ZWEMWATERPROFIEL

BERNISSE ZUIDLAND OOSTZIJDE

Colofon

Titel: Bernisse Zuidland Oostzijde

Uitgegeven door: Waterschap Hollandse Delta

Opgesteld door: RPS advies- en ingenieursbureau bv

Betrokken provincie: Provincie Zuid-Holland

Dagelijks beheerder / Exploitant zwemwaterlocatie: Recreatieschap Voorne-Putten- Rozenburg/Staatsbosbeheer

Status: 1700323A00-R17-830 definitief

Datum: 17 november 2017

Disclaimer Aan de inhoud van dit zwemwaterprofiel kunnen geen rechten worden ontleend. De in dit zwemwaterprofiel opgenomen informatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, de volledigheid en actualiteit kan echter niet worden gegarandeerd. Let hiervoor ook op de datum van het opstellen of actualiseren van het zwemwaterprofiel. Waterschap Hollandse Delta aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden in en/of onvolledigheid van de aangeboden informatie noch voor schade die geleden wordt als gevolg van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de aangeboden informatie in dit zwemwaterprofiel. Het zwemwaterprofiel heeft de status van een onderzoek. Waterschap Hollandse Delta aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de in dit rapport voorgestelde maatregelen.

1 1 Inleiding Voor elke zwemwaterlocatie wordt op grond van de Zwemwaterrichtlijn een zwemwaterprofiel opgesteld. Voorliggend het zwemwaterprofiel van Bernisse Zuidland Oostzijde.

De zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) is in 2006 vastgesteld met als doel het beschermen van de gezondheid van zwemmers in oppervlaktewateren. De richtlijn bevat o.a. bepalingen met betrek- king tot de monitoring, de indeling van de zwemwaterkwaliteit in kwaliteitsklassen (uitstekend, goed, aanvaardbaar en slecht) en het informeren van zwemmerspubliek en de Europese Commissie over de zwemwaterkwaliteit. Voor elke zwemwaterlocatie moet een zwemwaterprofiel worden opgesteld. Het beheer moet erop gericht zijn om minimaal een aanvaardbare zwemwaterkwaliteit te bereiken en indien aanvaardbaar om te streven naar een goede zwemwaterkwaliteit.

In het zwemwaterprofiel worden de kenmerken van de zwemwaterlocatie beschreven. Er wordt ingegaan op mogelijke gezondheidsrisico’s voor de zwemmers en de oorzaken daarvan. Het zwemwaterprofiel vormt de basis voor communicatie tussen de betrokken partijen over te treffen beheersmaatregelen. Uit het zwemwaterprofiel kan blijken dat aanvullend onderzoek nodig is om adequate beheersmaatregelen te kunnen treffen. Het zwemwaterprofiel is tevens bedoeld voor communicatie over de kwaliteit van de zwemwaterlocatie en de genomen beheersmaatregelen naar de geïnteresseerde burger.

2 Beschrijving zwemwaterlocatie

2.1 Kenmerken De zwemlocatie Bernisse Zuidland Oostzijde ligt in een zijplas van de Bernisse en ligt tussen de kern van Zuidland en het vakantiepark Zuytland-Buiten. De Bernisse is een stromend water van ongeveer 7 km lang dat vroeger de scheiding vormde tussen de eilanden Voorne en Putten en midden door de gemeente loopt. Het water de Bernisse verbindt het via het met het Voedingskanaal en het Brielse Meer zelf. Het ligt in recreatiegebied Bernisse dat in de jaren zeventig is onttrokken aan landbouwgebied. Recreatiegebied Bernisse is ruim 300 hectare groot en bevat diverse plassen waarin gevist en gezwommen kan worden en is zeer geschikt voor de kleine watersport. In figuur 2.1 is de zwemlocatie BO 52Z in haar omgeving weergegeven.

Vakantiepark Zuytland-Buiten

Boothelling Zuidland Oostzijde

Bernisse

Figuur 2.1: overzicht van de zwemwaterlocatie bij Bernisse Zuidland Oostzijde

2 De zwemzone is op de locatie afgezet met drijflijnen. Het strand bij Zuidland Oostzijde bestond voorheen uit twee stranden gescheiden door een grasveld met een rietoever. Tegenwoordig zijn beide strandjes doorgetrokken waardoor het strand één geheel vormt. Het betreft een zoet waterlocatie. Ten noorden van het strand ligt een klein parkeerterrein voor bezoekers die met de auto naar de zwemlocatie komen. Het strand wordt vooral veel bezocht door mensen uit het naast- gelegen vakantiepark. Op een mooie zomerse dag kunnen enkele honderden badgasten aanwezig zijn.

Hydrologie Het water in de zwemplas staat in open verbinding met de Bernisse en een forellenvisvijver. Forellen, maar ook meervallen zijn in de forellenvisvijver uitgezet en worden door roosters in de visplas gehouden. De Bernisse is een breed, traag stromend water dat, behalve voor recreatie, dient voor inlaat van zoet water dat vanuit het Spui via de Bernisse naar het Brielse Meer stroomt. Dit zoete water wordt gebruikt als bron voor drinkwater, de landbouw en de industrie. Via doorspoeling van de polders met het zoete water wordt verzilting tegengegaan, veroorzaakt door zoute kwel.

In de Middeleeuwen was de Bernisse de belangrijkste scheepvaartroute tussen Vlaanderen en Holland, maar daaraan kwam door verzanding een eind. Om aan de zoetwaterbehoefte te voldoen is de Bernisse uitgegraven tot een water met op de smalste stukken nog een breedte van 50 m.

Het water vanuit het Spui wordt via de Bernissesluis ingelaten. Het waterpeil is NAP 0,0 m en komt overeen met dat in het Haringvliet en het Brielse Meer. Er zijn diverse in meer of mindere mate van de hoofdstroom afgesloten plassen en baaien. Vooral op die plekken zijn diverse zwemstranden aanwezig.

Ecologie De bodem van de zwemzone en in de omgeving van de zwemzone bestaat uit zand dat is aange- bracht, evenals het zwemstrand. Recentelijk is volgens de locatiebeheerder een nieuw soort zand aangebracht met een kleinere korrelgrootte en daardoor een grotere neiging om te verstuiven. De Bernisse kent uitgebreide riet- en wilgenoevers en drassige gebieden langs het open water. Het gebied wordt gebruikt als broed-, foerageer- en overwinteringsgebied door veel vogelsoorten. Voor watervogels zijn vooral de meertjes, kommen en plassen populair. Tijdens het veldbezoek zijn meerkoeten en ganzen waargenomen. Er zijn enkele sporen van ganzenuitwerpselen aangetroffen op de ligweide. Parallel aan de Bernisse loopt een ruiterpad. Dit pad loopt niet direct langs het zwemstrand. Het is echter wel aannemelijk dat ruiters hun paard laten afkoelen in het water.

Faciliteiten Op de locatie zijn de volgende voorzieningen aanwezig: afvalbakken, toiletten (dixies), horeca, parkeergelegenheid, picknickbanken en een informatiebord (figuur 2.2) dat informatie verschaft over de geldende reglementen met betrekking tot watersporten, niet toegestane dieren en kamperen. In het water zijn geen speeltoestellen, steigers of platformen aanwezig. Op de zwemlocatie wordt geen toezicht gehouden op de aanwezige badgasten.

2.2 Zwemzone De zwemzone is weergegeven in figuur 2.2. De zwemzone is afgebakend volgens de Handreiking ‘KRW en oppervlaktewater, Bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwater- bereiding onder de Europese Kaderrichtlijn Water’. De zwemzone is op deze locatie afgebakend met drijflijnen.

3

Figuur 2.2: informatiebord met zwemzone op zwemwaterlocatie Bernisse Zuidland Oostzijde

2.3 Beheer Bernisse Zuidland Oostzijde ligt in de gemeente Nissewaard (plaats: Bernisse) en bevindt zich in de provincie Zuid-Holland. De provincie is verantwoordelijk voor de aanwijzing van zwemwaterlocaties. Op de zwemwaterlocaties draagt de beheerder de zorg voor de veiligheid en gezondheid van de zwemmers. De provincie houdt hierop toezicht en neemt zo nodig maatregelen. De provincie voert hiertoe onder andere periodiek het onderzoek naar de fysieke veiligheid uit.

Waterschap Hollandse Delta is waterbeheerder van de zwemwaterlocatie Bernisse Zuidland Oostzijde. Waterschap Hollandse Delta is verantwoordelijk voor het zwemwaterprofiel. Waterschap Hollandse Delta controleert de zwemwaterkwaliteit, licht de provincie hierover in en adviseert, zodat de provincie het publiek kan informeren over eventuele gezondheidsrisico’s. De provincie kan een waarschuwing of een negatief zwemadvies afgeven of zelfs een zwemverbod instellen. Indien de zwemwaterkwaliteit niet aan de vereisten van de zwemwaterrichtlijn en/of het blauwalgenprotocol voldoet, neemt waterschap Hollandse Delta het initiatief om samen met de andere betrokken partijen na te gaan hoe de zwemwaterkwaliteit verbeterd zou kunnen worden.

De zwemlocatie bij Bernisse Zuidland Oostzijde is evenals de andere openbare zwemlocaties aan de Bernisse, in beheer bij recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg. Uit naam van het recreatieschap is Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de zwemlocatie.

De aanwezige afvalbakken vallen onder het beheer van Staatsbosbeheer. Zij zorgen ervoor dat de afvalbakken geleegd worden wanneer deze vol zijn. Staatsbosbeheer controleert tijdens het zwem- seizoen wekelijks het strand en de ligweiden. Met een aannemer hebben zij een contract. Het bedrijf voert gedurende het zwemseizoen een dagelijkse controle uit en maakt het strand en de ligweiden indien nodig schoon. Tevens wordt het gras regelmatig gemaaid (20 x per jaar, soms vaker). Ook worden af en toe de waterplanten zowel in als buiten de zwemzone weggemaaid. De toiletten worden afhankelijk van bezoekersaantallen met een bepaalde frequentie schoongemaakt. Het zand wordt 1 keer in de twee weken gefreesd en 1 keer in de 4 weken gezeefd. De

4 vuilnisbakken in het gebied worden afhankelijk van de bezoekersdrukte schoongemaakt/geleegd, tot een maximum van 7 keer per week.

2.4 Potentiële bronnen van verontreiniging De Zwemwaterrichtlijn schrijft voor dat het zwemwater gecontroleerd dient te worden op de aanwezigheid van bacteriën die afkomstig zijn van feces (uitwerpselen) van mens en dier. Op basis van de gebiedsbeschrijving, het veldbezoek, de analyse van historische data, kaartmateriaal en de informatie van de waterkwaliteitsbeheerder en locatiebeheerder is de volgende lijst met alle potentiële verontreinigingsbronnen en -routes voor fecale verontreiniging op de locatie Bernisse Zuidland Oostzijde opgesteld.

Tabel 2.1. Potentiële bronnen Bernisse Zuidland Oostzijde Potentiële bron Beschrijving Bezoekers  Op een mooie zomerdag zijn er enkele honderden mensen aanwezig bij de zwemlocatie.  Er zijn wel toiletten aanwezig. Huisdieren  Honden zijn in het zwemseizoen verboden op het strand, ze mogen wel vertoeven in de omliggende ligweide. Echter is niet uit te sluiten dat ze niet op het strand komen.  Paarden zijn niet toegestaan op het strand. Er ligt echter wel een ruiterpad langs de Bernisse. Het is derhalve aannemelijk dat paarden ook op het strand komen. Watervogels  Op de zwemlocatie worden op rustige dagen veel vogels verwacht.  Op het strand zijn wat vogelfeces aangetroffen. Recreatievaart  Nabij de zwemzone ligt een boothelling waar recreatie- vaartuigen te water gelaten worden (zie figuur 2.2) dus recreatievaart komt regelmatig voor in de omgeving van de zwemlocatie.

2.5 Kans op proliferatie blauwalgen Behalve een controle op fecale verontreinigingen schrijft de Zwemwaterrichtlijn ook voor dat in het zwemwaterprofiel een beoordeling plaatsvindt van de mogelijke bloei van blauwalgen. Standaard vindt monitoring van blauwalgen plaats door het waterschap. Op basis van historische gegevens is er op Bernisse Zuidland Oostzijde een kans op bloei van blauwalgen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de oorzaken en risico’s van blauwalgen.

3 Gezondheidsrisico’s

3.1 Beoordeling hygiëne Volgens de zwemwaterrichtlijn wordt de kwaliteit van het zwemwater gecontroleerd aan de hand van de parameters Escherichia coli (E.coli) en intestinale enterokokken. Beide typen bacteriën zijn afkomstig van feces (uitwerpselen) van mens en dier en worden daarom fecale bacteriën genoemd. Deze typen bacteriën zijn indicatorsoorten voor de aanwezigheid van ziekteverwekkende bacteriën en virussen die voornamelijk maag- en darmklachten kunnen veroorzaken.

Op basis van de (langdurige) concentraties fecale bacteriën wordt volgens de Zwemwaterrichtlijn onderscheid gemaakt tussen verschillende kwaliteitsklassen. In tabel 3.1 zijn de indeling en de bijbehorende grenzen voor ‘uitstekende’, ‘goede’ en ‘aanvaardbare’ kwaliteit weergegeven. Als een zwemwaterlocatie niet in deze 3 klassen zit, wordt het beoordeeld als ‘slecht’. Daarnaast wordt de zwemwaterkwaliteit ook gedurende het badseizoen beoordeeld. Na elke afzonderlijke meting wordt getoetst aan de signaalwaarden (Tabel 3.1). Een overschrijding van een signaalwaarde is aanlei- ding tot extra onderzoek. Mede op basis van het extra onderzoek kan de provincie een maatregel, zoals een negatief zwemadvies, instellen.

5 Tabel 3.1. Normen voor zwemwaterkwaliteitsklassen voor zoete wateren Parameter Uitstekende Goede Aanvaardbare Signaalwaarde kwaliteit* kwaliteit* kwaliteit** intestinale enterokokken 200 400 330 400 (kve/100 ml) Escherichia coli 500 1000 900 1800 (kve/100 ml) * gebaseerd op een 95-percentiel van de meetreeks over periode van 4 jaar ** gebaseerd op een 90-percentiel van de meetreeks over periode van 4 jaar

3.2 Zwemwaterkwaliteit Waterschap Hollandse Delta controleert de zwemwaterkwaliteit minimaal tweewekelijks gedurende het badseizoen dat loopt van 1 mei tot 1 oktober + één meting vóór het badseizoen. Bij de controles worden de concentraties E. coli en intestinale enterokokken gemeten.

De ligging van het meetpunt voor Bernisse Zuidland Oostzijde is weergegeven in figuur 3.1. Het meetpunt ligt op de locatie BO 52Z waar de meeste zwemmers zijn.

Figuur 3.1. locatie meetpunt BO 52Z

6 Op basis van de metingen in de periode 2014 - 2017 is de locatie beoordeeld als ‘goed’. Dit volgt uit de afzonderlijke beoordelingen ‘uitstekend’ voor Escherichia coli en ‘goed’ voor intestinale enterokokken.

Tabel 3.2. kwaliteitsklasse Bernisse Zuidland Oostzijde 2014-2017 Parameter Kwaliteitsklasse intestinale enterokokken Goed Escherichia coli Uitstekend

Voor intestinale enterokokken zijn in 2015 en 2016 overschrijdingen van de signaalwaarden gemeten. Op 24 augustus 2015 is een IC waarde gemeten van 990 kve/100 ml. Op 30 mei 2016 is een IC waarde gemeten van 2100 kve/100 ml. Daarnaast is op 22 augustus in hetzelfde jaar een IC waarde gemeten van 610 kve/100 ml. Oorzaken van deze verhoogde waarden kunnen worden gevonden in grote aantallen bezoekers gecombineerd met de aanwezigheid van watervogels, honden en/of paarden. Omdat deze verhoogde signaalwaarden maar enkele keren zijn gemeten betrof het waarschijnlijk incidenten. Op andere meetdagen zijn dergelijk waarden niet aangetroffen. In 2015 is in verband met het aantreffen van de hoge waarden van intestinale enterokokken in augustus een waarschuwing afgegeven. Deze was 3 dagen van kracht. In 2016 is in verband met het aantreffen van hoge waarden van intestinale enterokokken in augustus een negatief zwem- advies afgegeven. Deze was ook 3 dagen van kracht.

3.3 Overige gezondheidsrisico’s In 2016 zijn er op de zwemplek Bernisse Zuidland Oostzijde klachten binnengekomen van zwemmers met hevige jeuk na het zwemmen. Onderzoek naar zwemmersjeuk heeft cercariën aangetoond in poelslakken, maar niet vrij in het water. DNA van Trichobilharzia is niet aange- troffen. Evenmin het DNA van de eikenprocessierups. Als gevolg van het aantreffen van cercariën in de poelslak met daarbij de gemelde klachten is er een negatie zwemadvies afgekondigd voor de zwemplek in de periode 28-7-2016 t/m 25-8-2016 en in de periode 31-8-2016 t/m 30-9-2016.

Als gevolg van een brand bij Esso in het Botlekgebied in het zwemseizoen van 2017 is er gedurende 5 dagen een 'zwemverbod' van kracht geweest vanwege het voorkomen van roetdeeltjes in en op het water.

3.4 Blauwalgen In de periode van 2014-2017 is op Bernisse Zuidland Oostzijde het zwemwater, met een frequentie zoals die is benoemd in het Blauwalgenprotocol (versie 2012), geanalyseerd op het voorkomen van planktonische blauwalgen. Uit de fluoroprobe-analyses is gebleken dat in 2014 t/m 2017 géén indicaties zijn aangetroffen van overmatige blauwalgenbloei. Wel zijn er klompjes bentische blauwalgen aangetroffen. In 2017 is er eenmalig een drijflaag gesignaleerd die een gering gezondheidsrisico met zich meebracht (tabel 3.3). Bijlage 2 geeft een uitleg van de categorie- indeling van drijflagen. Voor deze locatie mag worden aangenomen dat er een risico is op het voorkomen van blauwalgen. De toekomstige monitoring moet volgens het Blauwalgenprotocol (versie 2012) uitgevoerd blijven worden.

Tabel 3.3. Toestand blauwalgen Bernisse Zuidland Oostzijde

2014 2015 2016 2017 Fluoroprobewaarde planktonische blauwalgen >12,5 µg/l nee nee nee nee Aanwezigheid bentische blauwalgen nee nee ja ja Drijflaag aanwezig nee nee nee ja (cat I)

7

In 2017 is gedurende 47 dagen (31% van de tijd van het gehele zwemseizoen) voor deze zwem- plek een maatregel afgekondigd geweest. Op de zwemplek werden de potentieel toxische bentische blauwalgen Oscillatoria princeps, Oscillatoria limoasa en Phormidium gesignaleerd. Er werd voornamelijk bentisch materiaal aangetroffen in losse drijvende klompjes materiaal in de zwemzone. Als gevolg van het aantreffen van deze potentieel toxische soorten is er gedurende 7 dagen een 'waarschuwing van kracht geweest en gedurende 37 dagen een 'negatief zwemadvies'.

In 2016 is gedurende 7 dagen een negatief zwemadvies afgegeven vanwege het aantreffen van de potentieel toxische bentische blauwalgen Oscillatoria princeps, Oscillatoria limoasa en Phormidium.

4 Mogelijke maatregelen De zwemwaterkwaliteit bij Bernisse Zuidland Oostzijde is als goed beoordeeld. Op grond van de zwemwaterrichtlijn zijn geen maatregelen nodig ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit. Wel wordt aanbevolen gericht op goed (kwaliteits)beheer het huidige beheer voort te zetten.

Wanneer potentieel toxische planktonische blauwalgen overschrijdend worden gemeten, wordt in verband met de publieks-veiligheid een negatief zwemadvies afgegeven. Informatievoorzieningen naar zowel publiek als mogelijk exploitanten is bij het aantreffen van potentieel toxische blauwalgen erg belangrijk. Exploitanten en publiek moeten op de hoogte zijn van de potentiële risico's en gevaren.

Locatiespecifieke maatregelen om blauwalgengroei te voorkomen zijn in een groot watersysteem als de Bernisse meestal niet effectief en daarom niet aan de orde. De aanpak van blauwalgen (bronaanpak nutriënten) vergt (generieke) maatregelen op stroomgebiedsniveau.

Een relatief nieuw probleem bij de zwemwaterlocaties langs de Bernisse is het voorkomen van bentische blauwalgen. Deze kunnen los komen van de bodem en drijvende klompjes vormen. Met de fluoroprobe worden deze bentische blauwalgen niet gemeten. De laatste jaren zijn dit soort drijvende klompjes vaker waargenomen. Het lijkt een natuurlijk proces te zijn dat mogelijk samen- hangt met klimaatverandering. Op meetdagen moet extra gelet worden op het voorkomen van deze klompjes. Daarnaast rest de vraag bij hoeveel waarnemingen van deze klompjes het gaat om een potentiële toxische hoeveelheid.

WSHD gaat door Aquon een nader onderzoek laten uitvoeren naar deze bentische blauwalgen.

8 BIJLAGE 1 Verslag veldbezoek (Bernisse Zuidland Oostzijde)

Datum: 11 juli 2017 Aanwezigen: Gideon Browne (RPS) Gesprokken: Peter van Cappellen en John Riem (Staatsbosbeheer)

Op dinsdag 11 juli 2017 is een veldbezoek uitgevoerd waarbij niet alleen de directe omgeving van de zwemwaterlocatie is bekeken, maar ook het omliggende gebied. Tijdens het veldbezoek was het bewolkt weer met zo nu en dan een bui en rond de 23 graden.

Het strand Bernisse Zuidland Oostzijde is een strand gelegen aan de Stompaardse plas (zie informatiebord (Foto A). Het strand ligt in feite in een kleine baai in het midden van de plas.

Op het informatiebord is een duidelijke zwemzone aangegeven (foto A). Het strand is vooral in de zomermaanden druk bezocht. Op een zomerse dag kunnen honderden mensen aanwezig zijn. Het strand is vooral in trek bij de bezoekers van een naastgelegen vakantiepark ten noorden van het strand.

Er bevinden zich vrij weinig faciliteiten op het strand. De zwemzone is aangegeven met een ballenlijn (foto D) en er zijn picknickbanken geplaatst door gemeente Nissewaard. Daarnaast zijn er twee dixies geplaatst (foto’s E) die tussen 1 april en eind september op de locatie aanwezig zijn en regelmatig worden schoongemaakt. Ook is er op het strand een nieuw soort zand met een kleinere korrelgrootte aangebracht (foto F). Dit lichtere type zand heeft een grotere neiging te verstuiven.

Tijdens het veldbezoek was het strand relatief schoon. Er was echter wel sprake van veel ganzenpoep (foto B) op het strand. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat het weer in de week van het veldbezoek tamelijk slecht was. Wanneer de stranden drukker bezocht worden, worden ganzen meer afgeschrikt van het strand. Er waren tijdens het veldbezoek slechts twee mensen aanwezig die hun hond uitlieten.

Tijdens het veldbezoek zijn enkele brandganzen (foto C) aan de overkant van het strand waar- genomen. Tussen 1 mei en 1 oktober zijn honden verboden. Hoewel dit verbod voor vrijwel alle andere stranden geldt, geven veel hondenbezitters hier geen gehoor aan. Vooral op tamelijk rustige dagen. Ook zijn er op de ligweide hier en daar konijnenkeutels aangetroffen, maar er waren geen indicaties van grote populaties. Vooral het visuele aspect van uitwerpselen kan als hinderlijk worden ervaren. Bacteriologisch leidt dit niet tot knelpunten. Ganzen vormen wel een knelpunt, in het hele gebied komen grote aantallen voor (honderden ganzen). Vooral het visuele aspect van uitwerpselen kan als hinderlijk ervaren worden, bacteriologisch leidt dit niet tot een knelpunt.

A D

B E

C F

BIJLAGE 2 Analyse blauwalgen

De kans op proliferatie van blauwalgen op een zwemwaterlocatie wordt bepaald aan de hand van resultaten van de laatste vier jaar (2014 t/m 2017); gelijk aan de fecale bacteriën.

In het Blauwalgenprotocol-2012 staat: Het zwemwaterprofiel geeft aan of de zwemwaterlocatie een risicolocatie voor blauwalgen is, dat wil zeggen dat er in de afgelopen vijf jaar overschrijdingen van een blauwalgennorm zijn waargenomen op de locatie (zie Handreiking Zwemwaterprofiel Blauwalgen).

De waterbeheerders binnen de provincie Zuid-Holland hebben zich echter geconformeerd aan onderstaande definitie van blauwalggevoeligheid:

Een zwemwaterlocatie is blauwalg-gevoelig als er in de meest recente periode van vier achtereenvolgende zwemseizoenen een hoeveelheid blauwalg is aangetroffen waarbij er volgens het vigerende blauwalgprotocol één of meerdere maatregelen zijn afgekondigd in de vorm van een waarschuwing, negatief zwemadvies of zwemverbod.

In het Blauwalgenprotocol zijn de criteria aangegeven voor de indeling van een drijflaag in een categorie. Bij een categorie I drijflaag zijn er (gif)groene bolletjes of draadjes (cellen van blauwalgen) op het oppervlak. Er zijn nog geen aaneengesloten lagen. Er is geen stank. Bij een categorie II drijflaag zijn er veel cellen en dichte plakkaten op het oppervlak, maar regelmatig kun je de waterfase zien. Je kunt dus niet overal door de drijflaag heen kijken en er zijn delen (>10x10 cm) min of meer aaneengesloten drijflagen. Er is geen stank. Bij een categorie III drijflaag zijn er veel cellen en dichte plakkaten op het oppervlak en zelden of nooit kun je er doorheen kijken en de heldere waterfase zien. Het kan stinken. Voor een uitgebreide beschrijving met foto’s wordt verwezen naar het Blauwalgenprotocol.