WIA 4 COVER def 17-08-2004 13:49 Pagina 1 Wonen in

Wonen in Amsterdam 2003 bevat ook de uitgaven: Wonen in Amsterdam Stand van Zaken Stadsdeelprofielen Woonwensen 2003

Leefbaarheid 2003

Leefbaarheid

Deelnemers aan het onderzoek Wonen in Amsterdam 2003:

Gemeente Amsterdam Amsterdam-Noord Dienst Wonen / Slotervaart/ Gemeente Amsterdam Zuidoost Stadsdelen: Oost/ Amsterdam-Centrum Amsterdam Oud Zuid Gemeente Amsterdam Westerpark Dienst Wonen Oud-West Stadsdelen Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties WIA 4 COVER def 17-08-2004 13:50 Pagina 2

bijlage 5 Omschrijving en kaart van de 66 Colofon buurtcombinaties en stadsdelen 67 Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Stadsdelen buurtcombinaties N64 en N73 10 Plaats Amsterdam A Centrum worden in het rapport aangeduid 65 B als ‘’) Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 70 C Westerpark N65 Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, D Oud-West N66 afd. Markt en Innovatie G Zeeburg N67 69 Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), H Bos en Lommer N68 -Noord 71 N69 Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), J N Amsterdam-Noord N70 Banne Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), P Geuzenveld/Slotermeer N71 Buiksloterham 73 68 Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Q N72 Nieuwendammerham 11 12 63 Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), R Slotervaart N73 Waterland (de samengevoegde 62 buurtcombinaties N64 en N73 13 60 Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) T Zuidoost 61 U Oost/Watergraafsmeer worden in het rapport aangeduid 64 en Hans de Waal (Dienst O+S) 75 36 V Amsterdam Oud-Zuid als ‘Landelijk Noord’) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) W Zuideramstel 72 P75 Spieringhorn 14 05 Foto’s omslag Katrien Mulder 79 76 37 P76 Slotermeer-Noordoost 15 Foto’s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, Buurtcombinaties P77 Slotermeer-Zuidwest 78 39 06 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 A00 Burgwallen-Oude Zijde 02 01 P78 Geuzenveld 38 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde P79 77 16 A02 -West 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 A03 Grachtengordel-Zuid Q80 Lutkemeer/Ookmeer 41 00 33 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties A04 / Q81 Osdorp-Oost 40 17 04 09 Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, A05 Haarlemmerbuurt Q82 Osdorp-Midden 42 18 hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, A06 Q83 De Punt 80 A07 De Weteringschans Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten 86 19 figuur 4.13: Kees Dignum, 20 03 08 A08 Weesperbuurt/ 22 31 32 ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 A09 / R85 Slotervaart 43 29 R86 Overtoomse Veld 21 07 28 B10 81 85 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en R87 Westlandgracht 83 B11 Bedrijventerrein Sloterdijk R88 Sloter-/Riekerpolder 82 47 24 34 de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, 44 46 50 27 30 Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, C12 T92 Amstel III/ 84 C13 Spaarndammer- en 87 Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) 25 26 T94 Bijlmer Oost (E,G,K) 45 49 56 Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel 53 C14 Staatsliedenbuurt T95 Nellestein 55 C15 Centrale Markt T96 Holendrecht/Reigersbos 48 C16 T97 Gein 88 59 52 57 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties D17 Da Costabuurt T98 54 Delflandlaan 4 D18 U27 Postbus 9959 D19 Van Lennepbuurt U28 Oosterparkbuurt D20 Helmersbuurt 1006 AR Amsterdam U29 D21 Overtoomse Sluis U30 Transvaalbuurt 58 D22 Vondelbuurt U55 Frankendael 91 Telefoon 020 346 0360 90 G31 West U56 Middenmeer E-mail [email protected] G32 Indische Buurt Oost U57 Website www.afwc.nl G33 Oostelijk Havengebied U58 De G34 IJ-eiland e.o. V24 94 H36 Sloterdijk V25 Gemeente Amsterdam H37 V26 Dienst Wonen H38 Erasmuspark V44 H39 De Kolenkit V45 93 98 Jodenbreestraat 25 V46 Postbus 1900 J40 De Krommert V47 Museumkwartier 95 1000 BX Amsterdam J41 Van Galenbuurt V48 J42 Hoofdweg e.o. V49 J43 Westindische Buurt V50 Duivelseiland Telefoon 020 552 7511 E-mail [email protected] N60 Volewijck W52 Scheldebuurt Website www.wonen.amsterdam.nl N61 IJplein/Vogelbuurt W53 IJselbuurt N62 W54 Rijnbuurt N63 Tuindorp Buiksloot W59 Station Zuid/WTC e.o. 96 N64 Nieuwendammerdijk/ W90 -West 97 Buiksloterdijk (de samengevoegde W91 Buitenveldert-Oost 92 Wonen in Amsterdam 2003 Stand van zaken

Wonen in Amsterdam 2003

Deel 4

Leefbaarheid

1 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Inhoudsopgave

Belangrijkste conclusies 5

hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Leefbaarheid 7 1.2 Het onderzoek: combinatie Wonen in Amsterdam (WIA) en Lemon-leefbaarheidsmonitor 8 1.3 Overige onderzoeksrapporten op basis van Wonen in Amsterdam 2003 9 1.4 Steekproef: gewogen en ongewogen rapporteren 10 1.5 Relatie met andere leefbaarheidsonderzoeken 10 1.6 Opbouw van de rapportage 11 1.7 Het gaat om de mening van de bewoners 11 1.8 Hoe verder? 11

hoofdstuk 2 Leefbaarheidsresultaten per stadsdeel 13 2.1 Algemeen: totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling 13 2.2 Spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer 16 2.3 Oordeel over de woning 18 2.4 Voorzieningen 19 2.5 Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen 20 2.6 Prettig samenleven 22 2.7 Overlast 24 2.8 Veiligheid 25 2.9 Wat kan er verbeteren? 26 2.10 Leefbaarheid en kenmerken respondenten 29 2.11 (On)veiligheidsgevoelens naar leeftijd en etniciteit 32 2.12 Typologie van stadsdelen 34

hoofdstuk 3 Leefbaarheidsresultaten per buurtcombinatie 37 3.1 Totaaloordeel buurt 37 3.2 Buurtontwikkeling 38 3.3 Kwaliteit, onderhoud, schoonhouden en schoonheid wonen 40 3.4 Buurtvoorzieningen 44 3.5 Parkeren 48 3.6 Openbaar vervoer 48 3.7 Inrichting woonomgeving 50 3.8 Groenvoorziening 51 3.9 Onderhoud en schoonhouden straten, stoepen en groen 53 3.10 Prettig samenleven 55 3.11 Overlastaspecten 59 3.12 Waar zijn de leefbaarheidsproblemen het grootst? 67 3.13 Hoogste en laagste scores per leefbaarheidsdimensie 67 3.14 Ontwikkeling tussen 2001 en 2003 69 3.15 Leefbaarheid, dynamiek en woonmilieus 70

2 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.16 Typologie van buurtcombinaties 70 3.17 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde 72 3.18 Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde 76 3.19 Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde 76 3.20 Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde 77

hoofdstuk 4 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt 79 4.1 Verwerking van het materiaal79 4.2 Kwaliteiten van de stadsdelen 80 4.3 Verschillen tussen buurten 81 4.4 Parken en pleinen 84 4.5 Groen en water 84 4.6 Woonmilieus 85 4.7 Buurten met lage score voor totaaloordeel buurt 88 4.8 Noties over meten 90 4.9 Hoe nu verder 92

hoofdstuk 5 Hoe leefbaar is Amsterdam? Samenvatting en slotbeschouwing 95 5.1 Het onderzoek 95 5.2 Resultaten per stadsdeel 95 5.3 Resultaten per buurtcombinatie 98 5.4 Leefbaarheid, dynamiek en woonmilieus 100 5.5 Leefbaarheid en achtergrondkenmerken 102 5.6 Typologie van buurtcombinaties 103 5.7 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde 104 5.8 Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde 104 5.9 Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven gemiddelde 104 5.10 Type 4: rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde 105 5.11 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt 105 5.12 Slotbeschouwing 106

Bijlagen 1 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam 2003 107 2 Gegevens per samengevoegde buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam 2001 115 3 Enquête Wonen in Amsterdam 2003 121 4 Samenvoeging en toedeling van gebieden, respons (beoogd en gerealiseerd) 131 5 Omschrijving en kaart van de buurtcombinaties en stadsdelen uitvouwbare achterflap

3 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

4 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Belangrijkste conclusies

Conclusies van Wonen in Amsterdam 2003 / Lemon op het gebied van leefbaarheid (de rapportcijfers op een schaal van 1 – 10 staan steeds tussen haakjes):

• Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel buurt) geven de Amsterdammers gemiddeld een rapportcijfer van 7,0 tegen 6,9 in 2001. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum (7,9) Oud-Zuid (7,9) en Zuideramstel (7,8) blijken het meest tevreden. In Bos en Lommer (5,7) geven bewoners gemiddeld het laagste cijfer als totaaloordeel voor de buurt, evenals in 2001. In het laatste stadsdeel is de tevredenheid wel toegenomen ten opzichte van 2001 (zie onder).

• Amsterdammers zijn gemiddeld iets tevredener over de eigen woning (7,2) dan over de buurt (7,0).

• Beschouwen wij de ontwikkeling van de rapportcijfers voor de buurt tussen 2001 en 2003 dan laten vrijwel alle leefbaarheidsaspecten een verbetering zien van enkele tienden. De tevredenheid over de buurt is (in absolute zin) er het sterkst op vooruitgegaan in Bos en Lommer, Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. De enige stadsdelen waar de tevredenheid over de buurt is afgenomen, zijn Amsterdam- Noord en Geuzenveld/Slotermeer.

• In Zuidoost is de tevredenheid van de bewoners over de buurt toegenomen van 6,5 in 2001 naar 6,7 in 2003. Dat is een stijging boven het Amsterdamse gemid- delde. De stedelijke vernieuwing in de in combinatie met de aanpak van leefbaarheidsproblemen werpt duidelijk vruchten af.

• Van alle overlastaspecten ergeren Amsterdammers zich het meest aan vervuiling (6,0, tegen 5,7 in 2001). Vooral in Bos en Lommer (5,2), Zeeburg (5,5) en Geuzenveld/Slotermeer (5,5) zijn bewoners ontevreden over de mate van vervuiling. De overlast van vervuiling is sterk afgenomen in Oud-West en Zuidoost en toegenomen in Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg.

• Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt het vaakst genoemd als verbeteraspect, gevolgd door de veiligheid op straat. In alle stadsdelen behalve Osdorp is het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte het belangrijkste verbeterpunt, terwijl in Osdorp de verbetering van de veiligheid op straat bovenaan staat.

• Het algemene beeld over de tevredenheid over de buurt per buurtcombinatie lijkt sterk op 2001. Zo is de top drie nog steeds hetzelfde, namelijk Apollobuurt, Museumkwartier en Grachtengordel-West. Toch zijn er wel degelijk verschuivin- gen. We zien een bovengemiddelde toename van de tevredenheid in de voor- oorlogse delen van de stad, met name aan de westkant (delen van Oud-West, Westerpark, De Baarsjes en Bos en Lommer). Ook in de Bijlmermeer is de tevredenheid toegenomen. In delen van de , Noord, Gein,

5 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Spaarndammerbuurt, Indische Buurt en op de Wallen is de tevredenheid juist afgenomen, terwijl ook het rapportcijfer onder het Amsterdamse gemiddelde ligt. In deze buurten ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. Zorgwekkend is dat in deze gebieden niet alleen de leefbaarheid negatief wordt beoordeeld, maar dat deze er, in de beleving van bewoners, ook nog eens sterker op achteruit gaat dan in andere delen van de stad. Activiteiten gericht op verbetering van de leefbaarheid van bewoners zouden zich vooral op deze gebieden moeten richten.

• Vier buurtcombinaties verdienen bijzondere aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende als totaaloordeel voor de buurt (rapportcijfer < 6) combineren met een afname van tevredenheid. Het betreft de Indische Buurt West, Indische Buurt Oost, IJplein/Vogelbuurt en Geuzenveld.

In Zuidoost is de tevreden- heid over de buurt toe- genomen,mede dankzij de stedelijke vernieuwing.

6 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Leefbaarheid

Wonen is meer dan een dak boven je hoofd. De tevredenheid van bewoners over het wonen in hun buurt wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van de woning zelf. Ook de inrichting van de woonomgeving, de veiligheid op straat, de aanwezigheid van voorzieningen en de manier waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, spelen een belangrijke rol in het oordeel van bewoners over het wonen. In de Beleidsovereenkomst Volkshuisvesting Amsterdam 2001-2002 (die momenteel wordt geactualiseerd) hebben de partijen van het Amsterdams Volkshuisvestingsoverleg (Centrale Stad, Stadsdelen, Huurdersvereniging Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) afgesproken om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de aanpak van leefbaarheid. Volgens deze gezamenlijke visie, die in februari 2002 werd gepubliceerd, is een leefbare buurt van grote betekenis voor de kwaliteit van het wonen in de grote stad. ‘De kwaliteit van de woon- en leefomgeving telt sterk mee als factor die het woongenot van de Amsterdammer bepaalt. In de aanpak en inzet voor de leefbaarheid op straatniveau ligt de sleutel tot het bereiken van een aantrekkelijke woon- en leefomgeving. De leefbaarheid hoort daarom hoog op de agenda te staan van partijen zowel op stadsdeelniveau als op stedelijk niveau; iedere partij moet aanspreekbaar zijn op zijn rol.’ (Een stedelijke visie op de leefbaarheid in Amsterdam, AVO, 2002, p.10)

Het begrip leefbaarheid is uitgegroeid tot ‘containerbegrip’ dat al gauw het totale menselijk geluk lijkt te omvatten. Wij zullen hier niet proberen een definitie te geven van ‘leefbaarheid’, maar sluiten aan bij de begripsafbakening zoals die wordt gegeven in de stedelijke visie op de leefbaarheid(aanpak) in Amsterdam. De AVO-partijen zijn het er over eens: ‘dat de volgende aspecten en activiteiten tot leefbaarheid worden gerekend: • schoon: alle activiteiten die gericht zijn op het schoonhouden van de stad, met name woongebouwen en woonomgeving; • heel: alle activiteiten die gericht zijn op een goed functionerend gebruik en onderhoud van objecten in de stad, met name in de gebouwde omgeving en de buitenruimte; • veilig: alle activiteiten die gericht zijn op een vergroting van de veiligheid van bewoners, met name op het terrein van criminaliteit en verkeer; • prettig samenleven: alle activiteiten die ten doel hebben om de kwaliteit van het samenleven van bewoners te verbeteren, met name op straat, -buurt en wijkniveau.’

Daarnaast zijn er nog andere aspecten die bijdragen aan de leefbaarheid van buurten. Zo blijkt dat in buurten waar de bewoners de woonomgeving mooi vinden, ook vaak de tevredenheid over de buurt hoog is. Ook de aanwezigheid van voorzieningen wordt door de bewoners op prijs gesteld. Zo vormt functie- menging van wonen, werken en voorzieningen een belangrijke pullfactor van stedelijke woonmilieus. In onze benadering van leefbaarheid spelen dus de volgende aspecten een rol: schoon, heel, mooi, veilig, prettig samenleven en de

7 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

aanwezigheid van voorzieningen. Het rapport De Amsterdamse leefbaarheids- aanpak gewogen van Van Soomeren en Tops (2000) laat een veelvormigheid aan leefbaarheidsprojecten zien. Een stedelijk beeld van de leefbaarheid in buurten kan partijen helpen om hun keuzes in de aanpak te toetsen

1.2 Het onderzoek: combinatie Wonen in Amsterdam (WIA) en Lemon-leefbaarheidsmonitor

Snds 1995 wordt tweejaarlijks het grootschalige onderzoek Wonen in Amsterdam gehouden. Het veldwerk voor dit onderzoek wordt uitgevoerd door O+S Amster- dam. In 2003 traden de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woning- corporaties en 12 van de 14 stadsdelen op als gezamenlijk opdrachtgever van Wonen in Amsterdam. In 2001 werd het onderzoek uitgebreid met leefbaarheids- vragen. De vragen zijn afkomstig uit een door de Amsterdamse woningcorporaties aangepaste versie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor van Aedes. Lemon meet het subjectieve oordeel van bewoners over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de kwaliteit van de woningvoorraad, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veiligheid, groenvoorzieningen, aanwezigheid van scholen, winkels, sociale en medische voorzieningen, sociale relaties in de buurt, burenoverlast, overlast van ongewenste activiteiten en verkeersoverlast. Centraal staat daarbij de vraag hoe de bewoners zelf denken over de leefbaarheid van hun buurt. Het AVO ziet het onderzoek Wonen in Amsterdam als de belangrijkste informatiebron voor een aantal subjectieve indicatoren van leefbaarheid. De scores op de leefbaarheidsvragen van Wonen in Amsterdam 2001 moeten worden beschouwd als nulmeting. Elke twee jaar wordt dit onderzoek herhaald, zodat buurten in de tijd kunnen worden gevolgd. In 2003 is het onderzoek Wonen in Amsterdam opnieuw uitgevoerd Hierdoor is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen 2001 en 2003. De combinatie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor met Wonen in Amsterdam biedt een aantal belangrijke voordelen:

Grote steekproef Het onderzoek Wonen in Amsterdam 2003 is uitgevoerd door middel van schrif- telijke en mondelinge enquêtes, die in het voorjaar van 2003 zijn afgenomen onder zelfstandig wonende huishoudens. Er zijn bijna 18.000 enquêtes ingevuld. Amster- dam is ingedeeld in 15 stadsdelen (inclusief Westpoort), 94 buurtcombinaties (zie kaart achterin) en 355 buurten.

Alle buurten doen mee Het onderzoek strekt zich uit over de gehele stad en beperkt zich niet tot buurten die in het kader van het grotestedenbeleid of de stedelijke vernieuwing zijn genoemd. Zowel de Bijlmermeer als de Apollobuurt zijn in het onderzoek vertegenwoordigd. De 'probleembuurt' van gisteren is immers niet noodzakelijker- wijze de 'probleembuurt' van vandaag en omgekeerd. Zeker voor het volgen van ontwikkelingen over langere periodes is het wenselijk als onderzoeken zich niet beperken tot die wijken die in het kader van een bepaald beleid zijn aangewezen. Alle buurten doen dus mee, met uitzondering van een aantal bedrijfs- en haven- terreinen. Vanwege de betrouwbaarheid is een aantal buurtcombinaties samen- gevoegd (zie bijlage 4). Uiteindelijk resteren 76 gebieden waarvoor betrouwbare uitspraken mogelijk zijn. Per buurtcombinatie is gestreefd naar zo’n 200 ingevulde enquêtes.

8 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Gebruikersvriendelijk computerpakket De resultaten van de leefbaarheidsvragen worden beschikbaar gesteld in het gebruikersvriendelijke computerpakket Lemon dat door Aedes is ontwikkeld en dat door het onderzoeksbureau RIGO wordt bijgehouden. Met ingang van september 2004 is het voor iedereen mogelijk Lemon en de Amsterdamse leef- baarheidsresultaten van Wonen in Amsterdam 2003 te raadplegen via internet (zie www.afwc.nl).

Combinatie met andere variabelen Het onderzoek Wonen in Amsterdam bevat veel vragen over achtergrond- kenmerken als inkomen, opleiding, etniciteit, leeftijd en woonsituatie. Hierdoor is het mogelijk de antwoorden op leefbaarheidsvragen te relateren aan andere kenmerken van respondenten.

Eenduidige cijfers door onderlinge samenwerking Het onderzoek Wonen in Amsterdam in combinatie met Lemon is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen woningcorporaties, Dienst Wonen en stadsdelen. Voordeel hiervan is dat iedereen dezelfde leefbaarheidsgegevens hanteert. Er is een begeleidingscommissie gevormd waarin deze partijen zitting hebben. Namens de stadsdelen zijn André van den Berg (Oud-Zuid), Willy de Looper (Centrum) en Carla Schröder (Noord) vertegenwoordigd, namens de Dienst Wonen Kees Dignum, Ineke Jeurissen, Willem Teune en Laura Uittenbogaard en namens de woningcorporaties Minke Kolstein (de Dageraad), Eric Kurpershoek (Rochdale), Rogier Noyon (Het Oosten) en Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties).

1.3 Overige onderzoeksrapporten op basis van Wonen in Amsterdam 2003

De leefbaarheidsrapportage is het vierde rapport op basis van Wonen in Amsterdam 2003. De andere delen zijn: • Deel 1: Stand van zaken. Dit deel gaat vooral in op de ontwikkeling van de inkomens en de woningvoorraad. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de woonsituatie en de mening van bewoners over de kwaliteit van de woning. Deel 1 is verschenen in april 2004. • Deel 2: Stadsdeelprofielen bevat analyses en tabellen op buurtcombinatie- niveau met de resultaten per stadsdeel en verschijnt ook in de zomer van 2004. • Deel 3: Woonwensen van Amsterdamse huishoudens geeft een beeld van woonwensen en verhuisgeneigdheid per stadsdeel en verschijnt in het najaar.

Deze leefbaarheidsrapportage (Deel 4) besteedt vooral aandacht aan de woon- omgeving. Maar ook de mening over de kwaliteit van de woning komt aan de orde. Bovendien wordt een relatie gelegd met andere gegevens in Wonen in Amsterdam, zoals inkomen, opleiding en etniciteit. De rapportage zoomt in op het schaalniveau van de buurtcombinaties, waarbij met behulp van kaarten een overzicht wordt gegeven van de verschillende leefbaarheidsdimensies. Voor een uitgebreidere analyse van de tevredenheid over de woning naar verschillende deelaspecten verwijzen wij naar Deel 1: Stand van zaken.

9 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

1.4 Steekproef: gewogen en ongewogen rapporteren

Wonen in Amsterdam is een steekproefonderzoek. Je hebt dus altijd te maken met bepaalde betrouwbaarheidsmarges. Op stadsdeelniveau liggen die tussen de 2,2% en 3,5% afhankelijk van de omvang van de respons. Het gaat er in deze rapportage dan ook niet om het exacte rapportcijfer vast te stellen dat door bewoners in een bepaald stadsdeel of buurtcombinatie wordt gegeven. Veeleer gaat het erom algemene patronen op te sporen en te bepalen welke wijken en buurten ruim boven het Amsterdamse gemiddelde scoren en welke eronder.

Om uitspraken te kunnen doen over de woonsituatie en de kenmerken van de bevolking is in Deel 1 van Wonen in Amsterdam 2003 gebruik gemaakt van zogenaamde gewogen cijfers. Met behulp van een weging is de steekproef vertaald naar de Amsterdamse bevolking en woningvoorraad. Daarbij is gewogen met etniciteit, bewoningstype, eigendom van de woning en opleidingsniveau. In tegenstelling tot de gegevens over woningen en bewoners zijn de rapportcijfers in deze rapportage en in Deel 1 gebaseerd op ongewogen cijfers. Bij de leefbaar- heidsvragen bleek namelijk het verschil tussen gewogen en ongewogen rapport- cijfers zeer gering te zijn. Bovendien worden in het landelijke ‘benchmarkbestand’ van Lemon de gegevens ook niet gewogen. Vanuit het streven naar eenduidigheid is er daarom voor gekozen om voor de leefbaarheidsdimensies uit te gaan van ongewogen cijfers.

1.5 Relatie met andere leefbaarheidsonderzoeken

De combinatie van Wonen in Amsterdam met Lemon is niet het enige leefbaar- heidsonderzoek dat in Amsterdam wordt uitgevoerd. Vanaf september 2003 wordt het veldwerk voor de monitor leefbaarheid en veiligheid maandelijks uitgevoerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een aangepaste versie van de standaard GSB-vragenlijst, zoals die door Intomart is ontwikkeld. Maandelijks wordt bij dat onderzoek gestreefd naar ongeveer 600 respondenten. Dat betekent dus 7.200 op jaarbasis. Voor Wonen in Amsterdam 2003 bedroeg de netto-respons 17.919. In overleg met de Directie Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amster- dam wordt getracht overlap tussen beide onderzoeken zoveel mogelijk te voor- komen. Het zwaartepunt van de monitor leefbaarheid en veiligheid komt daarbij te liggen bij veiligheid, terwijl in het deel ‘woonomgeving’ van Wonen in Amsterdam de leefbaarheid centraal staat. Voor informatie over de veiligheidssituatie in Amsterdam verwijzen wij naar de Veiligheidsrapportage Amsterdam 2004 van de Directie Openbare Orde en Veiligheid. De combinatie van Lemon met Wonen in Amsterdam moet vooral worden gezien als een soort ‘Quick Scan’, een signaleringsinstrument voor de gehele stad met alle buurtcombinaties

Tot slot is nog een verwijzing op zijn plaats naar De Staat van de Stad Amsterdam II. De tweede versie van deze monitor is verschenen in 2003 in het kader van het Sociaal Structuurplan. De Staat van de Stad geeft een beeld van de ontwikkelingen in participatie en leefsituatie. Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de stadsmonitor Amsterdam. De Stadsmonitor Amsterdam (een samenwerkings- productie van O+S met de Universiteit van Amsterdam, afdeling Geografie en Planologie) geeft op een laag ruimtelijk schaalniveau (6-positie-postcode) een beeld van de ruimtelijke spreiding van verschijnselen, als werkloosheid en

10 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bevolkingsgroepen (o.a. naar leeftijd, huishoudenstype en etniciteit). Uit de leefbaarheidsrapportage 2001 is gebleken dat leefbaarheidsproblemen vaak optreden in die buurten die te maken hebben met ruimtelijke concentraties van sociaal-economische problemen.

1.6 Opbouw van de rapportage

Allereerst geven we in hoofdstuk twee een overzicht van de leefbaarheids- resultaten per stadsdeel. De scores worden daarbij zoveel mogelijk in tabellen weergegeven. In hoofdstuk drie dalen we vervolgens af naar het schaalniveau van de (samengevoegde) buurtcombinaties. De gegevens worden in hoofdstuk drie vooral met behulp van kaarten gepresenteerd. De kaarten geven snel een over- zicht van de scores van de buurtcombinaties, waarbij rood staat voor een onvol- doende (rapportcijfer < 6) en donkergroen voor een hoog rapportcijfer. Voor wie echt het naadje van de kous wil weten, is in bijlage 1 een tabel toegevoegd met de scores van Wonen in Amsterdam 2003 per buurtcombinatie. Hoofdstuk vier gaat helemaal in op de open vraag: Geef in maximaal drie trefwoorden aan wat u het aantrekkelijkst vindt van uw buurt? Dit hoofdstuk is geschreven door Rogier Noyon en Ruud van Trijp van de afdeling Markt en Innovatie van woningcorporatie Het Oosten op basis van een eigen analyse van het bestand van Wonen in Amsterdam 2003. In hoofdstuk vijf, tenslotte, komen de samenvatting en conclusies aan de orde.

1.7 Het gaat om de mening van de bewoners

Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om met deze rapportage buurten te stigma- tiseren. Wel vinden wij het wenselijk dat de mening van bewoners over de leef- baarheid in de buurt helder voor het voetlicht komt. Als bewoners tevreden of ontevreden zijn over de leefbaarheid in een bepaalde buurt zal dat in deze rappor- tage duidelijk worden weergegeven. Tevens zal worden aangegeven, waarover ze dan tevreden of ontevreden zijn. De mate van leefbaarheid wordt in deze leefbaar- heidsrapportage niet bepaald door een toevallige selectie van statistische indica- toren of de mening van professionals. In dit onderzoek zijn het de bewoners zelf die bepalen of hun buurt wel of niet leefbaar is.

1.8 Hoe verder?

Deze rapportage geeft een gedetailleerd beeld van de wijze waarop bewoners de leefbaarheid in hun buurt beoordelen en de ontwikkeling tussen 2001 en 2003. De rapportage vervult dan ook een signaalfunctie voor partijen op buurt- en stads- deelniveau. Op basis van deze rapportage kunnen de betrokkenen (bewoners, stadsdeel, woningcorporaties, centrale stad, politie etc.) de discussie voeren en met elkaar beslissen welke maatregelen nodig zijn. De gegevens uit dit onderzoek kunnen daarbij worden gecombineerd met de kennis en ervaringen van de betrok- kenen in specifieke buurten. Naar aanleiding van de vorige leefbaarheidsrapportage is in 2003 een conferentie georganiseerd met gemeenteraadsleden, stadsdeelportefeuillehouders, vertegen- woordigers van woningcorporaties en bewonersorganisaties. Tijdens die conferen- tie bleek dat de conclusies en analyse van de leefbaarheidsrapportage 2001 door vrijwel alle betrokkenen werden gedeeld. Iedereen was het er over eens dat de aanpak van schoon, heel, veilig en prettig samenleven in de zogenaamde rode

11 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

gebieden de hoogste prioriteit zou moeten krijgen. Een aantal stadsdeel- portefeuillehouders beloofde destijds alles in het werk te stellen om te streven naar een voldoende van de bewoners in 2003. Deze leefbaarheidsrapportage wijst uit of dat is gelukt. Tegelijkertijd hopen wij dat deze rapportage opnieuw een stimulans is voor alle partijen om te werken aan verbetering van de leefbaarheid van Amsterdam.

12 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

hoofdstuk 2 Leefbaarheidsresultaten per stadsdeel

2.1 Algemeen: totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling

Uit een recent internationaal onderzoek blijkt dat Amsterdam, evenals vorig jaar, op de tiende plek van wereldsteden staat als het gaat om leefbaarheid. Mercer Human Resource Consulting stelt jaarlijks een rangorde op van 215 wereldsteden ten behoeve van expats, mensen die in het buitenland werken en wonen. Zürich staat bovenaan en Bagdad bungelt onder aan de lijst vanwege de dramatische veiligheidssituatie. Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun buurt. Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) geven de Amsterdammers in 2003 gemiddeld een 7,0. In 2001 was dat nog een 6,9. De tevredenheid over de buurt is dus iets toegenomen. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid waarderen (evenals in 2001) hun buurt met een 7,5 of hoger. Bewoners van Bos en Lommer geven gemiddeld het laagste cijfer voor hun buurt (5,7). Bij dit laatste stadsdeel valt wel op dat de tevredenheid over de buurt is toegenomen van 5,4 naar 5,7. Hetzelfde geldt voor Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. Opmerkelijk is de sterke daling van de tevredenheid over de buurt in Geuzenveld/Slotermeer. Samen met Amsterdam-Noord is dit het enige stadsdeel waar de tevredenheid over de buurt is gedaald ten opzichte van 2001.

Tabel 2.1: Totaaloordeel buurt en buurtontwikkeling per stadsdeel totaaloordeel buurt verschil oordeel buurtontwikkeling in afgelopen jaar 2003 2001 2003 – 2001 2001 Centrum 7,9 7,7 0,2 6,3 Westerpark 6,8 6,6 0,2 6,2 Oud West 7,4 7,1 0,3 6,5 Zeeburg 6,3 6,3 0,0 5,8 Bos en Lommer 5,7 5,4 0,3 5,4 De Baarsjes 6,5 6,2 0,3 6,2 Amsterdam-Noord 7,0 7,1 – 0,1 5,6 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,5 – 0,4 5,3 Osdorp 6,6 6,6 0,0 5,7 Slotervaart 6,5 6,5 0,0 5,5 Zuidoost 6,7 6,5 0,2 5,7 Oost/Watergraafsmeer 7,1 7,0 0,1 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 7,6 0,3 6,4 Zuideramstel 7,8 7,6 0,2 6,3 Amsterdam-Totaal 7,0 6,9 0,1 6,0

13 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 2.1: Totaaloordeel buurt

gemiddeld rapportcijfer

5,6 tot 6,0

6,0 tot 6,8

6,8 tot 7,4

7,4 tot 8,0

Er is de bewoners niet alleen gevraagd hoe ze de buurt op dit moment beoor- delen, maar ook hoe de buurt zich het laatste jaar heeft ontwikkeld. Amsterdam- mers geven gemiddeld een rapportcijfer van 6,0 aan de buurtontwikkeling (tegen 5,9 in 2001). Bewoners van Oud-West en Oud-Zuid geven een relatief hoog cijfer voor de ontwikkeling van hun buurt (respectievelijk 6,5 en 6,4), terwijl bewoners van Geuzenveld/Slotermeer een relatief laag cijfer geven (5,3). Deze cijfers sluiten (bij bovengenoemde stadsdelen) goed aan bij de ontwikkeling van het totaaloor- deel tussen 2001 en 2003. In Bos en Lommer en Zuidoost is evenwel het oordeel van de bewoners over de ontwikkeling in het afgelopen jaar benedengemiddeld, terwijl het totaaloordeel over de buurt tussen 2001 en 2003 juist wel boven- gemiddeld is toegenomen.

In de tabellen in dit hoofdstuk staat steeds met groen aangegeven welke drie stadsdelen het hoogst scoren en in rood welke drie stadsdelen het laagst. Rood staat hier dus niet voor onvoldoende, want er zijn ook leefbaarheids- dimensies waarop geen enkel stadsdeel onvoldoende scoort. Indien de nummer drie en vier dezelfde score hebben, worden alleen de eerste (of laatste) twee in groen (of rood) weergegeven.

14 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

In Bos en Lommer is de tevredenheid over de buurt toegenomen.

In Geuzenveld/ Slotermeer is de tevredenheid over de buurt tussen 2001 en 2003 afgenomen van 6,5 naar 6,1.

15 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

2.2 Spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer

De spreiding rond het gemiddelde rapportcijfer is groot. Zo zijn er in elk stadsdeel wel bewoners die de buurt met een rapportcijfer van 10 beoordelen. Omgekeerd zijn er ook in elk stadsdeel bewoners die de buurt met een 1 beoordelen. In de onderstaande figuur zijn de stadsdelen gerangschikt naar het percentage respondenten dat de buurt met een 5 of lager beoordeelt. Dit aandeel ligt het hoogst in Bos en Lommer (40%) en het laagst in stadsdeel Zuideramstel (4%). Ten opzichte van 2001 is het aandeel onvoldoendes (5 of lager) in alle stadsdelen afgenomen met uitzondering van Geuzenveld/Slotermeer (van 27% naar 30%). Het aandeel respondenten dat een rapportcijfer van 10 geeft, ligt het hoogst in Centrum en het aandeel respondenten dat een 1 geeft ligt het hoogst in Zeeburg.

Figuur 2.2: Totaaloordeel buurt (1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevereden)

100

10

80 9

8

60 7

6

5 40

4

3 20

2

1 0 Osdorp Zeeburg Centrum Zuidoost Oud West Slotervaart Westerpark De Baarsjes Zuideramstel Bos en Lommer Amsterdam Totaal Amsterdam Amsterdam Noord Amsterdam Amsterdam Oud-Zuid Amsterdam Oost/Watergraafsmeer Geuzenveld/Slotermeer

16 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De spreiding rond het gemiddelde is weliswaar groot, maar de gegevens in de figuur over de spreiding rond het totaaloordeel wijzen toch in dezelfde richting als de gemiddelde rapportcijfers. In de stadsdelen Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid geeft bijna 70% van de respondenten de buurt een rapportcijfer van een 8 of hoger. In Bos en Lommer is dat slechts 16%. Een lage score op het gemiddelde rapportcijfer gaat dus samen met een groot aandeel ontevreden bewoners. Hetzelfde geldt voor de cijfers over de buurtontwikkeling. In Geuzenveld/Sloter- meer geeft 47% van de respondenten een rapportcijfer van 5 of lager voor de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar. Aangezien de cijfers over de spreiding rond het gemiddelde ruwweg hetzelfde beeld opleveren als het gemiddelde rapportcijfer zelf, worden de andere resultaten van het onderzoek grotendeels gepresenteerd op basis van de gemiddelde rapportcijfers.

Figuur 2.3: Buurtontwikkeling (1 = zeer ontevreden, 10 = zeer tevereden)

100

10

80 9

8

60 7

6

40 5

4

3 20

2

1 0 Osdorp Zeeburg Centrum Zuidoost Oud West Slotervaart Westerpark De Baarsjes Zuideramstel Bos en Lommer Amsterdam Totaal Amsterdam Amsterdam Noord Amsterdam Amsterdam Oud-Zuid Amsterdam Oost/Watergraafsmeer Geuzenveld/Slotermeer

17 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

2.3 Oordeel over de woning

Amsterdammers zijn gemiddeld tevredener over hun eigen woning (7,2) dan over de buurt (7,0). Net zoals de beoordeling van de buurt is de beoordeling van de eigen woning er ten opzichte van 2001 met 0,1 op vooruit gegaan. De schoonheid van de woningen in de buurt (mooi of lelijk) wordt met een 6,6 beoordeeld, de staat van onderhoud van de eigen woning met een 6,8 en van de woningen in de buurt met een 6,6. Voor het eerst is er in 2003 gevraagd naar het schoonhouden van de woningen in de buurt. Daarvoor geven Amsterdammers gemiddeld een 6,4. Over de ontwikkeling van de kwaliteit van de woningen in het laatste jaar is de Amsterdammer minder tevreden (6,1). We zien hier hetzelfde verschijnsel als bij de tevredenheid over de buurt in die zin dat voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar een lager rapportcijfer wordt gegeven dan voor het totaaloordeel. Beschouwen wij de resultaten per stadsdeel dan blijkt dat, evenals bij de tevreden- heid over de buurt, het stadsdeel Bos en Lommer het laagste rapportcijfer krijgt voor wat betreft de tevredenheid over de eigen woning, de woningen in de buurt, alsmede het onderhoud en het schoonhouden daarvan. In de meeste stadsdelen geven de bewoners een hoger rapportcijfer aan de eigen woning dan aan de buurt. In de stadsdelen Centrum, Oud-West, Oud-Zuid en Zuideramstel is het omgekeerde het geval. Dat laatste wordt niet veroorzaakt door de slechte kwaliteit van de woning, maar door de hogere waardering van de bewoners voor de buurt. De ontwikkeling van de kwaliteit van de woningen wordt vooral in Bos en Lommer (5,5) en Geuzenveld/Slotermeer (5,6) met een relatief laag rapportcijfer beoordeeld. Opmerkelijk is dat de beoordeling van de schoonheid van de woningen nergens zo sterk is gestegen als in Zuidoost (van 6,3 naar 6,6). De stedelijke vernieuwing lijkt hier duidelijk vruchten af te werpen. Voor de Westelijke Tuinsteden (met uitzonder- ing van Bos en Lommer) en Noord geldt het omgekeerde. De waardering voor de schoonheid van de woningen in de buurt is hier juist gedaald.

Tabel 2.2: Tevredenheid over de eigen (huur- of koop)woning woning staat van onderhoud 2003 2001 2003 2001 Centrum 7,6 7,5 7,1 6,9 Westerpark 6,8 6,8 6,6 6,5 Oud West 7,1 6,8 6,5 6,1 Zeeburg 7,1 6,8 7,0 6,6 Bos en Lommer 6,4 6,2 6,1 6 De Baarsjes 6,8 6,6 6,4 6,1 Amsterdam-Noord 7,4 7,4 6,8 6,9 Geuzenveld/Slotermeer 6,9 6,8 6,7 6,6 Osdorp 7,3 7,3 7,1 7,2 Slotervaart 7,5 7,5 7,3 7,3 Zuidoost 7,4 7,1 7,0 6,8 Oost/Watergraafsmeer 7,2 7 6,6 6,6 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,3 6,7 6,6 Zuideramstel 7 ,5 7,5 7,3 7,0 6,7 Amsterdam totaal 7,2 7,1 6,8 6,6

18 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.3: Tevredenheid over de woningen in de buurt beoordeling buurt woningen lelijk) of (mooi onderhoud staat buurt woningen schoonhouden woningen de van buurt de in ontwikkeling kwaliteit woningen

2003 2001 2003 2001 2003 2003 Centrum 7,6 7,5 7,2 6,9 7,0 6,5 Westerpark 6,2 6 6,3 6,1 6,1 6,3 Oud West 6,5 6,4 6,3 6,1 6,3 6,4 Zeeburg 6,3 6,2 6,3 6 6,1 6,1 Bos en Lommer 5,5 5,4 5,7 5,5 5,5 5,5 De Baarsjes 6,3 6,1 6,3 6 6,2 6,1 Amsterdam-Noord 6,7 6,8 6,6 6,6 6,4 6 Geuzenveld/Slotermeer 5,8 6,1 5,9 6,1 5,7 5,6 Osdorp 6,2 6,3 6,4 6,3 6,3 6 Slotervaart 6,1 6,2 6,5 6,3 6,3 5,8 Zuidoost 6,6 6,3 6,7 6,2 6,4 6,2 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,6 6,4 6,4 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,3 7,1 7,1 6,7 6,8 6,4 Zuideramstel 7,1 7 7 6,9 6,9 6,4 Amsterdam totaal 6,6 6,5 6,6 6,4 6,4 6,1

2.4 Voorzieningen

Amsterdammers geven in 2003 aan het aanbod van buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheden een voldoende (6,8). Maar het aanbod van parkeervoorzieningen krijgt een rapportcijfer van 5,8. Over het aanbod van openbaar vervoer zijn de Amsterdammers redelijk tevreden (7,3). Deze cijfers zijn weinig veranderd ten opzichte van 2001. Beschouwen wij de resultaten per stadsdeel dan blijken evenals in 2001 vooral bewoners van Oud-Zuid, Zuideramstel en Oud-West tevreden te zijn over de buurtvoorzieningen. In Oud-West (4,7), Zeeburg (5,0) en De Baarsjes (5,0) zijn bewoners ontevreden over de parkeervoorzieningen. In deze stadsdelen is duidelijk sprake van een schaarste aan parkeerplaatsen en lange wachttijden voor een parkeervergunning. De waardering voor de parkeervoorzieningen in De Baarsjes is overigens tussen 2001 en 2003 wel met 0,6 punt toegenomen. Opmerkelijk is dat ook de waardering voor het parkeren in het Centrum is toegenomen (van 5,0 naar 5,2). Het oordeel over de parkeervoorzieningen levert een ander beeld op dan het rapportcijfer voor de buurt. Waar de centraal gelegen stadsdelen hoog scoren op de buurt als totaal, scoren ze laag op parkeren. In de naoorlogse stadsdelen zijn de bewoners iets tevredener over het aanbod aan parkeervoorzieningen. Stadsdeel Zuidoost scoort het hoogst wat betreft de waardering voor het aanbod van parkeervoorzieningen (6,6). Wellicht heeft dat te maken met het feit dat in veel buurten in Zuidoost nog geen betaald parkeren is ingevoerd.

19 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.4: Tevredenheid over voorzieningen

aanbod aanbod aanbod buurtvoorzieningen parkeervoorzieningen openbaar vervoer 2003 2001 2003 2001 2003 2001 Centrum 6,8 6,9 5,2 5 7,5 7,4 Westerpark 6,4 6,5 5,5 5,4 6,8 6,7 Oud West 7,3 7,5 4,7 5 7,4 7,5 Zeeburg 6,3 6,6 5,0 5,4 7,1 7 Bos en Lommer 6,6 6,6 5,5 5,2 7,2 7,2 De Baarsjes 6,9 6,8 5,0 4,4 7,4 7,3 Amsterdam-Noord 6,6 6,7 6,5 6,8 7,1 7 Geuzenveld/Slotermeer 6,5 6,5 6,4 6,5 7,3 6,9 Osdorp 7,1 6,9 6,5 6,5 7,2 6,6 Slotervaart 6,7 6,6 6,3 6,1 7,4 7,3 Zuidoost 6,5 6,3 6,6 6,4 7,1 7 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,0 6,2 7,4 7,3 Amsterdam Oud-Zuid 7,5 7,4 5,6 5,4 7,6 7,5 Zuideramstel 7,4 7,4 6,1 6 7,2 7,1 Amsterdam totaal 6,8 6,8 5,8 5,8 7,3 7,2

Tabel 2.5: Tevredenheid over ontwikkeling voorzieningen in het afgelopen jaar ontwikkeling buurtvoorz. ontwikkeling parkeervoorz. ontwikk. openbaar vervoer 2003 2003 2003 Centrum 5,7 4,9 6,0 Westerpark 5,7 5,1 5,9 Oud West 5,9 4,6 5,9 Zeeburg 5,7 4,7 6,2 Bos en Lommer 5,5 5,1 6,1 De Baarsjes 5,9 4,8 6,2 Amsterdam-Noord 5,6 5,6 6,0 Geuzenveld/Slotermeer 5,6 5,7 6,4 Osdorp 5,8 5,7 6,6 Slotervaart 5,6 5,4 6,3 Zuidoost 5,7 5,7 6,0 Oost/Watergraafsmeer 5,8 5,2 6,2 Amsterdam Oud-Zuid 6,0 5,1 6,1 Zuideramstel 6,1 5,2 6,1 Amsterdam totaal 5,8 5,2 6,1

2.5 Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen

In Wonen in Amsterdam is een aantal vragen gewijd aan de inrichting en het onderhoud van de woonomgeving en de groenvoorziening. Daarbij is een onder- scheid gemaakt tussen het oordeel over de inrichting (mooi of lelijk), het onder- houd en het schoonhouden van de woonomgeving. Voor de inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) geven Amsterdammers gemiddeld een 6,5. Evenals bij het totaaloordeel is Bos en Lommer het enige stadsdeel dat onder een 6 scoort (5,7) terwijl Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel

20 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

boven een 7 scoren. Bos en Lommer is weliswaar het stadsdeel dat het laagst scoort, maar de woonomgeving is er volgens de bewoners tussen 2001 en 2003 wel mooier op geworden (van 5,4 naar 5,7). Ook in Oud-West (van 6,2 naar 6,5) en Zuidoost is de waardering voor de woonomgeving met 0,3 punten toegenomen. Geuzenveld/Slotermeer (van 6,5 naar 6,2) en Noord (van 6,9 naar 6,7) zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de woonomgeving lelijker is geworden. De groenvoorziening (mooi of lelijk) wordt in Zeeburg het laagst beoordeeld (gemiddeld 5,7) en in stadsdeel Zuidoost het hoogst (7,3). Beide stadsdelen laten een toename zien van de tevredenheid over de groenvoorziening. Voor het eerst wordt in Wonen in Amsterdam 2003 onderscheid gemaakt tussen onderhoud van de woonomgeving enerzijds en schoonhouden anderzijds. Dit onderscheid is gemaakt vanwege de grote ontevredenheid in de stad over de mate van vervuiling. Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoor- ziening zijn de Amsterdammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Bos en Lommer (5,4) en Geuzenveld/Slotermeer (5,4), terwijl bewoners van Zuideramstel daarover het meest tevreden zijn (6,5). Ook bij het schoonhouden van groenvoorzieningen scoort Bos en Lommer laag en Zuideramstel hoog. Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van straten, pleinen en groen, dan blijken Amsterdam-Noord (5,6) en Geuzenveld/Slotermeer (5,7) het laagst te scoren. Ook in 2001 werd de ontwikkeling van de openbare ruimte in Amsterdam- Noord al het laagst beoordeeld.

Tabel 2.6: Tevredenheid over schoonheid inrichting woonomgeving (mooi of lelijk) beoordeling inrichting beoordeling woonomgeving groenvoorziening 2003 2001 2003 2001 Centrum 7,1 7,0 5,9 5,8 Westerpark 6,2 6,1 6,0 5,8 Oud West 6,5 6,2 6,0 5,8 Zeeburg 6,2 6,0 5,7 5,3 Bos en Lommer 5,7 5,4 6,0 5,8 De Baarsjes 6,2 6,0 6,1 5,9 Amsterdam-Noord 6,7 6,9 6,9 7,1 Geuzenveld/Slotermeer 6,2 6,5 6,7 6,9 Osdorp 6,4 6,4 6,7 6,8 Slotervaart 6,5 6,4 6,9 6,8 Zuidoost 6,8 6,5 7,3 7,37,0 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,4 6,7 6,5 Amsterdam Oud-Zuid 7,1 7,0 6,7 6,7 Zuideramstel 7,2 7,0 7,1 7,1 Amsterdam totaal 6,6 6,5 6,5 6,4

21 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.7: Tevredenheid over onderhoud, schoonhouden en ontwikkeling openbare ruimte in 2003 beoordeling staat van staat beoordeling stoepen en straten onderhoud van staat beoordeling groenvoorziening onderhoud schoonhouden beoordeling stoepen en straten schoonhouden beoordeling groenvoorzieningen straten, ontwikkeling: groen pleinen,

Centrum 6,5 5,9 6,3 6,0 5,9 Westerpark 6,1 6,1 5,9 6,0 6,0 Oud West 6,3 6,0 6,0 6,0 6,1 Zeeburg 6,1 5,9 5,7 5,8 6,0 Bos en Lommer 5,8 6,0 5,4 5,7 5,8 De Baarsjes 6,2 6,1 5,5 5,9 6,1 Amsterdam-Noord 5,8 6,5 5,8 6,1 5,6 Geuzenveld/Slotermeer 5,7 6,3 5,4 5,9 5,7 Osdorp 6,3 6,7 6,2 6,5 6,0 Slotervaart 6,3 6,8 5,9 6,4 5,8 Zuidoost 6,2 6,8 6,1 6,4 5,9 Oost/Watergraafsmeer 6,3 6,5 6,0 6,3 6,1 Amsterdam Oud-Zuid 6,6 6,6 6,2 6,3 6,1 Zuideramstel 6,7 6,9 6,5 6,7 6,3 Amsterdam totaal 6,2 6,4 6,0 6,1 6,0

2.6 Prettig samenleven

In de rapportage De Amsterdamse leefbaarheidsaanpak gewogen van Van Soomeren en Tops cs (2000) wordt gesteld dat het begrip leefbaarheid aan revisie toe is. Naast de instrumentele invulling op de terreinen ‘schoon’, ‘heel’ en ‘veilig’ is uitbreiding met de dimensie ‘prettig samenleven’ gewenst. In ‘Een stedelijke visie op de leefbaarheidsaanpak’ (2002) wordt daar het volgende over gezegd: ‘Stadsdelen, corporaties en andere instellingen in de buurt realiseren zich dat de kwaliteit van het samenleven voor bewoners net zo hard meetelt in het uiteindelijke oordeel over de leefbaarheid van een buurt. In buurten waar bewoners elkaar kennen, waar men elkaar durft aan te spreken, kortom waar men zich thuis voelt, oordeelt men ook vaak positiever over de onderhoudstaat.’ (p.11) De mate waarin bewoners prettig samenleven valt bijvoorbeeld af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, de betrokkenheid bij de buurt en de mate van overlast die bewoners ondervinden van buren en andere groepen bewoners.

22 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.8: Tevredenheid over aspecten prettig samenleven betrokkenheid buurtbewoners omgang beoordeling groepen verschillende omgang ontwikkeling bewoners

2003 2001 2003 2001 2003 Centrum 7,0 6,9 6,2 6,1 6,1 Westerpark 6,4 6,3 5,7 5,7 5,8 Oud West 6,7 6,6 5,8 5,5 5,9 Zeeburg 6,1 6,0 5,4 5,2 5,7 Bos en Lommer 5,8 5,6 4,8 4,5 5,3 De Baarsjes 6,2 6,0 5,3 4,9 5,8 Amsterdam-Noord 6,7 6,8 6,0 6,1 6,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,2 5,3 5,3 5,6 Osdorp 6,3 6,2 5,7 5,5 5,9 Slotervaart 6,2 6,3 5,5 5,4 5,7 Zuidoost 6,5 6,2 5,7 5,5 5,8 Oost/Watergraafsmeer 6,6 6,5 6,0 5,8 6,0 Amsterdam Oud-Zuid 7,0 6,8 6,1 5,9 6,1 Zuideramstel 7,0 6,9 6,2 6,0 6,3 Amsterdam totaal 6,6 6,4 5,8 5,6 5,9

De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan wordt door Amster- dammers in 2003 met een 6,6 beoordeeld (6,4 in 2001). In de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel zijn de bewoners redelijk tevreden over de omgang van verschillende groepen (7,0), terwijl ze in stadsdeel Bos en Lommer een rapport- cijfer van 5,8 geven. Vergelijken wij de cijfers van 2001 en 2003 dan zijn alle stads- delen er op vooruitgegaan met uitzondering van Amsterdam-Noord, Geuzenveld/ Slotermeer en Slotervaart. Hoopgevend is dat nergens het oordeel over het samenleven van verschillende groepen er zo op is vooruitgegaan als in Zuidoost (van 6,2 naar 6,5). De betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt wordt gemiddeld met een 5,8 beoordeeld (5,6 in 2001). Bewoners van het Centrum en Zuideramstel geven het hoogste rapportcijfer aan de betrokkenheid van buurtbewoners (6,2). In Bos en Lommer (4,8), de Baarsjes (5,3) en Geuzenveld/Slotermeer (5,3) is volgens de bewoners weinig betrokkenheid bij de buurt. Vergelijken wij het oordeel over de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 dan blijken Wester- park, Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer de enige stadsdelen te zijn waar de rapportcijfers niet zijn toegenomen. In de Baarsjes is volgens de bewoners zelf de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen (van 4,9 naar 5,3). Voor de ontwikkeling van de omgang met buurtbewoners in het afgelopen jaar geven Amsterdammers een gemiddeld rapportcijfer van 5,9. De verschillen tussen de stadsdelen met betrekking tot het oordeel over de ontwikkeling zijn klein, maar

23 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

laten wel ruwweg dezelfde rangorde zien als de eerste twee vragen. In zijn algemeenheid kunnen wij dus concluderen dat bewoners van de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel redelijk tevreden zijn, terwijl de bewoners van Bos en Lommer minder tevreden zijn over de dimensie ‘prettig samenleven.’

2.7 Overlast

Als we kijken naar de verschillende vormen van overlast die bewoners kunnen ondervinden, dan blijken Amsterdammers zich het meest te ergeren aan vervuiling. Gemiddeld wordt namelijk het laagste rapportcijfer gegeven aan dit overlastaspect (6,0). Wel is de overlast van vervuiling volgens de bewoners afgenomen, want in 2001 werd nog een rapportcijfer van 5,7 gegeven. Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (5,2), maar ook Zeeburg en Geuzenveld/Slotermeer scoren laag (5,5). Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003, dan blijkt volgens de bewoners de overlast van vervuiling het sterkst te zijn afgenomen in Oud-West. In 2001 gaven de bewoners daar nog een rapportcijfer van 5,3, terwijl dat in 2003 gestegen is naar 5,9. Deze stijging heeft waarschijnlijk veel te maken met de introductie van ondergrondse afvalcontainers in Oud-West. Ook in Zuidoost is de waardering van bewoners aanzienlijk toegenomen (van 5,6 naar 6,1). Geuzenveld/Slotermeer (van 5,7 naar 5,5) en Zeeburg (van 5,6 naar 5,5) zijn de enige stadsdelen waar de overlast van vervuiling volgens de bewoners is toegenomen. Amsterdammers beoordelen de mate van overlast van criminaliteit gemiddeld met een 6,3. Dit cijfer is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2001. Bewoners van Zuideramstel blijken evenals in 2001 de minste overlast te onder- vinden van criminaliteit (7,4) gevolgd door Oud-Zuid (7,0). In Bos en Lommer (5,6), Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg (5,7) ondervinden bewoners naar eigen zeggen juist relatief veel overlast van criminaliteit. Zeeburg, Noord en Geuzenveld/ Slotermeer zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de overlast van criminaliteit is toegenomen. Amsterdammers ergeren zich het meest aan vervuiling en criminaliteit. Voor buren- overlast wordt gemiddeld een 7,0 gegeven (was 6,8), voor overlast van andere groepen bewoners ook een 7,0 (was 6,8), voor overlast van verkeer een 6,6 (was 6,3) en voor overlast van activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops een 7,9 (was 7,7). Voor dit laatste overlastaspect is het niet verwonderlijk dat stadsdeel Centrum het laagst scoort, gegeven de concentratie van horeca en coffeeshops in het centrum. Maar bewoners van het Centrum geven hiervoor nog altijd een ruime voldoende (7,1). Het laatste overlastaspect is overigens zeer locatiegebonden. Mensen die naast of boven een café wonen hebben zeer veel overlast, terwijl de rest van de buurt geen overlast heeft.

24 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.9: Overlast van vervuiling en criminaliteit (1 = ernstige overlast, 10 = geen overlast)

overlast van vervuiling overlast van criminaliteit 2003 2001 2003 – 2001 2003 2001 2003 – 2001 Centrum 6,1 5,7 0,4 6,3 6,1 0,2 Westerpark 5,9 5,7 0,2 6,3 6,2 0,1 Oud West 5,9 5,3 0,6 6,7 6,3 0,4 Zeeburg 5,5 5,6 – 0,1 5,7 5,9 – 0,2 Bos en Lommer 5,2 4,8 0,4 5,6 5,3 0,3 De Baarsjes 5,6 5,3 0,3 6,3 5,9 0,4 Amsterdam-Noord 6,1 6,1 0,0 6,7 6,8 – 0,1 Geuzenveld/Slotermeer 5,5 5,7 – 0,2 5,7 5,8 – 0,1 Osdorp 6,2 6 0,2 5,9 5,7 0,2 Slotervaart 5,9 5,8 0,1 5,8 5,6 0,2 Zuidoost 6,1 5,6 0,5 6,1 5,8 0,3 Oost/Watergraafsmeer 6,0 6 0,0 6,2 6,2 0,0 Amsterdam Oud-Zuid 6,2 5,8 0,4 7,0 6,9 0,1 Zuideramstel 6,8 6,5 0,3 7,4 7,2 0,2 Amsterdam totaal 6,0 5,7 0,3 6,3 6,2 0,1

Tabel 2.10: Overlastaspecten in 2003 (1 = ernstige overlast, 10 = geen overlast) overlast van overlast van overlast van overlast va: buren andere groepen verkeer activiteiten als prostitutie, bewoners horeca en koffieshops Centrum 7,2 7,4 6,4 7,1 Westerpark 6,5 6,6 6,4 7,5 Oud West 6,7 7,2 6,3 7,8 Zeeburg 6,9 6,6 6,6 7,4 Bos en Lommer 6,2 6,3 6,3 7,7 De Baarsjes 6,6 6,8 6,5 7,6 Amsterdam-Noord 7,3 7,0 6,7 8,5 Geuzenveld/Slotermeer 6,9 6,5 6,4 7,9 Osdorp 7,0 6,7 6,7 8,4 Slotervaart 7,2 6,7 6,5 8,5 Zuidoost 7,0 6,8 7,2 8,1 Oost/Watergraafsmeer 7,1 7,0 6,5 7,9 Amsterdam Oud-Zuid 6,9 7,4 6,6 8,2 Zuideramstel 7,2 7,6 6,8 8,7 Amsterdam totaal 7,0 7,0 6,6 7,9

2.8 Veiligheid

Uit tabel 2.11 blijkt dat Amsterdammers zich redelijk veilig voelen. Voor de veilig- heid overdag geven bewoners een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 en voor de veiligheid ’s avonds een 6,7. Evenals bij de criminaliteit zijn deze cijfers nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2001. Maar er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. Bewoners van Oud- Zuid voelen zich ’s avonds het veiligst (gemiddeld rapportcijfer van 7,4), maar

25 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bewoners van Bos en Lommer en Geuzenveld/Slotermeer waarderen de veiligheid in de avonduren met een rapportcijfer van lager dan een 6. Deze stadsdelen ondervinden bovendien volgens de bewoners veel overlast van criminaliteit. Bovendien scoren Bos en Lommer, de Westelijke Tuinsteden en Zeeburg een 5,5 of lager voor wat betreft het oordeel over de ontwikkeling van de veiligheid in het afgelopen jaar.

Tabel 2.11: Veiligheid (1 = zeer onveilig, 10 = zeer veilig) ontwikkeling: veiligheid veilig voelen overdag veilig voelen avond op straat 2003 2001 2003 2001 Centrum 8,3 8,3 7,1 7,2 5,7 Westerpark 8,0 8,0 6,8 6,9 5,7 Oud West 8,2 8,2 7,2 7,0 5,8 Zeeburg 7,7 7,8 6,2 6,4 5,2 Bos en Lommer 7,3 7,1 5,8 5,5 5,2 De Baarsjes 7,8 7,8 6,6 6,4 5,7 Amsterdam-Noord 7,9 8,0 6,8 6,9 5,7 Geuzenveld/Slotermeer 7,3 7,5 5,9 6,1 5,3 Osdorp 7,6 7,6 6,0 5,9 5,3 Slotervaart 7,6 7,5 6,1 5,9 5,3 Zuidoost 7,5 7,4 6,0 5,8 5,5 Oost/Watergraafsmeer 8,0 8,0 6,7 6,7 5,6 Amsterdam Oud-Zuid 8,4 8,4 7,4 7,4 5,9 Zuideramstel 8,4 8,3 7,4 7,2 6,1 Amsterdam totaal 7,9 7,9 6,7 6,6 5,6

2.9 Wat kan er verbeteren?

Er is de bewoners gevraagd op welke aspecten de buurt kan worden verbeterd. Figuur 2.4 laat het percentage genoemde verbeteraspecten zien: het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt door 46% van de mensen genoemd, daarna volgen veiligheid (31%) en meer parkeergelegenheid (30%). Omdat meerdere antwoorden konden worden ingevuld, tellen de percentages niet op tot 100 procent.

26 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 2.4: percentage genoemde verbeteraspecten buurt

onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen

veiligheid

meer parkeergelegenheid

onderhoud/verbeteren bestaande woningen

meer/betere buurtvoorzieningen

andere inrichting straten, pleinen, groen

meer nieuwbouw (sloop oude woningen)

meer/beter openbaar vervoer

0 1020304050%

De volgende pagina geeft een overzicht van de drie meest genoemde verbeter- aspecten van de buurt per stadsdeel. Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen is in alle stadsdelen behalve Osdorp het meest genoem- de verbeteraspect. In de Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer en Zuidoost wordt veiligheid door meer dan 40% van de respondenten als verbeteraspect genoemd; in Osdorp is veiligheid zelfs het meest genoemde verbeteraspect. De vooroorlogse stadsdelen binnen de ring vallen op doordat veel bewoners vinden dat de parkeergelegenheid moet verbeteren. Vooral in Oud-West wordt dit vaak genoemd, 44% noemt dit hier als verbeterpunt van de buurt.

27 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.12: drie meest genoemde verbeteraspecten van de buurt per stadsdeel, gerangschikt naar mate van belangrijkheid Geuzenveld/Slotermeer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 52% veiligheid 46% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 30% De Baarsjes onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 52% meer parkeergelegenheid 39% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 31% Bos en Lommer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 51% veiligheid 44% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 43% Amsterdam-Noord onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 50% veiligheid 28% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 21% Oud-Zuid onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 50% meer parkeergelegenheid 36% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 22% Oud-West onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 49% meer parkeergelegenheid 44% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 35% Zuidoost onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 41% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 20% Slotervaart onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 44% meer parkeergelegenheid 27% Oost/Watergraafsmeer onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 45% veiligheid 30% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 30% Zeeburg onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 44% meer parkeergelegenheid 39% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 27% Westerpark onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 43% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 36% meer parkeergelegenheid 29% Centrum onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 42% meer parkeergelegenheid 33% anders 23% Osdorp veiligheid 45% onderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 38% meer parkeergelegenheid 24% Zuideramstelonderhoud en schoonhouden straten, pleinen, groen 38% meer parkeergelegenheid 31% onderhoud/verbeteren bestaande woningen 16%

Van de respondenten noemt 25% van de bewoners het onderhoud en de verbetering van bestaande woningen als verbeterpunt en 12% pleit voor meer nieuwbouw. Vooral in Bos en Lommer (43%) vinden de bewoners dat de bestaande woningvoorraad kan worden verbeterd. Ook meer nieuwbouw wordt het vaakst genoemd in Bos en Lommer (26%), en Geuzenveld/Slotermeer (26%).

28 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Als we de wens van de meerderheid van de bewoners zouden volgen, zou in alle stadsdelen behalve Osdorp de hoogste prioriteit moeten worden gegeven aan de verbetering van het onderhoud en het schoonhouden van straten, pleinen en groen. Bewoners van Osdorp vinden vooral dat de veiligheid op straat moet worden verbeterd.

2.10 Leefbaarheid en kenmerken respondenten

Gedeeltelijk wordt het oordeel van bewoners over de leefbaarheid van de buurt verklaard door achtergrondkenmerken van de respondenten. Zo blijken bewoners met een hoger inkomen gemiddeld een iets hoger cijfer aan de buurt te geven dan bewoners die deel uitmaken van de primaire doelgroep van lagere inkomens (zie voor de afbakening van de inkomensgroepen tabel 2.13).

Tabel 2.13: inkomensgrenzen in Wonen in Amsterdam 2003 (netto inkomens per maand) alleenstaanden meerpersoonshuishouden primaire doelgroep t/m 1.090 t/m 1.540 secundaire doelgroep tot zfg. 1.090 t/m 1.880 1.540 t/m 1.880 zfg. tot hogere inkomens 1.880 t/m 2.430 1.880 t/m 2.430 hogere inkomens 2.430 en meer 2.430 en meer

Ook hoger opgeleiden geven een relatief hoger cijfer aan de buurt dan mensen met een lagere opleiding en ouderen zijn gemiddeld tevredener over de buurt dan jongeren. Eenoudergezinnen zijn gemiddeld minder tevreden over de buurt dan alleenstaanden en stellen met kinderen. Beschouwen wij de tevredenheid over de buurt per etnische groep, dan blijken Nederlanders en buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen gemiddeld het meest tevreden (respectievelijk 7,0 en 7,3), terwijl Turken, Marokkanen en Zuid- europeanen het laagste cijfer geven (6,3). Ook als we rekening houden met verschillen in bevolkingskenmerken blijven de verschillen tussen de stadsdelen bestaan. Het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid scoren bijvoorbeeld bij alle inkomensgroepen hoog, terwijl stadsdeel Bos en Lommer bij alle inkomensgroepen laag scoort op het totaaloordeel voor de buurt. Bovendien zijn de verschillen tussen de bevolkingscategorieën binnen een stads- deel kleiner dan de verschillen tussen stadsdelen. Hoger opgeleiden en hogere inkomensgroepen in Bos en Lommer enerzijds zijn bijvoorbeeld ontevredener dan lager opgeleiden en lagere inkomensgroepen in stadsdeel Centrum anderzijds. Bij alle etnische groepen zien we een grote tevredenheid in Oud-Zuid en Zuider- amstel. Turken en Marokkanen zijn het meest tevreden in Zuideramstel en niet in Bos en Lommer of Geuzenveld/Slotermeer waar ze met meer personen uit de eigen groep samenwonen. Gezinnen met kinderen zijn het meest tevreden in Centrum en het minst in Bos en Lommer. Opmerkelijk is dat er nauwelijks een relatie is tussen de tevredenheid over de buurt naar huishoudenstype en het woonmilieu. Stadsdelen als Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel bezitten blijkbaar universele kwaliteiten die door alle huishoudencategorieën worden gewaardeerd. Voor zover er dus, op het niveau van Amsterdam als totaal, verschillen bestaan tussen bevolkingscategorieën, worden ze vooral veroorzaakt door de ruimtelijke spreiding over de stad. Met andere woorden, hogere inkomensgroepen zijn niet

29 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

tevredener over de buurt, omdat ze in het algemeen gelukkiger in het leven staan, maar omdat ze relatief oververtegenwoordigd zijn in gebieden waar de buurt positief wordt beoordeeld. Dat geldt uiteraard ook binnen stadsdelen. De kleine verschillen die er binnen stadsdelen bestaan in de rapportcijfers van verschillende groepen bewoners, zullen dus eerder worden verklaard doordat de ruimtelijke spreiding van de bevolkingscategorieën over de buurten verschilt, dan door achtergrondkenmerken van de respondenten zelf. Voor dit onderzoek is deze conclusie belangrijk. De in deze rapportage gepresenteerde rapportcijfers geven dus wel degelijk een beeld van het oordeel van bewoners over hun omgeving. We meten dus wat we willen meten.

Tabel: 2.14: Totaaloordeel buurt naar inkomensgroep in 2003 primaire secundaire doelgroep ziekenfondsgrens >= € 2.430 totaal doelgroep tot ziekenfondsgrens tot € 2430 Centrum 7,6 7,8 8,0 8,1 7,9 Westerpark 6,6 6,9 7,0 6,8 6,8 Oud West 7,3 7,4 7,5 7,4 7,4 Zeeburg 5,7 5,9 7,0 7,0 6,3 Bos en Lommer 5,8 5,6 5,7 5,5 5,7 De Baarsjes 6,4 6,5 6,5 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,7 6,9 6,8 7,3 7 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 6,3 6,4 6,0 6,1 Osdorp 6,6 6,6 6,6 6,7 6,6 Slotervaart 6,2 6,4 6,2 6,8 6,5 Zuidoost 6,2 6,6 6,7 7,0 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,9 6,9 7,1 7,4 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,7 7,9 7,9 8,1 7,9 Zuideramstel 7,6 8,0 7,8 7,9 7,8 Amsterdam totaal 6,7 7,0 7,1 7,4 7

Tabel 2.15: Totaaloordeel buurt naar huishoudtype in 2003 alleenstaande stel éénouder- stel met totaal gezin kinderen Centrum 7,8 8,1 7,8 8,0 7,9 Westerpark 6,9 6,9 6,6 6,5 6,8 Oud West 7,4 7,5 7,5 7,2 7,4 Zeeburg 6,0 6,7 6,1 6,6 6,3 Bos en Lommer 5,6 5,8 5,3 5,7 5,7 De Baarsjes 6,5 6,5 6,0 6,4 6,5 Amsterdam-Noord 6,9 7,1 6,5 7,2 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,4 6,1 5,4 6,0 6,1 Osdorp 6,5 6,6 6,2 6,8 6,6 Slotervaart 6,3 6,6 5,9 6,6 6,5 Zuidoost 6,6 6,7 6,3 6,9 6,7 Oost/Watergraafsmeer 7,0 7,3 6,8 7,2 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 8,0 7,7 7,9 7,9 Zuideramstel 7,8 7,8 7,7 7,9 7,8 Amsterdam totaal 7,1 7,1 6,6 7,0 7,0

30 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.16: Totaaloordeel buurt naar opleiding in 2003 geen/lo lbo/mavo mbo/havo/ hbo/wo totaal vwo Centrum 6,9 7,9 8,0 8,0 7,9 Westerpark 6,6 6,4 6,7 6,9 6,8 Oud West 7,3 7,2 7,4 7,5 7,4 Zeeburg 5,8 5,7 6,1 6,7 6,3 Bos en Lommer 5,9 5,7 5,4 5,7 5,7 De Baarsjes 6,4 6,5 6,6 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,9 7,0 6,9 7,0 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,4 6,3 6,0 6,1 6,1 Osdorp 6,9 6,5 6,5 6,5 6,6 Slotervaart 6,1 6,4 6,4 6,5 6,5 Zuidoost 6,9 6,7 6,7 6,8 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,8 7,1 7,1 7,2 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,4 7,9 8,0 7,9 Zuideramstel 7,7 7,8 7,8 7,9 7,8 Amsterdam totaal 6,7 6,8 7,0 7,3 7,0

Tabel 2.17: Totaaloordeel buurt naar leeftijdsklasse in 2003 18 – 35 35 – 55 55 – 65 65+ totaal Centrum 7,8 7,9 8,1 8,0 7,9 Westerpark 6,9 6,7 6,7 7,2 6,8 Oud West 7,6 7,2 7,4 7,3 7,4 Zeeburg 6,1 6,4 6,6 6,0 6,3 Bos en Lommer 5,6 5,5 6,0 5,8 5,7 De Baarsjes 6,5 6,4 6,4 6,7 6,5 Amsterdam-Noord 6,5 7,0 7,1 7,2 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 5,9 5,9 6,3 6,6 6,1 Osdorp 6,3 6,7 6,3 6,8 6,6 Slotervaart 6,0 6,6 6,5 6,7 6,5 Zuidoost 6,0 6,7 6,8 7,1 6,7 Oost/Watergraafsmeer 6,9 7,0 7,3 7,5 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,9 7,9 7,9 8,1 7,9 Zuideramstel 7,8 7,7 7,8 8,0 7,8 Amsterdam totaal 6,9 7,0 7,2 7,2 7,0

31 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.18: Totaaloordeel buurt naar etniciteit en stadsdeel in 2003 gerangschikt van links naar rechts op rapportcijfer buurt Turken Zuideuropeanen Marokkanen Surinamers niet- uit buitenlanders overige landen geïndustrialiseerde Antillianen Nederlanders uit buitenlanders overige landen geïndustrialiseerde Centrum * 7,2 6,8 7,7 7,9 8,0 7,9 8,1 Westerpark 6,6 5,8 5,6 6,8 6,4 7,0 6,8 7,1 Oud West 6,9 7,4 6,7 6,9 6,9 7,8 7,4 7,5 Zeeburg 6,1 5,3 6,2 6,3 6,0 5,0 6,4 6,1 Bos en Lommer 5,9 4,9 5,9 5,2 5,3 6,3 5,7 5,6 De Baarsjes 6,0 5,8 6,7 6,9 6,4 6,2 6,5 6,5 Amsterdam-Noord 6,8 6,4 6,6 6,7 6,4 6,6 7,0 7,0 Geuzenveld/Slotermeer 6,2 5,1 5,7 6,0 6,2 5,2 6,2 6,4 Osdorp 6,7 5,8 6,5 6,4 6,9 6,2 6,6 6,7 Slotervaart 5,9 6,0 5,8 6,6 5,9 6,7 6,6 6,3 Zuidoost * 5,5 5,9 6,4 6,4 6,5 6,9 6,8 Oost/Watergraafsmeer 5,9 6,1 6,8 6,7 6,8 6,2 7,3 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 7,4 7,5 7,0 7,7 7,9 7,7 7,9 8,1 Zuideramstel 7,6 8,0 7,7 7,9 7,6 7,9 7,9 7,7 Amsterdam totaal 6,3 6,3 6,3 6,6 6,7 6,7 7,1 7,3

* minder dan 5 respondenten

2.11 (On)veiligheidsgevoelens naar leeftijd en etniciteit

Uit tabel 2.17 blijkt dat ouderen over het algemeen tevredener zijn over de buurt dan jongeren. Dat geldt echter niet voor de tevredenheid over veiligheid. Ouderen voelen zich relatief onveiliger dan andere leeftijdscategorieën. Vooral in Zeeburg is dit verschil groot. Jongeren onder de 35 jaar voelen zich in Zuidoost en Slotervaart relatief het onveiligst en ouderen in Bos en Lommer. Er bestaan dus verschillen tussen de stadsdelen, maar het algemene beeld blijft overeind. Zowel ouderen als jongeren geven de laagste rapportcijfers aan veiligheid in de Westelijke Tuin- steden, Bos en Lommer, Zuidoost en Zeeburg.

32 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 2.19: Rapportcijfer veilig voelen ’s avonds naar leeftijdsklasse en stadsdeel in 2003 18 – 35 35 - 55 55 - 65 65+ totaal Centrum 7,3 7,2 6,9 6,9 7,1 Westerpark 7,0 6,8 6,2 6,2 6,8 Oud West 7,5 7,2 7,0 6,2 7,2 Zeeburg 6,1 6,5 6,3 5,2 6,2 Bos en Lommer 6,1 5,8 5,8 5,1 5,8 De Baarsjes 6,8 6,4 6,3 6,1 6,6 Amsterdam-Noord 6,6 7,1 6,8 6,4 6,8 Geuzenveld/Slotermeer 6,1 5,9 6,1 5,8 5,9 Osdorp 6,1 6,3 5,4 5,6 6,0 Slotervaart 5,9 6,5 5,9 5,7 6,1 Zuidoost 5,9 6,2 6,2 5,8 6,0 Oost/Watergraafsmeer 6,7 6,9 6,6 6,3 6,7 Amsterdam Oud-Zuid 7,5 7,5 7,3 7,1 7,4 Zuideramstel 7,8 7,7 7,3 6,7 7,4 Amsterdam totaal 6,8 6,8 6,6 6,2 6,7

Tabel 2.20: Rapportcijfer veilig voelen ’s avonds naar etniciteit en stadsdeel in 2003 gesorteerd op rapportcijfer van links naar rechts Turken Marokkanen Zuid-europeanen niet- overige landen geindustriali-seerde Surinamers Antililianen Nederlanders geindustrialiseerde overige landen Centrum * 6 5,9 6,9 7,1 7,3 7,2 7,2 Westerpark 5,1 5,1 6,6 6,4 7 8 6,9 6,8 Oud West 6,3 6,4 7,6 7,1 7,4 8,5 7,2 7,2 Zeeburg 5,1 5,6 4,8 5,5 6,6 7,1 6,4 6,2 Bos en Lommer 5,4 6 5,3 6 6 5,7 5,9 5,9 De Baarsjes 4,9 6,2 5,9 6,3 6,9 7,2 6,7 6,8 Amsterdam-Noord 6,1 6,7 6,6 6,5 6,9 7,1 6,8 6,9 Geuzenveld/Slotermeer 5,4 6,3 5,9 6,1 6,6 5,3 5,9 6 Osdorp 5,4 5,9 5,6 6,5 7 7,2 5,9 6,5 Slotervaart 5,8 6 6,2 5,1 6,6 6,9 6,1 6 Zuidoost * 4,4 5,8 5,5 6,2 5,8 6,1 6,2 Oost/Watergraafsmeer 5,3 6,1 4,7 6,5 6,2 6,6 6,8 7,1 Amsterdam Oud-Zuid 6 5,8 7,3 7,5 7,1 7,5 7,4 7,6 Zuideramstel 7,5 6,9 8,3 6,9 7,7 8,6 7,4 7,3 Totaal5,5 6 6,2 6,4 6,6 6,8 6,8 6,9

* minder dan 5 respondenten

Opmerkelijk is dat de Turken zich ‘s avonds aanzienlijk onveiliger voelen dan de andere etnische groepen. Marokkanen voelen zich het onveiligst in Zuidoost, maar daar wonen er relatief weinig.

33 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

2.12 Typologie van stadsdelen

Combineren wij het totaaloordeel over de buurt in 2003 met de ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003, dan is het mogelijk een typologie te construeren, waarbij de stadsdelen zijn afgezet tegen het Amsterdamse gemid- delde. Op figuur 2.5 kaart staan deze typen aangegeven. Het eerste type bestaat uit stadsdelen waar zowel het totaaloordeel over de buurt als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde ligt. Het betreft de stads- delen in de Westelijke Tuinsteden en Zeeburg. Noord is het enige stadsdeel dat tot type 2 behoort. De buurt wordt hier precies op het Amsterdamse gemiddelde beoordeeld, maar de ontwikkeling negatief. Type 3 bestaat uit stadsdelen waar juist de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 ten opzichte van het gemiddelde positief wordt gewaardeerd, terwijl het totaaloordeel onder het gemiddelde ligt. Het betreft de stadsdelen De Baarsjes, Bos en Lommer, Westerpark en Zuidoost. De stadsdelen Centrum, Oud-West, Oud-Zuid, Zuideramstel en Oost/Watergraafs- meer behoren tot type 4. Deze stadsdelen scoren zowel wat betreft het oordeel over de buurt als wat betreft ontwikkeling op of boven het gemiddelde. Beschouwen wij de overige leefbaarheidsaspecten, dan valt over de verschillende typen het volgende te concluderen.

Figuur 2.5: Typologie stadsdelen totaaloordeel buurt (2001 – 2003)

Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder gemiddelde

Type 2: Oordeel buurt op gemiddelde en ontwikkeling eronder

Type 3: Oordeel buurt op gemiddelde en ontwikkeling erboven

Type 4: Oordeel buurt boven en ontwikkeling op of boven gemiddelde

34 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Type 1: Geuzenveld/Slotermeer, Slotervaart, Osdorp en Zeeburg Zorgwekkend is dat deze stadsdelen worden gekenmerkt door de combinatie van een relatief laag rapportcijfer voor de buurt als totaal enerzijds met een beneden- gemiddelde stijging (of daling) voor de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 anderzijds. Daarnaast wordt in deze stadsdelen veel overlast ondervonden van criminaliteit en vervuiling. Het rapportcijfer voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. Vooral voor Geuzenveld/Slotermeer valt op dat op vrijwel alle leefbaarheidsaspecten dit stads- deel lager scoort in 2003 dan in 2001. Ook Zeeburg laat op een aantal aspecten (vervuiling, criminaliteit) een negatieve ontwikkeling zien.

Type 2: Amsterdam-Noord De bewoners van Amsterdam-Noord beoordelen hun buurt in 2003 met een gemiddeld rapportcijfer van 7,0 (tegen een 7,1 in 2001). Dat is precies gelijk aan het Amsterdamse gemiddelde in 2003. Evenals in 2001 wordt in Noord de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar negatief beoordeeld. Ook voor Amsterdam als geheel geldt overigens dat de ontwikkeling veel negatiever wordt beoordeeld dan de stand van zaken op dit moment. Maar in geen enkel ander stadsdeel is het verschil tussen de beoordeling van de buurt en de buurtontwik- keling zo groot als in Amsterdam-Noord. Tegenover een 7,0 als totaaloordeel voor de buurt staat een 5,6 voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Samen met Geuzenveld/Slotermeer is Noord het enige stadsdeel waar het rapportcijfer voor de buurt als totaal tussen 2001 en 2003 is afgenomen. Het onderhoud en schoon- houden van straten pleinen en groen wordt in Noord het vaakst als verbeteraspect genoemd (50%), gevolgd door de veiligheid op straat (28%)

Type 3: De Baarsjes, Bos en Lommer, Westerpark en Zuidoost De ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003 ligt in deze stadsdelen boven het Amsterdamse gemiddelde, terwijl het rapportcijfer voor het totaal- oordeel onder het gemiddelde ligt. De waardering voor het wonen in deze stads- delen is de afgelopen twee jaren toegenomen. Bos en Lommer laat van alle Amsterdamse stadsdelen weliswaar de laagste rapportcijfers zien op veel leef- baarheidsdimensies, waaronder vervuiling en criminaliteit. Maar op een aantal dimensies zijn de rapportcijfers sterker gestegen dan het Amsterdamse gemid- delde. Je zou kunnen concluderen dat het gehele westelijke deel van vooroorlogs Amsterdam wat betreft leefbaarheid in de lift zit. Ook Zuidoost doet het op veel leefbaarheidsaspecten aanzienlijk beter dan in 2001, met dank aan de stedelijke vernieuwing, die in Zuidoost in een verdere fase is dan in de Westelijke Tuinsteden.

Type 4: Centrum, Oud-West, Oud-Zuid, Zuideramstel en Oost/Watergraafsmeer Bewoners van deze stadsdelen geven zowel aan de buurt als aan de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 een cijfer op of boven het Amsterdamse gemiddelde. Deze stadsdelen voeren al gedurende een langere periode de Amsterdamse woning- markthiërarchie aan. Blijkbaar valt een sterke woningmarktpositie hier samen met een positief oordeel over de buurt. De verkoopprijzen per vierkante meter liggen het hoogst in deze stadsdelen. Bovendien wordt er veel gereageerd op sociale huurwoningen in de stadsdelen nabij het centrum. Dat wil overigens niet zeggen dat er in deze stadsdelen geen problemen zijn. Vooral in Oud-West wordt bijvoor- beeld het aanbod en de ontwikkeling van parkeervoorzieningen zeer negatief beoordeeld. Opmerkelijk is de toegenomen tevredenheid van de bewoners van Oud-West over de mate van vervuiling. Het rapportcijfer daarvoor is gestegen van

35 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

een 5,3 in 2001 naar een 5,9 in 2003. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers. Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer scoort in heel veel opzichten net boven het Amsterdamse gemiddelde. Maar dat wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de verschillen tussen Oost enerzijds en Watergraafsmeer anderzijds. De hoge cijfers van de Watergraafsmeer worden daarbij gemiddeld met de relatief lage cijfers van Oost. In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op de verschillen binnen stadsdelen en kan een nauwkeuriger beeld worden geschetst.

36 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

hoofdstuk 3 Leefbaarheidsresultaten per buurtcombinatie

Binnen stadsdelen kunnen grote verschillen bestaan voor wat betreft de bevolkings- samenstelling en de beoordeling van leefbaarheid door de bewoners. In het vorige hoofdstuk is al gewezen op de verschillen tussen Oost enerzijds en Watergraafs- meer anderzijds. Dergelijke verschillen doen zich ook voor binnen andere stads- delen, zoals in Zeeburg tussen de Indische buurt en het Oostelijk Havengebied. Bovendien verschillen nieuwbouwgebieden vaak sterk van de bestaande woon- gebieden. De Westelijke Tuinsteden vormen daarvan een duidelijk voorbeeld. Mede op aandringen van de woningcorporaties is bij Wonen in Amsterdam gestreefd naar een dusdanige omvang van de steekproef dat voor alle buurt- combinaties betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Dat wil zeggen ongeveer 200 ingevulde enquêtes per buurtcombinatie. Een aantal buurtcombi- naties bestaat uit industriegebieden en bedrijfsterreinen. Die zijn hier buiten beschouwing gelaten. In een aantal andere buurtcombinaties woont bovendien een gering aantal mensen. Vanuit overwegingen van betrouwbaarheid is een aantal buurtcombinaties samengevoegd. Aldus resteert een lijst met 76 (samengevoegde) buurtcombi- naties waarvoor betrouwbare representatieve uitspraken mogelijk zijn. Leefbaar- heid kan uiteindelijk het beste worden aangepakt op het schaalniveau van de buurt. In dit hoofdstuk zullen we de leefbaarheidsresultaten presenteren met behulp van kaarten op buurtcombinatieniveau. De kaarten laten steeds een indeling in vier klassen zien, waarbij donkergroen staat voor een hoog rapportcijfer en rood voor een laag rapportcijfer. De buurtcombinaties die rood zijn gekleurd, scoren gemid- deld onvoldoende op de betreffende leefbaarheidsdimensie. De grens wordt daarbij precies gelegd bij een rapportcijfer van zes (zonder afronding). De kleur- indeling op de kaarten wijkt dus af van de leefbaarheidsrapportage over Wonen in Amsterdam 2001, waar de laagste klasse altijd rood werd gekleurd, ook als geen sprake was van een onvoldoende. De namen van de buurtcombinaties die het hoogst en het laagst scoren, staan op de kaarten afgebeeld. Wonen in Amsterdam 2001 was de nulmeting voor de leefbaarheidsresultaten. Nu het onderzoek voor de tweede maal is gehouden, is het mogelijk de verander- ing in waardering tussen 2001 en 2003 in beeld te brengen. De rapportcijfers per buurtcombinatie van Wonen in Amsterdam 2003 zijn te zien in bijlage 1 en de rapportcijfers van Wonen in Amsterdam 2001 in bijlage 2. In de tekst zullen wij vooral ingaan op de buurtcombinaties die tussen 2001 en 2003 een sterke stijging of daling in de waardering voor de leefbaarheid hebben doorgemaakt. Daarnaast gaan we in op het rapportcijfer dat bewoners in 2003 geven aan de ontwikkeling in het afgelopen jaar.

3.1 Totaaloordeel buurt

De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt, evenals in 2001 met gemiddeld een 8,53 als totaaloordeel over de buurt het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland (8,51) en de Grachtengordel- West (8,49). Deze topdrie is ten opzichte van 2001 niet gewijzigd. Het minst

37 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>De Apollobuurt wordt het meest gewaardeerd door de bewoners.

>>De Indische Buurt West krijgt van de bewoners het laagste rapportcijfer van Amsterdam.

tevreden over de buurt zijn de bewoners van de Indische Buurt West (5,30), gevolgd door Overtoomse Veld (5,33) en De Kolenkit (5,4). Meer in zijn algemeen- heid ontstaat een beeld waarbij de grachtengordel, Amsterdam-Zuid, Buitenvel- dert, Watergraafsmeer, nieuwbouwwijken en de landelijke gebieden aan de rand van de stad een hoog rapportcijfer krijgen van de bewoners. In Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Bijlmer Centrum, IJplein/Vogelbuurt, de Indische Buurt en de Transvaalbuurt wordt de buurt met een onvoldoende beoordeeld. Dit algemene beeld is ten opzichte van 2001 weinig gewijzigd. Voor Amsterdam als geheel is het rapportcijfer voor de buurt toegenomen van 6,9 naar 7,0. De meeste buurtcombinaties laten een soort- gelijke verbetering zien, maar er zijn uitzonderingen, zowel in positieve als in negatieve zin. Wat vooral opvalt is de sterke daling van de buurtwaardering in een In De Kolenkit aantal buurtcombinaties in Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. is de waardering voor de In het eerste stadsdeel zijn het vooral IJplein/Vogelbuurt (van 6,5 naar 5,8) en het buurt toegenomen aangrenzende Volewijck (van 7,0 naar 6,3) die een sterke daling laten zien. van 5,0 naar 5,4. Geuzenveld/Slotermeer is het enige stadsdeel waar het totaaloordeel voor de buurt in alle buurtcombinaties is afgenomen. De afname is binnen dit stadsdeel overigens het sterkst in de buurtcombinatie met het hoogste rapportcijfer, namelijk in de nieuwbouwwijk Eendracht (van 7,4 naar 6,7). De waardering voor de buurt is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,8), maar ook in de Haarlemmerbuurt (van 7,7 naar 8,2), Nieuwe Pijp (van 7,2 naar 7,8) en Willemspark (van 7,9 naar 8,3) is in absolute zin de waardering sterk toegenomen. Hoopgevend is dat ook in De Kolenkitbuurt de waardering voor de buurt is toegenomen (van 5,0 naar 5,4). De buurt scoort weliswaar nog steeds onvoldoende, maar staat niet meer onder aan de Amsterdamse rangorde. Wellicht speelt de opknapbeurt van het, binnen De Kolenkit gelegen, Bos en Lommerplein een rol. Ook Bijlmer Centrum (van 5,4 naar 5,8) en Bijlmer Oost (van 5,9 naar 6,2) laten een toenemende waardering zien. De stedelijke vernieuwing van de Bijlmer- meer blijkt wat dat betreft duidelijk vruchten af te werpen.

3.2 Buurtontwikkeling

Bij de vraag over buurtontwikkeling in het afgelopen jaar staat een 1 voor zeer op achteruitgegaan en een 10 voor zeer op vooruitgegaan. Een 5,5 ligt in het midden van de schaal, dus je zou kunnen concluderen dat bij een 5,5 de bewoners vinden dat er niets is veranderd. Om die reden beschouwen wij hier niet een 6 als onvoldoende, maar een 5. Gemiddeld scoort Amsterdam een 6,0 op buurtont- wikkeling tegen een 5,9 in 2001. In de Helmersbuurt/Vondelbuurt zijn bewoners

38 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>In de Eendracht (Geuzenveld) is de tevredenheid over de buurt tussen 2001 en 2003 sterk afgenomen

>>De tevredenheid over de buurt is tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (Oud-West)

het meest tevreden over de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar (rapportcijfer 7,1). De Kolenkit in Bos en Lommer scoort, evenals in 2001, het laagst op buurtontwikkeling in het afgelopen jaar (4,8), gevolgd door Overtoomse Veld (4,9).

Figuur 3.1: Totaaloordeel buurt

1 = zeer ontevreden

10 = zeer tevreden Indische buurt west

5,3 tot 6

Apollobuurt 6 tot 7,23

7,23 tot 7,86

7,86 tot 8,53

Opmerkelijk is dat er weinig samenhang is tussen de verandering in het totaal- oordeel over de buurt tussen 2001 en 2003 en het rapportcijfer voor de buurt- ontwikkeling. Zo geven de bewoners van De Kolenkitbuurt een hoger rapportcijfer voor de buurt dan in 2001, maar waarderen zij toch in 2003 de buurtontwikkeling

39 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

over het afgelopen jaar het laagst van heel Amsterdam. Een laag rapportcijfer voor de buurt op dit moment gaat vaak samen met een laag rapportcijfer voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar.

Figuur 3.2: Tevredenheid ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar

De Kolenkit

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan

4,83 tot 5

Helmersbuurt/Vondelbuurt 5 tot 6

6 tot 7

7 tot 7,13

3.3 Kwaliteit, onderhoud, schoonhouden en schoonheid woningen

De kwaliteit van de eigen woning wordt gemiddeld hoger gewaardeerd (7,2 tegen 7,1 in 2001) dan de tevredenheid over de buurt (7,0 tegen 6,9 in 2001). Op de dimensie kwaliteit eigen woning zijn er geen buurtcombinaties die een onvoldoende (< 6) scoren. Landelijk Noord (Waterland en Nieuwendammerdijk/ Buiksloterdijk) scoort hier, evenals in 2001 het hoogst met een 8,4 en De Kolenkit scoort opnieuw het laagst met een 6,3. Ook de buurtcombinaties rond De Kolenkit in Bos en Lommer en de rest van de Westelijke Tuinsteden scoren relatief laag op Het rapportcijfer voor de de kwaliteit van de woning. Het rapportcijfer over de eigen woning is het sterkst eigen woning is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,7), Nieuwendam-Noord (van 6,5 toegenomen in de naar 7,0), Bijlmer Centrum (van 6,1 naar 6,7) en Bijlmer Oost (van 6,9 naar 7,5). Kinkerbuurt (foto Agatha Behalve de Kinkerbuurt betreft het hier allemaal stedelijke vernieuwingsgebieden. Dekenstraat). De activiteiten werpen blijkbaar duidelijk vruchten af. Ook in de Kinkerbuurt wordt gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van de woningvoorraad (zie foto).

40 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.3: Tevredenheid eigen woning

De Kolenkit

Landelijk Noord

1 = zeer ontevreden 10 = zeer tevreden

6,3 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 8

8 tot 8,5

Figuur 3.4: Tevredenheid onderhoud woningen in de buurt

1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west

5,01 tot 6

Grachtengordel west 6 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 7,94

41 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

In Wonen in Amsterdam is zowel gevraagd naar de staat van onderhoud van de eigen woning als de staat van onderhoud van woningen in de buurt. Over de staat van onderhoud van de eigen woning zijn Amsterdammers meer tevreden (6,8) dan over de staat van onderhoud van woningen in de buurt (6,6). Alleen van de laatste hebben we een kaartje gemaakt. De staat van onderhoud van woningen in de buurt wordt met een onvoldoende beoordeeld in delen van de oude Weste- lijke Tuinsteden, Bos en Lommer, Transvaalbuurt en Indische Buurt. Het schoonhouden van de woningen in de buurt wordt door de bewoners lager gewaardeerd (6,4) dan het onderhoud. De Indische Buurt West scoort met een 4,9 het laagst op het schoonhouden van de woningen en de Apollobuurt met een 7,6 het hoogst.

Figuur 3.5: Schoonhouden van de woningen in de buurt

1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende Indische buurt west

4,92 tot 6

Apollobuurt 6 tot 6,5

6,5 tot 7

7 tot 7,64

Er is de bewoners ook gevraagd of ze de woningen in de buurt mooi of lelijk vinden. Gemiddeld scoort Amsterdam hierop een 6,6. De Kolenkit (5,23), Indische Buurt West (5,24) en Overtoomse Veld (5,4) scoren lager dan een 5,5 op de ‘schoon- heid’ van de woningen. In het westelijke deel van de grachtengordel vinden de bewoners de woningen in de buurt het mooist (gemiddeld een 8,6). Vooral in Bijlmer Oost vinden de bewoners de woningen er een stuk mooier op geworden (van 6,0 naar 6,5). De ontwikkeling van de woningkwaliteit in het afgelopen jaar wordt het meest gewaardeerd in de Helmersbuurt/Vondelbuurt en het minst in De Kolenkit.

42 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>In De Kolenkitbuurt (Bos en Lommer) vinden de bewoners de woningen het lelijkst.

>>In de Grachten- gordel-West vinden de bewoners de woningen het mooist.

Figuur 3.6: Schoonheid woningen in de buurt

De Kolenkit

1 = zeer lelijk 10 = zeer mooi

5,22 tot 6

Grachtengordel west 6 tot 7

7 tot 8

8 tot 8,59

43 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.7: Ontwikkeling kwaliteit woningen

De Kolenkit

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan

4,98 tot 5

Helmersbuurt/Vondelbuurt 5 tot 6

6 tot 7

7 tot 7,01

3.4 Buurtvoorzieningen

De kaart met het oordeel van bewoners over buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheid etc. verschilt van de kaart waarin het totaaloordeel over de buurt wordt weergegeven. Nieuwbouwgebieden en landelijke gebieden (Landelijk Noord, Driemond) scoren bijvoorbeeld laag op de aanwezigheid van buurtvoorzienigen, terwijl ze juist hoog scoren op het totaaloordeel over de buurt. De buurtcombinatie Oostelijke Eilanden/Kadijken krijgt het laagste cijfer voor buurtvoorzieningen. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met het matige aanbod aan winkels voor de dagelijkse boodschappen. Bovendien is de waardering voor de buurtvoorzieningen nergens zo sterk gedaald als op de Oostelijke Eilanden (van 5,9 in 2001 naar 5,0 in 2003). Een aantal zaken voor de dagelijkse boodschappen is recentelijk uit dit gebied verdwenen. Zo heeft de Dirk van den Broek Wittenburg verlaten en heeft ook de opvolger (de Ideaalmarkt) (na minder dan een jaar) de deuren moeten sluiten (zie foto). Momenteel wordt gezocht naar nieuwe exploitan- ten. De Apollobuurt krijgt het hoogste cijfer voor de buurtvoorzieningen. In de Beethovenstraat is dan ook een ruim aanbod aan detailhandel aanwezig.

44 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>De buurtcombinatie Oostelijke Eilanden/ Kadijken (Centrum) krijgt van de bewoners het laagste cijfer voor de aanwezigheid van buurtvoorzieningen als winkels, scholen en sportgelegenheden.

>>In de Apollobuurt zijn de bewoners erg tevreden over de aanwezigheid van Figuur 3.8: Aanbod buurtvoorzieningen buurtvoorzieningen.

1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende

Oostelijke Eilanden/Kadijken 5 tot 6

6 tot 7 Apollobuurt

7 tot 7,5

7,5 tot 7,93

45 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.9: Ontwikkeling buurtvoorzieningen

Oostelijk Havengebied

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan Oostelijke Eilanden/Kadijken

4,88 tot 5

5 tot 6

6 tot 6,25

6,25 tot 6,5

Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van buurtvoorzieningen in het afgelopen jaar dan blijkt opnieuw de Oostelijke Eilanden/Kadijken het laagst te scoren van heel Amsterdam (4,9). Het aangrenzende Oostelijk Havengebied scoort weliswaar laag op de aanwezigheid van voorzieningen als zodanig (6,0), maar scoort wel het hoogst van Amsterdam op de ontwikkeling van buurtvoorzieningen in het afgelopen jaar (6,4). In dit nieuwbouwgebied zien we inderdaad een toe- name van gespecialiseerde winkels, horeca en andere voorzieningen. Het is overi- gens goed mogelijk dat de detailhandel op de Oostelijke Eilanden concurrentie ondervindt van het winkelcentrum Brazilië in het Oostelijk Havengebied.

46 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.10: Aanbod parkeervoorzieningen

Buikslotermeer

1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende

3,46 tot 6 Overtoomse sluis

6 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 7,64

Figuur 3.11: Ontwikkeling parkeervoorzieningen

Nieuwendam noord

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan

3,67 tot 5 Overtoomse sluis

5 tot 5,5

5,5 tot 6

6 tot 6,42

47 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.5 Parkeren

De aanwezigheid van parkeervoorzieningen wordt door de Amsterdammers aanzienlijk slechter beoordeeld dan de aanwezigheid van buurtvoorzieningen. Maar liefst 40 van de 76 (samengestelde) buurtcombinaties scoren op deze dimensie een onvoldoende (minder dan een 6). Vooral in grote delen van het Centrum, Oud-West, , De Baarsjes, Bos en Lommer, Oost en de Rivieren- buurt wordt het aanbod aan parkeervoorzieningen met een laag rapportcijfer beoordeeld. Amsterdam-Noord scoort redelijk op deze dimensie. Buikslotermeer voert (evenals in 2001) de lijst aan met een rapportcijfer van 7,6. In deze buurt is blijkbaar voldoende parkeerplek, bovendien is het parkeren in Noord nog gratis. In de buurtcombinatie Overtoomse Sluis (Oud-West) is het volgens de bewoners droevig gesteld met het aanbod aan parkeervoorzieningen (3,5). Bovendien is de waardering voor het aanbod aan parkeerplaatsen nergens zo sterk gedaald als hier In de buurtcombinatie (van 4,4 in 2001 naar 3,5 in 2003). Bewoners van deze buurt geven ook nog eens Overtoomse Sluis (Oud- het laagste cijfer van heel Amsterdam voor de ontwikkeling van de parkeervoor- West) is het volgens de zieningen in het afgelopen jaar. De parkeerdruk in deze buurt is al jaren hoog. bewoners droevig gesteld Door een aantal herprofileringen in deze buurt is het aantal parkeerplaatsen de met het aanbod aan afgelopen jaren afgenomen. Daarnaast geldt dat het een buurt in opkomst is. parkeervoorzieningen. Het autobezit onder de mensen die er nu nieuw komen te wonen, ligt over het algemeen hoger dan van de bestaande bewoners. Als laatste punt kan nog worden gemeld dat ten tijde van het houden van de enquête van Wonen in Amsterdam 2003 ondergrondse afvalcontainers zijn geplaatst. Dit heeft tijdelijk voor minder parkeerplaatsen gezorgd. Opmerkelijk is de sterke stijging van het rapportcijfer voor parkeren in Hoofdweg e.o in De Baarsjes (van 4,5 naar 5,2) en de Burgwallen-Oude Zijde (van 3,5 naar 4,4). Als mensen een laag rapportcijfer geven voor het aanbod aan parkeervoor- zieningen wil dat overigens niet zeggen dat ze de buurt daardoor niet waarderen. Centraal gelegen buurten combineren een hoog rapportcijfer voor de buurt met een laag rapportcijfer voor parkeervoorzieningen.

3.6 Openbaar Vervoer

Het aanbod aan openbaar vervoer wordt door de bewoners aanzienlijk positiever beoordeeld dan de aanwezigheid van parkeervoorzieningen. Er zijn dan ook nauwelijks buurten die onvoldoende scoren op deze dimensie. Alleen de landelijke gebieden aan de rand van de stad en Buitenveldert-Oost scoren hier onder een 6. Bewoners van Driemond vinden het openbaar vervoer echt onder de maat (gemid- deld een 4,6). De buurtcombinatie scoort hier het hoogst (8,5), maar dat is ook niet zo verwonderlijk aangezien het Centraal Station binnen deze buurt valt.

48 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.12: Aanbod openbaar vervoer

Burgwallen NZ

1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende

4,62 tot 6

6 tot 7

7 tot 8

Driemond 8 tot 8,5

Figuur 3.13: Ontwikkeling openbaar vervoer

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan

4,47 tot 5 Middelveldse Akerpolder/ Lutkemeer 5 tot 6

6 tot 7 Driemond Ontwikkeling openbaar vervoer 1 =zeer op achteruitgegaan,10 =zeer op vooruitgegaan 7 tot 7,12 4,47 tot 5 5 tot 6 6 tot 7 7tot712

49 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De Grachtengordel-West: volgens de bewoners de mooiste woonomgeving van Amsterdam.

3.7 Inrichting woonomgeving

De inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) wordt gemiddeld met een 6,6 beoordeeld (6,5 in 2001). Vooral in de Grachtengordel-West (7,9) en de Apollobuurt (7,9) vinden de bewoners de inrichting van de woonomgeving mooi. Dertien buur- ten scoren een onvoldoende (lager dan een 6), namelijk geheel Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Indische Buurt West, Transvaal- buurt, , De Krommert, De Kinkerbuurt, IJplein/Vogelbuurt en Bijlmer Centrum. De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er tussen 2001 en 2003 het sterkst op vooruitgegaan in Bijlmer Oost (van 6 naar 6,7) en het sterkst op achteruitgegaan in IJplein/Vogelbuurt (van 6,6 naar 5,8).

Figuur 3.14: Schoonheid inrichting woonomgeving

1 = zeer lelijk

10 = zeer mooi Indische buurt west

5,15 tot 6

6 tot 7 Grachtengordel-west

7 tot 7,5

7,5 tot 8

50 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er het sterkst op vooruitgegaan in Bijlmer Oost.

>>De waardering voor de schoonheid van de woonomgeving is er het sterkst op achteruit gegaan in IJplein/Vogelbuurt.

>Het groen begint op te komen in het Oostelijk Havengebied.

3.8 Groenvoorziening

Het rapportcijfer voor de groenvoorziening (mooi of lelijk) lijkt samen te hangen met de mate van stedelijkheid. Hoe dichter bij het centrum, hoe lager de waardering voor de groenvoorziening, terwijl naar de rand van de stad toe de waardering juist toeneemt. De bewoners van Burgwallen-Oude Zijde geven de groenvoorziening gemiddeld een 4,1. De groenvoorziening in Zuid, Noord, grote delen van de Westelijke Tuinsteden en Zuidoost (m.u.v. Bijlmer Centrum) scoort goed. De buurt Nellestein in Zuidoost scoort, evenals in 2001 het hoogst op groen- voorziening, namelijk een 8,3. Beschouwen wij de verandering in de waardering van de groenvoorziening tussen 2001 en 2003, dan blijkt de waardering het meest te zijn toegenomen in Bijlmer Oost (van 6,0 naar 6,6) en Het Oostelijk Haven- gebied (van 5,0 naar 5,6). De nieuwbouw in het laatste gebied is inmiddels afge- rond en het groen begint inmiddels ook een beetje op te komen. In IJplein/ Vogelbuurt is de waardering voor de groenvoorziening het sterkst achteruit- gegaan (van 6,6 naar 5,8.)

51 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.15: Schoonheid groenvoorziening

1 = zeer lelijk 10 = zeer mooi

Nellestein 4,06 tot 6

6 tot 7 Burgwallen OZ

7 tot 8

8 tot 8,3

Figuur 3.16: Onderhoud van straten en stoepen

1 = ruim onvoldoende

10 = ruim voldoende Indische buurt west

5,11 tot 6

Apollobuurt 6 tot 6,5

6,5 tot 7

7 tot 7,29

52 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.9 Onderhoud en schoonhouden straten, stoepen en groen

Het onderhoud van straten en stoepen krijgt in 2003 het hoogste rapportcijfer van bewoners van de Apollobuurt 7,3 en het laagste rapportcijfer van bewoners van de Indische Buurt West (5,1). Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoorziening zijn de Amster- dammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Indische Buurt West (4,6), terwijl net zo als bij het onderhoud bewoners van de Apollobuurt daarover het meest tevreden zijn (6,9). Een groot aantal buurten scoort hierop onvoldoen- de. Het gaat om (delen van) Bos en Lommer, Geuzenveld/Slotermeer, Overtoomse Veld, Osdorp-Midden, De Baarsjes, Amsterdam-Oost, Indische Buurt, de Wallen, grote delen van Amsterdam-Noord, delen van Oud-West en Westerpark, de Schinkelbuurt en Bijlmer Centrum.

Figuur 3.17: Schoonhouden van straten en stoepen

Indische buurt west 1 = ruim onvoldoende 10 = ruim voldoende

Apollobuurt 4,85 tot 6

6 tot 6,5

6,5 tot 6,87

De tevredenheid van Amsterdammers over het onderhoud van groenvoorziening- en wijkt eigenlijk weinig af van de tevredenheid over de schoonheid van de groen- voorziening. Het schoonhouden van het groen wordt het meest gewaardeerd in Nellestein (7,2) en het minst op de Burgwallen-Oude Zijde (4,6). Maar in de laatste buurtcombinatie is ook weinig groen. Beschouwen wij het oordeel over de ontwikkeling van straten, pleinen en groen,

53 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Helmersbuurt/Vondelbuurt: De opknapbeurt van de Overtoom is gereedgekomen.

dan blijkt IJplein/Vogelbuurt het laagst te scoren (5,2) en de Helmersbuurt/Vondel- buurt het hoogst (6,6). In de laatste buurt is de openbare ruimte op het WG-terrein opgeknapt; de opknapbeurt van de Overtoom is gereed gekomen en er zijn in heel Oud-West ondergrondse afvalcontainers geplaatst. Ook in het Oostelijk Haven- gebied wordt de ontwikkeling van straten, pleinen en groen positief gewaardeerd (6,5) (zie boven).

Figuur 3.18: Schoonhouden groen

1 = ruim onvoldoende

10 = ruim voldoende Burgwallen OZ

Nellestein 4,62 tot 6

6 tot 6,5

6,5 tot 7

7 tot 7,15

54 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.19: Ontwikkeling straten, pleinen en groen

IJplein/Vogelbuurt

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan

5,15 tot 6 Helmersbuurt/Vondelbuurt 6 tot 6,25

6,25 tot 6,5

6,5 tot 6,58

3.10 Prettig samenleven

De mate waarin bewoners ‘prettig samenleven’ valt onder andere af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, de betrokkenheid bij de buurt en de mate van overlast die bewoners ondervinden van buren en andere groepen bewoners. In de vorige leefbaarheidsrapportage hebben we gezien dat de ‘wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan’ van alle leefbaarheidsaspecten het meest samenhangt met het totaaloordeel over de buurt. De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, krijgt evenals in 2001 het hoogste rapportcijfer van de bewoners van Landelijk Noord (7,7). De Indische Buurt West scoort hier het laagste (5,4), gevolgd door Overtoomse Veld (5,6), De Kolenkit (5,6) en Landlust (5,8). Stuk voor stuk betreft het hier wijken met een heterogene bevolkingssamenstelling die de afgelopen jaren gekenmerkt werden door een relatief sterke bevolkingsdynamiek. Lage rapportcijfers voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, worden vooral gegeven in de oude delen van de Westelijke Tuinsteden, Transvaalbuurt, Bijlmer Centrum en IJplein/Vogelbuurt. Bewoners zijn het meest positief over het samenleven van verschillende groepen in die buurten waar weinig verschillende etnische groepen wonen. Meestal betreft het hier ook buurten met een relatief hoge sociaal- economische status. Landelijk Noord, de grachtengordel, Oud-Zuid, Middenmeer en Driemond vormen duidelijke voorbeelden.

55 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>In Landelijk Noord gaan ‘verschillende groepen’ prettig met elkaar om (foto Nieuwendammerdijk).

>>In Bijlmer Oost is de tevredenheid over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan het sterkst toegenomen.

Figuur 3.20: Omgang verschillende groepen

Landelijk Noord

1 = zeer onprettig

10 = zeer prettig Indische buurt west

5,4 tot 6

6 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 7,73

Beschouwen wij de ontwikkeling in het oordeel over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, dan blijken de drie buurten waar de tevredenheid hierover tussen 2001 en 2003 het sterkst is toegenomen in stadsdeel Zuidoost te liggen. Het betreft Bijlmer Oost (van 5,8 naar 6,3), Bijlmer Centrum (van 5,5 naar 5,9) en Holendrecht/Reigersbos (van 6,2 naar 6,6). Wat de eerste twee buurt- combinaties betreft blijkt de stedelijke vernieuwing van de Bijlmermeer duidelijk effect te hebben. Dat de tevredenheid over het samenleven er ook in Holendrecht/ Reigersbos sterk op vooruit is gegaan is hoopgevend, omdat in deze buurt de laatste jaren veel werd geklaagd over de instroom van bewoners uit de Bijlmer hoogbouw met andere normen en waarden. De achteruitgang van de tevredenheid over de wijze waarop verschillende

56 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

groepen met elkaar omgaan is het sterkst in IJplein/Vogelbuurt (van 6,4 naar 6) en Volewijck (van 6,7 naar 6,4), beide gelegen in Amsterdam-Noord. Beschouwen wij de wijze waarop bewoners de ontwikkeling in de omgang met buurtbewoners in het afgelopen jaar waarderen, dan zijn bewoners van de Indische Buurt West hier het minst tevreden over (5,1) en bewoners van Driemond het meest (7).

Figuur 3.21: Ontwikkeling omgang met buurtbewoners

Indische buurt west 1 = zeer op achteruitgegaan 10 = op vooruitgegaan

5,12 tot 6

6 tot 6,5 Driemond

6,5 tot 7

Aan de mate van betrokkenheid bij de buurt geven Amsterdammers gemiddeld een 5,8. Vooral in de landelijke gebieden zijn de bewoners naar eigen zeggen betrokken bij de buurt. Landelijk Noord scoort evenals in 2001 het hoogst (7,6), gevolgd door Driemond (7,0). Ook de Jordaan, delen van Zuid, Watergraafsmeer en de tuindorpen Nieuwendam en Buiksloot scoren hoog op de betrokkenheid van buurtbewoners. In de Indische Buurt West zijn de bewoners naar eigen zeggen nauwelijks betrokken bij de buurt (4,4). Behalve de Indische Buurt West, scoren ook De Kolenkit, Overtoomse Veld, Landlust en Erasmuspark lager dan een 5 op betrokkenheid bij de buurt. De betrokkenheid van buurtbewoners is het sterkst afgenomen in IJplein/Vogelbuurt (van 5,6 naar 5,1) en het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 5,0 naar 5,7). Betrokkenheid van bewoners bij de buurt is overigens geen ‘must’. Zo geven de bewoners van de Grachtengordel Zuid een 5,9 voor de betrokkenheid van buurtbewoners, terwijl ze zeer tevreden zijn over de buurt als totaal (8,2). Ook de zeer gewaardeerde Apollobuurt (totaaloordeel 8,5) scoort slechts een 6,5 voor de betrokkenheid van buurtbewoners.

57 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.22: Betrokkenheid buurtbwoners

Landelijk Noord

1 = geen betrokkenheid 10 = grote betrokkenheid

Indische buurt west 4,42 tot 6

6 tot 6,5

6,5 tot 7

7 tot 7,59

Figuur 3.23: Overlast buren

De Kolenkit

Landelijk Noord

1 = ernstige overlast 10 = geen overlast

5,91 tot 6

6 tot 7

7 tot 8

8 tot 8,28

58 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De overlast van groepen bewoners is het sterkst afgenomen in De Krommert (De Baarsjes).

3.11 Overlastaspecten

Overlast buren en andere groepen bewoners Gemiddeld wordt aan de mate van burenoverlast een rapportcijfer van 7,0 gege- ven (tegen 6,8 in 2001) en er is maar één buurtcombinatie die lager dan een 6 scoort, namelijk De Kolenkit. In deze buurt wonen veel gezinnen met kinderen in kleine gehorige huizen. In Landelijk Noord ondervinden bewoners evenals in 2001 de minste overlast van buren (gemiddeld een 8,3). Dat de mate van burenoverlast gemiddeld meevalt, wil niet zeggen dat dit geen probleem is. In individuele geval- len kan burenoverlast ernstige vormen aannemen. De mate waarin bewoners overlast ondervinden van andere groepen bewoners wordt in Amsterdam ook gemiddeld met een 7 beoordeeld. De Indische Buurt West en Overtoomse Veld zijn de enige buurtcombinaties die op dit aspect onder een 6 scoren, terwijl de Apollobuurt het hoogst scoort met een 8,2. De overlast van groepen bewoners is het sterkst afgenomen in De Krommert in de Baarsjes. het rapportcijfer is hier gestegen van 6,0 in 2001 naar 6,7 in 2003.

59 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.24: Overlast andere groepen bewoners

1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Indische buurt west

5,9 tot 6

Apollobuurt 6 tot 7

7 tot 8

8 tot 8,18

Figuur 3.25: Overlast verkeer

1 = ernstige overlast

10 = geen overlast Burgwallen OZ

5,68 tot 6

6 tot 6,5

6,5 tot 7

Gein 7 tot 7,53

60 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

>De Indische Buurt West: Volgens de bewoners veel overlast van vervuiling.

>>De overlast van vervuiling is het sterkst toegenomen in IJplein/Vogelbuurt.

Overlast Verkeer Er zijn 6 buurtcombinaties die op verkeersoverlast onvoldoende scoren. Dat zijn Burgwallen-Oude Zijde (5,9), Burgwallen Nieuwe Zijde (5,9), Overtoomse Veld (5,8), Kinkerbuurt (5,9), Dapperbuurt (5,9) en Kolenkit (5,96). In Zuidoost onder- vinden bewoners weinig overlast van verkeer. De buurtcombinatie Gein ondervindt volgens bewoners de minste verkeersoverlast (7,5).

Overlast vervuiling Van alle overlastaspecten geven Amsterdammers het laagste rapportcijfer aan vervuiling (6, tegen 5,7 in 2001). Maar liefst 36 buurtcombinaties scoren op dit punt onvoldoende (lager dan een 6). Bewoners van de Indische Buurt West ondervinden de meeste overlast van vervuiling (4,1), gevolgd door De Kolenkitbuurt (4,8).

Figuur 3.26: Overlast vervuiling

1 = ernstige overlast 10 = geen overlast Indische buurt west

4,13 tot 6

6 tot 6,5

6,5 tot 7 Driemond

7 tot 7,28

61 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

In de Indische Buurt West is de overlast van vervuiling nog verder toegenomen ten opzichte van 2001 (toen nog een 4,5 werd gescoord). In De Kolenkitbuurt geldt juist het omgekeerde. Hier is de overlast van vervuiling juist afgenomen, want in 2001 gaven de bewoners een rapportcijfer van 4,2. Stadsdeel Bos en Lommer heeft er veel aan gedaan om de vervuiling in deze buurt aan te pakken. Twee andere buurten die wat betreft vervuiling onder een vijf scoren zijn Burgwal- len-Oude Zijde en Overtoomse Veld. Maar ook delen van Oud-West en De Pijp scoren lager dan een 6. In deze buurten zijn bewoners wel redelijk tevreden over de buurt als totaal, maar niet over de mate van vervuiling. De schoonste buurt van Amsterdam is volgens de bewoners Driemond (7,3, tegen 6,9 in 2001) gevolgd door Buitenveldert-Oost (7,3) en Buitenveldert-West. (7,2). De overlast van ver- vuiling is tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen in IJplein/Vogelbuurt (van 6,0 naar 5,4), De Eendracht in Geuzenveld/Slotermeer (van 6,9 naar 6,4) en Volewijck (van 6,2 naar 5,7). De sterkste afname van de overlast van vervuiling zien we in de Helmersbuurt/Vondelbuurt (van 5,4 naar 6,3) en de Bijlmer Oost (van 5,0 naar 5,8).

Overlast prostitutie, horeca en coffeeshops De mate van overlast van activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops wordt in Amsterdam gemiddeld beoordeeld met een 7,9 (was 7,7 in 2001). Bewoners ondervinden naar eigen zeggen relatief weinig overlast van deze activiteiten. De enige buurtcombinaties die hier onvoldoende scoren, zijn de Burgwallen-Oude Zijde (4,5, tegen 4,7 in 2001) en de Burgwallen Nieuwe Zijde (5,4 tegen 4,6 in 2001). Op de Burgwallen-Oude Zijde is de overlast van prostitutie, horeca en coffeeshops dus toegenomen, terwijl deze op de Burgwallen Nieuwe Zijde is afgenomen tussen 2001 en 2003. Dat de wallen het laagst scoren is op zich niet zo verwonderlijk gegeven de concentratie van dergelijke activiteiten aldaar. Bewoners van deze buurten ondervinden aanzienlijk meer overlast van prostitutie, horeca en coffee- shops dan andere Amsterdamse buurten. Na de wallen ondervindt de Indische Buurt West (6,3) het meeste overlast van bovengenoemde activiteiten.

62 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.27: Overlast van o.a. prostitutie, horeca en coffeshops

1 = ernstige overlast

10 = geen overlast Burgwallen OZ

Nieuw Sloten 4,52 tot 6

6 tot 7

7 tot 8

8 tot 9,16

Overlast criminaliteit Amsterdammers ondervinden aanzienlijk meer overlast van criminaliteit in het algemeen dan van de bovengenoemde activiteiten. Gemiddeld wordt een rapport- cijfer gegeven van 6,3 (tegen 6,2 in 2001). Maar er zijn grote verschillen tussen de buurtcombinaties. Op de Burgwallen-Oude Zijde ondervinden de bewoners zeer veel overlast van criminaliteit. Bovendien is het rapportcijfer sterk gedaald ten opzichte van 2001 (van 4,7 naar 4,1). De overlast op en rond de Zeedijk is volgens de bewoners in 2003 weer toegenomen. De Veiligheidsrapportage 2004 consta- teert voor het wallengebied een toename van APV-drugsincidenten en gevallen van drugshandel. De Veiligheidsrapportage verklaart de toename van geregistreerde incidenten mede door een grotere gerichte inzet van de politie op de Wallen. Behalve de Burgwallen-Oude Zijde ondervinden volgens de bewoners ook Over- toomse Veld (4,5) en de Indische Buurt West (4,7) veel overlast van criminaliteit. In grote delen van Amsterdam Zuid ondervinden bewoners relatief weinig overlast van criminaliteit. Het feit dat een aantal afrekeningen in het criminele milieu in dit deel van de stad heeft plaatsgevonden, leidt blijkbaar niet tot lage rapportcijfers voor criminaliteit. Buitenveldert-Oost krijgt hiervoor het hoogste rapportcijfer (7,7), gevolgd door de Scheldebuurt (7,6). Volgens de bewoners is er een zeer sterke toename van de overlast van criminaliteit in IJplein/Vogelbuurt (daling rapportcijfer van 6,9 naar 5,9) en Volewijck (van 6,8 naar 5,9). Ook in de Eendracht is de overlast van criminaliteit toegenomen (van 7,1 naar 6,3). De laatstgenoemde drie buurten vertonen dus volgens de bewoners zowel de sterkste toename van vervuiling als van criminaliteit.

63 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.28: Overlast criminaliteit

Burgwallen OZ

1 = ernstige overlast 10 = geen overlast

4,09 tot 6

Buitenveldert oost 6 tot 6,5

6,5 tot 7

7 tot 7,67

(On)veiligheidsgevoelens Aan de bewoners is gevraagd hoe veilig ze zich in hun buurt voelen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de veiligheid overdag en ’s avonds. Deze vraag verschilt dus van de vraag over criminaliteit in die zin dat het hier gaat over (on)veiligheidsgevoelens en niet over overlast. De veiligheid overdag wordt door Amsterdammers positief beoordeeld. Gemiddeld geven Amsterdammers hiervoor een rapportcijfer van 7,9 evenals in 2001. De veiligheid ’s avonds wordt evenwel aanzienlijk minder positief gewaardeerd (gemiddeld rapportcijfer van 6,7). In een aantal buurtcombinaties voelen bewoners zich ‘s avonds onveilig. Overtoomse Veld (van 4,5 in 2001 naar 4,8 in 2003), Indische Buurt West (van 5,4 in 2001 naar 5,1 in 2003), Bijlmer Centrum (D,F,H) (5,3 in 2001 en 2003) en Indische Buurt Oost (van 5,8 in 2001 naar 5,4 in 2003) scoren op veiligheid ‘s avonds lager dan een 5,5. In Overtoomse Veld voelen bewoners zich het De veiligste buurten zijn volgens de bewoners Museumkwartier/Duivelseiland (van onveiligst. 7,6 in 2001 naar 8,0 in 2003), Driemond (van 8,2 naar 8,0) en Landelijk Noord (van 8,2 naar 8,0). Vergelijken wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 dan zijn de gevoelens van onveiligheid het sterkst toegenomen in Burgwallen-Oude Zijde (van 6,7 naar 5,8), De Eendracht (van 7,2 naar 6,6) en de Spaarndammerbuurt (van 7,0 naar 6,5). Bewoners voelen zich ten opzichte van 2001 juist veiliger in de Kinker- buurt (van 6,3 naar 6,8) en Bijlmer Oost (van 5,0 naar 5,5).

64 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.29: Veilig voelen overdag

Overtoomse veld

Landelijk Noord

1 = zeer onveilig 10 = zeer veilig

6,72 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 8

8 tot 8,77

Figuur 3.30: Veilig voelen ‘s avonds

Overtoomse veld

1 = zeer onveilig 10 = zeer veilig

4,79 tot 6

Museumkwartier/Duivelseiland 6 tot 7

7 tot 7,5

7,5 tot 8,04

65 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 3.31: Ontwikkeling veiligheid op straat

1 = zeer op achteruitgegaan 10 = zeer op vooruitgegaan Indische buurt west

4,54 tot 5

5 tot 6

6 tot 6,5 Driemond

6,5 tot 6,81

Er is de bewoners ook gevraagd naar de ontwikkeling van de veiligheid op straat in het afgelopen jaar. Aan de ontwikkeling van de veiligheid wordt gemiddeld een rapportcijfer van 5,6 gegeven. De Indische Buurt West scoort het laagst (4,5), gevolgd door Burgwallen-Oude Zijde (4,6) en Overtoomse Veld (4,7).

66 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.12 Waar zijn de leefbaarheidsproblemen het grootst?

Tabel 3.1 laat de buurtcombinaties zien die onvoldoende scoren op het totaal- oordeel voor de buurt. In deze elf buurtcombinaties krijgt niet alleen de buurt als totaal een laag rapportcijfer, maar ook de mate van overlast van vervuiling en criminaliteit. Bovendien is de betrokkenheid van bewoners bij de buurt gering. Leefbaarheidsproblemen lijken zich in sterke mate in deze buurten te concen- treren.

Tabel 3.1: Buurtcombinaties met een onvoldoende betrokken- totaaloordeel buurt heid buurt- 2003 2001 verschil vervuiling criminaliteit bewoners 1 Indische Buurt West 5,3 5,4 – 0,1 4,1 4,7 4,4 2 Overtoomse veld 5,3 5,3 0 4,9 4,5 4,9 3 De Kolenkit 5,4 5 0,4 4,8 5,3 4,7 4 Landlust 5,7 5,5 0,2 5,3 5,8 4,9 5 Indische Buurt Oost 5,7 5,9 – 0,2 5,1 5 5,1 6 Bijlmer Centrum 5,8 5,4 0,4 5 5,5 5 7 IJplein/Vogelbuurt 5,8 6,5 – 0,7 5,4 5,9 5,1 8 Osdorp-midden 5,8 5,8 0 5,6 5,8 5,1 9 Erasmuspark 5,9 5,8 0,1 5,5 5,6 4,9 10 Transvaalbuurt 5,9 5,7 0,2 5,2 5,3 5,1 11 Geuzenveld 5,9 6,1 – 0,2 5,4 6 5,2 Amsterdam totaal 7 6,9 0,1 6 6,3 5,8

3.13 Hoogste en laagste scores per leefbaarheidsdimensie

Tabel 3.2 geeft een beeld van de hoogst en laagst scorende buurtcombinatie voor de leefbaarheidsdimensies schoon, mooi, heel, veilig, prettig samenleven, de aan- wezigheid van voorzieningen en parkeren. In de tabel valt vooral de lage score van Indische Buurt West op. De buurt scoort het laagst van Amsterdam op schoon, heel mooi en prettig samenleven. Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 dan blijkt IJplein/Vogelbuurt op een groot aantal dimensies de sterkste achteruitgang te vertonen. Positieve ontwikkelingen op het gebied van de dimen- sies ‘mooi’ en ‘prettig samenleven’ zien we in Bijlmer Oost.

67 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 3.2: Hoogste en laagst scorende buurtcombinaties per leefbaarheidsdimensie laagste score hoogste score grootste achteruitgang grootste vooruitgang

Totaaloordeel Indische Buurt West Apollobuurt IJplein/Vogelbuurt Kinkerbuurt (5,3) (8,5) (van 6,5 naar 5,8) (van 6,1 naar 6,8)

Schoon vervuiling Indische Buurt West Driemond IJplein/Vogelbuurt Helmersbuurt/Vondel- (4,1) (7,3) (van 6,0 naar 5,4) buurt (van 5,4 naar 6,3) schoonhouden straten Indische Buurt West Apollobuurt in 2003 voor het eerst in 2003 voor het eerst en stoepen (4,6) (6,9) apart gevraagd apart gevraagd

Heel onderhoud woningen Indische Buurt West Grachtengordel-West idem idem in de buurt (5,0) (7,9) onderhoud straten Indische Buurt West Apollobuurt idem idem en stoepen (5,1) (7,3)

Mooi schoonheid woningen Kolenkit Grachtengordel-West IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost in de buurt (5,2) (8,6) (van 6,8 naar 6,2) (van 6,0 naar 6,5) schoonheid inrichting Indische Buurt West Grachtengordel-West IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost woonomgeving (5,2) (8,0) (van 6,6 naar 5,8) (van 6,0 naar 6,7)

Veilig overlast criminaliteit Buitenveldert Oost IJplein Vogelbuurt De Punt (4,1) (7,7) (van 6,9 naar 5,9) (van 4,8 naar 5,5) veiligheid ’s avonds Overtoomse Veld Museumkwartier Burgwallen Oude Zijde Kinkerbuurt (4,8) (8,0) (van 6,7 naar 5,8) (van 6,3 naar 6,8)

Prettig samenleven betrokkenheid bij de buurt Indische Buurt West Landelijk Noord IJplein/Vogelbuurt Kinkerbuurt (4,4) (7,6) (van 5,6 naar 5,1) (van 5,0 naar 5,7) omgang tussen Indische Buurt West Landelijk Noord IJplein/Vogelbuurt Bijlmer Oost verschillende groepen (5,4) (7,7) (van 6,4 naar 6,0) (van 5,8 naar 6,3) overlast groepen Indische Buurt West Apollobuurt IJplein/Vogelbuurt De Krommert (5,9) (8,2) (van 7,6 naar 6,5) (van 6,0 naar 6,7)

Buurtvoorzieningen Oostelijke Eilanden/ Apollobuurt Oostelijke Eilanden/ Kadijken (5,0) (7,9) Kadijken (van 6,3 naar 6,7) (van 5,9 naar 5,0)

Parkeren Overtoomse Sluis Buikslotermeer Overtoomse Sluis Westindische Buurt (3,5) (7,6) (van 4,4 naar 3,5) (van 4,3 naar 5,4)

68 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.14 Ontwikkeling tussen 2001 en 2003

Over de gehele stad gezien, lijkt de tevredenheid over de buurt vooral in de voor- oorlogse stadsdelen binnen de ring te zijn toegenomen. Ook stadsdeel Zuidoost laat (met uitzondering van Gein) een bovengemiddelde stijging van de tevreden- heid over de buurt zien. De stedelijke vernieuwing werpt duidelijk zijn vruchten af. Aan de andere kant zien we een toename van leefbaarheidsproblemen in delen van de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord, Spaarndammerbuurt, Burgwallen- Oude Zijde, Oostelijke Eilanden/Kadijken en de Indische Buurt. In deze gebieden ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. Opmerkelijk is dat ook delen van de Watergraafsmeer een daling van de tevreden- heid tussen 2001 en 2003 laten zien, maar het rapportcijfer voor de buurt ligt hier nog wel boven de 7. Verder valt op dat de tevredenheid in het laagst scorende stadsdeel Bos en Lommer is toegenomen, terwijl tegelijkertijd de tevredenheid over de buurt in het aangrenzende Geuzenveld/Slotermeer is afgenomen. Bovendien is volgens het onderzoek de Staat van de Stad Amsterdam II de score op de leefsituatie-index in Geuzenveld/Slotermeer de afgelopen jaren het snelst gedaald van alle stadsdelen. We zien dus een relatie tussen de leefbaarheid en sociaal-economische ontwikkelingen.

Figuur 3.32: Ontwikkeling rapportcijfer buurt (2001 – 2003)

IJplein/Vogelbuurt

daling tevredenheid (> – 0,73 < 0)

stijging tevredenheid onder Kinkerbuurt Amsterdams gemiddelde (< 0,14)

stijging tevredenheid (> 0,14 < 0,3)

stijging tevredenheid (> 0,3 < 0,73)

69 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.15 Leefbaarheid, dynamiek en woonmilieus

De rapportage de Westelijke Tuinsteden in kaart (SWD en AFWC, 1998) sluit af met een typologie van buurtcombinaties. In deze typologie wordt een centrale rol toegekend aan processen van vergrijzing en ontgrijzing. Vergrijzing hangt in de Westelijke Tuinsteden dan ook samen met de bouwperiode van de buurt. Veel ouderen wonen nog steeds in de woning die ze in de naoorlogse periode met hun gezin hebben betrokken. Ook nadat de kinderen eenmaal uit huis zijn, blijven ze veelal in dezelfde woning wonen. In de oudere buurten van de Westelijke Tuin- steden, zoals Geuzenveld, is dit vergrijzingsproces al een aantal jaren over zijn hoogtepunt heen en treedt ontgrijzing op. Vooral in deze buurten is sprake van een sterke dynamiek. Een deel van de ouderen verhuist naar een verzorgingstehuis in een andere buurt of in de woonplaats van de kinderen, terwijl een ander deel overlijdt. Dit proces van ontgrijzing gaat gepaard met de instroom van nieuwe bevolkingscategorieën, waaronder veel gezinnen met kinderen. De bevolking wordt daardoor heterogener en er is sprake van botsende leefstijlen tussen de autochtone ouderen enerzijds en etnische gezinnen anderzijds. Het oordeel van de bewoners over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan, kan hierdoor worden beïnvloed. Er bestaat dus een relatie tussen het oordeel over leefbaarheid en de dynamiek op de woningmarkt.

Deze relatie wordt ook duidelijk aangetoond in het rapport Doorstroming of Verstopping van O+S Amsterdam (Dignum, 2002). Dignum heeft een indeling gemaakt in tien verschillende woonmilieus, waarbij gebruik gemaakt is van statis- tische gegevens op het niveau van de 355 buurten. In het rapport Amsterdamse Woonmilieus 2003 (2004, nog te verschijnen) is deze exercitie herhaald op basis van de meest recente gegevens. Ook Deel 1 van Wonen in Amsterdam 2003, Stand van Zaken, bevat een overzicht van de 10 woonmilieus. De woonmilieus staan aangegeven op figuur 4.13 in hoofdstuk 4 van deze rappor- tage. Een belangrijke determinant van de woonmilieu-indeling 2003 is het sociaal- economisch niveau. Vooral het zogenaamde transitiemilieu wordt gekenmerkt door een combinatie van hoge dynamiek met lage status. De sociale huursector is sterk aanwezig en er is een sterke concentratie van allochtone gezinnen. Het transitiemilieu beslaat onder andere de Bijlmermeer, delen van de Westelijke Tuinsteden, delen van Noord en de Indische Buurt. Uit Wonen in Amsterdam 2003 blijkt dat vooral de bewoners van transitiemilieus een laag cijfer geven aan de buurt. ‘Dynamiek kan vooral een probleem zijn in het transitiemilieu. In het proces van invasie en successie ontstaat onder de oude bevolking vaak ontevredenheid over de komst van nieuwe bewoners met een ander profiel en waarschijnlijk is die ontevredenheid groter als het proces sneller gaat.’ (Dignum, 2002, p.72).

1.16 Typologie van buurtcombinaties

Analoog aan een typologie van stadsdelen is een typologie van buurtcombinaties te construeren aan de hand van de antwoorden van de respondenten op de vragen over het totaaloordeel over de buurt in 2003 en de verandering van het totaal- oordeel tussen 2001 en 2003. In de vorige leefbaarheidsrapportage was de typo- logie gebaseerd op het rapportcijfer in 2001 en het cijfer voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Het onderzoek Wonen in Amsterdam 2003 wijst uit dat het rapportcijfer dat bewoners geven voor de ontwikkeling in het afgelopen jaar

70 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

sterke samenhang vertoont met het rapportcijfer voor de situatie op dit moment en niet met de verandering van het rapportcijfer tussen 2001 en 2003. Met andere woorden, een buurt die onvoldoende scoort in 2003 scoort ook laag op de ontwik- keling in het afgelopen jaar. Dat geldt ook als het rapportcijfer in de betreffende buurt tussen 2001 en 2003 sterk is toegenomen. Om die reden beschouwen wij de verandering van het rapportcijfer tussen 2001 en 2003 als betere indicator van de verandering in het oordeel van de bewoners dan hun eigen rapportcijfer over de ontwikkeling in het afgelopen jaar. Bij de indeling van buurtcombinaties in verschillende typen moeten we beseffen dat we te maken hebben met dynamische processen. De indeling van een buurt- combinatie in een bepaald type is een momentopname van de situatie in 2003. Pas als het leefbaarheidsonderzoek in Wonen in Amsterdam een aantal malen is herhaald, kunnen we een goed beeld geven van de ontwikkelingen die er optreden in de subjectieve beleving van leefbaarheid door de Amsterdammers. Ontwikkelingen in de tijd zorgen ervoor dat buurtcombinaties verschuiven van het ene type naar het andere.

Figuur 3.33 laat de indeling van de buurtcombinaties in vier typen zien. Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

Figuur 3.33: Typologie buurtcombinaties totaaloordeel buurt (2001 – 2003)

Geuzenveld IJplein/Vogelbuurt

Indische buurt oost

Indische buurt west Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde

Type 2: Oordeel buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling eronder

Type 3: Oordeel buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling erboven

Type 4: Oordeel buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

71 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.17 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde

Het eerste type bestaat uit buurtcombinaties waar zowel het totaaloordeel over de buurt in 2003 als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde liggen. Het betreft de gehele oude Westelijke Tuinsteden (met uit- zondering van De Kolenkit), Erasmuspark, Indische buurten Oost en West, IJplein/ Vogelbuurt, Volewijck, Banne Buiksloot, Geuzenveld, Spaarndammer- en Zeehel- denbuurt, Burgwallen-Oude Zijde, Westindische Buurt en Gein. In deze buurten ondervinden de bewoners vaak toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit en de betrokkenheid van buurtbewoners ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. De meerderheid van deze buurten behoort in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde transitiemilieu of het overgangsmilieu. Deze buurten combineren een benedengemiddeld sociaal-economisch niveau, aan een oververtegenwoordiging van etnische minderheden en gezinnen in vergelijking met Amsterdam als geheel. Tabel 3.3 geeft een beeld van de buurtcombinaties in type 1 waar de tevredenheid is afgenomen.

Tabel 3.3: Buurtcombinaties in type 1 waar het rapportcijfer voor de buurt is gedaald tussen 2001 en 2003. Gerangschikt op totaaloordeel buurt, van laag rapportcijfer naar hoog rapportcijfer rapportcijfer verschil overlast overlast betrokken- buurt vervuiling criminaliteit heid buurt- bewoners 2003 2001 Indische Buurt West 5,3 5,4 – 0,1 4,1 4,7 4,4 Indische Buurt Oost 5,7 5,9 – 0,2 5,1 5,0 5,1 IJplein/Vogelbuurt 5,8 6,5 – 0,7 5,4 5,9 5,1 Geuzenveld 5,9 6,1 – 0,2 5,4 6,0 5,2 Westlandgracht 6,1 6,4 – 0,3 5,7 5,4 5,1 Slotermeer-Zuidwest 6,1 6,5 – 0,4 5,3 5,4 5,3 Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt 6,2 6,4 – 0,2 5,6 6,3 5,7 Slotermeer-Noordoost 6,2 6,5 – 0,2 5,6 5,5 5,4 Volewijck 6,3 7,0 – 0,7 5,7 5,9 5,5 Burgwallen-Oude Zijde 6,6 6,8 – 0,2 4,9 4,1 5,9 Eendracht 6,7 7,4 – 0,7 6,4 6,3 5,8 Osdorp-Oost 6,7 7,0 – 0,2 6,4 5,9 5,8 Gein 6,8 7,0 – 0,2 6,1 6,5 5,7 Banne Buiksloot 6,8 6,9 – 0,1 5,9 6,9 5,8

Binnen dit type verdienen Geuzenveld, IJplein/Vogelbuurt, Indische Buurt Oost en Indische Buurt West extra aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende voor de buurt combineren met een afname van tevredenheid tussen 2001 en 2003. Tabel 3.4 laat voor deze buurtcombinaties zien wat er volgens de bewoners aan de buurt zou moeten verbeteren. Het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte wordt in drie van deze vier buurten het meest genoemd. In de Indische Buurt West noemt zelfs 62% van de respondenten dit verbeteraspect. In geen enkele andere Amsterdamse buurt- combinatie vinden zoveel bewoners dat het onderhoud en het schoonhouden van de openbare ruimte moeten verbeteren. Ook de veiligheid op straat wordt veel

72 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

genoemd. In de Indische Buurt Oost is dit het meest genoemde verbeteraspect (52%), maar in de Indische Buurt West wordt dit door 58% van de respondenten genoemd.

Tabel 3.4: Gewenste verbeteraspecten per buurtcombinatie in procenten Indische Indische IJplein/ Geuzenveld Amsterdam Buurt West Buurt Oost Vogelbuurt totaal onderhoud/verbeteren bestaande woningen 50 32 21 35 25 meer nieuwbouw 26 24 12 33 12 onderhoud en schoonhouden openbare ruimte 62 42 53 53 46 andere inrichting openbare ruimte 23 15 20 17 15 meer/betere buurtvoorzieningen 20 25 26 24 15 meer/beter openbaar vervoer 5 9 23 10 10 meer parkeergelegenheid 34 24 22 19 30 veiligheid 58 52 37 44 31

Een aantal respondenten heeft ook zelf een extra verbeteraspect ingevuld. We hebben deze verbeteraspecten op een rijtje gezet voor de vier bovengenoem- de buurtcombinaties. Daarbij zijn de antwoorden van de bewoners ‘ongecensu- reerd’ overgenomen zonder de spelfouten te corrigeren. De antwoorden zijn heel divers, maar ook hier komt vervuiling bovendrijven als ergernis nummer 1. Verder valt op dat in alle vier de buurten een aantal bewoners pleit voor een meer gemengde bevolkingsopbouw en het tegengaan van gettovorming.

73 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Wat moet er • grotere diversiteit winkels • horeca terrassen meer • eenrichtingsverkeer om + om volgens de • children playing • tram moet zachter • meer horeca uitgaans en bewoners • parkeerbeleid opheffen • schotels naar het dak en recreatie gelegenheden verbeteren in • sociale contacten lappen naar achteren • behouden mooie oude Indische Buurt West • meer nederlanders wilt • haal die stinkende onder- panelen schoonmaken, mevrouw grondse stort plaats weg nieuwbouw maakt • politiehouding!/vuil naast • spreiding bevolking ghetto amsterdamse sfeer kapot ! containers vorming • dealers en junks weg • grotere verscheidenheid • goedkope supermarkt/ • minder ghettovorming winkels. teveel belhuizen leukere, levendigere en cult. • geen rotzooi op straat, • meer parkeer gelegenheid meer gemengde voorz. schoonmaak vuilnisdienst • stoep ligt onder de (winkels, café’s) ruimt 1x/week goed op hondenpoep • buurtbewoners heropvoeden • nachtcafé weg • minder punken, dealers en naar de gebruiken zoals die in • leegstand tegengaan criminelen ons land gelden • controle auto in braak • doorbreken van allochtone • mooiere nieuwbouw • zwerfvuil woonwijken (als nieuwbouw) • meer fietsenstallingen • meer schoen en kleding- • minder reclameborden • luidruchtige en lastige winkels • goedkope winkels jongeren + dealers • geen service zeer slecht boekenwinkel • verlichting • sfeer • meer politie op straat • verkeers opstopingen • gemelleerde bevolkings- • verschillende sociale controle oplossen samenstelling door buurtgenoten • (grof) vuil controle • variatie in winkelaanbod • speelplein • meer koopwoningen zodat • minder allochtonen • muiderpoort station staat het meer gemengd wordt, • renoveren, woningen met soms veel jeugd koop en huur meer uitstraling (i.p.v. beton)/ • junken verslaafde uit de • meer informatie naar regels t.a.v. winkeluitstraling straat en trapportalen halen bewoners over schoon- • huizen weer in originele staat • bewoners opvoeden houden van de wijk teruggebracht • minder overlast café’s en • te weinig toezicht door junks milieupolitie veel • betere gemengde samen- rondzwervend vuil !!!! stelling v.d. bevolking

Wat moet er • buurtcontact • bloembakken in de straten • meer winkels volgens de • speelgelegenheid (groen) • speelweide bewoners • glas en papierbakken dichtbij • fietsrekken/vuilnisbakken • meer winkels en sport- verbeteren in • meer groen, bomen • brommers - ’s nachts lawaai gelegenheden IJplein/Vogelbuurt • meer winkels, café’s schoon- • meer groen • onderhoud fietspaden houden buurt door bepaalde • postkantoor weer open • getto bewoners • minder allochtonen in • zwerfvuil door bewoners • meer groen leegstaande huizen brederocollege • isoleren • meer een mix van allochtonen • toezicht • toezicht vuilnis en autochtonen • meer groen • nu teveel een zwarte buurt • beter spreiden van • gedifferentieerde bevolkings- • gemengden bevolkings allochtonen samenstelling (armoe!) opbouw • ondergrondse afvalbakken • zwerfvuil

74 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Wat moet er • school (bijna leeg), • geen bebouwing op laatste • verlichting volgens de voetbalplek voor kinderen groene gebied • opknappen sporthal bewoners • vervuiling • minder allochtonen • meer groen bv geveltuinen verbeteren in • aanpakken hangjongeren • buurtpreventie • bewoners leren omgaan met Indische Buurt Oost • betaald parkeren op • minder verkeer door drukke vuilophaal bepaalde uren verminderen straaten • meer kleine winkels minder marokkanen • meer fietspaden. duivenpoep • winkel • meer blauw, coffeeshop dicht overlast. hondenpoep • meer politie • veel meer groen en bloemen overlast • vertrek middenstand • grotere woningen/ • goedkope supermarkten voorkomen gevarieerder woningaanbod • meer winkels, meer sport- • een supermarkt • parkeren als vroeger gelegenheden, geen zwerfvuil • meer winkels met gevarieerd • minder coffeeshops • meer supermarkten • aanbod zoals bijv. schoenen • meer groen • betere winkels? en kledingzaken enz. • gezelligheid • meer verscheidenheid in • goedkope supermarkt terug • parkeren en veiligheid zeer soort winkels: tekort aan • verkeersveiligheid belangrijk in deze buurt supermarkten, café’s, boek- • winkels dagelijks paar auto’s ingebroken en bloemwinkels • meer auto vrije gebieden • meer winkels • winkels • kindervriendelijkheid • meer kledingwinkels • drugs uitbannen • beboeten vuil op straat. • verlichting • geluids overlast fietsen op • opruimen hondenpoep (of de • supermarkt in de buurt trottoirs vernielingen toezicht eigenaars v.d. hond opruimen) • meer afvalbakken speeltoestellen • meer woningen waar je met • plein bij kramatweg mag • winkels een gezin kunt wonen verwijderd worden • buurt gaat erg achteruit ! • meer groen • manier van vuilophaal • gedrag bewoners • integrale aanpak van • nog steeds hondepoep bovenstaande punten

Wat moet er • meer huurwoningen • speeltuinen • te hoge bomen volgens de gezinswoningen • beter winkelaanbod • winkels bewoners • grooter kamers en meer • meer voor jeugd van 12 t/m • winkels verbeteren in • meer speelplaatsen 18 jaar • algemeen schoon houden van Geuzenveld? • voetbalveldje • er moet een stoplicht komen de gehele buurt en woning • meer sociaal woningen • straat en buurtvervuiling door • meer supermarkten • bijna alles meer mogelijkheden komst nieuwe allochtone i.p.v. • huisvuil dagelijks gedumpt voor kinderen. activiteiten + autochtone bewoners integratie, meer verbeteren speeltuinen/ • speelruimte voor grotere nederlanders, geen getto. bioscoop-theater jongeren dus hogere kwaliteit • beteren en vriendelijke buren • meer groen woningen met hogere prijs gewenst • minder criminaliteit meer • toezicht in avond/nacht • schoonmaak winkels/sportgelegenheden vernielzucht neemt toe! • politiesurveillance dirk van voor vrouwen • meer winkels, meer den broek erbij • speeltuin • uitgaansgelegenheden • meer buurtvoorzieningen • buurtwinkels (horeca) • meer speelruimte bij • aanpak leegstand oude • afvalbakken ophangen appartementen winkels • minder eenzijdige • speelgelegenheden, culturen • geen gettovorming bevolkingssamenstelling mixen • verdeling allochtonen • meer sociale bouw • levend maken buurt is dood

75 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

3.18 Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde

In de buurtcombinaties die tot type 2 behoren, wordt de buurt positief beoor- deeld, maar blijft de ontwikkeling wel achter tussen 2001 en 2003. Een aantal buurtcombinaties heeft zo’n hoog rapportcijfer als totaaloordeel voor de buurt dat een achterblijvende ontwikkeling niet als problematisch kan worden getypeerd, zoals de Apollobuurt en Landelijk Noord. Opmerkelijk is dat in een aantal nieuw- bouwwijken een lichte afname optreedt van de tevredenheid (o.a. en de Aker). Deze wijken behoren in de woonmilieutypering tot het zogenaamde stadsrandmilieu (zie figuur 4.13). In Deel 1 Stand van Zaken wordt geconstateerd dat in het stadsrandmilieu op een aantal kenmerken tegelijk negatieve trends aan het licht komen, ook al steekt het milieu nog altijd ruim boven de middelmaat uit. Blijkbaar is er toch een gevoel van onvrede over de ontwikkelingen die optreden in de buurt. Vooralsnog moeten we evenwel concluderen dat de leefbaarheidsproble- men in buurten die behoren tot type 2 van een andere orde zijn dan bij type 1. Als er al sprake is van een afname van tevredenheid is deze betrekkelijk gering.

3.19 Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde

Type 3 bestaat uit buurtcombinaties waar juist de ontwikkeling van tevredenheid tussen 2001 en 2003 boven het gemiddelde ligt, terwijl het totaaloordeel (nog) onder het gemiddelde ligt. Een aantal van deze buurtcombinaties ligt in de voor- oorlogse wijken, maar ook in Zuidoost en Nieuwendam Noord zien we een boven- gemiddelde toename van tevredenheid. In de vooroorlogse gebieden is één van de oorzaken voor de toenemende tevredenheid gelegen in de herwaardering van het stedelijk wonen. In de naoorlogse wijken, in het bijzonder Zuidoost speelt de stedelijke vernieuwing een belangrijke rol. De herwaardering voor het wonen in de zogenaamde ‘oude wijken’ bij huishou- dens met een stedelijke woonvoorkeur is al enige decennia aan de gang. De Oude Pijp is misschien nog wel het duidelijkste voorbeeld van deze ontwikkeling. Van een wijk waar de leefbaarheid zeer negatief werd gewaardeerd, heeft De Oude Pijp zich inmiddels ontwikkeld tot een gewaardeerd woonmilieu waar bewoners een hoog rapportcijfer geven aan de buurt en waar de marktprijzen voor koop- woningen een stormachtige ontwikkeling hebben doorgemaakt. Je zou kunnen zeggen dat de Oude Pijp in de loop der jaren is opgeschoven van type 1 in onze typologie naar type 4. Een aantal buurtcombinaties dat tot type 3 behoort lijkt een zelfde ontwikkeling door te maken als de Pijp, al ligt het rapportcijfer voor de woonomgeving hier nog onder het Amsterdamse gemiddelde. Vooral de Kinker- buurt valt op door de sterke stijging van het rapportcijfer tussen 2001 en 2003 (van 6,1 naar 6,8). Ook in de Staatsliedenbuurt is de tevredenheid toegenomen van 6,5 naar 6,9. In deze buurt is recentelijk veel nieuwbouw tot stand gekomen (o.a. Meander) en zijn woningen gerenoveerd in de Fannius Scholtenbuurt. Het proces van herwaardering van de oude woonwijken waaiert steeds verder uit naar wijken als de Baarsjes, Bos en Lommer en Amsterdam-Oost. Een toenemende waardering van bewoners voor de wijk is wel degelijk te beïn- vloeden door beleid. In de naoorlogse wijken is de stijging van tevredenheid het sterkst in Zuidoost. De stedelijke vernieuwing heeft hier duidelijk vruchten afge- worpen. In de Westelijke Tuinsteden ligt de ontwikkeling van de tevredenheid over de buurt nog onder het Amsterdamse gemiddelde (met uitzondering van De

76 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Kolenkit). Maar de stedelijke vernieuwingsoperatie in de Westelijke Tuinsteden moet nog goed op gang komen en loopt door tot 2015. Pas daarna kunnen we de effecten van stedelijke vernieuwing pas echt goed beoordelen. Het voorbeeld van de Bijlmermeer toont aan dat ‘stenen stapelen’ helpt, maar dat is zeker niet voldoende. Juist in de periode voor en tijdens de stedelijke vernieuwing staat de leefbaarheid onder druk. Het onderhoud van de openbare ruimte en de bestrijding van onveiligheid en vervuiling verdienen juist in die periode aandacht.

3.20 Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

In de grachtengordel, delen van Oud-Zuid en Zuideramstel, het Oostelijk Haven- gebied, Weesperzijdestrook, Driemond, delen van Oud-West en Westerpark gaat een bovengemiddeld rapportcijfer voor de buurt gepaard met een boven- gemiddelde toename van de tevredenheid tussen 2001 en 2003. Een groot deel van deze buurten hoort in de woonmilieutypologie tot de typen centrum, centrum- rand, inbreiding en welgesteld stedelijk. Het aandeel hogere inkomensgroepen en hoger opgeleiden ligt in deze woonmilieus (met uitzondering van centrumrand) relatief hoog en het aandeel etnische minderheden relatief laag. Dat de buurtcombinaties die behoren tot type 4 hoog scoren op de buurt en de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 wil niet zeggen dat er geen aspecten zijn waar de bewoners ontevreden over zijn. Vooral bewoners van de 19e-eeuwse gordel ergeren zich bijvoorbeeld aan het tekort aan parkeerplaatsen en de overlast van verkeer. De groenvoorziening wordt negatief gewaardeerd in het Centrum en het Oostelijk Havengebied. Bewoners van De Pijp en Oud-West zijn ontevreden over het schoonhouden van straten en stoepen. Vervuiling vormt hier een grote bron van ergernis. Er is echter één belangrijk verschil met de overige buurtcombinaties in die zin dat zowel de buurt in zijn algemeenheid als de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 positief worden gewaardeerd. De hier geschetste overlast- aspecten zijn dan ook vaak gerelateerd aan stedelijkheid, functiemenging en hoge dichtheden. Juist centraal-stedelijke wijken worden gewaardeerd door de bewo- ners en de toename van de tevredenheid is hier groter dan elders. Huishoudens met een stedelijke woonvoorkeur nemen de genoemde overlastaspecten op de koop toe. De ontevredenheid van bewoners over deze deelaspecten staat een positieve beoordeling van de buurt niet in de weg. De buurt zorgt als het ware voor voldoende compensatie. Bovendien is men in buurtcombinaties die behoren tot type 4 redelijk tevreden over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en ondervindt men relatief weinig overlast van criminaliteit.

77 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

78 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

hoofdstuk 4 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt?

Rust is de belangrijkste kwaliteit van Amsterdam Wat waarderen de inwoners van Nederlands enige metropool het meest in de buurt waar ze wonen? Rust! Dat is zeker het geval in ‘stille’ stadsdelen als Slotervaart of Noord. Maar zelfs in de staat ‘rust’ op de tweede plaats als het gaat om de aantrekkelijkste punten van de eigen woonbuurt. In het onderzoek loopt tradioneel een open slotvraag mee. Dit jaar luidde die: Wat vindt u het aantrekkelijkste van de buurt waar u woont? Geen voorgedrukte antwoordhokjes, maar ruimte om in drie woorden zelf iets op te schrijven. In dit hoofdstuk bespreken we de rijke oogst van deze vraag, die door ruim 16.000 mensen werd beantwoord. Niet alleen staan er verrassende dingen bovenin de lijst van aantrekkelijke dingen, er komen ook interessante verschillen tussen de stadsdelen, tussen buurten en tussen woonmilieus naar boven.

4.1 Verwerking van het materiaal

Het invullen van de vragenlijst van ‘Wonen in Amsterdam’ vergt nogal wat tijd en aandacht van de respondenten. Het was daarom maar de vraag of we veel antwoorden zouden krijgen op de laatste, open, vraag. Maar dat viel enorm mee. De respons op de vraag was bijzonder hoog: 91% vulde één of meerdere antwoor- den in. Sommige mensen gaven maar één antwoord, anderen kwamen met wel zes antwoorden. In totaal werden 9.939 verschillende teksten gevonden in 43.169 antwoorden. Vervolgens is gestart met het nacoderen, waarbij kleine nuanceverschillen en zegswijzen zijn gelijkgetrokken. We hebben daarbij zoveel mogelijk de oorspron- kelijke teksten in stand gehouden. Bij twijfel hebben we teksten ook niet samen- gevoegd in één categorie. Zo werden uiteindelijk 37.572 antwoorden (87% van de respons) gehercodeerd en ondergebracht in totaal 115 antwoordcategorieën. De rest van het materiaal bleef ongebruikt. Alle nagecodeerde open antwoorden zijn in een nieuw databestand ingelezen in zes nieuwe variabelen. Vervolgens zijn die zes variabelen gecombineerd (multiple respons). Daarmee tellen alle antwoorden even zwaar, ongeacht het aantal antwoorden dat een respondent heeft gegeven.

Omdat de antwoorden zich niet laten optellen, hebben we ze in rangordes gezet. Het meestgenoemde kenmerk krijgt rangorde 1, en zo verder aflopend. Links in tabel 4.1 staat het totaal over de stad, daarna volgen de stadsdelen. Als de rangorde in een stadsdeel sterk afwijkt kleurt hij op (rood = opvallend weinig genoemd, groen = opvallend vaak genoemd). Hoe lager een kenmerk staat in de stedelijke rangorde, hoe groter de benodigde afwijking om te worden gekleurd. Er is gewerkt met ongewogen aantallen, zoals voor alle leefbaarheids- analyses gebruikelijk is.

Gelet op de vraagstelling (het gaat over uw buurt) moeten de analyses zich richten op gebieden. Verschillen tussen doelgroepen hebben geen betekenis meer zodra het over heel Amsterdam gaat. Laten we eerst eens kijken hoe de stadsdelen het doen.

79 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 4.1: Top 30 rangordes van meest genoemde aantrekkelijke punten per stadsdeel totaal Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Lommer en Bos Baarsjes De Amsterdam-Noord Geuzenveld/Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid Amsterdam Zuideramstel rust/rustig/stil/stilte 1 2 2 5 132122 12111 winkels 2 7 3121133145423 groen/groenvoorziening 3 16 7 13 9 4 7 213 2127 2 openbaar vervoer 4 14 8 742354423312 7 centraal/centraal gelegen 5 1 4214 15 8 23 15 24 16 27 9 3 16 centrum/centrum dichtbij 6 3 1 4564737 32 8 23 6 14 10 ruim/ruimte 7 22 16 35 61012 455 54784 bereikbaar/bereikbaarheid 8 17 10 9 8 5 5 9 7 7 5 7 5 11 6 gezellig/gezelligh./gemoedel. 9 4 9621 16 11 11 18 12 23 13 11 413 park/parken 10 47 5 3 711 63412 24 9 17 7 515 ligging/locatie 11 11 6 8 13 14 9 16 23 14 11 16 10 9 9 voorzieningen 12 10 13 10 17 7 10 24 14 8 17 15 13 10 11 veilig/veiligheid 13 15 19 16 20 22 14 15 10 19 18 10 12 65 parkeren/parkeergelegenh. 14 40 35 42 38 12 19 666 76213218 sfeer/sfeervol 15 6 11 12 31 39 28 40 50 49 33 42 27 13 17 uitzicht 16 18 15 33 11 20 17 10 9 10 13 21 15 32 27 water/aan water 17 20 13 22 3333417 16 24 23 19 17 32 19 netjes/netheid/schoon 18 28 35 26 28 24 22 19 23 11 15 27 22 18 8 woning/woongenot 19 35 23 31 16 13 19 13 8912824 30 25 mooi/mooie buurt 20 54923 31 71 28 26 28 32 28 36 28 17 21 buren 21 27 25 24 17 20 22 12 11 12 22 23 20 26 27 A10/ringweg dichtbij 22 60 25 37 21 9 14 44 27 19 10 30 29 20 13 levend/levendig 23 9 30 13 25 36 24 70 66 62 40 50 23 19 50 architectuur 24 24 29 33 10 39 12 42 50 62 36 87 40 16 12 horeca/uitgaan/cultuur 25 84019 49 62 49 87 82 49 88 65 46 15 42 multi-culti 26 54 17 17 12 17 18 77 28 49 50 13 19 23 88 dorp/dorps/dorp in de stad 27 23 33 31 41 71 78 8 47 32 40 25 18 37 60 markt/markten 28 39 72 11 15 23 41 34 26 62 88 59 14 21 88 woningen 28 42 49 46 35 33 41 20 13 17 19 20 15 28 33 omgeving/woonomgeving 30 25 37 35 31 36 34 21 19 23 25 12 35 32 22

4.2 Kwaliteiten van de stadsdelen

Waarom is Amsterdam zo’n leuke stad om te wonen, wat is er zo aantrekkelijk aan de eigen buurt? Het hangt er maar van af wie je het vraagt, en over welk gebied het gaat. Zoals gezegd: rust scoort over de hele stad het hoogst. Zelfs in compacte stadsdelen zoals Oud-West en Bos en Lommer staat rust in de top 5. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de eerste 30 (van de in totaal 115) antwoordcategorieën. Hoog op de lijst aantrekkelijke punten staan verder winkels, groen en openbaar vervoer. Parkeren scoort hoog in stadsdelen waar het overwegend gratis is. Waar ze voor-

80 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

handen zijn, zijn parken een belangrijke kwaliteit. Sfeer komt als belangrijke kwaliteit naar voren in het centrum en de stadsdelen die beneden het IJ aan het centrumgrenzen, daarbuiten staat het opvallend veel lager in de rangorde. Iets vergelijkbaars geldt voor levendigheid, maar daar is de kwaliteit grofweg te vinden binnen de ring. De binnenstad is het enige stadsdeel waar de kwaliteit mooi hoog scoort, op ruime afstand gevolgd door Oud Zuid. Opvallend is ook dat twee kwaliteiten die in de binnenstad ruim voorhanden zijn, winkels en openbaar vervoer, door de bewoners van dat stadsdeel relatief weinig worden genoemd. Kennelijk worden die eerder beschouwd als voorzieningen voor bezoekers. Bovendien heeft de binnenstad een aantal andere kwaliteiten die om de voorrang strijden: naast rust de centrale ligging en de gezelligheid bijvoorbeeld.

In onderstaande tabel wordt een aantal accenten genoemd per stadsdeel.

Tabel 4.2: Belangrijkste accenten per stadsdeel stadsdeel relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd Centrum centraal; gezellig; mooi winkels; groen; openbaar vervoer Westerpark centrum dichtbij; parken; divers groen; openbaar vervoer; ruimte Oud-west parken; levendig ; markten rust; groen; ruimte Zeeburg water; architectuur; multi-culti groen; gezelligheid; veiligheid Bos en Lommer ringweg dichtbij; betaalbaar; thuis centraal gelegen; gezellig; veilig De Baarsjes parken; architectuur; betaalbaar centraal gelegen; ruimte; sfeer Noord parkeren; dorps; kindvriendelijk centraal gelegen; parken; voorzieningen Geuzenveld/Slotermeer parkeren; uitzicht; woning; centrum dichtbij; gezellig; sfeer Osdorp parkeren; woning; kindvriendelijk centraal gelegen; parken; sfeer Slotervaart parkeren; woning; a10 dichtbij centraal gelegen; gezellig; sfeer Zuidoost parkeren; woning; multi-culti centraal gelegen; centrum dichtbij; gezellig Oost/Watergraafsmeer markt; woningen; multi-culti centraal gelegen; parkeren; sfeer Oud-Zuid gezellig; parken; veilig groen; openbaar vervoer; centrum dichtbij Zuideramstel veilig; netjes; architectuur centraal gelegen; gezellig; parken

4.3 Verschillen tussen buurten

Stadsdelen zijn groot en vaak ook heel divers. Dat maakt een analyse op stads- deelniveau nogal grof. Daarom moeten we een stapje verder afdalen in de stad. Op het niveau van buurtcombinaties [1] ontstaat dan een gevarieerder beeld, dat zich ook goed laat verklaren. Onderstaande figuur laat de voorbeelden uit de top-10 zien. Uit de plaatjes kan goed worden afgeleid wat de achtergrond van de rangordes is, en in een aantal gevallen zelf een precisering over wat er met de gebruikte termen is bedoeld.

[1] Hier is geanalyseerd op alle buurtcombinaties, dus er zijn geen buurtcombinaties samengevoegd omwille van representativiteit (zoals in andere analyses wel is gebeurd).

81 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 4.1: rust/rustig Figuur 4.2: winkels

1 1

2 2 tot 3

3 4 tot 5

4 tot 5 6 tot 15

6 tot 22 16 tot 46

Figuur 4.3: groen/groenvoorziening Figuur 4.4: openbaar vervoer

1 1 tot 3

2 4 tot 5

3 tot 5 6 tot 9

6 tot 14 10 tot 14

15 tot 65 15 tot 46

Figuur 4.5: centraal/centraal gelegen Figuur 4.6: centrum/centrum dichtbij

1 tot 3 1 tot 3

4 tot 9 4 tot 7

8 tot 14 8 tot 12

15 tot 20 13 tot 19

21 tot 46 20 tot 64

82 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 4.7: ruim/ruimte Figuur 4.8: bereikbaar/bereikbaarheid

1 tot 4 2 tot 5

5 tot 7 6 tot 7

8 tot 15 8 tot 10

16 tot 25 11 tot 15

26 tot 68 16 tot 46

Figuur 4.9: gezellig/gezelligheid/gemoedelijkheid Figuur 4.10: park/parken

1 tot 6 1 tot 7

7 tot 10 8 tot 16

11 tot 13 17 tot 27

14 tot 18 28 tot 41

19 tot 57 42 tot 69

Rust scoort laag in gebieden van hoge woningdichtheid gecombineerd met drukke verkeersassen: A10 west, Kinkerstraat/Bilderdijkstraat, Ceintuurbaan, Wijttenbach- straat/Insulindeweg, Rokin/Damrak. Het heeft dus te maken met veel mensen èn met geluid en verkeer. Winkels zijn vooral een kwaliteit in de 19e eeuwse ring en in Buikslotermeer. Die gebieden hebben ook een compleet en concurrerend aanbod. In het centrum, waar de grootste concentratie is, scoort het winkelaanbod veel lager. In het centrum en de 19e eeuwse gordel scoort groen laag als kwaliteit, in de buurten met een ruimer opgezet stedenbouwkundig plan staat het op rang 5 of hoger. Voor het centrum is openbaar vervoer geen kwaliteit, maar wel in de ring daaromheen; juist daar zorgt openbaar vervoer ervoor dat je pijlsnel in de binnen- stad bent, of op een belangrijk trein/metro punt. Centraal gelegen heeft echt betrekking op de binnenstad, en het gebied daar direct omheen. Centrum/centrum dichtbij geeft de actieradius van het centrum weer, die door- dringt tot ver in west, oost en noord. Ruim/ruimte is geen kwaliteit in het centrum, maar wel aan de randen van de stad: een minder compacte bebouwing en grotere

83 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

plattegronden. Bereikbaarheid scoort hoger in de gebieden in de zone langs de ringweg, en scoort in het centrum bijzonder laag. Het centrum springt er uit op het punt van gezelligheid/gemoedelijkheid, maar opvallend zijn ook Transvaal en Osdorp-Midden. Ook in stadsdeel Noord is gezelligheid een belangrijke kwaliteit, maar in IJplein/Vogelbuurt, Nieuwendam-Noord en Buikslotermeer geldt dat niet. We vermoeden dat in noord vooral gemoedelijkheid een rol speelt, terwijl in het centrum meer de sfeer telt.

4.4 Parken en pleinen

Parken staan op nummer 10 van aantrekkelijke dingen. Ze zijn dus een wezenlijke kwaliteit. Om park te mogen heten, moet een park voldoende omvang en kwaliteit hebben. Amsterdam heeft goede voorbeelden van echte stadsparken. De Amster- dammers weten ze te vinden en waarderen ze hoog.

Pleinen vervullen net zoals parken de rol van rustpunt en levendige plek tegelijk, en vergen minder ruimte. Amsterdam heeft veel meer pleinen dan parken, maar pleinen verschijnen pas als nummer 77 in de rangorde. Nederlanders zijn van huis uit geen pleinenbouwers zoals Italianen, Spanjaarden en Fransen. De pleinen in de wijken in Amsterdam functioneren als open plekken waar wat meer ruimte is dan in de straat, en waarop bij feestelijke gelegenheden een podium kan staan. De meeste pleinen zijn ook niet strikt als plein ontworpen. Ze markeren soms slechts open ruimte bij een belangrijk gebouw, zoals een kerk.

4.5 Groen en water

Gemiddeld wordt water als zeventiende kwaliteit genoemd van de Amsterdamse buurten. Niet erg hoog voor het Venetië van het Noorden. Er is één stadsdeel waar water wel nadrukkelijk als kwaliteit genoemd wordt: stadsdeel Zeeburg. Na rust en winkels staat water daar op de derde plaats. Wanneer we stadsdeel Zeeburg overeenkomstig de indeling in woonmilieus (tabel 4.3) verdelen in transitie-, stadsdsvernieuwings- en inbreidingsgebieden zien we dat de winkels zo hoog gekomen zijn dankzij het oude gedeelte van het stadsdeel (transitie- en stadsvernieuwingsgebieden) terwijl water overduidelijk door de bewoners van de nieuwbouw in het oostelijk havengebied naar voren is geschoven. Kennelijk heeft de stedenbouwkundige opzet van de nieuwbouw, waarbij ervan is afgezien om groen aan te leggen, en het water voor de nodige kwaliteit moet zorgen, goed gewerkt. Als kwaliteit lijken groen en water, mits goed toegepast, dus uitwissel- baar te zijn.

84 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 4.11: water Figuur 4.12: grachten

1 tot 13 6 tot 31

15 tot 21 32 tot 46

22 tot 28 48 tot 57

31 tot 43 58 tot 63

44 tot 71 64 tot 77

In Osdorp, dat zoals bekend aan de Sloterplas grenst, wordt het water pas op nummer 24 genoemd. En zelfs in de binnenstad, in de hele wereld beroemd om zijn huizen aan het water, komt water pas op de 20ste plaats. Hoe zit dat? Gedeeltelijk kan de oorzaak worden gezocht in het feit dat het een open vraag met niet voorgecodeerde antwoorden betrof. In de binnenstad spreken ze liever van grachten, en die kwaliteit staat daar op de 13de plaats. Ook in Oud West spreken de bewoners dikwijls van grachten. Dat is duidelijk niet de benaming van het water in Zeeburg of andere nieuwere stadsdelen. Verder denken we dat water zo’n vanzelfsprekend onderdeel van Amsterdam vormt dat het zelden als een bijzonder aantrekkelijk punt wordt gezien. Het verschil tussen de benamingen water en grachten zien we ook terug bij groen en parken. Groen staat stedelijk gezien op de derde plaats. In Geuzenveld/Sloter- meer en Zuidoost neemt groen zelfs de koppositie in. Parken staan op nummer 10, maar in de stadsdelen Oude West (nummer 3!), Zeeburg, Westerpark, De Baarsjes en Oud Zuid prijst men liever zijn parken dan zijn groen. Een subtiel verschil in benaming dat waarschijnlijk wel duidt op een belangrijk verschil in beleving en gebruik.

4.6 Woonmilieus

De kwaliteiten van stadsdelen zijn divers, in elk stadsdeel zijn verschillende woon- milieus voorhanden. In een oordeel over Zuideramstel zitten bijvoorbeeld zowel de Rivierenbuurt (architectuur?) als Buitenveldert (netjes?), twee heel verschillende gebieden. Daarom is een volgende analyse gemaakt naar de Amsterdamse woon- milieus die zijn opgesteld door de Dienst Wonen [2]. Op de kaart op de volgende pagina is te zien waar die woonmilieus te vinden zijn.

[2] Dignum, Teune en Uittenboogaard (2004, nog te verschijnen) Amsterdamse woonmilieus 2003. Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen

85 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 4.13: Amsterdam in tien woonmilieus, 2003

centrumrand

dorp

stadsvernieuwing

transitie

welgesteld stedelijk

overgang

aansluiting

inbreiding

stadsrand

centrum

86 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

In tabel 4.3 zijn de dertig meest genoemde kwaliteiten nogmaals weergegeven, maar nu met de rangordes die gelden voor de Amsterdamse woonmilieus.

Tabel 4.3: Top 30 rangordes van meest genoemde aantrekkelijke punten per woonmilieu totaal centrum stadsrand inbreiding aansluiting overgang stedelijk welgesteld transitie e.a. stadsvernieuwing dorp centrumrand rust/rustig/stil/stilte 1 2 1 1 1 1 1 4 1 1 3 winkels 2 691632 51244 1 groen/groenvoorziening 3 15 2523235214 openbaar vervoer 4 13 664413 2332 7 centraal/centraal gelegen 5 118121312 6 19 6 35 2 centrum/centrum dichtbij 6 3 15 49814 8474 ruim/ruimte 7 25 3 3 55 3 7 12 4 24 bereikbaar/bereikbaarheid 8 18 4 766 76820 10 gezellig/gezelligheid/gemoedelijk 9 421361510 16 10 11 8 5 park/parken 10 38 28 34 11 9 11 11 7 70 6 ligging/locatie 11 8 14 10 8 13 8 15 13 17 8 voorzieningen 12 11 17 22 14 11 12 13 15 27 9 veilig/veiligheid 13 16 11 14 7 15 42120 17 15 parkeren/parkeergelegenheid 14 49 81812 721516 11 50 sfeer/sfeervol 15 7382418 37 14 35 21 22 11 uitzicht 16 19 18 8 21 13 37 18 17 6 21 water/aan water 17 21 25 2 22 30 47 32 10 8 19 netjes/netheid/schoon 18 29 12 13 10 19 10 27 28 44 34 woning/woongenot 19 34 6 15 23 16 27 9 21 24 33 mooi/mooie buurt 20 53220 26 31 9 38 26 15 23 buren 21 31 15 25 20 18 24 14 23 13 26 A10/ringweg dichtbij 22 72 28 17 16 17 23 22 25 70 35 levend/levendig 23 9534450364729 18 57 13 architectuur 24 26 45 9 17 21 17 56 38 40 30 horeca/uitgaan/cultuur 25 10 69 40 47 50 30 68 40 70 12 multi-culti 26 38 53 65 52 31 71 12 14 70 18 dorp/dorps/dorp in de stad 27 22 27 25 29 23 24 49 32 5 29 markt/markten 28 38 86 90 78 37 87 19 97016 woningen 28 37 10 29 19 19 19 32 46 27 51 omgeving/woonomgeving 30 24 24 20 27 24 20 28 36 16 36

Rust, dat meest gewaardeerde kenmerk van de Amsterdamse buurten, is het minst te vinden in de transitiegebieden: daar waar gesloopt en gebouwd wordt. Ook een aantal 19de eeuwse wijken en de Jordaan blinken niet uit in rust. Het valt op dat die laatste gebieden globaal om dezelfde punten worden gewaardeerd als het centrum: centraal gelegen, gezellig, sfeervol, levendig en horeca. Op een paar

87 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

punten is er een duidelijk verschil: het centrum wordt mooi gevonden, terwijl in de centrumrand de parken en de markten worden gewaardeerd. Parken zijn inder- daad niet in de binnenstad te vinden. Maar markten? De binnenstad kent een bloemenmarkt, een antiekmarkt en zelfs een postzegelmarkt. Maar de bewoners herkennen die niet als duidelijk pluspunt van de buurt. In tabel 4.4 worden de opvallendste verschillen tussen de woonmilieus genoemd.

Tabel 4.4: Belangrijkste accenten per woonmilieu milieu relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd centrum centraal gelegen; gezellig; mooi ruimte; parken; parkeren stadsrand ruimte; bereikbaarheid; woning gezellig; parken; sfeer inbreiding water; ruimte; uitzicht gezellig; parken; levendig aansluiting netjes centraal; gezellig; levendig overgang parkeren sfeer; water; mooi welgesteld stedelijk ruimte; veiligheid; netjes uitzicht; water; levendig transitie parkeren; woning; multi-culti veiligheid; sfeer; water stadsvernieuwing e.a. markten; water; multi-culti veilig; netjes; architectuur dorp dorps; uitzicht; water winkels; openbaar vervoer; parken centrumrand gezellig; parken; levendig ruimte; parkeren; netjes

4.7 Buurten met lage score voor totaaloordeel buurt

Voor de buurten die in deze leefbaarheidsrapportage een lage score (< 6) voor ‘totaal oordeel over de buurt’ hebben, is hieronder apart de rangorde weergege- ven. Een onvoldoende voor de buurt wil niet zeggen dat de bewoners niets aan- trekkelijk vinden. Kwaliteiten die in deze buurten relatief vaak worden genoemd zijn: parken, parkeren, woning/woongenot, buren en multi-culti. Relatief laag scoren: centrale ligging, sfeer, water en horeca. Het samenleven van verschillende culturen wordt in probleembuurten dikwijls als een centraal probleem gezien. Opvallend is het daarom dat in een aantal van de elf buurten (Transvaalbuurt, Indische buurt, Bijlmer) het multiculturele karakter juist als een belangrijke kwaliteit wordt gezien. Centrale ligging is iets anders dan centrum dichtbij. De rangordes van de buurten binnen de ring laten dat goed zien: de buurt ligt zelf niet centraal, maar het centrum is wel binnen handbereik. Prominent voorbeeld is de IJplein/Vogelbuurt.

88 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel 4.5: Top 30 rangordes van buurten met lage leefbaarheidsscore totaal Amsterdam totaal Transvaalbuurt west buurt Indische oost buurt Indische Landlust Erasmuspark Kolenkit De IJplein/Vogelbuurt Geuzenveld Osdorp-midden veld Overtoomse Bijlmer-centrum rust/rustig/stil/stilte 1 3 12 5 32411485 winkels 2 1 1 4 2 1 2 4 6 141 groen/groenvoorziening 3 812 344342 221 openbaar vervoer 4 2 2 2 1 3 1 7 3 3 1 3 centraal/centraal gelegen 5 91711 8 13 30 10 26 20 28 21 centrum/centrum dichtbij 6 6 3 7 6 7 15 2 64 28 9 18 ruim/ruimte 7 25 25 10 7 11 15 14 4774 bereikbaar/bereikbaarheid 8 6 5 8 5 5 10 10 9 8 4 6 gezellig/gezelligheid/gemoedelijk 9 5 8 20 13 16 10 23 12 6 20 12 park/parken 10 20 6 1 22 6 46 34 18 20 3 42 ligging/locatie 11 16 10 16 10 14 20 7 18 13 12 21 voorzieningen 12 11 14 16 10 8 6 26 991610 veilig/veiligheid 13 32 25 26 17 29 17 18 12 17 28 18 parkeren/parkeergelegenheid 14 32 22 37 12 12 13 45 568 sfeer/sfeervol 15 20 73 41 51 50 24 61 46 24 28 13 uitzicht 16 16 38 11 35 15 17 97 910 13 water/aan water 17 32 48 24 71 17 46 3 31 53 42 28 netjes/netheid/schoon 18 42 73 32 19 29 24 16 26 9 28 28 woning/woongenot 19 20 17 11 13 20 5 13 8 13 13 9 mooi/mooie buurt 20 52 73 41 51 64 63 18 18 28 20 28 buren 21 9 14 15 24 24 9 15 9920 21 A10/ringweg dichtbij 22 14 20 11 13 9 20 26 28 24 11 42 levend/levendig 23 14 11 32 28 24 63 34 46 53 28 21 architectuur 24 32 38 50 24 36 63 18 46 53 42 57 horeca/uitgaan/cultuur 25 42 38 72 71 50 46 61 64 53 58 42 multi-culti 26 3461617 17 34 23 35 28 6 dorp/dorps/dorp in de stad 27 32 48 50 71 50 63 23 37 53 58 57 markt/markten 28 16 7 8 35 21 13 43 46 53 58 28 woningen 28 32 38 50 35 24 36 18 15 35 17 18 omgeving/woonomgeving 30 66 48 41 51 50 20 26 18 28 42 10

89 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

In onderstaande tabel worden de opvallende termen voor de 11 buurten samengevat.

Tabel 4.6: Belangrijkste accenten binnen buurten met lage leefbaarheidsscore buurtcombinatie relatief vaak genoemd relatief weinig genoemd Transvaalbuurt gezellig; buurten; multi-culti groen; centraal gelegen;ruimte Indische buurt west parken; levendig; mutli-culti rust; groen; centraal gelegen Indische buurt oost parken; woning; a10 dichtbij rust; centraal gelegen; gezelligheid Landlust multi-culti; betaalbaar; werk dichtbij gezellig; parken; sfeer Erasmuspark parken; a10 dichtbij; alles bij de hand centraal gelegen; ruimte; gezelligheid De Kolenkit woning; buren; markten centraal gelegen; ruimte; parken IJplein/Vogelbuurt centrum dichtbij; parkeren; uitzicht centraal gelegen; ruimte; gezellig Geuzenveld parkeren; uitzicht; woning winkels; centraal gelegen; parken Osdorp-midden parkeren; uitzicht; netheid centraal gelegen; parken; sfeer Overtoomse veld bereikbaarheid; parken; parkeren rust; centraal gelegen; gezellig Bijlmer-centrum woning; multi-culti; omgeving rust; centraal gelegen; parken

4.8 Noties over meten

Elders in de enquête is mensen gevraagd om een groot aantal kenmerken van hun woonsituatie met een rapportcijfer te beoordelen. Dat leidt tot rekenkundige uitslagen zoals gemiddelden en verschillen tussen gebieden. Het leidt ook tot lijstjes van sterke en zwakke punten (hoge en lage rapportcijfers). In de open vraag naar de aantrekkelijkste punten van de buurt hebben mensen alleen die zaken genoemd die zij als aantrekkelijk ervaren. Onbevangen, en zonder daar een onder- ling gewicht aan toe te kennen. Dat materiaal is niet rekenkundig, er kunnen geen gemiddeldes over worden berekend, maar er zit wel een schat aan kennis en ervaring in verborgen. Wat dat betreft vullen beide methoden van meten elkaar goed aan.

Kenmerken van een woonsituatie zijn voor iemand aantrekkelijk als ze er niet alleen zijn, maar voor die persoon ook positieve waarde hebben. Kenmerken die ontbreken of die een negatieve waarde hebben, zijn door de vraagstelling nadruk- kelijk buiten beeld gehouden. Dingen die er niet zijn, worden nu eenmaal niet als kwaliteit aangemerkt. Daarvoor in de plaats noemen mensen andere zaken die hun buurt wèl te bieden heeft, en die voor hen belangrijk zijn. Dat lijkt eenzijdig, maar de rangordes laten evengoed zien welke dingen er meer en minder toe doen.

Deze open vraag meet iets anders dan de rapportcijfers. Ook in buurten waar geen openbaar vervoer is, hebben mensen er een rapportcijfer voor gegeven. Hetzelfde geldt voor mensen die het nooit en te nimmer gebruiken. Bij het aan- geven van selling points gaan mensen bewust voorbij aan kwaliteiten die er voor hen minder toe doen. In extremo zou het kunnen zijn dat ze hun eigen situatie, hoe slecht die ook bevalt, tegen heug en meug hebben goedgepraat met ‘kwaliteiten’. Niemand verwacht in de binnenstad riante groene plekken, parkeermogelijkheden en doodse stilte, want het is er druk en vol en levendig. En dus spelen daar andere kwaliteiten de hoofdrol in de rangorde (gezelligheid, sfeer, mooi, horeca).

90 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Voor de kwaliteiten openbaar vervoer en groen hebben we de resultaten van beide meetmethodes naast elkaar gelegd. Voor openbaar vervoer blijkt in het algemeen het gemiddelde rapportcijfer wel af te nemen in gebieden waar het laag in de rangorde staat. Maar als we naar de buurten kijken, zijn er talloze uitzonde- ringen op die algemene regel. Ook al is er goed openbaar vervoer, dan nog kan het zijn dat mensen vooral andere kwaliteiten in hun buurt waarderen, gewoonweg omdat ze belangrijker voor hen zijn. Dat geldt ook voor groen: in de binnenstad wordt in sommige buurten het groen gewaardeerd met een 6,3, maar het scoort laag in de rangorde. De binnenstadbewoners waarderen ook een heel ander soort groen (de bomen langs de grachten, de plantsoenen langs de ) dan de mensen in Tuindorp Oostzaan; parkachtige pleinen, grasvelden, lommerrijke watergangen. En in Geuzenveld staat het wel hoog in de rangorde.

91 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 4.14: groen, rangordes en gemiddelde rapportcijfers

6,8

6,9 6,5 6,9

7,3

6,4 7 6,2 8,1 7,6 5,8 5, 8 7,6

6,2 4,3 5,6 5,9 6,7 6,7 7,2 6,4 4,2 5,9 6,4 6,2 7 5,8 5,6 6,3 4,1 5,7 6,2 5,6 5,5 6 6,2 5,3 6,9 6,7 5,5 6,7 6,2 6,8 7,8 4,9 6,4 6,5 6,6 6,2 6,2 6,4 6,7 7,1 7, 2 6,4 7,6 6 6,9 6,7 6,8 5,7 5,5 5,9 6, 6 6,2 6,5 6,1 7,5 7,6 6,4 7,6 6,7 7,1 7,6 7,3 7 1 7

7,6 7,6 6 2 7,2

6,6 7,1 3 8,3

7 4 tot 14 7,3

15 tot 65

Figuur 4.15: openbaar vervoer, rangorde en gemiddeld rapportcijfer

7,2

7,2 7,1 7,4

7,8

7,1 7,6 4,8 7,2 6,5 6,4 7,1 7,2 6,9 7 6,4 7,2 6,6 7,5 7 7,1 7 8,3 7,4 7,5 7,3 7 7,7 6,6 8,1 7,6 7,4 7,4 7,9 6,5 7,3 7,7 2,9 7,1 7,5 7,3 7,9 7,7 7,7 7,5 7,6 7,2 6,7 7,9 8 7,7 7,2 7,6 7,3 6,9 8 7,7 7,5 7, 6 7,5 6,8 7,5 7,5 7,5 7,2 7,3 7,1 7,2 7,8 7,7 7,5 7,6 7,6 7,7 6,8 7,5 7,5 1 tot 3

7,3 5,9 7,7

4 tot 5 6,8

7,1 4,6

6 tot 9 7,3

7,4 7,4 10 tot 14

16 tot 46

92 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

4.9 Hoe nu verder

Er zijn nog veel meer analyses mogelijk met het materiaal, maar dat voert voor nu te ver. Belangrijk is hoe zulke analyses hun weg kunnen vinden in het werk van de partijen in de stad. De uitkomsten zijn zeer bruikbaar in de vorm van selling-points: per gebied in Amsterdam heeft een grote groep bewoners aangegeven wat hen in dat gebied bijzonder aanspreekt. Die informatie is van groot nut bij de marketing van een gebied, en wel op twee manieren. Ten eerste door die indrukken door te geven aan woningzoekers: zodra een woning in dat gebied te koop of te huur komt, kunnen die indrukken helpen bij het vormen van een oordeel. Verkoop- argumenten van bewoners zelf zijn altijd geldig, we krijgen ze bovendien op een presenteerblaadje aangeboden.

Ten tweede door die kenmerken te koesteren en desgewenst te versterken, want op ervaren kwaliteit moeten we zuinig zijn. Ruimte, groen, stilte en schone lucht zijn in een stad schaars, en daar staan andere kwaliteiten tegenover zoals voor- zieningen, bereikbaarheid, levendigheid. Zelfs een schijnbaar schaars goed als rust wordt herkend in Amsterdam, en dat is wel een compliment waard. Toch moeten we blijven zoeken naar kwaliteiten die in de stad een goed alternatief bieden. Parken zijn een belangrijke kwaliteit, maar ze zijn niet overal aanwezig of realiseer- baar. Als blauw een kwaliteit is die zich kan meten met groen, dient zich een goed alternatief aan. Bij het transformeren of ontwikkelen van woonmilieus kunnen selling points helpen om de cruciale kwaliteiten van een geslaagde wijk hoog op de agenda te zetten.

Deze eindvraag was een positieve afsluiter met veel vrijheid voor de deelnemers aan het onderzoek. Net zoals in WIA 2001 (Wat vindt u de aantrekkelijkste buurt van Amsterdam?) levert dat bijzonder rijk materiaal op, dat ook bruikbaar is. Voor WIA 2005 willen we ervoor pleiten om de traditie voort te zetten, en we hebben ook al een eerste suggestie: Aan welke drie zaken in uw buurt ergert u zich het meest?

93 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

94 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

hoofdstuk 5 Hoe leefbaar is Amsterdam? Samenvatting en slotbeschouwing

5.1 Het onderzoek

Sinds 1995 wordt tweejaarlijks het grootschalige onderzoek Wonen in Amsterdam gehouden. Het veldwerk voor dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. In 2003 traden de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en 12 van de 14 stads- delen op als gezamenlijk opdrachtgever van Wonen in Amsterdam. In 2001 werd het onderzoek uitgebreid met leefbaarheidsvragen. De vragen zijn afkomstig uit een door de Amsterdamse woningcorporaties aangepaste versie van de Lemon- leefbaarheidsmonitor van Aedes. Lemon meet het subjectieve oordeel van bewo- ners over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de kwaliteit van de woningvoorraad, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veilig- heid, groenvoorzieningen, aanwezigheid van scholen, winkels, sociale en medische voorzieningen, sociale relaties in de buurt, burenoverlast, overlast van ongewenste activiteiten en verkeersoverlast. Centraal staat daarbij de vraag hoe de bewoners zelf denken over de leefbaarheid van hun buurt. De scores op de leefbaarheidsvragen van Wonen in Amsterdam 2001 moeten worden beschouwd als nulmeting. Elke twee jaar wordt dit onderzoek herhaald, zodat buurten in de tijd kunnen worden gevolgd. In 2003 is het onderzoek Wonen in Amsterdam opnieuw uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om een vergelijking te maken tussen 2001 en 2003. Met bijna 18.000 teruggestuurde enquêtes in 2003 is Wonen in Amsterdam het grootste leefbaarheidsonderzoek in Amsterdam. Het onderzoek is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen woningcorporaties, Dienst Wonen en stadsdelen. Er is een begeleidingscommissie gevormd waarin alledrie de partijen zitting hebben. Voordeel hiervan is dat iedereen dezelfde leefbaarheidsgegevens hanteert.

5.2 Resultaten per stadsdeel

Alle resultaten van WIA/Lemon worden uitgedrukt in een rapportcijfer op een schaal van 1 tot en met 10. Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun buurt. Op de vraag: Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) geven de Amsterdammers in 2003 gemiddeld een 7,0. In 2001 was dat nog een 6,9. De tevredenheid over de buurt is dus iets toegenomen. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid waarderen (evenals in 2001) hun buurt hoger dan een 7,5. Bewoners van Bos en Lommer geven gemid- deld het laagste cijfer voor hun buurt (5,7). Bij het laatste stadsdeel valt wel op dat de tevredenheid over de buurt is toegenomen met 0,3 punt. Hetzelfde geldt voor Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. Opmerkelijk is de sterke daling van de tevredenheid in Geuzenveld/Slotermeer. Samen met Amsterdam Noord is dit het enige stadsdeel waar de tevredenheid over de buurt is gedaald ten opzichte van 2001. Positief is de bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt in Zuidoost (van 6,5 naar 6,7).

95 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Overlast : Amsterdammers ergeren zich het meest aan vervuiling Als we kijken naar de verschillende vormen van overlast die bewoners kunnen ondervinden, dan blijken Amsterdammers zich het meest te ergeren aan vervuiling (gemiddeld een 6,0). Wel is de overlast van vervuiling volgens de bewoners afgenomen, want in 2001 werd nog een rapportcijfer van 5,7 gegeven. (Een hoog rapportcijfer staat hier voor weinig overlast.) Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (5,2), maar ook Zeeburg en Geuzenveld/Slotermeer scoren laag (5,5). Beschouwen wij de ontwikkeling tussen 2001 en 2003, dan blijkt volgens de bewoners de overlast van vervuiling het sterkst te zijn afgenomen in Oud-West. In 2001 gaven de bewoners daar nog een rapportcijfer van 5,3, terwijl dat in 2003 gestegen is naar 5,9. Deze stijging heeft waarschijnlijk veel te maken met de introductie van onder- grondse afvalcontainers in dit stadsdeel. Ook in Zuidoost is de overlast van vervuiling aanzienlijk afgenomen (van 5,6 naar 6,1). Geuzenveld/Slotermeer (van 5,7 naar 5,5) en Zeeburg (van 5,6 naar 5,5) zijn de enige stadsdelen waar de over- last van vervuiling volgens de bewoners is toegenomen. Na vervuiling ergeren Amsterdammers zich het meest aan criminaliteit. Amster- dammers beoordelen de mate van overlast van criminaliteit gemiddeld met een 6,3. Dit cijfer is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2001. Bewoners van Zuider- amstel blijken evenals in 2001 de minste overlast te ondervinden van criminaliteit (7,4) gevolgd door Oud-Zuid (7,0). In Bos en Lommer (5,6), Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg (5,7) ondervinden bewoners naar eigen zeggen relatief veel overlast van criminaliteit. Zeeburg, Noord en Geuzenveld/Slotermeer zijn de enige stads- delen waar volgens de bewoners de overlast van criminaliteit is toegenomen.

Voorzieningen en parkeren Amsterdammers geven in 2003 aan het aanbod van buurtvoorzieningen, zoals winkels, scholen, sportgelegenheden een voldoende (6,8). Maar het aanbod van parkeervoorzieningen krijgt een rapportcijfer van 5,8. Over het aanbod van open- baar vervoer zijn de Amsterdammers redelijk tevreden (7,3). Deze cijfers zijn weinig veranderd ten opzichte van 2001. Evenals in 2001 blijken vooral bewoners van Oud-Zuid, Zuideramstel en Oud-West tevreden te zijn over de buurtvoor- zieningen. In Oud-West (4,7), Zeeburg (5,0) en De Baarsjes (5,0) zijn bewoners ontevreden over de parkeervoorzieningen. In deze stadsdelen is duidelijk sprake van een schaarste aan parkeerplaatsen en lange wachttijden voor een parkeervergunning. De waardering voor de parkeervoorzieningen in De Baarsjes is overigens tussen 2001 en 2003 wel met 0,6 punt toegenomen. Het oordeel over de parkeervoorzieningen levert een ander beeld op dan het rapportcijfer voor de buurt. Waar de centraal gelegen stadsdelen hoog scoren op de buurt als totaal, scoren ze laag op parkeren. In de naoorlogse stadsdelen zijn de bewoners iets tevredener over het aanbod aan parkeervoorzieningen. Stadsdeel Zuidoost scoort het hoogst wat betreft de waardering voor het aanbod van parkeervoorzieningen (6,6).

Inrichting woonomgeving, straten en groenvoorzieningen Voor de inrichting van de woonomgeving (mooi of lelijk) geven Amsterdammers gemiddeld een rapportcijfer van 6,5. Evenals bij het totaaloordeel is Bos en Lommer het enige stadsdeel dat onder een 6 scoort (5,7) terwijl Centrum, Oud- Zuid en Zuideramstel boven een 7 scoren. Bos en Lommer is weliswaar het stads- deel dat het laagst scoort, maar de woonomgeving is er volgens de bewoners

96 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

tussen 2001 en 2003 wel mooier op geworden (van 5,4 naar 5,7). Ook in Oud-West (van 6,2 naar 6,5) en Zuidoost is de waardering voor de woonomgeving met 0,3 punt toegenomen. Geuzenveld/Slotermeer (van 6,5 naar 6,2) en Noord (van 6,9 naar 6,7) zijn de enige stadsdelen waar volgens de bewoners de woonomgeving lelijker is geworden. De groenvoorziening (mooi of lelijk) wordt in Zeeburg het laagst beoordeeld (gemiddeld 5,7) en in stadsdeel Zuidoost het hoogst (7,3). Beide stadsdelen laten een toename zien van de tevredenheid over de groenvoorziening. Voor het eerst wordt in Wonen in Amsterdam 2003 onderscheid gemaakt tussen onderhoud van de woonomgeving enerzijds en schoonhouden anderzijds. Dit onderscheid is gemaakt vanwege de grote ontevredenheid in de stad over de mate van vervuiling. Over het schoonhouden van straten, stoepen en groenvoor- ziening zijn de Amsterdammers minder tevreden dan over het onderhoud. Het minst tevreden over het schoonhouden van straten en stoepen zijn de bewoners van Bos en Lommer (5,4) en Geuzenveld/Slotermeer (5,4), terwijl bewoners van Zuideramstel daarover het meest tevreden zijn (6,5). Ook bij het schoonhouden van groenvoorzieningen scoort Bos en Lommer laag en Zuideramstel hoog.

Prettig samenleven De mate waarin bewoners prettig samenleven valt bijvoorbeeld af te meten aan de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en de betrokkenheid bij de buurt. De wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan wordt door Amster- dammers in 2003 met een 6,6 beoordeeld (6,4 in 2001). In de stadsdelen Centrum, Oud-Zuid en Zuideramstel zijn de bewoners redelijk tevreden over de omgang van verschillende groepen (7,0), terwijl ze in stadsdeel Bos en Lommer een rapport- cijfer van 5,8 geven. Vergelijken wij de cijfers van 2001 en 2003 dan zijn alle stads- delen er op vooruitgegaan met uitzondering van Amsterdam-Noord, Geuzenveld/ Slotermeer en Slotervaart. Hoopgevend is dat nergens het oordeel over het samenleven van verschillende groepen er zo op is vooruitgegaan als in Zuidoost (van 6,2 naar 6,5). De betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt wordt gemiddeld met een 5,8 beoordeeld (5,6 in 2001). Bewoners van het Centrum en Zuideramstel geven het hoogste rapportcijfer aan de betrokkenheid van buurtbewoners (6,2). In Bos en Lommer (4,8), de Baarsjes (5,3) en Geuzenveld/Slotermeer (5,3) is volgens de bewoners weinig betrokkenheid bij de buurt. Vergelijken wij het oordeel over de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 dan blijken Wester- park, Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer de enige stadsdelen te zijn waar de rapportcijfers niet zijn toegenomen. In de Baarsjes is volgens de bewoners zelf de betrokkenheid van de buurtbewoners tussen 2001 en 2003 het sterkst toegenomen (van 4,9 naar 5,3).

Veiligheid Voor de veiligheid overdag geven bewoners een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 en voor de veiligheid ’s avonds een 6,7. Evenals bij de criminaliteit zijn deze cijfers nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2001. Maar er bestaan aanzienlijke verschil- len tussen de stadsdelen. Bewoners van Oud-Zuid voelen zich ’s avonds het veiligst (gemiddeld rapportcijfer van 7,4), maar bewoners van Bos en Lommer en Geuzen- veld/Slotermeer waarderen de veiligheid in de avonduren met een rapportcijfer van lager dan een 6. Deze stadsdelen ondervinden bovendien volgens de bewoners veel overlast van criminaliteit. Bovendien scoren Bos en Lommer, de

97 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Westelijke Tuinsteden en Zeeburg een 5,5 of lager voor wat betreft het oordeel over de ontwikkeling van de veiligheid in het afgelopen jaar.

Wat kan er verbeteren? Er is de bewoners gevraagd op welke aspecten de buurt kan worden verbeterd. Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen wordt door 46% van de mensen genoemd, daarna volgen veiligheid (31%) en meer parkeergelegen- heid (30%). Het onderhoud en schoonhouden van straten, pleinen en groen is in alle stadsdelen behalve Osdorp het meest genoemde verbeteraspect. In de Westelijke Tuinsteden, Bos en Lommer en Zuidoost wordt veiligheid door meer dan 40% van de respondenten als verbeteraspect genoemd; in Osdorp is veilig- heid zelfs het meest genoemde verbeteraspect. De vooroorlogse stadsdelen binnen de ring vallen op doordat veel bewoners vinden dat de parkeergelegenheid moet verbeteren. Vooral in Oud-West wordt dit vaak genoemd, 44% noemt dit hier als verbeterpunt van de buurt.

5.3 Resultaten per buurtcombinatie

De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt, evenals in 2001, met gemiddeld een 8,53 als totaaloordeel over de buurt het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland (8,51) en de Grachtengordel-West (8,4). Deze topdrie is ten opzichte van 2001 niet gewijzigd. Het minst tevreden over de buurt zijn de bewoners van de Indische Buurt West (5,30), gevolgd door Overtoomse Veld (5,33) en de Kolenkit (5,4).

Figuur 5.1: Totaaloordeel buurt

1 = zeer ontevreden 10 = zeer tevreden Indische buurt west

5,3 tot 6

Apollobuurt 6 tot 7,23

7,23 tot 7,86

7,86 tot 8,53

98 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De Indische Buurt West lijkt de buurt te zijn met de grootste concentratie van leefbaarheidsproblematiek. Niet alleen het totaaloordeel ligt het laagst van heel Amsterdam, maar ook het rapportcijfer voor vervuiling (4,1), de manier waarop verschillende groepen met elkaar omgaan (5,4) en de betrokkenheid van bewoners bij de buurt (4,4). Over het algemeen krijgen buurten in de grachtengordel, Amsterdam-Zuid, Buitenveldert, Watergraafsmeer, nieuwbouwwijken, de tuindor- pen in Noord en de landelijke gebieden aan de rand van de stad een hoog rapport- cijfer van de bewoners. In Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Bijlmer Centrum, IJplein-vogelbuurt, de Indische Buurt en de Transvaalbuurt wordt de buurt met een onvoldoende beoordeeld.

Negatieve en positieve tendensen Voor Amsterdam als geheel is het rapportcijfer voor de buurt toegenomen van 6,9 naar 7,0. De meeste buurtcombinaties laten een soortgelijke verbetering zien, maar er zijn uitzonderingen, zowel in positieve als in negatieve zin. Wat vooral opvalt is de sterke daling van de buurtwaardering in een aantal buurtcombinaties in Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In het eerste stadsdeel zijn het vooral IJplein-Vogelbuurt (van 6,5 naar 5,8) en het aangrenzende Volewijck (van 7,0 naar 6,3) die een sterke daling laten zien. Geuzenveld/Slotermeer is het enige stadsdeel waar het totaaloordeel voor de buurt in alle buurtcombinaties is afge- nomen. De afname is binnen dit stadsdeel overigens het sterkst in de buurtcombi- natie met het hoogste rapportcijfer, namelijk in de nieuwbouwwijk Eendracht (van 7,4 naar 6,7).

Figuur 5.2: Ontwikkeling rapportcijfer buurt (2001 – 2003)

IJplein/Vogelbuurt

daling tevredenheid (> – 0,73 < 0)

stijging tevredenheid onder Kinkerbuurt Amsterdams gemiddelde (< 0,14)

stijging tevredenheid (> 0,14 < 0,3)

stijging tevredenheid (> 0,3 < 0,73)

99 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De waardering voor de buurt is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,8), maar ook de Haarlemmerbuurt (van 7,7 naar 8,2), Nieuwe Pijp (van 7,2 naar 7,8) en Willemspark (van 7,9 naar 8,3) is de waardering sterk toegenomen. Hoopgevend is dat ook in De Kolenkitbuurt de waardering voor de woonomgeving is toegenomen (van 5,0 naar 5,4). De buurt scoort weliswaar nog steeds onvol- doende, maar staat niet meer onder aan de Amsterdamse rangorde (zoals in 2001). Ook Bijlmer Centrum (van 5,4 naar 5,8) en Bijlmer Oost (van 5,9 naar 6,2) laten een toenemende waardering zien. Over de gehele stad gezien lijkt de leefbaarheid vooral in de vooroorlogse stads- delen binnen de ring te zijn toegenomen. Ook stadsdeel Zuidoost laat (met uit- zondering van Gein) een bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt zien. De stedelijke vernieuwing werpt duidelijk zijn vruchten af. Aan de andere kant zien we een toename van leefbaarheidsproblemen in delen van de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord en de Indische Buurt. In deze gebieden ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit.

5.4 Leefbaarheid, dynamiek en woonmilieus

Er bestaat een relatie tussen de dynamiek op de woningmarkt en de tevredenheid over de buurt. Volgens het rapport Doorstroming of Verstopping van O+S Amster- dam (Dignum, 2002) is een hoge dynamiek als zodanig geen probleem. Hoge dynamiek wordt pas problematisch als deze gerelateerd is aan een ‘laag sociaal- economisch niveau’. Een wijk met een dalende status is minder aantrekkelijk om te blijven of om zich te vestigen. Daardoor ontstaat een ontwikkeling met bijeffecten op de leefbaarheid. Dignum heeft een indeling gemaakt in tien verschillende woonmilieus, waarbij gebruik gemaakt is van statistische gegevens op het niveau van de 355 buurten. In het rapport Amsterdamse Woonmilieus 2003 (2004, nog te verschijnen) van de Dienst Wonen is deze exercitie herhaald op basis van de meest recente gegevens. Ook Deel1 van Wonen in Amsterdam 2003, Stand van Zaken, bevat een overzicht van de tien woonmilieus. De woonmilieus staan aangegeven op figuur 5.3. Een belangrijke determinant van de woonmilieu-indeling 2003 is het sociaal-econo- misch niveau. Vooral het zogenaamde transitiemilieu wordt gekenmerkt door een combinatie van hoge dynamiek met lage status. De sociale huursector is sterk aanwezig en er is een sterke concentratie van allochtone gezinnen. Het transitie- milieu beslaat onder andere de Bijlmermeer, delen van de Westelijke Tuinsteden, delen van Noord en de Indische Buurt. Uit Wonen in Amsterdam 2003 blijkt dat vooral de bewoners van het transitiemilieu een laag cijfer geven aan de buurt.

100 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Figuur 5.3: Amsterdam in tien woonmilieus

centrumrand

dorp

stadsvernieuwing

transitie

welgesteld stedelijk

overgang

aansluiting

inbreiding

stadsrand

centrum

Bij dit alles moeten we er rekening mee houden dat buurten een ontwikkeling doormaken. De leefbaarheidsproblematiek in bepaalde buurten is nadrukkelijk gerelateerd aan de positie op de Amsterdamse woningmarkthiërarchie. Een buurt als De Pijp vormt daarvan een goed voorbeeld. Van een wijk waar de leefbaarheid zeer negatief werd gewaardeerd, heeft De Pijp zich inmiddels ontwikkeld tot een gewaardeerd woonmilieu waar bewoners een hoog rapportcijfer geven aan de buurt(ontwikkeling) en waar de marktprijzen voor koopwoningen een stormachtige ontwikkeling hebben doorgemaakt. De herwaardering van het wonen in een aantal wijken nabij het Centrum is gepaard gegaan met een daling op de woningmarkt- hiërarchie van een aantal naoorlogse wijken, zoals de Westelijke Tuinsteden en vooroorlogse wijken als de Indische Buurt. Maar ook voor deze buurten geldt dat de indeling in het zogenaamde ‘transitiemilieu’ geen permanent gegeven is. Een succesvolle stedelijke vernieuwing kan er wel degelijk toe leiden dat het tij wordt gekeerd.

101 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

De Indische Buurt West: stedelijke vernieuwing kan er wel degelijk toe leiden dat het tij wordt gekeerd. De stedelijke vernieuwing in de Indische Buurt is pas echt goed op gang gekomen na de enquête van Wonen in Amsterdam 2003. Het onderzoek Wonen in Amsterdam 2005 zal moeten uitwijzen hoe de tevredenheid van de bewoners zich sinds- dien heeft ontwikkeld.

5.5 Leefbaarheid en achtergrondkenmerken

De achtergrondkenmerken van de respondenten (inkomen, etniciteit, leeftijd, huishoudenscategorie) spelen nauwelijks een rol bij het rapportcijfer dat bewoners geven aan hun buurt. Het stadsdeel waar men woont is daarvoor veel bepalender. Ook als we rekening houden met verschillen in bevolkingskenmerken, blijven de verschillen tussen de stadsdelen bestaan. Bij alle etnische groepen zien we bijvoor- beeld een grote tevredenheid in Oud-Zuid en Zuideramstel. Turken en Marokkanen zijn het meest tevreden in Zuideramstel en niet in Bos en Lommer of Geuzenveld/Slotermeer waar ze met meer personen uit de eigen groep samenwonen. De antwoorden worden dus wel degelijk veroorzaakt door verschillen in woonomgeving. Deze constatering neemt echter niet weg dat (bevolkings)ken- merken van de buurtcombinatie in zijn algemeenheid (dus niet van de respondent zelf) een rol kunnen spelen bij het oordeel van de bewoners over leefbaarheid. Zo blijken de buurten die onvoldoende scoren op leefbaarheid vaak te worden gekenmerkt door concentraties sociaal-economische problematiek. In deze gebieden vallen werkloosheid, een hoog aandeel bijstandsgerechtigden en schoolverzuim samen. In het rapport De Staat van de Stad Amsterdam II wordt er op gewezen dat de leefsituatie-index de afgelopen jaren van alle stadsdelen het snelst is gedaald in Geuzenveld/Slotermeer. Dat wil zeggen dat het slechter gaat met de bewoners van dit stadsdeel op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en welvaart. Tegelijkertijd zien we dat Geuzenveld/Slotermeer ook op het gebied van leefbaar- heid de sterkste daling vertoont. Een sociaal-economische achteruitgang blijkt hier samen te gaan met een afnemende waardering van de bewoners voor de buurt.

102 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

5.6 Typologie van buurtcombinaties

Aan de hand van de antwoorden van de respondenten op de vragen over het totaaloordeel over de buurt in 2003 en de verandering van het totaaloordeel tussen 2001 en 2003 is een typologie van buurtcombinaties te construeren. Bij de indeling van buurtcombinaties in verschillende typen moeten we beseffen dat we te maken hebben met dynamische processen. De indeling van een buurtcombi- natie in een bepaald type is een momentopname van de situatie in 2003. Pas als het leefbaarheidsonderzoek in Wonen in Amsterdam een aantal malen is herhaald, kunnen we een goed beeld geven van de ontwikkelingen die er optreden in de subjectieve beleving van leefbaarheid door de Amsterdammers. Ontwikkelingen in de tijd zorgen ervoor dat buurtcombinaties verschuiven van het ene type naar het andere. Figuur 5.4 laat de indeling van de buurtcombinaties in vier typen zien.

Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven het gemiddelde Type 4: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

Figuur 5.4: Typologie buurtcombinaties totaaloordeel buurt (2001 – 2003)

Geuzenveld IJplein/Vogelbuurt

Indische buurt oost

Indische buurt west Type 1: Oordeel buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde

Type 2: Oordeel buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling eronder

Type 3: Oordeel buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling erboven

Type 4: Oordeel buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

103 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

5.7 Type 1: Rapportcijfer buurt en ontwikkeling onder het gemiddelde

Het eerste type bestaat uit buurtcombinaties waar zowel het totaaloordeel over de buurt in 2003 als de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 onder het Amsterdamse gemiddelde liggen. Het betreft de gehele oude Westelijke Tuinsteden (met uit- zondering van De Kolenkit), Erasmuspark, Indische buurten Oost en West, IJplein/ Vogelbuurt, Volewijck, Banne Buiksloot, Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt, Burgwallen-Oude Zijde, Westindische Buurt en Gein. In deze buurten ondervinden de bewoners vaak toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit en de betrokkenheid van buurtbewoners ligt onder het Amsterdamse gemiddelde. De meerderheid van deze buurten behoort in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde transitiemilieu of het overgangsmilieu. Deze buurten combineren een benedengemiddeld sociaal-economisch niveau, aan een oververtegenwoordiging van etnische minderheden en gezinnen in vergelijking met Amsterdam als geheel. Binnen dit type verdienen Geuzenveld, IJplein/Vogelbuurt, Indische Buurt Oost en Indische Buurt West extra aandacht, omdat het de enige buurtcombinaties zijn die een onvoldoende voor de buurt combineren met een afname van tevredenheid tussen 2001 en 2003.

5.8 Type 2: Rapportcijfer buurt boven het gemiddelde en ontwikkeling onder het gemiddelde

In de buurtcombinaties die tot type 2 behoren, wordt de buurt positief beoor- deeld, maar blijft de ontwikkeling wel achter tussen 2001 en 2003. Een aantal buurtcombinaties heeft zo’n hoog rapportcijfer als totaaloordeel voor de buurt dat een achterblijvende ontwikkeling niet als problematisch kan worden getypeerd, zoals de Apollobuurt en Landelijk Noord. Opmerkelijk is dat in een aantal nieuw- bouwwijken een lichte afname optreedt van de tevredenheid (o.a. Nieuw Sloten en de Aker). Deze wijken behoren in de woonmilieutypologie tot het zogenaamde stadsrandmilieu (zie figuur 5.3). In Deel1 Stand van Zaken wordt geconstateerd dat in het stadsrandmilieu op een aantal kenmerken tegelijk negatieve trends aan het licht komen, ook al steekt het milieu nog altijd ruim boven de middelmaat uit. Blijkbaar is er toch een gevoel van onvrede over de ontwikkelingen die optreden in de buurt. Vooralsnog moeten we evenwel concluderen dat de leefbaarheidsproblemen in buurten die behoren tot type 2 van een andere orde zijn dan bij type 1. Als er al sprake is van een afname van tevredenheid is deze betrekkelijk gering.

5.9 Type 3: Rapportcijfer buurt onder het gemiddelde en ontwikkeling boven gemiddelde

Type 3 bestaat uit buurtcombinaties waar juist de ontwikkeling van tevredenheid tussen 2001 en 2003 boven het gemiddelde ligt, terwijl het totaaloordeel (nog) onder het gemiddelde ligt. Een aantal van deze buurtcombinaties ligt in de voor- oorlogse wijken, maar ook in Zuidoost en Nieuwendam Noord zien we een boven- gemiddelde toename van de tevredenheid. In de vooroorlogse gebieden is één van de oorzaken voor de toenemende tevredenheid gelegen in de herwaardering van het stedelijk wonen. In de naoorlogse wijken, in het bijzonder Zuidoost speelt de stedelijke vernieuwing een belangrijke rol.

104 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

5.10 Type 4: rapportcijfer buurt en ontwikkeling boven het gemiddelde

In de grachtengordel, delen van Oud-Zuid en Zuideramstel, het Oostelijk Haven- gebied, Weesperzijdestrook, Driemond, delen van Oud-West en Westerpark gaat een bovengemiddeld rapportcijfer voor de buurt gepaard met een boven- gemiddelde toename van de tevredenheid tussen 2001 en 2003. Dat de buurt- combinaties die behoren tot type 4 hoog scoren op de buurt en de ontwikkeling tussen 2001 en 2003 wil niet zeggen dat er geen aspecten zijn waar de bewoners ontevreden over zijn. Vooral bewoners van de 19e eeuwse gordel ergeren zich bijvoorbeeld aan het tekort aan parkeerplaatsen en de overlast van verkeer. De groenvoorziening wordt negatief gewaardeerd in het Centrum en het Oostelijk Havengebied. Bewoners van De Pijp en Oud-West zijn ontevreden over het schoonhouden van straten en stoepen. Vervuiling vormt hier een grote bron van ergernis. Er is echter één belangrijk verschil met de overige buurtcombinaties in die zin dat zowel de buurt in zijn algemeenheid als de ontwikkeling van de buurt tussen 2001 en 2003 positief worden gewaardeerd. De hier geschetste overlastaspecten zijn dan ook vaak gerelateerd aan stedelijk- heid, functiemenging en hoge dichtheden. Juist centraal-stedelijke wijken worden gewaardeerd door de bewoners en de toename van de tevredenheid is hier groter dan elders. Huishoudens met een stedelijke woonvoorkeur nemen de genoemde overlastaspecten op de koop toe. De ontevredenheid van bewoners over deze deelaspecten staat een positieve beoordeling van de buurt niet in de weg. De buurt zorgt als het ware voor voldoende compensatie. Bovendien is men in buurtcombinaties die behoren tot type 4 redelijk tevreden over de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan en ondervindt men relatief weinig overlast van criminaliteit.

5.11 Wat is het aantrekkelijkste van de buurt

Wat waarderen Amsterdammers het meest in de buurt waar ze wonen? Rust! Dat is zeker het geval in ‘stille’ stadsdelen als Slotervaart of Noord. Maar zelfs in de binnenstad staat ‘rust’ op de tweede plaats als het gaat om de aantrekkelijkste punten van de eigen woonbuurt. In Wonen in Amsterdam loopt traditioneel een open slotvraag mee. Dit jaar luidde die: Wat vindt u het aantrekkelijkste van de buurt waar u woont? Geen voorge- drukte antwoordhokjes, maar ruimte om in drie woorden zelf iets op te schrijven. Niet alleen staan er verrassende dingen bovenin de lijst van aantrekkelijke dingen, er komen ook interessante verschillen tussen de stadsdelen, tussen buurten en tussen woonmilieus naar boven.

Waarom is Amsterdam zo’n leuke stad om te wonen, wat is er zo aantrekkelijk aan de eigen buurt? Het hangt er maar van af wie je het vraagt, en over welk gebied het gaat. Zoals gezegd: rust scoort over de hele stad het hoogst. Zelfs in compacte stadsdelen zoals Oud-West en Bos en Lommer staat rust in de top vijf. Hoog op de lijst aantrekkelijke punten staan verder winkels, groen en openbaar vervoer. Parkeren scoort hoog in stadsdelen waar het overwegend gratis is. Waar ze voorhanden zijn, zijn parken een belangrijke kwaliteit. Sfeer komt als belangrijke kwaliteit naar voren in het centrum en de stadsdelen die beneden het IJ aan het centrumgrenzen, daarbuiten staat het opvallend veel lager in de rangorde.

105 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Iets vergelijkbaars geldt voor levendigheid, maar daar is de kwaliteit grofweg te vinden binnen de ring. Het Centrum is het enige stadsdeel waar de kwaliteit mooi hoog scoort, op ruime afstand gevolgd door Oud Zuid. Opvallend is ook dat twee kwaliteiten die in de binnenstad ruim voorhanden zijn, winkels en openbaar vervoer, door de bewoners van dat stadsdeel relatief weinig worden genoemd. Kennelijk worden die eerder beschouwd als voorzieningen voor bezoekers. Bovendien heeft de binnenstad een aantal andere kwaliteiten die om de voorrang strijden: naast rust de centrale ligging en de gezelligheid bijvoorbeeld.

5.12 Slotbeschouwing

Stenen stapelen helpt toch, maar is niet voldoende Een toenemende waardering van bewoners voor de wijk is wel degelijk te beïn- vloeden door beleid. In de naoorlogse wijken is de stijging van tevredenheid het sterkst in de Bijlmermeer. De stedelijke vernieuwing heeft hier duidelijk vruchten afgeworpen. In de Westelijke Tuinsteden ligt de ontwikkeling van de tevredenheid over de buurt nog onder het Amsterdamse gemiddelde (met uitzondering van De Kolenkit). Maar de stedelijke vernieuwingsoperatie in de Westelijke Tuinsteden moet nog goed op gang komen en loopt door tot 2015. Pas daarna kunnen we de effecten van stedelijke vernieuwing in de Westelijke Tuinsteden pas echt goed beoordelen. Het voorbeeld van de Bijlmermeer toont aan dat ‘stenen stapelen’ helpt. In de Bijlmermeer is niet alleen de tevredenheid over de woning en de woonomgeving toegenomen, maar ook over andere leefbaarheidsaspecten. Zo is nergens de waardering voor de wijze waarop verschillende groepen met elkaar omgaan er zo op vooruitgegaan als in Bijlmer-Oost (Het gebied dat het verst is gevorderd met de stedelijke vernieuwing).

Stedelijke vernieuwing moet uiteraard gepaard gaan met beleid op andere terreinen. Een aantal zaken moet daarbij hoge prioriteit krijgen: de aanpak van vervuiling en onveiligheid, verbetering van het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte, de bestrijding van overlast en het scheppen van voor- waarden waardoor mensen prettig met elkaar samen kunnen leven. Juist in periodes van stedelijke vernieuwing staat de leefbaarheid onder druk en moet er alles aan worden gedaan om de leefbaarheid op peil te houden.

Hoe verder? Deze rapportage geeft een gedetailleerd beeld van de wijze waarop bewoners de leefbaarheid in hun buurt beoordelen. De rapportage vervult dan ook een signaal- functie voor partijen op buurt- en stadsdeelniveau. Op basis van deze rapportage kunnen de betrokkenen (bewoners, stadsdeel, woningcorporaties, centrale stad, politie etc.) de discussie voeren en met elkaar beslissen welke maatregelen nodig zijn. De gegevens in deze rapportage kunnen daarbij worden gecombineerd met de kennis en ervaringen van de betrokkenen in specifieke buurten. De hoogste prioriteit dient daarbij te worden gegeven aan de aanpak van leefbaar- heidsproblemen in de zogenaamde rode gebieden op de kaarten in dit rapport.

106 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bijlage 1 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam 2003

107 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

108 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B1.1: Gemiddelde rapportcijfers voor totaaloordeel, rapportcijfer woning, rapportcijfer woonomgeving (WiA, 2003) 76 (samengestelde) 76 buurtcombinaties u bent tevreden Hoe 6.1 buurt? uw met (totaaloordeel) tevreden u Bent 2.8 woning? uw over (totaaloordeel) u beoordeelt Hoe 2.9 onderhoud van staat de woning? uw van Beoordeling 6.2a buurt de in woningen Beoordeling 6.2b de van inrichting de van woonomgeving van Beoordeling 6.2c groenvoorziening de staat Beoordeling 6.3a onderhoud van buurt de in woningen staat Beoordeling 6.3b onderhoud van stoepen en straten staat Beoordeling 6.3c onderhoud van groenvoorziening Beoordeling 6.4a schoonhouden buurt de in woningen Beoordeling 6.4b straten schoonhouden stoepen en Beoordeling 6.4c schoonhouden groenvoorzieningen A00 6,58 7,26 6,71 7,31 6,38 4,06 6,59 6,15 4,19 6,36 5,72 4,62 A01 7,09 7,41 6,89 7,21 6,57 4,24 6,53 5,90 4,57 6,36 5,84 4,94 A02 8,49 8,05 7,42 8,58 7,92 6,35 7,93 6,68 6,25 7,61 6,51 6,25 A03 8,17 8,08 7,53 8,29 7,41 6,22 7,71 5,95 5,79 7,24 6,10 5,95 A04 7,88 7,63 7,07 7,50 7,07 5,66 7,28 6,59 5,69 7,02 6,07 5,82 A05 8,24 7,58 7,03 7,59 7,29 6,19 7,18 6,67 6,03 6,94 6,51 6,29 A06 8,22 7,22 6,88 7,43 7,31 5,76 7,22 6,46 5,78 6,97 6,44 6,01 A07 8,14 7,72 6,92 7,61 7,15 6,20 7,17 6,59 6,27 7,12 6,63 6,39 A08 8,05 7,58 6,97 7,51 7,10 6,81 7,29 6,54 6,66 7,05 6,61 6,45 A09 7,08 7,25 7,04 6,53 6,36 6,00 6,48 6,30 6,13 6,54 6,29 6,27 C13(B10/B11/C12) 6,23 6,54 6,34 5,92 5,74 5,79 5,83 5,52 5,79 5,82 5,45 5,70 C14 6,90 6,88 6,68 6,21 6,12 5,93 6,29 6,08 6,01 6,04 5,94 6,01 C16/C15 7,23 7,01 6,80 6,40 6,59 6,27 6,65 6,56 6,36 6,59 6,46 6,34 D17 7,45 7,29 6,66 6,58 6,42 5,55 6,20 6,00 5,64 6,34 5,90 5,87 D18 6,84 6,70 6,09 5,96 5,91 5,26 5,76 5,74 5,34 5,78 5,64 5,44 D19 7,29 6,84 6,43 6,04 6,37 5,52 6,04 6,21 5,75 6,08 5,90 5,93 D20/D22 7,86 7,55 6,71 7,26 7,11 6,86 6,99 6,90 6,75 6,85 6,29 6,53 D21 7,52 7,19 6,72 6,63 6,57 6,57 6,64 6,57 6,52 6,46 6,12 6,35 G31 5,30 6,34 5,89 5,24 5,16 4,94 5,02 5,12 5,06 4,93 4,58 4,89 G32(G34) 5,71 6,67 6,60 5,86 6,04 6,52 5,91 6,01 6,43 5,72 5,72 6,12 G33 7,61 8,14 8,23 7,49 7,16 5,62 7,83 7,08 6,11 7,34 6,73 6,33 H37(H36) 5,71 6,32 6,12 5,53 5,56 5,57 5,79 5,80 5,70 5,58 5,42 5,48 H38 5,87 6,68 6,16 5,71 5,89 6,44 5,73 6,06 6,43 5,70 5,62 6,02 H39 5,39 6,31 5,93 5,23 5,49 5,89 5,45 5,54 5,72 5,10 5,08 5,42 J40 6,30 6,92 6,49 6,08 5,97 5,58 6,10 6,11 5,73 6,01 5,51 5,62 J41 6,36 6,73 6,49 6,41 6,27 6,21 6,30 6,08 6,10 6,07 5,23 5,88 J42 6,34 6,42 6,21 6,09 6,01 6,23 6,11 6,22 6,21 6,02 5,47 5,80 J43 6,91 7,09 6,57 6,55 6,45 6,37 6,56 6,32 6,26 6,55 5,97 6,14 N60 6,35 6,50 5,96 6,35 6,25 6,41 6,28 5,83 6,06 6,02 5,55 5,82 N61 5,82 6,70 6,50 6,15 5,84 5,77 6,17 5,66 5,65 5,76 5,39 5,48 N62/N63 7,52 7,12 6,50 7,28 7,20 7,15 6,86 5,82 6,71 6,49 6,03 6,41 N65 7,27 7,23 6,90 6,88 6,72 6,55 6,70 5,64 6,22 6,43 5,78 5,94 N66/N67 7,11 7,80 7,23 6,80 6,72 6,80 6,83 5,76 6,45 6,56 5,76 5,98 N68 6,38 7,07 6,73 6,00 6,45 7,04 6,30 5,87 6,72 6,08 5,91 6,40 N69 7,09 7,66 7,07 6,19 6,81 7,35 6,51 6,10 6,91 6,27 5,93 6,39 N70(N71) 6,80 7,54 7,04 6,41 6,44 6,88 6,46 5,74 6,41 6,06 5,34 5,86 N73/N72/N64 8,15 8,45 7,59 7,82 7,62 7,67 7,52 5,79 6,88 7,46 6,23 6,41 P76 6,25 6,76 6,61 5,88 6,25 6,66 5,90 5,88 6,24 5,82 5,61 5,77 P77 6,11 6,95 6,77 5,82 6,07 7,01 5,90 5,56 6,53 5,73 5,20 5,86 P78(P75) 5,93 6,63 6,36 5,49 5,95 6,36 5,44 5,31 6,03 5,29 5,19 5,76 P79 6,69 8,13 7,82 6,81 6,93 7,23 7,01 6,66 6,87 6,83 6,41 6,42 Q81 6,74 7,15 7,03 6,14 6,52 7,15 6,34 6,52 6,97 6,35 6,33 6,79 Q82 5,83 6,57 6,37 5,52 5,78 6,45 5,72 6,03 6,40 5,62 5,92 6,12 Q83 6,52 7,16 6,85 6,05 6,22 6,67 6,12 5,98 6,56 6,09 6,20 6,34 Q84/Q80 7,18 8,26 8,15 7,21 6,84 6,55 7,40 6,70 6,80 7,13 6,51 6,65 R85 6,84 7,58 7,23 6,21 6,73 7,18 6,71 6,64 7,07 6,55 6,28 6,61 R86 5,33 6,98 6,51 5,38 5,88 6,74 5,59 5,58 6,48 5,45 5,16 6,02 R87 6,08 7,28 7,04 5,75 6,02 6,58 6,14 6,03 6,56 6,06 5,77 6,28 R88 7,53 8,34 8,21 7,17 7,21 7,04 7,44 6,80 6,89 7,18 6,38 6,53 T93 5,78 6,70 6,48 5,87 5,91 6,56 6,20 5,86 6,24 5,70 5,48 5,94 T94 6,21 7,46 7,22 6,48 6,67 7,22 6,55 6,28 6,77 6,11 6,16 6,47 T95 7,60 7,81 7,13 7,16 7,55 8,29 7,42 6,81 7,69 7,22 6,75 7,14 T96(T92) 6,76 7,47 7,06 6,61 6,84 7,00 6,78 6,17 6,62 6,63 6,19 6,42 T97 6,77 7,66 7,25 6,65 6,78 7,27 6,68 5,78 6,67 6,32 5,84 6,20 T98 7,89 7,47 7,19 7,09 7,25 7,08 7,15 6,10 6,96 7,17 6,12 6,83 U27 7,09 7,13 6,28 6,38 6,03 5,73 6,29 5,91 5,70 6,02 5,58 5,64 U28 6,59 6,79 6,20 6,01 6,08 6,44 6,16 5,93 6,28 5,86 5,39 6,00 U29 6,67 7,12 6,64 6,22 6,17 6,16 6,34 6,28 5,94 6,00 5,55 5,73 U30 5,89 6,40 5,89 5,89 5,77 5,51 5,68 5,81 5,41 5,43 5,35 5,23 U55/U58 7,79 7,61 7,01 6,91 7,18 7,40 7,00 6,87 7,16 6,94 6,62 6,90 U56 7,88 7,80 7,21 7,34 7,45 7,51 7,39 6,88 7,29 7,26 6,63 6,94 U57 7,34 6,98 6,52 6,94 6,93 7,26 6,59 6,14 6,97 6,54 6,39 6,74 V24 7,86 7,03 6,04 6,74 6,59 5,97 6,43 6,00 5,90 6,36 5,65 5,79 V25 7,76 6,85 6,18 6,66 6,56 5,91 6,37 6,07 5,92 6,24 5,56 5,61 V26 7,13 6,91 6,58 6,87 6,74 6,16 6,68 6,43 6,18 6,52 6,11 6,09 V44 7,84 7,29 6,55 7,04 7,13 6,92 6,89 6,78 6,84 6,71 6,24 6,51 V45 7,55 7,07 6,57 6,78 6,61 6,12 6,91 6,49 6,15 6,56 5,87 5,99 V46 8,34 8,02 7,18 8,01 7,69 7,48 7,62 6,94 7,07 7,31 6,16 6,49 V47/V50 8,51 8,07 7,37 8,03 7,66 7,53 7,79 6,91 7,21 7,43 6,41 6,77 V48 7,58 7,00 6,51 7,08 7,03 6,75 6,96 6,68 6,61 6,70 6,34 6,46 V49 8,53 8,09 7,36 8,25 7,90 7,64 7,93 7,29 7,29 7,64 6,87 6,95 W52 8,22 7,81 6,88 7,41 7,46 7,08 7,04 6,90 6,88 6,96 6,64 6,65 W53 7,28 6,84 6,42 7,11 6,87 6,45 6,77 6,22 6,16 6,64 6,05 6,13 W54 7,81 7,18 6,57 7,15 7,14 6,97 7,00 7,00 6,91 6,86 6,60 6,65 W90/W59 7,95 7,77 7,34 6,91 7,24 7,56 7,24 6,79 7,33 7,11 6,76 6,97 W91 7,85 7,81 7,51 6,77 7,15 7,55 7,04 6,41 7,16 7,06 6,61 6,95 Amsterdam totaal 7,03 7,23 6,79 6,62 6,61 6,49 6,58 6,23 6,35 6,40 5,98 6,15

109 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B1.2: Gemiddelde rapportcijfers voor voorzieningen, omgang tussen groepen en betrokkenheid bij de buurt (WiA, 2003) Beoordeling aanbod Beoordeling Omgang verschillende Omgang groepen mensen in buurt in mensen groepen 76 (samengestelde) 76 buurtcombinaties 6.5a aanbod Beoordeling 6.5b vervoer openbaar van aanbod Beoordeling 6.5c buurtvoorzieningen van 6.7 betrokkenheid De 6.8 buurtbewoners de van buurt? de bij van parkeervoorzieningen van A00 4,38 8,14 6,64 6,08 5,92 A01 4,10 8,28 7,10 6,27 5,14 A02 4,76 7,70 7,30 7,29 6,24 A03 4,52 7,93 7,02 7,14 5,93 A04 5,04 7,63 6,85 7,11 6,40 A05 4,99 6,96 7,37 7,19 6,50 A06 5,04 7,03 7,24 7,06 6,50 A07 5,35 7,86 7,21 7,10 6,22 A08 6,35 7,66 6,36 7,05 6,50 A09 6,47 6,47 5,01 6,51 6,18 C13(B10/B11/C12) 5,80 6,49 5,80 6,02 5,70 C14 5,20 6,59 6,51 6,43 5,82 C16/C15 5,57 7,19 6,96 6,62 5,67 D17 5,52 7,87 7,59 6,72 5,79 D18 5,24 7,71 7,40 6,43 5,71 D19 4,98 7,52 7,56 6,48 5,50 D20/D22 4,52 7,36 7,24 7,09 6,19 D21 3,46 6,71 6,91 6,90 5,86 G31 4,91 7,51 6,57 5,40 4,43 G32(G34) 5,65 7,20 6,35 5,90 5,09 G33 4,54 6,58 6,01 6,98 6,42 H37(H36) 5,48 7,20 6,49 5,83 4,86 H38 5,36 7,35 6,90 5,88 4,89 H39 5,54 6,95 6,46 5,64 4,66 J40 4,63 7,41 6,85 6,03 5,18 J41 4,63 7,39 7,16 6,09 5,09 J42 5,25 7,34 7,12 6,05 5,14 J43 5,41 7,58 6,58 6,50 5,61 N60 6,47 7,12 5,95 6,44 5,50 N61 6,16 6,40 6,03 5,96 5,06 N62/N63 6,21 7,11 6,89 6,99 6,53 N65 6,44 7,09 5,98 6,88 6,29 N66/N67 5,61 7,22 6,97 6,80 6,17 N68 7,50 7,55 7,45 6,14 5,28 N69 7,63 7,77 7,80 6,63 5,82 N70(N71) 6,67 7,35 6,86 6,42 5,75 N73/N72/N64 6,28 5,97 5,44 7,73 7,58 P76 5,95 7,45 6,99 5,95 5,35 P77 6,70 7,50 6,83 6,03 5,28 P78(P75) 6,46 7,10 6,02 5,95 5,20 P79 6,16 6,98 5,72 6,81 5,80 Q81 7,08 7,64 7,49 6,36 5,76 Q82 6,55 6,88 6,79 5,96 5,15 Q83 6,82 7,20 7,17 6,22 5,66 Q84/Q80 5,67 7,10 6,75 6,76 6,17 R85 6,77 7,27 6,67 6,41 5,62 R86 6,18 7,10 6,10 5,64 4,87 R87 5,80 7,54 6,54 5,89 5,08 R88 6,32 7,53 7,38 6,98 6,28 T93 6,15 7,14 6,65 5,93 5,02 T94 6,57 6,78 6,30 6,28 5,66 T95 6,35 7,29 5,73 6,94 6,31 T96(T92) 7,32 7,38 7,10 6,56 5,63 T97 6,63 7,42 7,05 6,69 5,70 T98 6,35 4,63 5,33 7,17 7,04 U27 5,67 7,55 6,62 6,71 6,05 U28 5,24 7,73 7,27 6,26 5,56 U29 5,67 8,02 7,64 6,31 5,23 U30 5,44 6,75 6,83 5,90 5,06 U55/U58 6,55 7,56 6,16 6,99 6,54 U56 6,41 7,16 7,08 7,20 6,90 U57 6,79 6,84 5,14 6,81 6,51 V24 4,40 7,70 7,72 7,02 6,02 V25 4,79 7,46 7,73 6,59 5,67 V26 6,37 7,24 7,47 6,37 5,55 V44 4,79 7,45 7,25 7,00 6,16 V45 4,94 7,14 7,31 6,76 5,68 V46 5,75 7,57 7,27 7,20 6,42 V47/V50 5,63 7,99 7,66 7,36 6,68 V48 6,67 7,60 7,10 6,75 5,98 V49 6,55 7,83 7,92 7,48 6,46 W52 5,45 7,58 7,47 7,04 6,29 W53 6,21 7,74 7,54 6,55 5,68 W54 5,17 7,53 7,33 6,93 6,02 W90/W59 6,69 7,36 7,13 7,19 6,48 W91 6,80 5,90 7,33 7,10 6,35 Amsterdam totaal 5,78 7,29 6,84 6,56 5,80

110 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B1.3: Gemiddelde rapportcijfers voor overlastaspecten en veiligheid (WiA, 2003) 76 (samengestelde) 76 buurtcombinaties buren van: Overlast 6.9a andere van: Overlast 6.9b bewoners groepen verkeer van: Overlast 6.9c van: Overlast 6.9d vervuiling van: Overlast 6.9e prostitutie, als activiteiten koffieshops en horeca van: Overlast 6.9f criminaliteit veilig Hoe 6.10a buurt uw in zich u voelt overdag? veilig Hoe 6.10b buurt uw in zich u voelt avonds? ’s A00 7,34 6,98 5,68 4,86 4,52 4,10 7,50 5,85 A01 6,76 7,00 5,69 5,26 5,38 5,50 7,73 6,11 A02 7,45 7,64 6,69 6,24 6,95 6,17 8,57 7,29 A03 7,56 7,52 6,38 6,08 6,88 6,59 8,29 7,46 A04 7,35 7,43 6,15 5,90 6,76 6,23 8,22 6,98 A05 7,28 7,50 6,55 6,37 7,37 6,50 8,32 7,19 A06 6,70 7,30 6,73 6,37 7,40 6,88 8,45 7,74 A07 7,39 7,56 6,46 6,32 7,58 6,64 8,41 7,45 A08 7,31 7,60 6,26 6,53 8,12 6,54 8,39 7,27 A09 6,89 6,87 6,73 6,21 8,10 6,21 8,06 6,91 C13(B10/B11/C12) 6,20 6,27 6,18 5,57 7,45 6,27 7,71 6,48 C14 6,45 6,42 6,50 5,85 7,28 6,09 7,97 6,65 C16/C15 6,73 7,10 6,54 6,37 7,82 6,47 8,20 7,22 D17 6,60 7,38 6,08 5,89 7,88 6,44 8,06 7,03 D18 6,49 6,72 5,90 5,40 7,33 6,23 7,90 6,82 D19 6,65 6,82 6,42 5,95 7,57 6,56 7,98 6,87 D20/D22 7,13 7,41 6,31 6,27 8,10 6,97 8,54 7,71 D21 6,76 7,49 6,68 6,06 7,94 7,08 8,38 7,60 G31 6,11 5,91 6,00 4,13 6,32 4,72 7,06 5,10 G32(G34) 6,74 6,28 6,35 5,13 6,76 5,03 7,19 5,41 G33 7,69 7,35 7,23 6,84 8,67 7,07 8,56 7,78 H37(H36) 6,10 6,36 6,26 5,26 7,58 5,84 7,27 5,91 H38 6,56 6,42 6,66 5,54 7,92 5,63 7,65 5,96 H39 5,91 6,18 5,96 4,76 7,38 5,32 6,91 5,59 J40 6,67 6,73 6,37 5,73 7,71 6,27 7,95 6,67 J41 6,57 6,72 6,36 5,31 7,26 6,01 7,54 6,12 J42 6,64 6,80 6,51 5,33 7,34 5,96 7,82 6,43 J43 6,56 7,07 6,89 6,20 8,20 7,04 8,07 7,07 N60 6,93 6,55 6,43 5,69 7,82 5,88 7,64 6,35 N61 6,54 6,53 6,30 5,38 7,73 5,85 7,65 6,27 N62/N63 7,47 7,18 6,80 6,53 8,86 6,70 7,89 6,76 N65 7,42 7,37 6,80 6,47 8,65 7,17 8,16 7,26 N66/N67 7,55 7,08 6,67 6,22 9,11 6,96 7,99 7,00 N68 6,90 6,40 6,86 5,84 7,99 5,91 7,43 5,88 N69 7,28 6,95 7,10 5,91 8,53 6,98 7,94 6,78 N70(N71) 7,20 6,78 7,20 5,86 8,42 6,90 7,84 6,63 N73/N72/N64 8,28 7,88 6,10 7,09 8,90 7,40 8,76 8,01 P76 6,88 6,58 6,24 5,63 7,76 5,49 7,16 5,92 P77 6,82 6,52 6,33 5,28 7,78 5,35 7,34 5,77 P78(P75) 6,69 6,27 6,53 5,40 7,86 5,98 7,22 5,93 P79 7,61 6,72 6,74 6,37 8,73 6,34 7,89 6,60 Q81 7,04 6,80 6,50 6,43 8,32 5,88 7,69 6,06 Q82 6,58 6,44 6,49 5,65 8,06 5,76 7,32 5,55 Q83 6,99 6,54 6,66 6,10 8,12 5,54 7,27 5,46 Q84/Q80 7,54 6,97 7,03 6,63 9,09 6,22 8,12 7,04 R85 7,26 6,82 6,71 6,30 8,58 6,02 7,51 6,15 R86 6,76 5,94 5,76 4,86 7,91 4,50 6,73 4,80 R87 6,85 6,50 6,26 5,69 8,41 5,44 7,49 5,77 R88 7,92 7,45 7,26 6,65 9,16 7,20 8,48 7,54 T93 6,53 6,24 6,88 5,02 7,20 5,46 6,96 5,35 T94 6,98 6,53 7,02 5,78 7,38 5,33 7,02 5,50 T95 7,62 7,46 7,21 6,93 8,75 6,23 7,86 6,11 T96(T92) 6,89 6,79 7,24 6,30 8,27 6,45 7,70 6,35 T97 6,99 6,62 7,52 6,12 8,52 6,48 7,87 6,22 T98 7,31 7,68 7,10 7,27 8,85 7,32 8,40 8,02 U27 6,91 6,78 6,12 5,73 7,71 5,90 7,88 6,65 U28 6,73 6,77 6,06 5,25 7,26 6,09 7,78 6,58 U29 6,88 6,58 5,91 5,25 6,73 5,09 7,69 5,78 U30 6,52 6,23 6,25 5,21 6,95 5,29 7,39 5,82 U55/U58 7,51 7,50 6,90 6,75 8,72 6,89 8,36 7,16 U56 7,54 7,62 6,93 6,87 9,00 6,96 8,35 7,48 U57 7,34 7,36 6,70 6,70 8,61 6,85 7,98 7,07 V24 6,77 7,27 6,09 5,56 6,98 6,61 8,41 7,14 V25 6,41 6,83 6,10 5,49 7,69 6,48 8,14 7,20 V26 6,32 6,65 6,65 6,07 8,08 6,11 7,78 6,58 V44 7,22 7,47 6,91 6,31 8,14 7,03 8,40 7,28 V45 6,33 7,05 6,28 5,96 8,13 7,18 8,52 7,57 V46 7,37 7,92 6,45 6,43 8,56 7,50 8,62 7,87 V47/V50 7,65 8,06 6,71 6,64 8,66 7,49 8,76 8,03 V48 6,63 7,18 6,46 6,40 8,44 7,16 8,24 7,32 V49 7,66 8,17 7,33 7,08 9,14 7,47 8,63 7,70 W52 6,99 7,57 6,76 6,95 8,71 7,58 8,49 7,65 W53 6,64 6,79 6,68 6,27 8,29 7,06 8,27 7,28 W54 6,80 7,45 6,65 6,52 8,29 7,35 8,42 7,58 W90/W59 7,77 8,07 6,74 7,20 9,04 7,45 8,34 7,29 W91 7,65 8,02 7,07 7,27 8,94 7,66 8,30 7,16 Amsterdam totaal 6,96 6,98 6,55 6,00 7,93 6,34 7,93 6,70

111 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B1.4: Gemiddelde rapportcijfers voor ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar, totaal en per aspect (WiA, 2003) 76 (samengestelde) 76 buurtcombinaties Ontwikkeling: 6.11 buurt de van (totaaloordeel) Ontwikkeling: 6.12a woningen kwaliteit Ontwikkeling: 6.12b groen pleinen, straten, Ontwikkeling: 6.12c buurtvoorzieningen Ontwikkeling: 6.12d parkeergelegenheid Ontwikkeling: 6.12e vervoer openbaar Ontwikkeling: 6.12f straat op veiligheid Ontwikkeling: 6.12g met omgang buurtbewoners A00 5,23 6,14 5,40 5,27 4,43 5,86 4,62 5,64 A01 5,91 6,12 5,60 5,64 4,80 6,27 5,46 5,84 A02 6,57 6,76 6,26 6,01 4,78 6,34 5,79 6,30 A03 6,19 6,64 5,67 5,75 4,81 6,40 5,90 6,15 A04 6,48 6,62 5,96 5,77 4,67 6,00 5,70 6,16 A05 6,63 6,45 6,23 5,94 4,67 6,07 5,75 6,25 A06 6,55 6,66 6,03 5,93 4,81 6,12 6,02 6,16 A07 6,31 6,46 5,88 5,76 4,85 5,93 5,83 6,11 A08 6,46 6,46 5,80 5,77 5,30 5,67 5,79 6,05 A09 6,06 6,30 5,84 4,88 5,38 5,57 5,59 6,01 C13(B10/B11/C12) 5,42 5,52 5,52 5,38 5,29 5,70 5,54 5,52 C14 6,77 6,85 6,25 5,80 4,95 5,75 5,83 5,94 C16/C15 6,34 6,33 6,11 5,91 5,11 6,16 5,80 6,07 D17 6,24 6,17 5,88 5,98 5,21 6,31 5,75 6,03 D18 5,91 5,83 5,64 5,58 4,92 5,95 5,53 5,53 D19 6,27 6,11 5,97 5,82 4,86 6,22 5,70 5,77 D20/D22 7,12 7,01 6,58 6,12 4,27 5,69 5,97 6,15 D21 6,97 6,87 6,53 5,91 3,67 5,28 5,88 6,04 G31 5,19 5,65 5,39 5,15 4,53 6,20 4,55 5,13 G32(G34) 5,35 5,89 6,08 5,39 5,20 6,00 4,79 5,54 G33 6,79 6,80 6,53 6,39 4,58 6,40 6,23 6,36 H37(H36) 5,61 5,72 5,78 5,48 5,14 6,08 5,25 5,28 H38 5,84 5,76 6,22 5,68 4,87 6,09 5,35 5,42 H39 4,84 4,99 5,30 5,34 5,32 6,21 5,11 5,22 J40 6,04 5,96 6,02 5,61 4,69 6,18 5,55 5,72 J41 6,36 6,56 6,46 6,12 4,62 6,33 5,64 5,77 J42 6,19 5,96 6,16 6,08 5,16 6,35 5,76 5,89 J43 6,07 6,01 5,89 5,75 4,94 6,06 5,78 5,84 N60 5,19 5,52 5,55 5,41 5,55 5,92 5,43 5,65 N61 5,12 5,57 5,15 5,30 5,20 5,76 5,20 5,72 N62/N63 5,85 6,11 5,94 5,83 5,46 6,11 5,82 6,23 N65 6,12 6,50 5,81 5,49 6,01 6,15 6,19 6,33 N66/N67 5,67 6,14 5,48 5,73 4,92 6,17 5,74 6,05 N68 5,10 5,69 5,77 5,78 6,42 6,46 5,26 5,53 N69 5,69 5,97 5,98 6,02 6,40 6,42 5,79 6,00 N70(N71) 5,20 5,79 5,36 5,62 5,52 6,13 5,67 5,92 N73/N72/N64 6,48 6,90 5,58 5,55 5,00 5,08 5,99 6,54 P76 5,23 5,61 5,74 5,76 5,56 6,43 5,14 5,62 P77 5,03 5,32 5,40 5,52 5,72 6,33 5,08 5,45 P78(P75) 5,35 5,53 5,66 5,51 5,80 6,51 5,34 5,57 P79 5,77 6,65 6,19 6,00 5,54 6,65 5,77 6,40 Q81 5,61 5,83 6,01 5,82 5,95 6,63 5,43 5,99 Q82 5,16 5,58 5,88 5,49 5,59 6,40 5,08 5,50 Q83 5,57 5,90 5,87 5,93 5,89 6,23 5,10 5,69 Q84/Q80 6,26 6,74 6,28 6,12 5,33 7,11 5,69 6,35 R85 5,72 6,14 6,23 5,92 5,72 6,27 5,47 5,77 R86 4,87 5,33 5,48 5,03 5,26 6,24 4,72 5,38 R87 5,19 5,56 5,56 5,36 5,15 6,21 5,20 5,43 R88 6,23 6,32 5,93 6,05 5,54 6,46 5,81 6,23 T93 5,52 6,01 5,86 5,71 5,57 6,17 5,36 5,62 T94 5,84 6,41 6,07 5,80 5,87 6,34 5,31 5,72 T95 5,85 6,52 6,21 5,74 5,39 5,85 5,48 5,94 T96(T92) 5,67 5,96 5,94 5,81 6,24 6,16 5,69 5,87 T97 5,54 6,01 5,57 5,64 5,38 6,02 5,30 5,76 T98 6,66 6,44 6,05 5,51 5,40 4,48 6,80 7,00 U27 6,35 6,36 5,49 5,58 5,02 6,02 5,64 6,07 U28 6,16 6,06 6,16 5,87 4,87 6,35 5,72 5,80 U29 5,80 6,19 5,81 5,72 5,07 6,31 4,96 5,66 U30 5,56 5,72 5,91 5,80 4,99 5,97 5,15 5,51 U55/U58 6,13 6,06 6,27 5,75 5,41 6,27 5,86 6,18 U56 6,40 6,51 6,33 5,97 5,35 6,04 5,87 6,24 U57 5,88 6,03 6,28 5,69 6,02 6,23 6,15 6,36 V24 6,76 6,40 5,88 6,02 4,60 6,12 5,91 5,98 V25 6,45 6,26 5,90 5,94 4,86 6,04 5,80 5,91 V26 5,77 5,90 5,81 5,73 5,44 6,01 5,37 5,58 V44 6,52 6,35 6,28 6,09 4,70 6,13 5,94 6,10 V45 6,62 6,62 6,21 5,99 4,72 5,86 6,02 5,97 V46 6,52 6,66 6,43 6,12 4,94 6,05 6,06 6,26 V47/V50 6,67 6,98 6,43 6,21 5,24 6,51 6,32 6,49 V48 5,94 6,05 6,04 5,92 5,66 6,18 5,90 6,00 V49 6,46 6,53 6,22 6,15 5,23 6,26 6,11 6,35 W52 6,49 6,39 6,34 6,21 4,89 6,36 6,14 6,39 W53 6,20 6,26 6,02 5,92 5,37 6,41 5,87 5,90 W54 6,22 6,36 6,38 6,03 4,48 6,23 6,09 6,06 W90/W59 6,29 6,40 6,30 6,21 5,58 6,24 6,16 6,53 W91 6,29 6,50 6,21 6,20 5,67 5,30 5,98 6,43 Amsterdam totaal 5,98 6,15 5,95 5,77 5,18 6,13 5,62 5,90

112 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B1.5: Verbeteraspecten per buurtcombinatie (als percentage van het aantal respondenten). Telt niet op tot 100 procent, omdat meerdere antwoorden mogelijk zijn (WiA, 2003) 6.6a Verbeteringen 6.6a onderhoud/ m.b.t. bestaande verbeteren woningen Verbeteringen 6.6b nieuwbouw meer m.b.t. woningen) oude (sloop Verbeteringen 6.6c en onderhoud m.b.t. schoonhouden ruimte openbare Verbeteringen 6.6d inrichting andere m.b.t. ruimte openbare Verbeteringen 6.6e meer/betere m.b.t. buurtvoorzieningen Verbeteringen 6.6f meer/beter m.b.t. vervoer openbaar Verbeteringen 6.6g meer m.b.t. parkeergelegenheid Verbeteringen 6.6h veiligheid m.b.t. A00 23,4 5,6 51,4 23,4 13,1 1,9 34,6 60,7 A01 23,4 3,9 47,7 22,7 13,3 3,1 41,4 39,1 A02 7,7 2,0 43,3 10,9 5,3 4,9 40,9 23,9 A03 7,4 0,8 50,8 19,7 9,0 0,8 42,6 23,0 A04 9,5 2,0 43,7 20,6 12,7 5,6 38,9 28,2 A05 16,4 3,5 38,1 15,0 9,3 10,2 36,7 24,8 A06 19,1 5,9 47,9 12,3 6,4 11,9 36,0 12,7 A07 15,7 2,1 38,8 16,9 7,9 4,1 31,8 16,9 A08 14,7 2,6 35,3 20,3 23,7 9,9 18,1 19,8 A09 24,6 8,5 31,7 20,1 42,9 20,5 15,2 27,7 C13(B10/B11/C12) 44,8 17,5 49,7 28,2 21,8 25,5 21,5 30,4 C14 35,9 14,0 43,1 23,5 17,4 19,6 33,9 28,9 C16/C15 26,3 11,9 36,7 16,2 12,5 8,6 30,9 24,2 D17 36,4 12,0 56,9 17,8 5,3 3,1 31,6 25,8 D18 51,8 18,9 49,8 32,1 11,6 2,8 33,3 27,3 D19 39,8 11,3 47,2 18,6 7,4 3,9 39,8 21,2 D20/D22 20,6 2,1 45,5 15,0 7,3 9,0 51,9 13,7 D21 27,4 3,5 46,1 18,7 10,4 17,4 63,9 13,5 G31 49,6 25,8 62,2 23,2 20,2 5,0 34,3 58,1 G32(G34) 31,7 24,4 41,6 14,5 24,8 8,9 24,1 52,1 G33 3,6 0,8 30,2 19,3 26,8 22,7 54,7 14,3 H37(H36) 40,5 23,9 51,0 19,6 19,9 5,6 23,9 41,2 H38 46,2 20,2 51,6 13,4 12,8 3,0 35,0 43,4 H39 41,1 35,9 50,9 19,0 19,3 8,6 22,1 47,5 J40 37,4 14,2 50,7 18,5 14,7 3,8 48,3 29,9 J41 27,3 15,6 54,6 6,8 8,3 3,9 44,4 35,1 J42 36,6 20,0 52,7 13,2 11,7 3,9 28,3 32,2 J43 23,9 8,3 49,3 12,2 14,6 5,4 35,6 22,0 N60 30,1 13,0 39,4 9,7 26,9 9,7 16,2 28,7 N61 21,3 12,0 53,2 19,9 25,9 23,1 21,8 37,0 N62/N63 18,2 2,3 35,0 10,5 10,9 12,3 21,8 26,8 N65 19,9 9,2 50,0 15,0 23,3 11,7 18,9 21,4 N66/N67 13,5 4,1 54,1 11,5 10,2 9,0 33,2 23,0 N68 27,1 23,2 49,8 13,3 11,8 6,9 5,4 40,9 N69 30,3 6,3 56,6 11,3 10,9 7,7 6,3 31,2 N70(N71) 22,8 14,9 58,9 9,4 17,3 8,9 22,8 32,7 N73/N72/N64 7,0 2,6 50,2 10,6 11,9 33,0 28,6 13,2 P76 25,6 25,6 54,2 11,8 15,8 7,4 22,7 53,7 P77 35,3 25,6 55,0 12,5 15,6 7,8 13,8 47,5 P78(P75) 35,0 33,1 53,0 17,4 23,7 10,1 18,6 44,2 P79 7,7 8,7 35,6 13,5 26,9 19,2 33,7 34,6 Q81 26,0 26,0 34,7 11,4 11,9 7,8 10,0 41,1 Q82 28,6 32,5 40,3 12,6 20,9 16,0 21,4 41,7 Q83 25,4 22,3 40,6 21,3 11,2 14,7 22,8 53,8 Q84/Q80 5,3 1,9 36,8 17,2 17,2 13,9 43,1 45,0 R85 19,4 15,1 35,3 5,8 15,1 13,7 21,2 42,1 R86 33,2 29,2 53,4 13,4 24,5 9,9 25,3 63,6 R87 22,8 22,8 46,3 14,9 17,1 5,0 30,6 46,6 R88 4,6 0,4 44,5 8,7 14,4 8,4 31,9 25,9 T93 28,5 22,0 50,5 19,0 23,5 15,5 22,5 56,5 T94 18,6 14,9 42,3 9,3 20,1 15,5 17,0 42,8 T95 14,4 0,6 34,3 6,6 32,0 18,2 37,6 40,9 T96(T92) 21,2 6,9 42,4 13,3 13,8 14,8 11,8 34,5 T97 18,5 4,0 52,4 16,7 17,6 8,4 26,4 40,5 T98 17,9 21,4 39,3 12,5 23,2 73,2 26,8 12,5 U27 38,4 13,3 55,9 29,9 17,5 4,3 28,4 32,2 U28 38,4 16,7 57,1 18,4 11,0 3,7 33,1 31,4 U29 26,1 14,9 53,2 17,6 10,4 4,5 29,3 44,6 U30 40,5 19,4 48,5 17,2 11,9 10,1 23,8 43,2 U55/U58 24,6 10,3 33,3 10,8 21,8 8,0 21,8 22,3 U56 13,0 1,3 39,8 13,0 11,7 16,0 25,1 19,5 U57 33,0 5,6 35,5 10,7 40,1 19,8 13,7 23,4 V24 31,9 5,9 55,9 16,7 4,4 3,0 43,7 17,0 V25 39,5 10,0 60,5 17,5 3,0 6,0 41,5 21,5 V26 26,3 8,8 47,0 10,1 14,7 8,3 18,9 35,5 V44 24,7 5,7 48,9 12,3 7,5 6,2 54,2 18,9 V45 26,2 1,2 54,8 22,6 6,5 13,1 46,4 16,7 V46 8,5 0,5 51,3 10,1 3,7 7,4 36,5 11,6 V47/V50 6,8 1,4 50,2 17,2 4,5 2,3 38,5 10,0 V48 26,3 5,4 39,7 15,1 17,0 7,1 18,9 19,9 V49 4,1 0,4 44,6 5,9 4,8 7,7 29,5 12,9 W52 15,7 4,3 37,0 9,6 4,8 8,3 47,0 11,7 W53 26,3 8,8 51,2 16,1 9,2 4,1 25,3 23,0 W54 16,7 5,7 32,9 11,4 8,3 3,9 45,2 15,4 W90/W59 12,2 3,3 36,2 5,2 8,5 13,3 24,0 14,4 W91 10,1 5,0 35,3 7,8 6,0 45,0 15,1 17,4 Amsterdam totaal 25,2 11,9 46,0 15,3 15,0 10,4 29,7 30,7

113 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

114 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bijlage 2 Gegevens per (samengevoegde) buurtcombinatie uit Wonen in Amsterdam 2001

115 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

116 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B2.1: Gemiddelde rapportcijfers voor totaaloordeel, rapportcijfer woning, rapportcijfer woonomgeving (WiA, 2001) Staat van onder- van Staat 77 (samengestelde) 77 buurtcombinaties Totaaloordeel 6.1 woonomgeving over Tevredenheid 2.7 totaal woning staat Beoordeling 2.8 woning onderhoud van Beoordeling 6.2/1 buurt woningen Beoordeling 6.2/2 woonomg. inrichting Beoordeling 6.2/3 groenvoorziening onder- van Staat 6.3/1 schoon- het en houd woningen van houden onder- van Staat 6.3/2 schoon- het en houd en straten van houden stoepen 6.3/3 houd en het schoonhouden het en houd groenvoorzieningen van A00 6,78 7,47 6,89 7,51 6,59 4,41 6,45 5,22 4,55 A01 6,98 7,45 6,78 7,30 6,58 4,32 6,43 5,49 4,62 A02 8,26 7,79 6,92 8,58 7,73 6,35 7,73 6,31 6,34 A03 7,85 7,93 6,92 8,15 7,38 5,99 7,47 5,93 5,92 A04 7,72 7,71 6,89 7,39 6,87 5,52 6,73 5,69 5,51 A05 7,72 7,42 6,89 7,38 7,07 5,89 6,85 6,17 5,91 A06 7,92 7,09 6,41 7,35 6,85 5,37 6,67 6,01 5,48 A07 7,88 7,62 6,86 7,52 7,04 6,03 6,88 6,10 5,98 A08 8,00 7,45 6,89 7,34 6,90 6,69 7,02 6,61 6,46 A09 7,27 7,25 7,14 6,60 6,67 6,36 6,55 6,24 6,30 C13(B10/B11/C12) 6,43 6,59 6,18 6,02 6,01 5,83 5,89 5,50 5,70 C14 6,50 6,72 6,56 5,85 5,86 5,73 5,95 5,64 5,79 C16/C15 6,85 6,98 6,77 6,24 6,36 5,94 6,33 5,97 6,07 D17 7,18 7,02 6,17 6,69 6,36 5,54 6,28 5,50 5,55 D18 6,11 6,09 5,38 5,59 5,55 4,74 5,58 5,25 5,01 D19 7,19 6,75 6,32 6,19 6,15 5,67 5,97 5,28 5,65 D20/D22 7,56 7,31 6,60 6,99 6,61 6,41 6,48 5,49 6,26 D21 7,40 6,86 6,25 6,58 6,47 6,64 6,27 5,39 6,15 G31 5,44 5,89 5,43 5,29 5,12 4,72 5,05 4,62 4,81 G32(G34) 5,94 6,28 5,96 5,51 5,83 6,29 5,45 5,18 5,99 G33 7,28 8,00 8,28 7,55 6,86 4,98 7,43 6,49 5,79 H37(H36) 5,52 6,39 6,08 5,49 5,49 5,63 5,70 5,37 5,62 H38 5,78 6,49 5,95 5,63 5,65 6,12 5,62 5,18 5,64 H39 5,00 5,84 5,88 5,17 5,09 5,71 5,05 4,71 5,40 J400/401 6,53 6,97 6,33 6,29 6,13 6,00 6,19 5,92 5,96 J402/403 5,48 6,21 5,83 5,40 5,15 4,67 5,10 4,62 4,72 J41 6,09 6,47 6,11 6,25 6,12 5,95 6,20 5,36 5,88 J42 6,11 6,28 6,14 5,88 6,00 6,01 5,92 5,56 5,92 J43 6,80 6,84 6,29 6,44 6,57 6,63 6,43 6,22 6,50 N60 7,00 6,83 6,33 6,70 6,75 6,90 6,43 5,95 6,29 N61 6,55 6,92 6,59 6,80 6,65 6,65 6,59 6,04 6,35 N62/N63 7,51 7,10 6,59 7,34 7,26 7,15 6,68 5,83 6,18 N65 7,32 7,30 6,71 7,01 7,03 6,82 6,55 5,94 6,35 N66/N67 7,68 8,04 7,59 7,00 7,08 7,17 6,81 5,98 6,44 N68 6,02 6,50 6,38 5,63 6,05 6,95 5,75 5,62 6,38 N69 7,22 7,62 7,16 6,62 6,89 7,57 6,48 6,05 6,92 N70(N71) 6,90 7,64 7,24 6,78 6,90 7,35 6,30 6,04 6,54 N73/N72/N64 8,25 8,39 7,48 7,71 7,64 7,66 7,41 5,97 6,58 P76 6,46 6,77 6,91 6,17 6,39 6,85 6,28 6,11 6,51 P77 6,51 6,74 6,52 5,96 6,46 7,04 6,02 5,81 6,46 P78(P75) 6,13 6,28 5,78 5,83 6,17 6,62 5,51 5,73 6,23 P79 7,39 8,19 8,15 7,38 7,45 7,44 7,39 7,09 7,34 Q81 6,95 7,29 7,02 6,28 6,67 7,16 6,29 6,29 6,86 Q82 5,81 6,58 6,40 5,64 5,83 6,74 5,55 5,58 6,60 Q83 6,47 7,39 7,09 6,21 6,41 6,77 6,19 5,89 6,29 Q84/Q80 7,24 8,10 8,14 7,05 6,70 6,41 7,27 6,66 6,52 R85 6,74 7,52 7,22 6,49 6,73 7,22 6,69 6,06 6,67 R86 5,29 6,77 6,55 5,10 5,39 6,55 5,28 5,12 6,14 R87 6,36 7,40 7,16 5,92 6,20 6,63 6,07 5,62 6,34 R88 7,65 8,09 8,03 7,22 7,17 6,95 7,17 6,36 6,75 T93 5,43 6,14 5,94 5,55 5,64 5,96 5,23 5,04 5,63 T94 5,94 6,87 6,55 5,95 6,05 6,75 5,67 5,28 6,07 T95 7,48 7,60 6,94 7,16 7,44 8,21 7,11 6,85 7,38 T96(T92) 6,52 7,53 7,20 6,32 6,35 6,95 6,35 5,75 6,28 T97 6,95 7,52 7,15 6,61 6,88 7,32 6,53 5,68 6,44 T98 7,67 7,90 7,44 7,18 7,15 7,00 6,92 6,28 6,96 U27 6,69 6,78 5,91 6,23 5,88 5,61 5,78 5,54 5,47 U28 6,26 6,84 6,39 5,93 5,84 6,01 5,81 5,11 5,68 U29 6,52 6,61 6,47 6,07 5,93 5,86 6,05 5,62 5,77 U30 5,65 6,60 6,36 5,85 5,57 5,57 5,77 5,07 5,28 U55 7,69 7,39 6,92 6,86 7,09 7,40 6,94 6,70 7,05 U56 8,01 7,53 6,83 7,35 7,35 7,57 7,14 6,52 7,04 U57/U58 7,60 7,24 6,68 6,94 6,95 6,81 6,71 6,20 6,55 V24 7,43 6,78 5,92 6,69 6,53 5,97 6,05 5,30 5,84 V25 7,25 6,77 6,01 6,33 6,40 5,53 6,02 5,38 5,59 V26 7,00 6,84 6,25 7,05 6,69 6,34 6,69 6,03 6,12 V44 7,57 7,29 6,59 6,94 6,98 6,69 6,65 6,15 6,43 V45 7,48 6,97 6,77 6,60 6,45 6,35 6,49 5,40 5,89 V46 7,88 7,89 6,97 7,65 7,32 7,37 7,14 6,18 6,72 V47/V50 8,27 7,87 7,24 7,94 7,47 7,28 7,42 6,51 6,74 V48 7,31 6,92 6,41 7,07 7,00 6,93 6,74 6,19 6,44 V49 8,40 8,22 7,37 8,10 7,86 7,56 7,64 6,69 7,01 W52 7,89 7,31 6,56 7,33 7,25 7,03 6,97 6,46 6,76 W53 7,17 6,80 5,94 6,86 6,80 6,55 6,42 5,90 6,32 W54 7,68 6,93 6,32 7,03 6,94 7,04 6,87 6,52 6,74 W90/W59 7,78 7,74 7,34 7,04 7,25 7,62 7,09 6,22 6,77 W91 7,68 7,81 7,48 6,88 7,01 7,43 7,10 6,46 7,02 Amsterdam totaal 6,89 7,08 6,65 6,55 6,51 6,43 6,36 5,83 6,16

117 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B2.2: Gemiddelde rapportcijfers voor voorzieningen, omgang tussen groepen en betrokkenheid bij de buurt (WiA, 2001) 77 (samengestelde) 77 buurtcombinaties Aanbod 6.4/1 parkeervoorzieningen Aanbod 6.4/2 vervoer openbaar Aanbod 6.4/3 buurtvoorzieningen omgang Beoordeling 6.6 groepen verschillende Beoordeling 6.7 buurt betrokkenheid A00 3,51 8,05 6,83 6,37 6,16 A01 4,06 8,55 6,86 6,36 5,46 A02 4,12 7,59 7,18 7,22 6,06 A03 4,06 7,58 6,98 6,97 5,84 A04 4,78 7,49 7,19 6,93 6,31 A05 5,17 6,93 7,57 6,97 6,32 A06 4,76 7,05 7,25 6,87 6,26 A07 4,81 7,88 7,24 7,00 6,21 A08 5,99 7,71 6,06 6,85 6,00 A09 6,85 6,52 5,94 6,65 5,98 C13(B10/B11/C12) 5,77 6,64 6,07 6,25 5,60 C14 5,05 6,39 6,50 6,38 5,96 C16/C15 5,45 7,10 6,84 6,33 5,52 D17 5,43 7,81 7,57 6,61 5,72 D18 5,18 7,44 7,43 6,19 5,02 D19 5,15 7,53 7,76 6,50 5,55 D20/D22 4,81 7,40 7,46 6,88 5,81 D21 4,36 7,34 7,03 6,62 5,43 G31 5,40 7,45 6,87 5,51 4,52 G32(G34) 5,53 7,46 6,86 5,61 4,47 G33 5,28 6,19 6,01 6,94 6,45 H37(H36) 5,02 7,16 6,54 5,65 4,52 H38 5,05 7,41 6,96 5,66 4,61 H39 5,58 6,95 6,37 5,41 4,38 J400/401 4,17 7,41 7,09 6,34 5,23 J402/403 4,46 7,26 6,56 5,44 4,51 J41 4,74 7,44 7,12 6,00 4,85 J42 4,47 7,08 6,89 5,83 4,87 J43 4,28 7,12 6,28 6,41 5,21 N60 6,79 7,26 6,39 6,73 5,73 N61 6,83 6,86 6,64 6,36 5,57 N62/N63 6,61 6,95 6,91 7,15 6,59 N65 6,99 7,12 5,97 6,87 6,38 N66/N67 5,62 7,41 6,79 7,05 6,16 N68 7,38 7,24 7,39 5,94 4,83 N69 7,70 7,56 7,86 6,62 5,89 N70(N71) 7,06 7,50 7,08 6,68 5,97 N73/N72/N64 6,56 5,41 5,46 7,71 7,43 P76 6,59 7,36 7,11 6,16 5,33 P77 6,70 7,08 6,72 6,15 5,26 P78(P75) 6,23 6,60 6,13 5,94 4,92 P79 6,25 6,56 5,47 6,89 6,13 Q81 7,26 7,45 7,59 6,36 5,50 Q82 6,91 6,56 6,67 5,62 4,86 Q83 6,74 7,07 7,10 6,17 5,63 Q84/Q80 5,26 5,29 6,31 6,77 6,15 R85 6,67 7,37 6,72 6,52 5,63 R86 6,34 6,96 5,76 5,52 4,74 R87 5,63 7,57 6,61 6,03 5,21 R88 5,81 7,28 7,08 6,98 6,12 T93 6,39 7,17 6,63 5,53 4,60 T94 6,30 6,82 5,99 5,83 5,42 T95 6,01 7,03 5,41 6,85 6,27 T96(T92) 6,74 7,30 6,81 6,19 5,24 T97 6,64 7,28 6,88 6,42 5,55 T98 5,73 3,89 5,37 7,38 6,94 U27 5,89 7,57 6,37 6,35 5,73 U28 4,90 7,63 7,02 6,14 5,06 U29 5,82 7,73 7,49 6,22 5,23 U30 5,43 6,60 6,51 5,63 4,80 U55 6,95 7,59 5,85 7,00 6,49 U56 7,24 7,17 7,55 7,26 6,62 U57/U58 6,73 6,86 5,21 6,86 6,20 V24 4,15 7,64 7,76 6,80 5,88 V25 4,73 7,42 7,79 6,45 5,27 V26 6,11 7,15 7,40 6,33 5,37 V44 4,68 7,33 6,96 6,89 5,91 V45 4,86 7,28 7,45 6,50 5,74 V46 5,90 7,53 7,43 7,05 6,13 V47/V50 5,48 7,89 7,58 7,10 6,58 V48 6,53 7,30 6,98 6,48 5,77 V49 6,34 7,44 7,62 7,25 6,16 W52 5,07 7,27 7,27 7,01 5,94 W53 5,72 7,72 7,53 6,40 5,55 W54 5,86 7,45 7,55 6,77 5,77 W90/W59 6,76 7,15 7,32 7,17 6,28 W91 6,88 5,67 7,38 6,97 6,30 Amsterdam totaal 5,77 7,17 6,82 6,44 5,61

118 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B2.3: Gemiddelde rapportcijfers voor overlastaspecten en veiligheid (WiA, 2001) Overlast horeca etc. horeca Overlast 77 (samengestelde) 77 buurtcombinaties buren Overlast 6.8/1 anderen Overlast 6.8/2 verkeer Overlast 6.8/3 vervuiling Overlast 6.8/4 6.8/5 Overlast 6.8/6 criminaliteit voelen Veilig 6.9/1 overdag voelen Veilig 6.9/2 avond ’s A00 7,45 6,75 5,52 4,70 4,71 4,67 7,87 6,70 A01 6,66 6,69 4,95 4,79 4,62 5,16 8,15 6,53 A02 7,39 7,51 6,34 6,12 6,88 6,18 8,47 7,38 A03 7,34 7,42 5,93 5,75 6,40 6,00 8,31 6,98 A04 7,02 7,12 6,03 5,59 6,59 5,83 8,11 6,98 A05 6,85 7,12 6,07 5,61 6,90 6,17 8,28 7,09 A06 6,66 7,03 5,98 5,61 7,10 6,51 8,39 7,36 A07 6,90 6,96 6,13 5,74 7,06 6,46 8,55 7,49 A08 7,07 7,49 6,16 6,11 7,99 6,67 8,52 7,48 A09 6,72 6,65 6,75 6,00 7,71 6,36 8,32 7,16 C13(B10/B11/C12) 6,16 6,34 6,19 5,61 7,24 6,43 8,10 7,03 C14 6,47 6,36 6,14 5,62 7,35 6,01 7,96 6,80 C16/C15 6,44 6,82 6,40 5,95 7,60 6,28 7,88 6,92 D17 6,20 7,14 6,05 5,37 7,15 6,27 8,03 6,92 D18 6,18 6,12 5,48 4,92 6,80 5,81 7,84 6,30 D19 6,64 6,77 6,12 5,48 7,71 6,13 8,13 6,99 D20/D22 6,62 7,07 5,95 5,36 7,49 6,49 8,38 7,45 D21 6,26 6,81 6,04 5,34 7,55 6,76 8,49 7,32 G31 5,94 5,71 5,45 4,51 6,41 4,93 7,09 5,41 G32(G34) 6,14 6,18 6,45 5,10 7,15 5,43 7,27 5,78 G33 7,70 7,41 6,95 6,83 8,85 7,24 8,80 7,84 H37(H36) 6,20 6,12 6,02 5,22 7,47 5,33 7,31 5,81 H38 6,65 6,19 6,20 4,99 7,22 5,22 7,20 5,56 H39 6,06 6,03 5,68 4,21 6,90 5,29 6,90 5,19 J400/401 6,01 6,37 5,84 5,54 7,26 6,04 8,20 6,98 J402/403 5,98 5,67 5,03 4,53 6,68 5,33 7,31 5,81 J41 6,47 6,38 5,87 5,19 7,25 6,06 7,69 6,25 J42 6,12 6,25 5,90 5,12 7,11 5,80 7,62 6,25 J43 6,63 6,81 6,68 6,01 7,58 6,41 8,10 6,86 N60 7,41 7,42 6,97 6,17 8,48 6,79 7,76 6,68 N61 7,59 7,62 7,40 6,05 8,77 6,87 7,61 6,46 N62/N63 7,28 7,11 6,77 6,57 8,41 6,83 8,15 7,22 N65 7,44 6,92 6,41 5,73 8,34 7,02 8,10 7,19 N66/N67 7,60 7,31 6,72 6,34 8,84 7,03 8,22 7,27 N68 6,19 5,92 6,54 5,50 7,28 6,11 7,55 6,06 N69 6,77 6,53 6,73 5,84 7,88 6,62 8,10 6,69 N70(N71) 6,34 6,45 6,34 5,54 7,38 6,35 7,77 6,47 N73/N72/N64 7,97 7,84 6,68 7,09 8,57 7,49 8,89 8,19 P76 6,46 6,18 6,25 5,93 7,40 5,89 7,63 6,11 P77 6,42 6,02 5,85 5,38 7,04 5,58 7,50 5,89 P78(P75) 6,44 5,87 5,86 5,26 7,03 5,59 7,20 5,88 P79 7,11 6,96 6,77 6,95 8,24 7,07 8,28 7,23 Q81 6,87 6,15 6,06 5,93 7,64 5,88 7,67 6,07 Q82 5,95 5,96 6,25 5,46 7,78 5,29 7,26 5,42 Q83 7,17 6,40 7,13 6,23 8,51 4,83 7,22 5,07 Q84/Q80 7,77 7,12 6,86 6,52 8,73 6,79 8,19 6,99 R85 7,06 6,37 6,43 6,02 7,68 5,39 7,37 5,65 R86 6,92 6,02 5,71 4,90 7,75 4,39 6,60 4,53 R87 6,83 6,24 6,06 5,70 8,02 5,18 7,50 5,63 R88 7,33 7,05 6,58 6,51 8,57 7,16 8,47 7,64 T93 6,10 5,92 6,40 4,65 7,50 5,07 6,99 5,29 T94 6,57 6,25 6,97 4,97 7,55 4,97 6,54 4,98 T95 7,80 7,87 7,42 6,87 8,84 6,20 7,82 5,88 T96(T92) 7,01 6,29 6,85 5,62 8,34 6,24 7,68 5,86 T97 6,87 6,59 7,32 5,71 8,13 6,45 7,90 6,45 T98 7,22 7,14 6,84 6,89 8,31 7,33 8,76 8,23 U27 6,75 7,03 6,22 5,56 7,35 5,60 7,94 6,42 U28 6,73 6,79 5,91 5,01 7,37 6,06 7,69 6,48 U29 6,54 6,27 5,78 5,22 6,79 5,54 7,78 6,11 U30 6,34 5,99 6,05 4,95 7,36 5,20 7,42 6,01 U55 7,30 7,55 6,77 6,83 8,92 6,98 8,30 7,11 U56 7,63 7,97 6,93 6,93 8,82 6,88 8,54 7,63 U57/U58 7,24 6,97 6,80 6,83 8,21 6,33 8,14 6,98 V24 6,40 6,98 5,76 5,05 6,95 6,43 8,43 7,34 V25 6,43 6,84 6,44 5,27 7,64 6,52 8,22 7,18 V26 6,18 6,51 6,44 5,60 7,88 6,38 8,08 6,88 V44 6,89 7,29 6,18 5,95 7,97 6,87 8,39 7,52 V45 6,21 6,67 6,06 5,33 7,64 6,70 8,21 7,41 V46 6,82 7,53 5,93 6,01 8,02 7,26 8,41 7,60 V47/V50 7,57 8,10 6,52 6,44 8,67 7,47 8,51 7,58 V48 6,56 6,98 6,50 6,40 8,21 7,07 8,32 7,40 V49 6,90 7,55 6,52 6,57 8,36 7,23 8,67 7,81 W52 6,81 7,66 6,82 6,90 8,42 7,48 8,38 7,51 W53 6,76 7,02 6,51 5,76 7,96 6,81 8,14 7,31 W54 6,93 7,39 6,98 6,61 8,14 7,18 8,35 7,42 W90/W59 7,66 8,02 6,44 6,52 8,95 7,09 8,24 6,77 W91 7,75 7,80 6,91 6,85 8,84 7,34 8,23 7,15 Amsterdam totaal 6,77 6,75 6,32 5,74 7,67 6,18 7,91 6,63

119 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

Tabel B2.4: Gemiddelde rapportcijfers voor ontwikkeling buurt in het afgelopen jaar, totaal en per aspect (WiA, 2001) 77 (samengestelde) 77 buurtcombinaties Oordeel 6.10 buurtontwikkeling Ontwikkeling 6.11/1 woningen kwaliteit Ontwikkeling 6.11/2 ruimte openbare Ontwikkeling 6.11/3 buurtvoorziening Ontwikkeling 6.11/4 parkeervoorziening Ontwikkeling 6.11/5 vervoer openbaar Ontwikkeling 6.11/6 straat veiligheid Ontwikkeling 6.11/7 bewoners omgang

A00 6,02 6,32 5,75 5,61 4,01 5,98 5,34 6,00 A01 5,74 6,17 5,83 5,30 4,32 6,05 5,20 5,70 A02 6,44 6,71 6,03 5,80 4,20 6,03 5,59 6,09 A03 6,40 6,70 5,83 5,65 4,22 5,90 5,59 6,08 A04 6,53 6,55 6,04 5,93 4,68 5,98 5,73 5,93 A05 6,85 6,61 6,14 5,98 4,71 6,02 5,76 6,03 A06 6,27 6,32 5,82 5,77 4,54 6,03 5,51 5,86 A07 6,33 6,43 5,83 5,79 4,48 6,12 5,75 6,13 A08 6,60 6,61 5,90 5,72 5,42 5,79 5,83 6,06 A09 6,32 6,19 5,79 5,71 5,38 5,48 5,54 5,97 C13(B10/B11/C12) 5,64 5,52 5,58 5,38 5,18 5,71 5,73 5,63 C14 6,89 6,79 6,19 5,83 4,85 5,55 5,77 5,93 C16/C15 6,32 6,35 5,97 5,80 5,18 5,95 5,67 5,95 D17 6,08 6,15 5,74 5,80 4,87 6,22 5,69 5,98 D18 5,78 5,60 5,60 5,58 4,72 5,83 5,18 5,56 D19 6,13 6,27 5,87 6,07 5,13 6,12 5,61 5,72 D20/D22 6,66 6,57 5,89 5,79 4,55 5,82 5,83 6,02 D21 6,58 6,53 5,85 5,74 4,05 5,72 5,75 5,92 G31 5,26 5,25 5,22 5,18 4,83 6,11 4,88 5,24 G32(G34) 5,28 5,91 5,55 5,39 4,97 6,32 5,00 5,20 G33 7,11 7,03 6,45 6,27 5,13 6,13 6,17 6,33 H37(H36) 5,10 5,48 5,62 5,46 4,64 5,96 4,97 5,27 H38 5,48 5,49 5,76 5,59 4,65 5,92 4,95 5,24 H39 4,38 4,89 4,94 5,09 5,30 6,05 4,73 4,96 J400/401 6,09 6,22 6,01 5,79 4,13 5,99 5,67 5,78 J402/403 5,24 5,56 5,34 5,27 4,41 5,80 5,02 5,21 J41 6,44 6,40 6,49 6,20 4,76 6,06 5,76 5,79 J42 6,44 5,93 6,21 5,95 4,44 5,95 5,57 5,63 J43 6,12 5,92 5,91 5,66 4,12 5,91 5,62 5,80 N60 5,15 5,18 5,04 5,05 5,07 5,27 5,09 5,13 N61 4,77 5,12 4,92 5,06 5,12 5,18 4,73 4,88 N62/N63 5,84 5,82 5,52 5,73 5,47 5,68 5,69 5,93 N65 5,81 6,07 5,66 5,54 5,88 5,99 5,84 6,02 N66/N67 5,65 6,12 5,60 5,72 4,85 6,09 5,82 6,05 N68 4,59 5,25 5,35 5,58 6,28 6,06 5,10 5,14 N69 5,42 5,99 5,92 5,76 6,36 6,12 5,63 5,84 N70(N71) 4,95 5,67 5,43 5,44 5,66 5,82 5,32 5,56 N73/N72/N64 6,62 6,92 5,76 5,60 5,50 4,77 6,09 6,47 P76 5,56 5,85 5,86 5,86 5,61 6,08 5,30 5,75 P77 5,10 5,42 5,54 5,59 5,46 5,86 5,03 5,66 P78(P75) 4,89 5,00 5,09 5,23 5,40 5,63 5,05 5,61 P79 6,57 6,56 6,33 5,93 5,63 5,73 6,12 6,51 Q81 5,48 5,77 5,88 6,01 5,95 6,23 5,33 6,01 Q82 4,65 5,18 5,46 5,17 5,99 5,70 4,71 5,23 Q83 4,90 6,04 5,78 5,82 5,76 5,71 4,61 5,94 Q84/Q80 6,41 6,72 6,16 6,29 5,10 5,78 5,79 6,48 R85 5,45 6,18 5,84 5,83 5,55 6,39 5,02 5,88 R86 4,51 5,26 5,12 5,03 5,27 5,98 4,30 5,21 R87 5,07 5,93 5,64 5,67 4,84 6,41 4,94 5,52 R88 6,30 6,38 6,00 6,07 5,05 6,16 5,87 6,26 T93 5,27 5,53 5,19 5,37 5,38 6,09 4,76 5,05 T94 5,33 5,80 5,46 5,35 5,62 5,93 4,62 5,49 T95 5,84 5,88 5,99 5,78 5,32 5,78 5,22 5,93 T96(T92) 5,26 5,99 5,44 5,46 5,75 6,13 5,11 5,57 T97 5,35 6,04 5,49 5,52 5,63 5,95 5,38 5,72 T98 6,51 6,46 5,92 5,49 4,88 4,22 6,61 6,76 U27 6,05 5,95 5,43 5,36 5,17 5,90 5,58 5,93 U28 6,06 6,12 5,70 5,52 4,33 5,82 5,33 5,62 U29 5,93 6,15 5,88 5,92 5,16 6,31 5,35 5,60 U30 5,63 6,13 5,77 5,64 5,16 5,71 5,10 5,26 U55 6,17 6,13 6,04 5,65 5,70 6,27 5,91 6,25 U56 6,28 6,23 5,94 5,82 5,67 5,84 5,62 6,30 U57/U58 6,15 6,13 5,83 5,74 5,89 6,01 5,96 6,45 V24 6,67 6,39 5,92 6,00 4,37 5,97 5,77 5,87 V25 6,32 6,23 5,80 5,99 4,55 5,94 5,71 5,83 V26 5,72 5,86 5,72 5,94 5,46 5,98 5,51 5,79 V44 6,61 6,38 6,06 5,81 4,40 5,89 5,72 6,10 V45 6,62 6,74 6,29 6,13 4,25 5,84 5,91 5,81 V46 6,39 6,44 6,23 6,02 4,97 6,06 5,86 5,96 V47/V50 6,82 6,96 6,35 6,13 5,24 6,39 6,16 6,46 V48 5,87 5,95 5,81 5,85 5,39 6,03 5,61 5,87 V49 6,45 6,47 6,12 6,01 4,99 5,82 5,82 6,19 W52 6,22 6,22 6,07 5,82 4,44 6,03 5,87 6,08 W53 5,84 6,02 5,76 5,95 4,97 6,32 5,98 5,70 W54 6,39 6,47 6,12 6,10 5,17 6,27 5,90 6,17 W90/W59 6,13 6,46 6,02 5,99 5,14 5,78 5,91 6,39 W91 6,19 6,33 6,04 5,99 5,63 4,88 6,06 6,40 Amsterdam totaal 5,85 6,04 5,77 5,69 5,09 5,92 5,46 5,79

120 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bijlage Enquête Wonen in Amsterdam 2003

121 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

122 Wonen in Amsterdam

De Dienst Wonen wil graag weten hoe Amsterdammers denken over hun woning en over de kosten van wonen in Amsterdam. Ook wil zij graag weten hoe Amsterdammers denken over hun woonomgeving en de leefbaarheid in hun buurt.Vandaar deze enquête. De enquête is bedoeld voor hoofdbewoners. U bent steekproefgewijs gekozen. De vragenlijst mag ook worden ingevuld door de eventuele andere hoofdbewoner.

Wij vragen u het juiste antwoord in te vullen of het juiste cijfer te omcirkelen.

Laat deze unieke kans om uw mening te geven niet voorbij gaan. De gegevens van deze enquête worden vertrou- welijk en anoniem behandeld. Het onderzoeksbureau O+S, dat het onderzoek voor de Dienst Wonen uitvoert, draagt de uiteindelijke onderzoeksresultaten zonder naam en adres over aan de Dienst Wonen.

Wij verzoeken u de vragenlijst in bijgaande portvrije antwoordenvelop terug te zenden. Stuurt u de lijst liefst zo snel mogelijk op, graag binnen 14 dagen.

Woongeschiedenis 1.1 1.3 1Sinds welk jaar Sinds Wat was uw vorige 1 op kamers/studentenflat woont u in deze➔ woonsituatie?➔ 2 inwonend bij ouders woning? 3 zelfstandige huurwoning van particulier 1.2 4 zelfstandige huurwoning Waar woonde u 1 in dezelfde buurt van woningbouwvereniging voordat u deze➔ 2 in hetzelfde stadsdeel, 5 koopwoning woning betrok? andere buurt 6 anders, nl. 3 in Amsterdam, ander stadsdeel 4 in de omgeving van Amsterdam 5 elders in Nederland 6 buitenland

Uw woning 2.1 2.3 2In wat voor 1 eengezinswoning Welke overige ruimten 1 keuken/open keuken soort woning➔ 2 etagewoning komen in uw➔ woning 2 badkamer/doucheruimte woont u? 3 maisonnette voor? (U kunt hier 3 tuin/patio/binnenplaats/ 4 seniorenwoning meer dan één ant- dakterras 5 WIBO woord omcirkelen) 4 balkon 6 groepswoning 5 zolder/berging 7 HAT, jongerenwoning 8 woonboot 2.4 9 anders, nl. Is de voordeur van uw 1 ja woonruimte/woning➔ 2 nee 2.2 te bereiken zonder Hoeveel woon- en ...... kamers trappen te hoeven slaapkamers➔ heeft lopen? uw woning in totaal? 2.5 2.11 Zijn in uw woonruimte/ 1 ja Op welke aspecten 1 gevel, dak, dakgoot woning alle ➔vertrekken 2 nee zou uw woning➔ moeten 2 fundering op dezelfde verdieping worden verbeterd? 3 buitenschilderwerk, gelegen? (U kunt hier meer buitenkozijnen dan één antwoord 4 indeling van de woning 2.6 omcirkelen) 5 balkon Wat voor soort 1 gaskachel 6 plafonds, binnenmuren verwarming➔ heeft 2 centrale verwarming 7 lift en andere gemeen- uw woning? met een eigen cv-ketel/ schappelijke installaties moederhaard 8 trappenhuis/galerij 3 collectieve centrale 9 keuken/keukenblok verwarming met 10 toilet individuele meter 11 badkamer, douche 4 collectieve centrale 12 verwarming/isolatie verwarming zonder 13 vochtwering individuele meter 14 geluidsisolatie 5 stadsverwarming 15 ventilatiemogelijkheden 6 anders, nl. 16 beveiliging tegen inbraak 17 overig, nl. 2.7 18 woning is goed ➔ naar 2.13 Heeft u dubbele 1 ja beglazing in➔ uw 2 ja, gedeeltelijk 2.12 woning? 3 nee Als uw woning op 1 ja deze punten➔ wordt 2 nee Bij sommige onderstaande vragen kunt u de rapportcij- verbeterd, voldoet fers 1 t/m 10 aankruisen. Een hoog rapportcijfer betekent uw woning dan aan dat u tevreden bent en een laag cijfer betekent dat u uw woonwensen? ontevreden bent. 2.13 2.8 Heeft u wel eens 1 ja ➔ naar 2.14 Wilt u aangeven in welke mate u tevreden bent over klachten over➔ uw 2 nee ➔ naar 2.15 uw woning?➔ (totaaloordeel) huidige woning 3 niet van toe- gemeld aan de passing ➔ naar 3.1 zeer on- 12345678910 zeer beheerder/verhuurder/VVE? tevreden □□□□□□□□□□ tevreden 2.14 2.9 Zijn de klachten uit- 1 ja, volledig Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw eindelijk naar➔ tevreden- 2 ja, gedeeltelijk woning? ➔ heid verholpen? 3 nee zeer 12345678910 zeer 2.15 slecht □□□□□□□□□□ goed Heeft u wel eens huur- 1 ja ➔ naar 2.16 verhoging geweigerd➔ 2 nee ➔ naar 3.1 2.10 in verband met achter- 3 niet van toe- Kunt u, indien van toepassing, aangeven in hoeverre u stallig onderhoud of passing ➔ naar 3.1 tevreden bent➔ met de onderstaande onderdelen van uw klachten? woning? zeer zeer 2.16 ontevreden tevreden Is uw weigering tot 1 ja 12345678910 huurverhoging➔ uit- 2 nee, maar de klachten het aantal kamers □□□□□□□□□□ eindelijk geaccepteerd? zijn verholpen grootte van de woning □□□□□□□□□□ 3 nee, en de klachten indeling van de woning □□□□□□□□□□ zijn niet verholpen balkon □□□□□□□□□□ berging □□□□□□□□□□ trappenhuis/galerij □□□□□□□□□□ keuken/keukenblok □□□□□□□□□□ toilet □□□□□□□□□□ badkamer/douche □□□□□□□□□□ verwarming/isolatie □□□□□□□□□□ vochtwering □□□□□□□□□□ geluidsisolatie □□□□□□□□□□ ventilatiemogelijkheden □□□□□□□□□□ beveiliging tegen inbraak □□□□□□□□□□ Uw huishouden en het huishoudeninkomen 3.1 3.5 3Uit hoeveel personen bestaat uw personen Hoeveel personen in uw personen huishouden?➔➔(alleen personen mee- huishouden hebben een tellen die in deze woning wonen) eigen (regulier) inkomen? (bijvoorbeeld kinderen met alleen 3.2 een zaterdag- of vakantiebaantje Wilt u hieronder aangeven hoe uw huishouden precies buiten beschouwing laten) is samengesteld?➔ 3.6 personen leeftijd M V Hoeveel bedraagt het C totale netto maandinkomen □□ ➔ uzelf jaar van deze personen bij elkaar? per maand partner/echtgeno(o)t(e) jaar □□ (niet meetellen: vakantiegeld, kind 1 jaar □□ reis- en onkostenvergoedingen) kind 2 jaar □□ kind 3 jaar □□ 3.7 kind 4 jaar □□ Kunt u in onderstaand schema voor de verschillende personen in ➔uw huishouden (maximaal drie) aankruisen aantal overige thuiswonende kinderen welke bronnen van inkomsten zij hebben? aantal overige personen (familie/kostganger e.d.) (per persoon zijn meer antwoorden mogelijk)

3.3 bron van inkomsten uzelf part- 3e per- Wilt u hieronder aankruisen wat het hoogst behaalde ner soon diploma is van u en van uw eventuele partner/echt- ➔ □□ □ geno(o)t(e)? betaalde arbeid (werkgever) uzelf partn./ eigen onderneming □□ □ echtg. freelance arbeid □□ □ uitkering van sociale dienst (ABW/ geen diploma of enkele jaren IOAW/IOAZ/WIK/bijzondere bijstand) □□ □ lagere school □□ uitkering van uitvoeringsinstantie basisonderwijs/lagere school □□ (WAO/Wajong/WAZ/WW/ZW) □□ □ VSO (voortgezet speciaal onderwijs) □□ I/D banen/WIW/WSW □□ □ VBO/LBO (huishoud-, ambacht-, technische uitkering van de Sociale school of interne bedrijfsopleiding), Verzekeringsbank (AOW/ANW) □□ □ MBO-kort □□ kinderbijslag □□ □ leerlingwezen, ULO □□ pensioenfonds(en) □□ □ MAVO, MULO, VMBO □□ lijfrente □□ □ MBO-lang, of interne bedrijfsopleiding VUT/FPU of andere uittredings- op MBO-niveau □□ regeling □□ □ HAVO, VWO, gymnasium, HBS, MMS □□ alimentatie voor uzelf of uw kinderen □□ □ HBO of interne bedrijfsopleiding studiefinanciering/bijdrage van ouders □□ □ op HBO-niveau □□ WO, universiteit □□ 3.8 anders, nl. □□ Rekening houdend met 1 ruim voldoende sla 3.9 over anders, nl. □□ de huidige omstandig-➔ 2 voldoende } heden van mijn/ons 3 niet voldoende 3.4 huishouden vind ik 4 ruim onvoldoende Wilt u hieronder aankruisen wat de voornaamste ‘bezig- het inkomen van mijn/ heid’ is van u➔ en uw eventuele partner/echtgeno(o)t(e)? ons huishouden uzelf partn./ 3.9 echtg. Wat zou voor u/uw ongeveer huishouden wel een □□ ➔ werkend voor loon voldoende inkomen zijn? C (mee)werkend in eigen bedrijf (ook freelance) □□ werkzaam in eigen huishouden □□ per maand werkzaam als vrijwilliger □□ werkzoekend/werkloos □□ schoolgaand/studerend/cursussen □□ vrijetijdsbesteding/hobby’s □□ anders, nl. □□ Bent u eigenaar of huurder van de woning?

1 huurder ➔ naar 4.1 2 eigenaar ➔ naar 5.1

Woonlasten voor huurders

Elk jaar in april/mei krijgt u van uw verhuurder een aankondiging van de huurverhoging. Als u het formulier 4dat u in april/mei 2002 kreeg erbij pakt, kunt u de volgende vragen gemakkelijker beantwoorden.

4.1 4.8 Wat is het totaal aantal 1 punten Wordt er door de verhuurder een bedrag in rekening punten van uw➔ woning 2 weet niet gebracht voor➔ verwarming/gas (bijvoorbeeld bij collec- volgens het woning- tieve verwarming)? Zo ja, hoeveel? waarderingsstelsel? C per 4.2 1 ja, maand Krijgt u individuele 1 ja ➔ naar 4.3 2 nee huursubsidie?➔ 2 nee ➔ naar 4.5 3 weet niet 3 weet niet ➔ naar 4.5 4.3 4.9 Wordt er huursubsidie 1 krijg huursubsidie op Worden er door de verhuurder nog overige kosten op uw eigen➔ rekening rekening gestort door (servicekosten)➔ voor uw woning in rekening gebracht? gestort of in mindering gemeente of rijk Naast de kale huur, watergeld en eventuele verwar- gebracht op de huur? 2 huursubsidie wordt door mings/gaskosten? de verhuurder op de huur C per in mindering gebracht 1 ja, in totaal maand 3 weet niet 2 nee

4.4 4.10 Hoeveel bedraagt de huursubsidie per maand? Hoeveel bedroeg uw laatste rekening van ➔ het energiebedrijf?➔ C per C per 1 maand 1 maand 2 weet niet 2 weet niet

4.5 Naast huursubsidie bestaan er aanvullende regelingen: Welk totaalbedrag betaalt u maandelijks voor uw woning het woonlastenfonds van de Dienst Wonen, de woon- aan de verhuurder?➔ kostentoeslag van de Sociale Dienst en de Vangnet C per Regeling Huursubsidie (VRH) van de gemeentelijke afde- maand ling huursubsidie. Deze regelingen zijn bedoeld voor mensen die een sterke inkomensdaling hebben gehad of 4.6 een huur moeten betalen die boven de huursubsidie- Wat is de kale huur (ook wel nettohuur genoemd) van grens ligt. Ook kunnen deze regelingen de huursubsidie uw woning?➔ Dit is de huur exclusief watergeld, exclusief tijdelijk vervangen. servicekosten en exclu- sief kosten voor verwar- C per 4.11 ming/gas. maand Ontvangt u een bijdrage uit deze regelingen? 1 ja, woonlastenfonds➔ (Dienst Wonen), 4.7 dit bedrag is: Wordt er door de verhuurder watergeld in rekening □ per maand C gebracht? Zo➔ ja, □ per jaar hoeveel? 1 ja, 2 ja, woonkostentoeslag per per C C (Sociale Dienst), maand maand 2 nee 3 ja, VRH (Dienst Wonen), C per 3 weet niet kwartaal 4 nee, geen van drieën Iedereen die in een woning woont waarvan de waarde boven een bepaalde grens ligt, moet Onroerende Zaakbelasting (OZB) betalen. Rond mei van ieder jaar worden de aanslagen voor de OZB verstuurd. 4.12 C Hoeveel bedroeg de 1 naar OZB-aanslag➔ van 2002 2 aanslag is kwijtgescholden 6.1 voor uw woning? 3 geen aanslag gehad 4 weet niet }

Woonlasten voor huiseigenaren

5.1 5.8 5Kunt u aangeven tot welke categorie woningbezitter u Betaalt u erfpacht? behoort? ➔ ➔ 1 lid van coöperatieve flatexploitatie- 1 ja, per half jaar C vereniging 2 ja, per jaar 2 lid van vereniging van eigenaren (VVE/ 3 nee, erfpacht is afgekocht appartementsrecht) 4 nee, betaalt geen erfpacht 3 bezitter van eengezinswoning 5 weet niet naar 5.6 4 eigenaar-bewoner/verhuurder 5 anders, nl. } Iedereen die in een woning woont waarvan de waarde boven een bepaalde grens ligt, moet Onroerende Zaak- 5.2 belasting (OZB) betalen. Rond mei van ieder jaar worden Uit hoeveel leden 1 2 leden de aanslagen voor de OZB verstuurd. bestaat de VVE/➔ 2 3-4 leden coöperatieve 3 5-10 leden 5.9 C vereniging? 4 11-30 leden Hoeveel bedroeg de 1 5 meer dan 30 leden OZB-aanslag➔ van 2002 2 aanslag is kwijtgescholden voor uw woning? 3 geen aanslag gehad 5.3 4 weet niet Hoe vaak komt de 1 niet van toepassing vereniging van➔ 2 weet niet 5.10 C per eigenaren jaarlijks 3 nooit Hoeveel bedroeg uw 1 maand bij elkaar? 4 één keer per jaar laatste rekening➔ van 2 weet niet 5 twee of meer keren per jaar het energiebedrijf? 5.4 5.11 C Betalen de leden van de 1 ja Welk bedrag besteedt 1 vereniging een➔ regel- 2 nee u gemiddeld per jaar gem. per jaar matige bijdrage in het 3 weet niet aan onderhoud aan 2 weet niet onderhoudsfonds? uw woning? 5.5 5.12 C Is het onderhoudsfonds 1 ja Hoe hoog schat u de voldoende om➔ het 2 nee huidige marktwaarde➔ benodigde onderhoud 3 weet niet van uw woning? uit te voeren? 5.6 C Wat zijn uw bruto 1 hypotheek(woon)-➔ per jaar lasten per jaar? 2 niet van toepassing 3 weet niet 5.7 C Wat zijn uw netto 1 hypotheek(woon)-➔ per jaar lasten per jaar? 2 niet van toepassing 3 weet niet Uw woonomgeving

Bij onderstaande vragen kunt u de ‘rapportcijfers’ 1 t/m 6.6 610 aankruisen. Een zeer hoog rapportcijfer betekent dat u Op welke aspecten zou de woonomgeving volgens u zeer tevreden bent en een zeer laag rapportcijfer dat u verbeterd kunnen➔ worden?(U mag hier meer dan één zeer ontevreden bent. antwoord omcirkelen)

6.1 1 onderhoud/verbeteren bestaande Hoe tevreden bent u met uw buurt? (totaaloordeel) woningen ➔ 2 meer nieuwbouw (sloop oude woningen) zeer on- 12345678910 zeer 3 onderhoud en schoon houden straten, tevreden □□□□□□□□□□ tevreden pleinen, groen 4 andere inrichting straten, pleinen en groen 6.2 5 meer/betere buurtvoorzieningen Kunt u aangeven hoe u de onderstaande aspecten van 6 meer/beter openbaar vervoer uw buurt beoordeelt?➔ 7 meer parkeergelegenheid 8 veiligheid zeer zeer 9 anders, nl. lelijk mooi 10 weet niet 12345678910 de woningen in de buurt □□□□□□□□□□ 6.7 de inrichting van Hoe gaan verschillende groepen mensen in uw buurt de woonomgeving □□□□□□□□□□ met elkaar om?➔ de groenvoorziening □□□□□□□□□□ zeer 12345678910 zeer 6.3 onprettig □□□□□□□□□□ prettig Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de onder- staande aspecten➔ in uw buurt? 6.8 Hoe beoordeelt u de betrokkenheid van de buurtbewo- ruim ruim ners bij de buurt?➔ onvoldoende voldoende 12345678910 geen be- 12345678910grote be- de woningen in de buurt □□□□□□□□□□ trokkenheid □□□□□□□□□□trokkenheid straten en stoepen □□□□□□□□□□ de groenvoorziening □□□□□□□□□□ 6.9 Kunt u met 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast 6.4 ondervindt bij➔ de onderstaande categorieën. Een laag Hoe beoordeelt u het schoonhouden van de onderstaan- cijfer betekent dat u veel overlast ondervindt en een de aspecten ➔in uw buurt? hoog cijfer dat u weinig overlast ondervindt. ruim ruim ernstige geen onvoldoende voldoende overlast overlast 12345678910 12345678910 de woningen in de buurt □□□□□□□□□□ buren □□□□□□□□□□ straten en stoepen □□□□□□□□□□ andere groepen de groenvoorziening □□□□□□□□□□ bewoners □□□□□□□□□□ verkeer □□□□□□□□□□ 6.5 vervuiling □□□□□□□□□□ Wat vindt u van het aanbod van onderstaande voorzie- activiteiten als ningen? ➔ prostitutie, horeca en coffeeshops □□□□□□□□□□ ruim ruim criminaliteit □□□□□□□□□□ onvoldoende voldoende 12345678910 parkeervoorzieningen □□□□□□□□□□ openbaar vervoer □□□□□□□□□□ buurtvoorzieningen als winkels, scholen, sportgelegen- heden etc. □□□□□□□□□□ 6.10 6.12 Hoe veilig voelt u zich in uw buurt? Hoe hebben de onderstaande aspecten zich volgens u ➔ het laatste jaar➔ in uw buurt ontwikkeld? zeer zeer onveilig veilig zeer op zeer op 12345678910 achteruit- vooruit- overdag □□□□□□□□□□ gegaan gegaan ’s avonds □□□□□□□□□□ 12345678910 kwaliteit woningen □□□□□□□□□□ 6.11 straten, pleinen, groen □□□□□□□□□□ Hoe heeft de buurt zich volgens u het laatste jaar ontwik- buurtvoorzieningen □□□□□□□□□□ keld? (totaaloordeel)➔ parkeergelegenheid □□□□□□□□□□ openbaar vervoer □□□□□□□□□□ zeer op achter- zeer op voor- veiligheid op straat □□□□□□□□□□ uitgegaan uitgegaan omgang met 12345678910 buurtbewoners □□□□□□□□□□ □□□□□□□□□□

Woonwensen 7. 1 7. 6 7Zou u de woning die u 1 ja ➔ naar 7.2 Wilt u buiten Amster- 1 in Amsterdam ➔ naar 7.7 nu huurt willen➔ kopen? 2 eventueel ➔ naar 7.2 dam gaan wonen➔ of in 2 binnen 20 km 3 nee ➔ naar 7.3 Amsterdam blijven? van Amsterdam ➔ naar 7.9 4 weet niet ➔ naar 7.3 3 elders in 5 niet van toe- Nederland ➔ naar 7.9 passing (voor 4 elders buiten huiseigenaren) ➔ naar 7.3 Nederland ➔ naar 7.9 5 heb geen 7. 2 voorkeur ➔ naar 7.9 Indien u uw huidige C 6 weet niet ➔ naar 7.9 huurwoning➔ zou kunnen kopen, wat voor een 7. 7 koopprijs zou u bereid Wilt u liever in uw 1 bij voorkeur in eigen zijn te betalen? eigen stadsdeel➔ blijven stadsdeel blijven➔ naar 7.9 of naar een ander 2 bij voorkeur naar 7. 3 stadsdeel verhuizen? ander stadsdeel ➔ naar 7.8 Wilt u binnen twee jaar 1 beslist niet ➔ naar 7.4 3 heb geen verhuizen?➔ 2 eventueel wel, voorkeur ➔ naar 7.9 misschien ➔ naar 7.5 4 weet niet ➔ naar 7.9 3 zou wel willen, kan niets vinden ➔ naar 7.5 4 beslist wel ➔ naar 7.5 7. 8 5 heb al andere Heeft u voorkeur voor 1 nee huisvesting een bepaald➔ stadsdeel? 2 ja (maximaal 2): gevonden ➔ naar 7.5 □ Amsterdam-Centrum □ Westerpark 7. 4 □ Oud-West Denkt u binnen twee 1 ja ➔ naar 7.5 □ Zeeburg jaar te moeten➔ 2 nee ➔ naar 7.19 □ Bos en Lommer verhuizen? □ De Baarsjes □ Amsterdam-Noord 7. 5 □ Geuzenveld/Slotermeer Op welke termijn 1 binnen 6 maanden □ Osdorp denkt u te verhuizen?➔ 2 over 6 tot 12 maanden □ Slotervaart/Overtoomse Veld 3 over 12 tot 24 maanden □ Zuidoost □ Oost/Watergraafsmeer □ Amsterdam Oud-Zuid □ Zuideramstel 7. 9 7.14 Wilt u die toekomstige 1 uitsluitend Als u buiten Amsterdam 1 aanbod van woningen woning kopen➔➔ of huren? kopen ➔ naar 7.11 wilt gaan wonen, wat 2 meer waar voor je geld 2 uitsluitend huren zijn hiervoor de belang- 3 dichtbij werk/studie/ 3 liever kopen, rijkste redenen? familie eventueel huren (meer dan één 4 aantrekkelijke woon- 4 liever huren, antwoord mogelijk) omgeving eventueel kopen 5 anders, nl. 5 geen voorkeur 6 weet niet 7.15 Wat voor een soort 1 eengezinswoning woning heeft➔ uw 2 etagewoning 7. 10 voorkeur? 3 maisonnette Indien u zou huren, C per 4 seniorenwoning wat voor een➔ huur- maand 5 WIBO prijs zou u bereid 6 groepswoning zijn maandelijks 7 HAT, jongerenwoning te betalen, exclusief 8 woonboot service- en stook- 9 verzorgingstehuis kosten? 10 anders, nl.

7. 11 7.16 Indien u zou kopen, C Wilt u nieuwbouw of 1 uitsluitend bestaande bouw wat voor een➔ koopprijs bestaande bouw?➔ 2 uitsluitend nieuwbouw zou u bereid zijn te 3 liever bestaande bouw, betalen? eventueel nieuwbouw 4 liever nieuwbouw, 7.12 eventueel bestaande bouw Als u zou verhuizen, heeft dat te maken met? (U mag 5 geen voorkeur hier meer dan➔ één antwoord omcirkelen) 6 weet niet 1 te grote woning 2 te kleine woning 7. 1 7 3 woningtype Hoeveel kamers zou kamers 4 woning niet gelijkvloers/te veel trappen die nieuwe woning➔ 5 sloop moeten hebben? 6 slechte kwaliteit woning (alleen woon- en slaap- 7 de prijs van de woning kamers meetellen) 8 overlast buren 9 lawaai, stank, verkeersdrukte, vervuiling 7. 1 8 10 voorzieningen, winkels, scholen, etc. Zoekt u actief naar 1 ja, geabonneerd op 11 sfeer in de buurt (criminaliteit, asociaal een andere woning?➔ woonkrant(en)/Woningnet gedrag, het soort mensen) (meer dan één 2 ja, makelaar ingeschakeld 12 onvoldoende parkeervoorzieningen antwoord mogelijk) 3 ja, zelf actief op zoek 13 omstandigheden in mijn huishouden 4 nee, zoek niet actief (gezinsuitbreiding, scheiding, overlijden) 7. 1 9 14 omstandigheden in werk of studie Geef in maximaal 1 15 Amsterdam bevalt niet meer drie trefwoorden➔ aan 16 anders, nl. wat u het aantrekke- 2 lijkst vindt van uw 7.13 buurt 3 Kunt u uit de voor- gaande vraag➔ het nummer opschrijven van de belangrijkste verhuisreden?

Hartelijk bedankt voor uw medewerking Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

bijlage 4 Samenvoeging en toedeling van gebieden, respons (beoogd en gerealiseerd)

131 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

gebied buurt- doel- respons gebied buurt- doel- respons combinaties respons combinaties respons

Amsterdam-Centrum De Baarsjes 1 A00 100 107 25 J40 200 211 2A0110012827 J41 200 205 3 A02 200 247 28 J42 200 205 4 A03 100 122 29 J43 200 205 5 A04 200 252 totaal J 800 826 6 A05 200 226 7 A06 200 236 8 A07 200 242 Amsterdam-Noord 9 A08 200 232 30 N60 200 216 10 A09 200 224 31 N61 200 216 totaal A 1700 2016 32 N62/N63 200 220 33 N65 200 206 34 N66/N67 200 244 Westerpark/Westpoort 35 N68 200 203 11 C13(B10/B11/C12) 300 326 36 N69 200 221 12 C14 300 357 37 N70(N71) 200 202 13 C16/C15 300 327 38 N73/N72/N64 200 227 totaal C 900 1010 totaal N 1800 1955

Oud-West Geuzenveld/Slotermeer 14 D17 200 225 39 P76 200 203 15 D18 200 249 40 P77 300 320 16 D19 200 231 41 P78(P75) 300 317 17 D20/D22 200 233 42 P79 100 104 18 D21 200 230 totaal P900 944 totaal D 600 694

Osdorp Zeeburg 43 Q81 200 219 19 G31 300 341 44 Q82 200 206 20 G32(G34) 300 303 45 Q83 200 197 21 G33 300 384 46 Q84/Q80 200 209 totaal G 900 1028 totaal Q 800 831

Bos en Lommer Slotervaart/Overtoomse Veld 22 H37(H36) 300 306 47 R85 250 278 23 H38 300 366 48 R86 250 253 24 H39 300 326 49 R87 250 281 totaal H 900 998 50 R88 250 263 totaal R 1000 1075

132 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

gebied buurt- doel- respons gebied buurt- doel- respons combinaties respons combinaties respons

Zuidoost Amsterdam Oud-Zuid 51 T93 200 200 64 V24 250 270 52 T94 200 194 65 V25 200 200 53 T95 150 181 66 V26 200 217 54 T96(T92) 200 203 67 V44 200 227 55 T97 200 227 68 V45 150 168 56 T98 50 56 69 V46 150 189 totaal T 1000 1061 70 V47/V50 200 221 71 V48 250 312 72 V49 200 271 Oost/Watergraafsmeer totaal V 1800 2075 57 U27 200 211 58 U28 200 245 59 U29 200 222 Zuideramstel 60 U30 200 227 73 W52 200 230 61 U55/U58 400 435 74 W53 200 217 62 U56 200 231 75 W54 200 228 63 U57 200 197 76 W90/W59 200 271 totaal U 1600 1768 77 W91 200 218 totaal W 1000 1164

totaal Amsterdam 16100 17919

Deze tabel is overgenomen uit Wonen in Amsterdam 2003, Gegevensbestand voor 76 gebieden, Hans de Waal, Dienst Onderzoek en Statistiek.

Samenvoegingen van buurtcombinaties zijn genoteerd als V47/V50. Uitspraken op basis van de respons gaan over het gebied van de samengevoegde buurtcombinaties.

133 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

134 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

135 Wonen in Amsterdam 2003 Leefbaarheid

136 WIA 4 COVER def 17-08-2004 13:50 Pagina 2

bijlage 5 Omschrijving en kaart van de 66 Colofon buurtcombinaties en stadsdelen 67 Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Stadsdelen buurtcombinaties N64 en N73 10 Plaats Amsterdam A Centrum worden in het rapport aangeduid 65 B Westpoort als ‘Landelijk Noord’) Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 70 C Westerpark N65 Tuindorp Oostzaan Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, D Oud-West N66 Oostzanerwerf afd. Markt en Innovatie G Zeeburg N67 Kadoelen 69 Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), H Bos en Lommer N68 Nieuwendam-Noord 71 N69 Buikslotermeer Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), J De Baarsjes N Amsterdam-Noord N70 Banne Buiksloot Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), P Geuzenveld/Slotermeer N71 Buiksloterham 73 68 Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Q Osdorp N72 Nieuwendammerham 11 12 63 Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), R Slotervaart N73 Waterland (de samengevoegde 62 buurtcombinaties N64 en N73 13 60 Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) T Zuidoost 61 U Oost/Watergraafsmeer worden in het rapport aangeduid 64 en Hans de Waal (Dienst O+S) 75 36 V Amsterdam Oud-Zuid als ‘Landelijk Noord’) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) W Zuideramstel 72 P75 Spieringhorn 14 05 Foto’s omslag Katrien Mulder 79 76 37 P76 Slotermeer-Noordoost 15 Foto’s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, Buurtcombinaties P77 Slotermeer-Zuidwest 78 39 06 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 A00 Burgwallen-Oude Zijde 02 01 P78 Geuzenveld 38 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde P79 Eendracht 77 16 A02 Grachtengordel-West 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 A03 Grachtengordel-Zuid Q80 Lutkemeer/Ookmeer 41 00 33 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties A04 Nieuwmarkt/Lastage Q81 Osdorp-Oost 40 17 04 09 Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, A05 Haarlemmerbuurt Q82 Osdorp-Midden 42 18 hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, A06 Jordaan Q83 De Punt 80 A07 De Weteringschans Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten 86 19 figuur 4.13: Kees Dignum, 20 03 08 A08 Weesperbuurt/Plantage 22 31 32 ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken R85 Slotervaart 43 29 R86 Overtoomse Veld 21 07 28 B10 Westelijk Havengebied 81 85 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en R87 Westlandgracht 83 B11 Bedrijventerrein Sloterdijk R88 Sloter-/Riekerpolder 82 47 24 34 de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, 44 46 50 27 30 Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, C12 Houthavens T92 Amstel III/Bullewijk 84 C13 Spaarndammer- en 87 Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) 25 26 Zeeheldenbuurt T94 Bijlmer Oost (E,G,K) 45 49 56 Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel 53 C14 Staatsliedenbuurt T95 Nellestein 55 C15 Centrale Markt T96 Holendrecht/Reigersbos 48 C16 Frederik Hendrikbuurt T97 Gein 88 59 52 57 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties D17 Da Costabuurt T98 Driemond 54 Delflandlaan 4 D18 Kinkerbuurt U27 Weesperzijde Postbus 9959 D19 Van Lennepbuurt U28 Oosterparkbuurt D20 Helmersbuurt 1006 AR Amsterdam U29 Dapperbuurt D21 Overtoomse Sluis U30 Transvaalbuurt 58 D22 Vondelbuurt U55 Frankendael 91 Telefoon 020 346 0360 90 G31 Indische Buurt West U56 Middenmeer E-mail [email protected] G32 Indische Buurt Oost U57 Betondorp Website www.afwc.nl G33 Oostelijk Havengebied U58 De Omval G34 IJ-eiland e.o. V24 Oude Pijp 94 H36 Sloterdijk V25 Nieuwe Pijp Gemeente Amsterdam H37 Landlust V26 Diamantbuurt Dienst Wonen H38 Erasmuspark V44 Hoofddorppleinbuurt H39 De Kolenkit V45 Schinkelbuurt 93 98 Jodenbreestraat 25 V46 Willemspark Postbus 1900 J40 De Krommert V47 Museumkwartier 95 1000 BX Amsterdam J41 Van Galenbuurt V48 Stadionbuurt J42 Hoofdweg e.o. V49 Apollobuurt J43 Westindische Buurt V50 Duivelseiland Telefoon 020 552 7511 E-mail [email protected] N60 Volewijck W52 Scheldebuurt Website www.wonen.amsterdam.nl N61 IJplein/Vogelbuurt W53 IJselbuurt N62 Tuindorp Nieuwendam W54 Rijnbuurt N63 Tuindorp Buiksloot W59 Station Zuid/WTC e.o. 96 N64 Nieuwendammerdijk/ W90 Buitenveldert-West 97 Buiksloterdijk (de samengevoegde W91 Buitenveldert-Oost 92 WIA 4 COVER def 17-08-2004 13:50 Pagina 2

bijlage 5 Omschrijving en kaart van de 66 Colofon buurtcombinaties en stadsdelen 67 Uitgave Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Datum 20 juni 2004 Stadsdelen buurtcombinaties N64 en N73 10 Plaats Amsterdam A Centrum worden in het rapport aangeduid 65 B Westpoort als ‘Landelijk Noord’) Auteurs Jeroen van der Veer, Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties 70 C Westerpark N65 Tuindorp Oostzaan Hoofdstuk 4: Rogier Noyon en Ruud van Trijp, Woningbouwvereniging Het Oosten, D Oud-West N66 Oostzanerwerf afd. Markt en Innovatie G Zeeburg N67 Kadoelen 69 Begeleidingsgroep André v/d Berg (stadsdeel Oud-Zuid), Kees Dignum (Dienst Wonen), H Bos en Lommer N68 Nieuwendam-Noord 71 N69 Buikslotermeer Ineke Jeurissen, (Dienst Wonen), Minke Kolstein (De Dageraad), J De Baarsjes N Amsterdam-Noord N70 Banne Buiksloot Eric Kurpershoek (Rochdale), Willy de Looper (stadsdeel Centrum), P Geuzenveld/Slotermeer N71 Buiksloterham 73 68 Rogier Noyon (Het Oosten), Carla Schröder (stadsdeel Noord), Q Osdorp N72 Nieuwendammerham 11 12 63 Willem Teune (Dienst Wonen), Laura Uittenbogaard (Dienst Wonen), R Slotervaart N73 Waterland (de samengevoegde 62 buurtcombinaties N64 en N73 13 60 Jeroen van der Veer (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties) T Zuidoost 61 U Oost/Watergraafsmeer worden in het rapport aangeduid 64 en Hans de Waal (Dienst O+S) 75 36 V Amsterdam Oud-Zuid als ‘Landelijk Noord’) Grafische vormgeving Jan de Wringer en Sandy Bakmeijer (Artvark Design) W Zuideramstel 72 P75 Spieringhorn 14 05 Foto’s omslag Katrien Mulder 79 76 37 P76 Slotermeer-Noordoost 15 Foto’s binnenwerk Jeroen van der Veer op pagina: 6, 38 rechtsboven, 39 rechtsboven, 40, 43 rechtsboven, Buurtcombinaties P77 Slotermeer-Zuidwest 78 39 06 45 linksboven, 48, 50, 51, 54, 56, 61 en 102 A00 Burgwallen-Oude Zijde 02 01 P78 Geuzenveld 38 Maarten Stuurman op pagina: 15, 38 linksonder, 38 linksboven, 39 linksboven, A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde P79 Eendracht 77 16 A02 Grachtengordel-West 43 linksboven, 45 rechtsboven, 59 en 64 A03 Grachtengordel-Zuid Q80 Lutkemeer/Ookmeer 41 00 33 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties A04 Nieuwmarkt/Lastage Q81 Osdorp-Oost 40 17 04 09 Kaarten hoofdstukken 1 t/m 3: Jeroen van der Veer, A05 Haarlemmerbuurt Q82 Osdorp-Midden 42 18 hoofdstuk 4: Ruud van Trijp, A06 Jordaan Q83 De Punt 80 A07 De Weteringschans Q84 Middelveldsche Akerpolder/Sloten 86 19 figuur 4.13: Kees Dignum, 20 03 08 A08 Weesperbuurt/Plantage 22 31 32 ondergrond kaart bijlage 5: Geostreets 2002 A09 Oostelijke Eilanden/Kadijken R85 Slotervaart 43 29 R86 Overtoomse Veld 21 07 28 B10 Westelijk Havengebied 81 85 In opdracht van Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en R87 Westlandgracht 83 B11 Bedrijventerrein Sloterdijk R88 Sloter-/Riekerpolder 82 47 24 34 de volgende stadsdelen: Amsterdam-Centrum, Westerpark, Oud-West, 44 46 50 27 30 Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam-Noord, Geuzenveld/Slotermeer, C12 Houthavens T92 Amstel III/Bullewijk 84 C13 Spaarndammer- en 87 Slotervaart/Overtoomse Veld, Zuidoost, Oost/Watergraafsmeer, T93 Bijlmer Centrum (D,F,H) 25 26 Zeeheldenbuurt T94 Bijlmer Oost (E,G,K) 45 49 56 Amsterdam Oud-Zuid, Zuideramstel 53 C14 Staatsliedenbuurt T95 Nellestein 55 C15 Centrale Markt T96 Holendrecht/Reigersbos 48 C16 Frederik Hendrikbuurt T97 Gein 88 59 52 57 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties D17 Da Costabuurt T98 Driemond 54 Delflandlaan 4 D18 Kinkerbuurt U27 Weesperzijde Postbus 9959 D19 Van Lennepbuurt U28 Oosterparkbuurt D20 Helmersbuurt 1006 AR Amsterdam U29 Dapperbuurt D21 Overtoomse Sluis U30 Transvaalbuurt 58 D22 Vondelbuurt U55 Frankendael 91 Telefoon 020 346 0360 90 G31 Indische Buurt West U56 Middenmeer E-mail [email protected] G32 Indische Buurt Oost U57 Betondorp Website www.afwc.nl G33 Oostelijk Havengebied U58 De Omval G34 IJ-eiland e.o. V24 Oude Pijp 94 H36 Sloterdijk V25 Nieuwe Pijp Gemeente Amsterdam H37 Landlust V26 Diamantbuurt Dienst Wonen H38 Erasmuspark V44 Hoofddorppleinbuurt H39 De Kolenkit V45 Schinkelbuurt 93 98 Jodenbreestraat 25 V46 Willemspark Postbus 1900 J40 De Krommert V47 Museumkwartier 95 1000 BX Amsterdam J41 Van Galenbuurt V48 Stadionbuurt J42 Hoofdweg e.o. V49 Apollobuurt J43 Westindische Buurt V50 Duivelseiland Telefoon 020 552 7511 E-mail [email protected] N60 Volewijck W52 Scheldebuurt Website www.wonen.amsterdam.nl N61 IJplein/Vogelbuurt W53 IJselbuurt N62 Tuindorp Nieuwendam W54 Rijnbuurt N63 Tuindorp Buiksloot W59 Station Zuid/WTC e.o. 96 N64 Nieuwendammerdijk/ W90 Buitenveldert-West 97 Buiksloterdijk (de samengevoegde W91 Buitenveldert-Oost 92