VVE

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’

GGD Gooi & , afdeling Jeugdgezondheidszorg en gemeente Wijdemeren

Juni 2011

Documenteigenaar: Gemeente Wijdemeren en Jeugdgezondheidszorg GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Inhoudsopgave

1. Taalstimulering in Wijdemeren 2. Procedure indicatie en verwijzing via jeugdgezondheidszorg 3. Bijlage 1: Aanvraag informatiegesprek 4. Bijlage 2: Adressen VVE- peuterspeelzalen en kinderopvang 5. Bijlage 3: MLCAS code 6. Bijlage 4: Taalbezoek 7. Bijlage 5: Achtergrondinformatie taal en taalontwikkeling 8. Bijlage 6: Stroomdiagram

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 2 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

1.Taalstimulering in Wijdemeren

Voorgeschiedenis Kinderen in achterstandssituaties hebben bij aanvang van het basisonderwijs (op 4 jarige leeftijd) een grotere kans op een onderwijsachterstand. Deze achterstand kan mogelijk eerder ingelopen worden door kinderen vanaf de leeftijd van 2 jaar op sociaal, emotioneel en cognitief gebied te ondersteunen. Deze ondersteuning kan vorm krijgen middels voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Een voorbeeld van VVE is het Piramide programma of het programma Uk en Puk waarmee gewerkt wordt op een aantal peuterspeelzalen en kinderop- vang.

Probleem Niet alle doelgroepkinderen nemen deel aan een van de VVE-instellingen in Wijdemeren. Het gaat er in de praktijk om dat kinderen met een grotere kans op een onder- wijsachterstand naar de peuterspeelzaal toegeleid worden.

Doel Toename van de plaatsing van het aantal doelgroepkinderen in een VVE-peuterspeelzaal.

Doelgroepdefiniëring Wijdemeren Doelgroepkinderen zijn gedefinieerd volgens de weging van leerlingen in het basisonderwijs en bestaan uit (code P): kinderen van laag opgeleide ouders: o maximaal basisonderwijs of (V)SO-ZMLK; o maximaal LBO/VBO, praktijkonderwijs of VMBO basis-of kaderberoepsge- richte leerweg.

De gemeente Wijdemeren heeft deze categorie uitgebreid met door de GGD (op basis van professionele inschatting) te indiceren doelgroepkinderen (code Q): taalzwakke kinderen; kinderen met een sociaal medische indicatie; kinderen in een taalarme omgeving: risico op taalachterstand door onvoldoende taalaanbod in het Nederlands.

Voorwaarden Aan het uitvoeren van een VVE-programma zijn in Wijdemeren de volgende voorwaarden gesteld: - In een peutergroep van maximaal 16 kinderen, is max. 50% van het totaal aantal kin- deren VVE-geïndiceerd; - De doelgroepkinderen bezoeken minimaal 10 uur op de peuterspeelzaal of kinderop- vang. (Als doelgroepkinderen minder dan 10 uur per week naar een kinderdagopvang gaan, zullen de overige inzetbare uren op een peuterspeelzaallocatie moeten plaats- vinden); - Er staan twee gediplomeerde leidsters op de groep; - De leidsters zijn geschoold in (of in opleiding voor) het uitvoeren van het VVE- programma; - Er vindt een warme overdracht plaats van de VVE-doelgroepkinderen naar de basis- scholen door middel van het overdrachtsformulier; - Ouderbetrokkenheid is vormgegeven (VVE-indicatie is door het consultatiebureau besproken met de ouder); - De VVE-instelling voldoet aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de Wet OKE en het besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 3 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

2.Procedure indicatie en verwijzing via jeugdgezondheidszorg

Consult GGD: Indicatie voor VVE-VVE-instelling is mogelijk op 4 momenten; - 12 maanden (verpleegkundige): de verpleegkundige checkt of het kind binnen de VVE-doelgroep valt; - 14 maanden (JGZ-arts): het kind is nog te jong om al taalachterstand te kunnen vast- stellen, maar potentiële achterstand kan wel gesignaleerd worden op basis van het feit dat ouders allebei geen Nederlands spreken of een laag opleidingsniveau heb- ben; - 20 maanden (verpleegkundige): de spraaktaalontwikkeling wordt bekeken; - 2 jaar en 3 maanden (JGZ-arts) en - 3 jaar: voor deze laatste contactmomenten geldt dat ook de verpleegkundige en eventueel de logopedist naar het kind kijken. Er kan een taalachterstand worden ge- signaleerd.

Tijdens het consult checkt de verpleegkundige/JGZ-arts of het kind binnen de VVE- doelgroep valt. Indien dit zo is bespreekt zij met de ouder(s) de plaatsing op een VVE- instelling; - dat het kind (op 2 jarige leeftijd) in aanmerking komt voor een VVE-instelling met extra voorschoolse activiteiten; - dat de leidster van de VVE-instelling een afspraak met de ouder(s) wil maken om meer over de instelling te vertellen (informatiegesprek).

Werkwijze; van kennismaking tot plaatsing 1. Wanneer ouders geïnteresseerd zijn, vult de verpleegkundige/JGZ-arts (met toe- stemming van de ouders) een formulier in voor het aanvragen van een informatiege- sprek (zie bijlage 1). De ouders krijgen een informatiefolder van de VVE-instelling mee. Ouders die geen gesprek willen, krijgen schriftelijke informatie over de VVE- instelling mee (informatiefolder). Doelgroepkinderen waarvan de ouders geen inte- resse hebben voor een VVE-instelling krijgen een aantekening in het dossier, zodat er later op terug gekomen kan worden. In het digitaal kinddossier wordt genoteerd: aanmelding VVE-instelling ja/nee. 2. De verpleegkundige/JGZ-arts neemt contact op met de VVE-instelling voor een ken- nismakingsgesprek en stuurt het indicatieformulier digitaal naar de contactpersoon van de betreffende VVE-instelling op. Ouders ontvangen een kopie van het ingevulde indicatieformulier. Wanneer plaatsing op de gewenste locatie niet mogelijk is, wordt er door de verpleegkundige/JGZ-arts naar een andere plek gekeken. 3. De VVE-instelling neemt telefonisch contact op met de ouder(s) voor een informatie- gesprek. Tijdens het gesprek bespreekt de leidster de werkwijze en het aangeboden VVE-programma. Vervolgens vraagt de leidster aan de ouder(s) of ze het kind willen aanmelden en vullen samen het intakeformulier van de instelling in en vermelden dat het kind VVE-geïndiceerd is. 4. Vervolgens bevestigt de VVE-instelling via een mail aan de verpleegkundige/JGZ-arts of het kind het geplaatst is of niet. 5. De verpleegkundige/JGZ-arts geeft in het digitale kinddossier of het VVE-kind ge- plaatst is. 6. Bij wijziging in het VVE-aanbod (bijv. verhuizing of langdurig verzuim) geeft de leid- ster dit door aan de verpleegkundige/JGZ-arts. 7. De verpleegkundige/JGZ-arts maakt met betrekking tot punt 6 een aantekening in het dossier en komt er bij het volgende consult met de ouders op terug en bekijkt op wel- ke wijze het probleem opgelost kan worden.

NB. Als een leidster van een peuterspeelzaal of kinderopvang het idee heeft dat het kind een bepaalde taalachterstand heeft, kunnen zij met toestemming van de ouders verwijzen naar

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 4 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren de jeugdgezondheidszorg (JGZ). De leidster neemt telefonisch of via de e-mail contact op met de JGZ.

Volgend consult Bij een volgend consult vraagt de verpleegkundige/JGZ-arts aan ouders van doelgroepkinde- ren of het kind naar een VVE-instelling gaat. Bij niet geïnteresseerden (of afgehaakte) ou- ders, brengt zij de VVE opnieuw onder de aandacht. De mogelijkheid van een kennisma- kingsgesprek met de peuterspeelzaal of kinderopvang wordt weer geopend. In het digitaal kinddossier wordt genoteerd: bezoekt VVE-instelling ja/nee.

NB. 1. Als de ouders niet beide werkzaam zijn waardoor kinderopvangtoeslag niet kan wor- den aangevraagd bij de belastingdienst, worden ze in eerste instantie naar een peu- terspeelzaal met VVE-aanbod verwezen. Als in dit geval géén plek is bij de peuter- speelzaal in de directe omgeving dan kan worden uitgeweken naar een kinderopvang met VVE-aanbod. 2. Als beide ouders beide werkzaam zijn, kan kinderopvangtoeslag door de ouders bij de belastingdienst worden aangevraagd. Deze kinderen worden verwezen naar kin- deropvang met VVE-aanbod. 3. Alleenstaande werkende ouders kunnen ook kinderopvangtoeslag aanvragen bij de belastingdienst. In dit geval wordt een VVE-kind ook verwezen naar kinderopvang met VVE-aanbod.

Uitgangspunt voor werkwijze: van plaatsing tot uitbetaling 1. Als het kind bij een VVE-instelling geplaatst is, registreert de peuterspeelzaal wan- neer het kind start met het VVE-aanbod en wanneer het kind stopt met het VVE- aanbod. Wanneer er wijzigingen plaatsvinden dan wordt dit ook aangegeven. Aange- zien de ouderbijdrage inkomensonafhankelijk is, zijn de totale kosten voor een VVE- peuterplaats € 1.800,- per jaar. 2. Bij aanvang hebben de ouders van de GGD te horen gekregen dat zij bij deelname aan VVE-aanbod een eigen bijdrage van € 200,- per jaar dienen te betalen aan de VVE-instelling. 3. De gemeente vraagt één keer per half jaar de geïndiceerde kinderen bij de GGD op. 4. De gemeente hanteert twee uitbetalingen bij de VVE-instelling per jaar, namelijk eind december en eind juli. De VVE-instelling geeft aan hoeveel kinderen zij halfjaarlijks hebben opgevangen en hoeveel maanden deze kinderen VVE-aanbod genoten heb- ben (op basis van 10 uur per week). Op basis hiervan wordt achteraf uitbetaald. 5. De gemeente betaalt de kosten minus de ouderbijdrage van € 200,- door aan de VVE-instelling. 6. De VVE-instelling berekent op basis van deze gegevens ook de ouderbijdrage voor de ouders.

Betalingswijze voor ouders met een inkomen op bijstandsniveau 1. De gemeente vraagt één keer per half jaar de geïndiceerde kinderen bij de GGD op. 2. De afdeling Dienstverlening checkt of er kinderen van bijstandsgerechtigden behoren tot de doelgroep en deelnemen aan een VVE-programma bij een VVE instelling met peuterplaatsen. 3. Ouders van doelgroepkinderen met een inkomen op bijstandsniveau die de ouderbij- drage van € 200,- per jaar niet kunnen betalen, worden geïnformeerd over mogelijk- heid in aanmerking te komen voor een vergoeding van de ouderbijdrage. 4. De ouders kunnen een aanvraag indienen bij de afdeling Dienstverlening. 5. De afdeling Dienstverlening beoordeelt of de ouderbijdrage vergoed kan worden door middel van bijzondere bijstand.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 5 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

6. Afhankelijk van de afspraken tussen de afdeling dienstverlening en de ouder wordt een keuze gemaakt om de uitbetaling rechtstreek te voldoen aan de peuterspeelzaal of aan de ouder zelf. 7. Eén keer per half jaar wordt de ouderbijdrage definitief vastgesteld op basis van het aantal deelgenomen maanden en uitgekeerd aan de VVE-instelling of aan de ouder (s) zelf.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 6 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 1 Aanvraag informatiegesprek

Aaanvraag voor een informatiegesprek met peuterspeelzaal/Kinderopvang Loosdrecht Ankeveen//’s-Graveland ’t Appeltje Knuttegrut Nijntje/Teddybeer De Optimist SKG Gruthut De Pinkenstal De Bergertjes

Gegevens kind

Achternaam ……………………………………………………………………..

Roepnaam ……………………………………………………………………..

Indicatie ( ) P (gewichtenregeling) ( ) Q (indicatie GGD)

Geslacht ……………………………………………………………………..

Geboortedatum ……………………………………………………………………..

Burger Service Nummer ……………………………………………………………………..

Nationaliteit ……………………………………………………………………..

Adres ……………………………………………………………………..

Postcode en woonplaats ……………………………………………………………………..

Telefoon ……………………………………………………………………..

Eventuele bijzonderheden ……………………………………………………………………..

Dit aanvraagformulier is samen met de ouders ingevuld door:

Naam JGZ-arts/verpleegkundige ……………………………………………………………………..

Van consultatiebureau ……………………………………………………………………..

Datum ……………………………………………………………………..

De ouders hebben een informatiefolder over de VVE-instelling gekregen. De ouders zijn op de hoogte gesteld van het feit dat zij op korte termijn door de leidster van de VVE-instelling zullen worden gebeld om een afspraak voor een kennismakingsgesprek of huisbezoek te maken.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 7 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 2 Contactpersonen peuterspeelzalen en kinderopvang

Loosdrecht Stichting Eigen en Wijzer: ’t Appeltje, De Optimist en de Pinkenstal Mevr. M. Compagnen Nootweg 2/E 1231 CT Loosdrecht 035-5826035 [email protected]

Ankeveen/Kortenhoef/’s-Graveland Stichting Peuterspeelzaal Ankeveen-Knuttegrut Stichtse Kade 1/A 1244 NT Ankeveen 035-6564113

Stichting Kinderopvang ’s-Graveland Dhr. E Beemster 1243 ZK ’s-Graveland 035-6569785 [email protected]

Nederhorst den Berg Nijntje/Teddybeer Dhr. R. v/d Berg Jan Steenhof 23 1394 GA Nederhorst den Berg 0294-252205

Stichting De Gruthut Reigerlaan 7 1394 CK Nederhorst den Berg 06-51852827

De Bergertjes Mevr. J. Quick Vreelandseweg 33A 1394 BL Nederhorst den Berg Telefoon: 0294-252400

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 8 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 3 MLCAS code

Code doelgroepkind

Rond de leeftijd van 12 maanden krijgt het kind dat binnen de doelgroep van VVE (Voor en Vroeg schoolse opvang) valt één van de onderstaande cliëntcodes in MLCaS: cliëntcode P = Taalstimulering - VVE, weging landelijke gewichtenregeling cliëntcode Q = Taalstimulering - VVE, weging gemeente/GGD Deze cliëntcode wordt in MLCAS geregistreerd onder Zorggegevens. Dit wordt gedaan tijdens het reguliere consultatiebureau bezoek door de verpleegkundige.

Code intentie taalhuisbezoek

Rond de leeftijd van 14 maanden (bij het reguliere consult) krijgt het kind dat binnen de doel- groep VVE valt, maar waarvan nog geen aanmeldingsformulier is ingevuld, van de JGZ-arts (cb-assistente) 2 ruiterdata in MLCAS onder Planning: 1. ruiterdatum voor 18 maanden met invoercode P (het planbureau geeft bij het uitdraaien van de ruiters aan de verpleegkundige door dat dit kind op de lijst staat voor een huisbezoek 2. ruiterdatum voor 20 maanden (zonder invoercode P) dit is voor het reguliere 3. consult

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 9 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Code uitvoering taalhuisbezoek

Code I (I indicatie VVE HB gehad) De cliëntcode I krijgt een kind om aan te geven dat een taalhuisbezoek op indicatie heeft plaatsgevonden. Deze cliëntcode wordt door de verpleegkundige gegeven rond de leeftijd van 18 maanden en in MLCAS ingevoerd onder Zorggegevens. Eventuele andere codes blijven in MLCAS staan.

Code VVE Cliëntcode G (gaat naar VVE Peuterspeelzaal) Deze cliëntcode krijgt een kind om aan te geven dat het werkelijk gebruik maakt van een VVE peuterspeelzaal. De code wordt door de JGZ-arts gegeven rond de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden, tijdens het reguliere consult. De cliëntcode wordt in MLCAS geregistreerd onder Zorggegevens. Dit wordt gedaan tijdens het bezoek aan het consultatiebureau.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 10 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Het kind kan i.v.m. deze taalstimulering – VVE 3 cliëntcodes in het systeem hebben staan. 1. P = Taalstimulering - VVE (kind valt binnen de doelgroep, weging gemeente) òf Q = Taalstimulering - VVE (kind valt binnen de doelgroep, weging cb) 2. I = indicatie VVE HB gehad (verpleegkundige is op huisbezoek geweest rond de leeftijd van 18 maanden) 3. G = gaat naar VVE Peuterspeelzaal (kind gaat naar VVE peuterspeelzaal).

In het JGZ-dossier worden de gegevens eveneens geregistreerd.

NB. Geen vorige cliëntcodes verwijderen.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 11 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 4 Taalhuisbezoek op indicatie op de leeftijd van 20 maanden Is dit onderdeel van de reguliere taken of een extra dienst van de GGD? En is dit nodig voor Wijdemeren?

Doel

 Doelgroep kinderen toeleiden naar een VVE-instelling  Ouders advies en voorlichting geven over het stimuleren van taalontwikkeling (taalbe- grip en taalproductie).

Tijdsinvestering 20 minuten huisbezoek, 10 minuten reistijd

Voorbereiding huisbezoek (telefonisch contact) - Terugkomen op het bezoek van het kind op het consultatiebureau met 14 maanden, waarin de jeugdgezondheidszorg (JGZ) arts de VVE instelling besproken heeft; - Aangeven dat het belangrijk is voor het kind om extra aandacht te besteden aan het sti- muleren van de taalontwikkeling (vooral bij anderstalige ouders); - Een huisbezoek aanbieden om verder over taalontwikkeling en VVE-instelling te praten; - Bij Turkse en Marokkaanse ouders die slecht Nederlands spreken, kan de hulp van gast- vrouwen (contactvrouw Stap-in of een allochtone peuterleidster) worden ingeschakeld.

Acties tijdens huisbezoek

Algemeen Kennismaking Uitleg geven over de inhoud huisbezoek In gesprek komen met de ouder(s)

Informatie VVE Terugkoppeling naar het laatste bezoek op het consultatiebureau waarin de VVE VVE- instelling besproken is. Informatie geven over VVE-VVE-instelling. Procedure bespreken rondom aanmelding: Aangeven dat de leidster van de VVE-instelling een afspraak met de ouder(s) wil maken om meer over de instelling te vertellen (informatiegesprek). NB In Wijdemeren kunnen doelgroepkinderen het programma Piramide en Uk en Puk volgen.

Voorlichting taalontwikkeling/-stimulering Voorlichting en advies over de normale taalontwikkeling en de fasen waarin deze ver- loopt Instructie geven gericht op stimulering van de taalontwikkeling Voorwaarden voor taalaanbod o Vindt u het belangrijk om veel met uw kind te praten? o In welke situaties praat u vooral met uw kind? o Wat doet u er zelf aan om uw kind goed te leren praten? Omgang met tweetaligheid o Welke taal spreekt u thuis met uw kind? o Worden er thuis ook andere talen gesproken? o Hoe wilt u uw kind Nederlands leren?

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 12 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Ouders worden gewezen op de informatie over taal in het groeiboekje. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van schriftelijke voorlichtingsmateriaal. Ook kan een bezoek aan bibliotheek als suggestie gegeven worden.

Vervolgafspraak Afspraken maken voor het volgend contact, afhankelijk van de zorgbehoefte(n) Bezoek consultatiebureau (regulier contactmoment) Huisbezoek (extra contactmoment op indicatie)

Verwijzing Wanneer ouders geïnteresseerd zijn in een VVE instelling volgt actie (volgens de gemaakte afspraken in de gemeente Wijdemeren): Er wordt (met toestemming) een formulier ingevuld voor het aanvragen van een informatiege- sprek. Het formulier wordt digitaal naar de contactpersonen van de VVE-instelling gestuurd.

Registratie In het digitaal kinddossier worden gespreksonderwerpen, adviezen en bijzonderheden geregistreerd. Ook wordt genoteerd of het kind wel of niet wordt aangemeld voor een VVE-instelling. In MLCAS volgt registratie van het huisbezoek

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 13 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 5 Achtergrondinformatie taal en taalontwikkeling bronnen: van brabbelen tot spreken (LVT 2002) informatie taalprojecten (Thuiszorg / GGD Gooi & Vechtstreek)

Taalontwikkeling

Vanaf 7 maanden, brabbelen

Rond deze leeftijd gaan kinderen de klanken, intonaties en zinsmelodie nabootsen. Vlak na het ontdekken van ‘mama’ verschijnt het allereerste woord. Dit is de fase van de één- woord zinnen. Het kind gaat steeds meer begrijpen en nadoen; het leert betekenissen omdat intonaties verbonden worden aan handelingen.

Vanaf 2 jaar, 2-woordzinnen

Kinderen gaan relaties leggen en die uiten in een taal; de zinsbouw ontstaat. Tussen het 2e en 3e jaar worden de zinnen langer en gaat een kind een steeds grotere varia tie aan woordenschat gebruiken. Dat is de fase van de meerwoord zinnen. Naarmate de zinnen langer worden, wordt de grammatica belangrijker en ontstaan taalregels. Het kind heeft hier goede taalvoorbeelden voor nodig.

Taalstimulatie

Voorwaarden voor taalaanbod (creëren van gewoonten en rituelen rondom praten)

Tips vanaf 1 jaar: o gesprekjes voeren tijdens dagelijkse activiteiten o samen spelen o liedjes en versjes zingen, het kind vindt het leuk en probeert de ouder na te doen o platen en boeken bekijken en er over praten o duidelijk praten en niet te snel o kind regelmatig een compliment geven als het een woord goed gebruikt

Tips vanaf 2 jaar: o de tijd nemen om te luisteren naar de verhalen van het kind, stel vragen o vragen die het kind stelt zoveel mogelijk proberen te beantwoorden o samen boeken lezen, het is goed om vaak dezelfde boeken te lezen o samen kinderprogramma’s op televisie kijken en er daarna over praten o het kind verbeteren als het een woord of zin verkeerd zegt, doe het altijd goed voor

Omgang met tweetaligheid (taalontwikkeling eigen taal en Nederlandse taal)

Bij tweetalige opvoeding is taalstimulering in beide talen belangrijk om de eigen taal én het Ne- derlands goed te leren beheersen. eerste taal: moedertaal Het advies wordt gegeven om het kind thuis op te voeden in de eigen moedertaal. Communica- tie tussen ouder en kind staat voorop. Dit gaat het beste als ouders de taal gebruiken die zij het

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 14 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren makkelijkst vinden. Het is van belang dat ouders de taal aan hun kind correct aanbieden, kinderen leren namelijk de structuuropbouw van taal door de taal die zij horen. De ontwikkeling van de eigen taal is voor kinderen ook belangrijk om te kunnen praten met familieleden. Deze taal maakt kinderen verder bewust van hun achtergrond en kan helpen bij de vorming van hun identiteit. tweede taal: Nederlands Wanneer kinderen de taalstructuur van hun moedertaal goed beheersen, kunnen zij het Nederlands als tweede taal zonder veel problemen leren. Rond de peuterleeftijd (2 jaar) moet het kind dan ook de Nederlandse taal aangeboden krijgen. Wanneer ouders zelf goed Nederlands spreken kunnen zij dan de één-taal-één-situatie strategie (bijvoorbeeld thuis eigen taal, buitenshuis Nederlands) of de één-persoon-één-taal strategie (éen ouder eigen taal, ander ouder Nederlands) toepassen. Het gescheiden aanbieden van de verschillende talen aan het kind stimuleert de ontwikkeling van beide talen. Kinderen die thuis geen Nederlands horen spreken, krijgen het (dwingende) advies om naar een Nederlandstalige peuterspeelzaal te gaan. Bij aanvang van het basisonderwijs moet het kind de Nederlandse taal voldoende kunnen spreken. Beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar voor succes op school. Over het algemeen verloopt de taalontwikkeling van een tweetalig kind in een lager tempo dan die van een ééntalig kind.

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 15 GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling JGZ, Peuterspeelzalen en Kinderopvang Wijdemeren

Bijlage 5 Stroomdiagram Contactmoment: Actie:

12 maanden: einde actie binnen Consult gewichten- verplee g- regeling + kundige dossier indi catie GGD

14 maanden: einde actie

Consult VVE -formulier JGZ-arts invullen en opsturen ML Cas taal hb

20 maanden:

einde actie

Consult verpleeg- VVE-formulier kundige/ invullen en Evt. taalhuis- opsturen dossier bezoek op indicatie

2 jaar en 3 maanden: einde

Consult actie check VVE- JGZ-arts bezoek - ML Cas code

Afsprakennotitie GGD ‘Doelgroepbepaling en Toeleiding’ 16