Nanuru, MH (Anna)

Van: Meienhorst, D (Dennis) Verzonden: woensdag 8 augustus 2012 14:37 Aan: Boukes, AEW (Arnold); Statengriffie; Wiggers, Ft (Renee) CC: Wezenberg, JJ (Jeroen) Onderwerp: Ter verspreiding onder PS: Advies SER inzake "Detailhandel" Bijlagen: Advies SER Overijssel Detailhandel.pdf; Bijlage 1 Winkelatlas Overijssel l&O Research.pdf

Geachte Griffie,

Ter verspreiding onder PS vindt u bijgevoegd het volgende:

- Advies SER Overijssel (S1863): "Detailhandel" - Bijlage 1 onderzoek "Winkelatlas Overijssel, Inventarisatie detailhandelsstructuur Overijssel"

Met vriendelijke groet,

Dennis Meienhorst PROVINCIALE STATEN Secretaris SER Overijssel VAN OVERIJSSEL Reg.nr. r&/'ZOl^-/6t(5 a.d. J* 0 8 AUG 2012

Routing Bijl.:

Aan Gedeputeerde Staten van Overijssel t.a.v. dhr. drs. T.W. Rietkerk Postbus 10078 8000 GB

Ons nummer: S 1863 Datum: 8 augustus 2012

Advies Detailhandel

Geachte heer Rietkerk,

Winkels zijn de ruggengraat van een attractieve binnenstad en vormen het hart van leefbare dorpen en wijken. Maar overproductie en gebrek aan regie hebben geleid tot structurele leegstand. Gaat de winkelmarkt de kantorenmarkt achterna? Tekenen van stagnatie zijn al zichtbaar: bezoekersaantallen in centra dalen, (speciaal)zaken sluiten, leegstand neemt toe. Nieuwe winkelprojecten worden gefaseerd of zelfs afgeblazen, er staat steeds meer te huur.

Hoe zorgen overheden voor aantrekkelijke winkelgebieden? Hoe dienen zij om te gaan met leegstand op woonboulevards en andere locaties? Hoe kan de markt gestimuleerd worden? Is beleid wel zinvol en in welke mate mag de overheid eigenlijk nog sturen? Meer concreet is de vraag welke rol de provincie heeft (zou moeten invullen) op dit terrein.

Achtergrond

Eind 2011 heeft u in een overleg met de Sociaal Economische Raad Overijssel (SER Overijssel) de vraag neergelegd welke rol volgens SER Overijssel de provincie heeft c.q. zou kunnen vervullen op dit terrein. SER Overijssel had overigens de situatie van de Overijsselse detailhandel reeds zelf geagendeerd voor het werkprogramma 20121.

Dat de problematiek in Overijssel wordt gevoeld en als urgent kan worden bestempeld blijkt uit de toenemende aandacht voor de winkelmarkt. Zo heeft de PvdA-statenfractie in Overijssel op 9 maart 2012 schriftelijke vragen gesteld betreffende de leegstand van winkels2. In de beantwoording van de vragen stellen Gedeputeerde Staten zich (voorlopig) op de lijn de leegstand van winkels als lokale aangelegenheid te zien en dat het voornamelijk een gemeentelijke taak betreft. Aangegeven wordt daarbij dat SER Overijssel is gevraagd of er niettemin een provinciale rol is op dit terrein en zo ja welke. Wanneer GS uit het SER- advies aanwijzingen krijgen dat er belangenafwegingen en keuzes op (boven)regionale schaal spelen dan zullen GS daarin ‘vanzelfsprekend’ hun rol vervullen3. Ook hebben de ChristenUnie en SGP in de Provinciale Statenvergadering van 11 en 12 juli jongstleden een motie “Leegstand winkels” ingediend waarin GS wordt opgeroepen te komen met een richtinggevende notitie over de aanpak van leegstand van winkels en winkelcentra4. Deze motie is ‘aangehouden’ in afwachting van voorliggend SER-advies en de reactie van GS hierop.

1 SER Overijssel (2012), Werkprogramma SER Overijssel 2012. 2 Lees bijv. http://www.twentejournaal.nl/artikel/10528--pvda-wil-debat-over-leegstand- kantoren-en-winkels-in-overijssel_1.html 3 GS van Overijssel (2012), “Beantwoording Statenvragen Tenkink Leegstand Winkels”, kenmerk 2012/0102852, datum: 10-4-2012 4 Motie Westert/Slagman (11/12 juli 2012), “Leegstand Winkels”

1

De SER Overijssel heeft in vergaderingen in het eerste halfjaar van 2012 meerdere malen nader stil gestaan bij de leegstand van winkels en de situatie in de Overijsselse detailhandel. In de SER vergadering van 22 maart 2012 is met de brancheorganisatie voor ondernemers in mode, wonen, schoenen en sport, CBW-Mitex, ingezoomd op de ontwikkelingen in de detailhandel in zijn algemeenheid en op de mogelijke rol van de provincie in deze; in de vergadering van 24 mei 2012 is met onderzoeksbureau I&O Research meer specifiek gekeken naar de situatie van de detailhandel in (de gemeenten van) Overijssel. Voordat SER Overijssel tot advisering is overgegaan lag er namelijk bij de organisaties vertegenwoordigd in de SER een sterke behoefte om een beeld te verkrijgen van de detailhandelstructuur in Overijssel en de ernst van de situatie (in termen van omvang, samenstelling, functioneren). Hiervoor is I&O Research gevraagd onderzoek te doen naar specifiek:

- wat is de omvang en samenstelling van het winkelaanbod in Overijsselse gemeenten? - wat zijn de ontwikkelingen in het winkelaanbod in de periode 2007-2012? - wat is de (ontwikkeling van de) werkgelegenheidsbijdrage van detailhandel in Overijssel? - wat is de verzorgingsfunctie van de gemeente? - wat is het huidig economisch functioneren van de detailhandel in Overijssel? - welke detailhandelsplannen bestaan er in Overijssel en hoeveel winkeloppervlak is hiermee gemoeid?

Over de uitkomsten van het onderzoek later in dit advies meer. Gezien de nadrukkelijke rol van gemeenten op dit terrein is 18 april 2012 een speciale sessie voor Overijsselse gemeentebestuurders in Nijverdal georganiseerd5. Ook landelijk staat de leegstand van winkels steeds nadrukkelijker op de agenda. MKB-Nederland en VNO-NCW hebben een initiatief genomen voor een vergelijkbaar proces als bij de kantorenleegstand met een gezamenlijke aanpak van overheden en marktpartijen op de winkelmarkt. Op 8 mei 2012 heeft in Den Haag de eerste “winkeltop” plaatsgevonden. Hieraan nemen onder andere partijen deel uit de werkgeverskringen, de retailhoek, vastgoed, overheid en financiële sector6. SER Overijssel heeft kennisgenomen en in het voorliggend advies gebruik gemaakt van de tot nu toe in het traject gemaakte analyse en standpunten van de diverse partijen7.

Ontwikkelingen detailhandel / winkelmarkt

De winkelmarkt is in beweging en verandert van een groei- in een verdringingsmarkt. De toenemende leegstand, het uitblijven van investeringen en het wegvallen van retail- en vastgoedpartijen doen het maatschappelijk bewustzijn groeien dat er 'iets aan de hand is'. De economische crisis heeft de conjunctuurgevoelige detailhandel klappen toegedeeld. De detailhandelsbestedingen zijn omlaag gegaan, waarbij vooral de niet-dagelijkse sector te kampen heeft met teruglopende bestedingen.

5 “De toekomst van de detailhandel”, bijeenkomst georganiseerd door Kamer van Koophandel Oost-Nederland en Trendbureau Overijssel, 18 april 2012 Dalzicht Nijverdal. 6 Oa. MKB Nederland, VNO-NCW, Detailhandel Nederland, Nationale Winkelraad, Vakcentrum, Raad Nederlandse Detailhandel, IVBN, NEPROM, ROZ, Bouwend Nederland, NVM, IPO, VNG, Ministerie van IenM 7 Overleg (30-5-2012) SER Overijssel met secretaris “winkeltop”: dhr. drs. K.A. Ravesloot (MKB Nederland/VNO-NCW); en MKB Nederland/VNO-NCW (2012), Bestuursnotitie “Leegstandproblematiek commercieel vastgoed” (vertrouwelijk). Op de PROVADA (juni 2012) is door SER Overijssel met partijen nader over de winkelleegstand vanuit vastgoedoptiek van gedachten gewisseld.

2

In het winkelaanbod zijn sterke veranderingen zichtbaar. Winkelsluitingen, toenemende leegstand en schaalvergroting zijn zichtbare structuurwijzigingen. Naast het (tijdelijke) lagere economische tij heeft de scherpe concurrentie door o.a. de opkomst van internet het koopgedrag structureel veranderd. Niet alleen worden meer producten gekocht vanachter de computer of via smartphones, ook is internet in toenemende mate bepalend voor de kooporiëntatie. Ook demografische veranderingen als vergrijzing en ontgroening zal de kwantitatieve en kwalitatieve vraag beïnvloeden, maar daarmee ook het winkellandschap de komende decennia danig doen wijzigen.

Situatie Overijsselse winkelmarkt

SER Overijssel heeft I&O Research gevraagd om de detailhandelstructuur (omvang, samenstelling, werkgelegenheid, nieuwbouw) en de ernst van de situatie in termen van functioneren en leegstand in beeld te brengen. Dit uitgebreide onderzoek8 is bijgevoegd in bijlage 1. Enkele hoofdconclusies zullen hieronder worden aangehaald, in het rapport vindt u nadere detaillering naar sectoren/branches, gemeenten en winkelgebieden.

Sterkere groei winkelaanbod in Overijssel dan landelijk (m2)

In de afgelopen 5 jaar is het winkelaanbod in Overijssel sterk toegenomen. In de periode van 2007-2012 is het totale winkelvloeroppervlak in Overijssel met 6 procent toegenomen, een groei van 125.000 winkelmeters (figuur 1). Begin 2012 bedraagt het totale winkelvloeroppervlak in Overijssel bijna 2,2 miljoen m2. In dezelfde periode nam in Nederland het winkelvloeroppervlak met bijna 1,4 miljoen vierkante meter toe, een toename van 5 procent. Het winkelaanbod in Overijssel is dus iets sterker gegroeid dan totaal in Nederland.

Figuur 1: Ontwikkeling winkelaanbod Overijssel (in m2 WVO)

Bron: Locatus, bewerking I&O Research

Sterkere afname aantal verkooppunten in Overijssel dan landelijk

Het winkelvloeroppervlak in Overijssel is in 2007-2012 toegenomen, het aantal verkooppunten is in Overijssel daarentegen duidelijk afgenomen (figuur 2). In totaal zijn dit er bijna 600 minder, een afname van 7 procent. Ook landelijk is deze trend zichtbaar; het aantal winkels is landelijk gezien afgenomen met 4 procent. De groei van het aantal winkelmeters is in de afgelopen jaren in Overijssel dus groter geweest dan landelijk gemiddeld, terwijl de afname van het aantal winkels ook relatief sterker is. Dit duidt er op dat het proces van schaalvergroting zich in Overijssel in de bestudeerde periode sterker heeft doorgezet dan gemiddeld in Nederland.

8 I&O Research (2012), Winkelatlas Overijssel, Inventarisatie detailhandelsstructuur Overijssel, juli 2012.

3

Figuur 2: Ontwikkeling aantal verkooppunten in Overijssel

Bron: Locatus, bewerking I&O Research

Overijsselaar rijkelijk bedeeld met winkelruimte

De totale gemiddelde winkelgrootte is in 2012 in Overijssel 293 m2 WVO. In 2007 was dit nog 256 m2 WVO, wat neerkomt op een toename van 15 procent. Landelijk is de winkelomvang in deze periode gestegen van 248 naar 271 m2 WVO, een meer bescheiden ontwikkeling. De totale gemiddelde winkelgrootte in Overijssel ligt in 2012 8 procent hoger dan landelijk gemiddeld. Om de aanbodcijfers in perspectief te plaatsen kan het winkeloppervlak aan de bevolkingsomvang worden gerelateerd. Figuur 3 toont het aantal m2 WVO per inwoner per provincie.

Figuur 3: Aantal m2 winkelvloeroppervlak per inwoner (2012), Overijssel vergeleken

Bron: Locatus, bewerking I&O Research

4

In Overijssel is er per inwoner 1.9 m2 WVO beschikbaar. Alleen in de relatief dunbevolkte provincies Zeeland, Drenthe en Friesland ligt het cijfer hoger. Ook het aantal verkooppunten gerelateerd aan de bevolkingsomvang ligt in Overijssel overigens hoger dan landelijk.

Sterke toename leegstand in Overijssel, leegstandspercentage hoger dan landelijk

In 2012 staat in de provincie Overijssel in totaal 272.930 m2 winkeloppervlak leeg. In 2007 was dit nog 165.820 m2. In absolute zin kent de gemeente de hoogste leegstand, gevolgd door en . De grootste toenames zijn te zien in Deventer en Almelo, in beide gemeenten is de leegstand meer dan verdubbeld.

Een beter beeld dan de absolute leegstand geeft de leegstand gerelateerd aan het totale winkeloppervlak, het leegstandspercentage. In 2012 bedraagt het Overijsselse leegstandspercentage in de detailhandel voor wat betreft winkeloppervlak 7,7 procent. Vijf jaar geleden bedroeg het leegstandspercentage nog 5,1 procent.

Figuur 4: Leegstandspercentage m2 WVO (2007 en 2012)

Bron: Locatus, bewerking I&O Research

5

In 2007 was het verschil met Nederland nog 0,4 procent, in 2012 is het Overijssels leegstandspercentage 1,1 procent boven het landelijk gemiddelde gelegen. Het verschil is dus aanzienlijk toegenomen.

Op gemeenteniveau is veel verschil zichtbaar, zowel qua relatieve omvang van de leegstand als qua ontwikkeling van de leegstand (figuur 4). Bovenaan de lijst staan Almelo en Deventer met 14 procent. Vooral de Twentse grote steden kennen een hoge leegstand. Alle hebben een hoger leegstandspercentage dan het Overijssels gemiddelde. Recent berichtte Dagblad Tubantia al over de zorgelijke leegstand in Twente9.

Advieslijnen SER Overijssel

SER Overijssel is zeer bezorgd over de huidige situatie van de Overijsselse detailhandel. De scan van I&O Research, hiervoor op hoofdlijnen de conclusies geschetst, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Een beduidend hoger leegstandspercentage dan landelijk, een percentage dat ook nog eens veel sterker oploopt dan landelijk. En gezien het feit dat de Overijsselaar anno 2012 nog steeds beduidend meer vierkante meters winkelruimte ter beschikking heeft dan landelijk, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de komende jaren een verdere ‘correctie’ zichtbaar zal worden.

Als de situatie landelijk al tot discussie leidt, dan zal de problematiek in de ogen van SER Overijssel zeker in onze provincie prominent op de agenda dienen te staan. Het belang is groot, in termen van leefbaarheid van binnensteden en dorpen, maar zeker ook regionaal economisch en voor de sector sec. Met bijna 60.000 banen is het aandeel van de detailhandel in het totaal aantal banen in Overijssel 10 procent. Alleen in Zeeland en Friesland is het werkgelegenheidsaandeel van de detailhandel iets groter. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Overijsselse detailhandel is positief, in de periode 2007 t/m 2011 zijn er ruim 3.000 banen bijgekomen.

De totale detailhandelsomzet in Overijssel, afkomstig van bestedingen van bewoners en bezoekers, bedraagt ongeveer 5,5 miljard euro. Van de totale bestedingen in de detailhandel in Nederland wordt 7 procent besteedt in Overijssel. Opvallend is dat het koopgedrag relatief sterk op de eigen provincie is georiënteerd, de binding is hoog. Van de genoemde 5,5 miljard euro vloeit immers slechts een half miljard euro af naar buiten Overijssel.

Provincie pak de regie!

Opvallend is de consensus bij marktpartijen, die de overheid oproepen vooral keuzes te maken en beleid te voeren. Steeds breder heerst bij marktpartijen de opvatting dat regie van de overheid cruciaal is voor een gezonde winkelmarkt. Gemeenten en provincies zijn in die visie verantwoordelijk om eigen detailhandelsbeleid te formuleren. Gemeenten op lokaal niveau, provincies op bovenlokaal regionaal niveau. Op provinciaal niveau is er naar het oordeel van marktpartijen de afgelopen jaren duidelijk sprake geweest van een gebrek aan regie. SER Overijssel deelt, met de kennis van vandaag, deze opvatting.

SER Overijssel geeft aan dat per gemeente en regio verschillende keuzes dienen worden gemaakt, er is sprake van regionaal maatwerk. Een algemene blauwdruk volstaat niet meer. Als richtsnoer geeft SER Overijssel, in navolging van o.a. CBW-Mitex en het HoofdBedrijfschap Detailhandel10 mee dat, zoals eerder bij bedrijventerreinen, het systeem van de SER-ladder kan worden gehanteerd: eerst wordt in of aan bestaande winkelgebieden

9 ‘Leegstand winkels zorgelijk’ in: Dagblad Tubantia 25-2-2012 10 Droogh Trommelen en Partners (DTNP) in opdracht van CBW-Mitex en Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2011), Dynamiek door Beleid, Hoe de overheid de winkelmarkt stimuleert.

6

ruimte gezocht of gemaakt (herstructurering). Indien binnen bestaande centra onvoldoende kansen aanwezig blijken, kan ruimte worden gezocht op schillocaties. Pas als die mogelijkheden zijn benut, kan worden overwogen of nieuwe winkelontwikkelingen in de periferie gewenst zijn.

Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben zich (voorlopig) op de lijn gesteld de leegstand van winkels als lokale aangelegenheid te zien en dat het voornamelijk een gemeentelijke taak betreft. SER Overijssel is gevraagd of er niettemin een provinciale rol is op dit terrein. SER Overijssel ziet deze in de huidige situatie nadrukkelijk wel. Daarbij is SER Overijssel niet de enige, verschillende partijen uit het bedrijfsleven en overheden zelf geven in toenemende mate aan dat er een belangrijke rol is weggelegd voor provincies.

Zo pleiten de ontwikkelaars, verenigd in NEPROM, in hun Retailvisie11 voor een belangrijke rol voor de provincies: die moeten een grotere rol opeisen bij het regionaal detailhandelsbeleid. Dat beleid is belangrijker dan ooit, gegeven de ‘toenemende concurrentie tussen winkellocaties en centrumvoorzieningen’.

De beleggers, verenigd in IVBN, stellen in haar Visie op de winkelmarkt dat het leegstandsprobleem zal verergeren als provincies onvoldoende regie voeren, geen beleid voeren gericht op de kwaliteit van de voorraad en geen op de feitelijke marktvraag toegesneden ruimtelijk ordeningsbeleid voeren. De IVBN verwacht dan ook een sterke regierol van de provincie en een detailhandelsbeleid dat aansluit bij versterking van bestaande winkelgebieden en (nieuwe) perifere ontwikkelingen tegengaat. Een gezonde winkelmarkt valt of staat met een duidelijk regionaal beleid waarin provincies en gemeenten duidelijke keuzes maken voor het versterken van de reeds bestaande, toekomstbestendige locaties. Een heldere visie waar ontwikkelingen wel en niet worden toegestaan verschaft duidelijkheid voor marktpartijen waardoor investeringen gericht kunnen plaatsvinden. De provincie is verantwoordelijk voor de afstemming van bovenlokale initiatieven12.

SER Zeeland onderschrijft in haar “advies inzake het ontwerp-omgevingsplan 2012-2018” het provinciale beleid ten aanzien van detailhandel. Zeker in een periode dat de detailhandel het erg moeilijk heeft moet terughoudend omgegaan worden met het ontwikkelen van detailhandelslocaties buiten binnensteden en winkelcentra. Alleen voor zeer specifieke branches is ruimte op perifere locaties. De realisering van leisurevoorzieningen mag geen argument zijn voor het toestaan van detailhandel op perifere locaties13. SER stelt dat de provincie een bijdrage kan leveren aan het verminderen van de leegstand in de detailhandel door bovenregionale detailhandelsinitiatieven op elkaar af te stemmen. Leegstand heeft sterk negatieve gevolgen voor de lokale en regionale economie en de provincie heeft de mogelijkheid vanuit het beschikbaar ruimtelijk instrumentarium te sturen14.

Detailhandel Nederland gaat in een positionpaper “Winkellocatiebeleid” in op de wenselijke rol van de provincies op de winkelmarkt15. De meeste provincies geven geen hoge prioriteit aan hun regierol, waardoor de benodigde regionale afstemming van bovenlokale initiatieven ontbreekt. Hoewel de nieuwe Wet ruimtelijke ordening provincies de mogelijkheid geeft anticiperend bij gemeenten te sturen en in te grijpen, is in de praktijk het provinciaal detailhandelsbeleid vrij abstract. Detailhandel Nederland pleit ervoor dat provincies zich proactief opstellen en hun regierol serieus nemen, zodat individuele gemeenten geen

11 NEPROM (2012), Retailvisie 2012, van places to buy naar places to be. 12 IVBN (2012), IVBNvisie: op de winkelmarkt, Dynamiek op de winkelmarkt, maart 2012. 13 SER Zeeland (2012), Advies inzake het ontwerp-Omgevingsplan 2012-2018 14 SER Gelderland (2012), Advies structuurvisie Gelderland, kenmerk 012/BvM/121 15 Detailhandel Nederland (2011), Position paper Winkellocatiebeleid, juni 2011.

7

winkelinitiatieven kunnen (laten) ontwikkelen zonder dat het bovenlokale effect wordt meegewogen.

Regie vooral via ruimtelijk instrumentarium

Detailhandelsbeleid is in de ogen van SER Overijssel primair een gemeentelijke taak, maar dat laat onverlet dat er een rol voor de provincie is. De provincie kan een belangrijke bijdrage leveren aan bijvoorbeeld het verminderen van de leegstand in de detailhandel door bovenregionale detailhandelsinitiatieven op elkaar af te stemmen. De provincie heeft de mogelijkheid om vanuit het beschikbaar ruimtelijk instrumentarium hierin te sturen. Een rol van de provincie die vanuit ruimtelijke kwaliteit- en economisch oogpunt te verdedigen is. Immers, de provincie pakt deze rol ook in het landelijk gebied, bij bedrijventerreinen, op het terrein van wonen en (binnenkort ook) op de kantorenmarkt.

De afgelopen maanden zijn verschillende provincies in relatie tot detailhandelsbeleid voornamelijk in het nieuws bij grootschalige detailhandelsontwikkelingen als Factory Outlet Centers (FOC’s). Recent heeft PS van Zuid-Holland een beslissing over de factory outlet Bleizo uitgesteld, de komst van de outlet op het Bleizoterrein kan leiden tot een structurele ontwrichting van bestaande winkelcentra in de wijde regio. In de provincie Groningen speelt een discussie over Noordoost Groningen waar bij Zuidbroek een ‘merkendorp’ moet verrijzen van 15.000 vierkante meter verdeeld over zeventig tot tachtig winkels waar afgeprijsde merkkleding wordt verkocht. In Noord-Holland zijn er bij Halfweg plannen voor 29.000 m2 FOC, genaamd Sugar City. Hiertegen is door o.a. HBD, Kamer van Koophandel en CBW- Mitex tot aan de Raad van State (RvS) geageerd. Hier blijkt ook het belang van een vastgesteld provinciaal detailhandelsbeleid: RvS heeft besloten dat, vanwege het ontbreken van provinciaal beleid in Noord-Holland, er geen wettelijke argumenten waren om Sugar City tegen te houden, 20.000 m2 is nu in het bestemmingsplan opgenomen. Verder zijn er ook discussies omtrent een Fun Valley (Spaarnwoude) en een (schoenen)outlet center bij Waalwijk.

Om een beeld te krijgen van dergelijke omvangrijke (voorgenomen) toevoegingen aan het bestaande winkeloppervlak in Overijssel heeft SER Overijssel I&O Research ook gevraagd alle gemeentelijke detailhandelsplannen in kaart te brengen. Als alle winkelmeters van alle bekend zijnde projectplannen in Overijssel, ongeacht projectstatus, worden opgeteld, komt dit uit op een totaal van om en nabij 190.000-195.000 m2 BVO. Daar staat – op basis van opgegeven en bekend zijnde cijfers – zo’n 50.000 m2 BVO onttrekking door sloop tegenover, wat neerkomt op een mogelijke uitbreiding van het winkelaanbod met zo’n 135.000 – 140.000 m2 BVO (ong. 115.000-120.000 m2 WVO). Ter vergelijking: in de periode 2007-2012 is het winkelaanbod in Overijssel toegenomen met ongeveer 125.000 m2 WVO. Voor een overzicht van de projecten zie het bijgevoegde onderzoek van I&O Research (pag. 32 t/m 34).

SER Overijssel acht het urgent, dat de provincie vooral de taak op zich neemt van regisseur op regionaal niveau (waar nodig ook interprovinciaal). Veel restrictiever optreden t.o.v. nieuwe ontwikkelingen, tenzij nut en noodzaak overduidelijk zijn aangetoond, moet daarbij voorop staan. Overigens is het ruimtelijk instrumentarium ten aanzien van detailhandel de provincie niet geheel nieuw: in de omgevingsverordening legt de provincie Overijssel al neer dat de winkelfunctie in de binnensteden ondersteund wordt, en beperkingen opgelegd worden aan detailhandel buiten de kernen. In de verordening zijn bepalingen opgenomen dat grootschalige en perifere detailhandel buiten bestaande stedelijke omgeving niet kan plaatsvinden (in principe: er zijn ook enkele ontheffingsmogelijkheden opgenomen). Winkels op bedrijventerreinen zijn verboden, met uitzondering van volumineuze detailhandel als elders geen ruimte gevonden kan worden. Grootschalige detailhandel mag alleen in of aansluitend op bestaande centra en alleen als uit onderzoek blijkt dat het niet leidt tot ontwrichting van de bestaande structuur. In de ogen van SER Overijssel is een nadere

8

aanscherping nodig, misschien ook in handhavende sfeer. Daarnaast pleit SER Overijssel voor een uitwerking van een nieuwe provinciale detailhandelsnota.

De meeste provincies hebben in meer of mindere mate detailhandelsbeleid geregeld, maar de aanpak verschilt nogal per provincie16. Zo hebben Gelderland en Groningen geen tot zeer beperkte regels in hun verordening en gaat de provincie Zuid-Holland het verst van allemaal (o.a. het aanwijzen van locaties voor perifere en grootschalige detailhandelsconcentraties, branchebeperkingen, distributieplanologisch onderzoek en advies van het Regionaal Economisch Overleg). Zuid-Holland heeft overigens zeer recent (juli 2012) detailhandelsbeleid nader uitgewerkt als onderdeel van het regionaal economisch beleid17. SER Overijssel verzoekt te bekijken op welke wijze een grotere provinciale regie te bewerkstelligen is en daarbij bijvoorbeeld good practices vanuit Zuid-Holland (of andere provincies) mee te nemen.

Detailhandel Nederland stelt overigens dat een goede provinciale regie makkelijker de door de Europese Dienstenrichtlijn verboden concurrentieaspecten buiten de besluitvorming worden gehouden. Een actieve regierol van de provincies waarborgt dat ruimtelijke ordeningsmotieven een bepalende rol spelen en dat die motieven ook leiden tot locatiebeleid op basis van een gedegen visie op de gewenste winkelstructuur.

Ondersteun innovatie en/of innovatieve concepten Overijsselse detailhandel

Naast de voor de hand liggende rol van de provincie vanuit ruimtelijke ordeningsoogpunt, is het volgens SER Overijssel wenselijk te kijken of en zo ja hoe een eventuele impuls zou kunnen worden gegeven aan innovatie van of innovatieve concepten ten behoeve van de Overijsselse detailhandel. Ondanks de trend van stijgende verkoop van producten en diensten via het internet zullen fysieke winkels in de toekomst niet verdwijnen. Wel zal die van karakter veranderen: de nieuwe winkel zal een samensmelting worden van de traditionele winkel met zijn face-to-face contacten en verkoop via internet en social media. De toekomst van het winkelen ligt in de slimme koppelingen van alle media – internet, iPhones, social media en de traditionele winkel. Doortrekkend naar het vastgoed wordt de stelling breed gedragen dat op die manier in de toekomst online verkopen een efficiënter voorraadbeheer en daarmee kleinere winkels/minder m2 winkels mogelijk maken18.

SER Overijssel ziet mogelijkheden om vanuit het regionaal innovatiebeleid concepten te ondersteunen in de lijn van “het nieuwe winkelen”. Met belangstelling volgt SER Overijssel initiatieven als bijvoorbeeld de pilot die het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) in januari dit jaar is gestart in Veenendaal. Aan ondernemerskant wordt toegewerkt naar hoe zij collectief beter en sneller kunnen inspelen op een fenomeen als het nieuwe winkelen. Het HBD heeft in samenwerking met technologiepartners een platform opgericht dat zich richt op een aantal pijlers: - vinden wat je zoekt, direct bestellen en laten afleveren, moderne betaalsystemen met je mobiel, punten sparen voor gratis parkeren, dashboard /

16 Voor uitgebreide beschrijvingen van provinciaal detailhandelsbeleid in de verschillende provincies in Nederland zie oa: Evers D., D. Kooijman en E. van der Krabben (2011), Planning van winkels en winkelgebieden in Nederland. en Evers D., D. Kooijman en E. van der Krabben (2012), Toekomst van de Nederlandse detailhandelsstructuur, een verkenning van drijvende krachten, in: Real Estate Research Quarterly (april 2012, jaargang 11, nr. 1) 17 Op 30 mei 2012 heeft Provinciale Staten de ‘Beleidsvisie en Uitvoeringsstrategie Regionale Economie en Energie 2012-2015’ vastgesteld. In deze beleidsvisie is bepaald dat de provincie het onderdeel detailhandel gaat uitwerken. De ‘Notitie detailhandel Zuid- Holland’ (juli 2012) geeft hier invulling aan. 18 “Het nieuwe winkelen, Niet of-of, maar én-én” in: PRO, Magazine over projectontwikkeling voor overheid en markt (juli 2012, nr.18) NEPROM.

9

monitoringssysteem met bijvoorbeeld elementen als hoe succesvol is een actie, hoe druk is het in de stad etc., optimalisering van logistieke stromen, verkoopbevordering door digitaal te koppelen aan traditionele kanalen, bundeling van online content, social media accounts, mobiele applicaties en collectieve webshops aan winkelgebieden etc. etc.

SER Overijssel verzoekt de provincie een impuls te geven aan initiatieven op dit terrein in Overijssel. Vandaag de dag heeft een ruime meerderheid van de winkeliers een website, maar het aandeel winkeliers dat bijvoorbeeld een webshop heeft en gebruik maakt van social media ligt echter aanzienlijk lager. Vooral zelfstandige winkeliers maken nog relatief weinig gebruik van online verkoop en social media als klantcontactkanaal. Hiermee laten zelfstandige winkeliers belangrijke kansen liggen om de gunst van de consument te winnen die meer en meer internet en social media inzetten in het koopproces19.

Verzoek Kamer van Koophandel Oost-Nederland “investeringsimpuls detailhandel Overijssel”

De Kamer van Koophandel heeft landelijk samen met CBW-Mitex en HBD een trendmodel ontwikkeld om winkeliers te ondersteunen in hun visievorming. Gezien de specifieke behoeften en noodzaak voor de detailhandel zijn in aansluiting op de hiervoor georganiseerde strategiebijeenkomsten vervolgacties op lokale schaal noodzakelijk en de Kamer van Koophandel Oost-Nederland heeft hiervoor een verzoek tot ondersteuning bij de provincie ingediend20. SER Overijssel staat hier positief tegenover.

- Overweeg het opzetten van een provinciaal fonds ter ondersteuning van lokale innovatieve concepten detailhandel en winkelgebieden (pilot Wijhe)

De sterk toegenomen concurrentie tussen winkelgebieden maakt actieve promotie van winkelcentra onontbeerlijk. Internet, social media en mobiele apps spelen daarin een cruciale rol. De realiteit is echter dat winkelgebieden in Overijssel nog weinig gebruik maken van de mogelijkheden die internet en social media bieden om de consument te boeien en te binden. Er is al wel een aantal praktijkvoorbeelden in den lande waarin internet en social media effectief worden ingezet om de consumentenbinding en omzet van winkeliers in winkelgebieden te vergroten21.

SER Overijssel stelt voor een fonds op te zetten van waaruit lokale innovatieve concepten kunnen worden ondersteund. SER Overijssel wil in dit advies als voorbeeld/pilot wijzen op een uiterst positief voorbeeld in Wijhe, alwaar vanuit ondernemers, samen met verenigingen en de gemeente een voorzet is gegeven die de versterking van de kwaliteit van het winkelgebied in Wijhe een positieve impuls moeten geven. Vanuit vijf pijlers (beleid, communicatie, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid, tegengaan leegstand panden en promotie) is een breed gedragen plan van aanpak vanuit de ondernemers tot stand gekomen. De communicatie en promotie steekt bijvoorbeeld sterk in op kansrijke verkoopbevordering door het koppelen van online content en social media met traditionele

19 HBD (2010), HBD Monitor ICT 2009, Den Haag, HBD. Weltevreden, J.W.J., E.C.L. De Berg, D.H. H. Boels, R.J. Boer, T. Adelaar en A.C. Krawczyk (2011). Social Media in de Detailhandel; een onderzoek naar het gebruik van Social Media Sites door (Web)winkels en consumenten in Nederland, Amsterdam, Centre of Applied Research on Economics & Management/ HES, Hogeschool van Amsterdam. 20 Memo Kamer van Koophandel Oost-Nederland (13 maart 2012), Investeringsimpuls detailhandel Overijssel. 21 Zo halen Weltevreden en Boels (2012) als voorbeelden “Spijkkaart” in Spijkenisse en 9straatjesonline.com aan. Meer in: Weltevreden J. en H. Boels, Hoe winkelgebieden de mogelijkheden van internet en social media benutten, de strijd om consument. In: Real Estate Research Quarterly (april 2012, jaargang 11, nr.1)

10

kanalen. Maar met name (in het kader van dit advies) is SER Overijssel gecharmeerd van de proactieve (voorgenomen) aanpak van leegstand in het winkelgebied van Wijhe (zie onderstaand kader).

Na een inventarisatie van huidig en in de nabije toekomst te verwachten leegstaande panden (dmv inventarisatie onder de ondernemers) is in kaart gebracht wat de opgave is. Vervolgens wordt de aanpak van deze lege panden prioritair bestempeld, in de vorm van twee doelen:

1. Het opvullen van de panden in het winkelgebied 2. Leegstaande panden (in de tussentijd, totdat er een nieuwe invulling is gevonden) een aantrekkelijker uitstraling geven.

Door uit te zoeken welke bedrijven elders binnen de gemeente gevestigd zijn, kan een selectie worden gemaakt van de voor het winkelgebied interessante bedrijven. Door deze bedrijven te benaderen kan onderzocht worden welke bedrijven interesse hebben om te verhuizen naar het winkelgebied en onder welke condities men daartoe bereid is (aantal m2, huren/kopen, max. besteedbare huursom/koopsom). Gelijktijdig worden de eigenaren van de leegstaande panden benaderd onder welke condities men bereid is de leegstaande panden te verkopen of te verhuren. Waarna eventueel tot matchmaking kan worden overgegaan. Onderzocht wordt of er een fonds gevormd kan worden, waaruit startersleningen verleend kunnen worden aan de nieuwe ondernemers.

De eigenaren van de leegstaande panden met een onaantrekkelijke uitstraling worden benaderd met het verzoek de etalages aan te passen. Niet alleen verbetert dit het aangezicht van het winkelgebied, maar het maakt de panden ook aantrekkelijker voor verhuur. In overleg met de eigenaren wordt gezocht naar een passende tijdelijke invulling, waarbij gedacht kan worden aan tentoonstellen kunst, historie Wijhe via foto’s/video’s etc.

Bron: Versterking kwaliteit winkelgebied Wijhe, Plan van Aanpak

Concluderend

SER Overijssel is zeer bezorgd over de huidige situatie van de Overijsselse detailhandel. De scan van I&O Research, waarvan hiervoor op hoofdlijnen de conclusies zijn geschetst, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Een beduidend hoger leegstandspercentage dan landelijk, een percentage dat ook nog eens veel sterker oploopt dan landelijk. Het uitgebreide onderzoek van I&O Research is bijgevoegd in bijlage 1. Enkele hoofdconclusies zijn in het advies aangehaald, in het rapport vindt u nadere detaillering naar sectoren/branches, gemeenten en winkelgebieden.

Detailhandelsbeleid is in de ogen van SER Overijssel primair een gemeentelijke taak, maar dat laat onverlet dat er een niet te verwaarlozen rol voor de provincie is. De provincie kan een belangrijke bijdrage leven aan het verminderen van de leegstand in de detailhandel door bovenregionale detailhandelsinitiatieven op elkaar af te stemmen. De provincie heeft de mogelijkheid om vanuit het beschikbaar ruimtelijk instrumentarium hierin te sturen. De provincie moet dit instrumentarium benutten.

Naast de voor de hand liggende rol van de provincie vanuit ruimtelijke ordeningsoogpunt, is het volgens SER Overijssel wenselijk te kijken of en zo ja hoe een eventuele impuls zou kunnen worden gegeven aan innovatie van of innovatieve concepten ten behoeve van de Overijsselse detailhandel. In het advies hebben wij u enkele voorbeelden en suggesties aangereikt.

De hoofdlijnen samenvattend:

SER Overijssel adviseert Gedeputeerde Staten van Overijssel:

11

- de regietaak m.b.t. detailhandel op zich te nemen. Via het beschikbare ruimtelijk instrumentarium dienen (boven)regionale detailhandelsinitiatieven op elkaar te worden afgestemd.

- een nieuwe provinciale detailhandelsvisie (met regiospecifieke invulling) op te stellen.

- een impuls te geven (via het regionaal economisch beleid) aan innovatie van of innovatieve concepten ten behoeve van de Overijsselse detailhandel.

- een provinciaal fonds op te zetten ter ondersteuning van lokale initiatieven detailhandel ter stimulering van de aantrekkelijkheid van winkelgebieden en de aanpak van leegstand.

- regulier contact met de retail, vastgoedpartijen en overheden te faciliteren.

Graag blijven sociale partners met u in gesprek over het vervolg.

Hoogachtend,

drs. A. Peters voorzitter SER Overijssel

12

Winkelatlas Overijssel

Inventarisatie detailhandelsstructuur Overijssel

Juli 2012

Winkelatlas Overijssel

Inventarisatie detailhandelsstructuur Overijssel

Juli 2012

Colofon

Uitgave I&O Research Stationsplein 11 Postbus 563, 7500 AN Enschede

Rapportnummer 2012/055

Datum Juli 2012

Opdrachtgever SER Overijssel

Auteurs Gijs Jan Visser Ruud Esselink

Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever

Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Inhoudsopgave pag.

1. Inleiding 1 1.1 Dynamiek detailhandel 1 1.2 Provinciaal detailhandelsbeleid 1 1.3 Behoefte aan inzicht in detailhandel Overijssel 3 1.4 Onderzoeksvragen en – aanpak 3 1.5 Leeswijzer 4 2. Detailhandelssector Overijssel 6 2.1 Inleiding 6 2.2 Winkelaanbod 7 2.3 Leegstand 20 2.4 Analyse werkgelegenheid 23 2.5 Winkelgebieden 25 2.6 Plannen en ontwikkelingen 30 3. Koopstromen en consumentengedrag 36 3.1 Inleiding 36 3.2 Koopstromen 36 3.3 Economisch functioneren 41 3.4 Consumentengedrag 42 4. Beschouwing 48 4.1 Vanuit landelijk perspectief 48 4.2 Detailhandel Overijssel 50 Begrippenlijst 4

Hoofdstuk 1

InleidingInleidingInleiding

Winkelatlas Overijssel • Inleiding

1. Inleiding

1.1 Dynamiek detailhandel Veranderingen beïnvloeden detailhandel Demografische veranderingen vormen de komende jaren in belangrijke mate het vertrekpunt voor nieuw of bijgesteld detailhandelsbeleid. Vergrijzing en ontgroening vertalen zich niet alleen in een kwantitatieve krimp van de bevolking, maar zorgen ook voor een veranderende samenstelling van de bevolking. Dit zal de kwantitatieve en kwalitatieve vraag, behoefte aan en economische houdbaarheid van voorzieningen veranderen. En is daarmee direct van invloed op de leefbaarheid van kleinere dorpskernen als ook van stedelijke wijken. Natuurlijk is demografie niet de enige beïnvloedende factor. Ook technologie (internet), economie (bestedingen), maatschappij (onder andere milieu en mobiliteit) en beleid & wetgeving vormen belangrijke krachtenvelden die van invloed zijn op het voorzieningenniveau, met detailhandel als belangrijke pijler.

Geleidelijke accentverschuiving Het aantal winkelmeters is de afgelopen jaren continu gegroeid, onder invloed van een groeiende bevolking, een hogere welvaart en een behoefte aan meer keuze. Beleid was dan ook vooral gericht op uitbreiding en het controleren van deze uitbreiding. Er is echter een transformatie gaande die het winkellandschap de komende decennia sterk zal doen wijzigen. Krimp zal de behoefte aan winkels verkleinen. Vergrijzing zal niet alleen de behoefte aan producten doen veranderen, ook het aantal zelfstandige winkeliers zal door gebrek aan bedrijfsopvolging afnemen. Internet zal het koopgedrag ook verder blijven veranderen. Niet alleen worden meer producten gekocht vanachter de computer en via smartphones en andere nieuw te ontwikkelen digitale gadgets, ook is internet in toenemende mate bepalend voor de kooporiëntatie (wat koop ik waar, wanneer en tegen welke prijs). De verwachting voor de komende jaren is dat het accent, ook in de beleidsvorming en – uitvoering, minder op meer en meer op betere meters zal komen te liggen.

1.2 Provinciaal detailhandelsbeleid Omgevingsvisie Overijssel Met de komst van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (nWro) per 1 juli 2008 hebben provincies nieuwe instrumenten tot de beschikking gekregen, zowel op het gebied van beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering, beleidsdoorwerking als beleidshandhaving. De rol van de provincie op het gebied van ruimtelijke ordening kan dus meer actief en uitvoeringsgericht zijn. Echter, provincies vullen haar rol en positie ten aanzien detailhandelsbeleid vooralsnog verschillend in. Voor de provincie Overijssel zijn de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening leidend (vastgesteld juli 2009).

In de Omgevingsvisie is opgenomen: 'Decentraal wat kan, centraal wat moet', is het motto van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening. Wij vertrouwen erop dat gemeenten de publieke belangen van de lokale leefgemeenschap zelfstandig behartigen. Ingrepen en bemoeienis door de provincie beperken zich tot het provinciaal belang.

1

Winkelatlas Overijssel • Inleiding

Ruimtelijke ontwikkeling vraagt om een samenhangende afweging van opgaven op het (boven)regionale niveau. De provincie is verantwoordelijk voor deze afweging en voor een integrale aanpak van de ruimtelijke ontwikkeling in de regio.

In aanvulling op het basisinstrumentarium van de SER-ladder is in de Omgevingsverordening Overijssel 2009 opgenomen dat grootschalige en perifere detailhandel buiten de bestaande stedelijke omgeving niet kan plaatsvinden. Kortom, geen weidewinkels die de basisvoorzieningen in dorp of binnenstad uithollen. Er worden beperkingen opgelegd aan detailhandel buiten kernen.

SESESERSERRR----ladderladder voor ruimtelijk detailhandelsbeleid In het ruimtelijke detailhandelsbeleid kan, in navolging van bedrijventerreinen, het systeem van de SER-ladder worden gehanteerd: eerst wordt in of aan bestaande winkelgebieden ruimte gezocht of gemaakt (herstructurering). Pas als al die mogelijkheden zijn benut, wordt overwogen of nieuwe winkelontwikkelingen in de periferie gewenst zijn.

De provincie Overijssel heeft in 2007 de Detailhandelsvisie Overijssel definitief vastgesteld. Aan de basis van het in deze visie geschetste wensbeeld en toetsingskader ligt een inventarisatie van de detailhandelsstructuur. Deze inventarisatie bestaat voor het overgrote deel uit een beschrijving van het winkelaanbod, aangevuld met een beperkte - op hoofdlijnen weergegeven - analyse van het functioneren van detailhandel en consumentengedrag. Ook is een overzicht opgenomen van de detailhandelsplannen in de provincie.

Figuur 1.1 Winkelgebiedstypen in Overijssel.

Bron: Provincie Overijssel, Detailhandelsvisie Overijssel 2007.

2

Winkelatlas Overijssel • Inleiding

1.3 Behoefte aan inzicht in detailhandel Overijssel Landelijk zijn tekenen van stagnatie zichtbaar, met onder meer signalen van toenemende structurele leegstand in de detailhandel, afnemende bezoekersaantallen en winkelsluitingen. Gaat de winkelmarkt de kantorenmarkt achterna?

Ter onderbouwing van discussie over de toekomstige positie van de detailhandel en de (provinciale) beleidsvorming heeft SER Overijssel vanuit haar adviestaak richting Gedeputeerde Staten behoefte aan inzicht in de huidig omvang, samenstelling en het functioneren van detailhandel in Overijssel. SER Overijssel krijgt daarmee de ernst van de situatie in Overijssel en in de Overijsselse gemeenten in beeld.

1.4 Onderzoeksvragen en – aanpak In dit onderzoek staat de volgende onderzoeksvragen centraal:  Wat is de omvang en samenstelling van het winkelaanbod in Overijsselse gemeenten?  Wat zijn ontwikkelingen in het winkelaanbod 2007-2012?  Wat is de (ontwikkeling van de) werkgelegenheidsbijdrage van detailhandel in Overijssel?  Wat is de verzorgingsfunctie van gemeenten?  Welke detailhandelsplannen bestaan er in Overijssel?  En wat is het huidig economisch functioneren van detailhandel in Overijssel?

Het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van desk- en dataresearch. Dit bestaat uit drie onderdelen, die hieronder worden besproken.

Kwantitatieve analyse winkelaanbod Deze analyse wordt uitgevoerd op basis van beschikbare data en cijfers van Locatus. De volgende vragen komen onder meer aan bod: Hoe is het winkelaanbod samengesteld en welke branches zijn onder- of oververtegenwoordigd? Wijkt de aanbodstructuur in Overijssel af van andere provincies en het landelijk beeld? Wat gebeurt er met het winkelaanbod op gemeentelijk niveau? En hoeveel leegstand is er Overijssel?

Werkgelegenheidsanalyse Door naar de werkgelegenheid in de detailhandel te kijken, ontstaat inzicht in de positie die detailhandel als sector inneemt in de provinciale economische structuur. Hiervoor maken we gebruik van LISA-cijfers. Het provinciaal werkgelegenheidsregister (BIRO) is onderdeel hiervan. We kijken in deze rapportage naar de volgende onderdelen:  vergelijking van Overijssel op provincieniveau;  de belangrijkste ontwikkelingen naar gemeente;  de belangrijkste ontwikkelingen naar branche;  de ontwikkelingen op korte (2010-2011) en lange termijn (we gaan in deze rapportage uit van 2000-2011).

3

Winkelatlas Overijssel • Inleiding

Koopstromenonderzoek Op basis van de data van het in 2010 in Oost-Nederland uitgevoerde koopstromenonderzoek is er veel informatie aanwezig over koopstromen in de provincie Overijssel. Naast een hoofdrapport zijn in totaal 76 kernrapportages samengesteld (afhankelijk van de deelname en rapportagewensen van gemeentelijke opdrachtgevers). Voor deze inventarisatie draaien we cijfers uit op gemeenteniveau. Hiermee is het namelijk mogelijk om omzetcijfers te koppelen aan het winkelaanbod waardoor een indicatie ontstaat van het economisch functioneren van de detailhandel in Overijsselse gemeenten.

In de koopstromenanalyse komen de volgende punten naar voren:  omzet dagelijkse en niet-dagelijkse sector op gemeenteniveau;  onderscheid tussen binding en toevloeiing naar gemeente;  vloerproductiviteit (omzet per m2 WVO) dagelijkse en niet-dagelijkse sector;  de volgende kwalitatieve aspecten: o waardering winkelvoorzieningen; o vervoermiddelgebruik; o aandeel dat minimaal 1 keer per week markt bezoekt, koopzondag bezoekt, aankopen via internet doet.

1.5 Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt uitgebreid ingegaan op de omvang, samenstelling en ontwikkeling van het winkelaanbod. Ook wordt daarbij gekeken naar de leegstand. Voorts brengen we de omvang van de detailhandel in beeld met behulp van de werkgelegenheid. Waar mogelijk vergelijken we Overijssel met Nederland en zoomen we in op gemeenteniveau. Hoofdstuk 3 geeft op basis van het in 2010 uitgevoerde Koopstromenonderzoek Oost-Nederland inzicht in de vraagkant. Hierbij is er zowel aandacht voor de meer kwantitatieve koopstromen en kooporiëntatie in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector, als voor kwalitatieve aspecten van consumentengedrag. Ook hier geldt dat cijfers op provincie- en gemeenteniveau worden gepresenteerd. Hoofdstuk 4 bevat een korte reflectie op de in de voorgaande hoofdstukken gepresenteerde cijfers. Tot slot is in de bijlagen een korte begrippenlijst opgenomen.

4

Hoofdstuk 2

Detailhandelssector Overijssel

5

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

2. Detailhandelssector Overijssel

2.1 Inleiding Er is de laatste tijd veel bericht over sterke veranderingen in het winkelaanbod, met winkelsluitingen en toenemende leegstand maar ook schaalvergroting als veel gebruikte ‘trefwoorden’. Over een langere termijn beschouwd, is een drietal structuurwijzigingen zichtbaar in de detailhandel.

Van klein naar groot Veel kleine speciaalzaken zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor een beperkt aantal formules met grote winkels en een breed, scherp geprijsd assortiment. In alle branches betreden nieuwe formules de Nederlandse winkelmarkt, waartegen de ‘zelfstandige winkelier op de hoek’ steeds moeilijker kan concurreren. Vooral in de levensmiddelensector is het aanbod zelfstandige speciaalzaken fors uitgedund. Gevolg is dat het winkelaanbod in kleine kernen zich steeds vaker beperkt tot een supermarkt. Grotere winkelgebieden zijn eenzijdiger geworden. De sneltreinvaart waarmee de kleinste speciaalzaken de afgelopen jaren zijn verdwenen, leidt tot sombere vooruitzichten over het voortbestaan van de specialist.

Van winkel naar web Het aantal fysieke winkels in Nederland is kleiner geworden. Dat het aantal detailhandelsvestigingen desondanks gegroeid is, is te verklaren door een andere transformatie, namelijk die van fysieke winkel naar webwinkel. Het aantal webwinkels in Nederland groeit explosief. De in het straatbeeld gemiste winkeldiversiteit en -variatie is ruimschoots te vinden op internet. In ruimtelijke zin mag het winkelbeeld dan eenzijdiger zijn geworden, in virtuele zin zeker niet.

Van massa naar uniek Als een tegenreactie op het verdwijnen van de lokale ondernemer en de schaalvergroting in de afgelopen jaren is er een toenemende waardering voor en behoefte aan kleinschalige speciaalzaken. De klant wil weg uit het (grijze) midden en gaat op zoek naar uniciteit. De nieuwe, kleine winkel gaat hierin mee en zet een unieke winkel neer - met een uniek product en/of een unieke dienstverlening. De aankoop(beleving) krijgt daardoor een toegevoegde waarde, zowel voor de klant als de ondernemer. Er ontstaat een nieuwe generatie zelfstandige detailhandelsondernemers, waarbij de traditionele middenstander plaatsmaakt voor de nieuwe, bewuste kleine zelfstandige ondernemers. De kleine winkel wordt vooral als kansrijk gezien, omdat deze de variatie biedt die de consument zoekt.

De economische crisis heeft de conjunctuurgevoelige detailhandel klappen toegedeeld. Als gevolg van de economische krimp zijn de detailhandelsbestedingen omlaag gegaan, waarbij met name in de niet- dagelijkse sector te kampen heeft met teruglopende bestedingen. Veel detaillisten hebben afgelopen jaren te kampen gehad met omzetdalingen, maar hebben zich wel kunnen handhaven. Wel ligt het aantal winkelsluitingen hoger dan in jaren van hoogconjunctuur. De scherpe concurrentie (mede ook door de opkomst van internet) gekoppeld aan het lagere economische tij heeft er toe geleid dat winkeldeuren zijn gesloten. Internet zal het koopgedrag verder blijven veranderen. Niet alleen worden meer producten gekocht vanachter de computer en via smartphones en andere nieuw te ontwikkelen digitale gadgets. Ook is internet in toenemende mate bepalend voor de kooporiëntatie (wat koop ik waar, wanneer en tegen welke prijs).

6

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Concreet betekent dit dat als gevolg van de veranderende kooporiëntatie (meer internet) en minder consumenten (krimp) het draagvlak voor winkels landelijk zal krimpen, wat ruimtelijke consequenties heeft voor de omvang en spreiding van het winkelaanbod en daarmee ook de leefbaarheid in kernen. Hierbij speelt ook het wegvallen van oudere zelfstandige detaillisten, zonder opvolging, een rol.

In welke mate is de Overijsselse detailhandel in de afgelopen jaren veranderd? Het eerste hoofdstuk van dit rapport schetst de omvang en samenstelling van de detailhandel in Overijssel. We beginnen met de omvang, samenstelling en ontwikkeling van het winkelaanbod (paragraaf 2.2), uitgesplitst naar aantal winkelmeters en aantal winkels. Daarnaast is er in paragraaf 2.3 specifiek aandacht voor leegstand. Paragraaf 2.4 gaat vervolgens in op de werkgelegenheid in de Overijsselse detailhandel. Voor deze paragrafen geldt dat we enerzijds op provinciaal niveau een vergelijking maken met landelijk en anderzijds ook op gemeenteniveau naar de detailhandel kijken. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk kijken we naar de planvorming in de provincie Overijssel om een inschatting te kunnen maken van hoeveel nieuwe winkelmeters er de komende jaren naar verwachting nog zullen worden toegevoegd aan het Overijsselse winkelaanbod.

2.2 Winkelaanbod

2.2.1 Overijssel en Nederland In vijf jaar tijd 125.000 winkelmeters erbij in Overijssel Tabel 2.1 laat de ontwikkeling van het winkelaanbod in Overijssel in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector zien. Het totale winkelvloeroppervlak is in Overijssel in de periode 2007-2012 toegenomen met 6 procent en bedraagt begin 2012 bijna 2,2 miljoen m2. De grootste toenames zijn zichtbaar in de sectoren mode en luxe en vrije tijd. De overige detailhandel is de enige sector waar het winkelvloeroppervlak is afgenomen. In Nederland nam het winkelvloeroppervlak in dezelfde periode met bijna 1,4 miljoen vierkante meter toe, een toename van 5 procent. Verhoudingsgewijs is het winkelaanbod in Overijssel dus iets sterker gegroeid dan totaal in Nederland.

Tabel 2.1 Ontwikkeling winkelaanbod Overijssel (in m2 WVO). 2007 2012 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) Ned. 2007-2012 (%) Dagelijks 376.760 397.380 20.630 5% 5% Niet-dagelijks 1.667.880 1.772.180 104.300 6% 5% waarvan - Mode & luxe 407.750 463.070 55.320 14% 10% - Vrije tijd 108.860 123.710 14.840 14% 2% - In en om het huis 1.079.550 1.116.150 36.600 3% 4% - Overig 71.720 69.260 -2.460 -3% 2% totaal 2.044.600 2.169.560 124.920 6% 5% NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

7

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Overijssel heeft relatief veel winkelmeters in sector ‘in/om huis’ Vergeleken met het landelijk gemiddelde is de sector in en om het huis in Overijssel qua winkeloppervlak iets sterker vertegenwoordigd in Overijssel. Ten opzichte van 2007 is het aandeel van deze sector overigens wel met 2 procentpunt afgenomen, wat met name veroorzaakt wordt door de relatief sterkere groei van het aantal winkelmeters in de sectoren mode & luxe en vrije tijd.

Figuur 2.1 Procentuele verdeling winkelaanbod per sector, Overijssel en Nederland (in m2 WVO, 2012).

Overijssel 18% 21% 6% 51% 3%

Nederland 20% 22% 6% 49% 3%

0% 25% 50% 75% 100% Dagelijks Mode & Luxe Vrije Tijd In/om Huis Detailhandel Overig NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Meer meters, minder winkels Het winkelvloeroppervlak in Overijssel is in 2007-2012 toegenomen. Het aantal verkooppunten is in Overijssel daarentegen duidelijk afgenomen (zie tabel 2.2). In totaal zijn dit er bijna 600 minder, een afname van 7 procent. Absoluut gezien is het aantal verkooppunten het meest gedaald in de sectoren in en om het huis en dagelijks. In de sectoren vrije tijd (-14 procent) en in en om het huis (-11 procent) is de relatieve afname het grootst. Ook landelijk is deze trend zichtbaar: het aantal winkels neemt landelijk gezien met bijna 4 procent af. Deze afname is wel minder sterk dan in Overijssel, waar dit 7 procent is.

De groei van het aantal winkelmeters is in de afgelopen jaren in Overijssel dus iets groter geweest dan landelijk gemiddeld, terwijl de afname van het aantal winkels ook relatief sterker is. Dit duidt er op dat het proces van schaalvergroting zich in Overijssel sterker lijkt te hebben doorgezet dan gemiddeld in Nederland. Overigens doet zich dit niet alleen voor in de grootschalige sector in en om het huis, wat laat zien dat hier niet alleen sprake is van het ‘Westermaat-effect’.

8

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Tabel 2.2 Ontwikkeling aantal verkooppunten Overijssel. 2007 2012 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) Nl. 2007-2012 (%) Dagelijks 1.990 1.820 -180 -9% -4% Niet-dagelijks 6.010 5.590 -420 -7% -3% waarvan Mode en luxe 2.240 2.240 0 0% 2% Vrije tijd 770 660 -110 -14% -12% In en om het huis 2.550 2.280 -270 -11% -7% Overig 450 420 -40 -8% 0% totaal 8.000 7.410 -600 -7% -4% NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

De lichte oververtegenwoordiging van de sector in en om het huis zien we niet alleen terug in het aantal winkelmeters. Ook het aantal verkooppunten is vergeleken met het landelijke beeld relatief groot (31 versus 28 procent van het totaal). Doordat in de mode & luxe het aantal verkooppunten de afgelopen jaren in Overijssel niet is teruggelopen, is het aandeel van deze sector in de verdeling van het aantal verkooppunten toegenomen van 28 procent in 2007 tot 30 procent in 2012. De overige sectoren hebben licht ingeleverd.

Figuur 2.2 Procentuele verdeling aantal verkooppunten per sector, Overijssel en Nederland (2012).

Overijssel 25% 30% 9% 31% 6%

Nederland 27% 31% 9% 28% 5%

0% 25% 50% 75% 100% Dagelijks Mode & Luxe Vrije Tijd In/om Huis Detailhandel Overig NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Meer dagelijks, mode en plant & dier; minder electro en dhz Op brancheniveau is wonen de branche met de meeste winkelmeters in Overijssel. Woninginrichting neemt 24 procent van het winkeloppervlak voor rekening. Daarna volgens levensmiddelen (16 procent), plant & dier (12 procent) en kleding & mode (11 procent).

9

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

In de periode 2007-2012 is met name in de doe-het-zelf branche het aantal vierkante meters winkeloppervlak afgenomen, op enige afstand gevolgd door bruin & witgoed en wonen. De grootste toename in de afgelopen vijf jaar is zichtbaar in de branche plant & dier (met bijna 66.000 m2), gevolgd door huishoudelijke- en luxe artikelen, sport en spel en kleding & mode en levensmiddelen.

Vergeleken met landelijk is de procentuele toename in vier branches fors groter dan gemiddeld in Nederland, namelijk warenhuis, huishoudelijke en luxe artikelen, sport & spel en plant & dier. Twee branches hebben juist een relatief grotere afname: bruin- & witgoed en doe-het-zelf.

Tabel 2.3 Omvang per branche en procentuele ontwikkeling, Overijssel (2007-2012), met vergelijking Nederland. winkeloppervlak (in m2 WVO) verkooppunten % ontw. 2007-2012 % ontw. 2007-2012 Ov. 2012 Ov. Ned. Ov. 2012 Ov. Ned. Levensmiddelen 343.050 6% 5% 1.450 -9% -5% Persoonlijke verzorging 54.330 2% 4% 370 -8% 0% Warenhuis 56.160 21% 5% 40 54% 43% Kleding & Mode 236.590 9% 12% 1.290 0% 4% Schoenen & Lederwaren 66.150 11% 9% 250 -4% 7% Juwelier & Optiek 18.380 4% 4% 280 3% 1% Huishoudelijke- & Luxe art. 73.740 41% 23% 300 6% -4% Antiek & Kunst 12.050 -19% -21% 90 -23% -26% Sport & Spel 78.300 35% 12% 280 -3% 2% Hobby 19.320 -11% -15% 180 -31% -23% Media 26.090 -10% -9% 200 -10% -17% Plant & Dier 264.150 33% 13% 530 -1% -4% Bruin & Witgoed 58.990 -13% -6% 350 -24% -11% Auto & Fiets 67.030 10% 14% 280 0% 4% Doe-Het-Zelf 204.430 -10% -2% 320 -20% -18% Wonen 521.550 -1% 3% 810 -9% -5% Detailhandel Overig 69.260 -3% 2% 420 -8% 0% totaal 2.171.570 6% 5% 7.410 -7% -4% NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Sterke toename plant & dier vertaalt zich in bovengemiddelde vertegenwoordiging Wanneer we per branche het aandeel in Overijssel vergelijken met het landelijk aandeel van die branche in het totale winkelaanbod ontstaat aanvullend inzicht in de mate waarin detailhandelsbranches relatief over- dan wel ondervertegenwoordigd zijn in Overijssel.

10

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Met name auto & fiets en plant & dier zijn qua winkelmeters relatief sterk vertegenwoordigd in Overijssel. Voor de doe-het-zelf geldt dat het aantal verkooppunten vrij hoog ligt in Overijssel, maar het winkeloppervlak heeft een iets kleiner aandeel in het totale winkelaanbod dan landelijk gemiddeld. Deze branche is in Overijssel kleinschaliger van opzet. Dit geldt ook voor warenhuizen. Het aandeel van deze branche qua verkooppunten is licht bovengemiddeld, terwijl het aantal winkelmeters verhoudingsgewijs klein is (zie verder ook figuur 2.5).

Figuur 2.3 Relatieve over- of ondervertegenwoordiging detailhandelsbranches Overijssel (2012). m2 WVO Verkooppunten Auto & Fiets 133% Auto & Fiets 106%

Plant & Dier 121% Plant & Dier 110%

Schoenen & Lederwaren 109% Schoenen & Lederwaren 88%

Huishoudelijke- & Luxe art. 108% Huishoudelijke- & Luxe art. 104%

Detailhandel Overig 106% Detailhandel Overig 103%

Hobby 106% Hobby 108%

Antiek & Kunst 100% Antiek & Kunst 89%

Wonen 100% Wonen 105%

Bruin & Witgoed 99% Bruin & Witgoed 111%

Doe-Het-Zelf 98% Doe-Het-Zelf 126%

Kleding & Mode 96% Kleding & Mode 97%

Juwelier & Optiek 91% Juwelier & Optiek 99%

Sport & Spel 91% Sport & Spel 104%

Levensmiddelen 91% Levensmiddelen 91%

Persoonlijke Verzorging 90% Persoonlijke Verzorging 93%

Media 85% Media 100%

Warenhuis 84% Warenhuis 102%

75% 100% 125% 150% 75% 100% 125% 150% NB: Nederland = 100%. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Gemiddelde winkelomvang in Overijssel kleine 300 m2 De totale gemiddelde winkelgrootte is in 2012 in Overijssel 293 m2 WVO. In 2007 was dit nog 256 m2 WVO, wat neerkomt op een toename van 15 procent. Niet geheel verrassend is de winkelomvang het grootst bij warenhuizen. Ten opzichte van 2007 is het aantal winkelmeters per verkooppunt - als enige branche – wel relatief sterk gedaald (-21 procent). Dit komt vooral doordat in de afgelopen jaren ook in steeds meer kleinere gemeenten Hema’s zich hebben gevestigd, plus de sterke doorgroei van Action. In alle andere branches is de gemiddelde winkelomvang in de periode 2007-2012 toegenomen.

11

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

In de branches sport & spel, plant & dier en huishoudelijke & luxe artikelen is de procentuele groei meer dan 30 procent. Er is dus duidelijk sprake geweest van een schaalvergrotingsproces de afgelopen jaren.

Figuur 2.4 Gemiddelde aantal m2 WVO per winkel, per branche, Overijssel (2007 en 2012). 1.306 Warenhuis 1.662 647 Wonen 598 641 Doe-Het-Zelf 564 501 Plant & Dier 371 293 totaal 256

Sport & Spel 281 202

Schoenen & Lederwaren 266 229

Huishoudelijke- & Luxe art.r 249 188

Auto & Fiets 238 215 237 Levensmiddelen 203 184 Kleding & Mode 168 170 Bruin & Witgoed 149 166 Detailhandel Overig 158 148 Persoonlijke Verzorging 133

Antiek & Kunst 137 130

Media 130 129

Hobby 110 86 2012 Juwelier & Optiek 66 2007 65

0 500 1.000 1.500 2.000 Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

12

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Winkelomvang in Overijssel groter dan landelijk gemiddeld De totale gemiddelde winkelgrootte in Overijssel is in 2012 8 procent groter dan landelijk gemiddeld (Overijssel: 293 m2 WVO; Nederland 271 m2 WVO). Dit verschil is vooral te verklaren door de relatief sterke vertegenwoordiging van de grootschalige sector in en om het huis. Maar ook op brancheniveau zien we dat in veel branches de winkelomvang in Overijssel groter is dan gemiddeld in Nederland. Opvallend is dat de doe-het-zelf (bouwmarkten) in Overijssel gemiddeld wat kleiner zijn terwijl bij plant & dier (met name tuincentra) een grotere winkelomvang hebben, vergeleken met de landelijke kengetallen. Mogelijk dat de doe-het-zelf in Overijssel meer lokale verzorgingsfunctie heeft (en mede daardoor minder grootschalig is), terwijl de vaak meer solitair gelegen tuincentra een bovenlokale verzorgingsfunctie hebben.

13

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.5 Gemiddelde aantal m2 WVO per winkel, per branche, Overijssel en Nederland (2012). 1.306 Warenhuis 1.463 647 Wonen 626 641 Doe-Het-Zelf 763 501 Plant & Dier 420

totaal 293 271

Sport & Spel 281 296 266 Schoenen & Lederwaren 199 249 Huishoudelijke- & Luxe Ar 223 238 Auto & Fiets 175 237 Levensmiddelen 220

Kleding & Mode 184 172

Bruin & Witgoed 170 176 166 Detailhandel Overig 149 148 Persoonlijke Verzorging 142 137 Antiek & Kunst 112 130 Media 141

Hobby 110 104 Overijssel Juwelier & Optiek 66 Nederland 67

0 500 1.000 1.500 2.000 Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

In Overijssel is gemiddelde winkelgrootte in de periode 2007-2012 gestegen van 256 naar 293 m2 WVO. Landelijk is de winkelomvang toegenomen van 248 naar 271 m2 WVO, wat een meer bescheiden ontwikkeling is.

14

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Megasupermarkten in Nederland Een grootschalige supermarkt wordt gedefinieerd als een supermarkt met meer dan 2.500 m² wvo. In 2004 waren er in Nederland 47 van dergelijke supermarkten met in totaal 146.000 m² verkoopvloeroppervlak. Het gemiddelde winkelvloeroppervlak bedroeg 3.100 m². Tussen 2004 en 2012 zijn er 14 grootschalige supermarkten (+30 procent) bijgekomen, waardoor het totale aantal megasupermarkten nu uitkomt op 61. Het winkelvloeroppervlak in deze supermarkten is met 32 procent toegenomen naar 192.200 m², wat neerkomt op 0,7 procent van het totale winkelvloeroppervlak in Nederland. De gemiddelde omvang is in 2012 3.150 m². Grote supermarkten zijn vooral sterk vertegenwoordigd in Zuid-Holland en Noord- Holland. Opvallend is dat Limburg met 6 megasupermarkten ook relatief goed vertegenwoordigd is. In Overijssel zijn er 2, waarvan 1 in Enschede en 1 in Zwolle. Bron: Locatus; bewerking: I&O Research.

2.2.2 Overijssel en andere provincies Op basis van de Locatus Retail Facts 2012 (peildatum 1 januari 2012) kunnen de cijfers van Overijssel vergeleken worden met de andere Nederlandse provincies1.

Bijna 2 m2 winkelvloer per inwoner in Overijssel Om de aanbodcijfers in perspectief te kunnen plaatsen, relateren we het winkeloppervlak aan de bevolkingsomvang. Figuur 2.6 toont het aantal m2 WVO per inwoner per provincie. Deze varieert van 2,1 in Zeeland tot 1,4 in Zuid-Holland. In Overijssel is er per inwoner 1,9 m2 WVO beschikbaar. Alleen in de relatief dunbevolkte provincies Zeeland, Drenthe en Friesland ligt dit cijfer hoger.

1 Deze cijfers wijken licht af van de aanbodcijfers in paragraaf 2.2.1, veroorzaakt door de verschillende peildata.

15

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.6 Dichtheid Overijssel vergeleken: het aantal m2 winkelvloeroppervlak per inwoner (2012). Zeeland Drenthe Friesland Overijssel Limburg Groningen Gelderland Noord-Brabant Nederland Noord-Holland Flevoland Utrecht Zuid-Holland

0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 Bronnen: Locatus, CBS. Bewerking: I&O Research

Het verschil tussen dichtbevolkte en dunner bevolkte gebieden hangt samen met het belang van afstand tussen woning en winkel voor de aankoop van (met name dagelijkse) artikelen. In een stedelijke omgeving met een grote bebouwingsdichtheid wonen veel consumenten op korte afstand. In een minder dicht bevolkt verzorgingsgebied kan het winkelvloeroppervlak niet op dezelfde manier efficiënt gebruikt worden. Dat betekent dat er per inwoner verhoudingsgewijs meer winkelvloeroppervlak nodig is. Het winkelvloeroppervlak per inwoner zal wel dalen als voorzieningen uit kleine kernen verdwijnen en inwoners zijn aangewezen op winkels in grote(re) plaatsen.

ThTheoretischTheoretischeoretisch vvoorbeeld:oorbeeld:oorbeeld:oorbeeld: In een gemeente met 1 middelgrote kern en zes kleine kernen heeft elke kern een eigen supermarkt en bedraagt het totale winkeloppervlak 4.800 m2. In een meer stedelijke gemeente met 1 grote, 1 middelgrote en 1 dorpskern kan bij een gelijk inwonertal worden volstaan met 3.900 m2. Voorbeeldillustratie winkelstructuur: Dunbevolkt gebied Dichtbevolkt gebied 600 m2 WVO 600 m2 WVO 600 m2 WVO

2 600 m WVO 600 m2 WVO 1.200 m2 2.500 m2 WVO WVO

1.000 m2 WVO 600 m2 WVO 600 m2 WVO

16

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Ruim 6 winkels per 1.000 inwoners in Overijssel Het aantal verkooppunten per 1.000 inwoners is in Overijssel 6,4 per 1.000 inwoners. Alleen in Noord- Holland, Limburg, Friesland en Zeeland ligt dit cijfer hoger (zie figuur 2.7). De aantallen lopen uiteen van bijna 8 per 1.000 (Zeeland) tot 4,5 per 1.000 (Flevoland).

Figuur 2.7 Dichtheid Overijssel vergeleken: het aantal winkels per 1.000 inwoners (2012). Zeeland Friesland Limburg Noord-Holland Overijssel Drenthe Nederland Gelderland Noord-Brabant Groningen Zuid-Holland Utrecht Flevoland

0 2 4 6 8 10 Bronnen: Locatus, CBS. Bewerking: I&O Research

2.2.3 Gemeenten in Overijssel

Op gemeenteniveau zijn de vijf grote steden in Overijssel gezamenlijk goed voor 45 procent van het totale provinciale winkelaanbod. Qua inwonertal nemen ze 47 procent van de Overijsselse bevolking voor rekening. Het grootste aantal winkelmeters is te vinden in Enschede, terwijl Olst-Wijhe het kleinste winkelaanbod heeft. Tussen de 25 Overijsselse gemeenten zijn aanzienlijke verschillen in de verhouding dagelijks/niet-dagelijks. In en is het aandeel van de dagelijkse sector 9 procent. In en Hof van Twente is dat respectievelijk 26 en 28 procent.

17

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Tabel 2.4 Omvang winkelaanbod per gemeente, Overijssel (2012). winkeloppervlak (in m2 WVO) verkooppunten dagelijks niet-dagelijks dagelijks niet-dagelijks Almelo 27.290 119.350 120 360 Borne 7.020 26.340 30 120 9.190 43.630 40 130 Deventer 32.670 122.450 160 490 Dinkelland 8.900 86.270 50 130 Enschede 56.510 223.650 250 740 Haaksbergen 12.580 36.030 40 120 21.560 99.010 100 300 14.860 61.810 50 180 28.870 145.580 130 400 Hof Van Twente 15.060 39.310 60 160 Kampen 14.570 53.820 80 230 7.800 29.320 40 90 11.650 84.200 60 220 Olst-Wijhe 4.920 18.160 30 70 6.680 24.440 30 100 12.560 51.760 50 170 Rijssen-Holten 13.030 71.090 60 210 Staphorst 5.060 48.990 20 70 12.920 62.890 70 230 5.740 37.750 40 100 13.140 58.640 60 180 9.480 31.130 50 100 6.100 24.800 40 100 Zwolle 39.230 171.770 180 610 totaal 397.380 1.772.180 1.820 5.590 NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Dinkelland en Staphorst hebben de grootste winkels Wanneer een gemeente beschikt over een of meerdere grootschalige detailhandelsvestigingen beïnvloedt dit het totaalbeeld voor de detailhandel. In Overijssel zien we dit duidelijk terug bij met name Staphorst en Dinkelland. Beide gemeenten hebben een verhoudingsgewijs hoog aantal winkelmeters per 1.000 inwoners, maar ook een gemiddelde winkelgrootte die ver boven het provinciaal gemiddelde ligt. In Dinkelland zijn met name enkele grote tuincentra, waaronder tuincentrum Oosterik in Denekamp, aanwezig. Terwijl in Staphorst de Intratuin en Boer Bouw- en Woonwarenhuis de gemiddelde winkelomvang en de winkeldichtheid omhoog stuwen.

18

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

In de grotere gemeenten zoals Deventer lijken winkels in de regel kleiner te zijn. Uitzondering hierop is Hengelo, waar ook enkele grote ketens gevestigd zijn (zoals Ikea op het Plein Westermaat). Ook in Almelo, Oldenzaal, Haaksbergen en Rijssen-Holten zijn de winkels in verhouding groot (300 tot 350 m2).

Figuur 2.8 Figuur 2.9 Aantal m2 WVO per 1.000 inwoners (2012). Gemiddelde winkelgrootte (2012).

Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Groei winkelaanbod veruit grootst in Dinkelland Ten opzichte van 2007 heeft de gemeente Dinkelland de sterkste toename van het winkelaanbod. Deze groei concentreert zich overwegend in de branche plant en dier. Op ruime afstand volgen Staphorst en Zwolle. In Zwolle is de toename van het winkelaanbod verdeeld over de branches kleding, huishoudelijk en sport & spel. In Staphorst is de groei gevolg van uitbreiding van het aantal winkelmeters in de woninginrichting.

Vier gemeenten in Overijssel hebben in 2012 minder winkeloppervlak dan in 2007. Opvallend is dat drie hiervan tot de grote steden behoren. Tegenover een afname van het winkeloppervlak in de niet- dagelijkse sector (mede ook door meer leegstand onder andere op de Snipperling) staat in Deventer wel een groei van het dagelijkse winkelaanbod, waardoor per saldo de afname qua winkeloppervlak beperkt is. In Twenterand en Almelo is het winkeloppervlak in 2012 zo’n 4.000 m2 WVO kleiner dan in 2007, veroorzaakt door een kleiner aanbod in de niet-dagelijkse sector. Voor Twenterand geldt dat vooral de woninginrichting een afname van het aantal winkelmeters kent. In Almelo hebben eigenlijk alle grootschalige winkelbranches enig aanbod ingeleverd. Beide gemeenten hebben ook een forse stijging van de leegstand (zie paragraaf 2.3).

19

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.10 Ontwikkeling winkelaanbod 2007-2012 (abs. verandering m2 WVO), dagelijks en niet-dagelijks. Dinkelland

Staphorst

Zwolle

Enschede

Hellendoorn

Hof Van Twente Dalfsen

Steenwijkerland

Rijssen-Holten

Zwartewaterland

Hardenberg

Borne Kampen

Haaksbergen

Raalte

Wierden

Tubbergen

Oldenzaal

Ommen Olst-Wijhe

Losser

Deventer

Hengelo Ov

Twenterand dagelijks niet-dagelijks Almelo

-10.000 -5.000 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

2.3 Leegstand In meeste Overijsselse gemeenten sterke toename leegstand In 2012 staat in de provincie Overijssel in totaal 272.930 m2 winkeloppervlak leeg. In 2007 was dit nog 165.820 m2. Op gemeenteniveau kent de gemeente Enschede de hoogste absolute leegstand, gevolgd door Deventer en Almelo. De grootste toenames ten opzichte van 2007 zijn te zien in Deventer en Almelo. In beide gemeenten is de leegstand meer dan verdubbeld. Borne, Tubbergen en Kampen zijn de enige gemeenten waar in 2012 de leegstand is afgenomen.

20

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.11 Leegstand2 in m2 WVO, 2012 en absolute verandering 2007-2012. Enschede

Deventer

Almelo

Hengelo

Twenterand

Hardenberg

Zwolle

Raalte Rijssen-Holten

Haaksbergen

Hellendoorn

Kampen

Oldenzaal

Hof Van Twente

Steenwijkerland

Wierden

Zwartewaterland

Dalfsen

Borne

Dinkelland

Losser

Ommen

Olst-Wijhe

Staphorst 2012 Tubbergen abs. verandering 2007-2012

-5.000 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

Leegstandspercentage hoogst in Deventer en laagst in Staphorst In 2012 bedraagt het leegstandspercentage in de detailhandel voor wat betreft winkeloppervlak 7,7 procent. Vijf jaar geleden bedroeg het leegstandspercentage nog 5,1 procent. In 2007 was het verschil met Nederland nog 0,4 procentpunt, in 2012 is het Overijssels leegstandspercentage 1,1 procent boven het landelijk gemiddelde gelegen. Het verschil is dus toegenomen.

2 Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen.

21

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Op gemeenteniveau is veel verschil zichtbaar, zowel qua relatieve omvang van de leegstand als qua ontwikkeling van de leegstand. Bovenaan de lijst staan vooral de grote en middelgrote gemeenten in Overijssel, waarbij Almelo en Deventer met 14 procent ‘koplopers’ zijn. De vijf gemeenten met het hoogste leegstandspercentage hebben in 2012 ten opzichte van 2007 ook een fors hoger leegstandspercentage. Enschede kent vergeleken met 2007 een zelfde leegstandspercentage. Verder valt de ontwikkeling van Borne op, waarbij het leegstandsaandeel in 2007 het hoogste was van alle Overijsselse gemeenten en nu meer passend lijkt. Mogelijk dat in 2007 een of enkele grote winkelunits leegstonden in Borne en daarmee het beeld bepaalden. De drie Twentse gemeenten Dinkelland, Tubbergen en Losser hebben elk minder dan 2 procent leegstand in de detailhandel (zie figuur 2.13).

Figuur 2.12 Leegstandspercentage m2 WVO (2007 en 2012). Almelo Deventer

Twenterand Haaksbergen

Raalte Enschede Hengelo Overijssel Hardenberg Zwartewaterland Rijssen-Holten Hof Van Twente

Kampen Hellendoorn

Nederland Wierden Borne

Oldenzaal Steenwijkerland

Olst-Wijhe Zwolle

Dalfsen Losser Ommen Dinkelland Tubbergen 2012 Staphorst 2007

0% 3% 6% 9% 12% 15% Nota bene: berekening van leegstandspercentage gebaseerd op de rekenformule van Locatus. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

22

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

2.4 Analyse werkgelegenheid Voor de analyse van de werkgelegenheid is gebruik gemaakt van het provinciale werkgelegenheids- register BIRO en het landelijke werkgelegenheidsregister LISA.

2.4.1 Detailhandelswerkgelegenheid Overijssel Werkgelegenheid vooral in dagelijkse sector en bij webwinkels gegroeid De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Overijsselse detailhandel in de periode 2007-2011 is positief. Over deze hele periode zijn er ruim 3.000 banen bijgekomen, een groei van 6 procent. Deze groei komt vooral voor rekening van de levensmiddelensector en de webwinkels en postorderbedrijven. In een aantal sectoren is de werkgelegenheid juist afgenomen. Dit is met name het geval in de electronica en vrije tijd en de woon- en woninginrichtingszaken. In zowel 2007 als 2011 is het aandeel van de detailhandel in het totaal aantal banen in Overijssel 10 procent.

Tabel 2.5 Ontwikkeling aantal banen in Overijssel (2007-2011, in absolute aantallen) 2007 2011 abs. ontw. % ontw. Dagelijkse sector 25.960 28.740 2.780 11% - Levensmiddelenzaken 21.500 24.190 2.690 13% - Winkels in persoonlijke verzorging 4.460 4.550 90 2%

Niet-dagelijkse sector 24.060 23.200 -860 -4% - Modezaken 7.680 8.030 350 5% - Woon- en woningrichtingszaken 3.380 3.110 -270 -8% - Huishoudelijke-artikelenzaken 1.470 1.390 -80 -5% - Winkels in consumentenelectronica 2.020 1.950 -70 -3% - Doe-het-zelfzaken 2.060 1.950 -110 -5% - Educatie- en vrijetijdsartikelen 7.460 6.760 -700 -9%

Detailhandel niet-in-winkel 1.480 1.590 110 7% Webwinkels en postorderbedrijven 1.350 2.430 1.080 80% totaal 54.860 57.970 3.090 6% Bron: BIRO.

2.4.2 Vergelijking op provincieniveau

Detailhandelswerkgelegenheid Overijssel vergelijkbaar met utrecht en Limburg Op basis van de LISA-cijfers is een vergelijking gemaakt tussen het aantal banen en vestigingen in Overijssel en de andere provincies. In 2011 is de detailhandel in Overijssel goed voor bijna 60.000 banen, vergelijkbaar met de aantallen in Limburg en Utrecht. Ten opzichte van 2007 is het aantal banen in de detailhandel in Overijssel vrijwel gelijk gebleven. In vijf provincies is het aantal banen in de detailhandel duidelijk hoger dan in Overijssel. De aantallen lopen uiteen van ruim 145.000 (Zuid- Holland) naar ruim 17.000 (Flevoland).

23

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.13 Aantal banen in de detailhandel op provincieniveau (2011). Zuid-Holland Noord-Holland Noord-Brabant Gelderland Utrecht Overijssel Limburg Friesland Groningen Drenthe Zeeland Flevoland

0 30.000 60.000 90.000 120.000 150.000 Bron: LISA.

Detailhandel goed voor 10 procent van de werkgelegenheid Gerelateerd aan de totale werkgelegenheid in Overijssel is de detailhandel goed voor 10,3 procent van het totaal aantal werkzame personen. Hiermee neemt Overijssel in provinciaal opzicht een relatief hoge positie in. Alleen in Zeeland en Friesland is het werkgelegenheidsaandeel van de detailhandel iets groter. In de drie Randstedelijke provincies is het werkgelegenheidsbelang van de detailhandel relatief gezien het kleinst.

Zeeland is overigens wel de enige provincie waar de detailhandelswerkgelegenheid in de periode 2007-2012 is gekrompen. Alle overige provincies kennen een groei van de werkgelegenheid in deze sector. Flevoland heeft de sterkste procentuele toename, wat te maken heeft de bevolkingsgroei in deze provincie (detailhandel is meer verzorgende bedrijvigheid waarbij de ontwikkeling mede gerelateerd is aan de bevolkingsontwikkeling). Na Flevoland volgt Overijssel.

In de meeste provincies, waaronder ook Overijssel, is de procentuele stijging van de werkgelegenheid in de detailhandel sterker dan de procentuele verandering van de totale werkgelegenheid. Alleen in Groningen en Zeeland is de werkgelegenheidsontwikkeling in de detailhandel relatief minder sterk dan de totale provinciale werkgelegenheidsontwikkeling.

24

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.14 Werkgelegenheidsaandeel detailhandel (2012) en procentuele verandering werkgelegenheid detailhandel (2007-2012). 10,7% Zeeland -1,8% 10,4% Friesland 1,2% 10,3% Overijssel 5,9% 10,3% Limburg 3,9% 10,0% Drenthe 0,6% 9,9% Flevoland 13,4%

Noord-Brabant 9,5% 3,8% 9,5% Gelderland 3,9% 9,4% Nederland 3,9% 9,4% Groningen 2,3%

Zuid-Holland 9,3% 4,5% 8,9% Noord-Holland 3,1% 2012 8,3% Utrecht 4,5% % ontw. 2007-2012

-3% 0% 3% 6% 9% 12% 15% Bron: LISA.

2.5 Winkelgebieden Ontwikkeling vloeroppervlak divers In deze paragraaf staan we kort stil bij de ontwikkelingen in de twintig grootste winkelgebieden van Overijssel. Deze zijn ruwweg te verdelen in binnensteden/stads- of dorpscentra en winkelgebieden als woonboulevards, zoals Plein Westermaat in Hengelo en de Woonpromenade Van Gils in Oldenzaal. In absolute zin is de binnenstad van Enschede in 2012 het grootst (qua winkelvloeroppervlakte), gevolgd door de stadscentra van Zwolle en Deventer.

Er is geen eenduidig beeld van de ontwikkeling te geven. Wel is het zo dat de centra van de grote steden, op Deventer na, licht in vloeroppervlak afnemen. Het centrum van Deventer heeft in 2012 namelijk 10.000 m2 meer winkeloppervlak dan in 2007 (+22 procent) en passeert daarmee het centrum van Hengelo. De toename van het aantal winkelmeters in de Deventer binnenstad hangt samen met de opening eind 2007 van De Boreel, met grootschalige winkelformules. Voor het overige geldt dat de grootste stijgingen en dalingen vooral bij de grootschalige detailhandelslocaties te vinden zijn.

25

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

De grootste stijging is zichtbaar aan de George Stephensonstraat in Zwolle, dit gebied is in de periode 2007-2012 bijna vier keer zo groot geworden. Ook de Lange Spruit in Hardenberg en de Woonpromenade Van Gils in Oldenzaal stijgen fors in oppervlakte. De grootste dalers in termen van vloeroppervlak zijn ook alledrie meubelpleinen/woonboulevards: Schuttersveld in Enschede, Snipperling in Deventer en de woonboulevard van Almelo.

Tabel 2.6 Vloeroppervlak top-20 winkelgebieden Overijssel. 2007 2012 abs. ontw. % ontw. Centrum Enschede 86.210 83.760 -2.450 -3% Centrum Zwolle 67.190 64.830 -2.360 -4% Centrum Deventer 46.650 56.680 10.030 22% Centrum Almelo 46.040 43.640 -2.400 -5% Centrum Hengelo OV 48.490 46.780 -1.710 -4% Deventer - Snipperling 43.880 31.320 -12.560 -29% Oldenzaal - Woonpromenade van Gils 27.280 40.020 12.740 47% Woonboulevard Almelo 38.170 30.350 -7.820 -20% Centrum Rijssen 34.630 33.690 -940 -3% Enschede - Schuttersveld 38.180 26.480 -11.700 -31% Hengelo - Plein Westermaat 35.900 36.770 870 2% Centrum Nijverdal 24.540 30.810 6.270 26% Centrum Hardenberg 22.440 26.220 3.780 17% Centrum Haaksbergen 25.460 23.980 -1.480 -6% Centrum Kampen 26.050 25.150 -900 -3% Centrum Oldenzaal 26.450 25.800 -650 -2% Zwolle - George Stephensonstraat 7.860 27.360 19.500 248% Centrum Raalte 17.830 24.630 6.800 38% Hardenberg - Lange Spruit 14.830 22.310 7.480 50% Zwolle - Diezerpoort 15.250 19.320 4.070 27% NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

In totaal nemen – zowel in 2007 als in 2012 – de twintig winkelgebieden een derde van het totale winkeloppervlak in Overijssel voor rekening. Het provinciaal aandeel van het aantal verkooppunten van de 20 grootste winkelgebieden in Overijssel is wel teruggelopen van 37 naar 33 procent.

In veel winkelgebieden minder winkels Het aantal verkooppunten in de twintig grootste winkelgebieden van Overijssel neemt in de regel af. Er zijn drie gebieden waar grote stijgingen te noteren zijn: de woonpromenade Van Gils in Oldenzaal, de George Stephensonstraat in Zwolle en de Lange Spruit in Hardenberg. Bij de ontwikkeling van het aantal verkooppunten is wel de trend zichtbaar dat deze afnemen in binnensteden en hoofdwinkelcentra. Hier kunnen verschillende factoren aan ten grondslag liggen.

26

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Zo geldt dat overige consumentgerichte publieksfuncties ook meer domein vinden in (de aanloopstraten van) binnensteden. Daarnaast zal ook hier het proces van schaalvergroting en samenvoeging waar mogelijk plaatsvinden. Bij historische binnensteden zijn de mogelijkheden hiertoe doorgaans wel beperkter. Verder voelen vooral de binnensteden de opkomst van internet. In binnensteden zijn vooral de meer recreatieve branches zoals kleding en vrijetijdsartikelen vertegenwoordigd. Juist deze artikelgroepen worden steeds vaker via internet aangeschaft.

Tabel 2.7 Aantal verkooppunten top-20 winkelgebieden Overijssel. 2007 2012 abs. ontw. % ontw. Centrum Enschede 360 350 -10 -3% Centrum Zwolle 390 340 -50 -13% Centrum Deventer 330 320 -10 -3% Centrum Almelo 250 220 -30 -12% Centrum Hengelo OV 250 220 -30 -12% Deventer - Snipperling 20 20 0 0% Oldenzaal - Woonpromenade van Gils 10 30 20 200% Woonboulevard Almelo 20 20 0 0% Centrum Rijssen 160 140 -20 -13% Enschede - Schuttersveld 20 20 0 0% Hengelo - Plein Westermaat 10 10 0 0% Centrum Nijverdal 120 120 0 0% Centrum Hardenberg 130 130 0 0% Centrum Haaksbergen 120 110 -10 -8% Centrum Kampen 200 180 -20 -10% Centrum Oldenzaal 180 160 -20 -11% Zwolle - George Stephensonstraat 10 20 10 100% Centrum Raalte 100 110 10 10% Hardenberg - Lange Spruit*) 4 8 4 100% Zwolle - Diezerpoort 100 90 -10 -10% *) Vanwege N<10 zijn hier niet afgeronde cijfers gepresenteerd. NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

27

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Figuur 2.15 Spreidingsbeeld 20 grootste winkelgebieden Overijssel (2007 en 2012).

Figuur 2.16 Spreidingsbeeld 20 grootste winkelgebieden Overijssel, naar sector (2012).

NB: cijfers zijn exclusief leegstand. Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

28

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Meeste grote winkelgebieden hebben oplopende leegstand Van de 20 grootste Overijsselse winkellocaties hebben er 18 in 2012 meer leegstaande winkelmeters dan in 20073. Plein Westermaat in Hengelo is het enige winkelgebied zonder leegstand in 2007 en 2012. Daarnaast kent het centrum van Oldenzaal in 2012 beperkt minder leegstand dan in 2007. De Snipperling in Deventer had in 2007 geen leegstand, maar is nu in 2012 ‘koploper’.

Figuur 2.17 Leegstaand winkeloppervlak 20 grootste winkelgebieden Overijssel (2007 en 2012). Snipperling

Centrum Enschede

Centrum Almelo

Schuttersveld

Centrum Deventer

Woonboulevard Almelo

Centrum Hengelo OV

Centrum Zwolle

Centrum Haaksbergen

Centrum Nijverdal

Centrum Rijssen

Centrum Kampen

Centrum Hardenberg

Centrum Oldenzaal

Diezerpoort

Lange Spruit

Centrum Raalte

Woonpromenade van Gils

George Stephensonstraat 2012 Plein Westermaat 2007

0 5.000 10.000 15.000 20.000 Bron: Locatus, bewerking I&O Research.

3 Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen.

29

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

2.6 Plannen en ontwikkelingen Dit rapport beschrijft voornamelijk de huidige stand van de detailhandel in de provincie Overijssel. In deze paragraaf wordt op gemeenteniveau gekeken naar de planvorming in de detailhandel voor de komende jaren. Worden er nog projecten op het gebied van detailhandel gerealiseerd? Hoeveel vierkante meters winkelvloeroppervlak komen er naar schatting bij? En gaat het hierbij om uitbreiding of vervanging van bestaande (te slopen) detailhandel? Er ontstaat inzicht in de mate waarin vernieuwing zal optreden in de Overijsselse detailhandel.

Alle Overijsselse gemeenten zijn aangeschreven met de vraag een overzicht te geven van de bekend zijnde detailhandelsplannen en –projecten. Van de meeste gemeenten is een overzicht ontvangen van de geplande toekomstige winkelontwikkelingen. Hoewel er naar gestreefd is een volledig overzicht samen te stellen, kan de lijst mogelijk niet 100 procent dekkend zijn (in een aantal gevallen kan de planvorming nog dermate ‘zacht’ zijn dat nog geen - nauwkeurige - kwantitatieve opgave is te doen van het aantal toe te voegen winkelmeters).

Van alle 25 gemeenten in Overijssel heeft een aantal gemeenten aangeven de komende jaren geen projecten of uitbreidingplannen voor detailhandel te hebben. Dit zijn: Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Olst-Wijhe, Hellendoorn, Raalte en Tubbergen. Hierbij is het belangrijk te melden dat veel van deze gemeenten wel - de komende jaren - werken aan een verbetering / versterking van met name de centrumgebieden, maar met vooral een sterk accent op de ruimtelijke inrichting (en zonder concrete, vastgestelde uitbreidingsplannen voor detailhandel) en/of herstructurering van bestaand aanbod, zonder dat dit gepaard gaat met toevoeging van nieuwe winkelmeters.

In de resterende gemeenten zijn er de komende jaren wel plannen, voor zowel nieuwbouw als sloop. In Enschede wordt het oude winkelcentrum Miro vervangen door een nieuwe Miro Shopping Centre, met daarbij ook een uitbreiding van tenminste 3.500 m2 BVO (een Albert Heijn XL). Bij een aantal plannen is nog niet bekend hoeveel van het totale planprogramma is bestemd voor detailhandelsruimte. Ook is het soms nog niet exact bekend hoe de verhouding BVO – WVO zal liggen4. Zo breidt de Ikea op Plein Westermaat in Hengelo met 21.000 m2 BVO uit, maar zal dit niet in zijn geheel terug te voeren zijn op detailhandelmeters, omdat een deel ook voor uitbreiding van het restaurant en kantoor- en opslagruimte bedoeld is. Van een aantal plannen is voorts ook nog niet zeker in welke mate deze doorgaan, omdat ze nog in de voorbereidings- of de ontwerpfase zitten. Het aantal vierkante meters dat op dit moment in aanbouw is, of waar sprake is van een (onherroepelijk) bestemmingsplan bedraagt 35.400 m2 BVO. Uitgaande van de standaardverhouding zou het dan ongeveer gaan om 30.000 m2 WVO.

4 BVO: brutovloeroppervlak (alle bebouwde winkelruimte); WVO: winkelvloeroppevlak (alle voor de consument toegankelijke winkelruimte, dus exclusief magazijn, kantoor, kantine e.d.). De standaardverhouding BVO:WVO is doorgaans 100:85.

30

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Als alle winkelmeters van alle bekend zijnde projectplannen in Overijssel ongeacht projectstatus worden opgeteld, komt dit uit op een totaal van om en nabij 190.000-195.000 m2 BVO. Daar staat – op basis van opgegeven en bekend zijnde cijfers - zo’n 50.000 m2 BVO onttrekking door sloop tegenover, wat neerkomt op een mogelijk uitbreiding van het winkelaanbod met zo’n 135.000-140.000 m2 BVO (±115.000-120.000 m2 WVO). Ter vergelijking: in de periode 2007-2012 is het winkelaanbod in Overijssel toegenomen met ongeveer 125.000 m2 WVO.

Op de volgende pagina’s is een overzicht opgenomen van de aan de hand van de uitgevoerde inventarisatie ontvangen projectgegevens.

31

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Tabel 2.8 Overzicht gemeentelijke detailhandelsplannen.

Totale metrage waarvan bestaande (Verwachte) (Verwachte) Gemeente Projectnaam project (BVO) m2 winkel (BVO) m2 winkel gesloopt Planfase Startdatum bouw Eindoplevering Winkellocatie Almelo Almelo Nouveau 20.000 7.500 0 Voorbereidingsfase nb nb Wijkwinkelcentrum en PDV Almelo Binnenstad nb nb nb Ontwerpfase nb nb Binnenstad Almelo Nieuw Stadion Heracles 25.000-35.000 11.750 nb Ontwerpfase nb nb Anders Almelo Winkelcentrum Windmolenbroek 6.000-8.000 nb 3.500 Ontwerpfase nb nb Wijkwinkelcentrum

Borne Atria 2.300 1.920 Realisatie / oplevering okt. 2010 medio juli 2012 Binnenstad Borne Bornse Hoven ±1.800 1.300 Opgeleverd feb-11 Binnenstad

Dalfsen Waterfront 13.000 2.900 60 Bestemmingsplan eind 2012 2014 Dorpskern

Deventer Winkelcentrum Borgele 1.400 1.400 1.100 Ontwerpfase 2012 2014 Buurtwinkelcentrum Deventer Winkelcentrum Keizerslanden 15.200 nntb 6.300 Ontwerpfase 2012 2014 Wijkwinkelcentrum Deventer Winkelcentrum Colmschate 18.000 nntb 11.000 Initaitief voor herstructuring 2013 2015 Wijkwinkelcentrum Deventer Binnenstad/Boreel fase 2 4.000 0 Realisatie 2009 2011 Binnenstad Deventer Binnenstad/Boreel fase 3 2.000 0 Realisatie 2011 2013 Binnenstad Deventer Runshopping centrum Snipperling 0 Initaitief voor herstructuring 2013 2014 PDV Deventer WC Deltaplein 1.550 1.250 1.000 Initaitief voor herstructuring

Dinkelland Denekamp Eurowerft 1.250 1.250 Bestemmingsplan nb nb Centrumontwikkeling Dinkelland Ootmarsum nb 1.000 Bestemmingsplan nb nb Centrumontwikkeling Dinkelland Ootmarsum nb 1.500 Orientatie nb nb Dinkelland Weerselo Bestemmingsplan nb nb Centrumontwikkeling

Enschede Miro 12.000 12.000 12.000 Sloop en nieuwbouw gestart gestart 2013 Wijkwinkelcentrum Enschede Miro pdv 3.500 3.500 0 In aanbouw gestart 2012 PDV

32

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Totale metrage waarvan bestaande (Verwachte) (Verwachte) Gemeente Projectnaam project (BVO) m2 winkel (BVO) m2 winkel gesloopt Planfase Startdatum bouw Eindoplevering Winkellocatie Enschede Op de Brouwerij 5.800 5.800 2.000 Afronding gestart 2012 Wijkwinkelcentrum Enschede Winkelcentrum Zuid 5.800 5.800 1.000 Voorbereiding nb nb Wijkwinkelcentrum Enschede Zara 1.200 1.200 600 In aanbouw gestart 2013 Binnenstad Enschede Stokhorst 6.000 6.000 3.400 Voorbereiding nb nb Wijkwinkelcentrum

Haaksbergen Marktplan 2.550/1500 Haalbaarheidsstudie vastgesteld Binnenstad

Hardenberg Oosteinde/Stationsstraat 2.000 1.600 700 Planaanpassingen DO 2015 2016 Binnenstad Hardenberg Boumanplein 1.025 850 500 DO gereed 2017 2018 Binnenstad Hardenberg Mulderij (fase 1 en 2) 2.000 2.000 Procedures fase 2 : 2012 2013 2014 Binnenstad Hardenberg Noordzijde Markt 1.404 1.404 Procedure 2013 2014 Binnenstad Hardenberg Westzijde Markt 3.543 3.543 Procedure 2013 2014 Binnenstad Hardenberg Alzijdig blok 472 472 Centrumplan 2014 2015 Binnenstad Hardenberg Julianastraat Noord 1.525 825 700 2016 2017 Binnenstad

Hengelo Lange Wemen 9.260 commercieel 8.160 5160 sloop/verbouw Start sloop 2012 2012 2014 Binnenstad Hengelo Hart van Zuid 5.000 5.000 0 Vaststellen uitwerkingsplan 2013 2015 Wijkwinkelcentrum Hengelo Veldwijk Noord 3.000 3.000 1300+ Bestemmingsplanprocedure 2013 nb Buurtwinkelcentrum Hengelo Plein Westermaat Fase III 21.000 21.000 0 Uitvoering 2012 nb PDV

Kampen Hanzewijk tenminste 1.550 Geaccordeerd plan 2013 Wijkwinkelcentrum Kampen Hanzestation 3.000 Geaccordeerd plan 2015 Wijkwinkelcentrum Kampen Binnenstad 450 Uitbreiding niet gepland, wel gefaciliteerd nb Hoofdwinkelcentrum Kampen IJsselmuiden-Centrum 650 nb Wijkwinkelcentrum

Ommen Westflank 1.250 1.250 700 Onherroepelijk bestemmingsplan 2012 2013 Binnenstad Ommen Westflank 850 850 0 Onherroepelijk bestemmingsplan 2012 2013 Binnenstad Ommen Westflank 450 450 0 Onherroepelijk bestemmingsplan 2012 2013 Binnenstad Ommen Albert Heijn 2.850 2.000 0 Onherroepelijk bestemmingsplan 2011 2012 PDV

33

Winkelatlas Overijssel • Detailhandelssector Overijssel

Totale metrage waarvan bestaande (Verwachte) (Verwachte) Gemeente Projectnaam project (BVO) m2 winkel (BVO) m2 winkel gesloopt Planfase Startdatum bouw Eindoplevering Winkellocatie Rijssen-Holten Tusveld 1.000 900 500 Definitief ontwerp fase 1-1-2013 1-1-2014 Binnenstad Rijssen-Holten Locatie Schuppert 3.000 3.000 3.200 Voorontwerp fase 1-1-2013 1-1-2014 Binnenstad dorp

Staphorst Meestersweg 3.500 1.200 600 Intentieovereenkomst nb nb Centrumwinkelgebied

Steenwijkerland Gedempte Steenwijkerdiep Steenwijk nb nb Voorbereiding nb nb Steenwijkerland Retailpark Eeserwold Steenwijk nb 25.000 'Mogelijke komst'' Steenwijkerland Voorpoort Vollenhove nb 2.500 nb

Kernontwikkelingsplan Westerhaar- Twenterand Vriezenveenswijk 480

Wierden Van Buuren 845 845 850 Uitvoering 4e kw 2011 1e kw 2013 Dorpscentrum Wierden Van Buuren 186 186 240 Uitvoering 3e kw 2011 2e kw 2012 Dorpscentrum Wierden Het Middenplein 5.000 2.200 Ontwerp 1-3-2013 1-3-2015 Wierden Modeplein 370 370 0 Voorlopig ontwerp 1e helft 2013 Eind 2013 Centrum Enter

Supermarkten Klaas Fuitestraat - Zwartewaterland Genemuiden 7200 2300 0 Voorbereiding 2013 2014 Anders

Zwolle Hessenpoort 30.000 onbekend 0 Opstellen projectomgevings besluit 2013 2014 PDV/GDV Zwolle Melkmarkt 3.000 3.000 beperkt Planologische procedure is afgerond nb nb Binnenstad Op dit moment wordt het Zwolle Katwolderplein 10.000 7.500 beperkt bestemmingsplan opgesteld nb nb Rand-Binnenstad Zwolle Voorsterpoort onbekend 25.000 Ontwikkelkader is gereed nb nb PDV/GDV

34

Hoofdstuk 3

Koopstromen en consumentengedrag

35

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

3. Koopstromen en consumentengedrag

3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het winkelaanbod in de Overijsselse gemeenten onderling vergeleken. Welke gemeenten realiseren de hoogste binding voor dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen? Waar is het winkelvloeroppervlak het grootst? De gegevens die de basis vormen voor dit hoofdstuk zijn met name afkomstig uit het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland. Dit onderzoek heeft I&O Research in de zomer van 2010 uitgevoerd onder alle gemeenten in Overijssel en een groot deel van Gelderland. Omdat er in dit onderzoek voornamelijk op kernniveau werd gerapporteerd zijn de resultaten speciaal voor dit onderzoek bewerkt en opnieuw uitgedraaid. De gegevens worden onder meer aan de hand van kaarten gepresenteerd.

3.2 Koopstromen In deze paragraaf worden een paar typische koopstroombegrippen gepresenteerd. De koopkrachtbinding is het percentage inwoners van een bepaald gebied (in dit geval de gemeente) dat boodschappen vooral in dit gebied zelf doet. Binding en toevloeiing (het percentage consumenten dat vanuit andere gebieden naar het koopgebied toe ‘vloeit’) vormen samen het draagvlak van een gemeente. Bestedingen die buiten de eigen plaats worden gedaan, noemen we koopkrachtafvloeiing. In deze paragraaf wordt er net als in de voorgaande hoofdstukken onderscheid gemaakt in dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. Hierbij is gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens van het in 2010 uitgevoerde Koopstromenonderzoek Oost-Nederland, gecombineerd met beschikbare gemiddelde jaarlijkse detailhandelsbestedingen voor de dagelijkse en niet-dagelijkse sector: dagelijkse sector € 2.510 per hoofd van de bevolking en in niet-dagelijkse sector € 2.460 (bron: Hoofdbedrijfschap Detailhandel, jaarcijfers 2010, bijgewerkt 2011).

Nota bene: het betreft hier de totale consumentenbestedingen in individuele winkelgebieden, gemeenten en regio’s, afkomstig van bestedingen van bewoners en bezoekers. In het rapport wordt ook wel gesproken over de gerealiseerde detailhandelsomzet. Belangrijk hierbij is dat het dan gaat om de totale som van consumentenbestedingen, inclusief BTW en exclusief bestedingen van bedrijven en instellingen in de detailhandel.

Detailhandelsomzet Overijssel € 5-6 miljard De totale detailhandelsomzet in Overijssel, afkomstig van bestedingen van bewoners en bezoekers, bedraagt ongeveer € 5,5 miljard , waarbij 52 procent is uitgegeven in de dagelijkse sector (zie tabel 3.1). De totale bestedingen in de Nederlandse detailhandel bedragen volgens het HBD € 83 miljard. Op basis hiervan wordt 7 procent van de totale bestedingen in de detailhandel in Nederland besteed in winkels in Overijssel. Ter vergelijking: in het in 2011 uitgevoerde Randstad Koopstromenonderzoek is de detailhandelsomzet becijferd op € 11,9 miljard in Noord-Holland, € 15,5 miljard in Zuid-Holland en € 5,7 miljard in Utrecht.

36

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Tabel 3.1 Detailhandelsomzet Overijssel, dagelijks en niet-dagelijks (milj. €). dagelijks niet-dagelijks totaal binding € 2.719 € 2.390 € 5.109 toevloeiing € 58 € 203 € 262 totaal € 2.777 € 2.594 € 5.371 afvloeiing € 104 € 377 € 481 Berekend o.b.v. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010.

Op provinciaal niveau is de binding hoog. Vooral voor de dagelijkse sector geldt dat het overgrote deel van de inwoners (96 procent) deze in de eigen provincie doet. Bij de niet-dagelijkse sector zijn inwoners ook overwegend georiënteerd op aankoopplaatsen in de eigen provincie (86 procent binding). Vergeleken met de drie Randstadprovincies, waar in 2011 ook koopstromenonderzoek is uitgevoerd, is de provinciale binding in de dagelijkse sector vergelijkbaar. In de niet-dagelijkse sector is de provinciale binding in Overijssel enkele procentpunten hoger. Het koopgedrag is dus relatief sterk op de eigen provincie georiënteerd. Als we kijken naar de top 10 van gemeenten met de meeste omzet afkomstig van inwoners uit Overijssel dan zijn dit vooral gemeenten die aan de rand van Overijssel gelegen zijn. Uitzondering hierop vormt Amsterdam. Daarnaast laat tabel 3.2 zien dat internet en postorder ook belangrijke ‘aankooplocaties’ zijn waar veel omzet naar toe vloeit.

Tabel 3.2 Top 10 afvloeiing omzet naar buiten Overijssel. omzet (milj. €) Meppel € 46 € 16 Noordoostpolder € 16 Weststellingwerf € 16 Apeldoorn € 15 Gronau (Westf.), Stadt € 15 Voorst € 15 Hoogeveen € 14 Nordhorn, Stadt € 11 Amsterdam € 8 internet € 93 postorder € 29 Berekend o.b.v. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010.

37

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Haaksbergen en Rijssen-Holten binden veel dagelijkse klanten Het gros van de consumenten doet de dagelijkse aankopen nog steeds in winkels dicht bij huis. Dit blijkt ook wanneer we naar de gemeentelijke binding (het aantal inwoners dat in de eigen gemeente aankopen) in de dagelijkse sector kijken. In acht gemeenten is de binding in de dagelijkse sector meer dan 90 procent (zie figuur 3.1). Alleen in Tubbergen en Dinkelland ligt dit percentage onder de 70 procent.

Niet-dagelijkse binding hoogst in G5 Het bindingspercentage voor niet-dagelijkse artikelen ligt doorgaans hoger in grotere gemeenten. Deze gemeenten hebben op het gebied van detailhandel een verzorgingsfunctie voor de omliggende regio. De vier grootste Overijsselse gemeenten laten dan ook de hoogste bindingspercentages zien. Almelo heeft een wat lagere binding. Losser, Hof van Twente, Borne, Wierden, Olst-Wijhe, Ommen en Zwartewaterland hebben binnen Overijssel de laagste binding in de niet-dagelijkse sector (maximaal 40 procent).

De mate waarin inwoners aankopen doen in de eigen woonplaats neemt toe naarmate het inwonertal stijgt. De omvang en samenstelling van het winkelaanbod staat aan de basis van deze keuze. Grote steden zijn met hun winkelaanbod het best in staat inwoners aan zich te binden. Dit zien we niet alleen bij de niet-dagelijkse sector maar ook bij de dagelijkse sector.

Figuur 3.1 Figuur 3.2 Binding dagelijkse artikelen (2010). Binding niet-dagelijkse artikelen (2010).

Berekend o.b.v. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010.

38

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Figuur 3.3 Binding dagelijks en niet-dagelijkse artikelen, per gemeente Overijssel (gesorteerd). Zwolle 95% Zwolle 80% Deventer 95% Enschede 76% Hengelo Ov 93% Deventer 73% Enschede 93% Hengelo Ov 71% Rijssen-Holten 92% Almelo 67% Kampen 92% Hardenberg 66% Haaksbergen 90% Rijssen-Holten 64% Almelo 90% Kampen 61% Oldenzaal 89% Oldenzaal 61% Raalte 89% Raalte 58% Twenterand 88% Haaksbergen 57% Hellendoorn 87% Hellendoorn 56% Hardenberg 87% Twenterand 53% Borne 86% Dalfsen 52% Hof van Twente 86% Steenwijkerland 49% Dalfsen 83% Tubbergen 47% Staphorst 79% Staphorst 45% Wierden 79% Dinkelland 41% Steenwijkerland 76% Ommen 39% Zwartewaterland 75% Hof van Twente 39% Ommen 73% Borne 39% Olst-Wijhe 73% Olst-Wijhe 37% Losser 70% Zwartewaterland 35% Dinkelland 68% Wierden 34% Tubbergen 66% Losser 31% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Berekend o.b.v. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010.

Koopstromen tussen Overijsselse gemeenten In de tabellen 3.3 en 3.4 zijn op gemeenteniveau de koopstromen tussen de Overijsselse gemeenten weergegeven. Hierin is bijvoorbeeld te zien dat de relatief lage binding in de dagelijkse sector voor Tubbergen onder meer samenhangt met afvloeiing naar Almelo, terwijl vanuit Dinkelland inwoners ook naar Oldenzaal en Hengelo gaan voor de dagelijkse aankopen.

Voor de niet-dagelijkse sector zien we in de matrix terug dat inwoners van Losser – naast de eigen gemeente - met name op Enschede en Oldenzaal georiënteerd zijn. Vanuit Wierden vloeit er in de niet- dagelijkse sector onder andere omzet weg naar Almelo en Rijssen-Holten.

Onder ‘overige aankoopkanalen’ vallen internet, ambulante handel, postorder en groothandel/fabriekswinkel verkoop.

39

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Tabel 3.3 Van-naar tabel detailhandelsomzet dagelijkse sector (milj. €).

- - - -

- -

- - - -

- -

Holten Holten

Holten Holten

- - - -

ewater ewater ewater ewater Wijhe Wijhe Wijhe Wijhe

- - - - aankoop aankoop aankoop aankoop

v. v.

naar v. v.

naarnaar otaal otaal otaal otaal Almelo Almelo Borne Borne Dalfsen Dalfsen Deventer Deventer Enschede Enschede Haaksbergen Haaksbergen Hardenberg Hardenberg Hellendoorn Hellendoorn Hengelo Ov Hengelo Ov Kampen Kampen Losser Losser Oldenzaal Oldenzaal Ommen Ommen Raalte Raalte Staphorst Staphorst Tubbergen Tubbergen Wierden Wierden Zwolle Zwolle Twenterand Twenterand Steenwijker Steenwijker land land Hofvan Twente Hofvan Twente Rijssen Rijssen Olst Olst Dinkelland Dinkelland Zwart Zwart land land overig overig Nederland Nederland Duitsland Duitsland overig overig buitenland buitenland o o kanalen kanalen t t vanvanvan Almelo Almelo Borne Borne Dalfsen Dalfsen Deventer Deventer Enschede Enschede Haaksbergen Haaksbergen Hardenberg Hardenberg Hellendoorn Hellendoorn Hengelo Ov Hengelo Ov Kampen Kampen Losser Losser Oldenzaal Oldenzaal Ommen Ommen Raalte Raalte Staphorst Staphorst Tubbergen Tubbergen Wierden Wierden Zwolle Zwolle Twenterand Twenterand Steenwijker Steenwijker land land Hofvan Twente Hofvan Twente Rijssen Rijssen Olst Olst Dinkelland Dinkelland Zwart Zwart land land overig overig Nederland Nederland Duitsland Duitsland overig overig buitenland buitenland o o kanalen kanalen t t Almelo 163,4 1,5 0,0 0,1 1,0 0,0 0,0 0,3 1,7 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,5 5,2 0,0 3,1 0,0 0,4 1,0 0,0 0,2 0,0 1,2 1,0 0,0 0,8 181,6 Borne 0,8 45,8 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 4,1 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 53,0 Dalfsen 0,1 0,0 56,6 0,0 0,0 0,1 0,5 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 1,7 4,2 0,2 0,0 0,0 3,3 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,1 0,1 67,9 Deventer 0,2 0,0 0,0 232,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,4 2,2 0,3 0,0 0,0 7,7 0,2 0,0 0,5 245,7 Enschede 0,6 0,2 0,0 0,0 362,6 4,4 0,0 0,0 6,7 0,0 1,1 1,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 0,2 0,0 2,9 9,4 0,1 1,8 391,7 Haaksbergen 0,0 0,0 0,0 0,0 2,3 55,6 0,0 0,1 1,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,9 0,0 0,1 61,5 Hardenberg 0,2 0,0 1,6 0,0 0,1 0,0 127,4 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 1,5 0,0 0,2 0,0 0,0 0,9 7,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,8 0,7 0,0 0,5 147,2 Hellendoorn 1,1 0,1 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 78,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 1,5 0,0 0,0 1,0 0,2 4,7 0,0 0,0 2,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,2 90,0 Hengelo Ov 0,4 2,4 0,0 0,2 2,6 1,3 0,1 0,3 188,3 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,2 0,0 0,0 2,6 0,1 0,0 0,2 0,0 0,9 1,4 0,0 1,1 203,1 Kampen 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 114,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 3,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,1 4,8 0,1 0,0 1,0 124,8 Losser 0,0 0,0 0,0 0,0 3,5 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 39,9 7,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 2,4 0,0 0,0 2,6 0,0 0,1 56,7 Oldenzaal 0,1 0,2 0,0 0,1 2,7 0,0 0,0 0,0 2,0 0,0 0,2 70,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,2 0,1 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 1,7 0,0 0,4 79,2 Ommen 0,0 0,0 2,1 0,0 0,0 0,0 3,9 1,0 0,1 0,0 0,0 0,0 32,2 0,5 0,0 0,0 0,0 0,6 2,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 43,8 Raalte 0,0 0,0 0,3 1,6 0,0 0,0 0,0 2,6 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 81,9 0,0 0,0 0,0 2,3 0,0 0,0 0,0 1,4 0,8 0,0 0,0 0,8 0,1 0,0 0,5 92,4 Staphorst 0,0 0,0 2,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 31,9 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 4,6 0,0 0,0 0,1 40,1 Tubbergen 9,7 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 34,7 0,0 0,0 3,2 0,0 0,0 0,0 0,0 3,2 0,0 0,2 0,4 0,0 0,1 52,7 Wierden 2,1 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,8 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 46,7 0,0 1,0 0,0 0,5 6,6 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,4 58,9 Zwolle 0,1 0,0 2,9 0,3 0,3 0,0 0,2 0,1 0,1 0,2 0,0 0,0 0,1 1,2 0,1 0,0 0,0 280,3 0,0 0,0 0,0 0,1 1,3 0,0 0,4 5,6 0,5 0,3 1,4 295,4 Twenterand 4,4 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,7 0,5 0,2 0,0 0,0 0,0 0,9 0,0 0,0 0,1 2,2 0,0 74,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,4 0,0 0,1 84,1 Steenwijkerland 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,3 0,0 82,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,8 22,8 0,0 0,0 0,8 108,2 Hof van Twente 0,2 1,6 0,0 0,0 0,5 1,3 0,0 0,0 3,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 75,4 3,4 0,0 0,1 0,0 1,3 0,1 0,0 0,2 87,6 Rijssen-Holten 0,2 0,0 0,1 1,0 0,1 0,0 0,0 2,3 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 1,2 0,1 0,1 0,0 1,1 84,9 0,0 0,0 0,0 0,7 0,1 0,0 0,3 92,4 Olst-Wijhe 0,0 0,0 0,0 3,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,1 0,0 32,0 0,0 0,0 1,9 0,0 0,0 0,0 43,9 Dinkelland 0,3 2,7 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 4,5 0,0 0,0 8,6 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 44,6 0,2 0,7 2,6 0,0 0,5 65,9 Zwartewaterland 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 2,9 0,0 0,0 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 5,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 41,8 3,5 0,0 0,0 0,1 55,4 totaal 183,9 54,6 67,2 239,2 377,3 62,9 133,0 86,2 213,1 118,1 41,5 89,9 36,6 96,5 33,8 36,2 56,8 298,1 96,3 82,5 82,3 102,0 34,8 51,7 44,7 70,0 22,6 0,5 11,1 2.823,2

Tabel 3.4 Van-naar tabel detailhandelsomzet niet-dagelijkse sector (milj. €).

- - - -

- -

- - - -

- -

Holten Holten

Holten Holten

- - - -

Wijhe Wijhe Wijhe Wijhe

- - - - aankoop aankoop aankoop aankoop denzaal denzaal naarnaarnaar denzaal denzaal Almelo Almelo Borne Borne Dalfsen Dalfsen Deventer Deventer Enschede Enschede Haaksbergen Haaksbergen Hardenberg Hardenberg Hellendoorn Hellendoorn Hengelo Ov Hengelo Ov Kampen Kampen Losser Losser Ol Ol Ommen Ommen Raalte Raalte Staphorst Staphorst Tubbergen Tubbergen Wierden Wierden Zwolle Zwolle Twenterand Twenterand Steenwijker Steenwijker land land Hofvan Twente Hofvan Twente Rijssen Rijssen Olst Olst Dinkelland Dinkelland Zwartewater Zwartewater land land overig overig Nederland Nederland Duitsland Duitsland overig overig buitenland buitenland ov. ov. kanalen kanalen totaal totaal vanvanvan Almelo Almelo Borne Borne Dalfsen Dalfsen Deventer Deventer Enschede Enschede Haaksbergen Haaksbergen Hardenberg Hardenberg Hellendoorn Hellendoorn Hengelo Ov Hengelo Ov Kampen Kampen Losser Losser Ol Ol Ommen Ommen Raalte Raalte Staphorst Staphorst Tubbergen Tubbergen Wierden Wierden Zwolle Zwolle Twenterand Twenterand Steenwijker Steenwijker land land Hofvan Twente Hofvan Twente Rijssen Rijssen Olst Olst Dinkelland Dinkelland Zwartewater Zwartewater land land overig overig Nederland Nederland Duitsland Duitsland overig overig buitenland buitenland ov. ov. kanalen kanalen totaal totaal Almelo 119,4 1,3 0,0 0,3 8,0 0,1 0,0 0,6 18,1 0,0 0,0 2,2 0,1 0,0 0,0 1,7 3,2 0,3 2,7 0,0 0,7 1,9 0,0 1,0 0,0 4,7 1,8 0,1 9,5 178,0 Borne 2,5 20,0 0,0 0,1 2,8 0,0 0,0 0,0 18,1 0,0 0,0 1,5 0,0 0,0 0,0 0,2 0,4 0,0 0,4 0,0 0,8 0,3 0,0 1,4 0,0 1,6 0,1 0,0 1,4 51,9 Dalfsen 0,1 0,0 34,8 0,1 0,0 0,0 1,4 0,4 0,3 0,1 0,0 0,0 1,9 3,6 0,5 0,1 0,1 15,4 0,2 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 4,6 0,0 0,2 2,5 66,5 Deventer 0,3 0,1 0,1 175,2 1,0 0,1 0,1 0,1 5,1 0,0 0,0 0,2 0,0 3,9 0,0 0,0 0,8 1,1 0,1 0,0 0,2 1,9 0,9 0,1 0,0 38,1 0,8 0,4 10,3 240,8 Enschede 0,9 0,4 0,0 0,3 293,4 3,3 0,1 0,0 27,4 0,0 1,4 13,1 0,0 0,0 0,0 0,3 1,3 0,2 0,2 0,0 0,3 0,5 0,0 2,3 0,0 12,7 6,2 0,8 18,7 383,9 Haaksbergen 0,3 0,0 0,0 0,0 11,3 34,1 0,0 0,0 7,3 0,0 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,2 0,0 0,4 0,1 0,0 0,3 0,0 2,2 0,5 0,0 1,7 60,2 Hardenberg 2,6 0,0 1,1 0,1 0,6 0,0 94,6 0,0 2,2 0,0 0,0 0,2 1,2 0,0 0,2 0,5 0,2 6,9 5,2 0,1 0,0 0,1 0,0 0,4 0,0 21,7 0,5 0,1 5,6 144,3 Hellendoorn 8,6 0,1 0,5 0,5 3,0 0,0 0,1 49,1 4,2 0,0 0,0 0,3 0,3 1,7 0,0 0,1 1,2 1,5 5,5 0,0 0,1 4,7 0,0 0,1 0,0 2,5 0,4 0,1 3,3 88,2 Hengelo Ov 1,2 1,4 0,0 0,1 16,9 0,7 0,1 0,1 142,2 0,0 0,1 8,0 0,0 0,0 0,0 0,2 1,0 0,1 0,3 0,0 1,3 0,4 0,0 8,2 0,0 4,9 2,2 0,3 9,0 199,1 Kampen 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 75,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 25,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 1,0 15,3 0,1 0,1 4,6 122,3 Losser 0,1 0,0 0,0 0,0 13,5 0,1 0,0 0,0 4,0 0,0 17,0 12,5 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 2,3 0,0 0,9 2,5 0,1 2,0 55,5 Oldenzaal 0,4 0,1 0,0 0,1 8,5 0,0 0,0 0,0 11,3 0,0 0,2 47,2 0,0 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 3,2 0,0 1,4 1,4 0,1 2,9 77,6 Ommen 0,4 0,0 1,6 0,0 0,1 0,0 6,0 0,7 1,0 0,0 0,0 0,1 16,8 0,7 0,1 0,1 0,1 7,2 2,8 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 3,0 0,1 0,0 1,9 42,9 Raalte 0,6 0,0 2,8 7,3 0,3 0,0 0,0 2,3 1,4 0,0 0,1 0,1 0,4 52,5 0,0 0,0 0,1 12,2 0,1 0,0 0,0 0,8 0,5 0,1 0,0 4,8 0,1 0,1 3,9 90,6 Staphorst 0,0 0,0 1,9 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 17,7 0,0 0,0 4,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 13,4 0,1 0,0 1,2 39,3 Tubbergen 10,5 0,4 0,0 0,0 1,7 0,0 0,5 0,1 4,6 0,0 0,0 2,4 0,0 0,0 0,0 24,4 0,3 0,1 1,9 0,0 0,0 0,2 0,0 2,2 0,0 0,9 0,3 0,1 1,0 51,6 Wierden 11,3 0,1 0,0 0,0 1,6 0,0 0,1 1,6 4,7 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,1 19,4 0,1 1,6 0,0 0,4 11,5 0,0 0,1 0,0 2,3 0,2 0,0 2,0 57,7 Zwolle 0,0 0,0 2,1 0,8 0,3 0,0 0,6 0,0 1,2 0,9 0,0 0,0 0,8 1,1 0,4 0,0 0,1 231,6 0,1 0,1 0,0 0,1 0,6 0,0 0,9 30,9 0,4 0,7 15,8 289,5 Twenterand 17,8 0,1 0,1 0,1 2,2 0,0 2,6 1,2 4,2 0,0 0,0 0,4 0,7 0,1 0,0 0,7 1,2 0,5 43,4 0,0 0,0 1,2 0,0 0,2 0,0 1,9 0,3 0,0 3,3 82,5 Steenwijkerland 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 8,2 0,0 51,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 39,7 0,2 0,1 4,7 106,1 Hof van Twente 1,2 0,8 0,0 0,5 3,8 2,1 0,0 0,3 20,5 0,0 0,0 1,2 0,0 0,1 0,0 0,2 1,4 0,1 0,3 0,0 33,3 10,3 0,0 0,4 0,0 6,0 0,5 0,1 2,7 85,9 Rijssen-Holten 5,8 0,1 0,0 3,4 1,5 0,1 0,0 3,0 5,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,4 0,0 0,0 2,1 0,3 0,4 0,0 0,2 57,7 0,0 0,1 0,0 5,7 0,3 0,0 4,0 90,5 Olst-Wijhe 0,0 0,0 0,4 8,1 0,0 0,0 0,0 0,2 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 7,3 0,0 0,0 0,1 4,8 0,0 0,0 0,0 0,1 15,8 0,0 0,0 4,4 0,0 0,0 1,2 43,0 Dinkelland 0,8 1,1 0,0 0,1 4,0 0,0 0,0 0,0 8,3 0,0 0,1 15,0 0,0 0,0 0,0 3,1 0,2 0,2 0,4 0,0 0,0 0,1 0,0 26,2 0,0 1,5 2,0 0,0 1,6 64,6 Zwartewaterland 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 3,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 17,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 18,9 10,2 0,1 0,1 1,9 54,3 totaal 184,8 26,1 46,5 197,4 375,0 40,7 106,7 59,9 292,2 80,3 19,0 106,2 22,4 71,7 20,1 32,3 34,0 337,7 66,2 52,3 38,2 92,3 18,2 48,8 21,4 235,1 21,2 3,6 116,8 2.766,9

Berekend o.b.v. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010.

40

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

3.3 Economisch functioneren In de afgelopen jaren is het winkelaanbod toegenomen. De detailhandelsuitgaven zijn in de dagelijkse sector gegroeid, maar in de niet-dagelijkse sector houden consumenten meer de hand op de knip. De omzettaart wordt verdeeld over meer winkelmeters. Om meer zicht te krijgen in hoe de gerealiseerde omzet, afkomstig uit consumentenbestedingen van bewoners en bezoekers, zich verhoudt tot het winkeloppervlak brengen we de vloerproductiviteit in beeld. De vloerproductiviteit, berekend door de detailhandelsomzet te delen door het aantal m2 winkelvloeroppervlak (WVO, exclusief leegstand), vormt een indicatie voor het functioneren van winkelvoorzieningen. Een lage vloerproductiviteit duidt er op dat de bewinkelingssituatie niet in balans is, waarbij sprake kan zijn van overbewinkeling of juist te weinig oriëntatie op de ‘eigen’ winkelvoorzieningen. Gemiddeld is in Overijssel de vloerproductiviteit voor de dagelijkse sector € 7.040 en voor de niet-dagelijkse sector € 1.4805.

Omzet per winkelmeter in dagelijkse en niet-dagelijkse sector Zoals uit figuur 3.4 blijkt, is de vloerproductiviteit in de dagelijkse sector in gemeenten aan de westkant van Overijssel in veel gevallen hoger dan aan de oostkant (Borne en Oldenzaal uitgezonderd). Van de Overijsselse G5 scoort Zwolle het hoogst. Verder zijn het vooral middelgrote gemeenten als Kampen, Rijssen-Holten, Oldenzaal en Raalte die een hoge vloerproductiviteit in de dagelijkse sector laten zien. Van de kleinere gemeenten (qua inwonertal) heeft Staphorst een hoge vloerproductiviteit.

Figuur 3.4 Figuur 3.5 Vloerproductiviteit dagelijkse artikelen . Vloerproductiviteit niet-dagelijkse artikelen.

Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

5 Nota bene: cijfers gebaseerd op winkelaanbodgegevens van Locatus (2012), koopstroomgegevens van Koopstromenonderzoek Oost-Nederland (2010) en HBD-bestedingscijfers (2010; bijgewerkt 2011).

41

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

De vloerproductiviteit in de niet-dagelijkse sector ligt wel het hoogst in de vier grootste Overijsselse gemeenten (zie figuur 3.5). Staphorst heeft samen met Dinkelland en Losser de laagste omzet per m2 WVO in de niet-dagelijkse sector, wat mede verband zal houden met de relatief sterke vertegenwoordiging van grootschalige winkelbranches in deze kleinere gemeenten.

3.4 Consumentengedrag Naast de kwantitatieve koopstromen zijn in het Koopstromenonderzoek Oost-Nederland ook meer ‘kwalitatieve’ aspecten van het koopgedrag van consumenten aan bod gekomen. In deze paragraaf is een aantal aspecten uitgelicht. Naast boodschappen doen en winkelen in winkels, de zogenaamde gevestigde detailhandel, zijn er ook andere aankoopkanalen waar de consumenten inkopen kan doen. De belangrijkste niet-winkelaankoopkanalen waar consumenten kopen zijn internet en de warenmarkt.

Vooral in Twentse grote steden sterke oriëntatie op warenmarkt Inwoners van Enschede, Hengelo en Almelo bezoeken het vaakst een warenmarkt (80 procent of meer). In het noordoosten van de provincie ligt een strook gemeenten (van Dalfsen tot Dinkelland) waar het marktbezoek relatief laag ligt (maximaal 60 procent geeft aan wel eens naar de markt te gaan).

Figuur 3.6 Percentage dat wel eens een warenmarkt bezoekt, Overijsselse gemeenten (2010).

Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

Veel internetaankopen in Rijssen-Holten De grootste gemeenten qua inwonertal laten het hoogste percentage internetaankopen zien. Daarnaast valt het hoge percentage in Rijssen-Holten op. Verder laten de gemeenten om Hengelo en Enschede heen (Losser, Dinkelland, Tubbergen, Borne en Hof van Twente) een relatief laag percentage internetaankopen zien. Dat het online winkelen vooral in de grote gemeenten relatief populair is, zal mede ook met de leeftijdssamenstelling te maken hebben. In grote steden wonen doorgaans meer jongeren en zij zijn grotere internetkopers dan ouderen.

42

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Figuur 3.7 Percentage dat wel eens aankopen via internet doet, Overijsselse gemeenten (2010).

Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

Inwoners van Enschede, Hengelo en Deventer bezoeken het vaakst koopzondagen Over het algemeen geldt dat de meningen verdeeld zijn over de waarde van de koopzondag. Een deel van de consumenten ervaart de zondagopenstelling van winkels als uitermate praktisch en prettig, terwijl anderen winkelbezoek op zondag niet vindt passen in de zondag als rust- en ontspandag. In Overijssel is Ootmarsum (gemeente Dinkelland) de enige plaats waar wekelijks op zondag de winkels geopend zijn. In de meeste grotere gemeenten zijn er acht of 12 winkelzondagen, daarnaast hebben diverse Overijsselse gemeenten ook geen koopzondagen.

Het bezoekpercentage ligt het hoogst in de gemeenten Enschede, Hengelo en Deventer. In deze gemeenten is de eerste of laatste zondag van de maand koopzondag. In Staphorst hebben de minste mensen wel eens een koopzondag bezocht (minder dan 15 procent). Koopzondagbezoekers in gemeenten zonder koopzondag zijn hiervoor aangewezen op andere gemeenten en gaan dan vooral naar de grote Overijsselse steden. Naarmate het inwonertal toeneemt, stijgt het aandeel dat minimaal 1 keer per maand op zondag winkels bezoekt. In de grote steden zijn de mogelijkheden om op zondag te winkelen groter (aanbod creëert vraag). Ook sociaal-culturele factoren spelen een rol waarbij in een aantal gemeenten winkelopenstelling op zondag minder past bij de beleving van de zondag als rustdag.

43

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Figuur 3.8 Percentage dat wel eens een koopzondag bezoekt, Overijsselse gemeenten (2010).

Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

Gemiddelde goede waardering voor winkelaanbod Overijsselse gemeenten Het functioneren van winkelgebieden hangt samen met de waardering die consumenten hebben voor verschillende aspecten van een winkelgebied. Waarderingscijfers bieden inzicht in de sterke en zwakke punten vanuit de beleving van de consument. Aan consumenten is gevraagd om de aankoopplaats die men het vaakst bezoekt voor de dagelijkse boodschappen of voor het winkelen te beoordelen op de onderstaande negen criteria:  compleetheid winkelaanbod;  kwaliteit winkelaanbod;  sfeer/ambiance winkelgebied;  veiligheid winkelomgeving;  parkeermogelijkheden auto;  parkeermogelijkheden fiets;  inrichting/aankleding winkelstraten;  aanbod van daghoreca;  bereikbaarheid winkelgebied.

Over het algemeen geldt dat bezoekers van winkelgebieden voor het doen van dagelijkse/wekelijkse boodschappen of voor het winkelen gemiddeld genomen over veel aspecten tevreden zijn. Voor alle Overijsselse gemeenten dat de winkelvoorzieningen met minimaal een zeven worden beoordeeld (zie figuur 3.9). Staphorst krijgt hierbij gemiddeld het hoogste waarderingscijfer (7,8) en Zwartewaterland het laagste waarderingscijfer (7,0).

44

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Figuur 3.9 Gemiddelde waardering aankooplocaties, Overijsselse gemeenten (2010). Staphorst 7,8 Rijssen-Holten 7,7 Tubbergen 7,6 Dinkelland 7,6 Raalte 7,6 Olst-Wijhe 7,6 Borne 7,5 Dalfsen 7,5

Oldenzaal 7,5

Haaksbergen 7,4 Hardenberg 7,4 Twenterand 7,4

Wierden 7,4 Kampen 7,3 Losser 7,3 Deventer 7,3 Overijssel 7,3 Hof van Twente 7,3 Enschede 7,2

Hellendoorn 7,2 Zwolle 7,2 Ommen 7,2

Steenwijkerland 7,2

Hengelo 7,2 Almelo 7,1 Zwartewaterland 7,0

5 6 7 8 9 10 Nota bene: rekenkundig gemiddelde van alle negen waarderingsaspecten. Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

Uitgesplitst naar te waarderen aspect is de goede waardering voor Staphorst terug te zien: op zeven van de negen aspecten is het rapportcijfer het hoogst van alle Overijsselse gemeenten (zie tabel 3.5). Tubbergen krijgt het hoogste cijfer voor veiligheid van de winkelomgeving, terwijl Dinkelland hoge cijfers krijgt voor het aanbod van daghoreca. Aan de andere kant heeft Zwartewaterland op vier van de negen aspecten de laagste score, namelijk voor compleetheid en kwaliteit van het winkelaanbod (al is dat laatste aspect nog wel met een ruime voldoende beoordeeld), parkeermogelijkheden voor de auto en bereikbaarheid. Almelo heeft vergeleken met de andere gemeenten een lagere beoordeling op sfeer/ambiance en veiligheid.

45

Winkelatlas Overijssel • Koopstromen en consumentengedrag

Tabel 3.5 Waardering aankooplocaties per aspect, Overijsselse gemeenten (2010).

compleetheid compleetheid kwaliteit kwaliteit sfeer/ambiance sfeer/ambiance veiligheid veiligheid parkeermogelijkheidauto parkeermogelijkheidauto parkeermogelijkheidiets parkeermogelijkheidiets inrichting/aankleding inrichting/aankleding daghoreca daghoreca bereikbaarheid bereikbaarheid compleetheid compleetheid kwaliteit kwaliteit sfeer/ambiance sfeer/ambiance veiligheid veiligheid parkeermogelijkheidauto parkeermogelijkheidauto parkeermogelijkheidiets parkeermogelijkheidiets inrichting/aankleding inrichting/aankleding daghoreca daghoreca bereikbaarheid bereikbaarheid

Almelo 7,1 7,3 6,8 7,0 7,1 7,6 6,7 6,4 7,6 Borne 7,5 7,8 7,5 7,8 7,6 8,1 7,0 6,6 7,8 Dalfsen 7,3 7,8 7,7 7,8 7,6 8,1 7,1 6,5 7,8 Deventer 7,4 7,6 7,4 7,3 6,9 7,7 7,1 6,8 7,7 Enschede 7,4 7,5 7,1 7,2 7,1 7,7 6,8 6,8 7,7 Haaksbergen 7,4 7,7 7,4 7,8 7,6 8,0 6,8 6,6 7,7 Hardenberg 7,4 7,7 7,5 7,7 7,1 8,0 7,1 7,0 7,5 Hellendoorn 7,2 7,5 7,3 7,5 7,0 8,0 6,8 6,7 7,2 Hengelo 7,2 7,5 6,9 7,4 7,1 7,6 6,7 6,5 7,6 Kampen 7,4 7,6 7,5 7,7 6,7 7,8 7,2 6,7 7,5 Losser 7,2 7,6 7,4 7,7 7,3 8,1 6,8 6,2 7,7 Oldenzaal 7,5 7,6 7,5 7,7 7,3 7,8 7,0 7,0 7,7 Ommen 6,5 7,4 7,1 7,7 7,6 7,8 6,4 6,6 7,4 Raalte 7,5 7,8 7,6 7,8 7,3 8,0 7,2 7,2 7,8 Staphorst 7,8 8,0 7,9 7,9 8,2 8,4 7,5 6,6 8,1 Tubbergen 7,2 7,9 7,8 8,0 7,6 7,9 7,3 7,1 7,9 Wierden 7,4 7,7 7,4 7,6 7,4 7,8 6,8 6,6 7,4 Zwolle 7,4 7,6 7,2 7,3 6,9 7,2 6,9 6,7 7,5 Twenterand 7,2 7,7 7,4 7,8 7,9 8,1 6,8 5,8 7,8 Steenwijkerland 6,8 7,4 7,3 7,6 7,1 7,5 6,7 6,6 7,5 Hof van Twente 7,0 7,5 7,2 7,5 7,4 7,9 6,8 6,7 7,6 Rijssen-Holten 7,7 7,9 7,6 7,8 7,9 7,9 7,4 7,1 7,8 Olst-Wijhe 7,1 7,7 7,6 7,7 7,8 8,1 7,2 6,9 7,9 Dinkelland 7,0 7,7 7,6 7,9 7,9 8,1 7,3 7,3 7,8 Zwartewaterland 6,3 7,4 7,4 7,6 6,3 7,7 6,7 6,4 7,1 Overijssel 7,3 7,6 7,3 7,4 7,2 7,7 6,9 6,7 7,6 Nota bene: groen is hoogste beoordeling, rood is laagste beoordeling. Bron: Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2010, bewerking I&O Research.

46

Hoofdstuk 4

Beschouwing

Winkelatlas Overijssel • Beschouwing

4. Beschouwing

4.1 Vanuit landelijk perspectief Internet en economie De ongekende groei van met name het aantal vierkante meters winkelvloeroppervlak lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. In veel gemeenten is de leegstand in de detailhandel vanaf 2007 behoorlijk gestegen. De economische crisis en aankopen via internet zijn hier de voornaamste oorzaken voor. De dynamiek in de detailhandel wordt echter gevoed door sterke ontwikkelingen aan zowel de aanbod- als de vraagkant.

Aan de aanbodkant heeft de doorbraak van internet als aankoopplaats de winkelstructuur sterk veranderd. Niet alleen zijn er nieuwe winkelvormen ontstaan en is een nieuwe generatie ‘winkeliers’ opgestaan, ook de keuze voor de consument is bijna onbeperkt geworden. Daarnaast stonden de afgelopen jaren toch wel in teken van aanhoudende nieuwbouw ambities waarbij groei het uitgangspunt was, gekoppeld aan een verdere schaalvergroting (met lagere omzet per winkelmeter).

Aan de vraagkant speelt de efficiencyvraag, de toegenomen mobiliteit, de ‘strijd’ tussen beleven en consuminderen (‘shop till you drop’ vs ‘het kan wel een onsje minder’), voorzichtige krimp in delen van Overijssel en de laatste jaren ook koopkrachtverlies een rol. Er is dus meer aan de hand dan ‘alleen de crisis’. Al duiden recente cijfers van het CBS wederom op een verdere omzetdaling van 4 procent in april 2012 ten opzichte van 2011. Deze daling komt volledig voor rekening van de non-food. De omzet van de food is namelijk 2 procent hoger. Voorts onderscheiden de internetwinkels zich met 5 procent meer omzet dan in april vorig jaar. Internet blijft de komende jaren de grote accelerator in het consumentengedrag en daarmee ook voor het winkellandschap.

Figuur 4.1 Geïndexeerde ontwikkeling omzet detailhandel1) en economische groei, Nederland (2000=100). 135 Detailhandel totaal 130 Winkels in voedingsmiddelen Winkels in non-foodartikelen 125 Economische groei 120

115

110

105

100

95 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS; bewerking: I&O Research.

48

Winkelatlas Overijssel • Beschouwing

Verdere verschraling van het winkelaanbod in kleinere plaatsen zal de oriëntatie op internet als aankoopkanaal vergroten. Hier zal het minder ruime en volledige winkelaanbod er toe bijdragen dat er vaker voor het gemak van online winkel wordt gekozen in plaats van af te reizen naar een winkel in een andere gemeente. Die processen zouden elkaar wel eens kunnen gaan versterken als dat nu niet al het geval is. Dit geldt natuurlijk vooral in de niet-dagelijkse sector. Dagelijks heeft vooralsnog beperkt concurrentie van internet en is de enige branche die in toekomst toeloop naar winkels garandeert. Al zijn ook hier in toenemende mate initiatieven en ontwikkelingen te vinden die inspelen op een toename van het gebruik van internet als aankoopkanaal voor de dagelijkse boodschappen (bijvoorbeeld virtuele supermarkt en afhaalpunten voor dagelijkse boodschappen).

Demografie geeft ook richting Demografische ontwikkelingen hebben direct invloed op het draagvlak voor detailhandel, simpelweg doordat het totale aantal potentiële klanten (inwoners) toe- of afneemt. Daarnaast hebben veranderingen in de bevolkingssamenstelling ook invloed op de kooporiëntatie en consumentengedrag. Door vergrijzing vormen de senioren als consument een doelgroep met een belangrijk toekomstperspectief. De senioren wonen in toenemende mate zelfstandig, zijn actiever en beschikken voor een deel over meer geld en vrije tijd. Daarnaast zal ook het kleiner worden van de huishoudens – met name door een groei van het aantal eenpersoonshuishoudens – van invloed zijn op de detailhandel.

Figuur 4.2 Bevolkingsontwikkeling Nederlandse gemeenten 2008-2040

Bron: CBS/PBL; bewerking I&O Research.

49

Winkelatlas Overijssel • Beschouwing

Van meer naar beter Vanuit consumentenperspectief beschouwend is het onwaarschijnlijk dat de trend van verdere groei van winkelaanbod nog lang doorzet. De in aanbouw maar ook de in de planfase bevindende nieuwbouwprojecten zullen er echter toe bijdragen dat groei niet vandaag of morgen gekanteld is naar krimp van het winkelaanbod. De behoefte aan winkelruimte zal natuurlijk niet verdwijnen maar zal wel anders ingevuld worden. Steeds breder lijkt dan ook het besef door te dringen dat de winkelmarkt een transformatiemarkt moet worden (of deels al is geworden). Een vergelijkbaar proces heeft zich het afgelopen decennium afgespeeld op de markt van bedrijventerreinen en meer recentelijk kantoren. De notie daarbij is dat er altijd een deelbehoefte zal zijn aan vernieuwende meters voor bijvoorbeeld nieuwe formules en nichespelers, maar dat voor het overige nieuwe ‘betere’ meters alleen maar kunnen worden toegevoegd als ze bestaande en ‘slechte’ meters vervangen. Het kan betekenen dat die laatste meters goedkoper moeten worden (afwaardering en lagere huren) of eventueel proactief aan de markt moeten worden onttrokken. Dat vergt net als bij de kantoren en bedrijventerreinen dat er afspraken moeten worden gemaakt om het transformatieproces in goede banen te leiden, bijvoorbeeld dat duurzame verdichting gebaseerd op de SER-ladder voor het inpassen van ruimtebehoefte plaatsvindt. Dat vraagt om meer en meer intensieve afstemming tussen overheden onderling en tussen overheden en marktpartijen waarbij ambities en realiteit in evenwicht moeten zijn.

4.2 Detailhandel Overijssel

Overijssel heeft relatief sterke detailhandelsdynamiek Het winkelaanbod in Overijssel is in vijf jaar tijd met zo’n 125.000 m2 WVO gegroeid. Het overgrote deel van de groei komt voor rekening van de niet-dagelijkse sector (ruim 80 procent). Vergeleken met landelijk is het aantal winkelmeters in Overijssel verhoudingsgewijs iets harder gestegen. Met name in het modische segment is er sprake van bovengemiddelde groei geweest, wat mogelijk samenhangt met de investeringen in binnensteden en hoofdwinkelgebieden. Ten opzichte van Nederland heeft Overijssel iets groter aandeel detailhandel in de in/om huis-branches. Naast meubel- en woonboulevards dragen ook vaak meer solitair gelegen ‘lokale helden’ (tuincentra en woninginrichtingzaken) hieraan bij.

50

Winkelatlas Overijssel • Beschouwing

De gemiddelde winkelomvang is in Overijssel ook groter dan gemiddeld in Nederland, maar dit geldt overigens voor zowel de dagelijkse als de niet-dagelijkse sector.

De leegstand is de laatste jaren sterk opgelopen. Er staat begin 2012 ruim 100.000 m2 winkelruimte leeg. Daarbij is het opvallend dat de leegstandstoename duidelijk sterker is dan landelijk gemiddeld. Ten opzichte van 2007 is met name de leegstand op een aantal grootschalige detailhandelslocaties fors opgelopen.

Tabel 4.1 Ontwikkeling winkelaanbod Overijssel vergeleken met landelijk. Kengetal Overijssel Nederland Ontwikkeling m2 WVO 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) 2007-2012 (%) dagelijks 20.630 5% 5% niet-dagelijks 104.300 6% 5% Totaal 124.920 6% 5% Ontwikkeling verkooppunten 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) 2007-2012 (%) dagelijks -180 -9% -4% niet-dagelijks -420 -7% -3% Totaal -600 -7% -4% Winkelomvang (abs.) 2007 2012 2007 2012 dagelijks 189 219 186 204 niet-dagelijks 277 317 271 295 Totaal 256 293 248 271 Ontwikkeling leegstand 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) 2007-2012 (%) m2 WVO 107.120 64% 52% verkooppunten 350 46% 35% Ontwikkeling werkzame personen 2007-2012 (abs.) 2007-2012 (%) 2007-2012 (%) dagelijks 2.780 11% 8% niet-dagelijks -860 -4% -4% niet-winkel (m.n. webwinkels ) 1.190 42% 32% totaal 3.090 6% 4%

Kooporiëntatie: verschil tussen groot en klein Kijkende naar het koopgedrag dan zijn er sterke verschillen zichtbaar naar gemeentegrootte. De mate waarin inwoners aankopen doen in de eigen gemeente neemt toe naarmate het inwonertal stijgt. Grote steden zijn met hun winkelaanbod het best in staat inwoners aan zich te binden. Dit verschil is vooral goed zichtbaar in de niet-dagelijkse sector. In de dagelijkse sector hebben ook middelgrote gemeenten als Rijssen-Holten, Kampen en Haaksbergen een hoge koopkrachtbinding. Dit betekent overigens niet automatisch ook een hoge omzet per winkelmeter. In de dagelijkse sector hebben zowel kleine als grote gemeenten een hoge vloerproductiviteit. Hier speelt de balans tussen vraag en aanbod een belangrijke rol.

51

Winkelatlas Overijssel • Beschouwing

In tegenstelling tot de dagelijkse sector loopt in de niet-dagelijkse sector de vloerproductiviteit op naarmate het inwonertal van gemeenten toeneemt. De omzet per m2 winkeloppervlak is in de vier grootste steden ongeveer het dubbele van de behaalde vloerproductiviteit in kleinere gemeenten. Oppervlak, ligging, prijs-kwaliteit segmentering en branchering zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op de omzet per winkelmeter. Kleinschalige winkels gevestigd op een centrumlocatie in een grote stad hebben een hogere omzet per meter (nodig) dan grootschalig winkelaanbod op perifere locaties. In enkele Overijsselse gemeenten met een relatief groot aandeel grootschalig winkelaanbod zoals Staphorst en Dinkelland is de omzet per winkelmeter in de niet-dagelijkse sector ook aanzienlijk lager dan het Overijssels gemiddelde.

Toekomst: meer aanbod en meer markt? Uit de gemeentelijke inventarisatie van detailhandelsplannen blijkt dat er de komende jaren naar verwachting nog ruim 100.000 nieuwe winkelmeters - netto - zullen worden toegevoegd aan het winkelaanbod in Overijssel (ongeveer 5 procent van het huidige winkeloppervlak). Hierbij gaat het zowel om binnenstedelijke toevoegingen als PDV-locaties, met IKEA Zwolle en Plein Westermaat fase II qua m2 als grootste projecten. De keuze voor grootschalige detailhandel past in het beeld van verdergaande schaalvergroting maar zal ook het spanningsveld tussen binnensteden en PDV, tussen grootschalig en menselijke maat, en tussen stad en ommeland versterken.

Uitbreiding van het winkelaanbod zonder onttrekking van winkelaanbod zal op basis van de huidige trends van toenemende internetoriëntatie en afnemende detailhandelsbestedingen er toe zorgen dat de ‘omzettaart’ verdeeld zal worden over meer winkelmeters, hetgeen de omzet per winkelmeter verder onder druk kan zetten. Overigens zal een deel van de meters die nu nog ingeboekt staan als leegstand geleidelijk aan uit de markt verdwijnen doordat deze wordt onttrokken en bestemd voor andere al dan niet andere consumentgerichte functies. Net als de kantoren- en bedrijfsterreinenmarkt geldt ook voor de winkelmarkt dat er een spanningsveld blijft tussen het op gemeentelijk niveau versterken van de verzorgingspositie en de regionale en provinciale balans tussen vraag en aanbod. De nieuwe Europese dienstenrichtlijn biedt ook provincies aanknopingspunten voor herijking van uitgangspunten, regels en beleid ten aanzien van detailhandel.

52

bijlagen

3

Begrippenlijst

BeBegripBegripgripBegrip Omschrijving

Afvloeiing (koopkrachtafvloeiing) De mate waarin de bevolking buiten de eigen gemeente of regio koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners buiten hun eigen gemeente of regio doen of als percentage van het totale bestedingspotentieel.

Binding (koopkrachtbinding) De mate waarin de bevolking in de eigen gemeente of regio koopt. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die inwoners in de eigen gemeente of regio doen of als percentage van het bestedingspotentieel.

Detailhandelsomzet Totaal aan gerealiseerde winkelomzet gegenereerd door het aantal klanten van een aankoopplaats, bestaande uit consumentenbestedingen van bewoners en van bezoekers. Berekend door het aantal klanten te vermenigvuldigen met gemiddelde (landelijke) besteding per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd naar inkomenssituatie in het betreffende gebied (incl. BTW).

Leegstand Hierbij gaat het om (winkel-)panden waarvan het redelijkerwijs te verwachten is dat in het (leegstaande) pand een verkooppunt in de detailhandel, horeca of consumentgerichte dienstverlening zal terugkomen.

Toevloeiing (koopkrachttoevloeiing) De mate waarin een aankoopplaats koopstromen aantrekt vanuit een andere plaats. Wordt in dit onderzoek uitgedrukt als de totale bestedingen die bezoekers van buiten een gemeente of regio doen of als percentage van de totale bestedingen door bewoners en bezoekers in een aankooplocatie, gemeente of regio draagvlak.

Vloerproductiviteit Gemiddelde detailhandelsomzet (inclusief BTW) per vierkante meter winkeloppervlak.

Winkelvloeroppervlak (WVO) De effectieve verkoopruimte in een winkel, uitgedrukt in vierkante meters. In het rapport wordt gesproken over winkelaanbod. Hierbij gaat het om het aantal winkels en aantal m2 WVO exclusief leegstand.

4