Door Bo Filarski & Annetje Creemers

De Mirabellenboom

De Mirabellenboom uitgave en versie 2017 Dit is een uitgave van Atelier d’Hôte SAS te Frankrijk.

Alle tekst en afbeeldingen zijn auteursrechtelijk eigendom van Atelier d’Hôte SAS. R.C.S. TI 519.552.574 Deze uitgave is gratis te verkrijgen via www.dekleischool.nl, Enkel voor privé gebruik door degene die de uitgave via de Kleischool heeft verkregen.

Elke andere vorm van verspreiding is niet toegestaan. De inhoud mag in zijn geheel of op onderdelen niet voor commerciële doeleinden aangewend worden, elke wijziging in deze uitgave is strikt verboden.

Auteurs: Bo Filarski en Annetje Creemers

Index

POTTENBAKKEN Begin je dag met een goede herinnering 4 Pottenbakken dat gaat mij vast niet lukken 6 Over mijn wereld van het pottenbakken 8 African-Fire | Doffe roet en as komen tot leven 12 Anagama | De oven-godinnen! 14 Raku 16

ONS DORP VANNECOURT Hier kan je je ogen nog uitlaten 17 Le Maire (de burgemeester) 18 Tussen en Vannecourt 20 Pottenbakken met Spook 22 Dacht je nou werkelijk dat asfalt grijs is 24 Het gevecht van Dondersteen 26

Zalig eten in Frankrijk Creatief leren proeven 26 Recept Koude Meloensoep 28 Recept Quiche Lorraine 29 Recept Clafoutis met Quetschen 31 Recept Raku Fles van de Klei en Vuurmarkt 33

MUSEA IN DE OMGEVING : faience stad bij uitstek 34 Musée du Sel, Marsal 35

ONTDEK AMBACHT IN RUST EN EENVOUD Pottenbakkerij Vakantie 36

Begin je dag met een goede herinnering. 4

In Vannecourt serveren we koffie en thee in honderd verschillende mokken gemaakt door Pottenbakkers uit heel Europa. Veel mensen kopen een kop of mok bij een warenhuis. Ze kiezen iets wat ze leuk vinden, maar na één à twee weken is de mok verworden tot een soort behang waar je nooit meer actief aandacht aan schenkt. De meeste mokken en koppen zijn industrieel gemaakt, gegoten of geperst keramiek. Je zal in je leven zo’n 30.000 maal ’s morgens bij je ontbijt de dag beginnen met een kop thee of koffie. Laat de dag beginnen met een goede herinnering, een verhaal van klei en vuur.

Dit zijn de mokken die voor Bo stuk voor stuk hun eigen verhaal hebben. Al deze mokken dragen de herinnering van het draaien, het vormen en vervormen van de klei, het samenstellen van het glazuur met de kwarts en metaal oxidanten die tot onverwachte resultaten leiden. De herinnering aan de Raku-oven op die hete zomerdag, of de primitieve Anagama houtoven die met zijn vlammen prachtige sporen nalaat op het werkstuk. De verrassing van het resultaat, de vorm die lekker in de hand ligt. Elke mok laat een spoor na van ambachtelijke herinneringen.

Laat ook jouw dag beginnen met je eigen mok van goede herinneringen, jouw eigen verhaal van klei en vuur. Kom een mok (of meer) maken in één van onze workshopweken.

Pottenbakken, dat gaat mij vast niet lukken 6

We horen vaak dat mensen - voor ze een weekje pottenbakken durven reserveren - twijfelen: “Het lijkt me zo leuk, een week ambachtelijk meedraaien in een pottenbakkerij, maar dat kan ik toch helemaal niet, potten draaien?! Dat is toch alleen weggelegd voor kunstenaars?

Zomaar met je handen in de klei, op een draaischijf een potje leren draaien, dat lukt mij vast niet! Ik zie me daar al zitten, als enige aan het klungelen, met klei die van m’n schijf vliegt en nog geen asbakje als resultaat…”

Iedereen kan pottenbakken We kunnen je gerust stellen. De ervaring heeft ons geleerd: iedereen kan leren potten draaien! Wij spreken heel vaak mensen die denken dat ze niet kunnen pottenbakken. Echter: 70% van de mensen die bij ons op vakantie komt, heeft de klei nog nooit aangeraakt.

Ambacht en aandacht Pottenbakken is een ambachtelijke techniek die iedereen kan leren. Bo legt alle beginselen meermalen gestructureerd en inzichtelijk uit. De grepen worden voorgedaan en je wordt op weg geholpen bij deze ontdekkingsreis in de wereld van klei en vuur. Je krijgt je eigen draaischijf die de hele week voor jou blijft; ook ’s middags mag je lekker verder oefenen in het atelier. Iedereen wordt op z’n eigen niveau bediend en verbetert zijn vaardigheden in een weekje lekker weg. Elk jaar komen er rond de 200 mensen bij ons vakantie vieren; al deze mensen vertrekken met mooie wekstukken. Ook al hadden ze voor deze workshop nog geen ervaring met draaien.

Een lekker weekje weg Wees niet bang. Gun jezelf een ambachtelijke en creatieve week in ons mooie Vannecourt. Je komt tot rust, wordt verwend en ontdekt dat ook jij kunt leren potten draaien. Je bent van harte welkom!

Over mijn wereld van het pottenbakken 8

Wij zijn verleerd om te voelen. Om gebruik te maken van ons tactiele zintuig. Het maken van potten draait om voelen wat de klei doet. Het draaien van potten roept een zintuiglijke kwaliteit bij ons op, die we allemaal nog ergens heel diep hebben zitten. Als je je er aan over durft te geven, vergeet je werkelijk de hele wereld en ben je enkel nog bezig met het voelen van de klei; het contact met de aarde in je handen.

Soms vind ik het leuk om zo maar werkstuk na werkstuk te maken, zonder ook maar iets te bewaren, maar enkel om te spelen met de vorm en de vorm te voelen die ontstaat tussen mijn vingers en mijn handen. En dan komt de magie met het vuur dat zorgt dat de klei in scherf verandert. Dat vuur van meer dan duizend graden, roodgloeiend en vaak destructief, maar voor de pottenbakker vormend en onmisbaar. Een egaal, gelijkmatig vuur om de oxidanten van een glazuur, effen, mat of glanzend te versmelten over een werkstuk, of een woeste vlammenzee om schitterende littekens van houtvuur en verglaasde as voor eeuwig op mijn keramiek achter te laten. De technieken die ik opzoek heb ik maar gedeeltelijk onder controle. De kwetsbare Raku met haar verfijnde haarscheurtjes veroorzaakt door de thermisch shock. Het glazuurpoeder met zinkoxide dat - gelijk aan ijsbloemen op een winterruit, net zo onverwacht - de schitterendste kristallen in het kwarts van mijn glazuur achter laat.

Wil ik morgen weer zo'n ijsbloem op mijn ruit? Hij zal er nooit meer precies zo komen als op die ene ochtend. Net zo min als de rode gloed van de vlam die in de houtoven langs mijn waterkan ging. Al mijn technieken balanceren op de rand van chaos. Dat is ook wat ik wil laten gebeuren. Dat is wat me boeit. Ik houd niet van dwang en totale controle. Ik wil verrast worden door mijn eigen werk. Ik zal nooit series kunnen maken. Elk werkstuk eist haar eigen uniciteit op.

Net zoals de mensen die bij mij op cursus komen. Velen hebben nog nooit met klei gewerkt. De eerste jaren meende ik wel aan te voelen bij wie het draaien wel wat zou worden en bij wie niet. Ik heb inmiddels geleerd om dat soort speculaties helemaal opzij te zetten. Vele cursisten hebben mij verrast. De noeste doorzetster die er toch kwam, de vliegende starter die uiteindelijk vast liep. Een vrouw van 82 die voor het eerst in haar leven achter een draaischijf ging zitten en alle beginners er volkomen uit draaide. Een stoere knul van zestien die met zijn moeder meekwam en haar pas veel later durfde te vertellen dat hij het pottenbakken eigenlijk toch veel leuker had gevonden dan die survivaltocht die ze later in de vakantie speciaal voor hem geboekt had. Een bonk van een kerel die een bolletje van 500 gram maar niet gecentreerd kreeg. Een frêle vrouw met reuma die al lang draaide en aan het begin van de workshop riep "ik ga niet verder dan 300 gram klei hoor", maar na het verbeteren van haar techniek zowaar weer twee kilo klei weg draaide. Een boer met enorme ruwe handen die al na één weekje de meest verfijnde dingen draaide - alsof hij jaren niet anders had gedaan. Een arts die net gepensioneerd was en meende haar hobby bij mij gevonden te hebben, maar na de eerste dag huilend achter de schijf zat omdat het maar niet meteen wilde lukken. Op het eind van de week was ze er niet meer vandaan te slaan en is op haar zestigste de vakopleiding keramiek in Nederland gaan doen.

Maar ook de eigenheid van elk object op welk niveau dan ook, kan me verrassen. Zeker van cursisten die wat lef tonen. Die durven te voelen, durven vorm te geven en durven te experimenteren met glazuren. Een Egyptenaar die na een eerste cursus bij mij thuis 3 maanden experimenteerde, alles deed op glazuurgebied wat volgens de boekjes niet mag of kan en mij de meest fantastische werkstukken kwam laten zien. Zo leerde ik ook van mijn cursisten. Ik leerde technieken te omhelzen en overboord te gooien. Ik werd overdonderd door hele oude technieken, maar volgde later ook weer gewoon mijn eigenwijze weg. Een Anagama is fantastisch, maar ik hoef niet een traditie te kopiëren. Ik gebruik wat ik wil en vorm mijn eigen weg.

Keramiek of pottenbakken? Een keramiste hoeft geen pottenbakster te zijn, maar een pottenbakster is wel een keramiste. Pottenbakkers maakten vroeger voornamelijk gebruiksgoed; keramisten voornamelijk decoratief werk, maar op een mooie mok raak ik nooit uitgekeken. Daar zit een hele wereld in van vorm, kwarts, metaaloxidanten en vuur. Soms zingen mijn mokken en potten nog zelfs maanden nadat ze uit het vuur zijn gehaald.... en weet je het is bijna altijd zuiver. Je mag mij in ieder geval gewoon pottenbakster blijven noemen.

Pottenbakkers kunnen zich vaak wel verliezen in de techniek. Elk werkstuk dat niet dun genoeg gedraaid is wordt afgekeurd. Ze kijken vooral in de pot. Ik heb goede draaiers ontmoet die heel snel, hoog, veel en dun konden draaien, maar die gewoon geen mooie vorm maakten. Ik hoef geen reproductiemachine te maken van mijn handen, een machine die keer op keer het zelfde kunstje vertoont. In veel halsflessen die ik maak kan je hooguit één bloem zetten of nog sterker, je kan er enkel wat goede wensen in fluisteren. Misschien ben ik wel helemaal geen pottenbakster. Bo Filarski

African-Fire | Doffe roet en as komen tot leven 12

Waarschijnlijk doen de tuinbezitters onder ons hetzelfde in het voorjaar gedaan als wij. Als de zon weer een beetje doorkomt en het écht op lente begint te lijken, komt iedereen uit z’n huis om lekker in de tuin te gaan werken. Beetje opruimen, beetje dood hout verwijderen, plaats maken voor de eerste plantjes/zaailingen (pas op voor de IJsheiligen!). Een boompje dat de winter helaas niet heeft doorstaan opruimen, uit de bomen gewaaide takken rapen, nog een stuk van de wel erg welig tierende Vrouwenmantel snoeien. En dan, al dat oud hout en al die takken met een kapotte rieten mand en een krantje: hop, op een hoop en de vlam erin. Wij hadden ook zo’n fikkie in de tuin, maar onder het hout sloegen de vlammen en assen om iets moois.

Bij ons lagen er nl potten bewerkt met primitieve kleislib decoraties onder de brandende takken en blokken hout. Potten die gedecoreerd waren met oker, mangaan, ijzer en koperoxide vermengd met kleislib. Deze ingrediënten in al hun eenvoud en puurheid zijn de basiselementen van prachtige Afrikaanse decoratietechnieken.

Na een uurtje of 4 stoken hebben we het vuur verstikt met vochtig hooi, koeienmest en een laag oude as. Dat kan voor mooie resultaten zorgen als de zuurstof opraakt, daar onder die lagen gloeiende as…

Toen we de volgende ochtend de nog hete as opzij schoven en voorzichtig de potten tevoorschijn haalden, bleek de reductie/verstikking goed gewerkt te hebben: er zaten een paar juweeltjes bij! Uit de as komen de potten tevoorschijn, aanvankelijk mat en dof.

Voordat de potten in het vuur gingen (nog tijdens de fase dat ze leerhard waren) zijn ze gepolijst, zodat ze na het stookproces met echte bijenwas opgepoetst kunnen worden om ze een schitterende satijnen glans te geven.

Als je ook een keer van de nood een deugd wil maken en rotzooi wil verbranden terwijl jouw potten in het vuur liggen te kleuren, kom dan naar één van de weken in Vannecourt, waarbij het 2e thema een African Fire is.

Anagama | De oven-godinnen! 14

Zelfs in Vannecourt tref je er een aan, zo’n klein altaartje waar om ’t even welke god aanbeden wordt. Diverse mooie beeldjes van een oven of vuur godin, wat bloemen, een kommetje rijst, een schaaltje zout en natuurlijk een glaasje sake… Of wacht, zit er wel rijstwijn in dat glas: als dat geen lekker rood Frans wijntje is...

Ook al betreft het een traditie vanaf het jaar 600 en stamt de Anagama stook uit de Aziatische landen; in Vannecourt kunnen ze er ook wat van. In de tuin is namelijk een kleine houtoven bekleed met klei gebouwd. Je gooit – als het jouw stookbeurt is – gekloofde stukken hout op het vuur. De vlammen razen door de oven en glijden langs jouw potjes om vervolgens door de schoorsteen te verdwijnen. Een rivier van vuur van 6 meter lengte, die soms zelfs nog boven de schoorsteen uit te bewonderen is. Deze vlammen met de as en sintels die meegevoerd worden, zullen prachtige sporen op je pot achterlaten.

De potten kunnen - als je wil - voorzien worden van hele traditionele primitieve as-glazuren met kaliveldspaat en kaolien; maar ook “bloot” komen ze schitterend uit de stook omdat ze gekust worden door het vuur… Na een etmaal stoken, heeft de oven temperaturen tot 1300 graden te verduren gekregen. Als hij de volgende ochtend opengaat, zijn de potten nog veel te heet om aan te pakken; een beetje geduld is geboden. Als uiteindelijk alles met tangen en handschoenen uit de oven is gehaald en uitgestald staat op een tafel, gaat er vaak een zucht van bewondering door de groep; wat een brute schoonheid, wat een natuurgeweld is er over die potten heen geraasd! De godinnen hebben de stook beschermd, rijst en zout zijn in dank aanvaard. En zo te zien hebben de dames zich de Franse wijn ook goed laten smaken: het glas is leeg!

Het meest basale, het meest aardse om ons heen: kleislib. Slib van bruine, rode of gele modder. Deze druipers en druppels van kleislib-smurrie zijn door de ovengodinnen omgetoverd tot een fascinerende textuur op keramisch materiaal.

In onze Anagama houtoven gebruiken we oeroude recepten met slib en primitieve glazuren van vermalen steensoorten waarmee we de potten decoreren. Het slib en het glazuur versmelt in lava- achtige stroompjes op het werkstuk en blijft na afkoeling verglaasd achter op het keramiek.

Wil je ook deze boeiende wereld van ovengodinnen en gesmolten aarde ontdekken; een week terug in de tijd; pottenbakken met klei, vuur en water en stoken op hout? Kom dan naar een Anagama week in Vannecourt.

Raku 16

Bij de Rakustook worden de werkstukken bij meer dan 1000 graden roodgloeiend uit de keramiek- oven gehaald om in een afgesloten houtzaagselbak verder te branden. De thermische shock veroorzaakt haarscheurtjes, daarbij ontstaat het craquelé dat elk werkstuk uniek maakt. Raku gebruiksgoed dateert van 1600 na Chr.

Het werd gemaakt door de familie Raku in Kyoto, Japan, een pottenbakkers familie die in hoog aanzien stond en staat om haar theekommen en gebruiksgoed voor de theeceremonie. De huidige Raku is Raku Kichizaemon XV. Heden ten dage maken kunstenaars over de hele wereld allerlei soorten keramiek dat ze stoken op basis van het principe van deze hele oude Zen-Boedhistische traditie. Het dunne kwartslaagje (glazuur) dat op het keramiek is aangebracht versmelt bij 1000 graden tot een glazen laagje. De metaaloxiden die aan dit kwarts zijn toegevoegd zorgen voor de kleur. Doordat we de potten al bij duizend graden uit de oven halen, ontstaat er een craquelé in dit glazuurlaagje. De roodgloeiende pot laten we vervolgens zakken in een bak met zaagsel. Een zwart walmend vuur ontstaat door het contact tussen de pot en het zaagsel. Het roet van dit vieze vuurtje gaat in de craquelé zitten en zorgt ervoor dat de barstjes dramatisch zwart-mat afsteken tegen het glanzende glazuur. Eventueel kan men naar keuze de bak met dit zaagselvuur ook nog afsluiten. Het vuur brandt alle zuurstof op, maar wil toch verder branden. Daardoor onttrekt het vuur de zuurstof uit de metaaloxiden in het glazuur, waardoor de potten niet enkel glasachtig maar ook metaalachtig gaan glanzen. Dit proces noemt men reductie en het zorgt er voor dat bv het groen-roestige koperoxide in een metalen koperglans kan omslaan. Als we gedeeltelijk reduceren ontstaat er met groene koperoxide een pallet aan aardse kleuren van groen tot koperrood. In de 2e afbeelding hiernaast is er zwart-kopermat gebruikt in een reductieproces wat tot diep rode vlameffecten leidde. "Hier kan je je ogen nog uitlaten" (Citaat van Ciska) 17

Nederland telt 496 inwoners per vierkante kilometer en België 349. Den Haag en Brussel gaan in beide landen aan kop met respectievelijk 6.131 en 5.106 inwoners per vierkante kilometer. Daverdisse en Schiermonnikoog sluiten de rij met 25 en 21 inwoners per vierkante kilometer.

Ons dorpje Vannecourt telt negen inwoners per vierkante kilometer. Het leven is hier vriendelijk, eenvoudig en dicht bij de natuur. Het waren misschien wel de geuren van het voorjaar die ons naar Frankrijk trokken. De bloesem van de mirabellenboom, de klaprozen en de korenbloemen langs de kant van de weg of de geur van de eindeloze koolzaadvelden.

Omgekeerd is de dochter van onze buurman naar Parijs getrokken en aldaar manager geworden van een groot warenhuis. "Zo eens in de drie maanden komt ze naar de boerderij", vertelt André, haar vader. Hij kijkt rustig in de opening van de schuurdeur hoe ik een nieuwe pot maak. "Ze is dan stil en in zichzelf gekeerd, gaat op de tractor zitten om daarna de hele dag door de velden te rijden. Pas 's avonds tegen etenstijd komt ze weer terug." We begrijpen het beiden. Ik pak een nieuwe homp klei en draai rustig een nieuwe pot op de draaischijf terwijl een zwaluw de schuur in vliegt. De kerkklok slaat kwart voor twaalf. André neemt afscheid en gaat naar huis want om twaalf uur staat de maaltijd klaar in de huizen van Vannecourt.

Le Maire 18

In ons dorp zijn drie straten met in totaal 35 huizen. Ook voor zo'n klein dorp als ons Vannecourt is er in Frankrijk een burgemeester. Bernard moet af en toe een ruzie bijleggen of een nieuw lampje in de plafonnière draaien bij Monsieur Remy, die dat niet meer zelf kan. Tijdens het Fête du Village in september, waarbij bijna iedereen uit het dorp aan lange tafels op het plein gaat dineren, zorgt Bernard voor het vlees. Dat heeft hij uit eigen zak betaald. Tijdens de maaltijd wordt er gelachen en tussen de bedrijven door een halve raadsvergadering gehouden. De dorpsoudsten verzoeken Bernard om Renée er op aan te spreken dat ze er met haar mestwagen weer een troep van heeft gemaakt. Juist op het weggetje langs het kerkhof, terwijl er afgelopen vrijdag ook nog een begrafenis was. Iedereen in de rouwstoet moest met zijn keurige zwarte schoenen door de moddersporen van de kar van Renée lopen. Het hele dorp spreekt er schande van.

Jerome - de jongen die elke donderdag een halve dag het plantsoentje in het dorp komt doen - heeft het ergste opgeruimd. Maar dat was toch eigenlijk niet de bedoeling. Bernard ziet er duidelijk tegen op, neemt nog een worstje en zegt dan "d'accord", ik zal weer eens met Renée praten. Bernard was voor zijn pensionering voorman in de containerfabriek. Hij kan goed lassen. Hij heeft voor ons het trapje van het zwembad al twee maal gelast. Eerst de linker poot die afbrak en later de andere poot. Ik mocht het trapje gewoon op straat voor zijn deur neerzetten. ’ s Middags komt hij het dan weer brengen. Hij wil er niets voor hebben. Zo gaat dat in dit dorp.

Tijdens de nationale verkiezingen worden er in ons dorp twee stemmen uitgebracht op de partij van de Trotskisten. Geen mens interesseert zich voor de partij van Bernard, maar de uitslag leidt gelukkig voor hem niet tot één enkele stem. Wij vermoeden dat dat komt omdat hij gelukkig getrouwd is. Maar bij de verkiezingen voor het burgemeesterschap heeft het dorp afgelopen keer op Bernard gestemd en nu is Bernard Monsieur le Maire. Althans; aldus stelde hij zich de eerste twee maanden na de verkiezingen voor, maar in het dorp bleef men het toch gewoon over Bernard hebben.

Bernard heeft inmiddels geregeld dat er een nieuwe haan op de kerk kwam. Die zesduizend euro is uit de pot van de één of andere vakbond gekomen. In dit dorp zijn er bijna geen geheimen. De nieuwe haan werd voordat hij op de kerk geplaatst werd op een karretje door het dorp gereden.

Monsieur Bechel duwde het karretje voort, de kleinzoon van Bernard mocht de schoolbel luiden en Bernard zelf liep met de handen in de zakken op gepaste afstand naast de optocht. De mensen kwamen naar buiten, bewonderden de haan en maakten er foto`s van.

Maar het grootste wapenfeit van Bernard kwam een paar weken later. Wij hoorden op zekere ochtend een enorm geraas de hoek om komen. Het leek of er door iemand gemaaid werd, maar het was geen tijd om te maaien. Het was donderdagochtend en daar verscheen Jerome zittend op een splinternieuwe veegwagen met zwaailicht. Bernard had op kosten van het dorp een veegwagen aangeschaft. Met opgeheven hoofd, de armen over elkaar liep hij gewichtig achter de veegwagen en inspecteerde of Jerome het werk naar behoren deed. Bij elk huis keek hij met zijn ogen schuin opzij om te controleren of iedereen wel in de gaten had, dat hij dat toch maar even geregeld had. Wij hebben nu dus in Vannecourt, ons dorp met drie straten, een veegwagen. Dit vormde weliswaar een stevige aanslag op de gemeentekas, maar ja; Bernard is de burgemeester die dat soort dingen nu eenmaal beslist en die de prioriteiten stelt. Zo gaat dat in een klein dorp in Frankrijk.

Tussen Puttigny en Vannecourt 20

Gérard rookt te veel, hij weegt te veel en beweegt te weinig. Maar zijn oude lijf wil niet meer, na een leven hard werken op het land. En Gérard wil geloof ik zelf ook niet meer zo veel bewegen. Op zijn benen heeft hij last van eczeem. Reden waarom hij een korte broek draagt. Ook in de winter. Daaronder een paar groene kaplaarzen want het is drassig, door het smeltende sneeuwwater. Hij zit op het bankje voor zijn huis een sigaret te roken. Wij rijden voorbij en zwaaien. Gérard zwaait altijd terug. Er komt bijna nooit iemand langs in zijn straat aan het einde van het dorp. Gérard hoeft niets meer op te houden, hij hoeft zich nergens meer druk om te maken. Hij geniet van de seizoenen en van zijn dagelijks tochtje met zijn auto langs de velden die hij bewerkt heeft in zijn jongere jaren.

Het land is nu verpacht aan Dominique. We komen Gérard vaak tegen in zijn vale bordeauxrode auto op het binnendoor weggetje van Puttigny naar Vannecourt. Een kronkelig weggetje langs de velden, dat enkel door de plaatselijke bevolking gebruikt wordt. Zo’n weggetje dat in de winter vergeten wordt door de sneeuwschuivers. Dat weggetje heen en terug rijdt hij dagelijks heel langzaam, terwijl zijn hond naast de auto rent. Zo laat Gérard zijn hond uit, want Gérard kan zelf niet meer wandelen. Maar hij geniet. Hij heeft het raampje altijd open gedraaid, zelfs als het een beetje regent. Met één hand aan het stuur en één hand met sigaret , leunend op het open gedraaide portierraam. Zijn hond draaft er braaf naast en weet niet beter dan dat dat dagelijks zo moet. Want zo gaat het dagelijks en zo neemt Gérard elke dag weer zijn land waar, en praat daarover met zijn hond. Maar op die troosteloze winterdag dat de sneeuw wat aan het smelten is en Gérard op zijn bankje zit met zijn groene kaplaarzen onder zijn korte broek zien we dat er iets mis is. Gérard zwaait altijd terug, maar op deze ochtend is er iets aan de hand; hij zwaait niet terug. Twee dagen later rijden we weer over het weggetje van Vannecourt naar Puttigny en in omgekeerde richting zien we langzaam de bordeauxrode auto van Gérard naderen. Als we vlak bij zijn zien we wat er aan de hand is. Er draaft geen hond meer naast de auto, Gérard laat zijn hond uit zonder hond. We missen zijn hond, we begrijpen waarom Gérard niet meer zwaait zoals vroeger. Ach, hij heft nog wel een beetje zijn hand op, uit beleefdheid, maar toch met enige schroom. Hij weet dat iedereen weet dat hij dat weggetje normaal rijdt om zijn hond uit te laten.

Pottenbakken met spook 22

Wij hebben Rakupotten met draak in ons atelier gemaakt zien worden; ovengodinnen in allerlei soorten en maten - om ons goed gezind te zijn bij het stoken van de Anagama.

Wij hebben hier met Afrikaanse trommels tot de weergoden gezongen. De nieuwe kerkhaan op een karretje door het dorp zien rondgaan, voordat-ie gewijd en wel op de torenspits geplaatst werd. De priester met St Blaise het door de boeren meegebrachte veevoer zien zegenen. Maar: un fantôme in ons keramiekcentrum was en is - ook voor ons - een nieuw fenomeen.

Gisteren zijn wij bij de notaris in langs geweest om enkele aktes op te laten stellen. We kregen te verstaan dat er een probleempje is: het blijk dat er nog een mevrouw op ons adres mag wonen. We wonen hier al bijna 7 jaar en we zijn haar nog nooit tegen gekomen, maar het recht is kadastraal vastgelegd op basis van oude archieven overgetypt door een dienst in Madagaskar... Wij geloofden onze oren niet. De Franse notaris legde het ons geduldig uit. Vroeger werden alle archieven uiteraard met de hand opgetekend in mooie boeken. De Franse regering - die dol is op administratie - heeft al deze archieven laten overtypen op Madagaskar. Daar kon dat namelijk goedkoop. Er is een hele batterij typistes aangesteld die nauwelijks Frans kenden, enkel een stoomcursus Europese letters typen kregen en vervolgens letter voor letter de oude documenten moesten overtypen in een computer. Zo zijn de archieven gedigitaliseerd. U begrijpt dat de oude letters van de vele handschriften (die met ganzenpennen, Oost-Indische inkt en mooie krullen opgetekend zijn in de met leren kaften gebonden boeken) niet altijd helemaal goed overgenomen zijn door deze Afrika-dienst.

Enfin zo gaan die dingen in Frankrijk... alias Madagaskar. Maar wij zitten dus plotseling in ons keramiekcentrum opgezadeld met een mevrouw Babana van 165 jaar oud, die volgens de geschriften nog steeds niet is overleden.

U begrijpt het al, in Vannecourt hebben wij nu een serieus huisspook. Annetje is vorige week naar de mairie gegaan om daar samen met de burgemeester in de oude leren boeken te zoeken. Mevrouw Babana is nog steeds niet overleden.

Nu dient u te weten dat in Frankrijk het woord efficiënt een nare bijsmaak heeft. Joie de vivre en prestige (in dit geval van de oplettende notaris) zijn veel belangrijker.

Wij passen ons aan aan de gewoontes van het land en de notaris is inmiddels bereid om een notitie in de archieven te maken. Daar moet het één en ander voor geregeld worden, want dat gaat natuurlijk niet zomaar; op 30 juni wordt mevrouw Babana officieel het recht op bewoning van ons pand ontnomen.

Dacht je nou werkelijk dat asfalt grijs is? 24

Het was de winter van het jaar 2011 dat onze Ruby van 7 jaar oud vroeg of ze ook een foto mocht maken. Daar kwam een vaag antwoord op ” tja nou ja... vooruit dan maar, ‘t is goed.... als je maar wel…..” en toen volgde de bekende preek waar je op die leeftijd zo op zit te wachten,.... tot het gepasseerd is, om vervolgens braaf ja te knikken en dan snel en gretig tot de gewenste actie over te gaan.

De eerste plaatjes tonen mij met zeer bezorgde blik. Die mooie nieuwe camera die weet ik veel wat heeft gekost. Zo kijk ik dus naar dat kind als ze ergens voorzichtig mee om moet gaan, mijn god, ik zou het ding bij zo´n aanblik al lang uit mijn vingers hebben laten vallen.

Daarna gaat de lens in een andere richting. De camera is zo modern dat je er honderden en honderden foto’s mee kan maken, zonder dat de chip vol zit. Aanvankelijk heb ik niet zo veel aandacht voor haar werk. Vele foto´s van de poes en de kippen, maar na een paar maanden wordt het leuker. Ze loopt zo veel en vaak met de camera dat we er niet meer op letten. Ruby blijft er lol in houden. Wat we te zien krijgen is een fantastisch cadeau. Je krijgt een reportage vanuit het perspectief van je kind. Ik zou nu elke ouder aanraden; geef je kind een camera. Doet er niet toe wat het kreng kostte. Je kijkt mee naar dingen die je kind interessant vindt door de ogen van je kind, je ziet hoe anderen naar haar kijken terwijl jij er niet bij bent. Je gaat dingen zien waar jij duizenden malen overheen hebt gekeken. Het onderwerp, de hoek, de belichting, de uitsnijding, alles is anders.

De lens-dop die regelmatig mee in het beeld bungelt is gewoon een onderdeel van wat ze ziet. Het stoort ons misschien, haar blijkbaar in het geheel niet. De aarde waar ze op staat is belangrijk, en alles op 1.30 meter hoogte. Ik begin met fascinatie haar foto´s te bekijken. Ik heb een compilatie gemaakt, een kleine reportage vanuit een hele andere hoek. Een andere kijk op de wereld.

Natuurlijk wonen er achter in ons bos enge wezens en dacht je nou werkelijk dat asfalt grijs is?

Het gevecht van Dondersteen 26

Het heeft zich afgespeeld in de achtertuin van onze buurman monsieur Remy. Remy kwam er ons speciaal verslag van uitbrengen. Hij legde zijn boeren pet op zijn jas en ging er even goed voor zitten. Onze kat Dondersteen, “die zwarte van jullie”, zoals Remy pleegt te zeggen, lag gisteren plat op zijn buik op de grond. Millimeter voor millimeter sloop hij naderbij. Daar zat een muisje of een vogeltje dat zich nog van geen gevaar bewust was. Heel, heel ergens anders cirkelde een majestueuze Buizerd traag rondjes in de lucht. Door het hoge gras schoof een konijntje of een molletje of zo. De scherpe ogen van de Buizerd waren strak gericht op het geritsel in het gras. Het diertje zat bijna helemaal verstopt in het gras en je kon het haast niet zien. Maar de ogen van de Buizerd waren razend scherp. Dondersteen sloop nog twee stapjes, hij lag plat op de grond, al zijn spieren waren gespannen om te gaan springen en meedogenloos toe te slaan. En toen suisde met een ongelooflijke snelheid van bijna 300 km per uur de Buizerd naar beneden, om zomaar een dom molletje, dat zich van niets bewust was, uit het gras te plukken. Dondersteen wilde net toespringen toen er plotseling iets volkomen onverwacht op zijn koninklijke rug terecht kwam. Dondersteen zou Dondersteen niet zijn als hij zich dit had laten aanleunen. Want WIE was daar de Koning op de grond?! Met een wilde kreet ging hij tot de aanval over. De buizerd was overdonderd. Oeps, foutje, hij wilde weer snel verder. Maar toen de Buizerd op wilde vliegen sprong Dondersteen hem achterna. Zomaar vertrekken zonder behoorlijk excuses aan te bieden... Geen sprake van! Er was één grote onstuimige bol van twee in elkaar vervlochten dieren die rondtolde, met luid gekrijs van Buizerd en Kat. Veertjes en haren vlogen in het rond. Wie op winst stond was niet helemaal duidelijk. Uiteindelijk wist de 50 centimeter grote Buizerd zich toch te ontworstelen aan Dondersteen en op te vliegen. Dondersteen waagde nog een sprong, maar de Buizerd was nu toch te snel weg. Monsieur Remy neemt een slok koffie en knikt met nog steeds bewondering in zijn ogen.

Creatief Leren Proeven 27

Frankrijk is een land vol met “associations” waar je plotseling lid van blijkt te zijn als je er woont. Zo waren we na onze emigratie zomaar lid geworden van onze bank, onze verzekeringsmaatschappij, ons boekhoudkantoor en nog heel veel meer. Al die “associations” hebben jaarlijks een Algemene Leden Vergadering waarbij het resultaat, de balans en de koers voor de komende jaren besproken wordt. Althans, dat stond op al die uitnodigingen en wij dachten heel Hollands dat dat dan ook het onderwerp van die avond zou worden.

In het begin sloegen we die uitnodigingen dus beleefd af; wij meenden daar toch niets van te zullen begrijpen. Inmiddels hebben we geleerd dat al die vergaderingen een mooi excuus zijn om weer eens uitgebreid met elkaar te kunnen tafelen. Ergens tussen hoofdmaaltijd en dessert worden een paar agendapunten als hamerstukken afgehandeld, voor zover er überhaupt al iets zakelijks ter tafel komt! Wij doen nu dus vrolijk mee met al die leden vergaderingen.

Tja, het zou hier geen Frankrijk zijn als het niet regelmatig over eten zou gaan. Als onze buurvrouw een dagje met de plattelandsvrouwen naar het Centre Pompidou in Metz is geweest en wij later vragen hoe het was, krijgen we uitgebreid voorgeschoteld wat ze tussen de middag allemaal gegeten en gedronken hebben. Voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht en dessert worden tot in detail besproken. Onze vraag hoe het museum zelf beviel, is een detail dat ergens in het menu blijft hangen…

Leren proeven is dan ook een vast lesonderdeel op elke Franse school. Onze Ruby krijgt elk jaar een paar lessen in de klas waarbij ze het één ander moet proeven en analyseren. Dit jaar kwam een dame uitleg geven over bijen en honing ; 8 verschillende soorten honing konden geproefd (en gekocht) worden. Het proeven wordt de kinderen hier dus met de paplepel ingegoten.

Als Annetje bij ons een lekkere maaltijd op tafel zet met zalige streekproducten en kruiden uit eigen tuin, dan zullen Nederlanders en Vlamingen vragen wat daar allemaal voor lekkers in zit. Onze Franse gasten reageren anders… die zeggen « Zalig, niet zeggen wat je er in gedaan hebt, laat me raden! » Wij bieden 19 verschillende weken met een workshop pottenbakken aan. Het is ons dus inmiddels duidelijk waarom sommigen het na een week pottenbakken helemaal niet over klei en keramiek hebben, maar over… ! Och, deze Franse houding is blijkbaar besmettelijk, want het zijn tegenwoordig niet enkel onze Franse gasten die zo hun herinneringen ophalen. Kortom; voor de liefhebbers draaien we dit jaar 19 weken om zalige maaltijden te leren proeven: als je wil kun je ook nog iets creatiefs in de pottenbakkerij doen.

Recept Koude Meloensoep 29

Bereidingstijd ca. 20 minuten Minstens 2 uur afkoeltijd (koelkast) Voor 6 personen

Ingrediënten 1 watermeloen of Galia meloen 1 1/2 liter kippenbouillon (vooraf bereiden en af laten koelen) 1 1/2 dl (slag)room 1 eetlepel citroensap Snufje foelie, of kerrie, of gemberpoeder (eventueel nog wat zout)

Bereidingswijze Snijd met een scherp mes van de meloen een deksel af. Schep met een meloenboortje ca. 50 balletjes uit het vruchtvlees. Verwijder de rest van het vruchtvlees tot op ca. 3 cm van de schil. Haal de pitjes eruit. Pureer het vruchtvlees met de koude bouillon. Voeg de slagroom, het citroensap en foelie toe. Laat de soep in de koelkast ca. 2 uur afkoelen. Schep de soep voor het serveren in de meloen en strooi de meloenbolletjes erin.

Makkelijker serveertip: in 6 glazen alvast wat bolletjes meloen doen, de soep als die klaar is erop schenken, in de koelkast zetten.

Bon appétit!

Recept Quiche Lorraine 30 kant en klaar bladerdeeg* 3 uien in ringen gerookte spek in blokjes vers gemalen peper naar smaak nootmuskaat 4 eieren 50 cl crème fraîche (1 bakje) geen extra zout toevoegen: de spek is zout genoeg

Bereiding Quiche Lorraine

Verwarm de oven vast voor op 200 graden.

Bakvorm invetten en bekleden met bladerdeeg. Prik een paar gaatjes in het deeg met een vork.

De spekreepjes heel even aanbakken met de uienringen. Verdelen over de bodem van de bakvorm.

In een kom de eieren, room, peper en nootmuskaat even loskloppen. Giet dit mengsel over de spekreepjes heen, bovenkant mooi glad strijken.

Bak de quiche op 200 graden in 30 – 40 minuten gaar.

Met een frisse salade ernaast en een stukje stokbrood is dit een voedzame maaltijd.

Vegetarische variant: Vervang de spekjes door bv prei, champignons, pompoen of wat je wil! Voeg eventueel wat kaas toe aan het ei-room mengsel. Nu misschien wel wat zout naar smaak toevoegen.

* maar lekkerder is: zelf gemaakt quiche deeg:

250 gram boter 500 gram meel 2 eieren scheutje koud water

Kneed de boter warm met je handen. Voeg de eieren toe, daarna het meel en een scheutje ijskoud water. Zet de deegbal in de koelkast tot je hem op veel bloem uitrolt.

À table! On mange!

Recept Clafoutis met Quetschen 32

Je kunt clafoutis (een delicieus toetje van vruchten in een soort natte cake) natuurlijk met allerlei soorten fruit maken; ik heb hier gekozen voor quetschen, de blauw-paarse pruimen die wel zo groot als een ei kunnen worden en zalig zoet smaken. We hebben meerdere quetschiers op ons terrein staan, vandaar.

Je hebt nodig: - genoeg vruchten om de bodem van je ovenschaal te bedekken - olie of boter om de vorm in te vetten - 125 gr bloem - 75 gr suiker of honing (of minder, als de vruchten lekker zoet zijn) - 2 eieren (liefst van eigen kippen) - snufje zout - 2 dl crème fraîche - scheut melk als nodig

Was, halveer en ontpit de vruchten, leg ze met de bolle kant boven in de ingevette ovenschaal. Meng een beslagje van de overige ingrediënten (het moet redelijk vloeibaar zijn, vandaar de scheut melk op het eind). Giet dit mengsel over de vruchten.

Zet je clafoutis ongeveer 40 – 50 minuten in een voorverwarmde oven van 100 graden C. Als de “koek” goudgeel is, is je clafoutis gaar.

Warm eten, lauw kan ook, koud is nog steeds zalig!

À la votre!

Recept Raku Fles van de Klei en Vuurmarkt 2014

Ingrediënten: Franse Gres St Amand Spaanse Fritte CQ 003 Porseleinaarde Kwarts Koperoxide Tylose-oplossing Vloeibare was Houtzaagsel Kranten

Bereiding: Maak op de draaischijf een fles van de Franse Gres. Draai hem af en stook hem - nadat hij goed gedroogd is - in de oven tot 1050 graden. Bewerk alleen de hals met één enkel laagje was (dun).

Meng 75 gram Fritte met 10 gram porseleinaarde en 10 gram kwarts. Voeg een snufje koperoxide toe (3 gram). Voeg 100 cc Tylose-oplossing toe, roer het geheel goed door en zeef het mengsel (80-mesh zeef).

Breng met een kwast 3 lagen glazuur aan op de pot. Op het deel dat voorbewerkt is met was zullen druppeltjes ontstaan. Laat deze voorzichtig drogen.

Maak in een ton een nestje klaar van houtzaagsel en stroken krantenpapier. Stook de fles in een Raku-oven tot 950 graden. Haal de fles dan met een Rakutang uit de oven en plaats hem in de ton met het zaagsel-nestje. Als het nestje goed vlam heeft gevat, sluit je de ton hermetisch af met een vochtige glaswol-deken; hierdoor ontstaat reductie.

Wacht 9 minuten en verwijder de deken. Wacht tot de fles is afgekoeld en was hem daarna met een schuursponsje in koud water goed schoon. Door zuurstofgebrek tijdens de reductie is het groen van het koperoxide omgeslagen naar roodkoperen vlam-effecten.

Musée du Sel, Marsal 35

Op 19 km afstand van Vannecourt (sommigen gaan er op de fiets heen!) ligt het stadje Marsal; nu een dorp met imposante verdedigingswerken er rond omheen, vroeger een belangrijk strategisch stadje waar veel militairen gelegerd waren. Er werd nl zout gewonnen uit het zilte grondwater dat zo kenmerkend is voor onze Saulnois streek. Marsal betekent “mares sales”, zoute bronnen. Reeds in de prehistorie werd hier door het koken van het zilte water dit “het witte goud,” kostbaar zout geproduceerd. Klein museum, zeker de moeite waard. In Marsal is een mooie wandeling te maken over de verdedigingswerken en via bruggetjes over de zoute moeraslanden.

PS Wist je dat het woord salaris ook van zout komt: mensen werden vroeger uitbetaald in kleibekers met zout erin!

Sarreguemines: faience stad bij uitstek 36

Op een uurtje rijden van ons vandaan ligt de stad Sarreguemines, een faience stad bij uitstek. Er is in de stad een heel mooi museum waar veel van het werk dat hier geproduceerd is in de loop van de eeuwen (van bierpullen tot meters hoge tegelkachels) te pronken staat. Maar voor ons pottenbakkers is het Musée de la Blies, net buiten de stad, veel interessanter. In deze aardewerk fabriek aan de rivier de Blies wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ruwe grondstoffen bewerkt werden tot klei, hoe die klei (veelal in mallen) tot serviezen ed werd verwerkt en hoe de verschillende decoratie technieken toegepast werden.

Van 1790 tot 1968 – bijna 200 jaar – heeft Sarreguemines aardewerk gemaakt en geëxporteerd. Nadat de fabrieken gesloten waren heeft het terrein een tijd lang braak gelegen. Veel van wat er toen kapot gegaan is moest later hersteld worden, toen men de historische waarde inzag van de gebouwen en machines en die wilde bewaren voor het nageslacht. Met name de gebroeders Gilles en José Greff – nu huis-pottenbakkers in Moulin de la Blies - hebben gered wat er te redden viel en veel werktuigen en verhalen van de mensen die daar gewerkt hebben verzameld. Al met al een informatief museum dat een bezoek meer dan waard is.

Pottenbakkerij Vakantie 37

Bij ons kan je een week echt helemaal loskomen van je dagelijkse drukte. Een week meedraaien in een ambachtelijke “Poterie” in Noord Oost Frankrijk. Een andere wereld, een ander tempo, eenvoud en rust. In een dorpje met tachtig vriendelijke inwoners. Een ontspannen weekje helemaal voor jezelf.

De keramiek workshops pottenbakken staan open voor beginners en gevorderden, maximaal 15 deelnemers. Er is keuze uit diverse thema's. Een workshop duurt één week en is geheel verzorgd met maaltijden, vervaardigd met verse producten uit de omgeving. Je wordt verwend en komt helemaal tot rust.

Onze wereld is zonder massatoerisme, files, hectiek en prestatiedwang. Geen vakantie met een leeg gevoel na eindeloos consumeren in toeristische boetiekjes. Ook geen competitie wie de kunst met de grootste K gemaakt heeft; maar een ontdekkingsreis met gelijkgestemden in een oud ambacht.

Een vakantie waarbij je zelf creëert en geniet van het proces van klei en vuur tot keramiek. In een oude Lorraine boerderij in een eenvoudig Frans dorpje.

's Morgens is er cursus en 's middags ben je vrij om te doen wat je wil. Je kan dan verder werken in het atelier, een beetje zwemmen, wandelen

in de schitterende omgeving of gewoon lekker lui een boek lezen onder een fruitboom en genieten van het prachtige uitzicht. Wij hebben enkele fietsen ter beschikking voor onze gasten. Het is ook leuk om een bezoek te brengen aan de Art-Nouveaux steden Nancy en Lunéville.

Bezoek onze website voor alle data en prijzen www.dekleischool.nl

We heten je van harte welkom, Bo Filarski en Annetje Creemers