RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN CENTRUM Verzoek tot raadpleging – m.e.r.‐screening Verzoek tot raadpleging – oktober 2011 dossiernummer OHPL1220

1. Inleiding 2

1.1. Doel van de m.e.r.‐screening ...... 2 1.2. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer en de opdrachthouder ...... 2 1.3. Bondige situering en doel van het RUP ...... 2 1.4. Voorgeschiedenis van het dossier ...... 3 1.5. Kadering in de structuurplannen ...... 3 2. Beschrijving van het plan en mogelijke alternatieven 9

2.1. Beschrijving van het plan ...... 9 2.2. Stedenbouwkundige duurzaamheid ...... 13 2.3. Mogelijke alternatieven ...... 14 3. Beschrijving toepassingsgebied 15

4. Onderzoek naar de significante milieu‐effecten 16

4.1. Implicaties op de discipline bodem en grondwater ...... 16 4.2. Implicaties op de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ...... 17 4.3. Implicaties op de discipline fauna en flora ...... 20 4.4. Implicaties op de discipline mens en ruimte ...... 21 4.5. Implicaties op de discipline geluid en trillingen ...... 26 4.6. Implicaties op de discipline lucht ...... 26 4.7. Grensoverschrijdende effecten ...... 27 5. Besluit waarom de opmaak van een plan‐MER niet noodzakelijk wordt geacht 28

6. De watertoets 29

6.1. Overstromingsgevoelige gebieden ...... 29 6.2. Waterbeheerders ...... 30 6.3. Infiltratiegevoelige bodems ...... 30 6.4. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden ...... 31 6.5. Winterbedkaart ...... 32 6.6. Hellingenkaart ...... 32 6.7. Erosiegevoelige gebieden ...... 32 6.8. Conclusie van de watertoets ...... 33 7. Bijlage 34

BUUR | RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 1 / 40

1. Inleiding

1.1. Doel van de m.e.r.‐screening

De overheid kan niet langer een plan en/of programma dat kadervormend is voor het afleveren van vergunningen voor projecten ‐ zoals het voorliggende RUP Centrum ‐ goedkeuren als er geen onderzoek is gebeurd naar de significante milieueffecten. De vergunningverlenende overheid moet steeds kennis hebben van de te verwachten milieu‐effecten en de mogelijke milderende maatregelen. Er geldt enkel een plan‐MER‐plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke en significante milieu‐effecten met zich kunnen meebrengen.

1.2. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer en de opdrachthouder

Initiatiefnemer

Gemeentebestuur Denderleeuw | A. De Cockstraat 1| 9470 Denderleeuw | 053 640 650 | gemeentebestuur @denderleeuw.be | Contactpersoon: Jimmy Geeraerts | 053 640 652| [email protected]

Opdrachthouder

BUUR cvba | bureau voor urbanisme | www.buur.be | Projectleider: Arnout Vandenbossche, contactpersoon voor het RUP : Jo Decoster | Blijde Inkomststraat 24, 3000 Leuven | 016 89 85 50 | [email protected], [email protected]

1.3. Bondige situering en doel van het RUP

Denderleeuw vormt een dicht bebouwde schil langsheen de Dendervallei. In het westen wordt het stedelijk weefsel begrensd door de open landbouwkouter die doorsneden wordt door enkele beekvalleien. De dorpskern van Denderleeuw wordt op haar beurt begrensd door de en de spoorinfrastructuur Brussel‐Zuid ‐ Gent‐Sint‐Pieters en Aalst‐ . Het gebied wordt toegankelijk gemaakt door de gewestwegen N405, N45 en N208. Deze wegen vormen dragers van bovenlokaal verkeer en zorgen voor een vlotte aansluiting op de E40. Het centrumgebied van Denderleeuw bestaat uit het woongebied van de dorpskern (omgeving Boucht‐ en Kerkplein) en het Denderpark.

Het RUP wordt opgemaakt als uitvoering van het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM (zie bijlage). Voor de uitgebreide uiteenzetting van de inhoudelijke visie en het planproces van het RUP wordt er verwezen naar de bundel DETAIL MASTERPLAN CENTRUM in bijlage.

Specifiek wordt het RUP opgemaakt omwille van ingrijpende ruimtelijke interventies die het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM voorstelt. De noodzaak tot opmaak van het RUP rust vooral in de aanduiding/aanpassing van de rooilijnen en de punctuele verhoging van het aantal bouwlagen (strategische hoekgebouwen).

Het centrum van de gemeente wordt vandaag gekenmerkt door een erg ‘onaf’ beeld. Vaak ontbreken pleinwanden, waarbij achterkantsituaties worden gegenereerd. Daarnaast is de publieke ruimte in het centrum vaak niet (optimaal) ingericht. Het parkeren neemt er een prominente plaats in. In het centrumgebied van Denderleeuw ontbreekt elk centrumgevoel. Een stedenbouwkundige visie dringt zich op.

De inplanting van een nieuwe bibliotheek, het inpassen van een polyvalente zaal en de uitbreiding van het bestaande gemeentehuis worden door de gemeente vooropgesteld. Naast het versterken van de publieke functies wordt de uitbouw van het handelsapparaat in de dorpskern, het herinrichten van het publiek domein en het opwaarderen van de relatie tussen de dorpskern en het Denderlandschap vooropgesteld om het centrum van Denderleeuw te laten heropleven.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 2 / 34

1.4. Voorgeschiedenis van het dossier

De gemeente Denderleeuw organiseerde via de procedure van de Open Oproep een wedstrijd voor de opmaak van een masterplan voor de bipool Centrum‐Stationsomgeving waarbij BUUR als laureaat werd uitgeroepen.

De problematiek van Denderleeuw laat zich lezen als een conflict tussen twee schalen. Het lokale woonweefsel van Denderleeuw en de dorpse atmosfeer van het centrum komen hierbij in botsing met de grootschalige problematiek van de stationsomgeving en de zware verkeersdruk ten gevolge van het pendel‐ en sluipverkeer. Het voorstel van BUUR wil deze twee niveaus met elkaar verzoenen waarbij de troeven en kwaliteiten van beiden versterkt worden. Het ontwerpend onderzoek door BUUR naar het ontwikkelingspotentieel van het centrum en de stationsomgeving van Denderleeuw heeft geleid tot de opstelling van een ALGEMEEN MASTERPLAN. Het plan werd in de vergaderingen van de stuurgroep en in tussentijds bilateraal overleg met de betrokken actoren besproken.

Het rapport van het ALGEMEEN MASTERPLAN is begin 2011 goedgekeurd door de betrokken partijen, met voorbehoud bij het concept van de verbindingsweg. De doeltreffendheid en wenselijkheid van een dergelijke verbindingsweg diende namelijk op dat moment nog verder onderzocht te worden via een microsimulatie door AWV.

Hierop volgend kreeg BUUR de opdracht om stationsomgeving en centrum verder uit te werken in een DETAIL MASTERPLAN. Gezien de verschillende belangen en urgenties van beiden en het bestaan van een samenhangend ruimtelijk kader in de vorm van het algemeen masterplan is beslist om per deelconcept een afzonderlijk rapport op te maken.

Het rapport DETAIL MASTERPLAN Centrum vormt het resultaat van een uitwerking in overleg met opdrachtgever en directe betrokkenen. Dit overleg werd georganiseerd in verschillende werkgroepen op regelmatige tijdtippen tijdens het proces. Het detail MASTERPLAN CENTRUM Denderleeuw is de noodzakelijke tussenstap in functie van de opmaak van het RUP Centrum. Ter bevordering van een optimale doorstroming van masterplan naar RUP, bevat het rapport reeds de aanzet van het schetsontwerp RUP. 1.5. Kadering in de structuurplannen

Een ruimtelijk uitvoeringsplan vormt steeds de uitvoering van het desbetreffende ruimtelijk structuurplan. Hieronder worden het RUP gepositioneerd tegenover de verschillende structuurplannen.

1.5.1. RSV ‐ Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (laatste herziening VR 17/12/2010)

Beleidsmatig behoort Denderleeuw zowel tot de afbakening van het stedelijk gebied als het buitengebied. De kern van de gemeente Denderleeuw, waartoe het RUP behoort, is volgens het RSV opgenomen in het stedelijk gebied Aalst. In de stedelijke gebieden zijn concentratie en verdichting uitgangspunten, maar steeds met respect voor de draagkracht van de lokale kern. Randvoorwaarden voor ontwikkelingen en interventies in de stedelijke gebieden worden door het RSV als volgt omschreven:

‐ concentratie en verdichting. Dit betekent het creëren van een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. Als richtcijfer voor de minimale woondichtheid wordt 25 wo/ha gehanteerd. Het omgaan met minimale dichtheden dient te gebeuren zodat een kwaliteitsvolle woonomgevingen word gecreëerd.; ‐ differentiatie en verbetering van de woningvoorraad. Om de woonfunctie te stimuleren en attractief te maken, moet in de stedelijke gebieden worden gestreefd naar een gedifferentieerde samenstelling van de woningvoorraad. Dit vereist het ontwikkelen van nieuwe woning‐ en woonomgevingsconcepten. ‐ versterken van de multifunctionaliteit. Dit kan door het gericht en doordacht verweven en bundelen van (gemeenschaps)functies en activiteiten en een goed gebruik en beheer van de bestaande ‘stedelijke’ voorzieningen en infrastructuren. ‐ de vernieuwing van verwaarloosde of onderbenutte terreinen zoals kazernes, stationsomgevingen, spoorwegemplacementen of bedrijventerreinen (stedelijke vernieuwing);

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 3 / 34

‐ herwaardering van de collectieve en openbare ruimte als een onmiskenbare voorwaarde om de stedelijke vernieuwing en stedelijk wonen aantrekkelijk te maken; ‐ behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen als een essentieel element van de stedelijke leefbaarheid. Bestaande groengebieden, zoals parken, dienen te worden versterkt en komen in aanmerking voor socio‐educatieve en/of recreatieve functies en natuurbouw. ‐ garanderen van de verkeersleefbaarheid onder andere door zachte vormen van verkeer te stimuleren en een gericht vergunningenbeleid te voeren ten aanzien van nieuwe stallingen en parkeervoorzieningen.

Daarnaast maakt Denderleeuw ook deel uit van de Vlaamse Ruit, een stedelijk netwerk op internationaal niveau. Voor Denderleeuw betekent dit de invulling van kwalitatieve en hoogwaardige stedelijke voorzieningen binnen het stedelijk gebied Aalst en dit op schaal van de gemeente Denderleeuw.

De spoorweg tussen Oostende en Brussel wordt door het RSV geselecteerd als hoofdspoorwegennet voor personenvervoer (Spoorlijn 50 Brussel Zuid – Gent‐Sint‐Pieters). De spoorweg Zeebrugge‐Gent‐Denderleeuw‐Aat‐Parijs wordt aangeduid als hoofdspoorwegennet voor het goederenvervoer (komt voor op ca. 200m van het projectgebied).

In het kader van de afbakening van het stedelijk gebied Aalst werd door de Vlaamse regering een afbakeningslijn juridisch vastgelegd in een ruimtelijk uitvoeringsplan (VR 10/07/2003). Binnen de afbakeningslijn die het stedelijk gebied omvat, wordt een aanbodbeleid gevoerd inzake wonen, bedrijvigheid en recreatie. De dorpskern van Denderleeuw en haar bebouwde omgeving behoort tot deze afbakening. Om te voldoen aan de taakstelling wonen werd onder andere het binnengebied Lindendreef‐Wijngaardstraat te Denderleeuw naar voren geschoven voor een bestemmingswijziging. Ter hoogte van de het centrumgebied wordt aan de overzijde van de Dender het randstedelijk groengebied Oude Dender juridisch vastgelegd. Het randstedelijk groengebied wordt ingericht als een publiek toegankelijk gebied voor voetgangers en fietsers. Landbouw kan behouden blijven en bebossing, groenaanleg en natuurontwikkeling en integraal waterbeheer zijn mogelijk in het gebied.

De dorpskernvernieuwing die via het RUP Centrum mogelijk wordt gemaakt, is een strategisch project voor de gemeente Denderleeuw waarbij het vernieuwen van de stedelijke woon‐ en werkstructuur vooropstaat. Door het stimuleren en concentreren van activiteiten (gemeentehuis, bibliotheek, winkels, diensten en wonen) wordt het centrum van Denderleeuw fundamenteel geherwaardeerd. De herwaarding van de dorpskern is essentieel voor de validatie van het stedelijk gebied te Denderleeuw zoals voorzien door de bovenstaande randvoorwaarden van het RSV.

Er wordt in het centrumgebied een woondichtheid voorgesteld van ca. 35 wo/ha (zonder de inachtname van het Denderpark).

1.5.2. PRS ‐ Ruimtelijk structuurplan Oost‐Vlaanderen (BD 18/02/2004)

De gemeente Denderleeuw is gelegen zich binnen de deelruimte ‘Dendersteden, stedelijke concentratiepunten in de ontwikkelingen tussen Gent en Brussel’. De Dendersteden hebben, als stedelijk gebied tussen Gent en Brussel, aanzienlijke potenties. Hun centrale functie wordt versterkt zodat zij, elk op hun niveau, hun belang als centrum kunnen terugwinnen (wonen en woonondersteunende voorzieningen, economische functies,…). Belangrijke aandachtspunten voor het centrum van Denderleeuw worden onderstaand omschreven:

‐ Om de stedelijke woonfunctie te versterken, moet een kwantitatief en kwalitatief aanbodbeleid gevoerd worden. Veeleer dan grote woonuitbreidingen te realiseren, moeten de woningen van slechte kwaliteit, die een groot aandeel uitmaken van het woningbestand, verbeterd worden. Bij het realiseren van kleinschalige woonuitbreidingen moet rekening worden gehouden met de landschappelijke en ecologische kwaliteiten van de Dendervallei en de openruimtegebieden.

‐ Om de woonomgevingskwaliteit en de toeristische aantrekkingskracht te verbeteren, moet het openbaar domein opgewaardeerd worden.

‐ Bij stedelijke ontwikkelingen moet aandacht worden besteed aan de Dender als ecologische verbinding doorheen de stedelijke agglomeratie en als toeristisch‐recreatieve verbinding tussen stad en open ruimte. De functie van de Dender

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 4 / 34

als ruggengraat van een ecologisch systeem, als structurerend landschapselement en als ader voor toerisme en recreatie kan worden versterkt. Verder kan de Dender gebruikt worden als waterfront t.b.v. de woonomgevingskwaliteit.

‐ Het verbeteren van de verkeersleefbaarheid en het verzekeren van de bereikbaarheid van de stedelijke gebieden, met aandacht voor het openbaar vervoer en het bieden van werkgelegenheid om de verdere groei van de pendel vanuit de regio naar Brussel en Antwerpen tegen te gaan;

‐ Denderleeuw behoort tot het regionaalstedelijk gebied Aalst. Herstructurering van de economie in de Dendersteden staat voorop. Zij kunnen een rol spelen als ondersteunende economische knooppunten t.o.v. de grootstedelijke gebieden. Hoewel die steden een duidelijke leidraad (de Dender) hebben, kan toch een onderscheid worden gemaakt naargelang hun ligging in de Vlaamse Ruit of in een openruimtegebied. De omvang en de taakstelling inzake terwerkstelling moet in overeenstemming zijn met de omvang en de draagkracht van het stedelijk gebied, waarbij concurrentie t.o.v. de omliggende economische knooppunten vermeden moet worden.

‐ De Dendervallei geselecteerd als relictzone en als structuurbepalend landschapselement van provinciaal niveau. De alluviale bosjes in de vallei van de Dender worden geselecteerd als boscomplexen. Voor het Denderbekken werd de Dendervallei geselecteerd als natuurverbindingsgebied. De elementen die de verbinding schragen zijn het valleibos en de valleigraslanden, dijken, boomrijen en bossen.

‐ Het centrum van Denderleeuw bevindt zich in het toeristisch‐recreatief aandachtsgebied ‘Denderende steden’. Recreatie rond deze rivier en regionaal toerisme zorgen voor de toeristisch‐recreatieve aantrekking. In deze aandachtsgebieden wordt de ontwikkeling van bijkomende toeristisch‐recreatieve infrastructuur van lokaal niveau gekoppeld aan de bestaande nederzettingskernen (verblijfsaccommodatie en lokale accommodatie m.b.t. het toeristisch‐recreatief medegebruik).

‐ Kleinhandel maakt, als woonondersteunende voorziening, deel uit van de nederzettingsstructuur binnen de stedelijke gebieden en meer specifiek als onderdeel van de kernen.

‐ Fietsroute. De rechter Denderoevers worden door de provincie geselecteerd als onderdeel van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Langsheen de spoorweg Brussel‐zuid ‐ Gent‐Sint‐Pieters wordt een fietspad over lange afstand aangeduid. De wegenis van de Guido‐Gezellestraat, Geallieerdestraat, A. De Cockstraat en de Moreelstraat worden aangeduid als onderdeel van het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk.

De dorpskernvernieuwing die door het RUP Centrum mogelijk wordt gemaakt, speelt in op de doelstellingen van het PRS en specifiek op de ambities van de deelruimte rond de Dendersteden. Door de uitvoering van het RUP kan Denderleeuw haar belang als centrum terugwinnen en dit op maat van het regionaalstedelijk gebied Aalst.

Door het versterken van de publieke functies (gemeentehuis, bibliotheek…), het lokale kleinhandelsapparaat (de Bouchtstraat en Guido Gezellestraat als winkelstraten), de opwaardering van het publiek domein (Boucht‐en Kerkplein) en de versterking van de landschappelijke kwaliteiten van de Dender (Denderoevers en Denderpark) wordt het dorpscentrum geherwaardeerd. Deze herwaardering kan de motor vormen voor de algemene versterking van het dorpsweefsel binnen het regionaalstedelijk gebied Aalst.

1.5.3. GRS – Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Denderleeuw (MB 27/08/2003)

Het centrumgebied

Stads‐ en dorpsvernieuwing is een belangrijk aandachtspunt voor het centrumgebied. Een groot aantal woningen in het centrumgebied dient (grondig) opgeknapt of vervangen te worden. Stimulerende maatregelen zijn evenwel best niet alleen individueel gericht maar behelzen ook het creëren van aantrekkelijke woonomgevingen en woonbuurten waar particulieren sneller initiatieven zullen nemen. Bovendien is het interessant om van overheidswege (gemeente, O.C.M.W. en sociale huisvestingsmaatschappijen) op kleine schaal een aankoopbeleid van oudere woningen van lagere kwaliteit te voeren met het oog op vervangingsbouw,

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 5 / 34

herverkaveling en zo mogelijk renovatie. Het Centrumplein of Bouchtplein worden in het centrumgebied naar voren geschoven als attractiepunt in het woonweefsel (heraanleg, wanden en integratie van Dorpsplein en Gemeentehuisplein).

Het stedelijk gebied wordt als een gemengd economisch gebied beschouwd (ook wel economisch verwevingsgebied). Verweven bedrijvigheid krijgt in dit gemengd gebied kansen op schaal van de verschillende (woon)omgevingen, dus in kleine tot middelgrote projecten. Delen van Stedelijk Denderleeuw bevatten nu al verweven bedrijvigheid (voor zover de draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden1).

In het Centrumgebied geconcentreerd rond de G. Gezellestraat, A. De Cockstraat en Kouterbaan wordt een menging van wonen, handel en gemeenschapsvoorzieningen (administratie, cultuur, scholen) met een stedelijke kern (vooral gesloten bebouwing van twee tot drie lagen) vooropgesteld en een aantal randstedelijke randen (vooral gesloten en halfopen bebouwing van twee lagen, ook met voortuinen). Het Centrum kan, vooral rond de centrale as en de pleinen en in zijn randstedelijke randen, selectief worden verdicht.

Met betrekking tot het centrumgebied van Denderleeuw richt het structuurplan zich voornamelijk op het drastisch opwaarderen van de algemene beeldkwaliteiten. Zowel het openbaar domein als de architectuur en inplanting van de gebouwen dienen hiervoor aangepakt te worden. Aanwezige bakens, zichtassen, groenwanden en karaktervolle elementen in bebouwde en open delen dienen gekoesterd en ten volle als aanzet voor de beoogde opwaardering benut te worden.

Het GRS duidt Stads‐ en dorpsvernieuwing in het centrumgebied als belangrijke prioriteit aan. Stads‐ en dorpsvernieuwing betekent dat in Denderleeuw niet alleen het bestaand patrimonium in het centrumgebied moet worden vernieuwd maar ook het openbaar domein, de beeldkwaliteit van wijk, groen en bruikbare publieke ruimten, verweving, verdichting en ontdichting van woningen en bedrijvigheid, enz. Het uitzuiveren en herstellen van de rooilijnenproblematiek en de problemen van de hoekpanden, een stedenbouwkundige verordening voor eigentijdse kwaliteit, harmonie en passende verdichting, de (her)aanleg van centrale pleinen en opwaardering van hun pleinwanden (oa. Bouchtplein en Kerkplein) en de invoering van hiërarchie en – waar mogelijk – laanbeplantingen langs de wijkverdeelstraten staan voorop.

In het centrum wordt de verkeersstructuur gericht op de verbindingen tussen station en handelsas enerzijds en de woonwijken en kernen rondom anderzijds (voor auto’s, maar vooral voor openbaar vervoer en fietsers).

Het landschap binnen het bebouwde gebied krijgt structuur door laanaanplanten die de verkeersstructuur ondersteunen (langs de Kiekenborrestraat, Geallieerdestraat, A. De Cockstraat ea.), aanleg en opwaardering qua plein, wanden en functies van een reeks van kleine en grotere pleinen, vrijwaring, inbreng en accentuering van markante beeldbepalende gebouwen en bakens en van zichtassen hierop (zoals het Boucht‐ en Kerkplein).

Er wordt in het GRS voorgesteld om in de nabijheid van het gemeentehuis en de centrale as een hedendaagse biblio‐ en mediatheek en een zaal voor het verenigingsleven te laten plaatsvinden (cultuurzaal). De parkeerbehoefte van de cultuurzaal wordt vooral opgevangen op de verschillende pleinen in de omgeving van het gemeentehuis en aanvullend eventueel in een ondergrondse parkeergarage. Het heraangelegde en geïntegreerde nieuwe Centrumplein vult deze culturele attractiepool aan met een aantrekkelijke ruimte voor buitenmanifestaties (ingebouwd amfitheater of kiosk, …).

De recreatieve mogelijkheden van het wijkpark Hof ter Leeuwe en het Denderfront geven bijkomende aantrekkingskracht en ondersteunen daarmee de centrale handelsas. Tenslotte geeft ook een frequent bediende halte op het Centrumplein van bussen naar station en de andere Denderleeuwse wijken en kernen een voelbare impuls.

1 Drie deelmaatregelen van belang voor een goede begeleiding van de vermenging zijn: 1) Een strikte naleving van de milieunormen. 2) Het opleggen van een omgevingsrapport bij elke (ver)bouwaanvraag van een bedrijf van Vlarem klasse 2 en/of groter dan 400 m² in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en/of in een stedenbouwkundige verordening. 3) Het organiseren van een regelmatig overleg tussen gemeente en elk bedrijf om te peilen naar de toekomstperspectieven en om eventuele afspraken te maken voor herlokalisatie.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 6 / 34

De handelsas Station‐G. Gezellestraat‐Dorp‐Denderfront

Op de as Station‐G. Gezellestraat‐Dorp‐Denderfront wordt de ontwikkeling van handelszaken gestimuleerd. Maatregelen zijn oa. een goede bereikbaarheid ervan voor voetgangers, fietsers, bus en auto, voldoende (kort)parkeermogelijkheden in de nabijheid en mogelijkheden om dieper te bouwen, eventueel de verdiepingen (split levels) bij de winkel te betrekken, eventuele losinfrastructuur achterin te voorzien, …. In gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zullen dergelijke stimulerende mogelijkheden en randvoorwaarden voor de handelszaken (verplicht te voorziene woningen boven en toegangen en buitenruimte daarvoor, maximale oppervlakten en uitbreidingen, aantrekkelijke architectuur en perceelsinrichting, gecombineerde parkings en –opritten, …) worden vastgelegd naargelang de specifieke situatie per plek.

De hele strook tussen Stationsplein en Dorp omheen de G. Gezellestraat wordt als een sluis voor oost‐west‐verkeer beschouwd en uitgebouwd. Deze belangrijkste activiteitenzone in de gemeente is langs alle zijden goed bereikbaar door wijkverdeelstraten en buurtverzamelstraten (langs Kiekenborrestraat‐Fonteinstraat, Toekomststraat‐Nieuwstraat‐De Cockstraat, Geallieerdenstraat‐Middenstraat en stukjes Kouterbaan en G. Gezellestraat).De sluis dient te beletten dat ongewenst doorgaand verkeer doorheen het centrum rijdt. De sluis wordt vormgegeven door allerlei ingrepen, afhankelijk van de precieze situatie per straatdeel en per plek (woonerfkarakter, dubbelrichtingsstraten met passeersluizen, verplichte omleggingen, …). Deze inrichting vraagt een aparte detailstudie die samengaat met de invoering van de stratenhiërarchie in deze omgeving (G. Gezellestraat, Kiekenborrestraat, Fonteinstraat, laatste deel Geallieerdenstraat).

Voor fietsers worden op regelmatige plaatsen over de hele lengte van Stationsstraat en G. Gezellestraat en in het bijzonder op pleinen en aan belangrijke voorzieningen voldoende en comfortabele fietsenstallingen voorzien. De autobereikbaarheid van dit centrumgebied wordt ondersteund door verschillende parkeermogelijkheden (los van de pendelparking aan de spoorberm), zoals betalend kortparkeren in meerdere parkeerhavens in beide straten, een aantal parkeerplaatsen ingepast in leefbare pleinen (Koopwarenplein en Centrumplein), het parkeerplein aan Middenstraat, een ondergrondse parking in het project aan het gemeentehuis en het garage‐ en parkeererf tussen de G. Gezellestraat en spoorberm.

De ontwikkeling van de centrale handels‐ en voorzieningenas wordt naast Stads‐ en dorpsvernieuwing als tweede prioriteit aangeduid voor het centrumgebied. Het excentrisch gelegen Centrum dient aan aantrekkingskracht te winnen naar heel de gemeente toe door de kwaliteitsvolle uitbouw van gemeenschaps‐, culturele en recreatieve voorzieningen. De centrale handels‐ en voorzieningenas G. Gezellestraat en directe omgeving is zowel voor de mobiliteit als voor het voorzieningenaanbod, de levendigheid en het beeld van de gemeente sterk bepalend. Zowel de inrichting van de sluis voor doorgaand verkeer, de beeldbepalende gebouwen aan beide uiteinden, de ruimere mogelijkheden voor handelszaken, de uitbouw van het centrale plein en de realisatie van aantrekkelijke voorzieningen nabij het gemeentehuis kunnen hierbij in beeld komen.

Het Hof ter Leeuwe

In het Centrum sluit het wijkpark Hof ter Leeuwe als een groenrecreatieve long bij de Dender aan en krijgt zij hier een waterrecreatieve component. Het Hof ter Leeuwe wordt opgewaardeerd tot aantrekkelijke rustplek voor wijkbewoners van alle leeftijd, uitgebreid tot het gehele gebied tussen spoorberm en kerk en voorzien van meerdere toegangen; ook het voetbalveld en de Denderoever worden in het park geïntegreerd. Op deze laatste vinden een aanlegplaats voor watertoerisme en eventuele waterrecreatieve inrichtingen (waterfiets of kanoverhuur, …) een geschikte plek. Langs een aantrekkelijke en comfortabele passerel (bij voorkeur op het historische verbindingstracé) wordt het wijkpark verbonden met het nieuwe Beide‐Denderspark in de derde meersen op de andere oever (reeds gerealiseerd). Hof ter Leeuwe wordt geselecteerd als natuurelementen in bebouwde omgeving.

In het multifunctioneel wijkpark Hof ter Leeuwe in Centrum worden het Hof, het naastgelegen voetbalveld en de zone naast de pastorijtuin geïntegreerd en tot één aantrekkelijk geheel met verzorgde toegangen langs Kiekenborrestraat, Fonteinstraat, Denderweg en Denderoever. Het wijkpark sluit aan bij de Dender en biedt mogelijkheden voor waterrecreatie (aanlegsteiger pleziervaart, roeien, visplatforms, …). Het creëren van ligplaatsen voor riviertoerisme is in

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 7 / 34

Denderleeuw niet aangewezen. Voor dit park worden geen afzonderlijke parkings voorzien; het Centrumplein en de terreinen van het lokale bedrijventerrein aan Thontlaan bieden hiervoor voldoende mogelijkheden.

Karaktervolle en beeldbepalende gebouwen

Karaktervolle en beeldbepalende gebouwen bepalen beeld positief en zijn oriëntatiepunt in de bebouwde omgevingen (gelegen op min of meer representatieve plaatsen). Het beperkte aantal aanwezige dergelijke gebouwen wordt in een stedenbouwkundige verordening beschermd tegen afbraak en onkundige verbouwingen. Veranderingen aan deze gebouwen worden vanuit de gemeentelijke diensten en in de GECORO of een afzonderlijke Bouwcommissie met de nodige aandacht opgevolgd om alleen tot kwaliteitsvolle ingrepen te komen. Verbouwingen en zelfs vervanging van deze panden (wanneer ze niet als monument zijn beschermd) moeten mogelijk blijven, maar dan alleen wanneer aantoonbaar eenzelfde of een betere architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit wordt gerealiseerd.

Aanpak straatbreedten en rooilijnen

In totaal worden thans, na de gemeenteraadsbeslissing van 23/6/98 over G. Gezellestraat, nog 399 panden door een rooilijn gevat. Een groot deel van deze panden bevindt zich in het Centrumgebied. Slechts een beperkt aantal van deze panden zijn slecht van kwaliteit of geven een echt storend (en niet eenvoudig weg te werken) uitzicht in de betrokken straat. Geopteerd wordt om een verscheidenheid aan smalle en bredere straten in de wijken en kernen te behouden en de verspringingen in de straatwanden afwerken. In functie van hun plaats als verbinding tussen pleinen en hun rol in de verkeersstructuur worden een beperkt en geselecteerd aantal straten verbreed; woonstraten behouden in principe hun smalle aard. Overbodige rooilijnplannen worden opgeheven.

Het voorliggend Ruimtelijk Uitvoeringsplan Centrum vormt de onmiddellijke uitvoering van de bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Volgende acties uit het GRS worden geconcretiseerd in het DETAIL MASTERPLAN Centrum en het RUP Centrum: ‐ de uitbouw van een multifunctioneel stedelijk kern met verweving van functies; ‐ de aanpak van de rooilijnenproblematiek en hoekpanden2; ‐ de verdere uitbouw van de centrale handels‐ en voorzieningenas station‐G. Gezellestraat‐Dorp; ‐ de versterking van het centrum door de inplanting van de bibliotheek, polyvalente zaal en uitbreiding gemeentehuis; ‐ de vormgeving en afbakening van het Bouchtplein (centrumplein); ‐ de concretisering van het Denderpark als aaneengesloten multifunctioneel wijkpark met uitbouw van het Denderfront; ‐ de visualisering van wijkverdeel‐ en verzamelstraten (Kiekenborrestraat, Geallieerdenstraat en A. De Cockstraat); ‐ de vaststellen van karaktervolle en beeldbepalende gebouwen;

Als deze stedenbouwkundige interventies dienen een aantrekkelijk centrumgebied te genereren als hefboom voor een globale herwaardering van de woon‐en werkbuurten binnen het regionaalstedelijk gebied Aalst.

2 Hierbij zullen enkel de rooilijnen opgeheven worden voor niet‐gerealiseerde wegenis en ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe pleinruimtes.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 8 / 34

2. Beschrijving van het plan en mogelijke alternatieven

2.1. Beschrijving van het plan

Onderstaand wordt het voorstel schetsontwerp grafisch plan weergegeven en de randvoorwaarden van de stedenbouwkundige voorschriften (aangepast op 05/10/2011 in functie van de m.e.r‐screening). Voor de motivatie van de voorgenomen opties in het voorstel schetsontwerp grafisch plan wordt er verwezen naar bundel DETAIL MASTERPLAN CENTRUM in bijlage.

| Figuur: schetsontwerp grafisch plan

De aanpassingen die werden doorgevoerd aan de randvoorwaarden in functie van de m.e.r‐screening zijn onderlijnd.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 9 / 34 1. Voorafgaande bepalingen

1.1 Waardevol bouwkundig erfgoed (overdruk)

‐ Het waardevol erfgoed omvat zowel de beschermde constructies en gebouwen en de niet beschermde burgerschuilkelder aan de A. De Cockstraat. ‐ Het waardevol bouwkundig erfgoed wordt indicatief aangeduid op het (schetsontwerp) grafisch plan. Deze gebouwen en constructies dienen te worden behouden als waardevolle elementen binnen de gemeente Denderleeuw. Het bouwkundig erfgoed dient van buitenaf in zijn typerende vormgeving en materiaalgebruik behouden te blijven. De karakteristieke architecturale en omgevingselementen en het silhouet van de aanwezige bebouwing worden bestendigd (conform de regelgeving van de beschermde monumenten).

1.2 Integraal waterbeheer

‐ De bepalingen over integraal waterbeheer omvatten de afvoer van het hemelwater via een gescheiden rioleringsstelsel en het concept van bergen/infiltreren/vertraagd afvoeren van hemelwater. ‐ maximaal gebruik van waterdoorlatende verhardingen; ‐ Binnen de zones zoals afgebakend op de watertoetskaarten als effectief overstromingsgevoelig is het niet toegelaten om (zie aanduiding grafisch plan): ‐ Ondergrondse verdiepingen te voorzien zoals (kruip)kelders, parkeergarages… ‐ Woonruimtes, opslag van materiaal (uitgezonderd stalplaatsen voor auto’s en fietsen), sanitair‐ en keukenvoorzieningen in te richten op de gelijkvloerse verdieping, tenzij verhoogd tot op een hoogte van minimum 10,30m TAW (referentiepeil). Het College van burgemeester en schepen kan steeds beslissen om het referentiepeil ter verhogen en dit omwille van nieuwe inzichten ten aanzien van het overstromingsgevaar. ‐ Opslag van milieuschadelijk stoffen zoals (zoals een mazouttank, meststoffen, strooizout…), tenzij verhoogd tot op een hoogte van 10,30m TAW (referentiepeil). Het College van burgemeester en schepen kan steeds beslissen om het referentiepeil ter verhogen en dit omwille van nieuwe inzichten ten aanzien van het overstromingsgevaar. ‐ Voorzien van een Recht van voorkoop in het effectief overstromingsgevoelige gebied zoals aangeduid op de watertoetskaarten.

2. Gebiedsaanduiding ‘Wonen – Woongebied’ – de dorpskern van Denderleeuw

2.1 Wonen in het kerngebied

‐ Het ‘wonen in het kerngebied’ is bestemd voor wonen en complementaire voorzieningen met inbegrip van tuinen, groenzones, toegangen, parkings en openbare wegenis. De complementaire voorzieningen worden omschreven als kleinschalige kantoren en handelsinrichtingen, diensten en ambachten, horeca en gemeenschapsvoorzieningen. Deze voorzieningen worden beperkt tot 100m². ‐ Langsheen de bestemmingszone ‘lokale wegenis’ wordt een aaneengesloten bebouwingsvorm voorzien. ‐ Toepassing van een harmonieregel voor uitbreidingen, verbouwen, herbouw en nieuwbouw. Hierbij dient elke stedenbouwkundige interventie zich op contextuele wijze in te passen in de bestaande bouwmorfologie van de bestemming ‘wonen in kerngebied’. De dakvorm, de kroonlijst en de materialen van de zichtbare gevels moeten in harmonie voorkomen op de voorkomende aanpalende gebouwen. ‐ Er worden maximaal 2 bouwlagen toegelaten (zonder eventuele dakverdieping), tenzij anders aangeduid op het grafisch plan door een overdruk (strategische hoekgebouwen). ‐ Vrijwaren van verdere bebouwing in de achtertuinen. ‐ De woningen aan ter hoogte van Dorp zitten vervat in een beschermd dorpsgezicht. Bij verbouwingen, herbouw of nieuwbouw van de woningen dient er rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening september 2011 | aanvraag adviesinstanties | p. 7 / 25

uitgangspunt. ‐ Opname parkeerverplichtingen (voor zowel fiets‐ als autoverkeer).

2.2 Wonen op een commerciële sokkel

‐ Het ‘wonen op een commerciële sokkel’ is op de gelijkvloerse verdieping bestemd voor handelsinrichtingen, horeca, diensten, en gemeenschapsvoorzieningen. Om leegstand te vermijden wordt wonen eveneens toegelaten. De verdiepingen boven de commerciële sokkel worden exclusief bestemd voor wonen. ‐ Bij elke woongelegenheid dient een volwaardige buitenruimte voorzien te worden. Bij aanleg van terrassen dient steeds de privacy van de omwonenden gegarandeerd te worden. De zichtbare randen van terras‐ en/of tuinzones op de commerciële sokkels dienen hoogwaardig afgewerkt te worden zodat ze het omliggende pleinbeeld positief beïnvloeden. Houten schuttingen of andere tijdelijke wanden worden niet toegelaten. ‐ Het maximaal aantal bouwlagen wordt grafisch aangeduid (zonder eventuele dakverdieping). Een platte dakvorm is verplicht. ‐ De bestemmingsgrens met de lokale wegenis vormt de verplichte bouwlijn (met uitzondering van de toegelaten verbouwing van het zuidelijke bouwblok. ‐ Opname parkeerverplichtingen (voor zowel fiets‐ als autoverkeer).

2.3 Winkelwand (overdruk)

‐ Doortrekken van de winkelstraat ter hoogte van de Guido Gezellestraat. Hierbij dient de voorbouwlijn van de hoofdgebouwen verplicht ingeplant te worden op de bestemmingsgrens met de zone voor lokale wegenis. ‐ Ongeacht de hoofdbestemming kunnen op de gelijkvloerse verdieping handelsinrichtingen, horeca, diensten en gemeenschapsvoorzieningen voorkomen. ‐ Indien de gelijkvloerse verdieping ingenomen wordt door een handelszaak of een andere functie verschillend van wonen, dient een aparte toegang voorzien te worden naar de hoger gelegen verdiepingen. ‐ Indien een pand samengevoegd of opgedeeld wordt, dient bij aanpassingen en renovaties steeds rekening gehouden te worden met het geheel. ‐ (Bepalingen inzake publiciteit?)

3. Gebiedsaanduiding ‘Overig groen ‐ Parkgebied’ – Het Denderpark

3.1 Parkgebied met jeugdinfrastructuur

‐ De zone is bestemd als openbaar parkgebied met bebouwing, constructies en voorzieningen voor jeugdbewegingen en socio‐culturele functies met inbegrip van pleinen, parkings, wandel‐ en fietspaden en toegangen. ‐ De zone dient een avontuurlijke en kindvriendelijke speelomgeving te vormen waarbij boomhutten, kampen en andere spelelementen toegelaten worden. Jeugdkampementen zijn binnen geheel de voorliggende zone toegelaten. ‐ In de zone mag 1 gebouw opgetrokken worden met een maximaal bebouwbare oppervlakte van 300m² en een gezamenlijke maximale bruto vloeroppervlakte van 600 m² over maximaal 2 verdiepingen. Opleggen van minimale bouwafstanden. ‐ Opleggen minimale G/T (groen/terreinindex ) en de samenstelling van het plantenmateriaal dient te gebeuren op basis van inheemse en streekeigen plantensoorten. ‐ Het is niet toegelaten de zone met bestemming ‘parkgebied met jeugdinfrastructuur’ op te delen in verschillende geprivatiseerde delen. Afsluitingen zijn toegestaan indien zij bestaan uit levende hagen al dan niet in combinatie met draadafsluitingen. ‐ harmonisch park‐ en natuurbeheer, natuurtechnisch beheer en een gedifferentieerd maaibeheer; ‐ Afstemming met de andere delen van het Denderpark. ‐ Randvoorwaarden voor het plaatsen van verlichting. Bij de inplanting en keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting) dient er rekening gehouden te worden met de privacy van de omwonenden. ‐ De bestaande bomenrij ter hoogte van de bestemmingsgrens ‘parkgebied met sportief en recreatief medegebruik’ dient of gevrijwaard of gecompenseerd te worden binnen gebiedsaanduiding ‘Overig groen ‐ Parkgebied’ – Het

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 8 / 34

Denderpark. ‐ Opname parkeerverplichtingen (voor zowel fiets‐ als autoverkeer). ‐ Bij de inrichting van het parkgebied met jeugdinfrastructuur dient er rekening gehouden met de ligging in het effectief overstromingsgevoelig gebied zoals aangeduid op de watertoetskaarten. Hierbij dienen er maatregelen genomen te worden om erosie en uitspoeling van verhardingen en beplantingen te voorkomen. ‐ Opname parkeerverplichtingen (voor zowel fiets‐ als autoverkeer) in functie van de jeugdinfrastructuur; ‐ Omwille van het landschappelijk karakter dienen de parkeerzones en paden die uitsluitend voorzien worden voor voetgangersverkeer verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. ‐ Niet‐ waterdoorlatende verhardingen in functie van sport‐ en spelvoorzieningen worden niet toegelaten. ‐ (Voorzien van een Recht van voorkoop?)

3.2 Parkgebied met sportief en recreatief medegebruik

‐ De zone is bestemd als openbaar parkgebied met inbegrip van pleinen, wandel‐ en fietspaden, toegangen en elementen die behoren tot de normale parkuitrusting. Eveneens toegelaten zijn constructies en voorzieningen voor sportief en recreatief medegebruik zoals kleinschalige schuilhuizen, dug‐outs, sport‐ en spelvoorzieningen, aanlegsteigers aan de Dender, een wandel‐ en fietsbrug en trailerhellingen. ‐ De G/T (groen/terreinindex) voor de volledige zone bedraagt minimaal 0,8. Wandelpaden en toegangswegen tot de aanlegsteigers en de trailerhelling mogen in het parkgebied worden aangelegd. Deze paden/wegen moeten aangelegd worden in natuurlijke, zachte of halfverharde materialen. Bij de aanleg moet rekening gehouden worden met natuurlijke gegevens zoals reliëf, aanwezige belangrijke bomen, grachten, ... ‐ Het is niet toegelaten de zone met bestemming ‘parkgebied met jeugdinfrastructuur’ op te delen in verschillende geprivatiseerde delen. Afsluitingen zijn toegestaan indien zij bestaan uit levende hagen al dan niet in combinatie met draadafsluitingen. ‐ Afstemming met de andere delen van het Denderpark. ‐ harmonisch park‐ en natuurbeheer, natuurtechnisch beheer en een gedifferentieerd maaibeheer. ‐ Randvoorwaarden voor het plaatsen van verlichting. Bij de inplanting en keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting) dient rekening gehouden te worden met de privacy van de omwonenden. ‐ Bij de inrichting van het parkgebied met sportief en recreatief medegebruik dient er rekening gehouden met de ligging in het effectief overstromingsgevoelig gebied zoals aangeduid op de watertoetskaarten. Hierbij dienen er maatregelen genomen te worden om erosie en uitspoeling van verhardingen en beplantingen te voorkomen. ‐ Omwille van het landschappelijk karakter dienen de parkeerzones en paden die uitsluitend voorzien worden voor voetgangersverkeer verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. ‐ Niet‐ waterdoorlatende verhardingen in functie van sport‐ en spelvoorzieningen worden niet toegelaten. ‐ (Voorzien van een Recht van voorkoop?) 3.3 Parkgebied met culturele en toeristisch‐recreatieve infrastructuur

‐ De zone is bestemd als parkgebied met inbegrip van pleinen, wandel‐ en fietspaden, toegangen en de instandhouding van de aanwezige toeristisch‐recreatieve infrastructuur zoals de aanwezige horecabebouwing, terrassen, speeltuin, minizwembad, minigolf en petanquebanen. ‐ Herbouw en de vernieuwing van de toeristisch‐recreatieve infrastructuur is toegestaan. ‐ Opleggen minimale G/T (groen/terreinindex) voor de volledige zone en maximale terreininname van het horecagebouw. ‐ Afstemming met de andere delen van het Denderpark. ‐ Harmonisch park‐ en natuurbeheer, natuurtechnisch beheer en een gedifferentieerd maaibeheer; ‐ Randvoorwaarden voor het plaatsen van verlichting. Bij de inplanting en keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting) dient rekening gehouden te worden met de privacy van de omwonenden. ‐ Bij de inrichting van het parkgebied met sportief en recreatief medegebruik dient er rekening gehouden met de ligging in het effectief overstromingsgevoelig gebied zoals aangeduid op de watertoetskaarten. Hierbij dienen er maatregelen genomen te worden om erosie en uitspoeling van verhardingen en beplantingen te voorkomen.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 9 / 34

‐ Omwille van het landschappelijk karakter dienen de parkeerzones en paden die uitsluitend voorzien worden voor voetgangersverkeer verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. ‐ (Voorzien van een Recht van voorkoop?) 3.4 Pastorietuin

‐ De ‘Pastorietuin’ is bestemd als parkgebied met inbegrip van tuinzones, pleinen, wandel‐ en fietspaden en toegangen. ‐ De G/T (groen/terreinindex) voor de volledige zone bedraagt minimaal 0,9. Wandelpaden mogen in het parkgebied worden aangelegd. Deze paden/wegen moeten aangelegd worden in natuurlijke, zachte of halfverharde materialen. ‐ Bij het beheer, (her)aanleg en instandhouding dient er rekening gehouden worden met: ‐ De historische waarde van het beschermde dorpsgezicht. Hierbij geldt het historisch referentiebeeld als uitgangspunt voor de (tuin)aanleg; ‐ het cultuurhistorische karakter zoals de bestaande plantencollectie, pastoriemuur, de tuinaanleg en de relatie met de Dender; ‐ de natuurlijke gegevens zoals het reliëf en waterhuishouding; ‐ De aanwezige hoogstambomen en beplantingen dienen in stand gehouden te worden zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en gewoonrechtelijke bepalingen terzake. ‐ harmonisch park‐ en natuurbeheer, natuurtechnisch beheer en een gedifferentieerd maaibeheer; ‐ Afstemming met de andere delen van het Denderpark. ‐ Vrijwaren geborgen karakter van de pastorietuin (ommuring). ‐ De pastorietuin is beschermd als dorpsgezicht. ‐ Randvoorwaarden voor het plaatsen van verlichting. Bij de inplanting en keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting) dient rekening gehouden te worden met de privacy van de omwonenden. ‐ Bij de inrichting van het parkgebied met sportief en recreatief medegebruik dient er rekening gehouden met de ligging in het effectief overstromingsgevoelig gebied zoals aangeduid op de watertoetskaarten. Hierbij dienen er maatregelen genomen te worden om erosie en uitspoeling van verhardingen en beplantingen te voorkomen. ‐ Omwille van het landschappelijk karakter dienen de parkeerzones en paden die uitsluitend voorzien worden voor voetgangersverkeer verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. ‐ (Voorzien van een Recht van voorkoop?)

4. Gebiedsaanduiding ‘Gemeenschaps‐ en nutsvoorzieningen’

4.1 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen

‐ De zone is bestemd voor bebouwing, constructies en voorzieningen voor gemeenschapsvoorzieningen zoals het gemeentehuis van Denderleeuw, het kerkgebouw, bibliotheek, een rust‐ en verzorgingstehuis (RVT), serviceflats, kinderdagverblijf, dienstencentra… met inbegrip van groene ruimtes, pleinen en toegangen. ‐ Delen van de zone zijn beschermd als dorpsgezicht. Bij verbouwingen, herbouw of nieuwbouw dient er rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als uitgangspunt en dit in harmonie en/of contrast. ‐ Het kerkgebouw is aangeduid als waardevol bouwkundig erfgoed. 4.2 Zone gemeenschapsvoorzieningen / wonen

‐ De zone voor gemeenschapsvoorziening / wonen heeft een dubbele bestemming van gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Beide stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing binnen deze zone (2.1 Wonen in het kerngebied en 4.1 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen). ‐ Delen van de zone zijn beschermd als dorpsgezicht. Bij verbouwingen, herbouw of nieuwbouw dient er rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als uitgangspunt en dit in harmonie en/of contrast. ‐ Opname parkeerverplichtingen (voor zowel fiets‐ als autoverkeer).

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 10 / 34

5. Gebiedsaanduiding ‘Lijninfrastructuur’

5.1 Lokale wegenis en pleinen

‐ De zone is bestemd voor openbare wegenis. De op het (schetsontwerp) grafisch plan aangeduide zones zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand, onteigening of verwerving. ‐ De zones voor lokale wegen zijn zowel als hoofdbestemming op het grafisch plan aangebracht als in overdruk (indicatief). De lokale wegenis in overdruk ter hoogte van de Kiekenborrestraat mag overbouwd worden. ‐ De zone voor ‘pleinen’ betracht de inrichting van een verkeersleefbaar verblijfsgebied dat deel uitmaakt van het integraal langzaam verkeersnetwerk tussen de woongebieden, de stedelijke schakel en het Denderpark. ‐ Bij de inrichting en/of herinrichting binnen de zone voor pleinfunctie moeten de nodige maatregelen worden genomen om het verkeer zodanig te geleiden dat de verblijfsruimte (ontmoetingsruimte, speelruimte, marktruimte…) primeert boven de verkeersruimte. ‐ Ondergrondse parking onder het plein nabij de stedelijke schakel. ‐ De functies die aansluiten bij het plein moeten een duidelijke relatie hebben met dit plein. Blinde gevels die grenzen aan het plein moeten vermeden worden. ‐ Een deel van het Kerkplein is beschermd als dorpsgezicht. Bij de (her)aanleg en instandhouding van het Kerkplein dient rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als uitgangspunt voor de aanleg. 5.2 Trage wegen (indicatief)

‐ De ‘trage wegen’ zijn bestemd voor voetgangers‐ en fietsverkeer. Gemotoriseerd verkeer is niet toegelaten tenzij voor onderhoud van de voetwegen en het Denderpark. ‐ Het tracé van de ’zone voor voetwegen’ is minimaal 2,00 m breed. ‐ De voetwegen dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende verhardingen en/of halfverharde natuurlijke materialen. 5.3 Denderoevers (indicatief)

‐ Alle handelingen en inrichtingen zijn toegestaan voor de natuurlijke inrichting en beheer van de Denderoevers. De zone wordt ingericht in functie van spontane natuurontwikkeling. ‐ In geheel de zone staat het behoud en herstel van het permanente grasland met kleine landschapselementen voorop. ‐ Afsluitingen zijn enkel toegelaten in functie van de beheerlandbouw. ‐ Eveneens zijn pontons en vlonders toegelaten over maximaal 10% van de oeverlengte.

6. Projectzones

‐ Projectzones worden aangeduid als zones die ontwikkeld dienen worden volgens een totaalconcept. Deze projectzones zijn stedenbouwkundige interventies waarbij een gezamenlijke of totaalaanpak noodzakelijk is. Hierbij dient de eerste vergunningsaanvrager, voor nieuwbouw en/of herbouw, een (informatief) inrichtingsplan met bijhorende motivatienota voor te leggen voor de gehele afbakening van de projectzone. Het plan volgens totaalconcept dient de nodige garanties te bieden voor een kwalitatieve ontwikkeling van de projectzones en dit zowel naar: o onderlinge samenhang en beeldkwaliteit van de bebouwde omgeving en de pleinranden; o de aansluiting en toegangen tot een eventuele gezamenlijke ondergrondse parking(en); o een kwalitatieve stedenbouwkundige overgang naar de naastliggende percelen; o eenheid en samenhang in architecturale vormgeving en materialisatie; o eventuele faseringen en de kwalitatieve inrichting bij een niet‐gerealiseerde fase; ‐ Het inrichtingsplan met bijhorende motivatienota zal afgetoetst worden aan de intrinsieke bepalingen van het RUP.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 11 / 34

6.1 Projectzone stedelijke schakel P1 ‐ Minimale woondichtheid van 25 wo/ha (stedelijk gebied Aalst). ‐ Vastleggen maximale B/T en V/T. ‐ Kwalitatieve aansluiting en toegangen tot een eventuele gezamenlijke ondergrondse parking(en); ‐ Eenheid en samenhang inzake architecturale vormgeving en materialisatie met het omliggende plein. ‐ Overkraging van de pleinruimte wordt toegelaten binnen de grafisch aangeduide bestemmingsgrenzen (wonen op commerciële sokkel). ‐ Vaststellen van de bouwhoogte commerciële sokkel. ‐ (Bepalingen inzake publiciteit?).

6.2 Projectzone Bouchtplein Noord P2 ‐ Vastleggen maximale B/T en V/T. ‐ Kwalitatieve aansluiting en toegangen tot een eventuele gezamenlijke ondergrondse parking(en); ‐ Eenheid en samenhang inzake architecturale vormgeving en materialisatie met het omliggende plein. ‐ Kwalitatieve stedenbouwkundige overgang naar de naastliggende percelen. ‐ Het opleggen van parkeerverplichtingen vindt plaats binnen de bestemmingszone (grondkleur)

6.3 Projectzone kerkplein noord P3 ‐ De projectzone heeft een dubbel bestemming van gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Inzake de bestemming gemeenschapsvoorzieningen wordt de zone bestemd voor de inplanting van een rust‐ en verzorgingstehuis (RVT), serviceflats, ruimte voor dagverzorging en aanverwante functies. ‐ Inzake de bestemming ‘wonen’ zijn de stedenbouwkundige voorschriften van kracht van 2.1 ‘wonen in het kerngebied’. ‐ Vastleggen maximale B/T en V/T. ‐ Parkeerverplichtingen bij nieuwbouw (zowel voor auto‐ als fietsverkeer) ‐ Kwalitatieve stedenbouwkundige overgang naar de naastliggende percelen ‐ Bij verbouwingen, herbouw of nieuwbouw in het beschermd dorpsgezicht dient er rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als uitgangspunt.

6.4 Projectzone Guido Gezellestraat ‐ Fonteinstraat P4 ‐ Minimale woondichtheid van 25 wo/ha (stedelijk gebied Aalst). ‐ Vastleggen maximale B/T en V/T. ‐ Eenheid en samenhang inzake architecturale vormgeving en materialisatie met het omliggende plein. ‐ Kwalitatieve stedenbouwkundige overgang naar de naastliggende percelen. ‐ Het opleggen van parkeerverplichtingen vindt plaats binnen de bestemmingszone (grondkleur)

6.5 Projectzone Fonteinstraat ‐ Denderpark P5 ‐ Minimale woondichtheid van 25 wo/ha (stedelijk gebied Aalst). ‐ Vastleggen maximale B/T en V/T. ‐ Eenheid en samenhang inzake architecturale vormgeving en materialisatie met het omliggende plein. ‐ Kwalitatieve stedenbouwkundige overgang naar de naastliggende percelen. ‐ Overgang en relatie tot het Denderpark. ‐ Het opleggen van parkeerverplichtingen vindt plaats binnen de bestemmingszone (grondkleur)

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 12 / 34

2.2. Stedenbouwkundige duurzaamheid

De gemeente Denderleeuw wenst de dorpskernvernieuwing die door het RUP Centrum mogelijk wordt gemaakt te verankeren in als een duurzaam stedenbouwkundig project. Hierbij dient er op stedenbouwkundig niveau aandacht besteed te worden voor een groot aantal aspecten. Duurzaamheid vereist immers een integrale aanpak. We onderscheiden een zestal domeinen die samen tot een duurzaam project leiden:

- ecologische kwaliteit: beschermen en ondersteunen van de natuurlijke omgeving en van het stedelijk metabolisme; - economische kwaliteit: economische waardeontwikkeling, investeringsefficiëntie; - socio‐culturele en functionele kwaliteit: gemengde structuren en aanbod, leefbaarheid en gezondheid; - ruimtelijke kwaliteit: slimme locatie, ontwerpkwaliteit; - technische kwaliteit: mobiliteit, infrastructuur; - proceskwaliteit: draagvlak en betrokkenheid, planningsproces en organisatie;

In de meeste gevallen begint men over de duurzaamheid van een project na te denken op het moment dat er effectief gebouwd kan worden. De duurzaamheidsmaatregelen beperken zich dan het realiseren van een hoog E‐peil, plaatsen van zonnepanelen of warmtepompen, beperken van verharde buitenoppervlakten...

Zoals blijkt uit het bijhorende schema, zijn er ook een aantal maatregelen op niveau van de stedenbouwkundige inrichting die kunnen bijdragen aan een duurzaam project. Een aantal van deze maatregelen kunnen reeds op niveau van het (schetsontwerp) RUP voorzien worden, zoals compact bouwen, optimale bezonning, de aandacht voor de publieke ruimte, verkeersarme woonstraten nastreven, het (her)waarderen van zachte verbindingen, het vrijwaren en verruimen van bestaande park‐ en groenstructuren, het waterbeheer op niveau van het projectgebied, het stimuleren van een mix van woontypologieën met verschillende grootte‐orde, het voorzien van centrumfuncties, het vergroten van de participatie,... In elke stap van het proces (schetsontwerp RUP, voorontwerp RUP, ontwerp RUP, verkavelingsplan…) zal er door de gemeente en ontwikkelaar(s) over gewaakt worden om zoveel mogelijk duurzaamheidsmaatregelen in de plannen te integreren. Hierbij mag echter niet uit het oog verloren worden dat het project ook mikt op het realiseren van een woonaanbod voor specifieke doelgroepen. Deze doelstelling mag door het nemen van duurzaamheidsmaatregelen niet teniet gedaan worden. De economische haalbaarheid van de maatregelen blijft dan ook prevaleren.

De ontwikkeling van het RUP moet het karakter van Denderleeuw als ‘vertrouwde schakel’ versterken. De vertrouwde schakel is enerzijds een metafoor naar eigen lokale identiteit en imago: Denderleeuw als verstedelijkt woongebied op het kruispunt op het water‐, spoor‐ en snelwegennet. De ‘schakel’ vormt anderzijds ook de verwijzing naar de stedelijke schakel en het Denderpark. Beide spelen een strategische rol binnen de dorpskernvernieuwing van Denderleeuw en vormen in combinatie met de heraanleg van het openbaar domein de uitdaging.

De stedelijke schakel vormt een nieuw te bouwen configuratie van vier onderscheiden volumes, georganiseerd rond een centrale publieke ruimte. De naam wordt ontleend aan de functie van het eenheidsproject als schakel tussen de lus G. Gezellestraat ‐ Geallieerdenstraat ‐ Boomgaardstraat, die toegang geeft tot het centrum, en de centrumpleinen Bouchtplein en Gemeenteplein. De stedelijke schakel herbergt de nieuwe centrumfuncties bibliotheek, uitbreiding gemeentehuis en polyvalente zaal en creëert de nodige mogelijkheden voor de versterking van het handelsapparaat in combinatie met een verdichting van het woningbestand.

Het concept van het Denderpark voorziet de uitbouw van de open groene ruimte tussen het historisch dorpscentrum van Denderleeuw en de Dender tot een ruimtelijk samenhangend geheel als landschappelijke tegenhanger van de bebouwde dorpskern. Het Denderpark vormt een combinatie van spelen, wandelen, fietsen en natuurbeleving en integreert hierbij het Hof Ter Leeuwe in een groter verhaal. Het zet in op een versterkte relatie met het handel‐ en horecagebeuren in de dorpskern en houdt rekening met de mogelijke herbestemming van het voormalig klooster aan Dorp. In het Denderpark staat de herwaardering van de Denderoevers als een blauwgroen lint eveneens voorop.

De herwaardering van het dorpscentrum, binnen een verstedelijkte context, waarbij een verdichting wordt nagestreefd van wonen, openbare functies, diensten en winkelen is per definitie een essentieel ingrediënt van stedenbouwkundige duurzaamheid.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 13 / 34

| Figuur: schema duurzaamheidsmaatregelen in stedenbouwkundige projecten (bron: BUUR cvba, Leuven) 2.3. Mogelijke alternatieven

De mogelijke alternatieven die bestaan voor de deelgebieden het RUP, bestaan er voornamelijk in het nulalternatief aan te bieden. Met uitzondering tot het ‘Hof ter Leeuwe’ zal het RUP in essentie geen andere bestemmingen naar voor dragen die vandaag reeds aanwezig op het vigerende gewestplan. De noodzaak van de opmaak van het RUP rust vooral in de aanduiding/aanpassing van de rooilijnen en de punctuele verhoging van het aantal bouwlagen (strategische hoekgebouwen). Voor het gebied voor het ‘Hof ter Leeuwe’ wordt er een herbestemming naar voor schoven van woongebied naar recreatiegebied. Het in stand houden van de bestemming woongebied zet de deur open voor de versnippering en bebouwing in het ‘Denderpark’ (nulalternatief). Het Denderpark vormt de groene schakel tussen het historisch dorpscentrum van Denderleeuw en de Dender en het groene gebied vormt een ontegensprekelijke meerwaarde voor de attractiviteit van de dorpskern.

Alternatieven voor het bestaande stedenbouwkundig ontwerp werden geponeerd en onderzocht in het gevoerde stedenbouwkundig onderzoek. Hierbij werden verschillende varianten voor de inrichting van de ‘Stedelijke Schakel’ ontwerpmatig onderzocht (zie bundel DETAIL MASTERPLAN CENTRUM – ontwerpend onderzoek).

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 14 / 34

3. Beschrijving toepassingsgebied

Het RUP Centrum is niet van ‘rechtswege’ plan‐MER‐plichtig omwille van volgende redenen: - Binnen het RUP worden geen projecten mogelijk gemaakt die behoren tot bijlage I en II van het BVR 10/12/04 opgesomde projecten. Specifiek zal het RUP Centrum geen stadsontwikkelingsprojecten mogelijk maken met 1000 of meer woongelegenheden, of met een brutovloeroppervlakte van 5.000 m² handelsruimte of meer, of met een verkeersgenererende werking met pieken van 1000 of meer personenauto‐equivalenten per tijdsblok van 2 uur.

De projecten zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM waarvoor het RUP wordt opgemaakt maken volgend programma mogelijk: ca. 99 woningen, ca. 3.800 m² handelsruimte (waarvan ca. 1000 m² reeds bestaand – AD Delhaize) en ca. 10.930 m² gemeenschapsvoorzieningen (bibliotheek, bestaand en uitbreiding gemeentehuis, polyvalente zaal, rust‐en verzorgingstehuis en jeugdlokalen). Hierbij werd er geen rekening gehouden met individuele en private herbouwprojecten die zoals in elke woongebied steeds mogelijk zijn. Er wordt verwacht dat het omschreven programma ca. 119 bijkomende voertuigen zal genereren in een avondspitsuur tussen 16h00‐18h00 (drukste tijdstip).

- Het RUP Centrum is geen plan of programma waarvoor een passende beoordeling vereist is zoals bepaald door het artikel 36ter §3 van het natuurdecreet.

Het RUP bepaalt tevens slechts het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Het gebied zal in geen geval een uitstraling hebben van bovenlokaal belang.

Omwille van bovenstaande motivering dient besloten te worden dat het RUP Centrum van ‘rechtswege’ niet plan‐MER‐ plichtig is, maar wel screeningsplichtig. Er moet met andere woorden een screening naar de mogelijke aanzienlijke milieu‐ effecten worden gevoerd. Naargelang het resultaat van deze screening moet al dan niet besloten worden dat voor het RUP een plan‐MER opgemaakt dient te worden: - Indien er geen aanzienlijke milieu‐effecten zijn: geen plan‐MER‐plicht; - Indien er wel aanzienlijke milieu‐effecten kunnen worden aangetoond voor één of meerdere criteria: wel plan‐MER‐ plicht.

De criteria voor het opmaken van de m.e.r.‐screening worden weergegeven in de bijlage I van DABM (Decreet Algemeen Milieubeleid). Volgende effectengroepen of delen van effectengroepen ‘atmosfeer, klimaat, geur en gezondheid van de mens’ worden niet geëvalueerd omdat deze geen relevante informatie zullen bij brengen die relevant zijn voor onderzoek naar de significante milieuproblemen betreffende het ‘RUP Centrum’.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 15 / 34

4. Onderzoek naar de significante milieu‐effecten

4.1. Implicaties op de discipline bodem en grondwater

In het zandleemlandschap van de Dendervallei liggen zandlemige en licht zandlemige kwartaire afzettingen op zandig en vooral kleiig tertiair materiaal (Iperiaan) aan de oppervlakte. Echter wordt op de bodemkaart het gebied ‘RUP Centrum’ volledig als bebouwd aangeduid (OB). Deze bebouwde zones kennen een sterke verstoring waardoor de authentieke bodemkenmerken niet meer representatief zijn. Het gebied is voor grote delen bebouwd, verhard en/of vergraven.

Het gebied ‘RUP Centrum’ bezit overwegend een vlakke reliëfstructuur met een reliëfverschil naar de Dender toe. In het gebied komt een natuurlijk dijklichaam voor. Langsheen de Dender komt de hoogtelijn voor van 10,00mTAW, ter hoogte van het Bouchtplein de hoogtelijn van 20,00m TAW. In het gebied wordt een ondergrondse parkeergarage voorzien van ca. 8200 m² met een mogelijke 2de fase van ca. 1950m². Er wordt verwacht dat de bodemkenmerken in de toekomst nauwelijks verschillen ten opzichte van vandaag.

De omliggende bodems met nog een herkenbare classificering worden van het projectgebied gescheiden door de Dender en de spoorweg 50 Brussel Zuid – Gent‐Sint‐Pieters. Uit de OVAM‐databank van de verspreiding van de bodemonderzoeken in Vlaanderen blijkt dat binnen het gebied ‘RUP Centrum’ geen bodemonderzoeken zijn uitgevoerd en/of beëindigd (kaartlaag dd. 08/2011).

Naar verdichting van de bodem toe, kan de uitvoering van het RUP een positief effect hebben omdat er een oppervlakte van ca. 1ha woongebied herstemd wordt in functie van het Denderpark. Dit betekent dat het overwegende onbebouwde en onverharde karakter van de aanwezige open ruimte gevrijwaard zal blijven.

Bebouwde zones (OB) Bebouwde zones (OB) Matig natte leembodem zonder profiel Droge zones

│ Uittreksel uit de bodemkaart (AGIV) │ Uittreksel uit de drainagekaart (AGIV)

Het projectgebied situeert zich centraal in het Denderbekken en meer bepaald in het deelbekken van de Middendender. De Dender die het projectgebied aan oostelijke zijde begrenst wordt door de Vlaamse Hydrografische Atlas aangeduid als een bevaarbare waterloop (VHAG‐code 5951). Binnen het gebied ‘RUP Centrum’ en directe omgeving komen verder geen waterlopen voor die gecategoriseerd wordt door de VHA. Het projectgebied bevindt zich niet in een beschermingszone voor waterwinning. Op de website van ‘databank ondergrond Vlaanderen’ zijn in het gebied geen huidige grondwatervergunningen terug te vinden.

Inzake de behandeling van het afvalwater geven de zoneringsplannen, opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij, aan dat gebied ‘RUP Centrum’ voorkomt nabij een ‘centraal gebied’. Dit betekent dat er in de omliggende straten een afvalwaterriolering aanwezig is, die verbonden is met één –of meerdere‐ operationele waterzuiveringsinstallatie(s). In dit centrale gebied moet het afvalwater verplicht aangesloten worden op het afvalwaterriool (de zgn. aansluitingsplicht).

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 16 / 34

Centraal gebied Collectief te optimaliseren buitengebied Individueel te optimaliseren buitengebied Uittreksel uit de zoneringsplannen (VMM)

De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zullen voorzien in de nodige maatregelen voor de afvoer van het hemelwater en het afvalwater via een gescheiden rioleringsstelsel en het maximaal gebruik van waterdoorlatende verhardingen. Tevens zullen de nodige garanties geboden worden met betrekking tot het concept ‘vasthouden‐bergen‐ afvoeren’ van het hemelwater, de bescherming van de grondwaterkwaliteit en de sanering van het afvalwater. De gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater blijft steeds van kracht. De effecten op de waterhuishouding, inzake hemelwater, worden nader besproken bij de watertoets (zie puntje 5.2 de watertoets). Een bijzonder positief effect van het RUP op de discipline bodem en grondwater bestaat eruit dat een verharde oppervlakte van ca. 1ha woongebied, zoals aangeduid door het vigerende gewestplan, zal omgezet in functie van het Denderpark. Hierdoor zal de plaatselijke verdroging gemilderd worden en kan het hemelwater terug infiltreren in de bodem. 4.2. Implicaties op de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Zoals eerder vermeld omvat het projectgebied de dorpskern van Denderleeuw. Het centrumgebied wordt begrensd door de Dender in het oosten, de spoorweg Gent‐Sint‐Pieters in het zuiden en de omliggende woonbebouwing in noorden en westen. Tussen de spoorweg en de Dender komen een aantal groenzones voor zoals een ommuurde pastorietuin en een sportveld.

De landschapskenmerkenkaart duidt de spoorweg, de Dender en de bebouwde omgeving aan als ruimtelijke landschapskenmerken van bovenlokaal belang. De bebouwde omgeving werden gecategoriseerd als ‘verstedelijking van het platteland in de buurt van Aalst’ (Agentschap Onroerend Erfgoed, 2000‐2001).

De gronden van het voorliggende RUP zijn volgens de landschapsatlas gelegen op de grens van de traditionele landschappen ‘Land van ’ en ‘Dendervallei ’(Agentschap Onroerend Erfgoed – 2001). Het land van Zottegem wordt omschreven als een landschap met golvende topografie en sterke verstedelijking. De zichtbare open ruimten zijn sterk versnipperd en hebben een sterk verschillende omvang. Het beperkt aantal gerichte vergezichten zijn topografisch bepaald en begrensd door reliëf, bebouwing en vegetatie. Het landschap van de Dendervallei wordt gekenmerkt door een langgerekte vorm die de scheiding vormt met het Pajottenland. Het traditionele alluviale landschap van de Dender wordt gevormd door een uitgestrekt graslandschap en industriële zones langs de Dender te en Denderleeuw.

De landschapatlas geeft aan waar de historisch gegroeide landschapsstructuren tot op vandaag herkenbaar zijn gebleven en duidt deze aan als relicten van het traditionele landschap. De grens van het projectgebied van het RUP wordt gedeeltelijk aangeduid door het lijnrelict ‘Dender’ (L24004). De historische waarde van de Dender bestaat uit oude meanders die nog geheel of gedeeltelijk bewaard en nog duidelijk herkenbaar in het landschap zijn. De Dender vormde een belangrijke historische transportweg in de MiddeLeeuwe en was een levensader in de industriële revolutie. Op ca. 200 meter van het projectgebied komt de relictzone ‘Dender’ voor. In dit relatief gaaf gebied zijn oude meanders duidelijk te herkennen in het landgebruik. Het RUP voorziet in deze zones geen geplande interventies die het lijnrelict of de relictzones van de Dender kunnen beschadigen en/of ontgraven. De Denderoevers worden door het RUP bestemd als zones voor het herstel van het natuurlijk milieu en de permanente graslanden met kleine landschapselementen.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 17 / 34

│ Uittreksel uit de landschapatlas met aanduiding van lijnrelict │ Uittreksel uit de landschapsatlas met aanduiding van de ‘Dender ‐ L24004’ (AGIV) relictzone ‘Dender ‐ R24002’ (AGIV)

│ Aanduiding van dorpsgezicht‐ de site gevormd door de reeds │ Aanduiding van dorpsgezicht ‐ zoals opgenomen in het originele beschermde St‐ Amanduskerk, kerkhofmuur en omgeving beschermingsbesluit pastorie

Noch het projectgebied, noch delen van het projectgebied zijn beschermd of voorlopig beschermd als landschap, noch als archeologische zone zoals bedoeld in het decreet van 3 maart 1976. Het is niet gekend of het projectgebied archeologische potenties heeft. Ter hoogte van het dorp komt wel het beschermde dorpsgezicht ‘de site gevormd door de reeds beschermde St‐ Amanduskerk, kerkhofmuur en omgeving pastorie’ voor (Belgisch staatsblad dd. 14/06/1991. Het bouwkundig ensemble wordt als dorpsgezicht beschermd omwille van de historische waarde (art. 1 van het beschermingsbesluit). De bebouwing aan de Denderweg, die deel uit maakt van het dorpsgezicht, wordt niet mee opgenomen in het RUP.

In de afbakening van het RUP Centrum komen drie beschermde monumenten voor zoals bedoeld in het decreet van 3 maart 1976. Deze zijn:

Dossiernummer naam Datum Belgisch perceelnummers staatsblad DO000382 Sint‐Amanduskerk 09 09 1975 Denderleeuw, afdeling 1, sectie A, nrs. 1323B, 1314D, 585B, 585C en 589I2 Denderleeuw, afdeling 1, sectie E, nr. 585B DO000166 Sint‐Amanduskerk 04 12 1990 Denderleeuw, afdeling 1, sectie A, nr. 1323A DO000814 de pastorie 12 06 1991 Denderleeuw, afdeling 1, sectie A, nr. 1313B DO000740 de kerkhofmuur en de twee 14 06 1991 Denderleeuw, afdeling 1, sectie A, nrs. 1314C en nrs. kalkstenen inkompijlers 1325A(deels)

Het RUP Centrum voorziet binnen de perimeter van het beschermde dorpsgezicht de realisatie van het Denderpark. In dit groengebied tussen de Dender en dorpskern wordt de bestaande pastorietuin bestendigd. Momenteel kent de tuin een

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 18 / 34

privaat karakter, maar het RUP voorziet de mogelijkheid om, op termijn, het groengebied (deels) toegankelijk te maken. Bij het beheer, (her)aanleg en de instandhouding van de pastorietuin dient er steeds rekening gehouden te worden met de historische waarde van het beschermde dorpsgezicht. De stedenbouwkundige voorschriften zullen omschrijven dat het historisch referentiebeeld, het cultuurhistorische karakter en de natuurlijke gegevens zoals het reliëf en waterhuishouding als uitgangspunten dienen voor de (tuin)aanleg. Elementen zoals het geborgen karakter, bestaande plantencollectie (hoogstambomen), moestuin, (recente) pastoriemuur, de oude parkaanleg en de relatie met de Dender zijn essentiële elementen die volgens ons deel uitmaken van het beschermde landschap. Het RUP wenst dan ook deze elementen te koesteren. Tevens wordt er voorgesteld om de pastorietuin te integreren in het Denderpark (samenhangend geheel als landschappelijke tegenhanger van de bebouwde dorpskern).

Er wordt voorgesteld om het pastoriegebouw een dubbele bestemming te geven in functie van gemeenschapsvoorzieningen en wonen. Wanneer de bestaande gemeenschapsfunctie van het gebouw uitdooft of verdwijnt, kan op termijn een woonfunctie toegekend worden om het gebouw in stand te houden (momenteel wordt het gebouw betrokken door een pastoor). Het kerkgebouw blijft bewaard als een zone voor gemeenschapsvoorzieningen.

Het Kerkplein wordt bestemd door het RUP als een zone voor plein. De stedenbouwkundige voorschriften zullen voorzien dat bij de (her)aanleg en instandhouding van het kerkplein er rekening dient gehouden worden met het historisch referentiebeeld van het Kerkplein en de relatie tussen plein, pastorie en Dender. Bij verbouwingen, herbouw of nieuwbouw van niet beschermd erfgoed in het beschermd dorpsgezicht ter hoogte van het Kerkplein dient er rekening gehouden worden met het historisch referentiebeeld als uitgangspunt. De beschermde monumenten worden in het RUP aangeduid als waardevol bouwkundig erfgoed. Het bouwkundig erfgoed dient van buitenaf in zijn typerende vormgeving en materiaalgebruik behouden te blijven. De karakteristieke architecturale en omgevingselementen en het silhouet van de aanwezige bebouwing worden bestendigd (conform de beschrijving van ‘Bouwen door de eeuwen heen’).

In de afbakening van het RUP komen verschillende bouwkundige elementen voor die opgenomen zijn in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed (Vlaams instituut voor onroerend erfgoed ‐ VIOE). Het betreffen:

RELICT_ID naam adres status beschrijving 8164 pastorie Dorp 18 Bewaard Alleenstaand dubbelhuis van twee bouwlagen onder schilddak. Grote beboomde achtertuin gelegen aan de Dender. Voortuintje afgesloten d.m.v. een hoge aansluitende muur bij de kerkhofomheining; overluifeld poortje tussen natuurstenen pijlers (1900). 8175 Parochiekerk Sint‐ Bewaard Kerk op een sterke verhoging. Heden ontruimd kerkhof met Amandus ommuring (1900) van baksteen en zandsteen met ijzeren balustrade Oorspronkelijke kerkhoftoegang via twee arduinen pijlers versierd met doodskopreliëf. 8167 Arbeiderswoningen Guido Gezellestraat 9‐11 Bewaard Arbeiderswoningen van anderhalve bouwlaag. onder zadeldak uit eind XIX.

Het onderlijnde bouwkundig erfgoed in bovenstaande tabel maakt deel uit van het beschermde dorpsgezicht ‘de site gevormd door de reeds beschermde St‐ Amanduskerk, kerkhofmuur en omgeving pastorie’. De bestaande regelgeving rond de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed blijft onverminderd bestaan, het RUP zal hieraan geen afbreuk doen.

Volgens informatie op de online Database van het Belgisch Luchtvaarterfgoed werden in Denderleeuw tijdens de Tweede Wereldoorlog 12 of 13 schuilkelders gebouwd voor de lokale bevolking. Drie ervan zouden nog overblijven. Twee van deze drie zijn gesitueerd in de stationsomgeving, de derde schuilkelder bevindt zich onder de parking voor het gemeentehuis. Slechts zelden wordt hij voor het publiek open gesteld. De schuilkelder is 25 meter lang en 5 meter breed en moest dienst voor de bescherming van de omwonenden en het gemeentepersoneel. Een van de twee ingangen kwam uit in het bureau van de burgemeester, de kelder kon van hieruit met een valluik bereikt worden. De schuilkelder is niet beschermd. Het RUP creëert evenwel de mogelijkheid om deze waardevolle herinnering aan de geschiedenis te integreren binnen de plannen voor het centrum.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 19 / 34

4.3. Implicaties op de discipline fauna en flora

De acties die door RUP Centrum mogelijk worden gemaakt, situeren zich buiten de invloedssfeer van zowel de speciale beschermingszones zoals bedoeld voor Europese habitatrichtlijngebieden (SBZ‐H) als de afbakening van gebieden die onderdeel uitmaken van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). De biologisch zeer waardevolle zones van het VEN‐gebied ‘Liedekerkebos’ bevind zich op ca. 450 m van het projectgebied, ook de SBZ‐zone ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’ komen voor op ca. 2000 meter van het gebied. Tussen de waardevolle natuurlijke gebieden en het projectgebied komt de Dender voor en de woonbebouwing van Liederkerke. Aldus dient geoordeeld te worden dat de opmaak van een ‘passende beoordeling’ voor het RUP Centrum niet vereist is en dat het plan geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de SBZ of VEN zal veroorzaken

Het Instituut voor Natuurbehoud heeft de biologische waarderingskaart opgemaakt, een uniforme inventarisatie en evaluatie van de biologische waardevolle en minder waardevolle gebieden (bwk‐kaart). De spoorwegberm die aan het RUP grens wordt door de bwk‐kaart aangeduid als biologisch waardevol en bestaat uit struweelopslag van allerlei aard, vaak op gestoorde gronden (sz). Ook het soortenrijk permanent cultuurgrasland met relicten van halfnatuurlijke graslanden aan de andere zijde van de Dender worden aangeduid als biologisch waardevol (hp+).

│ Aanduiding SBZ‐zone ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en │ Aanduiding VEN‐gebied ‘Liederkerkebos’ (AGIV) andere Zuidvlaamse bossen’ (AGIV)

Biologisch minder waardevol

Biologisch minder waardevol

Biologisch waardevol

| Uittreksel uit de biologische waarderingkaart (AGIV)

Voor het gebied van het RUP wordt het onbebouwde perceel tussen de Fonteinstraat en het Hof ter Leeuwe aangeduid als biologisch waardevol en dit omwille van struweelopslag met berk. Het populierenrij tussen het braakliggend perceel en de spoorweg wordt gekarteerd als biologisch waardevol (kbp). Ter hoogte van de pastorietuin worden een strook van ca. 3,00 meter langsheen de Dender aangeduid als biologisch minder waardevol. De vegetatie langsheen de oever bestaat uit bomenrijen met dominantie wilg en els (kbs). De overige zoneringen worden in het RUP aangeduid als ‘biologisch minder waardevol’ door de bwk‐kaart. Opvallend is dat de pastorietuin niet mee opgenomen werd binnen de karteringen van de BWK‐kaart. Dit is waarschijnlijk te wijten omdat het gebied bijna volledig ommuurd is en ontoegankelijk tijdens de

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 20 / 34

veldinventarisaties (2004). Echter kan er aangenomen worden dat er in pastorietuin een zekere biologische rijkdom te verwachten valt.

Er wordt verwacht dat de uitvoering van het RUP een positief effect zal hebben op de biologische waarde van het projectgebied. Langsheen de Dender staat de herwaardering van de Denderoevers als een blauwgroen lint voorop. Langs de oever staat het behoud en herstel van het permanente grasland met kleine landschapselementen voorop. De oeverzone wordt ingericht in functie van spontane natuurontwikkeling. Door de aaneenschakeling van de verschillende versnipperde groenzones in de afbakening van het RUP tot één globaal Denderpark kan de natuurwaarde binnen het Denderpark substantieel toenemen. De stedenbouwkundige voorschriften zullen voorzien in een harmonisch park‐ en natuurbeheer, natuurtechnisch beheer en een gedifferentieerd maaibeheer. Met uitzondering tot het Hof ter Leeuwe wordt de opdeling van het Denderpark in verschillende geprivatiseerde zones niet (meer) toegelaten. De bestaande populierenrij, die als biologisch waardevol aangeduid wordt, kan binnen de bestemmingszone parkgebied met jeugdinfrastructuur behouden blijven of het aantal bomen dient gecompenseerd te worden binnen de afbakening van het Denderpark. En dit met inheemse en streekeigen hoogstambomen. Een oppervlakte van ca. 1ha woongebied zal door toedoen van het RUP herbestemd worden in functie van het Denderpark. 4.4. Implicaties op de discipline mens en ruimte

Wonen en voorzieningen aan het wonen.

In het RUP Centrum wordt een dorpskernvernieuwing mogelijk als een uitgesproken strategisch project voor de gemeente Denderleeuw. Hierbij staat de vernieuwing van de stedelijke woon‐ en werkstructuur voorop. Door het stimuleren en concentreren van activiteiten (gemeentehuis, bibliotheek, winkels, diensten en wonen) wordt het centrum van Denderleeuw fundamenteel geherwaardeerd.

Door de stedenbouwkundige interventies zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM waarvoor het RUP wordt opgemaakt worden er ca. 99 bijkomende woningen en ca. 8.330 m² bijkomende gemeenschapsvoorzieningen gefaseerd ingeplant (bibliotheek, uitbreiding van het gemeentehuis, polyvalente zaal, rust‐en verzorgingstehuis en jeugdlokalen).

Aansluitend de ondergrondse parking creëert het RUP de mogelijkheid voor de inplanting van een ondergrondse kleinschalige fuifzaal (met een oppervlakte van minder dan 400m²). Deze ondergrondse fuifzaal vormt een aanvulling aan de polyvalente zaal die in het masterplan reeds voorzien werd. Inzake de kleinschalige fuifzaal bestaan er echter nog geen concrete plannen noch intenties vanuit het bestuur. Echter wenst het RUP de creatie van de ondergrondse kleinschalige fuifzaal niet onmogelijk te maken aangezien het maatschappelijk belang van deze voorzieningen en de aanwezigheid van sociale controle/parkeervoorzieningen in het kerngebied. De mogelijke effecten van een ondergrondse fuifzaal worden hoofdzakelijk besproken bij de discipline geluid en trillingen.

Gestapelde woningen of meergezinswoningen kunnen binnen de afbakening van het RUP enkel voorkomen aansluitend de grafisch aangeduide zone voor pleinen.

Bedrijvigheid en Handel

Inzake de dorpskernvernieuwing wordt de handels‐ en voorzieningenas station‐G. Gezellestraat‐Dorp verder versterkt. In de bestaande gevelwand van de Guido Gezellestraat en de voorziene nieuwbouw met commerciële sokkel (stedelijke schakel) worden handelsinrichtingen, diensten en horeca mogelijk gemaakt over de gehele gelijkvloerse verdieping. Inzake de nieuwbouw met commerciële sokkel wordt een totale oppervlakte van ca. 2400m² aan commerciële ruimtes mogelijk gemaakt.

De multifunctionaliteit van het stedelijk gebied staat voorop. Aansluitend aan het wonen zijn complementaire functies mogelijk tot 100m² (kleinschalige kantoren en handelsinrichtingen, diensten en ambachten, horeca en gemeenschapsvoorzieningen).

In het gebied en ruime omgeving komen geen Seveso‐inrichtingen voor (deze inrichtingen komen voor op een afstand van meer dan 9 km op de bedrijvenzone Aalst noord). In het RUP worden er tevens de inplanting van niet Seveso‐bedrijven voorzien.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 21 / 34

Mobiliteit

Voetgangers‐ en fietsverkeer Het toekomstig centrumgebied zal opgehangen worden aan twee belangrijke pleinstructuren, nl. het Bouchtplein, Kerkplein en pleinvoorzieningen rond de nieuwbouw met commerciële sokkel (stedelijke schakel). Er wordt in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM voorgesteld om het Kerkplein en het plein rond de stedelijk schakel bovengrond verkeersluw en parkeervrij te houden. Het centrumgebied van Denderleeuw krijgt met andere woorden door de uitvoering van het RUP een aaneengesloten voetgangersgebied. Dit voetgangersgebied vormt het eindpunt van de handels‐ en voorzieningenas station‐G. Gezellestraat‐Dorp en geeft toegang tot het wandelpad langsheen de Dender.

Het centrumgebied van Denderleeuw wordt voor het fietsverkeer ontsloten door een netwerk van fietsverbindingen: - Fietspaden over de lange afstand langsheen de rechter Denderoever en de spoorwegen Brussel‐Zuid ‐ Gent‐Sint‐ Pieters en Aalst‐Geraardsbergen. Het fietspad langsheen de rechteroever geeft verbinding met de dorpskern door de bestaande fiets‐en voetgangersbrug (ter hoogte van het Denderpark). - Het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk dat eveneens voorkomt op de rechter Denderoever. - Provinciale functionele fietsroutes langsheen de Guido Gezellestraat tot het station, de Geallieerdestraat, A. De Cockstraat‐Nieuwstraat en de Moreelstraat. De provinciale fietsroutes verknopen ter hoogte van het Boucht‐ en Kerkplein. - Ter hoogte van de bestaande fiets‐en voetgangersbrug wordt een knooppunt aangeduid van het recreatief fietsknooppuntennetwerk.

In de stedenbouwkundige voorschriften zullen bepalingen opgenomen worden inzake fiets‐parkeerverplichtingen.

Openbaar vervoer Het station van Denderleeuw bevindt zich op ca. 1km van de dorpskern. Beide centrumgebieden worden aan elkaar gekoppeld door de aanwezigheid van de centrale handels‐ en voorzieningenas station‐G. Gezellestraat‐Dorp. Het station van Denderleeuw is bijzonder goed gelegen op het kruispunt van de lijnen Brussel‐Zuid – Gent‐Sint‐Pieters, Denderleeuw Kortrijk en Aalst‐Geraardsbergen. Het station van Denderleeuw is het tweede grootste station van Oost‐Vlaanderen, na Gent Sint‐Pieters.

Inzake het openbaar busverkeer wordt het Centrum van Denderleeuw (de dorpskern) bedient door de lijnen 31 (Aalst‐ Denderleeuw‐Ninove)‐32 (Denderleeuw ‐ Aspelare – Ninove) en 33 (Denderleeuw Hemelrijk ‐ Aspelare – Ninove). Haltes komen voor langsheen de Middenstraat en Boomgaardstraat, op een boogscheut van het projectgebied.

Autoverkeer Voor de ontsluiting van het centrumgebied wordt er verwezen naar de wegencategorisering zoals aangeduid in het mobiliteitsplan van Denderleeuw (2003). Het overgrote deel van de straten binnen de afbakening van het RUP worden door het mobiliteitsplan aangeduid als lokale ontsluitingsstraten. Ook het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (2003) duidt Dorp en de Geallieerdestraat aan als wijkverdeelstraten. Het verkeer dat door de nieuwe ontwikkelingen gegeneerd zal worden, dient via de lokale ontsluitingsstraten verdeeld te worden naar de lokale verbindingswegen zijnde de N405 steenweg tussen Aalst en Ninove, Landuitstraat tussen Iddergem en en de De Nayerstraat tussen het station en de E40.

Momenteel wordt het mobiliteitsplan van de gemeente verdiept en verbreed. De studie bevindt zich momenteel, september 2011, in een onderzoekfase. Er werd nog niet gerapporteerd aan de PAC. Het nieuwe mobiliteitsplan zal de ingrepen die het RUP voorstelt laten doorwerken in de gemeentelijke verkeers‐ en vervoersstructuur. Hierbij wordt vooral gedacht aan de concretisering van het aaneengesloten voetgangersgebied tussen het Bouchtplein en het Denderpark; het verkeersluw en parkeervrij maken van het Kerkplein en het nieuwe plein rond de stedelijke schakel (gebouwen met commerciële sokkel).

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 22 / 34

│ Uittreksel uit het structuurplan – kaart 39 gewenste ruimtelijke structuur van stedelijk Denderleeuw met aanduiding van de wijkverdeelstraten (2003) │ Uittreksel het mobiliteitsplan – de wegen categorisering (2003)

In functie van de verdieping en verbreding van het mobiliteitsplan werden er dd. 10 02 2011 verkeerstellingen uitgevoerd. Echter zijn deze telcijfers ontoereikend om een inschatting te maken van de bijkomende verkeersgeneratie in het projectgebied, het bepalen van het aandeel verkeer tijdens de spitsuren en/of om een aanname te maken van de effecten op het bestaande verkeersintensiteiten. De verkeerstellingen werden uitgevoerd langsheen de kruispunten van de N405 waardoor er, voor het voorliggende projectgebied, grote leemtes zijn. En dit specifiek over het aandeel verkeer richting de overzijde van de spoorwegbundel (richting E40) en richting Liederkerke (over de Dender). Tevens komen er enkel telgegevens voor tijdens de ochtend‐ en avondspits waardoor het aandeel spitsuur niet vergeleken kan worden met de overige uren. Omwille van het ontbreken van adequate gegevens wordt de effectenbepaling volledig gebaseerd op basis van kencijfers (theoretische aannames).

Bijhorende tabel geeft een inschatting weer van de verwachte verkeersgeneratie door toedoen van de stedenbouwkundige interventies zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM waarvoor het RUP wordt opgemaakt. Inzake wonen wordt er verspreid in het plangebied ca. 99 bijkomende woningen voorzien (met een gemiddelde bruto oppervlakte van 140m²). Wanner we weten dat een gemiddeld gezin 2,36 personen omvat en dat een gemiddeld persoon per dag gemiddeld 3,14 verplaatsingen maakt, zal één woning ca. 7,41 verplaatsingen genereren waarvan 47% of 3.48 met de wagen. (bron kencijfers bevolking en verplaatsingsgedrag: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, cijfergegevens voor 1.1.2008 en het OVG Vlaanderen, 2010). Er wordt verwacht dat de ca. 99 bijkomende woningen ca. 344 autoverplaatsingen zullen genereren per etmaal of respectievelijk 28 en 29 bijkomende autoverplaatsingen in de ochtend en avondspits (bron kencijfers aandeel ochtendspits: richtlijnenboek mobiliteitseffectenstudies departement mobiliteit en openbare werken). Inzake parkeren dienen er ca. 138 parkeerplaatsen voorzien te worden (zie infra).

Er wordt verwacht dat de handelsruimte die in de nieuwbouw met commerciële sokkel (stedelijke schakel) mogelijk maken ca. 422 verplaatsingen zal generen per etmaal tijdens een werkweek en 35 tijdens een avondspitsuur. Hierbij wordt er rekening gehouden met respectievelijk 45 bezoekers en 2 werknemers per 100m² bruto vloeroppervlkate per dag. Uit de literatuur weten we dat ca. 38% van het cliënteel en ca . 69% van de werknemers met de wagen komt. Er werd rekening gehouden met de criteria van een randstedelijke winkelstraat. Er dient opgemerkt te worden dat de verkeersgeneratie sterk afhankelijk is van het type van winkel. Ook in het weekend zullen de winkels meer attractie kennen. Dan speelt het woon‐werkverkeer echter een minder grote rol. Inzake vrachtverkeer wordt er 1 levering per winkel per dag à 1 levering per week voorzien. (bron kencijfers richtlijnenboek mobiliteitseffectenstudies departement mobiliteit en openbare werken).

Met betrekking tot de verkeersattractie van de uitbreiding van het gemeentehuis, bibliotheek en polyvalante zaal wordt eenzelfde werkwijze gehanteerd als hierboven. Echter zal de polyvalente zaal een significant groter aandeel verkeer genereren ’s avonds en in het weekend. Tijdens een werkweek wordt er verwacht dat de uitbreiding van het gemeentehuis, bibliotheek en polyvalante zaal ca. 903 autoverplaatsingen zal generen per etmaal en ca. 76 tijdens de avondspits. Inzake de mogelijkheid voor de inplanting van een RVT worden ca. 134 bijkomende autoverplaatsingen verwacht per etmaal en ca. 12

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 23 / 34

in een avondspitsuur. Hierbij worden twee opmerkingen gemaakt nl. van het autogebruik van de inwoners werd een abstractie gemaakt en de bezoekers aantallen zullen eveneens gevoelig hoger liggen in de weekendperiodes.

Autogeneratie wonen Parkeren Totale totaal aantal Aantal Totaal aantal woonopper- autoverplaatsin parkeercijfers woningen verplaatsingen vlakte gen per etmaal A - bouwblok stedelijke schakel noord 2400 17 127,04 59,71 24 (1pp/100m²) B - bouwblok stedelijke schakel zuid 2400 17 127,04 59,71 24 (1pp/100m²) E - Bouchtplein noord 2400 17 127,04 59,71 24 (1pp/100m²) F - Bouchtplein zuid 2000 14 105,86 49,76 20 (1pp/100m²) G - Bouchtstraat 560 4 29,64 13,93 6 (1pp/100m²) H - Guido Gezellestraat - Fonteinstraat 1352 10 71,56 33,63 14 (1pp/100m²) I - Fonteinstraat Denderpark 2730 20 144,50 67,92 27 (1pp/100m²)

Totaal 344 Tijdens ochtendspitsuur (7h00-9h00 - piek 8,2%) 28 Tijdens avondspitsuur (16h00-18h00 - pier 8,4%) 29 bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, cijfergegevens voor 1.1.2008 en OVG Vlaanderen, 2010 en richtlijnenboek mobiliteitseffectenstudies departement mobiliteit en openbare werken, 2009

Autogeneratie handelsruimte Parkeren Totale totaal aantal woonopper- clienteel werknemers autoverplaatsin vlakte gen per etmaal Totaal aantal Totaal aantal Totaal aantal Totaal aantal verplaatsingen verplaatsingen verplaatsingen parkeercijfers verplaatsingen per auto (38%) werknemers per auto (69%) A - bouwblok stedelijke schakel noord 1400 630 191,52 28 19,32 210,84 28 (1pp/50m²) B - bouwblok stedelijke schakel zuid 1400 630 191,52 28 19,32 210,84 28 (1pp/50m²) E - AD Delhaize (bestaand) 1000 450 136,8 20 13,80 150,6 20 (1pp/50m²)

Totaal 572 52 Tijdens avondspitsuur (16h00-18h00 - pier 8,4%) 48 bron: richtlijnenboek mobiliteitseffectenstudies departement mobiliteit en openbare werken, 2009

Autogeneratie gemeenschapsvoorzieningen Parkeren Totale totaal aantal bezoekers / inwoners en woonopper- werknemers / + bezoekers (RVT) autoverplaatsin zorgbehoevende (RVT) vlakte gen per etmaal Totaal aantal Totaal aantal verplaatsingen Totaal aantal Totaal aantal verplaatsingen werk nem ers / + verplaatsingen parkeercijfers verplaatsingen per auto (38%) bezoekers per auto (69%) (RVT) C - gemeentehuis (bestaand) 2600 1170 355,68 52 35,88 391,56 35 (1pp/75m²) C - Uitbreiding gemeentehuis 1700 765 232,56 34 23,46 256,02 23 (1pp/75m²) D - Bibliotheek + polyvalente zaal 1700 765 232,56 34 23,46 256,02 23 (1pp/75m²) J - RVT 3730 118 nvt. 194 133,83 133,83 37 (1pp/100m²) K - Jeugdlokalen 600 50‐70* 12 (1pp/50m²)

Totaal 1037 129 * inschatting van het autoverkeer jeugdlokalen (hoofdzakelijk weekend) Tijdens avondspitsuur uitgezonderd jeugdactiviteiten (16h00-18h00 - piek 8,4%) 87 bron: ASVV, 1002 - CROW en richtlijnenboek mobiliteitseffectenstudies departement mobiliteit en openbare werken, 2009 totaal Parkeren raming totaal aantal autoverplaatsingen per dag in een werkweek 1954 ‐ waarvan bijkomend 1412 raming totaal aantal autoverplatsingen tijdens avondspitsuur (16h00-18h00 - piek 8,4%) 164 ‐ waarvan bijkomend 119 raming totaal aantal parkeerplaatsen 387 ‐ waarvan bijkomend te relaliseren in publieke of semipulieke sfeer 173 (uitgezonder pp.voor de jeugdvoorzieningen in het Denderpark)

│ Synthesetabel verwachte verkeersgeneratie door toedoen van de stedenbouwkundige interventies zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM – de cijfercode verwijst naar de figuur in bijlage.

Aan de hand van de ter beschikking zijnde kencijfers, en rekening houdende met de leemtes in de kennis, wordt er geschat dat stedenbouwkundige interventies zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM en waarvoor het RUP wordt opgemaakt ca. 1412 bijkomende auto’s zal generen per etmaal of ca. 119 wagens tijdens een avondspitsuur en dit tijdens een werkweek. Er wordt verwacht dat het gegenereerde verkeer zich zal verspreiden over de aangeduide lokale

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 24 / 34

ontsluitingswegen. Ter vergelijking heeft de N 405 ‐ steenweg tussen Aalst en Ninove een bestaande intensiteit van ca. 700 voertuigen tijdens een spitsuur (ter hoogte van de Veldstraat).

De mogelijkheid voor de inrichting van een ondergrondse kleinschalige fuifzaal aansluitend de ondergrondse parking en de polyvalente zaal werd niet doorgerekend omwille van de ontbrekende kencijfers, het uitgesproken lokale attractiepotentieel en omdat op de tijdstippen van het gebruik van de fuifzaal het aantal autoverplaatsingen relatief laag is. Uit de literatuur weten we dat op een avonduur tussen 21u00 en 23u00 gemiddeld slechts ca. 2,47% autoverkeer van een zaterdagetmaal voorkomt (bron: rekentool voor het omzetten van spitsuurintensiteiten naar etmaalgemiddelde verkeersintensiteiten, Vlaamse overheid, departement LNE ism. TNO). Ook het parkeren zal in functie van de potentiele ondergrondse fuifzaal in de daluren voorkomen.

Inzake parkeren zullen voor de voorziene stedenbouwkundige interventies ca. 387 parkeerplaatsen voorzien moeten worden. Het merendeel van de parkeervoorzieningen inzake wonen zal opgelegd worden bij een stedenbouwkundige aanvraag op eigen terrein (opname parkeerverplichtingen in de stedenbouwkundige voorschriften). Door het verkeersvrij maken van het kerkplein en het bestaande pleintje aan het gemeentehuis worden er ca. 71 pp geschrapt. Dit betekent dat er bovengronds van de bestaande 147 pp ca. 76 pp over zullen blijven door de uitvoering van het masterplan. Om dit verlies aan parkeerplaatsen te compenseren en om een belangrijk deel van de nieuwe parkeerbehoefte te kunnen realiseren voorziet het RUP de aanleg van een ondergrondse parking met een capaciteit van ca. 250 pp. Naast het compenseren van de bestaande bovengrondse parkeerplaatsen wordt er ondergronds ruimte gemaakt voor ca. 179 nieuwe parkeerplaatsen in functie van het gemeentehuis, bibliotheek en polyvalente zaal, commerciële sokkel met wonen en AD‐Delhaize (250‐76 pp).

Er dient vermeld te worden dat er heden een zekere parkeerdruk voorkomt door de uitbating van het Hof ter Leeuwe. Deze parkeerdruk, tijdens piekperiodes, is te wijten doordat het aantal parkeerplaatsen aansluitend de vzw beperkt is. De parkeerdruk manifesteert zich voornamelijk tijdens warme weekendperiodes of vakantiedagen en is niet structureel te noemen voor het centrumgebied. Een duidelijke bebording en/of voorlichting omtrent andere parkeervoorzieningen op wandelafstand van het Hof ter Leeuwe kan soelaas brengen.

Ook bij ondergrondse parkings is het aan te raden het aantal vrije parkeerplaatsen op dynamische bebording aan te duiden aan de toegang(en) van de parking. De dynamische borden geven weer hoeveel vrije plaatsen er nog aanwezig zijn in de parking. Op termijn kan een 2de fase van de ondergrondse parkeergarage voorzien worden met ca. 90 pp.

Ruimtelijke planning

Onderstaande tabel schets de ruimtebalans van het RUP Centrum (afgerond).

Gebiedsaanduiding gewestplan schetsontwerp RUP

Wonen ‐ subcategorie woongebied 7ha 69a 3ha 89a

Overig groen ‐ subcategorie parkgebied 1ha 65a 2ha 69a

Gemeenschaps‐en nutsvoorzieningen 0 0 ha 29a

Lijninfrastructuur (wegeninfrastructuur) 0 2 ha 45a

In het voorliggende RUP centrum zullen volgende rooilijnplannen opgeheven of gewijzigd worden: - Rooilijnplan Kiekenborrestraat KB. 23/02/1965: voor delen van de niet gerealiseerde weg. - Rooilijnplan Guido Gezellestraat KB. 05/07/2006: voor de delen van de nieuwe pleinomgeving. - Rooilijnplan A. De Cockstraat KB. 17/08/1983: voor de delen van de nieuwe pleinomgeving. - Rooilijnplan Bouchtstraat KB 22/01/1664: voor de delen van de nieuwe pleinomgeving. - Rooilijnplan Geallieerdenstraat KB. 12/05/1960 voor de delen van de nieuwe pleinomgeving.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 25 / 34

4.5. Implicaties op de discipline geluid en trillingen

* Een deel van de gegevens in deze discipline wordt overgedragen naar de discipline mens en ruimte Er wordt verwacht dat de potentiele geluidsoverlast door bijkomende verkeersgeneratie i.f.v. de toekomstige woonontwikkelingen, winkel en gemeenschapsvoorzieningen te verwaarlozen is. Er dient aangenomen te worden dat de dorpskernvernieuwing dat door het RUP Centrum mogelijk zal worden gemaakt geen significante invloed zal hebben op de discipline geluid en trillingen.

In het RUP wordt een zone bestemd als parkgebied voor jeugdinfrastructuur (chirolokalen als onderdeel van het Denderpark). Een potentieel bijkomende geluidsbelasting door het voorkomen van spelende kinderen en het onderhoud van de site (jaarlijkse maaibeurt ed.) is eveneens te verwaarlozen. Het centrumgebied kan niet aanzien worden als een stiltegebied maar als een bruisende woon‐, werk‐, en ontspanningsruimte.

Het projectgebied komt aangrenzend voor aan de spoorlijn Brussel‐Zuid ‐ Gent‐Sint‐Pieters. Tevens komt de lijn Aalst‐ Geraardsbergen voor op ca. 200 meter van het gebied. Beide spoorlijnen worden, ter hoogte van het projectgebied, niet gecategoriseerd als spoorwegen van meer dan 60.000 treinbewegingen per jaar. De spoorinfrastructuur is dan ook niet opgenomen in het actieplan spoorweggeluidshinder, opgemaakt door de Vlaamse overheid 2010 (en in de strategische geluidsbelastingkaarten). In de onmiddellijke nabijheid van deze infrastructuur wordt er geen bijkomend woongebied gecreëerd. Langsheen de spoorweg Brussel‐Zuid ‐ Gent‐Sint‐Pieters wordt het Denderpark geconcretiseerd door oa. de mogelijke inplanting van jeugdinfrastructuur (chirolokalen) en sport‐ en spelelementen (zoals een niet verhard sportveld).

Het is aan te raden bij de verdere ontwikkeling van de spoorwegen maximaal rekening te houden met de woonkwaliteit in de kern van Denderleeuw. Om omwonenden in de buurt van de spoorweg te beschermen tegen het wegverkeerslawaai, kunnen bijvoorbeeld geluidsschermen als geluidwerende maatregel toegepast worden langs de woonbebouwing. Ook dient de isolatie van nieuwbouwwoningen steeds aangepast te zijn aan de verwachte geluidsbelasting.

Met uitzondering in de delen van het Denderpark (gebiedsaanduiding ‘Overig groen ‐ Parkgebied’) en het overstromingsgevoelig gebied wordt in het RUP een ondergrondse kleinschalige fuifzaal toegelaten. Deze fuifzaal kan samen ontwikkeld worden met de polyvalente zaal en de parking onder het Bouchtplein. Er wordt voorgesteld om de ondergrondse fuifzaal te beperken tot minder dan 400 m² (inclusief bar, eventueel podium en sanitair). Door deze beperkte oppervlakte zal het aantal bezoekers niet bovenmaats zijn. Het gebruik van deze ruimte voor fuiven zal voornamelijk plaatsvinden in weekendperiodes. De ondergrondse fuifzaal zal aan alle zijden akoestisch geïsoleerd worden door de aanwezige grondvolumes, het plafond van de fuifkelder dient tevens ook voldoende akoestisch geïsoleerd te worden. Naar ventilatie van de fuifkelder toe, kan een mechanische ventilatie met gedwongen luchttoevoer voorzien worden zodat het geluid niet kan ‘ontsnappen’ door een ventilatieraam en/of luik. 4.6. Implicaties op de discipline lucht

* Een deel van de gegevens in deze discipline wordt overgedragen naar de discipline mens en ruimte Voor plannen en projecten met betrekking tot ruimtelijke ordening is het naleven van de Europese grenswaarden van voornamelijk de polluenten NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof) kritisch op meerdere plaatsen in Vlaanderen. Op de bijhorende kaart worden luchtkwaliteitsgegevens weergegeven voor de polluenten NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijn stof), welke samen een benaderend beeld geven van de luchtkwaliteit in Vlaanderen (totale index ‐ gemiddelde 2007‐ 2009). De metingen zijn afkomstig uit de VMM luchtmeetnetten en werden met landgebruikkarakteristieken als wegende factor geïnterpoleerd over Vlaanderen door het interpolatiemodel (RIO).

De huidig geldende Europees vastgelegde jaargrenswaarde bedraagt voor de betrokken polluenten NO2 en PM10 (fijn stof) 40 µg/m³. Bovendien mag voor PM10 een daggemiddelde van 50 µg/m³ niet meer dan 35 keer per jaar overschreden worden. Ter hoogte de projectgebied werd volgend jaargemiddelde en aantal overschrijdingen opgetekend:

NO2 Jaargemiddelde PM10 Jaargemiddelde Aantal overschrijdingen norm PM10 daggemiddelde 24,20 26,17 23,33

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 26 / 34

1 4 7 10 2 5 8 3 6 9 Totale index luchtkwaliteit N02 – PM10 ‐ gemiddelde 2007‐ 2009 (VMM)

De beschikbare gegevens tonen aan dat de huidige luchtkwaliteit in de directe omgeving van het dorpscentrum conform de grenswaarden uit de betrokken EG richtlijnen zijn. Er wordt verwacht dat het programma dat mogelijk wordt gemaakt in het RUP geen aanleiding geven voor de overschrijding van de grenswaarden en/of tot een aanmerkelijke verhoging van de polluenten en dit omwille van het lokaal en kleinschalig karakter.

Deze verwachting wordt gestaafd aan de hand van te verwachte verkeersgeneratie door toedoen van de stedenbouwkundige interventies zoals aangeduid in het DETAIL MASTERPLAN CENTRUM. Er wordt verwacht dat gedurende respectievelijk een weekdag ca. 1412 en een avondspitsuur ca 119. bijkomende autoverplaatsingen worden gegenereerd. Er wordt verwacht dat dit verkeer zich zal verdelen over de aangeduide lokale ontsluitingswegen met een normale spitsuurverdeling.

Uit de literatuur blijkt dat in functie van de leefbaarheid een wijkverzamelweg een capaciteit van ca. 400 pae per uur en per richting heeft (bron. Mobiliteitsacademie IMOB en VSV, studiedag ‘Opstellen van Mobers’, 29 mei 2008). Wanneer we de bijkomende ca. 119 bijkomende autoverplaatsingen tijdens een avondspits gelijkmatig verdelen over de vier lokale ontsluitingswegen in het centrumgebied krijgen we een indicatief en richtinggevend beeld van de belasting inzake leefbaarheid en mogelijke afgeleiden inzake lucht (zijnde 30/400). Uit de terreinkennis worden er vandaag geen knelpunten gedetecteerd inzake significant stagnerend verkeer, filevorming, zoekverkeer en structurele parkeerdruk in het centrumgebied. 4.7. Grensoverschrijdende effecten

Gelet op de ligging van het projectgebied, de lokale schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van significante milieu‐ effecten dient te worden geconcludeerd dat er geen gewest‐ of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen met de inrichting van het voorliggende RUP.

In de – al dan niet directe – nabijheid van het voorliggende RUP zal de uitvoering ervan, naar alle waarschijnlijkheid, geen aantoonbare invloed hebben op bijzonder beschermde gebieden, zoals opgesomd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 27 / 34

5. Besluit waarom de opmaak van een plan‐MER niet noodzakelijk wordt geacht

Er dient geconcludeerd te worden dat voor de activiteiten die binnen het kader van het RUP Centrum kunnen worden gerealiseerd, er van rechtswege geen plan‐MER‐plicht is. Zoals aangegeven in de m.e.r.‐screening dient er geoordeeld te worden dat de uitvoering van het voorliggende RUP geen aanzienlijke milieu‐effecten met zich mee zal brengen die de opmaak van een plan‐MER noodzakelijk maken.

Er kan aangetoond worden dat de stedenbouwkundige interventies die in het RUP voorzien worden een uitgesproken lokaal karakter hebben en slechts een beperkte potentiële impact op de milieu‐effecten met zich mee zullen brengen. Het voorliggende inrichtingsvoorstel toont een kwalitatieve inrichting van de dorpskern. Hierbij wordt er rekening gehouden met de bestaande ruimtelijke, natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten en met als specifiek doel de potentiële negatieve impact te beperken. Er kan geconcludeerd worden dat de te verwachten effecten van het RUP uitgesproken positief zijn: * De vernieuwing van de stedelijke woon‐ en werkstructuur in het stedelijk gebied Aalst (dorpskernvernieuwing. * Door het stimuleren en concentreren van activiteiten (gemeentehuis, bibliotheek, winkels, diensten en wonen) wordt het centrum van Denderleeuw fundamenteel geherwaardeerd. * De versterking van de publieke ruimte en de herwaarding van centrumpleinen. * Validatie van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van het Denderpark en de Denderoevers. * Aanpak van de rooilijnenproblematiek en hoekpanden. * De uitvoering van de Vlaamse beleidsopties inzake het Regionaalstedelijk Gebied Aalst. * De herbestemming van ca. 1ha woongebied dat aangeduid wordt als effectief overstromingsgevoelig door de watertoetskaarten. Dit woongebied wordt aangeduid in functie van het Denderpark (vrijwaren van het onbebouwde en groene karakter. * Opleggen van randvoorwaarden voor verbouwingen, herbouw en nieuwbouw in het effectief overstromingsgevoelig gebied (vermijden van schade aan het milieu en aan de bebouwde en onbebouwde omgeving). * Vrijwaren van het beschermd dorpsgezicht ‘de site gevormd door de reeds beschermde St‐ Amanduskerk, kerkhofmuur en omgeving pastorie’ en de afstemming op de materialisatie en vormgeving van de omgeving.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 28 / 34

6. De watertoets

De watertoets geeft uitvoering aan de principes van de integratie van integraal waterbeleid bij de vergunningverlening. Telkens wanneer er een beslissing wordt genomen op andere beleidsterreinen van het Vlaamse Gewest en van de overige besturen, dient er op basis van dit artikel (de watertoets vormt een onderdeel van het decreet op het integraal waterbeheer) rekening gehouden te worden met het integrale waterbeleid. De betrokken overheid moet dan als het ware het dossier aan een ‘watertoets’ onderwerpen vooraleer een beslissing te kunnen nemen. De overheden dienen bij het verlenen van een vergunning telkens te onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect kan doen ontstaan dat vermijdbaar is.

Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering (20.07.2006, BS. 31.10.2006), regelt de methodiek voor de uitvoering van de watertoets. De richtlijnen voor de watertoets staan in relatie tot 7 watertoetskaarten. Uit het beschikbare kaartmateriaal (AGIV, 2011) kan het volgende geconcludeerd worden.

6.1. Overstromingsgevoelige gebieden

In het kader van de watertoets is een recente kaart aangemaakt die de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weergeeft voor het gehele Vlaams Gewest. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden. De potentiële overstromingsgevoelige gebieden zijn samengesteld uit de van nature overstroombare gebieden (NOG, exclusief colluvia), de potentiële overstromingsgebieden (POG) en de mijnverzakkingsgebieden (MVG), doch die buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden vallen.

Grote delen van het RUP worden aangeduid als effectief overstromingsgevoelig vanuit de Dender. Wanneer bij aanhoudende regenperiodes de Dender met haar retentiezones stroomafwaarts verzadigd raken, bestaat de kans dat de rivier te Denderleeuw uit haar oevers treedt. Dit was het laatst het geval op het einde van 2010. De hoogste waterstand dat recent gemeten werd bij overstromingen bedraagt 10.30 TAW.

Door het voorliggende RUP worden deze zones hoofdzakelijk bestemd in functie van het Denderpark. Bestaande bebouwing in het overstromingsgevoelig gebied komen voor als het Hof ter Leeuwe (vzw ‐ bestaand horecagebouw) en een drietal bestaande woningen aan de Kiekenborrestraat. Het RUP voorziet de mogelijkheid om, weliswaar beperkt, bijkomende bebouwing te voorzien in het gebied. Het gaat hier maximaal om een 7 à 8 tal woningen tussen het Denderpark en de Fonteinstraat en om bebouwing voor jeugdverenigingen in het Denderpark (chirolokalen). Het RUP zal in maatregelen voorzien dat eventuele verbouwingen, herbouw en mogelijke nieuwbouw in het overstromingsgebied aangepast dient te zijn aan het mogelijk overstromingsgevaar. Concreet betekent dit dat ondergrondse verdiepingen en woonruimtes op de gelijkvloerse verdiepingen niet toegelaten worden. Inzake woonbebouwing kunnen op de gelijkvloerse verdieping enkel stijgstructuren en auto‐ en fietsstalplaatsen voorzien worden (bouwen op palen). In de gelijkvloerse bouwlaag voor de jeugdvoorzieningen wordt opslag van materiaal, sanitair en keukenvoorzieningen eveneens niet toegelaten. Deze verdieping wordt exclusief bestemd als speel‐ en ontmoetingsruimte. Ook inrichtingen die potentiële milieuschade kunnen berokkenen zoals opslag van brandstoffen, fosfaten, zouten en dergelijke worden in deze zone niet toegelaten (zoals een mazouttank, meststoffen, strooizout…).

Bij een stedenbouwkundige aanvraag, in het overstromingsgevoelig gebied, dient de overheid op basis van de watertoets op projectniveau, steeds afwijzend te oordelen als er mogelijke negatieve effecten en/of schade verwacht kunnen worden aan zowel het natuurlijk systeem als aan de desbetreffende bebouwde en onbebouwde omgeving.

Het overgrote deel van de bebouwde dorpskern van Denderleeuw wordt als niet als potentieel en/of effectief overstromingsgevoelig aangeduid en dit desondanks de onmiddellijke ligging aan de Dender. Dit is te wijten door de aanwezigheid van een natuurlijk dijklichaam rond de dorpskern (zie aanduiding van de hoogtelijnen en hellingenkaart infra).

Binnen de afbakening van het effectief overstromingsgevoelig gebied voorziet het voorliggende RUP de herbestemming van ca. 1ha woongebied in functie van het Denderpark. In het Denderpark zal het hoofdzakelijke onbebouwde en onverharde karakter van de aanwezige open ruimte gevrijwaard zal blijven.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 29 / 34

.

Effectief overstromingsgevoelig │ Situering van de dorpskern op de overstromingskaart – met Mogelijk overstromingsgevoelig aanduiding van het RUP (AGIV)

│ Kaart met de overstromingsgevoelige gebieden (AGIV)

│ Aanduiding van de hoogtelijn tussen de Dender en de dorpskern (Agiv)

20,00 10,00

6.2. Waterbeheerders

In het kader van de watertoets is het voornamelijk van belang de waterbeheerder te kennen van waterlopen in en/of nabij het projectgebied. De Vlaamse Hydrografische Atlas, afgekort VHA, is een geografisch informatiesysteem rond het oppervlaktewater in Vlaanderen. Hij beschrijft de toestand van de waterlopen en de wijze waarop ze beheerd worden. Binnen het projectgebied is geen waterloop gelegen die gecategoriseerd wordt door de Vlaamse Hydrografische Atlas. De Dender, een bevaarbare waterloop, begrenst het projectgebied. Deze rivier wordt beheerd door Waterwegen en Zeekanaal NV ‐ Afdeling Bovenschelde.

6.3. Infiltratiegevoelige bodems

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. De kaart met infiltratiegevoelige bodems geeft twee types gebieden aan: de gebieden met infiltratiegevoelige bodems en de gebieden met niet‐infiltratiegevoelige bodems. De bodems van het projectgebied worden volledig aangeduid als niet infiltratiegevoelig.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 30 / 34

Niet infiltratiegevoelig Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Infiltratiegevoelig Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) │ Kaart met de infiltratiegevoelige gebieden (AGIV) │ Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (AGIV)

6.4. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Voor de watertoets, die onder meer van belang is voor het evalueren van geplande bouwwerken, gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar de ondiepe grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies.

De ondergrond van het projectgebied wordt door de watertoetskaarten hoofdzakelijk aangeduid als ‘matig gevoelig voor grondwaterstromingen’. Indien er in deze type 2‐gebieden een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5,00m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Delen van het projectgebied worden aangeduid als ‘zeer gevoelig voor grondwaterstromingen’. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3,00m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

In type 1 gebieden worden er geen ondergrondse constructies voorzien. In type 2 gebieden daarentegen maakt het RUP Centrum enerzijds de inrichting mogelijk van normale tot de bewoning horende en kleinschalige kelderverdiepingen, ondergrondse garages, hemelwaterputten… en anderzijds grootschalige parkeergarage(s). in eerste fase wordt er een parkeergarage voorzien van ca. 250 wagens. Deze parkeergarage wordt ingericht in functie van het gemeentehuis, bibliotheek en polyvalente zaal, nieuwbouwvolumes met commerciële sokkel en de bestaande AD Delhaize. De parkeergarage zal ongeveer gedimensioneerd worden op 110,00 op 80,00 m. in een tweede fase maakt het RUP de uitbreiding mogelijk van de parkeergarage onder het Bouchtplein voor een capaciteit van ca. 90 wagens (60,00 x 30,00m).

Uit de literatuur blijkt dat in de Dendervallei en in de kern van de beekvalleien de gronden beïnvloed worden door een permanente grondwatertafel, die gedurende een groot deel van het jaar op geringe diepte onder het maaiveld voorkomt. Buiten de valleien ligt de permanente grondwatertafel zeer diep. Het is tevens geweten dat de grondwatertafel kunstmatig hoog wordt gehouden om scheepvaart op de rechtgetrokken Dender mogelijk te maken. (bron verklarende tekst bij de bodemkaart van België – 86E Ninove). Uit sonderingsgegevens, die raadpleegbaar zijn op de webstek van de DOV, blijkt dat de grondwatertafel in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied voorkomt op een diepte van: 2.06 (15.44 mTAW) ter hoogte van de Bouchtstraat en op 9.20 (12.90 mTAW) m ter hoogte van de Koopwarenstraat en dit op ca. 250 van het projectgebied. Omwille van de relatief ondiepe grondwatertafel, ca. 2,00m, in het projectgebied kan het aangewezen zijn om bij de inrichting van de ondergrondse parkeerverdieping een retourbemaling te hanteren om het effect op de bestaande grondwaterstromingen te milderen. Bij een retourbemaling wordt het opgepompte bemalingswater via een gesloten systeem in hetzelfde watervoerende pakket teruggevoerd.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 31 / 34

6.5. Winterbedkaart

Doel van de winterbedkaart is het aanduiden van de gebieden waar veranderingen van bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied. Omdat dergelijke veranderingen in peilen en stroomsnelheden maar relevant zijn voor relatief omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot de gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Zoals verwacht komen binnen de afbakening van het RUP Centrum delen voor van de winterbedkaart (cfr. de overstromingskaart).

winterbedding

De winterbedkaart (Agiv)

6.6. Hellingenkaart

De hellingenkaart van Vlaanderen ten behoeve van de watertoets geeft de hellingsgraad weer voor het Vlaamse grondgebied. Deze kaart werd opgemaakt in functie van het determineren van ‘steile’ of ‘sterke’ hellingen, omdat deze hellingen aanleiding kunnen geven voor exces afvloeiend hemelwater, die de overstromingsgevoeligheid van een gebied kunnen beïnvloeden. De hellingenkaart toont aan dat de grootste delen van het projectgebied een relatief vlakke structuur kennen. Echter komt, zoals eerder vermeld, in het gebied een natuurlijk dijklichaam voor. Dit hoogteverschil van ca. 5 – 7,5m maakt dat het dorpscentrum buiten de overstromingsgevoelige zones bevindt. De Sint‐Amanduskerk komt impressionant voor op het dijklichaam.

0,5 0,5 0,5 ‐ 5 0,5 ‐ 5 5 ‐ 10 5 ‐ 10 >10 >10

De hellingenkaart (AGIV) │ De hellingenkaart – uitgezoomd met aanduiding van het natuurlijke dijklichaam rondom het centrumgebied (AGIV)

6.7. Erosiegevoelige gebieden

De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om de gevolgen van belangrijke wijzigingen in grondgebruik te kunnen schatten. Dergelijke wijzigingen kunnen immers mogelijk aanleiding geven tot versnelde

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 32 / 34

afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot de afspoeling van bodemdeeltjes. Het eerder vermelde dijklichaam wordt aangeduid als erosiegevoelig, echter door de permanente bodembezetting is de effectieve erosiegevoeligheid minimaal.

Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig

Aanduiding van de erosiegevoelige gebieden (AGIV)

6.8. Conclusie van de watertoets

Er dient geoordeeld te worden dat de watertoets voor het RUP Centrum geen significante problemen met zich mee zal brengen inzake potentiële wateroverlast. Voor het aangeduide effectief overstromingsgevoelige gebied wordt er ca. 1ha woongebied her bestemd in functie van het Denderpark. In dit parkgebied worden enkele nieuwe bebouwing toegelaten voor jeugdvereniging (voor de chiro met een footprint van 600m²).

In het effectief overstromingsgevoelige gebied worden, tenzij verhoogd tot op een hoogte van minimum 10,30m TAW (referentiepeil), woonruimtes, opslag van materiaal (uitgezonderd stalplaatsen voor auto’s en fietsen), sanitair‐ en keukenvoorzieningen niet toegelaten op de gelijkvloerse verdieping, Ook de opslag van milieuschadelijk stoffen zoals (zoals een mazouttank, meststoffen, strooizout…), kunnen niet voorkomen onder een hoogte van 10,30m TAW (referentiepeil). Het College van burgemeester en schepen kan steeds beslissen om het referentiepeil ter verhogen en dit omwille van nieuwe inzichten ten aanzien van het overstromingsgevaar.

Andere potentieel nadelige effecten aan het watersysteem zijn hoofdzakelijk te wijten aan de aanwezigheid van verharde oppervlakten. Deze kunnen beperkt worden door: - De aanleg van de afwateringsgrachten, wadi’s en/of waterretentiezones zoals voorzien in de stedenbouwkundige voorschriften. Omwille van de infiltratiegevoeligheid van de bodem kan het hemelwater na buffering in de open zones infiltreren in de ondergrond. Het aandeel hemelwater dat niet infiltreert wordt ter plaatse vastgehouden, gebufferd en kan mogelijks langzaam aan afgevoerd worden naar de Dender. Het dient steeds de bedoeling te zijn om het hemelwater zo lang mogelijk vast te houden op de site zelf (Denderpark). - In de gebieden die behoren tot het Denderpark dienen de parkeerzones en paden die uitsluitend voorzien worden voor voetgangersverkeer verplicht uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. - In de nabijheid van de verhardingen en de zones waar de infiltratie plaatselijk bemoeilijkt wordt, wordt een afdoende wateropvang, infiltratie en vertraagde afvoer voorzien. Hierbij gelden minstens de wettelijke bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GSV). Door het voorzien van bufferzones kan de wateropvang van het gebied gevoelig verhoogd worden en kan het hemelwater vertraagd afgevoerd worden. In de park‐ en semipublieke tuinzones zoals aangeduid op het grafisch plan worden er landschappelijk gekaderde inrichtingen voorzien voor waterberging en retentie (afwateringsgrachten, wadi’s en/of waterretentiezones). - Er wordt voorgesteld om stedenbouwkundige voorschriften te voorzien die verplichten in het herbruik van het hemelwater komende van de bebouwing en dit door het voorzien van een hemelwaterput(ten) en/of andere retentiezone(s). Voorzieningen voor waterbuffering en herbruik van hemelwater worden tevens bij voorkeur gezamenlijk ingericht (bij meergezinswoningen).

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 33 / 34

7. Bijlage

- aanduiding van de stedenbouwkundige interventies - schetsontwerp grafisch plan - Adressenlijst adviesinstanties - Preadvies dienst BGP van de dienst MER - DETAIL MASTERPLAN CENTRUM

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | p. 34 / 34 K J I H B A C D F E G

50

20

10

0

medegebruik zoals 100m Denderleeuw

wonen

hoekgebouw

/

Fonteinstraat

Centrum

- (overdruk) van

parkgebied sokkel

toeristisch-recreatieve

Denderpark recreatief

Denderpark

en

het (indicatief) en erfgoed

noord Het in

(indicatief)

schakel bouwhoogte noord

dorpskern

Gezellestraat de

wegenis watertoetskaarten jeugdinfrastructuur sportief culturele wegen nutsvoorzieningen commerciële kerngebied 50 de omtrend (overdruk)

Bochtplein kerkplein en stedelijke Guido Fonteinstraat

leinen met met trailerhelling met

bouwkundig aanduiding een fietsbrug

Denderleeuw Parkgebied' Denderoevers op lokale het bebouwing gemeenschapsvoorzieningen p trage

-

-

overstromingsgevoeliggebied in op

voor RUP voor voor gemeenschapsvoorzieningen voor voor voor

Woongebied'

groen

bepalingen het Winkelwand infrastructuur Waardevol Wonen Wonen Projectzone Projectzone Projectzone Parkgebied Parkgebied Bestaande Parkgebied zone Pastorietuin Zone Zone Zone Zone Zone Zone Ontsluiting Projectzone Projectzone Indicatieve RUP

20 effectief

aangeduidt

van

Overig Gemeenschaps- Lijninfrastructuur Wonen

2.3 2.1 2.2

1.1 1.2 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 3.1 3.2 3.3 3.4

5.1 5.2 5.3 10 4.1 4.2

Denderleeuw

art. art. art. Grens Bestemmingsgrens Specifieke art. art. art. art. art. art. art. art. art. art. art.

art. art. art. bepalingen art. art. 0 2011 4 P1 P2 P3 P4 P5 Gebiedsaanduiding Gebiedsaanduiding Gebiedsaanduiding Projectzones Voorafgaande Gebiedsaanduiding

gemeente Schetsontwerp oktober Gent-Sint-Pieters Dender -

Brussel-Zuid 50

Spoorlijn

Denderweg P3 3 P5

Fonteinstraat Dorp

P4 Kiekenborrestraat

Gezellestraat B Guido 4

A 8 16 3

4

Cocksstraat

De A. 4

30,5

C 12 P1 3 3

35,5 3

9,6 Middenstraat 3

Bochtstraat Bochtstraat P2 3

Geallieerdenstraat Middenstraat Adreslijst adviesinstanties OHPL1220

Dienst 33 Ruimtelijke Provinciebestuur Gouvernementstraat 3e Directie Ordening en 9000 Gent Oost‐Vlaanderen 1 Stedenbouw Afdeling t.a.v. Francis BLOSO Infrastructuur en Arenbergstraat 5 1000 Brussel Pepermans Logistiek ANB – Oost‐ Gebr. Van Eyckstraat t.a.v. Steven Laureys 9000 Gent Vlaanderen 4‐6 Agentschap Entiteit Ruimtelijke Koning Albert II‐laan Ellipsgebouw 1030 Brussel Ondernemen Economie 35, bus 12 Agentschap Ruimte Ruimtelijke Ordening Gebroeders Van 9000 Gent en Erfgoed Oost‐Vlaanderen Eyckstraat 4‐6 Agentschap Ruimte Onroerend Erfgoed Gebroeders Van 9000 Gent en Erfgoed Oost‐Vlaanderen Eyckstraat 4‐6 Agentschap Wonen‐ t.a.v. Hilde Van den Koning Albert II‐laan Afdeling Wonen Afdelingshoofd 1210 Brussel Vlaanderen Bosch 19 bus 40 t.a.v. Fernand Graaf de Koning Albert II‐laan Departement MOW Desmyter, secretaris‐ 1000 Brussel Ferrarisgebouw 20 bus 2 generaal Afdeling Lucht, Dienst Hinder en Graaf de Ferraris‐ Koning Albert II‐laan Departement LNE Hinder, Risicobeheer, 1000 Brussel Risicobeheer gebouw 20, bus 8 Milieu en Gezondheid Afdeling Operationeel Graaf de Koning Albert II‐laan VMM t.a.v. Bram Vogels 1000 Brussel Waterbeheer Ferrarisgebouw 20 bus 16 Waterwegen en Oostdijk 110 2830 Willebroek Zeekanaal nv

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening september 2011 | verzoek tot raadpleging | bijlagen

Preadvies dienst BGP, dienst MER

Inhoudelijke opmerkingen en suggesties tot aanpassing:

Vooraleer de screeningsnota te verzenden naar de adviesinstanties, vraagt de dienst BGP van de dienst MER om de volgende elementen zeker te bespreken of aan te passen, zodat het definitieve verzoek tot raadpleging zou voldoen aan alle decretaal formele vereisten en opdat het alle informatie zou bevatten die de dienst Milieueffectrapportagebeheer nodig heeft om al dan niet te kunnen besluiten dat het plan geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben:

- paragrafen 4.2 Geluid en trillingen en 4.3 Lucht komen best na paragraaf 4.6 over o.a. mobiliteit, aangezien de effecten op geluid en lucht voor een deel afgeleiden zijn van mobiliteit

- 4.3 Lucht: de laatste zin is onvoldoende onderbouwd. De effecten van de toename in verkeer moeten beter besproken worden. Er dient verwezen te worden naar de cijfers gehanteerd in de discipline mobiliteit. Er kan gebruik gemaakt worden van CAR Vlaanderen om aan te tonen dat de luchtkwaliteit niet significant zal verslechteren.

Aanvulling van de ontwerper: omdat er geen verkeerstellingen raadpleegbaar zijn voor het centrumgebied is het opstellen van een CAR‐model weinig verrijkend en dit omdat er geen referentiesituatie gegenereerd kan worden. Er werd in samenspraak met de dienst MER afgesproken om het hoofdstuk 4.3 Lucht kwalitatief te vervolledigen op basis van de lokale kennis en de verdeling van het verkeer naar reisweg en tijdstip.

- 4.6: voeg voor de volledigheid ook toe dat er geen Seveso‐bedrijven gepland of toegelaten worden in het plangebied.

RUP Centrum te Denderleeuw | m.e.r‐screening oktober 2011 | verzoek tot raadpleging | bijlagen DETAIL MASTERPLAN CENTRUM | Eindrapport

OPDRACHT MasterplanStationsomgevingCentrumDenderleeuw EindrapportDetailMasterplanCentrum,september2011

OPDRACHTGEVER GemeenteDenderleeuw www.denderleeuw.be

Contactpersoon: JimmyGeeraerts A.DeCockstraat1,9470Denderleeuw T+32(0)53640652 [email protected]

OPDRACHTHOUDER BUURcvba |bureauvoorurbanisme www.buur.be

Projectleider/Contactpersoon: ArnoutVandenbossche BlijdeInkomststraat24,3000Leuven T+32(0)16898550 [email protected]

DETAIL MASTERPLAN CENTRUM | Colofon p.2 [0] INLEIDING 0.1 Rapport p.5 0.2Proces p.6 [1] RANDVOORWAARDEN 1.1MasterplanStationsomgevingCentrum p.8 1.2Opdracht p.10 1.3Gegevens p.15 1.3Initiatieven p.19 [2] INRICHTINGSVOORSTEL 2.1Ruimtelijkestructuur p.22 2.2Ontsluitingenbediening p.25 2.3Overzichtsplan p.32 [3] STRATEGISCHEPROJECTEN 3.1Stedelijkeschakel p.39 3.2Denderpark p.62 [4] ZONERINGSPLAN 4.1Opzet p.67 4.2Timing p.69

DETAIL MASTERPLAN CENTRUM | Inhoud p.3

[0] INLEIDING 0.1OPDRACHT 0.2PROCES

INLEIDING [inhoud] 0.1 RAPPORT

In dit rapport wordt het detail masterplan Centrum Denderleeuw toegelicht. Dit masterplan vormt een doorwerking van de visie van het algemeen masterplan StationsomgevingCentrum Denderleeuw.

Het detail masterplan legt de ambitie en stedenbouwkundige krijtlijnen vast voor de ontwikkeling van het centrum. De visie en concepten worden afgetoetst en gevisualiseerd in het inrichtingsplan. Dit plan fungeert als referentieontwerp voor toekomstige realisaties. Het detail masterplan bepaalt niet de architecturale uitwerking en biedt de nodige flexibiliteit naar programma en ontwerp.

Het rapport detail masterplan Centrum is zo opgemaakt dat het als een zelfstandig geheel kan gelezen worden.

INLEIDING | 0.1 Rapport p.5

0.2 PROCES

Het rapport van het algemeen masterplan is begin 2011 goedgekeurd door de betrokken partijen, met voorbehoud bij het concept van de verbindingsweg. De doeltreffendheid en wenselijkheid van een dergelijke verbindingsweg diende namelijk op dat moment nog verder onderzocht te worden via een microsimulatie door AWV.

Hierop volgend kreeg BUUR de opdracht om stationsomgeving en centrum verder uit te werken in een detail masterplan. Gezien de verschillende belangen en urgenties van beiden en het bestaan van een samenhangend ruimtelijk kader in de vorm van het algemeen masterplan is beslist om per deelconcept een afzonderlijk rapport op te maken.

Het rapport detail masterplan Centrum vormt het resultaat van een uitwerking in overleg met opdrachtgever en directe betrokkenen. Dit overleg werd georganiseerd in verschillende werkgroepen op regelmatige tijdtippen tijdens het proces.

Het detail masterplan Centrum Denderleeuw is de noodzakelijke tussenstap in functie van de opmaak van het RUP Centrum. Ter bevordering van een optimale doorstroming van masterplan naar RUP, bevat het rapport reeds de aanzet van het schetsontwerp RUP. Voor de opmaak van het RUP is gekozen voor een samenwerking tussen BUUR en Arcadis. Deze twee partijen zullen nadien ook instaan voor het ontwerp en de uitvoering van het publiek domein in de dorpskern.

INLEIDING | 0.2 Proces p.6 [1] RANDVOORWAARDEN

1.1MASTERPLANSTATIONSOMGEVINGCENTRUM 1.2OPDRACHT 1.3GEGEVENS 1.4INITIATIEVEN

RANDVOORWAARDEN [inhoud]

1.1 MASTERPLAN STATIONSOMGEVINGCENTRUM

Het detail masterplan Centrum onderschrijft de lezing en het concept van het algemeen masterplan en vormt een doorwerking van het project voor het centrum.

Het algemeen masterplan verweeft de kenmerkende structuur van de stationsomgeving en het centrum respectievelijk het spoorlandschap en de historische radiaalstructuur tot een netwerk voor geheel Denderleeuw. Het centrum en de stationsomgeving vormen een uitstekend voorbeeld van een verknoping tussen deze twee deelstructuren en vervullen binnen deze visie dan ook een strategische rol als katalysator. Het creëren van vlotte verbindingen voor openbaar vervoer, veilige en aangename routes voor zacht verkeer en inzetten op een verhoogde attractiviteit en identiteit van zowel centrum als stationsomgeving zijn prioritaire uitgangspunten bij het netwerk. Het inrichtingsvoorstel voor het centrum vertaalt deze visie en doelstellingen naar een ruimtelijk samenhangend beeld dat het stedelijk weefsel van Denderleeuw verweeft met het landschap van de Dendervallei.

Het concept van de verbindingsweg of beter de ontsluitingsweg beoogt een vlotte verkeersafwikkeling van de stationsomgeving met een inperking van de overlast op het lokale niveau. Tegelijkertijd verhoogt deze nieuwe ontsluitingsweg echter ook de zichtbaarheid en bereikbaarheid van het centrum, hetgeen voor de vernieuwde identiteit en de versterking van het handelsapparaat in het centrum een belangrijke randvoorwaarde is. Zoals beschreven in het algemeen masterplan is een cruciale rol hierbij weggelegd voor de kruising van de ontsluitingsweg met de G. Gezellestraat als stapsteen tussen station en centrum waar bovenlokaal en lokaal elkaar ontmoeten.

RANDVOORWAARDEN | 1.1 Masterplan Stationsomgeving-Centrum p.8 RANDVOORWAARDEN | 1.1 Masterplan Stationsomgeving-Centrum p.9

1.2 OPDRACHT

BESTAANDE TOESTAND PROJECTGEBIED Het centrum van de gemeente wordt vandaag gekenmerkt door een erg ‘onaf’ Een projectgebied wordt aangeduid voor de dorpskernvernieuwing. Hierdoor krijgt beeld. Vaak ontbreken pleinwanden, waarbij achterkantsituaties worden men een goed omlijnd ruimtelijk beeld dat als basis dient voor de toekomstige gegenereerd. Het kadasterplan illustreert dit treffend. Naast de gevraagde inpassing realisaties. Dit projectgebied heeft ruwweg als perimeter Middenstraat A. De van een aantal publieke functies, blijft nog een ruime marge bestaan voor de Cockstraat Dorp Denderweg Dender spoorwegberm Kiekenborrestraat verdere verdichting van het woningenbestand. Geallieerdenstraat en geldt ook als afbakening van het RUP.

Daarnaast is de publieke ruimte in het centrum vaak niet (optimaal) ingericht. Het parkeren neemt er een prominente plaats in. Inzetten op een versterkte identiteit en verblijfskwaliteit van deze publieke ruimte in combinatie met het versterken van het handelsapparaat vormt een noodzakelijke randvoorwaarde om de attractiviteit van de dorpskern te verhogen.

Toch is het centrum potentieel erg bijzonder. Zo vormt Dorp een charmant ‘dorps’ kerkplein dat beschikt over een aantrekkelijke relatie met het Denderlandschap. Het is deze ligging van de kerk naast de Dender dat in sterke mate het unieke aspect van de dorpskern van Denderleeuw bepaalt. Het centrum krijgt een ‘excentrisch karakter’: de rivier en het achterliggende open landschap vormen er de zelfkant van het verstedelijkt weefsel.

DOELSTELLING De inplanting van een nieuwe bibliotheek, het inpassen van een polyvalente zaal en de uitbreiding van het bestaande gemeentehuis worden door de gemeente vooropgesteld. 1000 m² en 300m² worden als richtcijfers voor respectievelijk de bibliotheek en polyvalente zaal gesuggereerd. De uitbreiding van het gemeentehuis kadert in een algemene reorganisatie van het gemeentehuis en dient aan te takken op het bestaande gebouw. Het bijkomend onderbrengen van de OCMWkantoren in het volume van deze uitbreiding vormt een mogelijk scenario.

Naast het versterken van de publieke functies wordt de uitbouw van het handelsapparaat in de dorpskern, het herinrichten van het publiek domein en het opwaarderen van de relatie tussen de dorpskern en het Denderlandschap vooropgesteld om het centrum van Denderleeuw te laten heropleven.

Na afweging van de problematiek van het centrum en de pro’s en contra’s van het advies van de detailhandelsvisie (opgemaakt door het studiebureau BRO België) koos de gemeente Denderleeuw in het kader van het detail masterplan formeel om prioriteit te geven aan de heropleving van het centrum in combinatie met een verbeterd aanbod aan publieke functies en commerciële voorzieningen.

RANDVOORWAARDEN | 1.2 Opdracht [bestaande toestand] p.10 RANDVOORWAARDEN | 1.2 Opdracht [bestaande toestand] p.11

RANDVOORWAARDEN | 1.2 Opdracht [bestaande toestand] p.12 versterken publiekefuncties

herinrichten publiekdomein

opwaarderenrelatie dorpskernlandschap

uitbouw handelsapparaat

RANDVOORWAARDEN | 1.2 Opdracht [doelstelling] p.13

RANDVOORWAARDEN | 1.2 Opdracht [projectgebied] p.14 1.3 GEGEVENS

EIGENDOMSSTRUCTUUR MONUMENTEN EN DORPSGEZICHTEN De eigendomsstructuur is een belangrijk gegeven om rekening met te houden bij De SintAmanduskerk, de pastorie en de kerkhofmuur zijn in de Inventaris van het het uitwerken van een visie en plan voor de dorpskernvernieuwing. Bouwkundig Erfgoed opgenomen als beschermd monument. De site gevormd door deze SintAmanduskerk, de kerkhofmuur met inkompijlers en de omgeving van de De gemeente Denderleeuw is eigenaar van de grote meerderheid van de open pastorie is bovendien beschermd als dorpsgezicht. Het voormalig klooster aan Dorp centrumruimte tussen school en kerk. Drie strategisch gelegen percelen aan de G. vormt een onderdeel van dit dorpsgezicht. Gezellestraat, onmiddellijk grenzend aan het gemeenteplein, zijn echter in handen van de private projectontwikkelaar P. Garré. Volgens informatie op de online Database van het Belgisch Luchtvaarterfgoed werden in Denderleeuw tijdens de Tweede Wereldoorlog 12 of 13 schuilkelders De bestaande bebouwing aan de G. Gezellestraat gelegen tussen de eigendom van gebouwd voor de lokale bevolking. Drie ervan zouden nog overblijven. Twee van P. Garré en de Geallieerdenstraat is, op de hoekwoning na, in handen van deze drie zijn gesitueerd in de stationsomgeving, de derde schuilkelder bevindt zich particulieren. De hoekwoning is eigendom van de gemeente, net zoals het onder de parking voor het gemeentehuis. Slechts zelden wordt hij voor het publiek bebouwde driehoekig perceel in de bocht van de Bouchtstraat. open gesteld. De schuilkelder is 25 meter lang en 5 meter breed en moest dienst voor de bescherming van de omwonenden en het gemeentepersoneel. Een van de De cluster ter hoogte van de kerk bestaande uit de pastorie, pastorietuin, Hof Ter twee ingangen kwam uit in het bureau van de burgemeester, de kelder kon van Leeuwe en het voormalig klooster aan Dorp zijn eigendom van de Kerkfabriek. Het hieruit met een valluik bereikt worden. De schuilkelder is niet beschermd. Het omheinde voetbalterrein tussen het Hof Ter Leeuwe en de spoorwegberm is in inrichtingsvoorstel creëert evenwel de mogelijkheid om deze waardevolle private handen, net zoals de vier ernaast gelegen braakliggende kavels. De herinnering aan de geschiedenis te integreren binnen de plannen voor het centrum. gemeente Denderleeuw is wel weer eigenaar van de twee nog onbebouwde kavels aan de Kiekenborrestraat. Drie private onbebouwde kavels tussen de G. Gezellestraat en het Hof ter Leeuwe bieden mogelijkheden voor het realiseren van een bijkomende verbinding tussen het stedelijk weefsel en de groenruimte aan de Dender.

RANDVOORWAARDEN | 1.3 Gegevens p.15

detaileigendomsstructuurhoekGeallieerdenstraat G.Gezellestraat

RANDVOORWAARDEN | 1.3 Gegevens [eigendomsstructuur] p.16 dorpsgezicht (beschermd)

RANDVOORWAARDEN | 1.3 Gegevens [monumenten en dorpsgezichten] p.17

SintAmanduskerk (beschermd)

pastorie(beschermd)

kerkhofmuur(beschermd) burgerschuilkelder(nietbeschermd)

RANDVOORWAARDEN | 1.3 Gegevens [monumenten en dorpsgezichten] p.18 1.4 INITIATIEVEN

‘DE PUT’ HOF TER LEEUWEN De eigendom van de projectontwikkelaar P. Garré is centraal gelegen binnen het De Kerkfabriek is ook eigenaar van het Hof Ter Leeuwe. Dit speelplein werd enkele centrumgebied van Denderleeuw. De projectontwikkelaar heeft reeds in het jaren geleden grondig vernieuwd en vormt vooral in de zomermaanden een verleden een inrichtingsvoorstel ingediend voor de ontwikkeling van zijn gronden. bruisende ontmoetingsplaats voor kinderen en hun familie. Het bestendigen en Dit voorstel voorziet de bouw van een vrij klassiek appartementsgebouw van vier waar mogelijke versterken van deze plek voor jong en oud verdient dan ook de lagen waarvan de bovenste laag teruggetrokken ligt t.o.v. de G. Gezellestraat. Het nodige aandacht. gelijkvloers krijgt een invulling met winkels en een ondergrondse parking dekt de parkeerbehoefte. Het inrichtingsvoorstel suggereert bijkomend een uitbreiding voor VOORMALIG KLOOSTER AAN DORP het gemeentehuis en, aantakkend op het appartementsgebouw, de inplanting van De Kerk zit echter niet stil. Het heeft plannen om het voormalig klooster op het een bibliotheek. Deze gebouwen zijn georganiseerd rond een binnenplein. Het Dorp te herbestemmen naar seniorenflats. Hierbij dient wel op zoek gegaan te voorstel gaat uit van een publiekprivate samenwerking, waarbij de inplanting van worden naar een nieuwe locatie voor de lokalen van de Chiro. Samen met de crèche de publieke voorzieningen en het afbouwen van het appartementsgebouw naar het in de voormalige pastorie van Hemelrijk en het Hof Ter Leeuwe kadert dit initiatief gemeenteplein toe, gebeurt op grond van de gemeente. Het voorstel werd niet van de Kerk binnen de filosofie om de mensen van bij hun geboorte een volledige goedgekeurd door de bevoegde instanties. levenscyclus lang actief te begeleiden. Het programma van seniorenflats beschikt over een sterke synergie met de bestaande en toekomstige voorzieningen en Gezien het belang van deze percelen binnen een ontwikkelingsstrategie voor het functies in het centrum en kan dan ook als een toegevoegde waarde voor de centrum is P. Garré in het kader van de uitwerking van het detail masterplan dorpskernvernieuwing van Denderleeuw gezien worden. geconsulteerd als betrokken partij. Het inrichtingsvoorstel is meermaals afgetoetst met hem en een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten tussen de gemeente Denderleeuw en de projectontwikkelaar die de intenties van beide partijen in dit verhaal bekrachtigt. Een tijdelijke aanleg en gebruik van ‘de put’ zal het eerste resultaat zijn van deze samenwerking.

PASTORIETUIN Het kerkelijk patrimonium bepaalt in sterke mate de attractiviteit van de dorpskern van Denderleeuw. De pastorie is gelegen onmiddellijk naast de SintAmanduskerk. De tuin ervan beschikt over aantrekkelijke landschappelijke kwaliteiten en kan als onderdeel van de groenruimte langs de Dender een rol vervullen in de het versterken van de band tussen dorpskern en Denderlandschap. Na overleg met de pastoor en vertegenwoordigers van de Kerkfabriek bleek het volledig of gedeeltelijk publiek toegankelijk maken van deze tuin op dit moment echter geen optie. Het openstellen van de parktuin voor het publiek op een aantal welbepaalde momenten behoort, mits correcte afspraken met de gemeente Denderleeuw, wel tot de mogelijkheden.

RANDVOORWAARDEN | 1.4 Initiatieven p.19

‘DEPUT’ PASTORIETUIN HOFTERLEEUWE VOORMALIGKLOOSTER

RANDVOORWAARDEN | 1.4 Initiatieven p.20 [2] INRICHTINGSVOORSTEL

2.1RUIMTELIJKEHOOFDSTRUCTUUR 2.2ONTSLUITINGENBEDIENING 2.3OVERZICHTSPLAN

INRICHTINGSVOORSTEL [inhoud]

2.1 RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR

STEDELIJKE VS. LANDSCHAPPELIJKE CENTRUMRUIMTE SCHAKELS Het masterplan verweeft de stedelijke en landschappelijke component van de De overgang tussen de verschillende deelruimten van de aaneengesloten dorpskern van Denderleeuw. De stedelijke component omvat de verschillende centrumruimte wordt verzorgd door schakels die door hun strategische ligging dorpspleinen en de bebouwing errond, de landschappelijke component bestaat uit tegelijkertijd ankerpunten vormen voor de identiteit en uitstraling van het centrum de aaneenschakeling van de verschillende groenruimten langsheen de Dender. Het van Denderleeuw. Het inrichtingsvoorstel duidt twee schakels aan: de bestaande en versterken van de relatie tussen de dorpskern van Denderleeuw en het landschap beschermde SintAmanduskerk en een nieuw te realiseren schakelconfiguratie op van de Dendervallei verhoogt de attractiviteit en identiteit van het dorpscentrum de hoek van de Geallieerdenstraat en de G. Gezellestraat. voor zowel de inwoners van Denderleeuw als de bezoekers. STEDELIJKE SCHAKEL EN DENDERPARK Het verweven van beide componenten situeert zich ook binnen het concept van het De stedelijke schakel en het Denderpark spelen een strategische rol binnen de lokaal netwerk. Waar de stedelijke (rode) component zich inschrijft binnen de dorpskernvernieuwing van Denderleeuw en vormen in combinatie met de historische radiaalstructuur en het versterken van de aanwezigheid van het heraanleg van het openbaar domein de uitdaging voor de heropleving van het centrum, vormt de landschappelijke (groene) component een onderdeel van het centrum. Beide projecten worden in hoofdstuk 3 bijkomend toegelicht. spoorlandschap. Het inrichtingsvoorstel speelt hierbij in op het continu fiets en voetgangerspad van het spoorlandschap en het bovenlokaal fietspad langsheen de De stedelijke schakel vormt een nieuw te bouwen configuratie van vier rechteroever van de Dender. onderscheiden volumes, georganiseerd rond een centrale publieke ruimte. De naam wordt ontleent aan de functie van het eenheidsproject als schakel tussen de lus G. AANEENGESLOTEN CENTRUMRUIMTE Gezellestraat Geallieerdenstraat Boomgaardstraat, die toegang geeft tot het De dorpskern van Denderleeuw wordt opgevat als een aaneengesloten centrum, en de centrumpleinen Bouchtplein en gemeenteplein. De stedelijke centrumruimte die loopt vanaf de school aan de Middenstraat tot het landschap van schakel herbergt de nieuwe centrumfuncties bibliotheek, uitbreiding gemeentehuis de Dender. Deze centrumruimte clustert de bestaande en nieuwe publieke functies en polyvalente zaal en creëert de nodige mogelijkheden voor de versterking van het (het gemeentehuis, de school, de polyvalente zaal, de nieuwe bibliotheek) en de handelsapparaat in combinatie met een verdichting van het woningbestand. horeca en handelszaken gelegen in de dorpskern en versterkt de relatie van deze bebouwde dorpskern met de landschappelijke groenruimte en de recreatieve Het concept van het Denderpark voorziet de uitbouw van de open groene ruimte voorzieningen langs de Dender. tussen het historisch dorpscentrum van Denderleeuw en de Dender tot een ruimtelijk samenhangend geheel als landschappelijke tegenhanger van de GEDIFFERENTIEERDE DEELRUIMTEN bebouwde dorpskern. Het Denderpark vormt een combinatie van spelen, wandelen, De centrumruimte bestaat uit een aaneenschakeling van gedifferentieerd fietsen en natuurbeleving en integreert hierbij het Hof Ter Leeuwe in een groter deelruimten, respectievelijk het parkeerplein (Bouchtplein), het gemeenteplein, het verhaal. Het zet in op een versterkte relatie met het handel en horecagebeuren in kerkplein (Dorp) en de landschappelijke deelruimte gelegen langs de Dender. Deze de dorpskern en houdt rekening met de mogelijke herbestemming van het deelruimten vervullen elk een andere functie binnen de centrumfiguur van voormalig klooster aan Dorp. Denderleeuw en krijgen een duidelijk van elkaar onderscheiden concept en ontwerp van publieke ruimte zonder de ruimtelijke samenhang uit het oog te verliezen. Op elk plein blijft een zekere openheid gegarandeerd, zodat multifunctioneel gebruik mogelijk is.

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.1 Ruimtelijke hoofdstructuur p.22 STEDELIJK LANDSCHAPPELIJK

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.1 Ruimtelijke hoofdstructuur p.23

1. school 2. noordwand 3. zuidwand 4. buurtsupermarkt 5. bibliotheek 6. uitbreidinggemeentehuis 7. bouwbloknoord 8. bouwblokzuid 9. gemeentehuis 10. burgerschuilkelder 11. SintAmanduskerk 12. pastorie 13. pastorietuin 14. klooster 15. uitbreidingklooster 16. HofTerLeeuwe 17. Schiptrekkersbrug 18. Chiro

STEDELIJKECENTRUMRUIMTE>>BOUCHTPLEIN STEDELIJKESCHAKEL GEMEENTEPLEIN DORP SINTAMANDUSKERK DENDERPARK<<LANDSCHAPPELIJKECENTRUMRUIMTE

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.1 Ruimtelijke hoofdstructuur p.24 2.2 ONTSLUITING EN BEDIENING

ONTSLUITINGSWEG RADIAALSTRUCTUUR De nieuwe ontsluitingsweg zorgt in eerste instantie voor een vlotte Het oplichten van de historische radiaalwegen, die als convergentiepunt het verkeersafwikkeling van de stationsomgeving met een inperking van de overlast op dorpscentrum hebben, brengt een evidente structuur terug in het chaotisch en het lokale niveau. Aan de ene kant takt de nieuwe ontsluiting aan op de bestaande onoverzichtelijk beeld van Denderleeuw. Niet alleen zijn vele voorzieningen en Kouterbaan, aan de andere kant wordt een nieuwe verbinding gemaakt tussen de betekenisvolle plekken gelegen langs deze radiaalwegen, ze bieden ook de kans om brug van de Koopwarenstraat en het rondpunt van de Thontlaan. Deze verbinding identiteit te brengen in het eerder anonieme weefsel waar alle straten op elkaar kruist de G. Gezellestraat en voorziet in een beperkte ondertunneling van de lijken. De radiaalwegen kunnen op die manier een belangrijke rol spelen in het spoorwegberm. Een goede stedenbouwkundige inpassing van deze verbinding verbeteren van de toegankelijkheid en de uitstraling van het centrum. vereist de onteigening en afbraak van een 5tal woningen. De meest noordelijk gelegen woning van deze vijf is reeds in eigendom van de gemeente en wordt net Het inrichtingsvoorstel zet in op een aangepaste bestrating met een versterkt groen zoals de meest zuidelijk gelegen woning ingezet voor een hoogwaardige karakter om tot een duidelijke profilering van de radiale dorpswegen te komen. De hoekafwerking. G. Gezellestraat wordt opgenomen binnen dit concept en samen met de A. Rodenbachstraat en de Stationsstraat uitgewerkt als een aantrekkelijke as die Naast een optimale ontsluiting van de stationsomgeving, verhoogt deze nieuwe weg stationsomgeving en centrum met elkaar verbindt. Het pleintje aan de kruising met echter ook de zichtbaarheid en bereikbaarheid van het centrum. De kruising van de de ontsluitingsweg en de stedelijke schakel fungeren als stapstenen langs deze as weg met de G. Gezellestraat geniet binnen het masterplan een cruciale rol als met perspectief op de SintAmanduskerk in het historisch hart van de dorpskern. stapsteen tussen het station en het centrum waar bovenlokaal en lokaal elkaar ontmoeten. De bestaande structuur en bebouwing laten toe om dit kruispunt uit te PARKEREN bouwen tot een plek die tegelijkertijd ademruimte geeft aan de bovenlokale Het parkeergebeuren domineert vandaag de dag de publieke ruimte van het ontsluitingsweg én de aanwezigheid van het centrum aankondigt. centrum van Denderleeuw. Een nieuwe structuur en een ruimer aanbod aan zowel publieke en commerciële voorzieningen als woongelegenheden impliceert ook een De Dwarsstraat takt bij het nieuwe kruispunt nu niet langer meer rechtstreeks aan nieuwe behoefte en organisatie van het parkeren. Het versterken van de identiteit op de Koopwarenstraat maar op de Boomgaardstraat, die op haar beurt verlengd en de verblijfskwaliteit van de centrumpleinen wordt hierbij voorop gesteld. wordt tot de nieuwe ontsluitingsweg. De te slopen hoekwoning tussen de Koopwarenstraat en de Dwarsstraat is reeds in eigendom van de gemeente. Bij een Het nieuwe concept voor de centrumruimte vrijwaart de publieke ruimte van het nieuwe hoekafwerking kan nagedacht worden over de relatie met een eventuele kerk en gemeenteplein van parkeren en concentreert hiervoor, op een aantal ontwikkeling van het achtergelegen gebied naast de brug van de Koopwarenstraat. plaatsen voor kort parkeren na, het parkeren op het Bouchtplein en in een Een plein zorgt ten slotte voor de nodige ademruimte en leesbaarheid van het ondergrondse parking onder de stedelijke schakel en gemeenteplein. Deze kruispunt. Een nieuwbouwproject bouwt dit plein af. De bestaande bebouwing en ondergrondse centrumparking is georganiseerd in een laag en komt tegemoet aan kavelstructuur bieden hiervoor aantrekkelijke opportuniteiten. De combinatie van zowel de bestaande vraag als aan de bijkomende parkeerbehoefte van het nieuw het nieuwbouwproject en het plein verleent de plek een sterke nieuwe identiteit. programma. De in en uitrit takt rechtstreeks aan op de lus die het centrum ontsluit en zorgt op die manier voor een optimale bereikbaarheid van de parking. De bediening van het centrum wordt vanaf dit kruispunt georganiseerd door een eenrichtingslus G. Gezellestraat Geallieerdenstraat Boomgaardstraat. Strevend De combinatie Bouchtplein als parkeerplein en het parkeren onder de stedelijke naar een maximale uitstraling en beleving van het centrum waarbij de stedelijke schakel en gemeenteplein ligt ter hoogte van het zwaartepunt van het publiek en schakel op de hoek van de Geallieerdenstraat G. Gezellestraat als een tweede commercieel programma en bedient met beperkte loopafstanden zowel de stapsteen fungeert, loopt deze lus bij voorkeur in wijzerzin. Een scenario waarbij de stedelijke als landschappelijke centrumruimte. Een overloopparking ter hoogte van huidige rijrichting van de G. Gezellestraat en de Geallieerdenstraat wordt behouden, de ingang van het Denderpark aan de Kiekenborrestraat voorziet bijkomend de dus een lus in tegenwijzerzin, behoort echter ook tot de mogelijkheden. vraag naar extra parkeerplaatsen op de piekmomenten van het Denderpark.

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening p.25

2.2 ONTSLUITING EN BEDIENING

OPENBAAR VERVOER ZACHT VERKEER Vandaag de dag domineert de auto zowel de stationsomgeving als het centrum van Een prioritair uitgangspunt bij het lokaal netwerk is het creëren van veilige en Denderleeuw en is de lijnvoering onvoldoende uitgebouwd om een volwaardig aangename routes voor zacht verkeer. Dit netwerk van fiets en wandelroutes tegengewicht te leveren. Het masterplan zet dan ook in op het creëren van verbindt de stationsomgeving en het centrum van Denderleeuw met elkaar en zorgt voorzieningen en vlotte verbindingen voor de bussen met het verhogen van het voor een verbeterde relatie tussen Denderleeuw en haar deelgemeenten Welle en bereik en de aanwezigheid van het openbaar vervoer als doel. Iddergem. De uitbouw van een dergelijk netwerk biedt een alternatief voor de korte verplaatsingen met de auto en kan, in combinatie met een verbeterd openbaar De inplanting van enerzijds een volwaardig busstation aan de kant van het busvervoer, bijdragen om de dominantie van de auto in het centrum en de Stationsplein en anderzijds een halte aan de kant van de Kouterbaan in combinatie stationsomgeving van Denderleeuw terug te dringen. met het verbeteren en aanvullen van de lijnvoering vormen in de stationsomgeving de maatregelen om het autogebruik en de parkeervraag in belangrijke mate terug De fiets en wandelpaden vormen bovendien niet enkel functionele verbindingen te schroeven. maar versterken tegelijkertijd het recreatief aanbod van fietsen, wandelen en natuurbeleving. Het stedelijk weefsel van Denderleeuw wordt op die manier In het centrum maakt de huidige lijnvoering gebruik van het traject Nieuwstraat verweven met het omgevende landschap en in contact gebracht met de twee Middenstraat Boomgaardstraat, met een halte aan de school langs de natuurgebieden, de Wellemeersen in het noorden en de Molenbeekmeersen in het Middenstraat als enige halte in onmiddellijke relatie tot de centrumruimte. Deze zuiden. lijnvoering zorgt dat de bus in het centrum van Denderleeuw nagenoeg afwezig is. Vectris stelt in het kader van het mobiliteitsplan voor om deze lijnvoering aan te Het masterplan licht de bestaande fiets en wandelpaden op en detecteert de passen naar een traject Nieuwstraat A. De Cockstraat G. Gezellestraat. Gezien de missings links. Het overzicht toont aan dat Denderleeuw reeds beschikt over de passage doorheen de centrumruimte, tussen gemeenteplein en Dorp én langs de nodige fiets en wandelpaden en wijst vooral op de rol van de stationsomgeving bij stedelijke schakel, biedt dit traject de mogelijkheid om het centrum beter te het versterken van dit aanbod. Het creëren van een continue oostwest verbinding bedienen. voor fietsers en voetgangers is een belangrijk gegeven binnen het netwerk.

De nieuwe lijnvoering met de exacte plaats van de haltes dient besproken en In het centrum zijn de nodige verbindingen voor het operationaliseren van het afgetoetst te worden met De Lijn in relatie tot de uitvoering van het detail netwerk al aanwezig. Een fiets en voetgangersverbinding bestaat reeds langs de masterplan. Haltes aan de stapstenen langs de G. Gezellestraat respectievelijk de spoorwegberm weliswaar in de onmiddellijke omgeving van het centrum stedelijke schakel en de kruising met de nieuwe ontsluitingsweg en het inpassen verwaterend tot een informeel aarden pad en de Schiptrekkersbrug zorgt van de buslijnen binnen het concept van de lus die het centrum vanaf de tegelijkertijd voor de continuïteit van deze route en de verbinding van het centrum ontsluitingsweg bedient, verdienen hierbij aanbeveling. Een halte aan de van Denderleeuw met het bovenlokaal recreatief fietspad langsheen de Middenstraat kan de school blijven bedienen. Het nieuwe profiel van de rechteroever van de Dender. Het inrichtingsvoorstel zet bijkomend in op een radiaalstraten die opgenomen worden binnen deze lijnvoering houdt rekening met sterkere verknoping tussen deze routes, het Denderlandschap en de dorpskern van een vlotte doortocht van de bussen. Denderleeuw en voorziet over de volledige lengte een functioneel en aantrekkelijk profiel voor het continu fiets en voetgangerspad.

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening p.26 bestaandesituatie concept

inrichtingsvoorstel afbraak

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening [ontsluitingsweg] p.27

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening [radiaalstructuur] p.28 INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening [parkeren] p.29

huidigaanbodenbereik voorstelbijsturinglijnen(VECTRIS)

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening [openbaar vervoer] p.30 netwerkfiets enwandelroutes missinglinks

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.2 Ontsluiting en bediening [zacht verkeer] p.31

2.3 OVERZICHTSPLAN

De randvoorwaarden en concepten van zowel de ruimtelijke hoofdstructuur als de Het Bouchtplein transformeert de ruimte tussen de Bouchtstraat en de ontsluiting en bediening worden afgetoetst en gevisualiseerd in het inrichtingsplan. Middenstraat tot een volwaardige pleinruimte met formele wanden. Deze wanden Dit plan fungeert als referentieontwerp voor de toekomstige realisaties en vormt de kunnen ingevuld worden met een typologie van appartementen en grondgebonden basis voor het latere RUP. Het plan bepaalt evenwel niet de architecturale woningen. De noordwand wordt hierbij aangeduid als een in zijn geheel te uitwerking en biedt nog de nodige flexibiliteit naar programma en ontwerp. ontwikkelen projectzone.

Zoals reeds vermeld is de dorpskern van Denderleeuw opgevat als een Het Bouchtplein wordt binnen de centrumfiguur ingezet als parkeerplein en vangt aaneengesloten centrumruimte waarbij de SintAmanduskerk en een nieuwe samen met de ondergrondse centrumparking de huidige en toekomstige configuratie op de hoek van de Geallieerdenstraat en G. Gezellestraat fungeren als parkeervraag van het centrum op. Het gemeenteplein en Dorp worden op die schakels tussen de gedifferentieerde deelruimten van dit ruimtelijk geheel. manier gevrijwaard van geparkeerde auto’s. Het parkeren op het Bouchtplein wordt georganiseerd in een rationeel grid en ontsloten vanaf de noordelijke zijde. De Door de SintAmanduskerk aan de duiden als een schakel bevestigt het aanleg van het plein integreert het bestaande groenperkje en de ruimte voor de inrichtingsvoorstel het belang van dit beschermde monument voor de dorpskern school. Deze elementen zorgen samen met de at random geplaatste bomen in het van Denderleeuw. De SintAmanduskerk ligt verhoogt t.o.v. het publiek domein op parkeergrid voor de nodige groenwerking op het plein. een plint, waarvan de eveneens beschermde kerkhofmuur een onderdeel vormt. Het geheel van kerk en plint negotieert tussen Dorp en het Denderlandschap. Een Een nieuwe aanleg van het gemeenteplein bevestigt het plein als entree voor het ruimtelijke opwaardering van deze kerkplint kan de relatie tussen deze twee gemeentehuis en initieert de nodige identiteit. De stedelijke schakel begrenst het deelruimten in belangrijke mate kracht bijzetten. plein en vormt de voorheen ontbrekende vierde gevel. De volumetrie van het schakelvolume accentueert de verbinding tussen het gemeenteplein en De nieuwe configuratie speelt als stedelijke schakel tussen de lus G. Gezellestraat Bouchtplein. Op het gelijkvloers niveau kan desgewenst een horecafunctie met Geallieerdenstraat Boomgaardstraat, het Bouchtplein en het gemeenteplein een terras de winkelruimten afwisselen en het verblijfskarakter van het plein kracht bij strategische rol binnen de dorpskernvernieuwing van Denderleeuw. Het project zetten. wordt opgevat als een eenheidsproject en bestaat uit vier onderscheiden volumes, geclusterd rond een centrale publieke verblijfsruimte. Onder het gemeenteplein aan de zijde van de A. De Cockstraat bevindt zich een burgerschuilkelder. Het voorstel integreert deze waardevolle herinnering aan de Het eenheidsproject voorziet de inplanting van de gevraagde publieke geschiedenis als een betekenis gevend element zowel binnen het concept voor de centrumfuncties op eigen terrein van de gemeente in de twee volumes grenzend publieke ruimte als de organisatie van de ondergrondse centrumparking die aan het Bouchtplein en versterkt tegelijkertijd het handelsapparaat en het voorzien wordt onder de stedelijke schakel en dit gemeenteplein. woningbestand in het centrum door een programma van appartementen op een commerciële sokkel onder te brengen in de twee volumes langs de G. Gezellestraat. Het inrichtingsvoorstel zet bij Dorp uitgesproken in op een versterking van de Een publiek toegankelijke ondergrondse parking voorziet zowel in de publieke als verblijfskwaliteit zodat dit kerkplein terug met overtuiging de rol belichaamt van private parkeerbehoefte en wordt rechtstreeks ontsloten door de centrumlus. De historisch hart van de dorpskern. Het zicht op de kerk, de pastorie en het stedelijke schakel creëert zo alle mogelijkheden voor een aantrekkelijke synergie achterliggend landschap wordt hierbij maximaal gevrijwaard. Enkel aan de tussen de verschillende functies en voorzieningen en vormt als geheel een krachtig terrassenzijde zorgen enkele solitaire bomen voor de gewenste schaduw. De lokale signaal voor de heropleving van het centrum van Denderleeuw. ontsluitingsweg wordt voorzien in een gelijkgronds profiel, zodat het plein doorloopt van gevel tot gevel. Het Bouchtplein (parkeerplein), gemeenteplein en Dorp (kerkplein) vormen de centrumpleinen van de dorpskern van Denderleeuw. Binnen de aaneengesloten Gemeenteplein en kerkplein vloeien over in elkaar. Het open karakter van beide centrumruimte krijgen ze elk een andere invulling, afgestemd op hun pleinen creëert aantrekkelijke mogelijkheden voor polyvalent gebruik als markt, respectievelijke functie binnen het geheel. kermis of evenementenplein.

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.32 2.3 OVERZICHTSPLAN

Inspelend op een versterkte relatie tussen het dorpscentrum en het Denderlandschap, voorziet het masterplan de uitbouw van het achterliggend groengebied langs de Dender tot een aantrekkelijke verblijfsruimte. Het Denderpark bouwt hierbij verder op de aanwezige landschappelijke kwaliteiten en voorzieningen en vormt een ruimtelijk geheel van diverse recreatieve en/of landschappelijke groenruimten. Het park kadert het Hof Ter Leeuwe in een ruimer verhaal en wanneer vroeg of laat de mogelijkheid bestaat om de pastorietuin of een gedeelte ervan publiek toegankelijk te maken, kan ook deze tuin opgenomen worden in het park als een contemplatieve landschapskamer aan de oevers van de Dender.

Het park is strategisch gelegen op de verknoping van het continu fiets en voetgangerspad met het bovenlokaal recreatief fietspad langsheen de Dender en vormt een ontegensprekelijke meerwaarde voor de uitstraling en beleving van de dorpskern.

Naast de bestaande visuele en ruimtelijke relaties met de bebouwde dorpskern ter hoogte van Dorp creëert het inrichtingsvoorstel een nieuwe rechtstreekse verbinding tussen het Denderpark en de stedelijke schakel. Deze nieuwe verbinding laat toe dat de centrumparking onder de stedelijke schakel en op het Bouchtplein de recreatieve voorzieningen in het Denderpark bijkomend bedient. Daarnaast wordt aan de Kiekenborrestraat een extra toegang voorzien met de mogelijkheid voor de inplanting van een overloopparking die de parkeerbehoefte van het park in het algemeen en het Hof Ter Leeuwe in het bijzonder op piekmomenten opvangt. Een nieuwe locatie voor de lokalen van de Chiro sluit aan op deze toegang en houdt rekening met het initiatief om het voormalig klooster aan Dorp te herbestemmen tot seniorenflats. Het kloostergebouw zelf wordt met respect voor het beschermde dorpsgezicht opgenomen binnen een nieuwe configuratie. Deze configuratie negotieert tussen de stedelijke en landschappelijke centrumruimte en biedt bijkomende mogelijkheden voor de herbestemming van het klooster.

Het Denderpark vormt samen met de stedelijke schakel een strategisch project voor de dorpskernvernieuwing van Denderleeuw en wordt in het volgend hoofdstuk bijkomend toegelicht.

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.33

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.34 INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.35

INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.36 INRICHTINGSVOORSTEL | 2.3 Overzichtsplan p.37

[3] STRATEGISCHE PROJECTEN 3.1STEDELIJKESCHAKEL 3.2DENDERPARK

STRATEGISCHE PROJECTEN [inhoud] 3.1 STEDELIJKE SCHAKEL

CONCEPT PLAN De stedelijke schakel vormt een onderdeel van de stedelijke centrumruimte en In het kader van het detail masterplan is de configuratie en volumetrie van de bestaat uit een configuratie van vier volumes, geclusterd rond een centrale publieke stedelijke schakel verder uitgewerkt. Het inrichtingsvoorstel geldt hierbij als verblijfsruimte. Dit eenheidsproject is gelegen langs de lus die het centrum verbindt, referentieontwerp voor toekomstige realisaties maar bepaalt niet de architecturale de G. Gezellestraat en de twee centrumpleinen Bouchtplein en gemeenteplein en uitwerking. combineert de inpassing van het gevraagde publieke programma (bibliotheek, uitbreiding gemeentehuis en polyvalente zaal) met een gevoelige versterking van Het publieke programma is ondergebracht in de twee volumes gelegen naast het het commerciële aanbod en een verdichting van het woningbestand. Gezien het Bouchtplein. De bibliotheek wordt hierbij ondergebracht in het volume aan de strategisch belang van zowel de ligging als het programma voor het centrum van Geallieerdenstraat. Deze publieke functie geniet zo een optimale zichtbaarheid, Denderleeuw speelt de stedelijke schakel een cruciale rol binnen de vooropgestelde zowel vanaf het Bouchtplein, de verbinding met het gemeenteplein als de lus die dorpskernvernieuwing. het centrum bedient. Door de in en uitrit van de centrumparking onder de stedelijke schakel en het gemeenteplein ook hier te situeren, wordt deze parking Onder deze stedelijke schakel wordt een parking voorzien die doorloopt tot onder rechtstreeks bedient door de centrumlus. Het andere volume herbergt de het gemeenteplein. Deze ondergrondse centrumparking dekt samen met de parking uitbreiding van het gemeentehuis en sluit zoals gevraagd aan op het bestaande op het Bouchtplein de huidige en toekomstige parkeerbehoefte. gebouw. Terwijl het volume van de bibliotheek rekening houdt met het voorzien van de gevraagde polyvalente zaal, kan deze uitbreiding indien gewenst bijkomend Het project voor de stedelijke schakel dient omwille van de rol als schakel binnen de de OCMWkantoren huisvesten. aaneengesloten centrumruimte en de functionele en ruimtelijke relaties met de aanliggende centrumpleinen altijd bekeken te worden in zijn ruimere omgeving. De twee volumes aan de G. Gezellestraat staan in teken van de versterking van het Deze context bestaat naast het Bouchtplein en gemeenteplein, uit de lus die het winkelaanbod en de verdichting van het woonbestand en worden beiden ingevuld centrum ontsluit, de G. Gezellestraat en de verbinding naar het Denderlandpark. door een commerciële sokkel met appartementen op de verdiepingen. De volumetrie van de bouwblokken vertaalt een alzijdige oriëntatie en speelt in op de relatie met de andere volumes. De inplanting van de hogere accenten en de teruggetrokken bovenste laag houdt rekening met de bestaande bebouwing aan de andere zijde van de G. Gezellestraat.

De centrale publieke ruimte van de stedelijke schakel clustert de volumes en organiseert de toegangen naar de publieke functies en de ondergrondse parking. De publieke ruimte stimuleert de synergie tussen de verschillende functies en voorzieningen en vormt een aantrekkelijke verblijfsruimte binnen de centrumruimte van Denderleeuw. De aanleg ervan onderscheidt zich t.o.v. de omgevende pleinen en vertaalt zo samen met de volumetrie van de configuratie het concept van de schakel naar een sterk ruimtelijk beeld.

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel p.39

3.1 STEDELIJKE SCHAKEL

ONTWERPEND ONDERZOEK EIGENDOMSSTRUCTUUR De configuratie van de stedelijke schakel heeft doorheen het ontwerpproces van De stedelijke schakel wordt gerealiseerd deels op grond van de gemeente en deels het masterplan een aantal aanpassingen ondergaan om uiteindelijk tot het op grond van private eigenaars. Deze laatste categorie laat zich opdelen in de inrichtingsvoorstel te komen dat opgenomen is in dit eindrapport. Deze geclusterde braakliggende eigendom van de projectontwikkelaar P. Garré in de aanpassingen gebeurden in overleg met de gemeente op basis van een aantal volksmond ‘de put’ genoemd en de verdeelde eigendomsstructuur van de nieuwe inzichten en het advies van diverse betrokkenen. bestaande bebouwing op de hoek van de Geallieerdenstaat met de G. Gezellestraat. Het inrichtingsvoorstel voorziet de inplanting van de publieke centrumfuncties op Het wedstrijdvoorstel voorziet in het afbouwen van de bestaande bebouwing en grond van de gemeente. schuift de inplanting van de bibliotheek naar voor als schakelvolume tussen het Bouchtplein en parkeerplein. Bij de uitwerking van het algemeen masterplan is de Binnen de realisatie van de stedelijke schakel speelt de eigendom van P. Garré schakel herdacht op basis van een ontwikkelingsstrategie die mogelijk maakt dat het omwille van de ligging en de reeds eerder genomen initiatieven om de grond te nieuwe publieke programma (uitbreiding gemeentehuis, polyvalente zaal én ontwikkelen een strategische rol. Op basis van de doelstelling om een ambitieus bibliotheek) op eigen terrein van de gemeente Denderleeuw gerealiseerd wordt en eenheidsproject, inclusief een gemeenschappelijke centrumparking, te realiseren, is de commerciële voorzieningen in het kader van het versterken van het tussen de gemeente Denderleeuw en deze private grondeigenaar een handelsapparaat worden inplant op de meest optimale locatie. Het (op termijn) samenwerkingsovereenkomst afgesloten die de intenties van beide partijen in dit afbreken van de bestaande bebouwing op de hoek Geallieerdenstraat G. verhaal bekrachtigt. Gezellestraat en vervangen door het nieuwbouwvolume van de schakel zorgt voor een ruimtelijke opwaardering van het centrum in het algemeen en de schakel in het FASERING bijzonder. In het detail masterplan is de schakel dan verder uitgewerkt tot een De stedelijke schakel wordt opgevat als een eenheidsproject binnen het kader van configuratie die de ruimtelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen de dorpskernvernieuwing van Denderleeuw. Dit project kan in zijn geheel versterkt en de volumetrie van het geheel verfijnt. Het grote volume langs de G. gerealiseerd worden, maar de onderscheiden volumes creëren ook de mogelijkheid Gezellestraat wordt hierbij opgesplitst en een centrale verblijfsruimte clustert de om in deelfasen te werken. Een fasering van de bovenbouw dient altijd rekening te vier onderscheiden volumes. houden met de realisatie van de centrumparking onder het geheel.

Het inrichtingsvoorstel voorziet de afbraak van de bestaande bebouwing op de hoek Geallieerdenstraat G. Gezellestraat. Dit vergroot in belangrijke mate de ruimtelijke samenhang van de centrumruimte en de zichtbaarheid en impact van de stedelijke schakel als stapsteen en herkenningspunt langs de G. Gezellestraat. Het project voor de stedelijke schakel creëert echter de mogelijkheid om deze afbraak te voorzien in een latere fase, zonder dat dit grote nadelige gevolgen oplevert voor de rest van het geheel. Een gedeelte van het bouwblok noord kan namelijk al in een eerste fase gerealiseerd worden en de bestaande woningen afbouwen naar de centrale publieke ruimte van de stedelijke schakel. In een latere fase kan dan na afbraak van de betreffende woningen het bouwblok en de ondergrondse parking vervolledigd worden.

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel p.40 3.1 STEDELIJKE SCHAKEL

PARKEREN GRONDPLANNEN Onder de stedelijke schakel wordt een ondergrondse parking voorzien die samen De bebouwing van de stedelijke schakel en de randafwerking van het Bouchtplein met de parking op het Bouchtplein de parkeerbehoefte van het centrum opvangt. zijn bijkomend uitgewerkt in de grondplannen voor elke niveau (ondergrondse Deze ondergrondse parking loopt door tot onder het gemeenteplein, integreert de parking, gelijkvloers en de respectievelijke verdiepingen). Deze plannen toetsen het burgerschuilkelder als betekenisvol element en kan, indien dit nodig zou blijken, op programma, de organisatie en het concept op de haalbaarheid ervan en vormen een termijn uitgebreid worden onder het Bouchtplein. referentie voor de toekomstige realisaties.

De in en uitrit bevindt zich naast de bibliotheek en takt rechtstreeks aan op de lus REFERENTIES die het centrum bedient. Het inrichtingsvoorstel voorziet voor de in en uitrit een De referenties verduidelijken een aantal concepten en vormen een inspiratie voor aparte hellingbaan ter bevordering van een vlotte circulatie. Het in en uitrijden de latere uitwerking. De referenties illustreren de centrale publiek ruimte als functioneert voor beide rijrichtingen van de eenrichtingslus maar een beweging in onderscheiden verblijfsruimte binnen de aaneengesloten centrumruimte, de sokkel wijzerzin geniet de voorkeur. als aantrekkelijke gemeenschappelijke (groen)ruimte voor de woongelegenheden en de stedelijke schakel als oriëntatiepunt voor het centrum. De ondergrondse parking is georganiseerd in enerzijds twee publieke gedeeltes, een onder de bibliotheek en uitbreiding van het gemeentehuis en een ander onder het GEVELAANZICHT gemeenteplein en anderzijds een privatief gedeelte dat zich bevindt onder de twee bouwblokken aan de G. Gezellestraat. De doorsnedes vormen tegelijkertijd een gevelaanzicht en lichten de volumetrie van de configuratie van de stedelijke schakel bijkomend toe. De onderscheiden volumes In het privatief gedeelte ontsluiten vier trap en liftkokers, twee onder elke staan in relatie tot elkaar, de sokkelwerking komt duidelijk naar voor en de derde bouwblok, beide commerciële sokkels en de appartementen op de verdiepingen. De verdieping wordt op een aantal plaatsen bewust teruggetrokken en geaccentueerd publieke toegankelijkheid wordt georganiseerd door twee open trappen, t.o.v. de andere verdiepingen ter bevordering van een sterke ruimtelijke respectievelijk naast de burgerschuilkelder en tussen bestaand gemeentehuis en configuratie die rekening houdt met de omgevende bebouwing. uitbreiding, een lift en trapkoker onder de uitbouw van de buurtsupermarkt die zowel een toegang voor het cliënteel van de supermarkt als voor het personeel van PROGRAMMA het gemeentehuis vormt en een publiek toegankelijke lift en trappartij onder elke Een programma wordt vooropgesteld voor de stedelijke schakel. Dit programma bouwblok aan de G. Gezellestraat. Deze laatsten geven beiden rechtstreeks uit op geeft een overzicht van het aantal m² en de parkeerbehoefte van de functies en de centrale publieke ruimte en bedienen op die manier de stedelijke schakel in zijn voorzieningen en vormt een realistisch richtcijfer voor de effectieve ontwikkeling geheel. van het eenheidsproject.

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel p.41

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [concept] p.42 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [plan] p.43

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [plan] p.44 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [plan] p.45

WEDSTRIJDVOORSTEL ALGEMEENMASTERPLAN DETAILMASTERPLAN

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [ontwerpend onderzoek] p.46 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [eigendomsstructuur] p.47

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [fasering] p.48 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [parkeren] p.49

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau -1)] p.50 mogelijkeuitbreiding

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau -1)] p.51

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau 0)] p.52 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau +1)] p.53

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau +2)] p.54 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (niveau +3)] p.55

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [grondplannen (dakenplan)] p.56 onderscheidenvolumesverbondendoorcentraledynamischeverblijfsruimte pleinkrijgtgedifferentieerdeaanleg stedelijkeschakelalsoriëntatiepunt

groendak commerciëleplintgeefttoegangtotappartementenenlaatgemeenschappelijkgebruiktoe

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [referenties] p.57

1

2

aanzicht1

aanzicht2

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [gevelaanzicht] p.58 4

3

aanzicht3

aanzicht4

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [gevelaanzicht] p.59

niveau0(gelijkvloers) niveau+1(plint)

niveau+2 niveau+3

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [programma] p.60 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.1 Stedelijke schakel [programma] p.61

3.2 DENDERPARK

CONCEPT PLAN Het Denderpark vormt de landschappelijke tegenhanger van de stedelijke Het plan visualiseert het concept van het Denderpark als ruimtelijk geheel, centrumruimte en voorziet de uitbouw van de groenruimte langs de Dender tot een opgebouwd uit een aantal recreatieve en/of landschappelijke groenruimten. Deze beeldbepalende landschappelijke structuur voor de dorpskern van Denderleeuw. deelruimten genieten binnen het landschappelijk kader van het Denderpark elk een Hetconceptvanhetparkvertrektvandeaanwezigekwaliteitenenspeeltinopde gedifferentieerde invulling en aanleg, afgestemd op het gebruik. Zo heb je van initiatieven van de Kerkfabriek in dit gebied. Het kadert het Hof Ter Leeuwe in een noord naar zuid: het parkgebied met de jeugdinfrastructuur (Chiro); het parkgebied groter verhaal, plant een nieuwe locatie in voor de lokalen van de Chiro en voorziet met sportief en recreatief medegebruik gelegen aan de oevers van de Dender naast aansluitend op het gebouw van het voormalig klooster een nieuwbouw die de hoge spoorwegberm; het parkgebied met culturele en toeristischrecreatieve bijkomende mogelijkheden biedt voor de herbestemming van het voormalig infrastructuur grenzend aan het voormalig klooster (Hof Ter Leeuwe); de klooster aan Dorp naar seniorenwoningen/serviceflats. pastorietuin aansluitend op de beschermde cluster SintAmanduskerk, pastorie en kerkhofmuur. Het park vormt een ruimtelijk geheel van verschillende groenruimten, staat in relatie met de voetbalterreinen aan de Thontlaan en biedt de mogelijkheid om de Het Denderpark versterkt zoals gezegd de relatie tussen het Denderlandschap en de pastorietuin wanneer de opportuniteit bestaat om deze prachtige tuin dorpskern. De verbindingen ter hoogte van Dorp worden aangevuld met de (gedeeltelijk) publiek toegankelijk te maken te integreren als sluitstuk van het park. doorsteek naar de stedelijke schakel en bijgevolg ook een bijkomende rechtstreekse verbinding tussen het park en de centrumparking. De kavel en eigendomsstructuur Het Denderpark is een belangrijk onderdeel van het lokaal netwerk. Het vloeit van de percelen nodig om deze verbinding te realiseren vormen hiervoor een naadloos over in het spoorlandschap en is strategisch gelegen op de verknoping van uitstekende opportuniteit. Het inrichtingsvoorstel voorziet het afbouwen van deze het continu fiets en voetgangerspad met het bovenlokaal recreatief fietspad doorsteek. langsheen de Dender. Het park versterkt zowel intrinsiek het recreatief aanbod van wandelen, fietsen en natuurbeleving langs de Dender als de relatie van deze Aan de Kiekenborrestraat komt een extra toegang voor het Denderpark met de activiteiten met de voorzieningen in de dorpskern. De kerktoren van de Sint mogelijkheid voor de inplanting van een landschapsparking die de recreatieve Amanduskerk is duidelijk zichtbaar vanuit het park en onderstreept de synergie voorzieningen in het park bijkomend bedient. De toegang zelf wordt gerealiseerd tussen de landschappelijke en stedelijke centrumruimte van Denderleeuw. Naast de via twee braakliggende percelen aan de Kiekenborrestraat die eigendom zijn van de bestaande ruimtelijke en visuele relaties tussen het park en de dorpskern ter hoogte gemeente. Het totale plaatje gaat echter uit van de bijkomende verwerving van de van Dorp voorziet het inrichtingsvoorstel een bijkomende doorsteek tussen het park achterliggende kavels in private eigendom. en de stedelijke schakel en een extra toegang vanaf de Kiekenborrestraat. De nieuwbouw aansluitend op het voormalig klooster vormt zowel een gevel naar Een versterkte relatie met het water is een uitgangspunt en vormt een de Fonteinstraat als het Hof Ter Leeuwe als onderdeel van het Denderpark en ontegensprekelijke meerwaarde voor de attractiviteit van de dorpskern. Hier kan begeleidt op die manier de relatie tussen de stedelijke en landschappelijke men, turend naar het prachtige landschap aan de overkant, tot rust komen. Bij de centrumruimte. Deze nieuwbouw houdt rekening met het beschermde dorpsgezicht relatie met het water dient het park ook terdege rekening te houden met de en biedt bijkomende mogelijkheden voor de herbestemming van het voormalig overstromingsproblematiek van dit gebied. klooster aan Dorp. Het integreren van de bestaande, niet in het beschermde dorpsgezicht opgenomen, hoekbebouwing aan Dorp binnen deze nieuwe Het Denderpark situeert zich deels op gronden van de Kerkfabriek en de gemeente configuratie vormt een te onderzoeken denkpiste in het streven naar een zo sterk en deels op gronden in private eigendom (voetbalterrein en viertal aangrenzende mogelijke ruimtelijk samenhang binnen de centrumruimte van Denderleeuw. kavels). Deze laatste gronden dienen verworven te worden om het park te kunnen realiseren. Het concept van het park biedt ook de opportuniteit om een constructieve relatie op te bouwen tussen de gemeente en de Kerkfabriek.

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.2 Denderpark p.62 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.2 Denderpark [concept] p.63

STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.2 Denderpark [plan] p.64 STRATEGISCHE PROJECTEN | 3.2 Denderpark [plan] p.65

[4] ZONERINGSPLAN 4.1OPZET 4.2TIMING

ZONERINGSPLAN [inhoud] 4.1 OPZET

Het zoneringsplan vormt de brug tussen de ruimtelijke visie van het Masterplan en De stedelijke schakel wordt gevormd door de zones met ‘wonen op een de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP). Omwille van ingrijpende commerciële sokkel’, het gemeentehuis met uitbreidingszone en een bouwblok ruimtelijke interventies die het masterplan voorstelt wordt de opmaak van een waarbinnen de bibliotheek gehuisvest kan worden. Naast de ‘stedelijke schakel’ Ruimtelijk Uitvoeringsplan vooropgesteld. De noodzaak van de opmaak van het RUP vormt de omgeving van het kerkplein de overgang tussen het Denderpark en het rust vooral in de aanduiding/aanpassing van de rooilijnen en de punctuele dorpscentrum. Er wordt voorgesteld het bouwblok aan het kerkplein te bestemmen verhoging van het aantal bouwlagen (strategische hoekgebouwen). in functie van wonen en gemeenschapsvoorzieningen (RVT). In het Denderpark worden vier zones van elkaar onderscheiden nl. een parkzone met infrastructuur en Er wordt voorgesteld het RUP af te bakenen als het centrumgebied tussen de bebouwing voor jeugdverenigingen, een parkzone met sportief en recreatief spoorweg, de Dender en de wegenis van de Middenstraat, Geallieerdestraat en A. medegebruik, een parkzone met de bestendiging van het Hof Ter Leeuwe en de De Cockstraat. Het plangebied van het RUP omvat m.a.w. de gebieden waarbinnen groene ruimte van de pastorietuin. In de zone voor pastorietuin vormen de de interventies voorzien worden zoals voorgesteld door het Detail Masterplan voor bestaande hoogstambomen en parkbeplantingen te vrijwaren elementen. Deze het centrum. Omwille van deze afbakening wordt er voorgesteld het Ruimtelijk groenstructuren vormen samen met de ommuring het geborgen karakter van het Uitvoeringsplan te benoemen als RUP Centrum Denderleeuw. groengebied.

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ondersteunt de opmaak van het RUP De beschermde pastorie en de SintAmanduskerk met hun ommuring worden Centrum Denderleeuw ten volle. Volgende bindende bepalingen kunnen door het aangeduid als waardevol bouwkundig erfgoed. RUP centrumgebied (en het Masterplan) hun uitvoering kennen: Bij de opmaak van dit RUP zal het juiste evenwicht moeten gezocht worden tussen - De taakstelling (sociaal) woningen binnen het stedelijk gebied Aalst. rechtszekerheid (i.c. duidelijkheid over de toelaatbare ontwikkeling) en flexibiliteit - De uitvoering van het strategisch project ‘centrale handels en voorzieningenas (in functie van de afstemming van de projectzones op evoluerende behoeften en Station G. Gezellestraat Centrumplein Denderfront’ met de stimulering van randvoorwaarden). de handel, de ordening van het parkeren, de invoering van een sluis voor doorgaand verkeer, de realisatie van voorzieningen, de kwaliteitsvolle heraanleg De afbakening van het RUP zal door het gemeentebestuur worden vastgelegd. Het van het Centrumplein en aanleg van het nieuwe Koopwarenplein. lijkt ook noodzakelijk om bestaande rooilijnplannen te wijzigen/vernietigen voor de - De opmaak van het RUP ‘G. Gezellestraat en omgeving’ (in functie van de gehele perimeter van het RUP. Tevens kan het noodzakelijk zijn een rooilijnen, bouw en projectmogelijkheden, nieuwe pleinen, een parkeer en onteigeningsplan op te stellen binnen de procedure van het RUP. Een garageerf, bescherming van beeldbepalende punten, inpassing wijkpark). gemeenteraadsbeslissing voor zowel de aanpassing van bestaande rooilijnplannen - De opmaak van een RUP betreffende de rooilijnenproblematiek (verleggen als de opmaak van een onteigeningsplan is hiervoor aangewezen. ongewenste rooilijnen, afwerkingsregels verspringingen, realisatie en bouwmogelijkheden te realiseren rooilijnen).

Het zoneringsplan werd ingetekend rond de twee belangrijkste entiteiten, namelijk het woongebied in de dorpskern en het Denderpark. Binnen het woongebied komt de ‘stedelijke schakel’ voor die wordt ingetekend als een projectzone. Projectzones zijn gebieden met een gezamenlijke visie in aanleg, vormgeving, fasering en materialisatie. Andere projectzones worden in het gebied voorzien als de noordelijke pleinwand van het Bouchtplein, de noordelijke wand van het kerkplein, het woongebied tussen de Guido Gezellestraat en de Fonteinstraat en het woongebied tussen de Fonteinstraat en het Denderpark. De projectzones zijn gebieden die ontwikkeld dienen te worden met een gemeenschappelijk visie.

ZONERINGSPLAN | 4.1 Opzet p.67

ZONERINGSPLAN | 4.1 Opzet p.68 4.2 TIMING

Voor de opmaak van het RUP wordt een strikte timing vooropgesteld om de definitieve aanvaarding van de gemeenteraad te kunnen organiseren voor de verkiezingen van 2012. Volgende validatiemomenten worden voorgesteld:

- Goedkeuring voorontwerp CBS: begin november;

- Plenaire vergadering: midden december;

- Ontheffing plan m.e.r.plicht dienst MER (indien van toepassing): midden januari (ten laatste);

- Voorlopige vaststelling door de gemeenteraad: midden februari;

- Openbaar onderzoek: eind april tot begin juli;

- Definitieve aanvaarding door de gemeenteraad: midden augustus.

ZONERINGSPLAN | 4.2 Timing p.69

ZONERINGSPLAN | 4.2 Timing p.70