Veilig opgroeien in 2015

Laaggeletterdheid in de provincie Fryslân Uitsplitsing per gemeente

Colofon

Laaggeletterdheid Provincie Fryslân

Opdrachtgever Provincie Fryslân

Projectleiding Sjoerd IJdema, adviseur

Projectmedewerkers Jitske Algra MSc, onderzoeker Jelmer Hitzert MSc, data analist Lotte Piekema MSc, onderzoeker

Uitgave Partoer, consultants en onderzoekers Leeuwarden, september 2016

Postbus 298 8913 CK Leeuwarden T. (058) 234 85 00 F. (058) 234 85 01 E. [email protected] I. www.partoer.nl

Inhoud

DEEL 1 – ALGEMEEN PROVINCIE FRYSLÂN ...... 4 1. Algemene inleiding voor alle Friese gemeenten ...... 5 1.1 (Laag)geletterdheid Algemeen ...... 5 1.2 Feiten en cijfers over (laag)geletterdheid ...... 6 1.3 Aanpak laaggeletterdheid ...... 11 1.4 Clusters ...... 12 2. Provinciale en regionale (laag)geletterdheid ...... 14 DEEL 2 – UITSPLITSING DATA PER GEMEENTE ...... 16 Hoofdstuk 1 en (laag)geletterdheid ...... 17 Hoofdstuk 2 en (laag)geletterdheid ...... 28 Hoofdstuk 3 Dantumadiel en (laag)geletterdheid ...... 39 Hoofdstuk 4 en (laag)geletterdheid ...... 50 Hoofdstuk 5 en (laag)geletterdheid ...... 61 Hoofdstuk 6 en (laag)geletterdheid ...... 72 Hoofdstuk 7 Franekeradeel en (laag)geletterdheid ...... 83 Hoofdstuk 8 Harlingen en (laag)geletterdheid ...... 94 Hoofdstuk 9 en (laag)geletterdheid ...... 105 Hoofdstuk 10 Het Bildt en (laag)geletterdheid ...... 116 Hoofdstuk 11 Kollumerland c.a. en (laag)geletterdheid ...... 127 Hoofdstuk 12 Leeuwarden en (laag)geletterdheid ...... 138 Hoofdstuk 13 Leeuwarderadeel en (laag)geletterdheid ...... 149 Hoofdstuk 14 Littenseradiel en (laag)geletterdheid ...... 160 Hoofdstuk 15 Menameradiel en (laag)geletterdheid ...... 171 Hoofdstuk 16 en (laag)geletterdheid ...... 182 Hoofdstuk 17 en (laag)geletterdheid ...... 193 Hoofdstuk 18 en (laag)geletterdheid ...... 204 Hoofdstuk 19 en (laag)geletterdheid...... 215 Hoofdstuk 20 Súdwest-Fryslân en (laag)geletterdheid ...... 226 Hoofdstuk 21 en (laag)geletterdheid ...... 237 Hoofdstuk 22 en (laag)geletterdheid...... 248 Hoofdstuk 23 en (laag)geletterdheid ...... 259 Hoofdstuk 24 en (laag)geletterdheid ...... 270 DEEL 3 – ALGEMENE CONCLUSIE PROVINCIE FRYSLÂN ...... 281 3. Conclusies & aanbevelingen ...... 282

Literatuurlijst ...... 286 Begripsafbakening ...... 287

DEEL 1 – ALGEMEEN PROVINCIE FRYSLÂN

4 | P a g i n a

1. Algemene inleiding voor alle Friese gemeenten

De Provincie Fryslân heeft Partoer gevraagd om informatie te verstrekken over het aandeel laaggeletterden per gemeente en de factoren die leiden tot verschillen in laaggeletterdheid tussen de gemeenten. De gegevens van het Researchcentrum Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) uit het rapport ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland’ zijn hiervoor gebruikt.

Het rapport bestaat uit een algemeen deel voor alle Friese gemeenten en een deel dat voor elke gemeente uniek is. In het algemene deel wordt informatie gegeven over laaggeletterdheid en factoren die daar invloed op hebben. Hierin zijn drie kaarten opgenomen: één kaart met de clusterindeling zoals gebruikt door het ROA, één kaart met de gemiddelde geletterdheidscore per cluster en één kaart met het percentage laaggeletterden per cluster. Per gemeente wordt gekeken naar de indicatoren leeftijd, geslacht, herkomst, opleidingsniveau, sectorale arbeidsplaatsenverdeling, participatie, armoede en gezondheid. Door deze indicatoren inzichtelijk te maken, kunnen er per gemeente aanbevelingen worden gedaan over mogelijke vindplaatsen voor laaggeletterdheid. Dit maakt het voor een gemeente mogelijk om gericht beleid te schrijven. De rapportage sluit af met aanbevelingen rondom provinciale trends.

1.1 (Laag)geletterdheid Algemeen

Naast het ‘kunnen lezen en schrijven’ is geletterdheid het begrijpen van taal: de mate waarin men om kan gaan met informatie, de informatie begrijpt en gebruikt. Laaggeletterdheid houdt in dat mensen moeite hebben met lezen, schrijven en/of het gebruiken van schriftelijke en digitale informatie. Hierdoor zijn ze onvoldoende in staat om zelfstandig te functioneren in de maatschappij, eigen doelen te realiseren en zichzelf te ontplooien. Laaggeletterdheid is niet hetzelfde als analfabetisme. Bij analfabetisme gaat het om mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven (De Greef, Segers en Nijhuis, 2014).

De Greef, Segers en Nijhuis (2014) geven aan dat laaggeletterdheid onder de Nederlandse bevolking de afgelopen jaren significant gestegen is; van 9,4% in 1994 naar 11,9% in 2012. Daarnaast wordt de groep met excellente taalvaardigheden steeds groter. Dit betekent dat er een steeds grotere kloof ontstaat onder de Nederlandse beroepsbevolking. De sociale ongelijkheid wordt steeds groter. De groep met excellente vaardigheden kan zich steeds beter positioneren op de arbeidsmarkt, kan meer participeren en heeft een betere gezondheid. De groep laaggeletterden daarentegen raakt steeds verder af van de arbeidsmarkt, participeert minder en ervaart de gezondheid als slechter.

Niet alle laaggeletterden ervaren dat ze problemen hebben met lezen, schrijven of het begrijpen van informatie. Uit onderzoek blijkt echter dat laaggeletterden minder vaak een baan hebben, minder maatschappelijk actief zijn, een lager inkomen hebben en vaker te maken hebben met gezondheidsproblemen. Deze groep mensen kan het in deze maatschappij moeilijker krijgen. De arbeidsmarkt en de maatschappelijke omgeving doet steeds meer een beroep op geletterdheid. Denk bijvoorbeeld aan de up-grading van de kwalificatie-eisen van werkgevers, digitalisering en automatisering. Hierdoor lopen laaggeletterden een groter risico op langdurige werkloosheid en uitsluiting van de arbeidsmarkt. Hierdoor zijn ze steeds vaker en langer aangewezen op een vervangend inkomen. Dit heeft gevolgen voor het sociaal beleid (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015).

5 | P a g i n a

Daarnaast beoordelen laaggeletterden de maatschappelijk betrokkenheid vaak als minder. Een lager taalniveau hoeft niet direct te betekenen dat deze groep minder betrokken is. Wanneer laaggeletterden vrijwilligerswerk uitvoeren, dan stoppen ze hier bijvoorbeeld veel tijd in. Ze zijn vaak minder actief op de arbeidsmarkt en als ze actief zijn, dan hebben ze minder vaak een vaste aanstelling. Zelfstandigen met een lager taalniveau hebben tegelijkertijd vaker een hoger rekenniveau. Landelijk gezien bestaat de grootste groep laaggeletterden, 45% (zo’n 540.000 personen), uit oudere autochtonen met een middelbaar opleidingsniveau. Binnen deze groep heeft het grootste gedeelte een baan (Buisman & Houtkoop, 2014). Laaggeletterden hebben minder vertrouwen in de medemens.

In het PIAAC-onderzoek1 (Programme for the International Assessment of Adult Competencies) worden vaardigheden van volwassenen in de leeftijd van 16 tot 65 jaar onderzocht. Via een test worden taal en rekenvaardigheden gemeten evenals het probleemoplossend vermogen in technologierijke omgevingen. Ruim 24 landen doen mee aan dit onderzoek (De Greef, Segers & Nijhuis, 2014). Uit het onderzoek blijkt dat mensen met een laag niveau van taalvaardigheden hun welzijn zelf als minder definiëren. Ze beoordelen hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Mensen met een hogere taalvaardigheid ervaren hun gezondheid vaak beter, omdat de gezondheidsvaardigheden hoger liggen. Omdat zij meer kennis hebben over een gezonde levensstijl, kunnen zij gezonder leven. Taalvaardige personen ervaren daarom minder snel gezondheidsproblemen.

1.2 Feiten en cijfers over (laag)geletterdheid

Laaggeletterdheid naar inwoneraantal Nederland telt ongeveer 10,9 miljoen inwoners van 16 tot 65 jaar. Ruim 1 op de 9 is laaggeletterd. Dit komt neer op ongeveer 1,3 miljoen (11,9%), waarvan 300.000 zeer laaggeletterd (2,8%). Ongeveer 250.000 inwoners zijn analfabeet (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015).

In deze rapportage wordt uitgegaan van cijfers uit het PIAAC onderzoek. Een onderzoek dat gehouden is onder mensen van 16 tot 65 jaar. Uitspraken op basis van deze cijfers gelden dan ook alleen voor deze groep. Uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat er waarschijnlijk méér laaggeletterden zijn; geen 1,3 miljoen maar 2,5 miljoen. Dit komt doordat de groep 65-plussers niet meegenomen wordt in het PIAAC onderzoek. Onder deze groep bevinden zich waarschijnlijk veel laaggeletterden (Algemene Rekenkamer, 2016).

Laaggeletterdheid naar leeftijd Laaggeletterdheid verschilt ook naar leeftijd. Er zijn relatief gezien meer laaggeletterde ouderen dan laaggeletterde jongeren. Dit komt onder andere doordat ouderen vaak lager opgeleid zijn. Tevens speelt het verlies van vaardigheden een rol. Naarmate men ouder wordt, gebruik men minder vaardigheden en worden bepaalde vaardigheden onvoldoende bijgehouden. Onder jongeren is geen sekseverschil wat betreft laaggeletterdheid. Naarmate men ouder wordt, stijgt het aantal vrouwelijke laaggeletterden (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015).

1 Zie ook ‘Verantwoording en vergelijkbaarheid cijfers’.

6 | P a g i n a

Laaggeletterdheid naar geslacht Er is een klein verschil in laaggeletterdheid tussen mannen en vrouwen, dit verschil is echter niet significant. Ongeveer 12,7% van de vrouwen is laaggeletterd tegenover 11,2% van de mannen (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015 en Buisman & Houtkoop, 2014). Vooral naarmate de leeftijd hoger wordt, wordt de groep vrouwen iets groter dan de groep mannen. Tot de leeftijd van 44 jaar is er geen significant verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft laaggeletterdheid. Vanaf 45 jaar wordt het verschil significant. Van de mannen van 45 tot 54 jaar is 13,1% laaggeletterd tegenover 15,1% van de vrouwen. Van de mannen van 55 jaar en ouder is 20,1% laaggeletterd tegenover 22,9% van de vrouwen. Beide keren scoren de mannen significant beter (Buisman & Houtkoop, 2014).

Laaggeletterdheid en opleidingsniveau Er is een verband tussen laaggeletterdheid en opleidingsniveau. De hoogst behaalde opleiding hangt nauw samen met laaggeletterdheid. Onder personen zonder startkwalificatie2 is ruim 26,3% laaggeletterd (800.000), onder de middelbaar opgeleiden is dit ruim 9,2% (410.000) en onder de hoogopgeleiden 2,5% (80.000); (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015). Buisman en Houtkoop (2014) en De Greef, Segers en Nijhuis (2014) geven hogere percentages laaggeletterden per opleidingsniveau weer.

Tabel 1. Laaggeletterdheid naar opleidingsniveau (Bewerking Partoer, Buisman en Houtkoop 2014, De Greef, Segers en Nijhuis, 2014).

Opleidingsniveau Percentage laaggeletterden (16-65 jaar) Zonder startkwalificatie Laag Lager onderwijs 42,3% VMBO bl-kl/mbo - 1 24,4% VMBO gl/tl 14% Met startkwalificatie Middelbaar MBO-2 of hoger 9,2% HAVO/VWO 2,9% Hoog HBO 2,3% WO 2,5%

Laaggeletterdheid naar herkomst en generatie Laaggeletterdheid verschilt naar generatie en herkomst; er zijn minder laaggeletterden onder autochtonen. Laaggeletterdheid komt relatief veel voor onder eerste generatie allochtonen en Niet-Westerse allochtonen. Onder eerste generatie allochtonen is 37,8% laaggeletterd en onder de tweede generatie is dit 9,4%; in vergelijking met 8,3% onder autochtonen. Eerste generatie allochtonen zijn vaak in het buitenland geboren, waardoor Nederlands niet hun moedertaal is.

Tevens verschilt laaggeletterdheid naar het land van herkomst. Bij Niet-Westerse allochtonen is vaker sprake van laaggeletterdheid dan bij Westerse allochtonen; 46,5% onder Niet-Westerse tegenover 19,2% onder Westerse. Een verklaring hiervoor is dat het onderwijs in minder ontwikkelde Niet-Westerse landen qua niveau lager ligt dan in Westerse landen (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015).

2 Een startkwalificatie betekent dat de persoon een diploma van de havo, het vwo, of het mbo niveau 2 of hoger heeft. Onderwijs onder dit niveau betekent dat er géén startkwalificatie behaald is (Rijksoverheid, z.d.).

7 | P a g i n a

In Fryslân wonen relatief minder allochtonen dan in de rest van Nederland. In Fryslân heeft 9% van de bevolking een allochtone herkomst, landelijk is dit 22%. In Fryslân zijn er meer westerse dan niet-westerse allochtonen, landelijk is dit net andersom. Verreweg de grootste groep allochtonen in Fryslân bestaat uit personen die afkomstig zijn uit Duitsland en Indonesië. Landelijk vormen de allochtonen van Turkse en Marokkaanse herkomst de grootste groepen (Fluchskrift Allochtonen in Fryslân, 2015). De verwachting is dat er in Fryslân een toename zal zijn van Niet-Westerse allochtonen.

“In 2015 zijn er door conflicten in de wereld veel vluchtelingen naar Nederland gekomen. De asielzoekers worden bij binnenkomst door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) over Nederland verspreid. Een deel van de vluchtelingen komt naar Fryslân. Daardoor zal het aantal allochtonen in Fryslân in 2016 toenemen. Eind 2015 kwam de helft van de asielzoekers in Nederland uit Syrië. Op 1 oktober 2015 wonen er 1.088 Syriërs in Fryslân. Hiervan wonen de meesten in Smallingerland (202), Súdwest-Fryslân (111) en Leeuwarden (102). Dit betreft personen die officieel deel uitmaken van de bevolking, omdat ze ingeschreven zijn als inwoner van een gemeente. De inschrijving in het bevolkingsregister kan zodra iemand een verblijfsvergunning heeft of minstens een half jaar gebruik maakt van de opvang. De inschrijving in het bevolkingsregister volgt met een vertraging de asielstroom (de Vries, 2015).”

Laaggeletterdheid naar werk Om zelfstandig te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt zijn er bepaalde vaardigheden nodig. Uit het PIAAC-onderzoek van 2012 blijkt dat landelijk gezien 9% van de werkenden laaggeletterd is tegenover 16,2% van de werklozen. Van arbeidsongeschikten en mensen met zorgtaken (mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt) is 22,3% laaggeletterd (Etil, Kohnstamm, et.al., 2015).

Er zijn duidelijke verschillen in de mate van laaggeletterdheid uitgaand van de arbeidsmarktparticipatie. Er is een significant verschil tussen laaggeletterdheid en de duur van werkloosheid. Van de groep werklozen die korter dan een jaar werkloos is, is 10,7% laaggeletterd. Onder de groep werklozen die langer dan een jaar werkloos is, is dit 24,8% (Buisman & Houtkoop, 2014).

Tabel 2. Laaggeletterdheid naar arbeidsmarktstatus (Buisman en Houtkoop, 2014). * Gepensioneerden en arbeidsongeschikten. Arbeidsmarktstatus Percentage van de 16-65 jarigen op niveau 13 Werkend 9,0% Werkloos 16,2% Werkloos, waarvan korter dan 12 maanden 10,7% Werkloos, waarvan langer dan 12 maanden 24,8% Buiten de beroepsbevolking* 22,3%

3 Niveau 1 is een score van 176 tot en met 225. Een score van 225 of lager staat voor laaggeletterdheid (Buisman & Houtkoop, 2014). Zie hiervoor ook hoofdstuk 2.4 algemene laaggeletterdheid.

8 | P a g i n a

Een verklaring voor het stijgende percentage laaggeletterden onder werklozen is de achteruitgang van vaardigheden als er geen gebruik van wordt gemaakt: ‘Use it or lose it’. Voor behoud van kennis is onderhoud nodig. Vaardigheden moeten daarom gebruikt worden. Een andere verklaring is dat mensen met een laag vaardigheidsniveau een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben en daardoor mogelijk moeilijker een nieuwe baan vinden (Buisman & Houtkoop, 2014). Men blijft in de vicieuze cirkel van werkloosheid zitten. Enerzijds worden laaggeletterden minder snel aangenomen, omdat ze vaardigheden missen om een vacature te begrijpen en een goede sollicitatiebrief te schrijven. Anderzijds kan deze groep ook geen taalvaardigheden ontwikkelen, omdat zij door de werkloosheid meer geïsoleerd leven. Om goed te kunnen functioneren op de arbeidsmarkt is het dus van essentieel belang om voldoende taal- en rekenvaardigheden te hebben.

Laaggeletterdheid naar armoede In het rapport ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland’ (Bijlsma, van den Brakel, van der Velden & Allen, 2016) wordt gesproken over risicofactoren voor laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid komt vaker voor bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk hebben of werk met een lage sociale status. Vaak zijn dit de huishoudens met een lager inkomen. Volgens de Greef, Segers en Nijhuis (2014) blijkt uit het PIAAC-onderzoek dat 37% van de laaggeletterden tot de laagste inkomensgroep behoren.

Er is een relatie tussen het niveau van vaardigheden en beloning. Een persoon met een hoger taal- en rekenvaardighedenniveau heeft een hoger brutoloon. Dat betekent dat geletterdheid een relevante factor is voor arbeidsmarktsucces (Houtkoop, Allen, Buisman, Fouarge & van der Velden, 2012).

Laaggeletterdheid naar gezondheid Veel laagopgeleiden en laaggeletterden komen regelmatig bij de huisarts voor “kwaaltjes”, waar de huisarts eigenlijk geen raad mee weet. Het gevolg is dat deze bezoeken en ziekenhuisopnamen zwaar op de gezondheidszorg drukken. Volgens voorzichtige schattingen kost dit de gezondheidszorg ruim 127 miljoen per jaar (de Greef, Segers en Nijhuis, 2014). Een verklaring waarom laagopgeleiden en laaggeletterden regelmatig bij de huisarts komen, is dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

Een huisartsenpraktijk lijkt een goede vindplaats van laaggeletterden, omdat de huisarts meer contact heeft met laaggeletterden. Het is verstandig om in gesprek te gaan met de huisarts over eventuele mogelijkheden om laaggeletterden beter in beeld te krijgen.

Naast de steeds groter wordende groep laaggeletterden heeft Nederland een steeds groter wordende groep “excellenten”. Deze groep beschikt over een hoog gemiddeld niveau van taalvaardigheden. Dat beide groepen groter worden, is zorgelijk. Door de nauwe samenhang tussen taalvaardigheden en arbeidsparticipatie, maatschappelijke participatie en gezondheid wordt de sociale ongelijkheid alleen maar groter. Ook de maatschappelijke kloof tussen laag- en hoogopgeleiden stijgt. Er zijn steeds meer indicaties dat laag- en hoogopgeleiden steeds meer in gescheiden werelden leven (De Greef, Segers & Nijhuis, 2014).

9 | P a g i n a

Laaggeletterdheid in Nederland Geletterdheid en laaggeletterdheid wordt op een schaal van 0 (laagste geletterdheid) tot 500 (hoogste geletterdheid) gemeten. De gemiddelde geletterdheid in Nederland is 284. Dit ligt ongeveer op MBO niveau (Bijlsma, van den Brakel en van der Velden & Allen, 2016). Om dit te relativeren, wordt een vergelijking gemaakt met andere landen. Nederland komt, na Japan en Finland, op de derde plaats. Nederland heeft een relatief hoge geletterdheid.

Tabel 3. Gemiddelde score laaggeletterdheid naar opleidingsniveau voor 16 - 34 jarigen.

Opleidingsniveau 16-34 jarigen Gemiddelde score geletterdheid Geen diploma 266 VMBO 275 MBO 286 HAVO/VWO 318 HBO 317 WO 334

Voor Nederland bedraagt het percentage laaggeletterden 12,2%, dit is de groep mensen die 225 punten of lager scoren. Voor de meeste Nederlandse provincies liggen de laaggeletterdheidspercentages tussen de 12% en 14%. Ook Fryslân bevindt zich in deze groep. Een lage uitschieter is de provincie Utrecht met 6.3% laaggeletterden, een hoge uitschieter is Flevoland met 16.2%.

Daarnaast staat het geletterdheidsniveau. Ook hier liggen de meeste scores dicht bij elkaar, tussen de 285.7 en 283.3. Fryslân scoort 284.5 punten. Naast dat Utrecht een laag percentage laaggeletterden heeft, heeft deze provincie ook een hoge geletterdheidsscore (289.7). De provincies Zeeland en Flevoland scoren op geletterdheid en laaggeletterdheid beiden het laagste van alle provincies; respectievelijk 280.2 en 12.8% voor Zeeland en 284.4 en 16.2% voor Flevoland (Bijlsma, van den Brakel, van der Velden & Allen, 2016).

Tabel 4. Laaggeletterdheidspercentages en gemiddelde geletterdheid per provincie. De oranje lijn geeft het landelijke gemiddelde aan (12.2% en 284).

Laaggeletterdheidspercentage Gemiddelde geletterdheid Utrecht 6,3% Utrecht 289.7 Gelderland 10,4% Noord-Holland 285.7 Noord-Brabant 10,6% Noord-Brabant 285.2 Groningen 12,0% Gelderland 285.2 Overijssel 12,1% Overijssel 284.8 Drenthe 12,3% Fryslân 284.5 Noord-Holland 12,7% Groningen 283.9 Limburg 12,8% Zuid-Holland 283.3 Zeeland 12,8% Drenthe 283.3 Fryslân 13,4% Limburg 280.8 Zuid-Holland 15,0% Flevoland 280.4 Flevoland 16,2% Zeeland 280.2

10 | P a g i n a

1.3 Aanpak laaggeletterdheid

Aan de hand van de feiten en cijfers over laaggeletterdheid in de voorgaande paragrafen, kunnen we voorzichtig een algemeen advies geven.

Laaggeletterdheid kent verschillende geletterdheidsniveaus. Een deel van de laaggeletterden heeft taalvaardigheden op de grens van analfabetisme. Deze groep heeft over het algemeen meer moeite met leren. Daarnaast is er een deel met taalvaardigheden op een iets hoger niveau. Deze mensen hebben bijvoorbeeld werk, zijn maatschappelijk actief en hebben toegang tot de digitale wereld. Een ander probleem bij laaggeletterdheid is het eigen inzicht in de taalvaardigheden. Dit maakt het vaak lastig om laaggeletterden te bereiken. Het kan voorkomen dat mensen niet inzien dat ze laaggeletterd zijn, omdat ze niet tegen taalproblemen aanlopen. Hierdoor ‘redden’ zij zich in de huidige wereld en schatten zij hun taalniveau in als voldoende. Daarnaast is er ook een groep laaggeletterden die het taalniveau ‘goed weten te verbloemen’.

Er is daarom ook geen eenduidig antwoord te geven op de vraag hoe laaggeletterdheid aangepakt moet worden. Hoe kan laaggeletterdheid bijvoorbeeld worden voorkomen? Welke activiteiten zijn zinvol om laaggeletterdheid terug te dringen? Wat werkt wel en wat werkt niet in de aanpak van laaggeletterdheid? Hierbij is het van groot belang om te weten waar laaggeletterden zich bevinden. Per Friese gemeente is in kaart gebracht wat belangrijke vindplaatsen zijn, dit is de eerste stap in de aanpak van laaggeletterdheid.

Nationale effecten Wordt er in algemeenheid gekeken naar laaggeletterdheid en leeftijd/opleidingsniveau, dan is het van belang om naar de ontwikkeling en ontplooiing van kinderen te kijken. Onderzoek heeft aangetoond dat een kind dat vijftien minuten per dag leest, per jaar 55 keer zoveel woorden leest dan een kind dat vijf minuten per dag leest. Mensen met een hogere mate van geletterdheid nemen eerder deel aan educatie (de Greef, Segers & Nijhuis, 2014). Voldoende taalvaardigheid draagt bijvoorbeeld bij aan een om- of bijscholingstraject gericht op (nieuw) werk. Het is daarom van belang om te investeren in taalscholing voor laaggeletterden. Op deze manier kunnen laaggeletterden doorstromen naar een andere vorm van opleiding.

Effect van het volgen van een taalcursus Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 60% tot 80% van de laaggeletterden die bijscholing volgt betere taalbeheersing ontwikkelen (De Greef, Segers en Nijhuis; 2014). Spreken, schrijven en luisteren verbeteren door het volgen van een taaltraject. Een betere taalbeheersing is van belang voor het verhogen van de sociale participatie en het vinden en houden van betaald werk. Goede taalvaardigheden verhogen het welzijn door toename van het zelfvertrouwen, waardoor er sprongen worden gemaakt in de persoonlijke groei. Op deze manier kunnen ze een betere plek in de samenleving vinden.

Verder blijkt uit nationale onderzoeken dat de arbeidsproductiviteit toeneemt en dat 20% een betere arbeidsmarktpositie heeft na het volgen van een taalcursus. Investeren in het verminderen van laaggeletterdheid verbetert de economische situatie. Geletterde mensen hebben betere gezondheidsvaardigheden en ervaren minder snel gezondheidsproblemen. Voorzichtige schattingen geven aan dat laaggeletterden die door het volgen van een taalcursus geletterd worden, zorgen voor een vermindering van de zorgkosten. Uiteindelijk hebben het vinden, herkennen en aanpakken van laaggeletterdheid effect op alle levensdomeinen.

11 | P a g i n a

1.4 Clusters

In het PIAAC (Programme for the International Assessment of Adult Competencies) worden vaardigheden van volwassenen in de leeftijd van 16 tot 65 jaar onderzocht. Via een test worden taalvaardigheden, rekenvaardigheden en het probleemoplossend vermogen in technologie- rijke omgevingen gemeten. In het PIAAC wordt Nederland met de andere landen vergeleken (De Greef, Segers & Nijhuis, 2014). Eén van de onderdelen is de taaltest in het Nederlands. Hiermee wordt het geletterdheidsniveau van de respondenten in kaart gebracht.

Het PIAAC onderzoek is uitgevoerd in een enquête vorm. Respondenten uit allemaal verschillende gebieden werken mee. In heel Nederland zijn er ongeveer 5.000 respondenten die hebben deelgenomen aan het PIAAC onderzoek. Wanneer dit wordt uitgesplitst naar gemeenten dan betekent dit dat er per gemeente te weinig mensen hebben deelgenomen om valide uitspraken te kunnen doen. Bijlsma, van den Brakel, van der Velden en Allen (2016) adviseren daarom gebruik te maken van de methode ‘kleine domeinschatters’/hiërarchisch Bayesiaans multilevel model4. Dit is een veelgebruikte methode bij het CBS en andere statistische bureaus.

Geletterdheid hangt sterk samen met kenmerken als opleidingsniveau, leeftijd en arbeidsmarktstatus. Deze informatie5 is gebruikt om via een model een synthetische schatting te maken van de geletterdheid per gemeente. Om de betrouwbaarheid nog verder te verhogen zijn gemeenten met minder dan 40.000 inwoners samengevoegd tot gemeenteclusters. Zo zijn de gemeenten Franekeradeel, Harlingen en het Bildt samengevoegd tot één cluster met 11 – 13% laaggeletterden. Dit wil niet zeggen dat dit ook het percentage laaggeletterden is per individuele gemeente. In de praktijk heeft de ene gemeente een hoger percentage en de andere gemeente een lager percentage.

Het college van Gedeputeerde Staten vraagt in haar motie van 11 november 2015 om “het probleem van laaggeletterden in Fryslân in kaart te brengen naar voorbeeld gemeente Smallingerland”. In het overleg met de provincie Fryslân is besloten om per gemeente het voorkomen van bepaalde risicogroepen in beeld te brengen. De consequentie is dat de genoemde percentages en geletterdheidscores betrekking hebben op het cluster waarin een gemeente valt.

Dit betekent in eerste instantie dat er in het rapport “Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland” (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, ROA) van gemeenten clusters zijn gemaakt en ten tweede dat er gebruik is gemaakt van de oude gemeente indeling van 2014. Dit heeft tot gevolg dat de opgeheven gemeenten Boarnsterhim, Gaasterlân-Sleat, Skarsterlân en Lemsterlân in de clusterberekening zijn opgenomen en niet de gemeente De Fryske Marren. Uit overleg met de onderzoekers van de rapportage “Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland”, blijkt dat dit niet opnieuw te berekenen is. Ook niet met de huidige gegevens. Er is daarom voor gekozen om de gegevens van Gaasterlân-Sleat, Skarsterlân en Lemsterlân te bundelen tot één gegeven (De Fryske Marren). Omdat de gemeente Boarnsterhim over vier verschillende gemeenten verdeeld is, kunnen de geletterdheidsscore en het laaggeletterdheidspercentage in deze rapportage niet worden meegenomen. Laaggeletterden uit de voormalig gemeente Boarnsterhim zijn daarmee niet meegenomen in dit onderzoek.

4 Zie ook ‘verantwoording en bruikbaarheid cijfers’ 5 Als voorspeller gebruikt: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, opleidingsrichting, beroeps- versus algemeen onderwijs, arbeidsmarktstatus, sociale status van het beroep, migratiestatus.

12 | P a g i n a

Clusterindeling Fryslân

13 | P a g i n a

2. Provinciale en regionale (laag)geletterdheid

Om geletterdheid te meten worden twee maatstaven gebruikt: de gemiddelde score van geletterdheid en het percentage laaggeletterden. Beide maatstaven zeggen wat over de mate van (laag)geletterdheid in gemeenten of gemeente clusters. Omdat beide maatstaven feitelijk iets anders meten, kunnen de scores voor geletterdheid en de scores laaggeletterdheid veel van elkaar afwijken. Zo kan er in een gemeente (neem Leeuwarden) een enigszins hoger percentage laaggeletterden zijn (in dit geval 13-16% tegenover 11,9% landelijk), maar ook een enigszins hogere geletterdheid (286-290 tegenover 284 landelijk). Een mogelijke verklaring voor het relatief hoge percentage laaggeletterden is het aantal laagopgeleiden dat in Leeuwarden woont. Een hoge geletterdheid kan mogelijk verklaard worden door het aantal studenten en hoogopgeleiden.

Het alleen aangeven van het gemiddelde percentage laaggeletterden zegt niets over de kenmerken van de laaggeletterden; bijvoorbeeld waar ze wonen en werken. Dit is wel nodig om eventuele vindplaatsen te krijgen en laaggeletterdheid aan te pakken. Er is kennis van doelgroepen en groepen op een lager niveau nodig. Het opleidingsniveau, leeftijd, soort opleiding, arbeidsmarktstatus, beroep en migratiestatus zijn bekende risicofactoren. Als de factoren in kaart worden gebracht en aan laaggeletterdheidspercentages worden gekoppeld, dan vormt zich een beter beeld van waar de doelgroep zich bevindt. Op plekken waar deze risicofactoren samenkomen, is de kans groot dat er meer laaggeletterden wonen en dus te bereiken zijn. Op deze manier kan geletterdheid gerichter en effectiever worden aangepakt.

Gemiddelde score geletterdheid (per cluster)

14 | P a g i n a

Percentage laaggeletterden (per cluster)

15 | P a g i n a

DEEL 2 – UITSPLITSING DATA PER GEMEENTE

16 | P a g i n a

Hoofdstuk 1 Achtkarspelen en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Achtkarspelen met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins lager dan het landelijk gemiddelde (284). De gemiddelde score van de gemeente Achtkarspelen ligt net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Achtkarspelen met 13% tot 16% enigszins hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Achtkarspelen een gelijk tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

17 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.1 Achtkarspelen en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt het percentage laaggeletterdheid onder jongeren (5%) 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt, 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Onder vrouwen is er sprake van een toename in laaggeletterdheid van 8,2% in de 15% leeftijdscategorie tussen 25 en 34 jaar naar 22,9% in de 10% leeftijdscategorie 55+. Bij mannen stijgt het percentage van 8,0% 5% tussen de 25 en 34 jaar naar 20,1% van de 55+ (Buisman & Houtkoop, 0% 2014). Achtkarspelen Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar relatief gezien minder 65-plussers. (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 23% van de bewoners in Achtkarspelen heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit ook 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Achtkarspelen, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Achtkarspelen; leeftijdsopbouw heeft waarschijnlijk geen invloed op laaggeletterdheid in de gemeente Achtkarspelen.

18 | P a g i n a

Geslacht en leeftijdsopbouw Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 5. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Achtkarspelen Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 %

35-54 jaar 51 % 49 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel allochtonen in de gemeente Achtkarspelen is zeer laag. De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Met 1,5% Niet-Westerse allochtonen en 2,1% Westerse allochtonen maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze komt het niet in de buurt van de Friese percentages, respectievelijk ‘normaalverdeling’. Dit zijn de gemeenten Het Bildt, Kollumerland 4% en 5%. In vergelijking met het landelijke gemiddelde ligt het c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen aanzienlijk lager;

respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Het aantal allochtonen in Fryslân is laag. Daarom wordt er in eerste Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring instantie alleen gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse gemeente Achtkarspelen. allochtonen.

19 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.2 Achtkarspelen en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden 10% alleen het lager onderwijs gevolgd; 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 0% afgerond. Dit betekent dat 80,7% van de laaggeletterden geen Achtkarspelen Fryslân Nederland startkwalificatie heeft. Laag Middelbaar Hoog Onbekend

Tabel 6. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC.

Lager onderwijs 42,3% Achtkarspelen kent veel laag- (40%) en middelbaaropgeleiden (44%) LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% en relatief weinig hoogopgeleiden (16%). In vergelijking met Fryslân VMBO-gl/tl: 14,0% (33,5%) en Nederland (32%) ligt het gemiddeld aantal laagopgeleiden MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR hoger in Achtkarspelen. Het aandeel hoogopgeleiden is lager dan het HAVO/VWO 2,9% provinciale en landelijke gemiddelde; respectievelijk 22% en 27%. HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaaropgeleiden (12,1%). Opleidingsniveau is daarmee een sterke indicator voor laaggeletterdheid. In Achtkarspelen is 39,8% laagopgeleid. Het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Achtkarspelen kan daarmee mogelijk verklaard worden door het grote aandeel laag- en middelbaaropgeleiden in de gemeente.

20 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.3 Achtkarspelen en sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Achtkarspelen percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 7. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Achtkarspelen kent relatief veel arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 Industrie & Energie (26%) in vergelijking met Fryslân (18%) en Bouw 276 12.7 Nederland (13%). In vergelijking met Fryslân kent de gemeente Zorg & Welzijn 286 9.7 Achtkarspelen ook veel werknemers in de Bouw; 11% tegenover 6% Handel & Horeca 284 9.5 provinciaal. De sector Handel & Horeca is relatief groot in Transport 286 8.6 Achtkarspelen; 24% ten opzichte van een provinciaal gemiddelde van Overige dienstverlening 293 8.2 21% en een landelijk gemiddelde van 23%. Achtkarspelen kent relatief Financiële en zakelijke 303 6.5 weinig arbeidsplaatsen in de sector Zorg & Welzijn. dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Achtkarspelen heeft een hoog aandeel (37%) werkenden Onderwijs 310 -* in de sectoren Industrie & Energie en Bouw. Van deze sectoren is

bekend dat het aandeel laaggeletterden hoger ligt. Voor de gemeente

Achtkarspelen betekent dit dat de enigszins hogere Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de laaggeletterdheid deels verklaard kan worden door het aandeel gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, werkenden in de sectoren Industrie & Energie en Bouw. Kantekening in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling hierbij is dat iemand niet in dezelfde gemeente hoeft te werken als staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. hij woont. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

21 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.4 Achtkarspelen en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Achtkarspelen 44% 49% 7% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% Fryslân 35% 50% 15% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%.

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Achtkarspelen kent 1.756 (9,9% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (7%) in Achtkarspelen. Bijna tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan de helft van de NWW-ers heeft een middelbaar opleidingsniveau (49%) is 59% man en 41% vrouw. Van de NWW-ers is 47% korter dan 12 gevolgd door een laag opleidingsniveau (44%). In vergelijking met maanden op zoek naar werk; 27% is tussen de 12 en 36 maanden op Fryslân en Nederland heeft Achtkarspelen een hoog aandeel zoek; en 26% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking laagopgeleide NWW-ers. Mensen zonder startkwalificatie bevinden met het provinciale en landelijke gemiddelde is er ook een grotere zich in de groep laagopgeleide NWW-ers (44%). groep korter dan 12 maanden op zoek naar nieuw werk. Duur NWW Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een NWW-er een baan zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (53%) in de gemeente Achtkarspelen zoekt langer dan 12 maanden naar Achtkarspelen 47% 27% 26% nieuw werk. Het provinciale en landelijke gemiddelde liggen beide hoger. De duur van het zoeken van een baan is waarschijnlijk geen Fryslân 43% 36% 21% verklarende factor voor het enigszins hogere percentage Nederland 42% 37% 22% laaggeletterden. Het hogere aandeel laagopgeleiden onder NWW-ers in Achtkarspelen kan een verklarende factor zijn voor het enigszins 0% 20% 40% 60% 80% 100% hogere percentage laaggeletterden.

0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

22 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.5 Achtkarspelen en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Achtkarspelen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben, wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomen uit arbeid naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 28% 27% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 7% en het pensioen. Pensioen 37% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum, hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland

Huishoudens tot 105% sociaal minimum

27% 26% 28% 30% 14% 12% 10,1% 10,5% 10,1% 10% 5% 8% 8% 6% 4% 40% 35% 2% 0% Achtkarspelen Fryslân Nederland

23 | P a g i n a

In de gemeente Achtkarspelen heeft 10,1% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum. Dit komt overeen met het provinciale gemiddelde (10,5%) en het landelijke gemiddelde (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er in Achtkarspelen ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% provinciaal en 27% gemeentelijk). Er zijn minder inwoners die dit uit een werkloosheidsuitkering of bijstandsuitkering (40% tegenover 37%). Zowel inkomen door arbeidsongeschiktheid (5% tegenover 7%) of door een pensioen (26% tegenover 28%) ligt hoger in de gemeente Achtkarspelen. In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Achtkarspelen iets minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 27%), iets meer uit WW (35% tegenover 37%), iets minder uit AOU (8% tegenover 7%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 28%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Achtkarspelen is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval. Daarmee is het geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

24 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.6 Achtkarspelen en gezondheid In de gemeente Achtkarspelen heeft in 2012 62% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden. In 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 65%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het aanzienlijk minder. Het percentage dat wel eens contact heeft met de percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft huisarts is in de gemeente Achtkarspelen een van de laagste gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. percentages van heel Fryslân.

Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. Het laaggeletterdheidspercentage ligt enigszins hoger in de Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemeente Achtkarspelen in vergelijking met Nederland. De hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat verwachting is daarmee dat er meer mensen zijn die afgelopen 12 laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van maanden contact hebben gehad met de huisarts in Achtkarspelen de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed dan in Nederland. Laaggeletterdheid is immers hoger onder mensen vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand die meer contact hebben met de huisarts. Dit is niet het geval. Het aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal percentage ligt juist lager dan het Friese en landelijke gemiddelde. factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat Daarmee is het geen verklarende factor voor laaggeletterdheid. laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Achtkarspelen

Fryslân

Nederland

55% 60% 65% 70% 75% 2010 2012

25 | P a g i n a

Hoofdstuk 1.7 Achtkarspelen aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Achtkarspelen zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het opleidingsniveau van Niet Werkend Werkzoekende worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen De sectorale arbeidsplaatsverdeling is een belangrijke indicator. De ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente gemeente Achtkarspelen heeft een hoog aandeel werkenden in de kan zetten, kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt sectoren Industrie & Energie en Bouw. Mensen die in de gemeente in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. werken hoeven echter niet in dezelfde gemeente te wonen. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen In de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid wordt met andere gemeenten of met de provincie te organiseren. onderscheid gemaakt tussen mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Tabel 8. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 2. De wijkteams 3. Het UWV Indicator Verklarende factor Onderscheid 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 5. De huisarts Opleidingsniveau Verklaring Hoger % laagopgeleiden Sectorale arbeid Verklaring Industrie & Energie en Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Bouw hoger % mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Duur NWW Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Niveau NWW Verklaring Hoger % laagopgeleiden taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse NWW voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Armoede Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Gezondheid Geen verklaring daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

26 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met bepaalde factoren, woorden. wordt de slagingskans van de cursist geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de herkomst van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid spraakvaardigheid) is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de locatie van de taalcursus bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

27 | P a g i n a

Hoofdstuk 2 Ameland en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ameland met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins lager dan het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ameland met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Ameland een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

28 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.1 Ameland en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Ameland Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Ameland uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Ameland heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Ameland, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven is voor het enigszins hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Ameland.

29 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 9. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Ameland Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente Ameland De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier laag komt met 1,6% niet in de buurt van de provinciale gemiddelde maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze van 4%. Het percentage Westerse allochtonen daarentegen is exact ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, hetzelfde als provinciaal; 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Dat een kleine gemeente als Ameland een hoog aandeel Niet- dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Westerse allochtonen heeft is waarschijnlijk gedeeltelijk te verklaren tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede door de grote toerismesector op het eiland. generatie Westerse allochtonen. Ondanks dat het genoten onderwijsniveau in Westerse landen relatief hoog ligt kan deze groep in de Nederlandse taal laaggeletterd zijn. Het aandeel Westerse allochtonen ligt rond het Friese gemiddelde, maar is lager dan het Nederlandse gemiddelde. Laaggeletterdheid is echter hoger op Ameland. Daarmee is herkomst geen verklarende factor.

30 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.2 Ameland en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 10. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC 0% Lager onderwijs 42,3% Ameland Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Ameland kent evenveel laag-, midden- als hoogopgeleiden (33%). In vergelijking met Fryslân kent Ameland evenveel laagopgeleiden, Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden minder middelbaaropgeleiden (43%) en ruim meer hoogopgeleiden alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 (22%). Ameland kent in vergelijking met Nederland evenveel afgerond. laagopgeleiden (32%), minder middelbaaropgeleiden (40%) en aanzienlijk meer hoogopgeleiden (27%).

Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaaropgeleiden (12,1%). In de gemeente Ameland is 33% laagopgeleid. Dit is vergelijkbaar met het provinciale en landelijke gemiddelde. Hiermee kan het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Ameland niet verklaard worden door het opleidingsniveau.

31 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.3 Ameland en sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Ameland percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren 0% 20% 40% 60% 80% 100% laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector Industrie & Energie Bouw het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 11. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage De gemeente Ameland kent veruit de meeste arbeidsplaatsen in de geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca, 46% gemeentelijk tegenover 21% provinciaal Bouw 276 12.7 en 23% landelijk. Het hoge aandeel werkenden in deze sector komt Zorg & Welzijn 286 9.7 waarschijnlijk door de grote toerisme sector op het eiland. De Handel & Horeca 284 9.5 gemeente Ameland kent een iets hoger aandeel arbeidsplaatsen in Transport 286 8.6 de sector Transport; 11% tegenover 6% provinciaal. Er zijn minder Overige dienstverlening 293 8.2 mensen werkzaam in de Financiële & Zakelijke Dienstverlening (7%, Financiële en zakelijke 303 6.5 Fryslân 15% en Nederland 18%). dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De sector Handel & Horeca kent een gemiddelde geletterdheid en Onderwijs 310 -* 9,5% laaggeletterden. Sectoren waar gemiddeld genomen meer laaggeletterden werken (Industrie & Energie en Bouw) zijn klein; vooral in Industrie & Energie werken minder mensen in vergelijking Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de met Fryslân en Nederland. Sectorale arbeidsplaatsverdeling is dus gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling laaggeletterden op Ameland. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

32 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.4 Ameland en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Ameland 31% 58% 11% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Ameland kent 204 (9,3% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (11%) op Ameland. Meer dan tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (58%) gevolgd door is 47% man en 53% vrouw. Van de NWW-ers is 80% korter dan 12 een laag opleidingsniveau (31%). In vergelijking met Fryslân en maanden op zoek naar werk, 13% is tussen de 12 en 36 maanden op Nederland heeft Ameland een hoog aandeel middelbaaropgeleide zoek en 7% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking NWW-ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, met Fryslân en Nederland es een grote groep korter dan 12 maanden dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 31% op zoek naar nieuw werk. Een verklaring kan seizoensarbeid zijn. laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Duur NWW Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Ameland 80% 13% 7% niet werkende werk zoekt. Een klein deel van de NWW-ers (20%) in Ameland zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Deze groep is geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage Fryslân 43% 36% 21% laaggeletterdheid. De meeste (80%) NWW-ers op Ameland zitten voor de duur van 0 tot 12 maanden zonder werk. Een verklaring hiervoor Nederland 42% 37% 22% is de seizoenswerkloosheid. Ook opleidingsniveau onder NWW-ers is geen verklarende factor; het aandeel laagopgeleiden ligt lager dan in 0% 20% 40% 60% 80% 100% Fryslân en Nederland. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

33 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.5 Ameland en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Ameland met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage 38% Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 54% Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Pensioen 8% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland

Huishoudens tot 105% sociaal minimum

27% 26% 28% 30% 14% 12% 10,5% 10,1% 9,2% 10% 5% 8% 8% 6% 4% 40% 35% 2% 0% Ameland Fryslân Nederland

34 | P a g i n a

Op Ameland heeft 9,2% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is minder dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien op Ameland aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 54%). Op Ameland zijn geen NWW-ers die inkomen uit een werkloosheidsuitkering of bijstandsuitkering ontvangen (40%). In vergelijking met de provincie zijn er ook minder die het inkomen uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen (5% tegenover 8%) en meer uit pensioen (26% tegenover 38%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien op Ameland aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 54%), geen uit WW (35%) evenveel uit AOU (8%) en meer uit pensioen (27% tegenover 38%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden op Ameland is de verwachting dat er een hoger aandeel is van mensen die rond moeten komen van 105% van het sociaal minimum. Dit is niet het geval, het ligt zelfs lager. Daarmee is het geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

35 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.6 Ameland en gezondheid In de gemeente Ameland heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit 70%. In Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan Fryslân en Nederland ligt het gemiddelde beide op 71%. Het contact geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het met de huisarts op Ameland is dus vergelijkbaar met het contact met percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft de huisarts provinciaal en landelijk. gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. gemeente Ameland is de verwachting dat het contact met de huisarts Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat hier ook hoger ligt. Laaggeletterden hebben namelijk meer contact hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat met de huisarts dan geletterden. Dit is niet het geval, het ligt juist in laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van lijn met het Friese en Nederlandse percentage. Het contact met de de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed huisarts is daarmee geen verklarende factor voor laaggeletterdheid vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand in de gemeente Ameland. aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Ameland

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

36 | P a g i n a

Hoofdstuk 2.7 Ameland aanbevelingen Verklarende factoren Er is geen duidelijke factor aan te wijzen voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterden in de gemeente Ameland. Westerse afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en allochtonen kunnen een hoog opleidingsniveau hebben, maar moeite het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de hebben met de taal. Het aandeel Westerse allochtonen ligt rond het andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen gemiddelde in Fryslân, maar komt niet in de buurt van het worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het gemiddelde in Nederland. Daarmee is het geen sterke verklarende aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen factor. ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt Wat op Ameland een belangrijke indicatoren is, maar geen in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. verklarende factor voor laaggeletterdheid is de sectorale arbeidsplaatsverdeling. Er is veel werk in Handel & Horeca en er is Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de veel seizoensgebonden werk in de gemeente Ameland. Hierdoor zijn gemeente Ameland wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk NWW’ers vaak kort opzoek naar een nieuwe baan. verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In de gemeente Ameland zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 12. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Geen verklaring 5. De huisarts Sectorale arbeid Geen verklaring Duur NWW Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Niveau NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Armoede Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Gezondheid Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

37 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. woorden. Aanpak taalniveau Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau sociaal minimum iets lager is dan het gemiddelde in Fryslân en door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand factoren, is er een optimale slagingskans voor de cursist. Er kan zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid rekening gehouden worden met: is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de leeftijd van de laaggeletterde bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mobiliteit van de laaggeletterde - de herkomst van de laaggeletterde Een indirecte vindplaats voor de gemeente Ameland betreffen de - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en werkgevers in de sectoren in de Handel & Horeca. Het is niet te schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zeggen of werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van de spraakvaardigheid) gemeente. Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal - de locatie van de taalcursus samengewerkt wordt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

38 | P a g i n a

Hoofdstuk 3 Dantumadiel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Dantumadiel met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Dantumadiel met 13% tot 16% enigszins hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Dantumadiel een gelijk tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

39 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.1 Dantumadiel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Dantumadiel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Dantumadiel uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 22% van de bewoners in Dantumadiel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Dantumadiel, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd geen verklaring kan geven is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Dantumadiel.

40 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 13. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Dantumadiel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 %

35-54 jaar 51 % 49 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel allochtonen is in de gemeente Dantumadiel zeer laag. De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Met 1,6% Niet-Westerse allochtonen en 2,0% Westerse allochtonen maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze komt het niet in de buurt van de Friese percentages; respectievelijk ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, 4% en 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk

12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Dantumadiel. generatie Westerse allochtonen.

41 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.2 Dantumadiel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 14. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Dantumadiel Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Dantumadiel kent een groot deel middelbaaropgeleiden (44%) gevolgd door laagopgeleiden (37%). In vergelijking met Fryslân kent Dantumadiel meer laagopgeleiden (34%), een vergelijkbaar aandeel Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en minder hoogopgeleiden (18% in alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Dantumadiel en 22% in Fryslân). Dantumadiel kent in vergelijking met afgerond. Nederland meer laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en aanzienlijk minder hoogopgeleiden (27%).

Een laag opleidingsniveau is een sterke indicator voor laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid komt het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaar opgeleiden (12,1%). Het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Dantumadiel kan verklaard worden door het opleidingsniveau: 36,8% van de inwoners in de gemeente Dantumadiel is laagopgeleid.

42 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.3 Dantumadiel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Dantumadiel percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 15. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Dantumadiel kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca (23%) en Zorg & Welzijn (21%). In Fryslân is Bouw 276 12.7 dit respectievelijk 21% en 18% en landelijk 23% en 16%. In Zorg & Welzijn 286 9.7 Dantumadiel werkt 13% in de sector Industrie & Energie. Dit is Handel & Horeca 284 9.5 vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. Er werken meer mensen Transport 286 8.6 in de Bouw; 13% in Dantumadiel in vergelijking met 6% in Fryslân en Overige dienstverlening 293 8.2 5% in Nederland. Het aandeel werkenden in de bouw ligt in Financiële en zakelijke 303 6.5 Dantumadiel het hoogst van alle Friese gemeenten. dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Dantumadiel kent een hoog percentage werkenden in Onderwijs 310 -* de Bouw. Laaggeletterdheid is hoger in deze sector en kan daarmee

een deel van het enigszins hogere laaggeletterdheidspercentage

verklaren. De sectoren Handel & Horeca en Zorg & Welzijn zijn de Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de grootste sectoren in Dantumadiel. Deze sectoren kennen een gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, gemiddelde laaggeletterdheid; respectievelijk 9,5% en 9,7%. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te wonen in de staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. gemeente waar hij werkt. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

43 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.4 Dantumadiel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Dantumadiel 36% 52% 12% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Dantumadiel kent 1.244 (10,4% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (12%) in Dantumadiel. Ruim tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (52%) gevolgd door is 57% man en 43% vrouw. Van de NWW-ers is 46% korter dan 12 een laag opleidingsniveau (36%). In vergelijking met Fryslân en maanden op zoek naar werk, 28% is tussen de 12 en 36 maanden op Nederland heeft de gemeente Dantumadiel een hoger aandeel zoek en 26% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking middelbaaropgeleide NWW-ers. Rekening houdend met de definitie met Fryslân en Nederland is een grotere groep korter dan 12 van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie maanden of juist langer dan 36 maanden op zoek naar nieuw werk. zich op in de 36% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Duur NWW Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (54%) Dantumadiel 46% 28% 26% in Dantumadiel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is lager dan het provinciale gemiddelde (57%) en het landelijke Fryslân 43% 36% 21% gemiddelde (59%). De duur van NWW is daarmee geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterdheid. Nederland 42% 37% 22% Opleidingsniveau onder NWW-ers is ook geen verklarende factor; 36% is laagopgeleid, dit is lager dan het landelijke gemiddelde. 0% 20% 40% 60% 80% 100%

0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

44 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.5 Dantumadiel en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Dantumadiel met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 25% Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage 32% huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 4% en het pensioen. Pensioen 38% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 26% 28% 27% 9,9% 10,5% 10,1% 30% 10% 8% 6% 5% 8% 4% 2% 0% 40% 35% Dantumadiel Fryslân Nederland

45 | P a g i n a

In de gemeente Dantumadiel heeft 9,9% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Dantumadiel iets minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 25%). Het aandeel dat inkomen ontvangt uit een bijstandsuitkering is iets lager (40% tegenover 38%). Inkomen uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ongeveer gelijk (5% tegenover 4%) en meer uit pensioen (26% tegenover 32%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Dantumadiel minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 25%), iets meer uit WW (35% tegenover 38%), minder uit AOU (8% tegenover 4%) en meer uit pensioen (27% tegenover 32%).

Dantumadiel heeft een iets hoger percentage laaggeletterden in vergelijking met Nederland. De verwachting is daarom dat er meer mensen zijn die moeten rondkomen van een inkomen tot 105% van het sociaal minimum. Dit is niet het geval. Armoede is daarmee geen verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

46 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.6 Dantumadiel en gezondheid In de gemeente Dantumadiel heeft in 2012 94% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 75%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het aanzienlijk meer. Het percentage dat wel eens contact heeft met de percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft huisarts is in de gemeente Dantumadiel het hoogst van heel Fryslân. gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. In de gemeente Dantumadiel is het laaggeletterdheidspercentage Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. enigszins hoger dan in Nederland. De verwachting is dat het contact Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat met de huisarts ook hoger is, omdat laaggeletterden vaker contact hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat hebben met de huisarts. Dit is ook het geval en daarmee een laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van verklarende factor. Gezien het enigszins hogere percentage de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed laaggeletterden in de gemeente Dantumadiel en het veel hogere vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand percentage dat wel eens contact met de huisarts heeft, is het aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal aannemelijk dat de huisartsenpraktijken in de gemeente een hele factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat goede vindplaats voor laaggeletterdheid zou kunnen zijn. laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Dantumadiel

Fryslân

Nederland

0% 20% 40% 60% 80% 100% 2010 2012

47 | P a g i n a

Hoofdstuk 3.7 Dantumadiel aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Dantumadiel zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het contact met de huisarts worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen De sectorale arbeidsplaatsverdeling is een belangrijke indicator. De ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente gemeente Dantumadiel heeft een hoog aandeel werkenden in de kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt sector Bouw. Laaggeletterdheid is hoger in deze sector. Mensen in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. hoeven echter niet te wonen in de gemeente waar ze in werken. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te gemeente Dantumadiel wordt er een verschil gemaakt tussen organiseren. mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Dantumadiel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 16. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Verklaring Hoger % laagopgeleiden 5. De huisarts Sectorale arbeid Verklaring Hoger % Bouw Duur NWW Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Niveau NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Armoede Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Gezondheid Verklaring Hoger % huisartsencontact taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

48 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, wordt de slagingskans voor de cursist geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de herkomst van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid spraakvaardigheid) is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de locatie van de taalcursus bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

49 | P a g i n a

Hoofdstuk 4 De Fryske Marren en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente De Fryske Marren met een gemiddelde score van 282 tot 286 in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân.

Omdat er in het rapport ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland’ gebruik is gemaakt van de oude gemeentelijk indeling, is er gekozen om de drie oorspronkelijk gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân samen te bundelen tot De Fryske Marren. De cijfers voor laaggeletterdheid zijn echter niet gelijk voor de drie gemeenten. Voor Gaasterlân-Sleat en Lemsterland geldt een laaggeletterdheidspercentage van 11% tot 13%. Voor Skarsterlân geldt een laaggeletterdheidspercentage van 8% tot 11%. Laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen in de gemeente De Fryske Marren ligt daarmee rond het landelijke gemiddelde of net iets daaronder. In vergelijking met de provincie Fryslân (13.4%) ligt het aandeel laaggeletterden lager in de gemeente De Fryske Marren.

50 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.1 De Fryske Marren en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). De Fryske Marren Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente De Fryske uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Marren verschilt nauwelijks met die van Fryslân. De grootste groep is gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse relatief gezien minder 65-plussers. gemiddelde (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in De Fryske Marren heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in De Fryske Marren, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd geen verklaring kan geven voor het gemiddelde of iets lagere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente De Fryske Marren.

51 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen Herkomst bevolking mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 14% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 12% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 10% 8% 6% Tabel 17. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 4% 2% Leeftijd Man Vrouw 0% 15-34 jaar 52 % 48 % De Fryske Marren Fryslân Nederland 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente De Fryske ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Marren met 2,4% lager dan het gemiddelde in Fryslân. Het aandeel Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Westerse allochtonen is met 4,5% ongeveer gelijk aan het Friese gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in respectievelijk 12% en 10%. dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen een generatie Westerse allochtonen. verklaring is voor het gelijke of iets lagere percentage laaggeletterden in de gemeente De Fryske Marren. In Fryslân ligt het aandeel Niet-Westerse allochtonen hoger dan in De Fryske Marren. Zij hebben meer moeite met de Nederlandse taal.

52 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.2 De Fryske Marren en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 18. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% De Fryske Marren Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% De Fryske Marren kent net iets meer middelbaaropgeleiden (44%) dan laagopgeleiden (34%). In vergelijking met Fryslân kent De Fryske Marren evenveel laagopgeleiden, evenveel middelbaaropgeleiden en Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden minder hoogopgeleiden (20% in De Fryske Marren en 22% in Fryslân). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 In vergelijking met Nederland kent de Fryske Marren meer afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Het aandeel laag- en middelbaaropgeleiden is ongeveer gelijk in De Fryske Marren en Fryslân en iets lager in Nederland. Laaggeletterdheid is juist hoger in de categorie laagopgeleiden. Het aandeel hoogopgeleiden is lager en is zelfs het laagst van alle Friese gemeenten; 20% in De Fryske Marren, 22% Fryslân en 27% Nederland. Opleidingsniveau is daarmee geen verklaring voor het gelijke of enigszins lagere percentage laaggeletterden.

53 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.3 De Fryske Marren sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het De Fryske Marren percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 19. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente De Fryske Marren kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sectoren Handel & Horeca (25%) en Industrie & Energie (24%). Voor Bouw 276 12.7 de sector Handel & Horeca ligt dit iets hoger dan het provinciale (21%) Zorg & Welzijn 286 9.7 en landelijk (23%) gemiddelde. De gemeente De Fryske Marren heeft Handel & Horeca 284 9.5 in vergelijking met Nederland (13%) en Fryslân (18%) meer Transport 286 8.6 arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie. Overige dienstverlening 293 8.2 Financiële en zakelijke 303 6.5 Bijna de helft van de werkenden in de gemeente De Fryske Marren is dienstverlening actief in de sector Industrie & Energie of de Handel & Horeca. Met Openbaar bestuur 301 4.2 gemiddeld respectievelijk 13,9% en 9,5% laaggeletterden in deze Onderwijs 310 -* sectoren, betekent dit dat het aandeel laaggeletterden onder de

werkende in De Fryske Marren waarschijnlijk gemiddeld tot hoog is.

Dit komt niet overeen met de gemiddelde of iets lagere Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de laaggeletterdheidsscore. Sectorale arbeidsverdeling is dus geen gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, verklarende factor. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

54 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.4 De Fryske Marren en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende De Fryske 32% 52% 17% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, Marren 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

De Fryske Marren kent 2.271 (7,2% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (17%) in De Fryske Marren, de werkzoekenden. Hiervan is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (52%) gevolgd door een is 50% korter dan 12 maanden op zoek naar werk, 33% is tussen de laag opleidingsniveau (32%). In vergelijking met Fryslân en Nederland 12 en 36 maanden op zoek en 17% is meer dan drie jaar op zoek naar heeft De Fryske Marren een laag aandeel laagopgeleide NWW-ers. werk. In vergelijking met Fryslân en Nederland is een grote groep Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt korter dan 12 maanden op zoek naar nieuw werk. de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 32% laagopgeleide Duur NWW niet werkende werkzoekenden.

De Fryske Een indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende 50% 33% 17% Marren werk zoekt. De helft van de NWW-ers (50%) in de gemeente De Fryske Marren zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is een Fryslân 43% 36% 21% kleiner deel dan in Fryslân en Nederland. Dit kan een verklarende factor zijn voor het gelijke of iets lagere percentage laaggeletterden Nederland 42% 37% 22% in De Fryske Marren. Het aandeel laagopgeleiden is lager onder de NWW-ers van De Fryske Marren en kan daarmee een verklarende 0% 20% 40% 60% 80% 100% factor zijn voor het gemiddelde of lagere aandeel laaggeletterden. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

55 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.5 De Fryske Marren en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum De Fryske Marren naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid 32% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 38% Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid 4% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 26% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland Huishoudens tot 105% sociaal minimum

27% 14% 26% 28% 30% 12% 10,5% 10,1% 10% 8,6% 8% 5% 8% 6% 4% 2% 40% 35% 0% De Fryske Marren Fryslân Nederland

56 | P a g i n a

In de gemeente De Fryske Marren heeft 8.6% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is iets lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in De Fryske Marren meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (29% tegenover 38%), aanzienlijk minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 26%), minder uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (6% tegenover 4%) en meer uit pensioen (26% tegenover 32%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in De Fryske Marren meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 38%), minder uit WW (35% tegenover 26%), minder uit AOU (8% tegenover 4%) en meer uit pensioen (27% tegenover 32%).

Het laaggeletterdheidspercentage is ongeveer gelijk aan het Nederlandse gemiddelde of ligt iets daaronder. De verwachting is dat het aandeel huishoudens rond moet komen van een laag inkomen, lager is dan in Fryslân en Nederland. Dit komt overeen met de resultaten. Armoede is daarmee een verklarende factor voor het gemiddelde of enigszins lagere percentage laaggeletterdheid. Bovendien zijn de groepen belangrijke vindplaatsen voor laaggeletterdheid; groepen met een inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum.

57 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.6 De Fryske Marren en gezondheid Omdat het hier cijfers uit 2010 en 2012 betreffen, vóór de gemeentelijke herindeling, wordt er gekeken naar de scores voor Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân. geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft In de gemeente Gaasterlân-Sleat heeft in 2012 61% wel eens contact gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit nog 65%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. aanzienlijk lager. Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat In de gemeente Lemsterland heeft in 2012 75% wel eens contact laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed nog 72%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand gemiddeld. aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat In de gemeente Skarsterlân heeft in 2012 68% wel eens contact gehad laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit nog met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en 70%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit iets schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een lager. gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan. De verwachting is dat het contact met de huisarts gelijk is of lager is dan het landelijke gemiddelde, omdat de laaggeletterdheidscijfers Percentage contact met huisarts gelijk zijn of iets lager liggen dan het landelijke gemiddelde. De resultaten komen hiermee overeen. De cijfers liggen in lijn met of De Fryske lager dan het Friese en Nederlandse percentage. Het contact met de Marren huisarts en de gezondheid kunnen daarmee een verklarende factor zijn voor het gelijke of iets lagere laaggeletterdheidspercentage. Fryslân

Nederland

71% 71% 72% 72% 73% 2010 2012

58 | P a g i n a

Hoofdstuk 4.7 De Fryske Marren aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het gemiddelde of iets De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten lagere percentage laaggeletterdheid in de gemeente De Fryske afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en Marren zijn: het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de herkomst andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - de duur dat een Niet Werkende Werkzoekend is worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het - het opleidingsniveau van Niet Werkende Werkzoekenden aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen - het aandeel onder de 105% van het sociaal minimum ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente - het contact met de huisarts kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. De sector Industrie & Energie is groter in de gemeente De Fryske Marren. Dit is een sector met een groot aandeel laaggeletterden. Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de Laaggeletterdheid is echter gelijk aan of iets lager dan in Nederland. gemeente De Fryske Marren wordt er een verschil gemaakt tussen Dit kan komen doordat mensen die werken in deze sector, ook in een mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. andere gemeente kunnen wonen. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te organiseren. Tabel 20. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Indicator Verklarende factor Onderscheid In De Fryske Marren zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Lager % Niet-Westerse en 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Westerse allochtonen 2. De wijkteams Opleidingsniveau Geen verklaring 3. Het UWV Sectorale arbeid Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Duur NWW Verklaring Lager % langer opzoek 5. De huisarts Niveau NWW Verklaring Lager % laagopgeleiden Armoede Verklaring Lager % onder 105% armoedegrens Gezondheid Verklaring Lager % huisartsencontact

59 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met de verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Nederland, vormt het een belangrijke groep om laaggeletterdheid - de leeftijd van de laaggeletterde aan te pakken. Binnen deze groep zitten ook mensen die geen werk - de mobiliteit van de laaggeletterde hebben en in de bijstand zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand - de herkomst van de laaggeletterde zitten. Laaggeletterdheid is hoger onder werklozen. Door activiteiten - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en bijvoorbeeld in te zetten bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

60 | P a g i n a

Hoofdstuk 5 Dongeradeel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Dongeradeel met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Dongeradeel met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Dongeradeel een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

61 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.1 Dongeradeel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Dongeradeel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Dongeradeel uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt nauwelijks met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse relatief gezien minder 65-plussers. gemiddelde (28%). Ongeveer 22% van de bewoners in Dongeradeel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Dongeradeel, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Dongeradeel.

62 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 21. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Dongeradeel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel allochtonen is in de gemeente Dongeradeel laag. Met 2% maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Niet-Westerse allochtonen en 3,2% Westerse allochtonen komt het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, niet in de buurt van de Friese percentages, respectievelijk 4% en 5%. Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Dongeradeel. generatie Westerse allochtonen.

63 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.2 Dongeradeel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 22. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Dongeradeel Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5%

Dongeradeel kent een groot deel laag (37%) en middelbaar (44%) opgeleiden. In vergelijking met Fryslân kent Dongeradeel meer Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden laagopgeleiden, een vergelijkbaar aandeel middelbaar opgeleiden en alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 minder hoogopgeleiden. Dongeradeel kent in vergelijking met afgerond. Nederland meer laagopgeleiden, meer middelbaar opgeleiden en aanzienlijk minder hoog opgeleiden.

Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaar opgeleiden (12,1%). In Dongeradeel is ruim 37% laagopgeleid. Dit is een sterke indicator voor laaggeletterdheid. Het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Dongeradeel kan mogelijk verklaard worden door het opleidingsniveau.

64 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.3 Dongeradeel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Dongeradeel percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 23. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Dongeradeel kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sectoren Industrie & Energie en Handel & Horeca (beide 22%). Bouw 276 12.7 Provinciaal ligt Industrie & Energie op 18% en landelijk op 13%. Voor Zorg & Welzijn 286 9.7 de sector Handel & Horeca is dit ongeveer gelijk aan het provinciale Handel & Horeca 284 9.5 en landelijke gemiddelde; respectievelijk 21% en 23%. Bouw is ook Transport 286 8.6 groter in Dongeradeel (9% tegenover 6% provinciaal en 5% landelijk). Overige dienstverlening 293 8.2 In vergelijking met Fryslân (18%) en Nederland (16%) kent Financiële en zakelijke 303 6.5 Dongeradeel (15%) een lager aandeel werkenden in de sector Zorg & dienstverlening Welzijn. In de Financiële & Zakelijke Dienstverlening zijn minder Openbaar bestuur 301 4.2 arbeidsplaatsen (Dongeradeel 12%, Fryslân 15% en Nederland 18%). Onderwijs 310 -*

Meer dan een kwart van de werkenden in Dongeradeel is actief in de

sector Industrie & Energie of Bouw (31%). Dit betekent dat het aandeel Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de laaggeletterden onder de werkenden in Dongeradeel waarschijnlijk gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, hoog is. Het enigszins hogere percentage laaggeletterden kan in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling verklaard worden door de sectorale arbeidsplaatsenverdeling. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te wonen in dezelfde Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid. gemeente als dat hij werkt.

65 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.4 Dongeradeel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Dongeradeel 32% 55% 14% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Dongeradeel kent 1.526 (10,3% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (14%) in Dongeradeel. Meer tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan dan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (55%) gevolgd is 50% man en 50% vrouw. Van de NWW-ers is 50% korter dan 12 door een laag opleidingsniveau (32%). In vergelijking met Fryslân en maanden op zoek naar werk, 27% is tussen de 12 en 36 maanden op Nederland heeft Dongeradeel een hoog aandeel middelbaar zoek en 23% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking opgeleide NWW-ers. Rekening houdend met de definitie van met Fryslân en Nederland is een grote groep korter dan 12 maanden “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op zoek naar nieuw werk. op in de 32% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Duur NWW Een indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Ongeveer de helft van de NWW-ers (49%) in de gemeente Dongeradeel 50% 27% 22% Dongeradeel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is lager dan het provinciale en landelijke gemiddelde. Hiermee is de Fryslân 43% 36% 21% duur geen verklarende factor voor laaggeletterdheid in Dongeradeel. In vergelijking met de provincie en Nederland zijn er ook minder Nederland 42% 37% 22% laagopgeleide NWW-ers in Dongeradeel. Opleidingsniveau onder NWW-ers is daarmee ook geen verklarende factor voor het enigszins 0% 20% 40% 60% 80% 100% hogere percentage laaggeletterdheid. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

66 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.5 Dongeradeel en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Dongeradeel met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met Inkomen uit arbeid 31% 28% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 6% en het pensioen. Pensioen 35% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland

Huishoudens tot 105% sociaal minimum

27% 26% 28% 30% 14% 12% 10,6% 10,5% 10,1% 10% 5% 8% 8% 6% 4% 40% 35% 2% 0% Dongeradeel Fryslân Nederland

67 | P a g i n a

In de gemeente Dongeradeel heeft 10.1% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Dongeradeel evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 35%), ongeveer gelijk uit AOU (5% tegenover 6%) en meer uit pensioen (26% tegenover 31%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Dongeradeel iets minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 28%), evenveel uit WW (35%), iets minder uit AOU (8% tegenover 6%) en meer uit pensioen (27% tegenover 31%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Dongeradeel is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval. Armoede is daarmee geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterdheid. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

68 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.6 Dongeradeel en gezondheid In de gemeente Dongeradeel heeft in 2012 71% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 68%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het gemiddeld. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. De verwachting is dat er meer inwoners zijn die contact hebben met de huisarts in Dongeradeel, omdat het percentage laaggeletterden Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. iets hoger ligt. Dit is niet het geval, het ligt juist in lijn met het Friese Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat en Nederlandse percentage. Het contact met de huisarts is daarmee hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat geen verklarende factor voor laaggeletterdheid in de gemeente laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van Dongeradeel. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Dongeradeel

Fryslân

Nederland

66% 68% 70% 72% 74% 2010 2012

69 | P a g i n a

Hoofdstuk 5.7 Dongeradeel aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Dongeradeel zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het Een belangrijke indicator voor het enigszins hogere percentage aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen laaggeletterdheid is de sectorale arbeidsplaatsverdeling. De sectoren ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente Bouw en Industrie & Energie hebben een hoger aandeel werkende in kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt vergelijking met Fryslân en Nederland. Dit zijn ook sectoren met een in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. hoger aandeel laaggeletterden. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te wonen in de gemeente waar hij werkt. Daarom is het Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met gemeente Dongeradeel wordt er een verschil gemaakt tussen andere gemeenten of met de provincie te organiseren. mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Dongeradeel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 24. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Verklaring Hoger % laagopgeleiden 5. De huisarts Sectorale arbeid Verklaring Hoog % in Bouw en Industrie & Energie Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Duur NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Niveau NWW Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Armoede Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Gezondheid Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

70 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de herkomst van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid spraakvaardigheid) is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de locatie van de taalcursus bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

71 | P a g i n a

Hoofdstuk 6 Ferwerderadiel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ferwerderadiel met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ferwerderadiel met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Ferwerderadiel een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

72 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.1 Ferwerderadiel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Ferwerderadiel Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Ferwerderadiel uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Ferwerderadiel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Ferwerderadiel, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Ferwerderadiel.

73 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

Tabel 25. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 2% 0% Leeftijd Man Vrouw Ferwerderadiel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel allochtonen is in de gemeente Ferwerderadiel laag. Met maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze 2% Niet-Westerse allochtonen en 3,6 % Westerse allochtonen ligt het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, aandeel lager dan provinciaal, respectievelijk 4% en 5%. Het aandeel Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Ferwerderadiel. generatie Westerse allochtonen.

74 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.2 Ferwerderadiel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 60% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 50% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. 30% 20% 10% Tabel 26. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Ferwerderadiel Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Ferwerderadiel kent een groot deel middelbaar opgeleiden (50%) gevolgd door laagopgeleiden (33%). In vergelijking met Fryslân kent Ferwerderadiel een vergelijkbaar aandeel laag opgeleiden, meer Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden en minder hoog opgeleiden. Ferwerderadiel alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 kent in vergelijking met Nederland ongeveer evenveel afgerond. laagopgeleiden, aanzienlijk meer middelbaar opgeleiden en aanzienlijk minder hoog opgeleiden.

Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaar opgeleiden (12,1%). Dit is een sterke indicator voor laaggeletterdheid. In Ferwerderadiel is het aandeel laagopgeleiden ongeveer gelijk aan Fryslân en Nederland. Het aandeel middelbaaropgeleiden is aanzienlijk hoger in Ferwerderadiel. Daarmee kan het enigszins hogere percentage laaggeletterdheid deels verklaard worden door opleidingsniveau.

75 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.3 Ferwerderadiel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Ferwerderadiel percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 27. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage

geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Ferwerderadiel kent veruit de meeste arbeidsplaatsen Bouw 276 12.7 in de sector Industrie & Energie (42%). Dit is aanzienlijk hoger dan Zorg & Welzijn 286 9.7 het provinciale (18%) en landelijke gemiddelde (13%). In vergelijking Handel & Horeca 284 9.5 met Fryslân (21%) en Nederland (23%) kent Ferwerderadiel (12%) een Transport 286 8.6 lager aandeel werkenden in de sector Handel & Horeca. Overige dienstverlening 293 8.2 Financiële en zakelijke 303 6.5 Laaggeletterdheid is hoog onder de sector Industrie & Energie. Bijna dienstverlening de helft (42%) van de werkenden in de gemeente Ferwerderadiel is Openbaar bestuur 301 4.2 actief in deze sector. Dat betekent dat het aandeel laaggeletterden Onderwijs 310 -* onder de werkenden in Ferwerderadiel waarschijnlijk relatief hoog is. De sectorale arbeidsplaatsverdeling kan daarmee een verklarende factor zijn voor het enigszins hogere laaggeletterdheidspercentage. Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

76 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.4 Ferwerderadiel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Ferwerderadiel 35% 51% 14% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Ferwerderadiel kent 481 (8,8% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (14%) in Ferwerderadiel. Ruim tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) gevolgd door is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers is 48% korter dan 12 een laag opleidingsniveau (35%). In vergelijking met Nederland heeft maanden op zoek naar werk, 30% is tussen de 12 en 36 maanden op Ferwerderadiel een hoog aandeel middelbaar opgeleide NWW-ers. zoek en 22% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie” houdt de met Fryslân en Nederland is een grotere groep korter dan 12 groep zonder deze kwalificatie zich op in de 35% laagopgeleide niet maanden op zoek naar nieuw werk. werkende werkzoekenden. Duur NWW Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (52%) Ferwerderadiel 48% 30% 22% in de gemeente Ferwerderadiel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit percentage is iets lager dan het provinciale en Fryslân 43% 36% 21% landelijke gemiddelde en is daarmee geen verklarende factor voor het iets hogere percentage laaggeletterdheid. Het aandeel Nederland 42% 37% 22% laagopgeleiden in deze groep is gelijk aan het Friese gemiddelde en lager dan het Nederlandse gemiddelde. Daarmee is het 0% 20% 40% 60% 80% 100% opleidingsniveau onder NWW-ers ook geen verklarende factor. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

77 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.5 Ferwerderadiel en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met minimum Ferwerderadiel een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 28% 34% werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Werkloosheid/bijstand en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 3% Pensioen laaggeletterden in deze groep bevinden. 34%

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 10,5% 10,1% 26% 27% 10% 8,8% 28% 30% 8% 6% 4% 5% 8% 2% 0% Ferwerderadiel Fryslân Nederland 40% 35%

78 | P a g i n a

In de gemeente Ferwerderadiel heeft 8,8% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Ferwerderadiel evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28%), minder die een inkomen uit een bijstandsuitkering krijgen (40% tegenover 34%), minder uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 3%) en meer uit pensioen (26% tegenover 34%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Ferwerderadiel iets minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 28%), bijna evenveel uit WW (35% tegenover 34%), minder uit AOU (8% tegenover 3%) en meer uit pensioen (27% tegenover 34%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Ferwerderadiel is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval, het aandeel ligt zelfs lager. Armoede is dus geen verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

79 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.6 Ferwerderadiel en gezondheid In de gemeente Ferwerderadiel heeft in 2012 60% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 58%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het aanzienlijk lager. Het percentage dat in 2012 wel eens contact heeft percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft met de huisarts is in de gemeente Ferwerderadiel het laagste van heel gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Fryslân.

Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. De verwachting is dat inwoners van de gemeente Ferwerderadiel Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat meer contact hebben met de huisarts, omdat er gemiddelde hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat genomen iets meer laaggeletterden in de gemeente wonen dan in laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van Fryslân en in Nederland. Dit is niet het geval; het percentage ligt juist de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed lager dan het Friese en Nederlandse percentage en is zelfs het laagst vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand van de hele provincie. Hiermee is het contact met de huisarts geen aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal verklarende factor in de gemeente Ferwerderadiel. factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Ferwerderadiel

Fryslân

Nederland

0% 20% 40% 60% 80% 2010 2012

80 | P a g i n a

Hoofdstuk 6.7 Ferwerderadiel aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Ferwerderadiel zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het Een belangrijk factor is de sectorale arbeidsverdeling. Het aandeel aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen werkende in de sector Industrie & Energie is zeer hoog. Dit is een ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente sector met een hoog percentage laaggeletterden. Dit kan een deel kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt van het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. verklaren. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te wonen in de gemeente waarin hij werkt. Daarom is het belangrijk om Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeente Ferwerderadiel wordt er een verschil gemaakt tussen gemeenten of met de provincie te organiseren. mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Ferwerderadiel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 28. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Deels verklaring Gelijk % laagopgeleiden 5. De huisarts hoger % middelbaaropgeleiden Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Sectorale arbeid Verklaring Zeer hoog % Industrie & mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Energie ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Duur NWW Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Niveau NWW Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Armoede Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Gezondheid Geen verklaring daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te

informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit

kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende

opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

81 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland - de mobiliteit van de laaggeletterde en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de herkomst van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger spraakvaardigheid) onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de locatie van de taalcursus UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

82 | P a g i n a

Hoofdstuk 7 Franekeradeel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Franekeradeel met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Franekeradeel met 11% tot 13% ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Leeuwarden een vergelijkbaar tot iets lager aandeel laaggeletterden.

83 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.1 Franekeradeel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Franekeradeel Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Franekeradeel gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Franekeradeel heeft een relatief gezien minder 65-plussers. leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Franekeradeel, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het gemiddelde, in vergelijking met Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Franekeradeel. In vergelijking met Fryslân ligt het gemiddelde percentage laaggeletterden lager in Franekeradeel, terwijl de leeftijdsopbouw gelijk is aan elkaar.

84 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 29.Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Franekeradeel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in Franekeradeel laag. Met maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze 2,7% ligt het onder het provinciale gemiddelde van 4%. Het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, percentage Westerse allochtonen is daarentegen iets hoger dan het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. provinciale gemiddelde; respectievelijk 5,7% en 5%. Het aandeel Niet- Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel Niet-Westerse en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede Westerse allochtonen geen verklaring is voor het gemiddelde generatie Westerse allochtonen. percentage laaggeletterden in de gemeente Franekeradeel. In vergelijking met Fryslân is juist de verwachting dat het aandeel laaggeletterden hoger is in Franekeradeel door het hogere aandeel Westerse allochtonen. Dit is echter niet het geval.

85 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.2 Franekeradeel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

Tabel 30. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 10%

Lager onderwijs 42,3% 0% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Franekeradeel Fryslân Nederland VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Franekeradeel kent een groot deel laag (37%) en middelbaar Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden opgeleiden (43%). In vergelijking met Fryslân kent Franekeradeel alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 meer laag opgeleiden, een vergelijkbaar deel middelbaaropgeleiden afgerond. en iets minder hoog opgeleiden. Franekeradeel kent in vergelijking met Nederland meer laagopgeleiden, meer middelbaar opgeleiden en minder hoog opgeleiden.

Het aandeel laagopgeleiden is in de gemeente Franekeradeel met 37% van de bevolking hoger dan gemiddeld in Nederland en Fryslân. De verwachting is dat het aandeel laaggeletterden daardoor ook hoger is. Dit is niet het geval. Het gemiddelde percentage laaggeletterden in Franekeradeel kan niet verklaard worden door opleidingsniveau.

86 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.3 Franekeradeel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Franekeradeel (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Tabel 31. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Onderwijs Zorg & Welzijn * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Overig Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Franekeradeel kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Industrie & Energie (27%). Dit ligt aanzienlijk hoger dan in Bouw 276 12.7 Fryslân (18%) en Nederland (13%). In vergelijking met Fryslân (21%) Zorg & Welzijn 286 9.7 en Nederland (23%) kent Franekeradeel (19%) minder werkenden in Handel & Horeca 284 9.5 de sector Handel & Horeca. Transport 286 8.6 Overige dienstverlening 293 8.2 In de sectoren Industrie & Energie en Bouw is het percentage Financiële en zakelijke 303 6.5 laaggeletterden relatief hoog. De gemeente Franekeradeel heeft een dienstverlening hoog aandeel werkenden in de sectoren Industrie & Energie en Bouw Openbaar bestuur 301 4.2 (33%). In Nederland werkt ongeveer 18% in deze sectoren, in Fryslân Onderwijs 310 -* is dit 24%. Daarmee is de verwachting dat het percentage

laaggeletterden in Franekeradeel ook hoog is. Dit komt niet overeen

met de resultaten. Mensen hoeven ook niet te wonen in de gemeente Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de waar ze werken. Sectorale arbeidsplaatsverdeling is geen verklarende gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, factor. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

87 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.4 Franekeradeel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Franekeradeel 38% 49% 13% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Franekeradeel kent 1.298 (10,1% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (13%) in Franekeradeel, bijna tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (49%) gevolgd door is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers is 44% korter dan 12 een laag opleidingsniveau (38%). In vergelijking met Fryslân heeft maanden op zoek naar werk, 33% is tussen de 12 en 36 maanden op Franekeradeel ongeveer evenveel middelbaar opgeleiden en iets zoek en 23% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. De verdeling is meer laagopgeleiden. In vergelijking met Nederland heeft ongeveer gelijk aan Fryslân en Nederland. Franekeradeel een hoog aandeel middelbaar opgeleide NWW-ers en iets minder laagopgeleiden. Rekening houdend met de definitie van Duur NWW “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 38% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Franekeradeel 44% 33% 23% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (56%) Fryslân 43% 36% 21% in Franekeradeel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Deze groep is geen verklarende factor voor het gemiddelde Nederland 42% 37% 22% percentage laaggeletterdheid. Fryslân heeft namelijk bijna evenveel mensen in deze groep, maar heeft meer laaggeletterden. Ook het 0% 20% 40% 60% 80% 100% opleidingsniveau onder NWW-ers is geen verklarende factor voor het 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd gemiddelde laaggeletterdheidspercentage.

88 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.5 Franekeradeel en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Franekeradeel met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomen uit arbeid naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 28% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage 33% Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 5% en het pensioen. Pensioen

35% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland

Huishoudens tot 105% sociaal minimum 27% 26% 28% 30%

14% 12% 10,1% 10,5% 10,1% 5% 10% 8% 8% 6% 40% 35% 4% 2% 0% Franekeradeel Fryslân Nederland

89 | P a g i n a

In de gemeente Franekeradeel heeft 10,1% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Franekeradeel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 33%), iets minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 35%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (6% tegenover 5%) en ongeveer gelijk uit pensioen (27% tegenover 28%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Franekeradeel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 33%), evenveel uit WW (35% tegenover 35%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en ongeveer gelijk aantal uit pensioen (27% tegenover 28%).

Gezien het gemiddelde percentage laaggeletterden in Franekeradeel is de verwachting dat het aandeel huishoudens dat rond moet komen van 105% van het sociaal minimum gelijk is aan het aandeel in Fryslân en Nederland. Dit komt overeen met de resultaten. Daarmee is het een verklarende factor voor het gemiddelde percentage laaggeletterdheid. In Fryslân is het aandeel dat moet rondkomen van 105% van het sociaal minimum iets hoger dan in Franekeradeel en Nederland. Het laaggeletterdheidspercentage is ook iets hoger in Fryslân. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

90 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.6 Franekeradeel en gezondheid In de gemeente Franekeradeel heeft in 2012 66% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 79%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het lager. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. De verwachting is dat er in de gemeente Franekeradeel evenveel mensen zijn die contact hebben met de huisarts als in Nederland. Het Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. laaggeletterdheidspercentage ligt namelijk rond het landelijke Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemiddelde. Het contact met de huisarts is echter lager dan in hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat Nederland en is daarmee geen verklarende factor. In Fryslân is meer laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van contact met de huisarts. Hier is het laaggeletterdheidspercentage de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed ook iets hoger dan in Franekeradeel. vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Franekeradeel

Fryslân

Nederland

55% 60% 65% 70% 75% 80% 2010 2012

91 | P a g i n a

Hoofdstuk 7.7 Franekeradeel aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factor voor het gemiddelde De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten laaggeletterdheidspercentage in de gemeente Franekeradeel is: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het aandeel onder de 105% van het sociaal minimum het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen In de gemeente Franekeradeel werkt een groot aandeel in de sectoren worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het Industrie & Energie en Bouw. Dit zijn sectoren met een hoog aandeel aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage is echter niet ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente hoger dan het landelijke gemiddelde. Dit kan komen doordat deze kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt mensen niet hoeven te wonen in de gemeente waar ze werken. in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de organiseren. gemeente Franekeradeel wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Franekeradeel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Tabel 32. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 2. De wijkteams 3. Het UWV Indicator Verklarende factor Onderscheid 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 5. De huisarts Opleidingsniveau Geen verklaring Sectorale arbeid Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Duur NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Niveau NWW Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Armoede Verklaring Gelijk % onder 105% taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse sociaal minimum voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Gezondheid Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

92 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de herkomst van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid spraakvaardigheid) is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de locatie van de taalcursus bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

93 | P a g i n a

Hoofdstuk 8 Harlingen en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Harlingen met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Harlingen met 11% tot 13% rond het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Harlingen een vergelijkbaar tot iets lager aandeel laaggeletterden.

94 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.1 Harlingen en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Harlingen Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Harlingen gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Harlingen heeft een leeftijd relatief gezien minder 65-plussers. van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Harlingen, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%. Wat bij de gemeente Harlingen opvalt, is het hogere percentage 65-plussers. Met 22% heeft de gemeente Harlingen de op één na grootste groep 65-plussers in Fryslân. In Fryslân ligt het gemiddelde op 20% en in Nederland op 18%

Het aandeel 15 tot 35 jarigen is lager in Harlingen en het aandeel 65- plussers ligt hoger in vergelijking met Fryslân en Nederland. Laaggeletterdheid ligt echter rond het landelijke gemiddelde. Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het laaggeletterdheidspercentage.

95 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 33. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Harlingen Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente Harlingen De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier met 4% gelijk aan het aandeel Niet-Westerse allochtonen in Fryslân. maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het percentage Westerse allochtonen is met 7,8% hoger dan het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, provinciaal gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Westerse allochtonen ligt lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel Niet-Westerse dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en allochtonen geen verklaring is voor het gemiddelde percentage tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede laaggeletterden in de gemeente Harlingen. Het aandeel Westerse generatie Westerse allochtonen. allochtonen is ook geen verklaring. Het percentage is hoger dan het Friese gemiddelde, maar het laaggeletterdheidspercentage is juist hoger in de provincie. Laaggeletterdheid is ongeveer gelijk aan het landelijke gemiddelde, maar het aandeel allochtonen is landelijk hoger.

96 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.2 Harlingen en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

Tabel 34. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 10%

Lager onderwijs 42,3% 0% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Harlingen Fryslân Nederland VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Harlingen kent een groot deel laag (37%) en middelbaar opgeleiden (44%). In vergelijking met Fryslân kent Harlingen meer laag opgeleiden (34%), ongeveer een gelijk aandeel middelbaaropgeleiden Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden (42%) en minder hoog opgeleiden (19% in Harlingen en 22% in alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Fryslân). Harlingen kent in vergelijking met Nederland meer afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaar opgeleiden (40%) en aanzienlijk minder hoog opgeleiden (27%).

Het aandeel laagopgeleiden is in de gemeente Harlingen met 37% van de bevolking hoger dan gemiddeld in Fryslân en Nederland. Het laaggeletterdheidspercentage is echter ongeveer gelijk aan het gemiddelde in Nederland. Opleidingsniveau lijkt dus geen verklaring te zijn en weinig tot geen invloed te hebben op laaggeletterdheid.

97 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.3 Harlingen en sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Harlingen percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 35. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Harlingen kent de meeste arbeidsplaatsen in de sector Industrie & Energie 281 13.9 Handel & Horeca (24%) gevolgd door Industrie & Energie (20%). Voor Bouw 276 12.7 beide sectoren ligt dit hoger dan in Fryslân (respectievelijk 21% en Zorg & Welzijn 286 9.7 18%) en Nederland (respectievelijk 23% en 13%). Alleen in de sector Handel & Horeca 284 9.5 Financiële en Zakelijke dienstverlening ligt het aandeel werkenden Transport 286 8.6 (12%) lager dan provinciaal (15%) en landelijk (18%). Overige dienstverlening 293 8.2 Financiële en zakelijke 303 6.5 De sector Industrie & Energie is groter in Harlingen in vergelijking dienstverlening met het provinciale en landelijke gemiddelde. Het aandeel Openbaar bestuur 301 4.2 laaggeletterden is hoger in deze sector. De verwachting is dat Onderwijs 310 -* laaggeletterdheid daarmee hoger is. Dit is niet het geval. Sectorale

arbeidsplaatsverdeling is geen verklaring voor de gemiddelde score,

aangezien Fryslân iets minder werknemers in Industrie & Energie Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de heeft maar een hoger aandeel laaggeletterden dan Harlingen. gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

98 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.4 Harlingen en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Harlingen 39% 49% 13% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Harlingen kent 1.106 (11,4% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (12%) in Harlingen, ruim de tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (49%) gevolgd door een is 53% man en 47% vrouw. Van de NWW-ers is 40% korter dan 12 laag opleidingsniveau (39%). In vergelijking met Fryslân heeft maanden op zoek naar werk, 31% is tussen de 12 en 36 maanden op Harlingen meer laagopgeleiden; respectievelijk 35% en 39%. In zoek en 29% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking Nederland ligt het aandeel laagopgeleiden ongeveer gelijk. Het met Fryslân en Nederland is een grote groep langer dan 36 maanden aandeel middelbaaropgeleiden is in Harlingen (49%) en Fryslân (50%) op zoek naar nieuw werk. ongeveer gelijk. In Nederland ligt dit aandeel lager (42%). Rekening Duur NWW houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 39% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Harlingen 40% 31% 29%

Een belangrijke indicator is de duur dat een niet werkende werk Fryslân 43% 36% 21% zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (60%) in Harlingen zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is iets hoger dan in Nederland 42% 37% 22% Fryslân en Nederland. Laaggeletterdheid is echter niet hoger en daarmee is de duur dat een NWW-er werk zoekt, geen verklarende 0% 20% 40% 60% 80% 100% factor. Ook opleidingsniveau van NWW-ers is geen verklarende factor. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

99 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.5 Harlingen en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Harlingen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomen uit arbeid naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 27% 30% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 7% en het pensioen. Pensioen 37% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 13,2% 12% 10,5% 10,1% 27% 10% 26% 28% 30% 8% 6% 4% 5% 8% 2% 0% Harlingen Fryslân Nederland 40% 35%

100 | P a g i n a

In de gemeente Harlingen heeft 13,2% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt hoger dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Harlingen ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 27%), iets minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 37%), iets meer uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 7%) en meer uit pensioen (26% tegenover 30%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Harlingen minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 27%), meer uit WW (35% tegenover 37%), ongeveer een gelijk aandeel uit AOU (8% tegenover 7%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 30%).

De verwachting is dat het aandeel mensen dat rond moet komen van 105% van het sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het Friese en Nederlandse gemiddelde. Het aandeel laaggeletterden is namelijk ongeveer gelijk aan het Nederlandse gemiddelde. Dit is niet het geval; het aandeel dat rond moet komen van een laag inkomen is hoger in de gemeente Harlingen. Dit lijkt echter geen effect te hebben op laaggeletterdheid en is daarmee geen verklarende factor. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

101 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.6 Harlingen en gezondheid In de gemeente Harlingen heeft in 2012 74% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit nog Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan 71%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit iets geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het hoger. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage is gelijk aan het landelijke gemiddelde en lager dan het provinciale gemiddelde. De verwachting Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. is dat het contact met de huisarts ook gelijk is, omdat Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts. Het enigszins hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat hogere contact met de huisarts heeft geen invloed op de laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van laaggeletterdheid en is daarmee dus geen verklarende factor. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Harlingen

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 74% 75% 2010 2012

102 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.7 Harlingen aanbevelingen Verklarende factoren Het laaggeletterdheidspercentage in de gemeente Harlingen is De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten ongeveer gelijk aan het Nederlandse gemiddelde en lager dan het afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en provinciale gemiddelde. In de verschillende factoren die onderzocht het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de zijn, is onderscheid tussen Harlingen, Fryslân en Nederland. Hiermee andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen kan het gelijke gemiddelde tussen Harlingen en Nederland niet worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het verklaard worden. Bijvoorbeeld: een lager percentage laag- en aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen middelbaar opgeleiden onder NWW-ers in de provincie leidt tot ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente minder laaggeletterden in de provincie. Het aandeel laaggeletterden kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt is echter hoger in de provincie. in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. De sector Industrie & Energie kent een hoog aandeel werknemers. Dit Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de is een goede vindplaats. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft gemeente Harlingen wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk te wonen in de gemeente waar hij werkt. verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Harlingen zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 36. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Geen verklaring 5. De huisarts Sectorale arbeid Geen verklaring Duur NWW Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Niveau NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Armoede Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Gezondheid Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

103 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum geen verklarende factor is, vormt het een - de mobiliteit van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - de herkomst van de laaggeletterde groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten spraakvaardigheid) bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

104 | P a g i n a

Hoofdstuk 9 Heerenveen en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Heerenveen met een gemiddelde score van 286 tot 290, iets hoger dan het landelijk gemiddelde (284). Deze iets hogere score ligt tevens iets boven het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Heerenveen met 13% tot 16% enigszins hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Heerenveen een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

105 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.1 Heerenveen en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Heerenveen Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Heerenveen uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Heerenveen heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Heerenveen, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

De leeftijdsopbouw is ongeveer gelijk in de gemeente Heerenveen in vergelijking met Fryslân en Nederland. Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere percentage laaggeletterdheid.

106 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 37. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Heerenveen Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel Niet-Westerse allochtonen ligt in de gemeente De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Heerenveen met 5,5% iets hoger dan gemiddeld in Fryslân (4%). Het maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze aandeel Westerse allochtonen is met 5,5% bijna gelijk aan het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Provinciale (5%) gemiddelde. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en verklaring is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede in de gemeente Heerenveen. Het aandeel allochtonen is namelijk generatie Westerse allochtonen. landelijk veel hoger.

107 | P a g i n a

Hoofdstuk 8.3 Heerenveen en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 38. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Heerenveen Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% In de gemeente Heerenveen is 33% laagopgeleid, 42% middelbaar en 25% hoogopgeleid. In vergelijking met Fryslân kent Heerenveen ongeveer evenveel laag- en middelbaaropgeleiden (respectievelijk Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden 34% en 43%) en meer hoogopgeleiden (22%). Heerenveen kent in alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 vergelijking met Nederland ongeveer evenveel laagopgeleiden (32%), afgerond. iets meer middelbaaropgeleiden (40%) en iets minder hoogopgeleiden (27%).

De verwachting is dat het aandeel laagopgeleiden hoger is in Heerenveen, gezien het iets hogere laaggeletterdheidspercentage. Het aandeel laagopgeleiden is echter ongeveer gelijk aan het provinciale en landelijke gemiddelde. Het aandeel hoogopgeleiden is ook relatief hoog in Heerenveen. Het enigszins hogere percentage laaggeletterden kan daarmee niet verklaard worden door het opleidingsniveau.

108 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.3 Heerenveen sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Heerenveen (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Tabel 39. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Onderwijs Zorg & Welzijn * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Overig Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Heerenveen kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca (20%) gevolgd door Zorg & Welzijn (19%). Bouw 276 12.7 Voor beide sectoren is dit aandeel vergelijkbaar met het gemiddelde Zorg & Welzijn 286 9.7 in Fryslân (respectievelijk 21% en 18%). In de Handel & Horeca werken Handel & Horeca 284 9.5 landelijk (23%) meer mensen en in de Zorg & Welzijn (16%) minder. Transport 286 8.6 Het aandeel werkenden in Heerenveen (16%) in de sector Industrie & Overige dienstverlening 293 8.2 Energie ligt juist iets lager dan provinciaal (18%) en iets hoger dan Financiële en zakelijke 303 6.5 landelijk (13%). In vergelijking met Fryslân (6%) en Nederland (9%) dienstverlening kent Heerenveen (12%) een hoog aandeel werkenden in de sector Openbaar bestuur 301 4.2 Transport, het hoogste percentage van Fryslân. Onderwijs 310 -*

De sectoren Handel & Horeca, Zorg & Welzijn en Transport scoren

rond het landelijk gemiddelde wat betreft het percentage Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de laaggeletterden (9%). Dit kan dus geen verklaring zijn voor het gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, enigszins hogere percentage laaggeletterden. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

109 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.4 Heerenveen en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Heerenveen 36% 49% 15% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Heerenveen kent 3.308 (10,6% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (15%) in Heerenveen, ruim de tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (49%) gevolgd door een is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers is 37% korter dan 12 laag opleidingsniveau (36%). De verdeling van opleidingsniveau maanden op zoek naar werk, 53% is tussen de 12 en 36 maanden op onder NWW-ers is ongeveer gelijk in Fryslân. In Nederland zijn er zoek en 10% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking gemiddeld meer laagopgeleiden (40%) minder middelbaaropgeleiden met Fryslân en Nederland is een grote groep tussen de 12 en 36 (42%) en meer hoogopgeleiden (18%). Rekening houdend met de maanden op zoek naar nieuw werk. definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze Duur NWW kwalificatie zich op in de 36% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Heerenveen 37% 53% 10% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (63%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Heerenveen zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Deze groep is zeer waarschijnlijk een belangrijke verklarende Nederland 42% 37% 22% factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterdheid. Het opleidingsniveau onder NWW-ers is geen verklarende factor. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

110 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.5 Heerenveen en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Heerenveen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomen uit arbeid naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 26% 28% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 6% Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Pensioen

41% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 10,5% 10,1% 9,6% 27% 10% 26% 28% 30% 8% 6% 4% 5% 8% 2% 0% Heerenveen Fryslân Nederland 40% 35%

111 | P a g i n a

In de gemeente Heerenveen heeft 9,6% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Heerenveen evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28%), ongeveer evenveel die dit uit een bijstandsuitkering verdienen (40% tegenover 41%), ongeveer evenveel uit AOU (5% tegenover 6%) en evenveel uit pensioen (26%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Heerenveen minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 28%), meer uit WW (35% tegenover 41%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en ongeveer evenveel uit pensioen (27% tegenover 26%).

De verwachting is dat er in de gemeente Heerenveen meer mensen zijn die rond moeten komen van 105% van het sociaal minimum, omdat het laaggeletterdheidspercentage enigszins hoger is. Dit is echter niet het geval. Het aandeel is vergelijkbaar of zelfs iets lager dan het provinciale en landelijke gemiddelde. Armoede is dus geen verklarende factor voor laaggeletterdheid. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

112 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.6 Heerenveen en gezondheid In de gemeente Heerenveen heeft in 2012 74% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 71%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het iets hoger. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. De verwachting is dat het contact met de huisarts hoger is in de gemeente Heerenveen, omdat het laaggeletterdheidspercentage Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. enigszins hoger ligt. Dit komt overeen met de resultaten. Het contact Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat met de huisarts is daarmee een verklarende factor voor het enigszins hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat hogere laaggeletterdheidspercentage. Gezien het enigszins hogere laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van percentage laaggeletterden in de gemeente Heerenveen en het de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed hogere percentage dat wel eens contact met de huisarts heeft, is het vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aannemelijk dat de huisartsenpraktijken in de gemeente een hele aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal goede vindplaats voor laaggeletterdheid zou kunnen zijn. factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Heerenveen

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 74% 75% 2010 2012

113 | P a g i n a

Hoofdstuk 9.7 Heerenveen aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Heerenveen zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - het contact met de huisarts andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het In vergelijking met het provinciale gemiddelde zijn er meer Niet- aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen Westerse en Westerse allochtonen in Heerenveen. Het landelijke ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente gemiddelde ligt echter veel hoger. Laaggeletterdheid is hoger onder kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt deze groepen, omdat Nederlands vaak niet hun moedertaal is. Het in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. kan dus een belangrijke groep vormen in de aanpak van laaggeletterdheid. Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de gemeente Heerenveen wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk Vindplaatsen van laaggeletterdheid verklarende factoren en vindplaatsen. In Heerenveen zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Tabel 40. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 3. Het UWV 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Indicator Verklarende factor Onderscheid 5. De huisarts Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring Opleidingsniveau Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Sectorale arbeid Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Duur NWW Verklaring Hoger % langer dan 12 ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het maanden opzoek taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Niveau NWW Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Armoede Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Gezondheid Verklaring Hoger % contact huisarts daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

114 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. woorden. Aanpak taalniveau Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms factoren, kan de slagingskans van de cursist worden zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de leeftijd van de laaggeletterde UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mobiliteit van de laaggeletterde - de herkomst van de laaggeletterde Een indirecte vindplaats voor de gemeente Heerenveen betreffen de - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en werkgevers in de sectoren Handel & Horeca en Zorg & Welzijn. Het is schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en niet te zeggen of werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van spraakvaardigheid) de gemeente. Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal - de locatie van de taalcursus samengewerkt wordt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

115 | P a g i n a

Hoofdstuk 10 Het Bildt en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Het Bildt met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Het Bildt met 11% tot 13% rond het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Het Bildt een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

116 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.1 Het Bildt en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). het Bildt Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Het Bildt uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Het Bildt heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Het Bildt, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

De normale verdeling qua leeftijdsopbouw zou een verklaring kunnen zijn voor gemiddelde laaggeletterdheidspercentage. In Fryslân is de opbouw hetzelfde, alleen ligt het percentage laaggeletterden iets hoger. Hiermee wordt opgemaakt dat leeftijd waarschijnlijk geen verklarende factor is.

117 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 41. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw het Bildt Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente Het Bildt ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, met 4,8% bijna gelijk aan het gemiddelde in Fryslân. Het aandeel Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Westerse allochtonen is met 4,7% ook bijna gelijk aan het Friese gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse In Het Bildt wonen meer mannen van 15 tot 34 jaar dan vrouwen; allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 55% en 45%. Dit lijkt geen invloed te hebben op het respectievelijk 12% en 10%. laaggeletterdheidspercentage, die ligt rond het landelijke gemiddelde. Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen een verklaring is voor het gemiddelde percentage laaggeletterden in de gemeente Het Bildt. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse allochtonen.

118 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.2 Het Bildt en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

Tabel 42. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 10%

Lager onderwijs 42,3% 0% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% het Bildt Fryslân Nederland VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Het Bildt kent veel laag- (38.5%) en middelbaaropgeleiden (41%). In vergelijking met Fryslân kent Het Bildt meer laagopgeleiden (34%), Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden minder middelbaaropgeleiden (43%) en minder hoogopgeleiden alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 (22%). Het Bildt kent in vergelijking met Nederland meer afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en aanzienlijk minder hoogopgeleiden (27%).

Gezien het lage opleidingsniveau is de verwachting dat laaggeletterdheid ook hoog is in de gemeente Het Bildt. Dit is echter gelijk aan het Nederlandse gemiddelde. Opleidingsniveau is dus geen verklarende factor.

119 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.3 Het Bildt sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het het Bildt percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 43. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Het Bildt kent de meeste arbeidsplaatsen in de sector Industrie & Energie 281 13.9 Handel & Horeca (30%) gevolgd door Industrie & Energie (20%). Voor Bouw 276 12.7 Handel & Horeca ligt dit aandeel aanzienlijk hoger dan in Fryslân Zorg & Welzijn 286 9.7 (21%) en Nederland (23%), voor Industrie & Energie is dit iets hoger Handel & Horeca 284 9.5 dan het Friese gemiddelde (18%) en hoger dan het landelijk Transport 286 8.6 gemiddelde (13%). In vergelijking met Fryslân (18%) en Nederland Overige dienstverlening 293 8.2 (16%) kent Het Bildt (11%) een lager aandeel werkenden in de sector Financiële en zakelijke 303 6.5 Zorg & Welzijn, één van de laagste percentages in Fryslân. dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn iets hoger in de Onderwijs 310 -* gemeente Het Bildt. De verwachting daarmee is dat laaggeletterdheid

ook hoger is. Dit is echter niet het geval. Sectorale

arbeidsplaatsverdeling is daarmee geen verklarende factor. Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

120 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.4 Het Bildt en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende het Bildt 40% 47% 13% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Het Bildt kent 670 (10% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (13%) in Het Bildt, ruim de tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (47%) gevolgd door een is 54% man en 46% vrouw. Van de NWW-ers is 45% korter dan 12 laag opleidingsniveau (40%). In vergelijking met Fryslân heeft Het maanden op zoek naar werk, 32% is tussen de 12 en 36 maanden op Bildt meer laagopgeleiden onder de NWW-ers. In vergelijking met zoek en 23% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. De verdeling is Nederland heeft Het Bildt een hoog aandeel middelbaar opgeleide ongeveer gelijk aan die in Fryslân en Nederland. NWW-ers, in vergelijking met Fryslân juist minder. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder Duur NWW deze kwalificatie zich op in de 40% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

het Bildt 45% 32% 23% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (55%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Het Bildt zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk, maar dit is minder dan in Fryslân en Nederland. Duur kan een Nederland 42% 37% 22% verklarende factor zijn voor het gemiddelde percentage laaggeletterdheid. Opleidingsniveau onder NWW-ers is geen 0% 20% 40% 60% 80% 100% verklarende factor. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

121 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.5 Het Bildt en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Het Bildt naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Inkomen uit arbeid huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal 30% 30% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid 5% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 36% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Huishoudens tot 105% sociaal minimum Nederland

14% 26% 28% 27% 30% 12% 10,3% 10,5% 10,1% 10% 8% 5% 6% 8% 4% 2% 40% 35% 0% het Bildt Fryslân Nederland

122 | P a g i n a

In de gemeente Het Bildt heeft 10,3% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Het Bildt iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 30%), iets minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 36%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 30%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Het Bildt evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (30%), ongeveer evenveel uit WW (35% tegenover 36%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 30%).

Het Bildt heeft een gemiddeld laaggeletterdheidspercentage. Omdat het ongeveer gelijk is aan het landelijke gemiddelde, is de verwachting dat het aandeel mensen dat rond moet komen van een laag inkomen ook ongeveer gelijk aan het landelijke gemiddelde. Dit klopt. Het aandeel huishoudens dat rond moet komen van 105% van het sociaal minimum ligt is vergelijkbaar met het aandeel in Nederland. Hiermee is het een verklarende factor voor de gemiddelde laaggeletterdheid. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

123 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.6 Het Bildt en gezondheid In de gemeente Het Bildt heeft in 2012 66% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit nog Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan 74%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het aanzienlijk minder. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage in Het Bildt is gelijk aan het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat het contact met de Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. huisarts ook ongeveer gelijk is aan het landelijke gemiddelde. Het Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat contact met de huisarts ligt echter lager dan het provinciale en hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat landelijke gemiddelde. Contact met de huisarts is daarmee geen laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van verklarende factor. Gezien het lagere aandeel dat contact heeft met de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed de huisarts, is de verwachting namelijk dat laaggeletterdheid lager vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand is. aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

het Bildt

Fryslân

Nederland

60% 65% 70% 75% 2010 2012

124 | P a g i n a

Hoofdstuk 10.7 Het Bildt aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het gemiddelde De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Het Bildt zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de herkomst het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het aandeel onder de 105% van het sociaal minimum worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen Een verklaring voor het gemiddelde laaggeletterdheidspercentage is ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente het aandeel huishoudens dat rond moet komen van 105% van het kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt sociaal minimum. De groep met inkomen uit een bijstandsuitkering, in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. een arbeidsongeschiktheidsuitkering en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid. Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de Door deze vindplaats kan de aanpak van laaggeletterdheid gerichter gemeente het Bildt wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk worden ingezet. verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Het Bildt zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 44. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Lager % Niet-Westerse en 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Westerse allochtonen 5. De huisarts Opleidingsniveau Geen verklaring Sectorale arbeid Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Duur NWW Verklaring Lager % langer dan 12 mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de maanden opzoek ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Niveau NWW Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Armoede Verklaring Gelijk % onder de 105% voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de sociaal minimum ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Gezondheid Geen verklaring daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te

informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit

kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende

opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

125 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Een indirecte vindplaats voor de gemeente Het Bildt betreffen de - de leeftijd van de laaggeletterde werkgevers in de sectoren Handel & Horeca en Industrie & Energie. - de mobiliteit van de laaggeletterde Het is niet te zeggen of werknemers in deze sectoren ook inwoners - de herkomst van de laaggeletterde zijn van de gemeente. Hierdoor is het van belang dat er - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en (boven)regionaal samengewerkt wordt. schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en spraakvaardigheid) De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft - de locatie van de taalcursus persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

126 | P a g i n a

Hoofdstuk 11 Kollumerland c.a. en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Kollumerland c.a. met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde in de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Kollumerland c.a. met 13% tot 16% enigszins hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Kollumerland c.a. een gelijk tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

127 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.1 Kollumerland c.a. en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Kollumerland c.a. Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Kollumerland uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer c.a. verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen jaar (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse relatief gezien minder 65-plussers. gemiddelde (28%). Ongeveer 22% van de bewoners in Kollumerland c.a. heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Kollumerland c.a., Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Kollumerland c.a..

128 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 12% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 10% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 8% 6% 4% Tabel 45. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 2% 0% Leeftijd Man Vrouw Kollumerland c.a. Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % 35-54 jaar 51 % 49 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel allochtonen is in de gemeente Kollumerland c.a. zeer ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, laag. Met 1,8% Niet-Westerse en 2,5% Westerse allochtonen komt het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. niet in de buurt van de Friese percentages, respectievelijk 4% en 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk In Kollumerland c.a. wonen iets meer mannen van 55 tot 64 jaar dan lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. vrouwen; respectievelijk 53% en 47%. Het percentage laaggeletterden is enigszins hoger in vergelijking met Nederland. Omdat Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring laaggeletterdheid hoger is onder vrouwen van 55-plus, is juist de is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de verwachting dat deze groep groter is. Dit is echter niet het geval en gemeente Kollumerland c.a. daarmee is de bevolkingsverdeling geen verklarende factor.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse allochtonen.

129 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.2 Kollumerland c.a. en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20% 10% Tabel 46. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Kollumerland c.a. Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Kollumerland c.a. kent een groot deel laag en middelbaar opgeleiden (40%). In vergelijking met Fryslân kent Kollumerland c.a. meer laag opgeleiden (34%), minder middelbaaropgeleiden (43%) en ongeveer evenveel hoog opgeleiden (22% in Fryslân tegenover 21% in Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden Kollumerland c.a). Kollumerland c.a. kent in vergelijking met alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Nederland meer laagopgeleiden (32%), evenveel afgerond. middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Kollumerland c.a. kan mogelijk verklaard worden door het opleidingsniveau. Het aandeel laagopgeleiden is in de gemeente Kollumerland c.a. met 40% van de bevolking aanzienlijk hoger dan gemiddeld in Nederland en Fryslân.

130 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.3 Kollumerland c.a. sectorale Sectorale arbeidsplaatsenverdeling arbeidsplaatsenverdeling Kollumerland c.a. In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Fryslân (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Nederland gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren 0% 20% 40% 60% 80% 100% laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector Industrie & Energie Bouw het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Overig Tabel 47. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Kollumerland c.a. kent de meeste arbeidsplaatsen in de Bouw 276 12.7 sector Handel & Horeca (24%) gevolgd door Industrie & Energie (22%). Zorg & Welzijn 286 9.7 Beide sectoren kennen meer arbeidsplaatsen dan gemiddeld in Handel & Horeca 284 9.5 Fryslân (21% en 18%) en Nederland (23% en 13%). In vergelijking met Transport 286 8.6 Fryslân (18%) en Nederland (16%) kent Kollumerland c.a. (14%) een Overige dienstverlening 293 8.2 lager aandeel werkenden in de sector Zorg & Welzijn, maar met 10% Financiële en zakelijke 303 6.5 kent het een hoger aandeel in de sector Bouw (Fryslân 6%, landelijk dienstverlening 5%). Openbaar bestuur 301 4.2 Onderwijs 310 -* Industrie & Energie en Bouw zijn twee sectoren met een hoog aandeel

laaggeletterden. Dit zijn twee sectoren met een hoog aandeel

werkenden in Kollumerland c.a.. Dit kan een verklaring zijn voor het Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de enigszins hogere percentage laaggeletterden. Kanttekening hierbij is gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, dat mensen niet hoeven te wonen in de gemeente waar ze werken. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

131 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.4 Kollumerland c.a. en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Kollumerland 38% 51% 11% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, c.a. 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Kollumerland c.a. kent 783 (9,5% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide niet werkende werkzoekenden (11%) in tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan Kollumerland c.a., ruim de helft heeft een middelbaar is 61% man en 39% vrouw. Van de NWW-ers is 48% korter dan 12 opleidingsniveau (51%) gevolgd door een laag opleidingsniveau maanden op zoek naar werk, 33% is tussen de 12 en 36 maanden op (38%). In vergelijking met Nederland heeft Kollumerland c.a. een zoek en 19% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking hoog aandeel middelbaar opgeleide NWW-ers. Rekening houdend met Fryslân en Nederland is een grotere groep korter dan 12 met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder maanden opzoek naar nieuw werk. deze kwalificatie zich op in de 38% laagopgeleide niet werkende Duur NWW werkzoekenden.

Kollumerland Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een 48% 33% 19% c.a. niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (52%) in de gemeente Kollumerland c.a. zoekt langer dan 12 maanden naar Fryslân 43% 36% 21% nieuw werk. Dit is echter minder dan het provinciale en landelijke gemiddelde. Duur dat een NWW-er werk zoekt, is daarmee geen Nederland 42% 37% 22% verklarende factor. Ook zijn er niet meer laagopgeleiden onder de NWW-ers. Dit is dus ook geen verklaring voor het enigszins hogere 0% 20% 40% 60% 80% 100% percentage laaggeletterden. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

132 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.5 Kollumerland c.a. en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Kollumerland c.a. met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met Inkomen uit arbeid 31% 29% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 6% en het pensioen. Pensioen 35% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland 14% 12% 10,1% 10,5% 10,1% 10% 27% 26% 28% 30% 8% 6% 4% 5% 2% 8% 0% Kollumerland c.a. Fryslân Nederland 40% 35%

133 | P a g i n a

In de gemeente Kollumerland heeft 10,1% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Kollumerland c.a. ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 29%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 35%), ongeveer evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 6%) en meer uit pensioen (26% tegenover 31%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Kollumerland c.a. ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 29%), evenveel uit WW (35% tegenover 35%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en meer uit pensioen (27% tegenover 31%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Kollumerland c.a. is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval en dus geen verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

134 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.6 Kollumerland c.a. en gezondheid In de gemeente Kollumerland c.a. heeft in 2012 71% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan 71%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het gemiddeld. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage ligt iets hoger dan het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat het aandeel dat contact heeft met Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. de huisarts hierdoor ook hoger is. Dit is niet het geval. Het Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat percentage ligt juist in lijn met het Friese en Nederlandse hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat gemiddelde. Contact met de huisarts is dus geen verklarende factor laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan. Percentage contact met huisarts

Kollumerland c.a.

Fryslân

Nederland

71% 71% 72% 72% 73% 2010 2012

135 | P a g i n a

Hoofdstuk 11.7 Kollumerland c.a. aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Kollumerland c.a. zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het In de gemeente Kollumerland c.a. is het aandeel werkenden in de aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen Industrie & Energie en Bouw hoger dan het provinciale en landelijke ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente gemiddelde. Het aandeel laaggeletterden is hoog in deze sectoren. kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt Dit kan invloed hebben op het laaggeletterdheidspercentage in de in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. gemeente. Mensen die in de gemeente werken hoeven echter niet in dezelfde gemeente te wonen. Er moet dus voorzichtig met deze Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de resultaten worden omgegaan. Het is echter wel een belangrijke gemeente Kollumerland c.a. wordt er een verschil gemaakt tussen vindplaats in de aanpak voor laaggeletterdheid. Op deze manier mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. kunnen activiteiten gerichter worden ingezet. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te organiseren. Tabel 48. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Indicator Verklarende factor Onderscheid In Kollumerland c.a. zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Opleidingsniveau Verklaring Hoger % laagopgeleiden 2. De wijkteams Sectorale arbeid Verklaring Hoger % Industrie & 3. Het UWV Energie en Bouw 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Duur NWW Geen verklaring 5. De huisarts Niveau NWW Geen verklaring Armoede Geen verklaring Gezondheid Geen verklaring

136 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de leeftijd van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - de mobiliteit van de laaggeletterde groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand - de herkomst van de laaggeletterde zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

137 | P a g i n a

Hoofdstuk 12 Leeuwarden en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Leeuwarden met een gemiddelde score van 286 tot 290, hoger dan het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins hogere score ligt tevens iets boven die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Leeuwarden met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Leeuwarden een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

138 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.1 Leeuwarden en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 35% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 30% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 25% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% 20% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Leeuwarden Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Leeuwarden gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een verschilt aanzienlijk met die van Fryslân en Nederland. De grootste uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer groep is 15 tot 35 jaar (30%). Dit percentage ligt veel hoger dan het gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen gemiddelde in Fryslân (23%) en Nederland (25%). Het aandeel 35 tot relatief gezien minder 65-plussers. 55 jarigen komt met 26% overeen met het gemiddelde in Fryslân (27%) en Nederland (28%). Met 12% zijn er iets minder 55 tot 64 jarigen in Leeuwarden ten opzichte van Fryslân (14%). Van alle Friese gemeenten heeft de gemeente Leeuwarden het laagste aandeel 65plussers; Leeuwarden heeft 17% en Fryslân 20%.

Het hogere percentage 15 tot 35-jarigen kan verklaard worden doordat er in Leeuwarden een aantal grote MBO en HBO instellingen gevestigd zijn. Ondanks het hoge percentage 15 tot 35-jarigen is er geen sprake van een verhoogde geletterdheid (282-286, landelijk 284, Fryslân 284.5). Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Leeuwarden. Het is namelijk geen leeftijdscategorie waar laaggeletterdheid hoog is.

139 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 49.Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Leeuwarden Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen is in de gemeente De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Leeuwarden het hoogst van alle Friese gemeenten. Met 8,8% Niet- maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Westerse en 7,7% Westerse allochtonen komt de gemeente ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Leeuwarden aanzienlijk hoger uit dan het Friese gemiddelde van 4% Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. en 5%. In vergelijking met het Nederlandse gemiddelde van respectievelijk 10% en 12% heeft Leeuwarden een laag aandeel allochtonen. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen is mogelijk een tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede verklaring voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. generatie Westerse allochtonen. Ondanks dat het genoten onderwijsniveau in Westerse landen relatief hoog ligt kan deze groep in de Nederlandse taal laaggeletterd zijn. Tevens zijn er meerdere onderwijsinstanties gevestigd en kan Leeuwarden als studentenstad worden aangemerkt. Welke verdeling Niet-Westerse en Westerse studenten hierbij zitten is niet bekend. Dit kan een verklaring geven voor het hogere aandeel Niet-Westerse allochtonen in Leeuwarden.

140 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.2 Leeuwarden en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 50. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Leeuwarden Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9% Leeuwarden kent een groot deel middelbaar opgeleiden (42%). Het HBO 2,3% HOOG WO 2,5% aandeel laagopgeleiden en hoogopgeleiden ligt dicht bij elkaar, respectievelijk 28% en 30%. In vergelijking met Fryslân kent de gemeente Leeuwarden minder laagopgeleiden (34%), minder Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en meer hoog opgeleiden (22%). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Leeuwarden kent in vergelijking met Nederland minder afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en iets meer hoogopgeleiden (27%).

Er kan gesteld worden dat het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Leeuwarden moeilijker te verklaren is door het opleidingsniveau. Leeuwarden heeft in vergelijking met Nederland en Fryslân meer hoogopgeleiden en minder laag- en middelbaar opgeleiden. Een logische verklaring hiervoor is dat Leeuwarden een studentenstad is, er zijn meerdere hoger onderwijsinstellingen gevestigd. Opleidingsniveau is geen verklaring voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden.

141 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.3 Leeuwarden sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Leeuwarden percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 51. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Leeuwarden kent, als enige Friese gemeente, de meeste Industrie & Energie 281 13.9 arbeidsplaatsen in de sector Financiële en Zakelijke Dienstverlening Bouw 276 12.7 (22%). De sector Zorg & Welzijn volgt met 21%. Beide sectoren kennen Zorg & Welzijn 286 9.7 meer arbeidsplaatsen dan gemiddeld in Fryslân (15% en 18%) en Handel & Horeca 284 9.5 Nederland (18% en 16%). In vergelijking met Fryslân (18%) en Transport 286 8.6 Nederland (13%) kent Leeuwarden (9%) een laag aandeel werkenden Overige dienstverlening 293 8.2 in de sector Industrie & Energie. Een verklaring voor deze, voor Friese Financiële en zakelijke 303 6.5 begrippen, buitengewone verdeling van arbeidsplaatsen kan zijn dat dienstverlening in Leeuwarden een ziekenhuis en het Provinciehuis is gevestigd. Openbaar bestuur 301 4.2 Onderwijs 310 -* Leeuwarden heeft een laag aandeel werkenden in de sectoren

Industrie & Energie en Bouw. Dit zijn sectoren met een hoog aandeel

laaggeletterden. Het heeft juist een hoog aandeel werkenden in de Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de sectoren waar zich weinig laaggeletterden bevinden; Financiële en gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, Zakelijke Dienstverlening (6,5% laaggeletterd) en Openbaar Bestuur in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling (4,2% laaggeletterd). Hiermee is de sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid. laaggeletterdheid.

142 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.4 Leeuwarden en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Leeuwarden 35% 47% 18% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Leeuwarden kent 8.758 (12% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide niet werkende werkzoekenden (18%) in tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan Leeuwarden, bijna de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau is 53% man en 47% vrouw. Van de NWW-ers is 38% korter dan 12 (47%) gevolgd door een laag opleidingsniveau (35%). In vergelijking maanden op zoek naar werk, 36% is tussen de 12 en 36 maanden op met Fryslân heeft Leeuwarden meer hoogopgeleide NWW-ers. In zoek en 26% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking vergelijking met Nederland zijn er minder laagopgeleide NWW-ers. met Fryslân en Nederland is een kleinere groep tot 12 maanden op Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt zoek naar nieuw werk. de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 35% laagopgeleide Duur NWW niet werkende werkzoekenden.

Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Leeuwarden 38% 36% 26% niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (62%) in de gemeente Leeuwarden zoekt langer dan 12 maanden naar Fryslân 43% 36% 21% nieuw werk. Deze groep is zeer waarschijnlijk een belangrijke verklarende factor voor het enigszins hogere percentage Nederland 42% 37% 22% laaggeletterdheid. Het opleidingsniveau onder NWW-ers is geen verklarende factor. Het aandeel laagopgeleiden is namelijk lager dan 0% 20% 40% 60% 80% 100% in Nederland. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

143 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.5 Leeuwarden en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Leeuwarden met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken 19% naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 23% Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal 5% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Pensioen

53% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland Huishoudens tot 105% sociaal minimum

14,7% 27% 26% 28% 30% 14% 12% 10,5% 10,1% 10% 5% 8% 8% 6% 4% 40% 35% 2% 0% Leeuwarden Fryslân Nederland

144 | P a g i n a

In de gemeente Leeuwarden heeft 14,7% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt hoger dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Leeuwarden minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 23%), aanzienlijk meer uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 53%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en minder uit pensioen (26% tegenover 19%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Leeuwarden minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 23%), aanzienlijk meer uit WW (35% tegenover 53%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en minder uit pensioen (27% tegenover 19%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Leeuwarden is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is het geval en dus een verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Wat hier opvalt, is dat meer dan de helft (53%) 105% van het sociaal minimum ontvangt door een WW-uitkering. Dit is hoogste percentage van Fryslân. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

145 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.6 Leeuwarden en gezondheid In de gemeente Leeuwarden heeft in 2012 73% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 74%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het iets meer. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Leeuwarden is de verwachting dat het percentage dat wel Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. eens contact met de huisarts heeft, hoger ligt dan het Friese en Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat landelijke gemiddelde percentage. Dit is ook het geval, het ligt iets hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat hoger dan het Friese en Nederlandse percentage. Het contact met de laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van huisarts is daarmee een verklarende factor voor het enigszins hogere de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed percentage laaggeletterdheid. Gezien het enigszins hogere vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand percentage laaggeletterden in de gemeente Leeuwarden en het aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal hogere percentage dat wel eens contact met de huisarts heeft, is het factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat aannemelijk dat de huisartsenpraktijken in de gemeente een hele laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan goede vindplaats voor laaggeletterdheid zou kunnen zijn. met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Leeuwarden

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 74% 75% 2010 2012

146 | P a g i n a

Hoofdstuk 12.7 Leeuwarden aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterden in de gemeente Leeuwarden is: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de Niet-Westerse en Westerse allochtonen het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - de huishoudens op 105% van het sociaal minimum worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het - contact met de huisarts aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente Leeuwarden levert een afwijkend beeld op ten opzichte van de andere kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt gemeenten in Fryslân. In de gemeente Leeuwarden is er meer sprake in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. van stadsproblematiek in vergelijking met de plattelandsgemeenten. Leeuwarden is de grootste plaats in de provincie. Hierbij komen ook Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de andere ‘problemen’ naar voren. Armoede is bijvoorbeeld hoog in de gemeente Leeuwarden wordt er een verschil gemaakt tussen stad. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid. Hiermee kunnen activiteiten om laaggeletterdheid aan te pakken gerichter worden ingezet. Daarnaast zijn er in Leeuwarden meer Tabel 52. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. allochtonen. Nederlands is vaak niet hun moedertaal, waardoor er problemen kunnen ontstaan met de taalvaardigheden. Indicator Verklarende factor Onderscheid

Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Hoger % Niet-Westerse en Vindplaatsen van laaggeletterdheid Westerse allochtonen In Leeuwarden zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Opleidingsniveau Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Sectorale arbeid Geen verklaring 2. De wijkteams Duur NWW Verklaring Hoog % langer dan 12 3. Het UWV maanden opzoek 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Niveau NWW Geen verklaring 5. De huisarts Armoede Verklaring Hoog % onder de 105% sociaal minimum Gezondheid Verklaring Meer contact huisarts

147 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te Aanpak taalniveau informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang factoren, kan de slagingskans van de cursist worden van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek - de leeftijd van de laaggeletterde komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag - de mobiliteit van de laaggeletterde gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel - de herkomst van de laaggeletterde woorden. - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en Een indirecte vindplaats voor de gemeente Leeuwarden betreffen de spraakvaardigheid) werkgevers in de sector Zorg & Welzijn. Het is niet te zeggen of - de locatie van de taalcursus werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van de gemeente. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal samengewerkt wordt.

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

148 | P a g i n a

Hoofdstuk 13 Leeuwarderadeel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Leeuwarderadeel met een gemiddelde score van 278-282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Leeuwarderadeel met 11% tot 13% ligt rond het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Leeuwarderadeel een gelijk of enigszins lager aandeel laaggeletterden.

149 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.1 Leeuwarderadeel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Leeuwarderadeel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Leeuwarderadeel verschilt niet met die van Fryslân. De grootste gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen groep is 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en relatief gezien minder 65-plussers. Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Leeuwarderadeel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen ligt met 16% hoger dan het Friese en Nederlandse gemiddelde; respectievelijk 14% en 13%.

De leeftijdsopbouw in Leeuwarderadeel is ongeveer gelijk aan die in Fryslân en Nederland. Het laaggeletterdheidspercentage in Fryslân is echter hoger. Waarschijnlijk kan de opbouw in leeftijd geen verklaring geven voor het gemiddelde percentage laaggeletterden.

150 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 53. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Leeuwarderadeel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Leeuwarderadeel met 3,3% iets lager dan het gemiddelde in Fryslân. ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Het aandeel Westerse allochtonen is met 4,2% ook iets lager dan het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Friese gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede verklaring is voor het gemiddelde laaggeletterdheidspercentage. De generatie Westerse allochtonen. verwachting is juist dat het percentage lager is, gezien het kleine aandeel allochtonen.

151 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.2 Leeuwarderadeel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 54. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Leeuwarderadeel Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Leeuwarderadeel kent een groot deel laagopgeleiden (36%) en middelbaaropgeleiden (42%). In vergelijking met Fryslân kent Leeuwarderadeel meer laagopgeleiden (34%), ongeveer evenveel Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en evenveel hoogopgeleiden (22%). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Leeuwarderadeel kent in vergelijking met Nederland aanzienlijk meer afgerond. laagopgeleiden (32%), iets meer middelbaaropgeleiden (39%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Leeuwarderadeel heeft een gemiddeld percentage laaggeletterden. De verwachting is dat het aandeel laagopgeleiden laag is; hier bevinden zich namelijk de meeste laaggeletterden. Dit aandeel is echter hoger dan in Fryslân en Nederland. Opleidingsniveau is dus geen verklarende factor.

152 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.3 Leeuwarderadeel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Leeuwarderadeel (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Tabel 55. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Onderwijs Zorg & Welzijn * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Overig

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Leeuwarderadeel kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Zorg & Welzijn (27%) gevolgd door Handel & Horeca (26%). Bouw 276 12.7 Beide sectoren kennen meer arbeidsplaatsen dan gemiddeld in Zorg & Welzijn 286 9.7 Fryslân (18% en 21%) en Nederland (16% en 23%). In vergelijking met Handel & Horeca 284 9.5 Fryslân (18%) kent Leeuwarderadeel (13%) een lager aandeel Transport 286 8.6 werkenden in de sector Industrie en Energie. Dit is vergelijkbaar met Overige dienstverlening 293 8.2 Nederland. Leeuwarderadeel kent het met 8% een iets hoger aandeel Financiële en zakelijke 303 6.5 werkenden in de Bouw (Fryslân 6%, Nederland 5%). dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Leeuwarderadeel heeft waarschijnlijk een iets lager of Onderwijs 310 -* gemiddeld aandeel laaggeletterden onder de werkenden. Het

grootste deel van de werkenden is werkzaam in de sector Zorg &

Welzijn waarvan bekend is dat het percentage laaggeletterden rond Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de het gemiddelde ligt, 9,7%. Dat Industrie & Energie en Bouw in totaal gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, een kleiner aandeel werkenden heeft in Leeuwarderadeel, kan een in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling verklaring geven voor de gemiddelde laaggeletterdheid. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

153 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.4 Leeuwarderadeel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Leeuwarderadeel 31% 51% 18% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Leeuwarderadeel kent 521 (8,1% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 50% man en 50% vrouw. Van de NWW-ers is 39% korter dan 12 Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (18%) in Leeuwarderadeel, maanden op zoek naar werk, 38% is tussen de 12 en 36 maanden op meer dan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) zoek en 23% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking gevolgd door een laag opleidingsniveau (31%). In vergelijking met met Fryslân en Nederland vindt een kleinere groep binnen 12 Fryslân en Nederland heeft Leeuwarderadeel een lager aandeel laag maanden nieuw werk. opgeleide NWW-ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich Duur NWW op in de 31% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Leeuwarderadeel 39% 38% 23% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (61%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Leeuwarderadeel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. De gemeente Leeuwarderadeel heeft een gemiddeld Nederland 42% 37% 22% percentage laaggeletterden. Het aandeel NWW-ers is geen verklaring. Onder NWW-ers zijn relatief weinig laagopgeleiden, de 0% 20% 40% 60% 80% 100% middelbaaropgeleiden zijn wel meer vertegenwoordig. Dit kan een 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd verklaring zijn voor het gemiddelde percentage laaggeletterden.

154 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.5 Leeuwarderadeel en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Leeuwarderadeel met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomen uit arbeid naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 28% 31% een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Werkloosheid/bijstand huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) 6% en het pensioen. Pensioen

34% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum

14% 12% 10,5% 10,1% Fryslân Nederland 10% 8,0% 8% 6% 4% 27% 26% 28% 30% 2% 0% Leeuwarderadeel Fryslân Nederland 5% 8%

40% 35%

155 | P a g i n a

In de gemeente Leeuwarderadeel heeft 8% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Leeuwarderadeel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 31%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 34%), ongeveer evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 6%) en iets meer uit pensioen (26% tegenover 28%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Leeuwarderadeel ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 31%), minder uit WW (35% tegenover 34%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 28%).

Leeuwarderadeel heeft relatief gezien weinig mensen die rond moeten komen met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum. Hierbij is de verwachting dat er ook minder laaggeletterden zijn. Het aandeel laaggeletterden is echter gemiddeld. Hiermee is het dus geen verklarende factor. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

156 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.6 Leeuwarderadeel en gezondheid In de gemeente Leeuwarderadeel heeft in 2012 69% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 70%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het net iets minder. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het aandeel laaggeletterden ligt rond het landelijke gemiddelde. Hiermee is de verwachting dat het contact met de huisarts ook rond Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. het landelijke gemiddelde ligt. Dit is echter niet zo; het contact met Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat de huisarts ligt lager dan het Friese en Nederlandse percentage. Het hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat contact met de huisarts is dus geen verklarende factor. Kanttekening laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van is dat het contact met de huisarts niet veel lager is dan het landelijke de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed gemiddelde. vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Leeuwarderadeel

Fryslân

Nederland

67% 68% 69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

157 | P a g i n a

Hoofdstuk 13.7 Leeuwarderadeel aanbevelingen Verklarende factoren De gemeente Leeuwarderadeel heeft een gemiddeld percentage De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten laaggeletterden. De belangrijkste verklarende factoren voor afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en laaggeletterdheid in de gemeente Leeuwarderadeel zijn: het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - Het opleidingsniveau van Niet Werkend Werkzoekend worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen De sectoren Industrie & Energie en Bouw hebben in totaal een relatief ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente laag aandeel laaggeletterden in vergelijking met andere gemeenten kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt in Fryslân. Dit kan invloed hebben op de laaggeletterdheid in de in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. gemeente Leeuwarderadeel. Sectoren met een hoog aandeel laaggeletterden kunnen een belangrijke vindplaats vormen. Mensen Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de die in de gemeente werken hoeven echter niet in dezelfde gemeente gemeente Leeuwarderadeel wordt er een verschil gemaakt tussen te wonen. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. en activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te organiseren. Op deze manier kunnen gemeenten het probleem gezamenlijk oppakken en kunnen activiteiten gerichter worden Tabel 56. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. ingezet.

Indicator Verklarende factor Onderscheid Leeftijdsopbouw Geen verklaring Vindplaatsen van laaggeletterdheid Herkomst Geen verklaring In Leeuwarderadeel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Opleidingsniveau Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Sectorale arbeid Verklaring Laag % in sector Industrie 2. De wijkteams & Energie en Bouw 3. Het UWV Duur NWW Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Niveau NWW Verklaring Laag % laagopgeleiden, 5. De huisarts hoog % middelbaaropgeleiden Armoede Geen verklaring Gezondheid Geen verklaring

158 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de leeftijd van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - de mobiliteit van de laaggeletterde ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms - de herkomst van de laaggeletterde zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

159 | P a g i n a

Hoofdstuk 14 Littenseradiel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Littenseradiel met een gemiddelde score van 290 tot 294, hoger dan het landelijk gemiddelde (284). Deze hogere score ligt ook boven het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Littenseradiel met 5% tot 8% lager dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Littenseradiel een aanzienlijk lager aandeel laaggeletterden.

160 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.1 Littenseradiel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Littenseradiel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Littenseradiel gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Littenseradiel heeft een relatief gezien minder 65-plussers. leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Littenseradiel (15%) en Fryslân (14%) en is iets hoger dan het gemiddelde in Nederland (13%).

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het lage, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Littenseradiel.

161 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 57. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Littenseradiel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel allochtonen is in de gemeente Littenseradiel zeer laag. ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Met 1,2% Niet-Westerse en 3,5% Westerse allochtonen komt het niet Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. in de buurt van de Friese percentages, respectievelijk 4% en 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen mogelijk tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede een verklaring is voor het lagere percentage laaggeletterden in de generatie Westerse allochtonen. gemeente Littenseradiel.

162 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.2 Littenseradiel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 58. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Littenseradiel Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Littenseradiel kent iets meer middelbaaropgeleiden (40%) dan laagopgeleiden (35%). Een kwart van de bevolking in Littenseradiel is hoogopgeleid. In vergelijking met Fryslân kent Littenseradiel ongeveer een gelijk aandeel laagopgeleiden (34%), minder Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en iets meer hoogopgeleiden (22%). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Littenseradiel kent in vergelijking met Nederland meer afgerond. laagopgeleiden (32%), evenveel middelbaaropgeleiden en iets minder hoogopgeleiden (27%).

De gemeente Littenseradiel kent een relatief hoog aandeel hoogopgeleiden in vergelijking met andere gemeenten in Fryslân. Het ligt echter lager dan in Nederland. Bovendien zijn er relatief meer laagopgeleiden. Het opleidingsniveau is daarmee geen verklarende factor voor het lage laaggeletterdheidspercentage. Het hoge aandeel hoogopgeleiden kan wel een verklarende factor zijn voor de hogere geletterdheidsscore (290 – 294).

163 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.3 Littenseradiel sectorale arbeidsplaatsenverdeling

Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Littenseradiel (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Tabel 59. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Onderwijs Zorg & Welzijn Overig Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Littenseradiel kent met 32% veruit de meeste Industrie & Energie 281 13.9 arbeidsplaatsen in de sector Industrie & Energie. Provinciaal ligt dit Bouw 276 12.7 percentage aanzienlijk lager, namelijk op 18%. Landelijk ligt dit Zorg & Welzijn 286 9.7 percentage nog lager, op 13%. In vergelijking met Fryslân (18%) en Handel & Horeca 284 9.5 Nederland (16%) kent Littenseradiel (12%) een lager aandeel Transport 286 8.6 werkenden in de sector Zorg & Welzijn. Wel kent het met 10% juist Overige dienstverlening 293 8.2 weer een iets hoger aandeel werkenden in de Bouw (Fryslân 6%, Financiële en zakelijke 303 6.5 Nederland 5%). dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Littenseradiel heeft een hoog aandeel (42%) werkenden Onderwijs 310 -* in de sectoren Industrie & Energie en Bouw (landelijk 18%, provinciaal

24%). Laaggeletterdheid onder werkenden is waarschijnlijk hoog,

omdat het aandeel laaggeletterden in deze sectoren hoog is. Deze Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de mensen hoeven echter niet in de gemeente Littenseradiel te wonen. gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, Laaggeletterdheid is hier ook lager dan het landelijke gemiddelde. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling De sectorale arbeidsplaatsverdeling is hiervoor geen verklarende staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. factor. Gezien hoge aandeel werkende in deze sectoren is juist de Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid. verwachting dat laaggeletterdheid hoog is. Dit is niet het geval.

164 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.4 Littenseradiel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Littenseradiel 26% 51% 24% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Littenseradiel kent 451 (6,5% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 57% man en 43% vrouw. Van de NWW-ers is 45% korter dan 12 Er zijn relatief veel hoog opgeleide NWW-ers (24%) in Littenseradiel, maanden op zoek naar werk, 40% is tussen de 12 en 36 maanden op de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) gevolgd door zoek en 15% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking een laag opleidingsniveau (26%). In vergelijking met Nederland en met Fryslân en Nederland is een grotere groep tussen de 12 en 36 Fryslân heeft Littenseradiel een hoog aandeel middelbaar- en maanden op zoek naar nieuw werk. hoogopgeleide NWW-ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich Duur NWW op in de 26% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Littenseradiel 45% 40% 16% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (55%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Littenseradiel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit aandeel is echter lager dan in Fryslân en Nederland. Nederland 42% 37% 22% Hiermee kan het een verklaring zijn voor het lagere percentage laaggeletterden. Ook opleidingsniveau onder NWW-ers is een 0% 20% 40% 60% 80% 100% verklarende factor. Het aandeel hoogopgeleiden is namelijk hoog en 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd het aandeel laagopgeleiden laag.

165 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.5 Littenseradiel en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Littenseradiel naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal 31% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Inkomen uit arbeid 41% werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Werkloosheid/bijstand en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid 3% Pensioen Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 24% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 10,5% 10,1% 27% 26% 28% 30% 10% 8% 7,2% 6% 5% 4% 8% 2% 0% Littenseradiel Fryslân Nederland 40% 35%

166 | P a g i n a

In de gemeente Littenseradiel heeft 7,2% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Littenseradiel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 41%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 24%), minder uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (6% tegenover 3%) en iets meer uit pensioen (26% tegenover 31%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Littenseradiel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 41%), minder uit WW (35% tegenover 24%), minder uit AOU (8% tegenover 3%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 31%).

Gezien het lage percentage laaggeletterden in Littenseradiel is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een lager aandeel huishoudens met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum is. Dit is het geval en dus een verklarende factor voor het lagere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

167 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.6 Littenseradiel en gezondheid In de gemeente Littenseradiel heeft in 2012 73% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 65%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het iets meer. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het lagere percentage laaggeletterden in de gemeente Littenseradiel is de verwachting dat het percentage dat wel eens Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. contact met de huisarts heeft lager ligt dan het Friese en landelijke Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemiddelde. Voor 2010 is dit ook het geval. In 2012 is dit aandeel hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat gestegen en ligt het boven het Friese en Nederlandse gemiddelde. laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van Hiermee is het geen verklarende factor voor het lagere percentage de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed laaggeletterden. vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Littenseradiel

Fryslân

Nederland

60% 65% 70% 75% 2010 2012

168 | P a g i n a

Hoofdstuk 14.7 Littenseradiel aanbevelingen Verklarende factoren De gemeente Littenseradiel heeft als een van de weinige Friese De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten gemeenten een lager percentage laaggeletterden. De belangrijkste afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en verklarende factoren voor laaggeletterdheid in de gemeente het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de Littenseradiel zijn: andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - de herkomst worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen - het opleidingsniveau onder Niet Werkende Werkzoekende ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente - het aandeel dat moet rondkomen van 105% van het sociaal kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt minimum in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. In de gemeente Littenseradiel zijn er veel werkenden in de sectoren Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de Industrie & Energie en Bouw. Het lage aandeel laaggeletterden gemeente Littenseradiel wordt er een verschil gemaakt tussen bevindt zich waarschijnlijk in de deze sectoren. Dit is dus een mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. belangrijke vindplaats. Kanttekening hierbij is dat iemand die in de gemeenten werkt, niet in de gemeente hoeft te wonen. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met Indicator Verklarende factor Onderscheid andere gemeenten of met de provincie te organiseren. Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Laag % allochtonen Vindplaatsen van laaggeletterdheid Opleidingsniveau Geen verklaring In Littenseradiel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Sectorale arbeid Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Duur NWW Verklaring Laag % langer dan 12 2. De wijkteams maanden zoekend 3. Het UWV Niveau NWW Verklaring Laag % laagopgeleiden, hoog % hoogopgeleiden 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Armoede Verklaring Laag % tot 105% van het 5. De huisarts sociaal minimum Gezondheid Geen verklaring

169 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de leeftijd van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - de mobiliteit van de laaggeletterde ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms - de herkomst van de laaggeletterde zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

170 | P a g i n a

Hoofdstuk 15 Menameradiel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Menameradiel met een gemiddelde score van 290 tot 294, hoger dan het landelijk gemiddelde (284). Deze hogere score ligt ook boven het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Menameradiel met 5% tot 8% lager dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Menameradiel een aanzienlijk lager aandeel laaggeletterden.

171 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.1 Menameradiel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Menameradiel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Menameradiel uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Menameradiel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Menameradiel (15%) en Fryslân (14%) ongeveer gelijk en iets hoger dan in Nederland (13%).

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het lagere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Menameradiel.

172 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 60. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Menameradiel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel allochtonen is in de gemeente Menameradiel zeer laag. maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Met 1,6% Niet-Westerse en 3,8% Westerse allochtonen komt het niet ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, in de buurt van de Friese percentages, respectievelijk 4% en 5%. Het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Uit deze cijfers valt op te maken dat het lage aandeel allochtonen een dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en verklaring is voor het lagere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Menameradiel. generatie Westerse allochtonen.

173 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.2 Menameradiel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 61. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Menameradiel Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Menameradiel kent meer middelbaaropgeleiden (45%) dan laagopgeleiden (33%). In vergelijking met Fryslân kent Menameradiel ongeveer evenveel laagopgeleiden (34%), iets meer Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en ongeveer evenveel hoogopgeleiden alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 (23% in Menameradiel en 22% in Fryslân). Menameradiel kent in afgerond. vergelijking met Nederland meer laagopgeleiden (32%), meer middelbaar opgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Het laaggeletterdheidspercentage is lager dan het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat het aandeel laagopgeleiden lager is en het aandeel hoogopgeleiden hoger is dan het landelijke gemiddelde. Dit is echter niet het geval. Opleidingsniveau is daarmee geen verklarende factor.

174 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.3 Menameradiel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Menameradiel percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 62. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Menameradiel kent met 28% veruit de meeste Bouw 276 12.7 arbeidsplaatsen in de sector Industrie & Energie, provinciaal en Zorg & Welzijn 286 9.7 landelijk ligt dit percentage aanzienlijk lager op respectievelijk 18% Handel & Horeca 284 9.5 en 13%. In vergelijking met Fryslân (18%) en Nederland (16%) kent Transport 286 8.6 Menameradiel (14%) een lager aandeel werkenden in de sector Zorg Overige dienstverlening 293 8.2 & Welzijn. Met 9% kent Menameradiel juist weer een iets hoger Financiële en zakelijke 303 6.5 aandeel werkenden in de Bouw (Fryslân 6%, landelijk 5%). dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Menameradiel heeft een hoog aandeel (37%) werkenden Onderwijs 310 -* in de sectoren Industrie & Energie en Bouw (landelijk 18%, provinciaal

24%). Laaggeletterdheid onder werkenden is waarschijnlijk hoog,

omdat het aandeel laaggeletterden in deze sectoren hoog is. Deze

mensen hoeven echter niet in de gemeente Menameradiel te wonen. Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de Laaggeletterdheid is hier ook lager dan het landelijke gemiddelde. gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, De sectorale arbeidsplaatsverdeling is hiervoor geen verklarende in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling factor. Gezien hoge aandeel werkende in deze sectoren is juist de staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. verwachting dat laaggeletterdheid hoog is. Dit is niet het geval. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

175 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.4 Menameradiel en participatie

Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- Opleidingsniveau NWW uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, Menameradiel 29% 53% 18% 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15% Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten Nederland 40% 42% 18% opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie 0% 20% 40% 60% 80% 100% hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog Menameradiel kent 687 (8% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 53% man en 47% vrouw. Van de NWW-ers is 49% korter dan 12 Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (18%) in Menameradiel, ruim maanden op zoek naar werk, 33% is tussen de 12 en 36 maanden op de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (53%) gevolgd door zoek en 19% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking een laag opleidingsniveau (29%). In vergelijking met Fryslân en met Fryslân en Nederland is er een grotere groep korter dan 12 Nederland heeft Menameradiel een laag aandeel laagopgeleide NWW- maanden op zoek naar nieuw werk. ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 29% Duur NWW laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Menameradiel 49% 33% 19% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (52%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Menameradiel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is echter een lager aandeel dan in Fryslân en Nederland 42% 37% 22% Nederland. Daarmee kan het een verklarende factor zijn voor het lagere aandeel laaggeletterden. Opleidingsniveau van NWW-ers is ook 0% 20% 40% 60% 80% 100% een verklarende factor. Er zijn relatief weinig laagopgeleiden onder 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd de NWW-ers.

176 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.5 Menameradiel en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met minimum Menameradiel een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage 28% huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal 38% Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Arbeidsongeschiktheid en het pensioen. 5% Pensioen

Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen 28% op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 27% 26% 28% 30% 12% 10,5% 10,1% 10% 7,3% 8% 6% 5% 8% 4% 2% 0% 40% 35% Menameradiel Fryslân Nederland

177 | P a g i n a

In de gemeente Menameradiel heeft 7.3% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Menameradiel meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 39%), minder uit bijstandsuitkering (40% tegenover 28%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en iets meer uit pensioen (26% tegenover 28%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Menameradiel iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 39%), minder uit WW (35% tegenover 28%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en iets meer uit pensioen (27% tegenover 28%).

Gezien het lage percentage laaggeletterden in Menameradiel is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een lager aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is het geval en dus een verklarende factor voor het lage percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

178 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.6 Menameradiel en gezondheid In de gemeente Menameradiel heeft in 2012 67% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 66%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het minder. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. De gemeente Menameradiel heeft een lager percentage laaggeletterden dan Fryslân en Nederland. De verwachting is dat het Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. contact met de huisarts ook lager ligt dan het Friese en Nederlandse Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemiddelde. Dit komt overeen met de resultaten. Het contact met de hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat huisarts is een verklarende factor voor het lage aandeel laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van laaggeletterden in de gemeente Menameradiel. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Menameradiel

Fryslân

Nederland

62% 64% 66% 68% 70% 72% 74% 2010 2012

179 | P a g i n a

Hoofdstuk 15.7 Menameradiel aanbevelingen Verklarende factoren De gemeente Menameradiel heeft als één van de weinige Friese De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten gemeenten een lager percentage laaggeletterden. De belangrijkste afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en verklarende factoren voor laaggeletterdheid in de gemeente het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de Menameradiel zijn: andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - de herkomst worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het - de duur dat een inwoner Niet Werkende Werkzoekend is aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen - het opleidingsniveau van Niet Werkende Werkzoekende ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente - aandeel tot 105% van het sociaal minimum kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt - aandeel contact met huisarts in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. De sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn relatief groot in de Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de gemeente Menameradiel. Laaggeletterdheid is echter laag in de gemeente Menameradiel wordt er een verschil gemaakt tussen gemeente. De sectoren kunnen alleen wel een belangrijke vindplaats mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. vormen in de aanpak van laaggeletterdheid. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te wonen in de gemeente waar hij werkt. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te werken en Tabel 63. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. activiteiten samen met andere gemeenten of met de provincie te organiseren. Indicator Verklarende factor Onderscheid

Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Laag % allochtonen Vindplaatsen van laaggeletterdheid Opleidingsniveau Geen verklaring In Menameradiel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Sectorale arbeid Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Duur NWW Verklaring Laag % langer dan 12 2. De wijkteams maanden opzoek 3. Het UWV Niveau NWW Verklaring Laag % laagopgeleiden 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Armoede Verklaring Laag % tot 10% van het 5. De huisarts sociaal minimum Gezondheid Verklaring Laag % contact huisarts

180 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de leeftijd van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - de mobiliteit van de laaggeletterde ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms - de herkomst van de laaggeletterde zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

181 | P a g i n a

Hoofdstuk 16 Ooststellingwerf en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ooststellingwerf met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Ooststellingwerf met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Ooststellingwerf een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

182 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.1 Ooststellingwerf en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Ooststellingwerf Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Ooststellingwerf verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen is 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en relatief gezien minder 65-plussers. Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Ooststellingwerf heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Ooststellingwerf (15%) en Fryslân (14%) ongeveer gelijk en iets hoger dan in Nederland (13%).

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Ooststellingwerf.

183 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 64. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Ooststellingwerf Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel niet-Westerse allochtonen is in de gemeente maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Ooststellingwerf zeer laag. Met 1,9% ligt het onder het provinciale ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, gemiddelde van 4%. Het percentage Westerse allochtonen ligt Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. daarentegen met 4,5% dicht bij het Friese gemiddelde van 5%. Het aandeel niet-westerse en westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de generatie Westerse allochtonen. gemeente Ooststellingwerf.

184 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.2 Ooststellingwerf en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 50% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 65. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Ooststellingwerf Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Ooststellingwerf kent een groter aandeel middelbaaropgeleiden (44%) dan laagopgeleiden (36%). In vergelijking met Fryslân kent Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden Ooststellingwerf meer laagopgeleiden (34%), iets meer alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 middelbaaropgeleiden (43%) en minder hoogopgeleiden (17% in afgerond. Ooststellingwerf en 22% in Fryslân). Ooststellingwerf kent in vergelijking met Nederland meer laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en aanzienlijk minder hoogopgeleiden (27%).

Er kan gesteld worden dat het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Ooststellingwerf mogelijk verklaard kan worden door het opleidingsniveau.

185 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.3 Ooststellingwerf sectorale arbeidsplaatsenverdeling

Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Ooststellingwerf (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Tabel 66. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Onderwijs Zorg & Welzijn Overig Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Ooststellingwerf kent met 24% de meeste Bouw 276 12.7 arbeidsplaatsen in de sector Handel & Horeca én de sector Industrie Zorg & Welzijn 286 9.7 & Energie. Provinciaal en landelijk liggen deze percentages lager. Handel & Horeca 284 9.5 Voor Handel & Horeca respectievelijk 21% en 23% en voor Industrie & Transport 286 8.6 Energie respectievelijk op 18% en 13%. In vergelijking met Fryslân Overige dienstverlening 293 8.2 (15%) en Nederland (18%) kent Ooststellingwerf (8%) een lager Financiële en zakelijke 303 6.5 aandeel werkenden in de sector Financiële & Zakelijke dienstverlening Dienstverlening. Openbaar bestuur 301 4.2 Onderwijs 310 -* De gemeente Ooststellingwerf heeft een hoger aandeel (31%)

werkenden in de sector Industrie & Energie en Bouw (landelijk 18%,

provinciaal 24%). Het aandeel laaggeletterden onder de werkende is Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de waarschijnlijk hoog. Daarmee kan het een verklaring zijn voor het gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, enigszins hogere percentage laaggeletterden. Kanttekening hierbij is in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling dat mensen niet hoeven te wonen in de gemeente waar ze werken. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

186 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.4 Ooststellingwerf en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Ooststellingwerf 39% 47% 14% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten Nederland 40% 42% 18% opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie 0% 20% 40% 60% 80% 100% hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog Ooststellingwerf kent 1.488 (9,3% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 55% man en 45% vrouw. Van de NWW-ers Er zijn weinig hoog opgeleide niet werkende werkzoekenden (14%) in is 43% korter dan 12 maanden op zoek naar werk, 32% is tussen de Ooststellingwerf, bijna de helft heeft een middelbaar 12 en 36 maanden op zoek en 25% is meer dan drie jaar op zoek naar opleidingsniveau (47%) gevolgd door een laag opleidingsniveau werk. In vergelijking met Fryslân en Nederland is een grotere groep (39%). Het aandeel middelbaaropgeleiden is iets lager dan het Friese langer dan 36 maanden op zoek naar nieuw werk. gemiddelde (50%) en iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (42%). Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan Duur NWW houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 39% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Ooststellingwerf 43% 32% 25% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Fryslân 43% 36% 21% niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (57%) in de gemeente Ooststellingwerf zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. In Fryslân en Nederland is dit een vergelijkbaar aandeel. Nederland 42% 37% 22% De duur is daarmee geen verklarende factor voor het enigszins 0% 20% 40% 60% 80% 100% hogere aandeel laaggeletterden. In Ooststellingwerf zijn relatief veel 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd laagopgeleiden onder NWW-ers. Het aandeel is echter niet hoger dan in Nederland. Dit is dus ook geen verklarende factor.

187 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.5 Ooststellingwerf en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met minimum Ooststellingwerf een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Inkomen uit arbeid 30% 31% huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Arbeidsongeschiktheid en het pensioen. 8% Pensioen Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen 30% op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 10,5% 9,9% 10,1% 26% 27% 10% 28% 30% 8% 6% 5% 4% 8% 2% 0% Ooststellingwerf Fryslân Nederland 40% 35%

188 | P a g i n a

In de gemeente Ooststellingwerf heeft 9,9% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Ooststellingwerf iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 31%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 30%), meer uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 8%) en meer uit pensioen (26% tegenover 30%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Ooststellingwerf ongeveer evenveel inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 31%), minder uit WW (35% tegenover 30%), evenveel uit AOU (8%) en meer uit pensioen (27% tegenover 30%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Ooststellingwerf is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval en dus geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

189 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.6 Ooststellingwerf en gezondheid In de gemeente Ooststellingwerf heeft in 2012 77% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan ook 77%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het aanzienlijk meer. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. In de gemeente Ooststellingwerf ligt het aandeel laaggeletterden iets hoger dan het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat het Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. aandeel dat wel eens contact opneemt met de huisarts ook hoger is. Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat Dit klopt met de resultaten; in Ooststellingwerf nemen meer mensen hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat contact op met de huisarts dan in Fryslân en Nederland. Het contact laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van met de huisarts kan een verklarende factor zijn voor het hogere de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed percentage laaggeletterden in de gemeente. Gezien het enigszins vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Ooststellingwerf aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal en het hogere percentage dat wel eens contact met de huisarts heeft, factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat is het aannemelijk dat de huisartsenpraktijken in de gemeente een laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan hele goede vindplaats voor laaggeletterdheid zou kunnen zijn. met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Ooststellingwerf

Fryslân

Nederland

68% 70% 72% 74% 76% 78% 2010 2012

190 | P a g i n a

Hoofdstuk 16.7 Ooststellingwerf aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor laaggeletterdheid in de De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten gemeente Ooststellingwerf zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de sectorale arbeidsplaatsverdeling andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het contact met de huisarts worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen In de gemeente Ooststellingwerf is er een hoog aandeel werkenden ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente in de sectoren Industrie & Energie en Bouw. Dit zijn sectoren met een kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt hoger aandeel laaggeletterden. Hiermee zijn het belangrijke in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. vindplaatsen. Kanttekening is wel dat iemand niet hoeft te wonen in de gemeente waar hij werkt. Daarom is het belangrijk om Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeente Ooststellingwerf wordt er een verschil gemaakt tussen gemeenten of met de provincie te organiseren. mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Ooststellingwerf zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 67. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Verklaring Hoog % laag- en 5. De huisarts middelbaaropgeleiden Sectorale arbeid Verklaring Hoog % in Industrie & Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Energie en Bouw mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Duur NWW Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Niveau NWW Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Armoede Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Gezondheid Verklaring Hoog % contact met de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is huisarts daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te

informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit

kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende

opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

191 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een - de herkomst van de laaggeletterde belangrijke groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en groep zitten ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid spraakvaardigheid) is hoger onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten - de locatie van de taalcursus bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

192 | P a g i n a

Hoofdstuk 17 Opsterland en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Opsterland met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Opsterland met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Opsterland een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

193 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.1 Opsterland en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Opsterland Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Opsterland uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Opsterland heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Opsterland, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het enigszins hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Opsterland.

194 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 68. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Opsterland Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

Het aandeel allochtonen is in de gemeente Opsterland laag. Met 2,1% De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Niet-Westerse en 3,6% Westerse allochtonen ligt het aandeel maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze allochtonen lager dan gemiddeld in Fryslân met respectievelijk 4% en ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Hieruit valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Opsterland. generatie Westerse allochtonen.

195 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.2 Opsterland en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 69. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Opsterland Fryslân Nederland Lager onderwijs 42,3% LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Opsterland heeft 33% laagopgeleiden gevolgd door 43% middelbaaropgeleiden en 23% hoopopgeleiden. In vergelijking met Fryslân zijn er evenveel laagopgeleiden in Opsterland, evenveel Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden en ongeveer evenveel hoogopgeleiden (22%). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Opsterland kent in vergelijking met Nederland iets meer afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Zoals bekend komt laaggeletterdheid waarschijnlijk het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaaropgeleiden (12,1%). In de gemeente Opsterland zijn de meeste inwoners laag op middelbaar opgeleid. Het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Opsterland kan mogelijk verklaard worden door het opleidingsniveau.

196 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.3 Opsterland sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Opsterland percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 70. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Opsterland kent de meeste arbeidsplaatsen in de sector Bouw 276 12.7 Handel & Horeca (27%) gevolgd door Zorg & Welzijn (23%). Beide Zorg & Welzijn 286 9.7 sectoren kennen meer arbeidsplaatsen dan gemiddeld in Fryslân Handel & Horeca 284 9.5 (21% en 18%) en Nederland (23% en 16%). In vergelijking met Fryslân Transport 286 8.6 (15%) en Nederland (18%) kent Opsterland (10%) een lager aandeel Overige dienstverlening 293 8.2 werkenden in de sector Financiële & Zakelijke Dienstverlening. Financiële en zakelijke 303 6.5 dienstverlening Het aandeel in de sectoren Industrie & Energie en Bouw (23%) ligt Openbaar bestuur 301 4.2 rond het Friese gemiddelde (24%) en hoger dan het landelijke Onderwijs 310 -* gemiddelde (18%). De sectoren Handel & Horeca en Zorg & Welzijn

vormen echter een veel groter deel van de arbeidsmarkt. In totaal is

50% van de werkenden actief in deze sectoren. Provinciaal en

landelijk is dit 39%. Hiermee is de sectorale arbeidsplaatsverdeling Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, laaggeletterden. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

197 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.4 Opsterland en participatie

Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- Opleidingsniveau NWW uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, Opsterland 32% 50% 17% 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15% Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten Nederland 40% 42% 18% opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie 0% 20% 40% 60% 80% 100% hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog Opsterland kent 1.611 (8,6% van de potentiële beroepsbevolking, provinciaal 9,8%) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 55% man en 45% vrouw. Van de NWW-ers is 40% korter dan 12 maanden op Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (17%) in Opsterland, de helft zoek naar werk, 34% is tussen de 12 en 36 maanden op zoek en 26% heeft een middelbaar opleidingsniveau (50%) gevolgd door een laag is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking met Fryslân opleidingsniveau (32%). In vergelijking met Fryslân en Nederland en Nederland is een grotere groep langer dan 36 maanden op zoek heeft Opsterland een laag aandeel laagopgeleide NWW-ers. Rekening naar nieuw werk. houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 32% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Duur NWW Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (60%) Opsterland 40% 35% 26% in de gemeente Opsterland zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is meer dan in Fryslân en Nederland en daarmee is deze groep zeer waarschijnlijk een belangrijke verklarende factor voor het Fryslân 43% 36% 21% enigszins hogere percentage laaggeletterdheid. Het opleidingsniveau onder NWW-ers is daarentegen geen verklarende factor. Er zijn Nederland 42% 37% 22% relatief weinig laagopgeleide NWW-ers in vergelijking met Fryslân en Nederland. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd 198 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.5 Opsterland en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met minimum Opsterland een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage 29% huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal 33% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Arbeidsongeschiktheid en het pensioen. 6% Pensioen Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen 33% op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 27% 26% 28% 30% 12% 10,5% 10,1% 10% 9,0% 8% 6% 5% 8% 4% 2% 0% 40% 35% Opsterland Fryslân Nederland

199 | P a g i n a

In de gemeente Opsterland heeft 9% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Opsterland meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 33%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 33%), ongeveer evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 6%) en meer uit pensioen (26% tegenover 29%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Opsterland meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 33%), iets minder uit WW (35% tegenover 33%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en meer uit pensioen (27% tegenover 29%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Opsterland is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval en dus geen verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

200 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.6 Opsterland en gezondheid In de gemeente Opsterland heeft in 2012 69% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit ook Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan 69%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit iets geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het minder. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage is enigszins hoger in de gemeente Opsterland. De verwachting is dat het aandeel dat wel eens contact Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. heeft met de huisarts ook hoger is. Dit is echter niet het geval. Het Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat percentage dat wel eens contact heeft met de huisarts is juist lager hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat in de gemeente Opsterland in vergelijking met Fryslân en Nederland. laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van Daarmee is het contact met de huisarts geen verklarende factor voor de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed laaggeletterdheid. vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand . aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Opsterland

Fryslân

Nederland

67% 68% 69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

201 | P a g i n a

Hoofdstuk 17.7 Opsterland aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Opsterland zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het Een kwart van de werkenden bevindt zich in de sectoren Industrie & aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen Energie en Bouw. Dit is gelijk aan het Friese gemiddelde en dus geen ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente verklarende factor. Het kan echter wel een belangrijke vindplaats kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt vormen. Laaggeletterdheid is namelijk hoger in deze sectoren. Een in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. kanttekening hierbij is wel dat de mensen niet hoeven te wonen in de gemeente waar ze werken. Daarom is het belangrijk om Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere gemeente Opsterland wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk gemeenten of met de provincie te organiseren. verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Opsterland zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Tabel 71. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs 2. De wijkteams Indicator Verklarende factor Onderscheid 3. Het UWV Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Opleidingsniveau Verklaring Hoog % laag- en 5. De huisarts middelbaaropgeleiden Sectorale arbeid Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Duur NWW Verklaring Hoog % langer dan 12 mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de maanden zoekend ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Niveau NWW Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Armoede Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Gezondheid Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

202 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland - de mobiliteit van de laaggeletterde en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de herkomst van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger spraakvaardigheid) onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de locatie van de taalcursus UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

203 | P a g i n a

Hoofdstuk 18 Schiermonnikoog en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Schiermonnikoog met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Schiermonnikoog met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Schiermonnikoog een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

204 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.1 Schiermonnikoog en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Schiermonnikoog Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een Schiermonnikoog verschilt met die van Fryslân en Nederland. De uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer grootste groep is 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (27%) en Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 17% van de relatief gezien minder 65-plussers. bewoners in Schiermonnikoog heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Deze groep is daarmee veel kleiner in de gemeente Schiermonnikoog. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is met 16% juist iets hoger in Schiermonnikoog. In Fryslân en Nederland is dit aandeel ongeveer gelijk; respectievelijk 14% en 13%.

Een verklaring voor het lage percentage 15 tot 35 jarigen kan zijn dat er veel jongeren van het eiland naar de vaste wal vertrekken voor studie en/of werk. Laaggeletterdheid komt vaker voor onder ouderen en een hoge geletterdheid meer onder jongeren (PIAAC). De verwachting is dat dat de laaggeletterdheidsscore lager is dan het landelijk gemiddelde en het percentage laaggeletterden hoger. De laaggeletterdheidsscore ligt met 278 – 282 onder het gemiddelde. Het percentage laaggeletterden is hoger. Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk een verklarende factor is.

205 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het Herkomst bevolking landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 14% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 12% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 10% 8% 6% Tabel 72. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 4% Leeftijd Man Vrouw 2% 15-34 jaar 52 % 48 % 0% 35-54 jaar 51 % 49 % Schiermonnikoog Fryslân Nederland 55-64 jaar 51 % 49 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Schiermonnikoog met 1,9 % lager dan het Friese gemiddelde van 4%. Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Het percentage Westerse allochtonen daarentegen is met 6,6% hoger dan het provinciaal gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Op Schiermonnikoog wonen meer mannen van 55 tot 64 jaar dan Westerse allochtonen ligt lager dan het landelijk gemiddelde van vrouwen; respectievelijk 55% en 45%. Schiermonnikoog heeft een respectievelijk 12% en 10%. enigszins hoger percentage laaggeletterden. Omdat het percentage laaggeletterden hoger is onder vrouwen van 55-plus, is de Het aandeel Westerse ligt iets hoger dan het provinciale gemiddelde. verwachting dat er meer vrouwen van die leeftijd wonen. Dit is niet Het aandeel Niet-Westerse en Westerse ligt lager dan het landelijke het geval en daarmee is bevolkingsverdeling geen verklarende factor. gemiddelde. Het laaggeletterdheidspercentage ligt echter rond het provinciale gemiddelde en is iets hoger dan het landelijke gemiddelde. De herkomst is dus geen verklaring voor het enigszins Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in hogere percentage laaggeletterden. dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse allochtonen.

206 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.2 Schiermonnikoog en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 50% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. 30% 20%

10% Tabel 73. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Schiermonnikoog Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Van de gemeente Schiermonnikoog is geen data over opleidingsniveau bekend. In verband met het geringe aantal Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden inwoners van het eiland kan uit privacy overwegingen voor het alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 individu geen data bekend worden gemaakt door het CBS. afgerond.

207 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.3 Schiermonnikoog sectorale Sectorale arbeidsplaatsenverdeling arbeidsplaatsenverdeling Schiermonnikoog In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Fryslân (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Nederland gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren 0% 20% 40% 60% 80% 100% laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector Industrie & Energie Bouw het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Overig Tabel 74. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage De gemeente Schiermonnikoog kent veruit de meeste geletterdheid laaggeletterden arbeidsplaatsen in de sector Handel & Horeca; 53% tegenover 21% Industrie & Energie 281 13.9 provinciaal en 23% landelijk. In vergelijking met Fryslân kent de Bouw 276 12.7 gemeente Schiermonnikoog weinig of vergelijkbare percentages Zorg & Welzijn 286 9.7 werknemers in de overige sectoren. De gemeente Schiermonnikoog Handel & Horeca 284 9.5 kent een iets hoger aandeel arbeidsplaatsen in de sector Bouw, 8% Transport 286 8.6 tegenover 6% provinciaal en 5% landelijk. Overige dienstverlening 293 8.2 Financiële en zakelijke 303 6.5 Het hoge aandeel werkenden in de sector Handel & Horeca komt dienstverlening waarschijnlijk door de grote toerisme sector op het eiland. Ruim de Openbaar bestuur 301 4.2 helft van de werkenden op Schiermonnikoog is actief in deze sector. Onderwijs 310 -* De sectoren met een hoog aandeel laaggeletterden zijn in totaal

relaties laag; 14% in totaal in Industrie & Energie en Bouw. De

verwachting is dat het percentage laaggeletterden hierdoor Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de gemiddelde is. Het is echter hoger en daarmee is sectorale gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, arbeidsplaatsverdeling geen verklarende factor. Het kunnen wel in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling belangrijke vindplaatsen vormen in de aanpak van laaggeletterdheid. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

208 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.4 Schiermonnikoog en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Schiermonnikoog 60% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Schiermonnikoog kent 25 (4,5% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 40% man en 60% vrouw. Over de duur en hoog of laag opleidingsniveau is niks te zeggen in verband met de privacy van de inwoners van Schiermonnikoog. Het aantal NWW-ers is dusdanig laag dat de kans bestaat dat met meer informatie de personen geïdentificeerd kunnen worden. Het is Duur NWW mogelijk dat Schiermonnikoog door de kleinschaligheid van de gemeente zelf zicht heeft op deze groep. Met de kennis over Schiermonnikoog 56% laaggeletterdheid kan de gemeente inschatten wat dit betekent voor deze groep. Fryslân 43% 36% 21% Het enige wat gezegd kan worden over deze groep is dat 56% korter Nederland 42% 37% 22% dan 12 maanden op zoek is naar werk en dat 60% een middelbaar opleidingsniveau heeft. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

209 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.5 Schiermonnikoog en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken Inkomens huishoudens tot 105% sociaal naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met minimum Schiermonnikoog een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 25% Inkomen uit arbeid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Werkloosheid/bijstand 50%

Arbeidsongeschiktheid Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 25% Pensioen laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 26% 27% 12% 10,5% 10,1% 28% 30% 10% 8% 6,3% 6% 5% 8% 4% 2% 0% 40% 35% Schiermonnikoog Fryslân Nederland

210 | P a g i n a

In de gemeente Schiermonnikoog heeft 6.3% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt aanzienlijk lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien op Schiermonnikoog aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (29% tegenover 50%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 25%), geen inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en minder uit pensioen (26% tegenover 25%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien op Schiermonnikoog inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 50%), minder uit WW (35% tegenover 25%), geen uit AOU (8% tegenover 0%) en minder uit pensioen (27% tegenover 25%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden op Schiermonnikoog is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval. Het aandeel ligt aanzienlijk lager en is dus geen verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

211 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.6 Schiermonnikoog en gezondheid In de gemeente Schiermonnikoog heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 70%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het ongeveer gelijk. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Schiermonnikoog is de verwachting dat het percentage dat Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. wel eens contact met de huisarts heeft, hoger ligt dan het Friese en Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat landelijke gemiddelde percentage. Dit is niet het geval. Het ligt hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat ongeveer rond het provinciale en landelijke gemiddelde. Hiermee is laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van het geen verklarende factor. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Schiermonnikoog

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

212 | P a g i n a

Hoofdstuk 18.7 Schiermonnikoog aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterden in de gemeente Schiermonnikoog is: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de leeftijdsopbouw het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen Door de grootte van het eiland zijn veel gegevens niet bekend in worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het verband met de privacy van de inwoners en is het lastig een aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen verklaring en belangrijke factoren te vinden. Het kan zijn dat er ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente andere verklarende factoren zijn, alleen zijn die gegevens niet kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt bekend. in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de In Schiermonnikoog zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: gemeente Schiermonnikoog wordt er een verschil gemaakt tussen 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. 2. De wijkteams 3. Het UWV 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Tabel 75. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 5. De huisarts

Indicator Verklarende factor Onderscheid Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Leeftijdsopbouw Verklaring Hoog % ouderen Herkomst Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Opleidingsniveau - ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Sectorale arbeid Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Duur NWW - voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Niveau NWW - ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Armoede Geen verklaring daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te Gezondheid Geen verklaring informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

213 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. woorden. Aanpak taalniveau Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms factoren, kan de slagingskans van de cursist worden zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de leeftijd van de laaggeletterde UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mobiliteit van de laaggeletterde - de herkomst van de laaggeletterde Een indirecte vindplaats voor de gemeente Schiermonnikoog - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en betreffen de werkgevers in de sector Handel & Horeca. Het is niet te schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zeggen of werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van de spraakvaardigheid) gemeente. Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal - de locatie van de taalcursus samengewerkt wordt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

214 | P a g i n a

Hoofdstuk 19 Smallingerland en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Smallingerland met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Smallingerland met 16+% hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Smallingerland een hoger aandeel laaggeletterden.

215 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.1 Smallingerland en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Smallingerland Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Smallingerland uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 23% van de bewoners in Smallingerland heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit ook 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Smallingerland, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het hogere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Smallingerland.

216 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 76. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Smallingerland Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel Niet-Westerse allochtonen ligt in de gemeente ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Smallingerland met 5,2% iets hoger dan gemiddeld in Fryslân. Het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. aandeel Westerse allochtonen is met 5,2% bijna gelijk aan het Provinciale gemiddelde. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in respectievelijk 12% en 10%. dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen generatie Westerse allochtonen. verklaring is voor het hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Smallingerland. Landelijk is het aandeel allochtonen namelijk veel hoger.

217 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.2 Smallingerland en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 77. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Smallingerland Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Smallingerland kent meer dan een derde laagopgeleiden in de gemeente (34%), gevolgd door 43% middelbaaropgeleiden en 22% hoogopgeleiden. In vergelijking met Fryslân kent Smallingerland Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden evenveel laagopgeleiden, middelbaaropgeleiden en hoog opgeleiden. alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Smallingerland kent in vergelijking met Nederland iets meer afgerond. laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag- (80.7%) en middelbaar opgeleiden (12,1%). In Smallingerland zijn de meeste inwoners laag- of middelbaar opgeleid en ligt dit aandeel hoger dan in Nederland. In vergelijking met Fryslân zijn er echter evenveel laag- en middelbaaropgeleiden, maar ligt het percentage laaggeletterden hier lager dan in Smallingerland. Leeftijdsopbouw is dus geen verklarende factor voor laaggeletterdheid.

218 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.3 Smallingerland sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Smallingerland percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 78. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Smallingerland kent de meeste arbeidsplaatsen in de Bouw 276 12.7 sector Industrie & Energie (23%) gevolgd door Zorg & Welzijn (21%). Zorg & Welzijn 286 9.7 Beide sectoren kennen meer arbeidsplaatsen dan gemiddeld in Handel & Horeca 284 9.5 Fryslân (18% en 18%) en Nederland (13% en 16%). In vergelijking met Transport 286 8.6 Fryslân (21%) en Nederland (23%) kent Smallingerland (19%) een iets Overige dienstverlening 293 8.2 lager aandeel werkenden in de sector Handel & Horeca. Financiële en zakelijke 303 6.5 dienstverlening De gemeente Smallingerland heeft een hoger aandeel (29%) Openbaar bestuur 301 4.2 werkenden in de sectoren Industrie & Energie en Bouw (landelijk 18%, Onderwijs 310 -* provinciaal 24%). Het aandeel laaggeletterden is waarschijnlijk

relatief hoog onder de werkenden. Sectorale arbeidsplaatsverdeling

is daarmee een verklarende factor voor het hogere Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de laaggeletterdheidspercentage. Kanttekening hierbij is dat mensen gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, niet hoeven te wonen in de gemeente waar ze werken. in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

219 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.4 Smallingerland en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Smallingerland 36% 51% 13% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Smallingerland kent 4.027 (11,5% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 51% man en 49% vrouw. Van de NWW-ers Er zijn weinig hoogopgeleide NWW-ers (13%) in Smallingerland. De is 44% korter dan 12 maanden op zoek naar werk, 40% is tussen de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) gevolgd door een 12 en 36 maanden op zoek en 16% is meer dan drie jaar op zoek naar laag opleidingsniveau (36%). In vergelijking met Nederland en Fryslân werk. In vergelijking met Fryslân en Nederland is een hele kleine heeft Smallingerland een hoog aandeel middelbaar opgeleide NWW- groep langer dan 36 maanden op zoek naar nieuw werk. ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 36% Duur NWW laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Smallingerland 44% 41% 16% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. In de gemeente Smallingerland zoekt 57% Fryslân 43% 36% 21% langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in Fryslân en Nederland en kan Nederland 42% 37% 22% daarmee geen verklaring geven voor het hogere percentage laaggeletterden. Ook het opleidingsniveau kan geen verklaring 0% 20% 40% 60% 80% 100% geven; het aandeel laagopgeleiden is vergelijkbaar met Fryslân en ligt 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd lager dan in Nederland.

220 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.5 Smallingerland en armoede Inkomens huishoudens tot 105% sociaal Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen minimum Smallingerland met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met 24% 23% Inkomen uit arbeid een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Werkloosheid/bijstand minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 7% Arbeidsongeschiktheid werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Pensioen 47% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 11,0% 10,5% 10,1% 26% 27% 10% 28% 30% 8% 6% 4% 5% 8% 2% 0% Smallingerland Fryslân Nederland 40% 35%

221 | P a g i n a

In de gemeente Smallingerland heeft 11% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt hoger dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Smallingerland minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 23%), aanzienlijk meer inwoners met een bijstandsuitkering (40% tegenover 47%), iets meer uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 7%) en minder uit pensioen (26% tegenover 24%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Smallingerland minder inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 23%), aanzienlijk meer uit WW (35% tegenover 47%), iets minder uit AOU (8% tegenover 7%) en minder uit pensioen (27% tegenover 24%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in Smallingerland is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is heel licht het geval en kan dus een verklarende factor voor het hogere percentage laaggeletterden zijn. Wat hier opvalt, is dat bijna de helft (47%) 105% van het sociaal minimum ontvangt door een WW-uitkering. Na Leeuwarden is dit het hoogste percentage. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

222 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.6 Smallingerland en gezondheid In de gemeente Smallingerland heeft in 2012 73% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 77%. In 2012 is dit ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het (71%) is iets meer. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage ligt hoger in de gemeente Smallingerland. Laaggeletterden hebben vaker contact met de Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. huisarts. De verwachting is dus dat inwoners van Smallingerland Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat meer contact hebben met de huisarts. Dit komt overeen met de hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat resultaten; het aandeel dat contact heeft met de huisarts, ligt iets laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van hoger dan het provinciale en landelijke gemiddelde. Contact met de de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed huisarts is daarmee een verklarende factor voor het enigszins hogere vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand percentage laaggeletterden in de gemeente. Gezien het enigszins aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Smallingerland factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat en het hogere percentage dat wel eens contact met de huisarts heeft, laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan is het aannemelijk dat de huisartsenpraktijken in de gemeente een met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en hele goede vindplaats voor laaggeletterdheid zou kunnen zijn. schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Smallingerland

Fryslân

Nederland

68% 70% 72% 74% 76% 78% 2010 2012

223 | P a g i n a

Hoofdstuk 19.7 Smallingerland aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het hoge percentage De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten laaggeletterden in de gemeente Smallingerland zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de sectorale arbeidsplaatsverdeling het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - het aandeel tot 105% van het sociaal minimum andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het contact met de huisarts worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen In de gemeente Smallingerland zijn relatief veel mensen werkzaam in ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente de sectoren Industrie & Energie en Bouw. Laaggeletterdheid onder kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt deze sectoren is hoger dan in andere sectoren. Het kan dus een in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. belangrijke vindplaats vormen in de aanpak van laaggeletterdheid. Een kanttekening hierbij is wel dat de mensen niet hoeven te wonen Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de in de gemeente waar ze werken. Daarom is het belangrijk om gemeente Smallingerland wordt er een verschil gemaakt tussen (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. gemeenten of met de provincie te organiseren.

Ook de inwoners met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum Tabel 79. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. vormen een belangrijke groep. Bijna de helft van deze mensen ontvangen een bijstandsuitkering en hebben geen werk. Hiermee Indicator Verklarende factor Onderscheid maken ze ook minder gebruik van hun taalvaardigheden, omdat ze Leeftijdsopbouw Geen verklaring bijvoorbeeld minder schrijven of minder lezen. Deze groep is ook Herkomst Geen verklaring Opleidingsniveau Geen verklaring belangrijk in de aanpak van laaggeletterdheid. Sectorale arbeid Verklaring Hoog % Industrie & Energie en Bouw Vindplaatsen van laaggeletterdheid Duur NWW Geen verklaring In Smallingerland zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: Niveau NWW Geen verklaring 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Armoede Verklaring Hoog % tot 105% van het 2. De wijkteams sociaal minimum 3. Het UWV Gezondheid Verklaring Hoog % contact met 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente huisarts 5. De huisarts

224 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Aanpak taalniveau mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is factoren, kan de slagingskans van de cursist worden daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit - de leeftijd van de laaggeletterde kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende - de mobiliteit van de laaggeletterde opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. - de herkomst van de laaggeletterde - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen spraakvaardigheid) dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek - de locatie van de taalcursus komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel woorden.

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

225 | P a g i n a

Hoofdstuk 20 Súdwest-Fryslân en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Súdwest-Fryslân met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Súdwest-Fryslân met 11% tot 13% in lijn met het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Súdwest-Fryslân een vergelijkbaar tot iets lager aandeel laaggeletterden.

226 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.1 Súdwest-Fryslân en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Súdwest-Fryslân Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Súdwest- uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Fryslân verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen 55 jaar (28%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse relatief gezien minder 65-plussers. gemiddelde (28%). Ongeveer 21% van de bewoners in Súdwest- Fryslân heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Súdwest-Fryslân, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

De leeftijdsopbouw is ongeveer gelijk aan het provinciale gemiddelde en landelijke gemiddelde; de verschillen zijn klein. Laaggeletterdheid in de gemeente ligt ook rond het landelijke gemiddelde en is gelijk aan of iets lager dan het provinciale gemiddelde. Leeftijdsopbouw is daarmee waarschijnlijk geen verklarende factor.

227 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4% 2% Tabel 80. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Súdwest-Fryslân Fryslân Nederland Leeftijd Man Vrouw Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 15-34 jaar 52 % 48 % 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 % Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente Súdwest- Fryslân met 3% iets lager dan het provinciale gemiddelde van 4%. Het De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier percentage Westerse allochtonen daarentegen is met 5,1% bijna maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze gelijk aan het provinciale gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet- ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in verklaring is voor het gemiddelde percentage laaggeletterden in de dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en gemeente Súdwest-Fryslân. tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse allochtonen.

228 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.2 Súdwest-Fryslân en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 81. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding(PIAAC) 0% Lager onderwijs 42,3% Súdwest-Fryslân Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Súdwest-Fryslân kent een groter aandeel middelbaaropgeleiden (45%) dan laagopgeleiden (34%). In vergelijking met Fryslân kent Súdwest- Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden Fryslân evenveel laagopgeleiden, iets meer middelbaaropgeleiden alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 (43%) en iets minder hoogopgeleiden (20%) en 22% in Fryslân. afgerond. Súdwest-Fryslân kent in vergelijking met Nederland meer laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

Zoals bekend komt laaggeletterdheid het meeste voor onder laag (80.7%) en middelbaar opgeleiden (12,1%). In de gemeente Súdwest- Fryslân zijn de meeste inwoners laag op middelbaar opgeleid. In vergelijking met Nederland zijn er meer laag- en middelbaaropgeleiden. Het laaggeletterdheidspercentage is echter gemiddeld. Daarmee is het geen verklarende factor.

229 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.3 Súdwest-Fryslân sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Súdwest-Fryslân percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Tabel 82. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Onderwijs Zorg & Welzijn * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Overig

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Súdwest-Fryslân kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca (22%) gevolgd door Industrie & Energie (20%). Bouw 276 12.7 Handel & Horeca kent een vergelijkbaar aandeel in Fryslân (21%) en Zorg & Welzijn 286 9.7 Nederland (23%). Industrie & Energie is lager in Fryslân (18%) en Handel & Horeca 284 9.5 Nederland (13%). In vergelijking met Fryslân kent Súdwest-Fryslân Transport 286 8.6 een redelijke normaalverdeling voor wat betreft de sectorale Overige dienstverlening 293 8.2 arbeidsplaatsenverdeling. Financiële en zakelijke 303 6.5 dienstverlening Het aandeel laaggeletterden onder werkenden in Súdwest-Fryslân is Openbaar bestuur 301 4.2 waarschijnlijk gemiddeld te noemen als wordt gekeken naar de Onderwijs 310 -* sectorale arbeidsplaatsverdeling. Súdwest-Fryslân kent de meeste

arbeidsplaatsen in de sectoren Handel & Horeca en Zorg & Welzijn

(39%) waar het laaggeletterdheidspercentage respectievelijk 9,5% en Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de 9,7% zijn. In vergelijking met Nederland zijn er meer werkzaam in de gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, sectoren Industrie & Energie en Bouw. Het in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling laaggeletterdheidspercentage is echter vergelijkbaar. Daarmee is staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. sectorale arbeidsplaatsverdeling geen verklarende factor. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

230 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.4 Súdwest-Fryslân en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- Súdwest- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende 33% 51% 16% Fryslân (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Súdwest-Fryslân kent 4.719 (9% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers is 43% korter dan 12 Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (16%) in Súdwest-Fryslân, maanden op zoek naar werk, 36% is tussen de 12 en 36 maanden op ruim de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) gevolgd zoek en 21% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. Dit is door een laag opleidingsniveau (33%). In vergelijking met Fryslân vergelijkbaar met Fryslân en Nederland. heeft Súdwest-Fryslân een gelijk aandeel middelbaaropgeleiden, maar een groter aandeel dan Nederland. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze Duur NWW kwalificatie zich op in de 33% laagopgeleide niet werkende Súdwest- werkzoekenden. 43% 36% 21% Fryslân Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Fryslân 43% 36% 21% niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (57%) in de gemeente Súdwest-Fryslân zoekt langer dan 12 maanden naar Nederland 42% 37% 22% nieuw werk. Dit is evenveel als Fryslân en Nederland. Dit kan een verklaring zijn voor de gemiddelde laaggeletterdheid. Het 0% 20% 40% 60% 80% 100% opleidingsniveau is geen verklaring; er zijn minder laagopgeleiden. 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

231 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.5 Súdwest-Fryslân en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen Inkomens huishoudens tot 105% sociaal met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met minimum Súdwest-Fryslân een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage Inkomen uit arbeid 30% 31% huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) Arbeidsongeschiktheid en het pensioen. 5% Pensioen Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen 35% op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland

Huishoudens tot 105% sociaal minimum

27% 26% 28% 30% 14% 12% 10,2% 10,5% 10,1% 10% 5% 8% 8% 6% 4% 40% 35% 2%

0% Súdwest-Fryslân Fryslân Nederland

232 | P a g i n a

In de gemeente Súdwest-Fryslân heeft 10,2% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt in lijn met Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Súdwest- Fryslân meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 31%), minder met een bijstandsuitkering (40% tegenover 35%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en meer uit pensioen (26% tegenover 30%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Súdwest-Fryslân iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 31%), evenveel uit WW (35%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en meer uit pensioen (27% tegenover 30%).

Gezien het gemiddelde percentage laaggeletterden in Súdwest- Fryslân is de verwachting dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een vergelijkbaar aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is het geval en dus een verklarende factor voor het gemiddelde percentage laaggeletterden. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

233 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.6 Súdwest-Fryslân en gezondheid In de gemeente Súdwest-Fryslân heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 67%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het vergelijkbaar. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Het laaggeletterdheidspercentage is vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat het contact met de huisarts ook Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. vergelijkbaar is. Dit komt overeen met de resultaten. Hiermee is het Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat een verklarende factor voor de gemiddelde laaggeletterdheid. hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Súdwest- Fryslân

Fryslân

Nederland

64% 66% 68% 70% 72% 74% 2010 2012

234 | P a g i n a

Hoofdstuk 20.7 Súdwest-Fryslân aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het gemiddelde De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten laaggeletterdheidspercentage in de gemeente Súdwest-Fryslân zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de duur dat een inwoner Niet Werkend Werkzoekend is het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - het aandeel tot 105% van het sociaal minimum andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het aandeel dat contact heeft met de huisarts worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen De sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn relatief groot in ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente Súdwest-Fryslân in vergelijking met Fryslân en Nederland. kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt Laaggeletterdheid is hoger onder deze sectoren. Deze sectoren in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. kunnen dus een belangrijke vindplaats vormen. Een kanttekening hierbij is wel dat de mensen niet hoeven te wonen in de gemeente Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de waar ze werken. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal te gemeente Súdwest-Fryslân wordt er een verschil gemaakt tussen werken en activiteiten samen met andere gemeenten of met de mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. provincie te organiseren.

Vindplaatsen van laaggeletterdheid Tabel 83. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. In Súdwest-Fryslân zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Indicator Verklarende factor Onderscheid 2. De wijkteams Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 3. Het UWV Opleidingsniveau Geen verklaring 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Sectorale arbeid Geen verklaring 5. De huisarts Duur NWW Verklaring Gelijk % langer dan 12 maanden zoekend Niveau NWW Geen verklaring Armoede Verklaring Gelijk % tot 105% van het sociaal minimum Gezondheid Verklaring Gelijk % contact met de huisarts

235 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum ongeveer gelijk is aan het gemiddelde in Fryslân en geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Nederland, vormt het een belangrijke groep om laaggeletterdheid - de leeftijd van de laaggeletterde aan te pakken. Binnen deze groep zitten ook mensen die geen werk - de mobiliteit van de laaggeletterde hebben en in de bijstand zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand - de herkomst van de laaggeletterde zitten. Laaggeletterdheid is hoger onder werklozen. Door activiteiten - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en bijvoorbeeld in te zetten bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

236 | P a g i n a

Hoofdstuk 21 Terschelling en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Terschelling met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Terschelling met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Terschelling een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

237 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.1 Terschelling en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Terschelling Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Terschelling uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer verschilt met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot 55 jaar gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en Nederlandse gemiddelde relatief gezien minder 65-plussers. (28%). Ongeveer 26% van de bewoners in Terschelling heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 15 tot 35 jarigen is daarmee hoger dan in Fryslân en Nederland. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Terschelling, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Een verklaring voor het hogere percentage 15 tot 35 jarigen kan de Maritieme Hbo opleiding zijn. Deze opleiding wordt vooral gevolgd door jongeren tussen de 17 en 25 jaar. De verwachting met een hoger aandeel jongeren is juist dat het aandeel laaggeletterden lager is. Dit is echter niet het geval; het is iets hoger dan het landelijke gemiddelde. Daarmee is leeftijdsopbouw geen verklarende factor.

238 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 84.Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Terschelling Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel allochtonen in de gemeente Terschelling is laag. Met maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze 1,3% Niet-Westerse allochtonen komt het niet in de buurt van het ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, Friese gemiddelde van 4%. Het aandeel Westerse allochtonen op Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Terschelling is met 5,1% gelijk aan het Friese gemiddelde van 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager Op Terschelling wonen meer mannen van 15 tot 34 jaar dan vrouwen; dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%. respectievelijk 63% en 37%. Een verklaring hiervoor is de Maritieme Hbo opleiding die meer mannen trekt. Terschelling heeft een Hoewel het aandeel Westerse allochtonen iets hoger ligt, komt het enigszins hoger percentage laaggeletterden. Het aandeel niet in de buurt van het landelijke gemiddelde. Uit deze cijfers valt laaggeletterden is echter niet hoger onder jonge mannen. De op te maken dat het aandeel allochtonen geen verklaring is voor het afwijking in bevolkingsverdeling heeft geen invloed. enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Terschelling.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede generatie Westerse allochtonen.

239 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.2 Terschelling en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 85. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Terschelling Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Terschelling kent een groot aandeel middelbaaropgeleiden (41%) en heeft evenveel laag- als hoogopgeleiden (29%). In vergelijking met Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden Fryslân kent Terschelling minder laagopgeleiden (34%), minder alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 middelbaaropgeleiden (43%) en meer hoogopgeleiden (22%). afgerond. Terschelling kent in vergelijking met Nederland minder laagopgeleiden (32%), ongeveer evenveel middelbaar opgeleiden (40%) en ongeveer een vergelijkbaar aandeel hoogopgeleiden (28%).

Gezien het enigszins hogere (13-16%) percentage laaggeletterden is de verwachting dat het aandeel laagopgeleiden hoger is dan in Fryslân (34%) en Nederland (32%). Dit aandeel ligt in Terschelling juist lager. Het aandeel hoopopgeleiden op Terschelling ligt met 29% hoog; hoger dan gemiddeld in Fryslân en Nederland. Hiermee is het geen verklaring voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden.

240 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.3 Terschelling sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Terschelling percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 86. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Terschelling kent veruit de meeste arbeidsplaatsen in Industrie & Energie 281 13.9 de sector Handel & Horeca; 43% gemeentelijk tegenover 21% Bouw 276 12.7 provinciaal en 23% landelijk. In de sectoren Industrie & Energie en Zorg & Welzijn 286 9.7 Bouw zijn relatief weinig werkenden (14%). In Fryslân is dit 24% en in Handel & Horeca 284 9.5 Nederland 18%. In vergelijking met Fryslân kent de gemeente Transport 286 8.6 Terschelling een iets hoger aandeel arbeidsplaatsen in de sector Overige dienstverlening 293 8.2 Transport (9% op Terschelling, 6% provinciaal). Dit is gelijk aan het Financiële en zakelijke 303 6.5 landelijke gemiddelde. dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 Het hoge aandeel werkenden in de sector Handel & Horeca komt Onderwijs 310 -* waarschijnlijk door de grote toerisme sector op het eiland. Ruim de

helft van de werkenden op Terschelling is actief in de sector Handel

& Horeca, met gemiddeld 9,5% laaggeletterden in deze sector zou dit Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de een goede vindplaats kunnen zijn. De sectoren Industrie & Energie gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, en Bouw zijn relatief klein in de gemeente. Dit zijn sectoren met een in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling hoge laaggeletterdheid. De andere sectoren zijn meer gemiddelde. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Sectorale arbeidsplaatsverdeling is daarmee geen verklarende factor. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

241 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.4 Terschelling en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Terschelling 38% 45% 17% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Terschelling kent 148 (4,7% van de potentiële beroepsbevolking Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (17%) op Terschelling. Minder tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan dan de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (45%) gevolgd is 32% man en 68% vrouw. Van de NWW-ers is 69% korter dan 12 door een laag opleidingsniveau (38%). In vergelijking met Fryslân zijn maanden op zoek naar werk, 21% is tussen de 12 en 36 maanden op er op Terschelling iets meer laagopgeleiden en iets minder zoek en 10% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking middelbaaropgeleiden. Het aandeel hoopgeleiden is juist hoger op met Fryslân en Nederland is een grote groep korter dan 12 maanden Terschelling. Nederland kent een hoger aandeel laagopgeleiden, een op zoek naar nieuw werk. lager aandeel middelbaaropgeleiden en een vergelijkbaar aandeel hoogopgeleiden. Rekening houdend met de definitie van Duur NWW “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 38% laagopgeleide niet werkende werkzoekenden. Terschelling 69% 21% 10% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Fryslân 43% 36% 21% niet werkende werk zoekt. Een klein deel van de NWW-ers (31%) in de gemeente Terschelling zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw Nederland 42% 37% 22% werk. Seizoenswerkloosheid verklaard een groot deel van de korte duur dat mensen opzoek zijn naar nieuw werk. Duur is geen 0% 20% 40% 60% 80% 100% verklarende factor voor het enigszins hogere percentage 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd laaggeletterdheid. Opleidingsniveau is vergelijkbaar met Nederland en daarmee ook geen verklarende factor.

242 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.5 Terschelling en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Terschelling naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid 31% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. 56% Arbeidsongeschiktheid

6% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 6% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Fryslân Nederland Huishoudens tot 105% sociaal minimum

14% 27% 26% 28% 30% 12% 10,5% 10,1% 10% 8,0% 8% 5% 6% 8% 4% 2% 40% 35% 0% Terschelling Fryslân Nederland

243 | P a g i n a

Op Terschelling heeft 8% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is minder dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien op Terschelling aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 56%), aanzienlijk minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 6%), ongeveer evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 6%) en meer uit pensioen (26% tegenover 31%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien op Terschelling aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 56%), aanzienlijk minder uit WW (35% tegenover 6%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en meer uit pensioen (27% tegenover 31%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden op Terschelling is de verwachting zijn dat er in vergelijking met Fryslân en Nederland een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval, het ligt zelfs lager. Het is dus geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. Wat opvalt, is dat meer dan de helft van de huishoudens tot 105% van het sociaal minimum dit verdienen door arbeid. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

244 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.6 Terschelling en gezondheid In de gemeente Terschelling heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 70%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het vergelijkbaar. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. In de gemeente Terschelling ligt het laaggeletterdheidspercentage iets hoger dan het landelijke gemiddelde. De verwachting is dat ook Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. het contact met de huisarts hoger is; laaggeletterden hebben Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat namelijk meer contact met de huisarts. Dit is niet het geval. Het hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat aandeel dat contact heeft met de huisarts is vergelijkbaar met Fryslân laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van en Nederland. Het daarmee geen verklarende factor. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Terschelling

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

245 | P a g i n a

Hoofdstuk 21.7 Terschelling aanbevelingen Verklarende factoren Er zijn geen duidelijke factoren aan te wijzen voor het enigszins De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten hogere percentage laaggeletterdheid in de gemeente Terschelling. afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en Doordat het een eiland is, werken veel mensen in de Handel & Horeca. het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de Hierdoor is er veel seizoensarbeid. andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het Het aandeel mensen dat rond moet komen van 105% van het sociaal aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen minimum ligt lager dan in Fryslân en Nederland. De meeste mensen ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente verdienen dit uit inkomen; maar een klein deel ontvangt een kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt bijstandsuitkering. in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de In Terschelling zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: gemeente Terschelling wordt er een verschil gemaakt tussen 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. 2. De wijkteams 3. Het UWV 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Tabel 87. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 5. De huisarts

Indicator Verklarende factor Onderscheid Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Opleidingsniveau Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Sectorale arbeid Geen verklaring taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Duur NWW Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Niveau NWW Geen verklaring ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Armoede Geen verklaring daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te Gezondheid Geen verklaring informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

246 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. woorden. Aanpak taalniveau Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms factoren, kan de slagingskans van de cursist worden zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de leeftijd van de laaggeletterde UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mobiliteit van de laaggeletterde - de herkomst van de laaggeletterde Een indirecte vindplaats voor de gemeente Terschelling betreffen de - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en werkgevers in de sector Handel & Horeca. Het is niet te zeggen of schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van de gemeente. spraakvaardigheid) Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal samengewerkt - de locatie van de taalcursus wordt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

247 | P a g i n a

Hoofdstuk 22 Tytsjerksteradiel en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Tytsjerksteradiel met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Tytsjerksteradiel met 11% tot 13% rond het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Tytsjerksteradiel een vergelijkbaar tot iets lager aandeel laaggeletterden.

248 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.1 Tytsjerksteradiel en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Tytsjerksteradiel Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Tytsjerksteradiel verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen is 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en relatief gezien minder 65-plussers. Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Tytsjerksteradiel heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Tytsjerksteradiel, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

De leeftijdsopbouw is vergelijkbaar met het Friese en landelijke gemiddelde. Laaggeletterdheid ligt ook rond het landelijke gemiddelde en is vergelijkbaar of iets lager dan het Friese gemiddelde. Daarmee is het geen verklarende factor.

249 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 88. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Tytsjerksteradiel Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze Het aandeel allochtonen is in de gemeente Tytsjerksteradiel laag. Met ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, 2,6% Niet-Westerse en 3,4% Westerse allochtonen ligt het aandeel Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. allochtonen lager dan gemiddeld in Fryslân met respectievelijk 4% en 5%. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in 12% en 10%. dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen geen generatie Westerse allochtonen. verklaring is voor het gemiddelde laaggeletterdheidspercentage. Het percentage allochtonen is landelijk gezien namelijk veel hoger.

250 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.2 Tytsjerksteradiel en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 50% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. 30% 20%

Tabel 89. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 10% 0% Lager onderwijs 42,3% Tytsjerksteradiel Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% VMBO-gl/tl: 14,0% Laag Middelbaar Hoog Onbekend MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Tytsjerksteradiel kent een groot aandeel middelbaaropgeleiden (44%) gevolgd door 32% laagopgeleiden. In vergelijking met Fryslân kent Tytsjerksteradiel minder laagopgeleiden (34%), iets meer Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden middelbaaropgeleiden (43%) en iets meer hoogopgeleiden (22%). alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 Tytsjerksteradiel kent in vergelijking met Nederland evenveel afgerond. laagopgeleiden, meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

De meeste laaggeletterden zijn laagopgeleid. Het aandeel laagopgeleiden is vergelijkbaar met Fryslân en Nederland. Het gemiddelde percentage kan mogelijk verklaard worden door opleidingsniveau.

251 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.3 Tytsjerksteradiel sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Tytsjerksteradiel percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 90. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Tytsjerksteradiel kent de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca (22%) en Zorg & Welzijn (22%). Provinciaal en Bouw 276 12.7 landelijk ligt dit percentage bij Zorg & Welzijn iets lager; Zorg & Welzijn 286 9.7 respectievelijk 18% en 16%. Handel en Horeca is het provinciaal (21%) Handel & Horeca 284 9.5 vergelijkbaar en landelijk ligt het iets hoger (23%). Industrie & Energie Transport 286 8.6 is vergelijkbaar met Fryslân (18% tegenover 17%). Landelijk ligt het Overige dienstverlening 293 8.2 percentage werkenden in de Industrie & Energie lager (13%). De Financiële en zakelijke 303 6.5 sector Bouw is met 9% groter dan in Fryslân (6%) en Nederland (5%). dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 Tytsjerksteradiel kent de meeste werkenden in de sectoren met Onderwijs 310 -* gemiddelde aantallen laaggeletterden (9,7% in Zorg & Welzijn en 9,5%

in de Handel & Horeca). Daartegenover staat dat Tytsjerksteradiel

nog wel een relatief hoog aandeel werkenden in de sectoren Industrie Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de & Energie en Bouw (26%) heeft. Het percentage laaggeletterdheid ligt gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, rond het landelijke gemiddelde. Sectorale arbeidsplaatsverdeling is in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling geen verklarende factor. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

252 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.4 Tytsjerksteradiel en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Tytsjerksteradiel 30% 53% 17% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Tytsjerksteradiel kent 1.563 (8% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 56% man en 44% vrouw. Van de NWW-ers is 47% korter dan 12 Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (17%), meer dan de helft heeft maanden op zoek naar werk, 34% is tussen de 12 en 36 maanden op een middelbaar opleidingsniveau (53%) gevolgd door een laag zoek en 19% is meer dan drie jaar op zoek naar werk. In vergelijking opleidingsniveau (30%). In vergelijking met Fryslân en Nederland met Fryslân en Nederland is een grotere groep korter dan 12 heeft Tytsjerksteradiel een hoog aandeel middelbaar opgeleide NWW- maanden op zoek naar nieuw werk. ers. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 30% Duur NWW laagopgeleide niet werkende werkzoekenden.

Tytsjerksteradiel 47% 34% 19% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (53%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Tytsjerksteradiel zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. In Fryslân en Nederland ligt dit aandeel echter hoger en Nederland 42% 37% 22% is daarmee geen verklarende factor voor de gemiddelde laaggeletterdheid. Opleidingsniveau is ook geen verklarende factor. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Gezien het lage aandeel laagopgeleiden, is de verwachting juist dat 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd het aandeel laaggeletterden lager is in Tytsjerksteradiel.

253 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.5 Tytsjerksteradiel en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Tytsjerksteradiel naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid 31% 31% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid 5% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 34% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 12% 10,5% 10,1% 27% 10% 26% 28% 30% 7,8% 8% 6% 5% 4% 8% 2% 0% Tytsjerksteradiel Fryslân Nederland 40% 35%

254 | P a g i n a

In de gemeente Tytsjerksteradiel heeft 7,8% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is minder dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Tytsjerksteradiel iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 31%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 34%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5%) en meer uit pensioen (26% tegenover 31%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Tytsjerksteradiel iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 31%), iets minder uit WW (35% tegenover 34%), minder uit AOU (8% tegenover 5%) en meer uit pensioen (27% tegenover 31%).

Het aandeel huishoudens dat rond moet komen van 105% van het sociaal minimum is lager dan in Fryslân en Nederland. Hiermee is de verwachting dat het aandeel laaggeletterden ook lager is dan in Fryslân en Nederland. Dit is niet het geval. Daarmee is het geen verklarende factor. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

255 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.6 Tytsjerksteradiel en gezondheid In de gemeente Tytsjerksteradiel heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 64%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het gemiddeld. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. In de gemeente Tytsjerksteradiel is het aandeel laaggeletterden vergelijkbaar met Nederland. De verwachting is dat het aandeel Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. inwoners dat contact heeft met de huisarts ook vergelijkbaar is. Dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat komt overeen met de resultaten. Het contact met de huisarts kan dus hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat een verklaring zijn voor de gemiddelde laaggeletterdheid. laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Tytsjerksteradiel

Fryslân

Nederland

60% 65% 70% 75% 2010 2012

256 | P a g i n a

Hoofdstuk 22.7 Tytsjerksteradiel aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het gemiddelde De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterdheid in de gemeente Tytsjerksteradiel zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - het opleidingsniveau van de inwoners het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - het aandeel dat contact heeft met de huisarts andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het De sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn relatief groot in de aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen gemeente Tytsjerksteradiel. De verwachting is dat onder de ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente werkende een relatief groot aandeel laaggeletterden zit. kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt Laaggeletterdheid is namelijk groter onder deze sectoren. Deze in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. sectoren kunnen een belangrijke vindplaats vormen in de aanpak van laaggeletterdheid. Kanttekening hierbij is dat iemand niet hoeft te Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de wonen in de gemeente waar hij werkt. Daarom is het belangrijk om gemeente Tytsjerksteradiel wordt er een verschil gemaakt tussen (boven)regionaal te werken en activiteiten samen met andere mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. gemeenten of met de provincie te organiseren.

Vindplaatsen van laaggeletterdheid Tabel 91. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. In Tytsjerksteradiel zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Indicator Verklarende factor Onderscheid 2. De wijkteams Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Geen verklaring 3. Het UWV Opleidingsniveau Verklaring Gelijk % laagopgeleiden 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Sectorale arbeid Geen verklaring 5. De huisarts Duur NWW Geen verklaring Niveau NWW Geen verklaring Armoede Geen verklaring Gezondheid Verklaring Gelijk % contact met de huisarts

257 | P a g i n a

Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn opleidingsmogelijkheden worden aangeboden. meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang gezondheid. van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek Aanpak taalniveau komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van woorden. factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het factoren, kan de slagingskans van de cursist worden sociaal minimum lager is aan het gemiddelde in Fryslân en Nederland geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke - de leeftijd van de laaggeletterde groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten - de mobiliteit van de laaggeletterde ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms - de herkomst van de laaggeletterde zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. spraakvaardigheid) - de locatie van de taalcursus - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

258 | P a g i n a

Hoofdstuk 23 Vlieland en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Vlieland met een gemiddelde score van 278 tot 282 enigszins onder het landelijk gemiddelde (284). Deze enigszins lagere score ligt ook net iets lager dan het gemiddelde van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Vlieland met 13% tot 16% iets hoger dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Vlieland een vergelijkbaar tot iets hoger aandeel laaggeletterden.

259 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.1 Vlieland en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 35% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 30% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 25% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% 20% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Vlieland Fryslân Nederland

Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers 0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente Vlieland gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een verschilt aanzienlijk met die van Fryslân. De grootste groep is 35 tot uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer 55 jaar (31%). Dit is hoger dan het Friese (27%) en Nederlandse gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen gemiddelde (28%). Ongeveer 23% van de bewoners in Vlieland heeft relatief gezien minder 65-plussers. een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit ook 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Vlieland, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 13%, 14% en 13%.

Laaggeletterdheid is hoger onder ouderen. Het aandeel ouderen is echter vergelijkbaar met Fryslân en Nederland. Alleen de jongste categorie en de 35 tot 55 jarigen zijn anders. Dit heeft waarschijnlijk geen invloed op de laaggeletterdheid en is daarmee ook geen verklarende factor.

260 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 92. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Vlieland Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel Niet-Westerse allochtonen is in de gemeente Vlieland maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze zeer laag. Met 1,6% Niet-Westerse allochtonen ligt het aandeel ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, allochtonen ver onder het gemiddelde van 4% in Fryslân en de 12% in Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Nederland. Het aandeel Westerse allochtonen is met 8,9% daarentegen het hoogste van Fryslân; ruim boven het gemiddelde van Op Vlieland wonen meer vrouwen van 55 tot 65 jaar dan mannen; 5%. Het aandeel Westerse allochtonen is wel iets lager dan het respectievelijk 56% en 44%. Laaggeletterdheid is hoger onder landelijk gemiddelde van 10%. vrouwen van 55-plus. In de gemeente Vlieland is het percentage laaggeletterden ook hoger. Hiermee is het aannemelijk dat een deel Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel Niet-Westerse van de laaggeletterden zich in de groep vrouwen van 55-plus bevindt. allochtonen geen verklaring is voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Vlieland. Het aandeel Westerse allochtonen is mogelijk een verklaring voor het enigszins hogere Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in percentage laaggeletterden. Ondanks dat het genoten dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en onderwijsniveau in westerse landen relatief hoog ligt kan deze groep tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede in de Nederlandse taal laaggeletterd zijn. generatie Westerse allochtonen.

261 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.2 Vlieland en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat 40% de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 93. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Vlieland Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Van de gemeente Vlieland is geen data over opleidingsniveau bekend. In verband met het geringe aantal inwoners van het eiland Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden kan uit privacy overwegingen voor het individu geen data bekend alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 worden gemaakt door het CBS. afgerond.

262 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.3 Vlieland sectorale arbeidsplaatsenverdeling Sectorale arbeidsplaatsenverdeling

In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het Vlieland percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De Fryslân arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat Nederland respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector 0% 20% 40% 60% 80% 100% het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur Onderwijs Zorg & Welzijn Tabel 94. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Overig * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren.

Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden De gemeente Vlieland kent veruit de meeste arbeidsplaatsen in de Industrie & Energie 281 13.9 sector Handel & Horeca; 55% tegenover 21% provinciaal en 23% Bouw 276 12.7 landelijk. De sector Industrie & Energie is klein in de gemeente Zorg & Welzijn 286 9.7 Vlieland; 2% is werkzaam in deze sector tegenover 18% in Fryslân en Handel & Horeca 284 9.5 13% in Nederland. Transport 286 8.6 Overige dienstverlening 293 8.2 Het hoge aandeel werkenden in de sector Handel & Horeca komt Financiële en zakelijke 303 6.5 waarschijnlijk door de grote toerisme sector op het eiland. Meer dan dienstverlening de helft van de werkenden op Vlieland is actief in deze sector. De Openbaar bestuur 301 4.2 sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn relatief klein. In deze Onderwijs 310 -* sectoren is het aandeel laaggeletterden juist hoog. Het

laaggeletterdheidspercentage is hoog in deze sectoren. Sectorale

arbeidsplaatsverdeling is geen verklarende factor. Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente. Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

263 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.4 Vlieland en participatie

Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- Opleidingsniveau NWW uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, Vlieland 44% 42% 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Vlieland kent 36 niet werkende werkzoekenden. Hiervan is 42% man Fryslân 35% 50% 15% en 58% vrouw. Nederland 40% 42% 18% Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten 0% 20% 40% 60% 80% 100% opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid.

In de gemeente Vlieland zijn 36 (4,9% van de potentiële Iets minder dan de helft van de NWW-ers heeft een laag beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende opleidingsniveau (44%) gevolgd door middelbaar opleidingsniveau werkzoekenden. Over de duur 12 tot 36 maanden en hoog (42%). Van de hoogopgeleiden is geen data bekend. Rekening opleidingsniveau is niks te zeggen in verband met de privacy van de houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep inwoners van Vlieland, het aantal niet werkende werkzoekenden is zonder deze kwalificatie zich op in de 44% laagopgeleide niet dusdanig laag dat de kans bestaat dat met meer informatie de werkende werkzoekenden. personen geïdentificeerd kunnen worden. Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een Duur NWW niet werkende werk zoekt. Van een deel is niet bekend hoe lang ze naar een nieuwe baan zoeken, 50% is korter dan 12 maanden opzoek Vlieland 50% 28% en 28% in langer dan 36 maanden opzoek. Aangezien de data niet helemaal compleet is, kan er geen uitspraak worden gedaan over de relatie tussen laaggeletterdheid en NWW-ers. Fryslân 43% 36% 21%

Nederland 42% 37% 22%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd 264 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.5 Vlieland en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Vlieland naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 33% Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid 67% Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland

14% 27% 26% 28% 30% 12% 10,5% 10,1% 10% 7,5% 8% 6% 5% 8% 4% 2% 0% 40% 35% Vlieland Fryslân Nederland

265 | P a g i n a

Op Vlieland heeft 7,5% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit is minder dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien op Vlieland aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 67%), geen inwoners die dit uit een bijstandsuitkering krijgen (40% in Fryslân), geen uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering AOU (5% in Fryslân) en meer uit pensioen (26% tegenover 33%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien op Terschelling aanzienlijk meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 67%), geen uit WW (35% in Nederland), geen uit AOU (8% in Nederland) en meer uit pensioen (27% tegenover 33%).

Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden op Terschelling is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân een hoger aandeel huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum is. Dit is niet het geval, het ligt zelfs lager. Het is dus geen verklarende factor voor het enigszins hogere percentage laaggeletterden. Wat opvalt, is dat er nergens in Fryslân zo’n grote groep inwoners door arbeid tot 105% van het sociaal minimum verdient. Desalniettemin is de groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

266 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.6 Vlieland en gezondheid In de gemeente Vlieland heeft in 2012 72% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit nog Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan 70%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het vergelijkbaar. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het enigszins hogere percentage laaggeletterden in de gemeente Vlieland is de verwachting dat het percentage dat wel eens Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. contact met de huisarts heeft, hoger ligt dan het Friese en landelijke Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemiddelde percentage. Dit is niet het geval, het aandeel is hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat vergelijkbaar. Daarmee is het contact met de huisarts geen laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van verklarende factor. de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Vlieland

Fryslân

Nederland

69% 70% 71% 72% 73% 2010 2012

267 | P a g i n a

Hoofdstuk 23.7 Vlieland aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factor voor het enigszins hogere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten percentage laaggeletterden in de gemeente Vlieland is: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - Westerse allochtonen het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen Door de grootte van het eiland zijn veel gegevens niet bekend in worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het verband met de privacy van de inwoners en is het lastig een aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen verklaring en belangrijke factoren te vinden. Het kan zijn dat er ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente andere verklarende factoren zijn, alleen zijn die gegevens niet kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt bekend. in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. Vindplaatsen van laaggeletterdheid Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de In Vlieland zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: gemeente Vlieland wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs verklarende factoren en vindplaatsen. 2. De wijkteams 3. Het UWV 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Tabel 95. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 5. De huisarts

Indicator Verklarende factor Onderscheid Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Deels verklaring Hoog % Westerse mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de allochtonen ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Opleidingsniveau - taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse Sectorale arbeid Geen verklaring voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Duur NWW - ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is Niveau NWW - daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te Armoede Geen verklaring informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit Gezondheid Geen verklaring kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

268 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel kunnen ontstaan op gebied van gezondheid. woorden. Aanpak taalniveau Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en Nederland door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van en daarmee geen verklarende factor is, vormt het een belangrijke factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan groep om laaggeletterdheid aan te pakken. Binnen deze groep zitten taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende ook mensen die geen werk hebben en in de bijstand zitten; soms factoren, kan de slagingskans van de cursist worden zelfs langdurig in de bijstand zitten. Laaggeletterdheid is hoger geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: onder werklozen. Door activiteiten bijvoorbeeld in te zetten bij het - de leeftijd van de laaggeletterde UWV, kan laaggeletterdheid gerichter worden aangepakt. - de mobiliteit van de laaggeletterde - de herkomst van de laaggeletterde Een indirecte vindplaats voor de gemeente Vlieland betreffen de - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en werkgevers in de sector Handel & Horeca. Het is niet te zeggen of schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en werknemers in deze sectoren ook inwoners zijn van de gemeente. spraakvaardigheid) Hierdoor is het van belang dat er (boven)regionaal samengewerkt - de locatie van de taalcursus wordt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven).

269 | P a g i n a

Hoofdstuk 24 Weststellingwerf en (laag)geletterdheid

De gemiddelde geletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Weststellingwerf met een gemiddelde score van 282 tot 286, in lijn met het landelijk gemiddelde (284). Deze gemiddelde score ligt ook in lijn met die van de provincie Fryslân (284.5).

De laaggeletterdheid onder 16 tot 65 jarigen ligt in de gemeente Weststellingwerf met 8% tot 11% iets lager dan het landelijk gemiddelde (12.2%). Ten opzichte van de Provincie Fryslân (13.4%) kent de gemeente Weststellingwerf een lager aandeel laaggeletterden.

270 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.1 Weststellingwerf en leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw Leeftijdsopbouw 30% Landelijk ligt onder jongeren (5%) het percentage laaggeletterdheid 25% een stuk lager dan bij ouderen (21,5%). Naarmate men ouder wordt 20% stijgt het laaggeletterdheidspercentage. Zo is er sprake van 22,9% laaggeletterde vrouwen in de leeftijdscategorie 55+ terwijl onder 15% vrouwen tussen de 25 en 34 jaar het laaggeletterdheidspercentage 10% op 8,2% ligt. Bij mannen stijgt het percentage laaggeletterden naar 5% 20,1% onder 55 plussers. Onder mannen tussen de 25 en 34 jaar ligt 0% dit percentage veel lager, op 8,0% (Buisman & Houtkoop, 2014). Weststellingwerf Fryslân Nederland

0 - 15 jaar 15-35 jaar 35-55 jaar 55-64 jaar 65+ jaar Wat opvalt, is dat in alle Friese gemeenten het percentage 65-plussers hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland. Vooral in de gemeenten Harlingen en Schiermonnikoog ligt dit percentage veel hoger. De gemeente Achtkarspelen, Leeuwarden en Littenseradiel maken een De leeftijdsopbouw van de inwoners van de gemeente uitzondering; in Achtkarspelen is het aandeel 65-plussers ongeveer Weststellingwerf verschilt niet met die van Fryslân. De grootste groep gelijk aan Nederland en in Leeuwarden en Littenseradiel wonen is 35 tot 55 jaar (27%). Dit is gelijk aan het Friese (27%) en relatief gezien minder 65-plussers. Nederlandse gemiddelde (28%). Ongeveer 20% van de bewoners in Weststellingwerf heeft een leeftijd van 15 tot 35 jaar; in Fryslân is dit 23% en in Nederland 25%. Het aandeel 55 tot 64 jarigen is in Weststellingwerf, Fryslân en Nederland ongeveer gelijk; respectievelijk 14%, 14% en 13%.

Hieruit valt op te maken dat de opbouw in leeftijd waarschijnlijk geen verklaring kan geven voor het lagere, in vergelijking met Fryslân en Nederland, percentage laaggeletterden in de gemeente Weststellingwerf.

271 | P a g i n a

Leeftijdsopbouw en geslacht Er is gekeken naar de verdeling tussen mannen en vrouwen per Herkomst bevolking leeftijdscategorie. Hieruit is gebleken dat de verdeling tussen 14% mannen en vrouwen redelijk normaal is. In vergelijking met het 12% landelijke gemiddelde is de verdeling tussen mannen en vrouwen per 10% leeftijdscategorie in de provincie ongeveer gelijk. In Fryslân is de 8% gemiddelde man/vrouw verdeling als volgt: 6%

4%

2% Tabel 96. Verdeling tussen mannen en vrouwen naar leeftijd. 0% Leeftijd Man Vrouw Weststellingwerf Fryslân Nederland 15-34 jaar 52 % 48 % Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen 35-54 jaar 51 % 49 % 55-64 jaar 51 % 49 %

De meeste gemeenten hebben dezelfde verdeling of wijken hier Het aandeel allochtonen is in de gemeente Weststellingwerf lager dan maximaal 2% vanaf. Vijf gemeenten wijken echter verder af van deze gemiddeld. Met 3,1% Niet-Westerse en 4% Westerse allochtonen ligt ‘normaalverdeling’. Het gaat dan om de gemeenten Het Bildt, het aandeel allochtonen onder de respectievelijk 4% en 5% in Fryslân. Kollumerland c.a., Schiermonnikoog, Terschelling en Vlieland. Het aandeel Niet-Westerse en Westerse allochtonen ligt aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde van respectievelijk 12% en 10%.

Herkomst Omdat het aantal allochtonen in Fryslân dusdanig laag is, wordt er in Uit deze cijfers valt op te maken dat het aandeel allochtonen een dit onderzoek in eerste instantie gekeken naar het aandeel eerste en verklaring is voor het lagere percentage laaggeletterden in de tweede generatie Niet-Westerse allochtonen en eerste en tweede gemeente Weststellingwerf. generatie Westerse allochtonen.

272 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.2 Weststellingwerf en opleidingsniveau Opleidingsniveau Het percentage laaggeletterden is sterk afhankelijk van het aantal 50% scholingsjaren. Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt 40% laaggeletterdheid vaker voor. Zonder startkwalificatie betekent dat de hoogs genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO 30% en MBO niveau 1 betreft. 20%

10% Tabel 97. Laaggeletterdheid naar hoogst behaalde opleiding. Bron: PIAAC. 0% Lager onderwijs 42,3% Weststellingwerf Fryslân Nederland LAAG VMBO – bb – kb/MBO-1 24,4% Laag Middelbaar Hoog Onbekend VMBO-gl/tl: 14,0% MBO-2 of hoger 9,2% MIDDELBAAR HAVO/VWO 2,9%

HBO 2,3% HOOG WO 2,5% Weststellingwerf kent een iets groter aandeel middelbaaropgeleiden (43%) dan laagopgeleiden (36%). In vergelijking met Fryslân kent Zoals in de tabel is weergegeven heeft 42,3% van de laaggeletterden Weststellingwerf meer laagopgeleiden (34%), evenveel alleen het lager onderwijs gevolgd. 38,4% heeft het VMBO of MBO-1 middelbaaropgeleiden en ongeveer evenveel hoogopgeleiden (21% in afgerond. Weststellingwerf en 22% in Fryslân). Weststellingwerf kent in vergelijking met Nederland meer laagopgeleiden (32%), meer middelbaaropgeleiden (40%) en minder hoogopgeleiden (27%).

De gemeente Weststellingwerf heeft een lager aandeel laaggeletterden. Het aandeel laaggeletterden is het hoogst onder laagopgeleiden. Er zijn meer laagopgeleiden in Weststellingwerf in vergelijking met Fryslân en Nederland. Daarmee is opleidingsniveau geen verklarende factor.

273 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.3 Weststellingwerf sectorale arbeidsplaatsenverdeling

Sectorale arbeidsplaatsenverdeling In de onderstaande tabel wordt de algemene verdeling van het percentage laaggeletterden naar arbeidsmarktsector weergegeven Weststellingwerf (Laaggeletterdheid in kaart, Buisman en Houtkoop, 2014). De arbeidsmarktsectoren Industrie & Energie en Bouw hebben Fryslân gemiddeld de meeste laaggeletterden. Geschat wordt dat respectievelijk 13,9% en 12,7% van de werkenden in deze sectoren Nederland laaggeletterd zijn. Ook is de gemiddelde geletterdheid in deze sector het laagst; respectievelijk 281 en 276 punten. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Industrie & Energie Bouw Handel en Horeca Transport Tabel 98. Gemiddelde geletterdheid en aandeel laaggeletterden per sector. Financiële & Zakelijke Dienstverlening Openbaar Bestuur * Het aantal werkende laaggeletterden is te laag om te apporteren. Onderwijs Zorg & Welzijn Overig Arbeidsmarktsector Gemiddelde Percentage geletterdheid laaggeletterden Industrie & Energie 281 13.9 De gemeente Weststellingwerf kent met 27% de meeste Bouw 276 12.7 arbeidsplaatsen in de sector Industrie & Energie, gevolgd door Zorg & Welzijn 286 9.7 Handel & Horeca met 25%. Provinciaal liggen deze percentages lager, Handel & Horeca 284 9.5 respectievelijk op 18% en 21%. Ook landelijk ligt het lager, Transport 286 8.6 respectievelijk 13% en 23%. In vergelijking met Fryslân (15%) en Overige dienstverlening 293 8.2 Nederland (18%) kent Weststellingwerf (9%) een laag aandeel Financiële en zakelijke 303 6.5 werkenden in de sector Financiële & Zakelijke Dienstverlening. dienstverlening Openbaar bestuur 301 4.2 De gemeente Weststellingwerf heeft een hoog aandeel (34%) Onderwijs 310 -* werkenden in de sectoren Industrie & Energie en Bouw (landelijk 18%,

provinciaal 24%). Dat betekent dat het aandeel laaggeletterden onder

de werkenden in Weststellingwerf waarschijnlijk relatief hoog is. Het Het aantal sectorale arbeidsplaatsen zijn de werkplaatsen in de hoge aandeel in de sectoren Industrie & Energie en Bouw komt niet gemeente. Het is mogelijk dat iemand die in de ene gemeente werkt, overeen met het lage aandeel laaggeletterden. Dit is dus geen in een andere gemeente woont. De sectorale arbeidsplaatsverdeling verklarende factor. staat daarmee los van het percentage laaggeletterden per gemeente.

Desalniettemin zegt het veel over de laaggeletterdheid.

274 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.4 Weststellingwerf en participatie Opleidingsniveau NWW Er is voor gekozen om in dit onderzoek niet te kijken naar de WW- uitkeringsgerechtigden, maar naar de Niet Werkende Werkzoekende Weststellingwerf 37% 51% 12% (NWW) met een splitsing naar duur van werkzoekend; 0-12 maand, 12-36 maanden, >36 maanden. Fryslân kent 53% mannelijke en 47% vrouwelijke NWW-ers. In Nederland ligt de verdeling op precies 50%. Fryslân 35% 50% 15%

Vooral onder mensen zonder startkwalificatie komt laaggeletterdheid Nederland 40% 42% 18% vaker voor. Zonder startkwalificatie houdt in dat de hoogst genoten opleiding het lager onderwijs (basisschool), VMBO en MBO niveau 1 0% 20% 40% 60% 80% 100% betreft. Bij mensen die werkloos zijn én geen startkwalificatie hebben, is de kans groter dat er sprake is van laaggeletterdheid. Opleiding Laag Opleiding Midden Opleiding Hoog

Weststellingwerf kent 1.623 (10,3% van de potentiële beroepsbevolking tegenover 9,8% provinciaal) niet werkende Er zijn weinig hoog opgeleide NWW-ers (12%) in Weststellingwerf. werkzoekenden. Hiervan is 52% man en 48% vrouw. Van de NWW-ers Ruim de helft heeft een middelbaar opleidingsniveau (51%) gevolgd is 43% korter dan 12 maanden op zoek naar werk, 36% is tussen de door een laag opleidingsniveau (37%). In vergelijking met Nederland 12 en 36 maanden op zoek en 21% is meer dan drie jaar op zoek naar heeft Weststellingwerf een lager aandeel middelbaar opgeleide NWW- werk. Dit is vergelijkbaar met Fryslân en Nederland. ers, in vergelijking met Fryslân juist iets meer. Rekening houdend met de definitie van “startkwalificatie”, dan houdt de groep zonder deze kwalificatie zich op in de 37% laagopgeleide niet werkende Duur NWW werkzoekenden.

Weststellingwerf 43% 36% 21% Een belangrijke indicator voor laaggeletterdheid is de duur dat een niet werkende werk zoekt. Meer dan de helft van de NWW-ers (57%) Fryslân 43% 36% 21% in de gemeente Weststellingwerf zoekt langer dan 12 maanden naar nieuw werk. Dit is vergelijkbaar met Fryslân en Nederland en daarmee Nederland 42% 37% 22% geen verklarende factor voor het lage laaggeletterdheidspercentage. Ook opleidingsniveau is geen verklarende factor. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0 - 12 mnd 12 - 36 mnd > 36 mnd

275 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.5 Weststellingwerf en armoede

Ervan uitgaande dat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau, bij mensen die geen werk of werk met Inkomens huishoudens tot 105% sociaal een lage sociale status hebben wordt er in dit rapport ook gekeken minimum Weststellingwerf naar het ‘armoede’ aspect. Dit is vertaald naar de huishoudens met een lager inkomen. Er is hier gekeken naar het percentage huishoudens per gemeente met een inkomen op 105% van het sociaal Inkomen uit arbeid 31% minimum. Dit is vervolgens uitgesplitst naar inkomen uit arbeid, 34% Werkloosheid/bijstand werkloosheid/bijstand (WW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (AOU) en het pensioen. Arbeidsongeschiktheid

Aanname is dat hoe hoger het aandeel huishoudens met een inkomen 6% Pensioen op 105% van het sociaal minimum hoe hoger de kans dat er zich 30% laaggeletterden in deze groep bevinden.

Huishoudens tot 105% sociaal minimum Fryslân Nederland 14% 12% 10,5% 9,6% 10,1% 10% 27% 8% 26% 28% 30% 6% 4% 2% 5% 8% 0% Weststellingwerf Fryslân Nederland 40% 35%

276 | P a g i n a

In de gemeente Weststellingwerf heeft 9,6% van de inwoners een inkomen tot 105% van het sociaal minimum, dit ligt iets lager dan in Fryslân (10,5%) en Nederland (10,1%).

In vergelijking met Fryslân zijn er procentueel gezien in Weststellingwerf meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (28% tegenover 31%), minder uit een bijstandsuitkering (40% tegenover 30%), evenveel uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering (5% tegenover 6%) en meer uit pensioen (26% tegenover 34%). In vergelijking met Nederland zijn er procentueel gezien in Weststellingwerf iets meer inwoners die dit uit arbeid verdienen (30% tegenover 31%), minder uit WW (35% tegenover 30%), minder uit AOU (8% tegenover 6%) en meer uit pensioen (27% tegenover 34%).

Gezien het enigszins lagere percentage laaggeletterden in Weststellingwerf is de verwachting dat er in vergelijking met Nederland en Fryslân minder huishoudens met een inkomen op 105% van het sociaal minimum zijn. Dit is het geval en dus een verklarende factor. De groep met inkomen uit WW, AOU en Pensioen op 105% van het sociaal minimum is een goede vindplaats voor laaggeletterdheid.

277 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.6 Westellingwerf en gezondheid In de gemeente Weststellingwerf heeft in 2012 68% wel eens contact gehad met de huisarts in de afgelopen 12 maanden, in 2010 was dit Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts dan nog 69%. Ten opzichte van Fryslân (71%) en Nederland (71%) is dit geletterden (GGD cijfers). De verwachting is dat hoe hoger het iets minder. percentage mensen dat ‘in de afgelopen 12 maanden contact heeft gehad met de huisarts’, hoe hoger het aandeel laaggeletterden. Gezien het lagere percentage laaggeletterden in de gemeente Weststellingwerf is de verwachting dat het percentage dat wel eens Er moet voorzichtig met deze gegevens worden omgegaan. contact met de huisarts heeft, lager ligt dan het Friese en landelijke Laaggeletterden brengen vaker een bezoek aan de huisarts, maar dat gemiddelde percentage. Dit is ook het geval en daarmee is het een hoeft niet te betekenen dat iemand die vaak naar de huisarts gaat verklarende factor. laaggeletterd is. Een bezoek aan de huisarts is ook afhankelijk van de ziektekostenverzekering en het eigen risico. Wat wordt er vergoed vanuit de basisverzekering? Hoe hoog is het eigen risico? Is iemand aanvullende verzekerd voor extra zorg die nodig is? Dit zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is echter zo dat laaggeletterden vaker de vaardigheden missen om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Zij hebben minder kennis van gezond eten en een gezonde levensstijl, waardoor sneller problemen met de gezondheid kunnen ontstaan.

Percentage contact met huisarts

Weststellingwerf

Fryslân

Nederland

66% 68% 70% 72% 74% 2010 2012

278 | P a g i n a

Hoofdstuk 24.7 Weststellingwerf aanbevelingen Verklarende factoren De belangrijkste verklarende factoren voor het enigszins lagere De aanpak van laaggeletterdheid kan zich vanuit twee kanten laaggeletterdheidspercentage in de gemeente Weststellingwerf zijn: afspelen. Aan de ene kant kan dit zijn door het gesprek te openen en - de herkomst het onderwerp laaggeletterd zijn bespreekbaar te maken. Aan de - het aandeel tot 105% van het sociaal minimum andere kant kunnen er stappen vanuit de gemeente ondernomen - het aandeel dat contact heeft met de huisarts worden om deze mensen te vinden en te ondersteunen bij het aanpakken van laaggeletterdheid. Deze wisselwerking tussen eigen De sectoren Industrie & Energie en Bouw zijn relatief groot in de ondernemerschap van de inwoners en de stappen die de gemeente gemeente Weststellingwerf. Laaggeletterdheid is groot onder deze kan zetten kan er juist voor zorgen dat er draagvlak gecreëerd wordt sectoren. Deze sectoren vormen een belangrijke vindplaats in de in de samenleving om samen laaggeletterdheid aan te pakken. aanpak van laaggeletterdheid. Iemand hoeft echter niet te wonen in de gemeente waar hij werkt. Daarom is het van belang dat er Voor de aanbevelingen voor de aanpak van laaggeletterdheid in de (boven)regionaal samengewerkt wordt. gemeente Weststellingwerf wordt er een verschil gemaakt tussen mogelijk verklarende factoren en vindplaatsen. Vindplaatsen van laaggeletterdheid In Weststellingwerf zijn vindplaatsen voor laaggeletterdheid: 1. De voorschoolse educatie en het primair onderwijs Tabel 99. Verklarende factoren voor het laaggeletterdheidspercentage. 2. De wijkteams 3. Het UWV Indicator Verklarende factor Onderscheid 4. De afdeling Werk, Participatie & Inkomen van de gemeente Leeftijdsopbouw Geen verklaring Herkomst Verklaring Laag % allochtonen 5. De huisarts Opleidingsniveau Geen verklaring Sectorale arbeid Geen verklaring Door het primair onderwijs te gebruiken als vindplaats kan er Duur NWW Geen verklaring mogelijk een tweeslag geslagen worden: het taalniveau van de Niveau NWW Geen verklaring ouders kan worden verhoogd met daaruit voortvloeiend het Armoede Verklaring Laag % tot 105% van het taalniveau van de kinderen. Het basisonderwijs en de voorschoolse sociaal minimum voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de Gezondheid Verklaring Laag % contact met de ouders en kunnen signalen van laaggeletterdheid opvangen. Het is huisarts daarom van belang om leerkrachten en pedagogisch medewerkers te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en hoe ze dit kunnen herkennen. Vervolgens kunnen verschillende opleidingsmogelijkheden worden aangeboden.

279 | P a g i n a

Het verhogen van het taalniveau van de ouders is ook in het belang Aanpak taalniveau van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen hun kinderen Vanuit deze vindplaatsen kan er gewerkt worden aan het taalniveau dan namelijk voorlezen en helpen met hun huiswerk. Uit onderzoek door middel van cursussen en trainingen. Door de diversiteit van komt naar voren dat een kind met wie vijftien minuten per dag factoren en personen is het van belang dat er een bandbreedte aan gelezen wordt in plaats van vijf minuten per jaar 55 keer zoveel taalcursussen is. Door rekening te houden met verschillende woorden. factoren, kan de slagingskans van de cursist worden geoptimaliseerd. Er kan rekening gehouden worden met: Hoewel het aantal mensen dat rond moet komen van 105% van het - de leeftijd van de laaggeletterde sociaal minimum lager is dan het gemiddelde in Fryslân en - de mobiliteit van de laaggeletterde Nederland, vormt het een belangrijke groep om laaggeletterdheid - de herkomst van de laaggeletterde aan te pakken. Binnen deze groep zitten ook mensen die geen werk - het doel van de taalcursus (verbeteren van de lees en hebben en in de bijstand zitten; soms zelfs langdurig in de bijstand schrijfvaardigheid of verhogen van de taal en zitten. Laaggeletterdheid is hoger onder werklozen. Door activiteiten spraakvaardigheid) bijvoorbeeld in te zetten bij het UWV, kan laaggeletterdheid gerichter - de locatie van de taalcursus worden aangepakt. - de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een taalmaatje

De huisarts kan ook een belangrijke vindplaats vormen. Hij/zij heeft persoonlijk contact met de patiënt en kan eventueel signalen van laaggeletterdheid opvangen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat laagopgeleiden en laaggeletterden meer contact hebben met de huisarts, omdat zij over minder vaardigheden beschikken om goed om te gaan met informatie over gezondheid, ziekte en zorg (Stichting lezen en schrijven). Huisartsen kunnen dus helpen om laaggeletterden beter in beeld te krijgen. Dit geldt ook voor de groep 65-plussers, die niet in het onderzoek van laaggeletterden zijn meegenomen. Oudere mensen kunnen vaker de huisarts opzoeken, omdat er meer problemen kunnen ontstaan op gebied van gezondheid.

280 | P a g i n a

DEEL 3 – ALGEMENE CONCLUSIE PROVINCIE FRYSLÂN

281 | P a g i n a

3. Conclusies & aanbevelingen

Laaggeletterdheid heeft invloed op verschillende levensdomeinen en is daarmee geen op zichzelf staand probleem. Het verhogen van de taalkennis kan ervoor zorgen dat mensen een betere plek in de samenleving krijgen en zich gelukkiger voelen. Het zelfvertrouwen wordt hoger, mensen hebben een betere kans op de arbeidsmarkt en kunnen daardoor beter functioneren in hun baan. Meer zelfvertrouwen, zich gelukkiger voelen en goed kunnen functioneren hebben weer invloed op de ervaren gezondheid. Bovendien hebben geletterden vaak meer kennis over gezondheid en een gezonde levensstijl, waardoor ze bijvoorbeeld gezonder eten en meer bewegen. De kans op een ziekenhuisopname of bijvoorbeeld depressie wordt hierdoor kleiner. De zorgkosten worden hierdoor lager. Uit onderzoek blijkt ook dat een voldoende basisniveau van vaardigheden als zeer hoge vaardigheden een positief effect hebben op de economische groei van een land. De effecten versterken elkaar (De Greef, Segers & Nijhuis; 2014).

Het is daarom belangrijk om te investeren in goede cursussen en opleidingsmogelijkheden. Op deze manier worden verschillende problemen aangepakt en is er meer ruimte voor persoonlijke, medische en economische ontwikkeling. Mensen staan sterker en stabieler in de arbeidsmarkt. Voor gemeenten betekent dit dat er minder druk komt te staan op het budget binnen de Participatiewet en dat zorgkosten omlaag gaan.

De vraag is alleen hoe we die laaggeletterden kunnen bereiken? Een deel van de mensen schaamt zich en een deel ervaart weinig tot geen problemen. De meeste werkende laaggeletterden ervaren geen directe prikkel om aan hun taalvaardigheid te werken. Zij werken deels in beroepen waarin een laag niveau van taalvaardigheid volstaat. De arbeidsmarkt stelt echter steeds hogere eisen aan vaardigheden, waardoor ze steeds kwetsbaarder worden (Houtkoop, 2012). Bovendien hebben zij bijvoorbeeld moeite met het lezen van bijsluiters van medicijnen en hebben ze moeite met het aanvragen van voorzieningen. Voor gemeenten is het daarom van groot belang dat er naast digitale aanvragen ook mogelijkheid is om een aanvraag met een medewerker in te vullen. Deze medewerker kan tevens de laaggeletterde wijzen op scholingsmogelijkheden.

Goede vindplaatsen zijn van groot belang om te voorkomen dat laaggeletterden niet meer mee kunnen komen in de maatschappij. Bij de vindplaatsen kunnen medewerkers signalen opvangen en iemand wijzen op de verschillende instrumenten die er zijn om taalvaardigheden te meten, zoals de Taalwijzer en de Taalmeter. Het is belangrijk om te erkennen dat een klein deel nooit bereikt zal worden.

Investeren in een gezamenlijke aanpak Om laaggeletterdheid succesvol aan te pakken is het van belang dat er naast lokale acties ook bovenregionaal of provinciaal stappen ondernomen worden en er samengewerkt wordt. Veel factoren werken buiten de grenzen van de gemeente, zoals sectorale arbeidsplaatsverdeling. Iemand die in gemeente X werkt, kan in gemeente Y wonen. De samenwerking is vooral heel belangrijk voor het ontwikkelen van beleid op het herkennen van laaggeletterdheid en het ontwikkelen van verschillende scholingsmogelijkheden om laaggeletterdheid aan te pakken. De vindplaatsen vormen hierin een belangrijke schakel. Scholen trekken bijvoorbeeld vaak leerlingen uit verschillende gemeenten aan. Door scholen als vindplaats te nemen, kan de aanpak (boven)regionaal worden opgepakt. In de samenwerking is het belangrijk om het taalniveau van laaggeletterden te verbeteren. Hierop moet beleid worden ontwikkeld.

282 | P a g i n a

Op alle indicatoren en belangrijke factoren is het goed om zoveel mogelijk samen te werken met buurgemeenten. De meest voorkomende verklarende factoren en belangrijke indicatoren staan hieronder genoemd.

Gezamenlijke aanpak sectorale arbeidsplaatsenverdeling Samenwerking lijkt het meest logisch bij de sectorale arbeidsplaatsenverdeling. Per gemeente is inzichtelijk gemaakt wat de verdeling van de werkenden over de arbeidssectoren is. Laaggeletterdheid is het hoogst onder de sectoren Industrie & Energie en Bouw. Samen met de sector Handel & Horeca is de sector Industrie & Energie ook relatief groot in de Friese gemeenten. In deze sectoren kan een deel van de laaggeletterden zich ophouden. Hierbij gaat het echter om werkenden in een gemeente. Deze mensen hoeven niet per se in dezelfde gemeente te wonen. Daarom is het belangrijk om (boven)regionaal samen te werken.

Voor deze samenwerking zijn de werkgevers in de sector nodig, de gemeente waar het bedrijf gevestigd is en de gemeente van werknemer. Om laaggeletterdheid gericht aan te pakken, kunnen deze partijen met elkaar samenwerken. Werkgevers hebben over het algemeen een beter beeld van hun werknemers dan de gemeente; zij zien de werknemers in hun dagelijkse werkleven. Er kunnen bijvoorbeeld taalcursussen worden aangeboden aan werknemers die minder goed zijn met taal.

Gezamenlijke aanpak onderwijs Laaggeletterdheid kun je nooit helemaal voorkomen en daarom is het belangrijk om laaggeletterdheid zo vroeg mogelijk aan te pakken wanneer het ontstaat. Het onderwijs is hiervoor een perfecte locatie; docenten hebben zicht op de leerlingen en mogelijkheden om laaggeletterdheid aan te pakken. Leerlingen die minder goed zijn met taal kunnen bijvoorbeeld bijlessen volgen. Op deze manier wordt de achterstand ten opzichte van geletterden kleiner zodra ze de arbeidsmarkt opkomen. Dit vergroot hun kans op een baan. Bovendien kan het een boost geven aan het zelfvertrouwen van kinderen en kunnen betere ontplooiings- en ontwikkelingsmogelijkheden ontstaan.

Het onderwijs is ook een perfecte locatie om laaggeletterde ouders op te sporen. Het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen hebben goed zicht op het opleidingsniveau van de ouders. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers kunnen een signalerende rol vervullen. Dit ligt ook in het belang van de ontwikkeling van de kinderen. Ouders kunnen kinderen dan namelijk voorlezen, helpen met hun huiswerk en op een ander niveau met hen communiceren. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers kunnen ouders actief doorverwijzen naar de mogelijkheden voor taalscholing in de regio. Het is daarom belangrijk om het basisonderwijs te informeren over de kenmerken van laaggeletterden en leerkrachten te leren hoe ze laaggeletterdheid kunnen herkennen. Vervolgens zijn verschillende scholingsmogelijkheden nodig om laaggeletterdheid aan te pakken.

Voor de aanpak van laaggeletterdheid onder jongeren is het van belang om over de gemeentegrenzen te kijken. In de meeste Friese gemeenten volgen jeugdigen na het primair onderwijs een opleiding in het voortgezet onderwijs in een andere gemeente. Hier is al helemaal sprake van zodra een jeugdige naar het Middelbaar Beroepsonderwijs en hoger gaat. Het is belangrijk om gezamenlijk vanuit educatie een beleidskader te ontwikkelen voor de aanpak van laaggeletterdheid.

283 | P a g i n a

Hoewel minder logisch en in minder hoge aantallen, kan laaggeletterdheid ook voorkomen onder hoog opgeleiden (Hbo 2,3% en WO 2,5%). Iemand kan bijvoorbeeld heel erg goed zijn in de exacte vakken, maar geen taalkundige knobbel hebben. Onder de groep hoogopgeleide laaggeletterden kunnen ook ouderen zitten. Het kan voorkomen dat zij bepaalde vaardigheden hebben verloren, omdat ze er onvoldoende gebruik van maken. Hier wordt echter geen aandacht aan besteed in het onderzoek van PIAAC en is daarmee een speculatie (Buisman, Allen, Fouarge, Houtkoop & van der Velden, 2013).

De groep hoogopgeleide laaggeletterden vormt een uitzondering. Docenten en hoogleraren kunnen ook hier een signaleren rol op zich nemen en studenten wijzen op de mogelijkheden om laaggeletterdheid aan te pakken.

Laaggeletterdheid en meertalig onderwijs Uit onderzoek komt naar voren dat twee- of meertalig onderwijs een positief effect heeft (Verspoor, de Bot, van Rein, Schuitenmaker-King en Edelenbos; 2010). Leerlingen bereiken een hogere taalvaardigheid, ze maken minder fouten en ze halen een hoger niveau. Het taalgebruik van twee- en meertalige leerlingen is authentieker en natuurlijker dan van leerlingen die regulier onderwijs volgen. De Vrije Universiteit Brussel heeft aangetoond dat hersenen van tweetalige kinderen veel minder inspanning hoeven te leveren bij eenvoudige rekenopdrachten dan die van kinderen die slechts één taal onder de knie hebben. Het verwerven van een tweede taal heeft daarmee ook een positief effect op het aanleren van andere vakken. Door de hersenen extra te prikkelen met een tweede taal, worden ze uitgedaagd. Op deze manier kunnen de hersenen zich sterker ontwikkelen.

Veel gemeenten in Fryslân hebben twee- of meertalige scholen. Naast het Nederlands worden er ook lessen gegeven in het Fries of in het Engels. Leerlingen op deze scholen zouden een hogere taalvaardigheid moeten bereiken. Dit kan een positief effect hebben op de geletterdheid in de provincie. In een vervolgonderzoek zou het interessant zijn om de laaggeletterdheidscijfers te koppelen aan het aantal twee- of meertalige scholen per gemeente.

Gezamenlijke aanpak herkomst Voor vier Friese gemeenten (Harlingen (7.8%), Leeuwarden (7.7%), Schiermonnikoog (6,6%) en Vlieland (8,9%)) is het percentage Westerse allochtonen hoger dan gemiddeld in Fryslân. Hoewel het opleidingsniveau in Westerse landen vaak hoog is, is Nederlands niet hun moedertaal. Hierdoor kunnen ze moeite hebben met geschreven en gesproken taal. Samenwerking in het ontwikkelen van beleid over de aanpak van laaggeletterdheid onder Westerse allochtonen kan wenselijk zijn voor deze vier gemeenten.

Gezamenlijke aanpak Niet Werkende Werkzoekenden Een belangrijke verklarende factor voor laaggeletterdheid is de duur dat een Niet Werkende Werkzoekende naar een baan zoekt. Hoe langer iemand werkloos is, hoe minder er een beroep wordt gedaan op bepaalde vaardigheden; iemand schrijft bijvoorbeeld minder of hoeft minder te lezen. Het is aan te raden om met in ieder geval meerdere gemeenten samen te werken over het ontwikkelen van beleid over de aanpak van laaggeletterdheid onder langdurig Niet Werkende Werkzoekenden.

284 | P a g i n a

Gezamenlijk aanpak armoede Voor de meeste gemeenten geldt dat de groep inwoners met een inkomen op 105% van het sociaal minimum geen directe verklarende factor voor het aandeel laaggeletterdheid is. Wel is het, ondanks dat het niet verklarend is, een ongelofelijk belangrijke groep. De groep met inkomsten uit arbeid zijn moeilijker te vinden, maar de groep die deze inkomsten uit een WW- uitkering, Arbeidsongeschiktheidsuitkering of Pensioen krijgt, is mogelijk gemakkelijker te identificeren.

Gezamenlijk aanpak bekendheid over laaggeletterdheid Het vinden van laaggeletterden en het aanbieden van taalcursussen is één manier. Daarnaast kan er ook uitgegaan worden van de eigen kracht van de inwoner en het aanpakken van het eigen taalniveau. Hiervoor is het in eerste instantie wel nodig dat een inwoner: - zichzelf herkent in laaggeletterdheid; - dat er over de drempel van schaamte gestapt kan worden; - ziet wat een hoger taalniveau kan opleveren; - weet waardoor het taalniveau verhoogd kan worden (bijvoorbeeld taalcursussen).

Taalambassadeurs kunnen er mogelijk voor zorgen dat de drempel, om iets aan laaggeletterdheid te doen, verlaagd wordt. Daarnaast is het ook van belang om op andere manieren bekendheid te geven aan laaggeletterdheid en wat het effect voor een laaggeletterde is om geletterd te worden. Op welke wijze er bekendheid wordt gegeven aan laaggeletterdheid en de beschikbare voorzieningen hangt af van de kenmerken van laaggeletterde. Een oudere gepensioneerde laaggeletterde is mogelijk te vinden bij ouderenverenigingen, terwijl een jongere zonder startkwalificatie ook via social media bereikbaar is. Om hierin een keuze te maken, is het van belang om te blijven kijken naar de kenmerken van de eigen gemeente. Samen met belangrijke organisaties kan een plan van aanpak worden besproken waarin taken worden verdeeld en resultaatafspraken worden gemaakt.

285 | P a g i n a

Literatuurlijst

Algemene Rekenkamer. (2016). Aanpak van laaggeletterdheid. Geraadpleegd op: http://www.rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2016/04/Aanpak _van_laaggeletterdheid

Bijlsma, I., van den Brakel, J., van der Velden, R., en Allen, J. (2016). Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland.

Etil, Kohnstamm Instituut, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en Universiteit Maastricht (2015). Regionale laaggeletterdheid gemeente Smallingerland.

Greef, de M., Segers, M., en Nijhuis, J. (2014). Feiten en cijfers geletterdheid. Overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu. Den Haag: OBT BV

Houtkoop, W., Allen, J., Buisman, M., Fouarge, D., en van der Velden, R. (2012). Kernvaardigheden in Nederland: Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL). Maastricht: Expertisecentrum beroepsonderwijs

Houtkoop, W., en Buisman, M. (2014). Laaggeletterdheid in kaart. ECBO en Stichting Lezen & Schrijven.

Rijksoverheid. (z.d.). Waarom moet ik een startkwalificatie hebben? Geraadpleegd op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht/vraag-en-antwoord/waarom-moet-ik- een-startkwalificatie-hebben

Verspoor, de Bot, van Rein, Schuitemaker-King en Edelenbos: ‘Tweetalig onderwijs: vormgeving en prestaties’; 2010.

Vries, de W. (2015). Fluchskrift Allochtonen in Fryslân. Leeuwarden: Fries Sociaal Planbureau

286 | P a g i n a

Begripsafbakening

WW-uitkering: De werkloosheiduitkering is een tijdelijke uitkering om het verlies aan inkomen tussen twee banen op te vangen (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ww-uitkering).

De duur van een WW-uitkering is nu nog maximaal 38 maanden, per 1 april 2019 wordt dit maximaal 24 maanden (http://hetarbeidsrechtadvocatenkantoor.nl/opbouw-en-duur-ww- verandert-per-1-januari-2016/). Indien er dan nog geen nieuw werk gevonden is dan valt men vanaf dan onder de “bijstandsgerechtigden”.

Een Niet Werkende Werkzoekende: Iemand van 15 tot en met 74 jaar die bij het UWV als werkzoekende staat ingeschreven (https://www.werk.nl/werk_nl/arbeidsmarktinformatie/begrippenlijst#paragraaf10_N).

287 | P a g i n a

Partoer Westersingel 4 8913 CK Leeuwarden T (058) 234 85 01 www.partoer.nl

De mens als maat