Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 3

Anet Bleich

Joop den Uyl 1919-1987

Dromer en doordouwer 

Uitgeverij Balans Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 4

Ditboekismedetotstandgekomendankzijdesteunvan FondsBijzondereJournalistiekeProjecten StichtingHetParool/StichtingMediaenDemocratie GemeenteAmsterdam PrinsBernhardCultuurfonds/WiardiBeckmanStichting

Copyright©2008AnetBleich/UitgeverijBalans,

Allerechtenvoorbehouden

OmslagontwerpNicoRichter OmslagfotoVincentMentzel FotoauteurFlipFranssen BoekverzorgingStudioCursief,Amsterdam DrukWilco,Amersfoort

ISBN 9789050188180 NUR 681

www.uitgeverijbalans.nl Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 5

Inhoud

Inleiding 7 Dankwoord 13

1 Hunkerennaareengrootsbestaan 15 2 Detroostvanlatenachten 35 3 Devernietigingvanillusies 64 4 Elisabethaimée 91 5 Intermezzovolverwachtingen 114 6 Socialistischtheoreticus 143 7 ManhattanaandeAmstel 172 8 Regerentemiddenvaneenopstekendestorm 193 9 Inhuiselijkesfeer 221 10 Eennieuwelijsttrekker 240 11 Roodmeteenwitterand 266 12 ‘Dietijdkomtnooitmeerterug’ 293 13 Softiesuitovertuiging 317 14 Eennietvoltehoudenspagaat 347 15 Geentweedekabinet-DenUyl 373 16 Hopen,gelovenenvechten 400 17 Moeilijkejaren 429 Totslot.Eenhartstochtelijkedemocraat 453

Summary 473 Noten 481 Bronnen 524 Literatuur 528 Personenregister 537 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 6

VoorMaxenNatascha Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 7

Inleiding

‘Het kabinet-Den Uyl is in alles te links geweest’, bromde de oud-premier beginjarentachtigtegeneenvertrouweling.HermanTjeenkWillinkme - moreerde die uitspraak in een rede die hij op 1 mei 1993 hield ter gelegen - heid van de openstelling van het archief van Den Uyl. 1 Het brengt ons di - rectbijdekernvandemethodologischeproblemendiehetschrijvenvan een biografie van een politicus als Den Uyl oproept.Want deze niet alge - meenbekendeopmerkinglijktopheteerstegezichtsensationeel. Daar staat de vroegere minister-president, nog altijd diep teleurge - steld dat het zo vurig gewenste tweede kabinet-Den Uyl er nooit geko - men is. Hij lucht zijn hart en geeft uiting aan fundamentele zel≈ritiek: zijn kabinet, dat bepalend is voor zijn reputatie, is ‘in alles te links ge - weest’. Voer voor zijn biografen! Maar mogen we deze uitlating inder - daad zien als aanwijzing voor een – nog niet eerder opgemerkte – om - slag in Den Uyls politieke denken? Hoe verhoudt ze zich bijvoorbeeld met wat Den Uyl, een paar jaar later, tegenover mij opmerkte over de context waarin zijn kabinet moest opereren: ‘Die hervormingswil (...) was ten tijde van het kabinet al over zijn hoogtepunt heen.We hebben in feite al moeten optornen tegen de eerste restauratiegolven.’ 2 Heeft Den Uyl zijn schijnbaar zo opzienbarende uiting van zel≈ritiek alleen be - doeld als: met het oog op de toen al wegebbende hervormingswil was het kabinet in alle opzichten te links? Of, nog een andere mogelijkheid, maakte hij de opmerking met de bedoeling om tegenspraak uit te lok - ken?Als dat de opzet zou zijn geweest, dan is die geslaagd.TjeenkWillink heeft Den Uyl ongetwijfeld krachtig weersproken. Want in zijn speech liet hij de opmerking volgen door: ‘Ik vond dat toen en vind dat nu on - zin.’Ten slotte moeten we er ook nog rekening mee houden dat Den Uyl achteraf echt spijt had van het‘te linkse’optreden van zijn kabinet en dat hij dat wel tegen een vroegere naaste medewerker durfde te zeggen, maar

7 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 8

niet tegen een journaliste die hem kwam interviewen. Pas vele archief- dozen en vraaggesprekken verder was ik voldoende tot de persoonlijk - heid van Joop den Uyl doorgedrongen om te kunnen vaststellen dat het het uitlokken van tegenspraak geweest moest zijn, of, iets neutraler, het opwerpen van een proe∫allon: Hoe zou HermanTjeenkWillink op zo’n stelling reageren? Zo ging Den Uyl namelijk heel vaak te werk, aftasten hoe zijn gesprekspartners ergens over dachten door argumenten in de strijdtegooiendienietaltijdzijneigenmeninghoefdenweertegeven. Den Uyl is in de loop van de jaren tachtig niet gaan vinden dat zijn ka - binet (1973-1977) veel te links was, daarvan ben ik overtuigd. Er hadden dan meer uitlatingen in deze zin te vinden moeten zijn. Maar rotsvaste zekerheid op dit punt kan ik niet bieden. Het blijft een interpretatie – de mijne –, gebaseerd op een gewetensvolle, zo objectief mogelijke weging van de beschikbare gegevens. ‘Wie schrijft, neemt permanent beslissin - gen,sluitpermanentandereconstructiesuit’ 3,zoalsdehistoricusWillem Otterspeer terecht opmerkt. Is het erg, dat biografen geen garantie kun - nen geven dat hun visie op hun personage de enig denkbare en juiste is? Mij lijkt van niet. Een biograaf moet grondig onderzoek doen en haar/ zijn conclusies kunnen verantwoorden, er dingen bij verzinnen of in het wilde weg speculeren is uit den boze. Maar al gaat de biograaf nog zo ver - antwoord te werk, er blijft altijd een subjectief element, ruimte voor in - terpretatieverschillen, een marge van onzekerheid. Het is niet voor niets dat in landen als de VS , Groot-Brittannië of Duitsland over bekende per - soonlijkheden dikwijls (veel) meer dan één biografie verschijnt, met uit - eenlopende accenten, soms zelfs een tegengestelde strekking.Verschil in interpretatie is even onvermijdelijk als verfrissend. Ik ben blij dat deze visie de steun heeft van de éminence grise van de Nederlandse biografie, SamDresden,dieineenbundeloverdebiografieinNederlandopmerkt: ‘Waar de wiskunde zekerheid wil, moet de literatuurwetenschap onze - kerheid willen, levenslange aarzeling.’ 4 Dat laatste, die eeuwige twijfel, past trouwens zeer goed bij het karakter van mijn hoofdpersoon, Joop denUyl. Ik heb Den Uyl persoonlijk gekend, zij het vrij oppervlakkig; ik heb hem enkele keren geïnterviewd. Wij waren geen partijgenoten. Als acti - vistische studente en feministe, later als redacteur van De Groene Amster - dammer , stond ik links van hem. Hij leek me een integere politicus en ik waardeerde de intense manier waarop hij op vragen en opmerkingen in - ging, als het tenminste gelukt was een plek in zijn agenda te veroveren,

8 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 9

wat waarachtig niet meeviel. De gedachte om zijn biografie te schrijven, kwam pas veel later op, toen ik na twintig jaar in de journalistiek – na De Groene bij deVolkskrant – behoefte kreeg weer aan te knopen bij mijn academische opleiding en iets te schrijven wat de waan van de dag zou kunnenoverstijgen. Als biograaf ontwikkel je een merkwaardige relatie met je hoofdper - soon. Je staat met hem op en je gaat met hem naar bed – alles in het nette natuurlijk. Nog tijdens de afwas ben je bezig de raadsels op te lossen, die zich overdag tijdens het ontcijferen van zijn geschriften hebben aange - diend. Hij wordt deel van je leven, het lijkt soms wel alsof je er een fami - lielid bij hebt gekregen. Die nabijheid vergemakkelijkt het soms moei- zame werk – je moet je immers verdiepen in allerlei onderwerpen die je zonder de betrokkenheid van ‘jouw’ hoofdpersoon met genoegen had laten rusten. Maar de (kunstmatige) vertrouwdheid bergt ook grote risi - co’s in zich, waarvan de biograaf zich voortdurend bewust moet zijn. Want voor een serieus te nemen biografie zijn professionaliteit en het houden van afstand broodnodig. Het vinden van de juiste balans tussen betrokkenheidendistantieisevenlastigalsessentieel. AlsbiograafvanDenUylhadikhetgrotevoordeeldathijverschrikke - lijk veel heeft opgeschreven en zo mogelijk nog meer bewaard. Het ar - chief van Den Uyl op het iisg omvat tientallen strekkende meters en er is van alles in te vinden, van schoolrapporten tot kladjes van collega-mi - nisters. Bijzonder waardevol zijn de schriftjes met dagboekaantekenin - gen die Den Uyl van 1939 tot 1945 heeft bijgehouden en waarin hij zonder reserve zijn gedachten en gevoelens neerpende, er niet van uitgaand dat iemand die notities ooit nog zou inzien. In zijn latere leven heeft hij de gewoonte om zijn gevoelens uitgebreid op papier te zetten – iets wat hij zelf een kwellende bezigheid vond – niet volgehouden, een tegenvaller voor de biograaf.Wel bleef hij samenvattingen maken van gesprekken en flarden van gedachten opschrijven. De mening van de historicus Doeko Bosscher dat dit archie f ‘(...) een fletse afspiegeling (was) van het archief van de landelijke PvdA, deWiardi Beckman Stichting (wbs ) en de PvdA in Amsterdam’, kan ik dan ook beslist niet delen. 5 Wel ben ik het met TjeenkWillink eens dat het archief ondanks de uitgebreidheid niet volle - dig is en dat Den Uyl, als hij een bijeenkomst notuleerde of een gesprek samenvatte, zijn eigen selectie maakte die niet objectief hoeft te zijn. 6 Vandaardatikdeinformatieuithetarchief-DenUylwaarmogelijkaltijd hebgetoetstaandieuitanderebronnen.

9 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 10

Dat geldt evenzeer voor de gegevens die ik kreeg uit de talrijke inter - viewsdieikhebafgenomen.Totmijnvreugdewarenfamilieleden,vrien - den, medewerkers, collega’s, geestverwanten en tegenstanders van Joop den Uyl vrijwel zonder uitzondering bereid me te woord te staan en hun kennismetmetedelen.Ikhebdiegesprekkenalszeerverhelderenderva - ren, omdat ze de sfeer uit een voorbije periode en de overwegingen die toenopdevoorgrondstondenzogoedweergeven.Nietteminisenigebe - hoedzaamheid geboden; je kunt niet elke mededeling die wordt gedaan voor waar aannemen, zelfs niet als die niet door anderen is tegengespro - ken. Soms hebben de gesprekspartners belang bij het overbrengen van een bepaald beeld, het aanzetten van hun eigen rol, etcetera. Ook wil, zo - als bekend, het menselijk geheugen wel eens haperen, waardoor met na - me ten aanzien van de chronologie van gebeurtenissen extra alertheid is vereist.Maarwanneerdenodigevoorzichtigheidinachtgenomenwordt – hetzoveelmogelijkcontrolerenvandemondelingverstrektegegevens, kritisch doorvragen, zonodig op bepaalde punten terugkomen –, kun - nendemondelingebronnennaarmijnmeningeenzeerwaardevollebij - drageleverenaaneenlevendige,kleurrijkebiografie. Het boek dat voor u ligt, is in hoofdzaak chronologisch opgebouwd, het volgt in grote lijnen het levensverhaal van Johannes Marten (Jo, later Joop) den Uyl. Relatief veel aandacht is besteed aan Joops jonge jaren, de eerste vier hoofdstukken volgen hem op de weg naar volwassenheid. Het gaat daar over zijn streng gereformeerde opvoeding, zijn worsteling met het geloof, zijn vlucht in de literatuur en zijn rebellie tegen hetAntirevo - lutionairemilieu,diehemineersteinstantieverdernaarrechts,laternaar desociaal-democratiedreef.DeschokdiedeDuitsebezettingbijhemte - weegbracht, komt hier aan de orde, evenals zijn eerste schreden op het padvandeliefde.Hoofdstuk5belichtDenUylalsjournalistbijHetParool en Vrij Nederland , in hoofdstuk 6 zien we hem aan het werk als directeur van de Wiardi Beckman Stichting, als intellectueel en als aankomend PvdA-politicus. Hoofdstuk 7 beschrijft zijn doen en laten als wethouder in Amsterdam, hoofdstuk 8 gaat over zijn ministerschap in het kabinet- Cals/Vondeling. Omdat Den Uyls ontwikkeling en loopbaan zich uiter - aard niet op de maan hebben afgespeeld, is er steeds ook aandacht be - steed aan de politieke en culturele context. In hoofdstuk 9 komt Den Uyl in beeld als echtgenoot en vader – een thematische variatie op het chro - nologische patroon.Vervolgens wordt in hoofdstuk 10 zijn confrontatie met Nieuw Links geschetst en stilgestaan bij de politieke evolutie die hij alsgevolgdaarvandoormaakte. 10 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 11

Langzamerhand nadert dan Den Uyls finest hour als minister-presi - dent van‘zijn’ kabinet. De behandeling van die periode beslaat een vier - tal hoofdstukken, waarbij geen strikt chronologische aanpak wordt ge - volgd. Hoofdstuk 11 begint met de formatie van het kabinet-Den Uyl, de beroemdeofberuchteformatie-Burger,enintroduceertdebelangrijkste ledenvanhetkabinet,hunwerkwijzeenonderlingerelaties,endepositie van Den Uyl binnen dit geheel. In hoofdstuk 12 wordt ingegaan op de doelstellingen van het kabinet-Den Uyl en op de omstandigheden waar - in het die trachtte te realiseren. In hoofdstuk 13 wordt er een drietal on - verwachte crisismomenten uitgelicht waarmee Den Uyl te maken kreeg: de onaΩankelijkheid van , de Molukse gijzelingen en de Lock - heed-a^aire. Hoofdstuk 14 behandelt de (partijpolitieke) spanningen diezichrondomeninhetkabinetsteedssterkermanifesteerdenentotde val,begin1977,leidden.OokdevormingvanhetCDA komthierbijaande orde. De laatste drie hoofdstukken bestrijken de tien jaar na het premier - schap. In hoofdstuk 15 passeert de mislukte formatie van het tweede kabinet-Den Uyl de revue; hoofdstuk 16 beschrijft Den Uyls terugkeer naar de Tweede Kamer, zijn oppositie tegen het kabinet-Van Agt/Wiegel en de krap negen maanden die hij als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vicepremier onder CDA -voorman doorbracht. Hoofdstuk 17 gaat over de laatste, moeilijke jaren; de strijd om de opvolging van Den Uyl als partijleider komt daar aan de orde, hoe hetverdergingmetvrouwenkinderenentenslottedetumordiedesoci - alistische politicus onverwacht trof en velde. In de slotbeschouwing probeerikhetprofielvanDenUyl,zoalsikhemtijdensmijnresearchheb lerenkennen,zoheldermogelijkteschetsen. Joop den Uyl was geen allemansvriend en hij had niet louter vrien - den. In de persoonlijke omgang was hij betrekkelijk gereserveerd, vooral geïnteresseerd in mensen met wie hij op een voor hem bevredigend ni - veau van gedachten kon wisselen. In de politiek had hij hartstochtelijke aanhangers en felle tegenstanders. Hoewel een aanzienlijk deel van de tijdwaarinhijpolitiekactiefwasinderustigewederopbouwperiodeviel, ging hij in veler ogen de linkse radicaliteit belichamen die vanaf de twee - de helft van de jaren zestig opgang maakte. Meer dan dertig jaar na de val van zijn kabinet is de discussie over de politieke betekenis die aan Den Uyl moet worden toegekend, nog altijd niet verstomd. Het feit dat over DenUylhetstofvandeonverschilligheidnognietisneergedaald,maakte

11 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 12

het schrijven van dit boek extra boeiend, al heb ik steeds beseft dat ik moest uitkijken om niet door voor- of tegenstanders te worden ingelijfd. Door hardnekkig te streven naar een waarheidsgetrouw portret hoop ik recht te doen aan de man met een missie, die niet meer in God geloofde, maar volgens zijn vrouw Liesbeth ‘nog wel gelooft, dat God in hem ge - looft’. 7

12 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 15

Hoofdstuk 1

Hunkeren naar een groots bestaan

HetisjammerdatJoopdenUyldetijdnietisgegundomnaheteindevan zijn politieke loopbaan zelf zijn herinneringen op papier te zetten. Hij had er aanleg voor. Zo blikte hij al in klas vijf van de HBS (A) terug op zijn schooltijd. Boven aan de vol gekrabbelde velletjes staat het stempel van deschool,hetChristelijkLyceumin’tGooi,. Uit de tekst van het opstel blijkt dat het schoolleven voor de kleine Joop niet enkel zonneschijn geweest is.‘Ik herinner me nog’, noteerde de middelbare scholier elf jaar na dato terugkijkend, ‘dat ik voor de eerste keer huilde: het was doodstil in de klas en toen werd er met de voeten ge - schuifeld, stel je eens voor met de voeten tegen de bank geschopt en strengwerdgevraagdwiedatdeed.Niemandstakz’nvingerop.Hetwerd benauwend stil in de klas. Er loog iemand. Dreigingen volgden en toen stak ik – stommeling – m’n vinger op, hoewel ik het niet gedaan had. Toen kreeg ik een vermaning, dat ik zolang gewacht had met het opste - ken van m’n vinger, de rest van de klas keerde zich met afgrijzen naar me toe, ik moest schoolblijven en toen barstte ik in een hartstochtelijk snik - kenuit.’ 1 Een voorbeeld van ‘het vele leed’ dat het schoolleven ‘over een klein kereltje brengt’. Maar er waren ook gelukkiger momenten. ‘Wanneer de ju^rouw in ons gezellige klasje bijbelse geschiedenis ging vertellen, dan schoof ik half uit m’n bank, m’n benen vrij, dan mocht ik een beetje ach - terover leunen en als de ju^rouw dan zo mooi vertelde dan leefde ik mee in Kanaän met Jozef, die al was hij dan hoogmoedig, toch m’n heimelijke sympathiehad.Meteenzuchtbegonnenwedanaanhetrekenen.’ 2 Een gevoelige, intelligente jongen was Joop. Een dromer, vroegwijs, met een wat andere belangstelling dan de meeste kinderen. Uit een be - waard gebleven schriftje van zijn moeder blijkt dat Jopie met tweeën- halfjaarvrijgoedsprak,nietspeelde,welallesbekeek. 3

15 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 16

MetzijnietwatbeschouwelijkeaardzalJoophetthuis,indeLeeuwen - straat 68, in hartje Hilversum, niet altijd gemakkelijk hebben gehad. Hij was de op een na jongste van vijf kinderen in een streng gereformeerd middenstandersgezin. Van zijn drie broers en twee zussen kon hij het beste overweg met zijn vijf jaar oudere zuster Gerrie en met z’n twee jaar oudere broer Reinier. Nico, de oudste broer, was erg praktisch ingesteld en kon zich nog weleens ergeren aan het leergierige, onhandige broertje – volgens zijn jongste zus Map had Joop‘vergeleken bij de anderen twee linkerhanden’. 4 Vader Johannes (Johan) den Uyl, geboren op 8 oktober 1884 in Jut - phaas, was de oudste zoon van Klaas den Uyl en Marrigje Copier. Joops grootouders van vaderskant traden op 9 september 1885 in het huwelijk; Johan had het aardse licht toen al aanschouwd. In totaal kregen Klaas en Marrigje veertien kinderen, waarvan er vier jong overleden. De jongste dochter, Klazina Patronella, werd in 1908 geboren. Ze overleed in 1988, een jaar na haar nee∆e Joop. Haar zus, Joops tante Inge, overleed als laat - stevanhaargeneratiein2004. Klaas den Uyl begon in Jutphaas een mandenmakerij en het bedrijf floreerde al spoedig. Uit griendhout, in vakjargon‘tenen’ genoemd, wer - den onder meer aardappelmanden, bakkers- en slagersmanden ge - vlochten. Per vrachtboot of hondenkar werden die bij de klanten afgele - verd. Na verloop van tijd had Den Uyl vijftien mandenmakers in dienst. Ook zijn zoons, onder wie Johan, werkten na de lagere school mee in het bedrijf. Dat gaf vader Klaas de gelegenheid om zich aan maatschappe- lijke taken te wijden. Hij was ruim twintig jaar ouderling van de gere- formeerde kerk in Utrecht, vertegenwoordigde de Antirevolutionaire PartijindegemeenteraadvanJutphaasenwasookeenpaarjaarwethou - der. Hij speelde een rol in de schoolstrijd, die eind negentiende eeuw in volle hevigheid woedde tussen voorstanders van door de staat verzorgd openbaaronderwijsendezojuistopgekomenprotestantseenkatholieke zuilen, die onderwijs wilden geven volgens hun religieuze inzichten. Wethouder Den Uyl ijverde voor de oprichting van een (protestants- christelijke) School met den Bijbel in zijn woonplaats. Dat lokte fel verzet uit van de liberalen in Jutphaas. Maar de bijzondere school (waarvoor DenUylzichhadingezet),kwamer. De succesvolle zakenman en lokale politicus overleed begin 1923. Zijn vrouw Marrigje bleef achter met de jongste vier kinderen, van wie de twee zoons de mandenmakerij van hun vader voortzetten. Marrigje den Uyl-Copierstierfin1928. 16 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 17

Haar oudste zoon Johan was toen al lang het huis uit. In het bedrijf van zijn vader had hij het mandenmakersvak geleerd. Enigszins contre - coeur, want hij had liever willen doorleren voor onderwijzer. In 1910 trouwde hij met Agatha Hendrika van Leeuwen, de oudste dochter uit een eveneens gereformeerde boerenfamilie. Zij was een vroom en leer - gierig meisje dat veel las. Het schijnt dat haar vader aanvankelijk niet erg gelukkig was met de keuze van zijn oudste. Hij had liever een telg uit een dominees- of boerengezin als schoonzoon gewild. Maar uiteindelijk gaf hij toch zijn zegen aan de verbintenis en hielp het jonge stel financieel bij het opzetten van een werkplaats plus winkel in rietwerk in Hilversum. Johan en Agatha vestigden zich daar in de Stationsstraat en verhuisden, met gezin en winkel, een paar jaar later naar een wat ruimere woning aan de Leeuwenstraat boven de winkel. Die winkel bestaat nog steeds, tegen - woordig gevuld met speelgoed. Johans kleinzoon Nico den Uyl zwaait er descepter. 5 Door keihard werken wisten Johan en Agatha de zaak tot een succes te maken. Alleen de zondag vormde een rustpunt. Dan ging het gezin ’s ochtends en ’s middags ter kerke.Tijdens de lange zondagse wandeling (minstens tweeënhalf uur) kon worden nagepraat over de preek. Thuis werd er koªe gedronken en moesten de kinderen zich zien te vermaken. Al te wereldse activiteiten, zoals voetbal, waren daarbij uit den boze.Wel deedvaderJohansomseenspelletjemetzijnkinderen. In september 1911 was de oudste zoon Nico geboren (Nicolaas Reinier Matthijs), in april 1914 Gerrie (Gerritje Marrigje Agatha), in april 1917 Reinier (Reinier Johannes), op 9 augustus 1919 Joop (Johannes Marten) en ten slotte in juli 1921 Map (Marrigje Klasina). Joop, zo wist Map nog te vertellen,wasbijzijngeboorteeenkleinmannetje. 6 Opzondag24augus - tuswerdhijgedooptindeTorenlaankerk. Het gezin leidde die eerste jaren een rustig en geregeld bestaan dat in het teken stond van het werk in de winkel. De rolverdeling tussen Johan en Agatha was anders dan in die tijd gebruikelijk. Uiteraard verzorgde Agatha het huishouden, maar zij had een zakelijke instelling en hielp van meet af aan in de winkel. Van het paar was Johan de meer zorgzame die zichgraagmetdekinderenbemoeideenhenzonodigopving. Op vakantie gaan was er niet bij, wel werden er soms dagtochtjes ge - maakt. Naar de bollenvelden bijvoorbeeld, die op Joop nu ook weer geen verpletterende indruk maakten. : ‘(...) aan ieder veld op zichzelf is (...) niet veel aan’, vermeldde hij in een opstel 7.‘Nee, het mooiste is als je met

17 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 18

een kijker op een heuvel een hele streek kan overzien.’ Ook gingen Joop en de andere kinderen geregeld een weekje logeren bij een van de ooms op het platteland. Over zijn belevenissen op het boerenland heeft Joop (wederom in een opstel voor de lagere school) verslag gedaan. Hij ging graag in z’n eentje vissen.‘Hierbij is echter een zekere vaardigheid in het slootjespringen vereischt en daar deze me (...) wel eens in de steek liet, behoeft het geen verwondering te horen dat ik eens met een broek waar het water met straaltjes uitliep naar de boerderij terug moest.’ 8 Echt ver - zot op het plattelandsleven was hij niet, anders dan zijn van het boeren - land a≈omstige moeder, die volgens haar latere schoondochter Miep – vrouw van Reinier – ‘een echt buitenmens’ was. 9 Joop had het na een week op de boerderij wel gezien; hij vond het dan‘vrij eentonig worden’. Hijwasnueenmaal‘aanhetdrukkestadslevengewend’. 10 De gereformeerde lagere school aan de Vaartweg doorliep Joop met gemak. Hij haalde mooie cijfers en dat werd thuis zeer gewaardeerd. Hij stortte zich ook al heel vroeg op de kunst van het debatteren, niet altijd totonverdeeldgenoegenvanzijnonderwijzersendedominee.Zijnzusje Map herinnerde zich de eerste vraag die de onderwijzer uit de zesde klas van de lagere school haar stelde: ‘Lees jij ook zoveel als Joop?’ Vanaf z’n twaalfde las die elke dag de krant en stelde dan de onderwijzer op de hoogte van z’n bevindingen. Map had de indruk dat die onderwijzer dat niet zo leuk vond, want ‘in die tijd stond zo’n man op een voetstuk. Hij was degene die geacht werd alles te weten. En dan was het vervelend als eenschooljongenmeerwist.’ 11 Met de dominee was het precies hetzelfde liedje. Dominee Van den Elskamp van de Zuiderkerk wist zich geen raad met de lastige vragen van de jonge Den Uyl en stelde hem in arren moede voor het maar eens bij domineeKruiswijkvandeNoorderkerkteproberen. 12 Zus Map toonde zich anno 2000 nog altijd onder de indruk van de in - tellectuele nieuwsgierigheid en ambitie van haar twee jaar oudere broer - tje. ‘Hij had een groot verstand en stelde vragen die bij anderen pas veel later zijn opgekomen.’ Dat wil niet zeggen dat hij als schooljongen de ge - loofswaarheden die juf, meester en dominee verkondigden in twijfel trok. Maar Joop voelde al heel jong de behoefte om de dingen die hij te horen kreeg voor zichzelf op een rijtje te zetten en zich er een eigen me - ning over te vormen. Zijn informatie haalde hij uit de christelijke lees - portefeuille, waarop het gezin was geabonneerd, met daarin het Anti- revolutionaire dagblad De Standaard en het kerkblad De Heraut . Omdat

18 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 19

er geen christelijk georiënteerde regionale krant was, kon hij ook putten uit het neutrale dagblad De Gooi en Eemlander . Hij las veel in de Bijbel en hij verslond de kinderboeken uit de christelijke bibliotheek. Tot zijn vroege favorieten behoorden boeken over de Boerenoorlog in Zuid- Afrika als De Leeuw van Modderspruit van L. Penning, de werken van Jo - han P. Been over matrozen en de zeevaart en ook JulesVernes DeReisnaar deMaan .13 Joops verbale kracht hielp hem om zich een plaats te bevechten in het gezin. De twee oudste jongens gingen wel eens met elkaar op de vuist, Joop niet, die deed het liever met woorden. Hij praatte ook veel met z’n moeder, en, aldus Map,‘niet over ditjes en datjes’. Toch was hij geen stu - deerkamergeleerde in de dop. Hij had vriendjes die bij hem thuis moch - tenkomenspelen.Hijfietstegraag,hijvoetbalde,deedaantennisenhoc - keyenhijwasdoloppingpong.Inaldezetakkenvansporthadhij,netals op school, een sterke behoefte om uit te blinken, om te winnen. Hij was lid van de christelijke ‘knapenvereniging’ Benjamin; op z’n veertiende hadhijhetdaartotpenningmeestergebracht.Eenjaarlater,in1935,stap - te hij over naar de Jongelingsvereniging op Gereformeerde Grondslag Samuel, waar hij de eerste schuchtere stappen kon zetten op het terrein van het theologisch debat, iets waartoe de Jongelingsvereniging haar le - den aanmoedigde, zij het binnen de scherp afgegrensde kaders van het orthodox gereformeerde gedachtegoed. Vanaf die tijd was hij ook een trouwbezoekervandezomerkampendiedeverenigingorganiseerde. Daar hieven de jongens bij het kampvuur in het bos dan uit volle borst het ‘Knapenlied’ aan, op muziek van F. Tollig, met tekst van M.W. Aalders.

‘Wij schuwen wat valsch is, zijn eerlijk en trouw tot helpen van ’t zwakke gereed; het oog altijd open, de hand uit de mouw, gevoelig voor anderer leed. We werken met ijver, niet lust’loos en traag, voor ’t komende leven, maar willen nog graag Eens dwalen in ’t bosch, op het veld aan de zee, Komt jongens, wie gaat met ons mee?’

Ookhetderdecoupletisnietteversmaden:

19 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:07 Pagina 20

‘En zijn we geen jongens van ijzer en staal, waar Nederland trotsch op kan zijn? We houden ons woord en we staan als een paal zoals ons Michieltje en Piet Hein.- We buigen met eerbied ons need’rig terneer, en smeeken den zegen van God onzen Heer; O, schenk ons het leven, gezondheid en kracht, U zij onzen dank toegebracht!’ 14

De gereformeerde zuil, waarin het gezin Den Uyl hecht verankerd was, beleefde in Joops jonge jaren haar tweede grote bloeiperiode, onder leiding van . De eerste had zich afgespeeld tijdens de laatste decennia van de negentiende eeuw, toen de legendarische Abra - ham Kuyper de ‘kleine luyden’ in een nauw verbonden netwerk van organisaties had verenigd. Dit gereformeerde netwerk, dat vrijwel alle terreinen des levens omvatte (kerk, politiek, school, vakbeweging, enzo - voorts) was onderdeel van de protestants-christelijke zuil, waartoe ook rechtzinnige hervormden en leden van andere protestantse kerken be - hoorden. Een recht geaarde gereformeerde kerkte bij een recht in de leer zijnde dominee, stuurde zijn kinderen naar het christelijk onderwijs, las De Standaard , waarvan eerst Kuyper, daarna Colijn hoofdredacteur was, en stemde ar . Een gereformeerde jeugd, zoals die van Den Uyl, beteken - de dus heel wat meer dan alleen een bepaalde geloofsopvatting. Het was eenmaniervanlevenendenkendiedwingend,maartevensheelvanzelf - sprekend, omdat andere geluiden nauwelijks konden doordringen, werd opgelegd. De dienst aan de Heer stond centraal. Bidden, het recite - ren van psalmen en het uit het hoofd kennen van bijbelteksten vormden een even natuurlijk onderdeel van het leven als ademhalen. God stond voor het Ware, en de gereformeerden, die zich van de hervormden had - den afgesplitst, waren ervan overtuigd dat zij het Ware Geloof hadden. Als het ‘zoutend zout’, het ‘zout der aarde’ beschouwde de groepering zich, niet zonder enige hoogmoed.Tegenover dit zel∫ewustzijn stonden dienstbaarheid (niet alleen tegenover de Heer; ook de naaste moest men met inzet van al z’n krachten dienen) en een vaak kwellende twijfel of men het juiste had gedaan. De strengheid van de eisen van het geloof contrasteerde met de vrijheid die het eigen geweten werd gelaten om die eisen te interpreteren en dienovereenkomstig te handelen. Eens zou de gelovigezichdaaromtrentvoorGodmoetenverantwoorden.

20