Tilburg University

Bankpresident zonder poeha Eijffinger, S.C.W.

Published in: Brabants Dagblad

Publication date: 2005

Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA): Eijffinger, S. C. W. (2005). Bankpresident zonder poeha. Brabants Dagblad.

General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Download date: 27. sep. 2021 Herinneringen aan Duisenberg

Op 31 juli jongstleden is dr. W. F. Duisenberg, de eerste president van de Europese Centrale Bank (ECB), overleden. Duisenberg was eerder, als opvolger van de eveneens legendarische , jarenlang de president van (DNB) en dus de hoeder van de gulden. Hij was niet alleen een zeer kundige centrale bankier, maar ook iemand die als bankpresident een volstrekt onafhankelijke positie ten opzichte van de politiek innam. Dat maakte hem voor de Duitse Bundesbank acceptabel als hoeder van de , die immers net zo sterk moest worden als de Duitse mark. Duisenberg was als president van de ECB niet alleen verantwoordelijk voor de zeer succesvolle introductie van de euro. Hij was ook de personificatie van de ECB als een onafhankelijke centrale bank met als enige taak het handhaven van de prijsstabiliteit. Pollitieke druk van de huidige Duitse bondskanselier - Duitsland is niet meer wat het is geweest - en de Franse president om de economische groei en werkgelegenheid op korte termijn te stimuleren heeft hij adequaat en tactvol weerstaan. Daarnaast heeft hij vanaf het begin de collegialiteit onder zijn medebestuursleden versterkt door zijn soepele voorzitterschap. Ten slotte heeft hij er ook voor gezorgd dat de ECB een efficiënte en gerespecteerde centrale bank is geworden, met Engels als voertaal. Daar kan de Europese Commissie met haar logge bureaucratie en met evenveel voertalen als lidstaten nog wat van leren. Bovenal was Duisenberg een uiterst beminnelijk, eerlijk en warm mens. Die eerlijkheid is hem bijna opgebroken toen hij zijn beruchte interview over valutamarktinterventies aan The Times gaf. Hij veronderstelde destijds dat de betreffende journalisten zijn off-the- record opmerkingen over de mogelijkheid van interventies niet zouden publiceren. Duisenberg geloofde in mensen en hield van de mensen in zijn omgeving. Die gevoelens waren geheel wederkerig. De eerste keer dat ik hem echt leerde kennen was in 1993, bij het voorbereiden van een DNB-conferentie over monetaire stabiliteit, een onderwerp dat hem na aan het hart lag. Hij tekende als president van De Nederlandsche Bank niet alleen alle uitnodigingen aan topbankiers en wetenschappers persoonlijk, maar hij was ook oprecht geïnteresseerd in de organisatie van deze unieke conferentie. Op zijn uitdrukkelijke verzoek is de conferentiebundel binnen een half jaar na deze gebeurtenis verschenen - een record in academische kringen - opdat hij deze bundel op tijd aan zijn collega's op de IMF-jaarvergadering kon overhandigen. Dat vond hij aardig. Vanaf 2000 kreeg ik vooral professioneel met hem te maken, toen Duisenberg meende dat de ECB elk kwartaal democratische verantwoording over haar monetaire beleid aan het Europese Parlement (EP) diende af te leggen. Hij zag in dat het democratisch tekort van het Verdrag van Maastricht door een serieuze monetaire dialoog tussen de ECB en het EP moest worden gedicht. Bij die monetaire dialoog zat ik aan de andere kant van de tafel en was het mijn taak om het EP met briefing papers voor te bereiden op deze monetaire dialoog met de ECB-president. Duisenberg nam deze dialoog met het EP zo serieus, dat het vaak een lange zit van meer dan drie uur werd. Van mij had dat ook wel korter gemogen, maar de Europarlementariërs dachten daar duidelijk anders over. De laatste keer dat ik Wim Duisenberg uitgebreid sprak was op de tweejaarlijkse ECB Central Banking Conference over de uitbreiding van de EMU in oktober vorig jaar. Als één van de sprekers had ik het voorrecht tijdens het conferentiediner te zitten naast hem en zijn opvolger Jean-Claude Trichet. Ik heb zelden zo genoten van een conferentiediner, vooral door de trefzekere typeringen door Duisenberg van autoriteiten, die zichzelf wel heel erg serieus namen en een te grote broek aanmaten. Hij kon heel goed relativeren en was een man zonder poeha. Dat maakte hem ook zo sympathiek. Er is een groot centrale bankier en Europeaan, maar vooral een groot mens heengegaan. Wij zullen hem echt missen.

Sylvester Eijffinger is hoogleraar Financiële Economie aan de Universiteit van Tilburg