PROVINCIE OOST -VLAANDEREN GEMEENTE

R.U.P. 7 DORPSKERNEN

OPDRACHTGEVEND BESTUUR GEMEENTEBESTUUR OOSTERZELE

ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS

Afdeling Stedenbouw & Ruimtelijke Planning

Ir. Arch. B. Van Acker planoloog Arch. L. Scheerder stedenbouwkundige

Congreslaan 36, 9000 Gent I Tel. 09 222 23 45 I Fax 09 221 34 56 I email: [email protected]

DEEL 3 VERZOEK TOT RAADPLEGING

ONDERZOEK PLANM.E.R.-PLICHT

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 1

dossier datum 2005_09 oktober 2014

datum wijzigingen

16/01/2015 aanvullingen na adviesaanvraag

Initiatiefnemer

Gemeentebestuur Oosterzele Dorp 1 - 9860 Oosterzele o.l.v. Schepen RO: Els De Turck Dienst R.O.: Dirk De Ganck

Opdrachthouder

Architectenbureau Van Acker & Partners Congreslaan 36 9000 Gent

Dienst Milieueffectrapportagebeheer

Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Dossiernr. LNE/MER/SCRPL14175/2014

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 2

GEMEENTE OOSTERZELE RUP 7 DORPSKERNEN

DEEL 3 VERZOEK TOT RAADPLEGING

INHOUD 1. Inleiding

2. Algemene situering

3. Problematiek

4. Bestaande feitelijke toestand

5. Planomschrijving 5.1. Planopties 5.2. Grafisch plan 5.3. Oppervlaktes 5.4. Nulalternatief 5.5. Planalternatief

6. Afbakening van het toepassingsgebied en de planMER-plicht 6.1. Definitie van plan of programma 6.2. Toepassingsgebied 6.3. Bepaling van de plicht tot opmaak planMER 6.4. Activiteiten waarvoor het plan het kader kan vormen

7. Beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten 7.1 Algemene methodiek 7.2 Ingreepeffectenschema 7.3 Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten 7.3.1 Milieueffecten t.o.v. de gezondheid en de veiligheid van de mens 7.3.2 Milieueffecten t.o.v. de ruimtelijke ordening 7.3.3 Milieueffecten t.o.v. de biodiversiteit, de fauna en de flora

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 3

7.3.4 Milieueffecten t.o.v. de bodem 7.3.5 Milieueffecten t.o.v. het water 7.3.6 Milieueffecten op het geluid 7.3.7 Milieueffecten op het licht 7.3.8 Milieueffecten t.o.v. het cultureel erfgoed 7.3.9 Milieueffecten t.o.v. het landschap 7.3.10 Milieueffecten op de mobiliteit

8 Discipline-overschrijdende conclusies (van het onderzoek naar de milieueffecten)

9 Gevraagde adviesinstanties

10 Bijlage: Grafisch plan deel-RUP’s

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 4

1. INLEIDING

De opdracht bestaat uit het opmaken van ruimtelijk uitvoeringsplan “Dorpskernen” in Oosterzele. Het RUP Dorpskernen zal uit 4 deel-RUPs bestaan. Met de opmaak van het RUP wenst het gemeentebestuur via een gebiedsgerichte benadering van Scheldewindeke, Balegem, Gijzenzele en Moortsele aantrekkelijke dorpskernen van Oosterzele te creëren. Daarnaast komen thema’s als het afbakenen van een centrumgebied met centrumfuncties, vastleggen van voetgangers- en fietsersdoorsteken, het beschermen van de Molenbeekvallei, het functioneren van de gemeenschapsvoorzieningen, het vastleggen van maximale bebouwingsgabarieten, … in dit RUP aan bod, om op die manier de aantrekkelijkheid van de dorpen te verhogen. Hierbij wordt uitgegaan van de visie die werd opgenomen in het Gemeentelijk Ruimtelijke structuurplan.

Artikel 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 27 maart 2009 bepaalt de inhoud van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), met name: • een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; • de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer, en, desgevallend, de normen vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009; • een weergave van de feitelijke en juridische toestand; • de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is; • in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden. • in voorkomende geval een overzicht van de conclusie van: ° het planmilieueffectenrapport ° de passende beoordeling ° het ruimtelijk veiligheidsrapport, ° andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten; • in voorkomende geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

Volgens art. 2.1.19 wordt het RUP opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Oosterzele werd op 10 februari 2011 goedgekeurd door de Bestendige Deputatie. Het RUP dient bovendien te kaderen in de gewenste ruimtelijke structuur van het RSV en het PRS.

Deze onderstaande studie is het verzoek tot raadpleging – onderzoek tot planmer-plicht en maakt deel uit het RUP 7 DORPSKERNEN.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 5

2. ALGEMENE SITUERING

2.1. Situering binnen Oosterzele

Situering deelplannen op macroniveau binnen Oosterzele

Oosterzele is gelegen in het zuidelijk deel van Oost-Vlaanderen ten zuidwesten van de E40. Het deel-RUP Gijzenzele ligt ten noorden van de gemeente, Moortsele ligt in het noordwesten, Scheldewindeke ligt centraal en Balegem ligt in het zuiden van de gemeente.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 6

2.2 Situering van de deelplannen

2.2.1 Deelplan kern Scheldewindeke

Situering dorpskern Scheldewindeke

Dit deel-RUP is centraal gelegen in de gemeente en omvat de woonkern en de omgeving van de kerk in Scheldewindeke. Deze deelgemeente werd als meerkernig hoofddorp geselecteerd. De structuurbepalende elementen zijn: - De N415 (Windekekouter, Pelgrim, Marktplein, Stationsstraat, Lange Munte) loopt door het centrum; - De spoorweg met station in het westen; - De vallei van de Molenbeek en de Grote Ettingebeek;

De ontsluiting van het planningsgebied gebeurt via Windekekouter, de Pastoor De Vosstraat en de Stationsstraat/ Lange Munte.

2.2.2 Deelplan kern Balegem

De meest zuidelijke deelgemeente van Oosterzele is Balegem Het huidige eerder langgerekte centrum strekt zich uit langsheen de as Vrijhem-Balegemstraat om langsheen Pastoor De Vosstraat in noordelijke en via het Gootje in zuidelijke richting verder te lopen. Enkele op deze centrale as aansluitende zijstraten maken tevens deel uit van de Balegemse dorpskern. De dorpskern wordt grotendeels door de nabijgelegen spoorlijn in het westen begrensd. Ook de Molenbeekvallei, die parallel loopt met de Balegemstraat, zorgt voor een natuurlijke scheiding tussen de bebouwing van de Poststraat en de Balegemstraat.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 7

Situering dorpskern Balegem

Balegem heeft twee kleine stationnetjes.

2.2.3 Deelplan kern Gijzenzele

Situering dorpskern Gijzenzele

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 8

De dorpskern van deze deelgemeente bestaat uit de bebouwing ter hoogte van de Brielstraat, de Schoolstraat en de hierop aansluitende Hoogstraat en de Sint-Lievensstraat. Via de Gijzenzelestraat en de Schoolstraat wordt Gijzenzele verbonden met de Wettersesteenweg (N 42) en de nabijgelegen op- en afrit van de E40. De Sint-Bavokerk vormt het centrum van de dorpskern waarin ook een basisschool gevestigd is.

2.2.4 Deelplan kern Moortsele

Situering dorpskern Moortsele

De dorpskern van Moortsele ligt in het westen van de gemeente en ten zuidwesten van Landskouter de dorpskern strekt zich voornamelijk uit langsheen de Kloosterstraat, de Moortselestraat en de Rollebaan.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 9

3. PROBLEMATIEK

De gemeente wil haar waardevolle dorpskernen bewaren. Daarvoor voorziet ze in de opmaak van een RUP Dorpskernen dat zal bestaan uit verschillende deelplannen: de kernen van Scheldewindeke, Balegem, Gijzenzele en Moortsele. De gemeente wenst haar waardevol erfgoed te bewaren en bindende stedenbouwkundige voorschriften op te leggen voor eventuele stedenbouwkundige aanvragen binnen de voornoemde kernen in de toekomst. Zij wordt eveneens geconfronteerd met een opvallende toename van het aantal aanvragen voor het bouwen van meergezinswoningen. De vergunningspraktijk leert evenwel dat aanvragen voor meergezinswoningen niet alleen betrekking hebben op percelen in de verscheidene kernen van de deelgemeenten in Oosterzele en langs de centrale assen tussen de kernen en langs de voornaamste invalswegen. Dergelijke ongeordende wildgroei van meergezinswoningen dreigt een zware hypotheek te leggen op het ruimtelijk gezond evenwicht van het gemeentelijk grondgebied en vormt bedreiging voor het landelijk karakter van de gemeente zodat de resterende waardevolle kernen verdwijnen en het onroerend patrimonium wordt gesloopt.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 10

4. BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND

4.1 Deelplan kern Scheldewindeke

Luchtfoto Bestaande feitelijke toestand

Het centrum van Scheldewindeke bestaat in hoofdzaak uit een centrale hoofdas: De N415 (Pelgrim, Marktplein, Stationsstraat) waarop verscheidene verbindingsstraten en de markt met kerk geënt zijn. Het bebouwde centrum kent een vrij hoge woondichtheid die afneemt naarmate men de uitlopers van de kern bereikt en verder van de kern verwijderd is. De kern is gebouwd rond het marktplein met uitlopers naar het station en de Pelgrim toe. Het centrum bevat de basisstructuur inzake gemeentelijke handels-, centrumfuncties en openbare dienstverlening die voornamelijk gelegen zijn langs de as Windekouter-Pelgrim-Stationsstraat. De andere straten functioneren als woonstraten waarlangs verscheidene nieuwere woonwijken geënt zijn (omgevingen van de Hofkouter, Kluizestraat en de Boterbloemstraat).

In de dorpskern van Scheldewindeke zijn diverse gemeenschapsvoorzieningen aanwezig: de Sint-Kristoffelkerk, de bibliotheek-muziekschool, het postkantoor en station alsook enkele scholen (Vrije lagere basisschool, het Gemeentelijk Instituut Lager Onderwijs) langsheen de centrale as, de kliniek ‘De Pelgrim’ en Belgacom langsheen de Spiegel en het bejaardentehuis ‘De Zilverlinde’ langsheen de Dreef. Op korte termijn zal de pastorie en het gewezen parochiaal

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 11

centrum vervangen worden door een meergezinscomplex onder de vorm van koopappartementen en sociale huurappartementen. Met uitzondering van de hoek Markt – Dreef (appartement met 3 bouwlagen) bestaan de woningen ui 1 of 2 bouwlagen met een hellend dak. Ten zuidwesten van de kerk bevindt zich nog een groen gebied waarin twee grote waterpartijen gelegen zijn. Deze waterpartijen maakten vroeger deel uit van de Grote Ettingebeek. Een markant beeld ten zuiden van de stationsstraat is de vierkantshoeve die gelegen is binnen een goedgekeurde verkaveling. Het kerkplein wordt naar het zuiden toe ontsloten voor fietsers en voetgangers in de richting van de Christoffelstraat via een pittoreske kerkwegel.

Benadering van de dorpskern vanuit verscheidene invalswegen

Vanuit Pelgrim vanuit Stationsstraat vanuit Pastoor De Vosstraat

Bebouwing binnen de afbakening van de kern

Marktplein

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 12

Beelden vanuit de kern naar de omgeving

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 13

Beeldbepalende gebouwen in de kern De beeldbepalende gebouwen die niet werden opgenomen op de lijst van het onroerend erfgoed of op de lijst beschermd erfgoed bevinden zich langs het Marktplein en de Pelgrim.

• Woning gelegen op de hoek Marktplein – Hofkouter. Eén van de oudere gebouwen langs het Marktplein in een zeer herkenbare stijl.

• Woning gelegen op de hoek Marktplein en markt. Herkenbaar gebouw met karakter en herkenbare stijl, ondanks het feit dat ze geen echte historische erfgoedwaarde heeft.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 14

• Schoolgebouw aan de Pelgrim als herkenbaar gebouw. Dit gebouw heeft geen echte historische erfgoedwaarde maar geeft door zijn grote gevellengte een specifiek beeld. De school is het zichtpunt vanuit de Pastoor De Vosstraat naar de Pelgrim toe.

4.2 Deelplan kern Balegem

Luchtfoto bestaande feitelijke toestand

Het centrum van Balegem bestaat uit één hoofdas: Vrijhem – Balegemstraat met aan weerszijden een voornamelijk gesloten bebouwing.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 15

De Sint-Martinuskerk (1866) is gelegen langsheen de Pastorieberg. In de dorpskern zijn tevens de watermolen alsook het OCMW en twee lagere scholen terug te vinden. De Balegemstraat en Vrijhem en hun linbebouwingen lopen parallel met de Molenbeek. Via het Muldershof kan men tot aan de geklasseerde watermolen komen.

Benadering van de dorpskern vanuit verscheidene invalswegen

Pastorieberg Vrijhem Balegemstraat

Bebouwing binnen de afbakening van de kern

Balegemstraat Balegemstraat Balegemstraat Balegemstraat Pastorieberg

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 16

Muldershof Muldershof Muldershof

4.3 Deelplan kern Gijzenzele

De dorpskern van deze deelgemeente bestaat uit de bebouwing ter hoogte van de Brielstraat, de Schoolstraat en de hierop aansluitende Hoogstraat en de Sint-Lievensstraat. Via de Gijzenzelestraat en de Schoolstraat wordt Gijzenzele verbonden met de Wettersesteenweg en de nabijgelegen op- en afrit van de E40.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 17

De Sint-Bavokerk vormt het centrum van de dorpskern waarin ook een basisschool in de Brielstraat gevestigd is. Binnen de dorpskern komen enkel woningen voor bestaande uit 1 of maximum 2 bouwlagen in een vrij landelijke stijl en een heel beperkt aanbod van voorzieningen.

Benadering van de dorpskern vanuit verscheidene invalswegen

Brielstraat Kerkstraat (bunker op rechterzijde Kerkstraat

Schoolstraat Gijzenzelestraat

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 18

Bebouwing binnen de afbakening van de kern

Sint Bavokerk Brielstraat Kerkstraat

Kerkstraat Korte Brielstraat Hoek Gijzenzelestraat - Sint Bavoplein

4.4 Deelplan kern Moortsele

Luchtfoto Bestaande toestand

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 19

Ter hoogte van het Sint-Antoniusplein is de Sint-Amanduskerk (13de eeuw) evenals de vrije basisschool gelegen. Achter de kerk situeert zich het gemeentelijk erfgoedhuis. De dorpskern van Moortsele wordt gedeeltelijk begrensd door de vallei van de Molenbeek en strekt zich ten westen van de spoorlijn onder de vorm van lintbebouwing verder uit. Het station is ter hoogte van de Moortselestraat gesitueerd.

Benadering van de dorpskern vanuit verscheidene invalswegen

Moortselestraat Kloosterstraat Vijverstraat

Bebouwing binnen de afbakening van de kern

St. Antoniusplein

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 20

Erfgoedhuis Kloosterstraat

Moortselestraat Kerkhof

Beeldbepalende gebouwen in de kern

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 21

5. PLANOMSCHRIJVING

5.1 Planopties

Met de opmaak van het RUP wenst het gemeentebestuur via een gebiedsgerichte benadering van Scheldewindeke, Balegem, Gijzenzele en Moortsele aantrekkelijke dorpskernen van Oosterzele te creëren. Daarnaast komen thema’s als het afbakenen van een centrumgebied met centrumfuncties, vastleggen van voetgangers- en fietsersdoorsteken, het beschermen van de Molenbeekvallei, het functioneren van de gemeenschapsvoorzieningen, het vastleggen van maximale bebouwingsgabarieten, … in dit RUP aan bod, om op die manier de aantrekkelijkheid van de dorpen te verhogen. Hierbij wordt uitgegaan van de visie die werd opgenomen in het Gemeentelijk Ruimtelijke structuurplan.

De gemeente wenst tevens haar waardevolle dorpskernen te bewaren. Daarvoor voorziet ze in de opmaak van een RUP Dorpskernen dat zal bestaan uit verschillende deelplannen: de kernen van Balegem, Gijzenzele, Scheldewindeke en Moortsele.

De gemeente wil haar waardevol erfgoed bewaren en bindende stedenbouwkundige voorschriften op te leggen voor eventuele stedenbouwkundige aanvragen binnen de voornoemde kernen in de toekomst. Zij wordt eveneens geconfronteerd met een opvallende toename van het aantal aanvragen voor het bouwen van meergezinswoningen. De vergunningspraktijk leert evenwel dat aanvragen voor meergezinswoningen niet alleen betrekking hebben op percelen in de verscheidene kernen van de deelgemeenten in Oosterzele maar ook langs de centrale assen tussen de kernen of langs de voornaamste invalswegen. Dergelijke ongeordende wildgroei van meergezinswoningen dreigt een zware hypotheek te leggen op het ruimtelijk gezond evenwicht van het gemeentelijk grondgebied en vormt bedreiging voor het landelijk karakter van de gemeente zodat de resterende waardevolle kernen verdwijnen en het onroerend patrimonium wordt gesloopt.

5.2 Nulalternatief

Het nulalternatief houdt in dat er geen planinitiatieven worden genomen en dat er dus geen RUP Dorpskernen wordt opgemaakt. In dat geval blijven de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan behouden, zonder verdere verfijning naar functie of verschijningsvorm of behoud.

5.3 Planalternatieven

Het RUP is een uitvoering met een weloverwogen visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en omvat het opmaken van de stedenbouwkundige voorschriften om het behoud van de kernen op gemeentelijk niveau te behouden. Het gaat hier

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 22

over vier bestaande dorpskernen zodat er geen planalternatieven dienen gezocht te worden. De voorgestelde ontwikkelingsperspectieven houden meer rekening met de omgeving dan het nulalternatief of eventueel andere opties.

5.4 Grensoverschrijdende effecten

Het RUP Dorpskernen is gelegen in de gemeente Oosterzele, in de provincie Oost-Vlaanderen.

Het RUP behandelt de dorpskernen van vier deelgemeentes van Oosterzele. De voorziene zoneringen en hun functies zijn eigen aan de deelgemeentes: woonzones, zones voor lijninfrastructuur, zones voor gemeenschapsvoorzieningen. De functies zijn allemaal van lokale aard en bieden mogelijkheden op lokaal niveau.

Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling, de aard van het plan (het uitwerken van meer gedetailleerde stedenbouwkundige voorschriften voor de vier dorpskernen van Oosterzele) en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen effecten zullen voorkomen die de gemeentegrens of gewestgrens zullen overschrijden.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 23

6. AFBAKENING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED EN DE PLANMER-PLICHT

Voor de plannen en programma’s vallend onder het toepassingsgebied van het MER/VR-decreet van 18 december 2002, zoals gewijzigd door het decreet van 27 april 2007, die niet van rechtswege plan-MER-plichtig zijn, dient er minstens een “onderzoek tot milieueffectrapportage” (screeningsonderzoek/ ontheffingsonderzoek) te worden gevoerd. Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) vormen daarbij het merendeel van de plannen die een dergelijke screening moeten doorlopen. Het doel van het opstellen van een dergelijk screeningsdocument door de initiatiefnemer van het plan is enerzijds de relevante instanties en anderzijds de dienst Mer ervan te overtuigen dat het beoogde plan geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren. Indien de initiatiefnemer hier in slaagt, komt de verplichting tot opmaak van een planMER voor dat plan te vervallen.

6.1. Definitie van plan of programma

De definitie van plan of programma bevat drie voorwaarden die tegelijkertijd moeten vervuld worden. Het betreft volgende drie voorwaarden: - decretale of bestuursrechterlijke bepalingen moeten voorschrijven dat een plan of programma wordt opgesteld en/of vastgesteld; - het moet gaan om een plan of programma dat door een instantie op regionaal, provinciaal of lokaal niveau is opgesteld; - het plan of programma moet via een wetgevingsprocedure door het parlement of de regering worden vastgesteld of door een instantie (regionaal, provinciaal of lokaal niveau) worden vastgesteld.

Het voorliggend RUP waarvoor een mer-screening wordt uitgevoerd, beantwoordt aan de drie opgesomde voorwaarden die moeten vervuld worden: - Het gemeentebestuur nam het initiatief om het RUP op te maken; - Het RUP is opgesteld op lokaal niveau; - Het RUP dient goedgekeurd te worden door de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.

6.2. Toepassingsgebied

Het betrokken plan of programma valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. Dit toepassingsgebied wordt in twee categorieën van plannen en programma’s opgesplitst: - plannen of programma’s, of de wijziging ervan, die het kader vormen voor de erkenning van een vergunning voor een project;

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 24

- plannen of programma’s, of de wijziging ervan, waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling is vereist uit hoofde van art. 36ter, §3, eerste lid van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.

Het RUP vormt het kader, op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunningen zullen worden toegekend, zodoende is aan deze voorwaarde voldaan.

6.3. Bepaling van de plicht tot opmaak van een planMER

Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is, zijn niet langer automatisch planMER-plichtig, op voorwaarde dat zij het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden.

Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit van 1 maart 2013, namelijk voor een project 10b) Stadsontwikkeling.

Het RUP omvat het vastleggen van stedenbouwkundige voorschriften voor 4 dorpskernen op lokaal niveau.

In de onmiddellijke buurt van de dorpskernen bevinden zich geen Vogelrichtlijnen- of Habitatrichtlijnengebieden, de sites liggen niet in een kwetsbaar gebied, zodat er geen passende beoordeling vereist is.

Conclusie: daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de planMER-plicht en een wijziging inhoudt op lokaal niveau, wordt voor betreffend plan op basis van een screening geoordeeld of het plan aanzienlijke milieueffecten kan hebben.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 25

7. BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN

7.1. Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten

7.1.1 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op de gezondheid en de veiligheid van de mens

- Omschrijving: - Conform de wetgeving moet bij het opstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen op alle niveaus in de toekomst in bepaalde gevallen ook een ruimtelijk veiligheidsrapport worden opgesteld. Hierin wordt een wetenschappelijke beoordeling gegeven van de geplande ontwikkelingen met betrekking tot nieuwe of bestaande inrichtingen en hun omgeving, wanneer de plaats van vestiging ervan of de ontwikkelingen zelf het risico op een zwaar ongeval kunnen vergroten of de gevolgen ervan ernstiger kunnen maken. - Binnen een straal van 2km (1,58km) enkel t.o.v. de kern van Gijzenzele ligt een hogedrempelinrichting in : Van den Anker (chemische logistiek), Vantegemstraat 29 – Wetteren. - Binnen de bestemmingsplannen zijn er geen Seveso-inrichtingen toegelaten gezien het planningsgebied enkel woonzones en aan het wonen aanverwante functies, groenzones, zones voor openbaar nut, gemeenschapsvoorzieningen … voorziet.

- Mogelijke effecten: - Nieuwe kleinschalige lokale handel wordt toegelaten in de zones voor wonen; - Wijzigingen wat betreft de luchtverontreiniging en geluidstoename zijn niet te verwachten.

- Maatregelen: - Toepassen van de EPB regelgeving.

- Besluit: - Gezien het plan voornamelijk een kader biedt voor de verdere ontwikkeling van de dorpskernen van Oosterzele, zijn er geen bijkomende effecten te verwachten op de gezondheid en veiligheid van de mens - In alle redelijkheid kan men aannemen dat er geen veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden en dient er voor wat het aspect externe veiligheid betreft geen verdere actie ondernomen te worden. - De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren. - Vanuit de discipline gezondheid zijn er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 26

7.1.2 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op de ruimtelijke ordening

- Omschrijving:

Gewestplan Oosterzele valt binnen het gewestplan “Gentse en kanaalzone”, dat bij K.B. werd goedgekeurd op 14 september 1977. De deelgemeente Balegem valt onder het gewestplan “Aalst--- ” dat bij K.B. van 30 mei 1978 goedgekeurd werd.

“De woongebieden volgens het gewestplan zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.” Uit dit voorschrift blijkt dat de mogelijkheden binnen woongebied vrij interpreteerbaar en dus zeer ruim kunnen zijn.

De woonuitbreidingsgebieden die binnen de afbakeningen vallen zijn reeds allemaal ingenomen als woongebied

“De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.” Concreet houdt dit in dat er geen nieuwe vergunningen kunnen worden afgeleverd die niet voldoen aan bovenstaande bestemming binnen deze gebieden. Deze delen van het plangebied bestaan vandaag uit beekvallei (Molenbeek), weiden (zuidelijke deel van Moortsele) en achterkanten van tuinen.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 27

Gewestplan Scheldewindeke

Het deel-RUP kern Scheldewindeke ligt grotendeels in een woongebied en voor een klein deel in een natuurgebied. Dit laatste deeltje ligt tevens in een vergunde verkaveling. De kerk en de aanpalende omgeving ligt in een woongebied met cultuur historische waarde.

Gewestplan Balegem Het deel-RUP kern Balegem ligt volledig in een woongebied.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 28

Gewestplan Gijzenzele Het deel-RUP kern Gijzenzele ligt in woongebied met landelijk karakter. Delen van het woonuitbreidingsgebied die bebouwd zijn en binnen de goedgekeurde verkaveling vallen, werden mee opgenomen in de afbakening van het deelplan. De begraafplaats van Gijzenzele en de bunker in de Kerkstraat liggen in agrarisch gebied.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 29

Gewestplan Moortsele Het deel-RUP kern Moortsele ligt in woongebied en de kerk met rechtstreekse omgeving ligt in een woongebied met cultuur historische waarde. Het vergunde kerkhof van Moortsele ligt gedeeltelijk in natuurgebied.

Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Oosterzele: Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Oosterzele werd definitief goedgekeurd dd. 10 februari 2011.

Richtinggevend gedeelte GRS Basisconcept: Eigenheid en bundelen van de activiteiten in de hoofddorpen en behoud van de kernen De opwaardering van de woonomgeving stoelt op het onderkennen van de eigen identiteit en de diversiteit van de verschillende woonkernen. Iedere kern wordt geconcipieerd als een dynamische leefgemeenschap, met een specifieke ruimtelijke structuur en een eigen ruimtelijk functioneren. - Ruimtelijk afbakenen en landschappelijk inkleden van de verscheidene woonkernen; - Bundelen van verweefbare activiteiten (wonen, werken, recreatie) in de kernen; - Behoud van het landelijk karakter; - Het accent leggen op de versterking van de eigen identiteit en volwaardige ontwikkeling van de verschillende kernen; - Inbreiding door middel van verdichting is wenselijk binnen de kernen, maar betekent niet dat men alle ruimten binnen het woonweefsel moet volbouwen;

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 30

- Verdere uitgroei van de linten en woongroepen worden niet toegelaten; - Voldoende aandacht voor (openbaar) groen, ook binnen de woonkernen; - Een differentiatie van woningtypes is noodzakelijk; - Kleinere kavels zijn nodig om de ruimtelijke impact te beperken; - De kleinschalige bedrijven, handelszaken en diensten die geconcentreerd zijn langs de assen in de belangrijkste woonkernen (Oosterzele, Scheldewindeke en Balegem), moeten in hun dynamiek gesteund worden. De bedrijvigheid dient zoveel mogelijk verweven te worden met de woonfunctie. - De handelsassen zullen als ruggengraat fungeren.

Gewenste natuurlijke structuur Bij het ontwikkelen van een gewenste natuurlijke ruimtelijke structuur wordt uitgegaan van het principe dat op de huidige potenties maximaal moet worden ingespeeld. Op niveau van Oosterzele zijn de belangrijkste elementen van de natuurlijke structuur de beekvalleien, de natuurgebieden en de boscomplexen, aangevuld met talrijke strook-, lijn- en puntvormige elementen en andere kleinere geïsoleerde natuurelementen.

> De Molenbeek in Moortsele en in Balegem maakt deel uit van een natuuraandachtspunt.

De gewenste nederzettingsstructuur Kernversterking

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 31

Een kernversterkend woonbeleid door het streven naar een optimaal ruimtegebruik binnen de kerngebieden. Deze kernversterking moet op een ruimtelijk kwalitatieve manier gebeuren en inhoudelijk beantwoorden aan de huidige en toekomstige behoeften: - Het differentiëren van het woningaanbod; - Het stimuleren van renovatie en comfort; - Optimaal ruimtegebruik; - Versterken van de multifunctionaliteit. Het bestaande aanbod van voorzieningen: administratieve dienstverlening, onderwijs, jeugdwerking, socio-culturele werking, bejaardenzorg, sportvoorzieningen, kleinhandel … moet minstens behouden worden. Bijkomende voorzieningen worden gelokaliseerd binnen de kernen of in de directe aansluiting op de kernen. Ze dienen zoveel mogelijk voor te komen als kleinschalige verwevingselementen; - Extra groenvoorzieningen in de kern of direct aansluitend bij de kern zullen de leefbaarheid ondersteunen; - De ruimtelijke samenhang van de kernen stimuleren.

Beleidsvisie in de meerkernige hoofddorpen Scheldewindeke en Balegem - Streven naar een opwaardering van bestaande woningen (basiscomfort…); - Streven naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad: naar prijsklasse, grootte, naar een voldoende woningdichtheid en op het attractief maken van de woonomgeving (groenelementen, zacht verkeer) dient voldoende aandacht te gaan;

Beleidsvisie in de woonkernen Gijzenzele en Moortsele - Het beleid is erop gericht het bestaande draagvlak te onderhouden en aldus de leefbaarheid van de dorpen te garanderen; - De woonkernen staan in voor het opvangen en bundelen van de eigen groei van de kern en lokale behoeften. Een interne versterking, een opwaardering van het woonweefsel en het stimuleren van een meer gedifferentieerde woningvoorraad staan centraal; - De schaal van de woonkern dient gerespecteerd te worden; - In de kernen dient vooral gewerkt te worden met open en halfopen bebouwing met een verdichting naar het centrum toe, waar aaneengesloten bebouwing en meergezinswoningen worden toegelaten; - Verbeteren van de bestaande situatie: renovatie van woningen …;

Bindend gedeelte GRS Selecties In het bindend gedeelte werd de selectie van de woonkernen vastgelegd: Oosterzele is hoofddorp, Scheldewindeke en Balegem zijn meerkernige hoofddorpen, Gijzenzele en Moortsele zijn woonkernen.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 32

De verbinding Oosterzele – Scheldewindeke N415 werd bestemd als een lokale weg type 1. De weg die vertrekt vanuit scheldewindeke naar Balegem: Pastoor De Vosstraat - Vrijhem – Balegemstraat is een lokale weg type 2. Alle andere wegen worden beschouwd als wegen van het type 3.

Opmaak ruimtelijk uitvoeringsplannen voor de verscheidene dorpskernen: - Er dient rekening gehouden te worden met de dorpsgezichten in de deelgemeenten Balegem, Moortsele, Gijzenzele, Scheldewindeke en Oosterzele en waardevolle beeldbepalende gebouwen door er o.a. een (gedeeltelijke) bestemming woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde aan te geven. De niet beschermde waardevolle beeldbepalende gebouwen dienen bij verbouwing hun aanwezige globale uitzicht en karakteristieke elementen te behouden. Eigentijds en vernieuwende interpretaties hiervoor zijn welkom. Ook vervangende nieuwbouw is mogelijk wanneer daarvoor aantoonbaar een hoge kwaliteit wordt geboden; - Kleine grenscorrecties (verfijningen) van de zoneringen van het gewestplan zijn mogelijk zowel in functie van het agrarisch gebied als in functie van de woongebieden; - Binnen de hoofdfunctie wonen kunnen verfijningen gemaakt worden i.f.v. gabarieten, woondichtheden, groene ruimtes, lokale handelsactiviteiten, mobiliteitsaspecten (zoneringen zoals verblijfsgebieden, doorgaand verkeer…).

Kernbeslissing i.v.m. gemeenschapsvoorzieningen - Opmaak ruimtelijk uitvoeringsplan of plannen zonevreemde begraafplaatsen.

HAG-gebieden: De deel-RUP’s Gijzenzele en Moortsele liggen binnen een HAG-Gebied dat deel uitmaakt van de deelruimte “Land van Wetteren-Lede“.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 33

Hag (groen) Gijzenzele ‘landbouwgebied rond Oosterzele, Gijzenzele en Massemen’

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 34

De zone van het bestemmingsgebied in het deel-RUP Gijzenzele dat binnen het HAG-gebied (landbouwgebieden rond Oosterzele, Gijzenzele en Massemen) valt, wordt reeds volledig ingenomen door woningen, enkele gemeenschapsvoorzieningen en een vergunde begraafplaats. De zone van het bestemmingsgebied in het deel-RUP Moortsele dat binnen het HAG-gebied (landbouwgebieden bij Munte en ) valt, wordt reeds volledig ingenomen door woningen in de kern, door woningen in uitvoering van het BPA Vijverstraat (1979), gemeenschapsvoorzieningen waaronder een vergunde begraafplaats. Gijzenzele: In Gijzenzele wordt een duidelijke afbakening gemaakt van de dorpskern (met inbegrip van de kerk en de aanpalende begraafplaats). Er worden geen landbouwgebieden aangesneden. Het RUP bevestigt de bestaande bebouwing. De bestaande voetwegen ten noordwesten van het RUP zorgen voor een directe scheiding tussen de woningen en hun tuinen met het aanpalende landbouwgebied. Ten zuiden van het RUP wordt de bunker, gelegen in agrarisch gebied als cultuurhistorisch element opgenomen om instandhoudingswerken mogelijk te maken. Ook hier wordt er geen agrarisch gebied aangesneden. Moortsele: In Moortsele bakent het RUP de dorpskern af met inbegrip van het bestaande vergunde kerkhof (buiten het hag). Binnen de afbakening van het hag worden geen agrarische gebieden ingenomen. Een deel van het goedgekeurde en gerealiseerde BPA Vijverstraat wordt mee opgenomen in het deel-RUP Moortsele omwille van een bijkomende ontwikkeling van (sociale) woningen in de diepe tuinen van de bebouwing langs de Kloosterstraat.

- Mogelijke effecten: - Het RUP ‘Dorpskernen’ wijkt, wat sommige bestemmingen betreft, op sommige plaatsen af van de bepalingen van het gewestplan en van het BPA Vijverstraat (Moortsele). De afwijkingen zijn bestaande vergunde toestanden. - Het RUP neemt geen landbouwgebieden in. - De vergunde begraafplaats wordt ondergebracht in een specifieke ‘zone voor begraafplaats’.

- Maatregelen: - Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het RUP Dorpskernen heeft enkel betrekking op de deelkernen van Oosterzele; - Strikt toepassen van de stedenbouwkundige voorschriften.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 35

- Om een milderend effect van de begraafplaats op het natuurgebied aan de Molenbeek te krijgen dient bij de verdere inrichting rekening gehouden te worden met de bestaande waardevolle of potentieel waardevolle elementen en met de beekvallei.

- Besluit: - Geen effect van het te realiseren plan dat in strijd is met de ruimtelijke ordening, noch met de op hoger niveau juridisch vastgestelde structuur, noch met de gewenste structuur van het GRS.

7.1.3 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op de biodiversiteit, de fauna en de flora

- Omschrijving: - De biologische waarderingskaart toont de biologische waardering van het terrein. - Een kleine zone achter de kerk (begraafplaats) van Moortsele en een zone ten zuidwesten van de kerk van Scheldewindeke worden als complex aangegeven. - Met uitzondering in Moortsele en Scheldewindeke waar een kleine zone achter de kerk (begraafplaats) als complex wordt aangegeven. - Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijngebieden binnen het plangebied. - Het oostelijk deel van het planningsgebied in Moortsele, waaronder een groot deel van de begraafplaats ligt in een VEN-gebied.

Scheldewindeke Balegem Figuur: Biologische waarderingskaart (bron: AGIV)

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 36

Groen = biologisch waardevol; donker groen = biologisch zeer waardevol; groene arcering = complex (waardevol en zeer waardevol)

Gijzenzele Moortsele Groen = biologisch waardevol; donker groen = biologisch zeer waardevol; groene arcering = complex (waardevol en zeer waardevol) De oostelijke zijde van het planningsgebied in Moortsele sluit aan bij de Molenbeek en ligt in een VEN- gebied. Het grootse deel hiervan wordt ingenomen door de begraafplaats.

Figuur: VEN-gebieden (bron: AGIV)

De Molenbeek in Moortsele en in Balegem maakt deel uit van een natuuraandachtspunt.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 37

Mogelijke effecten: - Nihil wat betreft de habitat- en vogelrichtlijngebieden; - Inname van gronden van de bestaande vergunde begraafplaats van Moortsele in een VEN-gebied. De bestaande begraafplaats wordt behouden. Het groengebied op deze plaats is achterhaald. - Het RUP tast geen bijkomende waardevolle natuurwaarden aan;

- Maatregelen: - Maximum behoud van het natuurgebied in Moortsele; - Ter hoogte van de Molenbeek in Moortsele zal de begraafplaats verder ingericht kunnen worden als parkbegraafplaats. Er dient bijzondere aandacht bij het aanleggen van de beekvallei ter hoogte van de begraafplaats geschonken te worden. Dit wordt bepaald in de stedenbouwkundige voorschriften: • Uitbreiding van de beek wordt toegelaten (wadi’s waterbuffers…). De oevers van de beek dienen ecologisch ingericht te worden en een onderhoudsstrook wordt voorzien; • Voor het waterbeheer wordt er gestreefd naar een meer natuurlijk beheer van de beek. Er mogen enkel natuurvriendelijke oeverversterkingen voorzien worden alsook het lozen van afvalwater in de beek wordt verboden. De oevers moeten zo natuurlijk mogelijk gehouden worden zodat er zich een soortenrijke beekvegetatie kan ontwikkelen. Naast het inzaaien of aanplanten kan men de vegetatie ook spontaan laten ontwikkelen; • De Molenbeek moet zijn natuurlijke functie van waterberging en waterafvoer steeds kunnen blijven vervullen, derwijze dat er geen overstromingen optreden.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 38

- Het waardevolle groencomplex in Scheldewindeke wordt behouden en ondergebracht in een zone voor waardevolle tuinen.

- Besluit: - Het RUP formuleert voorschriften voor de bestaande bebouwing. - De bestaande begraafplaatsen worden bestendigd. In dit opzicht zal de (her)bestemming naar begraafplaats geen negatieve invloed hebben op het milieu. - De schadelijke effecten op het milieu worden beperkt. In het plangebied worden de waardevolle fauna en flora zoveel mogelijk bestendigd.

7.1.4 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op de bodem

- Omschrijving: - Bodemkaart

Figuur: Bodemkaart Scheldewindeke Balegem

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 39

Scheldewindeke: Witte zone met puntraster = bebouwde zone Lep = zandleembodem zonder profiel Balegem: Witte zone met puntraster = bebouwde zone

Figuur: Bodemkaart Gijzenzele Moortsele

Gijzenzele: Witte zone met puntraster = bebouwde zone Lcc = matig droge zandleembodem met sterk gevlekte verbrokkelde textuur B horizont Moortsele: Witte zone met puntraster = bebouwde zone Lca = matig droge zandleembodem met textuur B horizont (oranje met arcering) Lep = natte zandleembodem zonder profiel (groen met arcering)

Bodemkaart: de verscheidene deelgebieden hebben voornamelijk een matig droge zandleembodem. De zones die aan de Molenbeek palen hebben een matig tot natte zandleembodem.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 40

- Erosie

Figuur: Erosiegevoelig gebied Scheldewindeke Balegem

Figuur: Erosiegevoelig gebied Gijzenzele Moortsele

De verscheidene deelgebieden zijn gevoelig voor erosie gezien het licht hellend karakter van de omgeving.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 41

- In de bebouwde zones is de bodem reeds verstoord. - In het studiegebied en in zijn directe omgeving zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningplicht waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft; - Er zijn bij de gemeentediensten geen andere gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister. - Er zijn geen Vlarebo-activiteiten gekend in de gebieden. - De bestemmingsgebieden liggen niet in een ontginnningsgebied.

Mogelijke effecten: - Bij het verder inrichten en het oprichten van woningen kan er grondverzet mogelijk zijn; - Er is nu reeds een permanente bodemafdekking door wegen, verhardingen en bebouwing aanwezig en is de bodem verstoord; - Er worden geen grote nieuwe verhardingen voorzien binnen de verscheidene deelgebieden gezien de voorschriften voornamelijk een bestendiging zijn van de bestaande toestanden; - Binnen het plangebied zijn geen bestemmingen voorzien die aanleiding kunnen geven voor (grootschalige) bodemverontreiniging.

- Maatregelen: - Bij grondverzet is de regeling grondverzet uit het bodemsaneringsdecreet en Vlarebo van toepassing. - Vanuit de discipline bodem worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld op uitzondering van het gebruikelijk vermijden van accidentele vervuiling. - De gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater dienen strikt toegepast te worden. - De verhardingen dienen beperkt te blijven tot het meest noodzakelijke. - Voor de aanleg van verhardingen dienen kleinschalige waterdoorlatende materialen gebruikt te worden met uitzondering van de circulatieruimte (weginfrastructuur…)

- Besluit: - De effecten van de nieuwe ontwikkeling op de bodem zijn, behoudens de kleine bouwwerken beperkt. - Vanuit de discipline bodem zijn geen significante milieueffecten te verwachten.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 42

7.1.5 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op het water

- Omschrijving: - In de ruime omgeving komen van het plangebied komen geen grondwaterwinningen voor. - Waterlopen

Scheldewindeke Ten zuiden van Scheldewindeke loopt de Grote Ettingebeek (S.188 - 2de categorie) die ten westen van het centrum in de Molenbeek uitkomt. De beek valt op de zuidelijke grens van het deel-RUP. Het beheer van de waterloop ligt bij de Provincie Oost-Vlaanderen. Ter hoogte van de Sint- Kristoffelstraat werd de beek tot aan de voetweg nr.41 ingebuisd. De inbuizing werd vastgelegd bij de goedgekeurde verkavelingen (44052/7351 V146/1 en 44052/7351 V146/2). Boven de overwelving werd ruimte voorzien voor parkings.

Grote Ettingebeek in Scheldewindeke (OS 188)

Balegem Ten westen van het centrum van Balegem (parallel aan de Balegemstraat) loopt de onbevaarbare waterloop Molenbeek /Gondebeek , waterloop nr. S.180 , waterloop van de 2 de categorie en beheerd

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 43

door de Provincie Oost-Vlaanderen. In het zuiden wordt het deel-RUP begrenst door een oud- geklasseerde waterloop nr.2, beheerd door de aangelanden.

Molenbeek in Balegem (OS 180)

Gijzenzele Binnen de afbakening van het deel-RUP Gijzenzele zijn geen waterlopen aanwezig.

Moortsele Ten oosten van de dorpskern van Moortsele loopt de Molenbeek/Gondebeek nr. S.180, een onbevaarbare waterloop van 2 de categorie en beheerd door de Provincie Oost-Vlaanderen .

De Molenbeek maakt geen deel uit van de bestemmingsgebieden in Balegem en Moortsele.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 44

Molenbeek in Moortsele (OS 180)

- Watertoets Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Door de mogelijke toename van de verharde oppervlakten wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt en zal dit moeten gecompenseerd worden door de plaatsing van hemelwaterputten of andere efficiënte oplossingen.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 45

Deel-RUP Scheldewindeke

Overstromingsgevoelig gebieden Grondwaterstromingsgevoelig gebied Licht blauw: mogelijk overstromingsgevoelig licht geel = matig gevoelig; bruin = gevoelig

Infiltratiegevoelige gebieden Hellingenkaart licht bruin: infiltratiegevoelig

Op basis van deze watertoetskaarten in Scheldewindeke kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt: - Op de kaart van de overstromingsgebieden ligt het planningsgebied van het RUP niet in een overstroombaar gebied. Het westelijk deel omgeving van de twee vijvers ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Deze zone wordt in het deel-RUP als waardevolle tuin aangeduid waar geen bebouwing of constructies of verhardingen toegelaten worden. Het deel-RUP is gelegen in een matig grondwaterstromingsgevoelig gebied. De vallei van de Grote Ettingebeek ligt in een meer gevoelige zone van de grondwaterstroming; - Het plangebied is niet gelegen in een infiltratiegevoelig gebied; - Het plangebied ligt in een vrij vlak gebied zonder noemenswaardige hellingsverschillen; - Alhoewel het planningsgebied voornamelijk bestaat uit verharde oppervlakten, toch zeker wat

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 46

betreft de bebouwing en het openbaar domein (markt, wegenis, voetpaden) duidt de kaart verscheidene kleine erosiegebiedjes aan in hoofdzaak ten zuiden van de kerk en ter hoogte van de vierkantshoeve.

Deel-RUP Balegem

Overstromingsgevoelig gebieden Grondwaterstromingsgevoelig gebied Licht blauw: mogelijk overstromingsgevoelig licht geel = matig gevoelig; bruin = gevoelig

Infiltratiegevoelige gebieden Hellingenkaart licht bruin: infiltratiegevoelig

Op basis van de watertoetskaarten in Balegem kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt: - Op de kaart van de overstromingsgebieden ligt een kleine zone in het zuidoosten van het planningsgebied van het RUP in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied;

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 47

- Het deel-RUP is gelegen in een grondwaterstromingsgevoelig gebied omwille van de nabij gelegen Molenbeek; - Het plangebied is gelegen in een niet infiltratiegevoelig gebied en maakt deel uit van een bebouwde zone. - Vanaf de Balegemstraat naar het westen toe is er een hellingsverschil naar de vallei van de Molenbeek. De Molenbeek zelf ligt in een dieper gelegen bedding (donker bruin op de hellingenkaart) t.o.v. haar omgeving. - Alhoewel het planningsgebied voornamelijk bestaat uit verharde oppervlakten, toch zeker wat betreft de bebouwing en het openbaar domein (wegenis, voetpaden) duidt de kaart een erosiegevoelig gebied aan voor het deel-RUP Balegem zowel in het centrum als in de omgeving van de Molenbeek.

Deel-RUP Gijzenzele

Overstromingsgevoelig gebieden Grondwaterstromingsgevoelig gebied Licht blauw: mogelijk overstromingsgevoelig licht geel = matig gevoelig; bruin = gevoelig

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 48

Infiltratiegevoelige gebieden Hellingenkaart licht bruin: infiltratiegevoelig

Op basis van deze watertoetskaarten kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt: - Op de kaart van de overstromingsgebieden ligt het planningsgebied van het RUP niet in een overstromingsgevoelig gebied; - Het deel-RUP is gelegen in een matig grondwaterstromingsgevoelig gebied; - Het plangebied is gelegen in een niet infiltratiegevoelig gebied en maakt deel uit van een bebouwde zone. De zones achter de perceelsgrenzen van het bestemmingsgebied worden als infiltratiegevoelig weergegeven. - Het planningsgebied bevat geen noemenswaardige hellingen; - Alhoewel het planningsgebied voornamelijk bestaat uit verharde oppervlakten, toch zeker wat betreft de bebouwing en het openbaar domein (wegenis, voetpaden) duidt de kaart kleine erosiegevoelig gebieden aan voor het deel-RUP Gijzenzele.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 49

Deel-RUP Moortsele

Overstromingsgevoelig gebieden Grondwaterstromingsgevoelig gebied Licht blauw: mogelijk overstromingsgevoelig licht geel = matig gevoelig; bruin = gevoelig Blauw: effectief overstromingsgevoelig Donker blauw: risico voor overstroming

Infiltratiegevoelige gebieden Hellingenkaart licht bruin: infiltratiegevoelig blauw: risicozone voor overstroming

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 50

Op basis van deze watertoetskaarten kunnen volgende vaststellingen worden gemaakt: - Op de kaart van de overstromingsgebieden ligt de oostelijke zone van het planningsgebied in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied (bekken van de Molenbeek). Ter hoogte van de Molenbeek ligt een zone als effectief overstromingsgevoelig gebied aangeduid; - Het deel-RUP is gelegen in een matig grondwaterstromingsgevoelig. Het deel dat in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied ligt, ligt binnen een gevoelig grondwaterstromingsgevoelig gebied (bekken van de Molenbeek); - Het plangebied is gelegen in een infiltratiegevoelig gebied met uitzondering van de zone voor mogelijke overstromingen ter hoogte van de beek; - Het bestemmingsgebied is vrij vlak met uitzondering van de oostelijke zone (begraafplaats) waar er een helling is in de richting van de Molenbeek. - De oostelijke zijde parallel aan de beek vertoont mogelijkheden voor erosie. Deze zone ligt dan ook in een overstromingsgevoelig gebied met een helling naar de Molenbeek toe.

- Mogelijke effecten: - Er is een permanente ruimte-inname door de voornamelijk reeds bestaande gebouwen en wegenis. Op deze plaatsen kan het water niet in de grond infiltreren. - Op die plaatsen die bijkomend verhard (circulatieruimte, kleine constructies…) zullen worden, wordt de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.

- Maatregelen: - Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen schadelijke effecten worden ondervangen. Bij de ontwikkeling van het plangebied dient aan de algemene principes van een kwalitatief waterbeheersingsbeleid (watertoets) voldaan te worden door de toepassing van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Deze verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten. - Alle voorzieningen voor de regenwateropvang en waterbeheersingsbeleid moeten binnen het RUP zelf gebeuren en niet naar de naastliggende zones. - Het hemelwater dient zoveel mogelijk (her)gebruikt te worden. - Open waterbufferbekkens/wadi’s worden toegelaten.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 51

- Bij de inrichting van het plangebied in Balegem en Moortsele zal men rekening moeten houden met de wetgeving m.b.t. de onbevaarbare waterlopen om de schadelijke effecten op het watersysteem te vermijden: o Wet op de onbevaarbare waterlopen van 28/12/1967 en latere toepasbare wijzigingen. o Provinciaal reglement van 27/05/1955 en latere toepasbare wijzigingen. - Voor het waterbeheer wordt er gestreefd naar een meer natuurlijk beheer langs de Molenbeek. Het lozen van afvalwater in de beek wordt verboden. - Omwille van de overstromingsgevoeligheid in het stroomgebied van de Molenbeek in Moortsele zullen er bijkomende infiltratie- en buffercapaciteit voorzien worden. - Het plangebied ligt in een infiltratiegevoelig gebied. De aquatische terreinkenmerken, de relevante doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid en de voorschriften van het RUP bepalen dat het aangewezen is om de ruimte voldoende onbebouwd en onverhard terrein te laten en daar waar verharding noodzakelijk is, deze maximaal in waterdoorlatende verharding te voorzien. Bovengrondse infiltratievoorzieningen (wadi’s en grachten) hebben de voorkeur boven ondergrondse infiltratievoorzieningen omdat zij beter te onderhouden en te controleren zijn. - De bepalingen van Vlarem m.b.t. de sanering van het afvalwater dient te worden gerespecteerd. - Woonzone (voorschriften): o De niet bebouwde perceelsdelen dienen ingericht te worden als tuin; o Maximaal 20% van deze ruimte kan enkel worden verhard met waterdoorlatende materialen ten behoeve van oprit, parkeerplaatsen, tuinpaden, terrassen. Ondoorlaatbare verhardingen (maximum 20%van het totale perceel) worden slechts toegelaten indien de afwatering gebeurt naar de niet verharde delen op eigen terrein of naar een eigen waterbuffering.

- Besluit: - Bij de ontwikkeling van de plangebieden dient aan de algemene principes van een kwalitatief waterbeheersingsbeleid (watertoets) voldaan te worden en dient de toepassing te gebeuren van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Gezien de overstromingsgevoeligheid van het stroomgebied van de Molenbeek/Gondebeek, wordt door de dienst Integraal Waterbeleid aangedrongen om voor de realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1.000m², conform het geldend provinciale beleidskader, bijkomende infiltratie- en buffercapaciteit te voorzien om de (versneld) afvoer van nieuw aan te leggen verharding naar de waterlopen te vermijden of te beperken.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 52

- Indien naast bovenvermelde stedenbouwkundige voorschriften ook het vigerende juridische kader wordt opgevolgd, dan zal het RUP geen significante negatieve effecten op het watersysteem veroorzaken die extra maatregelen behoeven..

7.1.6 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op het geluid

- Omschrijving: - In de verscheidene plangebied zijn volgende functies en activiteiten aanwezig: • Wonen • Gemeenschapsvoorzieningen • handelsactiviteiten • Wegeninfrastructuur en parking - In de huidige situatie wordt er in het plangebied weinig geluidshinder veroorzaakt. - Momenteel is er hoofdzakelijk geluidshinder door het verkeer afkomstig van de bewoners van de kernen, bezoekers die naar de plaatselijke handel komen en het doorgaand verkeer. - Bij de bouw van nieuwe gebouwen kan extra geluid van tijdelijke aard veroorzaakt worden.

- Mogelijke effecten: - Vermits het hoofdzakelijk om woonfuncties gaat, zal de impact naar geluid dan ook zeer beperkt zijn en weinig of geen effecten vooroorzaken.

- Maatregelen: - Bij geluidsgenererende functies dienen akoestische elementen gebruikt worden.

- Besluit: - Dit effect is eerder kleinschalig. Er wordt geen significant geluidsimpact op de omgeving verwacht.

7.1.7 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op het licht

- Omschrijving: - De verlichting die momenteel in het plangebied aanwezig is, bestaat uit de straatverlichting langs het openbaar domein.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 53

- Bij het aanleggen van de zuidelijke zone aan de Palingstraat in Moortsele zal er een verlengde van de straat aangelegd worden bijgevolg eveneens bijkomende straatverlichting.

- Mogelijke effecten: /

- Maatregelen: /

- Besluit: - Er moet geen groot effect op de lichtkwaliteit verwacht worden gezien het RUP niet het kader vormt voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen.

7.1.8 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonische en het archeologische erfgoed

- Omschrijving: Beschermde monumenten - De St. Christoffelkerk (met uitzondering van het schip en de zijbeuken) te Scheldewindeke (26/08/1947); - Sint-Christoffelkerk (Scheldewindeke) met de historische kerkhofsite (M.B. 30/01/2013); - De St. Bavokerk te Gijzenzele (29/03/1974); - De watermolen, Muldershof 2 te Balegem (21/04/1993); - Pastorie van Balegem (perceel 494d en 504f) , Pastorieberg 2 (14/07/2004); - Pastorie en pastorietuin van Moortsele, Sint-Antoniusplein (14/07/2004). - Het koor, de zuiderarm van de kruisbeuk van de St. Amanduskerk te Moortsele (28/12/1936); - Sint-Amanduskerk (Moortsele) met historische kerkhofsite (M.B. 30/01/2013).

Beschermde dorpsgezichten - De onmiddellijke omgeving van de watermolen te Balegem (21/04/1993).

Bouwkundig erfgoed Deel-RUP Scheldewindeke - Burgerhuis, Marktplein 1 - Hoeve, Marktplein 26 - Burgerhuis, Marktplein 4 - Burgerhuis, Marktplein 5

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 54

- Parochiekerk, Marktplein - Voormalige herberg, Marktwegel 4 - Dubbelhuis, Marktwegel 6 - Dorpshuis, Marktwegel 8

Deel-RUP Balegem - Dorpshuis, Muldershof 1 - Dorpshuis, Muldershof 3 - Drie dubbelhuizen, Balegemstraat 11 -15 - Voormalige weverij Robijns, later brouwerij ‘De Fontein, Balegemstraat 16 - Dubbelhuisjes, Balegemstraat 18 – 22 - Parochiekerk Sint-Martinus, Balegemstraat

Deel-RUP Gijzenzele - Parochiekerk Sint-Bavo, Kerkstraat - Pastorie, kerkstraat 4

Deel-RUP Moortsele • Twee arbeidershuisjes, Kloosterstraat 15 • Beeldbepalend dorpshuis op hoek Vijverhofstraat, Sint-Antoniusplein 1 • Pastorie, Sint-Antoniusplein 10 • Hoekcafé, Sint-Antoniusplein 2 • Parochiekerk Sint-Amandus • Voormalige hoeve en afspanning "Au Renard", Vijverstraat 1 • Hoeve, Moortselestraat 76 • Voormalige herenwoning met aanhorigheden, Moortselestraat 78

- Mogelijke effecten: - De voorziene bestaan woonzoneringen en de woonzonering ten zuiden van de Palingstraat in Moortsele hebben geen bijkomende invloed op het cultureel erfgoed en beantwoorden aan de hedendaagse behoeften. - Positief effect van het te realiseren plan op het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonische en het archeologisch erfgoed.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 55

- Maatregelen: - Puntrelicten bestaan uit afzonderlijke objecten met hun onmiddellijke omgeving. Het zijn dikwijls bouwkundige elementen met een bijzondere erfgoedwaarde. Het beleid richt zich hier specifiek naar de versterking van de zichtbaarheid en het behoud ervan. - Sint-Kristoffelkerk Scheldewindeke; - Dorpskern Balegem; - St.-Bavokerk Gijzenzele; - Sint-Amanduskerk Moortsele; Het doel in deze gebieden is gericht om de bestaande relicten en ankerplaatsen in hun gaafheid, herkenbaarheid en samenhang te behouden en waar mogelijk is deze te herstellen. (GRS)

Beschermde/geklasseerde monumenten en dorpsgezichten - Beschermde/geklasseerde gebouwen en dorpsgezichten kunnen afwijken van de bestemming zoals voorzien binnen de bestemmingszone waarin ze liggen. Deze gebouwen kunnen een andere bestemming krijgen voor zover deze nieuwe bestemming bijdraagt tot het behoud, de revitalisering en/of de opwaardering van het monument. De nieuwe bestemming moet evenwel in harmonie kunnen functioneren met de omgeving. - De gebouwen kunnen enkel in geval van heirkracht afgebroken worden en zullen enkel het voorwerp van verbouwingen en uitbreidingen kunnen zijn. Bijgebouwen of vorige verbouwingen kunnen wel verwijderd worden nadat aangetoond is via historisch onderzoek dat deze geen deel uitmaakten van het oorspronkelijk concept. Na overleg met Onroerend Erfgoed kunnen, op basis van een grondige motivering en bouwhistorisch onderzoek, bijgebouwen of vorige verbouwingen worden verwijderd.

Gebouwen met beeldkwaliteit - Voor gebouwen met beeldkwaliteit of bebouwing uit de inventaris waardevol erfgoed, zoals aangeduid op het plan bestaande en/of juridische toestand en op het bestemmingsplan, geldt dat bij de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen rekening wordt gehouden met de beeldkwaliteit. - De typologie moet bewaard - Elke verbouwing en/of uitbreiding gebeurt met respect voor het bestaande volume en kroonlijsthoogte, de verhouding van de oorspronkelijke geleding en structuur van het gebouw, de oorspronkelijke openingen van de gevels, de stijlelementen, oorspronkelijke kleur en materiaalgebruik; - Deze gebouwen kunnen slechts in geval van heirkracht vervangen worden door gebouwen met minstens gelijkwaardige architecturale kwaliteiten. Dit betekent dat in geval van vervangende nieuwbouw de waarde van het straatbeeld moet verhogen.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 56

- Besluit: - Er zijn geen significante milieueffecten te verwachten indien er rekening gehouden wordt met de stedenbouwkundige voorschriften.

7.1.9 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan t.o.v. het landschap

- Omschrijving: Binnen de plangebieden zijn volgende relictzones en ankerplaatsen aanwezig: Relictzones Er werd een relictzone in Moortsele geselecteerd. De zone omvat de Molenbeekvallei. Het bestemmingsplan van Balegem paalt aan de relictzone van de Molenbeekvallei.

Binnen de verscheidene bestemmingsgebieden werd er enkel een ankerplaats in Moortsele geselecteerd.

Relictzone Moortsele Relictzone Balegem

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 57

Ankerplaats Moortsele

Puntrelicten. - Sint-Kristoffelkerk Scheldewindeke; - Dorpskern Balegem; - St.-Bavokerk Gijzenzele; - Sint-Amanduskerk Moortsele;

- Mogelijke effecten: - Door de stedenbouwkundige voorschriften worden er geen effecten verwacht naar het landschap toe en worden de bestaande landschappelijke elementen enkel versterkt. - De achterliggende woning langs de Moortselestraat, die voorkomt op de lijst van het onroerend erfgoed en gelegen is in een ankerplaats en in een relictzone, wordt behouden als landschappelijk element. Deze woning kwam reeds voor bij de opmaak van de Ferrariskaarten (1777) en werd opgenomen in de lijst van het onroerend erfgoed.. - De vergunde begraafplaats achter de kerk in Moortsele wordt behouden. - De natuurlijke structuur wordt niet verstoord.

- Maatregelen: - In de geselecteerde zones wordt geen nieuwe bebouwing toegelaten.

- Besluit: - De bebouwbare oppervlakten voor gebouwen worden beperkt en dienen aan te sluiten bij de huidige bebouwing. - Er worden geen waardevolle reliëfs- of hydrologische structuren vernietigd of verstoord. - Geen aanzienlijke effecten te verwachten.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 58

7.1.10 Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het te realiseren plan op de mobiliteit

- Omschrijving: - De N42, de N415 (buiten het grondgebied van Oosterzele) en de N444 worden als secundaire wegen type II aangeduid. Hier primeert de verzamelfunctie op bovenlokaal niveau tegenover de verbindingsfunctie. De verbinding Scheldewindeke – Oosterzele N415 wordt bestemd als een lokale weg type 1. - De weg Scheldewindeke – Balegem (Pastoor De Vosstraat) is een lokale weg type 2. Alle andere wegen worden beschouwd als wegen van het type 3. - De deel-RUP’s Balegem, Scheldewindeke en Moortsele zijn gelegen in de directe nabijheid van de spoorweg. Binnen Oost-Vlaanderen zijn o.a. volgende L-treinen van kracht: de lijn Gent-Zottegem- Geraardsbergen met stopplaatsen in Oosterzele van regionaal belang.

N42

N415

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 59

- Atlas van de buurtwegen

Buurtweg 41

Buurtweg Scheldewindeke

Ten noorden van de kerk is de voetweg verdwenen en vervangen door de straat ‘Marktwegel’. De buurtweg nr. 41 in Scheldewindeke vertrekt zuidwaarts vanaf de Kerk naar Sint-Kristoffelstraat en wordt volledig behouden.

De buurtweg nr. 75 en de buurtweg nr. 66 blijven behouden in het planningsgebied van Balegem.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 60

Buurtweg 66

Buurtweg 75

Buurtwegen Balegem

De buurtwegen in Gijzenzele worden terug opgenomen in het planningsgebied.

Buurtweg 30 Buurtweg 32 Buurtweg 37 Buurtweg 31

Buurtweg 33

Buurtweg 33

Buurtwegen Gijzenzele

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 61

Buurtweg 36

Buurtweg 37

Buurtweg 28

Buurtwegen Moortsele De buurtwegen nr. 36 en nr. 28 worden behouden.

De deelgemeenten van Oosterzele liggen op een provinciaal bovenlokaal fietsroutenetwerk.

- Mogelijke effecten: - De deel-RUP’s zijn duidelijk niet gericht op een wijziging van ontsluiting. - In Moortsele wordt de Palingstraat (plaatselijke ontsluitingsweg) doorgetrokken om het zuidelijk deel voor verdere ontwikkeling mogelijk te maken. - Wat betreft het aantal dagdagelijkse bewegingen is er weinig of geen extra druk op de mobiliteit.

- Maatregelen: - Behoud van de trage wegen. - Verkeersgenererende functies worden niet toegelaten binnen de dorpskernen

- Besluit: - Het RUP veroorzaakt geen negatieve effect voor de mobiliteit. - Het RUP bevestigt in hoofdzaak de bestaande ruimtelijke situatie.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 62

8. DISCIPLINE OVERSCHRIJDENDE CONCLUSIE ONDERZOEK MILIEUEFFECTEN

globaal overzicht aanzienlijk effect op effecten

gezondheid van de mens Geen significante effecten ruimtelijke ordening Geen significante effecten de biodiversiteit, de fauna en flora Geen significante effecten de bodem Geen significante effecten het water Geen significante effecten het geluid Geen significante effecten het licht Geen significante effecten het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonische en archeologisch erfgoed Positieve effecten het landschap Positief effect de mobiliteit Geen significante effecten

Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III – 10b van het Besluit van de Vlaamse regering van 29/04/2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 63

9. DISCIPLINE GEVRAAGDE ADVIESINSTANTIES

Provinciebestuur Oost-Vlaanderen: er wordt akkoord gegaan met de conclusie dat geen plan-MER dient opgemaakt te worden. Het ‘verzoek tot raadpleging’ wordt gunstig geadviseerd.

Agentschap Natuur en Bos Oost-Vlaanderen: geen opmerkingen wat betreft de globale milieueffecten van het plan en meer specifiek voor de discipline fauna en flora. Er zijn significante effecten. Er moet dan ook geen passende beoordeling opgemaakt worden.

Departement Landbouw en Visserij: het voorgenomen plan zal geen aanzienlijke milieueffecten genereren.

Ruimte Vlaanderen: de screeningsnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening.

Onroerend erfgoed Oost-Vlaanderen: de verschillende disciplines van Onroerend Erfgoed hebben aangegeven dat het plan in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan teweeg brengen. Het aanpassen aan de opmerkingen kan ervoor zorgen dat de millieueffecten niet meer als ‘aanzienlijk’ beschouwd worden.

Agentschap Wonen Vlaanderen: de mogelijke millieueffecten zijn in de screeningsnota voor wat wonen betreft voldoende beschreven.

Departement LNE, Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen: de beschrijving van het aspect aspect bodem en ondergrond is op een passende wijze uitgevoerd. Er zijn geen aanzienlijke effecten te verwachten.

Departement LNE (dienst VR): op het vlak van de externe mensveiligheid stellen er zich geen problemen. De dienst VR verwacht geen aanzienlijke effecten inzake externe veiligheid.

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 64

10. BIJLAGEN

10.1 Grafisch plan Scheldewindeke

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 65

10.2 Grafisch plan Balegem

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 66

10.3 Grafisch plan Gijzenzele

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 67

10.4 Grafisch plan Moortsele

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 68

OOSTERZELE DOSSIER : 2005_10 RUP 7 DORPSKERNEN - VERZOEK TOT RAADPLEGING 69