Beeldkwaliteitsplan Zeevang
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Beeldkwaliteitsplan Zeevang Beeldkwaliteitsplan Zeevang in opdracht van de Gemeente Zeevang Feddes/Olthof Landschapsarchitecten in samenwerking met Happel Cornelisse Architecten en Beek & Kooiman Cultuurhistorie augustus 2013, Utrecht INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 7 2 Historische schets 9 3 Ontwikkelingen 19 4 Beeldkwaliteit in 10 punten 27 Beeldkwaliteitsplan Zeevang Beeldkwaliteit bufferwoningen 47 5 5 • • • Bronnen en colofon 81 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 6 Beeldkwaliteitsplan Zeevang (oranje lijn:gemeentegrens) Het buitengebied van de gemeente Zeevang 1 Inleiding Achtergrond Beeldkwaliteitsplan De aanleiding van dit beeldkwaliteitplan ligt in teiten van het cultuurlandschap behouden dicht patroon van waterlopen. Verspreid ligt de mogelijke bouw van maximaal 150 wo- blijven en zo mogelijk worden versterkt. Bij de een aantal rietlanden. Bijzonder is het land- ningen in het buitengebied van de gemeente opstelling van het beeldkwaliteitsplan bouwen schappelijk contrast dat de unieke veenwei- Zeevang. De Provincie en Gemeente zijn we voort op reeds ontwikkelde beleidsplan- degebieden vormen met de later gevormde overeengekomen dat hier ruimte voor is, on- nen, waaronder de streekplanuitwerking droogmakerijen Schermer, De Beemster der voorwaarde dat de intensiveringlocaties Waterlands Wonen. De uitdaging is om met en Purmer. Vooral in het hoogteverschil en binnen de rode contour zijn benut. De wo- dit beeldkwaliteitsplan het reeds geformu- waterpeil komt dat tot uitdrukking. Binnen ningen vormen als het ware een ‘buffervoor- leerde beleid nader te concretiseren. Zeevang liggen enkele kleine droogmakerijen Beeldkwaliteitsplan Zeevang raad’, waardoor zij ook wel bufferwoningen aan de kant van de IJsselmeerdijk. 7 worden genoemd. Naast de mogelijke bouw Korte karakteristiek van • van bufferwoningen spelen verschillende het plangebied • De Zeevang is globaal het gebied tussen de • andere ontwikkelingen in het buitengebied, • zoals de ontwikkeling van nieuwe natuurge- droogmakerij de Beemster in het westen, • bieden, aanpassingen van het wegen- en het Markermeer in het oosten en Waterland • padenpatroon en functieverandering van in het zuiden. Het gebied is net als het aan- • agrarische bedrijven. Zij waren reden om het grenzende en landschappelijk zeer verwante • geheel in een breder perspectief te plaatsen. Waterland karakteristiek voor het Noord- • De centrale vraag in het beeldkwaliteitsplan Hollandse polderlandschap: een zeer open, • is hoe de gemeente sturing kan geven aan gedeeltelijk zelfs bijna boomloos landschap • de veranderingsprocessen, zodat de kwali- van weidegronden, doorsneden door een Het buitengebied van de gemeente Zeevang (oranje lijn: gemeentegrens) Beeldkwaliteitsplan Zeevang 8 • • • • • • • • • • • Ontginning van Zeevang met veenstroompjes als basis Zeevang tussen Purmer, Beemster en Zuiderzee (Blaeu, 1657) 2 Historische schets Ontginning Het landschap van Zeevang heeft een rijke De grootschalige en vaak systematische ont- andere de dorpen Middelie (aan de Middel geschiedenis. Vele generaties hebben aan ginning van de veengebieden kwam vanaf de Ee) en Warder. Naderhand zijn, onder het gebied vorm gegeven. In dit hoofdstuk tweede helft van de 10e eeuw op gang. De invloed van wateroverlast, enkele nederzet- geven we een korte schets van de ontginning hield primair in dat even- tingslocaties verplaatst. Een voorbeeld is ontstaansgeschiedenis. De schets mondt uit wijdige afwateringssloten werden gegraven, het dorp Drei dat in de 14e eeuw in weste- in een typering van het huidige landschap. uit afwateringsoogpunt onder een zo gunstig lijke richting is verplaatst naar de dijk bij de Kenmerkend is de samenhang tussen de mogelijke hoek op een ontginningsbasis. Dit Beemstermeer, waarmee Hobrede ontstond. landschapslagen die in verschillende perio- kon een veenstroompje zijn, zoals de IJe, De ontginningen vonden plaats op particulier Beeldkwaliteitsplan Zeevang den zijn gevormd. Deze samenhang bepaalt de Schar (nu Korsloot) of de Middel Ee. initiatief en zijn minder regelmatig dan de 9 in hoge mate de landschappelijke kwaliteit Daardoor ontstonden langgerekte kavels. cope-ontginningen in het Utrechts-Hollandse • van het gebied. Als gevolg van het grillige patroon van de veengebied, die van bovenaf werden geor- • waterlopen, van waaruit men de ontginning ganiseerd. Omdat bij de ontginning in de • • ter hand nam, ontstond een patroon van Zeevang en Waterland geen vaste maten • blokken met een sterk in richting wisselende (lengte, breedte) waren vastgesteld (in tegen- • verkaveling. In de 12e eeuw was het veen- stelling tot zogenaamde cope-ontginningen) • gebied grotendeels ontgonnen en in cultuur ontstonden zeer lange percelen van wisselen- • gebracht. De boerderijen werden aan het de breedte. Toen tegen het eind van de 13e • eind van de kavels gesitueerd. Op den duur eeuw Floris V het Hollandse grafelijke gezag • ontstonden langgerekte boerderijlinten. in Westfriesland vestigde, was de ontginning • Voorbeelden in de Zeevang zijn onder grotendeels voltooid. • • • • • • • • • • • 10 Beeldkwaliteitsplan Zeevang Dijkringen rond Zeevang met doorbraken in de IJsselmeerdijk De IJsselmeerdijk Bedijking Zowel de Zeevang als Waterland maakten Bij de bedijking werden ook de waterlopen vervolgens verdween, werd de inlaagdijk de oorspronkelijk deel uit van een enorm veen- die in verbinding stonden met het buitenwa- primaire waterkering. In 1566 lag er ter gebied dat grote delen van West-Nederland ter afgesloten, de Ee bij Edam (1301, dam/ hoogte van de Zeevangse Keukendijk nog een besloeg. Door het opdringen van het buiten- sluis), de Schar (nu Korsloot) bij Schardam aanzienlijke hoeveelheid voorland. In 1603 water, vooral het Almere (de latere Zuider- (1318). In het Zeevangse gebied ontstonden was de dijk bij Warder zó slecht dat men be- zee), begon een proces van grootschalige drie dijkringen. sloot daar een inlaagdijk te leggen. Er is nog landafslag in de veengebieden. steeds een scherpe hoek in de dijk te zien. De veengebieden werden geteisterd door IJsselmeerdijk De laatste grote ramp die de dijk trof was stormvloeden/overstromingen onder andere Net als de Omringdijk wat noordelijker is die van 1825. Opnieuw kwam Zeevang onder in 1163, 1170, 1196, 1214 en 1287. ook de IJsselmeerdijk in de Zeevang een water te staan. Bij de watersnood van 1916 Door de ontwatering klonk het veen boven- samenstel van verschillende trajecten. In bleef het droog, maar men besloot daarna dien sterk in en werd het land kwetsbaar historisch opzicht gaat het om de Zeevangse wel tot ophoging van de dijk. voor het opdringende water. Ondanks de Keukendijk, de Etersheimer Keukendijk en Langs de IJsselmeerdijk in de Zeevang is aanleg van lokale dijken ging steeds meer het meest noordelijke deel, de Schardammer de invloed van zee-inbraken behalve aan land verloren. Er vond niet alleen landafslag Keukendijk. De Keukendijk als geheel heeft het dijktracé ook duidelijk te zien aan enkele aan de kust plaats, ook ruim daarachter in een bochtig tracé als gevolg van het leggen kreekachtige waterpatronen. Een voorbeeld Beeldkwaliteitsplan Zeevang het binnenland schuurde het binnendringen- van inlagen. Door de voortdurende aanvallen is de IJe ten noorden van Edam, een vanuit 11 de buitenwater bestaande veenstromen uit van de Zuiderzee verdween op veel plaatsen de Zuiderzee verwijd veenstroompje. Ook zijn • en vormde meren als het Purmermeer en gaandeweg het voorland dat als een buffer de sporen van dijkdoorbraken op een aantal • het Beemstermeer. voor de dijk functioneerde. Als het voorland plaatsen nog duidelijk zichtbaar in door- • braakkolken, onder andere de Kleine Braak Om het landverlies te stoppen werd in de was verdwenen, kon de dijk zo verzwakt • 12e-13e eeuw de Westfriese Omringdijk worden dat het noodzakelijk werd delen op (1775), de Groote Braak (1775) en de • aangelegd als eerste grote ringdijk in Noord- te geven en te vervangen door een tracé Moordenaarsbraak (tussen 1775 en 1849). • Holland. De veengebieden van Waterland wat meer landinwaarts. Een dergelijke dijk Bij een dijkdoorbraak werd in een bocht om • het gat heen een nieuwe dijk gemaakt. Waar • en de Zeevang werden in dezelfde periode wordt inlaagdijk genoemd, het gebied tus- • bedijkt. De verschillende doorlopende sen de oude en de nieuwe dijk heet inlaag. de dijk brak is vaak nog een klein meertje • bedijkingen (dijkringen) waren rond 1300 De inlaagdijken werden meestal in een boog (wiel of braak geheten). • voltooid. achter de bestaande dijk gelegd. Als deze Sommige braken zijn naderhand droog- • • • • • • • • • • • 12 Beeldkwaliteitsplan Zeevang De polders Dorpslinten gelegd. De Etersheimerbraak is in 1631 dicht net van vrij brede sloten en water- drooggelegd, waarmee een polder van 48 ha gangen. Bijzonder is dat een aantal ontgin- ontstond. Op enkele plekken is nog voorland ningsblokken nog min of meer herkenbaar is, aanwezig, zoals voor de dijk ten noorden of dat in elk geval de naam bewaard is, zoals van Warder, ten noorden van Edam, tussen de Ooster- en Westerweeren langs de IJe. Etersheim en Schardam (De Oosterkoog, Floriskoog en het Burgerwoud). Dorpen De dominante nederzettingsvorm in Zeevang Polders is het lintdorp, merendeels met bebouwing Uit de middeleeuwse ontginningsblokken aan beide kanten van de weg (Warder, Mid- ontstonden, al dan niet door samenvoeging, delie, Kwadijk, Etersheim). de polders als waterstaatkundige eenheden. Aanvankelijk bestonden de dorpen alleen uit Binnen de huidige gemeente liggen nu de boerderijen en soms een kerk, later werden volgende polders: