatief jonge delen van de eilanden neemt af. Dit is zorgelijk, want op de schaal van het gehele waddengebied en op de Centraal in deze nieuwe benadering staat het idee dat de foto: © Roosmarijn Haring ontwikkelingsstadia van eilandnatuur. Deze habitats zijn hoe veerkrachtiger de waddennatuur is, hoe beter zij langere termijn niet echt worden gestopt. Dat roept de natuurlijke ontwikkeling van grotere, samenhangende in het algemeen op de Waddeneilanden sterk achteruit- tegen een stootje kan. Vandaar dat er gedacht wordt vraag op hoe dat dan wel kan. Met welke maatregelen gebieden weer blijvend en duurzaam op gang gebracht gegaan door de afname van de natuurlijke dynamiek. aan zogenaamde klimaatbuffers. Dit omvat het herstel kunnen leefgebieden op de Waddeneilanden duurzaam, kan worden door (liefst eenmalig) een dynamischer van natuurlijke landschapsvormende processen, die dynamisch en veilig in stand worden gehouden? uitgangssituatie te creëren. De natuurlijke dynamiek De Kaderrichtlijn Water heeft tot doel om de kwaliteit gebieden weerbaarder en veerkrachtiger maken, Deze vraag vormde voor het uit natuurbeschermings- op de eilanden krijgt zo de mogelijkheid om haar eigen 1) Met veerkracht of zelfherstellend en kwantiteit van oppervlakte-, grond- en zeewater te zodat ze een buffer vormen tegen de gevolgen van organisaties en onderzoeksinstellingen bestaande karakter te hervinden. Daarna moet de natuur voor vermogen wordt bedoeld het vermo- beschermen. Daarmee moet de diversiteit en de kwali- klimaatverandering. samen­werkingsverband ‘Het Tij Geleerd’ de aanleiding zichzelf kunnen zorgen. De opbouwende krachten gen van de Waddeneilanden om via teit van zoete, brakke en zoute watersystemen gewaar- om een expertteam ‘Droge Wad’ met geomorfologen leveren tegelijkertijd een bijdrage aan de veiligheid. natuurlijke dynamiek een zo doelmatig borgd blijven. Vóór 2015 moeten de verantwoordelijke Naar een nieuwe benadering en ecologen in te stellen. Dit team kreeg de opdracht Uit verkenningen is gebleken dat het mogelijk is om mogelijke, regionale uitwisseling van instanties maatregelen nemen om de gestelde doelen Natuurbeheerders proberen met allerlei ingrepen om om de mogelijkheden te verkennen van een nieuwe de kracht van de natuurlijke dynamiek te benutten, sedimentstromen te bewerkstelligen. Hiermee kunnen lokale en tijdelijke te bereiken. Vaak gaan deze maatregelen hand in hand negatief beoordeelde ontwikkelingen te keren. Zo benadering die verder gaat dan symptoombestrijding. zowel voor het behoud van de prachtige kleurige tekorten aan sediment (bijvoorbeeld met maatregelen ter verbetering van de natuurwaarden hebben maatregelen als plaggen, maaien en begrazen Hiertoe moest onderzocht worden hoe gestimuleerd landschappen en de jonge dynamische natuur als voor na een storm) op een efficiënte en in het kader van Natura2000. tot doel om de sterke groei van grassen en struwelen kan worden dat leefgebieden, die van nature niet de kustveiligheid van de Waddeneilanden. natuurlijke wijze worden opgevangen.

14 Eilanden natuurlijk Inleiding 15 De ontstaansgeschiedenis van de Waddeneilanden

Schiermonnikoog | foto: © Klaas Huizenga16 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 17 De Waddeneilanden zijn het resultaat van de werking ander voedsel te vinden. Noorwegen, landschap zo als van getij, golven en wind en van het stijgen van de zee- het er in het Pleistocene in spiegel in de periode na de laatste ijstijd. Daarbij over- Het verdrinkende landschap, dat zich in de laatste IJstijd Nederland uitgezien zou kun- stroomde het zeewater het onregelmatige Pleistocene had gevormd, is tot op de dag van vandaag bepalend nen hebben.| foto: © KINA landschap dat was gevormd tijdens de ijstijden. voor de vorming van het Waddenlandschap. Door een sa- menspel van golven en stroming ontstond er in dit steeds IJstijden ondieper wordende gebied voor de Nederlandse kust een Tijdens de laatste IJstijd (aan het eind van het reeks eilanden met daarachter een actief getijdengebied, Pleistoceen) was veel zeewater vastgelegd in de vorm vergelijkbaar met het huidige waddengebied. Meer land- van landijs. De Noordzee lag daardoor grotendeels inwaarts vormden zich lagunes met brak of zoet water. droog. Het gebied tussen Denemarken en Nederland Uitgestrekte rietvelden en veenkussens met een door- bestond vermoedelijk uit een gigantische steppe die snede van enkele kilometers omzoomden dit gebied. De woest, leeg en koud was. Zon, wind, zand en water zeespiegel bleef stijgen waardoor de getijdenwerking hadden er vrij spel. Zij kneedden en sloopten het land, in de bekkens toenam. Via beekdalen en de mondingen dat voornamelijk begroeid was met hard en stug gras. van kleine rivieren kroop de vloedlijn Nederland binnen. Alleen langs de oevers van rivieren en meren groeiden Rond 7000 jaar geleden waren ook in het Boornedal en wat bomen. Er leefden mammoeten, sabeltandtijgers, het Hunzedal uitgestrekte getijdenbekkens aanwezig. muskusossen en wolharige neushoorns, evenals Doordat de Pleistocene ondergrond in het oostelijke wad- ganzen, scholeksters, bevers en snoeken. Ook leefden dengebied erg laag lag, stroomde de zee eerst dit gebied er al mensen, vooral op de hogere delen, zoals de binnen. Dit oostelijke waddengebied heeft zich tot op de keileembult van en ‘de hoge berg’ van Texel. dag van vandaag weten te handhaven, maar de eilanden Door de lage zeespiegelstand schuurden rivieren, trokken zich, onder invloed van de stijgende zeespiegel, op weg naar zee, diepe dalen uit in eerder in het in landwaartse richting terug. Pleistoceen gevormde sedimentafzettingen. Hierdoor ontstond een heuvelachtig landschap, dat later deels Heel anders was de situatie in het westelijke wadden- onder zou lopen. gebied. Daar verplaatsten de eilanden zich tot ongeveer 5000 jaar geleden landwaarts, waarna ze Holoceen zich in 1000 jaar aaneensloten. Hierbij werd één van Ongeveer 11.000 jaar geleden werd het klimaat warmer de getijdengeulen, die tot dan toe water aanvoerde en smolt het landijs. Het Holoceen begon. Door deze naar een reusachtig getijdengebied, afgesloten. Dat klimaatverandering begon de zeespiegel te stijgen, getijdengebied veranderde vervolgens in een groot eerst snel, daarna langzamer. De Noordzee vulde zich met rietvelden omzoomd meer, het Flevomeer. Rond steeds verder met water, waarbij de diepuitgeschuurde de Romeinse tijd ontstond er weer een verbinding rivierdalen als eerste onderliepen. De mammoetsteppe met het waddengebied. Toen rond 800 na Christus werd steeds kleiner en keileembulten werden nog de getijdengeul van het Vlie contact maakte met het belangrijker als vestigingsplaats. De grote dieren Flevomeer, liep dit grotendeels leeg. Dat leidde tot trokken zich terug naar hoger gelegen delen in het ontwatering van het uitgestrekte veengebied ten oosten, waar de zee niet kwam. De mensen bleven er oosten van Texel en in de 9e en 10e eeuw. nog lange tijd jagen, want er was voldoende wild, vis en Door erosie van voormalig hooggelegen veengebieden

18 Eilanden natuurlijk De ontstaansgeschiedenis van de Waddeneilanden 19 verdronken ook de omliggende kwelders en begon de op en planten gingen wortelen. Er ontstonden lage De ontwikkeling van de duincomplexen op de eilanden vorming van de westelijke Waddenzee. Het Flevomeer duintjes, die hoger werden door het samenspel tussen vormde beschutte plaatsen voor bewoning. Het is dan ondervond een toenemende getijdenwerking en afslag pionierplanten en het bewegende zand en water. Zodra ook niet verwonderlijk dat alle dorpen op de eilanden van het veen langs de oevers, waarbij het in de 12e eeuw een duin goed begroeid was met Helm, kon de zee het ten zuiden hiervan ontstonden en in een rij van west uitgroeide tot de Zuiderzee. Waarschijnlijk werd ook in alleen maar bij extreem hoge waterstanden en sterke naar oost liggen. die tijd het zeegat tussen Den Helder en Texel gevormd: golfslag weer afbreken. Zo ontstonden onder invloed het Marsdiep, nu een van de grootste zeegaten van de van wind, zee en Helm duinen van wel 10 meter hoog. Grondgebruik Waddenzee. De mensen die zich definitief op de Waddeneilanden Bewoning vestigden leefden lange tijd van akkerbouw, veeteelt Groei van de eilanden De eerste bewoning vond vooral plaats op de iets en van visvangst (en later de walvisvaart). Rond de Hoe de oer-Waddeneilanden er precies hebben hoger gelegen kwelderwallen. Daarna werden terpen dorpen had men akkers in gebruik. Deze waren meestal uitgezien is moeilijk na te gaan. Maar de processen die aangelegd. Langzaam raakte het waddengebied op begrensd door duinbeekjes, die zoet water vanuit toen aan het werk waren zijn dat nu ook nog, zodat grotere schaal bewoond. Voor zover is na te gaan de duinen afvoerden naar de Waddenzee, waar ze we ons wel een beeld kunnen vormen van de gang breidde de bewoning op de eilanden zich vooral uit in overgingen in wadprielen. Deze duinbeken leverden van zaken. De zandbanken die ontstonden tijdens het de loop van de Middeleeuwen, waarschijnlijk doordat zoet water voor mens en dier. Dicht bij de akkers omhoogkomen van de zeespiegel, werden gevormd de bevolkingsdruk vanaf het vasteland toenam. Zo lagen de ‘kampen’: door wallen omgeven gronden uit het sediment van het onderstromende landschap. dreven in de 13e eeuw de monniken van het ten westen waar het vee verzameld kon worden bij hoog water. De zandbanken werden gescheiden door diepe geulen, van Dokkum gelegen Klooster Claerkamp hun vee Ten zuiden van deze zandgronden lagen vaak brakke die zich vooral vormden in de restanten van rivieren of over het wad naar Schiermonnikoog, om het op de veengronden: de ‘mieden’. Deze mieden lagen nog inhammen uit het veengebied. De zandbanken hoogden voedselrijke kwelders en in de duinen te laten grazen. binnen de omkading en werden als hooiland gebruikt.

20 Eilanden natuurlijk De ontstaansgeschiedenis van de Waddeneilanden Begrazing21 in de duinen | foto: © Marion Bilius een rol. Vanaf die tijd werden op de Waddeneilanden zowel aan de Waddenzeezijde als aan de Noordzeezijde dijkjes aangelegd waarvan sommige niet erg lang standhielden. Aan het eind van de 19e eeuw begonnen Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer de duinen met kracht te beteugelen door de aanplant van Helm en (naald)bos en de afschot van konijnen. Op een aantal plaatsen werden ook stenen dammen (strandhoofden) aangelegd en op alle eilanden werden stuifdijken (gesloten rijen van kunstmatige duinen) gevormd door een samenspel van mens en windgedreven zandtransport.

Camping Stortemelk | Daarbuiten lagen de gemeenschappelijke gronden en Op Texel werden de eerste stuifdijken in de 17e eeuw foto: © Klaas Huizenga aan de Waddenzeekant de zoute kwelders, die goede aangelegd tussen De Koog en het eiland Eijerland. Op weidegrond waren. Hier graasden de schapen en het Ameland wierp men in 1890 de Zwanewaterstuifdijk overige vee (vooral koeien). Op veel eilanden werd het op en in de periode 1882-1890 de Kooioerdstuifdijk. vee na de oogst, dus vanaf september, vrij gelaten en Op Vlieland legde men tussen 1898 en 1935 een werden afrasteringen verwijderd. Vooral in natte tijden, complex van stuifdijken aan in het gebied tussen de na veel regenval of wanneer de kwelder zout en slikkig Meeuwenduinen en de Vliehors. Hierdoor ontstonden was na stormvloeden, week het vee uit naar de duinen. de huidige Kroon’s Polders. Op Terschelling legde men in dezelfde periode ook Kroonpolders aan, in Strijd tegen het water en de wind de noordwest hoek van het toenmalige duingebied. Zelfs voor Christus legden de Waddenbewoners al Daarnaast werd tussen 1929 en 1936 de stuifdijk op dijken aan, maar de schaal van de dijkaanleg nam de Boschplaat aangelegd. Op Schiermonnikoog liet pas toe in de Middeleeuwen. Daardoor kwam de men tussen 1959 en 1978 een grote zanddijk opstuiven landwaartse verschuiving van de Waddenzee tot aan de oostzijde van de Kobbeduinen, evenals op stilstand. Na de Middeleeuwen werd de Waddenzee , met het plan om de hele Waddenzee steeds kleiner door inpolderingen. Langs de randen van in te polderen. Sinds die tijd is de kustlijn nauwelijks het vasteland werden de meeste kwelders ingepolderd, meer veranderd en zijn de eilanden vrijwel geheel evenals de dichtslibbende Middelzee. In de 20e eeuw begroeid geraakt. Het plan van inpoldering is van de werden de Zuiderzee en de Lauwerszee afgesloten. baan. De duinen zijn natuurgebied geworden. De deels Aan de Noordzeezijde van de eilanden waren de ingepolderde kwelders worden voor landbouw gebruikt; duinen waarschijnlijk tot in de 16e eeuw nog niet voor een deel zijn ze ook natuurgebied. De voornaamste aangetast door menselijk ingrijpen. Daarna nam op veel bron van inkomsten voor de bewoners is sinds 1900 het plaatsen de verstuiving sterk toe, vermoedelijk door toerisme. Jaarlijks bezoeken ruim twee miljoen mensen overbegrazing (door onder andere konijnenteelt) en de eilanden. In de Waddenzee gaat het natuurlijke minimaal onderhoud (door armoede en wanbeheer). proces van wandelende zandbanken en geulen nog Mogelijk speelde ook een sterkere zee-invloed hierbij steeds door.

22 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 23Haven Terschelling | foto: © Rijkswaterstaat Een natuurlijk Waddeneiland

Kobbeduinen Schiermonnikoog | foto: ©24 Klaas Huizenga Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 25 | foto: © Google Earth

De Waddeneilanden zijn te beschouwen als morfologische eenheden, die weer opgebouwd zijn uit kleinere onderdelen, die op hun beurt weer opgebouwd zijn uit nog kleinere delen. Over het algemeen geldt: hoe groter de eenheid, hoe meer tijd de kenmerkende ontwikkeling van die eenheid in beslag neemt. Voor een beheerder is het essentieel om zich dit goed te realiseren: de grootte van het te beheren gebied is immers niet los te zien van de tijdstermijn waarover ontwikkelingen zich voltrekken.

Een ilustratie van de rangorde in ruimte en tijd in de ontwik- keling van de waddennatuur (Cleveringa et al., 2005).

Alles op zijn tijd

Hoewel de Waddeneilanden stuk voor stuk uniek zijn, lijken ze ook op elkaar. Dat komt doordat ze zich in een tijdsbestek van duizenden jaren op een vergelijkbare manier ontwikkelden. Onder invloed van wind, zee, zand en vegetatie vormden zich op de eilanden in de loop van eeuwen een aantal karakteristieke ‘hoofdvormen’, zoals een eilandkop, een eilandstaart en duinbogen. Daarbinnen ontwikkelden zich in enkele tientallen jaren kleinere onderdelen, zoals kwelders en duinvalleien. Hierin vestigden zich planten en dieren. In de natuurlijke ontwikkeling van landschappen bestaat dus een zekere rangorde. Processen die lang duren en in een groot gebied spelen zijn bepalend voor sneller verlopende en kleinschaliger processen. Voor een Kop van Schiermonnikoog | foto: © Rijkswaterstaat effectief beheer is het belangrijk om goed te begrijpen hoe deze processen op elkaar inspelen. Als hulpmiddel hiervoor is het ‘modeleiland’ in het leven geroepen, als voorbeeld van een ‘natuurlijk’ Waddeneiland.

26 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 27 Schema van het modeleiland. Binnen de vijf hoofdvormen ontwikkelen zich kleinere onderdelen die meerdere decennia kunnen blijven bestaan. buitendelta buitendelta Het Waddeneiland als geheel (groen) heeft een karakteris- De tijdschaal staat tussen haakjes aangegeven in de legenda (in jaren). tieke ontwikkelingstijd van duizenden jaren. Dit Wadden- eiland heeft invloed op de vijf hoofdvormen (geel), die gedu- zeegat rende honderden jaren kunnen bestaan. Deze hoofdvormen De onderdelen van het modeleiland. 3. Washovercomplex zeegat beïnvloeden op hun beurt ook elkaar weer. Binnen deze 3a) washovers (50) hoofdvormen zijn kleinere onderdelen aanwezig, (zie hier- 1. Eilandkop 3b) washovervlakte (100) naast) die de ontwikkeling op hogere schaalniveaus weer 1a) zandplaat uit de binnendelta (50) 3c) kwelderkreek beïnvloeden. Deze bestaan veelal meerdere decennia. 1b) zandplaat uit de buitendelta (50) 3d) zandplaat wantij 1c) strandhaak (25) 4. Eilandstaart 2. Duinboogcomplex 4a) door washovers gekerfde zeereep (25) getijdenbekken 2a) duinboog (100) 4b) kwelder met kwelderkreken (25) 2b) ingesloten strandvlakte (100) 4c) kwispelende staart (25) 2c) kwelder met kwelderkreken (100) 2d) parallelle duinketen (50) 5. Strand en vooroever 2e) ingesloten strandvlakte (50) 5a) strand 5b) vooroever Ontwikkeling van een modelei- land. De gele pijlen geven aan Het ‘modeleiland’ invloed van de stijgende zeespiegel bewegen de hoe het eiland zich in de rich- Waddeneilanden zich richting de vastelandskust. Bij het ting van het vasteland beweegt Op de kaart van Nederland is in één oogopslag te zien stijgen van de zeespiegel vangt de Waddenzee extra 1c 4a (gedurende millennia). dat de meeste Waddeneilanden druppelvormig en zand in en behoudt zo haar plaatareaal. De geschiedenis 5a 5b langwerpig zijn en evenwijdig aan de vastelandskust laat zien dat de Waddenzee dan ook steeds even liggen. Zo ook het modeleiland, dat het ideaalbeeld diep blijft. Er wordt namelijk zoveel zand afgezet, dat 2d 3b weergeeft van een Waddeneiland in natuurlijke staat. bodemophoging de zeespiegelstijging bijhoudt. Dit 1b Dit wordt beschreven als een langgerekt, boven de zand komt van de Noordzeekusten van de eilanden. 4c hoogwaterlijn uitstekend zandlichaam, dat van het 2a 3a vasteland is gescheiden door getijdenbekkens: de Op een Waddeneiland zijn onder natuurlijke omstandig- Waddenzee. Aan weerszijden van het eiland ligt een heden een aantal karakteristieke sedimentaire hoofd- 2b 4b zeegat met een geulenstelsel. Hierdoor stroomt vormen aanwezig, die een kenmerkende ontwikkeling 3c het Noordzeewater het getijdenbekken in en uit. doormaken die eeuwen in beslag neemt. Na meerdere 2c 2e De vloedstromen vanuit beide zeegaten ontmoeten eeuwen kunnen deze verdwijnen en vervangen elkaar ten zuiden van het eiland, iets oostelijk van het worden door vergelijkbare vormen. Bij een volledige 3d midden, omdat de getijdengolf hier uit het westen en natuurlijke ontwikkeling van een eiland mag 1a komt. Op deze ontmoetingsplaats, het wantij, is de verwacht worden dat deze aanwezig zijn: Eilandkop, stroomsnelheid het laagst en bezinkt veel zand en slib. Duinboogcomplex, Washovercomplex, Eilandstaart Het is hier dan ook ondiep. en Strand en vooroever. Hiernaast is te zien uit welke onderdelen de vijf hoofd-vormen op hun beurt weer zijn Waddeneilanden als geheel kennen een karakteristieke opgebouwd. Van deze onderdelen is de karakteristieke ontwikkeling die duizenden jaren kan duren. Onder ontwikkelingstijd over het algemeen decennia.

28 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 29 1986 N Duinboogcomplex 1991 Op oude kaarten van de Waddeneilanden, en soms ook 1995 op recente luchtfoto’s, zijn duinen met een boogvorm Bornrif te herkennen. Deze duinbogen zijn karakteristiek voor de Waddeneilanden. Ze ontstaan uit duinen op het strand die, zodra ze begroeid raken, zand invangen en Borndiep steeds hoger en breder worden. Na verloop van tijd groeien deze strandduinen zijdelings aan elkaar tot een duinenrij. Deze duinenrijen vormen zich boven de hoogwaterlijn en volgen daarom ruwweg het verloop van de kustlijn. Ze krommen zich verder onder invloed AMELAND van water en wind in de richting van de Waddenzee. Als de zee genoeg vers zand aanvoert, kan zich aan de schaal: 0 1 km 2 zeezijde van een gebogen duinenrij weer een nieuwe duinenrij ontwikkelen. Meerdere van dit soort rijen smelten samen tot een ‘duinboog’. Schiermonnikoog 1927 Moeder Natuur aan het werk: aangroei en afslag van de zandhaak van Ameland

Het meest spectaculaire onderdeel van de morfolo- gische cyclus van het Zeegat van Ameland is de aanlan- ding van grote zandplaten aan de noordwestkust. De aanlanding levert in één klap een zeewaartse sprong Kop van Ameland | foto: © Rijkswaterstaat op van de kustlijn. In de jaren daarna wordt het zand van de zandplaat langs de kust verdeeld, waardoor bij de oorspronkelijke zandplaat de kustlijn terugschrijdt, Eilandkop terwijl in de omgeving uitbouw plaatsvindt. Aan de De eilandkop is het (meestal westelijke) uiteinde van De zandplaten komen voort uit de buitendelta en noordwestzijde van de kop van Ameland is in elk geval het modeleiland, op de grens met het zeegat. Wie draaien – net als de geulen - met de wijzers van de driemaal een plaat vanuit de buitendelta aangeland, vanaf grote hoogte naar de Waddeneilanden kijkt, klok mee naar het eiland, om daar uiteindelijk met met tussenperioden van circa 60 jaar. De laatste aanlan- ziet dat de westelijke kop van het eiland het ‘dikst’ is. de kust te verhelen. Vervolgens worden deze platen ding heeft geleid tot de vorming van een sterk ontwik- Eeuwenlange processen van aangroei en afslag bepalen ‘uitgewalst’ langs de kust onder invloed van vooral kelde strandhaak. Deze strandhaak verplaatst zich nog hier de ontwikkeling. Bijzonder aan de eilandkop is dat golven en golfgedreven stroming. Een deel van het steeds in de richting van de kust en naar het oosten. Dit er binnen deze lange termijnontwikkeling een kortere zand gaat daarbij naar het zuiden het zeegat in, terwijl heeft gezorgd voor een beschutte zone waarachter de cyclus van aanzanding en erosie optreedt. Zo’n cyclus een ander deel zich oostwaarts verplaatst. Soms kan dit vorming van een groen strand heeft plaatsgevonden. duurt vaak een halve eeuw tot meer dan een eeuw, tot spectaculaire morfologische verschijnselen leiden, Het groene strand is een gebied dat zo hoog opgesto- waarbij nu eens geulen de kust doen afslaan en dan zoals bij Ameland. Af en toe landt er ook een plaat ven en opgeslibd is dat het boven de hoogwaterlijn weer grote zandplaten dit verlies ongedaan maken. vanuit de binnendelta aan op de zuidwestkant van een kwam te liggen en er planten gingen groeien. Hier is Vaak is, na aanlanding, het strand een tijd heel breed, Waddeneiland, dat daardoor een uitstulping krijgt die sprake van een grote natuurlijke dynamiek. zoals nu bij Noordwest-Ameland en Schiermonnikoog. vaak lang blijft liggen.

30 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 31 Vorming van duinen: primaire duinvorming Vervorming van duinen: secundaire Nieuwe duinen op het strand of op een duinvorming zandplaat (zogenaamde embryonale duinen) ontstaan meestal bij een obstakel. Hier hoopt Veel duinbogen zijn niet meer herkenbaar door zich zand op, wat later kan uitgroeien tot een het proces van ‘secundaire’ duinvorming. In duin. Voorbeelden van obstakels zijn (resten tegenstelling tot de primaire vorming van nieuwe van) wieren, kwallen, weekdieren, vervellingen duinen uit vers zand op het strand, is secundaire van schaaldieren, stekelhuidigen, vissen duinvorming een soort bouwen van duinen uit en zeezoogdieren of pionierplanten, zoals tweedehands materiaal. Bij dit proces wordt Biestarwegras. Deze plant heeft horizontaal de oude duinstructuur aangetast en ontstaan uitgroeiende wortels en wortelstokken, die nieuwe duinen en stuifkuilen. Het proces van zich vooral in de bovenste 20 cm van de secundaire duinvorming wordt meestal in gang bodem sterk uitbreiden. Ze houden het zand gezet doordat er kale plekken in het vegetatiedek vast en groeien zelfs een eindje mee omhoog. ontstaan, bijvoorbeeld door afslag, betreding of Wanneer de duintjes zo hoog worden dat het begrazing. De wind krijgt daar (opnieuw) vat op zeewater de wortels van de planten niet meer het zand en laat het verstuiven. Daarbij ontstaan kan bereiken en het zoete regenwater in de stuifkuilen. Het uitstuiven kan doorgaan tot het duintjes blijft staan, kan er Helm groeien. Helm grondwaterniveau is bereikt. Het natte zand is heeft lange wortels en kan snel meegroeien te zwaar en plakt aan de bodem, zodat het niet met alsmaar hoger wordende duinen. door de wind meegenomen kan worden. Zo ontstaat een uitblazingsvallei of secundaire vallei. Op andere plekken wordt het zand opgehoopt, Primaire duinvorming | foto: © Roosmarijn Haring Secundaire duinvorming | foto: © Bas Arens waardoor de duinen sterk de hoogte in kunnen groeien en wel 50 meter hoog kunnen worden. Soms groeien stuifkuilen zo hard dat de zijde, Ingesloten in de duinboog ligt de oorspronkelijke Het zuidelijke deel van de strandvlakte staat onder de strandvlaktes en de kwelders die ze insluiten, een die aan de wind is blootgesteld, doorbreekt. ‘strandvlakte’. Doordat deze nu in de luwte ligt, stuift invloed van de Waddenzee. Tijdens hoge vloeden dringt duinboogcomplex. Er kunnen meerdere van dit soort Daardoor verandert de kuilvorm in de vorm van er nog maar weinig zand. Op lage plekken kan er zoet het Waddenzeewater het land binnen en zet slib af. Er complexen op één eiland liggen, met daar tussen in een hoefijzer. Deze duinen heten paraboolduinen water vanuit de duinboog omhoog kwellen en vormt er ontwikkelt zich een kwelder, die al snel begroeid raakt een washovercomplex. en kunnen langzaam maar zeker landinwaarts zich soms zelfs veen. De hoeveelheid kwelwater neemt en doorsneden raakt door kreken. Langzaam maar zeker Een onderdeel van de duinboog is de parallelle ‘wandelen’. De armen van de paraboolduinen toe met de grootte van het duinmassief. Omdat zoet worden de kwelders hoger en zal de zee er minder vaak duinketen. Deze vorm ontstaat als aanhoudende wind kunnen zich ook als losse geïsoleerde bulten water lichter is dan zeewater, ligt deze zoetwaterbel in overheen stromen. Niet alleen ophoging, maar ook het zand opblaast tot een lage parallelle duinketen, verplaatsen. Dan spreken we over loopduinen. het duincomplex enkele meters boven het zeeniveau. afslag komt voor. Aan de wadkant kunnen afslagranden oostelijk of westelijk van de duinboog. Onder invloed In de kalkarme waddenduinen komen veel Het meestal kalkrijke grondwater gaat hierdoor stromen ontstaan. van de wind kunnen de duinen gaan uitstuiven en (grote) loopduinen voor, vooral op Vlieland en en welt op in de laaggelegen strandvlakte, polders of sterk veranderen van vorm. Dit heet secundaire Terschelling. Deze zijn nu gestabiliseerd door duinvalleien. De duinboog en de duinenrijen vormen, samen met duinvorming. vegetatie.

32 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 33 Een washover op Washovercomplex Aan het einde van duinbogen zien we vaak Schiermonnikoog. Washovers kwamen oorspronkelijk veel voor op meerdere washovers. Gezamenlijk vormen deze een Hier heeft zich een groen de Waddeneilanden. Washovers worden ook wel washovercomplex. Hierbij horen grote openingen in strand op de washovervlakte ge- zeeovergangen of overslaggronden genoemd. Via de zeereep van soms wel 600 tot 800 meter breed, die vestigd en is een getijdenkreek openingen of laagtes in de duinenrij kan tijdens overgaan in soms zeer brede washovervlakten. ingesneden in de vlakte. De foto extreme stormvloed de zee het achterliggende gebied Naar het wad gaat het gebied geleidelijk over in is genomen tijdens springtij, instromen.2 Niet alleen zeewater, maar ook zand en een kwelder en hoge zandplaten. Soms stuiven er de extra hoge vloed die elke slib worden via de washover aangevoerd. Duintjes en aan de achterkant van de washovervlakte duinen twee weken plaatsvindt. Alleen strandzand worden omgewoeld, waarna tijdens rustiger op. Afhankelijk van de hoogte van deze duinen kan dan reikt het water in de geul omstandigheden het zand naar binnen kan worden een washover rechtstreeks contact hebben met het tot aan de zeereep. Aan weers- geblazen. Zo kan landwaarts van een washoveropening achterliggende waddengebied. Meestal gebeurt dit via zeereep zijden van de washovervlakte, wel een meter sediment per eeuw worden afgezet. een kreek die zich vanaf de Waddenzeezijde langzaam tegen de zeereep aan (op de Het is dus een doorgeefluik van zand. Op die manier uitbreidt in de richting van de Noordzee3. Noordzee voorgrond en op de achter- kunnen de Waddeneilanden, en zelfs een deel van het Uit metingen en modelstudies blijkt dat deze washover- grond) zijn recente zandafzet- achterliggende wad, gemakkelijk meegroeien met de complexen en washovers geen invloed op de veiligheid tingen te zien. Deze zijn na zeespiegelstijging. hebben. De vrees dat ‘een eiland doormidden breekt’ is een storm afgezet en worden De regelmatige aanvoer van zout water en vers zeezand dan ook ongegrond. Dit blijkt ook uit de ontwikkelingen opening in zeereep nu door de wind steeds verder zorgt er bovendien voor dat de vegetatieopeenvolging op Schiermonnikoog. Daar brak vroeger op een aantal verspreid. | verstoord wordt en dat de klok weer wordt teruggezet. plaatsen in onbewoond natuurgebied de stuifdijk foto: © Miriam ten Haaf. Op die manier kunnen de voor de eilanden zo regelmatig door. Op den duur werd besloten om het kenmerkende pioniersoorten van planten en dieren zich onderhoud te staken. Er vormden zich washovers op de Washovervlakte met groen strand handhaven en wordt voorkomen dat struiken en bomen plaatsen waar ze vroeger ook aanwezig waren, maar tot de overhand krijgen. Deze oorspronkelijke natuurlijke het doormidden breken van het eiland kwam het niet. situatie is nu nog te zien op de oostpunt van Ameland Tegenwoordig komen er op de Nederlandse Wadden- 2) Een washover is niet hetzelfde als en Schiermonnikoog en op veel Duitse Waddeneilanden. eilanden geen dynamische washovercomplexen meer getijdenkreek een slufter. Bij een slufter stroomt het zeewater vrijwel ieder getij via voor. Dat komt doordat aan de Noordzeezijde van de e een geulenstelsel het achterliggende Het overstroomde gebied wordt de washovervlakte Nederlandse Waddeneilanden vooral in de 20 eeuw gebied in- en uit. Washovers overstro- genoemd. Het is een milieu van extremen. Tijdens overal stuifdijken zijn aangelegd. Het gevolg was dat de men slechts bij heftige stormen, een stormvloed domineren golven en stroming, die soms zeeovergangen werden afgesneden door een muur van paar keer per jaar. flinke happen uit de duinen slaan. Na verloop van tijd zand. Daarmee kwam er een einde aan de inspoeling

3) Deze kreek snijdt zich in in de verspreidt de wind dit afgeslagen zand weer over de en inwaaiing van zand en begon de verruiging van het washovervlakte. Bij regelmatig over- washovervlakte en aan de zijkanten. Als de vlakte gebied de overhand te krijgen. Meegroeien met de stromen en veel windtransport wordt regelmatig overstroomt, dan zal zij kaal en vlak blijven. zeespiegelstijging kwam vrijwel tot stilstand. het noordelijke deel van de kreek Maar wanneer windtransport overheerst kan er een vaak ‘volgestopt’ met zand, waardoor drempel opgeworpen worden op de vlakte, waardoor de kreek zich verplaatst. Wanneer er een groen strand ligt, zoals nu op het washoversysteem niet meer kan overstromen. Schiermonnikoog, dan ligt de kreek Bij rustig weer kan er aan de Noordzeezijde zelfs een redelijk vast. groen strand ontstaan.

34 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 35 Ontwikkeling van de oostpunt brandingsbanken die deels zorg dragen voor de bewegingsrichting van de getijdengolf. Zo vormen van Ameland (De Hon) van natuurlijke bescherming van de kust. strand en vooroever als het ware een doorgeefluik 190.000 195.000 1900 –1997 (Begeleidings- Het zand verplaatst zich onder water langzaam naar van zand tussen eilandkop en eilandstaart. Verder zijn commissie Monitoring N het oosten. Dat is het resultaat van een netto oostelijke strand en vooroever ook zandleveranciers voor de Bodemdaling Ameland, 2000). stroming van het zeewater langs de kust onder invloed achterliggende duinbogen en washovers. Het strand Hierin is goed het kwispelen van van de overheersende winden en golven uit westelijke en de vooroever verbinden zo alle onderdelen van het 1940 de staart te zien. 1950 en noordwestelijke richting en de oostwaartse modeleiland. 1930 1959 20 1997 21 22 1900 23 1991 1910 24 25 1970 26 1980 27 duinvoet 28

AMELAND 608.000

schaal: 0 1 km 2

Eilandstaart Zo bestaat een eilandstaart dus uit een hele reeks Het oostelijke deel van ons modeleiland is de van onderdelen: een strand, een onbegroeide kale eilandstaart. Aanvankelijk is dit een kale, dynamische eilandpunt, een gekerfde zeereep, kleine washovers en zandplaat, waar perioden van aangroei en afslag elkaar kwelders. afwisselen. Tegelijkertijd verplaatst de zandplaat zich van noord naar zuid en weer terug. Over decennia Strand en vooroever gezien ‘kwispelt’ de staart als het ware door de tijd. Het Langs de hele Noordzeekust van de Waddeneilanden gedrag van deze kwispelende staart hangt sterk samen ligt strand. Het bestaat langs de Nederlandse eilanden met de (cyclische) bewegingen van de geulen in het uit fijn zandig materiaal, van 200-250 micrometer. ernaast gelegen zeegat. Karakteristiek voor de stranden van de Waddeneilanden De wind waait zand op tot lage strandduinen, de is dat ze relatief heel breed zijn en een flauwe embryonale duinen. Als er voldoende zand is en de hellingshoek hebben (circa 1:100) ten opzichte eilandstaart aangroeit, worden de strandduintjes van die van de Hollandse kust (circa 1:30). Er is nat steeds breder. Uiteindelijk groeien ze aan elkaar tot een strand, dat dagelijks bij vloed wordt overstroomd, en gekerfde zeereep: een zeereep die onderbroken wordt droog strand dat alleen onder loopt bij springtij en door laagtes. Tijdens stormvloeden spoelt het zeewater stormvloeden. In zee gaat het natte strand over in een door deze laagtes heen. De laagtes zijn dus kleine brandingszone en een flauwe vooroever, tot zo’n 20 washovers. In de luwte van de zeereep vormt zich een meter diepte. De brandingszone wordt gekenmerkt kwelder. door de aanwezigheid van twee tot drie kustparallelle

36 Eilanden natuurlijk OostpuntEen natuurlijk van Ameland Waddeneiland | foto: © Rijkswaterstaat 37 strand Hoe stabieler een groeiplek is, hoe verder de successie zal gaan. In het laatste stadium ontwikkelt zich een stuivende duinen climaxvegetatie, die vaak bestaat uit struiken of bos. Hoe de successie van begin tot eind precies verloopt, zandige kwelders hangt af van het beheer en van de omstandigheden. De verschillende stadia van een bepaald type slibbige kwelders vegetatie worden wel aangeduid met ‘serie’. Onder droge omstandigheden, zoals in de duinen van Pioniervegetatie langs een verruigde kwelders een duinboog of de zeereep, zullen zich ‘droge’ slenk | foto: © Henk de Vries pioniersoorten vestigen, die worden opgevolgd door rietveld andere ‘droge’ soorten van de ‘xeroserie’. Onder natte omstandigheden, in duinvalleien en aan de rand van oude ontkalkte duinen de duinboog waar zoet grondwater aan de oppervlakte treedt, zijn planten te vinden uit de ‘hygroserie’. Onder zoute omstandigheden, zoals op strandvlaktes, kwelders en washovers, groeien zoutminnende of zouttolerante soorten uit de ‘haloserie’. Op een natuurlijk Waddeneiland komen al deze series voor. Daarbij worden series vaak periodiek weer terug gezet door de dynamiek, zodat de voor de Waddeneilanden zo kenmerkende pioniervegetaties duurzaam behouden blijven.

De vegetatie van een modeleiland Begroeiing van strand en droge duinen De zandplaten aan de kop en de staart van de eilanden en de stranden zijn vaak nauwelijks begroeid. De illustratie © Ab Grootjans Veel natuurliefhebbers bezoeken de Waddeneilanden afzetting van zand en slib. Er is voortdurend dynamiek. dynamiek is zo hoog, dat planten er meestal geen kans vanwege de grote rijkdom aan plantensoorten. Dat krijgen om te groeien. Op plekken boven de gemid- er zoveel soorten voorkomen heeft te maken met de Regelmatig verdwijnen er vegetaties, die vervolgens delde hoogwaterlijn hopen zich vaak resten organisch grote variatie in omstandigheden. Er zijn verschillen in weer ‘opnieuw moeten beginnen’. Er komen dan ook materiaal op, waar plantensoorten uit de zogenaamde bodemtypen, in vochthuishouding, in zoutgehalte en in vegetaties voor van verschillende ouderdom. De eerste ‘vloedmerkgemeenschappen’ zich vestigen, zoals voedselrijkdom. Zuidhellingen zijn vaak warm en droog, soorten die op een kale bodem gaan groeien, noemen Strandmelde, Stekend loogkruid en Zeeraket. noordhellingen zijn overwegend koud en vochtig. we ‘pioniersoorten’. Deze soorten zijn specialisten in het Deze zogenaamde ‘groeiplaatsfactoren’ bepalen welk koloniseren van een maagdelijk gebied. Ze hebben over Vaak vangen deze vloedmerken zand in en ontstaan Zeeraket | foto: © Marion Bilius type vegetatie op een bepaalde plek te vinden is. De het algemeen een korte levenscyclus en vermeerderen er jonge strandduintjes. Deze raken al snel begroeid groeiplaatsfactoren kunnen telkens weer veranderen zich snel. Na verloop van tijd worden ze opgevolgd door met Biestarwegras, en wanneer de wind ze zo hoog door de processen die er spelen: overstuiving met zand, andere soorten en komt de begroeiing in een volgend heeft opgeblazen dat ze zoet regenwater gaan ontkalking, opbouw van een humuslaag, verdroging, stadium van de vegetatiesuccessie. Dit proces wordt vasthouden, gaat er Helm groeien. Aan de landzijde kwel, verzuring, periodieke overstroming, afslag en de omschreven in hoofdstuk 1. van deze jonge, dynamische en relatief kalkrijke

38 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 39 diep en zijn de valleien alleen nat vanwege neer- slag. Ook is het mogelijk dat de zee de valleien nog regelmatig overstroomt. Daar beïnvloedt zowel zoet grondwater als zout zeewater de plantengroei. Onder zoete omstandigheden start de successie in natte duinvalleien met russen en biezen. Geleidelijk bouwt zich een laagje organische stof op, waarna het meest soortenrijke stadium kan aanbreken, met orchideeën, Parnassia en Knopbies. Het volgende successiestadium wordt overheerst door grassen (Duinriet) en houtige wilgenstruikjes, die later tot struwelen kunnen uit- groeien. Uiteindelijk ontstaat er berken- of elzen- broekbos. Forse struweelvorming is er al binnen een tijdsbestek van ongeveer 50 jaar te verwachten. De ontwikkeling tot bos duurt 50 tot 100 jaar.

Als de duinvalleien brak zijn, gaat de vegetatieontwikke- ling anders. Dan start de successie met gespecialiseerde soorten als Strandduizendguldenkruid en Sierlijke vetmuur. Na vele tientallen jaren ontstaat uiteindelijk een vegetatietype met Wintergroen en Kruipwilg, of een type met Addertong en Duinriet. De pionierstadia vastleggen. Als zich vervolgens organische stof ophoopt Algenmatten | foto: © Klaas Huizenga in valleien bestaan meestal ongeveer 25 jaar, maar er neemt de vruchtbaarheid van de bodem toe en raakt zijn ook plaatsen waar een pionierstadium wel 80 jaar het strand binnen enkele jaren begroeid. Op dit stand houdt. Als de condities altijd nat zijn, kunnen zich zogenaamde groene strand groeien zoutminnende of vegetaties ontwikkelen met grote en kleine zeggen of zouttolerante soorten als Zeekraal, Gewoon kwelder- Riet. Soms zit er weinig kalk in de ondergrond en zijn gras en Zilte rus binnen de invloedssfeer van af en de omstandigheden zuur. In dat geval start de succes- toe overstromend zeewater. Als er zoet water uit het sie met zure pioniervegetaties. Via kleine zeggen en achterliggende duingebied kwelt, of als er regenwater Natte duinvallei | foto: © KINA duinen komen vegetaties voor van de zogenaamde een zeer kenmerkende soort. Op de noordhellingen en natte heide ontstaat er uiteindelijk struweel en bos, met stagneert, vestigen zich ook natte duinvalleivegetaties. Duinsterretjesassociatie. Dit is een verzameling lage in de vlakke gebieden groeit voornamelijk heide. meestal veel berken. Op speciale plekken in de binnen- Groene stranden kunnen dus zowel zout, brak als grassen, kruiden en mossen, waartoe bijvoorbeeld duinrand van duinboogcomplexen, waar zeer geringe zoet zijn. Ook kunnen in de mondingen van slufters Duinsterretje en Muurpeper behoren. Op de wat minder Natte duinvalleivegetaties schommelingen in grondwaterstand voorkomen, kan en washovers, landwaarts van het iets hoger liggende dynamische en voedselrijke plaatsen ontwikkelen zich Langs de binnenrand van de duinbogen, langs de veenvorming met spontaan omhoog groeiende veen- strand, laagten aanwezig zijn waar de omstandigheden karakteristieke struwelen met Duindoorn en Vlier. randen van de duinen en in uitgestoven duinvalleien is mospakketten optreden. voor de vestiging en de groei van hogere planten Verder landinwaarts liggen de zogenaamde grijze het soms vochtig tot zeer nat. Het hangt sterk van het zeer ongunstig zijn. Hier kunnen zich vrijwel alleen duinen. Dit zijn oudere, meestal kalkarme duinen, watertype af welke planten hier groeien. Soms worden Groen strand en mondingen van slufters en washovers microbiële matten en algenmatten handhaven, die het waarvan de zuidhellingen zijn begroeid met lage de valleien gevoed vanuit het zoete grondwater of het Als stranden niet meer dagelijks worden overstroomd, gebied een groenbruine kleur geven: een wonderlijke, grassen, kruiden en (korst)mossen. Hiervoor is Buntgras oppervlaktewater. In andere gevallen zit het grondwater kunnen microbiële matten en algenmatten het zand wereld van een speciale schoonheid.

40 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 41 Kwelders Domino-effect van Kwelders zijn buitendijkse stukken land, die alleen verstuiving tot Grauwe bij (heel) hoog water overspoeld worden. Hoe vaak klauwier dit gebeurt, hangt af van de hoogte van de kwelder. De vochtigheid hangt ook af van de afwatering: 250 De Nederlandse duinen hoe slechter die is, hoe langer het water blijft staan. n = 6 n = 13 n = 6 waren tot in de jaren ’50 van 200 Beide factoren bepalen welke vegetatie er voorkomt. Gemiddeld versgewicht 5 Gemiddelde aantallen de vorige eeuw een bolwerk ) De ontwikkeling van een kwelder begint in de zone 3 van verse Helmwortels in larven van de Kleine juni- voor de Grauwe klauwier. 150 4 net boven het gemiddelde hoogwaterniveau, met de dynamische, minder kever per m3 in de onder- Sindsdien is de populatie 3

pioniersoorten als Zeekraal en Engels slijkgras. Waar de dynamische en vastge- 3 scheiden categorieën van 100 sterk afgenomen, eerst in de kwelder hoger is, en niet meer dagelijks overstroomt, legde zone in de duinen 2 verstuiving en Helmgroei vastelandsduinen en vanaf vestigen zich vegetaties met Gewoon en Stomp 50 bij Skagen (van Duinen et in Nederland (n=25) het begin van de jaren ’80 1 kweldergras. Dit zijn de meest gevarieerde delen van de al., 2004). (van Duinen et al., 2004). ook op de Waddeneilanden. aantal larven / m kwelder. Rond de kreken wordt zand afgezet, waardoor / m Helmwortels (gram Verse 0 0 Grauwe klauwieren leven dynamisch minder vastgelegd geen-oud weinig veel-vitaal oeverwallen ontstaan. Deze raken begroeid met een dynamisch van grote ongewervelden, Slenk | foto: © Klaas Huizenga ‘oeverwalvegetatie’, met onder andere veel Zoutmelde. zoals kevers, sprinkhanen en Grauwe klauwier | foto: © KINA libellen, en van kleine gewer- velden, zoals hagedissen en muizen. Kwelders worden na verloop van tijd steeds hoger, doordat de zee telkens weer slib afzet. Als deze Invloed van de mens op het modeleiland Uit onderzoek van de Stich- sliblaag eenmaal ongeveer 15 tot 20 centimeter ting Bargerveen blijkt dat dik is, neemt de diversiteit in plantensoorten weer In elk verhaal over de geschiedenis van onze Wadden- Inpoldering en (stuif)dijken de achteruitgang van de af. De snelheid van ophoging bepaalt de snelheid eilanden speelt de mens een rol. De natuurlijke De natuurlijke processen in het Waddensysteem zijn Grauwe klauwier samen- van de vegetatiesuccessie. In een situatie met veel ontwikkeling van een eiland kan immers niet los worden vooral sterk beïnvloed door de aanleg van dijken. De hangt met de afname van dynamiek duurt deze successie vele tientallen jaren. gezien van de invloed die de mens hier al meer dan dijken beschermden de mensen tegen het water en het voedselaanbod van onder Daar wisselen aangroei en afslag elkaar af en wordt de duizend jaar lang uitoefent. Ook in de beschrijving van maakten inpolderingen mogelijk, waardoor vruchtbare meer kevers. Deze blijken op vegetatie voortdurend verjongd. Soms overstroomt het ons modeleiland speelt deze invloed mee. Vandaar dat grond vrijkwam voor het verbouwen van voedsel. Nog hun beurt afhankelijk te zijn zeewater de kwelders van twee kanten: zowel vanuit een aantal dominante activiteiten hier kort worden geen honderd jaar geleden, in het begin van de 20e van gezonde Helmwortels, de Waddenzee als vanuit de Noordzee (via washovers). besproken. Mensen handelden tot voor kort uit direct eeuw, zijn langs de hele Noordzeekust op grote schaal voor de ontwikkeling van De afwisseling in processen als overstroming, afslag en eigenbelang, om zich te beschermen tegen de zee, om stuifdijken aangelegd. Een drijfveer daarvoor was dat de de larven. Vitale groei van aangroei neemt dan nog verder toe, wat terug te zien is brandstof te winnen en om voor voedsel te zorgen. zeekerende functie van de oorspronkelijke duinen verlo- Helmwortels hangt weer in de grotere variatie van de kweldervegetatie. Tegenwoordig komt daar een aantal meer indirecte ren dreigde te gaan, vermoedelijk door overexploitatie sterk af van overstuiving belangen bij, zoals de bescherming van natuur, milieu van de duinen. Anderzijds zal ook de drang naar voor- van de planten met vers en water en duurzaam toerisme. Het is voor ons mensen uitgang een rol hebben gespeeld. Door de (stuif)dijken zand. Zodra deze over- de kunst om daarbij met ‘de natuurlijke processen mee’ is een groot deel van het waddengebied vastgelegd stuiving stagneert, tasten te werken. We moeten een goed inzicht hebben in die en begroeid geraakt met een dichte vegetatie. Ook de aaltjes het wortelstelsel aan processen, om het concept ‘modeleiland’ in beleid en fauna is er door veranderd, zoals blijkt uit het voorbeeld en worden de helmwortels beheer te kunnen toepassen. van de Grauwe klauwier. houtig.

42 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 43 om een hoge gesloten zeereep in stand te houden, grondwaterwinning. Wel zijn op deze twee eilanden De gevolgen van een sneller stijgende zeespiegel behalve natuurlijk waar in of direct achter de zeereep integrale waterbeheerprojecten uitgevoerd. Er zijn kunnen extra groot zijn in bepaalde delen van het bebouwing aanwezig is. Natuurlijke processen kunnen maatregelen getroffen om de waterwinning zo goed kustgebied waar tegelijkertijd de bodem aan het nu zoveel mogelijk ongestoord verlopen, zonder dat mogelijk te combineren met het herstel van natte dalen is. Dit proces wordt door de mens veroorzaakt daarbij de veiligheid in gevaar komt. Er gaat geen duin- duinvalleien. Op Terschelling en Ameland wordt water of versterkt, bijvoorbeeld door ontwatering, areaal meer verloren en de recreatiestranden worden van de vaste wal betrokken en is de waterwinning in grondwateronttrekkingen en winning van aardgas en groter. Om goedkoper en meer met de natuur mee de 80-er en 90-er jaren drastisch gereduceerd. Op Texel zout. Samen met een stijgende temperatuur en een te werken wordt er de laatste jaren zo veel mogelijk is de winning op het eiland een aantal jaar geleden veranderend wind- en neerslagpatroon, kan dit de onder water gesuppleerd (op de vooroever). Sinds helemaal gestopt. ontwikkeling van het waddengebied beïnvloeden. 1995 gaat Rijkswaterstaat in het kader van ‘dynamisch Grondwaterwinning blijft actueel op de eilanden, zeker We moeten hier rekening houden met mogelijke kustbeheer’ wat flexibeler om met het handhaven van als het aantal toeristen blijft toenemen. Aan ‘wad- effecten voor onder meer de kustveiligheid, de de basiskustlijn. Als er geen belangrijk maatschappelijk leidingen’ van het vasteland naar de eilanden kleven waterkwaliteit, leefgebieden van planten en dieren risico is, gaat men niet standaard bij elke overschrijding nogal wat nadelen en risico’s. Om die reden wordt en natuurlijk de soorten zelf. Kluut | foto: © Silvan Puijman van de basiskustlijn suppleren. Onmiddellijke suppletie onderzocht hoe de eilanden de afhankelijkheid van bij elke overschrijding onderdrukt namelijk de spontane ‘vreemd’ water zo veel mogelijk kunnen minimaliseren. Jaarlijkse hoeveelheden zand- Kustbeheer afwisseling van erosie en sedimentatie. Deze processen Duurzaamheid zal daarbij een sleutelwoord zijn. Herstel suppletie en het percentage Door het vastleggen van de kust zijn de eilanden dragen uiteindelijk ook bij aan ecologische verjonging van duinvalleien en een toename van grondwaterwin- overschrijdingen van de een statisch geheel geworden in een omgeving die en aan een ‘natuurlijke ontwikkeling van de kust’. De ning zijn nu eenmaal lastig te combineren. Basiskustlijn (BKL) in de nog wel heel dynamisch is. Meegroeien met de zee ervaring met tien jaar ‘dynamisch handhaven’ leert dat periode 1991-2003 (Bron: Rijks- is daardoor bijna onmogelijk geworden. Daarom de kustachteruitgang in grote lijnen onder controle is. Klimaatverandering waterstaat). heeft Rijkswaterstaat er in 1990 voor gekozen om De verandering van het klimaat staat volop in de be- de kustlijn, zoals die er toen lag (de ‘basiskustlijn’) Winnen van grondwater langstelling. Deels is klimaatverandering een natuurlijk op een andere wijze te gaan handhaven, en wel door De mens heeft ook invloed op de natuur door het winnen verschijnsel, maar duidelijk lijkt nu wel dat het proces zandsuppleties uit te voeren op het strand en in de van grondwater voor de drinkwatervoorziening. De toe- wordt versneld door de mens via de uitstoot van broei- vooroever. Dat betekent dat er zand wordt opgezogen stroming van grondwater vanuit de zoetwaterbel is een kasgassen. Men verwacht dat de opwarming van de door sleephopperzuigers op een diepte van meer dan belangrijke randvoorwaarde voor de aanwezigheid van aarde door zal zetten en dat ook in Nederland de gemid- 20 meter, soms wel 20 kilometer uit de kust. Dit wordt soortenrijke duinvalleivegetaties, vooral van die typen die delde temperatuur verder zal stijgen. Verder zorgt de vervolgens per schip of leiding naar de kust gebracht, afhankelijk zijn van opkwellend, kalkrijk grondwater. Het opwarming van de aarde voor een versterking van de waar het op het strand wordt gesuppleerd of, zoals onttrekken van grondwater op grote schaal leidt tot een waterkringloop en daarmee voor meer neerslag. Het is tegenwoordig meestal, tussen het strand en de -7 keten van gevolgen. Duinvalleien verdrogen en de verzu- de verwachting dat het in Nederland vooral in de winter meter dieptelijn (vooroeversuppletie). Zo wordt de ring neemt toe. Bovendien hoopt er organische stof op, meer zal gaan regenen en dat de zomers droger worden (natuurlijke) erosie van de kustlijn tegengehouden. Elk waardoor voedingstoffen versneld beschikbaar komen. door hogere verdamping. Verder verwacht men dat de jaar wordt de BKL getoetst op overschrijdingen. Jonge pioniervegetaties worden dan sneller vervangen zeespiegel sneller zal gaan stijgen. De satellietwaarne- Door steeds op tijd weer nieuw zand in de kustzone door grazige vegetaties en struwelen. mingen sinds 1993 meten een gemiddelde wereldwijde te brengen, wordt verstoven of weggeslagen zand zeespiegelstijging van circa 3 millimeter per jaar. aangevuld. De schade die tijdens een storm aan Het verbruik van drinkwater wordt vooral door het Hoewel voor de Nederlandse getijdenstations nog geen duinen is ontstaan, herstelt meestal vanzelf weer. toerisme bepaald en neemt op de meeste eilanden duidelijke versnelling is waar te nemen (deze is nog Door deze ‘slijtlaag’ van suppletiezand is er een buffer nog steeds toe. Schiermonnikoog en Vlieland zijn voor steeds 2 millimeter per jaar) zijn de wetenschappelijke voor stormachtige tijden en is het niet meer nodig hun watervoorziening nog volledig afhankelijk van voorspellingen voor de toekomst verontrustend.

44 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 45 Onze eilanden nader bekeken

Helm | foto: © Klaas Huizenga 46 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 47 Waddeneilanden - hoogte (cm) Texel is het grootste Nederlandse Waddeneiland. Anders Kaart van Texel uit de 17e < - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 dan de overige eilanden is Texel noordoost-zuidwest eeuw. De aanleg van de -99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 georiënteerd. Dit heeft onder meer te maken met de Zanddijk in 1630 bracht de -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 geologische opbouw. Het is het enige Nederlandse verbinding tot stand tussen Waddeneiland waar dicht onder het oppervlak keileem het oude eiland Texel en het voorkomt, een mengsel van keien, grind, zand en leem, voormalige eilandje Eijer- In het vorige hoofdstuk is het ‘modeleiland’ beschre- opgestuwd in de voorlaatste ijstijd. Texel bestaat van land (foto uit archief van Sytske ven, als voorbeeld van een natuurlijk Waddeneiland. oorsprong uit twee eilanden. Tot waarschijnlijk de 12e Dijksen). Maar ook al herkennen we onze eilanden hier goed eeuw was Texel geen eiland, maar zat het vast aan in, een modeleiland bestaat niet. Zeker in hun land- Noord-Holland. Daarna ontstond tijdens stormvloeden schappelijke verschijningsvormen verschillen de het tegenwoordige Marsdiep, dat Texel scheidde van eilanden nogal. Daarom worden ze in dit hoofdstuk het vasteland. Ten noorden van het oude eiland Texel nader bekeken. De nadruk zal liggen op hun eigen lag het eilandje Eyerland, een zandplaat met duinen. verleden en de huidige landschapsstructuur, waarbij Deze werd in 1630 door een stuifdijk met het oude Texel wordt aangegeven hoe ze verschillen van het model- verbonden. Hierachter vormde zich een kwelder, die in eiland of de andere eilanden. 1834 als ‘polder Eyerland’ werd ingedijkt. Later zijn hier nog enkele polders aan toegevoegd.

Al heeft Texel een afwijkende geschiedenis, het heeft toch veel met het modeleiland gemeen. Van de karakteristieke vormen van het modeleiland vinden we op Texel een eilandkop, drie duinboogcomplexen en twee voormalige washovercomplexen terug. Een echte eilandstaart ontbreekt.

De eilandkop Noordelijk van deze jonge duintjes liggen al wat oudere De kop van het eiland Texel ligt in het zuiden, tussen parallelle duinenrijen, afgewisseld met valleien en meer- de geul in het zeegat (het Molengat) en ongeveer tjes, zoals de Mokvallei, de Horsmeertjes en de Kreefte- strandpaal 12. Hier ligt de Hors: een zeer brede polder. In dit gebied heeft de mens veel invloed gehad dynamische zandvlakte met jonge strandduinen. op het landschap, bijvoorbeeld door het aanleggen van De Hors is een voorbeeld van een aangelande stuifdijken, het graven van de Moksloot en het aanleg- zandplaat. In het verleden zijn hier om de 60 tot 110 gen van strandhoofden. Sommige ingrepen hebben het jaar zandplaten aangeland, zoals ook de plaat Onrust natuurlijke karakter van de eilandkop flink veranderd. ooit aanlandde. Waarschijnlijk zal binnen een halve Voorbeeld daarvan is de aanleg van de dijk tussen de eeuw (een deel van) (ofwel: Razende Bol) Geul en de Mokbaai en de dijk waardoor de Horsmeer- met de eilandkop versmelten. Het gebied zal daardoor tjes en de Kreeftepolder zijn ontstaan. opnieuw groeien, waardoor het een jong en dynamisch De oudere, meer naar binnen gelegen valleien langs de gebied blijft. Er groeien soorten als Biestarwegras en Moksloot zijn in de loop van de vorige eeuw verdroogd Zandhaver. en verzuurd geraakt door ontwatering, grondwateront- Texel 48 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 49 trekking en de invloed van atmosferische depositie. het noorden te vinden, bij de Buiten Muy en ten noor- Daardoor waren ze sterk verruigd. In de jaren ‘90 van den van de Sluftermonding. Hier komen karakteristieke de vorige eeuw is de waterwinning daar gestopt en is pioniersgemeenschappen en Knopbiesvegetaties voor, het waterpeil in de Moksloot sterk verhoogd. Verder zijn met veel beschermde soorten. In de Binnen Muy groeit grote delen van het gebied geplagd en/of in beweiding meer struweel. Ten oosten van de duinboogcomplexen, genomen. Deze herstelmaatregelen hebben geleid tot zoals bij Den Burg en Oosterend, lagen vroeger uitge- de ontwikkeling van een grote rijkdom aan plantensoor- strekte kwelders, maar deze zijn door inpoldering en ten. In het voorjaar bloeien er nu veel orchideeën. Om landbouwkundig gebruik verdwenen. dit zo te houden en de ophoping van voedsel te beper- ken, worden vele valleien jaarlijks gemaaid en wordt Washovercomplexen het maaisel afgevoerd. Door het actieve natuurbeheer De drie duinboogcomplexen werden van elkaar wordt de vegetatieontwikkeling vertraagd. Op plaatsen gescheiden door twee complete washovercomplexen. waar niet gemaaid of begraasd wordt is het struweel al Eén daarvan lag ten zuiden van de huidige Westerslag. ongeveer twee meter hoog. Op den duur zal de bodem- Nog steeds is deze op de hoogtekaart als een duidelijke verzuring doorzetten door uitspoeling van kalk in de on- laagte terug te vinden. Ongeveer op die locatie, ter dergrond. Zonder beheer zal dit op zich natuurlijke proces hoogte van kilometerpaal 14, heeft Rijkswaterstaat er toe leiden dat de natuurwaarden langzaam afnemen. een proef uitgevoerd met dynamisch kustbeheer. Dit bestond uit het nalaten van enige vorm van beheer Duinboogcomplexen in een 800 meter lang proefvlak. De ontwikkelingen Op de hoogtekaart van Texel is goed te zien dat er vroe- werden nauwlettend gevolgd. Uit deze proef is gebleken ger drie duinboogcomplexen hebben gelegen. De vor- dat de zeereep in het dynamisch beheerde deel hoger men hiervan zijn nog herkenbaar, ondanks uitgebreide werd dan in de aangrenzende kustdelen. Bovendien verstuivingen in de 15e tot 17e eeuw. Het duidelijkst kreeg de zeereep een meer natuurlijke vorm. zichtbaar is het meest zuidelijke duinboogcomplex, tus- sen de Mokbaai en de Fonteinsnol. Het tweede washovercomplex ontwikkelde zich op de De Slufter van de monding en de zandsuppleties beïnvloeden Ingang Slufter, gezien vanaf De duinbogen op Texel hebben een andere oriëntatie plaats waar ooit het zeegat tussen Eijerland en Texel De Slufter is een bijzondere vorm, die op de andere de natuurlijke ontwikkeling van De Slufter, vooral op het strand | dan op de andere Waddeneilanden. Door de overheer- lag. Toen dit zeegat verzandde bleef er in de 16e eeuw Nederlandse Waddeneilanden niet voorkomt. De Slufter lange tijdschalen. Op iets kleinere schaal bekeken is de foto: © Rijkswaterstaat sende wind uit het noordwesten zijn de duinbogen hier een buitengewoon grote washover over. Vanaf 1629 ontstond toen de stuifdijk tussen Texel en Eijerland dynamiek in De Slufter nog steeds hoog. Tijdens iedere naar het westen gericht en wijzen de armen naar het werden verschillende stuifdijken aangelegd, om de tijdens de zware stormvloed van 1851 op drie plaatsen vloed wordt er zand en slib afgezet in de vallei, volgens oosten. De duinbogen zijn grotendeels begroeid. In de washover te sluiten en Texel met Eijerland te verbinden. doorbrak. Er vormden zich eigenlijk drie slufters: schattingen jaarlijks ongeveer 8.000 tot 20.000 m3. Niet zeereep domineren Biestarwegras en Helmvegetaties Vanaf dat moment was er geen verbinding meer de Muy, de Kleine Slufter en de Grote Slufter. Deze alleen de zee zorgt hier voor dynamiek, maar ook de en direct daarachter liggen uitgebreide struwelen met tussen de Noordzee en de Waddenzee. De zandplaat situatie duurde niet lang. De Muy is bedijkt in 1868 en wind. Het gebied rond de opening van De Slufter is een Duindoorn en Vlier. Verder zijn er duingraslanden en van de washover ontwikkelde zich tot een kwelder die de Grote Slufter is na verschillende pogingen in 1887 kale zandvlakte, waar grote hoeveelheden zand kunnen plaatselijk duinheides te vinden. In de kalkarme duinen later verloren ging bij de inpoldering tot de huidige definitief gedicht. De Kleine Slufter bleef echter open stuiven als het droog is. groeien onder andere Buntgras en Duinriet (in de lage Eijerlandse Polder. Alleen buitendijks ligt nog een klein en is nu bekend als De Slufter. De Slufter is ontstaan In De Slufter groeien bijzondere plantensoorten, delen), de exoot Grijs kronkelsteeltje en vele korstmos- stukje van deze kwelder, het gebiedje ‘De Schorren’. Bij in een aangroeikust, maar sinds circa 1940 is er sprake zowel zoute soorten uit de haloserie op de lage en soorten. Op sommige plaatsen heeft men de duinbogen een stormvloed ontstond ’De Slufter’ na het doorbreken van een afslagkust. Er vinden dan ook regelmatig hoge kwelders, als zoete soorten uit de hygroserie op bebost met naald- en loofbomen. Ook komen er vrij veel van de stuifdijk, ruwweg op de plek waar vroeger het zandsuppleties plaats. Verder wordt de monding van plaatsen waar grondwater uittreedt. natte duinvalleien voor. De meest interessante zijn in washovercomplex lag. de inlaatgeul op haar plek gehouden. Dit vastleggen Texel 50 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 51 Opmerkelijk aan Vlieland is dat het een echt eiland van duinen is: van Noordzee tot Waddenzee. In tegenstelling tot de andere eilanden zijn er bijna geen landbouwgebieden. In de natuurlijke ontwikkeling van Vlieland staat ‘zand’ dan ook centraal. Aan het eind van de Middeleeuwen lag de kustlijn in het westen van Vlieland veel noordelijker dan nu. De zee transporteerde toen veel zand naar de Vlielandse kust, vanuit het Eijerlandse Gat tussen Texel en Eijerland. De Vliehors was in die tijd een duingebied met waarschijnlijk een duinboogcomplex. Tussen dit duinboogcomplex van Vlieland-West en dat van Vlieland-Oost heeft mogelijk een washovercomplex gelegen. In de loop van de 17e eeuw verminderde de Hoogtekaart van Vlieland (op basis van het zandaanvoer en ging afslag overheersen, vooral aan de Actueel Hoogtebestand Nederland uit 1999 van noordwestkant van het eiland. Ook weten we uit oude Rijkswaterstaat). geschriften dat de duinen begonnen te verstuiven, waarschijnlijk doordat de bewoners hun vee in de Opvallend is dat de westelijke helft van Vlieland zeewerende duinen lieten grazen. Dit verzwakte de eilandkop heeft in de loop van de tijd perioden gekend Het reddingshuisje op de Vlie- bestaat uit een kale, lage zandplaat, de Vliehors zeewering en in 1736 verdween daardoor het dorp van zandaanvoer, bijvoorbeeld aan het eind van de hors | foto: © Klaas Huizenga en de oostelijke helft uit duinen. De paar hogere West-Vlieland in de golven. Door deze sterke afslag, Middeleeuwen, en van afslag (na de 17e eeuw). Sinds delen op de Vliehors zijn restanten van een in combinatie met extreme verstuivingen, zijn de de afsluiting van de Zuiderzee is het patroon van stuifdijk. Op Vlieland is het hoogste duin van de natuurlijke vormen op Vlieland enorm veranderd. Het zandtransport in de westelijke Waddenzee gewijzigd en Waddeneilanden te vinden: het Vuurboetsduin van heeft daardoor van alle eilanden het minste met het groeit de eilandkop weer aan. 45 meter hoog. modeleiland gemeen. Aan de westkant van de Vliehors vindt af en toe overstroming vanuit de Noordzee Duinboogcomplexen plaats. Mogelijk is dit een rudimentair overblijfsel van Op 17e eeuwse kaarten zijn op Vlieland twee of drie het voornoemde washovercomplex tussen West- en duinboogcomplexen terug te vinden. Daartussenin lag Oost-Vlieland of is het nieuw gevormd. De overige waarschijnlijk een washovercomplex. Het westelijke landschapsvormen zijn nog wel aanwezig, hoewel ze in duinboogcomplex dat op de Vliehors heeft gelegen, is Waddeneilanden - hoogte (cm) veel opzichten afwijken van de andere eilanden. volledig geërodeerd. Ook in het oostelijk duingebied < - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 zijn de oorspronkelijke vormen bijna niet meer te -99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 De eilandkop herkennen. Slechts met de nodige moeite zijn de iets -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 De eilandkop van Vlieland bestaat uit het meest lager liggende delen van ingesloten strandvlakten nog westelijke puntje van de zandplaat de Vliehors. De herkenbaar, maar de duinbogen zijn niet aan te wijzen, rest van de Vliehors was vroeger een duingebied, net zo min als parallelle duinketens. Dat deze vormen dat door zee en wind volledig is geërodeerd. Het is zo veranderd zijn, heeft te maken met de hierboven dus van oorsprong geen aangelande zandplaat. De genoemde grote verstuivingen in de 17e eeuw. De wind Vlieland 52 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 53 kregen bij aanvang een landbouwbestemming, maar droge perioden uitstuiven en in nattere perioden werden al snel natuurgebied. volstuiven. De successie zal hierdoor steeds weer In de Kroon’s Polders is nu een gevarieerde vegetatie opnieuw beginnen, vermoedelijk ook nog onder zeer te vinden. De eerste Kroon’s Polder krijgt veel kalkrijk voedselarme omstandigheden. grondwater aangevoerd vanuit de aangrenzende Ten oosten van het dorp Oost-Vlieland liggen secundaire Meeuwenduinen. Daarmee is het een van de zeldzame duinen, die ontstaan zijn door verstuivingen en tot plekken op de Waddeneilanden waar onder invloed van 45 meter hoog zijn. Deze hoge duinen grenzen direct dit grondwater moeraskalk wordt afgezet. aan de Waddenzee en genereren een sterke grond- Er vindt zelfs enige veenvorming plaats. Het is hier zo waterstroom in de richting van het wad. nat, dat de vegetatiesuccessie erg langzaam gaat. De pioniervegetatie met Knopbies en Orchideeën Eilandstaart bestaat hier al bijna 80 jaar. Overigens speelt ook Ten oosten van de Fortweg, op de oostpunt van het natuurbeheer daarbij een rol: sinds de jaren ´70 van de eiland, bevindt zich de eilandstaart. De Vlielandse vorige eeuw wordt deze polder gemaaid en het maaisel eilandstaart is erg smal en ‘kwispelt’ nauwelijks. afgevoerd, waardoor de bodem schraler wordt en Kustbeschermende maatregelen met strekdammen verruiging geen kans krijgt. houden de eilandstaart op haar plaats. Wel wisselen De tweede, derde en vierde polder ondervinden invloed enige aangroei en afslag elkaar af, in een cyclus van van de zee. De tweede polder staat met de Waddenzee ongeveer 20 jaar. in verbinding via een duiker. In de derde en vierde polder zijn in 1996 openingen in de dijk aangebracht, Strand en vooroever waardoor het zeewater vrij in en uit kan stromen. In Sinds er zandsuppleties worden toegepast (vanaf de het voorste en middelste deel van deze polders is enige jaren ‘90 van de vorige eeuw) slaat de kust van Vlieland eb en vloed merkbaar en zet zich slib af. Er hebben minder af dan voorheen. Op veel plekken is er zelfs zich plantensoorten van de lage, middelhoge en zoveel zand, dat de kustlijn zich zeewaarts verplaatst en hoge kwelders gevestigd. Het zeewater dringt alleen er nieuwe (embryonale) duintjes op het strand ontstaan. bij extreem hoge waterstanden helemaal tot achter De zeereep vangt veel zand in. Door het dynamische in beide polders door. Het zoute water lijkt hier een zeereepbeheer wordt het zand op een natuurlijke verdere verruiging tegen te gaan. manier afgezet, wat plaatselijk heeft geleid tot een natuurlijker vorm van de zeereep, met stuivende toppen Het oostelijke duincomplex bestaat voornamelijk uit en diepe stuifkuilen. Wel kunnen stormen nog tot een droge duinen, met vegetatie van droge duingraslanden sterke afslag van de stuifdijk leiden, vooral daar waar en duinheide, maar ook met ruige vegetaties. Er men voorheen de dijk zeer hoog had laten opstuiven liggen vrij weinig vochtige en natte valleien in de door het plaatsen van schermen en door Helmaanplant. oude Vlielandse duinen. De meeste zijn begroeid Meeuwenduinen, met op de verwaaide de oorspronkelijke duinvormen tot nieuwe Aan het eind van de 19e eeuw was het gebied tussen met kruipwilgstruweel of natte heide. Wel zijn in achtergrond de Kroon’s Polders secundaire vormen, met diepe kuilen en hoge toppen. de Vliehors en het aangrenzende duingebied zo het hoge centrale deel van de Vallei van het Veen foto: © Rijkswaterstaat Aan het eind van de 19e eeuw begonnen Rijkswaterstaat smal geworden, dat men bang was dat de Vliehors enkele secundair uitgestoven, zure ‘kuilen’ aanwezig en Staatsbosbeheer met de grootschalige aanplant misschien zou losraken van het eiland. Daarom legde die al lange tijd nauwelijks begroeid raken. Dit komt van bos en Helm. Rond 1910 was daardoor vrijwel het Rijkswaterstaat tussen 1905 en 1922 stuifdijken aan, vermoedelijk door de zeer grote schommelingen gehele duingebied vastgelegd. waardoor de vier Kroon’s Polders ontstonden. Deze in grondwaterstanden waardoor ze telkens weer in Vlieland 54 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 55 De eilandkop Groenknolorchis | De eilandkop van Terschelling is goed ontwikkeld. Nog foto: © KINA steeds wordt vanuit de buitendelta zand aangevoerd aan de noordzijde, waardoor er een robuuste kop met een breed strand is ontstaan. Tussen 1853 en 1866 versmolt de zandplaat de Noordvaarder met het eiland, vanuit de binnendelta. Tussen 1920 en 1929 legde Rijkswaterstaat hier stuifdijken aan, waardoor de Kroonpolders ontstonden. Later heeft men geprobeerd om ook de overblijvende vlakte in te polderen, maar door een hevige storm in 1953 sloegen er grote delen van de stuifdijk weg. Hierdoor ontstond een strandvlakte die half is afgesnoerd van de zee. Nu nog steeds heeft de zee vrij toegang tot dit gebied en staat het bij hoge vloed onder water. Door de huidige oostwaartse verplaatsing van de geul zal deze zee- invloed voortduren.

Maar niet alleen de zee, ook zoet water speelt hier een rol. Onder de Noordvaarder en de Kroonpolders heeft zich een zoetwaterbel gevormd. Op de grens met lage vlaktes en valleien kwelt hieruit grondwater omhoog. Deze omstandigheden zorgen voor een mozaïek van natuurlijke duinvalleivegetaties, jonge een ‘riviertje’ vormde. Vanwege de zeer bijzondere kweldertypen, vegetaties van brakke omstandigheden hydrologische omstandigheden met oppervlaktewater, Waddeneilanden - hoogte (cm) en moerasvegetaties. In de vroege zomer is het hier kwel vanuit de duinen en af en toe enige toevoer

< - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 Terschelling lijkt qua opbouw sterk op het modeleiland. groengeel van de bloeiende Groenknolorchissen en zijn van zout water vanuit het zuiden, kreeg het gebied

-99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 Duidelijk zijn de eilandkop, duinboogcomplexen, een er ook allerlei andere beschermde soorten te vinden. zeer hoge botanische waarden. Na 1911 is er een gekerfde zeereep en een eilandstaart te herkennen. dwarsdijk aangelegd en werd in het noordelijke -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 In het verleden heeft er waarschijnlijk tussen de Een ander fenomeen op Terschelling is het ‘Groene deel de zee-invloed ook vanuit de Waddenzee tot beide duinboogcomplexen een washovercomplex Strand’, dat al heel lang geen echt groen strand meer vrijwel nihil teruggebracht. Het ‘riviertje’ veranderde gelegen, maar dat is niet meer te zien. Bijzonder is. Vroeger was dit gebied een langgerekt deel van de in een sloot. Uiteindelijk werd het zuidelijk deel in voor Terschelling is dat het (relatief kort geleden) is oorspronkelijke strandvlakte, die geleidelijk steeds 1955 definitief afgesloten van de Waddenzee. De uitgegroeid tot een twee keer zo lang eiland, door het meer ingeklemd raakte tussen de hoge duinen van zoetwaterbron, het aangrenzend duingebied, leverde aangroeien van zandplaten. Aan de westzijde verheelde West-Terschelling en De Noordvaarder. Vrij plotseling inmiddels ook veel minder water door de toenemende de Noordvaarder met het eiland en aan de oostzijde de werd deze laagte aan de noordzijde afgesloten, door ontwatering en door verdamping van de over grote Boschplaat. de versmelting van beide gebieden. Daarna kreeg het oppervlakten aangeplante naaldbossen. Het Groene gebied de afvoer van heel veel zoet water uit het hoge Strand verdroogde, waardoor natuurlijke overgangen aanliggende duingebied te verwerken, waarbij zich verdwenen en de begroeiing veel eenvormiger werd. Terschelling 56 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 57 complexen zijn op dit moment begroeid met karakteris- Deze zijn door de mens grotendeels in cultuur gebracht. tieke Buntgrasvegetaties op de zuidhellingen en duin- heide op de noordhellingen. Helaas komen er ook veel Veranderingen in de zeereep verruigde of vergraste vegetaties voor. Daarbij gaat het De zeereep is de meest zeewaartse aaneengesloten om honderden hectares. Om de vegetatie te verjongen duinenrij die alle andere landschapsvormen met elkaar proberen natuurbeheerders de dynamiek weer op gang verbindt. Deze landschapsvorm is niet te beschouwen te krijgen. Een voorbeeld hiervan is het reactiveren van als een van de natuurlijke hoofdelementen van het een aantal dichtgegroeide stuifkuilen bij El Dorado. In modeleiland. We bespreken hem hier toch apart de jaren ‘90 van de vorige eeuw maakte Staatsbosbe- omdat de zeereep op Terschelling, nog meer dan op de heer verschillende duintoppen en kuilen kaal, waardoor andere eilanden, zo’n prominente rol heeft gespeeld het zand inderdaad ging stuiven. De mate waarin en en nog steeds speelt. De reden hiervan is dat het eiland hoe lang de verstuiving doorging verschilde echter per een geschiedenis van aanzienlijke kustafslag, en dus kuil en was onder meer afhankelijk van de ligging ten kustbescherming, achter de rug heeft. In de loop van opzichte van de wind. de 19e eeuw werd de zeereep geleidelijk over de gehele lengte, van het uiterste westen tot het uiterste oosten, De natte en vochtige duinvalleien van het oude rechtgetrokken om de kust sterk te houden. Soms werd duinboogcomplex liggen vooral ten zuiden van hij met bulldozers achteruit geschoven om het zand op West aan Zee. De meeste valleien zijn de afgelopen het eiland vast te kunnen houden. Deze maatregelen twintig jaar wel een keer geplagd. Er zijn hier veel stopten in de jaren ‘90 van de vorige eeuw; voortaan karakteristieke soorten van jonge duinvalleien te zouden zandsuppleties de kustlijn op haar plek houden. vinden. De wat oudere valleien zijn begroeid met Op dit moment is de zeereep op Terschelling niet alleen natte heide, (duin)riet of Kruipwilgstruweel. In de veel langer dan op de andere eilanden maar tegelijk ook alleroudste valleien groeien Grauwe wilg en Gagel. veel dynamischer. In het midden van Terschelling ligt de beroemde vallei De Koegelwieck, met prachtige karakteristieke Op West Terschelling, tot paal 8, wordt de zeereep al duinvalleivegetaties. Veel planten die hier groeien zijn jaren niet meer onderhouden. De strakke dijkvorm is op Hooiland met orchideeën met In 1996 namen natuurbeheerders maatregelen om telijke duinboog, van het huidige West-Terschelling tot afhankelijk van de periodieke aanvoer van grondwater. veel plaatsen verdwenen en hier en daar stuift steeds op de achtergrond het Jan Thijs- de oorspronkelijke hydrologie te herstellen. De ongeveer bij Formerum (paal 6-12) nog steeds te zien. Maar deze grondwateraanvoer is afgenomen, door meer zand via natuurlijke kerven (en enkele ‘aangeleg- sensduin | foto: © KINA dwarsdijk uit 1911 werd verwijderd, de dijk uit 1955 De oostelijke duinboog strekte zich uit van de huidige kustafslag in het verleden en door bosaanplant, de’ sleuven) 50 tot 100 meter het achterland in. Maar de werd verlaagd, de sloot deels gedempt en langs de strandpaal 13 tot strandpaal 19. Al voor de 16e eeuw waardoor de overlevingsmogelijkheden voor veel grootste veranderingen in dynamiek zijn te vinden in de sloot werd de vegetatie geplagd. Zeewater mag het kreeg Terschelling te maken met grote verstuivingen soorten op de lange duur gering zijn. Op sommige zeereep tussen strandpaal 15 en 20. Hier startte Rijks- gebied weer binnendringen, maar doordat er een en in de 17e eeuw raakte bijna het hele duingebied in plekken, zoals nabij de Kooibosjes, treedt kwelwater uit waterstaat in 1995 een verstuivingsproject. Doel hiervan drempel ligt gebeurt dat maar sporadisch. Wel hadden verstuiving. De wind deed duinen in nieuwe vormen de duinen. De bodem is hier permanent vochtig tot nat. was om de rechte zeereep beter in het landschap te de maatregelen sterkere kwel tot gevolg en zelfs de ontstaan, waardoor de oorspronkelijk aanwezige Evenals op Schiermonnikoog en Vlieland zijn hier nog op laten passen en tegelijkertijd de natuurwaarden van het ontwikkeling van een veenvormende vegetatie. vormen bijna onherkenbaar veranderden. Grote duinen- heel kleine schaal veenvormende vegetaties te vinden. achterland te verhogen. In de zeereep werden acht ker- rijen (‘loopduinen’) wandelden honderden meters (tot De onttrekking van water door de aangrenzende ven aangelegd. Daarnaast werd de vegetatie gedurende Duinboogcomplexen wel 1500 meter) naar het oosten en de wind stoof veel polder heeft hierop een negatieve invloed. Uit de vijf jaar verwijderd om de wind zoveel mogelijk vat te Op Terschelling lagen vroeger waarschijnlijk twee duin- nieuwe valleien uit tot op het grondwater. bodemkaarten blijkt dat veen oorspronkelijk veel laten krijgen op het zand. Zo raakte ongeveer 100 hec- boogcomplexen. Op de hoogtekaart is de meest wes- De hoge en droge resten van de oude duinboog- grotere gebieden besloeg langs de binnenduinrand. tare van de zeereep in verstuiving. Uit een evaluatie in Terschelling 58 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 59 een washovercomplex gelegen. Lange tijd scheidde staart, waarbij aangroei en afslag elkaar afwisselen. deze geul de Boschplaat van het eiland Terschelling, Vanaf 1974 heeft de oostpunt, inclusief Cupido’s Polder, maar door verzanding groeiden beide delen aan sterk te lijden onder afslag, door verplaatsing van de elkaar. Eind 19e, begin 20e eeuw vormde zich hier geul ‘Boschgat’. Sinds die tijd verdween ongeveer een washovercomplex. In de jaren ’30 van de vorige twee kilometer van de eilandpunt in de golven. Het eeuw werd er vanaf paal 19 een stuifdijk aangelegd is duidelijk dat dit proces zich zal doorzetten, totdat tot aan de oostpunt van de Boschplaat. Daardoor de cyclische ontwikkeling van de geul weer aangroei werd de washover afgesloten en kon de Noordzee het mogelijk maakt. gebied niet meer overspoelen. Aan de Waddenzeekant ontwikkelde zich een kwelder, doordat het rustiger stromende Waddenzeewater slib ging afzetten. Het voormalige washovercomplex is nog herkenbaar in de vegetatie. Momenteel is de kweldervegetatie echter aan het verdrogen en verruigen en groeien er veel grassen. Op een enkele plaats groeien zelfs al struiken en bomen.

De eilandstaart De eilandstaart beslaat bijna de hele Boschplaat, van strandpaal 21 tot het zeegat. Na de aanleg van de stuif- dijk (tussen 1932 en 1936) ontstond hier een waardevol natuurgebied met bijzondere pioniervegetaties, dat uit- Verstuiving | foto: © Ab Grootjans 2000 blijkt dat de kerven na vijf jaar veel breder en die- groeide tot een grote kwelder. Maar de stuifdijk zorgde per waren geworden en dat het kalkrijke zand tot 200 ook voor verstarring. Het transport van zand en water meter, plaatselijk zelfs tot 300 meter, het gebied achter van de Noordzee naar de Waddenzee was niet langer de zeereep was ingestoven. Het experiment had tot mogelijk. Daardoor is de kwelder nu, 75 jaar na aanleg gevolg dat de rechte zanddijk inmiddels veel meer on- van de stuifdijk, sterk verruigd. derdeel uitmaakt van het duingebied. Ook de vegetatie Ten noorden van de stuifdijk, tussen paal 25 tot 28, verjongt zich. Op dikke, overstoven lagen hebben zich ontstonden vanaf de 60-er jaren van de vorige eeuw droge soorten van schrale omstandigheden gevestigd. nieuwe duintjes. Langzaam maar zeker werden deze zo Op vochtige plekken zijn kalkminnende soorten als Moe- hoog en breed dat ze elkaar raakten en een gekerfde raswespenorchis en Addertong verschenen. Inmiddels zeereep ontstond. In de jaren ’90 van de vorige eeuw worden er weer maatregelen genomen om de dynamiek zijn er stuifdijkjes aangelegd om verdere landaanwas te en overstuiving op een aantal plaatsen te beteugelen. bevorderen. Daarmee dreigen belangrijke natuurwaarden weer ver- Dit gebied ging Cupido’s Polder heten en is nu begroeid

loren te gaan. met een kwelderachtige vegetatie met soorten als Zee- Terschelling kraal, Kweldergras, Lamsoor en Engels gras. Pas de laat- Washovercomplex ste jaren hebben zich ook zoete pioniervegetaties met Afkalvende stuifdijk tussen de Ten oosten van het tweede duinboogcomplex, op de Knopbies ontwikkeld. Boschplaat en Cupido’s Polder| plek van de voormalige geul ‘Het Koggediep’, heeft De oostpunt van de Boschplaat heeft een ‘kwispelende’ foto: © Rijkswaterstaat

60 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 61 De eilandkop De eilandkop van Ameland is tussen 1850 en 1950 sterk geërodeerd. Deze afslag werd een halt toegeroepen door de westkant van Ameland vast te leggen met steen. Ook werd er een onderwaterdam parallel aan de kustlijn aangelegd. De aanleg van een stuifdijk, waar- achter de vallei ‘Lange Duinen Noord’ is ontstaan, heeft veel invloed gehad op de ontwikkeling van de Ame- lander eilandkop. Aanvankelijk bestond ‘Lange Duinen Noord’ uit een groen strand. Na aanleg van de stuifdijk hoopten zich echter voedingsstoffen op en ontstond er, mede door de forse aanvoer van zoet water, een groot Rietmoeras. Hoewel de vallei ‘Lange Duinen Noord’ op twee plaatsen nog verbonden is met de Noordzee, lig- gen de openingen zo hoog dat er maar heel af en toe zeewater doorheen stroomt. Kenmerkend voor de eilandkop van Ameland is de sterk begroeid met Schapengrasvegetaties, afgewisseld met Blauwe zeedistel | ontwikkelde strandhaak aan de noordwestzijde van het droge duinheiden, maar ook met heel dichte monocul- foto: © Marion Bilius eiland. Deze is ontstaan uit een aangelande zandplaat. turen van Zandzegge. Naar het oosten toe domineren Van Ameland is bekend dat er al minstens twee keer struweel en soorten als Helm en Duinriet. Er zijn ook eerder een plaat vanuit de buitendelta is aangeland. vochtige en natte plekken, in de valleien en in de bin- Dit soort aanlandingen vindt plaats met een tussen- nenduinrand. Hier groeit bijvoorbeeld natte heide met periode van ongeveer 60 jaar. De strandhaak die nu veel Dophei. Bij Ballum liggen nog enkele goed ontwik- in de noordwestpunt van Ameland ligt, beweegt zich kelde valleitjes met soorten als Oeverkruid, Onderge- langzaam oostwaarts. Achter de strandhaak ligt een doken moerasscherm, Draadgentiaan, Dwergbloem en

Waddeneilanden - hoogte (cm) beschutte zone, waar zich een groen strand vormt. Stijve waterweegbree. Dit is heel bijzonder. Het over-

< - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 Nog fraaier dan op Terschelling zijn op Ameland veel Er is hier geen invloed van opkwellend zoet grondwater. grote deel van de duinboogcomplexen bestaat uit vege-

-99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 eeuwenoude natuurlijke vormen te vinden. Behalve een Daarom komen er bijna alleen soorten van zilte omstan- tatie die verruigd en verouderd is. eilandkop, een eilandstaart en strand liggen er maar digheden voor. -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 liefst drie duinboogcomplexen en twee voormalige Washovercomplex washovercomplexen. Maar anders dan bij een volledig Duinboogcomplexen Tussen de huidige strandpalen 9 en 12, dus tussen het natuurlijke ontwikkeling zijn de verschillende duinbogen Uit oude kaarten blijkt dat Ameland drie duinboog- westelijke en middelste duinboogcomplex, lag eeuwen- op Ameland met elkaar verbonden door stuifdijken en complexen heeft gehad: Hollum-Ballum, Nes-Kooiplaats lang een washovercomplex. Uit oude bronnen is af te zijn de meeste ook aan de wadzijde bedijkt. en Oerd-Oosterhuizen. Dit laatste complex is door leiden dat er al in 1627 een slenk op de strandvlakte stormvloeden en de wind grotendeels afgebroken lag, die geleidelijk breder en dieper werd. Bij een storm- en verstoven, maar de andere twee zijn nog duidelijk vloed in 1686 werd zelfs een schip door de slenk van de aanwezig. Noordzee naar de Waddenzee gestuwd. Tot vroeg in Achter vrijwel de hele Noordzeekust ligt duingebied. de 19e eeuw overstroomde het washovercomplex in de Droge duingebieden domineren deze zone. Ze zijn winter. Later leidde de aanleg van een stelsel van stuif- Ameland 62 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 63 De Kooioerdstuifdijk met links dijken, vooral de Mochdijk, tot de afdamming van de de kwelder Nieuwlandsreid en washover. Ook aan de Wadzijde is een dijk aangelegd. rechts geplagde duinvalleien| Ten noorden van de Mochdijk stoof een nieuw duinge- foto: © Rijkswaterstaat bied op, de Zwanewaterduinen, en ten noorden daarvan heeft men opnieuw een stuifdijk aangelegd. Na de be- dijkingen van de Noordzeekust tot aan de Waddenzee is er centraal in de voormalige washover een afvoersloot aangelegd. Ten zuiden van de Mochdijk, in de binnen- duinrand van de Zwanewaterduinen (in feite dus mid- den in het voormalige washovercomplex) zijn recentelijk grote delen geplagd en is de afvoersloot weer omgevormd tot een zeer brede ondiepe laagte. Hier kwelt water uit de Zwanewaterduinen op en ont- wikkelt zich een voedselarme, zwak gebufferde valleive- getatie. Ten zuiden daarvan, op de voormalige kwelder- vlakte van de washover, bevindt zich nu nat poldergras- land, met rondom de daar nog aanwezige afvoersloot enkele brakke plantensoorten, zoals Zeebies. Dat geeft aan dat er nog zout in de bodem zit. De eilandstaart Visdiefje | foto: © KINA De eilandstaart van Ameland, de Hon, strekt zich uit van Verder naar het oosten, tussen strandpaal 17 paal 22,5 naar het oosten en is heel goed ontwikkeld. en 20.5, dus tussen het middelste en oostelijke Het is een echte kwispelende staart. Dat hangt samen duinboogcomplex in, lag nog een washovercomplex: met de cyclische bewegingen van het geulenstelsel in de huidige Zoute weide (of Nieuwlandsreid). Dit is nu het aangrenzende zeegat, het Pinkegat. De Amelander een kwelder met een aantal meanderende slenken, die eilandstaart heeft een prachtige gekerfde zeereep. Deze boeren al jaren als weidegrond gebruiken. Af en toe heeft zich in de vorige eeuw in slechts dertig jaar tijd overstroomt het vanuit de onbeschermde wadkant. De ontwikkeld. De duinenrij is onderbroken door kleinere Kooi-Oerdstuifdijk aan de noordkant voorkomt dat er washovers en daarachter ligt een kwelder, met een zeewater vanuit de Noordzeekant binnendringt. In 2005 mozaïek aan vegetatietypen van lage tot hoge kwelder. heeft It Fryske Gea de met struweel begroeide vallei Aan de vegetatie is te zien dat dit gebied relatief jong en tussen deze stuifdijk en de zeereep afgeplagd, omdat dynamisch is. deze sterk was verruigd. Ook is er een opening gemaakt waardoor het Noordzeewater kan stromen. Het is herstel in de richting van de oorspronkelijke condities. Ameland 64 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 65 De eilandkop Moeraswespenorchis | De eilandkop vormt het westelijk uiteinde van foto: © KINA Schiermonnikoog. De kop strekt zich uit tussen strandpaal 28 (ten zuidoosten van de Westerplas) en paal 4 (ten oosten van de Badweg). De eilandkop omvat aangelande zandplaten en strandhaken. Ongeveer elke 20 jaar landt hier een nieuwe zandplaat aan. Na de afsluiting van de Lauwerszee was de hoeveelheid zand die aanlandde extra groot. Door de kleinere hoeveelheid getijdenwater bleef het zand niet langer op zijn plek in de getijdendelta (aan de Noordzeezijde van het zeegat) en werd het door golven naar de kust van Schiermonnikoog gebracht. Door dit zand is het strand van Schiermonnikoog enorm aangegroeid. Op de hoge delen is een groen strand ontstaan, dat momenteel wel 400 meter breed is en zich uitstrekt langs ongeveer tien kilometer van de kust.

Duinboogcomplex Het duinboogcomplex van Schiermonnikoog strekt zich uit van de Westerduinen tot en met de Kobbeduinen. Bijna alle karakteristieke onderdelen, zoals duinboog, Waddeneilanden - hoogte (cm) ingesloten strandvlakte en parallelle duinen, zijn hier

< - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 Schiermonnikoog is het meest natuurlijke eiland van nog te vinden. De polder van Schiermonnikoog bestaat

-99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 alle Nederlandse Waddeneilanden. Alle hoofdeenheden grotendeels uit zand. Hij is niet ontstaan uit een kleiige

-49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 van het modeleiland zijn hier te vinden. Op de eilandkop kwelder zoals op de andere eilanden, maar voornamelijk liggen aangelande zandplaten met een strandhaak. uit een overstoven zandige strandvlakte. Vroeg 18e Op het eiland bevindt zich één duinboog met een eeuwse tekeningen en namen geven aan dat er vroeger ingesloten strandvlakte. Ten oosten van de duinboog wel een lager gelegen kweldergebied met kreken liggen parallelle duinketens met bijbehorende valleien. aanwezig was. Op de oostpunt is een gekerfde zeereep te vinden, met hierachter een kwelder. De uiterste oostpunt is een In de droge delen van het duinboogcomplex liggen vegetaties voor en groeit het minste wilgenstruweel en kale zandvlakte. Voor de aanleg van de stuifdijk kon duingraslanden waar op veel plaatsen Helm en bos. Langs de randen van de duinboog en in uitgestoven overwash over het eiland plaatsvinden. Het eiland viel Zandzegge domineren. In het oude duingebied zijn valleien komen natte duinvalleivegetaties voor. Hier eeuwenlang onder één beheerder, waardoor het niet grote oppervlakten begroeid met loofbos, vooral worden periodiek beheersmaatregelen zoals maaien versnipperd is geraakt. Ook wat betreft vindplaatsen bestaande uit Berk en Els, en aangeplant naaldhout. Ook en plaggen uitgevoerd, om de waardevolle jonge van de drie hoofdvegetatietypen (xeroserie, hygroserie is er veel wilgenstruweel. Verder naar het oosten liggen successiestadia te behouden. Uit boringen blijkt dat het en haloserie) lijkt Schiermonnikoog sterk op het de jongere duinen. Aan de oostzijde van de duinboog veengebied aan de binnenrand van de duinboog ooit modeleiland. van Schiermonnikoog komen dan ook de jongste veel groter was dan nu. Schiermonnikoog 66 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 67 ligt een gekerfde zeereep waardoor de zee soms het achterliggende gebied binnendringt. Het hele complex leek vroeger erg op de huidige situatie van het Duitse Waddeneiland Spiekeroog.

De eilandstaart Ten oosten van het voormalige washovercomplex ligt de eilandstaart. Net als op Ameland is het een staart die met de bewegingen van het aangrenzende zeegat mee kwispelt. In het verleden verzandde het zeegat (de Eilanderbalg) meerdere malen, doordat er regelmatig zandplaten met de oostpunt van het eiland samensmolten. Dit zorgde ervoor dat Schiermonnikoog aan de oostpunt aangroei- de. Sinds 1982 is er maar liefst drie kilometer bijgeko- men. Ten oosten van de huidige paal 10 wordt de stuif- dijk niet meer actief beheerd en hebben wind en zee vrij spel. De stuifdijk kan zich hier natuurlijk ontwikkelen tot een gekerfde zeereep. De duinen zijn jong en dynamisch en overwegend begroeid met Helm. Op de kwelder van Schiermonnikoog ligt, gaande van oost naar west, een prachtige overgang van jonge naar oude kwelder.

Strand en vooroever Schiermonnikoog heeft brede stranden en is het enige Waddeneiland waar zandsuppleties nog niet nodig zijn geweest. Op bijna het hele eiland liggen jonge duintjes op het strand en zijn de hogere delen van het strand begroeid geraakt. Schiermonnikoog heeft het De washover op Schiermon- Washovercomplex van de stuifdijk raakte de voormalige strandvlakte al grootste groene strand van Nederland. Op het groene nikoog ten oosten van paal 10 | Net ten oosten van de Kobbeduinen, een duinketen die snel begroeid met bijzondere pioniervegetaties met strand aan de westkant van het eiland heeft ook zoet foto: © Rijkswaterstaat aansluit op de oostelijke arm van het duinboogcomplex, veel beschermde soorten. Helaas is de vegetatie snel water invloed, dat opkwelt uit de zoetwaterbel. Hier lag vroeger een washovercomplex. In de jaren ‘50 verouderd en zijn veel van die soorten weer achteruit worden waardevolle duinvalleisoorten aangetroffen van de vorige eeuw probeerde men de washover te gegaan of verdwenen. Op dit moment is het oude zoals Knopbies en Moeraswespenorchis. In het oostelijk dichten met stuifdijken, maar bij kilometerpaal 10.4 washovercomplex tussen paal 7 en 8 niet meer actief. deel worden de strandduinen doorsneden door kreken en 11 brak de stuifdijk telkens weer door. Landwaarts Verder naar het oosten bij paal 10 kan de zee wel vrij vanuit de Waddenzee. Hier heeft zoet kwelwater geen hiervan ontstond daardoor een strandvlakte, die aan de de half afgesloten voormalige strandvlakte bereiken, invloed en domineren zilte soorten, zoals Zeekraal en oostkant nog open is. De opening ligt echter zo hoog, maar de vrije doorgang naar de Waddenzee is door Melkkruid. dat de zee hier maar af en toe binnendringt. Na aanleg verstuiving afgesloten. Nog meer naar het oosten Schiermonnikoog 68 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 69 Rottumerplaat Onderzoekers op Rottumerplaat is een nieuwgevormde zandplaat, die Rottumerplaat | ongeveer halverwege de 19e eeuw boven de hoog- foto’s: © Cora de Leeuw waterlijn uitkwam. Tot 1950 was het vooral een onbe- groeide vlakte, die bij stormvloed regelmatig onder water lag. Tussen 1951 en 1963 is er een stuifdijk over de lengterichting van het eiland aangelegd, als onder- deel van het toenmalige plan om de oostelijke Wad- denzee in te polderen. Dit veranderde de ontwikkeling van Rottumerplaat enorm. Na de aanleg van de stuifdijk werden Helm, Zandhaver en Biestarwegras ingevoerd. Om de vegetatieontwikkeling te stimuleren zaaide men ook Riet, Rogge, Koolzaad, Melde, Kruipwilg, Vlier en ak- keronkruiden. De cultuurgewassen en akkeronkruiden hielden niet lang stand, maar de soorten uit getijden- gebieden en Kruipwilg en Vlier breidden enorm uit. Ook Zeekraal en Rood zwenkgras zijn uitgezaaid, waar- na zich achter de stuifdijk een kwelder ontwikkelde. In 1952 kwamen er 25 plantensoorten voor, waarvan er 10 waren geïntroduceerd. Vanaf 1965 zijn geen acties meer ondernomen om het aantal soorten te vergroten. Zeehonden op Rottumerplaat | Op dit moment heeft Rottumerplaat een unieke en zeer foto’s: © Cora de Leeuw duidelijke zonering van stuifdijk tot wad. Er vormen zich nog steeds nieuwe natuurlijke duinen, kwelders

Waddeneilanden - hoogte (cm) en washovers, met bijbehorende karakteristieke

< - 100 0 - 50 151 - 200 401 - 500 701 - 800 1501 - 2000 Onder de naam worden tegenwoordig drie vegetaties en een grote soortenrijkdom. De laatste

-99 - -50 51 - 100 201 - 300 501 - 600 801 - 1000 2001 - 3000 eilanden verstaan (van west naar oost): Rottumerplaat, vijftien jaar vindt er aan de westzijde van Rottumerplaat en Zuiderduin (of Zuiderduintjes). afslag plaats. Dit gaat gepaard met aangroei aan de -49 - 0 101 - 150 301 - 400 601 - 700 1001 - 1500 > 3000 Geen van deze drie eilanden is qua natuurlijke oostzijde. Netto gezien groeit Rottumerplaat qua ontwikkeling vergelijkbaar met het modeleiland. De hoogte en oppervlak aan. Het zeegat ´het Schild´ vijf beschreven hoofdvormen zijn hier dan ook niet tussen Rottumerplaat en Rottumeroog is zich aan het echt te vinden. Ze hebben echter wel een interessante sluiten. Op termijn mag verwacht worden dat zich zo vegetatieontwikkeling. Bijzonder voor deze eilanden een onbewoond Waddeneiland vormt dat bijna net zo is dat de mens hier inmiddels nauwelijks meer invloed groot is als Vlieland. uitoefent. Rottum 70 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 71 Rottumerplaat (links) en Rottumeroog en Zuiderduin oppervlak van het eiland sterk af. een gegraven poel met oeverplanten en uitgezette zal Rottumeroog daarom verdwijnen. In de afgelopen Rottumeroog (rechts) | Rottumeroog is een oud eiland, dat lang bewoond rugstreeppadden. Ook lagen er natte duinvalleien, die tien jaar is de oppervlakte van Rottumeroog en foto’s: © Rijkswaterstaat geweest is. Al in de 12e eeuw lieten de mensen er hun Veel later is er nog enige permanente bewoning regelmatig gemaaid werden. Tegenwoordig is er geen Zuiderduintjes bij elkaar netto ongeveer gelijk gebleven. vee grazen. Rottumeroog was in de 16e eeuw een eiland geweest door eilandbeheerders, de zogenaamde permanente bewoning meer op het eiland. van meer dan tien kilometer lang en lag op de plek van strandvoogden, van wie Toxopeus de laatste was. De Zuiderduintjes splitsten zich rond 1930 af van het huidige Rottumerplaat. Het eiland erodeerde aan In 1930 werd de duinvallei bij de beheerderswoning Rottumeroog. Ze groeien langzaam aan en worden de westzijde en groeide aan de oostzijde. Daardoor ingericht met stuifdijkjes en onderhouden als moestuin. steeds groter. Rottumeroog slaat nog steeds aan de verplaatste het zich langzaam naar het (zuid)oosten. Tijdens stormen in 1997 spoelde de zee hier overheen noordwestkant af en wordt steeds kleiner. Doordat In 1632 lag er nog een dorp op het eiland, maar na de en plantte Rijkswaterstaat het in met Zwarte els, het zeegat ten oosten van Rottumeroog vast ligt (door Kerstvloed van 1717 vertrokken de laatste bewoners. Grauwe wilg, Witte abeel en Gewone esdoorn. Om het vastliggen van ) kan het eiland niet langer Gedurende de oostwaartse verplaatsing nam het de moestuin lag de ‘tuin van Tox’, die bestond uit aan de oostkant aangroeien. Op de langere termijn Rottum 72 Eilanden natuurlijk Onze eilanden nader bekeken 73 Een nieuwe benadering

Vlieland | foto: © Klaas Huizenga 74 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 75 We hebben gezien hoe een Waddeneiland ontstaat en verbreding van het strand. Momenteel wordt dit zand hoe het er van nature uitziet. In het vorige hoofdstuk op vooral Schiermonnikoog en Ameland afgevoerd en werd duidelijk wat er nog resteert aan ‘natuurlijkheid’, zijn we weer terecht gekomen in een afslagfase. als we de tegenwoordige eilanden vergelijken met het Op de wat oudere en hogere delen van de eilandkop modeleiland. Daarbij zijn er grote verschillen van eiland zijn soms stuifdijken aangelegd, waartussen zich tot eiland. Zo functioneren op Texel en Terschelling de inmiddels oude(re) duinvalleien bevinden. Zonder de eilandkoppen nog op een zeer natuurlijke wijze, terwijl invloed van opkwellend kalkrijk grondwater, verstuiving de meest gave duinboogcomplexen te vinden zijn op of beheermaatregelen zoals maaien of begrazen, Schiermonnikoog en, in mindere mate, op Ameland. zal de bodem verzuren en de vegetatie verruigen. Grote washovercomplexen zijn alleen nog te vinden bij Hierdoor nemen de natuurwaarden sterk af. Natuurlijk onze oosterburen, bijvoorbeeld op Spiekeroog, maar kan langdurig een actief beheer worden uitgevoerd, nergens meer in het Nederlandse waddengebied. Het maar dit vertraagt de verzuring en verruiging alleen is interessant om na te gaan welke mogelijkheden er maar en brengt hoge kosten met zich mee. Daarom zijn om natuurlijke landschapsvormen en bijbehorende kan gedacht worden aan een duurzamere oplossing processen terug te krijgen. Want deze processen door verstuiving weer op gang te brengen. Hiervoor vormen het fundament voor een veerkrachtiger en ‘met moeten soms eerst eenmalige maatregelen genomen de zee meegroeiend’ landschap en zijn de basis voor worden, zoals het lokaal verwijderen van vegetatie op een duurzaam herstel en behoud van karakteristieke de duinen en het afgraven van verruigde vegetatie in eilandecosystemen. de valleien. Instuiving van zand zal tevens de eilandkop Dit hoofdstuk beschrijft een aantal mogelijkheden om zo- ophogen waardoor deze kan meegroeien met de wel de natuurlijkheid als de veiligheid op de langere ter- zeespiegelstijging. Daarna verlopen de processen mijn te versterken. Uitgangspunt hierbij is om de huidige vanzelf en houdt de natuur de gewenste dynamiek situatie zo te beïnvloeden, dat de werking van de krach- in stand. Onder invloed van zee en wind kunnen dan ten van water en wind weer zoveel mogelijk afgestemd nieuwe parallelle duinenrijen ontstaan, met droge wordt op de natuurlijke geomorfologische processen op pioniersoorten van de xeroserie. Daartussenin kunnen verschillende ruimte- en tijdschalen. We zullen de mo- zich valleien ontwikkelen met soortenrijke vegetaties gelijkheden bespreken op de ruimtelijke schalen waarop van de hygroserie. Op de grens tussen zoet en zout zal de hoofdvormen van het modeleiland en hun samenstel- de vegetatie zich verjongen en zal de soortenrijkdom lende onderdelen zich ontwikkelen (zie hoofdstuk 3). Dat sterk toenemen met pioniersoorten van de haloserie. betekent dat we kijken op tijdschalen van enkele decen- Schiermonnikoog, Grote muggenorchis | foto: © Cynthia Borras nia tot enkele honderden jaren. Mogelijkheden in de duinboogcomplexen Van oudsher bieden duinboogcomplexen de grootste Mogelijkheden op de eilandkop veiligheid aan mensen. Op alle eilanden heeft de mens Door de overwegend westelijke winden en de stroming zich aan de binnenzijde van zo’n complex gevestigd. De vanuit het westen, is de westkop van de eilanden dorpen liggen meestal op de grens van het duingebied van nature een dynamisch gebied, waar afwisselend en de voormalige kwelder (de huidige polder). aanzanding en afslag plaatsvinden. Op de meeste Voorzover hier bedreigingen aan de orde zijn, komen eilandkoppen vond in de afgelopen decennia aangroei deze vooral uit de richting van de overheersende plaats, al dan niet in de vorm van zandhaken of zeestromingen en winden, dus vanuit het westen.

76 Eilanden natuurlijk Een nieuwe benadering 77 Een mogelijke bedreiging op langere termijn is ook de landwaartse terugtrekking van de kust onder invloed van zeespiegelstijging. Door toepassing van zandsuppleties kunnen we dergelijke bedreigingen tegenwoordig het hoofd bieden. Het is daarbij wel van belang dat niet onbeperkt wordt gebouwd in (of zeewaarts van) de duinzone die de veiligheid waarborgt. Zoals de derde Kustnota stelt, beperkt bebouwing immers de ruimte voor duinen en zeereep om zich aan te passen aan veranderingen in de kustdynamiek, bv. ten gevolge van een stijgende zeespiegel.

De buitenste duinboog is bijna altijd een stuifdijk, die in het verleden door de mens is versterkt. Hier zijn goede mogelijkheden om de veerkracht te versterken en om ecologische verjonging in het duinboogcomplex te realiseren. Een voorwaarde is wel, dat er in of direct achter de zeereep geen bebouwing of harde infrastruc- tuur aanwezig is. Als dit het geval is, dan kan het zand zonder gevaar naar het achterland doorstuiven. Pas (veel) verderop, waar aan de binnenduinrand overlast van stuivend zand voor bebouwing of infrastructuur dreigt, zal het zand vastgelegd moeten worden. Onder zulke omstandigheden kan de wind in het voorliggende gebied ongestoord z’n werk doen. Daar kunnen zich pionierstadia vestigen en verder ontwikkelen tot oudere stadia. Dit leidt tot een grote variatie in tijd en ruimte van karakteristieke natuurlijke duingemeenschappen. Praktisch gesproken zijn deze ontwikkelingen op veel plaatsen op de Waddeneilanden mogelijk waar geen bebouwing in de nabije omgeving aanwezig is. Maatre- gelen om deze ontwikkelingen te stimuleren bestaan onder andere uit het aanbrengen van enkele kerven in de zeereep, het eventueel lokaal verwijderen van vege- tatie en het op andere manieren stimuleren van dyna- miek aan de strandzijde. Instuiving van zand zal tevens het duinboogcomplex doen ophogen waardoor deze meer zand in zijn afslagprofiel krijgt en kan meegroeien met de zeespiegelstijging. Borkum | foto: © Cora de Leeuw

78 Eilanden natuurlijk Een nieuwe benadering 79 Ameland, De Hon | foto: © Ab Grootjans

Op locaties waar mogelijk vroeger een duincomplex ontstaan bij zout-zoet overgangen en kwelsituaties in heeft gelegen, kan zich zelfs een nieuw duinboogcom- binnenduinranden. Dergelijke plekken met brak water plex ontwikkelen, als er maar genoeg zand voorradig is. kunnen ruimte bieden aan soorten, waarvoor nu nauwe- In eerste instantie moet er wel een begin gemaakt wor- lijks of geen plek meer is op de eilanden. Voor zowel het den, door het plaatsen van stuifschermen of eventueel toerisme als het natuurbeheer zou het bijzonder waar- de aanleg van een lage duinenrij. Daarna kan de wind de devol zijn om zo’n duinboog vrij te houden van harde rest doen. Op deze manier kan ook een bestaand duin- infrastructuur: een oersituatie die je vrijwel nergens massief uitgebouwd worden, zodat het robuuster wordt meer aantreft. en meer weerstand geeft tegen eventuele overstromin- gen. Een ander voordeel van een (groter) duinmassief Op kleine schaal kunnen binnen een duinboogcomplex is dat er een zoetwaterbel opgebouwd kan worden, die natuurlijk ook de gangbare beheermaatregelen ingezet in aangrenzende duinvalleien voor opkwellend kalkrijk worden om de natuurwaarden van duinen en duinvallei- grondwater kan zorgen. Hierdoor ontstaan kansen voor en te vergroten. Gedacht kan worden aan maatregelen de zeldzame natte duinvalleivegetaties. als plaggen, maaien of begrazen. Het is zelfs mogelijk om in de luwte van een duinboog een vrijwel natuurlijke kwelder te laten ontstaan, met Mogelijkheden voor washovercomplexen gradiënten van hoog naar laag, van zoet naar zout en Elk Waddeneiland heeft in zijn ontwikkeling wel één of van zand naar klei. De mogelijkheden hangen af van de twee washovercomplexen gekend tussen duinboogcom- Spiekeroog | locatie en de situatie. Ook kunnen er brakke situaties plexen, of aansluitend daarop. De laatste washovercom- foto: © Cora de Leeuw

80 Eilanden natuurlijk Een nieuwe benadering 81 A B C Visualisatie van mogelijkheden voor de herstel van een eilandstaart en een grote washover grenzend aan een duinboogcomplex :

A) Situatie vóór de aanleg van de stuifdijk B) Situatie na aanleg van een stuifdijk C) Ontwikkeling van een washovercomplex en een natuurlijke zeereep, na (gedeeltelijk) weghalen van de stuifdijk

plexen zijn in de 20e eeuw afgesloten door de aanleg komt, zouden beschermende ‘staarten’ aan weerzijden Mogelijkheden op de eilandstaart van strekdammen, bestorting of zandsuppleties illustratie © Ab Grootjans van stuifdijken aan de Noordzeekant, om instuiving van van de opening gemaakt kunnen worden. Dergelijke Een goed ontwikkelde eilandstaart bestaat uit een ge- noodzakelijk zijn. Maar op andere eilanden vindt al zand en overstroming door zeewater tegen te gaan. Nu ‘naar binnen gezette’ stukken duin zijn van nature ook kerfde zeereep, kleinere washovers, kwelders en strand- lange tijd aanzanding plaats, waardoor het strand weten we dat er ook nadelen kleven aan het beteugelen aanwezig als wallen langs washovers en beschermen het vlakten. Op sommige eilanden is een dergelijke situatie steeds breder wordt. Hier kunnen er zelfs embryonale van deze processen. De werking van wind en zee zorgde achterliggende gebiedje tegen overstroming. Zulke wal- nog aanwezig, op andere eilanden niet. De natuurlijke duintjes ontstaan en ontwikkelt zich vegetatie op het namelijk nog maar een kleine eeuw geleden voor een len kunnen ook vanzelf ontstaan na een doorbraak. situatie kan worden hersteld door lage plekken in de zogenaamde groene strand. aanzienlijke groei van de zandhoeveelheid in het ach- stuifdijk uit te graven en verstuiving te stimuleren. Zo terliggende gebied. Ook werd regelmatig de klok weer Bij het kiezen van een plek voor het stimuleren van kan het gebied ook meegroeien met de zeespiegelstij- De huidige kennis en technische mogelijkheden zorgen terug gezet voor de ontwikkeling van planten, zodat de washovervorming kan men het beste uitgaan van de ging. Als de kerven in de zeereep zo laag zijn dat het ervoor dat we het strand en de kustzone kunnen be- voor de Waddeneilanden zo kenmerkende pioniersoor- bekende vroegere locaties van washovers. Het lijkt erop zeewater er bij stormvloed door heen kan stromen, schouwen als een veilige buffer, waarachter we kunnen ten zich konden handhaven. Deze processen kunnen in dat ze van nature met een min of meer regelmatige, ontstaat een washover. Als het gebied groot genoeg en wonen en allerlei activiteiten kunnen uitvoeren. De tech- ere hersteld worden door in de onbewoonde delen van door de natuur gereguleerde tussenruimte voorkomen. de ligging goed is, kan er zelfs een kwelder ontstaan. Dit niek van suppleren kan ook worden ingezet voor natuur- de eilanden oude washovers nieuw leven in te blazen. Datzelfde geldt voor de zeegaten tussen de eilanden, soort maatregelen kan stapje voor stapje worden uitge- doeleinden. Met extra zand kunnen we de natuur, als het Dit vergroot het vermogen om mee te groeien met een hoewel die veel verder van elkaar liggen. Hiervoor is een voerd, zodat beheerders al doende meer ervaring kun- niet anders kan, een handje helpen, bijvoorbeeld om een versnelde zeespiegelstijging en stimuleert de ontwikke- wetmatigheid aangetoond. De doorgaans vaste afstan- nen opdoen met het zoeken naar de meest efficiënte natuurlijkere zeereep via verstuiving op te bouwen. Zulke ling van nieuwe pioniersituaties. den tussen de grotere washovercomplexen suggereren maatregelen. technieken kunnen ook bijdragen tot het doorstuiven dat er voor washovers ook een wetmatigheid bestaat. naar het achterland en zelfs tot het ontstaan van nieuwe Washoverherstel zou kunnen plaatsvinden door laagtes Er is dan ook geen gevaar dat het eiland op de plaats van Mogelijkheden op het strand en in de vooroever duinvormen, zoals paraboolduinen. Het is wel zaak om of zelfs één (brede) of meerdere (kleinere) openingen de washover doorbreekt, want een washover kan niet Kenmerkend voor het modeleiland is dat aangroei en aandacht te besteden aan de samenstelling van het sup- in de stuifdijk te maken. De zee zal dan regelmatig de zomaar in een zeegat overgaan. Reden daarvoor is dat afslag elkaar in de tijd afwisselen. Dat hangt samen met pletiezand. Afwijkingen in gehalten aan voedingsstoffen achterliggende washovervlakte overstromen. Er hoeft een washover dan zou moeten gaan concurreren om het de hoeveelheid zand die de zee aanvoert, onder invloed of in mineralensamenstelling ten opzichte van natuurlijke geen ‘slenk’ gegraven te worden. Deze zou het ach- getijdenwater met een zeegat dat al bestaat en al op de van een regelmatig veranderend patroon van diverse substraten kunnen grote consequenties hebben. Dat terliggende gebied gaan draineren en kan daarmee de juiste afstand ligt ten opzichte van zijn buurzeegaten. geulenstelsels. Op de ‘echte’ Waddeneilanden bestaan geldt zowel op het strand, bijvoorbeeld voor de bodem- vegetatieontwikkeling mogelijk frustreren. Op plaatsen Dat doorbraak zeer onwaarschijnlijk is blijkt ook uit deze processen naast elkaar. Zo vindt momenteel op dieren, als in de achterliggende duinen voor de planten. waar al gedeeltelijk een waardevolle vegetatie voor- hydraulische en geomorfologische veiligheidstudies. sommige eilanden erosie plaats, waardoor aanleg Het is van belang hieraan nader onderzoek te doen.

82 Eilanden natuurlijk Een nieuwe benadering 83 Voordelen voor kustbeheer en natuurbeleid

Schiermonnikoog | foto: © Klaas Huizenga84 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 85 Dynamiek en kustveiligheid De in dit boekje beschreven nieuwe benadering, die uitgaat van het modeleiland, levert voor de eilanden meer veerkracht op. Dit komt doordat er met de na- tuurlijke processen ‘meegewerkt’ wordt in plaats van ‘er tegen gestreden’. De eilanden kunnen bij voldoende dynamiek meegroeien met de zeespiegel. De voorraad zand is hiervoor in principe groot genoeg. Dit levert een robuuster duingebied op, dat een betere buffer vormt tegen overstromingen. Suppleties blijven essentieel om daar, waar de veiligheid gewaarborgd moet worden, de achteruitgang van de kust tegen te gaan. De jarenlange ervaring van Rijkswaterstaat leert ons dat met supple- ties de handhaving van de kustlijn kan worden gegaran- deerd. Zandsuppleties passen bovendien heel goed bij een dynamisch kustbeheer. Een veerkrachtig waddenge- bied draagt niet alleen bij tot de veiligheid, maar vormt ook een fascinerend landschap. Een uniek gebied, waar we de krachten en de schoonheid van de natuur intens kunnen beleven. aantal natuurlijke habitats wettelijk vastgelegd in Roodborsttapuit | foto: © KINA de Natuurbeschermingswet en de aanwijzing van Kansen voor natuurherstel Natura2000 gebieden. De nieuwe benadering zou Grootschalige verhoging van de dynamiek biedt veel veel kunnen betekenen voor de beschermde eenjarige kansen voor de internationaal hoog gewaardeerde pioniervegetaties van slik- en zandgebieden (type habitats en soorten. Het gaat vaak om zeldzame H1310), Kwelders (H1330), Embryonale wandelende habitats en soorten die beschermd worden door duinen (H2110), Wandelende duinen met Helm (H2120) Europese richtlijnen. en Vochtige duinvalleien, vooral het kalkrijke subtype B Uit enkele ecologische verkenningen blijkt dat er op (H2190). Door successie kan een overgang naar Grijze dit gebied veel winst te verwachten is. Maar er zal nog duinen (type H2130) ontstaan en het Knopbiesverbond gedegen natuuronderzoek per gebied nodig zijn om de (H7210). Deze habitattypen4 hebben elk hun eigen effecten van de maatregelen op de natuurkwaliteiten aardkundige, botanische en zoölogische waarden. nauwkeurig te bepalen. Met het modeleiland in het In washovers wordt daaraan nog een extra dimensie achterhoofd is er in algemene zin wel het een en ander toegevoegd, in de vorm van overgangsmilieus met te zeggen over de gevolgen van herstelmaatregelen een grote rijkdom aan bijzondere soorten. Deze voor de beschermde habitats en de specifieke planten- overgangsmilieus zijn het best ontwikkeld zolang ze en diersoorten zelf. relatief jong zijn. Bezien vanuit de doelstellingen van 4) De habitattypen die onder de habi- tatrichtlijn vallen, hebben nummers. de Habitatrichtlijn is het dan ook van belang dat de Voordeel van de nummers is dat deze Meerwaarde voor habitats dynamiek in de kustzone gehandhaafd blijft, waardoor ’grensoverschrijdend’ zijn en in de hele In Nederland is het behoud en herstel van een er zo nu en dan ook nieuwe washovers ontstaan. Europese Unie worden gehanteerd.

Blauwe kiekendief | foto: © KINA 86 Eilanden natuurlijk Voordelen voor kustbeheer en natuurbeleid 87 Zelfs in voormalige landbouwgebieden weten soorten zijn voor meerdere soorten, met uiteenlopende eisen, als Zeekraal, Gerande schijnspurrie en Gewoon is het belangrijk om uit te gaan van grotere ruimte- en Kweldergras, die normaal te boek staan als slechte tot tijdschalen. Daarbij gaat het om grotere gebieden, soms matige verspreiders, zich na ontpoldering toch goed misschien wel tot een tiental km2, en eeuwenlange te verspreiden. Vooral getijdenwater, stormvloeden processen. Dit geeft mogelijkheden voor diersoorten en verspreiding door dieren (vooral hazen en ganzen) die een groot oppervlak nodig hebben voor hun overle- spelen bij de verspreiding van zaden een belangrijke rol. ving en voortplanting, zoals de dieren in de top van de Over de verspreiding van droge duinsoorten en soorten voedselketen. Dat zijn juist de dieren die nu zeldzaam van natte duinvalleien is veel minder bekend. Toch zijn zijn geworden of bedreigd zijn, zoals de Tapuit, Grauwe de verspreidingsmogelijkheden van veel individuele klauwier, Blauwe kiekendief en Velduil. Het is dan ook soorten, waaronder bijvoorbeeld de Groenknolorchis, te verwachten dat het natuurherstel voor deze soorten zeer goed. Op de langere termijn is het zeker dat vrijwel nieuwe mogelijkheden biedt om zich op de Waddenei- alle plantensoorten zich kunnen (her)vestigen. landen te vestigen en/of te handhaven. Voor veel diersoorten is het een voordeel als gebieden Zeldzame en beschermde dieren met elkaar worden verbonden. Dat vergroot hun mo- Het effect van herstelmaatregelen op het voorkomen gelijkheden en overlevingskansen. Geleidelijker over- van een diersoort hangt sterk af van de schaal waarop gangen tussen het strand, de duinen en het achterland een soort gebruik maakt van het landschap. Omdat we dragen hiertoe bij. De winst zit in het creëren van meer er naar streven dat de herstelmaatregelen duurzaam natte en droge verbindingen. Er zijn ook soorten die, voor minstens een deel van hun levenscyclus, specifiek aan een bepaald milieu ge- aantal vogelsoorten worden nu ernstig bedreigd Rugstreeppad | Parnassia | Voor wat betreft de habitats die in washovers te bonden zijn. Zo hebben sommige soorten open droge of zijn al uitgestorven op de Waddeneilanden. Het foto: © Cynthia Borras foto: © Marion Bilius vinden zijn, zijn vooral de kwelders van belang. In duinen nodig, met dynamiek van wind en water, een ontstaan van nieuwe strandvlaktes of washovers geeft ‘levende’ washovers bevinden de kwelders zich over lage beschikbaarheid van voedingsstoffen en extreme deze soorten een nieuwe kans. De combinatie van het algemeen in vrij jonge successiestadia. Dit komt temperatuurverschillen. Dat geldt bijvoorbeeld voor zandige, open plekken voor nestgelegenheid of ei- doordat in dit dynamische milieu relatief weinig tijd soorten als het Konijn, de Zandhagedis, Rugstreeppad, afzet, open gebieden met weinig natuurlijke vijanden is voor successie en doordat er nauwelijks slib in het Blauwvleugelsprinkhaan, Duinparelmoervlinder, Grote en een mozaïek van lage en hoge vegetaties is van kustwater zit. en Kleine parelmoervlinder, verschillende loopkever- en levensbelang voor bovengenoemde soorten. Dit soort De Kaderrichtlijn Water, die staat voor de bescherming bijensoorten en de bovengenoemde vogelsoorten. Deze plekken is zeer zeldzaam geworden. Maar, als we willen van het oppervlakte-, grond- en zeewater, ziet de soorten zijn nu zeldzaam of vrijwel verdwenen en zullen kunnen we het tij keren. Als we de Waddeneilanden aanwezigheid van washovers vooral als een kenmerk baat hebben bij herstel van dynamiek, zoals het laten de kans geven natuurlijker te functioneren, zal het voor kwaliteit. Dat geldt zeker wanneer deze ontstaan verstuiven van stuifdijken. gebied ophogen en ontstaat er een duurzamere en uit natuurlijke kustdynamiek. gevarieerdere natuur. In natte en vochtige duingebieden, waar tijdelijk, of Zeldzame en beschermde planten soms permanent, zoet of zouter water aanwezig is, Uit verkennend onderzoek is gebleken dat bij een zijn de omstandigheden altijd min of meer dynamisch. meer dynamisch kustbeheer veel plantensoorten Diverse diersoorten zijn hieraan aangepast. Veel Duinparelmoervlinder | van kwelders, van pionierzone tot hoge kwelder, een van deze soorten, zoals de snuitkever Apion limonii, foto: © Jouke Altenburg goede kans hebben om zich in korte tijd te verspreiden. de Schorzijdebij, diverse loopkevers en een groot

88 Eilanden natuurlijk Voordelen voor kustbeheer en natuurbeleid 89 Nawoord

Vlieland | foto: © Klaas Huizenga 90 Eilanden natuurlijk Een natuurlijk Waddeneiland 91 In het voorgaande heeft u kunnen lezen hoe wind toekomst, op de Waddeneilanden ruimte blijven voor en zee eeuwenlang de landschapsvormen op de een gezond en robuust ecosysteem dat de gevolgen Waddeneilanden hebben bepaald en welke daarvan van klimaatverandering goed kan opvangen. Daarmee nu nog te zien zijn. Ook werd beschreven welke kunnen de eilanden niet alleen nog aantrekkelijker invloeden klimaatveranderingen kunnen hebben op het worden voor planten en dieren, maar ook voor voortbestaan van de eilanden en welke veranderingen bewoners en bezoekers. Zo kunnen we een duurzame en ontwikkelingen de natuur beïnvloeden. toekomst tegemoet zien: een toekomst voor mens én natuur. Op grond van de in dit boek ontwikkelde inzichten blijkt dat het vergroten van de natuurwaarden in de praktijk gecombineerd kan worden met het vergroten van de kustveiligheid. Daarvoor kan het Schiermonnikoog best worden ingespeeld op langdurige processen foto: © Klaas Huizenga die zich op aanzienlijke oppervlakten, tot tientallen vierkante kilometers, afspelen. De vijf hoofdvormen van een Waddeneiland, die in dit boek beschreven zijn, zijn daarbij de basiseenheden, elk met hun eigen ontwikkelingstermijn en - traject. Op het niveau van de onderdelen van de vijf hoofdvormen kunnen de voor het kust- en duinlandschap kenmerkende levensgemeenschappen van planten en dieren blijven voortbestaan. Net als in de huidige situatie kunnen, de menselijke activiteiten hun plaats behouden. Door het samenwerken met de natuurlijke processen bouwt het systeem veerkracht op om op grote schaal in stand te blijven, ook in tijden met een versneld Kroon’s Polders, Vlieland | foto: © Ab Grootjans veranderend klimaat. Binnen dat dynamische systeem zullen vegetatietypen en diersoorten nu eens hier en dan weer daar verschijnen of verdwijnen, maar ergens op het eiland blijven ze aanwezig. De bewoning door de mens, de landbouw, maar zeker ook de recreatiemogelijkheden worden hierbij niet aangetast en kunnen op een duurzame wijze blijven voortbestaan.

Met een stapsgewijze aanpak zal, ook in de verre

92 Eilanden natuurlijk Nawoord 93 Colofon

Dit is een uitgave van Het Tij Geleerd, een Tekst samenwerkingsverband van natuurorganisaties en onderzoeksinstellingen die actief zijn in het Drs. M.A.M. Löffler waddengebied (zie www.hettijgeleerd.org). (Bureau Landwijzer)

Vormgeving Drs. C.C. de Leeuw Buro Klaas Huizenga, Zuidwolde (Ecologen Groep )

Druk Drs. M.E. ten Haaf Het Grafisch Huis, Groningen (Departement Fysische Geografie Universiteit Utrecht) Oplage 2000 Drs. S.K. Verbeek (Ecologen Groep Groningen) ISBN/EAN 978-90-70322-30-4 Dr. A.P. Oost april 2008 (Deltares)

Prof. Dr. A.P. Grootjans (Rijksuniversiteit Groningen Radboud Universiteit Nijmegen)

Dr. E.J. Lammerts (Staatsbosbeheer)

Drs. R.M.K. Haring (Waddenvereniging)

Exemplaren zijn te Begeleiding door het Expertteam Droge Wad bestellen bij (onderdeel van het samenwerkingsverband Waddenvereniging Het Tij Geleerd) Postbus 90 8860 AB Harlingen Oosterend aan zee, Terschelling | foto: © Marion Bilius tel. 0517 493693

94 Eilanden natuurlijk 95