NIEUWSBRIEF

Augustus 2018, nr. 8

n deze nieuwsbrief voor augustus wordt begonnen met een in memoriam over Ni- kola Tesla. Ook staat hier een vervolg van de rubriek ‘een stukje radiohistorie’.

I Ondergetekende heeft in juli een prima vakantie gehad (in Drenthe) en dus nu weer full swing beschikbaar. Nog vakantiegangers die leuke (radio) dingen hebben mee- gemaakt tijdens de vakan- tie? Zo ja, laat het me maar weten.

Bert Trumpie, PC4Y

Inhoudsopgave

Nikola Tesla ...... 2 Waar Nikola Tesla stopte ...... 5 Een Stukje radio historie (2) ...... 6 V.H.F. en taalproblemen ...... 9 Belevenissen in het radiostation ...... 11 Leuk om te weten (vervolg) ...... 13 International Light House Wekend ...... 16 Mutaties Radiostation ...... 18 Bielefeld 2018 Morse contest ...... 19 Nieuw gezicht aan boord ...... 20 Meet and greet ...... 20 Reminder ...... 20

1

Nikola Tesla ikola Tesla (Servisch: Никола Тесла) (Smiljan, 10 juli 1856 – New York, 7 januari 1943) was een Servisch-Amerikaanse uitvinder, elektrotechnicus en N natuurkundige. Hij wordt gezien als een van de grootste ingenieurs en uitvin- ders aller tijden.

Nikola Tesla is bij het grote publiek vooral bekend als de uitvinder van de wisselstroomgenerator, de wisselstroomelektromotor en van andere belangrijke componenten van het huidige elektriciteitsnet. Deze apparaten waren in rudimentaire vorm meestal al voor Tesla's tijd ontwikkeld door eerdere ingenieurs. Tesla's verdienste was dat hij het wisselstroomprin- cipe veel verder ontwikkelde en bijna alle benodigde apparaten voor een op wisselstroom gebaseerd be- trouwbaar elektriciteitsnet sterk verbeterde of zelf ontwierp. Tesla was al bij zijn leven een bekend en beroemd geleerde maar verloor veel prestige door zijn op latere leeftijd gedane onbewezen beweringen over techniek en wetenschap. Hij werd in de Verenigde Staten het toonbeeld van de gekke ge- leerde. Anderen noemden hem liever idealistisch en niet-commercieel en daarin een tegenpool van zijn eveneens beroemde concurrent-uitvinder Thomas Alva Edison.

Naar Tesla is in 1960 de eenheid van magnetische fluxdichtheid vernoemd, de tesla (symbool T).

Jonge jaren Nikola Tesla werd geboren in Smiljan in de provincie Lika van het toenmalige keizer- rijk Oostenrijk, tegenwoordig Kroatië. Over zijn exacte geboortedatum bestaat onze- kerheid: hij zou rond middernacht van de 9e op de 10e juli 1856 geboren zijn. Hij was de zoon van de Serviërs Milutin Tesla, een Servisch-Orthodoxe priester, en Đuka Mandić.[1] Deze aanbaden zijn briljante oudere broer, Dane, die op 12-jarige leeftijd overleed. Nikola, die toen 5 jaar oud was, voelde de zware last van hun verwachtingen op zijn schouders neerkomen. Na het doorlopen van zijn elementaire opleiding in Kroatië studeerde hij natuurkunde, techniek en filosofie aan de universiteiten van Graz en Praag in het toenmalige Oostenrijk-Hongaarse Rijk. Na een korte tijd in Frankrijk en Duitsland gewerkt te hebben emigreerde hij in 1884 naar de Verenigde Staten, waar hij in New York een baan kreeg aangeboden bij het bedrijf van Edison. In 1891 werd Tesla tot Amerikaans staatsburger genaturaliseerd.

Rivaliteit met Edison Na korte tijd raakte hij in conflict met Edison, een van de grondleggers van General Electric. Edison kreeg een bepaald probleem met een van zijn uitvindingen niet op- gelost en beloofde een flinke beloning te betalen aan degene die dat voor hem kon doen. Tesla nam de uitdaging aan en vond binnen korte tijd de oplossing. Edison weigerde echter de uitgeloofde beloning te betalen en antwoordde: ‘Je begrijpt onze

2

Amerikaanse humor niet, Tesla!’. Kort nadien weigerde Edison om Tesla’s weeksalaris van $18 te verhogen tot $20, waarop Tesla ontslag nam en een eigen bedrijf begon, gesteund door Edisons concurrent George Westinghouse. Tesla verkocht 40 patenten aan Westinghouse die daarmee het monopolie van Edisons General Electric kon bre- ken. In die tijd speelde zich de zogenaamde War of the Currents af tussen het wissel- stroomsysteem van Westinghouse en het gelijkstroomsysteem van Edison. Mede dankzij Tesla’s verbeteringen in veel componenten van het wisselstroomnet wist Wes- tinghouse deze strijd te winnen. Na enige tijd was Edison zelfs gedwongen om zijn dure en inefficiënte gelijkstroomsysteem te laten varen en ook op wisselstroom over te gaan. In 1916 accepteerde hij de (AIEE nu IEEE) IEEE Edison Medal, vernoemd naar zijn rivaal.

Slechte zakenman Omdat Tesla, in tegenstelling tot Edison, niet zakelijk ingesteld was, trok hij nooit ten volle profijt van de patenten op zijn uitvindingen. Deze hadden hem in principe schat- rijk kunnen maken maar hij had daarentegen voortdurend problemen met schuldei- sers. Een voorbeeld hiervan is dat toen zijn zakenpartner George Westinghouse in financiële problemen geraakte Tesla zijn lucratieve patentrechten opgaf om hem te helpen. In die tijd begonnen Tesla's patenten net goed geld op te brengen omdat steeds meer steden een elektriciteitsnet aan het opzetten waren waarbij van Tesla's uitvindingen gebruik werd gemaakt. Zo verloor Tesla bijna al zijn inkomstenbronnen terwijl bij Westinghouse het geld binnenstroomde en de eigenaren zo hun bedrijf groot maakten met zijn patenten. Westinghouse Electric Company is tegenwoordig wereld- wijd nog altijd een van de grootste bedrijven op elektrotechnisch gebied.

Laatste jaren en overlijden Vanaf ongeveer 1915 kreeg Tesla geen grote investeerders meer achter zich en hij raakte bij het grote publiek langzaam in de vergetel- heid. Voor wetenschappelijke congressen en andere evenementen werd hij nog wel vaak uitgenodigd. Meestal sloeg Tesla deze uitno- digingen af. Zijn laatste jaren bracht hij door in het hotel The New Yorker in Manhattan, New York, financieel onderhouden door de re- gering van het Koninkrijk Joegoslavië. Tesla stierf in 1943, 86 jaar oud. Twee dagen na de Tesla Museum in Belgrado dood van Tesla nam de regering van de VS (het Office of Alien Property) alle documenten en bezittingen van Tesla in beslag,[2] om te voorkomen dat ze (het was midden in de Tweede Wereldoorlog) in vijandelijke handen zouden vallen. Dat Tesla niet vergeten was door zijn 'vakbroeders' bleek bij zijn uitvaartdienst. Deze werd bijgewoond door talrijke geleerden en ingenieurs. In overeenstemming met zijn testament[bron?] werd zijn lichaam gecremeerd en werden, na de oorlog, zijn persoonlijke bezittingen, archief van laboratoriumverslagen en correspondentie, naar zijn neef in Joegoslavië

3

gestuurd. Later werden deze in het Tesla Museum in Belgrado (zie onder Externe links), tentoongesteld. Hier is ook de urn met zijn as te zien.

Tesla's elektriciteitszender Omstreeks 1900 experimenteerde Tesla voornamelijk met hoogfre- quente wisselstroom in een speciaal laboratorium in Colorado. Hier ont- wikkelde hij o.a. zijn speciale meer- trapstransformator, de 'teslatrans- formator'. In zijn laboratorium had Tesla een reusachtige transformator die meterslange vonken (zelfs bol- bliksems) produceerde via een bol op een hoge mast die uit het dak stak. Door het enorme elektromagnetische veld van deze constructie kon Tesla Tesla Laboratorium in Colorado Springs lampen op honderden meters in de omtrek laten oplichten. Om deze grote magnetische velden op te kunnen wekken had hij grote spoelen in de grond ingegraven. Bewoners van het nabije stadje Colorado Springs klaagden bij de autori- teiten dat hij hen uit hun slaap hield bij zijn vaak nachtelijke experimenten die met spectaculaire 'lichtshows' en oorverdovend lawaai gepaard gingen. Toen Tesla ten slotte de generator van het plaatselijke elektriciteitsbedrijf liet doorbranden was de maat vol en werd zijn vergunning ingetrokken. Tesla ging terug naar New York om zijn testresultaten uit te werken. In het verlengde van zijn hoogfrequentespannings- experimenten probeerde Tesla vervolgens elektriciteit door de lucht te transporteren. Daarom bouwde hij op Long Island een proefinstallatie met zendtoren, bekend als de 'Wardenclyffe Tower'. Maar toen bleek dat het stroomverbruik van eventuele afnemers niet te meten was, trokken de meeste investeerders zich terug. Bovendien zou bij eventueel succes het reeds bestaande elektriciteitsnet met alle investeringen in een klap overbodig en dus waardeloos zijn geworden. Uiteindelijk is door geldgebrek de toren nooit voltooid en heeft Tesla zijn idee ook nooit kunnen bewijzen met een de- monstratie. In de Eerste Wereldoorlog werd de toren gesloopt en als schroot verkocht om gedeeltelijk zijn schulden te betalen.

4

Waar Nikola Tesla stopte en groep onderzoekers van de Amerikaanse universiteit Georgia Tech heeft een manier gevonden om genoeg energie uit radiogolven te halen om kleine E apparaten van stroom te voorzien. Zij gebruiken daarvoor een zeer breedban- dige antenne die geproduceerd wordt met behulp van een inkjet printer.

50 milliwatt

Het apparaat van de Amerikanen vangt de energie op van een zo breed mogelijk fre- quentiespectrum. Vervolgens zet het de radiogolven om naar gelijkstroom en slaat het die stroom op in batterijen of condensators. Zo verzamelden de onderzoekers en- kele milliwatts aan elektriciteit. Dat vermogen was voldoende om een temperatuur- sensor van stroom te voorzien met omgevingselektriciteit. De bron van de elektriciteit was in dit geval het ethersignaal van een lokale televisiezender die ongeveer een halve kilometer van het laboratorium verwijderd is. De ontwikkelaars van het systeem ho- pen dat het in de nabije toekomst zo'n 50 milliwatt aan elektriciteit op kan leveren.

Nikola Tesla

Daarvoor wil het team dan een systeem gebruiken dat niet slechts één frequentieband per keer gebruikt om stroom uit te winnen. Door meerdere banden tegelijk te gebrui- ken, een combinatie van de UHF-band voor televisie en de 2,4 GHz band voor WiFi bijvoorbeeld, moet het dan mogelijk worden om draadloze sensoren en microproces- sors van stroom te voorzien. De wetenschappers stellen dat het systeem wat dat be- treft niet helemaal lijkt op de draadloze elektriciteit die Nikola Tesla ooit voorstelde. Die wilde grote netwerken van torens die elektrische velden uitstralen. Het huidige systeem lijkt meer op het aftappen van stroom uit een batterij.

“Er is veel elektromagnetische energie om ons heen maar niemand is nog in staat geweest om daar gebruik van te maken", aldus professor Manos Tentzeris in een persbericht over de Amerikaanse vinding. In een toekomstig experiment wil het team van Tentzeris zelfs een kleine microprocessor maken die al van stroom wordt voorzien als iemand hem in de lucht houdt.

Inkjetprinter

Vooralsnog gebruiken de Amerikanen inkjetprinters om de apparaten op papier of plastic te printen. Ze gebruiken een inktoplossing van zilveren nanodeeltjes om de radiofrequentiesensoren en de schakelingen te maken. Het huidige prototype kan fre- quenties tussen 100 MHz (in het midden van de FM-band) tot 15 GHz (radar) omzet- ten in stroom.

De wetenschappers denken dat deze apparaten binnenkort algemeen verkrijgbaar zijn. De techniek kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor sensoren die het milieu in de gaten moeten houden, het onder spanning houden van RFID-tags of zorgen dat belangrijke apparaten een noodsignaal kunnen geven als er geen elektriciteit meer is. Het systeem is vrij goedkoop te produceren.

5

Een Stukje radio historie (2)1 Internationale reglementering

e allereerste, zij het nog voorlopige samenkomst voor de internationale regle- mentering van het radiotelegrafisch verkeer vond plaats te Berlijn op 4 au- D gustus 1903. Aan deze conferentie namen de volgende landen deel: Duits- land, Oostenrijk, Hongarije, Spanje, Amerika, Frankrijk, Engeland, Italië en Rusland. De voornaamste punten uit het ,,Protocole final,, betroffen aanbevelingen voor de re- geling van het draadloos verkeer tussen kust- en scheepsstations. Het gaf een defini- tie van het begrip kuststation en het stelde zulk een station verplicht radiotelegram- men van schepen op te nemen dan wel voor schepen bestemde telegrammen aan die schepen door te geven, ongeacht het systeem voor draadloze telegrafie dat aan boord van het schip was geïnstalleerd.

Het was duidelijk dat deze formulering haar grondslag vond in de pogingen van som- mige maatschappijen om het draadloos verkeer te monopoliseren. Op 3 november 1906 werden te Berlijn de eindprotocollen getekend van de inmiddels bijeengeroepen definitieve conferentie, waaraan dertig landen deelnamen, waaronder Nederland.

Voor de opstelling van de bepalingen van het internationaal reglement zorgde een speciale commissie uit de afgevaardigden, namens welke de Nederlander M. Kruyt als rapporteur optrad. Over één punt kon men het niet eens worden, namelijk over de verplichting dat ook schepen telegrammen moesten kunnen uitwisselen zonder acht te slaan op het draadloos systeem dat zij gebruikten. Daarom maakte men van deze bepaling een ,,engagement additionnel". Dit werd door alle deelnemende landen ge- tekend, behalve Engeland, Italië, Japan, Mexico, Perzië en Portugal.

Ieder land was - voor wat dit aanhangsel betreft - gerechtigd te allen tijde op zijn handtekening terug te komen. De Nederlandse scheepvaartmaatschappijen die be- langstelling toonden voor het uitrusten van hun schepen met draadloze telegrafie, werden aanvankelijk door de Compagnie de TSF en na 1913 door de S.A.I.T. bediend.

Onder de eerste employés die de Compagnie de TSF aanstelde behoorden twee Ne- derlandse, jongemannen, afkomstig van het Regiment Genietroepen te Utrecht, na- melijk L.G. Lucas en R. C. A. Kroes. Zij bewezen dat de legende van de maarschalks- staf in een ransel niet altijd een loos verhaal is, maar wel degelijk een grond van waarheid bevat. Beiden sloten hun loopbaan in dit nieuwe vak af nadat zij tot hoge posities bij hun maatschappijen waren opgeklommen. De eerste bij de S.A.I.T., de laatste - na een aanvankelijke werkzaamheid bij de S.A.I.T. - bij de hierna nog ver- scheidene malen te noemen Nederlandsche Telegraaf Maatschappij Radio-Holland.

Wat gebeurde er met ‘de draadloze’ in Nederland?

Een zeevarende natie als Nederland zou haar tijd slecht hebben begrepen, wanneer de uitvinding van de draadloze telegrafie haar ongeïnteresseerd had gelaten. Dat was dan ook niet het geval: integendeel, Nederland stond bij de bestudering en de

1 Uit PDRH nr. 3 november 1968; het maandblad voor het personeel van Radio Holland.

6

toepassing van de radio vooraan. De ook in Nederland opkomende radio vond bij de PTT een man, die tegen haar was opgewassen. Dat was de heer H. J. Nierstrasz, elektrotechnisch hoofdambtenaar, die door studie, aanleg en een vurige belang- stelling voor het nieuwe in zijn vak inzicht had gekregen in een techniek, die toen door weinigen werd gekend en begrepen. A1 in 1902 werd onder zijn leiding een draadloze verbinding tot stand gebracht tussen Hoek van Holland en het Lichtschip Maas. Misschien zou het eerder gebeurd zijn, maar het kan niemand verbazen, dat er in Nederland eerst een commissie moest worden benoemd.

Te zelfder tijd hield de Marine proefnemingen met toestellen van Telefunken en van de Franse combinatie Branly-Popp. Een verbinding werd door haar tot stand gebracht tussen het wachtschip Wassenaer te Amsterdam, de Grote Kerk in Kampen en de Martinitoren in Groningen. Niet zonder een spoor van trots constateerde men, ,,dat de Zuiderzee bedwongen was". De heer Nierstrasz werd, na de geslaagde experimen- ten met het lichtschip Maas, van rijkswege belast met het ontwerpen en bouwen van het eerste officiële radiokuststation, dat in verbinding zou moeten treden met de sche- pen op zee, nadat het station Hoek van Holland provisorisch als voorloper had ge- diend. De Nederlandse overheid wilde met dit ,,zelf doen" voorkomen, dat zij zou wor- den genoopt de Marconi-maatschappij te vergunnen zulk een landstation te bouwen en te exploiteren.

Kuststation Scheveningen Haven met Harp antenne 1904-1910

Het later zo beroemde kuststation Scheveningen-haven (roepletters SCH) kwam op 15 december 1904 gereed. Om volkomen onafhankelijk te kunnen experimenteren, rustte het Rijk tevens drie schepen van de Maatschappij Zeeland, die de dienst Vlis- singen-Queensborough onderhielden, met installaties voor draadloze telegrafie uit.

7

Het kuststation werd in latere jaren zo beroemd om zijn feilloze service en het werd zo vereenzelvigd met het, als een vuurstoot van een mitrailleur uitgeknetterde roep- teken SCH, dat het als een onwaardige vermomming werd gezien, toen een interna- tionaal overeengekomen herdistributie van roeptekens het dwong van lettergroepe- ring te veranderen. Met ieders medewerking bleef de verandering beperkt tot de S die een P werd. PCH zette van dat ogenblik af de glorierijke traditie voort; waarbij CH geseind bleef in de vierstrepenvorm van het morseschrift! De reglementering van de radio was weldra, nationaal en internationaal, een druk beoefende bezigheid van de wetgevers. Alle wetgevingen hadden dit gemeen, dat alvorens een particuliere onder- neming er toe kon overgaan om rijen telegraafpalen op te richten in het landschap en dwars door de steden of via een kabel over de vrije zeebodem twee landen met elkaar te verbinden, zij een concessie, een bewilliging moest hebben van de overheid.

Uit een oogpunt van maatschappelijke orde was dit onvermijdelijk. Maar hoe moest die overheid nu plotseling staan tegenover zoiets ongrijpbaars als draadloze telegra- fie? Hier behoefde niets te worden ingegraven of op openbaar terrein te worden opge- richt. Het bezorgen van overlast aan derden was uitgesloten. Geen wetsbepaling zat zo ruim in haar kleed, dat zij gelijkelijk van toepassing kon zijn op een communica- tiemogelijkheid, die alleen met behulp van spaden, houwelen en kruiwagens tot stand kon komen, als op een die niet meer behoefde dan een mast op een particulier erf, een gebouwtje voor het onderbrengen van enkele elektrische machines en een knet- terende vonk. De Telegraafwet van 1852, die al moeite had met de telefoon, wist met de draadloze geen raad.

De traagheid, waarmede nationale wetgevingen een revolutionaire technische nieu- wigheid opvangen en verwerken, voerde tot een vrijheid van handelen, die ons in deze dagen van strenge radio-ordening als een tijdperk van arcadische gelukzaligheid voor- komt en die een vorm van heimwee oproept. Men denke aan de privé-radioverbinding, die het Algemeen Handelsblad te Amsterdam met behulp van de Marconi-maatschap- pij schiep tussen de Overtoom en het Engelse plaatsje Broomfield. Dat was in 1903. De verbinding diende voor uitwisseling van nieuwsberichten.

Maar in 1904 vulde de Nederlandse Wetgever, in een nieuwe Telegraaf en Telefoonwet, het vacuüm op. Het slot van artikel 1 luidde: ,,Zowel in dit als in de volgende artikelen zijn onder telegrafen en telefonen tevens begrepen, radiotelegrafen en radiotelefonen". Bij Koninklijk Besluit van 6 maart 1905 S90 (steunende op art. 12 van de Wet) snoerde de Overheid ook de vrijheid voor niet-openbare telegrafen en telefonen in, door te bepalen dat voor het aanleggen of gebruiken van ,,enige elektrische inrichting, bestemd voor het niet-openbaar telegrafisch en telefonisch verkeer door middel van toestellen die op de eindpunten niet onderling door draden of geleidingen zijn verbon- den" een vergunning van de Minister van Waterstaat nodig was. Hierdoor was het met de hoge sprongen van het Handelsblad gedaan.

Het leger ging in 1905 over tot het beproeven van mobiele radio-veldstations, waarbij als antenne gebruik werd gemaakt van vliegers en van kabelballons. Deze stations waren afkomstig van Telefunken. Ook de Marine had een voorkeur voor Telefunken- apparatuur. Voor een groot deel moet deze voorliefde worden verklaard door het feit,

8

dat de mededeelzaamheid over het hoe en waarom van de werking bij de Telefunken ingenieurs groter was dan bij de deskundigen van de Marconi-maatschappij. Voor een ander deel sprak de Duitse vormgeving van de apparatuur een aangenamer en verstaanbaarder taal tot de Nederlandse smaak dan de Britse.

Op 5 december 1904 werd bij de Marine de Dienst der Draadloze Telegrafie ingesteld. Op 1 juli 1906 treffen wij de luitenant ter zee Th. P. van den Bergh, later een der directeuren van Radio-Holland, aan als commandant van een experimenteer- en oe- fenstation van de Marine in de legerplaats-bij Zeist. Omstréeks 1909 wordt voor het eerst gesproken over de mogelijkheid van een radioverbinding tussen Nederland en Nederlands-Indië. Het is de oud-majoor der Genie van het Koninklijk Nederlands- Indisch Leger L.H.F. Wackers, die in 1915 de Bataafsche Petroleum Maatschappij adviseert bij de voorbereiding van de stichting van een radiotelegrafische verbinding tussen haar vestigingen te Tarakan en Balik Papan.

De Marconi maatschappij gaat het werk uitvoeren. Agent van die maatschappij voor Nederland en Kolo- niën is de N.V. Technisch Bureau Geveke en Co. te Am- sterdam, waaraan majoor Wackers na zijn pensione- ring als adviseur was verbonden. Eenmaal tot stand gekomen, is de nieuwe verbinding een succes. Balik Papan vestigde door het welslagen van de radioverbin- ding in de tropen de aandacht van de heer Wackers, die in 1916 de eerste directeur van R.H zou worden, op de betekenis van een radioverbinding tussen Neder- Majoor L.H.F. Wackers lands-Indië en Nederland. Een groots plan ontstond voor de stichting van een keten van radiozenders, o.m. langs de noordkust van Afrika. Dit initiatief werd echter gesmoord in een oceaan van bezwaren en tegenwerking, vooral van de zijde der mogendheden, die soevereiniteit uitoefenden over de landen en volken van de Afrikaanse noordkust. (wordt vervolgd)

F. Roosingh

V.H.F. en taalproblemen Het is een bekend feit, dat er in Nederland veel vreemde talen gesproken worden. Het verbaast de buitenlander dan ook nauwelijks meer, dat hij bijna altijd in zijn eigen taal wederwoord krijgt, hoewel veelal volgens het principe wat je niet weet blijft zo. Zo beluisterden wij onlangs op de VHF het volgende antwoord dat een Duitse kapitein van een kuster kreeg op zijn verzoek om inlichtingen, kort na vertrek.

Haven-instantie.:_,,Guten mittag kapitein, sie sind abgefahren, jawohl, nog drei Coasterschiffe sind abgefahren, eine liegt auf Stoszkarens, und eine sitzt auf die Ka- nal, over".

Kapitein: ,,Danke schön, over".

Haven instantie: ,,Gute fahr, over".

9

Geen vlekkeloos Duits dachten wij, maar de gezagvoerder was geïnformeerd. Toch zouden wij het invoeren van het Engels als énige VHF-taal buiten het Nederlands dan, willen aanbevelen, vooropgesteld dat betrokkenen zich de elementaire beginse- len van deze taal eigen maken, anders voorzien wij dat wij de hiernavolgende VHF- conversatie nog eens te horen krijgen, dit naar aanleiding van de veronderstelling, dat een Engels schip, op het Noordzeekanaal, te snel vaart.

Haven instantie roept op.

,,ms. So and so, do you receive me over".

Master: ,,Here ms. So and so, over".

Haven instantie: ,,Captain you vaar too much, over".

Master: ,,Please repeat, over".

Haven instantie: ,,you vaar too much on the canal, stop it please, little vaart OK, big vaart not allowed, over".

Master: ,,Good God, I didn't fart, may be the pilot, how did you know anyway over".

Haven instantie: ,,'We see on radar, you know, and if the pilot did, you are respon- sible, over".

Master turning to pilot: ,,I say pilot do you mind".

Pilot to master: ,,vaart means speed, Captain".

Master to pilot: ,,not in my language, it doesn't".

Master to Haven-instantie: ,,message understood, over".

Haven instantie:,,Good vaart, stop".

(uit: ,,De Nederlandse Loods"), ook uit PDRH nr. 8, April 1970

10

Belevenissen in het radiostation

Manoekwari. 4 uur 's middags. We zitten met z'n zessen achter een pijp bier op een terrasje. Het schip ligt op de rede en we zijn met de motorsloep gaan passagieren. Vanavond vertrekken we naar Hollandia.

Daar komt een marinier aan op een motorfiets. Hij stopt.

- Is de marconist van dat schip soms hier aanwezig?

- Ja, dat ben ik.

-O, dan moet u direct naar boord gaan en verbinding met Hollandia Marine maken. Hier zijn de golflengten waarop u kunt werken. Het schijnt nogal dringend te zijn dus ik zou maar niet langer wachten. Weg rust. Terug naar boord.

Kapitein weet van niets. Ontvanger bij. Hollandia opzoeken. Komt prima door. Zen- der bij. Afstemmen, roepen en hebben.

- Wij hebben u de hele middag al geroepen.

- Sorry, was aan de wal. Heeft u iets voor mij?

- Hoe laat gaat u varen en hoe laat komt u in Hollandia aan?

- Dat zal ik aan de kapitein moeten vragen. Wacht even. We hebben veel lading voor de marine in Hollandia dus hun nieuwsgierigheid is te verklaren.

- We gaan vanavond om 10 uur anker op en zijn morgenochtend tegen daglicht in Hollandia.

- OK Dank u. Kunt u over een uur op deze frequentie terugkomen?

- OK See you later.

Een uur later.

11

- Heeft u iets voor mij?

- Nee hier niets. Heeft u iets?

- Nee, kom over een uur terug.

- OK.

Een uur later.

- Heeft u iets voor mij?

- Nee.

- Kom over een uur terug.

Enzovoort, enzovoort, enzovoort tot 6 uur in de morgen.

Toen lagen we voor de kant en kon ik sluiten en van mijn ,,nachtrust" genieten. Maar het duurde niet lang.

Om 9 uur kwam er een luitenant ter zee bij me binnenstappen.

O ja, hij had netjes geklopt en ik zal wel ,,Ja" geroepen hebben.

Hij keek wat schuchter rond omdat ik nog in m'n kooi lag.

- Bent u de chef telegrafist?

- Ja die ben ik.

- Wel, ik kwam eens informeren hoe het met de verbinding met Hollandia Marine is geweest. Was dat in orde?

- Jawel mijnheer, dat was prima in orde. Heb vannacht elk uur vlot verbinding ge- had. Er waren wel geen berichten of bijzonderheden te wisselen en het heeft mij m’n slaap gekost, maar dat haal ik nu wel in zoals u ziet.

- Bent u dan de hele nacht op geweest? Kreeg u geen aflossing?

- Aflossing? Mijnheer, ik ben hier de radio officier en sta er alleen voor.

Even stilte. Toen: - Mijnheer, neemt u mij dan niet kwalijk dat ik u kwam storen.

Ik wist niet dat u maar alleen was. Ziet u, wij zitten met z’n twaalven op het station en er is zo weinig te doen dat we dit als een welkome afwisseling beschouwden.

De luitenant ging door de (enige) deur af.

W. J. den Baas Illustr. H. Verhoef

12

Leuk om te weten (vervolg) Draadversperring. In Oost-Indië krijgt men als ontbijt rijst, met een licht soort rot- mok (hachee). Het wordt gemaakt van mager vlees uit blik, dat met 'n uitje en reuzel plus veel sambal opgesudderd wordt. Het vlees, dat dan als dunne vezels uit elkaar valt, lijkt veel op draadjes. Zowel om deze draadjes als om de sambal, die het hel geval nogal heet (bedis) maakt, noemt men dit soort hachee aan boord in Indië draadver- sperring. De vette, zwaar te verwerken hachee in Nederland, de z.g. rotmok, wordt ook met rijst gegeten.

Drift. Het schip of de sloepen raken ,driftig, gaan drijven, raken los. Ook het verlijeren ten gevolge van den stroom (afdrijven) en bij vliegtuigen door den wind, noemt men drift.

Droogwant maken. Op niet al te oude plaatjes van de opleiding voor matroos aan boord van b.v. de „Wassenaar" te Amsterdam, die in 1903 verdween, of aan boord van de „Van Galen" te Hellevoetsluis en zelfs op de Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden (beiden omstreeks 1914 opgedoekt) kan men zien, dat het wasgoed te drogen werd gehangen tussen de masten aan het want. Bij droog weer was dit inderdaad de beste plaats om het wasgoed van de schepelingen droog te krijgen. Het opbergen van dit wasgoed noemde men droogwant maken. Aan de opleiding voor matroos te Vlis- singen en van de dienstplichtigen te Den Helder heeft men droogstellingen en het opbergen van deze lijnen met wasgoed gebeurt nog op dezelfde wijze als vroeger, n.l. het begin van de lijn wordt om de hals, over de schouders van een der schepelingen gelegd. Hij draait zich als een tol rond, terwijl de lijn met wasgoed om zijn schouders wordt gewonden. Als het wasgoed aldus naar de verblijven is gebracht, wordt de man weer „afgewonden” en de goederen van de lijn gehaald. Op de moderne schepen, waar men volledige was- en strijkinrichtingen heeft, zijn ook droogkamers. De naam droog- want maken bleef gehandhaafd voor het opbergen van droog gewaaid wasgoed.

Drijfijs. Snert met drijfijs. Stukjes, dobbelstenen, spek, die in de erwtensoep drij- ven. Wil men de snert smakelijker serveren, dan wrijft men deze door een zeef en verdwijnen de erwtenvelletjes; daarna doet men er de stukjes spek in. Men noemt dit doorgeslagen snert met drijfijs.

D.T. is bij de marine het station voor draadloze telegrafie, zoals voor enkele jaren de radiohut genoemd werd.

Duiven van den admiraal. Waar schepen zijn, zijn kokmeeuwen, althans ter rede en in elk geval in de haven. Dat is ook het geval in Den Helder. Men noemt daar de kokmeeuwen de duiven van de admiraal. Hun „visitekaartjes - kunnen heel lastig zijn. Dikwijls zitten de kokmeeuwen op den kloot van den mast en valt hun „visite- kaartje- omlaag op de brug of op het halfdek of op wie daar toevallig staat. Als dit gebeurt tijdens vlaggenparade, waarbij iedereen front moet maken naar de vlag, dan is dit wel zeer ongepast. Men heeft dit zitten op den kloot wel eens trachten te voor- komen door er kleine spijkertjes in te slaan.

13

Duiventil. Of het nu komt van de overeenkomst met het kirren, dan wel van het fladderen is moeilijk te zeggen, doch het seindek, dat boven het stuurhuis op de brug gelegen is, noemt men de duiventil. Het is heel goed mogelijk, dat het dikwijls storend praten van de seiners onderling op het seindek, oorzaak werd van de waar- schuwing van de brug, „dat men het gekir moest staken". Het is ook mogelijk, dat de fladderende seinvlaggen overeenkomst vertoonden met duivengefladder en het seindek daarom duiventil geheten werd.

Duvel. Een merkwaardig oud sein-instrument, dat men zelfs in onze dagen nog aan boord van de schepen tegenkomt, hoewel het zelden of nooit gebruikt wordt. Eigenlijk heet het duvelpot. De duvelpot lijkt veel op een klein model van onze oud vaderlandse doofpot. Ook de duvelpot is van roodkoper. Aan het deksel is een handvat aange- bracht, hetwelk binnenwaarts verlengd is. Aan het einde daarvan is een dot lappen bevestigd, die gedrenkt wordt in de zich in den pot bevindende terpentijn, waardoor een wit vlammend licht wordt ontstoken. In hoofdzaak wordt de duvelpot gebruikt voor de manoeuvres met de sloepen bij nacht en als officieel sein bij ten anker liggend schip, bij mist of bij nood. Wordt er van boord een sein gegeven met zoeklicht of topseinlamp, dan is 1 duvel het contra- of begrepensein; 2 duvels (dwz. het tweemaal achtereenvolgens ontsteken van de duvel) een verzoek om het laatste woord te her- halen en 3 duvels een verzoek om het gehele sein te herhalen. Vaart men met de sloepen bij nacht op brandwacht of manoeuvres, dan heeft het ontsteken van 1, 2, of 3 duvels de betekenis van resp. roei stuurboord uit; bakboord uit of recht vooruit. Figuurlijk is beduvelen: ik zal je bijlichten, ik zal je wel krijgen, of beduvelen: voor den gek houden.

Duvelstoejager. Sliphaak; dient om het einde van den ankerketting in de kettingbak aan het schip te verbinden om het uitlopen te beletten. Aan boord van het pantser- schip „Kortenaer", omstreeks 1910, gebeurde het bij slecht weer, dat toch het anker en de gehele ankerketting verspeeld werd, doordat men geen kans zag de uitlopende ketting te stoppen en de duvelstoejager uit den bodem van den kettingbak gerukt werd.

Emmertuig. Een sloeptuig, bestaande uit mast met want en één ra, die als gaffel dienst doet, waaraan een gespleten zeil, waarvan het voorste gedeelte als fok, het achterste gedeelte als grootzeil wordt gebruikt. Het emmertuig raakt echter uit de mode.

Equipage. Omvat alle schepelingen, d.i. de bemanning beneden den rang van offi- cier. Deze uitdrukking is uit de Franse tijd. Dat is ook het geval met état-major voor de gezamenlijke officieren aan boord. Men vindt dit woord ook nog bij het uniform van de officieren, nl. de état-major-band, de zwarte band rond de rand van de offi- cierspetten.

Ezelshoofd. Komt aan boord ook zo goed als niet meer voor. Het is een verbindings- stuk tussen de mast en de steng of stengen onderling. Er is een rond en vierkant gat in het ezelshoofd. Het vierkante gat wordt om het boveneinde van het onderste rond- hout of de mast bevestigd; door het ronde gat wordt het bovenste rondhout gestoken,

14

dat met het vierkante ondereinde door middel van het slothout op de kalven van den mast (ook wel langszaling) rust. Het slothout was een langwerpig vierkante staaf ijzer, die dwars door een gat in de hieling van de steng gestoken werd. Ook aan de boeg- spriet bevond zich een ezelshoofd, voor de kluiverboom met het jaaghout.

Facteur. Ook nog een overblijfsel uit de Franse tijd. Het is de man aan boord, die belast is met de distributie van de poststukken of/en het bijeenhalen en naar de post brengen van de aan boord geschreven brieven, e.d. Op buitenlandse reizen een be- langrijk man. Hij mag het eerst naar den wal om de post te halen en tot het laatst naar den wal gaan om de post te verzenden.

Flottieljevaartuig. In 1858 werd voor de Nederlandsche marine het eerste flottielje- vaartuig op stapel gezet, 'de „Vulkaan'', een scheepje van 32 meter lang en een be- manning van 54 koppen. Maar dit moest niet beschouwd worden als de eersteling van een flottielje, een aantal kleine gelijksoortige oorlogsschepen, doch veeleer als een scheepje (kanonneerboot) voor de basisverdediging. Nu moet men betreffende den soortnaam van schepen, zowel uit het verleden als in het heden, al even voorzichtig zijn als met de poging marine termen te achterhalen. Herhaaldelijk zijn in de loop van de geschiedenis soortnamen gegeven aan schepen, die aan den oorspronkelijken naam geheel vreemd waren. De „Flores" en de „Soemba" van 1925 en de „Johan Mau- rits van Nassau" van 1932 (die in de Mei-oorlog 1940 ten onder ging) werden als flottieljevaartuigen gebouwd. Sedert 1938 worden ze kanonneerboten genoemd.

Foliëren. Men denkt bij dit woord allicht aan het folio van een boek, dat genummerd is, en geenszins aan een marine term. Toch wordt het nummeren van de kledingstuk- ken bij de marine foliëren genoemd. Elke matroos, marinier of dienstplichtige bij de marine, moet zelf zijn plunjes nummeren, hetzij met slagletters, met wit draad (z.g. kettingsteken) of zwarte en witte verf.

Galgenmaal. Zelfs dit woord is een marine term. Het is een uitdrukking, die aan het einde van de vorige eeuw door de nog jeugdige knapen aan de Kweekschool voor de Zeevaart is uitgedacht. Galgenmaal wil eigenlijk zeggen, dat het eten niet veel zaaks is. Dat zit zo: de Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden ligt ... aan het Galgenwater, een water, dat de verbinding vormt tussen den Ouden Rijn en de stadsgrachten. Was de snert op de Kweekschool een beetje dun uitgevallen, dan noemde men dit een galgenmaal, omdat er teveel galgenwater in den snertketel was gedaan. Met de jon- gens van de Kweekschool voor de Zeevaart te Leiden trok deze uitdrukking naar de vloot, al moet worden toegegeven, dat ze niet veelvuldig werd overgenomen. Galgen- maal had nu eenmaal onder de ouderen een veel luguberder betekenis. Daarom werd deze term dikwijls „verzachtend" gebruikt als „galgenwater". Later, zo omstreeks 1909, toen soep en bonen niet meer het steeds terugkerende menu vormden, verwa- terde deze uitdrukking vrijwel geheel en sinds de Kweekschool te Leiden in de vorigen wereldoorlog werd gesloten, werd aan deze uitdrukking „geen nieuw voedsel" gegeven.

15

International Light House Wekend

Bovenstaand weekend vindt plaats op zaterdag 18 en zondag 19 augustus. Maar de Nederlandse vuur- torens doen niet mee, zoals velen van jullie al wel hebben kunnen lezen in het juli nummer van Elec- tron (van de Veron). Het blijkt dat Rijkswaterstaat groot onderhoud uitvoert aan vrijwel alle Neder- landse vuurtorens langs de kust waardoor ze niet toegankelijk zijn voor derden (radio amateurs dus).

Blijft over om contact te zoeken met buitenlandse vuurtorens. Op www.illw.net kan je zien welke vuur- torens meedoen.

Hopelijk zijn er een paar enthousiastelingen die aan boord van ons mooie schip een poging willen wagen.

Hieronder een verkort overzichtje van mogelijke VHF ‘kandidaten’.

Coun- Call Name ILLW No. QSL Route and other info. Web try

Bel- ON8CL Lange Nelle BE0008 e-QSL gium

Bel- ON9BD Lightship Westhinder 3 BE0006 ON6EF via Buro, Direct or e-QSL Web gium

Den- 5P9O Christianso Island DK0002 Buro to op DK2DO mark

Den-

OV1LH Helnaes Fyr DK0020 LoTW, buro or direct via OV7B Web mark

Den-

OZ0IL Kegnaes DK0003 DL1UWE Web mark

Den- OZ0Q Stevns Lighthouse DK0021 Buro mark

Den-

OZ5GRE Fornaes DK0010 Buro to EDR Club Station OZ5GRE Web mark

Den- OZ/DF9TM Nordborg DK0006 Buro mark

Former Trinity Light Vessel

England GB0CCC UK0176 Buro Web "John Sebastian"

16

Coun- Call Lighthouse Name ILLW No. QSL Route and other info. Web try

England GB0NFL Lighthouse UK0128 Direct or Buro Web

Direct only to G1OCN (Also UK0019,

England GB1PBL Portland Bill UK0073 Web UK0020)

England GB2BHL Hill UK0180 Email g0evoo at ntlworld.com

England GB2HLH Hunstanton Lighthouse UK0011 Buro or direct. (Kings Lynn ARC) Web

UK0080-

England GB2SL Point High and Low Via G1TDN. (Humber Fortress DX ARC) Web 81

Thorngumbald High and Low UK0149-

England GB2TCL Via G1TDN Web lights 150

England GB4CL UK0076 e-QSL Web

UK0074-

England GB4HLH Low and High Lights QRZ.com Web 009

None. (Ops on all bands and modes at

England GB4LL Lighthouse UK0014 Web different times)

England GB4WL Whitgift Lighthouse UK0113 LoTW and e_QSL only

Hurst Point Low (Hurst Cas- England GB5HCL UK0012 Buro tle)

England GB5PSL Plover Scar Lighthouse UK0018 2E0ZDX Web

Naze Tower at Walton on the England GB6NT UK0212 Buro. (HF, Data and VHF) Naze

England GB8SL Shoreham Lighthouse UK0023 Buro

Ger- DL0CUX / Buro. (Vessel will be underway from

Lightvessel "Elbe 1" DE0037 Web many mm Helgoland to Cuxhaven)

Ger- Lightship "Amrumbank" /Du-

DF0MF DE0059 Buro or direct via DL1BIZ Web many etsche Bucht

Ger-

DL0MFN Leitfeuer Peenemuende DE0099 Buro Web many

Ger-

DL0OF Norderney DE0055 See QRZ.com Web many

Ger- DL0PJ Norderney Island DE0055 Buro many

17

Mutaties Radiostation

Bovenstaande afbeelding is het bijgewerkte antenneplan. De WARC antenne is nu geïnstalleerd een aangesloten op het coax paneeltje bij de lange tafel. Er moet wel een tuner worden gebruikt, dus de IC-765 mét tuner is de aangewezen transceiver hier- voor. Die tuner moet dan wel aan worden gezet . Als je de IC-765 gebruikt op de long wire moet de interne tuner juist UIT staan want dan heeft de CG3000 die op het upper bridge deck staat die taak. ATTENTIE: op 18 juli jl. heeft Wim Serry de WARC antenne weer meegenomen voor reparatie. Metingen door Hans v/d Pennen en Wil Brinkman toonden aan dat de antenne niet goed functioneert. Wellicht is hij wel weer okay bij het verschijnen van deze nieuwsbrief.

Coert Stroomenberg PA7WP is bezig met het installeren c.q. configureren van de di- gitale modes. Op de IC-765 is dit al grotendeels gelukt en daar kan er ook al mee worden gewerkt d.m.v. DM780 van HRdLuxe. FT8 is inmiddels beschikbaar en kan vanaf de FT-897 worden gebruikt met de PC die daarbij hoort. Op de FT-897 kunnen ook de andere digitale modes worden gebruikt met DM780 van HamRadioDeLuxe. FT8 maakt geen deel uit van HRdLuxe, maar de QSO’s worden wel gelogd in HRDlog.net en komen dus zichtbaar op de PI4HAL site.

Op de drie PC’s die zijn aangesloten op transceivers is HamRadioDeLuxe geüpgraded naar de nieuwe versie: 6.4.0.846. Maar er is al weer een nieuwe versie: 6.4.0.873 met 24 bug fixes. Die zal er de komende weken op worden gezet.

18

Bielefeld 2018 Morse contest

Klik op het plaatje hiernaast en bekijk de CW contest in Biele- feld dit jaar. Opvallend hoeveel relatief jonge mensen hieraan meedoen. Van Harm de Haan kreeg ik in dit verband een ge- dicht toegestuurd:

CW Forever • You must have at times, • They say Morse ops Thought into the past, Are a dying breed, Where some things go out But don't despair, While others last There's always that need, What comes to my mind is That when conditions get rough The old Morse code, for the new automation, That has weathered the storms Be rest assured, From any abode. There'll be need for your station.

• To talk with ones fingers • CW is dying? Is surely an art, Believe it never, Of any info you This mode will be 'round Care to impart, Forever and ever. In most conditions But one thing is sure, The signals get through, What we really need, While the same about phone Is to relay our knowledge Is simply not true. To the younger breed.

• Those dits and dahs • To carry the torch, Cut through the trash, Long after we're gone, Of near by noise or To send Morse code Lightning's crash. Through the air like a song. To the sensitive ears When at last, Of the hams receiver, Silent keys pull that lever, Who records this data We can rest in peace, With ardent fever. It's CW forever.

• He knows he's doing Something unique, (in such poor conditions, That's quite a feat) To roger the message That came off the air, These brass pounders Sure do have that flair Written by: Jim Hatherley, WA1TBY (SK)

19

Nieuw gezicht aan boord Op woensdag 25 juli maakten Piet Verburg en Bert Trumpie kennis met Peter Rumpff PD1PDR. Peter is geboren in Den Haag, maar woont nu in Rotterdam en kan op de fiets naar het schip komen.

We hebben afgesproken dat Peter een paar keer ‘meeloopt’ met operators van de vaste ploeg om zich zodoende een beeld te kunnen vormen van het schip enerzijds en de werkzaamheden in PI4HAL verband anderzijds. En het geeft ons een goede kans ver- der kennis te maken met Peter.

Als het over-en-weer klikt worden er verdere afspraken gemaakt. Uit het logboek op QRZ.com blijkt Peter een voorliefde te hebben voor de digitale mode FT8. En laat die nou net in de shack zijn geïnstalleerd. Maar QSO’s maken met voice is ook prima. Hij vertelde dat hij zelfs voornemens is om Morse te leren. Peter heeft geen maritiem verleden, maar is wel altijd geïnteresseerd in schepen. Op donderdag 2 augustus is Peter weer aan boord voor verdere kennismaking.

Binnenkort kunnen we wellicht een introductieverhaaltje van hem lezen in de nieuws- brief.

Meet and greet Nieuw lid, Coert Stroomenbergh PA7WP, was al een aantal malen aan boord actief en in de Nieuwsbrief van juli 2018 stelde hij zich voor, maar tot een "of- ficiële" kennismaking met voorzitter Edward Neef PE1EEF was het nog niet gekomen. Dat is als- nog gebeurd op zaterdag 14 juli in de radiohut (waar anders).

De diaprojector in de radiohut

Op deze foto kan je ‘m net niet zien: de plafond dia- projector. Die is weer terug; nu met een ventilatie- opening waardoor hij niet oververhit raakt. Er wor- den dia’s getoond van de aanlooptrajecten van di- verse havens. Die konden dan met radarbeelden worden vergeleken in de tijd dat dit radiostation nog de radar plotkamer was. Vooral bij slecht weer of als het donker was, gaf dit meer zekerheid over het volgen van de juiste route. Deze diaprojector wordt niet beheerd door PI4HAL maar door ‘de vrienden van de Rotterdam’.

Reminder Let bij de lange tafel goed op welke antennes op welke transceivers zijn aangesloten. Bij voorkeur dus: IC-765 op de WARC antenne (wanneer die weer is aangesloten). De tuner van de IC765 moet dan AAN staan. FT-897 op de longwire (en de VHF/UHF

20

antenne). Omdat de FT-897 geen interne tuner heeft, maakt hij dus automatisch gebruik van de CG3000 tuner op het upper bridge deck. De digitale modes (incl. FT8) zijn dus het makkelijkst allemaal te gebruiken vanaf de FT-897. Met de IC-765 kan dus eventueel wel met digitale modes worden gewerkt op de WARC banden. Maar (nog) niet met FT8.

Colofon: De nieuwsbrief is bedoeld voor leden van de Vereniging radiozendamateurs stoom- schip Rotterdam en andere geïnteresseerden. De nieuws- brieven zijn terug te vinden op www.pi4hal.nl onder de rubriek Nieuws.

De nieuwsbrieven mogen naar eigen inzicht worden verspreid.

Deze nieuwsbrief kwam tot stand met medewerking van:

• Wikipedia • Veron Electron • PDRH • v/d Steng Marine ter- men • Wil Brinkman PA0WBS • Rob Ackx PA5V • Harm de Haan PD2GG

(eind)redactie: Bert Trumpie PC4Y

21