19.4.2021 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 136/11

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2021/C 136/08)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING DIE GEVOLGEN HEEFT VOOR HET ENIG DOCUMENT

“CRÉMANT DU

PDO-FR-A0740-AM01

Datum van mededeling: 2 februari 2021

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1. Actualisering van de lijst van de gemeenten in het geografische gebied

Hoofdstuk I van het productdossier van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Crémant du Jura” is als volgt gewijzigd:

In paragraaf IV, punt 1, onder a), is een verwijzing naar de officiële geografische code van 2018 ingevoerd en is de lijst van gemeenten bijgewerkt. De datum waarop het bevoegde nationale comité van het “Institut national de l’origine et de la qualité” (INAO) het herziene geografische gebied van de benaming heeft goedgekeurd, is eveneens toegevoegd. Deze wijzigingen zijn van redactionele aard en veranderen niets aan de perimeter van het geografische gebied van de benaming. Ze zijn noodzakelijk geworden vanwege fusies of splitsingen van gemeenten of delen van gemeenten of vanwege naamswijzigingen. Met deze nieuwe formulering is in het productdossier steeds duidelijk welke gemeenten tot het geografische gebied behoren.

In paragraaf IV, punt 1, onder b), zijn dezelfde wijzigingen om dezelfde redenen aangebracht.

Punt 6, “Afgebakend geografisch gebied”, van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

Na de punten a) en b) is de volgende zin ter informatie van de marktdeelnemers toegevoegd: “De cartografische documenten die het geografische gebied weergeven, zijn te vinden op de website van het INAO.”.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

2. Beplantingsdichtheid

In hoofdstuk I, paragraaf VI, punt 1, onder a), is de volgende zin toegevoegd: “Om de doorgang van aangepaste machines mogelijk te maken, mogen de percelen hooguit om de zes rijen worden voorzien van gangpaden met een breedte tussen 2 meter en 3,2 meter.”. Tot nu toe was een afstand tussen de rijen van meer dan 2 meter verboden.

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. C 136/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 19.4.2021

De afstand tussen de rijen is een essentieel element bij de berekening van de blootgestelde oppervlakte van het vegetatiedek, die weer wordt meegenomen in de berekening van het opbrengstniveau dat mogelijk wordt geacht voor een wijngaard van de oorsprongsbenaming. In het productdossier is tevens een definitie van de gemiddelde afstand opgenomen, zodat deze bepaling kan worden gecontroleerd.

Deze nieuwe voorschriften van het productdossier zijn in het enig document opgenomen onder punt 5, “Wijnbereidingsprocedés”.

3. Regels voor het opbinden en de hoogte van het opgebonden gebladerte

In hoofdstuk I, paragraaf VI, punt 1, onder c), is de regel betreffende de hoogte van het opgebonden gebladerte aangepast aan de wijnstokken met een gemiddelde afstand tussen de rijen van meer dan 1,6 meter en ten hoogste 2 meter en aan die met een gemiddelde afstand tussen de rijen van ten hoogste 1,6 meter. Voor beide situaties is echter de volgende zin toegevoegd: “De hoogte van het opgebonden gebladerte moet zodanig zijn dat er een uitwendig vegetatiedek is dat de productie van één kilogram druiven per ten minste 1,2 vierkante meter mogelijk maakt.”.

Deze aanvullingen op de werkwijzen van de exploitanten waarborgen een bladoppervlak dat zodanig is blootgesteld dat de druiven voldoende kunnen rijpen. Deze aanvullingen zijn noodzakelijk geworden omdat de wijngaarden in de Jura dit type wijn produceren uit wijnstokken die dichter op elkaar staan dan de minimale beplantingsdichtheid omdat de afstand tussen de rijen geringer is.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

4. Maximale gemiddelde belastingen per perceel en opbrengsten

In hoofdstuk I, paragraaf VI, punt 1, onder d), is de maximale gemiddelde belasting per perceel verhoogd tot 16 000 kg/ha voor wijnbouwpercelen met een gemiddelde afstand tussen de rijen van ten hoogste 1,6 meter. Deze wijngaarden hebben een grotere dichtheid dan wijngaarden met een gemiddelde afstand tussen de rijen van meer dan 1,6 meter; gezien de andere regels voor het wijngaardbeheer leveren de wijnstokken daar meer druiven op.

In hoofdstuk I, paragraaf VIII, punt 1, is de opbrengst verhoogd tot 78 hl/ha voor wijnbouwpercelen met een gemiddelde afstand tussen de rijen van ten hoogste 1,6 meter. Voor wijngaarden met een grotere dichtheid zijn de opbrengst en de maximale belasting per perceel verhoogd omdat de beplantingsdichtheid en de hoogte van het opgebonden gebladerte deze productiviteit mogelijk maken zonder dat dit ten koste gaat van de verwachte kwaliteit.

De opbrengst blijft 74 hl/ha voor wijngaarden met een gemiddelde afstand tussen de rijen van meer dan 1,6 meter en ten hoogste 2 meter.

Er is een alinea toegevoegd over de voorafgaande perceelbestemmingsverklaring (een verplichting die al was opgenomen in hoofdstuk II van het productdossier van 2011): voortaan is zonder zo’n verklaring de maximaal toegestane opbrengst van de betrokken oogst die van de oorsprongsbenaming “Côtes du Jura” (witte wijn) indien de maximaal toegestane opbrengst van de “Côtes du Jura” lager is dan die welke voor de benaming “Crémant du Jura” is toegestaan. Met deze voorafgaande verklaring kan gemakkelijker worden nagegaan of wordt voldaan aan de specifieke productievoorwaarden van “Crémant du Jura”, die een hogere opbrengst rechtvaardigen dan die van niet-mousserende wijnen in het geografische gebied.

In hoofdstuk I, paragraaf VIII, punt 2, is de uiterste opbrengst verhoogd tot 90 hl/ha voor wijnbouwpercelen met een gemiddelde afstand tussen de rijen van ten hoogste 1,6 meter.

De maximale opbrengst blijft 80 hl/ha voor wijnstokken met een gemiddelde afstand tussen de rijen die ligt tussen 1,6 en 2 meter.

Deze wijzigingen in de opbrengsten vloeien voort uit het feit dat de wijnstokken die in deze wijnstreek in de Jura zijn bestemd voor de productie van licht mousserende wijnen, inmiddels meer opbrengen. De opbrengsten mogen worden verhoogd tot de voor wijnstokken met de hoogste dichtheden voorgestelde niveaus; het vereiste minimaal blootgestelde bladoppervlak waarborgt dat de druiven voldoende kunnen rijpen om de verwachte kwaliteit van de oogst te halen.

De wijziging van de maximumopbrengst is opgenomen in punt 5, punt b, van het enig document. 19.4.2021 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 136/13

5. Andere teeltwijzen

In hoofdstuk I, paragraaf VI, punt 2, onder a), is de maximale lengte van de rijen voor de meest hellende percelen zonder regenwaterterugwinningssysteem vervangen door de verplichting om de ingezaaide of wilde vegetatie te beheren. Deze nieuwe regel maakt een betere controle van de erosie mogelijk en houdt rekening met de ontwikkeling van gecontroleerde begroening in de wijngaarden. In hoofdstuk I, paragraaf VI, punt 2, onder a) en b), zijn de ingangsdatum van deze regels en de beperkte toepassing ervan op nieuwe aanplant geschrapt. De huidige teeltwijzen maken het mogelijk deze regels verplicht te stellen voor alle wijnstokken. Deze wijzigingen zijn niet van invloed op het enig document.

6. Begindatum voor de druivenoogst In hoofdstuk I, paragraaf VII, punt 1, onder a), is de vaststelling van een begindatum voor de druivenoogst geschrapt. Het rijpheidsstadium van de druiven is bepalend voor de oogstdatum, die door de exploitant dan ook per perceel wordt vastgesteld op basis van het in het productdossier vastgestelde minimale suikergehalte van de druiven. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

7. Botteling In hoofdstuk I, paragraaf IX, punt 2, onder c), is de volgende zin toegevoegd: “Botteling is enkel toegestaan voor basiswijnen die aan de eisen van het organoleptische onderzoek overeenkomstig de voorwaarden van het controleplan voldoen.”.

Deze regel is opgenomen om te voorkomen dat koolzuurontwikkeling plaatsvindt in basiswijnen die gebreken in het eindproduct zouden veroorzaken. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

8. Opslag In hoofdstuk I, paragraaf IX, punt 4, is verduidelijkt dat een specifieke plaats voor de opslag van verpakte producten eveneens voor droesemwijnen is toegestaan teneinde de verwachte kwaliteit van de gevormde bubbels — zeer belangrijk voor dit soort wijn — te waarborgen en de controle te vergemakkelijken. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

9. Causaal verband In hoofdstuk I, paragraaf X, punt 3, zijn in de eerste alinea in de zin “Productievoorwaarden in het productdossier dragen bij tot de instandhouding van deze bodems (beperking van de lengte van de rijen, groenstroken enz.) en beperken de gebruikelijke risico’s van erosie.” de woorden “beperking van de lengte van de rijen” geschrapt. Deze schrapping is het gevolg van de invoering van een nieuwe regel voor het beheer van de wijngaard, namelijk de verplichting om de ingezaaide of wilde vegetatie te beheren (hoofdstuk I, paragraaf VI, Beheer van de wijngaard, punt 2), die in de plaats komt van de verplichting inzake de maximale lengte van de rijen. De nieuwe regel maakt een betere controle van de erosie mogelijk en houdt rekening met de ontwikkeling van gecontroleerde begroening in de wijngaarden. Deze wijziging is in het enig document opgenomen onder punt 8 “Causaal verband”.

10. Overgangsmaatregelen

In hoofdstuk I, paragraaf XI, punt 1, is voor de percelen die vóór 1 augustus 1994 zijn beplant en niet aan de minimale beplantingsdichtheid voldoen, de overgangsperiode gedurende welke voor de oogst nog aanspraak kan worden gemaakt op de gecontroleerde oorsprongsbenaming, beperkt tot en met de oogst van 2024, terwijl dit voorheen mogelijk was tot de datum van rooiing van die wijnstokken. Deze percelen moeten voldoen aan dezelfde andere regels betreffende het beheer van de wijngaard en de opbrengsten als die voor wijnstokken met een gemiddelde afstand tussen de rijen van meer dan 1,6 meter en ten hoogste 2 meter. C 136/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie 19.4.2021

In hoofdstuk I, paragraaf XI, is punt 3 geschrapt wegens het verstrijken van de periode gedurende welke in verband met de botteling aanspraak kon worden gemaakt op een specifieke maatregel voor de datum waarop het product op de consumentenmarkt mocht worden gebracht. Deze wijzigingen zijn niet van invloed op het enig document.

11. Voorafgaande verklaring betreffende de perceelbestemming In hoofdstuk II, paragraaf I, punt 1, is de uiterste datum voor de indiening van deze voorafgaande verklaring of voor de annulering van de stilzwijgende verlenging ervan verplaatst van 1 naar 30 juni om de marktdeelnemers in staat te stellen een beter beeld te krijgen van de kenmerken van de komende oogst en een betere keuze te maken voor de bestemming van de druiven. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

12. Aanspraakverklaring In hoofdstuk II, paragraaf I, punt 5, moet de informatie in deze verklaring worden aangevuld met het nummer van de partij van de basiswijn, zodat de traceerbaarheid na het organoleptisch onderzoek (basiswijn) gewaarborgd is. Daarmee kan beter worden voldaan aan de verplichting om voor de bereiding van “Crémant du Jura” geen basiswijnen te gebruiken die gebreken in het eindproduct kunnen veroorzaken. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

13. Belangrijkste te controleren punten en evaluatiemethoden In hoofdstuk III, paragraaf I, is de tabel met de belangrijkste te controleren punten plus bijbehorende evaluatie­ methoden bijgewerkt op grond van bepaalde wijzigingen in hoofdstuk I en ter verduidelijking van sommige evaluatie­ methoden. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

14. Verwijzingen naar het controleorgaan In hoofdstuk III, paragraaf II, zijn de redactionele regels na de goedkeuring van het productdossier in september 2011 gewijzigd en worden de volledige referenties van de controleautoriteit niet langer vermeld als de controles worden verricht door een certificerende instantie. De verwijzing naar de norm voor de accreditatie van het controleorgaan door het Cofrac is geschrapt omdat de desbetreffende gegevens regelmatig veranderen waardoor het productdossier telkens zou moeten worden gewijzigd. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

ENIG DOCUMENT

1. Naam van het product Crémant du Jura

2. Type geografische aanduiding BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën wijnbouwproducten 5. Mousserende kwaliteitswijn

4. Beschrijving van de wijn(en) De wijnen zijn mousserende kwaliteitswijnen, wit of rosé. a) Indien de most wordt verrijkt, mag het totale alcoholvolumegehalte van de wijnen na de koolzuurontwikkeling en vóór het degorgeren niet hoger zijn dan 13 %. 19.4.2021 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 136/15

b) De totale zuurgraad, het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zwaveldioxide, het suikergehalte en de koolzuurgasoverdruk zoals gemeten bij een temperatuur van 20 °C, komen overeen met die welke zijn vastgelegd bij communautaire regelgeving. De mousserende witte wijn, die voornamelijk wordt bereid uit het druivenras chardonnay B, is delicaat en fijn. De wijn heeft een complex, maar discreet aromatisch palet waarin vaak toetsen van appel, brioche en hazelnoot te onderscheiden zijn. De mousserende roséwijn, die gewoonlijk wordt geproduceerd uit het druivenras pinot noir N, bevat zeer vaak toetsen van kleine rode vruchten.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimale totale zuurgraad

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbereidingsprocedés

a. Specifieke oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé a) Het gebruik van stukjes hout is verboden. b) Bij de bereiding van de roséwijnen is het gebruik van houtskool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product en in mengsels, verboden. c) Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het wetboek landbouw en zeevisserij. d) De plek waar de persing plaatsvindt, moet beantwoorden aan de criteria inzake de levering van de oogst, de persinstallaties en de persen, de lading van de persen, de fractionering van de sappen en de hygiëne.

Teeltwijze Beplantingsdichtheid De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 5 000 wijnstokken per hectare, met uitzondering van wijnstokken die op terrassen zijn geplant. Voor wijnstokken die niet op terrassen zijn geplant en terrassen met ten minste twee rijen wijnstokken, beschikt elke stok over een oppervlakte van ten hoogste 2 vierkante meter. Deze oppervlakte wordt berekend door de afstand tussen de rijen te vermenigvuldigen met de ruimte tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij. De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 meter bedragen. Om de doorgang van aangepaste machines mogelijk te maken, mogen de percelen worden voorzien van gangpaden met een breedte tussen 2 meter en 3,2 meter, met een maximale frequentie van één gangpad op zes rijen. De gemiddelde afstand tussen de rijen wordt gemeten door de maximale breedte van het wijnbouwperceel te delen door het feitelijke aantal rijen op het breedste punt van dat perceel. Regels voor het snoeien De wijnstokken worden gesnoeid in enkele of dubbele Guyot-snoei of kort gesnoeid (cordon de Royat-snoei), met maximaal twintig ogen per stok en maximaal 120 000 ogen per hectare. Bij enkele of dubbele Guyot-snoei mag het aantal ogen niet meer dan tien bedragen op de lange vruchttak, met maximaal twee verlengingstakken met twee ogen. C 136/16 NL Publicatieblad van de Europese Unie 19.4.2021

Vervoer van de oogst De druiven mogen slechts in niet-dichte recipiënten worden vervoerd, en wel zodanig dat ze heel blijven. Mocht er toch sap ontstaan doordat de druiven op elkaar drukken, dan wordt dit sap weggegooid.

b. Maximumopbrengsten Percelen met een gemiddelde afstand tussen de rijen van ten hoogste 1,6 meter 90 hectoliter per hectare Percelen met een gemiddelde afstand tussen de rijen van meer dan 1,6 meter en ten hoogste 2 meter 80 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied a) De druivenoogst en de vinificatie, bereiding, opvoeding en verpakking van de wijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Jura op basis van de officiële geografische code van 2018, zoals goedgekeurd door het bevoegde nationale comité op 16 november 2010: Abergement-le-Grand, Abergement-le-Petit, , , , , , Aumont, , Baume-les-Messieurs, Beaufort, , Blois-sur-Seille, , Bréry, , Césancey, (enkel het grondgebied van de voormalige gemeente Saint-Laurent-La-Roche), Champagne-sur-Loue, La Chapelle-sur-Furieuse, Château-Chalon, , , Chilly-le-Vignoble, Conliège, Courbouzon, , , , , Digna, , L’Etoile, Frébuans, , , , Grange-de-Vaivre, , Ladoye-sur-Seille, Lavigny, Lons-le-Saunier, , , , , , , Menétru-le-Vignoble, , Messia-sur-Sorne, Miéry, , , , Montagna-le-Reconduit, Montaigu, , , Montigny-lès-Arsures, , , Nevy-sur-Seille, Orbagna, , Pannessières, , Perrigny, Le Pin, , Les Planches-près-Arbois, Poligny, Port-Lesney, , , , , , Ruffey-sur-Seille, Saint-Amour, Saint-Cyr-Montmalin, Saint-Didier, Saint-Jean-d’Etreux, Saint-Lamain, Saint-Lothain, Sainte-Agnès, Salins-les-Bains, Sellières, Les Trois Châteaux, Toulouse-le-Château, , , Vadans, Val-Sonnette (enkel de voormalige grondgebieden van de gemeenten Grusses, Vercia en Vincelles), Vaux- sur-Poligny, , , Villeneuve-sous-Pymont, Villette-lès-Arbois, . b) De druivenoogst en de vinificatie, bereiding, opvoeding en verpakking van de wijnen mogen eveneens plaatsvinden op het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Jura op basis van de officiële geografische code van 2018, zoals goedgekeurd door het bevoegde nationale comité op 16 november 2010: , La Ferté, Hauteroche (enkel het grondgebied van de voormalige gemeente Crançot), Pont-du-Navoy.

7. Voornaamste wijndruivenras(sen) Chardonnay B Pinot gris G Pinot noir N Poulsard N — Ploussard Savagnin blanc B Trousseau N

8. Beschrijving van het (de) verband(en)

Informatie over het geografische gebied

a) Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband Het geografische gebied van de benaming “Crémant du Jura” maakt deel uit van de natuurlijke regio Revermont, die in het oosten wordt begrensd door het eerste kalksteenplateau van het Juramassief, met een gemiddelde hoogte van 550 meter, en in het westen door een vlakte die de oostrand van de Bresse-slenk vormt. De voornamelijk op het westen gerichte wijngaarden strekken zich uit over een strook van 80 kilometer lang en 2 tot 5 kilometer breed, liggen op een hoogte tussen driehonderd 300 en 450 meter en worden afgewisseld door gronden met een andere bestemming. 19.4.2021 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 136/17

Het gebied van de wijngaarden is een geschakeerde aaneenschakeling van langgerekte heuvels die van noord naar zuid lopen onderaan het hoofdreliëf en 50 tot 100 meter hoger zijn dan de depressies in dezelfde richting. Deze ligging houdt rechtstreeks verband met het over elkaar schuiven van aardlagen (in dit geval de Jura over de Bresse) tijdens de opheffing van de Alpen: - het in een rechte lijn lopende hoofdreliëf valt samen met de rand van het eerste Juraplateau, dat geologisch gezien bestaat uit een harde kalksteengrondlaag uit het midden-jura, die op een dikke reeks mergel- en kleilagen uit het trias en het onder-jura ligt; - de heuvels zijn van het plateau losgekomen brokstukken (“écailles”) die zijn verplaatst als gevolg van breuken waarbij aardlagen over elkaar heen zijn geschoven. De heuvels zijn over het algemeen langgerekter in de richting noord-zuid (twee tot drie kilometer) dan in de richting oost-west (een halve tot één kilometer). Door de sterke erosiebestendigheid van deze kalkhoudende “écailles” is het reliëf ervan nog altijd goed zichtbaar in het landschap van het geografische gebied. De ondergrond van de depressies bestaat uit mergel. Ze vormen de massa van de dikke reeks mergellagen die oorspronkelijk meer dan 200 meter dik waren en tijdens het over elkaar schuiven van de aardlagen pakketsgewijs over de Bresse zijn komen te liggen.

Deze mergellagen zijn bros en dus in sterke mate aan erosie onderhevig, waardoor er een woest reliëf is ontstaan. Het merendeel van de voor de druivenoogst afgebakende percelen beslaat ofwel de helling en de basis onder het beboste bovenste deel van het plateau ofwel de gunstigst gelegen hellingen van de heuvels aan de voet van het massief. Kalksteen is overal aanwezig. Dit doorlatende en oplosbare rotsgesteente is zeer gunstig voor de wijnbouw en met name de druivenrassen in de Jura. De bodems van de tegen het kalksteenplateau aan liggende hellingen hebben een wat meer gemêleerde structuur met een combinatie van mergel, klei en kalksteencolluvium.

Het geografische gebied kent een fris en zeer vochtig zeeklimaat, dat evenwel ook wordt gekenmerkt door landklimaatinvloeden: sterke temperatuurverschillen door het jaar heen met een gemiddelde van 10,5 °C en warme en natte zomers. De jaarlijkse neerslag bedraagt meer dan duizend millimeter en valt verspreid over het hele jaar.

b) Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband

De wijnbouw in de Jura bestaat al sinds de Romeinse tijd. Vanaf het begin van de elfde eeuw zijn er steeds meer bronnen die van deze wijnbouw getuigen.

De productie van mousserende wijnen in de Jura gaat tot zeer ver terug en de bereidingsmethode met tweede gisting op fles bestaat al sinds de zeventiende eeuw. Deze productie is traditioneel en zelfs bij gecontroleerde oorsprongsbenamingen als “Arbois” en “L’Étoile” was een deel van de productie bestemd voor mousserende wijn. Deze mousserende wijnen van de Jura hebben een zekere faam verworven. In de twintigste eeuw hebben familiebedrijven zich gespecialiseerd in de productie ervan en zijn de technieken verfijnd voor de productie van wijnen met een hoge expressie: zij werken met hele druiven, met lichte persing en de flessen liggen tijdens de tweede gisting lange tijd horizontaal (“sur lattes”).

De gecontroleerde oorsprongsbenaming “Crémant du Jura” werd op 9 oktober 1995 erkend. De producenten hebben daarna afstand gedaan van de productie van mousserende wijn met de andere gecontroleerde oorsprongs­ benamingen van de Jura, zoals “Arbois”, “Côtes du Jura” en “L’Étoile”.

De in de Jura verbouwde druivenrassen worden daar al eeuwenlang geteeld. De wijnbouwers hebben drie rassen geselecteerd die typisch zijn voor de Jura: poulsard N, waarvoor de eerste schriftelijke aanwijzing voor de toepassing ervan in de Jura teruggaat tot 1620, trousseau N, waarvoor met zekerheid is vastgesteld dat het al in 1732 in de Jura werd gebruikt, en savagnin B, waarvan is aangetoond dat het reeds in 1717 werd toegepast. Zij hebben ook twee druivenrassen van de naburige Bourgondische wijngaarden aangepast: chardonnay B, dat eveneens al in 1717 in de Jura werd gebruikt, en pinot noir N, waarvoor de oudste schriftelijke vermelding teruggaat tot 1385, onder de naam “savagnin noir”. Al deze rassen vormen de basis voor de productie van “Crémant du Jura”.

In 2009 werd op 310 hectare ongeveer 17 000 hectoliter mousserende witte wijn en 2 000 hectoliter mousserende roséwijn geproduceerd.

Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van de producten

De mousserende witte wijn, die voornamelijk wordt bereid uit het druivenras chardonnay B, is delicaat en fijn. De wijn heeft een complex, maar discreet aromatisch palet waarin vaak toetsen van appel, brioche en hazelnoot te onderscheiden zijn.

De mousserende roséwijn, die gewoonlijk wordt geproduceerd uit het druivenras pinot noir N, bevat zeer vaak toetsen van kleine rode vruchten. C 136/18 NL Publicatieblad van de Europese Unie 19.4.2021

Causaal verband De druiven ontlenen hun specifieke kenmerken aan de mergelbodems (klei-kalkbodems), die met grof kalksteengrind zijn bedekt. In de diepte profiteert de wijnstok van de altijd bestaande frisheid en aan de oppervlakte van een dikke laag kiezelcolluvium, die garant staat voor een goede opwarming van de bodem en een goede afwatering. Bepaalde productievoorwaarden in het productdossier dragen bij tot de instandhouding van deze bodems (groenstroken enz.) en beperken de gebruikelijke risico’s van erosie. De productie van mousserende wijnen in de Jura is in de loop van de generaties geleidelijk aangepast. Door bij de pluk de hele druiven in niet-dichte kisten te verzamelen en ze vervolgens zeer licht en geleidelijk te persen, blijven de essentiële kwaliteiten van de druiven behouden, en met name het aromatische potentieel dat samenhangt met de natuurlijke omgeving. De plekken waar de persing plaatsvindt, moeten daarom voldoen aan strenge regels en beschikken over een vergunning, die strikt wordt gecontroleerd. Een lange opvoedingsperiode “sur lie” tijdens de tweede gisting op fles bevordert de ontwikkeling van secundaire aroma’s en het herstel van de specifieke kenmerken van de wijn die verband houden met de oorsprong ervan. In 1734 gaf een wijnbouwer uit Poligny, Chevalier geheten, een gedetailleerde beschrijving van het recept voor het maken van “grijze wijn volgens de methode van de wijn uit de Champagne”. Al sinds het begin van de zeventiende eeuw wordt er een mousserende wijn geproduceerd die heel beeldend “vin fou” (“gekke wijn”) wordt genoemd, een term die door een grote handelaar in Arbois nieuw leven is ingeblazen.

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten) Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering Beschrijving van de voorwaarde: Facultatieve informatie waarvoor de lidstaten op grond van communautaire regelgeving zelf voorschriften kunnen vaststellen, wordt op het etiket aangegeven in lettertekens die maximaal tweemaal zo hoog en breed zijn als de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Rechtskader: Nationale wetgeving Soort aanvullende voorwaarde: Verpakking in het afgebakende geografische gebied Beschrijving van de voorwaarde: a) alle productieactiviteiten, vanaf de druivenoogst tot het degorgeren, vinden plaats in het geografische gebied; b) de wijnen worden verpakt in het geografische gebied; in het bereidingsproces vindt de tweede gisting immers op fles plaats; c) de botteling in glazen flessen waarin de koolzuurontwikkeling plaatsvindt, geschiedt vanaf 1 december volgend op de oogst; d) de wijnen worden op de consumentmarkt gebracht na een minimale opvoedingsperiode van twaalf maanden, gerekend vanaf de datum van botteling.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-3639eb82-2655-461f-a811-87ed70ec6303