OMGEVINGSANALYSE
INHOUD
INHOUD
11 Voorwoord
14 DEMOGRAFIE 14 Kleine oppervlakte, hoge bevolkingsdichtheid 16 Meer dan 100.000 inwoners 14 Diversiteit van Leuvenaars neemt toe 19 Relatief grote instroom van vluchtelingen 20 Aandeel 80-plussers neemt toe 22 Meer dan 35.000 niet-gedomicilieerde kotstudenten 22 Leuvenaars verhuizen vaak 24 Leuvense bevolking blijft de komende 10 jaar groeien
26 WONEN 27 Bijna helft Leuvense huishoudens bestaat uit alleenstaanden 29 Minder eengezinswoningen, meer studio’s en kamers 29 Alleenstaanden wonen meestal in appartement of eengezinswoning 30 Gezinnen met kinderen wonen meestal in een eengezinswoning 31 Eenoudergezinnen en co-ouderschap 31 In 43% van de wooneenheden is niemand gedomicilieerd 32 Leegstand, ongeschikt en onbewoonbaar 33 Sociaal wonen: de wachtlijsten groeien 34 Budgetwoningen: stads- en starterswoningen 34 Vraag naar meer woonwagenterreinen in de ruime regio 33 Bijna de helft van de Leuvense woningen wordt verhuurd 34 Duurste centrumstad voor woonhuizen, maar niet voor appartementen 34 Huurders, alleenstaanden en min-35-jarigen hebben hoogste woonquote
38 GROEN 39 Stad Leuven beheert 315 hectare openbaar groen
40 DE GROENSTRUCTUUR VAN LEUVEN 40 Groenpolen: twee Leuvense natuurgebieden van meer dan 100 hectare 41 165 hectare wijkparken en woongroen 42 Groenklimaatassen verbinden de groengebieden
42 GROENBELEVING 42 Stadsgroen/kijkgroen: perken, plantenbakken en bomen in de stad 43 25,5 hectare groene begraafplaatsen
5 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
44 Leuvens groen wordt steeds vaker gebruikt 45 Tevredenheid Leuvenaars over groen in hun buurt stijgt
46 KLIMAAT EN ENERGIE 48 WERKEN AAN EEN KLIMAATROBUUSTE STAD 48 We verwachten meer overstromingen … 50 … periodes van extreme droogte … 50 … en meer hittestress door stijgende temperaturen
52 ENERGIE-EFFICIËNTIE EN HERNIEUWBARE ENERGIE 52 Leuvense woningen worden energiezuiniger 53 Ook gebouwen van Stad Leuven verduurzamen 53 Nog veel potentieel voor lokaal geproduceerde hernieuwbare energie
55 NAAR EEN DUURZAME LEEFOMGEVING 55 Lichte daling van de CO2-uitstoot 57 Luchtkwaliteit verbetert 58 Geluidsoverlast: op weg naar een geluidsactieplan
60 LANGE WEG NAAR DUURZAME VOEDSELCONSUMPTIE
61 DALENDE AFVALPRODUCTIE
64 MOBILITEIT 65 Leuvenaar verkiest fiets boven auto 67 Wagenbezit daalt 68 Autodelen zit in de lift 69 Leuvenaars tevreden over busaanbod 70 Grote parkeerdruk op straat, veel aanbod in parkings 72 Parkeerkaarten voornamelijk voor bewoners 73 Veel fietsparkeerplaatsen, lage tevredenheid 73 Stad zet in op bijkomende elektrische laadpalen 73 Minder dan de helft van de Leuvenaars tevreden over de staat van de wegen, voet- en fietspaden
75 VERKEERSVEILIGHEID 75 Aantal verkeersongevallen daalt 75 Veilig fietsen in Leuven 75 Snelheidscontroles en snelheidsovertredingen 76 Stijging van andere verkeersinbreuken 77 Sterke verkeersgerelateerde hinder
6 INHOUD
78 VEILIGHEID 79 Vertrouwen in de politie 80 Leuvenaars voelen zich veilig 81 Invloed van de leefomgeving op het veiligheidsgevoel – hinder in de buurt
82 GEREGISTREERDE CRIMINALITEIT 82 Criminaliteitsgraad 82 Vermogensdelicten: inbraken en diefstallen 83 Persoonsgebonden delicten: geweld en zedenfeiten 83 Overlast 84 Slachtofferschap en meldingspercentage 86 GAS en overlast 87 GAS en verkeer
88 ECONOMIE, HANDEL EN WERK 89 WELVARENDE STAD 91 Primaire en secundaire sector: bescheiden 91 Tertiaire sector: gemiddeld 91 Quartaire sector: sterk aanwezig 91 Loontrekkenden van niet-Belgische herkomst: meer in de tertiaire, minder in de quartaire sector
92 DYNAMISCHE EN INNOVATIEVE STAD 92 Veel jobs in hoogtechnologische sectoren en bedrijfstakken met economisch vernieuwingspotentieel 93 Samenwerkingsverbanden 93 Snelle groeiers 93 Kennis en talent als hefboom voor innovatie
94 ONDERNEMENDE STAD 94 Stad van kmo’s 95 Overlevingsgraad ondernemingen daalt 95 Levendige winkelstad 98 Leegstand: relatief stabiel 99 Uitgesproken horecastad met groeipotentieel
100 DE LEUVENSE ARBEIDSMARKT 100 Motor voor de regio 101 Meer loontrekkenden, minder zelfstandigen 102 Werkzaamheidsgraad: hoger bij mensen van Belgische herkomst 103 Dalende werkloosheid 104 Stijgend aantal vacatures 105 Veel openstaande vacatures 106 SOCIALE ECONOMIE 106 Sociale economie: meer vraag dan plaatsen
7 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
108 ONDERWIJS EN VORMING 109 Een echte onderwijsstad, met een hoge instroom van leerlingen 111 Plaatstekort neemt verder toe 112 Meer leerlingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs 112 Buitengewoon onderwijs: de impact van het M-decreet 114 Meer anderstalige leerlingen 115 Kleuterparticipatie: gemiddeld 116 Meer spijbelgedrag 117 Schoolse vertraging neemt licht af 117 Vroegtijdig schoolverlaters: lichte daling 117 Schoolverlaters: hoe hoger opgeleid, hoe meer kans op werk
118 ZORG EN GEZONDHEID 119 ZORG 122 Groot aanbod aan kinderopvang 122 Binnen- en buitenschoolse kinderopvang 124 Gemiddeld en stabiel aanbod in de ouderenzorg 124 Meer gezinszorg, maar nog onvoldoende 125 Driekwart kan terugvallen op anderen
126 GEZONDHEID 126 Hooggeschoolden voelen zich gezonder dan laaggeschoolden 127 Leuvenaars voelen zich in het algemeen gelukkig 129 Meer Leuvenaars hebben moeite om hun medische uitgaven te betalen
129 DIERENWELZIJN
130 ARMOEDE 132 Armoederisico in Leuven 132 Veel alleenwonenden 133 Meer leefloners door de instroom van vluchtelingen 133 Dak- en thuislozen 134 Armoederisico voor kinderen en jongeren 135 Buurten met meer kwetsbare gezinnen 136 Veel kinderen en jongeren met een verhoogde tegemoetkoming 137 Energiearmoede: 480 dossiers per jaar
138 SAMENLEVEN 139 Veel tolerantie en vertrouwen in de medemens 141 Contacten met buren: gemiddeld 142 Vrij veel actieve burgers
8 INHOUD
144 BELEVING 145 EVENEMENTEN 145 Een groeiend aantal evenementen 147 Grote zomerevenementen
148 VRIJWILLIGERS
148 VERENIGINGSLEVEN 148 Vrijetijdsactiviteiten per inwoner: Leuven staat in de top drie 149 102 sportclubs krijgen werkingstoelage 150 6.000 leden voor 54 lokaal erkende jeugdwerkingen 150 270 organisaties aangesloten bij cultuurraad 151 Seniorenverenigingen 152 Etnisch diverse organisaties 152 Noord-Zuidverenigingen 152 LGBTQ-verenigingen
152 VRIJETIJDSPARTICIPATIE 153 Gratis UiTPAS voor kansengroepen: ruime groeimarge 154 Sportbonnen en Buurtsport wil kansengroepen aan het sporten zetten
155 VOORZIENINGEN VOOR CULTUUR, SPORT EN RECREATIE 155 Meer dan gemiddelde tevredenheid over culturele voorzieningen 156 Sportaccommodaties: grote tevredenheid, maar ontoereikend voor sommige clubs 157 Vrijetijdsvoorzieningen voor kinderen en jeugd: best scorende centrumstad
158 TOERISME 158 Gevarieerd logiesaanbod 158 Aankomsten en overnachtingen stijgen 159 Gevarieerd bezoekersaanbod 159 Ervaring van Leuven als toeristische bestemming
160 OVERHEID EN DIENSTVERLENING 161 Groter vertrouwen in stadsbestuur dan in Vlaamse en federale overheid 162 Fier op hun stad 163 Goed geïnformeerd, onvoldoende betrokken bij beleid 164 Tevreden over voorzieningen, maar niet over kinderopvang en ouderenzorg 165 Autofinancieringsmarge: bovengemiddeld maar dalend
166 STADSORGANISATIE
169 Bronnen
9 Wijgmaal
WIJKZORGGEBIED WILSELE WIJGMAAL
Wilsele STAD LEUVEN
WIJKZORGGEBIED KESSEL-LO NOORD
Kessel-Lo WIJKZORGGEBIED LEUVEN NOORD
WIJKZORGGEBIED LEUVEN CENTRUM Leuven WIJKZORGGEBIED WIJKZORGGEBIED KESSEL-LO ZUID LEUVEN ZUID
WIJKZORGGEBIED WIJKZORGGEBIED HEVERLEE-WEST HEVERLEE-OOST
Heverlee VOORWOORD
Deze omgevingsanalyse geeft op basis van objectieve feiten en cij- fers een beeld van het leven in Leuven: hoeveel mensen wonen er in de stad, waar werken ze, hoeveel groen hebben ze om zich heen, wat doen ze in hun vrije tijd, hebben ze een goede woning, voelen ze zich gelukkig … Waar mogelijk wordt de vergelijking gemaakt met de andere Vlaamse centrumsteden, met de rest van Vlaanderen en met de vroegere situatie in Leuven zelf.
Het is in de eerste plaats een beleidsvoorbereidend document. De cij- fers tonen aan dat Leuven op heel wat vlakken goed presteert, en dat het op andere vlakken beter kan. Het beleid kan de data gebruiken om debatten te voeden, prioriteiten te stellen en beslissingen te nemen. De omgevingsanalyse is toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is in Leuven: middenveld, belangenorganisaties, pers, en Leuvenaars die meer willen weten over hun stad.
De omgevingsanalyse is opgemaakt door de stadsadministratie in het kader van het nieuwe meerjarenplan 2020 – 2025.
11 20,2% 59% 55.382 van de kinderen 31,4% 47,9% studenten vindt dat er van de wordt geboren van in kansarm voldoende buitenlandse huishoudens gezin geschikte bestaat uit plekken voor herkomst de jeugd zijn 169 alleenstaanden nationaliteiten 41,5% van de kinderen 23.550 heeft een leerlingen gaan in anderstalige Leuven naar school moeder
42,7% 127 RS van de jobs per AA oppervlakte is groen 74,4% 100 werkt in inwoners op hoogtechnologische arbeidsleeftijd 100 kg sector 7 LEUVEN minder afval dan 19 Vlaams gemiddelde 101. 7% is werkloos 54% 46,7% doet fietst naar werk of wekelijks 75% school aan voelt zich sport gelukkig €333.000 €229.000 83% 47% 74% gemiddelde gemiddelde is tevreden staat positief voelt zich prijs voor prijs voor huis appartement over buurt tegenover gezond en stad andere culturen 20,2% 59% 55.382 van de kinderen 31,4% 47,9% studenten vindt dat er van de wordt geboren van in kansarm voldoende buitenlandse huishoudens gezin geschikte bestaat uit plekken voor herkomst de jeugd zijn 169 alleenstaanden nationaliteiten 41,5% van de kinderen 23.550 heeft een leerlingen gaan in anderstalige Leuven naar school moeder
42,7% 127 RS van de jobs per AA oppervlakte is groen 74,4% 100 werkt in inwoners op hoogtechnologische arbeidsleeftijd 100 kg sector 7 LEUVEN minder afval dan 19 Vlaams gemiddelde 101. 7% is werkloos 54% 46,7% doet fietst naar werk of wekelijks 75% school aan voelt zich sport gelukkig €333.000 €229.000 83% 47% 74% gemiddelde gemiddelde is tevreden staat positief voelt zich prijs voor prijs voor huis appartement over buurt tegenover gezond en stad andere culturen Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Demografie
14 DEMOGRAFIE
De Leuvense bevolking is de voorbije jaren sterk gegroeid, en alles wijst erop dat die trend nog een tijdje zal aanhouden. Omdat internationale migratie een belangrijke rol speelt in die aangroei wordt de stad ook steeds diverser. Verder zorgen de univer- siteit en de hogescholen voor een bijzondere dyna- miek: binnenlandse kotstudenten worden weliswaar niet meegeteld in de bevolkingscijfers, maar doordat veel afgestudeerden in Leuven blijven wonen, is er een grote instroom van jonge twintigers.
Kleine oppervlakte, hoge bevolkingsdichtheid
Leuven is maar 57 km² groot. Daarmee is het de derde klein- ste van de 13 centrumsteden, na Oostende en Turnhout. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat Leuven een heel hoge bevolkings- dichtheid heeft: 1.773 inwoners per km². Alleen in Antwerpen en Oostende ligt dat cijfer hoger.
In deelgemeente Leuven is de bevolkingsdichtheid het hoogst met 5.531 inwoners per km² - studenten niet meegeteld. In deelgemeente Wijgmaal is de bevolkingsdichtheid het laagst met 826 inwoners per km².
15 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Meer dan 100.000 inwoners
Het inwonersaantal is de voorbije jaren sterk toegenomen. In 2000 telde Leuven 88.797 inwoners, in 2010 waren dat er al 95.986, en in 2017 klom het cijfer tot 101.197. De toename bedraagt ongeveer 1% per jaar1.
Tussen 2007 en 2017 groeide de Leuvense bevolking met 8,2%. In deelgemeente Leuven steeg het inwonersaantal het sterkst. Er kwamen 3.397 mensen bij, een toename van 12,4%. In deelgemeente Heverlee was de groei het minst sterk, met 5,8%.
De bevolkingsaangroei in Leuven lag hoger dan die van Vlaanderen en dan het gemiddelde van de andere centrumsteden.
Bevolkingsaangroei in Leuven, Vlaams Gewest en centrumsteden tussen 2007 en 20172 10,0%
9,0% LEUVEN 8,0% Vlaams Gewest
7,0% Centrumsteden 6,0%
5,0%
4,0%
3,0%
2,0%
1,0%
0,0% 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Diversiteit van Leuvenaars neemt toe
De bevolking groeit aan door geboorten en binnenlandse en buiten- landse immigratie. Daarnaast verliest de stad ook inwoners door over- lijdens en emigratie. Rechtsboven de cijfers voor het jaar 20173.
Zie ook hoofd- stuk Samenleven, Internationale migratie is al jaren een belangrijke factor in de Leuvense p. 140 bevolkingsaangroei. Leuven is de laatste 10 jaar dan ook heel wat diverser geworden. In 2007 had 11,9% van de inwoners een niet-Bel- gische nationaliteit. In 2017 was dat al 18,1%. Voor heel Vlaanderen is dat cijfer 8,6%, voor de 13 centrumsteden samen 14,1%. De niet-Belgen wonen vooral in deelgemeentes Leuven en Heverlee.
16 DEMOGRAFIE
aantal inwoners geboorten overlijdens op 01-01-2017 +1.147 -830 100.121
landsverhuizen landsverhuizen emigraties immigraties (emigratie) (immigratie) binnenland binnenland -2.791 +4.984 -5.916 +5.815 Afvoering van ambtswege: als uit verschillende controles geble- ken is dat iemand niet meer op zijn domicilieadres verblijft, wordt afvoeringen aantal inwoners dat domicilie- van ambtswege op 31-12-2017 - 1.333 101.197 adres geschrapt.
Ook het aantal verschillende nationaliteiten in Leuven is toegenomen. Op 1 januari 2008 bedroeg het 151, tien jaar later 169.
17 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Aantal niet-Belgen per statistische sector in 20174
Wijgmaal
Wijgmaal
STAD STADLEUVEN LEUVEN
GEEN NIET-BELGEN GEEN NIET-BELGEN MINDER DAN 85 MINDER DANVAN 8585 TOT 169 Wilsele VAN 85 TOTVAN 16 1709 TOT 254 Wilsele VAN 170 TOTVAN 254255 TOT 339 MEER OF GELIJK AAN 340 VAN 255 TOT 339 MEER OF GELIJK AAN 340
Kessel-Lo Leuven
Kessel-Lo Leuven
Heverlee
Heverlee
18 DEMOGRAFIE
De top tien van niet-Belgische nationaliteiten in Leuven in 2019, buitenlandse studenten inbegrepen
Nationaliteit Aantal Nationaliteit Aantal Of iemand van Nederland 1.784 Spanje 880 Belgische of niet-Belgische China 1.274 Syrië 546 herkomst is, Italië 1.046 Duitsland 512 wordt bepaald aan de hand van India 1.024 Irak 473 vier criteria: Verenigde Staten 468 - huidige Polen 935 nationaliteit - geboorte nationaliteit In 2007 was ongeveer een vijfde van de Leuvense bevolking (20,6%) - nationaliteit van de vader van niet-Belgische herkomst. In 2017 was dat bijna een derde (31,4%). - nationaliteit In datzelfde jaar bedroeg het gemiddelde percentage voor heel Vlaan- van de moeder. Gaat het voor deren 20,7%, voor de 13 centrumsteden 33,6%. één van de vier criteria om een vreemde nationa- De diversiteit in Leuven zal blijven groeien. Dat blijkt uit de grote liteit, dan wordt toename van het aandeel jongeren van niet-Belgische herkomst in de herkomst de laatste 10 jaar. In 2007 was 31,4% van de Leuvense jongeren (0- tot beschouwd als niet-Belgisch. 18-jarigen) van niet-Belgische herkomst, in 2017 was dat al 44,6%.5
Relatief grote instroom van vluchtelingen
De instroom van vluchtelingen (erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden) ligt hoog in alle centrumsteden. Uit de absolute cij- Subsidiair be- schermde: fers sinds 1 januari 2014 blijkt dat Leuven de grootste instroom had na statuut voor wie Antwerpen en Gent. Gaat het om de relatieve cijfers - vluchtelingen niet voldoet aan de internatio- per 1.000 inwoners - dan komt Leuven op de tweede plaats (13,5) na naal vastgelegde Oostende (14,5).6 voorwaarden om erkend te worden als vluchteling, Instroom van vluchtelingen tussen januari 2014 en januari 20187 maar toch nood heeft aan be-
VLUCHTELINGEN PER 1.000 INWONERS scherming door 7.000 16,00 14,58 een oorlogs- 13,51 6.000 14,00 situatie of ern- 11,96 stige schendin- 5.000 11,08 12,00 gen van de men- N 8,25 10,00 4.000 8,02 senrechten in 7,59 8,00 3.000 5,47 het thuisland. 4,91 6,00 4,56 4,50 2.000 3,58 UCHTELINGE 3,43 4,00 VL 1.000 2,00 1.040 1.370 528 5.800 633 612 473 1.424 421 354 388 237 406 0 0,00 S T T NDE GEN T E GEN K A ALS ST LEUVEN BRUGGE ORTRIJK HASSEL NIKL AA ECHELEN K M OO TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SIN T-
19 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Aandeel 80-plussers neemt toe
De verhouding tussen jongeren (0- tot 18-jarigen), actieven (18- tot
Zie ook hoofd- 64-jarigen) en ouderen (65-plus) is de laatste 10 jaar nagenoeg onge- stuk Zorg, p. 122 wijzigd gebleven: 17,3% jongeren, 66,6% actieven en 16,1% ouderen. Het aandeel 80-plussers neemt wel systematisch toe. In 2000 bedroeg het nog 4%, in 2007 al 5%, en in 2017 was het opgelopen tot bijna 6%8. Het aandeel jongeren ligt het hoogst in deelgemeentes Kessel-Lo, Wijgmaal en Heverlee. In deelgemeente Leuven wonen jongeren vooral in buurten met sociale woningbouw, zoals Sint-Maartensdal, de Man- nenstraatW en ijgmaalBruul.
Aantal 0 - tot 18-jarigen per statistische sector in 20179
Wijgmaal
STAD LEUVEN
GEEN 80-PLUSSERS STAD LEUVEN
GEEN 80-PLUSSERS MINDER DAN 70 MINDER DAN 70 Wilsele VAN 70 TOT 139 VAN 70 TOT 139 Wilsele VAN 140 TOT 209 VAN 140 TOT 209 VAN 210 TOT 279 MEER OF GELIJK AAN 280 VAN 210 TOT 279 MEER OF GELIJK AAN 280
Kessel-Lo
Leuven Kessel-Lo
Heverlee Leuven
Heverlee
20
Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Meer dan 35.000 niet-gedomicilieerde kotstudenten
Leuven telt heel wat studenten: in het academiejaar 2017-2018 waren 10 Zie ook hoofd- er 55.382 ingeschreven aan de universiteit of een hogeschool in de stuk Wonen, p. 31 stad. Daarvan zitten er volgens een schatting van de KU Leuven ruim 42.000 op kot.
Alleen buitenlandse studenten die langer dan drie maanden in de Zie ook hoofd- stad verblijven, worden ingeschreven in het bevolkingsregister. In 2017 stuk Wonen, p. 27 waren dat er 6.388. Het aantal niet-gedomicilieerde binnenlandse stu- denten dat in Leuven woont, ligt dus waarschijnlijk hoger dan 35.000 (± 42.000 – 6.388).
Leuvenaars verhuizen vaak
Er wordt zeer vaak verhuisd in Leuven. Mensen komen in Leuven wonen, trekken er weer weg, of kiezen voor een andere woning in de stad.
Verhuisbewegingen in Leuven tussen 2007 en 201711
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Naar Leuven 7.683 8.185 6.879 6.748 7.524 9.198 9.449 9.494 10.123 10.609 10.799 Weg uit Leuven 6.532 6.764 6.838 892 7.057 7.452 7.747 8.227 7.983 8.612 8.707 Stadsintern 6.635 7.084 6.832 7.236 6.965 6.663 7.167 7.847 7.553 8.445 8.927
De vele instellingen voor hoger onderwijs zorgen voor een grote instroom van pas afgestudeerde twintigers. Die blijven zelfstandig in Leuven wonen, domiciliëren zich en duiken zo op in de statistieken. Net in die leeftijdsgroep vindt ook nieuwe gezinsvorming plaats.
Een deel verlaat na een poosje weer de stad - vaak als gezin, met of zonder kinderen. Van alle kinderen die in 2017 verhuisden uit Leuven, trok meer dan de helft naar andere gemeenten binnen het arrondisse- ment.
22 DEMOGRAFIE
Emigratie en immigratie per leeftijdsgroep in 201712
8.000
6.000
4.000
2.000 emigratie
0 immigratie 0-17 JAAR 18-29 JAAR 30-49 JAAR 50-PLUS
Bij twintigers is het migratiesaldo positief, bij dertigers en veertigers negatief.
Van de 50-plussers verhuisden er een 300-tal van Leuven naar de buurgemeenten, een 200-tal legde de omgekeerde weg af.
Uit de Stadsmonitor blijkt dat de verhuisintentie (het aandeel van inwoners dat de intentie heeft om binnen vijf jaar te verhuizen) hoog ligt: 35%. Dat is hetzelfde niveau als in Antwerpen (35%) en Gent (34%). 20% wil verhuizen naar een andere woning in Leuven, 15% naar een andere stad of gemeente.
In de Stadsmonitor wordt ook summier gepeild naar de motieven om te verhuizen. In volgorde van belangrijkheid zijn dat financiën (56% tegenover gemiddeld 46% voor de centrumsteden), verandering van levensfase (39% tegenover gemiddeld 39% voor de centrumsteden) en ontevredenheid over buurt of woning (35% tegenover gemiddeld 43% voor de centrumsteden).
23 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Leuvense bevolking blijft de komende 10 jaar groeien
Statistiek Vlaanderen13 maakt om de drie jaar gemeentelijke demo grafische vooruitzichten voor het Vlaams Gewest. Het baseert zich daarvoor op demografische patronen - het natuurlijk saldo en het migra- tiesaldo – en trekt die door zonder rekening te houden met lokale infor- matie op het vlak van verkavelingen, (nieuw)bouw, en dergelijke meer.
De hoge migratie-intensiteit van Leuven maakt het echter zeer moeilijk om op basis van zo’n algemene aanpak een correcte prognose op te stellen. De laatste demografische vooruitzichten bleken telkens (forse) onderschattingen te zijn. Met dat voorbehoud geven we hier de voor- uitzichten voor de komende jaren.
Statistiek Vlaanderen verwacht voor Leuven een groei van 5,2% (gemiddelde groei Vlaams Gewest 4,9%), wat het inwonersaantal in 2027 op 105.489 inwoners zou brengen.
Demografische vaststellingen en vooruitberekeningen voor Leuven
OBSERVATIES VOORUITBEREKENING
110.000
105.000
100.000
95.000
90.000 200 0 200 5 2010 2015 2020 2025 2030 2035
Nog enkele interessante cijfers: • Leuven zal meer kinderen en jongeren tellen. • De bevolking op actieve leeftijd daalt. Er zullen met name minder 25- tot 29-jarigen en minder vijftigers zijn.
24 DEMOGRAFIE
• De vergrijzing zet zich voort: meer 60-plussers. • Mannen maken een inhaalbeweging op vlak van levensverwach- ting, waardoor meer oudere koppels langer zullen samenwonen.
Aantal inwoners naar leeftijd: 2027 tegenover 2017 MANNEN VROUWEN 95+
90-94
85-89
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0-4 jaar 2017 2027
5.000 2.500 0 2.500 5.000
Tegen 2027 zal het aantal huishoudens toenemen met ongeveer 2.200 eenheden. In de rest van het Vlaams Gewest is de groei in huishoudens sterker dan de bevolkingsgroei. Dat komt doordat de huishoudens steeds kleiner worden. In Leuven is die verdunning nu al een feit. Het aandeel eenpersoonshuishoudens bedraagt hier 47,9%, een pak hoger dan het gemiddelde in de 13 centrumsteden (40,1%).
25 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Wonen
26 WONEN
Leuven staat bekend als een dure stad om te wonen. De prijs van een huis is er aanzienlijk hoger dan in andere centrumsteden. Dat kan mee verklaard worden door de impact die de zowat 42.000 kotstudenten hebben op de woningmarkt. Er zijn aanzienlijke wachtlijsten voor sociale woningen, en een kwart van de Leuvenaars besteedt een te groot deel van zijn inkomen aan wonen.
Bijna helft Leuvense huishoudens bestaat uit alleenstaanden
Om de woningbehoefte in kaart te brengen moeten we eerst een zicht krijgen op het aantal huis- houdens in Leuven.
In 2007 telde Leuven nog 45.415 huishoudens, in 2017 waren dat er al 49.646, een toename van bijna 9%. Sinds 2010 blijft de huis- houdensgrootte met gemiddeld 2,03 personen vrij stabiel. In 2017 waren er 23.671 alleenstaanden in Leuven, bijna de helft (47,9%) van alle huishoudens1.
De helft van de alleenstaanden woont in deelgemeente Leuven. Zie ook hoofd- Een deel van hen zijn in Leuven stuk Demografie, gedomicilieerde, voornamelijk p. 22 buitenlandse studenten.
27 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Niet in de cijfers opgenomen zijn de zowat 35.000 Belgische, niet-ge- domicilieerde kotstudenten. Zij wonen doorgaans in kamers en studio’s en hebben een grote impact op de woningmarkt.
AlleenstaandenWijgmaal per statistische sector in 20172
Wijgmaal
STAD LEUVEN
GEEN ALLEENSTAANDEN STAD LEUVEN GEEN ALLEENSTAANDEN MINDER DAN 100 MINDER DAN 100 Wilsele VAN 100 TOT 199 VAN 100 TOT 199 Wilsele VAN 201 TOT 299 VAN 201 TOT 299 VAN 300 TOT 399 MEER OF GELIJK AAN 400 VAN 300 TOT 399 MEER OF GELIJK AAN 400
Kessel-Lo
Leuven Kessel-Lo
Leuven Heverlee
20,4% van de huishoudens bestaat uit tweeoudergezinnen met kind(eren), 6,5%He uitv erleealleenstaande ouders met kind(eren), en 22,3% uit koppels zonder kinderen.
28 WONEN
Minder eengezinswoningen, meer studio’s en kamers
In 2012 waren er 81.000 wooneenheden in Leuven, in 2018 87.317, een toename van 7,8%3. In 2017 bestond 29% van de wooneenheden uit grondgebonden eengezinswoningen, 27% uit appartementen en de overige 44% uit kamers en studio’s. Het aandeel appartementen bleef Een grond gebonden de laatste jaren ongeveer gelijk, het aandeel grondgebonden eenge- gezinswoning is zinswoningen is afgenomen, en het aandeel studio’s en kamers toe- een niet-gesta- genomen. In 2012 was nog 35% van het totale aantal woningen een pelde woning op een eigen grondgebonden eengezinswoning. perceel, met een eigen voordeur die toegankelijk is De verspreiding van de woningtypes over de deelgemeentes maakt vanuit het publiek de invloed van de onderwijsinstellingen duidelijk merkbaar. In deelge- domein. meente Leuven bestaat maar 10% van de wooneenheden uit grondge- bonden eengezinswoningen (in 2012 was dat nog 13%). 67% bestaat uit kamers of studio’s. Dat wijst op een verregaande opdeling van panden in deelgemeente Leuven.
In Heverlee, waar universiteitscampus Arenberg en Gasthuisberg gelegen zijn, maken kamers en studio’s ruim een derde van de woon- eenheden uit. In Wijgmaal (5%), Wilsele (5%) en Kessel-Lo (10%) zijn er opmerkelijk minder kamers en studio’s.
Alleenstaanden wonen meestal in appartement of eengezinswoning
In 2017 woonden de meeste van de 23.671 Leuvense alleenstaanden (47,9% van alle huishoudens) in een appartement (37%) of een grond- gebonden eengezinswoning (25%). 18% betrok een kamer, 14% een studio. Het percentage alleenstaanden dat in een grondgebonden eengezinswoning woont, neemt overigens af. In 2012 was het nog 28%, in 2018 was het gedaald tot 25%.
Hoe ouder de alleenstaande, hoe meer kans dat hij of zij in een grond- gebonden eengezinswoning woont. Bij de 60-plussers is het ongeveer 44% - in 2012 was dat nog 49%. Het grootste deel van de overblijvende alleenstaande 60-plussers woont in een appartement. 60-plussers wonen slechts heel uitzonderlijk in een studio.
In 2018 werd ruim 25% van alle Leuvense grondgebonden eengezins- woningen bewoond door alleenstaanden. In deelgemeente Leuven stijgt dat tot 30%.
29 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Gezinnen met kinderen wonen meestal in een eengezinswoning
20,4% van de Leuvense huishoudens bestaat uit tweeoudergezinnen met kind(eren). 62% van de gezinnen met één kind woont in een grondgebonden een- gezinswoning, 31% in een appartement.
In deelgemeente Leuven wordt die volgorde omgedraaid: bijna de helft van de gezinnen met één kind woont in een appartement, één op de drie betrekt een grondgebonden eengezinswoning.
Van de gezinnen met meerdere kinderen woont 78% in een grondge- bonden eengezinswoning en 17% in een appartement. Hoe meer kind eren een gezin telt, hoe kleiner de kans dat het in een appartement woont.
30 WONEN
Eenoudergezinnen en co-ouderschap
Eenoudergezinnen wonen minder vaak in een grondgebonden eenge- zinswoning en vaker in een appartement dan koppels met kinderen. Op basis van het bevolkingsregister is het echter niet mogelijk om een exacte inschatting te maken van het aantal eenoudergezinnen in Leuven.
Dat geldt ook voor nieuw samengestelde gezinnen. Kinderen in co-ou- derschap wonen in theorie bij de ene ouder bij wie ze gedomicilieerd zijn. In de praktijk wisselen ze af tussen de ouders. Beide ouders heb- ben dus nood aan een betaalbare woning met meerdere slaapkamers.
In 43% van de wooneenheden is niemand gedomicilieerd
Van de 87.317 wooneenheden die Leuven in 2018 telde, waren er bijna 38.000 (43%) waar niemand gedomicilieerd was: 57% van de studio’s, 32% van de appartementen en 8% van de eengezinswoningen. Uiter- Zie ook hoofd- aard heeft dat vooral te maken met de vele binnenlandse studenten in stuk Demografie, Leuven. Die mogen zich niet domiciliëren, maar hebben wel een grote p. 22 impact op het woningbestand in Leuven. In 82% van de 26.461 kamers4 is niemand gedomicilieerd.
Niet alle wooneenheden waar niemand gedomicilieerd is, worden ove- rigens door studenten betrokken.
Woningtypes zoals opgenomen in het Geografisch Informatiesysteem van stad Leuven (2018)
Aantal Aandeel wooneenheden wooneenheden zonder domicilie Grondgebonden gezinswoning 25.325 8% Appartement 23.533 32% Studio 9.197 57% Kamer 26.461 82% Kamer, studio of duplex 2.801 44% Totaal 87.317 43%
31 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Leegstand, ongeschikt en onbewoonbaar
In 2018 werden 307 woongelegenheden op het leegstandsregister van de stad Leuven ingeschreven, ongeveer hetzelfde aantal als in 2017. De eigenaars of houders van het zakelijk recht moeten een heffing betalen als hun woongelegenheid in het register wordt opgenomen.
Evolutie van het aantal leegstaande woongelegenheden in Leuven5
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Woongelegenheden 334 299 224 181 163 265 329 308 307
Eveneens in 2018 werden 705 woongelegenheden in Leuven onge- schikt en onbewoonbaar verklaard, een toename van 33% ten opzichte van 2017. De verklaring ligt waarschijnlijk in de ontvoogding op het vlak van woonkwaliteit: sinds september 2017 kan de stad zonder advies van het Vlaams Gewest zelf woningen ongeschikt en onbewoonbaar verklaren6.
Evolutie van het aantal ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woongelegenheden7
31-12-2015 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 Adressen 114 109 123 147 Woongelegenheden 457 508 530 705
32 WONEN
Sociaal wonen: de wachtlijsten groeien
Leuven telde eind 2017 circa 3.400 sociale huurwoningen, 1.005 sociale koopwoningen en 26 sociale kavels.
In Leuven zijn vier maatschappijen actief op het gebied van sociale huisvesting: Dijledal, SWAL, Volkswoningbouw en sociaal verhuurkantoor SPIT.
Aantal sociale huurwoningen in Leuven in 20178
Appartementen Huizen Totaal Dijledal 2.335 754 3.089 SWAL 19 153 172 Volkswoningbouw 0 23 23 Sociaal verhuurkantoor SPIT 120 120 Totaal sociale huurwoningen 3.404
Het aantal Leuvense kandidaat-huurders op de wachtlijst bij Dijledal9 is gestegen van 2.460 in 2007 naar 4.019 in 2017. Dat is bijna een ver- dubbeling in 10 jaar tijd. Door grote renovatieprojecten moeten 685 bewoners elders een onderkomen krijgen, wat een langere wachttijd betekent voor externe kandidaten.
In 2017 meldden zich bij SWAL10 1.213 kandidaat-huurders aan. Let wel, dat cijfer heeft betrekking op het volledige arrondissement Leuven. Naast de huurwoningen zorgde SWAL in de loop der jaren ook voor 1.005 koopwoningen en 26 kavels op Leuvens grondgebied.
Sociaal Verhuurkantoor SPIT11 heeft een werkingsgebied van 14 gemeenten, waarvan Leuven er één is. Het had eind 2017 237 hoofd- huurcontracten afgesloten, waarvan 120 in Leuven. Voor elk pand dat SVK SPIT in zijn patrimonium heeft, staan er 8,17 gezinnen of alleen- staanden op de wachtlijst. Die cijfers gelden voor het hele werkings gebied, dus niet alleen voor Leuven12.
33 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Budgetwoningen: stads- en starterswoningen
Voor (jonge) mensen die te veel verdienen voor een sociale woning en te weinig voor een woning op de vrije markt brengt AGSL (Autonoom Gemeentebedrijf Stad Leuven) stadswoningen13 en starterswoningen14 op de markt.
Stadswoningen zijn koopwoningen of -appartementen. Kandidaat- kopers moeten tot een bepaalde doelgroep behoren (bijvoorbeeld jonge gezinnen), hun inkomen mag niet boven een bepaalde grens uitkomen en ze moeten zich voor langere tijd in Leuven willen vesti- gen. Voldoen ze aan die voorwaarden, dan krijgen ze een korting op de marktprijs. Het AGSL heeft al 139 stadswoningen gerealiseerd.
Het AGSL heeft ook huurwoningen of -appartementen voor starters. Alleenstaanden of gezinnen van wie het inkomen onder een bepaalde grens blijft, kunnen zo’n starterswoning huren tegen marktconforme prijzen. Als ze zich ten laatste drie jaar na de huurperiode definitief in Leuven vestigen (een woning kopen of bouwen), krijgen ze een deel van de huurprijs terug. De voorbije jaren heeft het AGSL 14 starterswo- ningen gerealiseerd, in de loop van 2019 zullen het er 36 worden.
Vraag naar meer woonwagenterreinen in de ruime regio
Momenteel heeft Leuven enkel een residentieel terrein. Er kunnen een Een residentieel 30-tal gezinnen wonen, wat neerkomt op ongeveer 120 mensen. terrein is een terrein waar Het is er echter overbevolkt doordat te veel bezoekers hun woonwa- woonwagen- gen mee op het terrein van hun ouders of familieleden plaatsen. Er is in bewoners vast verblijven. de ruime regio van Leuven een vraag naar meer terreinen voor woon- wagens15.
Bijna de helft van de Leuvense woningen wordt verhuurd
Van alle woningen in Leuven (exclusief kamers) wordt 48,1%16 verhuurd. Dat is bijna dubbel zoveel als het percentage huurwoningen in het Vlaams Gewest (24,4%). Het percentage huurwoningen is het hoogst in deelgemeente Leuven (70,8%) en het laagst in deelgemeentes Wilsele (23,3%) en Wijgmaal (19,6%).
34 WONEN
Duurste centrumstad voor woonhuizen, maar niet voor appartementen
Van alle centrumsteden heeft Leuven de duurste woonhuizen. Maar als we kijken naar alle Belgische gemeentes, dan komt Leuven niet eens voor in de top 2017. Die wordt voornamelijk bezet door Brusselse gemeentes en randgemeentes18.
Gemiddelde verkoopprijs van een appartement en woonhuis in Leuven
400.000 380.000 EURO 360.000 340.000 332.751 320.000 300.000 292.517 280.000 260.000
240.000 228.897 220.000 217.829 205.312 200.000 180.000 160.000 147.459 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 appartement 0 woonhuis 2006 2012 2018
In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs voor een appartement in Vlaan- deren € 227.840. Voor de 13 centrumsteden was dat € 213.065. De gemiddelde prijs was het hoogst in Roeselare (€ 269.858). Het minst betaalde je in Sint-Niklaas (€ 184.372), Turnhout (€ 194.329), en Oos- tende (€ 195.709). Leuven was met € 228.897 de vijfde duurste cen- trumstad voor appartementen, na Roeselare, Brugge, Gent en Aalst. In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs voor een woonhuis in Vlaanderen € 228.467. In Leuven was dat bijna € 333.000. Het is daarmee de duur- ste stad voor woonhuizen. In de tweede duurste stad Gent, betaalde je gemiddeld zowat € 259.000, dat is ruim 70.000 euro minder. In Kortrijk (€ 182.644), Roeselare (€ 196.619) en Aalst (€ 197.115) kosten woonhuizen het minst.
Ten opzichte van 2006 waren de prijzen voor appartementen en woon- huizen in 2016 met ongeveer 50% gestegen. Dat gold zowel voor heel Vlaanderen als voor de 13 centrumsteden. In Gent, Roeselare, Mechelen en Leuven bedroeg de stijging meer dan 50%. In Leuven stegen de prij- zen voor appartementen met 55%, de prijzen voor woningen met 53%.
35 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Huurders, alleenstaanden en min-35-jarigen hebben hoogste woonquote
De woonquote is het percentage van het inkomen dat aan woonlasten besteed wordt. Een woonquote die groter is dan 30% wordt als proble- matisch beschouwd, in het bijzonder voor de lagere inkomens.
Uit de Stadsmonitor blijkt dat in 2017 in de 13 centrumsteden gemid- deld 19% van het gezinsinkomen aan wonen besteed werd. Dat cijfer ligt hoger dan het Vlaamse gemiddelde (15%). In Antwerpen, Gent en Leuven bedroeg de gemiddelde woonquote 20% of meer. De laagste scores vinden we terug in Kortrijk, Roeselare, Aalst en Genk (15%).
23% van de inwoners uit de 13 centrumsteden had een woonquote van meer dan 30%. Alleen in Antwerpen (29%) en Leuven (25%) was dat percentage hoger dan het gemiddelde van de 13 centrumsteden. De laagste percentages vinden we opnieuw in Kortrijk en Roeselare (beide 16%).
Woonquote van huurders en woningeigenaars
Huurders Eigenaars ≤ 30% > 30% ≤ 30% > 30% Leuven 54% 46% 87% 13% Vlaams Gewest 53% 47% 88% 12%
Uit de tabellen blijkt dat 13% van de eigenaars een woonquote van 30% of hoger hebben. Bij huurders is dat 46%.
Dit is geen Leuvens fenomeen. De percentages komen overeen met die van het Vlaams Gewest.
36 WONEN
Het aandeel inwoners per wijkzorggebied met een woonquote van minstens 30%, in 201719
% 50 38 40 32 30 30 26 25 23 21 23 20 18 20 17
10
0 O O ST AL MS -L -L ZUI D ZUI D OO WE ST TEDEN NOOR D NOOR D S LEUVEN LEUVEN LEUVEN LEUVEN VL AA GEWE ST WILSEL E CENTRU M HEVERLEE HEVERLEE KESSEL KESSEL WIJGMA 13 CENTRUM-
Een woonquote van meer dan 30% vinden we het vaakst bij alleen- staanden zonder kinderen (43%), gevolgd door alleenstaande ouders met kinderen (35%). Dat zijn ook belangrijke risicogroepen voor armoede.
Woonquote van meer dan 30% naar gezinssamenstelling, in 201720
% 50 43 40 35
30 25 21 20 16
10
0 ALLEEN ALLEEN PARTNER MET TOTAAL MET ZONDER MET PARTNER KINDEREN KINDEREN KINDEREN
Als we opsplitsen per leeftijdscategorie, komt een woonquote van 30% of meer het vaakst voor bij mensen onder de 3521.
Woonquote van meer dan 30% naar leeftijd, in 201722
% 50
40 36
30 27 25
20 11 10
0 JONGER DAN 35-54 JAAR 55+ TOTAAL 35 JAAR
37 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Groen
38 GROEN
Groen draagt bij aan een leefbare stad, heeft een positieve invloed op het stadsklimaat en zorgt voor een groter welbevinden bij inwoners en bezoekers. 42,7% van de totale oppervlakte van Leuven is groen. Dat is na Genk het hoogste cijfer van de 13 Vlaamse centrumsteden. De groenoppervlakte is de voorbije jaren stelselmatig toegenomen, net zoals de tevre- denheid van de Leuvenaar over groen in de buurt (80%) en in de stad (75%).
Stad Leuven beheert 315 hec- tare openbaar groen
Rond 2000 beheerde de afdeling Groenbeheer in het totaal ruim 220 hectare. Sindsdien heeft de stad nieuwe parken aangelegd en groengebieden in beheer geno- men die voordien niet publiek toegankelijk waren – denk maar aan de abdij van Vlierbeek, de abdij van Park en de abdij van de Keizersberg. In 2019 komt met het nieuw aangelegde Park Belle Vue in Kessel-lo de teller op ruim 315 hectare openbaar groen. Dat is een stijging van zo’n 43%.
De volgende jaren is een uitbreiding met 6,5 hectare mogelijk dankzij enkele grote projecten: Park Twee Waters (1,5 hectare), Hertogensite (1,5 hectare), Klein Rijsel en Leuven Noord (3,5 hectare).1
39 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Evolutie openbaar groen beheerd door Stad Leuven (in hectare), tussen 1998 en 20192
350 ,0
312,2 314,9 304,0 307,9 293,0 300,0 288,2 288,3 292,3 280,4 281,2 266,5 271,0 259,5
250,0 241,0
220,0 alque k k w
200,0 ld, tuin De ve 150,0 rkplaatsen, Janseniuspar
100,0 we oisplein, Diestse le ra e t Vu aa bos, Art e ld g
50,0 n Park ve rstr va rsbe rg e erber iz AR E oen Ring v ruine Gr Geboor te B Abdij Vlierbeek, Begijnenbos, Noormannenpar To Philipssit Don ke Ke Cadaol Abdij Sluispark, Cent Park Belle
HECT 0,0 1998 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2012 2014 2017 2019
De groenstructuur van Leuven
Leuven beschikt over groengebieden van verschillende omvang: groenpolen, wijkparken en woongroen. Natuurgebieden en grote groengebieden worden verbonden door groenklimaatassen. Uit cijfers van het VITO3 blijkt dat 42,7% van de totale oppervlakte van Leuven - zowel publiek als privé - uit groen bestaat. Daarmee scoort Leuven op Genk (59.2%) na het hoogste van de 13 centrumsteden.
Groenpolen: twee Leuvense natuurgebieden van meer dan 100 hectare
Groenpolen zijn natuurgebieden, bossen en parkgebieden met een sociaal-educatieve of een recreatieve functie. Ze bestaan uit minstens 100 hectare aaneengesloten gebied. Voor Leuven zijn dat: • 502 hectare van Heverleebos • Provinciedomein Kessel-Lo, inclusief omliggend landschap in beheer bij provincie, samen circa 100 hectare
40 GROEN
165 hectare wijkparken en woongroen
Wijkparken zijn groter dan 1 hectare. Volgens de Vlaamse overheid zou iedereen er eentje op wandelafstand (400 meter) van zijn woning moeten hebben. Sinds het jaar 2000 is er 67,62 hectare wijkpark bijge- komen in Leuven. Het gaat om kasteelparken als Park De Bron, Hei- debergpark en Heuvelhof en de sites van abdij van Park, Keizersberg en Vlierbeek. Daarnaast zorgen de langgerekte parkvesten rond het stadscentrum voor een groene omsluiting van de stadskern.
Woongroen is kleiner dan 1 hectare. Iedereen zou het volgens de Vlaamse overheid maximaal op een afstand van 150 meter van zijn woning moeten hebben. Sinds 2000 is er 2,85 hectare bijgekomen, onder meer de Dijleterrassen, het Penitentienenpark en Tuin Dewalque.4
41 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Evolutie wijkparken en woongroen in Leuven, 2000-20185
WIJKPARKEN WOONGROEN
200 10 9,18 180 9 156,31 160 8
140 7 6,33 120 6
100 88,69 5
80 4
60 3
40 2
ARE 20 ARE 1
HECT 0 HECT 0 2000 2018 2000 2018
Groenklimaatassen verbinden de groengebieden
Binnen Leuven verbinden enkele belangrijke blauw-groene structuren Bij blauw-groene de grote groengebieden met elkaar. Zo brengen ze de natuur tot in de structuren staat blauw voor stad. De Dijle en haar beekvalleien zijn de belangrijkste van die verbin- voor water, groen dende assen. voor planten.
Groenbeleving
Stadsgroen/kijkgroen: perken, plantenbakken en bomen in de stad
Niet alle groen in de stad is geschikt voor recreatie. Toch kan het bijdragen tot de leefbaarheid van de stad. Enkele voorbeelden van dit soort stadsgroen: de perken op het vernieuwde Hooverplein of de plantenbakken op het Rector De Somerplein.
Ook bomen zijn belangrijk, niet enkel als stadsgroen/kijkgroen, maar ook omdat ze bijdragen tot een betere luchtkwaliteit. Het aantal indivi- dueel geïnventariseerde laanbomen nam toe van 16.275 stuks in 2004 tot 18.600 stuks in 2018.
42 GROEN
25,5 hectare groene begraafplaatsen
Leuven telt negen begraafplaatsen. De nadruk ligt er natuurlijk op begraven en op de nagedachtenis van overleden familieleden en vrien- den. Er zijn echter ook al enkele jaren ingrepen aan de gang om er aantrekkelijke groene ruimtes van te maken, met een nieuwe functie als stilteparken in de drukke stadsomgeving. De volgende jaren zal die omvorming doorgaan. Rust, stilte en natuurbeleving staan centraal. De begraafplaatsen zijn goed voor 25,5 hectare van het groenareaal in Leuven.
Steeds meer mensen kiezen voor crematie in de plaats van begraving. Bovendien werden asurnen vroeger meestal in een columbarium bij- gezet, terwijl we nu een stijging zien van asverspreidingen en bijzettin- gen in urnekelders. Beide evoluties hebben een grote invloed op het gebruik van ruimte op de begraafplaatsen.6
Lijkbezorging in Leuven in 2012 en 20177
600
500
400
300
200
100 2012 2017 MENSEN 0 TOTAALASVERSPREIDING COLUMBARIUM URNENKELDER GRAF VOLLE GROND
43 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Leuvens groen wordt steeds vaker gebruikt
De Leuvenaar wil ook steeds vaker een eigen invulling geven aan groen in het openbaar domein. Dat kan bijvoorbeeld via het moestuinproject , Zie ook hoofd- dat de stad in 2001 opstartte. Ondertussen zijn er 14 moestuinen. Ook stuk Klimaat, p. 60 via ‘Kom Op Voor Je Wijk’, opgestart in 2003, kunnen inwoners pro- jecten realiseren die te maken hebben met openbaar groen. Op dit moment zijn dat er 21.
Evolutie buurtprojecten in openbaar groen, van 2000 tot 2018
2020
2018
2016
2014
2012
2010 AREN J 2008
2006
2004
2002
2000 0510 15 20 25 30 35 40
BUURTMOESTUIN- EN ‘KOM OP VOOR JE WIJK’-PROJECTEN
In 2018 ging het project ‘Buurtplantsoen’ van start: inwoners planten zelf publiek groen aan en zorgen voor het onderhoud. Momenteel lopen er zo acht projecten.
Het project ‘Groenplaats’ is erop gericht de speelplaatsen van Leu- vense scholen te vergroenen. Deelnemende scholen krijgen de vraag om buiten de schooluren hun buitenruimtes voor de buurt open te stellen. Eén project is succesvol opgestart, enkele andere zitten in de pijplijn.
44 GROEN
Tevredenheid Leuvenaars over groen in hun buurt stijgt
De Stadsmonitor toont dat 80% van de Leuvenaars tevreden is met het groenaanbod in hun buurt. In 2014 was dat 76%.
Ruim 75% van de Leuvenaars gaf aan tevreden te zijn over het groen- aanbod in de stad. Het gemiddelde voor de 13 centrumsteden was 71%. Wat betreft uitzicht op groen vanuit de woning haalde Leuven 70%. Daarmee zit het aan de top van de centrumsteden (gemiddeld 63%).
Inwoners van deelgemeentes Kessel-Lo en Heverlee zijn meer tevre- den over het groen in buurt en stad, en het uitzicht op groen vanuit de woning dan inwoners van deelgemeentes Wijgmaal, Wilsele en Leuven Centrum.
Tevredenheid over groen in buurt en stad per wijkzorggebied, 2017
% 100 ,9 90 7 90 0 86, 84,8 84, 83,8 ,2 ,4 ,5 ,2 80 79 77 77 5,6 77 ,0 5,5 7 6,3 7 6,4 7 6,5 7 ,7 7 ,1 74 72 72
70 69,6 3,5 6 1,6 6 61,7 60 54,5 52,3
50
40 34,4
30
20
10
1 2 3 0 O O ST AL -L -L ZUI D ZUI D OO WE ST NOOR D NOOR D LEUVEN LEUVEN LEUVEN WILSEL E CENTRU M HEVERLEE HEVERLEE KESSEL KESSEL WIJGMA 1. Tevredenheid over groen in de buurt 2. Tevredenheid over groen in de stad 3. Tevredenheid uitzicht op groen vanuit de woning
45 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Klimaat en energie
46 KLIMAAT EN ENERGIE
Klimaatopwarming kan ook in Leuven zorgen voor meer overstromingen, hogere temperaturen en peri- odes van extreme droogte. Om de stad aan te passen aan dat veranderende klimaat is een ambitieus groen- beleid nodig. Vanzelfsprekend moeten we ook de
CO2-uitstoot verminderen. Daarom heeft Leuven zich tot doel gesteld klimaatneutraal te zijn tegen 2050.
De voorbije jaren is de CO2-uitstoot in Leuven licht gedaald, maar er valt met name op het gebied van hernieuwbare energie nog heel wat winst te boeken.
Volgens het Europese Environ- ment Action Plan zal 80% van de Europeanen in 2020 in een stedelijke omgeving wonen. Het aandeel van stadsbewoners in de globale uitstoot van klimaatver- storende broeikasgassen wordt dus steeds groter. Stad Leuven, de KU Leuven en enkele midden- veldorganisaties spraken zich in 2010 uit over het belang van een klimaatneutraal Leuven. Op 24 mei 2011 ondertekende de stad het Burgemeestersconvenant voor klimaat en energie, een intentieverklaring om Leuven kli- maatneutraal te maken. De ambi- tie werd formeel. Enkele jaren later, in 2013, richtten 60 stich- tende leden, waaronder inwoners, bedrijven, kennisinstellingen en (semi-)publieke overheden de stadsbrede vzw Leuven 2030 op.
47 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
In dit hoofdstuk focussen we op de brede klimaatproblematiek. Recente onderzoeksresultaten tonen aan dat we urgent aan een klimaatrobuuste stad moeten werken. Tegelijk moeten we - om de klimaatopwarming te beperken - evolueren naar een duurzame, gezonde en leefbare stad. We focussen op de ecologische aspecten van duurzaamheid, vertaald in vijf thema’s: • Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie • Duurzame leefomgeving: groen, lucht, water en geluid • Mobiliteit • Duurzame consumptie • Circulaire economie en afval
Werken aan een klimaatrobuuste stad
Klimaatopwarming is op wereldvlak een van de grootste risico’s voor mens en maatschappij. In Vlaanderen zal die leiden tot meer hitte golven, drogere zomers, nattere winters en een stijgend zeeniveau, zo tonen recente onderzoeksresultaten aan. Wetenschappers hebben drie plausibele klimaatscenario’s voor onze streken uitgewerkt: het ‘hoge scenario’ is de meest pessimistische projectie, het ‘lage scenario’ de meest optimistische. Daartussenin zit het ‘middenscenario’.1 Hier brengen we de belangrijkste effecten van het hoge scenario voor Leuven in kaart.
We verwachten meer overstromingen …
Neerslagtotaal per maand voor Leuven
mm 180
160
140
120 HOOG 100 IMPACT 2100 80 HUIDIG 60
40
20
0 JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
48 KLIMAAT EN ENERGIE
Klimaatverandering kan leiden tot frequentere overstromingen, ofwel door intense neerslag, ofwel door buiten hun oevers tredende rivie- ren. Ook plaatsen die tot nog toe niet overstromingsgevoelig waren, kunnen erdoor getroffen worden. Gebouwen zullen vaker beschadigd raken - in Leuven meer dan in Vlaanderen gemiddeld - indien we geen maatregelen nemen. Volgens het hoge klimaatscenario kunnen we op verschillende plaatsen, zowel in de Leuvense binnenstad als in de deel- gemeenten, effectief overstromingen verwachten. Die kunnen meer gebouwen en kwetsbare instellingen (kinderopvang, onderwijs, zieken- huizen, woonzorgcentra…) treffen dan nu. Ook worden bij overstromin- gen hogere piekwaterstanden verwacht, dus ook meer schade.
Percentage gevaarlijk overstroombare kwetsbare instellingen
% 50
40 37,1
30 27,7
20 15,7
10 7,3
Leuven
0 Vlaanderen Huidig (2017) Hoog impact 2100
Percentage gevaarlijk overstroombare gebouwen
% 50
40
30
20 17,2
7,8 10 6,9 2,6 Leuven
0 Vlaanderen Huidig (2017) Hoog impact 2100
49 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
… periodes van extreme droogte …
In 1976, 2011, 2017 en 2018 kreeg Vlaanderen al te maken met extreme droogte. Bij klimaatopwarming zorgen hoge temperaturen sowieso voor meer verdamping van bodemvocht. Als het in de zomer ook min- der gaat regenen, zullen periodes van extreme droogte vaker voorko- Zie ook grafiek men en intenser zijn. p. 48
In 2100 zal de gemiddelde jaartemperatuur in Leuven volgens het hoge scenario ongeveer 6 graden hoger liggen dan de huidige gemiddelde jaartemperatuur. Het aantal droge dagen zal stijgen van 174 in 2017 naar 236. Het hoge scenario houdt rekening met een gemiddelde tem- peratuurstijging tussen de 3,2 en 5,4 °C wereldwijd.
Aantal droge dagen per jaar
12 12
9 9 238 236 238 236
174 174 6 172 6 172
3 3 N N
Leuven Leuven
MAANDE 0 Vlaanderen MAANDE 0 Vlaanderen Huidig (2017) Hoog impact 2100 Huidig (2017) Hoog impact 2100
… en meer hittestress door stijgende temperaturen
De jaarlijkse gemiddelde temperatuur is in België sterk toegenomen, en ligt nu 2,5 °C hoger dan 200 jaar geleden. Tegen 2100 zal ze tussen de 0,7 en 7,2 °C hoger liggen dan rond 2000.
Gemiddelde temperatuur per jaar Leuven
25
20 16,1° 15 10° 10
5
GRADEN CELSIUS 0 Huidig (2017) Hoog impact 2100
50 KLIMAAT EN ENERGIE
Gemiddelde maandtemperatuur Leuven
30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 Huidig (2017) Hoog impact GRADEN CELSIUS 0 2100 JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUGSEP OKTNOV DEC
Niet alleen de gemiddelde temperaturen lopen op, we krijgen ook meer tropische dagen (warmer dan 30 °C). Hittegolven komen vaker voor, slepen langer aan en hebben een grotere impact, vooral in steden. Door de dichte bebouwing en warmteabsorberende materialen zoals asfalt en beton kampen steden in Vlaanderen nu al steeds vaker met hittestress. Ook in Leuven is dat ‘hitte-eilandeffect’ goed voelbaar op warme dagen. De stijgende maandtemperaturen zullen het enkel nog versterken. Kinderen onder 4 jaar en ouderen boven de 65 jaar zijn kwetsbaar en zullen extra aandacht vragen op hittedagen.
Aantal hittegolfdagen per jaar in Leuven
60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 Leuven 5 GE N Vlaanderen DA 0 Huidig (2017) Hoog impact 2030 Hoog impact 2050 Hoog impact 2100
51 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Percentage hittegetroffenen (0-4 jaar en 65-plussers)
100 99 100 100 100 99 100 100 % 100 93 % 100 93 90 90 80 80 70 70 60 60 52 52 50 50 40 40 30 30 20 20 0-4 jarigen 10 10 0-4 jarigen 0 +65 jarigen 0 +65 jarigen 2017 2030 2050 2100 2017 2030 2050 2100
Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie
Leuvense woningen worden energiezuiniger
Uit de Stadsmonitor2 blijkt dat de energiezuinigheid van de Leuvense woningen verder is toegenomen. 59% van de Leuvenaars rapporteerde dat hun woning energiezuinig is (ofwel energiezuinige condensatieke- tel/hoogrendementsketel, ofwel isolatie van zolder/dak, ofwel dubbel of driedubbel glas). Leuven haalde hiermee de vierde beste score van de centrumsteden. Ook het aandeel energierecupererende woningen (met zonnepanelen, zonneboiler, groendak of regenwaterput voor toi- let/wasmachine) was licht toegenomen. In 2017 bedroeg het 29%.
Energiezuinige maatregelen in Leuvense woningen in 2011, 2014 en 2017
% 100 ,1 2011 89
90 86,8 85,8 82 ,1 8,8 2014 7 80 ,5 2017 ,4 72 69,4
70 67
60 55,9 50
40
30 ,7 ,8 21 ,7 19
20 17 ,7 2 10 9,
10 1 0 6, 3 4, 6 4, 2 3, 4 3, 2, 0 1, 5 Isolatie van Dubbel of Condensatieketel/ Groendak Zonnepanelen Zonneboiler Regenwater voor muren, dak driedubbel glas hoogrendementsketel toilet/wasmachine
Het energieverbruik van de Leuvense huishoudens daalt wel degelijk.
Tussen 2010 en 2017 zien we een daling van C02-uitstoot van alle ener- giebronnen.
52 KLIMAAT EN ENERGIE
3 Evolutie totale CO2-uitstoot huishoudens van 2010 tot 2017
Evolutie Evolutie 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2010-2017 2010-2017 in % Huishoudens totaal 187 182 173 166 171 163 151 154 -33 -17,65 Elektriciteit 38 32 33 30 32 34 24 24 -14 -36,84 Aardgas 101 105 99 95 103 95 91 94 -7 -6,93 Stookolie 46 42 38 38 34 32 34 35 -11 -23,91 Andere 2 3 3 3 2 2 2 1 -1 -50,00
Ook gebouwen van Stad Leuven verduurzamen
De stad streeft ook voor het eigen patrimonium naar duurzame oplos- singen en energie-efficiëntie. De afgelopen jaren werd ingezet op dakenrenovatie, energiezuinige relighting, vernieuwen van HVAC-instal- laties en de plaatsing van zonnepanelen. Daardoor is het gas- en elek- HVAC staat voor heating, ventila- triciteitsverbruik aanzienlijk gedaald. tion, airconditio- ning – het verwar- men, ventileren Gas- en elektriciteitsverbruik in stadsgebouwen van 2010 tot 20174 en koelen van gebouwen. Gasverbruik niet-genormaliseerd Elektriciteitsverbruik kWh kWh 20.000.000 4.100.000,00
19.000.000 4.050.000,00
18.000.000 4.000.000,00
17.000.000 3.950.000,00
16.000.000 3.900.000,00
15.000.000 3.850.000,00
14.000.000 3.800.000,00
13.000.000 3.750.000,00
12.000.000 3.400.000,00
11.000.000 3.650.000,00
10.000.000 3.600.000,00 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Nog veel potentieel voor lokaal geproduceerde hernieuwbare energie
De totale productie van hernieuwbare energie (elektriciteit en warmte) bedraagt slechts 0,8% van het totale energieverbruik in Leuven. De voorbije 5 jaar5 is ze licht gestegen. De grafiek op de volgende pagina geeft een overzicht van de verschillende vormen van hernieuwbare energieproductie. De huidige productie wordt vergeleken met de potentiële totale productie.6
53 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Hernieuwbare energieproductie per type
restwarmte
windenergie
waterkracht
biomassa
geothermie
riothermie
zonne-energie
0 100 200 300400 GWH energieproductie
Totaal huidige productie hernieuwbare energie: 26,74 GWh - goed voor 6.339 gezinnen Totaal potentiële productie hernieuwbare energie: 861,57 GWh - goed voor 205.969 gezinnen
Uit de grafiek blijkt onder meer dat het potentieel aanzonne-energie in Leuven zeer groot is: veel daken zijn nog onbenut. In de periode 2009-2012 werden er veel zonnepanelen geïnstalleerd vanwege de groenestroomcertificaten. In 2013 kwam er een sterke terugval, maar nu neemt het aantal installaties opnieuw toe, onder meer door de EPB-verplichting. Die bepaalt dat bij bepaalde bouwprojecten (nieuw- bouw of ingrijpende energetische renovaties) een minimumhoeveel- heid energie uit hernieuwbare energiebronnen moet worden gehaald. Daardoor zijn er niet alleen zonnepanelen bijgekomen, maar ook zon- neboilers, warmtepompen …
Aantal nieuwe installaties van zonnepanelen in Leuven per jaar, van 2006 tot 2018
700 640 593 600
500 444 404 400
321 314 300 232
200
110 97 100 64 25 29 4 4 0 < 2006 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
54 KLIMAAT EN ENERGIE
Er zijn vandaag nog geen grote windturbines in Leuven, en er is ook betrekkelijk weinig potentieel. Naast de gebruikelijke beperkingen (de nabijheid van woningen, habitat- of vogelrichtlijngebieden, ankerplaat- sen …) – heeft Leuven nog af te rekenen met een specifieke situatie: de software van de radarinstallaties van Skeyes en van Defensie wordt verstoord door windturbines. Indien de radar- en hoogtebeperkingen afgezwakt of (deels) opgeheven zouden worden, dan wordt het werke- lijke potentieel voor windenergie in Leuven meteen veel groter.
Naar een duurzame leefomgeving
Lichte daling van de CO2-uitstoot
Futureproofed monitort de CO2-emissies op Leuvens grondgebied en communiceert die aan de stad via een online dashboard. Onderstaande afbeelding geeft de evolutie van de CO2-uitstoot weer voor de afgelo- pen jaren. De data zijn momenteel gevalideerd tot 2015 en omvatten de uitstoot van de sectoren die onder het SEAP vallen (Sustainable Energy Action Plan en het daarbij horende Burgemeesterconvenant). Huishoudens, dienstensector, De uitstoot van de Leuvense landbouw en de snelwegen op Leuvens openbare verlich- grondgebied hoort er niet bij. Ten opzichte van de nulmeting in 2010 is ting, particulier en commercieel in 2015 de CO -uitstoot met 4% gedaald. 2 vervoer, openbaar vervoer.
Evolutie CO2-emissies Leuven in ton
800.000
600.000
400.000 Plan
200.000 Gevalideerde data N Voorspelling TO 0 24 2011 2021 2017 2013 2012 2015 2018 2016 2019 2014 2010 2027 2023 2022 2025 2028 2026 2029 20 2030 2020
Hoewel er in 2015 meer Leuvense huishoudens waren dan in 2010, daalde hun totale uitstoot met 9%.
55 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
De industrie-gerelateerde uitstoot toonde een daling van 15%, maar dat komt vooral doordat economische activiteiten anders werden ingedeeld: sommige bedrijven kwamen daardoor in de dienstensector terecht, zodat hun uitstoot niet meer bij de industrie werd gerekend. In werkelijk- heid zijn de industrie-gerelateerde emissies min of meer gelijk gebleven.
De uitstoot van de Leuvense mobiliteit was in 2015 gestegen ten opzichte van 2010. Treinverkeer en off-roadvervoer zijn niet meegeno- men in deze cijfers.
CO2-uitstoot in Leuven in megaton (miljoen ton)
0,25 HUISHOUDENS 0,150 INDUSTRIE
0,125 N 0,20 TO 0,100 0,15 0,075
T IN MEGA 0,10 0,050 OO
ST 0,05 0,025 -UIT 2
CO 0 0 24 24 2011 2011 2021 2021 2017 2017 2013 2013 2012 2012 2015 2018 2015 2018 2016 2019 2016 2019 2014 2014 2010 2010 2027 2027 2023 2023 2022 2022 2025 2028 2025 2028 2026 2029 2026 2029 20 20 2030 2030 2020 2020
0.08 MOBILITEIT 0,010 OVERHEID
0.07 0,008 0.06
0.05 0,006 0.04
0.03 0,004
0.02 0,002 0.01
0 0 24 24 2011 2011 2021 2021 2017 2017 2013 2013 2012 2012 2015 2018 2015 2018 2016 2019 2016 2019 2014 2014 2010 2010 2027 2027 2023 2023 2022 2022 2025 2028 2025 2028 2026 2029 2026 2029 20 20 2030 2030 2020 2020
0,30 TERTIAIR
0,25
0,20
0,15
0,10
0,05
0 24 2011 2021 2017 2013 2012 2015 2018 2016 2019 2014 2010 2027 2023 2022 2025 2028 2026 2029 20 2030 2020
Opgelet: deze cijfers bevatten enkel de CO2-uitstoot die rechtstreeks op Leuvens grondgebied plaatsvindt (scope 1) en die het gevolg is van het energieverbruik binnen het grondgebied (scope 2). Niet meegeteld is scope 3: de uitstoot buiten het grondgebied als gevolg van de con- sumptie, verplaatsingen, etc. van Leuvenaars.
56 KLIMAAT EN ENERGIE
Luchtkwaliteit verbetert
We kunnen de luchtkwaliteit evalueren door drie verschillende veront- reinigende stoffen te meten:
• Stikstofdioxide (NO2) 10 2,5 • Fijn stof (PM en PM ) NO2 of stikstof- dioxide is een gas • Roet (black carbon) dat in de atmo- sfeer terechtkomt , een grootschalig burgeronderzoek naar luchtkwali- door verbrandings- Curieuzeneuzen processen. 61% van teit, mat in 2018 stikstofdioxide, een belangrijke indicator voor lucht- de NO2-uitstoot verontreiniging door verkeer. Over het algemeen is de luchtkwaliteit in in Vlaanderen is afkomstig van het Leuven goed, maar toch zijn er ook rode en zwarte punten: de invals- verkeer, één van de wegen, op de ring en in het centrum. grootste oorzaken van luchtveront- reiniging. Op korte termijn kan NO NO -concentratie in Leuven in 2018 2 2 ontstekingen in de longen veroor- zaken, tot kortade- migheid leiden en een astma-aanval uitlokken.
Fijn stof omvat alle mogelijke stofdeel- tjes die rondzwe- ven in de lucht. De cijfers 10 en 2.5 slaan op de door- snede in microme- ter (duizendste van een millimeter). Fijn stof kan acute luchtwegaandoe- ningen, bronchitis en zelfs longkanker 2,5 10 Meting van PM en PM door LeuvenAir veroorzaken. (23/11/2018 11.29u) (17/6/2019 - 12.49u) Black carbon of zwarte koolstof is een fractie van PM10. Het bestaat voornamelijk uit roetdeeltjes die ontstaan bij onvol- ledige verbranding van fossiele en an- dere brandstoffen. Het veroorzaakt irritatie van de ogen en de adem- halingswegen, en verhoogt waar- schijnlijk het risico op astma en hart- en vaatziekten.
57 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Ook burgerinitiatief LeuvenAir brengt de Leuvense luchtkwaliteit in beeld: via zelfgebouwde sensorsunits meet het fijn stof.
Black carbon-meting voor invoering circulatieplan
deze 2 kaarten door Leuven NOG AAN TE LEVEREN in hogere resolutie?
Black carbon-meting na invoering circulatieplan
Voor het project Black carbon-metingen fietsen vrijwilligers een vast traject van 14 km door de Leuvense binnenstad om de hoeveelheid Black carbon (roet) te meten. Een vergelijking van de metingen voor en na de invoering maakt duidelijk dat het circulatieplan wel degelijk een impact heeft op de luchtkwaliteit: op sommige plaatsen verbe- terde de luchtkwaliteit tot 2,5 keer.
58 KLIMAAT EN ENERGIE
Geluidsoverlast: op weg naar een geluidsactieplan
In het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai (2002/49/EG) zijn geluidsbelastingskaarten opgemaakt voor de belangrijkste wegen, spoorwegen en luchthavens. Die geven gewogen jaargemiddelden weer. De avond- en nachtniveaus wegen relatief zwaarder door omdat geluidsoverlast dan als hinderlijker wordt ervaren.
Geluidslast in decibel op Leuvens grondgebied in 20167
Geluidsbelasting lucht-, spoor- en wegverkeer 2016 (Lden) 55-60 dB Lden (Level day- evening-night) is 60-65 dB is een maat om 65-70 dB de geluidsbelas- ting door 70-75 dB omgevingslawaai ≥ 75 dB uit te drukken
Nu Leuven meer dan 100.000 inwoners telt, dienen we voor het refe- rentiejaar 2021 voor de eerste maal een geluidskaart en geluidsactie- plan op te stellen op niveau van de stad. Die zal een nog duidelijker beeld geven van de geluidsbelasting en het aandeel van de bevolking dat geluidshinder ondervindt.
59 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Lange weg naar duurzame voedselconsumptie
Naar schatting 500 kiloton van de Leuvense CO2-uitstoot komt voort uit consumptie, waarvan 60% uit voedselconsumptie. Per Leuvenaar
komt dat per jaar neer op ongeveer drie ton CO2 voor voeding en twee
ton CO2 voor andere consumptie. Ongeveer 40% van de CO2-uitstoot voor voeding komt van vlees, zuivel en vis8.
Uit de Stadsmonitor blijkt dat Leuven, Gent en Brugge beter scoren dan het gemiddelde van de 13 Vlaamse centrumsteden voor vegeta- risch eten, seizoensgebonden aankopen, het voorkomen van voedsel- afval en de aankoop van biovoeding. 32% van de Leuvenaars geeft aan minstens één keer per week vegetarisch te eten. Leuven staat daarbij, samen met Gent (32%), aan de top. 43% zegt te letten op het seizoen bij de aankoop van de groenten, alleen Gent (44%) doet net iets beter.
Voor de aankoop van lokale voeding zit Leuven op het gemiddelde: slechts 19% van de inwoners eet wekelijks lokaal gekweekte groenten of fruit. Nochtans telt Leuven 29 duurzame verkooppunten (voed- CSA staat voor selteams, CSA-boerderijen, hoevewinkels, boerenmarkten…). In 2018 community- supported waren op het Leuvense grondgebied ook minstens vier duurzame land- agriculture. Het bouwbedrijven actief, die effectief bijdragen aan klimaatneutraliteit: ze gaat om ecolo- gisch duurzame zaaien, planten en oogsten met respect voor de natuur en voor ecolo- boerderijen, waar gische evenwicht, en richten zich op lokale consumenten. je als klant vooraf betaalt voor een aandeel in de Voedselverspilling verdient hier extra aandacht: ongeveer één derde oogst van al het voedsel wordt weggegooid. Per jaar gaat het over 445 kg per persoon, en dat is dan nog zonder de verliezen in de voedselketen. Uit de Stadsmonitor blijkt nochtans dat 67% van de Leuvenaars het weggooien van voeding zoveel mogelijk beperkt. Na Gent (68%) scoort Leuven hiervoor het best van alle 13 centrumsteden.
In 2013 hebben de diensten gebiedsgerichte werking, groenbeheer en Zie ook hoofdstuk duurzaam beleid het project Buurtmoestuinen opgestart. Dat onder- Groen, p. 44 steunt buurtcomités of bewonersgroepen die een gedeelde moestuin willen opzetten. De stad stelt een stukje openbaar domein ter beschik- king, de groendienst maakt de grond plantklaar en de cel duurzaam beleid zorgt voor een bodemonderzoek met bemestingsadvies. Kandidaten worden ook begeleid bij hun zoektocht naar mede-tuiniers, leren hoe ze tuinafval kunnen composteren en krijgen (indien nodig) teeltadvies. Intussen zijn er al 14 buurtmoestuinen, verspreid over het grondgebied.
60 KLIMAAT EN ENERGIE
Dalende afvalproductie
In 2018 produceerden alle Leuvenaars samen 37.006.859 kg huishou- delijk afval. Dat is niet alleen heel wat minder dan tien jaar geleden; we doen het ook erg goed in vergelijking met de rest van Vlaanderen. De recentste Vlaamse afvalcijfers dateren van een jaar eerder, 2017. De gemiddelde Vlaming produceerde toen 469 kg afval, de Leuvenaar 369 kg. Dat cijfer wordt zelfs nog beter als je in aanmerking neemt dat de 35.000 Belgische kotstudenten in Leuven ook afval produceren, maar niet meegerekend worden als inwoners.
Kilogram huisvuil per Leuvenaar, van 1992 tot 2018
600,0,0 567,48 560,13
526,27 500,0,0 518,69 479,28 482,61 Totaal afval per inwoner 466,32 459,00 458,93 460,14 436,56 469,62 435,62 450,28 466,15 417,83 435,95 410,29 400,0,0 399,56 420,21 390,57 390,75 416,18 415,47 409,25 391,93 393,28 363,79 370,,53 369,33
30000,0,0,0,0
264,74
20000,0,0,0,0 189,38189,38 Restfractie per inwoner
146,60146,60 138,94138,94 171,66171,66 135,21135,21 131,64131,64 134,31134,31 128,44128,44 128,46128,46 128,94128,94 1200,,4455 108,54, 10000,0,0,0,0 141,30 139,1390011 134,134 47 130130,13 131,272 125,55125,55 131,35131,35 122,25122,25 118,40118,40 GRAM
KI LO 0 1991992 1991993 19941994 1991995 19961996 1991997 19981998 19991999 2000 20012001 2002002 2002003 20042004 2002005 20062006 20200077 2002008 20092009 20102010 20112011 20122012 20132013 20142014 20152015 20162016 20172017 20182018
Ook wat restafval betreft, scoorde Leuven beter dan Vlaanderen in 2017: 109 kg tegenover 145 kg.
Meer dan 70% van het huishoudelijk afval wordt selectief ingezameld, 29% is restfractie.
61 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Overzicht huishoudelijk afval in Leuven, 20189 Aantal kilogram Percentage per inwoner (101.197 inwoners) Restafval (bruine zak + grof huisvuil + 29,2% 106,8 + veegvuil + schoonmaak rond glasbollen) Papier en karton 15,9% 58,0 Glas 8,1% 29,5 Harde en zachte plastics 2,1% 7,8 Sloophout (containerpark) 3,7% 13,7 Bouw- en sloopafval 8,1% 29,7 Groenafval 4,9% 17,9 Elektro 1% 3,5 Pmd 3,7% 13,4 Gft 17,5% 64,1 Kga 0,4% 1,5 Oude metalen 0,6% 2,1 Herbruikbare goederen 2,8% 10,2 Herbruikbaar textiel 2,0% 7,50
De stad probeert het huishoudelijk afval nog terug te brengen, onder meer door in te zetten op minder hygiënisch afval en minder orga- nisch-biologisch afval.
Hygiënisch afval bestaat voornamelijk uit wegwerpluiers. Stad Leuven geeft al sinds 2000 een premie aan jonge ouders die kiezen voor her- bruikbare luiers. Het aantal uitbetaalde premies steeg van 5,2% (2002) van alle pasgeborenen naar 7,6% (2016). In 2011 was er een piek van 10,4%, toen de luierpremie verhoogd werd van 100 naar 125 euro en er een uitgebreide communicatiecampagne gevoerd werd. In 2017 werd de premie verhoogd naar 150 euro.
Bij de fractie organisch-biologisch afval valt veel winst te halen. Sinds 2000 biedt de stad compostvaten en -bakken aan tegen zeer scherpe, gesubsidieerde prijzen. Dankzij een uitgebreide jaarlijkse communi- catiecampagne ‘Een kringloop in je tuin’ en een goed uitgebouwde compostmeesterwerking is de verkoop van het aantal compostbakken en -vaten ieder jaar blijven stijgen. Van bij het begin werd er gekozen voor FSC-hout.
62 KLIMAAT EN ENERGIE
Het nieuws is heel wat minder goed als het om zwerfvuil gaat. In 2018 veegden en raapten de stadsdiensten, soms samen met vrijwilligers, maar liefst maar liefst 1.953 ton zwerfvuil bij elkaar. Dat kost handenvol geld en is – letterlijk – een hele hoop werk.
63 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Mobiliteit
64 MOBILITEIT
In Leuven zien we een verschuiving van de auto naar duurzamere alternatieven: autobezit daalt, er komen meer laadpalen voor elektrische wagens, en auto- delen zit in de lift. Leuvenaars verplaatsen zich vaak per fiets, maar zijn ontevreden over het aanbod aan fietsparkeerplaatsen (zowat 12.500). Er is dan weer grote tevredenheid over het busaanbod, en er vin- den steeds minder verkeersongevallen plaats.
Leuvenaar verkiest fiets boven auto
In 2017 vroeg de Stadsmonitor1 Leuvenaars welke vervoersmid- delen ze gebruiken, zowel voor verplaatsingen tussen woning en werk of school als voor verplaat- singen in hun vrije tijd. Voor één verplaatsing kunnen meerdere vervoersmiddelen gebruikt wor- den, bijvoorbeeld: ‘ik fiets tot het station, ik neem de trein tot in een andere stad en ik wandel tot aan mijn werk’.
65 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Aandeel vervoersmiddelen die Leuvenaars gebruiken voor hun verplaatsingen, 20172
Vrije tijd Werk/school Te voet 65,1% 21,4% Fiets 56,6% 46,7% Motor/bromfiets 2,5% 2,5% Tram/bus 25,5% 14,2% Trein 15,3% 19,1% Auto als bestuurder 45,3% 34,7% Auto als passagier 25,9% 3,2%
De Leuvenaar verkoos voor het pendelverkeer naar werk of school duidelijk de fiets (46,7%) boven de auto. Dat is de beste score van de Vlaamse centrumsteden: die halen samen gemiddeld 36%.
Als je voor elke verplaatsing alleen maar het hoofdvervoersmiddel in aanmerking neemt (in het voorbeeld op de vorige pagina zou dat de trein zijn) ziet de verdeling er als volgt uit:
Hoofdvervoersmiddel voor Leuvenaars, 2017
Te voet 7,2% Fiets 31,8% Motor/bromfiets 1,7% Openbaar vervoer 26% Ander vervoersmiddel 0,7% Auto als bestuurder 31,5% Auto als passagier 1,1%
60,4% van de verplaatsingen van of naar werk/school duurde minder dan een half uur. 55% was minder dan 10 kilometer ver.
In wijkzorggebieden Leuven Centrum en Leuven Zuid verplaatsten mensen zich beduidend meer te voet. In wijkzorggebied Wilsele Wijg- maal zien we dan weer beduidend meer verplaatsingen met de auto. Ook opvallend is dat het aandeel fietsverplaatsingen redelijk gelijk verdeeld is over de wijkzorggebieden.
66 MOBILITEIT
Aandeel vervoersmiddel per wijkzorggebied, 2017 TE VOET FIETS OPENBAAR VERVOER AUTO ALS BESTUURDER % 50 48 46 44 ,8 ,1 42 40 39 40 38,6 36,3 38 7 0 0 34,4 36 34,2 33, 33, ,9 33, ,4
34 31,8 31,5 7 30 32 30 29,6 ,1 28,8 28, 30 0 0 27 26,8 26,2 ,1 28 26, 4,2 4,2 25, 2 2 26 24
24 ,1 7
22 20 19,5 19,5
20 18, 18 15,8 16 14
12 0 9, 10 2 8 7, 5,6 0 4,4
6 4,9 4, 3,8 4 2 0 ST ST ST ST AL AL AL AL O ZUID O ZUID O ZUID O ZUID LEUVEN LEUVEN LEUVEN LEUVEN -L -L -L -L O NOOR D O NOOR D O NOOR D O NOOR D -L -L -L -L LEUVEN ZUID LEUVEN ZUID LEUVEN ZUID LEUVEN ZUID LEUVEN NOOR D LEUVEN NOOR D LEUVEN NOOR D LEUVEN NOOR D KESSEL KESSEL KESSEL KESSEL HEVERLEE OO HEVERLEE OO HEVERLEE OO HEVERLEE OO HEVERLEE WE ST HEVERLEE WE ST HEVERLEE WE ST HEVERLEE WE ST LEUVEN CENTRUM LEUVEN CENTRUM LEUVEN CENTRUM LEUVEN CENTRUM KESSEL KESSEL KESSEL KESSEL WILSELE WIJGMA WILSELE WIJGMA WILSELE WIJGMA WILSELE WIJGMA
Wagenbezit daalt
In 2017 bezat 78,9% van de Leuvense gezinnen één of meer wagens. Dat cijfer is het derde laagste van alle centrumsteden, na Antwerpen en Oostende. In 2014 was het nog 83%.
Ook het motor- of bromfietsbezit is gedaald van 11,1% naar 9,4%. Voor fietsen zijn er geen historische gegevens beschikbaar, maar in 2017 bezat 82% van de Leuvense gezinnen minstens één exemplaar – pre- cies ook het gemiddelde cijfer van de centrumsteden. 15% van de Leu- vense gezinnen had een elektrische fiets, 5,5% een bakfiets. Het aantal gezinnen met een abonnement voor het openbaar vervoer bleef stabiel (56% in 2014, 55,7% in 2017). Leuven scoorde daarmee het hoogst van alle centrumsteden. Lidmaatschap van autodelen klopte af op 4,5%, het tweede hoogste van de centrumsteden.
Autobezit lag in het centrum duidelijk lager dan in de andere wijkzorg- gebieden. Het was het hoogst in het wijkzorggebied Wilsele Wijgmaal, dat ook het verste afligt van voorzieningen als winkels, horeca, cultu- rele centra…
67 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Autobezit in de Leuvense wijkzorggebieden in 2017
LEUVEN CENTRUM 57,9
LEUVEN ZUID 61,2
LEUVEN NOORD 65,5
HEVERLEE WEST 81,6
HEVERLEE OOST 81,9
KESSEL-LO ZUID 86,1
KESSEL-LO NOORD 89,6
WILSELE WIJGMAAL 92,5
%10 02030405060708090 100
Autodelen zit in de lift
Het gebruik van autodelen3 zit al jaren in de lift. De grootste aanbieder van deelwagens, Cambio, telde midden 2018 1.972 gebruikers. Die had- den 82 Cambio-voertuigen tot hun beschikking.
Evolutie aantal Cambio-gebruikers in Leuven
2.500
1.972 2.000
1.443 1.500 1.227 1.106 1.050 956 822 901 1.000 760 632 704 611 508 574 476 381 444 500 319 223 227 129 188 21 85 AMBIO-GEBRUIKER S
C 0 7 7 ’1 1 ’1 1 N ’1 3 N N ’1 2 N ’1 5 N ’1 8 N ’1 6 N ’1 4 N ’1 0 N ’0 N ’08 N ’1 7 N ’06 N ’09 JA JA JA JA JA JA JA JA JULI ’1 7 JULI ’1 3 JULI JULI ’1 2 JULI ’1 5 JULI ’1 8 JULI ’1 6 JULI ’1 4 JA JULI ’1 0 JA JA JA JA JULI ’0 JULI ’05 JULI ’08 JULI ’06 JULI ’09
Cozycar biedt geen eigen deelwagens aan, maar helpt autobezitters en kandidaat-autodelers om elkaar te vinden en een deelnetwerk op te zetten. Ook voor dit systeem zijn er in Leuven steeds meer gebruikers.
68 MOBILITEIT
Evolutie aantal particuliere autodeelgroepen van Cozycar
70
61 60
51 50 46 41 40 38 38 34 32 30 30 ROEPEN
G 24
20 19 ODEEL
UT 11 10
CAR -A 5 ZY
CO 0,0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Evolutie aantal particuliere autodelers van Cozycar
400 373 359 350 323 308 300 292
250 239 227 200 200 172
150 130
ODELER S 100 95 UT 50 50 CAR -A 20 ZY
CO 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Ten slotte zijn er ook 144 gebruikers die aan autodelen doen via een andere organisatie (CarAmigo, Tapazz of Drivy). Zij delen 14 wagens.
Leuvenaars tevreden over busaanbod
Er zijn 407 bushaltes op het grondgebied van Leuven - bushaltes aan beide kanten van de straat worden apart geteld4. 45% beschikt over een schuilhuisje.
Aan 14,2% van de haltes kunnen passagiers met een motorische beper- king op de bus stappen zonder assistentie. Aan nog eens 41,5% kunnen ze dat mét assistentie. Daarnaast is 11,5% van de haltes voorzien van faciliteiten voor mensen met een visuele beperking.
69 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Uit de Stadsmonitor blijkt dat 86,5% van de Leuvenaars tevreden is over het busaanbod in Leuven.
Grote parkeerdruk op straat, veel aanbod in parkings
Leuven heeft een ruim aanbod aan parkeerplaatsen, zowel op straat als in parkings.
Begin 2017 waren er in de binnenstad (binnen de ring) 4.918 plaatsen beschikbaar op straat.
Verspreiding parkeerplaatsen op straat over de stadsdelen
1.166 642
2 241 566 1.171
1.130
70 MOBILITEIT
1.692 parkeerplaatsen bevinden zich in de betalende zone, 2.762 in de blauwe zone waar de parkeerschijf verplicht is. Daarnaast zijn er ook 246 parkeerplaatsen gereserveerd voor mensen met een parkeerkaart (bewonerskaart, zorgverstrekkers, autodelen). 110 parkeerplaatsen zijn gereserveerd voor personen met een beperking. Ten slotte werden er eind 2018 ook 122 parkeerplaatsen uitgerust met een sensor die de parkeerduur registreert (bekend als shop&go).
Twaalf parkings zijn aangesloten op het parkeergeleidingssysteem. In het totaal zijn die goed voor 6.108 parkeerplaatsen. Het gaat om zeven centrumparkings (Parking Ladeuze, Parking Center, Parking Minckelers, Parking Heilig Hart, Parking Kinepolis, Parking Sint-Jacobs, Parking Diestsestraat) met 2.763 parkeerplaatsen, en vijf randparkings met 3.344 parkeerplaatsen (Parking De Bond, Parking Parkpoort, Parking P1 Station, Parking Vaartkom, Parking Teken). Daarnaast is er randparking Wetenschapspark met 243 plaatsen, maar die is niet opgenomen in het parkeergeleidingssysteem.
71 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Om het aantal parkeerplaatsen in parkings te situeren: Leuven heeft er dus zowat 6.000, tegenover 13.000 in Antwerpen (500.000 inwoners) en 9.000 in Gent (250.000 inwoners).
49,6% van de Leuvenaars5 geeft aan tevreden te zijn over de beschik- baarheid van parkeerplaatsen in hun buurt. Dat cijfer ligt veel lager in het wijkzorggebied Leuven Centrum: 27,9%. Heverlee West scoort het beste met 62%.
Tevredenheid over beschikbare parkeerplaatsen in de buurt, per wijkzorggebied, in 2017
LEUVEN CENTRUM 27,9
LEUVEN ZUID 41,8
LEUVEN NOORD 43,0
HEVERLEE OOST 47,6
KESSEL-LO ZUID 47,9
STAD LEUVEN 49,6
KESSEL-LO NOORD 53,4
WILSELE WIJGMAAL 57,7
HEVERLEE WEST 62,0
%10 02030405060708090 100
Parkeerkaarten voornamelijk voor bewoners
Begin 2018 waren er 7.553 parkeerkaarten in omloop, het leeuwen- deel (7.125) voor bewoners. 79 parkeerkaarten werden uitgereikt aan hulpverleners en zorgverstrekkers en 349 aan autodelers. De bewo- nerskaarten werden voornamelijk aangevraagd door inwoners van deelgemeente Leuven (4.165). Ook in Heverlee (1.202), Kessel-Lo (1.733) en Wilsele (25) werden kaarten aangevraagd.
72 MOBILITEIT
Veel fietsparkeerplaatsen, lage tevredenheid
Leuven heeft 12.482 fietsparkeerplaatsen. 6.975 zijn niet overdekt en bevinden zich op het openbaar domein. De 5.507 overdekte fiets- parkeerplaatsen vinden we voornamelijk in de fietsenstalling aan het station van Leuven en de ondergrondse fietsenparking aan het Rector De Somerplein.
64,9% van de Leuvenaars geeft aan niet tevreden te zijn over het aanbod fietsparkeerplaatsen in de stad6. 52,8% is wel tevreden over de kwaliteit van het onderhoud van de stallingen.
Stad zet in op bijkomende elektrische laadpalen
Begin 2019 stonden er in totaal 45 elektrische laadpalen op het grond- gebied van de stad, goed voor 80 laadpunten. Dat is ongeveer een verdubbeling ten opzichte van eind 2017. 42 laadpunten bevonden zich op het openbaar domein. Daarnaast waren er ook 38 laadpunten op semipublieke parkings.
Laadpalen en laadpunten in Leuven, begin 2019
laadpalen laadpunten Openbaar domein 21 42 Semipubliek 24 38 Totaal 45 80
Minder dan de helft van de Leuvenaars tevreden over de staat van de wegen, voet- en fietspaden
De Stadsmonitor vroeg Leuvenaars wat ze vonden van de staat van de openbare weg en van de fiets- en voetpaden. Ongeveer de helft was tevreden over de toestand van de straten (47,7%). In het wijkzorgge- bied Leuven Centrum lag het cijfer het hoogst, met 58,8%.
40% van de Leuvenaars was tevreden over de voet- en fietspaden. Opnieuw lag de tevredenheid het hoogst in wijkzorggebied Leuven Centrum (56%).
73 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Tevredenheid over de toestand van de straten per wijkzorggebied, in 20177
LEUVEN ZUID 37,6
HEVERLEE WEST 45,8
LEUVEN NOORD 46,1
HEVERLEE OOST 46,9
STAD LEUVEN 47,7
KESSEL-LO ZUID 48,3
KESSEL-LO NOORD 50,7
WILSELE WIJGMAAL 55,1
LEUVEN CENTRUM 58,8
%10 02030405060708090 100
Tevredenheid per wijkzorggebied over de staat van fiets- en voetpaden, in 20178
HEVERLEE WEST 33,7
LEUVEN ZUID 34,3
HEVERLEE OOST 37,4
KESSEL-LO ZUID 39,8
STAD LEUVEN 40,0
LEUVEN NOORD 41,4
KESSEL-LO NOORD 43,7
WILSELE WIJGMAAL 44,7
LEUVEN CENTRUM 56,0
%10 02030405060708090 100
74 MOBILITEIT
Verkeersveiligheid
Aantal verkeersongevallen daalt
In 2017 telde Leuven 128 geregistreerde verkeersongevallen minder dan in 2016. Het aantal dodelijke ongevallen daalde van drie naar één.
Geregistreerde ongevallen in Leuven, van 2013 tot 2017
Verkeer BRON 2013 2014 2015 2016 2017 evolutie 2017 t.o.v. 2016 Verkeersongevallen PV 1.854 1.674 1.635 1.757 1.629 -128 ongevallen - met doden PV 4 1 6 3 1 -2 ongevallen - met gewonden PV 397 390 391 390 332 -58 ongevallen - met zwakke weggebruikers PV 366 363 331 348 342 -6 ongevallen
Veilig fietsen in Leuven
In 2017 vond 61% van de Leuvenaars dat het veilig is om te fietsen in hun buurt. In wijkzorggebied Heverlee Oost lag dat cijfer het laagst (55%), in Kessel-Lo Noord het hoogst (68%).
In 2014 vond nog 46% van de Leuvenaars dat kinderen tot 12 jaar zich veilig zelfstandig kunnen verplaatsen in hun eigen buurt. In 2017 was dat afgenomen tot 42%. Wijkzorggebied Leuven Zuid scoort het laagst met 32%.
Snelheidscontroles en snelheidsovertredingen
Evolutie aantal snelheidsovertredingen tussen 2009 en 20179
Snelheidscontroles 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
BEMAND aantal gecontroleerde voertuigen 263.548 405.575 253.241 160.630 208.014 283.357 237.442 177.304 209.720 aantal overtredingen 6.496 9.728 10.737 10.718 9.724 14.569 11.964 8.644 6.956
% overtredingen 2,46% 2,38% 4,20% 6,67% 4,67% 5,14% 5,04% 5,03% 3,32%
ONBEMAND aantal gecontroleerde voertuigen 38.898.009 43.183.111 36.744.833 41.489.743 43.969.674 51.011.054 50.227.725 47.401.672 53.469.092 aantal overtredingen 42.531 47.904 55.448 44.137 37.853 37.701 35.719 35.036 55.564
% overtredingen 0,11% 0,11% 0,15% 0,11% 0,09% 0,07% 0,07% 0,08% 0,10%
75 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
In 2017 voerde de politie 18% meer bemande snelheidscontroles uit dan in 2016. Er werden een vijfde minder snelheidsovertredingen vast- gesteld. De onbemande snelheidscontroles gingen met 13% omhoog en stelden bijna 60% meer snelheidsovertredingen vast dan in 2016. Voor de bemande en onbemande snelheidscontroles samen werden er in 2017 62.520 snelheidsovertredingen vastgesteld, een stijging met 43% ten opzichte van 201610.
Stijging van andere verkeersinbreuken
Ten opzichte van 2016 zagen we in 2017 een toename van het aantal verkeersinbreuken met betrekking tot stilstaan en parkeren, door het rood rijden en gsm-gebruik achter het stuur.
In mei 2017 werden ANPR-camera’s geïnstalleerd in de Spaanse Kroon; ANPR staat aan het Martelarenplein gebeurde dat eind augustus 2017. Daardoor voor automatic number plate werden een pak meer inbreuken vastgesteld voor het negeren van een recognition of bord ‘verboden toegang’. automatische nummerplaather- kenning. In 2017 waren er 28% minder vaststellingen voor rijden zonder licht in het donker. En ieder jaar dalen ook de vastgestelde inbreuken tegen de gordelplicht.
Evolutie andere verkeersinbreuken van 2012 tot 201711
Andere verkeersinbreuken 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Stilstaan en parkeren 21.596 21.629 22.175 21.110 17.772 20.447 Verkeerslichten - door het rood rijden 1.713 2.110 2.025 1.701 914 1.130 Verboden richting - verboden toegang 3.157 2.513 2.209 2.161 1.986 40.379 Gebruik van lichten in het donker 607 526 712 789 1.217 878 Gsm-gebruik tijdens het rijden 714 581 611 555 434 517 Dragen van gordel 1.231 865 904 566 442 397
76 MOBILITEIT
Sterke verkeersgerelateerde hinder
Uit de Stadsmonitor blijkt dat de Leuvenaar in de maand voor de bevraging heel wat hinder ondervond van het verkeer. De hoogste cij- fers betroffen:
• onaangepaste snelheid (39%) • verkeerslawaai (34%) • sluipverkeer (30%) • agressief verkeersgedrag (17%)
De Buurtbevraging van de Leuvense politie peilde in 2016 ook naar verkeersgerelateerde problemen in de buurt. Daaruit kwam de vol- gende top vijf naar boven:
• (brom)fietsers die in het donker zonder licht rijden (57,3%) • bussen of vrachtwagens die rakelings voorbij fietsers rijden (55,7%) • bussen of vrachtwagens die te snel rijden (49,3%) • auto’s die rakelings voorbij fietsers rijden (44,0%) • auto’s die te snel rijden (43,1%)
77 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Veiligheid
78 VEILIGHEID
De inwoners van Leuven hebben veel vertrouwen in de politie; bij de studenten ligt dat cijfer lager. De Leuvenaars voelen zich ook veiliger dan andere stadsbewoners in Vlaanderen. De criminaliteitsgraad daalt duidelijk, al ligt hij hoger dan in de andere cen- trumsteden. Het aantal vermogensdelicten en per- soonsgebonden delicten daalt, net als de overlast. De cijfers voor drugs en alcohol stijgen echter.
Vertrouwen in de politie
Van alle Vlaamse stedelingen hebben de Leuvenaars het meeste vertrouwen in hun politie, name- lijk 52%. Net als in de andere centrumsteden gaat dat cijfer in stijgende lijn: in 2017 lag het 9% hoger dan in 20141.
In 2016 voerde de Leuvense politie een buurtbevraging uit bij 1.997 inwoners en 5.310 studenten. Zij kregen onder meer de vraag van welke vormen van criminaliteit of overlast zij (of iemand uit hun gezin) het voorbije jaar het slacht- offer waren geworden, en of ze dat aan de politie hadden gemeld.
Uit de bevraging blijkt dat 36,2% van de inwoners in het algemeen tevreden of zeer tevreden is over het werk van de politie. Bij de studenten ligt dat cijfer heel wat lager (21,8%). De ondervraagden
79 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
zijn vooral te spreken over het voorkomen van de politieambtenaren, de ontvangst op het politiekantoor en de beleefdheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid van de politie. Het minst tevreden zijn ze over de manier waarop de politie overtredingen en overlast aanpakt.
Vertrouwen in de politie bij studenten en inwoners van Leuven, 20162
Tevredenheid over aanpak overtredingen fietsers 23,3 Studenten 24,3 Leuvenaars aanpak overtredingen automobilisten 22,3 27,7 aanpak overlast 27,5 eiten 30,5 aanpak en vaststelling misdrijven 23,9 33,8 manier waarop politie informatie 29,7 over haar activiteiten deelt 34,1 regeling verkeer 35,7 42,7 ontvangst op politiekantoor 35,3 55,9 het goede voorbeeld dat de 36,0 politie geeft 45,0 de integriteit van de politie 31,6 45,2 beleefdheid, vriendelijkheid en 41,6 behulpzaamheid 55,1 het voorkomen van agenten 49,8 75,3 het werk van de politie (algemeen) 21,8 36,2
% 0 10 20 30 40 50 60 70 80
Leuvenaars voelen zich veilig
Het onveiligheidsgevoel in de stad is afgenomen van 7% in 2014 naar 4% in 2017. Daarmee onderscheidt Leuven zich positief van de andere centrumsteden (gemiddeld 10%). Het mijdgedrag evolueert in dezelfde lijn: in 2017 meed 3% van de Leuvenaars altijd of vaak bepaalde plek- ken in de eigen buurt, tegenover 5% in 2014. Datzelfde jaar meed 5% bepaalde plekken in de stad, tegenover 8% in 20143.
Volgens de buurtbevraging zijn Leuvenaars en studenten niet zo bang voor straatdiefstallen, geweld of bedreiging met geweld of ongewenste intimiteiten. Studenten zijn meer dan Leuvenaars bang om het slacht- offer te worden van ongewenste intimiteiten; Leuvenaars zijn meer dan studenten bang om op straat bestolen te worden.
80 VEILIGHEID
Leuvenaars Studenten Ik ben bang om het slachtoffer te worden van… (helemaal) (helemaal) akkoord akkoord
… een diefstal op straat 8,1% 4,9% … geweld of bedreiging met geweld 7,3% 6,4% … ongewenste intimiteiten 5,7% 8,5%
De inwoners van het centrum voelen zich vaker onveilig in hun eigen buurt en in de stad4. De inwoners van de deelgemeenten maken zich dan weer meer zorgen over inbrekers5.
Invloed van de leefomgeving op het veiligheidsgevoel – hinder in de buurt
Onveiligheidsgevoelens hangen vaak samen met de kwaliteit van de leefomgeving, of het gebrek daaraan. Zwerfvuil, wildplassen, graffiti, wildplakken, vernielingen, verkrotting en geluidsoverlast kunnen ervoor zorgen dat mensen zich onveilig voelen. Uit de Stadsmonitor blijkt dat 18% van de Leuvenaars veel hinder ervaarde in zijn buurt, en 20% weinig tot geen. Enkel in Brugge en Kortrijk ervaarden inwoners minder hinder.
Vormen van hinder: Leuven tegenover gemiddelde van de 13 centrum- steden, 20176
% 60 ntrum-
50 ce 13 steden
40 39
34 30 30 29 LEUVEN
20 17 16 16 14 12 10 11 8 6 7 7 5 4 4 5 0 1 t r e n ai en ag aa ee r eer ec a rt at i wa to erk erk erfvui l Gr illingen snelhei d enla
Tr Zw ildplassen ersgedr te Geurhinder Ongediert e Lichthinder Sluiks W Bur Slui pv aatmeubilai Hondenpoep aw aai hor aw aai v L allen op str erk L aw aai bedrij ve L ssief v Lastigv re rnieling str Onaangepas Drugsdealen en -gebrui k Ag Ve
81 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
De Stadsmonitor peilde naar 16 mogelijke vormen van hinder. Telkens scoort Leuven onder het gemiddelde van de centrumsteden, behalve als het gaat om lichthinder (8% in Leuven, 7% gemiddeld) en sluipver- keer (30% in Leuven, 27% gemiddeld).
Geregistreerde criminaliteit
Criminaliteitsgraad
In Leuven worden meer criminele feiten vastgesteld dan in de andere Vlaamse centrumsteden: in 2016 bedroeg de criminaliteitsgraad 143.1, De criminaliteits tegenover 109.4 voor alle centrumsteden. Dat cijfer geeft echter een graad is het aan- tal geregistreerde vertekend beeld, omdat het geen rekening houdt met de aanwezigheid criminele feiten van bijna 50.000 studenten. De criminaliteitsgraad gaat in dalende lijn: per 1.000 inwo- in 2013 bedroeg hij nog 175.0. ners. Het gaat om alle geregis- treerde feiten, Hieronder overlopen we de belangrijkste misdaadcijfers voor Leuven. van moorden tot fietsdiefstallen. Voor een goed begrip: het gaat enkel om feiten die bij de Leuvense politie zijn aangegeven en geregistreerd.
Vermogensdelicten: inbraken en diefstallen
Het aantal geregistreerde vermogensdelicten gaat sinds 2013-14 in dalende lijn. Voor ieder afzonderlijk vermogensdelict lag het cijfer in 2017 lager dan in 2012.
Vermogensdelicten in Leuven, van 2012 tot 20177
Vermogensdelicten 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Inbraak in woongelegenheden 475 658 841 763 438 353 Diefstal van voertuigen 34 33 56 32 29 17 Fietsdiefstal 1.867 1.681 1.903 1.807 1.767 1.713 Zakkenrollerij 900 1387 903 539 530 483 Winkeldiefstal 525 542 427 437 428 462 Eenvoudige diefstal 1.948 2.097 1.852 1.415 1.336 1.332
Eenvoudige dief stal is diefstal zonder verzwa- rende omstandig- heden
82 VEILIGHEID
Persoonsgebonden delicten: geweld en zedenfeiten
Het aantal geregistreerde gewelddelicten daalt eveneens. Ook voor intrafamiliaal geweld is de trend dalend, al was er in 2017 een lichte stijging ten opzichte van 2016.
Het aantal geregistreerde zedenfeiten schommelt tussen 130 en 150 per jaar. In 2017 werden er wel meer verkrachtingen en gevallen van openbare zedenschennis geregistreerd dan in 2016.
Persoonsgebonden delicten in Leuven, van 2012 tot 2017
Persoonsgebonden delicten8 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Geweldsfeiten 1.282 1.183 1.197 1.014 979 961 Slagen en verwondingen 1.038 896 920 839 804 795 Diefstal met geweld en afpersing 207 245 242 140 144 134 Intrafamiliaal geweld 1.540 1.456 1.463 1.371 1.317 1.324 Zedenfeiten 140 146 150 139 131 149
Verkrachting 29 33 30 35 26 36 Aanranding 61 57 57 36 59 53 Openbare zedenschennis 38 39 41 35 28 38
Andere 12 17 22 33 18 22
Overlast
Overlast in Leuven, van 2012 tot 2017
Overlast9 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Vandalisme 1.466 1.253 1.278 1.061 972 973 Meldingen m.b.t. afval en verontreiniging 418 395 344 366 340 359 Meldingen van geluidsoverlast 2.383 2.365 2.325 2.212 2.113 2.348
Nachtlawaai 2.032 1.962 1.892 1.831 1.814 1.951 Drugs 592 668 757 964 1.184 1.357 Alcohol 830 728 775 780 900 1.045 Opzettelijke brandstichting 60 34 50 32 39 33
In 2017 schreef de politie een derde minder pv’s voor vandalisme uit dan in 2012. Het aantal meldingen voor afval en verontreiniging (sluik- storten, afvalverbranding, lucht- en waterverontreiniging...) daalde
83 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
eveneens, maar vertoonde in 2017 weer een lichte toename. We zien hetzelfde patroon als het gaat om meldingen van geluidsoverlast. 80% van die meldingen heeft te maken met nachtlawaai.
De cijfers voor drugs en alcohol stijgen jaar na jaar. In 2017 stelde de politie meer dan dubbel zoveel pv’s voor drugsgerelateerde feiten op als in 2012. Het aantal pv’s voor alcohol (openbare dronkenschap, alco- holgebruik op straat na middernacht) steeg met meer dan 25%. Beide fenomenen zijn wel zeer sterk afhankelijk van politionele activiteit: de politie stelt ze vooral vast wanneer ze er actief naar op zoek gaat.
Slachtofferschap en meldingspercentage
Zoals gezegd moeten al deze cijfers omzichtig geïnterpreteerd wor- den. Een van de redenen is dat de aangiftebereidheid afhangt van de aard van de feiten. De vormen van criminaliteit en overlast waarmee mensen het vaakst geconfronteerd worden, zijn niet noodzakelijk ook degene die ze het meest melden bij de politie. Integendeel: heel wat veelvoorkomende vormen van overlast, zoals geluidshinder, worden in verhouding duidelijk minder gemeld. Mensen stappen vooral naar de politie wanneer ze tastbaar en/of financieel nadeel ondervinden, zoals bij inbraken en diefstallen.
84 VEILIGHEID
Slachtofferschap en meldingspercentage in Leuven, 201610
Leuvenaars Studenten Slachtoffers Meldingen Slachtoffers Meldingen Geluidshinder van mensen op staat 27,7% 14,3% 37,1% 4,8% Geluidshinder door het verkeer 26,0% 9,7% 21,4% 0,7% Geluidshinder van de buren 23,8% 3,7% 23,7% 8,0% Vernielingen, vandalisme, graffiti 16,1% 44,4% 12,8% 21,6% Mensen verbaal lastigvallen in het openbaar 15,8% 36,4% 29,5% 4,1% Diefstal van fietsen of bromfietsen 13,4% 71,3% 28,0% 45,9% Geluidshinder van cafés of fuifzalen 9,4% 12,8% 12,6% 7,8% Inbraak in woningen of andere gebouwen 8,8% 92,3% 7,9% 90,6% Burenruzies en/of pesterijen 8,0% 19,4% 5,8% 33,8% Oplichting 7,8% 34,2% 7,5% 33,0% Gauwdiefstal (zakkenrollers) 7,4% 65,7% 11,5% 64,4% Bedreiging en intimidatie 5,9% 29,4%* 10,1% 17,5%* Mensen fysiek lastigvallen in het openbaar 5,3% 34,1%* 14,2% 16,8%* Overlast verbonden aan druggebruik 4,5% 37,5%* 4,4% 17,4%* Seksuele intimidatie 4,3% 21,8%* 14,9% 7,0%* Diefstal uit wagen of motoren 3,9% 76,3%* 3,2% 85,2%* Vechtpartijen 3,1% 29,5%* 11,0% 32,1%* Diefstal met bedreiging en/of geweld 2,0% 63,3%* 3,2% 67,6%* Diefstal van wagens of motoren 1,0% 90,9%* 1,1% 100,0%*
* indicatief cijfer
Er zijn enkele verschillen tussen studenten en inwoners van Leuvenaars. Studenten worden vaker het slachtoffer van uitgaansgerelateerde fenomenen zoals geluidsoverlast van mensen op straat, verbale of fysieke agressie en vechtpartijen. Ze worden ook vaker geconfronteerd met seksuele intimidatie en met fietsdiefstal. Ook de meldingspercen- tages verschillen. Studenten melden sommige vormen van overlast en criminaliteit minder vaak dan Leuvenaars. Dat is onder meer het geval voor vernielingen, vandalisme en graffiti, overlast door druggebruik en bedreiging en intimidatie. Studenten melden over het algemeen méér diefstallen, maar niet als het gaat om diefstallen van fietsen of brom- fietsen: die melden Leuvenaars juist vaker.
De meldingsbereidheid in de verschillende deelgemeenten is verge- lijkbaar, met één uitzondering: inwoners van deelgemeente Leuven melden vaker geluidshinder van de buren (26,5%) dan inwoners van de andere deelgemeenten (14,8%).
85 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Gemeentelijke administratieve sancties (GAS)
GAS en overlast
De gemeentelijke administratieve sancties (GAS) zijn onder meer bedoeld om overlast aan te pakken. In 2017 werden er Leuven 2.116 GAS-dossiers inzake overlast opgesteld. De meest voorkomende inbreuken zijn: • wildplassen (835 dossiers) • sluikstorten (290) • gebruik van alcohol op de openbare weg tussen 00.00 en 08.00 uur (178) • nachtlawaai en geluidshinder (177) • vandalisme en beschadigingen (112)
98 dossiers (4,63%) hadden betrekking op minderjarigen. Die krijgen verplicht een bemiddelingsaanbod. Dat kan verschillende vormen aan- nemen, afhankelijk van de gepleegde feiten: daders moeten de schade vergoeden, een tijdje meedraaien bij de reinigings- of groendienst, een vorming volgen over het thema ‘alcohol en overlast’... Soms wordt er ook bemiddeld bij meerderjarigen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij vandalisme, wanneer de dader heeft bekend. Specifiek voor studenten wordt er ook bemiddeld bij wildplassen, braken, vuilniszakkenvoetbal en openbaar alcoholgebruik na middernacht.
Het aantal bemiddelingen stijgt jaarlijks.
Gemeentelijke administratieve sancties - overlast, van 2011 tot 2017
Aantal Totaal Jaar Aantal bemiddelingen vaststellingen bemiddelingen -18 jaar +18 jaar 2012 2.428 57 95 152 2013 1.816 32 235 267 2014 1.620 46 240 286 2015 1.741 41 302 343 2016 1.963 58 376 434 2017 2.116 98 498 596
86 VEILIGHEID
GAS en verkeer
Behalve voor overlast bestaan er ook gemeentelijke administratieve sancties voor overtredingen in het verkeer. In 2017 werden er 54.659 GAS-dossiers inzake verkeer opgesteld. De meest voorkomende inbreuken zijn:
Gemeentelijke administratieve sancties - verkeer, 2017
niet in acht nemen van verkeersbord C3 andere (verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder) 5.496 niet in acht nemen van 35.427 verkeersbord E1 (parkeerverbod) 9.033
niet in acht nemen van verkeersbord E9c (parkeren uitsluitend voor lichte vrachtauto’s en vrachtauto’s) 1.832
niet-reglementair parkeren binnen woonerven 1.695
stilstaan of parkeren op een trottoir of verhoogde berm 1.176
Aantal Totaal Jaar Aantal bemiddelingen vaststellingen bemiddelingen -18 jaar +18 jaar 2012 2.428 57 95 152 2013 1.816 32 235 267 2014 1.620 46 240 286 2015 1.741 41 302 343 2016 1.963 58 376 434 2017 2.116 98 498 596
87 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Economie, handel en werk
88 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
De Leuvense economie doet het goed, met een jaar- lijkse groei van meer dan 3%. Nergens in Vlaande- ren werken zoveel mensen in hoogtechnologische sectoren. De quartaire sector (niet-commerciële dienstverlening) is opvallend sterk vertegenwoor- digd. Leuven is een echte kmo-stad, met vooral veel micro-ondernemingen. Het aantal starters is hoog, maar doorgroeien blijft moeilijker.
Leuven is een winkelstad met een zeer geconcentreerd kernwinkel- gebied dat veel mensen uit de omliggende gemeenten aantrekt. De leegstand is relatief klein en stabiel.
Leuven is een motor voor de werkgelegenheid in de regio. Het De bruto toege- aantal vacatures stijgt; behoorlijk voegde waarde wat jobs raken niet ingevuld. De is de som van alle goederen werkloosheid daalt dan ook. en diensten die op het grondge- bied van de stad worden geprodu- ceerd resp. gele- verd, omgerekend Welvarende stad per inwoner. Het is een maat voor de welvaart die De Leuvense economie is de in de stad wordt voorbije jaren sterk gegroeid. Tus- gecreëerd. sen 2009 en 2015 steeg de bruto toegevoegde waarde van 56.201 tot 68.154 euro per inwoner. Dat komt neer op een jaarlijkse groei van 3,28%. Ter vergelijking: voor heel Vlaanderen bedroeg de jaarlijkse groei 2,39%, voor
89 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
de centrumsteden 2,37%. Het cijfer van 68.154 euro per inwoner ligt ook beduidend hoger dan de cijfers voor Vlaanderen (33.341 euro) en voor het gemiddelde van de centrumsteden (48.252 euro). De arbeids productiviteit in Leuven steeg in diezelfde periode met gemiddeld De arbeidspro- 2,32% per jaar: de op vier na hoogste groei van alle centrumsteden, na ductiviteit is de bruto toegevoeg- Antwerpen, Kortrijk, Mechelen en Turnhout. de waarde die op het grondgebied van de stad wordt gecreëerd, Bruto toegevoegde waarde per inwoner en arbeidsproductiviteit, in euro, omgerekend per van 2007 tot 20151 werkende. Het is een maat voor de 51.202 efficiëntie van de 2007 arbeidsmarkt. 69.796 51.982 2008 70.911
56.201 2009 77.424
57.486 2010 78.450
59.429 2011 80.400
63.587 2012 83.935
65.596 2013 Bruto toegevoegde 86.590 waarde (€ per inwoner) 66.277 2014 86.939
68.154 Arbeidsproductiviteit 2015 (€ per werkende) 88.774 0 00 00 00 .0 . 000 .0 . 000 .0 0. 000 0. 000 0. 000 10 70. 000 2 50 30 80 6 9 40 10 0. 000
Zoals in de meeste centrumsteden is de economische activiteit in Leuven sterk geconcentreerd in de tertiaire en quartaire sector. Leuven onderscheidt zich wel van de rest van Vlaanderen doordat de quartaire sector er zo sterk staat.
Verdeling van de werkgelegenheid over de sectoren in 20162
Vlaanderen Leuven Primaire sector 2,0% 0,3% Secundaire sector 17,9% 7,5% Tertiaire sector 47,0% 43,1% Quartaire sector 33,2% 49,1%
90 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Primaire en secundaire sector: bescheiden
De primaire sector (landbouw) is vrijwel niet meer als werkgever in Leuven aanwezig, met slechts 0,3% van de werkenden. In 2017 waren er in Leuven nog 35 land- en tuinbouwbedrijven actief. Samen namen die 1.200 ha grond in. Amper vijf van die bedrijven hadden in 2016 nog personeel in dienst3.
Ook de secundaire sector (industrie) blijft beperkt, ondanks de aanwe- zigheid van AB InBev. In 2016 waren 7,5% van de Leuvense werkenden actief in de industrie; voor heel Vlaanderen lag dat cijfer op 17,9%.
Tertiaire sector: gemiddeld
De tertiaire sector (diensten) is goed voor 43,1% van de werkgelegen- heid in Leuven, tegenover 47% in heel Vlaanderen.
Quartaire sector: sterk aanwezig
Leuven onderscheidt zich voornamelijk van de rest van Vlaanderen door zijn grote quartaire sector (niet-commerciële diensten): 49,1% van alle werkenden is er actief, tegenover 33% voor heel Vlaanderen. Dat heeft te maken met de sterke aanwezigheid van overheidsinstellingen en kennis- en onderwijsinstellingen: denk maar aan KU Leuven/ UZ Leuven/VIB, imec, Flanders Make, UCLL en de vele secundaire scholen.
Loontrekkenden van niet-Belgische herkomst: meer in de tertiaire, minder in de quartaire sector
In de tertiaire sector werken in verhouding meer mensen van niet- Belgische herkomst. In de quartaire sector is die groep juist minder sterk vertegenwoordigd. Dat heeft onder meer te maken met de nationaliteitsvereiste die bij veel overheidsinstellingen geldt. Beide trends zien we ook in de andere centrumsteden.
91 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Loontrekkenden naar sector per herkomstgroep, in 20164
Leuven Centrumsteden Belg EU Niet-EU Belg EU Niet-EU Primaire sector 0,0% 0,2% 0,3% 0,1% 0,7% 0,7% Secundaire sector 7,4% 6,1% 6,5% 16,5% 18,7% 20,0% Tertiaire sector 43,1% 54,9% 55,0% 40,2% 53,6% 55,1% Quartaire sector 49,4% 38,8% 38,2% 43,2% 26,9% 27,0%
Dynamische en innovatieve stad
Veel jobs in hoogtechnologische sectoren en bedrijfstakken met economisch vernieuwingspotentieel
In geen enkele Vlaamse gemeente5 werken zoveel mensen in hoog- technologische sectoren als in Leuven (74,4%).
Werknemers in hoogtechnologische sectoren, van 2009 tot 20166
100 100
90 90 ,3 ,3 ,8 ,8 ,8 ,8 ,4 ,4 ,4 ,4
,0 ,0 ,7 ,7 ,4 ,4 76 76
80 75 75 80 75 75 75 75 75 75 75 75 74 74 74 74
70 70 ,7 ,7 60 ,1 60 ,1 53 53 53,2 53,2 53,3 53,3 53 53 52,9 52,8 52,9 52,8 52,9 52,9 52,6 52,6
50 50
40 40
30 30
20 20 ALLE WERKNEMERS ALLE WERKNEMERS
V. 10 Leuven V. 10 Leuven O. O. T. Vlaams-Brabant T. Vlaams-Brabant % 0 % 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Bedrijfstakken met economisch vernieuwingspotentieel zijn in Leuven goed voor 19,4% van alle betaalde banen: het op één na hoogste cijfer van de Vlaamse centrumsteden, na Mechelen. Het gaat onder meer om farmacie, de productie van transportmiddelen, de nutsindustrie, de afvalsector, en zakelijke en audiovisuele dienstverlening.
92 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Samenwerkingsverbanden
Stad Leuven maakt deel uit van diverse samenwerkingsverbanden. Ze is stichtend lid van Leuven MindGate, een platform van kennisinstellin- gen, ondernemingen en overheden dat zich focust op hightech, health en creativity. Ze behoort tot ELAt (Eindhoven Leuven Aachen trian- gle), een grensoverschrijdende kenniseconomieregio. Met International House profileert ze zich als place to be voor internationaal talent. En met India House Leuven speelt ze in op de mogelijkheden van een van de grootste groeimarkten ter wereld.
Snelle groeiers
In Deloitte’s 2018 Technology Fast 50, een lijst van de 50 snelst groei- ende Belgische technologieondernemingen, staan acht Leuvense bedrijven. En in de Trends Gazellen-lijst van snelst groeiende grote bedrijven in Vlaanderen stond Materialise in 2018 op de vierde plaats.
Kennis en talent als hefboom voor innovatie
Innovatie steunt op de aanwezigheid van kennis en talent. Het aan- deel buitenlandse studenten is daarvoor een goede indicator. In het academiejaar 2018-2019 telde de KU Leuven (campus Leuven) 7.437 buitenlandse studenten7, van wie ongeveer 30% doctoraats- of post- doctoraatstudenten.
De KU Leuven is een sterke hefboom voor innovatie, ook doordat ze in haar onderzoek dikwijls samenwerkt met het bedrijfsleven. Op jaarba- sis creëert ze een toegevoegde waarde van naar schatting 7,4 miljard euro. In 2019 werd ze voor de vierde keer op een rij uitgeroepen tot meest innovatieve universiteit van Europa door Thomson Reuters. En volgens Reuters was de KU Leuven in 2018 de zevende meest innova- tieve universiteit ter wereld.
93 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Ondernemende stad
Stad van kmo’s
In 2017 telde Leuven 7.833 ondernemingen, tegenover 6.217 in 2010: een stijging met meer dan een kwart.8 Het is een echte kmo-stad, met vooral veel micro-ondernemingen: bijna 5.000 bedrijven hebben geen personeel in dienst, en nog eens zowat 2.000 doen het met minder dan vijf werknemers. Slechts een 60-tal bedrijven hebben meer dan 200 werknemers.
Bedrijven volgens aantal werknemers, van 2005 tot 20169
2005
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
0 400 800 1.200 1.6002.000 2.400 2.800 3.200 3.600 AANTAL
Grote vestigingen (200 werknemers of meer) Middelgrote vestigingen (50 tot 199 werknemers) Kleine vestigingen (6 tot 49 werknemers) Microvestigingen (max. 5 werknemers)
94 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Overlevingsgraad ondernemingen daalt
65% van de gestarte Leuvense ondernemingen is 5 jaar later nog actief (de zogeheten overlevingsgraad). In vergelijking met de andere cen- trumsteden is dat een gemiddeld cijfer. Het aantal starters ligt hoog, maar doorgroeien blijft dus moeilijker.
Tussen 2006 en 2015 is de overlevingsgraad in Leuven stelselmatig gedaald, op een opflakkering in 2011-2012 na.
Aantal startende ondernemingen dat na 5 jaar nog actief is, in%10, van 2006 tot 2015
% 100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Levendige winkelstad
Leuven heeft verschillende winkelkernen. De grootste is het kernwin- kelgebied in de binnenstad, de kleinste ligt in Wijgmaal. Ook op diverse invalswegen zijn concentraties van winkels te vinden.
Het kernwinkelgebied trekt ook veel shoppers uit de omliggende gemeenten aan. 67,4% van de dagelijkse aankopen (voornamelijk levensmiddelen, maar bijvoorbeeld ook geneesmiddelen) in dit gebied gebeurt door Leuvenaars, 32,6% door inwoners van andere gemeenten. Voor periodieke aankopen (kledij, schoenen, boeken, huishoudartike- len...) ligt de verhouding net omgekeerd: 27,4% gebeurt door Leuve- naars, 72,6% door consumenten van buiten Leuven.11
95 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Mag de legende 12 typogradisch Winkelgebieden en kernafbakeningen in 2019
worden Tildonk aangepast? Binnenstad Hoofdwinkelgebied groot Hoofdwinkelgebied klein Putkapel Wijgmaal-Kern Kernverzorgend centrum groot Delle 6 Kernverzorgend centrum klein Holsbeek Baanconcentratie Binnenstedelijke winkelstraat Attenhoven Kernondersteunend groot Herent Kernondersteunend middel Kernondersteunend klein Winksele Wilsele Linden Grootschalige concentratie 8 2 Shopping center
Kessel-Lo Speciaal Winkelgebied 10 5 Leuven 4 1 1 Centrum Leuven
11 7 2 Baanconcentratie 9 Aarschotsesteenweg 3 Centrum Heverlee Heverlee Ijzeren Brugje Bertem 4 Centrum Kessel-Lo Egenhoven 3 Korbeek-Lo 5 Diests esteenweg Kessel-Lo Lovenjoel 6 Centrum Putkapel 7 Tiensestraat 8 Baanconcentratie Kolonel Begaultlaan Korbeek-Dijle Oud-Heverlee 9 Baanconcentratie Tiensesteenweg Haasrode 10 Sint-Jacobsplein Bierbeek Vaalbeek Blanden 11 Naamsestraat Leuven
Winkelgebieden volgens de definitie van Locatus Bron: Locatus, verwerkt door Data & Analyse Vlaams-Brabant
Verzorgingsgebied voor periodieke goederen: percentage inwoners dat periodieke goederen koopt in Leuven13, 2016
1 - 2% 2 - 5% 5 - 10% 10 - 20% 20 - 30% 30 - 40%
≥ 40%
96 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
In 2009 waren er 2.199 handelspanden in Leuven; in januari 2019 waren dat er 2.088. Over diezelfde periode steeg de winkelvloeroppervlakte met 7,6%, van 170.211 naar 183.149 m². Leuven telt met andere woorden minder, maar wel grotere winkels.
Winkelvloeroppervlakte in Leuven, totaal en in gebruik, van 2008 tot 201814
188.000
totaal
180.000
172.000
164.000 in gebruik
156.000
148.000 2 M 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Aantal handelspanden in Leuven, totaal en in gebruik, van 2008 tot 201815
2.360
2.280
2.200
2.120
totaal 2.040
1.960
in gebruik 1.880 AL ANT A 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
De gemiddelde winkelvloeroppervlakte (1.835 m² per 1000 inwoners) ligt in Leuven aanzienlijk lager dan het gemiddelde voor de centrum- steden. De belangrijkste reden is dat Leuven in verhouding zeer weinig perifere winkeloppervlakte heeft: 45% van de winkelvloeroppervlakte
97 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
bevindt zich in het kernwinkelgebied in het centrum van Leuven, een hoog cijfer.
Een bescheiden winkelvloeroppervlakte is overigens niet noodzake- lijk een nadeel. Vlaanderen telt over het algemeen te veel winkels. Het voordeel kan zelfs zijn dat de omzet per m² winkelvloeroppervlakte (aanzienlijk) boven het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden ligt. Afhankelijk van het product kan dat verschil oplopen tot 45%.
Winkelvloeroppervlakte in de centrumsteden in 201816
aandeel winkelvloeropper- centrumstad m2/1000 inwoners vlakte in kernwinkelgebied Leuven 1.835 45% Aalst 2.190 32% Mechelen 2.200 29% Kortrijk 2.570 32% Oostende 2.756 25% Brugge 2.800 20% Genk 2.915 25% Sint-Niklaas 3.191 27% Roeselare 3.814 21% Hasselt 4.128 31% Turnhout 4.316 27%
Leegstand: relatief stabiel
Leegstaande winkelpanden in Leuven, van 2009 tot 2019 17
250
193 200 185 177 177 168 170 161 165 163 158 150 136
100
50 AL ANT A 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 MEI MEI MEI MEI JULI JUNI JULI JAN JAN JAN JAN
98 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Het percentage leegstaande winkelpanden is licht toegenomen: van 8,2% in 2017 naar 8,5% in 2018 (in absolute cijfers kwamen er 7 leeg- staande panden bij). Op een uitschieter in 2009 na – een gevolg van de bankencrisis en de groei van het online shoppen – lijkt de leegstand over de voorbije tien jaar relatief stabiel.
87,4% van de Leuvenaars is tevreden over het winkel- en shoppingaan- bod in de stad, een daling met 3,7% ten opzichte van 2014. Driekwart van de Leuvenaars is tevreden over winkelvoorzieningen in de eigen buurt18, een daling met 2%. Wijkzorggebied Leuven Centrum haalt met 86% de hoogste tevredenheidsscore, wijkzorggebied Wilsele-Wijgmaal met 60% de laagste.
Tevredenheid over de winkelvoorzieningen in de eigen buurt, per wijkzorggebied, in 2014 en 2017
% 100 2014 2017 90 89,6 86 ,1 85, 6 ,9 ,8 ,4 82, 6 80 ,1 ,6 79 ,9 79 ,1 78,7 ,8 80 ,7 77 76 75 75 74 74 8 70 ,6 70 69, 65,9
60 59,5
50
40
30
20
10
0 WILSELE LEUVEN LEUVEN LEUVEN KESSEL-LO KESSEL-LO HEVERLEE HEVERLEE STAD WIJGMAAL NOORD CENTRUM ZUID NOORD ZUIDD OOST WEST LEUVEN
Uitgesproken horecastad met groeipotentieel
Leuven staat in heel Vlaanderen bekend als een uitgesproken horeca stad. In januari 2019 telde de stad zowat 610 horecazaken, oftewel 6,1 per 1.000 inwoners. Dat is meer dan in de rest van Vlaanderen (5,2 per 1.000 inwoners), maar niet als je de zowat 42.000 kotstudenten meerekent: dan zakt het cijfer duidelijk onder het Vlaamse gemiddelde. 56% van de horecazaken zijn restaurants of lunchrooms, 26% zijn cafés
99 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
(eventueel met beperkte eetkaart). De rest zijn hotels, B&B’s en cate- ringbedrijven19. 93% van de Leuvenaars is tevreden over het aanbod aan restaurants en cafés, de hoogste score van alle centrumsteden20.
Traditioneel is de horeca een sector die veel starters aantrekt, maar waar de kans op mislukken ook groot is. Ieder jaar worden heel wat nieuwe zaken geopend, maar sluiten er ook veel.
Oprichtingen, schrappingen en faillissementen in de Leuvense horeca, 2015-1721
80 80
70 70 63 63
60 57 60 57 55 55 54 54 51 51 ONOMIE ADSEI ONOMIE ADSEI 50 48 50 48 OD EC OD EC 40 40
30 30 24 24 15 15
20 18 20 18
10 oprichtingen 10 oprichtingen
AL ONDERNEMINGEN - BRON: F schrappingen AL ONDERNEMINGEN - BRON: F schrappingen
ANT faillissementen ANT faillissementen A 0 A 0 2015 2016 2017 2015 2016 2017
De Leuvense arbeidsmarkt
Motor voor de regio
Leuven is een motor voor de werkgelegenheid in de regio: in 2015 waren er 127,8 jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd (in de Stadsmo- nitor gedefinieerd als 20 tot 64 jaar). Voor de 13 centrumsteden samen ligt dat cijfer op 104. Het aantal Leuvenaars op arbeidsleeftijd stijgt, maar het aantal beschikbare jobs stijgt nog sterker: in 2007 waren er nog 122,2 jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd22. Sindsdien is het aantal jobs jaar na jaar gestegen. Momenteel zijn het er meer dan 80.000.
100 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Evolutie van het aantal jobs in Leuven, 2006-2015
100.000
90.000
80.000
70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000 AL JOBS ANT
A 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Van die 80.000 jobs wordt ongeveer 74% ingevuld door mensen van buiten de stad, een cijfer dat de laatste jaren stabiel is23. Omgekeerd heeft 50% van de Leuvense werkenden een job buiten Leuven. Dat cij- fer evolueert in positieve zin: in 2008 werkte nog bijna 56% van de Leuvenaars buiten de stad24.
Meer loontrekkenden, minder zelfstandigen
Socio-economische positie van de Leuvense loontrekkenden en zelfstan digen (15- tot 64-jarigen), in 2009, 2014 en 2016
5.049 37.622 2009
5.784 38.291 2014
zelfstandige 6.141 38.715 2016 loontrekkende
0 10.000 20.000 30.000 40.000
101 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
In 2016 hadden 44.856 Leuvenaars een betaalde baan: 86,3% als loon trekkende en 13,7% als zelfstandige. Het aandeel zelfstandigen ligt lager dan gemiddeld in Vlaanderen (18,1%). Ook bij Leuvenaars van niet-EU-herkomst ligt het aandeel zelfstandigen lager dan in de rest van Vlaanderen (9,8% tegenover 13,7%)25.
Werkzaamheidsgraad: hoger bij mensen van Belgische herkomst
Werkzaamheidsgraad volgens herkomst
% 100
90
80 77,2
68,8 70 65,9
60 56,2
50 46,1
40
30
20
10
0 (2016) Bij personen Bij personen Bij personen Bij 50-tot van Belgische van EU- van niet-EU- 64-jarigen herkomst herkomst herkomst (2015) (2016) (2016) (2016)
De werkzaamheidsgraad ligt in Leuven op 68,8%26, iets onder het De werkzaam- Vlaamse gemiddelde van 72,6%. Kijken we alleen naar mensen van heidsgraad is het aandeel werken- Belgische herkomst, dan scoort Leuven het hoogst (77,2%) van alle den in de leef- centrumsteden (74%). Beperken we ons tot mensen van buiten de EU, tijdsgroep van 20 dan daalt dat cijfer naar 46,1%, terwijl dat voor heel Vlaanderen boven tot 64 jaar. de 50% ligt. Dat opmerkelijke verschil heeft ongetwijfeld te maken met de buitenlandse studenten: die zijn verplicht zich in Leuven te domi ciliëren, terwijl ze hier niet werken.
De werkzaamheidsgraad bij 50- tot 64-jarigen ligt met 65,9% het hoogst van alle centrumsteden.
102 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Dalende werkloosheid
In november 2018 had Leuven 3.421 niet-werkende werkzoekenden27. Dat komt overeen met een werkloosheidsgraad van 7% — iets hoger Niet-werkende werkzoekenden dan de 6,1% voor heel Vlaanderen, maar lager dan het gemiddelde van zijn werkzoeken- de centrumsteden (11,1%). den zonder baan. Er zijn immers ook mensen die Niet-werkende werkzoekenden in Leuven, van 2010 tot 201928 een andere baan zoeken terwijl ze elders aan het 4.500 werk zijn.
4.000
2017 2013 2019 2016 3.500 2018 2015 2014
2012 2010 3.000 2011
2.500 AL ANT
A 0 JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
In 2018 is de werkloosheid sterk gedaald. Voor het eerst lag ze weer op het niveau van 2015.
Werkloosheidsgraad (15-64 jaar) in 2017, naar geslacht, jaargemiddelde
% 18
16
14
12
10
8
6
4
2
0 T T AS MS LS ENT ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK LEUVEN BRUGGE GEWE ST HASSEL VL AA ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE INT ANTWERPEN S mannen vrouwen
103 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Niet-werkende werkzoekenden in Leuven, naar geslacht, december 2018
VROUWEN 1.344
MANNEN 2.121
In december 2018 telde Leuven 3.465 niet-werkende werkzoekenden, van wie 60% mannen29. In Vlaanderen, en in de andere centrumsteden, is die verhouding ongeveer fiftyfifty. Het verschil heeft te maken met de sterke quartaire sector in Leuven: die is minder conjunctuurge- voelig, en er werken traditioneel meer vrouwen. Ongeveer 4 op de 10 niet-werkende werkzoekenden zit al langer dan een jaar zonder baan.
Bijna 2 op de 10 Leuvense niet-werkende werkzoekenden is jonger dan 25 jaar, en ongeveer 4 op de 10 is van buitenlandse herkomst. Onge- veer 1 op de 10 niet-werkende werkzoekenden is afkomstig uit typische herkomstlanden van vluchtelingen: 2,5% komt uit Afghanistan, 2,8% uit Irak, 2,7% uit Syrië en 1,9% uit Somalië.
Stijgend aantal vacatures
Tussen januari en november 2018 ontving de VDAB 5.892 nieuwe vacatures voor jobs in Leuven. Dat is een stijging van 2,4% tegenover het vorige jaar. In vergelijking met de jaren daarvoor is de stijging nog meer uitgesproken.
Evolutie van het aantal ontvangen vacatures van 2009 tot 201930
7.000
vacatures
6.000
5.000
4.000 AL ANT
A 3.000
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
104 ECONOMIE, HANDEL EN WERK
Veel openstaande vacatures
Laaggeschoold: Heel wat vacatures raken niet ingevuld. In november 2018 stonden er geen diploma se- bij de VDAB en de wervings- en selectiekantoren samen 1.410 vaca- cundair onderwijs tures open. Het probleem stelt zich met name bij knelpuntberoepen: Middengeschoold: zo kwamen er in vergelijking met 2016-2017 heel wat meer vacatures diploma secun- dair onderwijs binnen voor opvoeders (+30,3%) en voor verpleegkundigen (+46,1%). Hooggeschoold: diploma bachelor, Kijken we naar de verdeling over de verschillende opleidingsniveaus, master of hoger dan valt op dat vooral de vraag naar middengeschoolde profielen toeneemt (+16,7%). De vraag naar laaggeschoolden daalt (-3,4%), en dat terwijl het aantal laaggeschoolden juist stijgt (+1,3%): in november 2018 waren er in Leuven 1.289 werkzoekende laaggeschoolden, terwijl er slechts 278 vacatures voor die groep openstonden. Ter vergelijking: diezelfde maand waren er 1.200 werkzoekende hooggeschoolden voor 417 vacatures. Zie ook hoofd- stuk Onderwijs, p. 117 Aantal Leuvense niet-werkende werkzoekenden in november 2018, verdeeld over studieniveau, leeftijd en werkloosheidsduur31
minder dan 25 jaar 25 t.e.m. 39 jaar 40 t.e.m. 54 jaar 55 jaar en ouder TOTAAL Studieniveau basis < 1 j. 1 tot 2 j. > 2 j. < 1 j. 1 tot 2 j. > 2 j. < 1 j. 1 tot 2 j. > 2 j. < 1 j. 1 tot 2 j. > 2 j.
% laaggeschoold 6,2 1,8 1,7 6,5 3,3 3,7 4,0 1,6 3,8 1,2 0,8 3,0 37,7
% middengeschoold 4,9 0,6 0,4 6,9 2,3 2,0 3,0 0,9 2,3 1,0 0,6 2,3 27,2
% hooggeschoold 2,5 0,1 0,0 14,0 2,4 1,6 4,9 1,5 1,9 1,8 1,1 3,2 35,1
% totaal 13,6 2,6 2,1 27,4 8,0 7,3 12,0 4,1 8,1 3,9 2,4 8,5 100,0
105 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Sociale economie
De arbeidszorg is Sociale economie: meer vraag dan plaatsen een vangnet voor mensen die om persoonlijke of De sociale economie is in Leuven goed voor zowat 12 jobs per 1.000 sociale redenen niet of niet meer werkenden. 56% van die jobs bevinden zich bij beschutte werkplaat- terechtkunnen sen. De rest wordt ingevuld door sociale werkplaatsen (24%) als SPIT in het reguliere circuit of in het tewerkstelling vzw, Wonen en werken tewerkstelling vzw en VELO beschermde vzw; lokale diensteneconomieprojecten (12%), waarbij de stad een tewerkstellings- circuit belangrijke rol speelt (onder meer medefinanciering); en het stelsel van arbeidszorg (8%).
De sociale economie stelt in Leuven dus heel wat mensen tewerk. Toch is er ruimte voor groei: de stad telt namelijk meer mensen die voldoen aan de vereisten voor een baan in de sociale economie dan er momen- teel gesubsidieerde plaatsen zijn.
Aantal doelgroepwerknemers per 1000 inwoners (18-65 jaar), 201632
100 2 9 8,5 8 90 83,3
80 0 8
70 7 62 ,0 0 ,2 9 8,51 59,3 4 59,45 5 57 55 ,7 10
60 54 ,1 76 51 ,7 13 49, 4 46, 45, 50 ,7 ,7 3 4 39 9 37 9 40 ,7 33,2 8 2 29 ,1 ,0 28,2 8 3 26,6 9 09 2 24 30 24 22,60 3 ,62 9 ,3 6 21, 8,5 8 19,5 1 17 17 16,9 70 15,88 15 ,1 ,2 5
20 13,8 13 ,1 12,65 ,76 11, 11,66 01 10 ,46 8 ,38 8,49 7 5 6, 6,26 59
10 3,38 0,72 0, 0 T T AS LS ENT ENK G G AA TENDE RTRIJK LEUVEN BRUGGE HASSEL ECHELEN -NIKLA KO M OOS TURNHOU T ROESELARE INT ANTWERPEN S
Arbeidszorg Beschutte werkplaatsen Lokale diensten economie Sociale werkplaatsen
106
Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Onderwijs en vorming
108 ONDERWIJS EN VORMING
Leuven is een typische onderwijsstad, met een belangrijke centrumfunctie. Heel wat kinderen en jongeren uit de buurgemeenten komen in Leuven naar school. In de secundaire scholen maken zij zelfs bijna twee derde van de leerlingenpopulatie uit.
Als we het Leuvense onder- wijslandschap overschouwen, vallen enkele trends op. Het plaatstekort blijft toenemen. Het M-decreet laat zich voorlopig vooral in het basisonderwijs voe- len. Meer 40% van de in Leuven geboren kinderen spreekt thuis geen Nederlands - een belangrijke indicator voor toekomstige onder- wijskansarmoede. En er wordt meer gespijbeld, maar het aantal zittenblijvers neemt af.
Een echte onderwijsstad, met een hoge instroom van leerlingen
Veel leerlingen1 van buiten Leu- ven komen hier naar school. In het kleuter- en lager onderwijs is hun aandeel in de totale leerlin- genpopulatie de laatste jaren licht gedaald. In 2017 ging het respec- tievelijk om 15,3% in het kleuter-
109 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
en 24,9% in het lager onderwijs; in 2010 lagen die percentages op 17,7% en 29,2%. Maar in het secundair onderwijs blijft het aandeel leerlingen van buiten de stad met 64,5% (2010: 63,7%) erg hoog. De reden is niet ver te zoeken: in veel gemeenten rond Leuven zijn er geen middelbare scholen.
Aantal leerlingen in het Leuvense kleuter-, lager en secundair onderwijs, van 2010 tot 20172
14.000 1 77 13.000 12.84 38 57 12.3 7 12.315 1.9 1.927 12 .0 1 1.838 1 1.80 1 12.000 1
11.000
10.000
9.000
8.000
7.000 6.618 6.42 5 4 10 0 6.285 6.20 9 6. 5.97 5.991 6.000 5.82 5
5.000 6 1 1 9 10 10 12 8 07 055 05 091 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 3.998 4.000
3.000
2.000
1.000
0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Kleuteronderwijs In het gewoon kleuteronderwijs is het aantal leerlingen tussen 2010 en Lager onderwijs 2017 vrij stabiel gebleven. In het gewoon lager en gewoon secundair Voltijds secundair onderwijs onderwijs daarentegen zijn de leerlingenaantallen gestegen.
110 ONDERWIJS EN VORMING
Plaatstekort neemt verder toe
Het Departement Onderwijs en Vorming laat om de drie jaar een zoge- heten capaciteitsmonitor3 uitvoeren. Dat gebeurde in 2018 voor de tweede keer. Daaruit bleek dat de leerlingenaantallen in het Leuvense basisonderwijs (kleuter- en lager onderwijs samen) zullen oplopen tot 11.783 in het schooljaar 2024-25, een toename met 10%. Sinds het schooljaar 2016-17 overschrijdt de vraag de maximale aanbodcapaci- teit, die volgens het Departement bereikt is wanneer de drempel van 85% overschreden wordt (om de vrije schoolkeuze te garanderen). In het schooljaar 2020-21 zouden er in het basisonderwijs 425 plaatsen te weinig zijn. De tekorten zouden zich vooral voordoen in de wijkzorg gebieden Leuven Centrum en Kessel-Lo Zuid (ten zuiden van de Diestsesteenweg) en in de deelgemeente Heverlee.
111 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
In het secundair onderwijs zou het aantal leerlingen volgens de capa- citeitsmonitor toenemen van 12.841 in 2017 tot 14.670 in het schooljaar 2022-23. Daarna zouden de aantallen blijven stijgen, maar minder snel. In het secundair onderwijs wordt de capaciteitsdrempel van 85% over- schreden sinds het schooljaar 2017-18. In het schooljaar 2024-25 zou- den er 2.121 plaatsen te weinig zijn. De tekorten zijn veruit het grootst in het ASO (1.263 plaatsen); daarna volgen het TSO (369 plaatsen), de A-stroom in de eerste graad (219 plaatsen) en het BSO (183 plaatsen).
Meer leerlingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs
Steeds meer jongeren gaan naar het deeltijds beroepssecundair onder- wijs. In het schooljaar 2017-2018 telde het deeltijds BSO 8.980 leerlin- gen, een stijging met bijna 30% ten opzichte van 2008-2009 (6.932 leerlingen). Het aandeel niet-Belgen in het deeltijds BSO is in die tijd nagenoeg verdubbeld, van 14% tot 27%. De verhouding tussen de geslachten bleef ongeveer gelijk: ongeveer twee derde van de leer lingen zijn meisjes.
Buitengewoon onderwijs: de impact van het M-decreet
Dankzij het M-decreet kunnen leerlingen met een beperking zich sinds het schooljaar 2015-16 inschrijven in een gewone school. De verwach- ting was dat het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs daardoor zou dalen. In Leuven blijkt dat momenteel vooral in het bui- tengewoon lager onderwijs het geval te zijn4.
112 ONDERWIJS EN VORMING
Evolutie aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs, van 2010 tot 20175
800 786 752 756 739 716 700 649 621 Buitengewoon 600 Lager Onderwijs
517 Buitengewoon 500 420 Secundair Onderwijs
403 415 400 379 383 354
300
200
100 71 72 80 74 70 63 63 Buitengewoon Kleuteronderwijs AL LEERLINGE N 0 ANT A 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017
In het buitengewoon secundair onderwijs in Leuven is het leerlingen- aantal de laatste jaren juist gestegen. Dat is met name zo in het type BA en het type 9 - twee types die nieuw zijn sinds het schooljaar 2015-16. Type 9: voor kinderen met een autismestoornis Buitengewoon secundair onderwijs: aantal leerlingen per type, maar zonder verstandelijke van 2010 tot 20176 beperking.
210 200 192 195 189 TYPE 2 192 185 185 178 181 180 170 160 150 140 130 120 114 TYPE 9 110 102 102 98 100 90 92 99 86 90 80 92 80 90 87 TYPE 4 82 81 70 62 73 TYPE 1 60 50 114 40 TYPE BA 30 22 22 24 17 20 TYPE 3 20 12
AL LEERLINGE N 10 3 0 2 TYPE 7 ANT A 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2016-2017
113 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Meer anderstalige leerlingen
De thuistaal is één van de belangrijkste indicatoren voor onderwijs- kansarmoede. 41,5% van de in 2017 in Leuven geboren kinderen heeft een moeder die geen Nederlands met hen spreekt (de definitie van thuistaal). Het gemiddelde voor Vlaanderen bedraagt 28,9%7.
Thuistaal van in Leuven geboren kinderen (taal die de moeder met hen spreekt), in 20178
% 100
80 Nederlands 58,5 % 60
40 bisch - Berbers a Ande re 21,9 %
20 rks - Ar an s Tu Russisch - Pools Roemeens Fr Engels - Duits Spaans - Portugees 5,7 % 4,2 % 4,0 % 3,6 % 2,2 % 0 2017
Spreken thuis geen Nederlands9: • 30,4% van de kleuters die in Leuven wonen • 21,6% van de leerlingen van lagere scholen die in Leuven wonen • 17,9% van de leerlingen van secundaire scholen die in Leuven wonen
Zulke jongeren lopen een hoger risico om het secundair onderwijs te verlaten zonder diploma. In Leuven behaalt 27,8% van alle jongeren die thuis geen Nederlands spreken geen secundair diploma, tegenover slechts 5,6% van de jongeren die thuis uitsluitend Nederlands spreken10.
114 ONDERWIJS EN VORMING
Kleuterparticipatie: gemiddeld
Op jonge leeftijd naar school gaan verkleint het risico op schoolachter- stand en verhoogt de kans om met een diploma de school te verlaten. Het heeft ook positieve effecten op het sociaal gedrag, de zelfregulatie en de leermogelijkheden van het kind.11
Kinderen uit de laatste kleuterklas moeten ten minste 250 halve dagen naar school gaan. Dat wordt nauw opgevolgd door de scholen, samen met het CLB. Halen kinderen dat aantal niet, dan worden ze het jaar daarna niet rechtstreeks toegelaten in het gewoon lager onderwijs. In Leuven ging het in het schooljaar 2016-2017 over 5%12 van alle kinderen uit deze leeftijdsgroep. Dat is een gemiddelde score voor een cen- trumstad: Oostende (10%), Turnhout (6,9%), Antwerpen (6,1%) en Gent (5,7%) scoren minder goed. Een zeer klein aantal Leuvense kleuters is helemaal niet ingeschreven in een school. Zij worden opgevolgd door Kind & Gezin en het CLB.
115 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Meer spijbelgedrag
In het basisonderwijs in Leuven was in het schooljaar 2017-2018 2% van de leerlingen tien of meer halve dagen problematisch afwezig – een lichte stijging tegenover 2013-2014, toen dat aandeel op 1,6% lag. Voor heel het Vlaamse basisonderwijs13 ging het om 2,7%, een cijfer dat de laatste jaren eveneens licht gestegen is. In het gewoon secundair onderwijs is het spijbelen in diezelfde periode sterker toegenomen. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de onder- wijsvormen. Vooral het TSO is kwetsbaar:
Aandeel leerlingen die minimum 10 halve dagen problematisch afwezig zijn
Onderwijsvorm 2013-2014 2015-2016 2017-2018 2de graad ASO 1,3% 1,7% 2,4% 2de graad TSO 5,9% 9,3% 9,9% 2de graad KSO 1,4% 2,6% 4,6% 2de graad BSO 13,1% 24,4% 29,3%
Schoolse vertraging neemt licht af
Schoolse vertraging – één of meer jaren moeten overdoen, om welke reden dan ook – verhoogt het risico om vroegtijdig of lager gekwalifi- ceerd de school te verlaten en om later een zwakkere maatschappelijke positie in te nemen. Bij de leerlingen die Leuven wonen, bedroeg de schoolse vertraging in 2017-2018: • 9,7% in het lager onderwijs – een lichte daling tegenover 2013 (11,4%) • 25% in de tweede graad van het secundair onderwijs – eveneens een lichte daling tegenover het schooljaar 2013-2014 (28,9%)
Die cijfers zijn iets gunstiger dan de Vlaamse gemiddelden (12,1% voor het lager onderwijs en 26,4% voor de tweede graad van het secundair onderwijs) 14.
116 ONDERWIJS EN VORMING
Meer studenten hoger onderwijs
De Leuvense hogescholen en de universiteit trekken steeds meer studenten: hun aantal steeg van 46.394 in 2010 naar 55.382 in het aca demiejaar 2017-201815. Eén vijfde van alle Vlaamse studenten studeert in Leuven.
Vroegtijdig schoolverlaters: lichte daling
Het aandeel vroegtijdig schoolverlaters (schoolverlaters zonder kwalifi- catie) in het secundair onderwijs neemt licht af. In 2010-11 ging het om 12,7% van alle leerlingen die in Leuven wonen, in 2015-2016 om 11,7%. Op Vlaams niveau liggen de cijfers iets lager (respectievelijk 11,7% en 10,4%).
Schoolverlaters: hoe hoger opgeleid, hoe meer kans op werk
In 2017 beëindigden 1.496 Leuvense jongeren hun secundaire of voort- gezette opleiding, met of zonder diploma. Van die groep zocht 8,8% na één jaar nog werk (7,5% bij de meisjes, 10,2% bij de jongens). Er is een groot verschil tussen laaggeschoolde schoolverlaters (35,0% nog werk- zoekend), middengeschoolde (13,2%) en hooggeschoolde (4,2%). Bij de ongekwalificeerde schoolverlaters bedraagt het cijfer zelfs 38,2%, tegenover 31,9%16 voor heel Vlaanderen. Zie ook hoofd- stuk Economie, Schoolverlaters met woonplaats in Leuven, per scholingsniveau. Links de p. 105 absolute aantallen, rechts het percentage dat na één jaar nog werk zoekt. Cijfers uit 201817.
HOOGGESCHOOLD 1.012 4,2 %
MIDDENGESCHOOLD 364 13,2 %
LAAGGESCHOOLD 120 35,0 %
ONGEKWALIFICEERD 89 38,2 %
117 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Zorg en gezondheid
118 ZORG EN GEZONDHEID
Leuven heeft een uitgebreid aanbod aan kinder- opvang. Dat is ook nodig, want de vraag is enorm hoog. Die grote vraag verklaart misschien het lage tevredenheidscijfer (51%). Ook bij de ouderen stijgt de zorgvraag: er komen steeds meer 80-plussers bij. Bijna driekwart van de Leuvenaars voelt zich gezond tot zeer gezond – waarschijnlijk omdat Leu- ven zoveel hooggeschoolden telt. Een even grote groep voelt zich naar eigen zeggen gelukkig. Aan de andere kant stijgt het aantal Leuvenaars dat moeite heeft om hun medische uitgaven te betalen.
Zorg
Groot aanbod aan kinder opvang
Leuven heeft 60,5 opvangplaat- sen per 100 baby’s en peuters. Zie ook hoofd- stuk Overheid, Dat zijn er aanzienlijk meer dan p. 164 het gemiddelde van de centrum- steden (41,5 opvangplaatsen) en de rest van Vlaanderen (42,4).
119 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Opvangplaatsen per 100 baby’s en peuters, van 2007 tot 20161
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Antwerpen 22,3 22,4 22,7 23,0 23,7 24,0 26,1 27,6 30,4 31,8 Gent 37,9 39,6 38,7 37,6 39,5 42,6 45,8 48,8 50,6 48,6 Aalst 29,0 31,9 31,6 34,6 37,4 39,5 38,9 39,5 42,6 43,2 Brugge 44,6 46,3 52,2 56,1 58,1 60,3 59,4 62,0 61,7 58,6 Genk 19,1 20,4 19,7 20,5 22,6 24,5 30,1 30,5 33,5 34,2 Hasselt 45,9 42,7 47,0 46,4 49,1 50,2 50,6 53,8 63,3 54,4 Kortrijk 45,6 47,0 47,3 45,8 49,6 47,7 46,4 47,2 46,3 47,3 Leuven 57,4 54,7 54,9 54,8 52,1 52,8 52,9 56,9 58,7 60,5 Mechelen 29,6 30,5 30,9 32,3 35,1 36,5 38,5 41,0 44,0 43,6 Oostende 26,8 24,7 26,1 29,1 31,1 31,6 30,7 32,8 34,2 35,2 Roeselare 46,7 45,0 47,0 50,9 57,4 57,4 57,4 58,8 61,9 56,3 Sint-Niklaas 31,2 35,3 38,3 38,3 36,4 34,7 36,6 38,0 37,1 38,0 Turnhout 30,4 30,8 28,5 31,8 32,1 32,8 32,7 33,6 37,5 33,5 Totaal 13 steden n.b n.b 33,7 34,7 35,8 36,6 37,4 39,4 41,8 41,5 Vlaams Gewest 33,3 34,4 35,3 36,5 37,3 38,2 40,1 41,1 42,3 42,4
Dat uitgebreide aanbod is ook nodig, gezien de grote vraag naar kin- deropvang. De werkzaamheidsgraad is in Leuven erg hoog, net als het aantal tweeverdieners en werkende 50-plussers (grootouders passen vaak mee op de kleinkinderen). Bovendien zijn in Leuven enkele grote werkgevers gevestigd, waarvan de werknemers in de buurt van hun arbeidsplek kinderopvang zoeken.
Ook heel wat inwoners van de buurgemeenten vallen terug op de Leuvense kinderopvang. Dat blijkt uit de cijfers voor de regionale spreiding. Een verhouding van 1 op 1 wijst op een evenredige spreiding: stad en buurgemeenten vangen dan in verhouding evenveel baby’s en peuters op. In Leuven bedraagt dat cijfer 1,2: Leuven vangt dus relatief gezien meer kinderen op dan de buurgemeenten.
120 ZORG EN GEZONDHEID
Regionale spreiding van de opvang voor baby’s en peuters, 20162
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6 BUURGEMEENTE N V.
O. 0,4 T. AD
ST 0,2 ANBOD
A 0,0 T T AS MS LS ENT ENK G G AA TEDEN TENDE RTRIJK ASSEL LEUVEN BRUGGE GEWE ST H VL AA ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT
Van alle inwoners van centrumsteden zijn de Leuvenaars wel het minst te spreken over het aanbod: slechts 51% noemt zich tevreden. De druk op de kinderopvang, in combinatie met de hogere verwachtingen en Zie ook hoofd- stuk Overheid, de grote behoefte, is daar niet vreemd aan. p. 164
Tevredenheid over de kinderopvang in de stad, 20173
% 100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0 T T AS MS LS ENT ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK LEUVEN BRUGGE GEWE ST HASSEL VL AA ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT Ontevreden Neutraal Tevreden
121 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Binnen- en buitenschoolse kinderopvang
Van alle kinderen die in Leuven kleuter- of lager onderwijs volgen, gaat 23% geregeld naar de naschoolse opvang (cijfers voor 2016). Dat zijn dagelijks zowat 2.800 kinderen, met piekmomenten op maandag, dins- dag en donderdag. 75% maakt ‘ooit’ gebruik van de opvang. 19% maakt gebruik van de zogeheten lange opvang: ze starten er de dag en zijn er ’s avonds om halfzes nog4.
Zie ook hoofd- stuk Demografie, Toenemende zorgvraag van ouderen p. 20, en hoofd- stuk Samenleven, p. 139 Vlaanderen telt steeds meer 80-plussers, en Leuven is geen uitzonde- ring: in 2017 waren er al 5.773 (5,7% van de totale bevolking). 80-plus- sers hebben specifieke noden op het vlak van gezondheid, huisvesting, (thuis)zorg en opvangmogelijkheden. We kunnen de maatschappelijke gevolgen van die evolutie afmeten aan de hand van drie indicatoren.
De interne vergrijzing is het aandeel 80-plussers binnen de grotere groep van 60-plussers. Leuven telt met 35,6% een hoog aandeel 80-plussers: het Vlaamse gemiddelde bedraagt 30,2%.
122 ZORG EN GEZONDHEID
Ouderen lijden vaker aan chronische aandoeningen: ziektes die een continue of herhaalde behandeling van minstens zes maanden verei- sen, zoals astma, hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. Ongeveer 10% van de Leuvenaars heeft een chronische aandoening. Voor Leuvense 75-plussers loopt dat cijfer op tot 41,39%. Dat is nauwelijks minder dan het Vlaamse gemiddelde (42%).
De mantelzorgratio, tot slot, is de verhouding tussen 40- tot 79-jarigen enerzijds en 80-plussers anderzijds. In Leuven neemt die ratio af, net als in de rest van Vlaanderen. Er zijn dus minder mogelijke mantelzorgers.
Door het samenspel van die drie factoren – een stijgende interne vergrijzing, een stijgend aantal chronisch zieken en een dalende mantelzorgratio – zullen steeds minder mensen voor steeds meer hoogbejaarden moeten zorgen. Daardoor zal de vraag naar geïnstitu tionaliseerde en vermaatschappelijkte vormen van zorg toenemen.
Mantelzorgratio, interne vergrijzing en aantal chronisch zieken, van 2001 (2013) tot 20175 Mantelzorgratio Interne vergrijzing Chronisch zieken 2000 10,2 23,1% 2001 9,8 24,1% 2002 9,3 25,5% 2003 8,9 26,5% 2004 8,7 27,4% 2005 8,6 28,1% 2006 8,4 29,1% 2007 8,1 30,3% 2008 7,8 31,6% 2009 7,6 32,4% 2010 7,4 33,5% 2011 7,1 34,6% 2012 7, 35,2% 2013 6,8 35,5% 7,72% 2014 6,7 35,9% 8,35% 2015 6,6 36,2% 9,02% 2016 6,7 36,1% 9,35% 2017 6,7 35,6% 9,62%
123 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Een centrum voor Gemiddeld en stabiel aanbod in de ouderenzorg kortverblijf (CKV) is een oplossing voor ouderen die De aanbodratio is de verhouding tussen het aantal plaatsen in een wel- nog thuis wonen, maar tijdelijk bepaald type ouderenvoorziening en het aantal 80-plussers. Er zijn vier extra zorg nodig types van ouderenvoorziening: woonzorgcentra (WZC), centra voor hebben. Ouderen kunnen er de klok kortverblijf (CKV), dagverzorgingscentra (DVC) en assistentiewoningen rond of alleen ‘s (AW). Dit zijn de trends voor Leuven: nachts verblijven, en dat maximaal 1. woonzorgcentra (WZC): licht dalende trend, net als in de rest 60 opeenvol- van Vlaanderen. De daling was te verwachten, gezien de vele gende dagen en maximaal 90 inspanningen om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. dagen per jaar. 2. centra voor kortverblijf (CKV): meer dan een verdubbeling tus- sen 2006 en 2017, opnieuw net als in de rest van Vlaanderen. Ook dit ligt in de lijn der verwachtingen, om dezelfde reden. 3. dagverzorgingscentra (DVC): het aanbod blijft constant, terwijl In een dagver- het in de rest van Vlaanderen stijgt. zorgingscentrum (DVC) krijgen 4. assistentiewoningen (AW): hier is het aanbod iets groter dan in ouderen hulp bij de rest van Vlaanderen. het wassen en ver- zorgen. Ze kunnen er meedoen aan activatie-, revali- Aanbodratio in de ouderenzorg, vergelijking 2006 - 20186 datie- en ontspan- ningsactiviteiten. LEUVEN LEUVEN VLAANDEREN Ze kunnen er warm eten en worden PLAATSEN RATIO RATIO van en naar huis 2006 2018 2006 2018 2016 2018 gebracht. Woonzorgcentra (WZC) 920 1.098 21,2 18,9 24,3 20,0 Centra voor kortverblijf (CKV)* 14 39 3,1 6,8 2,4 6,0 Dagverzorgingscentra (DVC)** 3 3 6,2 5,2 3,5 7,0 Assistentiewoningen (AW) 309 414 6,9 7,2 5,1 6,0
* ratio per 1.000 80-plussers ** ratio per 10.000 80-plussers
Meer gezinszorg, maar nog onvoldoende
De programma- tienorm is het Steeds meer ouderen en zwaar chronisch zieken blijven zo lang moge- aantal uren zorg lijk thuis wonen. Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg dat nodig is om een zorgaanbod helpen dat mogelijk te maken. Ze ondersteunen ouderen bij hun per- te bieden dat soonlijke verzorging, in het huishouden en soms bij karweitjes. Het aan- voldoet aan de vereisten van de tal uren gezinszorg en aanvullende thuiszorg neemt dan ook toe: van Vlaamse overheid 278.914 in 2009 naar 317.575 in 2017. Die stijging is echter minder snel dan de door de Vlaamse administratie vastgelegde programmatienorm het voorschrijft: in 2010 werd 98,8% van de programmatienorm gereali- seerd, in 2017 nog slechts 93,69%. Dat kan wijzen op onderfinanciering, maar ook op een tekort aan mensen die willen werken in de zorg7.
124 ZORG EN GEZONDHEID
Driekwart kan terugvallen op anderen
In 2016 organiseerde de Leuvense politie een buurtbevraging. De deel- nemers kregen onder meer de vraag of ze kunnen terugvallen op hulp van familie, vrienden, kennissen of buren. Bijna driekwart gaf aan dat ze iemand hebben met wie ze een persoonlijk gesprek kunnen voeren (74%). De meesten kunnen ook op anderen rekenen voor praktische zaken (69,5%) of voor persoonlijke hulp en steun (62%). Toch heeft 6,6% van de inwoners naar eigen zeggen niemand om een persoon- lijk gesprek mee te voeren, en zegt 7,7% zich eenzaam te voelen. Dat gevoel neemt toe met de leeftijd. 5,4% van de jongeren (16 tot 24) en 4,1% van de studenten in Leuven voelt zich eenzaam; bij de 65-plussers is dat al 11,1%.
Steun en hulp, 2016
(helemaal) (helemaal) Beschikbare hulp of steun niet akkoord wel akkoord Ik heb mensen met wie ik een persoonlijk gesprek kan voeren 6,6% 74,0% Ik heb mensen op wie ik kan rekenen bij praktische zaken 9,3% 69,5% Ik heb mensen op wie ik kan rekenen voor persoonlijke hulp en steun 11,9% 62,0% Ik heb mensen die mij helpen met praktische zaken, bv. in het huishouden 21,9% 50,2% Ik voel me eenzaam 74,1% 7,7%
125 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Gezondheid
Hooggeschoolden voelen zich gezonder dan laaggeschoolden
Volgens de Stadsmonitor van 2017 voelt bijna driekwart van de Leuve- naars zich naar eigen zeggen ‘gezond’ tot ‘zeer gezond’8. Dik twintig procent voelt zich ‘redelijk goed’, terwijl minder dan 5% zich ‘eerder slecht’ tot ‘zeer slecht’ voelt. Leuven scoort daarmee het best van alle centrumsteden, al zijn de verschillen vrij klein.
Die hoge score heeft er zeer waarschijnlijk mee te maken dat Leuven zoveel hooggeschoolde inwoners telt. Voor alle centrumsteden samen voelen hooggeschoolden (81%) zich immers een stuk gezonder dan laaggeschoolden (58%). In vergelijking daarmee is het verschil tussen mannen (73%) en vrouwen (70%) veel kleiner.
Subjectieve gezondheid, 20179
% 100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0 T T AS LS ENT ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK ASSEL LEUVEN BRUGGE H ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE INT ANTWERPEN S Slecht Redelijk Goed
126 ZORG EN GEZONDHEID
Lichaamsbeweging: gemiddelde score
Zowat 30% van de Leuvenaars besteedt dagelijks minstens 30 minuten aan wandelen, stappen of fietsen. 45% doet dat wekelijks, 9% komt er nooit of bijna nooit toe. Leuven scoort hier doorsnee: voor de 13 cen- trumsteden bedragen de percentages 30% (dagelijks), 40% (wekelijks) en 12% (nooit).
Voor de 13 centrumsteden samen zijn er weinig verschillen inzake geslacht, maar wel inzake opleidingsniveau. In Leuven bewegen hoog- geschoolden (31%) meer dan laaggeschoolden (25%), maar de grafiek toont dat dat lang niet overal zo is:
Dagelijkse lichaamsbeweging naar opleidingsniveau, 201710
% 40
35
30
25
20
15
10
5
0 T T AS LS ENT ENK G G AA TEDEN TENDE RTRIJK ASSEL LEUVEN BRUGGE H ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT Laag Midden Hoog
127 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Leuvenaars voelen zich in het algemeen gelukkig
Uit de Stadsmonitor (2017) bleek dat driekwart van de Leuvenaars zich gelukkig voelt. 7% voelt zich droevig, eenzaam of regelmatig tot dik- wijls depressief. Een kwart heeft wel last van een slechte nachtrust.
% 100 40% van de Leuvenaars rapporteert weinig of geen psychische proble- 90 men, 46% meldt lichte tot beperkte problemen, en 14% lijdt naar eigen 80 zeggen onder matige tot zware psychische problemen. De gemiddel- 70 den voor de 13 centrumsteden zijn respectievelijk 40%, 45% en 15%,
60 sterk vergelijkbaar dus.
50 Kijken we opnieuw naar de gemiddelden voor de 13 centrumsteden, 40 dan zien we opmerkelijke verschillen inzake onder meer geslacht,
30 opleidingsniveau en leeftijd. Vrouwen (17%) worden vaker met psy- chische problemen geconfronteerd dan mannen (12%). Dubbel zoveel 20 laaggeschoolden (20%) als hooggeschoolden (10%) melden matige tot 10 zware psychische problemen. 18- tot 24-jarigen en 75-plussers hebben
0 meer klachten dan andere leeftijdsgroepen. Een kwart van de alleen- T T AS LS ENT staanden, zowelENK met als zonder kinderen, geeft aan psychische proble- G G AA TENDE TEDEN RTRIJK ASSEL LEUVEN BRUGGE H ECHELEN -NIKLA
men te hebben. En wie werktKO (10%) kampt minder vaak met psychische 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN problemen dan wie niet werkt (19%). SINT Matig tot zwaar Licht tot beperkt Weinig tot geen Psychische problemen, 201711
% 100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0 T T AS LS ENT ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK ASSEL LEUVEN BRUGGE H ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT Matig tot zwaar Licht tot beperkt Weinig tot geen
128 % 10
9
8
7
6
ZORG EN5 GEZONDHEID
4
Meer Leuvenaars hebben moeite om hun medische uitgaven 3 te betalen 2
Zowat 5% van de Leuvenaars had het voorbije jaar moeite om hun 1 medische uitgaven op tijd te betalen. Dat is minder dan het gemid- 0 T T AS LS ENT delde van de 13 centrumsteden (7%). In vergelijking met de twee ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK LEUVEN BRUGGE HASSEL ECHELEN -NIKLA vorige Stadsmonitors (2011 en 2014) is dit cijfer wel gestegen. KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT 2011 Betaalbaarheid van de gezondheidszorg: percentage inwoners die 2014 medische onkosten niet op tijd kunnen betalen, 2011-2014-201712 2017
% 10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0 T T AS LS ENT ENK G G AA TENDE TEDEN RTRIJK LEUVEN BRUGGE HASSEL ECHELEN -NIKLA KO 13 S M OOS TURNHOU T ROESELARE ANTWERPEN SINT 2011 2014 2017
Dierenwelzijn
In 2018 heeft GAIA13 het dierenwelzijnsbeleid in Vlaanderen onder- zocht. Het stuurde de gemeenten een lijst met vragen als: is er een schepen van dierenwelzijn, trekt de gemeente een budget uit voor zwerfkattenbeleid, is er een dierenpolitie, zijn kermispony’s verbo- den, hoe wordt de overpopulatie van duiven beheerd, zijn er subsidies voor de sterilisatie van huiskatten, hoe ziet het beleid omtrent vuur- werk eruit … Leuven kreeg een score van 76%, het gemiddelde van de Vlaamse gemeenten was 55%.
129 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse Armoede
130 ARMOEDE
Als het gaat over armoede, is het beeld gemengd. Voor sommige indicatoren doet Leuven het vrij goed, voor andere scoort het minder gunstig. Zo gaat het aantal geboorten in kansarme gezinnen – een indicator voor kinderarmoede – in stijgende lijn. De verhoogde instroom van erkende en beschermde vluchtelingen heeft gezorgd voor een duidelijke stij- ging van het aantal leefloners.
Sommige bevolkingsgroepen lopen meer risico om in armoede terecht te komen dan andere. Zo zijn eenoudergezinnen kwets- baarder dan tweeoudergezinnen, lopen huurders duidelijk meer risico dan eigenaars en hebben laagopgeleiden het moeilijker dan hoogopgeleiden. Diverse factoren werken armoede in de hand, en kunnen er omgekeerd ook het gevolg van zijn: een lager opleidingsniveau, gezondheids- problemen, een ongezonde woon- situatie, de gezinssamenstelling, schulden... Zulke factoren hangen vaak ook samen. Toch gaat het steeds om gemiddelden: iemand met een slechte gezondheid of een lage opleiding belandt niet per definitie in armoede.
131 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Armoederisico in Leuven
Onderstaande figuur laat zien hoe Leuven scoort ten opzichte van het gemiddelde van de 13 centrumsteden en het Vlaams Gewest, en dat voor negen verschillende indicatoren voor armoede.
Indicatoren voor armoede, 20171 Leuven Vlaams Gewest Centrumsteden
Alleenwonend 47,9% 31,2% 39,8% Aangiften < 20.000 euro 37,8% 37,1% 41,6% Leefloners 1,72% 0,56% 1,26% 25-64 jaar met verhoogde tegemoetkoming 12,1% 10,2% 16,2% Niet-werkende werkzoekenden, laaggeschoold 37,1% 46,6% 49,5% 65-plussers met verhoogde tegemoetkoming 23,1% 28,8% 28,5% 65-plussers met een inkomensgarantie 5,5% 4,0% 6,1% Kredietnemers met minstens één achterstallig krediet 3,7% 3,8% 5,4% Gezinnen (unieke) op wachtlijst sociale 6,3% 4,8% 8,0% huisvestingsmaatschappijen
Veel alleenwonenden
Alleenwonenden hebben slechts één inkomen, terwijl veel van hun vaste kosten even hoog zijn. Daardoor lopen ze meer gevaar om in armoede terecht te komen. Leuven telt in verhouding duidelijk meer alleenwonenden dan zowel het Vlaams Gewest als de centrumsteden. Een gevorderde leeftijd kan het risico nog vergroten: 80-plussers zijn op zich niet kwetsbaarder voor armoede, maar wel als ze alleen wonen. In Leuven woont 39% van de 80-plussers alleen.
Alleenwonenden, 20172 80 en ouder Alleenwonend alleenwonend (t.o.v. alle private 80 en ouder (t.o.v. alle Alleenwonend huishoudens) alleenwonend 80-plussers)
Leuven 23.671 47,9% 2.250 39,0% Vlaams Gewest 864.040 31,2% 151.246 38,8% Centrumsteden 293.408 39,8% 41.260 41,6%
132 ARMOEDE
Meer leefloners door de instroom van vluchtelingen
In juli 2018 ontvingen 18,68 per 1.000 inwoners van Leuven een leefloon of equivalent leefloon. In vergelijking met de rest van Vlaande- ren, inclusief de centrumsteden (13,41), is dat veel. Alleen in Gent is het Een equivalent leefloon is een cijfer nog hoger (20,30). leefloon voor mensen die geen De belangrijkste verklaring ligt bij de verhoogde instroom van erkende recht hebben op een leefloon, en beschermde vluchtelingen sinds de winter van 2015-2016. Dat zie je bijvoorbeeld ook in de grafiek: het aantal leefloners van buiten de EU vertoont een vanwege hun verblijfsstatus, duidelijke stijging. maar die zich wel in een vergelijk- bare noodsituatie 3 Leefloners, naar herkomst, van 2014 tot 2018 bevinden
EU niet-EU jan. 14 497 360 jul. 14 460 324 jan. 15 481 363 jul. 15 456 378 jan. 16 455 519 jul. 16 471 663 jan. 17 424 921
jul. 17 453 1.073 Een doorgangs- jan. 18 477 1.237 woning is een woning die het jul. 18 494 1.191 OCMW voor een korte periode verhuurt aan mensen die zich in een noodsi- Dak- en thuislozen tuatie bevinden door bijvoorbeeld een uithuiszet- Er zijn geen officiële cijfers over het aantal dak- en thuislozen in Leu- ting, brand of gezinsconflict, of ven. We weten wel dat 80 mensen in 2016 hun referentieadres hadden doordat ze dak- bij OCMW Leuven, en dat OCMW Leuven in 2017 123 aanmeldingen loos zijn voor een doorgangswoning kreeg. CAW Oost-Brabant bood in de winter van 2017-18 aan 63 mensen een slaapplaats aan. CAW Oost-Bra- bant heeft ook een outreachwerking, die zelf op daklozen toestapt: die bereikte in de periode 2017-2018 in totaal 184 mensen.
133 Leuven in cijfers - Omgevingsanalyse
Armoederisico voor kinderen en jongeren
Er bestaan verschillende indicatoren om het risico op kinderarmoede in te schatten. Dat risico neemt toe: • wanneer de ouders alleenstaand zijn • wanneer kinderen of jongeren opgroeien in een gezin met een lage werkintensiteit, of een gezin dat moet rondkomen met een De werkinten- (equivalent) leefloon siteit van een huishouden is het • wanneer de kinderen recht hebben op een verhoogde tegemoet- aantal maanden koming in de ziekteverzekering dat alle leden van • wanneer ze indicatorleerling zijn of vroegtijdig de school verlaten. een huishouden van 18 tot 59 jaar (exclusief stu- Ook het aantal geboortes in kansarme gezinnen is een indicator voor denten) werkelijk gewerkt hebben, kinderarmoede. gedeeld door het aantal maanden 4 dat ze maximaal Indicatoren voor kinderarmoede in 2017 hadden kunnen werken. Vlaams centrum- Leuven Gewest steden Mensen met een laag inkomen alleenstaande ouders 18,8% 16,6% 20,1% hebben recht op (equivalent) leefloon met kinderen 18,8% 30,6% 27,4% een verhoogde tegemoetkoming verhoogde tegemoetkoming 16,1% 13,7% 24,7% voor gezond- indicatorleerlingen 18,2% 32,2% 38,4% heidszorg. Zij en hun kinderen be- vroegtijdig schoolverlaters 13,8% 10,7% 16,4% talen dan minder geboorten in een kansarm gezin* 20,2% 12,8% 21,8% bij de dokter, bij de apotheker of gezin met lage werkintensiteit 10,4% 10,6% 16,7% in het ziekenhuis. * cijfers voor 2016 Indicatorleer- ling: leerling die opgroeit in een In Vlaanderen is kinder- en jongerenarmoede vooral geconcentreerd in gezin dat een de centrumsteden, en dus ook in Leuven. Opvallend is met name het schooltoelage ontvangt, of van hoge aantal geboorten in kansarme gezinnen. In Leuven bedraagt dat wie de moeder 20,2%: beduidend hoger dan het gemiddelde voor het Vlaams Gewest geen diploma se- cundair onderwijs (12,8%). Vergelijken we de 1.132 deelgemeenten van Vlaanderen, dan of getuigschrift staat de deelgemeente Leuven met 36,7% zelfs op de vijfde plaats (cij- van het zesde fers voor 2016). Bij iets meer dan een derde van de geboorten in kans- middelbaar heeft. arme gezinnen is de moeder niet van Belgische origine. Zulke gezinnen zijn vaak op vele vlakken kansarm: volgens Kind&Gezin heeft 85% een onregelmatig of te laag inkomen, zit 81% in een precaire arbeidssitu- atie, is in 79% het opleidingsniveau van de ouders laag, scoort 61% onvoldoende op huisvesting, en scoort ongeveer 30% onvoldoende op stimulatieniveau en gezondheid.
134 ARMOEDE
Buurten met meer kwetsbare gezinnen
Kind&Gezin heeft geen cijfers per wijk. We weten echter dat kinderar- moede vaker voorkomt in buurten met veel gezinnen die kinderen onder de 12 jaar hebben en moeten rondkomen van een leefloon. In Leuven zijn zulke kwetsbare gezinnen vooral te vinden in de binnenstad, de omge- ving van de Tervuurse en de Naamsepoort, in het zuiden van Kessel-Lo en in Blauwput, en in de sociale woningbouw in het algemeen. Aantal 0- tot 12-jarigen in gezinnen met recht op (equivalent) leefloon5