Verenigingsnieuws gmgsnieuws Verenigingsnieuws Verenigingsnieuws Verenigingsnieuws IVrenlgiigsiiieuws. Verenïgings

Onder redactie van de secretaris maart 1991 M. J. Sommeijer, Afd. Sociale Insekten R. U. U. Postbus 80.086, 3508 TB Utrecht

Verslag van de 145e zomervergadering van de Nederlandse Entomologische Vere¬ niging 8-10 juni 1990 te Buurse

De organisatie van de zomerbijeenkomst werd deze keer structies t.b.v. het verzamelen, prepareren en transport verzorgd door een commissie bestaande uit C. Bank, mw. van insecten, han- dige opstellingen voor macro fotogra¬ A. Buijsen, mw. J. Huisman, P. Koomen, J. de Leeuw, R. fie en tips voor het werken met een stereo-microscoop. Schouten en L. Sijstermans. Namens het NEV bestuur Met veel animo werden de gepresenteerde zaken in een maakte C.J. Zwakhals deel uit van de commissie. Even¬ ongedwongen sfeer bediscussieerd. als vorige jaren was gekozen voor een bijeenkomst in een relatief eenvoudige accomodatie, en wel in kamphuis Terreinen "De Meene", Markslagweg 6, Buurse (gemeente Haaks¬ Dankzij de toestemming van Natuurmonumenten en van bergen). Hier overnachtten de meeste deelnemers, enke¬ Staatsbosbeheer kon er ook in hun terreinen verzameld len deden dit in een naburig hotel en allen gebruikten de worden. We zijn beide organisaties zeer erkentelijk voor maaltijden in "De Meene". Ontbijt en lunch werden door hun welwillende medewerking. de organisatiecommissie verzorgd, de diners werden van De voornaamste terreinen die werden bezocht zijn: : nabij gelegen restaurants betrokken. a) Buurserzand; een deels droog zandig, deels vochtig terrein, dat vooral bestaat uit heidevelden met jenever¬ bes, afgewisseld met bos en enkele vennen. Deelnemers b) Witte Veen, bestaande uit vennen met vochtige hei¬ De volgende personen namen aan de zomerbijeenkomst de, loofbos, weiland en op droge gedeelten naaldhout deel : B. van Aartsen, B. Aukema, C.J.N. Bank, P.L.T. met o.a. jeneverbes. Beuk, hr. en mw. Blommers, hr. en mw. van Doesburg, c) Haaksbergerveen, inclusief Buurserveen. Door ver- H.T. Edzes, hr. en mw. Ellis, hr. en mw. Felton, mw. graving van het hoogveen zijn hier een aantal vennen N.C. van Houdt, J. Huijbregts, mw. J. Huisman, P. Koo¬ ontstaan, waartussen zich een vegetatie van vooral do¬ men, J. Krikken, hr. en mw. Küchlein, W. Kuijken, J. de pheide en struikgewas bevindt. Leeuw, V. Lefeber, J.M. Muilwijk, hr. en mw. van Nieu- kerken, H. Nieuwenhuijsen, T. Peeters, H.J. Prijs, hr. en Voor het succes van de ontplooide activiteiten zijn de mw. Schouten, J. Smit, hr. en mw. Sommeijer, L. Sijster¬ weersomstandigheden uiteraard van groot belang. Za¬ mans, G. Vierbergen, R. Vis, D.O. Visser, B.J. van Von¬ terdag was het op de meeste plaatsen droog, maar liet del, J.W. van Zuijlen, C.J. Zwakhals. de zon meest verstek gaan. Zondag zorgden enkele vroe¬ ge regenbuien ervoor dat een aantal mensen hun verza¬ Techni-show melactiviteiten moesten staken. De nacht van zaterdag De zomerbijeenkomst biedt een goede gelegenheid tot op zondag bleek echter voor de verzamelaars van nacht¬ het onderling uitwisselen van kennis over allerlei ento¬ vlinders zeer gunstig. Een groot aantal deelnemers le¬ mologische onderwerpen. Zo stond deze keer de vrijdag¬ verden een overzicht van de verzamelde insecten. Deze avond in het teken van een "techni-show". Hierbij de¬ gegevens zijn in dit verslag gebundeld tot een overzicht monstreerden een aantal deelnemers hun leuke / slimme per orde. In de hierna volgende tekst zijn (tenzij anders / interssante vindingen die het leven van een entomoloog aangegeven) de diverse vindplaatsen aangeduid met de zo nu en dan kunnen veraangenamen. Daarbij kwamen volgende symbolen: vele verschillende onderwerpen aan de orde zoals con¬ bb in of bij de Buurser Beek Rhagonycha lignosa (bz3) bv Buurserveen (O van Haaksbergerveen) CARABIDAE - loopkevers bv2 Buurserveen EIS hok 191.308, tussen veenmos en hei¬ Acupalpus parvulus (wv,wvl) deplaggen, Agonum fuliginosum (wvl,wv4) bz Buurser Zand Agonum gracile (hv,wv,wvl) bzl Buurserzand, Amersfoort coörd.: x=251,l y=464,3. Agonum obscurum (bzl,wv,wvl) Enige jaren geleden afgeplagde heide. Vegetatie be¬ Amara aenea (bzl) staat uit dopheide met wat struikheide en enkele den¬ Amara brunnea (bv) nen en jeneverbessen. Amara communis (bv) bz2 Buurserzand,Amersfoort coörd.: x=251,5 y=464,8. Amara fulva (bv) Beuken/eiken bos met pijpestrootje op venige grond. Amara lunicollis (bzl) bz3 Buurserzand, "Steenhaar", EIS hok 188.308/188.309 Amara plebeja (bzl) geklopt van den. Droog heide terrein, Amara tibialis (bzl) h Haaksbergen, Buurserstraat * Anisodactylus nemorivagus (bv2) hv Haaksbergerveen Asaphidion flavipes (wv) m bij kamphuis "De Meene" Bembidion biguttatum (wv4) ma Het Markslag, EIS hok 191.314 Bembidion bruxellense (bv) wv Witte Veen Bembidion doris (wv,wv4,wvl) wvl Witte Veen, Amersfoort coörd.: x=257,0 y=462,9. Bembidion lampros (hv,wv3) EIS hok 190.314. Oevers van vennen met biezen, veenmos Bembidion obliquum (wv,wvl) e.d. Bradycellus caucasicus (bzl) wv2 Witte Veen, Amersfoort coörd.: x=256,8 y=462,7. In Bradycellus harpalinus (bv,bzl) strooisellaag van bos. Bradycellus ruficollis (bv,bzl,wv3) wv3 Witte Veen, Amersfoort coörd.: x=256,6 y=461,6. Calathus erratus (bzl) Heide. Calathus fuscipes (bzl) wv4 Witte Veen, Amersfoort coörd.: x=256,5 y=461,5. Calathus melanocephalus (bzl,bv) Dode arm van Buurserbeek in eiken/beuken bos. In nat Cymindis macularis (bzl) strooisel op venige grond. Dromius angustus (bz3) Dromius spilotus (bz3) De gebruikte EIS codering is ontleend aan de Dyschirius globosus (bzl,wv,wvl,wv4) "Handleiding en atlas voor het medewerken aan de Eu¬ Elaphrus cupreus (wv4,wvl) ropean Invertebrate Survey". Rijksmuseum van Natuur¬ Elaphrus riparius (bv) lijke Historie. Leiden. Zie voor een nadere verklaring Harpalus aeneus (bzl) van de begrippen "Amersfoort coördi- naat", "kilome- Harpalus latus (bzl) terhok" (opdruk op topografische kaarten) en "uurhok" Harpalus quadripunctatus (bz2) ( = 5X5 kilometerhok) de "Inventarisatieatlas voor flo¬ Harpalus tardus (bzl) ra en fauna van Nederland" (2e druk. Staatsbosbeheer, Leistus rufomarginatus (ma) Dienstvak Terreinbeheer. Natuurwetenschappelijk Ar¬ Loricera pilicornis (wv4) chief, Utrecht 1987) en de "Handleiding voor de ver¬ Miscodera arctica (bzl) slaglegging van entomologische inventarisatiegege- Nebria brevicollis (ma) vens" (Comm. voor Inventarisatie en Natuurbescher¬ * Nebria salina (bzl) ming, Nederl. Entomol. Vereniging, 1987). Notiophilus aquaticus (bv,bzl) Notiophilus biguttatus (wv2,wv4) COLEOPTERA - Kevers * Notiophilus germinyi (bzl) Notiophilus palustris (bv,bzl,hv,wv3) H.T. Edzes, N.C. van Houdt, J. Muilwijk Notiophilus rufipes (wv2) Olisthopus rotundatus (bzl) Patrobus atrorufus (wv4) Nomenclatuur volgens Freude,H., K.W. Harde en G.A. * Pterostichus aterrimus (wvl) Lohse : Die Käfer Mitteleuropas Bd. 1 - 11 (1964-1983). Pterostichus diligensibzl, bv2, hv,wv, wvl) Krefeld. Pterostichus lepidus (bv,bzl) BUPRESTIDAE - prachtkevers Pterostichus minor (bv2,hv,wv,wvl,wv4, wvl) Agrilus biguttatus (ma) niet algemene soort, die aan Pterostichus niger (hv,wv,wv2) dikke eikeschors is gebonden. Pterostichus nigritus (wv4) BYRRHIDAE Pterostichus oblongopunctatus (bz2,wv) Byrrhus pilula (bzl) Pterostichus rhaeticus (wv) CANTHARIDAE - soldaatjes Pterostichus strenuus (wv4) Cantharis obscura (bz3) Pterostichus vernalis (bv) Cantharis livida (bz3) Pterostichus versicolor (bv,bv2,bzl,hv) Stenus boops (wv4) Syntomus truncatellus (bzl) S tenus clavicornis (bzl,wv3) CHRYSOMELIDAE - haantjes Stenus ßavipes (wvl) * Cryptocephalus bipunctatus (bz) op berk Stenus formicetorum (wvl) Luperus longicornis (bv) op wilg Stenus juno (wv4) COCCINELLIDAE - lieveheersbeestjes Stenus latifrons (wvl) Coccinella septempunctata (bzl) Stenus melanarius (wvl,wv4) Myrrha octodecimguttata (bz3) Stenus nanus (wvl) Neomysia oblongoguttata (bz3) Stenus providus (wvl) CUCUJIDAE Stenus rogeri (wv4) Uleiota planata (ma) onder losse eikeschors Tachyporus obtusus (wv2) CURCULIONIDAE - snuitkevers Tachyporus pusillus (bzl) Anthonomus varians (bz3) Xantholinus linearis (wv2) Apion simile (bz) op berk * Zyras humeralis (bzl) Brachonyx pineti (bz3) TENEBRIONÏDAE - zwartlijven Magdalis frontalis (bz3) * Alphitobius diaperinus (ma) Phyllobius pyri (bv,bz) op berk en wilg Crypticus quisquilius (bzl) Polydrosus cervinus (bv) op wilg * Diaperis boleti (wv) niet algemene soort die in Poly- Polydrosus sericeus (bv) op wilg porus zwammen leeft. Strophosoma melanogrammum (ma) Strophosoma laterale (bzl) De met een * aangeduide soorten worden in de lijst van ELATERIDAE - kniptorren Brakman (1966) niet van Overijssel gemeld. In het Buur- Ampedus balteatus (bz3) serzand was sprake van een opvallende soortenrijkdom, Agriotes aterrimus (bz3) vooral bij de loopkevers. Enkele overigens zelden waar¬ Athous subfuscus (bv2,bz3) genomen soorten zijn: Miscodera arctica, Cymindis macu- Cardiophorus ruficollis (bz3) laris en Olistophus rotundatus. Van de kortschildkevers Dalopius marginatus (bz3) is vooral Zyras humeralis het vermelden waard. Ook Haplotarsus incanus (bz3) voor het Witte Veen geldt dat er sprake is van een rijke Prosternon tessellatum (bz3) keverfauna, met name bij de kortschildkevers. Enkele Serieus brunneus (bz3) bijzondere soorten zijn bijv.: Myllaena elongata, Lathro¬ LYCIDAE bium quadratum en Stenus formicetorum. Als bijzonder Lygistopterus sanguineus (bv2) leeft in vermolmd loof¬ loopkevers zijn hier te vermelden Patrobus atrorufus en hout. Enkele imagines op half vergaan berkepaaltje Bembidion doris die in grote aantallen voorkomen. Ago- NEMONYCHIDAE num gracile blijkt hier algemeen te zijn. Pterostichus * Rhinomacer attelaboides (bz3) aterrimus is van slechts weinig plaatsen in Nederland STAPHYLÏNIDAE - kortschildkevers bekend. Atheta elongatula (wv4) Conosoma testaceum (bz2) Enkele andere niet algemene soorten zijn : de loopkevers Drusilla canaliculata (bzl,wv3) Anisodactylus nemorivagus uit het Buurserveen en Dro- Erichsonius cinerascens (wvl) mius angustus van het Buurserzand. Deze laatste soort is Euaesthetus laeviusculus (wvl) gebonden aan den. Euaesthetus ruficapillus (wvl) Geostiba circellaris (bzl) Literatuur Lathrobium brunnipes (wvl,wv4) Lathrobium elongatum (wv4) Brakman, P.J., 1966. Lijst van Coleoptera uit Nederland Lathrobium fovulum (wv4) en het omliggend gebied.-- Monogr. ned. ent. Veren. 2: x, Lathrobium geminum (bz2) 1-219, 1 fig. Lathrobium quadratum (wvl) Lathrobium terminatum (wvl) Waterkevers Lesteva longelytrata (wv4) Myllaena dubia (wvl) B. J. van Vondel * Myllaena elongata (wvl) * Myllaena gracilis (wv4) De waterkevers stammen van de volgende monsterpun¬ Othius myrmecophilus (bzl) ten: Philonthus nigrita (wvl) 1. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, oude tak van de Buurse Quedius boops (bzl,wv3) beek. Stilstaand, overschaduwd, bodem met bladafval. Quedius lateralis (bz2) Op de oever Gele Lis. Quedius tristis (bzl) 2. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, poeltjes in Sphagnum. 3. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, in Buurser beek. GYRINIDAE 4. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, vennen, Sphagnum. Gyrinus substriatus 1, 7 5. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, greppel, vrijwel dicht¬ HYDROPHILIDAE gegroeid. aequalis 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 10 6. Buurse, Witte Veen, 9.vi.l990, greppel, veel dood Helophorus brevipalpis 1, 2, 6, 7, 8, 10 blad, pitrus. Helophorus obscurus 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8,10, 11 7. Buurse, ca. 2 km ten w., 10.vi.1990, beekslootje, zand¬ * Helophorus minutus 7, 11 bodem. * Helophorus griseus 2 8. Buurse, Buurserzand, 10.vi.1990, poeltje in heideter- Hydrobius fuscipes 1, 6, 8 rein, opp. 1/4 m2, diep 30 cm. Anacaena globulus 5 9. Buurse, Buurserzand, 10.vi. 1990, grote ven. * Anacaena lutescens 1, 2, 5, 6, 8 10. Buurse, Steenhaar, 10.vi.1990, veenpoeltjes in heide¬ Laccobius minutus 7 gebied. * Laccobius cf. obscuratus 7 11. Buurse, Steenhaar, bij einde Steenhaar weg, * Laccobius cf. atrocephalus 3 10.vi.1990, vennetjes. Helochares punctatus 2, 4, 8, 9, 10, 11 * Enochrus ochropterus 2 HALIPLIDAE Enochrus affinis 2, 7 Haliplus lineatocollis 7 * Enochrus coarctatus 2, 4, 6, 9, 11 Haliplus ruficollis 7 Berosus luridus 10, 11 * Haliplus heydeni 7 ELMIDAE Haliplus fluviatilis 3 * EZmz's aenea 3 NOTERIDAE Oulimnius tuberculatus 3 Noterus crassicornis 9, 11 DYTISCIDAE De met een * aangeduide soorten worden in de lijst van Laccophilus hyalinus 3, 7 Brakman (1966) niet van Overijssel gemeld. Een groot Bidessus unistriatus aantal van de genoemde soorten hebben voorkeur voor * Bidessus grossepunctatus 9, 10 zure wateren of zijn er zelfs min of meer van afhankelijk. * Hygrotus inaequalis 3, 4, 9 Het voorkomen van Elmidae zoals Elmis aenea in de * Hygrotus decoratus 2, 10 Buurser beek (bemonsterd is in een bochtig gedeelte, Hydroporus neglectus 2, 6 waarin redelijke stroomsnelheden voorkomen) duidt op Hydroporus umbrosus 2, 4, 5, 9, 10,11 een behoorlijke waterkwaliteit. Dit bochtige min of Hydroporus tristis 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10 meer natuurlijke karakter moet beslist zo blijven. In het Hydroporus piceus (= gyllenhalli; Nieukerken, 1982) 5 Witte Veen zijn in de vennen de waterkevers in een zeer Hydroporus incognitus 1,6,7 lage dichtheid aangetroffen. Het water is er waar¬ Hydroporus erythrocephalus 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11 schijnlijk zeer voedselarm. Hydroporus obscurus 5,10, 11 Hydroporus planus 1, 5, 6, 7, 8, 10 Literatuur Hydroporus pubescens 1, 5, 6, 8, 9, 10, 11 Hydroporus melanarius 5 Brakman, P.J., 1966. Lijst van Coleoptera uit Nederland Hydroporus memnonius 5, 6, 7, 8, en het omliggend gebied.- Monogr. ned. ent. Veren. 2: x, Potamonectes depressus elegans 3 1-219, 1 fig. Copelatus haemorrhoidalis 2 Nieukerken, E.J. van 1982. Handleiding voor het project Agabus chalconotus 1, 6, 8, 9, 11 waterkevers. - Instructies voor medewerkers EIS - Agabus bipustulatus 1, 2, 5, 6, 10 Nederland 6:1-28. Agabus sturmii 1, 6, 7 Agabus affinis 2 Mest- en aaskevers Agabus congener 5, 8 Agabus labiatus 11 J. Huijbregts & J. Krikken Ilybius fuliginosus 10 Ilybius guitiger 5, 6, 8,10,11 Evenals tijdens de zomervergaderingen in Haamstede en Rhantus exsoletus 10 Zuidwolde zijn ter bestudering van mest- en aaskevers Colymbetes fuscus 6 bodemvallen geplaatst. Op zaterdag 9 en zondag 10 juni * Colymbetes paykulli 6 werden in het reservaat Witte Veen in totaal 4 series Hydaticus seminiger (wv) van 4 vallen ingegraven, die op vrijdag 15 juni weer * Graphoderus zonatus 10, 11 werden geleegd. Deze vallen bestonden uit plastic yo- Graphoderus cinereus 10 ghurt-bekers van 0,5 liter; als conserverings-vloeistof Acilius canaliculatus 6 werd een waterige chloralhydraatoplossing gebruikt Dytiscus marginalis 6 waaraan een druppeltje detergent was toegevoegd. Bo-

i V ven de tot de rand ingegraven vallen werd lokaas opge¬ C. van Houdt, *J. Huijbregts, *J. Kuijper-Nannenga, *F. hangen in geperforeerde plastic zakjes. Op vier plekken van Nunen, E.A.M. Speijer e.a., *H. Turin e.a., H.J. Val- werden telkens vier vallen ingegraven, waarvan twee lenduuk, *B.J. van Vondel, *0. Vorst, *G. Withaar. Van met vis en twee met menselijke faeces. de met een * gemerkte personen zijn gegevens ontvangen, waarmee J. Huijbregts het volgende overzicht heeft De vallenseries stonden in heide (1), vochtig bos (2), samengesteld. open ruderaal terrein (3) en droog bos (4). Vallenserie (1) bevond zich in km hok 257-463, de overige vallen in km * = Volgens de lijst van Brakman(1966) nog niet uit hok 256-462. Het monstemummer van de mestvallen be¬ Overijssel bekend vat een M, dat van de visvallen een V. + = Typische hoogveen bewoner en/of soort van zure wa¬ teren Voor zover het materiaal momenteel op naam gebracht is, zijn de soorten opgenomen in tabel 1 (nomenclatuur CARABIDAE - loopkevers volgens Brakman (1966). Van de Catopidae zijn slechts Cicindela campestris op paden de mannetjes op naam gebracht. O.a. Histeridae, Ptilii- Leistus rufomargimtus dae en enkele Staphylinidae- genera moeten nog be¬ Elaphrus cupreus werkt worden. * Dyschirius luedersi Bembidion lampros Hoewel de vallen op betrekkelijk korte afstand ( < 1 Bembidion properans km) van elkaar geplaatst waren, bestaan er toch duide¬ Bembidion bruxellense lijke verschillen m.b.t. soortensamenstelling. Vrijwel Bembidion tetracolum Say alle soorten zijn wijd verspreid en eurytoop. Een uitzon¬ * + Bembidion humerale Sturm dering hierop is Agonum ericeti, een stenotope soort die Bembidion doris kenmerkend is voor hoogvenen. Bembidion guttula Harpalus rufipes Van een aantal taxa wordt aangenomen dat zij niet spe¬ Harpalus quadripunctatus cifiek door mest of aas werden aangetrokken, omdat zij Acupalpus ßavicollis in min of meer gelijke aantallen in zowel aas- als mest¬ Acupalpus parvulus vallen aangetroffen werden (bv Pterostichus). Van de 31 Amara aenea soorten die wel op mest of aas afkwamen hadden 16 een * Amara cursitans duidelijke voorkeur voor aas tegen 8 voor mest. Van deze Pterostichus oblongopunctatus 31 soorten kwamen 17 alleen in bos tegen 6 alleen in open * Pterostichus rhaeticus terrein voor. Door Krikken (1978) werd geconstateerd Pterostichus minor dat de mate van schaduw (bos vs open terrein) een be¬ Pterostichus diligens langrijke factor is voor grofwild-mestkevers. Ook in het Agonum sexpunctatum Witte Veen blijkt de mate van schaduw belangrijk te Agonum fuliginosum zijn, zowel voor mest- als voor aaskevers. Agonum viduum + Agonum gracile Verder onderzoek aan een grotere dataset is echter nood¬ Agonum thoreyi zakelijk om tot hardere uitspraken over de voorkeuren NOTERIDAE van de diverse soorten te komen. Noterus crassicornis DYTISCIDAE - waterkevers Literatuur Hyphydrus ovatus Coelambus impressopunctatus Brakman, P.J., 1966. Lijst van Coleoptera uit Nederland * Hygrotus inaequalis en het omliggend gebied.— Monogr. ned. ent. Veren. 2: x, * + Hygrotus decoratus 1-219, 1 fig. * + Hydroporus scalesianus Krikken, J., 1982. Interessante Aphodius-soorten (Cole¬ Hydroporus angustatus optera: ) uit mest van Nederlands grof¬ + Hydroporus neglectus wild.- Zool. Bijdr. 23: 137-147, fig. 1-4, pl. 1. Hydroporus umbrosus + Hydroporus tristis Hydroporus incognitus Excursie Haaksbergerveen 27 mei 1989 Hydroporus erythrocephalus + Hydroporus obscurus 27 mei 1989 organiseerde de sectie Everts van de Neder¬ Hydroporus planus landse Entomologische Vereniging een excursie naar het + Hydroporus pubescens Haaksbergerveen. Als excursieleider trad F.van Stui- Hydroporus memnonius venbrg op. De overige deelnemers waren : *H.T. Edzes, Agabus bipustulatus Tabel 1. Mest- en aaskevers in het Witte Veen

IM IV 2M 2V 3M 3V 4M 4V

Carabus purpurascens 1 Carabus memoralis 1 Leistus rufescens Notiophilus palustris 1 Notiophilus biguttatus 1 2 Dyschirius globosus Harpalus latus 2 Amara sp. 2 Pterostichus coerulescens 40 Pterostichus oblongopunctatus 5 3 Pterostichus diligens Agonum ericeti Sphaeridium lunatum Cercyon impressus Cercyon lateralis 6 Necrophorus humator 4 2 Necrophorus vespilloides 73 2 12 Necrophorus vespillo 3 Thanatophilus rugosus Thanatophilus sinuatus Oeceoptoma thoracicum 1 1 Phosphuga atrata 1 Nargus velox 1 Sciodrepoides watsoni 19 3 Sciodrepoides fumatus 22 4 Catops subfuscus 2 Catops coracinus 1 1 Catops kirbyi 1 Catops chrysomeloides 1 4 Catops nigrita 8 4 7 Catops fuliginosus 1 Proteinus sp. 1 3 1 Proteinus sp. 2 2 1 Omalium sp. 1 1 Olophrum piceum Oxytelus sculpturatus Stilicus sp. Xantholinus sp. 1 Xantholinus sp. 2 Philonthus splendens Philonthus laminatus Philonthus politus Philonthus sp. T Philonthus sp. 2 1 Philonthus sp. 3 Philonthus sp. 4 Philonthus sp. 5 Philonthus sp. 6

vi Tabel 1. Mest- en aaskevers in het Witte Veen vervolg

1M IV 2M 2V 3M 3V 4M 4V

Philonthus sp. 6 1 Staphylinus fossor 1 Quedius sp. 1 1 2 Quedius sp. 2 1 Conosoma immaculatum 1 Tachinus humeralis 3 Tachinus rufipes 1 Tachinus corticinus 3 Autalia sp. 4 Sip alia sp. 1 4 Astilbus canaliculatus 3 Ocalea picata 4 * Omosita discoidea 1 2 Onthophagus similis 1 128 Onthophagus coenobita 1 2 Aphodius rufipes 1

aantal exemplaren 53 23 28 173 197 28 18 49 aantal soorten 8 9 12 29 16 7 9 18

Agabus sturmii Cymbiodyta marginella + Agabus affinis SCAPHIIDAE + Agabus congener Scaphosoma agaricinum Copelatus haemorrhoidalis STAPHYLINIDAE - kortschildkevers Ilybius ater S tenus juno * Ilybius subaeneus S tenus roger Ilybius guttiger * + Stenus incrassatus + Ilybius aenescens Stenus canaliculatus Rhantus grapii Stenus cicindeloides Rhantus suturalis * + Stenus kiesenwetteri Rhantus exsoletus Stenus bifoveolatus Colymbetes fuscus Euaesthethus laeviusculus + Colymbetes paykulli Paederus riparius Hydaticus seminiger Lathrobium terminatum * + Graphoderus zonatus Lathrobium geminum Graphoderus cinereus Lathrobium brunnipes + Acilius canaliculatus Cryptobium fracticorne Dytiscus marginalis Philonthus quisquilarius HYDROPHILIDAE + Acylophorus wagenschieberi Helophorus aequalis + Gymnusa brevicollis carinatus + Deubelia picina Coelostoma orbiculare Oxypoda elongatula Cercyon convexiusculus PSELAPHIDAE Hydrobius fuscipes Pselaphus heisei Anacaena globulus HISTERIDAE Anacaena limbata Hist er striola Anacaena lutescens CANTHARIDAE Helochares punctatus Rhagonycha testacea * Enochrus melanocephalus Rhagonycha limbata Enochrus affinis ELATERIDAE - kniptorren * Enochrus coarctatus Elater pomonae

vii * Elater elongatulus Opmerkingen bij de soortenlijst Elater balteatus Athous sub fus eus In totaal werden 143 verschillende soorten tijdens de ex¬ Corymbites incanus cursie waargenomen. Hiervan bleken er 17, volgens de Agriotes aterrimus lijst van Brakmand 966), niet eerder uit Overijssel ge¬ Dalopius marginatus meld te zijn. Deze soorten zijn met een sterretje gemar¬ HELODIDAE keerd. Hierbij moet worden aangetekend dat (nog) geen Cyphon hilaris rekening gehouden is met soorten waarvan het voorko¬ COCCINELLIDAE - lieveheersbeestjes men in deze provincie na het verschijnen van de lijst is Adalia bipunctata gepubliceerd. Exochomus nigromaculatus OEDEMERIDAE Van de 143 soorten is het overgrote deel niet bijzonder Oedemera lurida karakteristiek voor het onderzochte gebied; dat wil TENEBRIONIDAE - zwartlijven zeggen dat zij op veel verschillende plaatsen in Neder¬ * Diaperus boleti in zwam op berk land gevonden zijn of zouden kunnen worden. De met een CERAMBYCID AE - boktorren kruisje gemarkeerde soorten zijn in meer of mindere mate * Judolia cerambyciformis karakteristiek voor zure wateren cq. hoogveen. Van en¬ CHRYSOMELIDAE - haantjes kele bijzondere soorten worden hieronder wat meer de¬ Plateumaris sericea tails vermeld. Cryptocephalus parvulus Phytodecta olivaceus op brem Overigens dient te worden opgemerkt dat een excursie Lochmaea capreae op wilg van één dag met een beperkt aantal mensen geenszins een Luperus longicornis op wilg min of meer compleet overzicht van de keverfauna van Agelastica alni het gebied kan opleveren. Bij een uitgebreider onderzoek Chalcoides aurata zou zeker een veelvoud van de nu aangetroffen soorten Mantura chrysanthemi geconstateerd kunnen worden. Cassida sanguinosa BRUCHIDAE Loopkevers: Bembidion humerale is een uitgesproken Bruchidius fasciatus hoogveensoort, die tot nu toe nog niet uit het Haaks- CURCULIONIDAE - snuitkevers bergerveen bekend was. Otiorrhynchus singularis op vuilboom Phyllobius pyri op berk Waterkevers: Voor de waterkeveraars was Colymbetes Phyllobius betulae op berk paykulli, waarvan het eerste exemplaar door B.J. van Phyllobius virideaeris Vondel gevangen werd, de vondst van de dag. Deze soort Phyllobius calcaratus werd voor het eerst uit Nederland gemeld in 1971 door Rhynchites cervinus Laeyendekker & Nieser. Zij hadden deze oostelijke Sitona regensteinensis op brem soort, die in ons land zijn westgrens bereikt, gevonden in Sitona lineatus Winterswijk (Vragenderveen, Meddose veen). Sindsdien Anoplus plantaris op berk werden nog enkele vindplaatsen in het oosten van het Cidnorrhinus quadrimaculatus op brandnetel land bekend, die echter niet gepubliceerd werden. Op¬ Cionus tuberculosus op helmkruid merkelijk was dat beide Colymbetes-soorten soms in één Cionus hortulanus op helmkruid slag van het net gevonden werden. Rhynchaenus jota op berk Het centrale gedeelte, dat door een damwand van de Rhynchaenus rusci op wilg rest is afgescheiden, bleek opvallend arm aan water¬ Rhamphus pulicarius op berk kevers, zowel aan exemplaren als aan soorten. Notaris acridulus Apion fuscirostre op brem Apion simile op berk Apion minimum op berk DICTYOFTERA - krekels Deporaus betulae op berk Rhynchites germanicus A.C. & W.N. Ellis, det. J.H. Woudstra Pselaphorhynchites tomentosus op wilg Pselaphorhynchites longiceps Ectobius sylvestris (bv) DIPTE RA Platypalpus pallidiventris (hv) Platypalpus strigifrons (hv) B. van Aartsen, P.L.T. Beuk en H.J. Prijs Tachydromia arrogans (m) Tachydromia morio (bb) Tachydromia terricola (bb) Nematocera - muggen Tachypeza nubila (bb,hv) DOLICHOPODIDAE - slankpootvliegen ANISOPODIDAE - venstermuggen Campsicnemus scambus (bb) Anisopoda fenestralis (bb,m) Chrysotus collini (hv) Anisopoda punctata (m) Chrysotus gramineus (bb,hv) SCATOPSIDAE Chrysotus neglectus (hv) Rhegmoclema collini (bb) Dolichopus brevipennis (bb,hv) Dolichopus discifer (hv) Brachycera - vliegen Dolichopus longicornis (bb) Dolichopus plumipes (bb) STRATIOMYIDAE - wapenvliegen Dolichopus simplex (hv) Sargus cuprarius (m) Dolichopus subpennatus (bb) Zabrachia tenella (bb) Dolichopus ungulatus (bb) TABANIDAE - dazen Hercostomus aerosus (hv) Chrysops caecutiens (bb,bv) Hercostomus cupreus (bb) Haematopota italica ( wv) Medetera truncorum (bb,hv) Heptatoma pellucens (bb,wv) Sciapus platypterus (m) Hybomitra bimaculata (bb,hv) Sciapus wiedemanni (bb) Hybomitra montana (bv) Xanthochlorus tenellus (m) Hybomitra ciureai (bb,bv) PIPUNCULIDAE - oogkopvliegen RHAGIONIDAE - snavelvliegen Verrallia aucta (hv) Chrysopilus auratus (bb) SYRPHIDAE - zweefvliegen Rhagio lineola (bb,bz,wv) Syrphus torvus (bb,bv,hv,wv) Rhagio tringarius (bb) Syrphus vitripennis (bb) Rhagio scolopaceus (bb,bz,hv,wv) Scaeva pyrastri (bb) THEREVIDAE - viltvliegen Anasimyia contracta (bv) Dialineura anilis (bb) Anasimyia transfuga (bv) Thereva nobilitata (bz) Anasimyia lineata (bb,bv,hv,wv) ASILIDAE - roofvliegen Brachypalpoides lentus (bb) Dioctria atricapilla (bb,bz,hv,wv) Cheilosia albitarsis (bb,wv) Dioctria hyalipennis (bb,bv,bz,hv,wv) Cheilosia variabilis (bb) Dysmachus trigonus (bz) Chrysotoxum cautum (bb) Leptogaster cylindrica (bb) Dasysyrphus albostriatus (hv) Neoitamus cyanurus (bb) Dasysyrphus lunulatus (bb,bv) ACROCERIDAE - kogelvliegen Doros conopseus (bv) Paracrocera orbiculus (bz) Episyrphus balteatus (bb,bz,hv,wv) EMPIDIDAE - dansvliegen Eristalis arbustorum (bb,hv) Empis aestiva (bb,bv,m) Eristalis horticola (bb,bv) Empis prodromus (bb,bv,hv) Eristalis intricarius (wv) Empis tessellata (bb) Eristalis nemorumibb) Hilara canescens (m) Eristalis pertinax (bb,hv,wv) Hilara chorica (bb,hv,m,wv) Eristalis pratorum (bb) Hilara cingulata (hv) Eristalis tenax (bb,hv,m) Hilara flavipes (m) Helophilus pendulus (bb,hv,m) Hilara interstincta (bb,hv) Melanostoma mellinum (bb,bv,wv) Hilara nitidula (hv) Melanostoma scalare (bb,bv) Hilara obscura (bb,hv) Myathropa florea (bb,m,wv) Rhamphomyia barbata (m,wv) Neoascia dispar (bb,bv,hv,wv) HYBOTÏDAE - dansvliegen Orthonevra intermedia (bb,bv,hv) Euthyneura myrtilli (m) Paragus haemorrhous (hv) Hybos culiciformis (bb) Parhelophilus consimilis (hv) Platypalpus annulatus (bb,hv) Platycheirus albimanus (bb,bv) Platypalpus interstinctus (bb) Platycheirus angustatus (bv,hv,wv) Platycheirus clypeatus (bb,bv,hv) De uit het Witteveen (wv) vermelde soorten zijn verza¬ Platycheirus scambus (hv) meld met een tweetal Malaise vallen die in km hok 256- Pyrophaena granditarsa (bv) 463 stonden opgesteld. Een val stond er alleen gedurende Rhingia campestris (bb,wv) het weekend, de andere tot 16 juni. Scaeva selenitica (hv) Vijf van bovengenoemde soorten zijn nog niet eerder uit Sphaerophoria scripta (bb,bv,bz,hv,wv) Nederland vermeld : Rhegmoclema collini, Tachydro- Sphaerophoria batava (bb) mia morio, Chrysotus collini Fannia atra en Polietes me¬ Syritta pipiens (bb,bv,hv,wv) ridionalis. Fannia atra is in Europa nog maar in een be¬ Volucella bombylans (m) perkt aantal landen gevonden. Hoewel Polietes Volucella bombylans plumata (wv) meridionalis nog niet eerder uit Nederland is gemeld, is Xylota segnis (bb) deze soort zeker niet zeldzaam; hij is echter pas in 1963 TEPHRITIDAE - boorvliegem beschreven. Van de Fanniidae en Muscidae is de ver¬ Urophora cardui (bb) spreiding in Nederland nog maar slecht bekend. Kabos Tephritis vespertina (bb) (1975) geeft de meest recente informatie. Fannia similis SEPSIDAE - wenkvliegen wordt niet door Kabos vermeld, maar wel door de Meij- Saltella sphondylii (bb,hv,wv) ere (1939); deze soort is eerder gewoon dan zeldzaam. In Sepsis cynipsea (bb,wv) bovenstaand overzicht van de Fanniidae en Muscidae is Sepsis fulgens (wv) de nomenclatuur volgens Pont (1986) gebruikt. Sepsis orthocnemis (hv,wv) Enkele andere bijzondere vangsten zijn : SCIOMYZIDAE - slakkendodende vliegen Paracrocera orbiculus. Van deze zeldzame soort zijn nog Pherbina intermedia (bb) slechts weinige exemplaren uit Nederland bekend. SPHAEROCERIDAE Coenosia femoralis. Is aan de kust gewoon maar in moe¬ Copromyza stercoraria (bb) rassige delen van het binnenland niet meer dan ver¬ OPOMYZIDAE spreid aanwezig. Geomyza tripunctata (bb) Coenosia trilineella. Wordt zelden waargenomen Opomyza germinationis (hv,m) DROSOPHILIDAE - fruitvliegjes Literatuur Drosophila fenestratum (bb) Scaptomyza gramium (bb) de Meijere, J.C.H. 1939 Naamlijst van Nederlandse Dip- Scaptomyza pallida (bb) tera - Tijdschr. Ent. 82:137-174. FANNIDAE Kabos, W.J. 1975 Nederlandse vliegen - Muscidae. - Fannia armata bv,(wv) Wet. Meded. k. nederl. natuurh. Veren. 110 Fannia atra (wv) Pont, A.C. 1986 Fanniidae and Muscidae; in: Soos ,A., Fannia fuscula (hv,wv) Papp, L., Catalogue of Palearctic Diptera 11. Fannia rondanii (bv,wv) Fannia similis (wv) MUSCIDAE - Wantsen Coenosia femoralis (bv) Coenosia tigrina (bz,wv) Berend Aukema Coenosia trilineella (wv) Hydrotaea armipes (wv) Het overzicht omvat naast waarnemingen van de auteur Hydrotaea irritans (bv,bz,hv,wv) ook gegevens van materiaal verzameld door P.L.T. Hydrotaea palaestrica (wv) Beuk, H.T. Edzes, A.C & W.N. Ellis (in coll. Zool. Mus., Mesembrina meridiana (wv) Amsterdam, det. J.H. Woudstra), N.C. van Houdt, J. Musea autumnalis (wv) Muilwijk en B.J. van Vondel. Nomenclatuur volgens Au¬ Mydaea ancilla (wv) kema (1989). De met een ster * aangeduide soorten waren Mydaea urbana (wv) tot nu toe niet uit Overijssel vermeld. Phaonia errans (wv) Phaonia fuscata (bv,bz,wv) NEPIDAE Phaonia incana (bz,bz,hv,wv) Nepa cinerea (bb,hv) Phaonia pallida (wv) CORIXIDAE Phaonia rufiventris (wv) Micronecta poweri (bb) In groot aantal, waaronder drie Phaonia subventa (wv) macroptere vrouwtjes, in de Buurser Beek. De vierde Phaonia tuguriorum (bv,bz,wv) waarneming voor Nederland na eerdere vondsten in Phaonia valida (wv) Oirschot (1908), Winterswijk (1921) en Oud-Ootmarsum Polietes lardaria (bv,bz,wv) (1966). Polietes meridionalis (bz,wv) Cymatia bonsdorfii (hv,wv) Stomoxys calcitrans (wv) Cymatia coleoptrata (hv,wv)

X Glaenocorisa propinqua (wv) Niet algemeen, in schone Psallus luridus (wv) op larix diepe vennen en zandplassen. Het betreffende ven in het * Phoenicocoris modestus (bzl) In aantal van den gek¬ Witte Veen kan gezien het algemene voorkomen van lopt. Nieuw voor de Nederlandse fauna (Aukemal990b). Callicorixa praeusta als voedselrijk gekwalificeerd Phoenicocoris obscurellus (bz,wv) worden, zodat het voorkomen van Glaenocorisa verras¬ Atractotomus magnicornis (bv,bzl,wv) larven op spar send te noemen is. Plagiognathus vitellinus (wv) op larix * Arctocorisa germari (wv) Hallodapus rufescens (bzl) Met larven tussen mos onder Callicorixa praeusta (hv,wv) struikheide.(een vrouwtje leg. H.T. Edzes, coll. B. Auke¬ Corixa punctata (wv) ma) Zeldzaam, de zesde "recente" vindplaats in Neder¬ Hesperocorixa sahlbergi (hv,wv,wv4) land (Aukema 1989). Sigara nigrolineata (wv) Sysytellonotus triguttatus (bzl) Sigara semistriata (wv) Cremnocephalus albolineatus (bzl) In aantal op grove Sigara striata (wv) den. Tot nu toe bekend van één vindplaats in Drenthe Sigara distincta (wv) (Spier) en zeven in Overijssel (Aukema 1989: Aukema Sigara scotti (wv) 1990b) NAUCOR1DAE cinnamopterus (bzl,hv) larven op den llyocoris cimicoides (bb,hv,wv) Cyllecoris histrionicus (bzl,hv,wv) HEBRIDAE Orthotylus fuscescens (bzl) Vijfde vindplaats in Neder¬ Hebrus pusillus (wv) land. Was bekend van Diepenveen, de Hoge Veluwe, Hebrus ruficeps (wv) Schaarsbergen en Lomm (Aukema, 1989). VELIIDAE Orthotylus marginalis (hv) Velia caprai (bb) larven Orthotylus ericetorum (bzl) larven onder struikheide Microvelia reticulata (wv) Lygus gemellatus (wv) GERRIDAE Pinalitus rubricatus (bzl,wv) larven op spar Gerris lacustris (hv,wv,wv4) Lygocoris contaminatus (bv,bz,hv) Gerris odontogaster (wv) de microptere zomergeneratie Camptozygum aequale (bzl,hv) larven op grove den Gerris thoracicus (wv) Dichrooscytus rufipennis (bzl) SALDIDAE Phytocoris dimidiatus (m) een mannetje op licht Saldula saltatoria (wv) Capsus pilifer (hv) in aantal op pijpestrootje Chartoscirta cocksii (hv) Stenodema calcarata (hv,wv) NOTONECTIDAE Stenodema holsata (wv) Notonecta glauca (wv4) Notostira elongata (wv) TINGIDAE Leptopterna dolobrata (hv,wv) Tingis cardui (wv) Leptopterna ferrugata (wv) MICROPHYSIDAE NABIDAE Loricula bipunctata (bzl) Himacerus apterus (bzl) larven Loricula elegantula (bzl,wv) Nabicula lineata (hv) larven Myrmedobia coleoptrata (bzl) Nabis ericertorum (bzl,wv) 4 Myrmedobia distinguenda (bz) Een mannetje en vier Nabis rugosus (wv) larven, uitsluitend op vochtige, met korstmossen be¬ ANTHOCORIDAE dekte takken van jeneverbes. De vierde vindplaats in Acompocoris pygmaeus (bzl) vrouwtjes op grove den Nederland. Was alleen bekend uit Gelderland (Leuve- Elatophilus nigricornis (bzl) een vrouwtje op grove den num, Putten en Rheden). Sinds 1913 niet meer in Neder¬ Anthocoris confusus (bzl) land waargenomen (Aukema 1990a). Anthocoris nemorum (bzl) Myrmedobia exilis (wv) Orius minutus (bzl) REDUVIIDAE Monalocoris filicis (wv) Empicoris vagabundus (bzl) larven op jeneverbes Deraeocoris annulipes (wv) larven op larix * Rhynocoris annulatus (bzl) een vrouwtje onder dophei¬ Deraeocoris scutellaris (bzl) een vrouwtje onder do¬ de (leg. N.C. van Houdt, coll. B. Aukema). Zeldzaam, pheide recent alleen in Drenthe (Dwingeloo, Wijster) gevangen Alloeotomus sp. (bzl) larven op grove den (Aukema, 1989). Phylus melanocephalus (bzl,hv,wv) Coranus sp. (bzl) larven tussen dop- en struikheide Phylus palliceps (hv,wv) ARADIDAEE Plesiodema pinetellum (bzl) Aradus cinnamomeus (bzl) Een brachypteer vrouwtje op Psallus perrisi (bzl) grove den Psallus albicinctus (wv) LYGAEIDAE Psallus confusus (bzl,hv,wv) Kleidocerys resedae (bv,hv) Psallus varians (bzl) Cymus melanocephalus (hv,wv) Gastrodes grossipes (bzl) Leptothorax muscorum (bz) Ischnocoris angustulus (bzl) Leptothorax nylanderi (bz,h) Scolopostethus decoratus (bzl,wv) Myrmica ruginodis (wv) Peritrechus geniculatus (hv,wv) Lasius fuliginosus (wv) Macrodema microptera (bzl) Lasius niger (h,ma,wv) Pterotmetus staphiliniformis (bzl) Tetramorium caespitum (bz) Tapezonotus arenarius (wv) POMPILIDAE - spinnendoders COREIDAE Anoplius nigerrimus (wv) Coreus marginatus (bv) Anoplius viaticus (bz) PENTATOMIDAE Arachnospila anceps (h) Aelia klugii (wv) Arachnospila spissa (bz,m,wv) * Chlorochroa pinicola (bzl) larven op grove den; de Dipogon subintermedius (m,wv) tweede vindplaats in Overijssel, zie Aukema, 1990b) Episyron rufipes (bz) Pentatoma rufipes (bzl) larven Evagetes crassicornis (h) Zicrona caerulea (bzl,hv) * Homonotus sanguinolentus (wv) ACANTOSOMATIDAE Pompilus cinereus (bz) Cyphostethus tristriatus (wv) Priocnemis hyalinata (wv) Priocnemis perturbator (bz) Literatuur EUMENIDAE - plooiwespen Ancistrocerus parietum (bz) Aukema, B., 1989. Annotated checklist of - Eumenes coarctatus (wv) heteroptera of The Netherlands. - Tijdschr. Ent. 132: 1- * Pterocheilus phaleratus (bz) 104. Symmorphus mutinensis (m) Aukema, B., 1990a. Myrmedobia distinguenda weer in VESPIDAE - plooiwespen Nederland waargenomen (Heteroptera: Microphysi- Vespa crabro (m) op licht dae). - Ent. Ber., Amst. 50 (11): 157-158. SPHECIDAE - Graafwespen Aukema, B., 1990b. Drie miriden nieuw voor Nederland Ammophila pubescens (bz) (Heteroptera: Miridae). - Ent. Ber., Amst. 50, in druk. Ammophila sabulosa (bz,m) Argogorytes mystaceus (wv) HOMOPTERA - cicaden Cerceris rybyensis (bz) Crabro cribrarius (bz,hv) A.C. & W.N. Ellis, det. J.H. Woudstra Crabro peltarius (bz,m) Crabro scutellatus (bz,hv,m,wv) Crossocerus tarsatus (bz) Jassargus distinguendus (bv,wv) Crossocerus wesmaeli (bz,hv) Macustus grisescens (bv,wv) Crossocerus quadrimaculatus (h) Neophilaenus lineatus (bv) Lestica subterranea (bz) Lindenius albilabris (bz) HYMENOPTERA - vliesvleugeligen Mimesa lutarius (bz) Minumesa atratina (bz,ma) ACULEATA - angeldragers Oxybelus bipunctatus (bz) Oxybelus uniglumis (bz,hv) L.H.M. Blommers, J.C. Felton, H.N. Nieu- Passaloecus corniger (ma) wenhuysen, V. Lefeber, J. Smit & T. Peeters Passaloecus singularis (ma) Tachysphex pompiliformis (bz,h) Tachysphex unicolor (nitidus auct.) (bz) CHRYSIDIDAE - goudwespen Trypoxylon clavicerum (ma) Trichrysis cyanea (m,ma,wv) Trypoxylon ßgulus auct. (bz,wv) Chrysis impressa (wv) APIDAE - bijen TYPHIIDAE - dolkwespen Andrena humilis (hv) Myrmosa rnelanocephala (wv) Chelostoma florisomne (m) MUTILLIDAE - mierwespen Bombus lucorum (wv) Smicromyrme rufipes (bz) Bombus pascuorum (bz,wv) FORMICIDAE - mieren Bombus pratorum (wv) Formica fusca (bz,h,wv) Bombus hortorum (m) Formica polyctena (bz) Bombus hypnorum (wv) Formica rufa ((h) Bombus terrestris (wv) Formica sanguinea (bz,h) Lasioglossum leucozonium (hv,m) Leptothorax acervorum (h)

xii Lasioglossum prasinum (bz) PARASITICA - Sluipwespen Lasioglossum mfitarse / lativenire (bz,hv) Lasioglossum zonulus (bb) ICHNEUMOMIDAE Nomada alboguttata (bz) Sphecodes pellucidus (bz) CJ. Zwakhals Door de minder gunstige weersomstandigheden bleef het aantal verzamelde aculeaten vrij laag (57 soorten, 176 Subfamilie Ichneumoninae exemplaren, exclusief mieren). Er is echter toch een nu¬ Achaius oratorius (bb,bv,wv) merieke analyse toegepast om enigszins een indruk te Coelichneumon auspex (wv) verkrijgen van de structuur van de aculeaten fauna. Coelichneumon cyaniventris (bb) Hierbij zijn de mieren buiten beschouwing gelaten. De re¬ Coelichneumon falsificus (wv) sultaten van de analyse zijn in hieronder samengevat. Coelichneumon nigerrimus (wv) Cratichneumon culex (wv) Aantal individuen (N) 176 Ctenichneumon panzeri (bb) Aantal soorten (S) 57 Diphyus palliatorius (wv) Rijkdom vlgs Margaleff: (S-D/lnN 10.8 Subfamilie Pimplirtae Nmax (aantal in grootste groep) 33 Is ere pus stercorator (bv) Dominantie (Nmax/N) 0.19 Itoplectis alternans (wv) N/S 3.09 Itoplectis maculator (bb) X berekend op basis van Pimpla melanacrias (wv) N/S=x/(l-x)(-ln(l-x) 0.86 Pimpla turionellae (wv) Diversiteit a: N(l-x)/x 29.3 Tromatobia oculatoria (wv) Tromatobia ovivora (bv) De gevonden diversiteit is hoog te noemen en weerspie¬ Scambus plamta (bb) gelt de grote landschappelijke verscheidenheid in een klein gebied : droge heide op zandgrond, (oud) bos en De uit het Witte Veen (wv) vermelde soorten zijn gevan¬ vennen met vochtige heide. Een vergelijking met de re¬ gen met een Malaise val die van 9-16 juni stond opges¬ sultaten van de Zomerbijeenkomst in 1989 te Haamstede teld in km hok 256-463. Hoewel de weersomstandighe¬ laat zien dat de diversiteiten ongeveer gelijk zijn, en dat den vrij ongunstig waren, bleek de vangst toch wel zeer de provincie Zeeland duidelijk onder bemonsterd is : mager; duidelijk minder dan op grond van de gevarieer¬ de terreinomstandigheden was verwacht. Zo was er bij¬ Haamstede Buurse voorbeeld geen enkele vertegenwoordiger van de subfa¬ Aantal exemplaren 320 176 milie Diplazontinae. Bovenstaand lijstje met namen is Aantal soorten 78 56 beslist niet representatief voor de genoemde terreinen en Nieuw voor de provincie 25 2 bevat alleen soorten die door geheel Nederland voorko¬ Rijkdom 13.3 10.8 men. Dominantie 0.08 0.19 Diversiteit 32.8 29.3 LEPIDOFTBRA - vlinders Een klein deel van de vangsten is afkomsig uit een Ma¬ laise val, die van 9-16 juni in het Witte Veen stond op¬ J.H. Küchlein en R. Schouten (Microïepidop¬ gesteld. Hoewel ook daarmee als gevolg van ongunstige tera) weersomstandigheden weinig werd gevangen, demon¬ streerde de vangst toch fraai het "gemengde” karakter C.J.N. Bank, R. Vis en D.O. Visser (Macrolepi- van het gebied. Enerzijds Tripoxylon sp., gebonden aan doptera) dood hout (bosrand), en anderzijds Eutnenes coarciatus, voorkomend in open vochtig terrein. Met deze val werd De vlinders zijn op de volgende plaatsen waargenomen : ook de wellicht interessantse vangst gedaan : Homono- tus sanguinolentus, nog niet bekend uit Overijssel. Bij de Terrein code uurhok nun mieren is vooral de aanwezigheid van Leptothorax ny- landeri vermeldenswaard. Deze soort maakt zijn nest in Asbroek as 245-465 oud hout; in het Buurserzand vond G. Vierbergen een nest Broekheurne br 255-465 in de stam van een dode Juniperus. Voor de hommels is de Buurserveen bv 245-460 nomenclatuur gebruikt volgens van der Blom, }. 1989. De Buurserzand bz 250-460 hommels van Nederland. Jeugdbondsuitgeverij. Bij grenspaal 833 gr 250-455 Haaksbergerveen hv 245-460

xiii Omgeving Buurse b 250-460 SCYTHRIDIDAE Het Markslag ma 255-460 Scythris ericivorella (bv) Bij "De Meene" m 255-460 TORTRICIDAE Witte Veen wv 255-460 Pandemis cerasana (rn,ma) Choristoneura hebenstreitella (m,ma) Ar chips podana (m) NEPTICULIDAE Clepsis spectrana (m) Ectoedemia albif'asdelta (b) Capua vulgana (ma,wv) Ectoedemia subbimaculella (as) Cnephasia interjectana (asseclana) (m) Nepticula lapponica (br,wv) Cnephasiella incertana (m,ma) Nepticula salicis (as,br) Aleimma loeflingiana (as,br,ma) TISCHERIIDAE Tortrix viridam (as,b,br,gr,m,ma,wv) Tischeria ekebladella (ma) Acleris tripunctana (notana) (ma) Tischeria dodonaea (br) Olethreutes arcuella (br,gr,ma,wv) Tischeria marginea (m) Olethreutes lacunana (as,bv,m,ma,wv) INCURVARIIDAE Hedya nubiferana (ma) Adela degeerella (as/br,gr,m,ma/wv) Metendothenia atropunctana (as) TINEIDAE Orthotaenia undulana (as,br,bv,gr,m,ma,wv) Nemapogon cloacella (br) Piniphila decrepitana (bifasciana) (m) Monopis rusticella (laevigella) (gr) Strophedra nitidana (as,m) LYONETIIDAE Rhyacionia pinivorana (m) Lyonetia clerkella (b) Ancylis unculana (br) GRACILLARIIDAE Epinotia bilunana (gr) Caloptilia alchimiella (m) Notocelia uddmanniana (br,m,ma) Parornix betulae (b) Apotomis turbidana (br,ma,wv) Phyllonorycter quercifoliella (br) COCHYLIDAE Phyllonorycter muelleriella (m) Phalonidia manniana (as) BUCCULATRICIDAE PYRALIDAE Bucculatrix frangulella (ma) Chrysoteuchia culmella (as,br,bz,hv) YPONOMEUTIDAE Crambus pascuella (br,bz,hv) Argyresthia pygmaeella (m) Crambus pratella (bz,bv,hv) Argyresthia retinella (as,br,bv,gr,ma,wv) Crambus ericella (bz,hv) Argyresthia conjugella (br,m.ma) Crambus nemorella (lathoniellus) (br,bv,gr,hv,m) Paraswammerdamia lut area (m) Catoptria permutatella (ma) Cedestis gysseleniella (m) Scoparia ambigualis (gr,m,ma,wv) Ocnerostoma friesei (friesei) (m) Evergestis forficalis (br) Plutella xylostella (m,ma) Eurrhypara hortulata (m) GLYPHIPTERYGIDAE Eurrhypara coronata (ma) Anthophila fabriciana (br) Dioryctria abietella (ma) COLEOPHORIDAE Metriostola betulae (ma) Coleophora alticolella (wv) Pyla fusca (bv,m) Coleophora betulella (br) HESPERIIDAE Coleophora caespititiella (m,ma) Ochlodes venata (bv) Coleophora cornutella (wv) LYCAENIDAE Coleophora flavipennella (br) Callophrys rubi (bv) Coleophora mitripennis (wv) Lycaena phleas (br) Coleophora serratella (as,b,br,gr,ma,wv) Polyommatus icarus (bv) ELACHISTIDAE NYMPHALIDAE Elachista atricomella (m) Vanessa atalanta (bv) OECOPHORIDAE Aglais urticae (br) Hofmannophila pseudospretella (m) SATYRIDAE Pleurota bicostella (m,wv) Parage aegeria (bv) GELECHIIDAE Coenonympha pamphilus (bv) Exoteleia dodecella (m,ma) Coenonympha tullia (bv) Pseudotelphusa scalella (m,wv) Maniola jurtina (bv) Teleiodes proximella (bv,m,ma,wv) DREPANÏDAE Teleiodes luculella (ma) Falcaria lacertinaria (ma) Neofaculta ericetella (bv) Drepana falcataria (ma) xiv Drepana curvatula (ma) Eilema sororcula (ma) THYATIRIDAE Diacrisia sannio (bv,wv) Thyatira bâtis (ma) Spilosoma lubridpeda (m,ma,wv) Tetheella fluctuosa (ma) Spilosoma luteum (m,ma) Ochropacha duplaris (ma) Diaphora mendica (ma) GEOMETRIC AE NOCTUIDAE Geometra papilionaria (ma) Agrotis exdamationis (m,ma,wv) Comibaena bajularia (m,ma) Axilia putris (m,ma) Hemithea aestivaria (ma) Ochropleura plecta{ (ma,wv) Jodis lactearia (ma) Noctua pronuba (ma,wv) Idaea dimidiata (m) Lycophotia porphyrea (ma,wv) Idaea aversata (m) Diarsia rubi (m,ma) Lythria rotaria (bv) Diarsia brunnea (ma) Xanthorhoe designata (ma) Discestra trifolii (m,ma) Xanthorhoe montanata (ma) Polia bombycina (ma) Xanthorhoe fluctuata (ma) Polia hepatica (ma,wv) Scotopteryx mucronata (m) Heliophobus reticulata (ma) Mesoleuca albicillata (m) Lacanobia thalassina (m,ma) Chloroclysta truncata (ma) Lacanobia suasa (ma) Thera variata (m.ma) Panolis flammea (m,ma) Eupithecia tripunctaria (ma) Mythimna comma (m,ma) Chloroclystis rectangulata (m) Dipterygia scabriuscula (m,ma,wv) Lomaspilis marginata (ma,wv) Rusina ferruginea (m,ma) Semiothisa notata (bv,m,ma,wv) Euplexia lucipara (ma) Semiothisa alternaria (ma) Phlogophora meticulosa (ma,wv) Semiothisa liturata (m,ma) Apamea monoglypha (ma,wv) Isturgia limb aria (bv) Apamea crenata (ma) Petrophara chlorosata (bv) Apamea remissa (ma) Opistograptis luteolata (ma) Apamea sordens (ma) Epione repandaria (ma) Oligia versicolor (m,ma) Biston betularia (ma) Oligia latruncula (ma) Aids repandata (m) Oligia fasciuncula (m,ma) Boarmia r ober aria (m,wv) Charanyca trigrammica (m,ma) Serraca punctinalis (m,ma,wv) Caradrina morpheus (ma) Ectropis crepuscularia (m,wv) Heliothis maritima (bv) Ematurgia atomaria (m,bv,bz) Lithacodia pygarga (m,ma,bv) Bupalis piniaria (ma) Lithacodia deceptor (ma) Cabera pusaria (bv,wv) Deltote bankiana (bv) Cabera exanthemata (wv) Earias dor ana (m,wv) Lomographa bimaculata (m/ma) Diachrysia chrysitis (ma) Lomographa temerata (ma) Laspeyria flexula (ma) Campaea margaritata (m,ma) Rivula sericealis (ma) Hylaea fasdaria (m,ma) Hypaena proboscidalis (m,ma) SPHINGIDAE Hyloicus pinastri (m) In bovenstaande lijst is de nomenclatuur gebruikt van Laothoe populi (m) Lempke (1976). Waar dit aanleiding zou kunnen zijn tot Deilephila elpenor (wv) onduidelijheden is bij de microlepidoptera tussen haak¬ NOTODONTIDAE jes de naam toegevoegd volgens Küchlein (1987). In to¬ Phalera bucephala (wv) taal werden in een weekend 110 soorten macrolepidopte- Stauropus fagi (m,ma) ren en 76 soorten microlepidopteren waargenomen. Dit Peridea anceps (ma) mag voor een zo korte periode een groot aantal worden Drymonia dodonea (ma) genoemd en wijst op een grote entomologische rijkdom Pheosia tremula (ma) van de bezochte terreinen. Er is op drie plaatsen met een Pheosia gnoma (ma) lamp gevangen en wel in Het Markslag, bij "De Meene" Ptilodon capudna (ma) en in het Witte Veen. Leucodontia bicoloria (rn) Gluphisia crenata (ma) Microlepidoptera ARCTIIDAE Veel van de gevonden soorten komen algemeen voor; en-

XV kele bijzondere soorten zijn: veen gebonden soorten. Als bijzondere vlinder kan in dit Argyresthia pygmaeella. Voor het eerst in 1934 door verband genoemd worden het veenhooibeestje (Coeno- Diakonoff in zuid Limburg gevonden en daarna waarge¬ mympha tullia), waarvan de rups op wollegras leeft. nomen op een aantal plaatsen in het zuiden en oosten van Door sterke teruggang van het aantal geschikte biotopen ons land en in de duinen. De rups leeft op dikbladige is dit een tegenwoordig zeldzame soort te noemen. Voor wilgesoorten. een goed beheer zijn volgens Tax (1989) de volgende zak¬ Coleophora cornutella. Deze soort, die op berk leeft, en van belang: was tot nu toe alleen bekend uit het zuidoosten van ons a: drassige heiden en hoogvenen niet ontwateren land. b: eutrofiëring van voedselarme vennen tegengaan Scythris ericivorella, leg. B. van Aartsen. Voor het c: een voldoende aanbod van bloeiende dopheide gedu¬ eerst door Langohr in 1977 in ons land aangetroffen. In¬ rende de vliegtijd van de vlinders (juni-juli). middels van een reeks plaatsen in het oosten en zuiden bekend geworden. De rups leeft op dop- en struikheide. Enkele andere bijzondere soorten zijn : Eilema sororcula. De rups leeft op korstmossen op eik en Macrolepidoptera berk die alleen in redelijk schone lucht kunnen gedijen. De meeste macrolepidoptera zijn verzameld in terreinen Polia hepatica. Gebonden aan bossen met ondergroei van met overwegend (vochtige) heide, dan wel dennebos als bosbes. voornaamste begroeiing. Men zou dan ook kunnen veron¬ Oligia versicolor. Komt zeer lokal voor in loofbossen. derstellen dat het merendeel van de 111 waargenomen Hier werd ook de schaarse, vrijwel eenkleurig zwarte soorten aan die vegetatie gebonden is. Uit onderzoek vorm aethiops Heyd. aangetroffen. De rups is nog niet naar de voedselvoorkeur van de rupsen blijkt dat dit niet bekend, maar Skinner (1986) vermoedt dat deze in gras¬ het geval is, zie de volgende tabel, waar de soorten ver¬ stengels leeft. deeld zijn over de categorieën LOofbomen, NAaldbomen, Heliothis maritima. Gebonden aan vochtige heidege¬ HEi, KRuiden, GRassen en LIchenen: bieden en inmiddels sterk achteruit gegaan. Lithacodia deceptoria. Sinds ca 1950 bekend van vooral habitat-type Lo Na He Kr Gr Li het zuiden van Limburg. Later ook op enkele plaatsen in familie het oosten van het land lokaal waargenomen. De rups Drepanidae 3 leeft op Phleum pratense. Thyatiridae 3 Geometridae 24 4 1 8 Literatuur Sphingidae 1 1 1 KuchleinJ.H., 1987 Codelijst voor de Nederlandse Mi¬ Notodontidae 9 er olepidopt er a\ 1-106. Landbouwuniversiteit, Wagen- Arctiidae 3 1 1 ingen. Noctuidae 5 1 2 19 12 1 Lempke,B.J., 1976 Naamlijst van de Nederlandse Lepi- Hesperiidae 1 doptera. - Bibl. k. ned. natuurh. Veren. 21 Lycaenidae 1 3 Skinner,B., 1986 Moths of the British Isles. Nymphalidae 2 Tax,M.H., 1989 Atlas van de Nederlandse dagvlinders. Satyridae 4 Vlinderstichting, Wageningen en Natuurmonumenten 's Graveland. 47 6 4 34 17 2 TRICHOPTERA - Schietmotten Slechts 10 van de 110 soorten zijn direct met heide of naaldbomen geassocieerd. Dit kan verklaard worden J. Huisman doordat veel meer vlinders (en andere insekten) leven op loofbomen (eik, wilg, berk), dan op naaldbomen. Uit de cijfers blijkt dus het grote belang van de aanwezigheid POLYCENTROPIDAE van loofbomen en struiken en van kruiden en grassen, al Cymus trimaculatus (bb) is het maar als ondergroei. Wanneer men de diversiteit PSYCHOMYIDAE wil vergroten, dan zou het gewenst zijn vooral meer loof¬ Tinodes waeneri (bb,m) bomen en minder naaldbomen te planten. Ook kleine HYDROPSYCHIDAE groepen bomen spelen een belangrijke rol bij de vorming Hydropsyche angustipennnis (bb) van een landschap met een goede structuur, d.w.z. met LEPTOCERIDAE zowel open terreinen als bossen, hagen en ruigten en met Athripsodes aterrimus (bb) geleidelijke over- gangen daartussen in de vorm van Oecetis ochracea (m) zoom- en mantelvegetaties. Ook terreinen met wat min¬ LIMNEPHILIDAE der soorten kunnen echter zowel land- schappelijk als Limnephilus auricula (m) entomologisch waardevol zijn. Zo herbergt het Buurser- Limnephilus cf. rhombicus (m) veen een aantal zeer specifiek aan natte heide en hoog¬ Alle soorten komen algemeen door geheel Nederland xvi voor. kannten Thysanopteren Männchen und Hoplothrips ar- noudi, nova species (Thysanoptera). - Ent. Ber., Amst. 24: 107-115. THYSANOPTERA - Tripsen

G. Vierbergen AC ARINA - mijten

De volgende terreinen werden onderzocht : G. Vierbergen bz : 8.VL Buurserzand m : 8,9.vi. Ca 0.5 km ten ZO van Het Markslag Zie voor de onderzochte terreinen bij de hiervoor behan¬ bb : 9.vi Langs de Buurser beek ten Z. van Het Markslag delde Thysanoptera. wv : 9,10.vi ZO deel van het Witte Veen tot aan de Duitse grens. TETRANYCHIDAE Bryobia cf. praetiosa (wv) - op Galium saxatïle AEOLOTHRIPIDAE Oligonychus uniguis (bz) - op Juniperus communis Aeolothrips albicinctus (bz) TENUIPALPIDAE THRIPIDAE Pentamerismus juniperi (bz,m) - op Juniperus communis Aptinothrips rufus (bb,bz,m,wv) Aptinothrips stylifer (bb,m) De valse spintmijt Pentamerismus juniperi is nieuw voor Ceratothrips ericae (wv) Nederland. De soort was uitsluitend bekend van de Limothrips cerealium (bb) U.S.S.R. (Oekraïne en Georgie) op jeneverbes (Livshitz Mycterothrips consociatus (bz) & Mitrofanov, 1967). Waarschijnlijk is de soort niet Scolothrips uzeli (bz,m) - op Juniperus communis zeldzaam in Nederland, maar er wordt weinig gericht Taeniothrips picipes (m,wv) naar valse spintmijten gezocht. Taeniothrips propinquus (bz) - op Betula pendula Beheersad vies; De populaties van jeneverbes bestaan Thrips fuscipennis (bb) rond Buurse vrijwel uitsluitend uit oude tot zeer oude ex¬ Thrips major (bb,bz) emplaren. Om de populaties in stand te houden is het Thrips tabaci (bb,m,wv) wenselijk een of meerdere terreinen zodanig aan te pas¬ Thrips validus (bb) sen, dat er verjonging kan optreden. Alleen met maatre¬ PHLAEOTHRIFIDAE gelen kan deze fraaie conifeer, die voor entomologen Bolothrips dentipes (wv) - op Eriophorum angustifolium zonder enige twijfel een interessant studieobject is, be¬ Haplothrips aculeatus (bb,wv) houden worden voor het nageslacht. Haplothrips subtilissimus (bb) Hoplothrips ulmi (wv) leg. B. Aukema onder schors ei- Literatuur kestam. Livshitz, I.Z. & V.I. Mitrofanov, 1967. Materials to the ïn Nederland is Scolothrips uzeli, die gebonden is aan cognition of the Acariformes: Tenuipalpidae fauna. - de jeneverbes, slechts eenmaal eerder gevonden: Beerze Proc. Nikitsky bot. garden 39: 1-72. (russisch). (Ov.), 1962 (Mantel, 1964). De soort leeft predatorisch op mijten, hier mogelijk vooral op de spintmijt Oligony- ARANEIDA - spinnen (en andere niet- chus uniguis. Van de niet algemene Taeniothrips prop in¬ insekten) fuus was alleen Ede, 1960 als vindplaats bekend (Frans- sen en Mantel, 1962). Hoplothrips ulmi leeft onder de schors van loofbomen en is daarom moeilijk te vinden. P. Koomen De waarneming hier is een welkome aanvulling op de twee bekende Nederlandse vindplaatsen Bleiswijk, Vangtechnieken (voor zover leg. P. Koomen): voorname¬ 1961 en Grollo, 1961 (Franssen en Mantel, 1963). lijk slepen door de vegetatie, aangevuld met handvang- sten en opzuigen met exhauster vanuit vegetatie en de¬ Literatuur tritus.

Franssen, & W.P. Mantel, 1962. Lijst van in Ne¬ Locaties en data (tenzij anders vermeld: leg. P. Koomen): derland aangetroffen Thysanoptera met beknopte aan¬ A: 6.V.1990 (voorbereidingsexcursie); Boekelo (ge¬ tekeningen over hun levenswijze en hun betekenis voor meente Enschede); langs weinig gebruikte spoorlijn; op¬ onze cultuurgewassen. - Tijdschr. Ent. 105: 97-133. komende vegetatie met vnL braam en wilgeroosje. Franssen, & W.P. Mantel, 1963. Supplement op de B: 6.V.1990 (voorbereidingsexcursie); Haaksbergen, Naamlijst van de in Nederland aangetroffen Thysanop¬ Lankheterbos; gras rondom akker, omsloten door loofbos; tera. - Tijdschr. Ent. 106: 201-204. Clubiçm corticalis vanonder schors van een dode boom. Mantel, W.P., 1964. Beschreibung von zwei bisher unbe¬ C: 8-10.vi.1990; Buurse (gemeente Haaksbergen); in en

xvii C: 8-10.vi.l990; Buurse (gemeente Haaksbergen); in en G: 9.vi.l990; Haaksbergen, Buurserveen; op en tussen om kamphuis "De Meene". drijvende plukken Sphagnum met gras dat in petgaten D: 9.vi.l990; Buurse (gemeente Haaksbergen); op bo¬ groeide (zie F); Argyroneta aquatica (waterspin) uit het men bij Buurserbeek, ca. 3 km ten oosten van Haaksber¬ water (leg. J. de Leeuw). gen; leg. J.W. van Zuijlen. H: 9.vi.l990; Haaksbergen, Buurserzand; bij ingang E: 9.vi.l990; Haaksbergen, Buurserveen; tussen strooi¬ Knoefweg/Langenbergweg tussen vergraste, gedeeltelijk sel, graspollen en heide onder berken bij ingang op hoek recent afgeplagde heide met hier en daar bosjes en voch¬ van Horsterveenweg en verlengde van Hofweg. tige plekjes met zonnedauw. F: 9.vi.l990; Haaksbergen, Buurserveen; tussen ver¬ I: 9.vi.l990; Buurse (gemeente Haaksbergen); EIS graste heide rondom petgaten nabij E. 256462; op Digitalis purpurea (Theridion varians) resp.

Tabel 2: Soortenlijst. Legenda: f: vrouwtje(s); m: mannetje(s); c :: eicocon(s); j: juveniel(en); n: nimf(en) (preadult stadi- urn bij teken); +: op Homo sapiens; *: nog geen literatuurvermelding voor Overijssel. De nomenclatuur van de spinnen is in overeenstemming met Van Helsdingen (1980). Namen waaraan in modernere literatuur vaak de voorkeur wordt gegeven staan tussen haakjes vermeld.

A B C D E F G H I J AR AN LI DA - spinnen DICTYNIDAE - kaardespinnen Dictyna arundinacea m - ff f - - SCYTODIDAE - lijmspuiters * Scytodes thoracica - jf - - - - PHOLCIDAE - trilspinnen * Pholcus phalangioides - jf ------CLUBIONIDAE - buisspinnen Cheiracanthium erraticum jfm m f Clubiona corticalis fm - Clubiona frutetorum m Clubiona subtilis f ZORIDAE - kamspinnen Zora spinimana - - f jn - - THOMISIDAE - krabspinnen Philodromus cespitum f f m * Philodromus histrio f * Tibellus oblongus f jfm - * Xysticus cristatus f f * Xysticus kochi m - - - Xysticus ulmi f SALTICIDAE - springspinnen Evarcha falcata - m - - - * Heliophanus flavipes jf - - - f LYCOSIDAE - wolfspinnen Hygrolycosa rubrofasciata m fc - Pardosa amentata fc Pardosa lugubris fcm - fc - - Pardosa nigriceps m - - - - fc - Pardosa pullata - - jfm - - Pirata hygrophilus - - fm - Pirata piraticus fm - - Xerolycosa nemoralis f m PISAURIDAE - grote wolfspinnen Pisaura mirabilis f - - - m ARGYRONETIDAE - waterspinnen * Argyroneta aquatica - - j - AGELENIDAE - trechterwebspinnen * Tegenaria ferruginea j - - - xviii Tabel 2 - vervolg A B C D EFG H J

THERIDIIDAE - kogelspinnen * Theridion bimaculatum j f - - f * Theridion impression - jfm m fm * Theridion simile - f f Theridion sisyphium m m * Theridion varians ... f TETRAGNATHIDAE - strekspinnen Meta mengei - fm Meta segmentata ... f Tetragnatha extensa ... jfm jfm jfm ARANEIDAE - wielwebspinnen Araneus cornutus [=Larinioides c.] ... f f Araneus opistographus [-Araniella opistographa] m * Araneus patagiatus [=Larinioides p.] ... * Hypsosinga sanguinea ... f Mangora acalypha jf - - f f Singa hamata ... f * Zilla diodia - m ERIGONIDAE - dwergspinnen * Entelecara congener a ... * Erigone dentipalpis ... * Erigone longipalpis ... * Oedothorax tuberosus [=0. gibbosus] ... * Trematocephalus cristatus ... f * Walckenaera furcillata ... m LINYPHIIDAE - hangmatwebspinnen Bathyphantes gracilis ... m * Bathyphantes nigrinus - fm - * Drapetisca sodalis ... * Linyphia hortensis m m Microlinyphia pusilla fm f f - f * Neriene peltata - m PSEUDOSCORPIONIDA - bastaardschorpioenen Neobisium muscorum ... f IXODIDA - teken Ixodes ricinus f rrri n+ n fm - - CHILOPOD A - duizendpoten Lithobius calcaratus ... m Lithobius crassipes ...

Rhododendron ponticum (Trematocephalus cristatus) enige aanwijzingen over de arachnologische waarde van leg. G. Vierbergen. de terreinen te geven. Omwille van de vergelijkbaar¬ J: 9-16.vi.1990; Buurse (gemeente Haaksbergen), uit heid zal ik dat op dezelfde wijze doen als vorig jaar (zie Malaise val in het Witte Veen; leg. C.J. Zwakhals. Koomen, 1990). Tijdens de zomerbijeenkomst werden door mijzelf 38 soorten spinnen verzameld, hetgeen wat schril afsteekt tegen de 49 soorten van vorig jaar. Deze twee Evaluatie getallen zijn echter niet direct vergelijkbaar, omdat ik dit jaar wegens organisatorische taken minder tijd aan Aan de hand van de soortenlijst (tabel 2) zal ik proberen verzamelen heb kunnen besteden. Door ook de soorten

xix mee te tellen die ik tijdens voorexcursies verzamelde of vorig jaar (Koomen, 1990). Er zijn alleen enkele catego¬ die (incidenteel) door derden werden verzameld, komt rieën toegevoegd om ook vochtminnende soorten, die vo¬ het totaal aantal op 54 soorten spinnen. Ook nu wordt de rig jaar ontbraken, te kunnen onderbrengen. geringe kennis van de Nederlandse spinnenfauna weer treffend geïllustreerd: van de helft van de 54 soorten 1. Op open, vrij droge terrein: Dictyna arundinacea, spinnen zijn geen gepubliceerde vindplaatsen uit de pro¬ Cheiracanthium erraticum, Heliophanus flavipes, Par- vincie Overijssel bekend. Hieronder bevinden zich zelfs dosa nigriceps, Xerolycosa nemoralis, Theridion impres- soorten die als zeer algemeen zijn aan te merken, zoals sum, Theridion simile, Theridion sisyphium, Mangora Pholcus phalangioides, Xysticus cristatus, Heliophanus acalypha. flavipes, Theridion bimaculatum, Erigone dentipalpis, Drapetisca sodalis en Linyphia hortensis. Het is zeer 2. Op halfopen, tamelijk vochtige terreinen: Clubiona onwaarschijnlijk dat deze soorten zich pas onlangs in subtilis, Tibellus oblongus, Pardosa amentata, Pardosa Overijssel hebben gevestigd. pullata, Tetragnatha extensa, Hypsosinga sanguinea. Onder de gevonden spinnen komen twee soorten voor, die men als bijzonder op zou kunnen vatten omdat ze niet 3. Tussen gras en/of lage vegetatie: Xysticus cristatus, in de catalogus van Van Helsdingen (1980) voorkomen: Pisaura mirabilis, Theridion bimaculatum, Walckenae¬ Trematocephalus cristatus en Walckenaera furcillata. ra furcillata, Bathyphantes gracilis, Bathyphantes Toch zijn ze niet "nieuw voor Nederland", omdat er van nigrinus. deze soorten na 1980 wel degelijk enkele vindplaatsen gepubliceerd zijn, die echter voornamelijk betrekking 4. Op bomen en struiken: Clubiona corticalis (achter hebben op de provincie Limburg (zie tabel 3). schors), Philodromus cespitum, Philodromus histrio, Evarcha falcata, Theridion varians, Araneus opistogra- Tabel 3. Gepubliceerde vindplaatsen in Nederland van phus, Araneus patagiatus, Entelecara congenera, Tre¬ Trematocephalus cristatus en Walckenaera furcillata. matocephalus cristatus, Drapetisca sodalis, Neriene peltata. soort referentie vindplaats(en) 5. Tussen ondergroei en/of strooisel in bos: Zora spinima- na, Pardosa lugubris, Zilla diodia, Linyphia hortensis, T. cristatus: Peeters, 1984: Reuver Lithobius calcaratus, Lithobius crassipes. Vossen, 1985: Meynweg 6. Op vochtige terreinen: Clubiona frutetorum, Xysticus W. furcillata: De Jong, 1982: Apeldoorn, kochi, Xysticus ulmi, Hygrolycosa rubrofasciata (zeer Baarn vochtig). Pirata hygrophilus (vooral beschaduwde Koomen, 1986: Gerendal plaatsen). Pirata piraticus (vooral zonnige plaatsen). Peeters & Meyer,1986: Belfeld Araneus cornutus, Singa hamata, Erigone longipalpis, Oedothorax tuberosus.

In Groot-Brittannie en het noorden van Duitsland is Tre¬ 7. In water: Argyroneta aquatica. matocephalus cristatus ook zeldzaam, Walckenaera furcillata is slechts lokaal algemeen in het zuiden van 8. In Nederland vrijwel alleen in gebouwen: Scytodes Engeland en op een aantal plaatsen verspreid over thoracica, Pholcus phalangioides, Tegenaria ferrugin- Duitsland (Locket & Millidge, 1953; Locket e.a., 1974; ea. Wiehle, 1960). Voor zover bekend stellen beide soorten geen extravagante eisen aan hun biotoop, zodat het 9. Weinig kieskeurig: Meta mengei, Meta segmentata, vooralsnog onduidelijk is of het aantreffen van deze Erigone dentipalpis, Microlinyphia pusilla (mits enigs¬ soorten duidt op een waardevol terrein of dat de (ogen¬ zins open), Ixodes ricinus (mits niet te droog), Neobisium schijnlijke) zeldzaamheid te maken heeft met het ge¬ muscorum (mits niet te droog). ringe formaat (ca. 2,5 mm) van de dieren, en de daarmee samenhangende kleinere kans om verzameld te worden. Vervolgens is weer bekeken in hoeverre de diverse ca¬ De bastaardschorpioen en de teek betreffen algemeen tegorieën in een aantal van de bezochte terreinen aan¬ voorkomende soorten (Van der Hammen, 1969; Van Bron¬ wezig waren (zie tabel 4; elk cijfer representeert een swijk e.a., 1979), de twee soorten duizendpoten zijn alge¬ soort uit de desbetreffende categorie). Het totaal aantal meen op zandgrond (Jeekel, 1977). cijfers per terrein is van weinig betekenis, omdat niet alle terreinen even lang zijn bezocht. Ook nu komen weer Met behulp van literatuurgegevens (zie de literatuur¬ een aantal verschillen tussen de terreinen naar voren, lijst) en eigen inzichten heb ik de aangetroffen soorten die gerelateerd kunnen worden aan de terreinomstan- weer tamelijk grof in oecologische categorieën inge¬ digheden: deeld. Ik heb daarbij dezelfde indeling aangehouden als - Hoewel de spoordijk bij Boekelo (terrein A) geen bij-

XX zondere vegetatie vertoonde, zijn er toch relatief veel Literatuur min of meer droogteminnende spinnen (categorie 1) aan¬ getroffen. Spinnen - De bosrand rondom de akker in het Lankheterbos (ter¬ rein B) mist spinnen uit categorie 1 geheel. Het aan¬ Alderweireldt, M., 1984/85. Verspreiding en oecologie deel van bossoorten en soorten die het niet zo nauw ne¬ van de Belgische Lycosidae: 1-196, figs. 1-13, maps 1- men is er relatief groot. 75. Licentiaatsthesis, Rijksuniversiteit Gent. - De variatie in terreingesteldheid van het Buurserveen Helsdingen, P.J. van, 1969. A reclassification of the (terreinen E, F en G), nl. van vrij droge (vergraste) heide species of Linyphia Latreille based on the functioning tot moerasachtige begroeiing in petgaten, wordt weer¬ of the genitalia (Araneida, Linyphiidae) I. - Zool. spiegeld in de grote oecologische diversiteit binnen de Verh. Leiden 105: 1-303, figs. 1-408, pis. 1-2. arachnofauna: zowel de droogte- als de vochtminnende Helsdingen, P.J. van, 1970. A reclassification of the soorten (resp. categorie 1 en 6) zijn sterk vertegenwoor¬ species of Linyphia Latreille based on the functioning digd, terwijl ook alle tussenliggende categorieën aanwe¬ of the genitalia (Araneida, Linyphiidae) II. - Zool. zig zijn, maar minder prominent. Ik ben geneigd een Verh. Leiden 111: 1-86, figs. 1-72. dergelijk terrein waardevol te noemen. Helsdingen, P.J. van, 1978. De Nederlandse Clubioni- Verwacht werd, dat er opvallende verschillen te zien dae en hun verspreiding. - Zool. Bijdr. Leiden 25:1-42, zouden zijn in verdeling van de categorieën over de vers¬ maps 1-32. chillende landschapscomponenten heide (E), begroeiing Helsdingen, P.J. van, 1980. Novus catalogus aranearum rondom petgaten (F) en in petgaten (G). Dat blijkt tegen hucusque in Hollandia inventarum: i-vii, 1-145. Rijk¬ te vallen. Alleen het aandeel droogteminnende soorten smuseum van Natuurlijke Historie, Leiden. (categorie 1) neemt af naarmate de nattigheid toeneemt. Jones, D., 1983. The country life guide to spiders of De "overlap" in oecologische categorieën kan te maken Britain and northern : 1-320, textfigs., photo¬ hebben met de geringe oppervlakte waarbinnen de ver¬ graphs. Newness Books (Hamlyn), Feltham, Middle¬ schillende terreintypen voorkwamen (ca. 1 ha). Boven¬ sex, England. dien is niet uit te sluiten dat sommige beweeglijke soor¬ Jones, D., 1984. Thieme's spinnengids: 1-319, textfigs., ten (m.n. Lycosidae) nogal waren afgedwaald vanwege photographs. Thieme, Zutphen. de niet alledaagse verschijning van een tiental entomo¬ Jong, B. de, 1982. Nieuwe soorten van spinnen voor de logen. Nederlandse fauna (Aranea). - Ent. Ber., Amst. 42: 113- - Het Buurserzand (terrein H) laat relatief veel min of 115. meer droogteminnende soorten zien (categorie 1), het¬ Koomen, P., 1986. De invertebratenfauna van de Zuid- geen verwacht mag worden bij een echt heideveld. Be¬ limburgse kalkgraslanden: Spinnen (Arachnida, Ara- heersmaatregelen om het vergrassen tegen te gaan (af¬ neae) van het Gerendal en de Kruisberg. - Natuurhist. plaggen) komen hier dus blijkbaar nog niet te laat. Het Maandbl. 75(11): 198-207, figs. 1-4. voorkomen van Hygrolycosa rubrofasciata, zoals de Koomen, P., 1990. Araneida spinnen (en andere niet- naam al zegt een uitgesproken "natte" wolfspin, kan insekten). - Ent. Ber., Amst. 50(3): xvi-xix. verklaard worden door de aanwezigheid van een aantal Locket, G.H. & A.F. Millidge, 1951. British spiders 1: vochtige plekjes in het terrein. 1-310, figs. 1-142, frontispiece. The Ray Society, Lon¬ don. Tabel 4. Verdeling van de aangetroffen soorten over de Locket, G.H. & A.F. Millidge, 1953. British spiders II: terreinen A (spoordijk Boekelo), B (rondom akker in 1-449, figs. 1-254. The Ray Society, London. Lankheterbos), E (Buurserveen, vrij droog), F (idem, Locket, G.H., A.F. Millidge & P. Merrett, 1974. Brit¬ vochtig), G (idem, zeer vochtig) en H (Buurserzand) in ish spiders III: 1-315, figs. 1-75, maps. The Ray Socie¬ de oecologische categorieën die in de tekst worden on¬ ty, London. derscheiden. Peeters, J.H.G., 1984. Nieuwe spinnen voor de Neder¬ landse en Limburgse fauna. - Natuurhist. Maandbl. 73 33 5 6 99 (10): 180-181, figs. 1-4. 2 3 44 5556 999 Peeters, J.H.G. & A.W.F. Meijer, 1986. Nieuwe spinnen 11111 22233 44 55 666 9 (Arachnida, Araneae) voor de Nederlandse en Lim¬ 1111 burgse fauna, deel 3. - Natuurhist. Maandbl. 75(5): 1 2 44 66 79 93-96, figs. 1-4. E+F+G:111111 222333444455566666679999 Roberts, M.J., 1985a. The spiders of Great Britain and H: 11111112223334 55 6 99 Ireland 1: Atypidae to Theridiosomatidae: 1-229, figs. 1-100. Harley Books, Colchester. Roberts, M.J., 1985b. The spiders of Great Britain and Ireland 3; Colour Plates Atypidae to Linyphiidae: 1- 256, pis. 1-237. Harley Books, Colchester. Roberts, M.J., 1987. The spiders of Great Britain and

xxi Ireland 2: Linyphiidae and checklist: 1-204, figs. 1-94, Bastaardschorpioenen pis. A-D. Harley Books, Colchester. Tretzel, E., 1952. Zur Ökologie der Spinnen (Araneae): Hammen, L. van der, 1969. Bijdrage tot de kennis van Autoekologie der Arten im Raum von Erlangen. - Sitz, de Nederlandse bastaardschorpioenen (Arachnida, her. d. Physik.-mediz. Sozietaet zu Erlangen 75: 36- Pseudoscorpionida).- Zool. Bijdr. Leiden 11: 15-24. 131. Legg, G. & R.E. Jones, 1988. Pseudoscorpions. - Synop¬ Vossen, M.G.H., 1985. Spinnen onbekend maakt onbe¬ ses hr. Fauna 40 (NS): i-viii, 1-159, figs. 1-35, frontis¬ mind? - Natuurhist. Maandbl. 74(11): 214-216, photo- piece. graph. Wiebes, J.T., 1959. The Lycosidae and Pisauridae (Ara¬ neae) of the Netherlands.- Zool. Verh. 42: 1-78, figs. Teken 1-112. Wiehle, H., 1931. Spinnentiere oder Arachnoidea VI: Bronswijk, J.E.M.H. van, R.H. Rijntjes, A.F.M. Garben 27. Familie: Araneidae. - Tierw. Dtl. 23: 1-136, figs. 1- & H. de Vos, 1979. De teken (Ixodida) van de Benelux- 218. Wiehle, H., 1956. Spinnentiere oder Arachnoidea landen. - Wet. Meded. k. ned. nath. Veren. 131: 1-36, (X): 28. Familie: Linyphiidae Baldachinspinnen. - figs. 1-8. Tierw. Dtl. 44: i-viii, 1-337, figs. 1-551. Wiehle, H., 1960. Spinnentiere oder Arachnoidea XI: Micryphantidae Zwergspinnen. - Tierw. Dtl. 47: i-xi, 1- Duizendpoten 620, figs. 1-1147. Eason, E.H., 1964. Centipedes of the British Isles: i-x, 1-294, figs. 1-495, pis. I-V. Warne, London/New York. Jeekel, C.A.W., 1977. Voorlopige atlas van de ver¬ spreiding der Nederlandse duizendpoten (Chilopoda). - Verslagen technische Gegevens ITZ Amsterdam 13: 1-55, maps 1-39.

xxii