At 4 I »•> N Iss- T. 0 *K\ .4 4 (*T| M 4 ^200 ^ 1H Is TS O Ji -V$ •-1 0
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Lastendruk huurder per regio en gemiddeld 2019*2020 450 1 403 400 366 350 333 309 303 300 292 300 280 271 □Jaar 2019 ■Jaar 2020 250 236 M at 4 □ 200 A I »•> 150 n 100 t 50 ►V Iss- t. 0 T Maastricht & Midden-Limburg Noord> Urn burg Parkstad Westelijke Mijnstreek Etndtotaal HeuveRand regio Lastendruk huurder per inwonerklasse en gemiddeld 2019-2020 400 353 350 329 333 322 311 309 301 •i 300 285 *k\ 4 .4 250 m(*t| M Ji. OJaar 2019 ■^200 ^ 1H•i 4 ■is ■Jaar 2020 TS 1 JiO 150 • 1 . ^ -v$ •-1 100 - -‘5 y. 5: .n' 50 - 0 10.001 -20.000 20.001 - 50.000 50.001 • > Gemiddeld inwonerklasse Belastingoverzicht 2020 21 Lastendruk huurder 2020 (deblauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) Belastingoverzicht 2020 22 3.5. Lastendruk eigenaar/gebruiker gemeentelijke heffingen Als we kijken naarde totale lastendruk per gemeente van de drie hier bekeken gemeentelijke heffingen en nagaan wat de eigenaar/gebruiker dit jaargaat betalen dan zien we de volgende ontwikkeling. De gemiddelde lastendruk voor de eigenaar/gebruiker stijgt in 2020 met 5,15% tot € 786,31. In 2019 was de lastendruk € 747,81. Bijiage 7 laat zien dat voor twee gemeenten een lagere lastendruk is berekend dan voor 2019. In Mook en Middelaar daalt de lastendruk met -0,73% en in Weed met -1,19%. In achtentwintig gemeenten stijgt de lastendruk 2020. De hoogste lastenstijging doet zich in Voerendaal voor, waarde eigenaar/gebruiker gemiddeld 14,78% meer gaat betalen. Meerssen heeft met € 1.063,80 de hoogste lastendruk in 2020. Na Meerssen voIgt Voerendaal met € 941,83. In Beesel is de lastendruk met € 571,90 het laagst, gevolgd door Roermond met € 696,11. In alle inwonerklassen, behalve de inwonersklasse met 0 - 10.000 inwoners, stijgt in 2020 de lastendruk. De inwonerklasse 50.000 - > heeft de laagste stijging met € 35,00 waarna de lastendruk € 778,00 bedraagt. In de inwonerklassen 20.001 - 50.000 en 10.001 - 20.000 inwoners neemt de lastendruk toe met € 40,00 en € 48,00. De klasse 0 - 10.000 inwoners heeft de hoogste lastendruk met € 820,00, maar in deze groottegroep is er wel een daling van de lastendruk met -€ 6,00. Onderstaande staafdiagrammen geven de ontwikkeling weer. In Midden-Limburg is de lastendruk nog altijd het laagste (€ 735,00 per huishouden). Het hoogst is de lastendruk in Maastricht & Heuvelland met € 834,00 gevolgd door de Westelijke Mijnstreek met € 823,00. In alle regie ’s stijgt de lastendruk. De stijging ligt tussen de +€ 21,00 en +€ 48,00. Na de staafdiagrammen voIgt weer een overzicht van alle gemeenten, gegroepeerd naar hoogte van de totale gemeentelijke lastendruk voor een eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht 2020 23 Lastendruk eigenaar-gebruiker per regio en gemiddeld 2019-2020 860 T 840 823 820 • 800 • 792 788 786 780 • 767 760 • K 748 OJaar 2019 O) 744 Ia 740 735 ■Jaar 2020 0) 725 720 - 714 700 • 680 • 660 • 640 X X Maastricht & Midd^-Limburg Noord-Urn burg Parkstad Westelijke Mijnstreek Gemiddeld Heuvelland regio Lastendruk eigenaar-gebruiker per inwonerklasse en gemiddeld 2019-2020 840 -1 826 620 820 - 816 800 785 786 ^ 780 >< 768 □Jaar 2019 ■Jaar 2020 A"S 760 745 740 720 700 0-10.000 10.001 -20.000 20.001 - 50.000 50.001 - > Gemiddeld inwonerklasseIM Belastingoverzicht 2020 24 Lastendruk eigenaar/gebruiker 2020 (deblauwe lijn geeft het gewogen gemiddelde weer) 0,00 200,00 400,00 600X)0 800,00 1.000,00 1200.00 Bee sol 571,90 Roermond 696,11 . Maasgouw 703,9 I Venray 727 24 Leu dal 732 -,16 Bergen 74 D.92 Peel en Maas 74 1.38 Qennep 74 1.46 Weert 7^ 5,59 Roerdalen 7^ 6,24 Heerlen 7 >2.26 Valkenburg a/dGeuI 775,59 Vaals 784,27 Echt'Susteren 784.74 Brunssum 787.24 Nederweert 791,78 Maastricht 796,51 Beek 800,23 Venlo 802,33 Landgraaf 802,98 Horst aan de Maas 816,68 j Kerkrade 817,32 Sittard-Qeleen 819,19 Mook en Middelaar 819,96 Stein 851,63 QuIpervWrttem 858,88 Simp el void 867,03 E i}sd en-Ma rg ra ten 921,54 Voerendaal 941.83 Meerssen 1.063,80 Belastingoverzicht 2020 25 3.6. Lastendruk waterschap In dit belastingoverzicht zijn ook de heffingen van het waterschap opgenomen. We hebben ons daarbij gericht op de heffingen voor de huishoudens, waarbij net als bij de gemeentelijke heffingen een onderscheid is aangebracht tussen de lasten voor een eigenaar/gebruiker en voor een huurder. En net als bij de gemeentelijke heffingen zijn we bij de waterschapsheffingen uitgegaan van de druk voor een meerpersoonshuishouden. De eigenaar/gebruiker heeft bij de waterschapsheffingen met drie onderdelen te maken: Een heffing op basis van de door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde van de woonruimte, aangeduid met ‘Gebouwd ’. Een vaste heffing per woonruimte, aangeduid met ‘Ingezetenen’ . Een zuiveringsheffing die voor een meerpersoonshuishouden op 3 x het bedrag per vervuilingseenheid uitkomt. De huurder krijgt een aanslag gebaseerd op de twee laatste onderdelen. Omdat we niet alleen het bedrag van de belastingaanslag 2020 van het waterschap willen geven, maar net als bij de gemeenten ook de procentuele ontwikkeling ten opzichte van 2019, hebben we ook de tarieven en aanslagen 2019 vermeld. De tarieven 2019 en 2020 zijn onderstaand voor de drie onderdelen vermeld. Waterschap Gebouwd Mutatie Ingezetenen Mutatie Zuiveringsheffing Mutatie meerpersoonshuishouden 2019 2020 2019 2020 2019 2020 Waterschap Limburg 0,0249% 0,0265% 6,43% 55,01 63,50 15,43% 144,18 156,78 8,74% De tarieven van het Waterschap Limburg stijgen in 2020 voor de huurders met 10,59% van € 199,19 (€ 55,01 +€ 144,18) naar € 220,28 (€ 63,50 + € 156,78). Vorig jaar bedroeg de stijging voor huurders ten opzichte van 2018 1,57%. De waterschapsheffingen voor de eigenaar/gebruiker zijn het hoogst in Mook en Middelaar met € 301,85 In Heerlen zijn deze met gemiddeld € 259,74 het laagste. De stijging varieert van 10,79% in Horst aan de Maas tot 11,92% in Beesel. Het gewogen gemiddelde stijgt met 11,39%, waardoor de waterschapslasten toenemen van € 248,80 naar € 277,14 voor de eigenaar/gebruiker. Belastingoverzicht 2020 26 3.7. Lastendruk gemeente en waterschap In deze paragraaf kijken we naarde lasten voor de meerpersoonshuishoudens van de onderzochte gemeentelijke heffingen en de waterschapsheffingen. Voor de huurder liggen de lasten van de heffingen van de gemeente en het waterschap in 2020 het laagst in Beesel met € 351,28 gevolgd door Nedera/eert met € 380,93. Het hoogst zijn de lasten in Voerendaal met € 759,28 gevolgd door Kerkrade met € 723,28. In 2020 dalen in Peel en Maas en Vaals de gezamenlijke lasten. In achtentwintig gemeenten stijgen de gezamenlijke lasten van gemeente en waterschap voor de huurder. De grootste toename zien we in Stein met 30,16% gevolgd door Bergen met 20,35%. Gemiddeld komen de heffingen van gemeente en het waterschap voor een huurder in 2020 uit op € 553,15, een stijging met 8,90% in vergelijking met 2019 (€ 507,95). Ook in 2020 is de aanslag voor de eigenaar/gebruiker van de drie gemeentelijke heffingen en van het waterschap het hoogst in Meerssen. De gemiddelde totale last komt dan uit op € 1.354,42. Bij in totaal zevenentwintig gemeenten is de totale last eigenaar/gebruiker meer dan € 1.000. Beesel heeft met € 847,10 ook in 2020 weer de laagste totale last. Gemiddeld is de last van de heffingen van gemeente en waterschap met 6,71% gestegen tot € 1.063,45 in 2020. In alle dertig gemeenten stijgt de gemiddelde last varierend van 1,99% tot 14,01%. De grootste stijging treedt op in Voerendaal met 14,01% en de kleinste stijging is in Weert nu met 1,99%. Belastingoverzicht 2020 27 Belastingoverzicht 2020 28 4. Lastenontwikkeling bedrijven In dit laatste onderdeel schenken we kort aandacht aan een onderdeel van de gemeentelijke lasten voor bedrijven. De tarieven, de WOZ-waarden en de opbrengsten bedrijven 2019 en 2020 die we presenteren, ontvangen we van de BsGW. Voor de drie, niet aan de BsGW deelnemende gemeenten, van de gemeenten zelf. Voor de uniformiteit wordt hierbij de methodiek gevolgd van de BsGW. Bij de WOZ-waarde gebruikers is onder andere een correctie toegepast voor leegstand. De geprognosticeerde opbrengst is voor de eigenaren 6n de gebruikers separaat op basis van onafgeronde bedragen berekend, waarna totalisering heeft plaatsgevonden. We constateren in tegenstelling tot de stijging van de WOZ-waarde woningen een daling bij de WOZ- waarde niet-woningen. De totale WOZ-waarde woningen is voor 2020 met 7,70% gestegen en bij de niet- woningen daalt de WOZ-waarde niet-woningen met 0,40%. We zien dat de totale WOZ-waarde niet-woningen in 2020 bij dertien gemeenten stijgt dat is bij 43% van de gemeenten. Vorig jaar was sprake van een daling bij 83% van de gemeenten. In Gennep is de stijging berekend op 2,77% (afgerond € 9,5 miljoen). In zeventien gemeenten is sprake is van een daling. De WOZ-waarde daalt in Voerendaal met afgerond € 5,8 miljoen (-4,74%), Bergen met afgerond € 9,8 miljoen (-4,69%) en in Landgraaf afgerond met 17,5 miljoen (-4,33%). De verandering van de WOZ-waarde bestaat uit een prijscomponent en een volumecomponent. Deze twee onderliggende componenten zijn niet bekend. Vervolgens kijken we naar de OZB-tarieven. Ook in 2020 is Sittard-Geleen de gemeente met de hoogste tarieven. En evenals in 2018 en 2019 heeft ook Leudal de laagste tarieven. De tarieven eigenaaren gebruiker bedragen in totaal in Sittard-Geleen in 2020 1,0479% en in Leudal 0,2726%. In een gemeente wijzigt het tarief niet.