De : tussen 1613 – 1662

Tussen 1613 en 1662 werd in Nederland veel geld verdiend. Dat was vooral het geval in Amsterdam. Het geld werd verdiend door de handel met landen in Azië, Afrika en Europa. Het was de rijke periode die ontstond na de oprichting van de VOC. We noemen nu deze periode "de Gouden Eeuw". Amsterdam was in de Gouden Eeuw een bloeiende stad. De stad was bijna het middelpunt van de wereld. Er werd veel geld verdiend. De VOC maakte dat veel mensen konden werken. Er was veel werk in de haven. Er was veel werk in de bouw. Overal waren er activiteiten. De stad groeide en bruiste van het leven. Veel mensen kwamen naar Amsterdam en zochten daar werk. De stad was te klein voor alle nieuwe inwoners. Overal werd gebouwd. Nieuwe wijken waren nodig. Nieuwe grachten werden gegraven. Nieuwe huizen, kantoren, kerken werden gebouwd. het nieuwe stadhuis En er werd een nieuw stadhuis gebouwd . Deze nieuwe grachten heetten "de ", "de " en "de ". Aan deze grachten werden de grachtenpanden gebouwd. Dat waren de huizen die werden gebouwd voor de rijke burgers van Amsterdam. de Ook werd een geheel nieuwe wijk gebouwd. Deze wijk heette "de ". In de Jordaan was ruimte voor kleine bedrijven. En er werden kleine huizen gebouwd. Huizen voor de minder rijke burgers van Amsterdam. Het aantal inwoners in Amsterdam nam in 100 jaar 7 keer toe. In 1600 woonden 30.000 mensen in Amsterdam. En 100 jaar later woonden er 210.000 mensen. Vragen bij tekst: De grachtengordel: Amsterdam tussen 1613 – 1662

1. Hoe wordt de periode genoemd waarin Amsterdam groeide naar 210.00 inwoners? …………………………………………………………………………………………….

2. Welk bedrijf maakte dat er veel geld werd verdiend en veel mensen konden werken? …………………………………………………………………………………………….

3. Op welke wijze werd het geld verdiend? ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….

4. De toeloop van mensen was Amsterdam te klein geworden. Wat was het gevolg? ……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….

5. Hoe heetten de nieuwe grachten? ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….

6. Welke volkswijk werd gebouwd voor de minder rijke Amsterdammers? …………………………………………………………………………………………….