RAAP België – Rapport 581 Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te en Archeologisch Vooronderzoek

Verslag van Resultaten Bureauonderzoek – 2020G69

Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Colofon

Titel: Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (Archeologisch Vooronderzoek) Verslag van Resultaten Bureauonderzoek – 2020G69

Versie: 23-07-2020

Auteur(s): L. Ryckebusch, J. Velleman

Projectleider: M. Van de Vijver

Projectmedewerkers: L. Ryckebusch, M. Van de Vijver, J. Velleman

Projectbegeleider: M. Van de Vijver

Aardkundige: J. Velleman

Raapproject: MEGE01

Erkend archeoloog: RAAP België (OE/ERK/Archeoloog/2016/00154)

Bewaarplaats documentatie: RAAP België BV, Begoniastraat 13, 9810 Eke

Bevoegd gezag: Agentschap Onroerend Erfgoed

RAAP België BV Begoniastraat 13 9810 Eke Telefoon 09/311 56 20 E-mail: [email protected] Website: www.raap.be

© RAAP België BV, 2020 RAAP België aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [2] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Samenvatting

RAAP België voerde een archeologisch vooronderzoek uit in het plangebied ‘Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek’ te Menen en Wervik. Dit gebeurde in functie van het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Het archeologisch vooronderzoek had tot doel na te gaan of er kans is op aanwezigheid van waardevolle archeologische resten. Er zijn gegevens verzameld over de aardkundige, archeologische en historische context van het plangebied. Op basis daarvan is een archeologische verwachting opgesteld en is nagegaan wat de invloed is van de werken op het archeologisch erfgoed. Deze onderzoekstappen hebben geleid tot een advies. Het plangebied is gelegen in en op de rand van de beekvallei waar de Geluwebeek/Reutelbeek en diens zijtak WL.42.4.A samenvloeien, tussen en Menen, in de provincie West-Vlaanderen. Volgens de quartair geologische kaart is het gebied grotendeels gelegen binnen laat-pleistocene en holocene fluviatiele afzettingen. In het noorden en het westen van het plangebied komt een vochtige tot natte zandleem voor, in het oosten een natte kleigrond. Net buiten de contouren van het projectgebied is een site met walgracht gekend uit de late middeleeuwen, genaamd Goed te Winckele. Tijdens prospectie onderzoek in 2009 werden verschillende vondsten gedaan die te dateren zijn vanaf de late middeleeuwen tot heden. In de omgeving van het projectgebied zijn de meerderheid van de CAI locaties te danken aan de veldprospecties die plaatsvonden op het eind van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw. Uit dit onderzoek werd voornamelijk lithisch materiaal aangetroffen, onder meer uit het mesolithicum en het neolithicum. Daarnaast werd ook aardewerk uit de Romeinse en de middeleeuwse periode teruggevonden. Dit waren telkens losse vondsten in het landschap. Een ander noemenswaardig onderzoek is de opgraving aan de Menenstraat-Noord te Wervik dat in 2014 werd uitgevoerd. Er werden sporen en vondsten aangetroffen uit zowel de steentijd, metaaltijden, middeleeuwen en Eerste Wereldoorlog. Op cartografische bronnen worden tussen Geluwe en Menen een groot aantal sites met walgracht waargenomen. Deze wijzen op een intensieve landbouwontginning van deze omgeving vanaf minstens de late middeleeuwen. De streek is vanouds gekend voor zijn vlasteelt en linnennijverheid. Vanaf de 17e eeuw werd de tabaksteelt de toonaangevende landbouwactiviteit. Op basis van de topografische kaart, het historisch kaartmateriaal en de orthofoto ’s uit de 21e eeuw kan gesteld worden dat er vanaf het begin van de eeuwwisseling een bodemverstoring in en rond het plangebied heeft plaatsgevonden. In het zuiden van het plangebied, meer specifiek aan beide oevers van de Geluwebeek worden uitgravingen uitgevoerd die dienst doen als bufferbekken voor de beek. In het noordoosten van het plangebied (net aan de rand) worden de werken voor een verkaveling aangevat. Het noorden van het plangebied, rond de Komerenstraat kent geen verstoring, afgezien van eventuele verstoringen door landbouwactiviteiten. Hoe diep de verschillende verstoringen zijn, is momenteel onduidelijk. De geplande werken hebben als doel het beschikbare buffervolume te herstellen, en verder te optimaliseren, door enerzijds een herinrichting van het bestaande bekken, en anderzijds een

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [3] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69) geografische uitbreiding ervan. Het aanpalend perceel wordt mee ingericht als bufferbekken. De voorziene werken betreffen voornamelijk grondverzet, dat zich manifesteert in een verlegging van de waterloop met aanleg van een dijklichaam. De werken die worden uitgevoerd op het terrein dat bijkomend wordt ingericht, betreffen een wijziging in het tracé van de waterloop teneinde de beschikbare ruimte optimaal als buffervolume te kunnen inrichten. Met de werken gaat grondverzet gepaard. Vooraleer de grond af te voeren zal het noodzakelijk zijn deze gronden te laten ontwateren. Daartoe zullen in de onmiddellijke omgeving (delen van) de terreinen worden ingericht als tijdelijk slibdepot. Binnen deze percelen zal de teelaarde worden verwijderen en de bodem van het bekken genivelleerd. Door de geplande werken wordt de bodem binnen het plangebied grotendeels verstoord met een uitgraafdiepte tussen de 60cm en de 260cm -Mv. Een bijkomend landschappelijk bodemonderzoek is hier bijgevolg noodzakelijk om een beeld te krijgen van de bodemopbouw en de bodemgaafheid. Op basis daarvan kan een betere inschatting worden gemaakt van de mogelijke aard en de bewaringstoestand van archeologische sporen, en indien nodig een verder traject van vooronderzoek doorlopen worden. Dit wordt in het Programma van Maatregelen uitgebreider toegelicht.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [4] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Inhoudsopgave

Samenvatting ...... 3 Inhoudsopgave ...... 5 1 Inleiding ...... 6 1.1 Administratieve gegevens ...... 6 1.2 Kader en aanleiding ...... 8 1.2.1 Aanleiding ...... 8 1.2.2 Geografische situering ...... 8 1.2.3 Huidige situatie van het plangebied ...... 8 1.2.4 Juridische context ...... 9 1.2.5 Geplande werken ...... 11 1.3 Opzet en onderzoeksopdracht ...... 16 1.3.1 Opdracht ...... 16 1.3.2 Afwegingskader...... 16 1.4 Leeswijzer ...... 17 2 Verslag van resultaten: bureauonderzoek 2020G69 ...... 19 2.1 Beschrijvend gedeelte ...... 19 2.1.1 Administratieve gegevens ...... 19 2.1.2 Archeologische voorkennis ...... 19 2.1.3 Onderzoeksopdracht ...... 19 2.1.4 Beschrijving van de strategie & werkwijze van het bureauonderzoek ...... 20 2.2 Resultaten ...... 21 2.2.1 Aardkundige gegevens ...... 21 2.2.2 Archeologische gegevens ...... 28 2.2.3 Historische gegevens ...... 32 2.2.4 Verstoringshistoriek ...... 35 2.3 Assessment ...... 38 2.3.1 Archeologisch verwachtingsmodel ...... 38 2.4 Synthese ...... 40 3 Bibliografie ...... 44 3.1 Uitgegeven bronnen ...... 44 3.2 Geraadpleegde websites ...... 44 4 Lijst van opgenomen figuren en tabellen ...... 46 5 Bijlages ...... 48

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [5] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

1 Inleiding

1.1 Administratieve gegevens

Projectcodes agentschap Onroerend Erfgoed1: Projectcode bureauonderzoek 2020G69 Onderzoekskader Opstellen van een archeologienota voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen Erkend archeoloog RAAP België BV (OE/ERK/Archeoloog/2016/00154) Naam plangebied Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek Adres Geluwestraat z.n. Deelgemeente/gemeente Menen en Wervik Provincie West-Vlaanderen Kadastrale gegevens Menen, 2de Afdeling, Sectie A, Nummers 351C, 350G, 347D, 303E, 299E, 299C, 299D, 297A, 300D, 301C, 301A, 296A Wervik, 3de Afdeling, Sectie D, Nummers 717B, 716A, 718C, 715D Oppervlakte betrokken percelen 154.717 m² Oppervlakte plangebied 51.450 m² Oppervlakte geplande bodemingrepen 51.450 m² (40.975 m² G.O.G. + 10.475 m² tijdelijk slibbekken) Bounding box in Lambert-coördinaten: zuidwest : X: 60402.41 Y: 166849.83 noordoost: X: 61109.38 Y: 167248.59 Tabel 1. Administratieve gegevens

1 Voor elke fase van vooronderzoek is een projectcode bekomen bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Deze projectcode is op alle documenten van het vooronderzoek, registratie, verpakking van vondstenmateriaal en verpakking van stalen aangebracht.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [6] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 1. Topografische kaart met projectie van het plangebied (bron: OpenStreetMap, 2020).

Figuur 2. GRB kaart met projectie van het plangebied en de betrokken percelen (bron: AGIV, 2019).

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [7] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

1.2 Kader en aanleiding

1.2.1 Aanleiding RAAP België heeft in periode onderzoek een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd ter hoogte van het plangebied ‘Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek’ te Wervik - Menen. Directe aanleiding vormt de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor de het herstel en de optimalisatie van het beschikbare buffervolume.

1.2.2 Geografische situering Het plangebied situeert zich ten oosten van Geluwe en ten westen van Menen (prov. West- Vlaanderen). Het plangebied wordt begrensd door de Ieperstraat in het zuiden, de Komerenstraat in het noorden (valt deels ook binnen het plangebied), de Komerenstraat in het westen en de Gustave Tyberghienlaan in het oosten. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 51450 m². Het plangebied staat op het gewestplan als parkgebied en als agrarisch gebied ingekleurd.

1.2.3 Huidige situatie van het plangebied Een deel van de Geluwebeek loopt door het plangebied. In het noorden bevindt zich de Komerenstraat. Het overige gedeelte van het plangebied is voornamelijk grasland met bomen. In het oosten bevindt zich een vijver. Ten noorden van de Komerenstraat bevindt zich een deel akkerland. Het volledige plangebied is onbebouwd en er lopen geen buurwegen doorheen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [8] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 3. Orthofoto uit 2019 met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2018).

1.2.4 Juridische context Het archeologisch vooronderzoek is uitgevoerd door RAAP België (OE/ERK/Archeoloog/2016/00154) en voor aktename voorgelegd aan het agentschap Onroerend Goed. Het plangebied is niet gelegen binnen een ‘vastgestelde archeologische zone’ Het plangebied ligt niet in een gebied zonder archeologisch erfgoed zoals deze zijn vastgesteld in het besluit van de administrateur-generaal van 12 november 2019.2 De geplande bodemingrepen zijn mogelijk bedreigend voor eventuele archeologische resten. De archeologienota waarvan akte is genomen dient bij de aanvraag van de vergunning te worden toegevoegd krachtens het Onroerend Erfgoeddecreet van 12 juli 2013. De aanvraag van vergunning betreft immers een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een 154.717 m² van de betrokken percelen en met een voorziene bodemingreep op 51.450 m². Hierdoor worden de gestelde oppervlaktegrenzen overschreden, waardoor het opstellen van een archeologienota noodzakelijk is. De criteria wanneer een archeologienota verplicht is, worden hieronder aangeduid op de beslissingsboom van het agentschap Onroerend Erfgoed.

2 https://id.erfgoed.net/besluiten/14870

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [9] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 4. Beslissingsboom, criteria bij omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, deel 1. (bron: AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED, 2019).

Figuur 5. Beslissingsboom, criteria bij omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, deel 2, uitzonderingen. (bron: AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED, 2019).

Naast de bovenstaande criteria die een archeologienota aanbevelen dient er rekening te worden gehouden met het feit dat het plangebied zich buiten recreatie- of woongebied bevindt, dat de aanvrager publiekrechterlijk is en dat het plangebied zich niet volledig binnen agrarisch gebied bevindt.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [10] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

1.2.5 Geplande werken De geplande werken hebben als doel het beschikbare buffervolume te herstellen, en verder te optimaliseren, door enerzijds een herinrichting van het bestaande bekken, en anderzijds een geografische uitbreiding ervan. Het aanpalend perceel, doorheen hetwelk waterloop WL.42.4.A. aansluiting vindt op de Geluwebeek wordt mee ingericht als bufferbekken. Een totaal oppervlak van ca. 4 ha wordt hierbij bewerkt. De herinrichting van het bufferbekken op de Geluwebeek wordt grotendeels uitgevoerd binnen de contour van het bestaande bekken. De toestand binnen de huidige contour wijzigt t.o.v. de omgeving dan ook niets. De voorziene werken betreffen voornamelijk grondverzet, dat zich manifesteert in een verlegging van de waterloop met aanleg van een dijklichaam dat niet hoger komt dan het omliggende maaiveld. Daarbij worden ook enkele kunstwerken (kokers) voorzien. De werken die worden uitgevoerd op het terrein dat bijkomend wordt ingericht, betreffen een wijziging in het tracé van de waterloop teneinde de beschikbare ruimte optimaal als buffervolume te kunnen inrichten. Voornamelijk grondverzet is voorzien, eveneens onder de vorm van de verlegging van de waterloop en de aanleg van een dijklichaam. Met de werken gaat grondverzet gepaard. Er is ernaar gestreefd een maximum van de uitgegraven gronden te herbruiken. Er zal uiteindelijk een fractie gronden moeten worden afgevoerd, maar het volume is sterk afhankelijk van het aandeel slib. Vooraleer deze af te voeren zal het noodzakelijk zijn deze gronden te laten ontwateren. De uiteindelijk ontwaterde fractie die niet onmiddellijk kan hergebruikt worden, zal afgevoerd worden naar een erkende opslag. Daartoe zullen in de onmiddellijke omgeving (delen van) de terreinen 715D en 296A worden ingericht als tijdelijk slibbekken met een maximum capaciteit van ca. 15.000 m³. Binnen deze percelen zal de teelaarde worden verwijderen en de bodem van het bekken genivelleerd. Doorheen het plangebied loopt een ondergrondse waterleiding op het grondgebied Wervik. Deze wordt door de werken niet geïmpacteerd. Doorheen het plangebied loopt een bovengrondse hoogspanningslijn in het beheer van Elia. Ook hier worden geen werken uitgevoerd die in conflict komen met deze leiding. Door de geplande werken wordt de bodem binnen het plangebied verstoord. In onderstaande tabel worden de verstoringsdieptes van de uitgravingen weergegeven:

Aard Oppervlakte in m² Diepte

Aanleg nieuwe waterloop 8 648 ca. 150cm –Mv

Aanleg westelijk bufferbekken en optimaliseren 4 129 bestaand bekken ca. 65 – 150cm –Mv

Aanleg oostelijk bufferbekken 4 959 ca. 70cm –Mv

Aanleg noordelijk bufferbekken 2 086 ca. 260cm –Mv

Aanleg tijdelijk slibdepot 6 527 ca. 70cm -Mv

26 726 ca. 40 à 140cm (lokaal 300 Inrichting & ophoging omgeving cm) +Mv

Tabel 2. Weergave van de uitgraafdieptes.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [11] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 6. Geplande werkzaamheden geprojecteerd op de GRB-kaart (bron: opdrachtgever + AGIV, 2019).

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [12] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 7 Overzichtsplan van de ontworpen toestand. De blauwe en rode zone zijn de bestaande beek. Het rode gedeelte wordt vervangen (gedempt) door de nieuwe loop (oranje) (bron: opdrachtgever)

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [13] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 8. Geplande werken binnen het plangebied (westelijke zone) (bron: opdrachtgever)

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [14] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 9 Geplande werken binnen het plangebied (oostelijke zone) (bron: opdrachtgever)

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [15] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 10 Geplande werken binnen het plangebied (westelijke zone) (bron: opdrachtgever)

1.3 Opzet en onderzoeksopdracht

1.3.1 Opdracht Het archeologisch vooronderzoek heeft als opdracht het inventariseren, waarderen en veiligstellen van eventueel aanwezig waardevol archeologisch erfgoed binnen de grenzen van het plangebied:

1. Inventariseren: zijn er archeologische sites te lokaliseren en welke zijn hun karakteristieken (types, datering, begrenzing, bewaringstoestand en relatie met het landschap)? 2. Waarderen: wat is de kenniswaarde van eventuele aanwezige archeologische sites? 3. Veiligstellen: hoe moet met eventuele waardevolle archeologische sites worden omgegaan in het kader van de geplande bodemingrepen (in situ, ex situ)?

1.3.2 Afwegingskader Het archeologische vooronderzoek beoogt steeds een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed. Vooraleer de opportuniteit van vooronderzoek met ingreep in de bodem af te wegen, is

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [16] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69) aldus eerst de opportuniteit van de diverse (combinaties van) methoden voor vooronderzoek zonder ingreep in de bodem afgewogen. De keuze van de (combinaties van) methoden is steeds gebaseerd op volgende vier criteria:

1. mogelijkheid: is het mogelijk om de methode toe te passen binnen het plangebied? 2. nut: kan een bruikbaar resultaat verwacht worden met de toepassing van de methode? 3. schadelijkheid: kan toepassing van de methode het te verwachten bodemarchief overdreven beschadigen? 4. noodzaak: rechtvaardigt de kost van de methode het te verwachten resultaat?

Vooronderzoek zonder ingreep in de bodem Vooronderzoek met ingreep in de bodem a. bureauonderzoek b. landschappelijk bodemonderzoek c. geofysisch onderzoek d. veldkartering e. verkennend archeologisch booronderzoek f. waarderend archeologisch booronderzoek g. proefsleuven en proefputten

1.4 Leeswijzer

Ieder archeologisch vooronderzoek begint noodzakelijkerwijs met een bureauonderzoek (zie hoofdstuk 2). Binnen dit bureauonderzoek wordt de vraagstelling gespecifieerd, de methode toegelicht en over bekomen resultaten gerapporteerd. Het bureauonderzoek eindigt met het afwegen van de noodzaak van verder vooronderzoek. Hiertoe wordt een uitspraak gedaan over het potentieel op kennisvermeerdering en de eventuele aard daarvan. Voor een vlot begrip van de geologische en archeologische periodes wordt onderstaand schema toegevoegd.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [17] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 11. Chronologisch kader met de geologische en archeologische perioden.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [18] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

2 Verslag van resultaten: bureauonderzoek 2020G69

2.1 Beschrijvend gedeelte

2.1.1 Administratieve gegevens Onderstaande gegevens zijn aanvullend op de administratieve gegevens zoals in het inleidend deel weergegeven en zijn specifiek van toepassing op de bureaustudie.

 Projectcode agentschap Onroerend Erfgoed: 2020G69

2.1.2 Archeologische voorkennis Kennis omtrent eventueel eerder archeologisch uitgevoerd onderzoek wordt besproken in paragraaf 2.2.2.

Informatie omtrent gekende verstoorde zones wordt besproken in paragraaf 2.2.4.

2.1.3 Onderzoeksopdracht

2.1.3.1 Doelstelling Het bureauonderzoek vormt de eerste stap van archeologisch vooronderzoek. Het vooronderzoek heeft als opdracht het inventariseren, waarderen en veiligstellen van eventueel aanwezig waardevol archeologisch erfgoed binnen een plangebied. Tijdens het bureauonderzoek wordt getracht deze doelstelling te realiseren door raadpleging van gekende en ontsloten informatiebronnen. Uit de bureaustudie dient de nood tot verder onderzoek of behoud in situ te worden ingeschat. Indien de resultaten voldoende informatie opleveren, of er geen vervolgtraject kan worden uitgevoerd voorafgaand het bekomen van de vergunning, zal een programma van maatregelen worden uitgeschreven met aanbevelingen.

2.1.3.2 Wetenschappelijke vraagstelling In het kader van dit onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd. Ze zijn onderverdeeld in drie categorieën die elk een onderdeel van de doelstelling weerspiegelen: Ondergrond en landschapsgeschiedenis, archeologische resten en impact van de geplande bodemingrepen. Ondergrond en landschapsgeschiedenis: I. Hoe is de aardkundige opbouw van het onderzoeksgebied? a. Welke processen van bodemvorming zijn bekend? b. Welke geomorfologische processen zijn bekend?- II. Welke aardkundige eenheden zijn archeologisch relevant en wat is hun diepteligging? Archeologische resten: III. Zijn er reeds gekende archeologische gegevens binnen en in de omgeving van het plangebied?

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [19] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

IV. Hoe kunnen ongekende archeologische resten zich manifesteren (sporen, vondstenconcentraties) en op welke diepte kunnen deze worden aangetroffen? a. Wat is de gespecificeerde verwachting (alsmede de verwachte conservering en gaafheid) ten aanzien van nog ongekende archeologische waarden in het gebied? b. Wat was het historisch landgebruik van het plangebied en wat is het landgebruik? Wat is de invloed daarvan op de (verwachte) archeologie en (bodem)gaafheid? Impact van geplande bodemingrepen: V. Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten? Op welke manier kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan?

2.1.3.3 Randvoorwaarden Het onderzoek is uitgevoerd door een erkend archeoloog volgens de normen van de Code van Goede Praktijk versie 4.0.

2.1.4 Beschrijving van de strategie & werkwijze van het bureauonderzoek Op basis van verschillende bronnen wordt inzicht te verkregen in de genese van het landschap, de bodemopbouw en het gebruik van het plangebied en zijn omgeving in de loop van de tijd. Met behulp van deze gegevens wordt de archeologisch verwachting opgesteld. Het gebied bevindt zich in een zone die zich in oorsprong kenmerkt door een lage densiteit aan bebouwing waardoor bij de bureaustudie er extra aandacht gaat naar de landschappelijk opbouw en het landgebruik. Daarvoor wordt bijzondere aandacht besteed aan relevante aardkundige gegevens. Het bureauonderzoek kent de volgende onderdelen:

- Aardkundige gegevens - Archeologische gegevens - Historische gegevens - Bepalen van de archeologische verwachting - Synthese en beantwoorden van de onderzoeksvragen Hiervoor is bij dit onderzoek gebruik gemaakt van verschillende bronnen: Voor de technische aspecten en de gegevens omtrent de werkzaamheden zijn de plannen en gegevens gehanteerd zoals ze zijn verkregen en toegelicht werden door de initiatiefnemer. De aardkundige gegevens (geologie, topografie, landschap en bodemkunde) werden bestudeerd aan de hand van kaarten. Het betreft meer in het bijzonder de topografische kaart, Tertiair- en Quartairgeologische kaarten, de bodemkaart, de potentiële bodemerosiekaart en het digitale terreinmodel Vlaanderen. De bodemkundige gegevens werden aangevuld met de informatie van reeds uitgezette boringen die beschikbaar gesteld wordt via de website Databank Ondergrond

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [20] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Vlaanderen.3 Het chronologisch kader wordt weergegeven in figuur 11. Voor het archeologische kader is de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)4 een belangrijke bron. Ook de ‘gebeurtenissenkaart’ is geraadpleegd. Er is geen bijkomende informatie gevonden over recenter archeologisch onderzoek in de nabijheid van het plangebied dat nog niet in de CAI is opgenomen. Het archeologisch kader in relatie tot de geologische periodes wordt weergegeven in figuur 11. Voor het onderzoek naar de algemene geschiedenis van Wervik en Menen is gebruik gemaakt van uitgegeven en onuitgegeven bronnen. Deze zijn terug te vinden in de literatuurlijst. Daarnaast is ook beroep gedaan op de Inventaris Onroerend Erfgoed.5 De historiek van het plangebied is meer in detail onderzocht op basis van historische kaarten en luchtfoto’s, geconsulteerd via zowel Geopunt als Cartesius.6 Cartesius is een online databank die kaartmateriaal en luchtfoto’s van het NGI (Nationaal Geografisch Instituut), de KBR (Koninklijke Bibliotheek van België) en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bundelt. Ook voor het historisch onderzoek vormt de CAI een bron voor informatie inzake harde historische data. Voor een groot aandeel van het kaartmateriaal is de website Geopunt7 geraadpleegd. Geopunt is een centrale website die vrijwel alle bestaande geografische overheidsinformatie ontsluit. Het kaartmateriaal is aangemaakt in het programma QGis, een geografisch informatiesysteem. Hierbij werd het plangebied telkens geprojecteerd of aangeduid op de onderliggende kaarten. De studie van de hierboven vermelde bronnen heeft geen aanleiding tot een verder archiefonderzoek.

2.2 Resultaten

2.2.1 Aardkundige gegevens Onderstaande geologische, geomorfologische en bodemkundige data informeren over de genese van het landschap in het plangebied, de bodemopbouw en de ligging en de stratigrafische positie van sedimenten waarin archeologische fenomenen kunnen voorkomen. Een aantal (prehistorische) vindplaatstypen kunnen bovendien gekoppeld worden aan specifieke landschapsvormen. De aardkundige data laten ook toe om een verwachting te formuleren ten aanzien van de verschijningsvorm, d.i. de conserveringsgraad en gaafheid van het archeologische erfgoed.

2.2.1.1 Paleogene/Neogene afzettingen Het paleogeen en het neogeen zijn de periodes die voorheen samen het tertiair werden genoemd. Ze beslaan een tijdsspanne van 66 tot 2,58 miljoen jaar geleden. In Vlaanderen zijn deze sedimenten op grote schaal afgedekt door jongere sedimenten. Ter hoogte van het plangebied liggen zij op 25 à 30

3 DOV, 2018a 4 ONROEREND ERFGOED, 2018a 5 ONROEREND ERFGOED, 2018b 6 NGI, 2018 7 GEOPUNT, 2018

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [21] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69) meter onder het huidige maaiveld.8 Hierdoor zijn deze sedimenten niet relevant voor dit archeologische onderzoek en wordt enkel een beknopte omschrijving gerapporteerd. Ter hoogte van het plangebied komt het Lid van Roubaix (voormalig Lid van Moen) voor uit de Formatie van . Deze afzettingen betreffen siltig tot fijnzandige kalkrijke klei.

Figuur 12. Tertiair geologische kaart. Het plangebied is rood omlijnd. (bron: DOV, 2581; AGIV, 2019).

2.2.1.2 Quartaire afzettingen Het neogeen wordt gevolgd door de jongste periode in de aardgeschiedenis: het quartair. Deze periode ving 2.58 miljoen jaar geleden aan en is onderverdeeld in twee tijdsnedes (etages): het pleistoceen en het holoceen. Het pleistoceen (2.58Ma- 11.7ka) wordt gekenmerkt door grote schommelingen in het klimaat. De (vaak relatief lange) tijden waarin een koud klimaat bestond worden ijstijden (glacialen) genoemd. Tijden waarin het klimaat meer op dat van nu leek worden aangeduid met de term tussenijstijden (interglacialen) aangeduid. Deze grote klimaatschommelingen hadden grote gevolgen en de resultaten daarvan zijn vandaag de dag nog op veel plekken in het landschap te herkennen. De jongste tijdsnede is (vooralsnog) het holoceen (11.7ka – heden). Dit tijdvak is gekenmerkt door een redelijk warm klimaat en is daarom ook geclassificeerd als een interglaciaal. Met name in het laatste deel van dit tijdvak is de invloed van de mens op de aarde sterk toegenomen, wat voor de geologie grote gevolgen heeft.9

8 DECKERS ET AL., 2018 9 http://www.stratigraphy.org/index.php/ics-chart-timescale ICS, 2017

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [22] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

De sedimenten van quartaire ouderdom worden op grote schaal aan het oppervlak aangetroffen en zijn weergegeven op de quartairgeologische kaart volgens het principe van profieltypekartering. Daarbij worden lithologie, genese en (chrono-) stratigrafie aangehouden als de belangrijkste kenmerken waar gronden op worden ingedeeld. De dikte van de quartaire afzettingen varieert sterk in Vlaanderen, van minder dan een meter tot circa 30 meter.10

Figuur 13. Quartair geologische kaart met aanduiding van het plangebied geprojecteerd op het DTM (bron: AGIV, 2019; DOV, 2019a).

De profieltypen die in het plangebied voorkomen volgens de quartairgeologische kaart zijn 3, 3a, 6 en 6a. Profieltypes 6 en 6a vangen onderaan aan met fluviatiele afzettingen van het eemiaan die een paleovallei opvullen. Daarboven komen fluviatiele afzettingen van het weichseliaan, dewelke tevens de onderste afzettingen zijn van profieltypes 3 en 3a, die vervolgens overgaan in weichseliane, eolische, zandige afzettingen. Ter hoogte van 6a wordt de sequentie afgesloten met laat- weichseliane tot holocene fluviatiele afzettingen. Gezien deze profieltypen een vereenvoudiging zijn van de voormalige quartairgeologische profieltypekaart, waarbij er meer details in zijn opgenomen, worden hier eveneens de oude profieltypen toegelicht, namelijk profieltypen 32, 33, 35 en 52, 53, 55.

10 https://www.dov.vlaanderen.be/page/quartairgeologische-kaart-150000 DOV, 2019b

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [23] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 14. Quartairgeologische profieltypekaart met aanduiding plangebied, voor legende zie volgende figuur.

De bijkomende informatie die we hieruit kunnen afleiden, is dat ter hoogte van de huidige fluviatiele afzettingen de weichseliane niveo-eolische afzettingen afwezig zijn. De recentere holocene fluviatiele afzettingen moeten hier dus met een erosief contact op de weichseliane fluvatiele afzettingen liggen.

Figuur 15. Legende bij de quartairgeologische profieltypekaart.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [24] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

2.2.1.3 Bodemkundige gegevens Op de bodemkundige kaart staat het plangebied gekarteerd met de volgende bodemkundige eenheden. Ldp: matig gleyige gronden op zandleem zonder profielontwikkeling Ldp en omvat colluviale gronden, gekenmerkt door een laag recent geërodeerd sediment. Meestal wordt op geringe tot matige diepte een bedolven textuur B of een Tertiair substraat aangetroffen. Het colluviaal dek onderscheidt zich van het autochtoon zandleem door de aanwezigheid van kleine houtskool- en baksteenrestjes. Roestverschijnselen beginnen tussen 50 en 80 cm. Lep: sterk gleyige gronden op zandleem met reductiehorizont zonder profielontwikkeling Deze serie omvat hydromorfe, sterk gleyige grondwatergronden met reductiehorizont. Onder de humeuze bovengrond, ongeveer 25 cm dik, en met duidelijke roestverschijnselen komt een zwak humeus overgangshorizont voor van ongeveer 20 cm. Lfp: zeer sterk gleyige gronden met reductiehorizont op zandleem zonder profielontwikkeling De Lfp serie kenmerkt zeer natte, zeer sterk gleyige, colluviale of alluviale grondwatergronden met reductiehorizont, welke begint op 40-80 cm. De humeuze bovengrond is normaal ongeveer 25 cm dik. Intense roestverschijnselen komen er in voor. De zwak humeuze overgangshorizont van het gereduceerde materiaal is bleekgrijs en vertoont roestverschijnselen. De reductiehorizont is blauwgrijs, uitzonderlijk komt een bedolven textuur B voor onder het colluvium (p(c)), in andere gevallen wordt het profiel zandiger (. . . z) of zwaarder (. . . y) met de diepte. De prefix v- duidt op venig substraat. Efp: zeer sterk gleyige kleigronden met reductiehorizont Efp en kenmerkt zeer natte grondwatergronden op alluviale kleiige materialen. De meestal verveende humeuze bovengrond vertoont intense roestverschijnselen. De reductiehorizont begint ondieper dan 80 cm. De prefix v- duidt op venig substraat. Lba: droge zandleemgronden met textuur B horizont Deze gronden met textuur B horizont hebben een Ap die ongeveer 25 cm dik is, donkerbruin matig humeus en die rust op een zwak humeuze, bruinachtige overgangshorizont, 30 tot 40 cm dik, hieronder komt een bruinere, meer kleiige textuur B horizont voor. Normaal is de aan klei uitgeloogde horizont meer dan 40 cm dik (Abao) in andere gevallen werd door erosie het profiel afgeknot en rust de Ap direct op de textuur B (Lba1). Roestverschijnselen liggen dieper dan 120 cm. Lca: zwak gleyige zandleemgronden met textuur B horizont Bij Lca rust de Ap op een E horizont (ongeveer 40 cm dik) of rechtstreeks op de textuur B. De textuur B is aangerijkt met klei en sesquioxiden, het is een bruin zwaar zandleem, In vele gevallen komt een substraat voor op wisselende diepte. Roestverschijnselen beginnen tussen 80 en 120 cm.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [25] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 16. Bodemkaart met projectie van het plangebied op de GRB (bron: DOV, 2018a; AGIV, 2019).

De bodemontwikkeling blijk zich dus eerder te concentreren om de flanken van de beekvallei, waar de waterhuishouding gunstiger is. In de beekvallei zelf zijn er eerder kleiige of venige afzettingen zonder profielontwikkeling aanwezig.

2.2.1.4 Geomorfologische kaart

Een geomorfologische kaart is voor dit gebied niet beschikbaar, en wordt hier bijgevolg niet besproken.

2.2.1.5 Topografie en hydrografie Het plangebied is gelegen in de beekvallei waar de Geluwebeek en diens zijtak de Reutelbeek samenvloeien. De scherpe contouren van de hoogtelijnen wijzen duidelijk op het feit dat dit spaarbekken reeds eerder artificieel werd aangelegd. Enkel het noordelijke deelgebied langs de Reutelbeek kent nog deels een vrij natuurlijk ogende gradiëntsituatie.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [26] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 17. Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van het plangebied (rood) en de waterlopen (bron: AGIV, 2015a; VMM, 2018).

2.2.1.6 Erosie Op de bodemerosiekaart zijn geen gegevens bekend voor het plangebied zelf, maar aangrenzende percelen zijn wel gekarteerd. Deze rapporteren een zeer lage tot lage potentiële bodemerosie, waardoor colluviale afzettingen enigszins te verwachten zijn binnen het plangebied. Dit laatste is overigens in overeenstemming met de verwachtingen van de bodemkaart.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [27] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 18. Potentiële bodemerosiekaart uit 2017 met projectie van het plangebied (bron: DOV, 2018b; VMM, 2018; AGIV, 2019).

2.2.2 Archeologische gegevens De archeologische gegevens zijn in eerste instantie verzameld via de CAI. In onderstaande lijst worden de CAI-items opgesomd, gelegen in een straal van 1 km. De historisch relevante data worden in een volgend hoofdstuk besproken.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [28] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

CAI ID Locatie Archeologische periodes Categorie Beschrijving Onderzoeksmethode Menen Ieperstraat Historisch onderzoek en Archeologisch 70283 Nieuwe tijd (17e eeuw) Industrie Windmolen (windmolen) onderzoek: Opgraving Wervik Drogenbroodstraat 74465 Late middeleeuwen Bewoning Site met walgracht Onbepaald 18 74466 Wervik Verbrandhofweg I Late middeleeuwen Bewoning Site met walgracht Onbepaald 74467 Wervik Verbrandhofweg 1 Late middeleeuwen Bewoning Site met walgracht Onbepaald Wervik Drogenbroodstraat 74468 Late middeleeuwen Bewoning Site met walgracht Onbepaald 24 Neolithicum / Romeinse Lithisch materiaal / Archeologisch onderzoek: Veldprospectie en 75545 Menen Bosrand tijd / Late middeleeuwen Losse vondst aardewerk / aardewerk/ Opgraving / Nieuwe tijd aardewerk Archeologisch onderzoek: Controle van Neolithicum / Romeinse Lithisch materiaal / 75560 Menen Dadizelestraat Losse vondst werken en Archeologisch onderzoek: tijd / Nieuwe tijd aardewerk / aardewerk Veldprospectie Neolithicum / Late Lithisch materiaal / 75577 Menen Geluwestraat I Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie middeleeuwen aardewerk Menen Kardinaal Steentijd / Late Lithisch materiaal / 75621 Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie Cardijnlaan middeleeuwen aardewerk 75733 Menen Goed ten Hove Onbepaald Bewoning Site met walgracht Historisch onderzoek: Kaartstudie Onbepaald, Historisch onderzoek: 75736 Menen Goed te Winckele Late middeleeuwen Bewoning Site met walgracht Kaartstudie en Archeologisch onderzoek: Veldprospectie 75764 Menen Goed te Raeken Onbepaald Bewoning Site met walgracht Historisch onderzoek: Kaartstudie Menen Veldstraat 75765 Onbepaald Bewoning Site met walgracht Historisch onderzoek: Kaartstudie (walgrachtsite) Menen Ons Dorp Onbepaald en Historisch onderzoek: 75782 Onbepaald Bewoning Site met walgracht (walgrachtsite) Kaartstudie Steentijd / Nieuwe tijd Lithisch materiaal / 152022 Menen Geluwestraat II Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie (16e eeuw) aardewerk Lithisch materiaal / Losse vondst / Enclos, crematienest, Steentijd / Metaaltijden / Begraving / brandresten / Lijnelement 211474 Wervik Menenstraat-Noord Middeleeuwen / Archeologisch onderzoek: Opgraving Infrastructuur / loopgrafsegment, Nieuwste tijd (20e eeuw) / Versterking schuttersputten, bomkraters Lithisch materiaal / 221214 Menen K. Cardijnstraat Neolithicum / Nieuwe tijd Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie aardewerk Neolithicum / Late Lithisch materiaal / 221376 Menen Ieperstraat V Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie middeleeuwen aardewerk Neolithicum / Late Lithisch materiaal / 222308 Menen Dadizelestraat I Losse vondst Archeologisch onderzoek: Veldprospectie middeleeuwen aardewerk Tabel 3. CAI items in een straal van 1 km rond het plangebied

Net buiten de contouren van het plangebied is een site met walgracht gekend uit de late middeleeuwen, genaamd Goed te Winckele. Tijdens prospectie onderzoek in 2009 werden verschillende vondsten gedaan die te dateren zijn vanaf de late middeleeuwen tot heden (CAI ID 75736). In de omgeving van het plangebied zijn de meerderheid van de CAI locaties te danken aan de veldprospecties die plaatsvonden op het eind van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw,

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [29] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69) uitgevoerd onder leiding van Philippe Despriet. Een ander noemenswaardig onderzoek is de opgraving aan de Menenstraat-Noord te Wervik dat in 2014 werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba (CAI ID 211474).11 Het plangebied is gelegen op zo’n 150 meter ten zuiden van de Geluwebeek. Er werden sporen en vondsten aangetroffen uit zowel de steentijd, metaaltijden, middeleeuwen en Eerste Wereldoorlog. Steentijd o CAI ID 75545: Tijdens veldprospectie in 2009 werd grijszwarte vuursteen aangetroffen. Afslagen en klingen, maar geen typische werktuigen of productieresten. o CAI ID 75560: Tijdens veldprospectie in 2009 werd lithisch materiaal aangetroffen uit het neolithicum. o CAI ID 75577: Tijdens veldprospectie in 1998 werd lithisch materiaal aangetroffen uit het neolithicum. o CAI ID 75621: Tijdens veldprospectie in 2001 werd lithisch materiaal aangetroffen. De datering is onzeker. o CAI ID 152022: Tijdens veldprospectie in 1999 werd lithisch materiaal aangetroffen. o CAI ID 211474: Tijdens een opgraving die werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba in 2014 werden losse vondsten lithisch materiaal aangetroffen, onder meer uit het mesolithicum. o CAI ID 221214: Tijdens veldprospectie in 2013 werd lithisch materiaal aangetroffen uit het neolithicum. o CAI ID 221376: Tijdens veldprospectie in 2010 werd lithisch materiaal aangetroffen uit het neolithicum. o CAI ID 222308: Tijdens veldprospectie in 2009 werd lithisch materiaal aangetroffen. Metaaltijden o CAI ID 211474: Tijdens een opgraving die werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba in 2014 werd een vierhoekig funerair enclos met een crematienest en een kuil met brandresten aangetroffen uit de late ijzertijd. Er werden ook 2 greppels uit die periode aangetroffen. Romeinse tijd o CAI ID 75545: Tijdens veldprospectie in 2009 werd terra sigillata aangetroffen uit centraal en oost-Gallië. o CAI ID 75560: Tijdens veldprospectie in 2009 werd aardewerk aangetroffen, een tweeledig oor en 2 wandfragmenten van kruiken, Arraswaar. Middeleeuwen o CAI ID 74465: Een site met walgracht. Omgrachting noch gebouwen zijn bewaard. o CAI ID 74466: Een site met walgracht. Omgrachting is niet meer bewaard maar de topokaart toont wel nog een walgrachtrest.

11 DEMEY & TEETAERT, 2015

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [30] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

o CAI ID 74467: Een site met walgracht. De walgracht is deels bewaard o CAI ID 74468: Een site met walgracht. Omgrachting is niet meer bewaard. o CAI ID 75545: Tijdens veldprospectie in 2009 werd laat middeleeuws aardewerk aangetroffen (Langerwehe, Raeren, Frechen en Westerwald). Allemaal intrusief materiaal, uit de late middeleeuwen. o CAI ID 75577: Tijdens veldprospectie in 1998 werd aardewerk aangetroffen uit de late middeleeuwen. o CAI ID 75621: Tijdens veldprospectie in 2001 werd laat middeleeuws aardewerk en kristalglas aangetroffen. o CAI ID 75733: Een site met walgracht met een eventueel (verdwenen) motte. o CAI ID 75736: Een site met walgracht. Bij prospectie werden vondsten gedaan die te datering zijn van de late middeleeuwen tot heden. o CAI ID 75764: Een site met walgracht. o CAI ID 75765: Een site met walgracht. o CAI ID 75782: Een site met walgracht. o CAI ID 211474: Tijdens een opgraving die werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba in 2014 werden 2 middeleeuwse greppels aangetroffen. o CAI ID 221376: Tijdens veldprospectie in 2010 werd aardewerk aangetroffen uit de late middeleeuwen. o CAI ID 222308: Tijdens veldprospectie in 2009 werd aardewerk uit de late middeleeuwen aangetroffen. Nieuwe en Nieuwste tijd o CAI ID 70283: Historisch onderzoek heeft de locatie van een windmolen op deze locatie kunnen plaatsen. De molen was in de 19e eeuw reeds verdwenen. o CAI ID 75545: Tijdens veldprospectie in 2009 werd een vondstenconcentratie aardewerk aangetroffen o.a. bruinrood aardewerk, porselein,… o CAI ID 75560: Tijdens veldprospectie in 2009 werd steengoed aangetroffen uit de 17e eeuw. o CAI ID 152022: Tijdens veldprospectie in 1999 werd aardewerk aangetroffen uit de 16e eeuw. o CAI ID 211474: Tijdens een opgraving die werd uitgevoerd door Ruben Willaert bvba in 2014 werd een loopgraafsegment, een schuttersput en 6 bomkraters uit Wereldoorlog 1 aangetroffen. o CAI ID 221214: Tijdens veldprospectie in 2013 werd aardewerk aangetroffen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [31] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 19. Projectie van het plangebied, de waterlopen en CAI-items op het digitaal terreinmodel Vlaanderen (bron: AGIV, 2015a; Onroerend Erfgoed, 2018a; AGIV, 2019).

2.2.3 Historische gegevens

2.2.3.1 Algemene geschiedenis en ontwikkeling van Menen en Geluwe Het plangebied bevindt zich tussen Geluwe en Menen. De oudste vermelding van Geluwe of “Geleve” dateert uit 1085. Etymologisch zou “Geleve” gele rivier of geel water betekenen. Menen is ontstaan op een doorwaadbare plaats aan de Leie en wordt voor het eerst vermeld in een Latijnse keure uit 1087. Het feodaal gebied bestond uit een complex netwerk van heerlijkheden, allodiale gronden en lenen. De versnippering van dit gebied was opvallend groot. Op cartografische bronnen worden tussen Geluwe en Menen een groot aantal sites met walgracht. Deze wijzen op een intensieve landbouwontginning van deze omgeving vanaf minstens de late middeleeuwen. De streek is vanouds gekend voor zijn vlasteelt en linnennijverheid. Vanaf de 17e eeuw werd de tabaksteelt de toonaangevende landbouwactiviteit.

2.2.3.2 18de -eeuws kaartmateriaal De kaart van Ferraris (1771-1777) geeft over het algemeen een goed beeld op het plangebied en zijn omgeving in de 18de eeuw. De kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik werd opgesteld tussen 1771 en 1777 door de graaf de Ferraris. Het is een interessant document, omdat alle gebouwen ingemeten werden en ook de omgeving werd vrij waarheidsgetrouw opgetekend (rivieren, grachten, poelen,

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [32] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69) bossen, hagen, etc.). Er dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat deze kaart vooral vanuit en militair standpunt opgetekend werd. De gebieden die in dat kader minder interessant waren, werden minder nauwkeurig ingemeten. De projectie van het plangebied op de kaart van Ferraris toont een vertekend beeld aangezien de kaart op deze locatie niet correct gegeorefereerd is. In werkelijkheid is de site met walgracht die zich hier binnen het plangebied bevindt meer noordelijk, buiten het plangebied aanwezig (zie infra bij de 19de eeuwse kaarten). We kunnen hier ook de verschillende straten herkennen die het plangebied afbakenen, zijnde de Ieperstraat in het zuiden en de Komerenstraat in het noorden en het westen. Het plangebied bevindt zich hier ook grotendeels binnen de beekvallei. In het zuidoosten van het plangebied is een brug over de beek gekarteerd.

Figuur 20. Kaart van Ferraris (1771-1777) met projectie van het plangebied (groen: gecorrigeerd) (bron: KBR & AGIV, 2010).

2.2.3.3 19de -eeuws kaartmateriaal De kadastrale kaarten die tot de Atlas der Buurtwegen behoren, werden opgemaakt tussen 1843 en 1845 naar aanleiding van de uitvoering van een wet uit 1841. De bedoeling was een inventaris te maken van alle kleine wegen met openbaar karakter. Deze Atlas der Buurtwegen (1843-1845) geeft samen met de topografische kaart van Philippe Vandermaelen (1846-1854) en de kadasterkaart van Phillippe-Christian Popp (1842-1879) een goed beeld hoe het plangebied er in de 19de eeuw uitzag. Deze kaarten zijn wel nauwkeuriger gegeorefereerd in vergelijking met de Ferrariskaart. Relevant is de afwezigheid van gebouwen binnen de grenzen van het plangebied en de inrichting van de verschillende percelen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [33] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 21. Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van het plangebied (bron: AGIV & PROVINCIE WEST-VLAANDEREN, 2014).

Figuur 22. Kaart van Vandermaelen (1846-1854) met projectie van het plangebied (bron: KBR & AGIV, 2018).

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [34] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 23. Popp-kaart (1842-1879) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2010).

2.2.3.4 20ste eeuw Verschillende luchtfoto’s geven de evolutie van het plangebied in de 20e eeuw weer. Op de luchtfoto uit 1970 en deze uit 1979-1990 zien we een gelijkaardige situatie binnen het plangebied, maar de Geluwebeek werd ondertussen wel rechtgetrokken (zie infra). Het terrein blijft onbebouwd en wordt grotendeels gebruikt als grasland.

2.2.4 Verstoringshistoriek Op basis van het historisch kaartmateriaal en de orthofoto ’s uit de 21e eeuw kan gesteld worden dat er vanaf het begin van de eeuwwisseling een bodemverstoring in en rond het plangebied heeft plaatsgevonden. In het zuiden van het plangebied, meer specifiek aan beide oevers van de Geluwebeek worden uitgravingen uitgevoerd die dienst doen als bufferbekken voor de beek. In het noordoosten van het plangebied (net aan de rand) worden de werken voor een verkaveling aangevat. Het noorden van het plangebied, rond de Komerenstraat kent geen verstoring, afgezien van eventuele verstoringen door landbouwactiviteiten.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [35] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 24 Luchtfoto (1971) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015b).

Figuur 25 Luchtfoto (1979-1990) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2018).

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [36] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 26 Luchtfoto (2000-2003) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015c).

Figuur 27. Luchtfoto (2008-2011) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015d).

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [37] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

2.3 Assessment

2.3.1 Archeologisch verwachtingsmodel Op basis van de verzamelde gegevens is een archeologische verwachting opgesteld. Deze geeft inzicht in de aard en ouderdom, (diepte)ligging en gaafheid van eventueel aanwezige archeologische resten. Het verspreidingspatroon van archeologische vindplaatsen is voor een groot deel gerelateerd aan de fysieke eisen die de mens stelde aan de leef- en woonomgeving. Het meest markant zijn de verschillen tussen jager-verzamelaars enerzijds en landbouwers anderzijds. Jager-verzamelaars In de steentijd (paleolithicum t/m mesolithicum) leefden de mensen voornamelijk van de jacht, visvangst en het verzamelen van eetbare planten en vruchten. Deze zogenaamde jager-verzamelaars trokken door het landschap en verbleven alleen tijdelijk op een plek. Vindplaatsen uit de steentijd zijn in principe te vinden op verschillende plekken in het landschap. Het type, de omvang en ouderdom van de vindplaats lijkt nauw verweven met de locatie in het landschap. Vaak, met name wanneer het bewoning betreft, situeren ze zich op hoger gelegen delen en in de nabijheid van water. Dit zijn gradiëntzones waar verschillende natuurlijke milieus en biotopen te vinden zijn. Plekken dus waar op korte afstand water en uiteenlopende voedselbronnen voor handen waren. Een belangrijke nuance bij dit gegeven is dat vindplaatsen niet enkel in gradiëntzones voorkomen maar er wel een grotere trefkans geldt in deze zones. Een tweede belangrijk aspect is de gaafheid van de bodem waarin dergelijke vindplaatsen voorkomen. Jager-verzamelaarsvindplaatsen bestaan voor het overgrote deel uit een spreiding van losse artefacten terwijl ingegraven structuren eerder uitzonderlijk zijn. Hun verticale spreiding is vaak beperkt. Wanneer (een deel van) de laag of horizont waarin ze voorkomen geroerd of verdwenen is, dan betekent dit dat de informatiewaarde van een dergelijke vindplaats over het algemeen sterk daalt. Voor het plangebied geldt, afhankelijk van de bodemgaafheid, een hoge kans op het aantreffen vindplaatsen van jager-verzamelaars in het noordelijke deel van het plangebied aangezien deze zone op de rand van het beekdal gelegen is. Gebieden langsheen beken waren een interessante locatie voor de prehistorische mens gezien de meeste voedselbronnen nabij waren, en ook drinkwater makkelijk bereikbaar was. Mogelijke tijdelijke steentijdkampementen kunnen voorkomen, voornamelijk op de flanken van de vallei. In het lager gelegen deel van de beekvallei (het zuiden van het plangebied) kan niet uitgesloten worden dat oudere ruggen of oeverwallen afgedekt zijn door alluviale sedimenten. Indien deze aanwezig zijn, kunnen hierop vondstenconcentraties aanwezig zijn. In het begin van de 21e eeuw werden binnen de beekvallei uitgravingen uitgevoerd voor het aanleggen van een bufferbekken bij de waterloop. Deze verstoring kan nefast zijn voor archeologische resten. Op basis van het bureauonderzoek kan onvoldoende informatie verzameld worden omtrent de bodemgaafheid. Een bijkomend landschappelijk bodemonderzoek is hierbij noodzakelijk om de verstoringsgraad in kaart te brengen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [38] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Sporenvindplaatsen Sporenvindplaatsen worden in hoofdzaak gerelateerd aan archeologische periodes waarin mensen een sedentair bestaan leidden, zijnde vanaf het neolithicum (ca. 5300 v. Chr. - 2000 v. Chr.) tot heden. Voor het opstellen van een verwachtingsmodel van sporenvindplaatsen kan eveneens rekening gehouden worden met de landschappelijke context aangezien landbouwgronden bij voorkeur werden aangelegd op vruchtbare, goed gedraineerde gronden. Doorheen de tijd neemt het belang van dit aspect af omwille van steeds nieuwe landbouwtechnieken en onder invloed van socio- en geopolitieke veranderingen. Aangezien dergelijke vindplaatsen zich kenmerken door ingegraven structuren, zijn ze minder fragiel van aard en kunnen ze zelfs in het geval van een gedeeltelijke verstoring van het bodemprofiel nog voldoende informatiewaarde bevatten. Voor het noordelijk deel van het plangebied geldt een hoge kans op het aantreffen van sporenvindplaatsen aangezien deze zone zich op de rand van de beekvallei bevindt. In het zuidelijk deel van het plangebied, binnen de beekvallei, is de verwachting eerder laag vanwege de ligging in de stroomvlakte en de vergravingen die in het begin van de 21e eeuw plaatsvonden. Hoewel er na het uitvoeren van de bureaustudie een lage verwachting is, kunnen we deze niet uitsluitend. Een bijkomend landschappelijk bodemonderzoek is hier bijgevolg noodzakelijk om een beeld te krijgen van de bodemopbouw en de bodemgaafheid. Watergebonden activiteiten Binnen deze zone dient wel eveneens rekening gehouden te worden met watergebonden activiteiten. Hieronder worden de factoren die de verwachting op dergelijke resten bepaalt, besproken voor het plangebied: o Terreinverhevenheden: er zijn geen terreinverhevenheden waar te nemen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van kampementen uit de tijd van jager-verzamelaars. De topografie binnen het plangebied werd immers beïnvloed door werkzaamheden uit de 20e eeuw. Bovendien werd binnen deze stroomvlakte alluvium afgezet tijdens het Holoceen. De verwachting op het aantreffen van steentijdartefacten ligt dan ook laag. o Vernauwde delen van het dal: door de verstoringen binnen het plangebied tijdens de 20e eeuw is het niet mogelijk om eventueel vernauwde delen van het dal te karteren. o Samenkomen van stroomdalen: Het plangebied is gelegen in de beekvallei waar de Geluwebeek en diens zijtak de Reutelbeek samenvloeien. o Hogere gronden met rijk archeologisch bodemarchief: de gekende archeologische resten uit de nabije omgeving zijn schaars. Desalniettemin is dit geen weerspiegeling van de archeologische waarde van de omgeving. o Bruggen: in het zuidoosten van het plangebied wordt op de kaarten van Ferraris en Vandermaelen een brug weergegeven. Mogelijk lag in deze buurt eerst een doorwaadbare voorde. Het is onduidelijk hoe oud deze oversteekplaats precies is.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [39] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

o Watermolens: er werden geen watermolens gekarteerd in of in de onmiddellijke van het plangebied. o Oude geulvullingen: er zijn geen oude geulvullingen aanwezig binnen of in de buurt van het plangebied. Aangezien het zuidelijk deel van het plangebied in de 20e eeuw verstoord door uitgraving aan beide oevers van de beek, kan gesteld worden dat de verwachting op puntlocaties en lijnelementen verbonden met beekdalen eerder matig/laag ligt. Maar aangezien er op basis van het bureauonderzoek onvoldoende informatie kan verzameld worden omtrent de bodemgaafheid moet een bijkomend landschappelijk bodemonderzoek de mate van verstoring controleren.

2.4 Synthese

Samenvattend heeft het bureauonderzoek tot volgende resultaten geleid: o Landschappelijke ligging: Het plangebied is gelegen in en op de rand van de beekvallei waar de Geluwebeek en diens zijtak de Reutelbeek samenvloeien, tussen Geluwe en Menen, in de provincie West-Vlaanderen. Volgens de quartair geologische kaart is het gebied grotendeels gelegen binnen laat-pleistocene en holocene fluviatiele afzettingen. In het noorden en het westen van het plangebied komt een vochtige tot natte zandleem voor, in het oosten een natte kleigrond. o Archeologische gegevens: Net buiten de contouren van het projectgebied is een site met walgracht gekend uit de late middeleeuwen, genaamd Goed te Winckele. Tijdens prospectie onderzoek in 2009 werden verschillende vondsten gedaan die te dateren zijn vanaf de late middeleeuwen tot heden. In de omgeving van het projectgebied zijn de meerderheid van de CAI locaties te danken aan de veldprospecties die plaatsvonden op het eind van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw. Uit dit onderzoek werd voornamelijk lithisch materiaal aangetroffen, onder meer uit het mesolithicum en het neolithicum. Daarnaast werd ook aardewerk uit de Romeinse en de middeleeuwse periode teruggevonden. Dit waren telkens losse vondsten in het landschap. Een ander noemenswaardig onderzoek is de opgraving aan de Menenstraat-Noord te Wervik dat in 2014 werd uitgevoerd. Er werden sporen en vondsten aangetroffen uit zowel de steentijd, metaaltijden, middeleeuwen en Eerste Wereldoorlog. o Historische gegevens: Op cartografische bronnen worden tussen Geluwe en Menen een groot aantal sites met walgracht. Deze wijzen op een intensieve landbouwontginning van deze omgeving vanaf minstens de late middeleeuwen. De streek is vanouds gekend voor zijn vlasteelt en linnennijverheid. Vanaf de 17e eeuw werd de tabaksteelt de toonaangevende landbouwactiviteit. o Verstoring: Op basis van de topografische kaart, het historisch kaartmateriaal en de orthofoto ’s uit de 21e eeuw kan gesteld worden dat er vanaf het begin van de eeuwwisseling een bodemverstoring in en rond het plangebied heeft plaatsgevonden. In het zuiden van het plangebied, meer specifiek aan beide oevers van de Geluwebeek worden uitgravingen uitgevoerd die dienst doen als bufferbekken voor de beek. In het noordoosten van het plangebied (net aan de rand) worden de werken voor een verkaveling aangevat. Het noorden

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [40] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

van het plangebied, rond de Komerenstraat kent geen verstoring, afgezien van eventuele verstoringen door landbouwactiviteiten. Hoe diep de verschillende verstoringen zijn, is momenteel onduidelijk. De onderzoeksvragen kunnen als volgt beantwoord worden: Ondergrond en landschapsgeschiedenis: I. Hoe is de aardkundige opbouw van het onderzoeksgebied? a. Welke processen van bodemvorming zijn bekend? b. Welke geomorfologische processen zijn bekend?- Het plangebied is gelegen in en op de rand van de beekvallei waar de Geluwebeek en diens zijtak de Reutelbeek samenvloeien, tussen Geluwe en Menen, in de provincie West-Vlaanderen. Ter hoogte van het plangebied liggen de tertiaire sedimenten op 25 à 30 meter onder het huidige maaiveld. Ter hoogte van het plangebied komt het Lid van Roubaix (voormalig Lid van Moen) voor uit de Formatie van Kortrijk. Deze afzettingen betreffen siltig tot fijnzandige kalkrijke klei. Volgens de quartairgeologische kaart ligt het plangebied binnen profieltypen 3, 3a, 6 en 6a. In het noorden en het westen van het plangebied komt een vochtige tot natte zandleem voor, in het oosten een natte kleigrond. II. Welke aardkundige eenheden zijn archeologisch relevant en wat is hun diepteligging? Uit het bureauonderzoek is gebleken dat er, door de specifieke ligging van het plangebied mogelijks afdekking en bewaring van oudere leefniveaus aanwezig is. In deze fase van het onderzoek is het niet mogelijk om de diepteligging van de aardkundige eenheden te bepalen. Archeologische resten: III. Zijn er reeds gekende archeologische gegevens binnen en in de omgeving van het plangebied? Tot op heden zijn geen archeologische sites noch toevalsvondsten aangetroffen binnen het plangebied. Net buiten de contouren van het projectgebied is een site met walgracht gekend uit de late middeleeuwen, genaamd Goed te Winckele. Tijdens prospectie onderzoek in 2009 werden verschillende vondsten gedaan die te dateren zijn vanaf de late middeleeuwen tot heden. In de omgeving van het projectgebied zijn de meerderheid van de CAI locaties te danken aan de veldprospecties die plaatsvonden op het eind van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw. Uit dit onderzoek werd voornamelijk lithisch materiaal aangetroffen, onder meer uit het mesolithicum en het neolithicum. Daarnaast werd ook aardewerk uit de Romeinse en de middeleeuwse periode teruggevonden. Dit waren telkens losse vondsten in het landschap. Een ander noemenswaardig onderzoek is de opgraving aan de Menenstraat-Noord te Wervik dat in 2014 werd uitgevoerd. Er werden sporen en vondsten aangetroffen uit zowel de steentijd, metaaltijden, middeleeuwen en Eerste Wereldoorlog. Op cartografische bronnen worden tussen Geluwe en Menen een groot aantal sites met walgracht. Deze wijzen op een intensieve landbouwontginning van deze omgeving vanaf minstens de late middeleeuwen. De streek is vanouds gekend voor zijn vlasteelt en linnennijverheid. Vanaf de 17e eeuw werd de tabaksteelt de toonaangevende landbouwactiviteit.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [41] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

IV. Hoe kunnen ongekende archeologische resten zich manifesteren (sporen, vondstenconcentraties) en op welke diepte kunnen deze worden aangetroffen? a. Wat is de gespecificeerde verwachting (alsmede de verwachte conservering en gaafheid) ten aanzien van nog ongekende archeologische waarden in het gebied? Vondstenconcentraties worden gelinkt met de archeologische periodes van de jager- verzamelaar (vroege en midden steentijd). Vindplaatsen van jager-verzamelaars manifesteren zich over het algemeen als vondstenconcentraties bestaande uit bewerkt lithisch materiaal en in mindere mate verkoold organisch materiaal (voornamelijk bot, hazelnoot en houtskool). Sporen uit deze periode zijn slechts uitzonderlijk bewaard. Op de niet-afgedekte zones bevindt het materiaal zich zowel in de ploeglaag als het onderliggend sediment. Door inspoeling en bioturbatie is het materiaal immers verticaal gemigreerd. Of er ook afgedekte horizonten aanwezig zijn waarin dergelijke vondsten kunnen voorkomen, is tot op heden niet gekend. Alles hangt af van de bodemgaafheid binnen het plangebied. Hiervoor is aanvullend landschappelijk onderzoek noodzakelijk. Sporenvindplaatsen: Eventuele archeologische resten worden verwacht vanaf de onderzijde van de teelaardelaag. Sporen zullen echter pas goed lees- en interpreteerbaar zijn vanaf de bovenzijde van de C-horizont. b. Wat was het historisch landgebruik van het plangebied en wat is het landgebruik? Wat is de invloed daarvan op de (verwachte) archeologie en (bodem)gaafheid? Uit de studie van het historische kaartmateriaal kan besloten worden dat het plangebied sinds minstens de 18e eeuw steeds grasland (zuiden) en akkerland (noorden) geweest is. Uit deze periode wordt niets verwacht. Op basis van de topografische kaart, het historisch kaartmateriaal en de orthofoto ’s uit de 21e eeuw kan gesteld worden dat er vanaf het begin van de eeuwwisseling een bodemverstoring in en rond het plangebied heeft plaatsgevonden. In het zuiden van het plangebied, meer specifiek aan beide oevers van de Geluwebeek worden uitgravingen uitgevoerd die dienst doen als bufferbekken voor de beek. In het noordoosten van het plangebied (net aan de rand) worden de werken voor een verkaveling aangevat. Het noorden van het plangebied, rond de Komerenstraat kent geen verstoring, afgezien van eventuele verstoringen door landbouwactiviteiten. Hoe diep de verschillende verstoringen zijn, is niet gekend. Impact van geplande bodemingrepen: V. Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten? Op welke manier kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan? De geplande werken hebben als doel het beschikbare buffervolume te herstellen, en verder te optimaliseren, door enerzijds een herinrichting van het bestaande bekken, en anderzijds een geografische uitbreiding ervan. Het aanpalend perceel wordt mee ingericht als bufferbekken. De voorziene werken betreffen voornamelijk grondverzet, dat zich manifesteert in een verlegging van de waterloop met aanleg van een dijklichaam. De werken die worden uitgevoerd op het terrein dat bijkomend wordt ingericht, betreffen een wijziging in het tracé van de waterloop teneinde de beschikbare ruimte optimaal als buffervolume te kunnen inrichten.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [42] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Met de werken gaat grondverzet gepaard. Vooraleer de grond af te voeren zal het noodzakelijk zijn deze gronden te laten ontwateren. Daartoe zullen in de onmiddellijke omgeving (delen van) de terreinen worden ingericht als tijdelijk slibdepot. Binnen deze percelen zal de teelaarde worden verwijderen en de bodem van het bekken genivelleerd. Door de geplande werken wordt de bodem binnen het plangebied grotendeels verstoord met een uitgraafdiepte tussen de 60cm en de 260cm -Mv. Een bijkomend landschappelijk bodemonderzoek is hier bijgevolg noodzakelijk om een beeld te krijgen van de bodemopbouw en de bodemgaafheid. Op basis daarvan kan een betere inschatting worden gemaakt van de aard en de bewaringstoestand van archeologische sporen.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [43] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

3 Bibliografie

3.1 Uitgegeven bronnen

Deckers, J., De Koninck, R., Bos, S., Brootheraes, M., Dirix, K., Hambsch, L., Lagrou, D., Lanckacker, T., Matthijs, J., Rombaut, B., Van Baelen, K. & Van Haren, T. (2018) Geologisch (G3Dv3) en hydrogeologisch (H3D) 3D-lagenmodel van Vlaanderen – versie 3. Studie uitgevoerd in opdracht van: Vlaams Planbureau voor Omgeving (Departement Omgeving) en Vlaamse Milieumaatschappij 2018/RMA/R/1569. 2018/RMA/R/1569. Vlaams Planbureau voor Omgeving (departement omgeving). Beschikbaar op: https://www.dov.vlaanderen.be/index.php/page/geologisch-3d-model- g3dv3. Demey, D. & Teetaert, D. (2015) Archeologisch onderzoek Wervik, Menenstraat-Noord. Resten van een grafmonument uit de late ijzertijd en van het slagveld van oktober 1918. Sijsele: Ruben Willaert Rapport 80.

3.2 Geraadpleegde websites

Agentschap Onroerend Erfgoed (2019) ‘Beslissingsboom voor verplicht archeologisch vooronderzoek (versie 19)’. Agentschap Onroerend Erfgoed. Beschikbaar op: https://www.onroerenderfgoed.be/een-archeologisch-onderzoek-nodig. Geopunt (2018) Geopunt Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be. ICS (2017) International Commission on Stratigraphy: Chart/Time Scale. Beschikbaar op: http://www.stratigraphy.org/index.php/ics-chart-timescale. NGI (2018) Cartesius. Beschikbaar op: https://www.cartesius.be/CartesiusPortal/#. Onroerend Erfgoed (2018a) Agentschap Onroerend Erfgoed: Centraal Archeologische Inventaris. Beschikbaar op: http://cai.onroerenderfgoed.be. Onroerend Erfgoed (2018b) Agentschap Onroerend Erfgoed: Inventaris Onroerend Erfgoed. Beschikbaar op: https://inventaris.onroerenderfgoed.be.

3.3 Geraadpleegd kaartmateriaal

AGIV (2010) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Popp, Atlas cadastrale parcellaire de la Belgique 1842-1879.’ agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

AGIV (2015a) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM, raster, 1 m.’ agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: https://download.agiv.be.

AGIV (2015b) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Orthofotomozaïek, kleinschalig, zomeropnamen, panchromatisch, 1971, Vlaanderen.’ agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [44] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

AGIV (2015c) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropnamen, kleur, 2000-2003, Vlaanderen’. agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

AGIV (2015d) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Orthofotomozaïek, middenschalig, winteropnamen, kleur, 2008-2011, Vlaanderen’. agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

AGIV (2018) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Orthofotomozaïek, kleinschalig, zomeropnamen, kleur, 1979-1990, Vlaanderen.’ Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

AGIV (2019) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Grootschalig Referentiebestand (GRB)’. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be/catalogus/datasetfolder/7c823055-7bbf-4d62-b55e- f85c30d53162.

AGIV & Provincie West-Vlaanderen (2014) ‘Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Atlas der Buurtwegen Vlaanderen (ca. 1840) Provincie West-Vlaanderen’. Provincie West- Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

DOV (2002) ‘Databank Ondergrond Vlaanderen: Tertiair geologische kaart (1/50.000)’. Databank Ondergrond Vlaanderen. Beschikbaar op: http://dov.vlaanderen.be.

DOV (2018a) ‘Databank Ondergrond Vlaanderen: Bodemkaart: bodemtypes, substraten, fasen en varianten van het moedermateriaal en de profielontwikkeling.’ Beschikbaar op: https://dov.vlaanderen.be.

DOV (2018b) ‘Databank Ondergrond Vlaanderen: Potentiële bodemerosiekaart per perceel (2017).’ Databank Ondergrond Vlaanderen. Beschikbaar op: http://dov.vlaanderen.be.

DOV (2019a) ‘Databank Ondergrond Vlaanderen: Quartairgeologische kaart 1/50.000’. Databank Ondergrond Vlaanderen. Beschikbaar op: https://www.dov.vlaanderen.be/page/quartairgeologische-kaart-150000.

DOV (2019b) ‘DOV|quartair|1/50.000’. Beschikbaar op: https://dov.vlaanderen.be/dovweb/html/3quartair50000.html#inleiding.

KBR & AGIV (2010) ‘Koninklijke Bibliotheek van België & Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Ferraris kaart - Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, 1771-1778.’ agentschap Informatie Vlaanderen. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

KBR & AGIV (2018) ‘Koninklijke Bibliotheek van België & Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen: Vandermaelen kaart, Cartes topographiques de la Belgique, 1846-1854.’ Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

OpenStreetMap, O. (2020) ‘OpenStreetMap’. Beschikbaar op: https://www.openstreetmap.org/copyright.

VMM (2018) ‘Vlaamse Milieumaatschappij: Vlaamse Hydrografische Atlas - Waterlopen’. AGIV. Beschikbaar op: http://www.geopunt.be.

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [45] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

4 Lijst van opgenomen figuren en tabellen

Figuren: Figuur 1. Topografische kaart met projectie van het plangebied (bron: OpenStreetMap, 2020). 7 Figuur 2. GRB kaart met projectie van het plangebied en de betrokken percelen (bron: AGIV, 2019). 7 Figuur 3. Orthofoto uit 2019 met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2018). 9 Figuur 4. Beslissingsboom, criteria bij omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, deel 1. (bron: AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED, 2019). 10 Figuur 5. Beslissingsboom, criteria bij omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, deel 2, uitzonderingen. (bron: AGENTSCHAP ONROEREND ERFGOED, 2019). 10 Figuur 6. Geplande werkzaamheden geprojecteerd op de GRB-kaart (bron: opdrachtgever + AGIV, 2019). 12 Figuur 7 Overzichtsplan van de ontworpen toestand. De blauwe en rode zone zijn de bestaande beek. Het rode gedeelte wordt vervangen (gedempt) door de nieuwe loop (oranje) (bron: opdrachtgever) 13 Figuur 8. Geplande werken binnen het plangebied (westelijke zone) (bron: opdrachtgever) 14 Figuur 9 Geplande werken binnen het plangebied (oostelijke zone) (bron: opdrachtgever) 15 Figuur 10 Geplande werken binnen het plangebied (westelijke zone) (bron: opdrachtgever) 16 Figuur 11. Chronologisch kader met de geologische en archeologische perioden. 18 Figuur 12. Tertiair geologische kaart. Het plangebied is rood omlijnd. (bron: DOV, 2581; AGIV, 2019). 22 Figuur 13. Quartair geologische kaart met aanduiding van het plangebied geprojecteerd op het DTM (bron: AGIV, 2019; DOV, 2019a). 23 Figuur 14. Quartairgeologische profieltypekaart met aanduiding plangebied, voor legende zie volgende figuur. 24 Figuur 15. Legende bij de quartairgeologische profieltypekaart. 24 Figuur 16. Bodemkaart met projectie van het plangebied op de GRB (bron: DOV, 2018a; AGIV, 2019). 26 Figuur 17. Digitaal Terreinmodel Vlaanderen met aanduiding van het plangebied (rood) en de waterlopen (bron: AGIV, 2015a; VMM, 2018). 27 Figuur 18. Potentiële bodemerosiekaart uit 2017 met projectie van het plangebied (bron: DOV, 2018b; VMM, 2018; AGIV, 2019). 28 Figuur 19. Projectie van het plangebied, de waterlopen en CAI-items op het digitaal terreinmodel Vlaanderen (bron: AGIV, 2015a; Onroerend Erfgoed, 2018a; AGIV, 2019). 32 Figuur 20. Kaart van Ferraris (1771-1777) met projectie van het plangebied (groen: gecorrigeerd) (bron: KBR & AGIV, 2010). 33 Figuur 21. Atlas der Buurtwegen (1841) met projectie van het plangebied (bron: AGIV & PROVINCIE WEST-VLAANDEREN, 2014). 34 Figuur 22. Kaart van Vandermaelen (1846-1854) met projectie van het plangebied (bron: KBR & AGIV, 2018). 34 Figuur 23. Popp-kaart (1842-1879) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2010). 35 Figuur 24 Luchtfoto (1971) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015b). 36

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [46] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

Figuur 25 Luchtfoto (1979-1990) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2018). 36 Figuur 26 Luchtfoto (2000-2003) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015c). 37 Figuur 27. Luchtfoto (2008-2011) met projectie van het plangebied (bron: AGIV, 2015d). 37

Tabellen: Tabel 1. Administratieve gegevens 6 Tabel 2. Weergave van de uitgraafdieptes. 11 Tabel 3. CAI items in een straal van 1 km rond het plangebied 29

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [47] Archeologienota Herinrichting bufferbekken Geluwebeek/Reutelbeek te Menen & Wervik (2020G69)

5 Bijlages

Bijlages bureauonderzoek 2020G69 Bijlage 1. afbakening van het plangebied (shp-bestand) Bijlage 2. plannen van de bouwheer (pdf-bestand)

RAAP-rapport 002 / versie 23-07-2020 [48]