Geluidscontouren als planningsinstrument

UvA Abstract: Een onderzoek naar het gebruik van een geluidscontour als planningsinstrument. Welke belangen dient dit instrument en welke partijen zitten er aan tafel?

Document: Bachelor scriptie Publicatie datum: 19- 06- 2017 Auteur: L.O Koote Studentnummer: 10609210 E - mail: [email protected] Opleiding: Sociale Geografie en Planologie Onderwijsinstelling: Universiteit van

Begeleider: dhr. Dr. M. Giezen Functie: Docent Universiteit van Amsterdam Tweede lezer: MSc mw. S. Özogul Functie: Docente Universiteit van Amsterdam

Inhoudsopgave 1. INLEIDING...... 2 1.1 ACHTERGROND ...... 2 1.2 MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE ...... 3 1.3 WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE ...... 3 1.4 LEESWIJZER ...... 4 1.5 PROBLEEMSTELLING ...... 4 2. THEORETISCH KADER ...... 5 2.1 GELUIDSCONTOUREN ...... 5 2.2 BELANGEN ...... 5 2.3 GEMEENTELIJKE VISIE ...... 6 2.4 INSPRAAK EN PARTICIPATIE ...... 7 2.5 WETGEVING ...... 8 2.6 VERBANDEN TUSSEN DE BEGRIPPEN ...... 10 3. ONDERZOEKSOPZET ...... 11 3.1 ONDERZOEKSMETHODEN ...... 12 3.1.1 Ontologie en epistemologie ...... 12 3.1.2 Research designs en Analyse methoden ...... 13 3.1.3 Opmerkingen ...... 14 3.2 CONCEPTUEEL MODEL...... 17 3.3 CASE SELECTIE ...... 18 4. CASE PRESENTATIE EN ANALYSE ...... 19 4.1 AMSTERDAM WESTELIJK HAVENGEBIED ...... 19 4.2 WATERFRONT HARDERWIJK ...... 20 4.3 ANALYSE ...... 22 4.3.1 Amsterdam Westelijk Havengebied ...... 22 4.3.2 Waterfront Harderwijk ...... 26 4.2.3 Verschillen tussen de cases ...... 27 4.2.4 Overeenkomsten tussen de cases ...... 30 5. CONCLUSIE EN AANBEVELING ...... 31 5.1 CONCLUSIE ...... 31 5.2 AANBEVELING ...... 34 5.3 REFLECTIE ...... 34 6. LITERATUURLIJST ...... 35 7. BIJLAGE ...... 38 BIJLAGE 1: INTERVIEW MEVR. CASIMIR, BUGEL HAJEMA, AMERSFOORT ...... 38 BIJLAGE 2: INTERVIEW MEVR. HOOGSTRATEN, RUIMTE EN DUURZAAMHEID, AMSTERDAM ...... 41 BIJLAGE 3: INTERVIEW DHR. DE PAAUW, ACCOUNTMANAGER REAL ESTATE, PORT OF AMSTERDAM ...... 50 BIJLAGE 4: INTERVIEW DHR. VAN BREEMEN, MANAGER ENVIRONMENTAL AFFAIRS, PORT OF AMSTERDAM ...... 53 BIJLAGE 5: WETENSCHAPPELIJKE RELEVANTIE VAN ONDERZOEK NAAR GELUIDSCONTOUREN ...... 55 BIJLAGE 6: GESTRUCTUREERDE ANALYSE VAN DE THEMA’S ...... 61

1. Inleiding 1.1 Achtergrond Het is geen nieuws dat er een steeds groter tekort aan woningen is in de grote steden in Nederland. Amsterdam spant de kroon met een verwacht woningtekort van 53.000 in 2035(Neprom, 2016). Verder draait de Nederlandse economie steeds meer om de dienstensector, en steeds minder om bijvoorbeeld landbouw of de maakindustrie(NRC, 2014). Voor de kenniseconomie zijn ontmoetingsplekken nodig waardoor steden ook aantrekkelijker worden. Tegelijkertijd is er steeds meer aandacht voor een ‘schonere’ wereld. En laten onderzoeken zien dat de lucht- en leef kwaliteit van onder andere Amsterdam zeer te lijden heeft onder de effecten van de zware industrie(het Parool, 2009). De vraag naar woningen zorgt ervoor dat er steeds meer woningen bij of in een industriegebied gebouwd worden middels transformatie. De verruiling van zware maakindustrie naar een stillere en schonere diensteneconomie zorgt ervoor dat er een efficiënte combinatie van woon- en werken mogelijk is(Bijlage 2). In deze transformaties spelen milieuaspecten een grote rol. Geluid- en lucht effecten zijn toonaangevende factoren die meespelen in deze processen. In het rapport Haven-Stad is een plan gemaakt dat bepalend is over de locatie van de scheiding tussen werk- en woongebied(Gemeente Amsterdam, 2009). In het plan is een geluidscontour geschetst die zijn oorsprong vindt in de uitstoot van geluid zoals te zien in afbeelding 1. Het gaat hier om de geluidsuitstoot van het Westelijk havengebied van Amsterdam. Een gebied dat op dit moment wordt gebruikt door een aantal grote zware industrie bedrijven. De bepalende geluidscontourlijn ligt op 50 decibel, en nu overweegt gemeente Amsterdam een verschuiving van deze contourlijn. Deze verschuiving heeft positieve gevolgen zoals onder andere woningcreatie en duurzaamheid. Maar het zorgt er tegelijkertijd ook voor dat de gevestigde bedrijven worden benadeeld doordat zij bijvoorbeeld minder geluid mogen produceren, of zich ergens anders moeten vestigen door een herbestemmingsplan.

Afbeelding 1: Geluidscontouren Amsterdam Westelijk havengebied

Bron: Gemeente Amsterdam, 2009

2

De transformatie van plan Amsterdam Haven-Stad is een voorbeeld van hoe geluidscontouren kunnen worden gebruikt als planningsinstrument. Door trends die zich uiten in een schonere economie en een overvolle stad wordt dit instrument steeds belangrijker.

1.2 Maatschappelijke Relevantie Het probleem voor de industrie is nu dat de gemeente de mogelijkheid heeft om een bedrijventerrein akoestisch ‘op slot’ te zetten. Als een bedrijf zich ergens wilt vestigen, of een bestaand bedrijf wilt zich uitbreiden op een gezoneerd terrein. Dan wordt er via de wet Milieubeheer gekeken hoeveel ‘geluidsruimte’ er nog over is. Echter is het zo dat deze ruimte niet eerlijk verdeeld is. Hierdoor kan het zo zijn dat een bedrijf dat erg veel geluid produceert niet geweigerd kan worden als het samen met de huidig gevestigde bedrijven voldoet aan de 50 decibel norm. Hierdoor is het moeilijk voor nieuwkomers om zich te vestigen en tevens belemmerd het de ontwikkeling van de andere gevestigde bedrijven. Doordat het gevestigde bedrijf alle geluidsruimte in beslag heeft genomen, staat het gebied als het ware akoestisch ‘op slot’(Casimir, z.j). Verder is het voor de industrie relevant omdat de gemeente door deze transformaties ervoor kan zorgen dat bepaalde bedrijven zich zullen moeten verplaatsen. In een stad waar doormiddel van geluidscontouren plaats wordt gemaakt voor woningen en een schonere economie is geen plaats meer voor zware industrieën. Voor de bewoners is het relevant omdat de gemeente middels een bestemmingsplan de geluidscontouren kan aanpassen. Dit zou kunnen resulteren in een nieuwe contour die zorgt voor meer geluidsoverlast dan voorheen. Het is dus belangrijk om in dit onderzoek te kijken of de bewoners worden betrokken bij deze processen. Naast de bewoners is het voor de stad in zijn geheel belangrijk omdat geluidscontouren de toon kunnen aangeven in een schonere stad. Een terugdringing van de industrie kan zorgen voor een betere woon- en leef kwaliteit.

1.3 Wetenschappelijke relevantie Het gebruik van geluidscontouren in de planning is wetenschappelijk relevant omdat er vooralsnog weinig onderzoek naar is gedaan. Er is een Nederlands onderzoek gedaan door Bugel Hajema (z.j) dat vooral de juridische kanten belicht. Dit adviesbureau komt met een interessante oplossing om het geluid als het ware te verkavelen. In de casussen zal ook terugkomen hoe deze oplossing gebruikt wordt. Dit is echter alleen een oplossing voor het bovengenoemde probleem waar een terrein akoestisch ‘op slot’ kan staan. Wat op valt is dat wanneer men naar informatie zoekt over geluidscontouren in de planologie er veel te vinden valt over de manier waarop er gemeten wordt. Evenals de informatie die vrijgegeven wordt door de gemeente over bepaalde plannen wat betreft geluidscontouren. Echter blijft in al deze stukken informatie weg over de machtsverdeling in deze planvormingen. Dit onderzoek is met name dus erg wetenschappelijk relevant omdat het een deel van de ruimtelijke planning met geluidscontouren wilt belichten die zich betrekt op de machtsverdeling in deze processen. Om dit te doen zal er een overzicht worden gegeven van de gebruikte trefwoorden in zoekmachines met resultaten. Zodat deze nog onbelichte kant helder wordt weergeven. Hierdoor zal duidelijk worden dat er op dit moment nog weinig wetenschappelijk onderzoek bestaat naar het gebruik van geluidscontouren in de planologie. Deze lijsten kunnen gevonden worden in bijlage 5.

In tabel 1 zijn de trefwoorden en de resultaten weergeven die komen uit Scopus zoals aangegeven in bijlage 5.

Tabel 1: wetenschappelijke relevantie, hits Trefwoorden Aantal hits Abstracte beschrijving van hits Noise contour in urban 14 Methoden van meten, planning effecten van geluid op bevolking Noise mapping in urban 146 Methoden van meten, planning effecten op milieu Sound contour in urban 4 Effecten op urbane gebieden planning Sound mapping in urban 61 Het visualiseren en maken planning van mappen over geluid. Effecten op milieu Participation sound 3 Drie uiteenlopende cases mapping urban planning Bron: Auteur Zoals te zien in de tabel kwamen de meeste trefwoorden op een redelijk aantal hits. Echter belichten deze artikelen vaak alleen de methoden om geluid te meten, en hoe ze het best in kaart kunnen worden gebracht. Informatie over de machtsrelaties in deze processen ontbreekt. Door het gat in wetenschappelijke informatie over de machtsrelaties tussen partijen in planning met geluidscontouren zal het onderzoek zich vooral hier op richten. Het is voor dit onderzoek belangrijk hoe deze machtsrelaties invloed hebben op de uitkomst van het planningsproces

1.4 Leeswijzer Deze scriptie zal ingaan op het gebruik van geluidscontouren in de planologie. Onderdelen die behandelt zullen worden zijn de oorzaak en het proces van de transformaties met geluidscontouren. Tevens zal er worden gekeken naar hoe scenario’s tot stand zijn gekomen en de rechtvaardigheid daarvan. Een belangrijk stuk zal zijn hoeveel invloed de participatie verricht die bepaalde actoren maken. En hoe de gemeente dit planningsinstrument kan gebruiken om haar eigen visie te realiseren. In deze scriptie zullen de gebieden: Westelijk havengebied Amsterdam en Waterfront Harderwijk worden behandelt. Deze gebieden ondergaan een soortgelijke transformatie. Het zijn namelijk havengebieden waar een omschakeling heeft plaatsgevonden in het herbestemmen van industrieterreinen doormiddel van een geluidscontour.

1.5 Probleemstelling Er worden in dit onderzoek twee casussen onderzocht waaruit blijkt dat bepaalde partijen beïnvloedt worden door het gebruik van geluidscontouren. De vraag is in welke mate actoren betrokken worden in deze processen. En in hoeverre de gemeente een geluidscontour als

4 instrument kunnen gebruiken om hun visie te realiseren. Daarom behandelt deze scriptie een algemene hoofdvraag die elk vlak in dit proces hoopt te bedienen:

‘’Op welke manier spelen belangen mee in het proces met geluidscontouren als planningsinstrument?’’

2. Theoretisch Kader

2.1 Geluidscontouren Mensen kunnen omgevingsgeluiden zowel positief als negatief waarderen. Zo wordt het kwetteren van vogels vaak positief gewaardeerd en verkeersgeluid negatief gewaardeerd. In ons dichtbevolkte land is geluidhinder een aandachtspunt voor beleidsmakers dat zich richt op de kwaliteit van de leefomgeving(RIVM, 2015) Geluid wordt gemeten met geluidscontouren. Er kan dus gesteld worden dat geluidscontouren gebruikt kunnen worden als planningsinstrument voor de kwaliteit van de leefomgeving wat betreft geluidshinder. De bepaling van de geluidscontour zit in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan kan dus via geluidscontouren bepaalt worden hoe de leef kwaliteit wordt beïnvloedt door geluidshinder. Er zijn veel gebieden die geluidscontouren meten en gebruiken. Dit varieert van luchthavens tot natuurgebieden. Al deze waarnemingen zijn feitelijke waarnemingen uitgedrukt in decibellen.

2.2 Belangen Het meten van geluid is zoals hierboven beschreven een feitelijke waarneming uitgedrukt in decibel. Maar wat ook belangrijk is voor dit onderzoek is hoe mensen dit geluid persoonlijk waarnemen. Het tegen wil en dank horen van overkomende vliegtuigen of langsrijdende auto’s, het meeluisteren van andermans geluidsinstallatie, huisdier of ruzie brengt mensen voor de rechter. Wat voor de één muziek is, is voor de ander lawaai. Cijfers vertellen ons dat ongeveer 40 procent van de Nederlanders geluidsoverlast ervaart(De Jong et al. 1994, 15). Onderzoek heeft aangetoond dat overlast niet per se in verband staat met de hoeveelheid decibel. De mate waarin geluid als storend wordt ervaren is slechts voor tien tot 25 procent te verklaren door akoestische kenmerken (Heil et al. 1993). Om nog een beter besef van belang bij geluid te hebben is het belangrijk om te begrijpen waarom personen het gevoel hebben dat hun ruimte door geluid in beslag wordt genomen. Ruimte is cultureel bepaald. Dat wil zeggen dat de ruimte in visuele zin wordt voorgesteld(Hall, 1969). Omdat een persoon in visuele zin ziet dat zijn huis, zijn ruimte is. Wordt hij verrast doordat ‘’zijn ruimte’’ geluidstechnisch in beslag wordt genomen door iemand anders. Uit deze bevinding monden meer onderzoeken zoals bijvoorbeeld die van Schafer (1994) over de relatie tussen geluid, ruimte en macht. Hierin wordt beschreven dat geluid soms ‘sacred’ is. Het geluid heeft al de toestemming gekregen om te domineren zoals het klokken van de kerk.

Het is niet echt van toegevoegde waarde om verder op deze theorieën in te gaan. De kern van dit stuk is dat het belangrijk is om te realiseren dat de belangen van personen omtrent geluidshinder voor maar een klein deel te herleiden zijn naar het aantal decibel. Dit zorgt ervoor dat actoren contrasterende belangen zullen hebben bij een plaatsing van een geluidscontour. De eigenaar van een haven zal een hele andere opvatting hebben over de uitstoot van industriegeluid dat van een omwonende. Hier is sprake van hetzelfde decibel maar een contrasterend belang.

2.3 Gemeentelijke Visie De visie van de gemeente is de aanleiding van het bestemmingsplan. Het is de drijfveer die de hele transformatie in werking stelt. Als de gemeente een doel voor ogen heeft wat betreft de bepaling van een geluidscontour. Heeft het de macht om een nieuw bestemmingsplan te ontwerpen waar dit in gerealiseerd kan worden. Echter lijkt de totstandkoming van overheidsbeleid er niet makkelijker op te worden. De samenleving wordt meer complex, dynamisch en technologische veranderingen gaan snel. Om tot effectieve collectieve actie te komen is het noodzakelijk geworden voor overheden om samen te werken met andere partijen(Van buuren & Edelenbos, 2008). Maar niet alleen de effectiviteit is hierin een factor die tot samenwerking aanzet. Ook de legitimiteit van het ‘op eigen houtje handelen’ van de overheid is niet meer vanzelfsprekend. Burgers, bedrijven en organisaties willen serieus genomen worden (Van buuren & Edelenbos, 2008). Er lijkt de laatste vijftien jaar een shift te zijn gemaakt van een inspraak maatschappij, waar burgers en belanghebbende vooral reageerden op beleidsvoorstellen, naar een participatie maatschappij, waar zij actief meedoen met het bedenken van deze voorstellen. Echter geeft dit onderzoek ook aan dat overheden zich niet altijd zomaar overgeven aan deze trend.

Er zijn meer concretere voorbeelden van zo’n dergelijke samenwerking tussen publiek en gemeente zoals beschreven door Judith Innis en David Booher (2004). Zij bieden een concrete aanpak die ze collaborative planning noemen. Hierin zijn dialoog, samenwerking en interactie essentiële elementen. Er wordt dus een maatschappelijk raamwerk gecreëerd door discussie en overleg. Dit wordt gedaan totdat er een uiteindelijke best practise uitkomt. Deze uitkomst wordt dan ook als legitiem ervaren door de andere actoren. Verder noemen Judith Innis en David Booher een aantal slechte punten die in de Amerikaanse politiek voortkomen tussen publiek en ‘the board’. Zo staat the board altijd op een verhoging tegenover het publiek, en zijn ze niet verplicht vragen te beantwoorden. Ze komen ongeïnteresseerd over en hebben veel meer kennis over het onderwerp. Innis en Booher kaarten een nieuwe paradigma van participatie aan. Het gaat om de verschuiving van een interactie of two-way interaction naar een muliti-way interaction waar burgers en andere actoren praten in formele en informele manieren. Het gaat hier om een proces dat zich meer continue afspeelt.

6

2.4 Inspraak en participatie Uiteindelijk wilt dit onderzoek achterhalen hoe bepaalde partijen betrokken worden bij het planningsproces met geluidscontouren. Het is belangrijk om te zien hoe het proces en participatie van andere partijen in verbinding met elkaar staan. Om dit te meten moet eerst een duidelijk beeld geschetst worden van het begrip participatie. Edelenbos en Monnikhof (2001) hebben een participatieladder gemaakt die aangeeft in hoeverre andere actoren buiten de gemeente betrokken worden bij bepaalde beleidsplannen. Te zien op afbeelding 2:

Afbeelding 2: Participatieladder

Bron: Participatieladder van Edelenbos en Monnikhof (2001)

Bij de eerste trede ‘informeren’ worden de actoren geïnformeerd over het beleid en kunnen ze hierop reageren. Deze reactie wordt daarentegen niet daadwerkelijk gebruikt als input voor het beleidsplan. Bij de trede ‘raadplegen’ wordt de politieke agenda voor het grootste deel bepaald door de gemeente zelf. Andere actoren worden wel als gesprekspartners gezien bij de ontwikkeling van het beleid. Hun input zou mogelijk als bouwsteen kunnen dienen voor het gemeentelijk beleid. De overheid is hier echter niet toe verplicht. Bij de trede ‘adviseren’ stelt het politieke bestuur de agenda samen. Betrokken burgers en actoren krijgen de kansen om bepaalde problemen en oplossingen aan te dragen. Het politiek bestuur zou dan nog kunnen afwijken in mogelijke beslissingen.

Bij ‘coproduceren’ wordt er door de gemeente en betrokken actoren gezamenlijk naar een oplossing gezocht. Vaak komt dit doordat beide partijen te kampen hebben met een gezamenlijk probleem. Met een goede argumentatie zou het bestuur van de gemeente nog kunnen afwijken van de gezamenlijke oplossing. Echter is het zo dat de inbreng van andere actoren dan de gemeente al als veel belangrijker worden geacht dan bij ‘adviseren’. Bij de laatste trede ‘meebeslissen’ wordt de besluitvorming volkomen overgelaten aan de andere partijen, en het politiek bestuur verbindt zich aan deze beslissingen. Wél vervult het politiek bestuur nog een adviserende rol(Edelenbos en Monnikhof, 2001) In afbeelding 3 is een meer complete tabel te zien van deze ladder:

Afbeelding 3: participatie ladder Edelenbos en Monnikhof, 2001

Bron: Edelenbos en Monnikhof (2001)

2.5 Wetgeving Het is ietwat vreemd om een beschrijving te hebben van de wetgeving in het theoretisch kader. Maar in dit geval geeft het goed weer waarom sommige actoren betrokken worden en andere niet. Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren is het belangrijk om te kijken naar de verbindingen tussen participatie en uitkomsten van beleidsprocessen met geluidscontouren. Een groot aspect van deze participatie bevindt zich in de wet.

Wat betreft het juridische aspect is het belangrijk om te weten dat alles omtrent geluid wordt gereguleerd in wet Milieubeheer. In deze wet worden de grensvoorwaarden opgenomen die afhangen van het type gebied en de bron van het geluid. Wijzingen, vaststellingen of herzieningen van deze grensvoorwaarden moeten altijd worden opgenomen in het bestemmingsplan(InfoMil, z.j). Het is dus belangrijk om te weten dat alle regelingen omtrent geluid altijd via een bestemmingsplan gaan.

8

Als er een nieuwe geluidscontour moet worden bepaalt dan komt er een nieuw bestemmingsplan. Een nieuw bestemmingsplan verloopt de procedure zoals beschreven in de WRO en Besluit ruimtelijke ordening(Ede, z.j).

De procedure verloopt als volgt:

Tabel 2: Procedure van bestemmingsplan Punt van procedure Inhoud Inspraak Naast de wettelijke procedure voor het bestemmingsplan, is de gemeentelijke inspraakverordening van belang. Er wordt hier bepaalt of er inspraak moet worden geboden. Inspraak is dus per gemeente verschillend. Overleg Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat de gemeente overlegt met alle betrokken overheden en andere instanties. Ontwerpbestemmingsplan Resultaten uit eventuele inspraak kan worden verwerkt. Dit plan wordt zes weken ter inzage gelegd. Vaststelling Gedurende zes weken kan beroep tegen het plan worden ingesteld bij de Raad van State. Dit kan alleen als actoren hiervoor al zijn ingegaan op de zienswijze. Inwerkingtreding en onherroepelijk Bestemmingsplan treedt in werking als bestemmingsplan beroepstermijn is afgelopen. Actueel bestemmingsplan Bestemmingsplanherziening kan worden opgesteld en in procedure gebracht om initiatief mogelijk te maken. Bron: Ede, z.j

Het is van belang om te weten dat vaststellingen omtrent geluid plaatsvinden via een bestemmingsplan. En de procedures van een bestemmingsplan bepalen welke partijen er worden betrokken. Het belangrijkste hiervan is dat gemeentes zelf mogen beslissen of partijen inspraak hebben. Zoals te zien in tabel 2 is het dus optioneel voor gemeentes om inspraak op te nemen in het bestemmingsplan. Wel is het zo dat alle partijen recht hebben op zes weken zienswijze. Wat hier geconcludeerd kan worden is dat participatie van andere partijen omtrent planning met geluidscontouren als planningsinstrument wettelijk optioneel is. Wel mogen partijen beroep doen op het bestemmingsplan na de zienswijze bij de Raad van State.

De wet milieubeheer is een wet die op 1 maart 1993 de oude ‘Hinder wet’ heeft vervangen. Dit is niet slechts een vernieuwing van de wet, maar een geheel nieuwe wet die zich ook over dit onderwerp ontfermd. Deze wet is ruimer dan de hinder wet en focust zich in tegenstelling tot de hinder wet niet alleen op het voorkomen van hinder, maar ook over de bescherming van

het milieu. In deze wet is de maximale hoeveelheid decibel opgenomen die mag worden geproduceerd in een bepaald gebied. Vooralsnog staat die grenswaarde op 50 dB (A) bij de buitengrens van de aangegeven zone. Deze wet heeft zijn beperkingen omdat er enkel naar de totale geluidsproductie van het gebied wordt gekeken. Hierdoor kan een bedrijf dat veel geluid produceert zich vestigen in een gebied en vervolgens een aanzienlijk deel van de maximale geluidsproductie in beslag nemen. Om deze verdeling eerlijker te maken kan er gebruikt gemaakt worden van de wet Geluidhinder. Hier zijn in artikel 163 en 164 een aantal punten opgenomen die zouden moeten zorgen voor meer transparantie in de geluidsruimte. Echter wordt dit op de volgende manier gedaan: ‘’Burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een industrieterrein geheel of in hoofdzaak is gelegen zorgen ervoor dat er voldoende informatie beschikbaar is over de geluidsruimte binnen de zone’’ (Artikel 163, wet geluidhinder’’. Er staat dus wettelijk dat de burgemeester en wethouder ervoor moeten zorgen dat er voldoende informatie beschikbaar is.

Dit is interessant omdat de gemeente door deze vorm van wetmatigheid een vrije hand heeft gekregen. De gemeente kan namelijk beslissen om andere partijen geen inspraak te geven in het bestemmingsplan(tabel 2). Vervolgens kan het in artikel 163 en 164 van de wet Geluidhinder ook nog eens zelf beslissen dat er voldoende informatie beschikbaar is over de geluidsruimte.

2.6 Verbanden tussen de begrippen Het is belangrijk om te weten hoe deze begrippen in verbinding staan met elkaar zodat er een helder raamwerk kan worden geconstrueerd. Om te beginnen de geluidscontour. Dit is een feitelijke waarneming van geluid en kan gebruikt worden om aan te geven hoeveel decibel er op een bepaalt punt waargenomen kan worden. Deze contour staat in verband met belang. De hoogte van de decibellen zijn namelijk van invloed op hoe de actor dit geluid ervaart. Echter is het belangrijk dat de hoogte van de decibel maar voor een klein deel verantwoordelijk is voor de waarneming van de actor. De actor kan belangen hebben die meespelen. Zo zou de actor een bedrijf op het havengebied kunnen hebben en daarom genoegen kunnen nemen met een hoog decibel. De actor zou ook een persoon kunnen zijn in zijn woning en het geluid als vervelend ervaren. De ervaring van geluidhinder is maar voor 10 tot 25 procent te verklaren aan de akoestiek van het geluid. Daarom zijn belangen ontzettend belangrijk voor het verloop van het proces. De totstandkoming van beleidsplannen door de gemeente wordt er namelijk niet makkelijker op. Het op ‘eigen houtje handelen’ van de overheid lijkt steeds minder vanzelfsprekend. Burgers, bedrijven en organisaties laten zich horen in deze processen en willen serieus genomen worden. Er ontstaat steeds meer een participatiemaatschappij. Het belang van de actoren in dit proces wordt steeds belangrijker omdat deze actoren meer participeren in het beleidsproces. De verbinding tussen ‘belang’ en de opkomende ‘participatiemaatschappij’ is dus een erg belangrijke link voor dit onderzoek. Echter blijkt uit onderzoek dat overheden zich nog niet altijd overgeven aan deze trend. Uit de wetgeving blijkt ook wel dat overheden niet juridisch verplicht zijn om andere actoren te betrekken in collaborative planning met

10 betrekking tot het bestemmingsplan. De overheid heeft dus theoretisch uiteindelijk het laatste woord in het betrekken van de belangen van de andere actoren. Het is dus een belangrijk gegeven om te weten of een gemeente toegeeft aan deze trend. Het is de vraag of de gemeentelijke visie openstaat voor inspraak en participatie. Dit blijkt ook uit de wetgeving die de gemeente in principe de vrije hand geeft in deze beslissing.

3. Onderzoeksopzet In het onderzoek wordt gekeken of de participatie van bedrijven in beslissingen over geluidscontouren in het bestemmingsplan. Zorgt voor ruimere geluidscontourlijnen. Om dit te onderzoeken worden de volgende deelvragen behandelt:

1. Welke rol spelen geluidscontouren in planningsprocessen? Het is belangrijk om te weten welke rol geluidscontouren in planningsprocessen spelen. In het theoretisch kader lijkt het namelijk alsof deze kunnen dienen als instrument voor een betere leefomgeving. Het is echter maar de vraag of iedereen dit zo opvat. Zien bedrijven dit instrument ook zo? Het is dus de vraag met welk doel de geluidscontour wordt ingezet. En hoe de contour de verschillende belangen van alle betrokken actoren bedient. 2. Welke partijen zitten er aan tafel bij het proces met plannen met geluidscontouren als planningsinstrument? Uit het theoretisch kader kan in principe worden bekeken welke partijen betrokken worden volgens de wetten. Het juridisch kader is in die zin erg zwart-wit en beslaat niet goed welke partijen er nou echt invloed uitoefenen op de geluidscontour. Het is daarom belangrijk om te kijken hoe dit in praktijk in zijn werking gaat. Er blijkt namelijk ook uit het theoretisch kader dat er sprake is van een opkomende participatie maatschappij. Het is maar de vraag in hoeverre gemeenten hieraan toegeven. Vooral in de casussen zal onderzocht worden hoe bepaalde partijen zijn betrokken in dit proces. 3. Hoe uitten de gevolgen van deze manier van planning zich in praktijk? In het onderzoek zullen twee casussen behandelt worden die hopelijk in praktijk laten zien hoe dit instrument gebruikt wordt en wat voor gevolgen dit heeft. Veel van deze informatie komt van experts uit de desbetreffende gebieden die hopelijk meer inzicht kunnen geven in dit proces 4. Hoe spelen de visies van gemeentes mee in de uitkomst van planningsprocessen met geluidscontouren? Dit onderzoek begon allemaal met de bevindingen van plan Haven-Stad. Uit dit plan bleek wat voor immense transformatie de gemeente kon sturen met haar visie en het gebruik van geluidscontouren. De visie van de gemeente in dit onderzoek is van belang omdat het veel uitoefent op het bestemmingsplan en het bijbehorende proces. Deze zijn beide leidend naar de mate van participatie die andere actoren kunnen uitoefenen en de uitkomst van het proces. Omdat de gemeente de macht heeft om een nieuw bestemmingsplan te maken en tegelijkertijd de wettelijke macht heeft om andere actoren te betrekken of niet. Is het voor dit onderzoek noodzakelijk om te kijken naar de invloed van de visie van de gemeente

3.1 Onderzoeksmethoden

3.1.1 Ontologie en epistemologie Er wordt in dit onderzoek geen ontwikkelde theorie getoetst, en hierom is het geen toetsend onderzoek. Verder kent dit onderzoek aan de ene kant een deductieve benadering door de ondersteunende theorie die te vinden is over de wetgeving en bestemmingsplannen van de afgebakende gebieden. Eerst zal door beschikbare literatuur worden gekeken naar hoe de huidige gebieden zich ontwikkeld hebben(Bryman, 2012). Hierna zullen er interviews plaatsvinden met actoren in de desbetreffende gebieden. Die op een kwalitatieve wijze meer inzicht zullen geven wat betreft de processen die plaatsvinden met geluidscontouren als planningsinstrument. Dit is ook wel de inductieve kant van het onderzoek. Er wordt namelijk door observatie een algemene regel gegeneraliseerd. Op grond van empirisch onderzoek. Omdat het doel van deze scriptie is om te achterhalen of de participatie van bedrijven daadwerkelijk leid tot ruimere geluidscontouren zijn de verhalen van de betrokken actoren belangrijk. Deductie en inductie lijken elkaar tegen te spreken maar ook een combinatie van deze twee benaderingen is mogelijk. In dit onderzoek is er bijvoorbeeld al het één en ander te vinden over dit onderwerp, wat in principe een deductieve benadering tot gevolgen heeft omdat de theorie getoetst kan worden. Het onderzoek heeft echter ook genoeg ruimte voor aanvulling en vereist daarom empirische data die uit interviews gehaald kan worden. Dit is de inductieve kant van het onderzoek.

De kern van dit onderzoek gaat over de invloed belangen op machtsrelaties in het proces met geluidscontouren. Het is belangrijk om te begrijpen hoe de wetgeving de belangen bedient van de actoren in dit belang. De machtsrelaties in dit onderzoek zijn constructivistisch. Ook wel beschreven als ‘’dagelijkse interactie schept orde: machtsrelaties en vertrouwen’’ (Bryman, 2012) De daadwerkelijke wetten in dit onderzoek zijn een combinatie van ontologie en objectivisme. Deze combinatie wordt ook wel omgeschreven als: ‘’gaat om de gangbare concepten die de sociale wereld duiden: staat, wetten, geld’’ (Bryman, 2012) De onderzoekseenheden die behandelt worden in deze scriptie zijn: het Westelijk Havengebied Amsterdam en Waterfront Harderwijk. De gebieden vertonen overeenkomsten omdat er bij alle twee de casussen sprake is van een gezoneerd gebied met een geluidscontourlijn. Het gaat om een transformatie van een binnenstedelijk industrieel havengebied, naar een leefbaar woongebied. Om dit onderzoek goed meetbaar te maken moeten de onderzoekseenheden ook in mate van elkaar verschillen. Hierdoor komen de verschillen in variabelen beter naar buiten. De casussen verschillen ten eerste in hoeverre ze zijn in het proces. Daarnaast verschillen ze ook in de gemeentelijke visies in de beleidsplannen. Zo worden beiden casussen gestuurd door een andere motivatie. Amsterdam ziet namelijk een verschuiving in de economie, en Harderwijk wilt een aantrekkelijkere . Verder verschilt de procesvorming ook enorm, dit komt verder aanbod in de case beschrijving.

12

Het onderzoek kent een small-N met een interpretatie tijdens de analyse, zoals kenmerkend voor kwalitatief onderzoek. De analyse wordt gemaakt uit bevindingen van het literatuuronderzoek en diepte-interviews. Het literatuuronderzoek beslaat informatie uit beleidsplannen, en de diepte-interviews zijn gehouden met experts uit de cases.

3.1.2 Research designs en Analyse methoden Doordat er meerdere gebieden worden bestudeerd is er gekozen voor een comparative research design. Een comparative research design is gebaseerd op het idee dat we sociale fenomenen beter kunnen begrijpen als we ze vergelijken met twee of meer contrasterende casussen(Bryman, 2012). In dit geval zijn dat de twee havengebieden die contrasteren in gemeentevisies en de situatie met de industrie.

Er is gekozen voor een Thematische Analyse. Dit is in principe een gecodeerde analyse maar bij een thematische analyse wordt het onderzoek opgedeeld in thema’s. In dit geval: oorzaak van transformatie, proces van transformatie, betrokkenheid van actoren en rol van geluidscontouren. Vervolgens wordt uit de literatuur die er te vinden is over de cases en ondersteunende informatie van experts, thematisch de bevindingen beschreven die er gemaakt zijn. De thematische analyse is niet zwart-wit, en gebonden aan bepaalde algemene principes. Het gaat slechts om de juiste extractie uit alle kwalitatieve informatie voor een compleet antwoord. Deze analysemethode past goed bij de scriptie om het volgende: Er is in het literatuuronderzoek een gat gevonden in de informatie die gaat over de machtsrelaties in deze processen. Dit onderzoek hoopt dit gat op te kunnen vullen door de informatie verkregen uit de interviews. Een thematische benadering is hiervoor geschikt omdat het toestaat de gebruiker met een vrije hand beide informatiebronnen te gebruiken. Verder sluit het goed aan op het gebruik van semi-gestructureerde interviews. Omdat het alle informatie kan verwerken zonder dat het zijn lading verliest. Er zijn een aantal manieren om de thematische analyse toe te passen. Zoals te zien in tabel 4:

Tabel 4: Benaderingen in een thematische analyse Inductive way Coding and theme development are directed by the content of data Deductive way Coding and theme development are directed by existing concept or ideas Semantic way Coding and theme development reflect the explicit content of the data Latent way Coding and theme development report concepts and assumptions underpinning the data Realist or essentialist way Focuses on reporting an assumed reality evident in the data Constructionist way Focuses on looking at how a certain reality is created by the data Bron: University of Auckland, 2006

Dit scriptie heeft een inductief karakter. Daarom wordt de inductieve vorm van de thematische analyse gebruikt. Dit houdt in dat de thema’s worden gevormd aan de hand van de content van de data(University of Auckland, 2006). Om deze analyse te gebruiken wordt eerst alle informatie vergaard, dit kan zijn uit observaties, interviews en casestudies. Een combinatie van deze bronnen wordt ook wel ‘triangulatie’ genoemd. Het toepassen van meerdere dataverzamelingsmethoden in een studie- op kwalitatieve data-analyse, om zo de diepte, kwaliteit en eventueel reikwijdte van de bevindingen te vergroten(Van Staa & Evers, 2016) De onderzoeker moet een lange tijd de informatie tot zich nemen, informatie om te lezen of opnames om te transcriberen. Het vergt veel tijd maar het moet goed georganiseerd gaan. Er moet gezocht worden naar de belangrijkste ideeën, met name degene die zich gedurende de gegevens herhalen. Deze ideeën worden gecodeerd of aangeduid. Het coderen van deze gegevens kost veel tijd, maar met de juiste codes wordt de analyse zelf vereenvoudigd

Het proces loopt als volgt(Boyatzis, 1998): 1: Data collectie 2: Coding data 3: Code validation 4: Themes/frameworks identification 5: Information consolidation

Overigens wordt er in zowel Boyatzis(1998) als in Van Staa en Evers (2016) geconcludeerd dat de stappen in het proces van de thematische analyse bijna nooit chronologisch via dit stappenplan verlopen. Het is zelfs zo dat er vaak stappen worden samengevoegd bij bijvoorbeeld kleine hoeveelheden data. In het dit onderzoek zullen er ook een aantal stappen worden samengevoegd. Het belangrijkste is voor dit onderzoek dat er eerst een grote hoeveelheid informatie wordt vergaard, deze helemaal opgenomen wordt. En er vervolgens secuur de juiste thema’s uit worden gehaald.

3.1.3 Opmerkingen Dit onderzoek kent drie aspecten die uitleg vereisen om zo de betrouwbaarheid te waarborgen. Ten eerste een kleine uitleg van de experts die zijn geïnterviewd en hun positie. Tanja Casimir, zij is milieuadviseur bij het planologisch adviesbureau Bugel Hajema. Ze heeft enorm veel ervaring als het gaat om geluidshinder en andere milieu betrekkingen. Daarnaast heeft zij met haar bureau meegewerkt aan de case Waterfront Harderwijk. Saskia Hoogstraten, zij is milieuplanoloog. Heeft haar hele carrière gewerkt bij de DRO Metropool. Dit is getransformeerd naar Ruimte en Duurzaamheid. Mevr. Hoogstraten heeft dus haar hele carrière bij gemeente Amsterdam gewerkt. Jair de Paauw, hij is accountmanager bij Port of Amsterdam. Heeft niet veel kennis van geluidscontouren maar weet alles over het vastgoed in dit gebied. Heeft ook veel kennis over

14 de bedrijven en heeft ervaring met dit soort transformaties. Zo heeft hij ook meegewerkt aan de transformatie van Harderwijk Waterfront. Ton van Breemen, manager Environmental Affairs bij Port of Amsterdam. Dhr. van Breemen is de geluidsexpert van de Haven van Amsterdam. Hij heeft persoonlijk het hele geluidverdeelplan geschreven. Sinds 2005 is dhr. van Breemen al bezig met de akoestiek in de haven. Hij is nu ook project leider van de milieuzaken in dit gebied.

Ten tweede heeft dit onderzoek geen ‘operationalisering’. De bevindingen in dit onderzoek meet zich in factoren zoals ‘belang’ en ‘waarneming van geluid’. Deze factoren zijn dermate kwalitatief dat ze moeilijk te operationaliseren zijn. Het onderzoek wordt gedaan door te luisteren naar belangen en ervaringen van actoren. Deze resultaten laten zich niet goed weergeven in meetbare begrippen. Er is daarom voor gekozen om geen operationalisering te doen. Verder wordt dit onderzoek gedaan doormiddel van een thematische analyse. Deze analyse geeft de onderzoeker erg de vrije hand. Het is daarom belangrijk om uit te leggen waarom de thema’s gekozen zijn en hoe ze de nodige stof beslaan. De uitleg van de thema’s zijn als het ware de operationalisering van de begrippen in een klassieke kwantitatieve scriptie. Elk kopje begint met de naam van het thema met een sub-thema. Hierna wordt uitgelegd waarom dit thema belangrijk is voor de literatuur en voor de interviews.

Oorzaak van transformatie Gemeentelijke visies Dit was een voor de hand liggend thema omdat elk bestemmingsplan geschreven is uit de gemeentelijke visie. De transformatie van het gebied wordt nauwkeurig beschreven in de bestemmingsplannen en vormt daarom een belangrijk deel uit van de literatuur. Ook is de oorzaak belangrijk omdat het weergeeft welke belangen het plan bedient. Is het beleidsplan gemaakt omdat de gemeente een transformatie wilt zien of omdat de bewoners overlast hebben van geluid? Verder is het belangrijk omdat de gemeentelijke visie invloed kan uitoefenen op het bestemmingsplan en zodoende kan beslissen over de mate van participatie. Echter maakt het ook een belangrijk deel uit van de interviews omdat daaruit blijkt dat de oorzaak voor transformatie niet altijd precies overeenkomt met hoe die beschreven is in de plannen. Dat betekent niet per se dat de bestemmingsplannen niet overeenkomen met het gerealiseerde proces. Maar er mist inzicht dat wel vergaard kan worden via een interview.

Verloop van proces Gevolgen voor industrie Op het gebied van literatuur is dit een interessant thema omdat er niet veel informatie over het procesverloop te vinden is. In de wetenschappelijke relevantie is ook beschreven hoe er over het verloop van het proces weinig wetenschappelijke literatuur te vinden is. In de onderzochte binnenstedelijke havengebieden zijn de gevolgen voor de industrie meestal het grootst. Het is belangrijk om te zien hoe deze gevolgen zich uitten. Daarom zijn de interviews van dit onderzoek belangrijk. Via experts hoopt dit onderzoek meer inzicht te geven over hoe deze processen verlopen. De grootste oorzaak om dit thema te kiezen is het contrast tussen de cases van Amsterdam en Harderwijk. Het

incrementele proces van Amsterdam met een doordachte verplaatsing van industrieën staat compleet in contrast met de vluchtige verplaatsing van Harderwijk met alle juridische gevolgen van dien. Het verloop van het proces bleek hier een toonaangevende factor.

Betrokkenheid van actoren Participatie Net zoals ‘het verloop van het proces’ was over dit thema ook weinig te vinden in de literatuur. In bestemmingsplannen zoals die van Amsterdam werd er slechts gesproken over ‘het moeten vinden van een nieuwe bestemming voor de bedrijven’. Hoe deze bedrijven betrokken werden bij deze procesvorming was echter onduidelijk. Wat hier vooral interessant aan is, is dat het plan ‘Amsterdam Haven-Stad’ geschreven is door zowel de DRO als Haven Amsterdam. Dit lijkt op het eerste oog een rare samenwerking door de contrasterende belangen in de gebiedstransformatie. Maar het laat dus ook tevens zien dat samenwerking wel mogelijk is. Vanuit daar was het logisch om via interviews erachter te komen hoe deze actoren dan precies betrokken zijn. De resultaten van deze interviews waren erg interessant en daarom vervult ‘betrokkenheid van actoren’ en uiterste belangrijke rol. Verder blijkt uit het theoretisch kader dat er een opkomende participatiemaatschappij ontstaat. Maar dat niet alle gemeentes toegeven aan deze trend.

Rol van geluidscontouren Kans of belemmering In de literatuur oogde het dat voor beide cases geluidscontouren slechts een belemmering waren. Geluidscontouren zouden er alleen zijn om plannen te dwarsbomen. Iets wat opvallend is aangezien dit een instrument zou moeten zijn dat juist bevorderend werkt in het woon- en leefklimaat. Tijdens de interviews werd het steeds duidelijker dat geluidscontouren niet per se een blokkade hoeft te vormen. In Amsterdam volgen de geluidscontouren de algemene vraag van woon en werken. Geluidscontouren zorgen hier voor een juiste combinatie van woongebieden met lichte industrie, met een gezondere stad tot gevolg. In Harderwijk zorgden de geluidscontouren juist alleen maar voor belemmeringen. Juridische aspecten die zorgden voor een gebied dat akoestisch op slot stond. Maar ook tegelijkertijd rekening moest houden met een Natura2000 gebied zorgden voor een interessant verschil tussen de twee cases.

16

3.2 Conceptueel model In model 1 is het conceptueel model te zien die de verbanden in dit onderzoek beschrijft. Het begint allemaal bij een geluidscontour, deze is van invloed op de gemeentelijke visie en het belang van andere betrokkenen. De gemeentelijke visie kan invloed uitoefenen op de wetgeving in het bestemmingsplan. Hierdoor kan er bepaald worden of andere betrokkenen mogen participeren of niet. De gemeentelijke visie kan ook via de wetgeving zelf bepalen hoe de geluidscontour wordt verschoven. Via belang betrokkenen vindt er aanleiding plaats naar participatie. Actoren die beïnvloed worden door het geluid zullen namelijk eerder participeren in dit proces. Het is maar de vraag of participatie niet dermate beïnvloedt wordt door wetgeving om nog van invloed te kunnen zijn. Mocht de wetgeving deze macht verschaffen dan heeft participatie invloed op de verschuiving van de contour. Er is ook nog een pijl van ‘participatie’ naar ‘gemeentelijke visie’ getrokken omdat het zou kunnen zijn dat actieve participatie van partijen zou kunnen zorgen voor een verandering in de gemeentelijke visie. Zoals bijvoorbeeld een protest van bewonersorganisaties.

Model 1: conceptueel model

Geluidscontour Gemeentelijke visie Wetgeving

Geluidscontour Verschuiving

Belangen betrokkenen Participatie

Bron: Auteur

3.3 Case selectie Er is voor de cases Amsterdam Westelijk Havengebied en Waterfront Harderwijk gekozen omdat de verschillen en overeenkomsten tussen beide cases zorgen voor een vrij compleet onderzoek. Beide cases gaan namelijk over de transformatie van een binnenstedelijk havengebied. Het gaat om de verplaatsing van bedrijven om zo ruimte te maken voor meer woongebied. In beide gevallen hebben geluidscontouren een grote rol gespeeld omdat deze de grenzen aangeven in beide gebieden. Doordat beide gebieden te maken hebben met dezelfde aanleiding voor een herbestemming kan er op een objectieve manier vergeleken worden. Wat betreft de uitkomsten van de cases zijn de processen juist erg verschillend. Het proces Amsterdam Westelijk Havengebied bleek een grootschalig project te zijn, dat erg transparant was en veel samenwerking vereiste met de andere actoren. Het proces Waterfront Harderwijk bleek een proces te zijn doorlopen dat erg gestuurd werd door de gemeente, er was weinig transparantie en andere partijen zijn niet erg betrokken. Er is voor deze twee cases gekozen omdat ze beiden in een soortgelijke begin situatie zaten, maar het verloop van het proces juist heel erg van elkaar differentieert. De belangen tussen beide cases zijn ook erg verschillend. In Harderwijk zijn er geen omwonende die last hebben van het geluid en vindt de transformatie plaats om de stad aantrekkelijker te maken. In Amsterdam zijn er juist veel omwonende en wordt de geluidscontour gebruikt om een efficiënt woon- en werk gebied te maken. De twee gemeentes hebben ook verschillende benaderingen gehad wat betreft de gemeentelijke visie. Zo was er in Amsterdam sprake van veel samenwerking, inspraak en participatie en in Harderwijk geen.

18

4. Case presentatie en Analyse

4.1 Amsterdam Westelijk Havengebied De eerst beschreven case is het Westelijk Havengebied Amsterdam. Dit besluit is opgenomen in het besluit ‘’Haven-Stad’’, en is gemaakt door Haven Amsterdam en Dienst Ruimtelijke Ordening. Het besluit is onderdeel van het programma akkoord 2006-2010 ‘’Mensen maken Amsterdam’’. In dit besluit worden er drie geluidscontouren opgesteld die moeten beslissen over de ontwikkeling rondom het Westelijk Havengebied in Amsterdam.

Afbeelding 5: Drie scenario’s uit plan Haven-Stad Amsterdam

Bron: Gemeente Amsterdam, 2009

In scenario 1: blijft de huidige begrenzing van de geluidscontourlijn uitgangspunt. Hier is de centrale opgave om binnen de begrenzing. Zowel aan de binnen- als buitenkant zoveel mogelijk te intensiveren. In scenario 2: verschuift de geluidscontourlijn met een verkleining van het havengebied tot gevolg. Hierdoor is de centrale opgave een verdere verstedelijking langs de Ij-oevers in combinatie met stillere en schonere havenactiviteiten. In scenario 3: verschuift de geluidscontourlijn nog verder dan bij scenario 2 waardoor de havenactiviteiten plaatsmaken voor meer dan 30.000 woningen. De centrale opgave hier is uitplaatsing van de huidige bedrijven en transformatie.

Het gaat hier voor de gemeente dus om het mogelijk realiseren van meer woningen ten kosten van het bestaande industrie gebied. Deze scenario’s zijn uitgebreid beschreven in Haven-Stad Amsterdam en zal voor fundering zorgen in de structuurvisie 2040 van Amsterdam.

In deze structuurvisie wordt beschreven hoe de Haven van Amsterdam uiterst succesvol is en een mooie bijdrage levert aan de gemeentekas. Echter is het zo dat verdere uitbreiding van deze haven geen negatieve invloed mag hebben op milieuaspecten in de stad. De gemeente Amsterdam kiest voor scenario 2 en 3. De belangrijkste valkuilen in deze scenario’s zijn financiële haalbaarheid en de mogelijkheid tot verplaatsing van de huidige gevestigde bedrijven(Gemeente Amsterdam, 2011) Het aspect wat deze case tekent en belangrijk maakt voor dit scriptie. Is dat de gemeente bewust kiest voor een optie waarin huidige gevestigde bedrijven zich moeten verplaatsen door een verschuiving van een geluidscontourlijn. Om deze case verder uit te werken zullen de deelvragen beantwoord worden zoals beschreven in het begin van de scriptie. De eerste deelvraag is:

4.2 Waterfront Harderwijk Deze case zal worden beschreven aan de hand van het bestemmingsplan Waterfront-Noord 22 van Harderwijk. Verder is er een interview met Tanja Casimir afgenomen. Die werkt voor Bugel Hajema, het adviesbureau dat mee heeft geholpen aan het geluidsprobleem dat zich heeft voortgedaan in dit plan. De gemeente Harderwijk wilt al een tijd plannen maken ter verbetering van het Waterfront. Om dit te realiseren heeft de gemeente een structuurplan opgesteld in 2014. Aanleiding om deze transformatie te maken zijn er een aantal knelpunten die een vorm aannemen in bereikbaarheid, parkeren, belevingswaarde, (woon)milieu, het verouderde industrieterrein ‘Haven’ en bodemverontreiniging(Harderwijk, 2007). Om een wat duidelijker beeld te schetsen van het gebied waarover het gaat hier afbeelding 6. Het paarse gebied is het te ontwikkelen gebied in de Lorentzhaven. Deze haven bevindt zich aan het grote industrie/bedrijven gebied onder de naam Lorentz. Aan de westkant van Knardijk (de dijk de twee stukken land verbindt) bevindt zich de binnenstad. Afbeelding 6: Harderwijk Waterfront

Bron: Gemeente Harderwijk, (2007)

20

Om deze ontwikkeling te realiseren wordt de ontwikkeling van de Lorentzhaven in twee onderdelen gedaan, die gescheiden worden door het water in de Lorentzhaven. De uitbreiding van bedrijventerrein Lorentzhaven-West (circa 3,5 ha) is bestemd voor de te verplaatsen watersport gerelateerde bedrijven uit het industrieterrein Haven en bedrijventerrein Lorentz. In afbeelding 7 is te zien om welke te onderdelen het hier gaat.

Afbeelding 7: Lorentzhaven

Bron: Gemeente Harderwijk, 2007

Het gaat hier dus om het Oostelijk deel van de Haven (paars). Hier moet plek gemaakt worden voor bedrijven die zich moesten verplaatsen. Deze bedrijven zijn lichte watersport bedrijven. Die zich moeten verplaatsen naar een gevestigde orde van watergebonden bedrijven. Dit zijn veel zwaardere bedrijven die het water voor transport nodig hebben. Het dilemma dat zich hier voortdoet is het volgende. Op het moment dat dit plan gemaakt werd was de geluidsruimte binnen de vastgestelde zonegrens onvoldoende om verplaatsing van een aantal bedrijven mogelijk te maken. Om dit probleem op te lossen werden er partiële aanpassingen gemaakt binnen de huidige bestemmingsplannen. Deze aanpassingen zorgden ervoor dat de geluidsruimte verkavelt kon worden. Hierdoor kon een bepaalde hoeveelheid geluidsruimte toegezegd worden aan een bepaald bedrijf. Wat deze case belangrijk maakt voor dit scriptie is dat er sprake was van een gemeentelijke visie die leiden tot verplaatsing van bedrijven op basis van een geluidscontour. De gemeente wilde het Westelijk Lorentzindustrie terrein transformeren naar een meer gangbare plek met een realisatie van woningen. Hierdoor moesten er bedrijven verplaatst

worden naar het Oostelijk-havengebied. Om dit te realiseren werd de geluidsruimte in dit gebied verkavelt zodat deze bedrijven er nog tussen pasten.

4.3 Analyse Zoals aangegeven in de methodologie wordt dit onderzoek geanalyseerd aan de hand van een thematische analyse. De thematische analyse van dit onderzoek kent een deductieve benadering. Daarom is nu aan het einde van de informatievergaring- en bestudering het punt aangebroken om de thema’s te construeren. Er zijn vier hoofdthema’s met elk een sub-thema. De hoofdthema’s maken onderdeel uit van een verhaal of proces die tijdens de dataverzameling erg invloedrijk bleken te zijn. De sub-thema’s zijn een gevolg of ondersteunende factor in het hoofdthema. Hieronder wordt kort per thema en sub-thema beschreven waarom deze thema’s gekozen zijn volgens de literatuur en interviews.

Het is belangrijk om bij een kwalitatief onderzoek goed aan te geven waarom bepaalde opvattingen en interpretaties gemaakt zijn. Daarom staat de gehele analyse in bijlage 5. Ook wordt hier uitgelegd waarom bepaalde thema’s op deze manier geformuleerd zijn. Het onderzoek zal nu de onderzoeksvragen beantwoorden terwijl het kan citeren uit de eerder gemaakte analyse. Verder wordt elke deelvraag eerst behandelt aan de hand van de literatuur en daarna aan de hand van de interviews.

4.3.1 Amsterdam Westelijk Havengebied Welke rol spelen geluidscontouren in planningsprocessen? Uit het onderzoek blijkt dat de oorzaak van transformatie een toonaangevende factor is in de rol die geluidscontouren uiteindelijk spelen in het planningsproces. Het plan voor de transformatie van Amsterdam blijkt uit de literatuur een idee dat geschreven was om een transformatie te volgen die al decennia lang aan de gang was. Door mondiale concurrentie liep het Oostelijk Havengebied leeg en dit zette zich voort naar het Westelijk Havengebied. Dit wordt in het plan Haven-Stad beschreven doormiddel van drie scenario’s. Het is een belangrijk onderdeel om op de grens van woon en werken te intensiveren(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Dit betekent dat er naar efficiënte economieën wordt gezocht. In theorie zou er dus geconcludeerd kunnen worden dat de geluidscontour een toonaangevende ondersteunende rol speelt in het proces dat zich van nature al voortdoet(bijlage 6, proces van transformatie). Het is namelijk een ondersteuning van de combinatie van het nieuwe woon en werken. Verder kan er worden opgemaakt uit de Structuurvisie dat geluidscontouren gebruikt kunnen worden als een instrument om scenario’s en hun gevolgen te voorspellen. In de structuurvisie maken ze namelijk gebruik van de resultaten uit plan Havenstad om zo de keuze in de structuurvisie te bekrachtigen.(bijlage 6, rol van geluidscontouren).

Uit de interviews blijkt dat de gemeente hier inderdaad achter staat. Mevr. Hoogstraten zegt ook wel dat de geluidscontouren hier slechts een trend volgen(bijlage 6, rol van geluidscontouren). Een trend die als het ware dus de belangen volgt van de betrokkene. Uit het interview met de gemeente lijkt het alsof de trend van de transformatie zijn oorsprong vindt in het belang van de stad en zijn bewoners. Sterker nog. Het proces blijkt incrementeel

22 te verlopen en de geluidscontour verplaatst zich stapsgewijze aan de hand van de belangen van de actoren. De haven denkt hier heel anders over. Het punt dat de haven niet kleiner hoeft te worden door de mondiale concurrentie is al lang bereikt. Elke verplaatsing die nu plaatsvindt heeft niks meer te maken met het volgen van de trend. De omschakeling van zware industrie naar een nieuwe vorm van creatieve of andere schonere economieën is slechts een leuke brochure voor de stad. De omschakeling van zware industrie naar schone economie dient alleen het gemeentelijk belang, aldus Dhr. de Paauw(bijlage 6, rol van geluidscontouren)

Hoe uitten de gevolgen van deze manier van planning zich in praktijk? Na het houden van de interviews bleek dat de gemeente inderdaad van mening is dat de rol van geluidscontouren het volgen van het belang moet zijn. Mevr. Hoogstraten vertelt dat de omschakeling al plaatsvond in het Oostelijk Havengebied. Dit terrein heeft lang brak gelegen maar in de jaren 80 was er weer sprake van een vraag naar woningen. Toen die werden bijgebouwd kwamen er tot iedereens verbazing tegelijkertijd banen bij. Deze beweging was toonaangevend voor een nieuwe economie die hand in hand gaat met woongebieden aldus Saskia Hoogstraten(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Sectoren zoals financiële- en juridische dienstverlening, verzekeringen en kenniseconomie bleken uitstekend te functioneren in het woongebied. Deze economie zorgde zelfs voor een betere concurrentiepositie van Amsterdam ter vergelijking van de oude havenindustrie. Het was duidelijk voor de gemeente dat een slimme combinatie van woon en werken beter functioneerde voor een gezond Amsterdam dan de oude scheiding tussen woongebied en zware havenindustrie. Verder verloopt dit proces erg incrementeel. Elke keer als er een bedrijf weggaat dan wordt er via een facetplan geregeld dat er woningbouw kan plaatsvinden. Doordat de gemeente stapsgewijs te werk gaat weten de bedrijven ook waar ze aan toe zijn(bijlage 6, proces van transformatie)

Echter denkt Port of Amsterdam hier anders over. De gemeente ziet liever woningen dan industrie op deze gebieden. Een leuke creatieve combinatie van woon- en werken is namelijk een mooie brochure voor de stad. De haven heeft hier tot een bepaalde mate begrip voor maar vindt dat de stad vergeet dat ze de zware industrie ook nodig heeft zegt Dhr. de Paauw.(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Verder blijkt het zo dat deze transformatie van Oost naar West helemaal niet zo van nature verliep. De gemeente was in de jaren 80 al bezig met bedrijven verplaatsen voor woningen in het Oostelijk Havengebied aldus Dhr. van Breemen(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Verder beschrijven zowel Dhr. de Paauw als Dhr. Breemen dit proces als incrementeel. De benadering is een beetje anders maar het proces verloopt inderdaad stapsgewijs. Hierdoor verloopt het ook transparant(bijlage 6, proces van transformatie). Het belangrijkste stuk van deze deelvraag is de contrasterende visie van de haven en de gemeente over de gevolgen van geluidscontouren. De gemeente zegt dat de transformatie slechts plaatsvindt door de natuurlijke werking van de markt. Geluidscontouren dienen hier het publiekelijk belang. De haven is het hier mee oneens. Hun mening is dat de stad deze transformatie gebruikt om Amsterdam te promoten als creatieve schone stad met meer woningen. Zij zijn van mening dat de gemeentelijke visie het hier voor het zeggen heeft.

Wat interessant is, is dat beide partijen het eens zijn over het feit dat het proces duidelijk en transparant verloopt. Er is sprake van goede communicatie.

Welke partijen zitten er aan tafel bij het proces van plannen met geluidscontouren als planningsinstrument? In plan Haven-Stad staat vermeldt dat het de voorkeursstrategie is om constant in gesprek te zijn met bedrijven en instellingen uit de betrokken stadsdelen. Het komt in meerdere beleidsstukken naar voren dat dit een pré is. Hiernaast is er ook het Visiebeeld 2040 gemaakt dat een plan beschrijft waarin Amsterdam samen met andere gemeentes samenwerkt om een sterke industriecluster aan het Noordzee kanaal te maken. Wat ook interessant is, is dat het oorspronkelijke plan Haven-Stad gemaakt is door de gemeente maar ook door de Haven van Amsterdam. In theorie lijkt het dus alsof de gemeente niet alleen bezig is met het maken van het woongebied, maar ook aan een toekomst voor de industrieën. Toen er gesproken werd met Mevr. Hoogstraten kwam naar buiten dat deze gesprekken inderdaad heel belangrijk zijn. Er zijn veel contrasterende belangen tussen de gemeente en de bedrijven en dat vergt enorm veel communicatie. De gemeente beseft dat de Haven haar onafhankelijkheid nodig heeft en daarom is het bedrijf zelfstandig geworden met de gemeente als enige aandeelhouder. Er zijn jaarlijks vergaderingen waar zowel de gemeente als de bedrijven hun visie kunnen uitspreken zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Ook worden er afspraken gemaakt over wanneer bepaalde bedrijven moeten vertrekken. Naast de bedrijven worden ook de bewoners betrokken bij dit proces, of in ieder geval ingelicht. Er zijn in het verleden ook compensaties getroffen voor bewoners die aan veel geluid bloot stonden aldus Mevr. Hoogstraten (bijlage 6, betrokkenheid van actoren) Uit interviews met de haven bleek het volgende. Havenbedrijf Amsterdam is een zelfstandig bedrijf maar voelt zeker dat de gemeente haar eigen agenda heeft. Verder is Dhr. de Paauw het erover eens dat er inderdaad sprake is van een transparante communicatie tussen beide partijen. Dhr. de Paauw benadrukt dat er wel contrasterende belangen zijn en dat de gemeente hier het laatste woord in heeft. Dit is een interessante bevinding omdat het bij het interview met Mevr. Hoogstraten leek alsof beide partijen samen aan een toekomst werkte die ook voor de industrie gunstig is(bijlage 6, betrokkenheid van actoren) Dhr. van Breemen voegt hieraan toe dat de actoren zeer betrokken zijn en absoluut niet worden benadeeld. Het is namelijk zo dat de gemeente nooit vergunde rechten mag intrekken. Het gebied heeft een geschiedenis waar ooit beroep is gedaan door bedrijven op de eerste woningen. Deze woonbestemming stond echter wel in het bestemmingsplan maar was nooit goed door gecommuniceerd aan de bedrijven. De bedrijven zijn hierin op beroep gegaan en hebben gewonnen. Hierna is het convenant onder Eberhard van der Laan gestart en nu weten beide partijen waar zij aan toe zijn. Volgens Ton van Breemen kan er dus gezegd worden dat er sindsdien transparantie bestaat. En dat wat betreft het beroep op het bestemmingsplan gezegd kan worden dat participatie dus wel degelijk uit maakt(bijlage 6, betrokkenheid van actoren).

24

Hoe speelt de visie van de gemeente mee in de uitkomst van planningsprocessen met geluidscontouren? De visie van de gemeente is de aanleiding van deze transformatie. Er is in meerdere plannen beschreven dat de transformatie belangrijk is. ‘De stad blijft groeien en daarom ook de vraag naar woningen’(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Er is ook te zien hoe deze plannen geconstrueerd zijn aan de hand van geluidscontouren. In plan Haven-Stad zijn er drie scenario’s geschetst met de gevolgen van dien. Vervolgens wordt er door de gemeentelijke visie bekeken welke gevolgen het meest gunstig zijn. De gemeente heeft één scenario uitgekozen en uitgevoerd. Er kan geconcludeerd worden dat de visie van de gemeente bepalend is voor de uitkomst in planning met geluidscontouren. Uit de interviews bleek ook dat dit niet de eerste keer was dat de gemeente geluidscontouren gebruikt om haar visie te realiseren. Zo beschrijft Dhr. van Breemen dat de gemeente geluidscontouren gebruikte om stapsgewijs het Oostelijk Havengebied te transformeren(bijlage 6, proces van transformatie). Ook kan de gemeente deze contour gebruiken voor de combinatie van woon- en werken die het zo graag heeft. Dit blijkt uit het interview met dhr de Paauw(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Naast de woon- werk combinatie wilt de gemeente ook graag brownfields naar greenfields transformeren. Deze terreinen worden als brownfields bestempelt maar zijn vaak functionerende industriegebieden. Dat wilt de haven helemaal niet, zij zijn van mening dat deze gebieden ook nodig zijn voor de stad(bijlage 6, betrokkenheid van actoren). Dat zijn drie voorbeelden van hoe geluidscontouren gebruikt kunnen worden om een visie te realiseren. Tevens zijn het belangrijke voorbeelden die laten zien hoe geluidscontouren het belang van de gemeente kunnen dienen. De gemeente wilt een schone creatieve economie en kan dit doen middels geluidscontouren.

4.3.2 Waterfront Harderwijk Welke rol spelen geluidscontouren in planningsprocessen? De aanleiding van transformatie van Waterfront Harderwijk was: ‘’een grondige kwaliteitsimpuls van de gebieden ten noorden en oosten van de historische binnenstad. In de huidige situatie doen zich hier veel knelpunten voor, die onder meer te maken hebben met bereikbaarheid, parkeren, belevingswaarde, milieu, verouderd industrieterrein en bodemverontreiniging(bijlage 6, oorzaak van transformatie). Om deze transformatie te realiseren moesten bepaalde bedrijven verplaatst worden. In dit proces waren de geluidscontouren misschien wel het grootste probleem. Het industrieterrein stond akoestisch op slot door de gevestigde bedrijven. Verder grensde het aan een Natura2000 gebied. De geluidscontour was een grote belemmering voor de transformatie van Harderwijk(bijlage 6, rol van geluidscontouren). Ook uit het interview met Mevr. Casimir bleek dat contouren slechts een belemmering waren. Daarom is het bureau Bugel Hajema ingeschakeld om een geluids-verdeelplan te schrijven(bijlage 6, rol van geluidscontouren).

Hoe uitten de gevolgen van deze manier van planning zich in praktijk? De geluidscontouren die zijn bepaald in Waterfront Harderwijk hebben gezorgd voor een vrij lastig pakket. Het proces bestond uit twee delen die zich ontfermen over het Westelijk en het Oostelijk stuk van de haven. Het Westelijk havengebied waar voorheen lichte bedrijven zaten moest een woongebied worden. En het nieuwe terrein moest worden vrijgemaakt zodat de te verplaatsen bedrijven konden worden verhuist. De gemeente wilt de lichte bedrijven als buffer zetten tussen woon en industriegebied. Dit plan werd in één keer gemaakt en uitgevoerd. Al deze transformaties moesten in één keer plaatsvinden, gemaakt door één plan aldus mevr. Casimir (bijlage 6, proces van transformatie). Verder moesten er tijdens de transformatie ook aanpassingen gemaakt worden in de bestemmingen omtrent het Natura2000 gebied(bijlage 6, proces van transformatie)

Welke partijen zitten er aan tafel bij het proces van plannen met geluidscontouren als planningsinstrument? ‘Het is wenselijk geacht om de huidige voornemens met de belanghebbende te bespreken, voordat het ontwerpbestemmingsplan in het kader van de vaststellingsprocedure wordt gelegd’’(Bijlage 6, betrokkenheid van actoren). Er werd dus in het bestemmingsplan geconstateerd dat het wenselijk is om de andere actoren te informeren voordat het bestemmingsplan ter inzage ligt. Verder wordt er niks gezegd over het procesmatig betrekken van andere actoren. Er zijn verder volgens het bestemmingsplan ook geen bezwaren ingediend van bedrijven. Wel van een aantal bewoners maar die gingen allemaal over MER- gerelateerde onderwerpen zoals waterverontreiniging(bijlage 6, betrokkenheid van actoren) De interviews met betrekking tot de participatie van het Waterfront zijn heel belangrijk voor dit onderzoek. In dit proces zijn de bedrijven niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het plan. In principe heeft de gemeente zich gewoon aan de vergunde rechten gehouden. Er kan dus gezegd worden dat de gemeente zich heeft gehouden aan de verplichte juridische regels. Maar de bedrijven zijn niet betrokken geweest bij dit proces. Sterker nog, het bestemmingsplan voor de transformatie is nooit naar de Raad van Staten geweest. Hierdoor hebben andere actoren überhaupt nooit de kans gehad om beroep te doen tegen dit plan. Er

26 zijn dus ook geen actoren die tegen dit plan hebben gestemd op een paar inwoners na die het plan bij het gemeentehuis hebben gezien(bijlage 6, betrokkenheid van actoren). Het onderzoek heeft het geluk gehad dat het een interview kon houden met Dhr. de Paauw, die betrokken is geweest bij beide projecten. Dhr. de Paauw is ook van mening dat bij het proces in Harderwijk de actoren minder betrokken zijn geweest dan bij het project in Amsterdam. Dit kan komen door de stapsgewijze benadering die Amsterdam kent in tegenstelling tot het eenmalige plan van Harderwijk(bijlage 6, betrokkenheid van actoren)

Hoe spelen de visies van gemeentes mee in de uitkomst van planningsprocessen met geluidscontouren? De visie van Harderwijk heeft de belangrijkste rol gespeeld in de transformatie. Er is sprake geweest van maar één plan dat opgesteld is door de gemeente zelf. De gemeente wilt groeien en aantrekkelijker worden en start daarom deze transformatie. Er hebben veel complicaties mee gespeeld bij de uitvoering van dit plan. Er moesten bedrijven verplaatst worden, en MER-rechten gecorrigeerd worden(bijlage 6, rol van geluidscontouren). Toch heeft gemeente Harderwijk koste wat het kost ervoor gezorgd dat dit plan gerealiseerd kon worden, er is zelfs een bureau ingeschakeld om dit mogelijk te maken. Uit interviews met Mevr Casimir en Dhr de Paauw blijkt inderdaad dat de gemeente hier daadwerkelijk haar visie heeft doorgedrukt. Het heeft in één keer een plan gemaakt en dit niet naar de Raad van State gestuurd. Er was geen sprake van samenwerking maar slechts van de uitvoering van de gemeentelijke visie(bijlage 6, oorzaak van transformatie)

4.2.3 Verschillen tussen de cases In dit deel van de analyse zal per deelvraag de verschillen tussen de cases worden weergeven met de gevolgen van dien.

Welke rol spelen geluidscontouren in planningsprocessen? In Amsterdam lijken geluidscontouren op het eerste gezicht een trend te volgen. Er is al decennia lang een transformatie gaande van het Oostelijk havengebied naar het Westelijk havengebied. Uiteindelijk schetst de gemeente drie scenario’s om te laten zien hoe het deze transformatie verder kan sturen. Er is sprake van een transformatie die de vraag van de stad volgt. De Haven zelf is het hier niet mee eens en zegt dat het balans punt van woon en werken al lang bereikt is. Volgens hen gebruikt de gemeente dit instrument om hun visie te realiseren. Een visie die liever een schone combinatie van woon- en werken heeft in plaats van de zware industrieën. Dit wordt ook door de experts beaamt. Het ligt er maar aan vanuit welke actor je kijkt naar de geluidscontour. Harderwijk verschilt hiervan. De gemeente kwam met een plan om Harderwijk aantrekkelijker te maken. De geluidscontour was geen ondersteund instrument zoals in Amsterdam. De contour bleek juist een enorme belemmering te zijn. De gemeente kreeg problemen omdat het gebied grensde aan een Natura2000 gebied en de ruimte akoestisch op slot stond. Het verschil tussen deze twee cases is belangrijk omdat het laat zien dat in Amsterdam de contour als een ondersteuning werd gebruikt. Terwijl bij Harderwijk de contour niks meer

was dan een belemmering. Wat wel interessant is, is dat uit zowel de bestemmingsplannen als interviews blijkt dat Haven Amsterdam het niet helemaal eens is met hoe de gemeente het gebruik van geluidscontouren aankaart. Volgens hun is de balans tussen industrie en woongebied namelijk al gevonden.

Hoe uitten de gevolgen van deze manier van planning zich in praktijk? In Amsterdam is de gemeente zoals hierboven beschreven van mening dat de geluidscontouren een trend volgen. Er is een nieuwe economie ontstaan in de stad die het goed doet en goed samen kan met wonen. Dit wordt echter helemaal niet zo ervaren door de bedrijven. Volgens hen ziet de gemeente gewoon liever woningen dan industrieën op deze gebieden. Het is namelijk een leuke brochure voor de stad. Wel is er gebleken dat alle partijen vinden dat het proces op een juiste manier verloopt, en dat dit herleidt kan worden naar het incrementele karakter dat de transformatie kent. De transformatie verloopt stapsgewijs waardoor iedereen weet waar hij aan toe is. Het proces in Harderwijk kende maar één plan dat door de gemeente geschreven was. Het plan bevat een deel dat gaat over ruimte maken voor bedrijven, en een deel dat ging over de te verplaatsen bedrijven. De bedrijven die beïnvloed worden door dit plan werden niet betrokken bij het planningsproces. Uit de verschillen tussen deze twee cases kan opgemaakt worden dat het fundamentele verschil ligt in het feit dat Harderwijk het proces in één keer heeft gestart. De incrementele benadering van Amsterdam heeft ervoor gezorgd dat partijen beter weten waar ze aan toe zijn. Daarnaast lijkt de transformatie door deze benadering ook veel logischer. De transformatie van Harderwijk komt gehaast en geforceerd over.

Welke partijen zitten er aan tafel bij het proces van plannen met geluidscontouren als planningsinstrument? In Amsterdam beschrijft de gemeente een voorkeur te hebben om constant in gesprek te zijn met de andere partijen. Er is een visiebeeld 2040 bedacht dat een plan beschrijft om Amsterdam samen met andere gemeentes te laten samenwerken aan een sterk industrieterrein. Uit interviews met de gemeente blijkt dat deze samenwerking inderdaad erg belangrijk is voor hen. Uit de interviews met de haven bleek dat er inderdaad sprake is een open communicatie. Echter beaamt de Haven wel dat de gemeente haar eigen agenda heeft en dat de haven dit kan voelen. Er zijn contrasterende belangen en de gemeente heeft het laatste woord. Dit verloopt uiteindelijk eerlijk omdat de gemeente zich ook gewoon aan de regels moet houden en geen vergunde rechten mag innemen. Het proces kent een rijke geschiedenis tussen industrie en haven dat ervoor gezorgd heeft dat er een convenant is afgesloten. Dit is het bewijs dat participatie wel degelijk zin heeft. Het convenant heeft uiteindelijk ook geleid naar meer transparantie in de toekomst. De gemeente Harderwijk beschrijft in het plan dat het wenselijk is om voornemens te bespreken met belanghebbenden. In het plan wordt uiteindelijk niet beschreven dat de andere actoren betrekt bij de transformatie. Het plan bestaat uit één bestemmingsplan dat nooit naar de Raad van Staten is gegaan. Er zijn hierdoor dus ook geen bedrijven die beroep hebben gedaan op het plan. De kans voor bedrijven om beroep te doen op het bestemmingsplan is hun

28 dus letterlijk ontnomen. Er kan geconcludeerd worden dat bedrijven niet betrokken werden bij dit plan. Het blijkt in Amsterdam dat er inderdaad contrasterende belangen zijn tussen de industrie en de haven. Er wordt in de interviews toegegeven dat ze niet altijd hetzelfde willen. En dat de gemeente inderdaad het laatste woord heeft in deze processen. Echter zijn alle partijen het erover eens dat de communicatie erg transparant en vlot verloopt. Iedereen is tevreden met het feit dat ze weten waar ze aan toe zijn. De geschiedenis heeft ook geleerd dat als dit niet gebeurt er rechtszaken geopend kunnen worden. In Harderwijk zijn de partijen nooit betrokken of iets dergelijks. Het bestemmingsplan is überhaupt niet naar de Raad van Staten gegaan. De gemeente Harderwijk heeft de kans om beroep te doen op het plan ontnomen. Doormiddel van dit plan in één keer te maken en niemand erbij te betrekken.

Hoe spelen de visies van gemeentes mee in de uitkomst van planningsprocessen met geluidscontouren? De visie van de gemeente Amsterdam is erg belangrijk geweest in dit proces. De transformatie is al in meerdere plannen beschreven en is goed onderbouwd. Er is in plan Haven-Stad te zien dat de geluidscontouren letterlijk gevormd zijn aan de visies die de gemeente voor ogen heeft. Er kan geconcludeerd worden dat de visie van de gemeente Amsterdam bepalend is voor de uitkomst in planning met planningsprocessen. Dit is te zien aan de brownfields die naar greenfields worden getransformeerd, en de intensivering die ruimte maakt voor de nieuwe economie. Dit zijn beide ideeën van de gemeente. Dit zijn allemaal trends die de gemeente wilt maar de haven niet. Ook de visie van Harderwijk was belangrijk. Er is sprake geweest van maar één plan dat is opgesteld door alleen de gemeente. De gemeente wilt groeien en start daarom deze transformatie. Er moesten bedrijven verplaatst worden en MER-rechten aangepast worden om dit plan te realiseren. Het belangrijkste verschil is dat het plan van Amsterdam gemaakt is door de gemeente én de industrie. Hierdoor is het plan logisch en voor de hand liggend. Doordat het plan van Harderwijk alleen door de gemeente is gemaakt staan slechts hun belangen erin. Dit uit zich in het geforceerde karakter die de transformatie heeft.

4.2.4 Overeenkomsten tussen de cases In dit deel staan de overeenkomsten tussen de beide cases. Dit zijn er echter niet zoveel, de focus ligt vooral op de overeenkomst tussen de kracht van de visie van de gemeente. De uitvoering tussen beide cases is echter verschillend.

Welke rol spelen geluidscontouren in het planningsproces Op dit vlak komen beide niet gebieden niet erg met elkaar overeen. In Amsterdam heeft de geluidscontour namelijk een volgende rol van de trend die zich van nature al afspeelt en in Harderwijk een sturende rol. De enige overeenkomst is dat ze beide dienen voor het opschonen van ‘verouderd’ industrieterrein. Echter is de uitvoering hiervan heel anders. In Harderwijk is de geluidscontour een duidelijke grens tot waar industrieën een hoeveelheid geluid mogen uitstoten. In Amsterdam vervult de contour meer een ondersteunde rol.

Hoe uitten de gevolgen van deze manier van planning zich in praktijk? In beide gevallen wordt er industrieterrein getransformeerd naar woongebied. Er is bij beide gebieden spraken van het moeten verplaatsen van bedrijven. Het verschil is echter dat er in Amsterdam al is nagedacht over deze bedrijven, er is zelfs plaats gereserveerd. In Harderwijk ging dat moeilijker, er moesten veel veranderingen worden gemaakt voordat deze bedrijven verplaatst konden worden. Er zijn weinig overeenkomsten tussen beide cases wat betreft de gevolgen van het proces.

Welke partijen zitten er aan tafel bij het proces van plannen met geluidscontouren als planningsinstrument? Beide casussen beginnen op dezelfde positie in deze transformatie. De transformatie wordt namelijk gestart middels een bestemmingsplan. Zoals in het theoretisch kader is onderbouwd geeft de wetgeving weer dat de gemeente de keuze heeft om andere partijen inspraak te verlenen of niet. Qua wetmatigheid is er in principe spraken van dezelfde partijen die aan tafel zitten. Echter is het de keuzes van de gemeentes geweest die ervoor hebben gezorgd dat de partijen in Amsterdam meer inspraak en participatie konden verrichten dan in Harderwijk

Hoe spelen de visies van gemeentes mee in de uitkomst van planningsprocessen met geluidscontouren? Dit is misschien wel de belangrijkste overeenkomst tussen beide casussen. In de vorige drie deelvragen blijkt dat er weinig overeenkomst. De rol en oorzaak van de contour, maar ook de gevolgen lijken niet op elkaar. Verder zitten niet dezelfde partijen bij elkaar aan tafel. Wat een belangrijke overeenkomst is, is dat het belang van de gemeente bij beide partijen een hele grote rol heeft gespeeld. In Harderwijk is dat al heel snel duidelijk doordat de gemeente andere belangen ook vrijwel niet laat meespelen, laat staan mee beslissen. In Amsterdam is dat minder duidelijk omdat er veel gecommuniceerd wordt en andere partijen zich goed laten horen. Toch zegt de Haven van Amsterdam dat de gemeente uiteindelijk de touwtjes in handen heeft. Zij sturen op een nieuwe economie en die zullen ze ook krijgen. Wat dat betreft kan uit beide casussen worden geconcludeerd dat het belang en visie van de gemeente kenmerkend is voor planning met geluidscontouren.

30

5. Conclusie en aanbeveling

5.1 Conclusie De verschillen en overeenkomsten tussen de cases geven een aantal interessante bevindingen. Het lijkt erop dat geluidscontouren zowel kansen als belemmeringen kunnen vormen in transformaties. De crux van deze afweging ligt aan de manier van samenwerking. Er is gebleken dat partijen het niet per se met elkaar eens hoeven te zijn. Belangen kunnen elkaar tegenspreken, maar hoeven niet altijd tot onenigheid te zorgen.

Zo blijkt uit de interviews dat de Haven Amsterdam en Gemeente Amsterdam erg contrasterende belangen hebben. De gemeente Amsterdam wilt brownfields opschonen, het wilt een creatieve een schone economie. De gemeente Amsterdam zegt dat deze transformatie komt uit het volgen van publiek belang. Haven Amsterdam is het hier niet mee eens. Volgens Haven Amsterdam probeert de gemeente haar visie door te drukken en kaart het de transformatie niet juist aan als het gaat om de natuurlijke vraag naar woon- en werk gebied. Volgens Haven Amsterdam werkt de stad slechts aan een leuke brochure en dient de geluidscontour het belang van de gemeente. In feitelijke optiek dient de geluidscontour als een instrument om de leefbaarheid van de stad te garanderen. Maar als men verder kijkt blijkt het dat de oorsprong van geluidscontouren veel dieper liggen en worden gebruikt om belangen te dienen. Zo kunnen de contouren ook gebruikt worden ter ondersteuning van het intensiveren op de grens. Op deze grens kunnen namelijk bedrijven worden geplaatst die stiller zijn. Verder kunnen de contouren ook gebruikt worden om scenario’s te schetsen. Dit is minder te zien bij Harderwijk Waterfront. Het plan voor de transformatie komt heel ondoordacht en spontaan over. Er is geen sprake van het dienen van andermans belang. Er zijn namelijk geen omwonende en de gevestigde bedrijven willen niet verplaatsen. Het plan wordt gestart door gemeente Harderwijk om de stad aantrekkelijker te maken. Dit is een hele belangrijke overeenkomst. In beide gevallen willen de gemeentes de stad aantrekkelijker maken, ze willen beide af van verlaten oude industriegebieden en willen wijken met stillere industrieën.

Er zijn duidelijk contrasterende belangen in Amsterdam maar er is veel communicatie. De transformatie verloopt in stappen. In het verleden is ook gebleken dat de bedrijven zullen opstaan als de gemeente zomaar handelt zonder inspraak en participatie. Dit is te linken aan de participatie maatschappij zoals beschreven door van Buuren en Edelenbos (2008). Andere partijen willen gehoord worden en serieus genomen worden. Hierdoor is ook het convenant gesloten dat de bedrijven tot in ieder geval 2040 de tijd geeft om te anticiperen. Deze vorm van communicatie zorgt voor daadwerkelijke samenwerking. De gemeente Amsterdam heeft zelfs plek gereserveerd voor de te verplaatsen bedrijven. Deze bedrijven kunnen dan anticiperen en zich voorbereiden. Dit lijkt op de collaborative planning zoals beschreven door Innis en Booher (2004). In hun methode staan interactie en samenwerking centraal. Het belangrijkste hieraan is de best practise die als legitiem wordt beschouwd door alle actoren. Dit is heel goed te zien in Amsterdam. De haven is er namelijk niet blij mee dat de bedrijven worden verplaatst. Maar doordat zij mee mogen beslissen over alternatieven en de uitkomst

van het proces, staan zij veel meer achter de uitkomst van de transformatie. Ook al is deze uitkomst nadelig voor hen. Dit staat compleet in contrast met de situatie in Harderwijk Waterfront. Zoals beschreven door van Buuren en Edelenbos (2008) geven sommige gemeentes zich niet over aan de trend van het samenwerken. Harderwijk is één van deze gemeentes. Er moet hierbij vermeldt worden dat er sprake is van minder belang van andere actoren dan bij Amsterdam. Er zijn namelijk geen omwonende in dit gebied die last hebben van deze transformatie. Wel is het interessant dat er vanuit de bedrijven ook weinig protest is geweest. Er is in Harderwijk meer sprake van een inspraakmaatschappij dan een participatiemaatschappij(van Buuren & Edelenbos, 2008)

Het verschil in de vormen van inspraak tussen beide partijen heeft echter wel een wetgevende achtergrond. Er is in Amsterdam in het bestemmingsplan beslist dat partijen inspraak moeten krijgen en daardoor is er een sterkere samenwerking. In Harderwijk is deze beslissing niet gemaakt in het bestemmingsplan, er staat ook niks vermeldt over mogelijke samenwerking met de actoren. Het meest opmerkelijke is dat het bestemmingsplan Waterfront überhaupt nooit naar de Raad van State is gegaan. Hierdoor heeft de gemeente andere actoren de kansen ontnomen om beroep te doen op dit plan. In juridische zin zijn beide gevallen dus totaal verschillend. Amsterdam bevindt zich op de vorm ‘raadplegen’ van Edelenbos & Monnikhof (2001) zoals te zien in het theoretisch kader. Het bestuur laat belanghebbende reageren op voornemens in het beleidsproces, dit gebeurt namelijk bij inspraak in het bestemmingsplan. Verder staan de randvoorwaarden en het beleidsprobleem vast, het ontwerp bestemmingsplan is immers al gemaakt. Het gaat namelijk om de gemeente die het geluid als nadelig ervaart. De oplossing staat echter ‘vrij’ vast, dit betekent dat andere actoren nog beroep mogen doen op het bestemmingsplan. Het bestuur verbindt zich echter niet aan uitkomsten van het beroep. Harderwijk valt onder ‘informeren’ de actoren worden pas laat betrokken en de randvoorwaarden en beleidsproblemen staan alvast. Verder is de oplossing al bedacht en krijgen belanghebbende niet de gelegenheid om input te leveren. (Dit recht is ze ontnomen doordat het plan nooit naar de Raad van State is gegaan). Er kan dus geconcludeerd worden dat de gemeentes in juridische zin heel veel kunnen beslissen als het gaat om welke partijen er aan tafel zitten.

32

Om de conclusie helder en kort uit te kunnen leggen zal het conceptueel model gevolgd worden met uitleg.

Model 1: conceptueel model

Bron: Auteur

Het begint allemaal bij een huidige geluidscontour. Die geluidscontour kan als goed of slecht gewaardeerd worden door betrokkene. Dit kan ten eerste invloed hebben op de gemeentelijke visie. Uit de casus bleek ook wel dat de gemeentes bijvoorbeeld een schonere industrie willen. Een stillere stad waar woon- en werken gecombineerd mogelijk is. Deze visie heeft invloed op de wetgeving, de gemeente mag namelijk beslissen wie er mee mogen participeren in dit proces. Zo blijkt in Harderwijk dat er niemand mag meedoen, en in Amsterdam dat alle partijen betrokken worden. De wetgeving heeft daarom ontzettend veel invloed op de mate van participatie en de verschuiving van de contour. Dit kan ten tweede invloed hebben op betrokkene. Zoals hierboven beschreven wilt de gemeentelijke visie een schonere industrie. Dit is tegen het belang van de Haven, die vindt in bijvoorbeeld Amsterdam dat de stad vergeet dat ze ook de zware industrie nodig heeft. Er is sprake van belangen die contrasteren met elkaar. Deze verschillende opvattingen over geluid zorgen voor verschillen in belang. Daarom gaan deze partijen participeren in het proces. Het is echter maar de vraag of de wetgeving deze participatie toelaat, een wetgeving die gestuurd wordt door de gemeentelijke visie. Als de wetgeving dit toelaat heeft de participatie direct gevolgen tot verschuiving van de geluidscontour. Verder heeft participatie ook nog invloed op de gemeentelijke visie. Uit het convenant in Amsterdam is gebleken dat actoren invloed kunnen uitoefenen op de gemeentelijke visie. Ook is er door bewonersorganisaties geprotesteerde die vervolgens gecompenseerd worden voor de overlast. Aan het einde van het verhaal heeft de gemeente wel het laatste wordt want de transformatie wordt uiteindelijk gewoon doorgezet.

5.2 Aanbeveling Uit het onderzoek blijkt dat geluidscontouren op meerdere manieren worden ingezet. Mijn advies is om de contour in te zetten als een instrument om leef-kwaliteit te garanderen. En niet als een instrument om een transformatie in werking te stellen. Beleidsmakers moeten uitkijken met grote plannen om gebieden aantrekkelijk te maken ook al is dat in hun optiek voor iedereen het beste. De verruiling van oude, zware industrie voor een hip woon- en werk gebied lijkt aantrekkelijk. Maar er mag niet vergeten worden dat deze industrieën ook nodig zijn. Verder is het belangrijk dat er open wordt gecommuniceerd met andere partijen. Op korte termijn zal een top-down plan misschien zorgen voor snelle resultaten. Maar het zal tevens veel nadelige gevolgen hebben. Amsterdam is een voorbeeld van hoe partijen samen kunnen werken in een uitkomst. Zelfs al is die uitkomst nadelig voor de andere partijen. Op deze manier weet iedereen waar hij aan toe is en kan er naar de toekomst worden gekeken. Een toekomst van de creatieve stad die aantrekkelijk is door zijn gecombineerde woon- en werk gebieden. Waar hoogopgeleiden willen wonen omdat de stad schoon en stil is, met een bruisende economie. Maar waar er ook nog ruimte is voor een sterk zwaar industriegebied. Die uiteindelijk één van de belangrijkste motoren van de stad vormt.

5.3 Reflectie Het onderzoek begon vrij traag omdat ik eerst moeilijk in contact kwam met goede personen over dit onderwerp. Wel ben ik heel tevreden met het gekozen onderwerp en de uitkomsten van het onderzoek. Ik heb het idee dat ik iets onderzocht heb waarover voorheen nog weinig informatie over te vinden was.

Wat betreft het onderzoek zelf ben ik alleen niet helemaal tevreden over de cases. Ik ben erg tevreden over Harderwijk en Amsterdam. De cases geven naar mijn idee echt goed weer hoe verschillende manieren van aanpak in een proces met geluidscontouren echt voor een andere uitkomst kan zorgen. Het probleem is alleen dat er in Harderwijk sprake was van een heel kort proces waarin niemand betrokken was. Hierdoor is er verder niet heel veel over te schrijven. Wel is het alsnog een goede case omdat hij zo verschilt van Amsterdam. Echter met een beetje meer tijd had ik er graag nog een grote case bijgedaan, bijvoorbeeld de Haven in Rotterdam. In deze haven is er ook een goede samenwerking tussen industrie en gemeente.

Ik denk niet dat mijn scriptie nu tekort komt, want ik ben van mening dat het proces alsnog goed belicht wordt. Maar een aanvulling van een andere grote case zou wel zorgen voor meer betrouwbaarheid. Vooral omdat nu de verschillen tussen de cases heel duidelijk zijn, terwijl de overeenkomsten nihil zijn.

34

6. Literatuurlijst

Bugel Hajema. (z.j.). Beheer geluidsruimte. Geraadpleegd van https://www.bugelhajema.nl/beheer-geluidszone.html

Buuren, A. van, & Edelenbos, J. (2008, 20 juni). Kennis en kunde voor participatie. Geraadpleegd van file:///Users/Home/Downloads/Van%20Buuren.pdf

Bryman, A. (2012). Social Research Methods (4e ed.). Oxford, Groot-Brittannië: Oxford University Press.

Coenen, F., Peppel, R. V.d, & Woltjer, J. (2004). De evolutie van inspraak in de Nederlandse planning. Geraadpleegd van http://doc.utwente.nl/43064/1/De_evolutie.pdf

Ede. (z.j.). Inspraak, zienswijze en beroep. Geraadpleegd van https://www.bestemmingsplan.nl/Bestemmingsplan/Procedure_bestemmingsplan.html

Gemeente Amsterdam. (2011, 14 februari). Structuurvisie Amsterdam 2040. Geraadpleegd van https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/structuurvisie/

Gemeente Amsterdam. (2009). Haven-Stad. Geraadpleegd van https://www.portofamsterdam.nl/docs/nl/duurzaamheid/Eindrapportage_HavenStad.pdf

Gemeente Amsterdam. (2013). Transformatiestrategie Haven-Stad. Geraadpleegd van file:///Users/Home/Downloads/transformatiestrategie_haven-stad%20(2).pdf

Gemeente Harderwijk. (2007, 03 juli). Bestemmingsplan Waterfront Noord 2. Geraadpleegd van https://www.harderwijk.nl/leven/industrieterrein- lorentz_3177/item/bestemmingsplan-waterfront-noord-ii-onherroepelijk_1673.html

Gemeente Velsen. (2012). Startdocument Bestemmingsplan Ijmuiden. Geraadpleegd van https://raad.velsen.nl/Vergaderingen/Carrousel/2012/7-juni/19:30/Startdocument- bestemmingsplan-havengebied-IJmuiden/PLEIN-120607-8-startdocument-havengebied.pdf

Hell, J., K. Hoogduin, E. de Haan & C. Schaap (1993), Geluid, lawaai en psychopathologie. Directieve Therapie, 13 (3), 238-258.

Hall, E.T. (1969), The Hidden Dimension. Man’s Use of Space in Public and Private. London Sydney Toronto: The Bodley Head.

Het Parool. (2009, 08 december). Amsterdam minder groen dan gedacht. Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/2014/08/27/waarom-trekken-we-steeds-meer- naar-de-randstad-toe-a1500283

InfoMil. (z.j.). Geluid gereguleerd in de Wet geluidhinder. Geraadpleegd van http://www.infomil.nl/onderwerpen/ruimte/milieuthema/geluid-0/beleid-wet/wet- geluidhinder-'/

Innes, J.E. & Booher, D.E (2004). Reframing Public Participation: Strategies for the 21st Century. Planning Theory & Practice, 5(4), 419–436.

Jong, R.G. de, C.H.J.M. Opmeer & H.M.E. Miedema (1994), Hinder door milieuverontreiniging in Nederland. Effecten van geluid, geur, trilllingen, stof, verlichting. Peiling 1993. Leiden: nipg-tno

Milieufocus. (2008, 18 november). Geluidscontour. Geraadpleegd van http://www.milieufocus.nl/factsheets/g/geluidscontour.html

Neprom. (2016, 18 juni). Steeds grotere tekorten aan woningen in steden. Geraadpleegd van https://www.bewustnieuwbouw.nl/toenemende-schaarste-aan-woningen-in- grote-steden/

NRC. (2014, 27 augustus). Waarom jij echt in een stad eindigt? Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/2014/08/27/waarom-trekken-we-steeds-meer-naar-de-randstad- toe-a1500283

Nieuwe WRO. (z.j.). Procedure bestemmingsplan. Geraadpleegd van http://www.nwro.nl/?file=procedure-bestemmingsplan

Rijksoverheid. (z.j.). Nieuwe omgevingswet maakt omgevingsrecht eenvoudiger. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet/inhoud/vernieuwing- omgevingsrecht

Roe, E. (1994). Narrative Policy Analysis. London, United Kingdom: Duke University Press.

Staa, A. Van, & Evers, J. (2016, 18 mei). Thick analysis': strategie om de kwaliteit van kwalitatieve data-analyse te verhogen. Geraadpleegd van https://www.tijdschriftkwalon.nl/inhoud/tijdschrift_artikel/KW-15-1-2/Thick-analysis- strategie-om-de-kwaliteit-van-kwalitatieve-data-analyse-te-verhogen

36

Schafer, M. (1994), The Soundscape. Our Sonic Environment and the Tuning o f the World. Rochester: Destiny Books (le druk 1977)

University of Auckland. (2006). About thematic analysis. Geraadpleegd van https://www.psych.auckland.ac.nz/en/about/our-research/research-groups/thematic- analysis/about-thematic-analysis.html

Velsen. (2013). Havengebied Ijmuiden. Geraadpleegd van f

7. Bijlage

Bijlage 1: Interview Mevr. Casimir, Bugel Hajema, Amersfoort

1. Kunt u iets vertellen over uw achtergrond? Ik heb in Wageningen gestudeerd. Planologie of Landgebruiksplanning (veel milieuaspecten). Ik werk mee aan veel projecten maar binnen mijn team is mijn belangrijkste rol de milieuaspecten en de manier waarop je dit in een bestemmingsplan vertaald. Geluid is een erg groot onderdeel van de milieuaspecten. Laatste grote project wat betreft dit thema was het Waterfront in Harderwijk. Het ging hier om het bouwen van meer woningen in een oud bedrijven terrein. (Hier was in principe een oplossing voor gevonden). Echter werd later onderzocht wat er zou gebeuren als één van deze verplaatste bedrijven zich wilde uitbreiden. Deze uitbreiding zou ervoor zorgen dat andere gevestigde bedrijven die zich moesten verplaatsen (om ruimte te maken voor de woningen). Zich niet meer konden verplaatsen. Hierdoor is de oplossing gevonden om te gaan verkavelen, en dus de toegestane geluidsproductie te verdelen.

2. Zijn bedrijven zich bewust van het feit dat een bedrijventerrein op een bepaald punt akoestisch op slot staat? Ja dat zijn ze zeker. Echter is het wel zo dat minimaal de vergunde rechten moeten worden meegenomen. Er mogen dus niet zomaar bepaalde toezeggingen ontnomen worden. Alleen is er in Harderwijk geen enkele zienswijze opgekomen. Dus je legt zo’n bestemmingsplan ter inzage. Bedrijven mogen 6 weken lang op het ontwerp bestemmingsplan reageren. (Wat dat betreft was er dus wel sprake van een soort van zienswijze). Maar het plan is nooit naar de Raad van Staten gegaan. Dus er heeft geen enkel bedrijf gezegd dat er iets mis is het met het plan. In een ander project in Waalwijk waar wij hebben meegewerkt, daar was wel een zienswijze en dat had er mee te maken dat die DB’s voor dat perceel niet op basis van de goede informatie waren gemaakt. Het is dus belangrijk dat deze plannen op een juiste manier worden gemaakt.

3. De oplossing ligt in het zonebeheerplan, dat moet in het bestemmingsplan verankeren. Want in het bestemmingsplan kan je regelmaat nemen met betrekking tot verkaveling. Dit klinkt als een hele logische oplossing, waarom gebeurt dit dan nog steeds niet? Het gebeurt nu dus steeds vaker. Je kunt niet op basis van het zonebeheerplan iets weigeren. Er is in 2011 in Nijmegen een zaak geweest waar op basis van het zonebeheerplan een vergunning werd geweigerd. Het bedrijf is hier tegenin gegaan omdat ze voldeden aan de 50DB grens en hebben deze zaak ook gewonnen. De gemeentes zijn nog steeds een beetje huiverig, omdat de vergunningsverleners dit ingewikkeld vinden. (Er moeten nu dubbele dingen getoetst worden). In Waalwijk probeerden ze naar een oplossing te zoeken. Zodat de vergunningverlener dit elke keer een gebied op allerlei manieren hoeft te toetsen.

38

Nu zorgen ze ervoor dat bepaalde woongebieden niet op geluid getoetst hoeven te worden. Bepaalde bedrijven van categorie 3 of lager, of bedrijven die zich ver van de bewoonde wereld bevinden hoeven ook niet getoetst te worden.

4. Wie zet jullie dan eigenlijk aan het werk met zo’n soort project? In dit geval door gemeente Harderwijk. Omdat zij die woningen wilde realiseren hebben zij er baat bij dat die bedrijven kunnen verplaatsen. Meestal worden wij ook door een gemeente in werken gesteld om een bestemmingsplan te maken.

5. Zou u zeggen dat de wetgeving verouderd is of niet meer goed werkt. Er komt nu een omgevingswet aan. En in die omgevingswet wordt nu opgenomen dat deze manier van verkavelen moet gebeuren. Misschien is het interessant voor je om naar het volgende te kijken: In de omgevingswet is het geluid niet helemaal opgenomen. Dus is er een aanvullingswet geluid en een aanvullingsbesluit geluid gekomen. Misschien is het aardig om naar de toelichting van deze wetten te kijken. Zodat je bijvoorbeeld ook kan kijken naar hoeveel geluid er per verschillende gebieden bepaald kan worden. (Dat je bijvoorbeeld bij horeca meer geluid toelaat)

6. Er valt veel te vinden over geluidscontouren en bestemmingsplannen. Maar er is weinig te vinden over wie het voor het zeggen heeft. Dus over inzages/participaties/meewerking. De vaststelling van een geluidzone moet via een bestemmingsplan worden gemaakt. Daarom moet het altijd ter inzage worden gelegd, en iedereen moet kunnen reageren. Over participatie is in principe niks vastgelegd. Je moet een ontwerpbestemmingsplan en nieuwe vergunning altijd ter inzage leggen voordat ze ingaan. Die nieuwe omgevingswet daar zit een vereiste in dat je als bedrijf moet aangeven hoe je de omgeving hebt ingelicht over jouw activiteiten en geluidproductie.

7. Kunnen gemeentes hun visie doorduwen doormiddel van geluidscontouren. Het gaat niet alleen maar om contouren. Ook om de bestemmingen in een bestemmingsplan.

8. Vindt er exclusiviteit plaats. Worden sommige partijen uitgesloten en/of benadeeld? Die contour kan pas verkleint worden als de vergunningen van al die bedrijven dat mogelijk maken. De DB staat dus bijvoorbeeld op 50. Als je die grens wilt verplaatsen dan moet het uiteindelijk toch aan 50DB voldoen. (Strekking van dit antwoord is, is dat de partijen altijd terug kunnen vallen op hun vergunning die het recht geeft op 50DB) Het enige wat de gemeente wel kan doen, in de trend van goede ruimtelijke ordening. Is om sommige kleine bedrijfjes die weinig geluid uitstoten niet mee te rekenen. In die zin schuift je feitelijke 50DB niet op terwijl er in principe wel meer geluid geproduceerd wordt. Als je een industrie terrein verkleint voor woningen (ook als het geen industrieterrein is) moet je altijd kunnen beredeneren dat het wel een goed woonklimaat is (wet ruimtelijke ordening). Ik heb nog een goed schema voor je met alle stromingen die hierover gaan.

Je hebt altijd twee dingen: 1: Je moet altijd kunnen beredeneren dat je die zone kunt terugleggen Hier gaat het om of bijvoorbeeld bepaalde bedrijven niet beperkt worden. 2: En als je die woningen gaat realiseren moet je kunnen beredeneren dat er sprake is van een goed woonklimaat. (Dit zit in de toelichting van het bestemmingsplan) Als iemand naar de rechter toe gaat dat er geen sprake is van een goed woonklimaat dan kan er een streep door het plan getrokken worden.

9. Maar dan zou je toch kunnen zeggen dat andere actoren nog best wat voor het zeggen hebben? Dat kan je zeker zeggen, in principe mag iedereen in beroep gaan. Toch is het zo dat bijvoorbeeld bewoners uiteindelijk toch wel ergens gaan wonen. Zo is er een complex vlakbij mij om de hoek gebouwd erg dicht bij een snelweg. En mensen gaan daar toch wonen, die zullen niet eerst in het bestemmingsplan kijken of het wel een goed beargumenteerd leef en woonklimaat is.

10. Zou u het proces dat zich voort heeft gedaan in Harderwijk beschrijven als een incrementeel proces? Nee in principe niet. Ik denk dat het al een tijd voor de hand zou liggen dat deze transformatie gedaan werd. De gemeente groeit en het industrieterrein was al langere tijd een doorn in het oog voor de gemeente. Wat betreft de gevoelens die heerste omtrent het industrieterrein was het misschien voor een aantal mensen al duidelijk dat een transformatie nodig was. Maar de daadwerkelijke planvorming is in principe één plan geweest.

40

Bijlage 2: Interview Mevr. Hoogstraten, Ruimte en Duurzaamheid, Amsterdam 1. Kan je iets over jezelf vertellen? Ik heb ook planologie gestuurd aan de UvA, ik ben eigenlijk milieuplanoloog. In die tijd waren milieu effect rapporten nog heel belangrijk. Dat wilden ze op een bepaald moment integreren met de personen die ruimtelijke plannen maakten. Dat is nu allemaal geïntegreerd in een omgevingswet. Op dat moment was het omgevingsbewustzijn een soort noodzakelijk kwaad. De gevestigde orde van stedenbouwers kregen het gevoel alsof er op hun vingers gekeken werd. ‘’Wilden zich niet bezig houden met vogeltjes en dergelijke maar met stedenbouwkundige plannen’’. Na deze herindeling is dus ook de DRO getransformeerd naar Ruimte en Duurzaamheid. Ik heb mijn hele carrière in Amsterdam gewerkt, verschillende gebieden en schalen.

2. Er wordt in het plan gesproken over een wederzijdse versterking. Terwijl het voor mij lijkt alsof het industrie en woongebied juist hele contrasterende belangen hebben. Kan je mij misschien wat vertellen over hoe de gemeente dat dan doet? Dat is een soort dubbele pet op redenatie. Het is zo dat de beweging van de havenindustrie uit het Oosten al heel lang in werking is. Vroeger hadden we nog het Oostelijk havengebied maar daar ging het steeds slechter mee. Het was onderhevig aan de mondiale concurrentie dus die scheepswerven gingen failliet. Dat terrein heeft lang braak gelegen en toen kwamen er veel vrijplaatsen en nieuwe industrieën. (Veel entrepreneurs en kunstenaars e.d). Toen de stad weer begon te groeien in de jaren 80 werd er besloten om in dit gebied weer 5000 woningen te bouwen. Tot onze grote verbazing kwamen er toen evenveel arbeidsplaatsen bij. (ZZP’ers, maatschappelijke voorzieningen, winkels, kinderopvang etc). Sindsdien is er een soort nieuwe economie ontstaan in de stad. Het bleek namelijk dat de hele financiële- juridische dienstverlening, verzekeringen en kenniseconomie. Hele goede sectoren waren van de economie om in dit soort gemengd woon-werk gebied te huisvesten. Het zorgde zelfs voor een betere concurrentie positie van Amsterdam in vergelijking met de succesvolle havenindustrie. Als er dus gekeken wordt naar een plan waar een groot industriegebied ligt, waar bijvoorbeeld maar 100 mensen werken. Terwijl de druk om dat gebied heen groot wordt door investeerders en stedelijke plannen. Dan ga je als stad kijken of je niet efficiënter met die grond kan omgaan. Als er nu een bedrijf weggaat uit zo’n terrein, dan kijken we gelijk of die grond niet he bestemd kan worden voor een bedrijf dat beter past in het gemengd woon en werken. 3. In het plan wordt beschreven hoe de bedrijven verplaatst worden die niet meer passen binnen de contouren. Laten bedrijven zich horen bij inzagen met nieuwe bestemmingsplannen? Ja. Sterker nog dat vergt enorm veel communicatie en openheid van zaken. Port of Amsterdam is sinds 2013 of 2014 een zelfstandig bedrijf (waar gemeente Amsterdam 100 procent de aandelen van heeft). De gemeente beseft zich dat het zich niet moet bemoeien met de industrie en laat dat dus zijn gang gaan. Maar aan de andere kant beseft de gemeente ook dat dit een groot stuk grond is, dat ze later keihard nodig gaan hebben. De deal is dus dat Port of Amsterdam een zelfstandig bedrijf is, maar de grond die het havenbedrijf heeft blijft belangrijk voor de transformering van de gemeente. Zo zitten er op dit moment al bedrijven zoals Theater Anne en hippe kledingbedrijven zoals G-Star. Zo kan je zien dat het

Havenbedrijf dus nu al anticipeert door kleinschalige bedrijfjes neer te zetten in plaats van zware industrie bedrijven. Afbeelding 8: Transformatiestrategie

Bron: Transformatiestrategie: Sterke stad, Slimme Haven (gemeente Amsterdam, juli 2013)

Het gebied met de rode grens is de Projectgrens Haven-Stad. Dit gebied wordt getransformeerd naar woon en werkgebied. Dit is ook zo afgesproken met de Haven al vóórdat zij zelfstandig werden.

Afbeelding 9: Oude en nieuwe contour

42

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017 Op de afbeelding 9 is de oude geluidscontour te zien in het rood, en de nieuwe geluidscontour in het blauw. Deze verschuiving zorgt voor stedelijke ontwikkeling linksonder bij de stad Amsterdam. En linksboven voor industriële ontwikkeling in Zaandam. Zaandam realiseert zich namelijk dat de havenindustrie zich verplaatst naar het Oosten en wilt hierin meedoen. Daarom verandert de bestemming van de grond op de volgende manier zoals te zien op afbeelding 10.

Afbeelding 10: herbestemming door nieuwe geluidscontour

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017

Afbeelding 11: industriegebied bij aan de Zaanse kant, industriegebied weg Amsterdamse.

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017

Op afbeelding 11 te zien hoe er industriegebied bijkomt aan de Zaanse kant, en industriegebied naar woongebied transformeert aan de Amsterdamse kant. Er vindt dus een constante verplaatsing plaats van het Havengebied. Overigens interessant om te weten is dat de provincie hier bevoegd gezag over heeft. Plannen die te maken hebben met het verplaatsen van de haven (maar bijvoorbeeld ook bij Tata Steel) moeten goedgekeurd worden door de provincie. Om goed te weergeven hoe deze totale verplaatsing van havenindustrie zich vormt de volgende afbeelding:

Afbeelding 12: visiebeeld 2040

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017

Hierin is het visiebeeld 2040 te zien. Alle gemeentes die zich in deze afbeelding laten zien zijn betrokken geweest bij de planvorming. Dit kwam ook omdat gemeentes die zich bijvoorbeeld meer bij Haarlem Spaarnwoude bevinden van mening waren dat deze havenverplaatsing een verschuiving was van de lasten van Amsterdam naar andere gemeentes. Op deze afbeelding is ook te zien dat er transformatie plaatsvind bijvoorbeeld langs de Zaan (het rode deel). Deze bedrijven worden betrokken bij de ontwikkeling van Haven Amsterdam, en gevraagd wat zij willen in de toekomst.

44

Er wordt ook een zekere zekerheid gegeven aan de bedrijven in de haven. Zo is er door Eberhardt van der Laan bemiddelt tussen de gemeente en de haven. In deze tijd was hij nog advocaat met een advocaten bureau. Daar is afbeelding 13 uitgekomen.

Afbeelding 13: Convenant Havengebied door Eberhardt van der Laan

Bron: Saskia Hoogstraten

Er is toen afgesproken dat gemeente Amsterdam geen planvorming zou doen over het gebied wat op de afbeelding wit licht gekleurd is tot en met 2029. Op 2029 wordt er gekeken hoe Haven-Stad ervoor staat, en daarbij worden alle grote bedrijven betrokken uit afbeelding ?(met die gele stippen). Elk jaar wordt er met die grote convenantpartners afgesproken, dat zijn Cargill, , +, gemeente, provincie. Deze afspraken moeten heel eerlijk en transparant gaan. Hierdoor kunnen alle partijen verder.

4. Hoe worden bedrijven geholpen met het vinden van een nieuwe locatie als zij zich moeten verplaatsen door een herbestemming? Wij reserveren nu alvast gebied in het Oosten van het havengebied. Dit gebied heet de Houtrakpolder. Er wordt namelijk elk jaar gemonitord hoeveel grond er is uitgegeven en hoeveel grond er nog uitgegeven kan worden. Ook wordt er gekeken naar of er nog intensiever met de grond kan worden omgegaan, dat heet de R.I monitor (ruimte

intensiveringsmonitor). Als de monitor aangeeft dat het vol is worden de bedrijven en gemeentes bij elkaar geroepen. Die hebben al een regulier afstemmingsmoment, dat heet het ‘’platform Noordzeekanaal gebied’’. Dan kijkt iedereen hoe het ervoor staat, en of het nodig is dat het gereserveerde gebied gebruikt wordt. Rondom gereserveerde ruimte ligt ook een groot gebied voor kolenopslag. Met het oog op duurzaam Amsterdam zouden deze kolen dus snel moeten verdwijnen. Dit creëert ook weer ruimte, het is dus ook de bedoeling dat er een beetje een einde komt aan de mega, inefficiënte zware industriegebieden. En dat deze bedrijven zich aanpassen naar een efficiëntere, schonere werkwijze (intensivering).

5. In Amersfoort leek het alsof mensen niet op de hoogte waren van hun rechten als burger wat betreft geluidsoverlast. Merken jullie dat er mensen zijn die op hoogte zijn, en participeren in deze plannen. Jazeker, er zijn zelfs een aantal hele actieve bewonersverenigingen. Je zou soms kunnen zeggen dat ze zelfs beter op de hoogt zijn dan wij. Dus dat was heel veel informeren, we hebben vier of vijf avonden rondom het gebied in afbeelding ? getrokken. Om dit plan te vertellen aan de bewonersverenigingen. Er is hier ook redelijk veel ophef geweest omdat er een paar gebieden waren die inderdaad aan teveel geluid werden blootgesteld. Daarom is er bij deze woningen gemeten en zijn er compensaties getroffen. De isolatie die deze woningen vereist wordt vergoed door de gemeente (zoals bijvoorbeeld dubbel glas)

Afbeelding 14: gecompenseerde bewoners

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017

46

Alle blauwe puntjes zijn bestaande woningen die worden blootgesteld aan te hoge geluidswaarden. Deze woningen krijgen de compensatie van de gemeente. (Elk puntje is een samenvoeging van aantal adressen).

Afbeelding 15: overlast van de nieuwe geluidscontouren

Bron: Saskia Hoogstraten, 2017

Op afbeelding 15 is nog iets beter te zien welke gebieden worden blootgesteld aan veel geluid. Zo kan je dus zien dat in de rode vakjes er al wordt gewerkt aan nieuwbouwlocaties terwijl dat voorheen nog industrie terrein was. De geluidscontouren wordt teruggedrongen waardoor er nu gebouwd kan worden in het Westerlijk havengebied aan het centrum (wat voorheen nog industrie gebied was) en NDSM. Er wordt dus steeds beetje bij beetje meer bij gebouwd, zolang er maar maatregelen getroffen worden voor het geluid.

Het lijkt nu alsof het dus wachten is voor de bedrijven totdat zij moeten opschorten, maar dit is niet helemaal waar.

Afbeelding 16: Transformatiestrategie Haven-Stad

Bron: Transformatiestrategie Haven-Stad: Sterke Stad Slimme Haven, juli 2013

Al die gele puntjes zijn erg grote bedrijven waar wij al jaren mee in gesprek zijn. En met die bedrijven is er ook een afspraak gemaakt. Deze bedrijven mogen allemaal blijven totdat 2040. Dat komt doordat toen dit college werd aangedragen, er voor het eerst in 75 jaar er een VVD- wethouder in het bestuur. Het eerste wat hij zei was dat die grote gevestigden bedrijven zekerheid nodig hebben, en dat ze daarom tot 2040 mochten blijven. Daar heeft hij nu spijt van omdat hij inziet waar de stad heen gaat. Het is nu dus wachten tot 2040, zodat er een nieuw bestemmingsplan kan worden gemaakt waarin hier woningbouw gaat komen. Op deze manier wordt er dus stapsgewijs getransformeerd.

6. Ik heb in sommige gebieden gezien dat een er sprake is van een akoestisch slot. Door het geluid te verkavelen op de vierkante meter zou men deze toedeling in de hand kunnen houden. Bent u hier bekend mee? Ja dit gebeurt hier ook. Heb je al met het havenbedrijf gesproken? Ton van Breemen weet dit namelijk allemaal. Ik ken niemand die meer over geluid weet dan hij. (Hier heb ik toevallig al

48 een interview mee geplanned). Er wordt hard gewerkt aan een geluidsverdeelplan op dit moment, en hij weet daar zeker meer van.

Bijlage 3: Interview Dhr. de Paauw, Accountmanager Real Estate, Port of Amsterdam

1. Kan je wat over jezelf vertellen Ik ben Jair de Paauw, ik werk voor Port of Amsterdam. Misschien niet zozeer jouw gebied over de geluidscontouren, maar meer over de ontwikkelingen omtrent het vastgoed. Verder doe ik al langer mee met dit soort transformaties. (Jair heeft ook meegewerkt aan het Waterfront Harderwijk)

2. Zou jij het proces beschrijven als een incrementele transformatie. In dit het gebied dat jij beschrijft zijn het niet zozeer bedrijven die zijn uitgeplaatst om de mogelijkheid van woningen te maken. Dit waren meer brakke stukken grond en opslag voor hout en kolen etc. Op dit stuk is er nu een soort buffer tussen het grote ICL en Cargill en de woningen bij de . Verder is het zo dat er inderdaad een deadline is vastgezet op 2040, dan hebben we het dus over meer dan 20 jaar. Het zou theoretisch mogelijk kunnen zijn dat de gemeente dan die grond opeist. Maar niemand weet hoe de wereld er over 20 jaar uitziet dus het ligt aan de behoefte dan. Verder geven wij dus ook geen gebieden uit voor later dan 2040, we hebben nu een aantal lege gebieden waar wat tijdelijke bedrijfjes inzitten. Maar het is het voor grote bedrijven niet waard om zich hier al te vestigen.

3. De gemeente beschrijft niet per se een proces waar industrie plaatsmaakt voor woningen. Maar een nieuwe economie die schoner en slimmer is en gecombineerd met wonen kan. Deze diensten zoals de creatieve economie en diensteneconomie is een hele leuke brochure voor de stad. Het siert de stad en Amsterdam is hier goed in. Terreinen waar schoorstenen staan waar rook uit komt verkoopt natuurlijk niet. Verder is het zo dat het in Amsterdam al best moeilijk is om met een modaal of laag inkomen een huis te krijgen in Amsterdam, maar straks zijn de banen in deze industrieën ook allemaal weg. Dit soort transformaties zorgen voor alleen maar hoogopgeleide mensen die in deze sectoren werken. Een hele eenzijdige stad krijg je dan, dat is denk ik de keerzijde van dit verhaal. Bedrijven worden hier toch wel echt weggedrukt, dat doet Amsterdam slechter dan andere steden (zoals bijvoorbeeld Rotterdam). Je moet de stad een beetje als een huis zien met verschillende kamers met de doeleinde van deze kamers. De woonkamer en de slaapkamer zijn vertrekken die je graag aan je gasten laat zien, de keuken en de garage al een stuk minder. Maar als je een huis hebt zonder garage en keuken heb je toch een gemankeerd huis, ook al ziet het er leuk uit voor je gasten.

4. Het havenbedrijf is zelfstandig verklaard door de gemeente. Maar de gemeente is wel enige aandeelhouder in het bedrijf, voelen jullie dat? De stad heeft zeker een eigen agenda. Waar bepaalde stukken haven dus ook al toe worden geëigend door de gemeente, terwijl het nog van de haven is. Er zit ook in elke beslissing wel een dialoog met de stad. We kunnen nooit iets compleet zelfstandigs doen, maar dit is meer een vertragende factor. 50

5. Ik was zelf nogal onder de indruk van de gemeente en haar transparantie. Zo reserveert de gemeente ook ruimte in de Houtrakpolder. Hoe ervaren jullie deze samenwerking. De gereserveerde ruimte is wel echt een beetje in theorie. Dat is de allerlaatste fysieke uitbreiding. Wat je wel heel erg merkt, en daar staan wij als haven anders in dan de stad. Is het maken van greenfields. Alle industriegebieden en brownfields worden ineens gezien als potentieel gebied voor woningbouw. Bedrijven worden daar weggedrukt en die komen bij de haven aankloppen omdat er op dit terrein het meest mag. Echter zijn wij een haven, geen bedrijventerrein. Wij moeten daar selectief in zijn, de bedrijven moeten in onze visie vallen. Maar bedrijven vallen nu tussen wal en schip. Want de gemeente wilt ze zeg hebben, en wij hoeven niet per se al die bedrijven. En die bedrijven worden naar de regio gedrukt. Wij van de haven zijn van mening dat er een minimum aantal productie bedrijven nodig zijn, industrieën die eigenlijk niet per se samengaan met woongebied. Deze bedrijven zijn een nodig draagvlak voor de stad. Amsterdam is een beetje makkelijk, die doet alsof deze bedrijven zomaar kunnen vertrekken naar de regio en vanuit daar de stad bedienen. Er zijn bedrijven zoals energieservice bedrijven die dicht bij de stad moeten zitten, die kunnen niet helemaal vanuit Hoofddorp komen als er een stroomuitval is. De gemeente snapt dit niet goed.

6. Je hebt aan zowel Waterfront Harderwijk als een Amsterdam Westelijk Havengebied meegewerkt. Zou je zeggen dat de samenwerking tussen gemeente en andere partijen anders verloopt? Ik deel je mening over dat er minder werd samengewerkt tussen de gemeente en partijen dan in het geval van Amsterdam. Dan heb ik het over inlichtingen en het op de hoogte houden van elkaar. Echter was ik toen der tijd een externe consultant aan de woningenpartij kant. Dus ik kan je niet volledig bevestigen hoe deze samenwerking dan verliep. Toch kan ik je meegeven dat als je kijkt naar het proces. Andere actoren in Harderwijk minder betrokken werden bij het proces. Dit kwam onder andere doordat er in dit gebied geen woningen waren (en dus ook geen betrokken bewoners). Maar interessanter voor jou is het feit dat de bedrijven minder betrokken zijn geweest bij het proces. Ik denk dat door het stapsgewijze proces dat in Amsterdam plaatsheeft gevonden bedrijven inderdaad meer betrokken worden bij het proces.

7. Zien jullie dezelfde industrie versterking rond het IJ-kanaal als de gemeente? Nee zoals je al zei willen die gemeentes dat vaak niet. Mensen rondom Spaarnwoude die gaan daar juist wonen voor het groen. Wij zijn dan ook van mening dat de gemeente hier zijn kaarten een beetje overspeelt. Er wordt hier te eenzijdig naar de woningbouw gekeken.

8. Laten bedrijven zich horen in deze processen? Ondernemersverenigingen laten zich wel horen maar hebben niet per se macht. Bedrijven zoals ICL en Cargill die kunnen in theorie na 2040 hun bedrijf naar het buitenland verplaatsen, en dat gaat wel echt indruk maken. Die kleine ondernemers, en creatieve bedrijfjes dat zijn echt een handjevol mensen. Het zijn vaak meer opslag loodsen e.d. Die

creatieve bedrijven zijn leuk, maar uiteindelijk worden er niet genoeg boterhammen van belegd. Er zijn ook andere ruwe banen nodig, die niet heel interessant zijn. Maar die sluiten zich niet aan op het mooie schone creatieve Amsterdam.

52

Bijlage 4: Interview Dhr. van Breemen, Manager Environmental Affairs, Port of Amsterdam

1. Kunt u iets over uzelf vertellen Ik ben project manager bij de Haven van Amsterdam. Mijn gebied ligt in milieuzaken, ruimte en milieu. Sinds 2005 ben ik bezig een plan te schrijven om de geluidszone akoestisch te wijzigen en kavels opnieuw in te vullen. In 2015 is dit plan ook gerealiseerd. Ik ben nu project leider van de milieuzaken in dit gebied. Daarmee ben ik ook project leider van alle geluidstechnische aspecten.

2. Zou u zeggen dat geluidscontouren de transformatie sturen of volgen? Ja dat hangt er een beetje van af welke kant je bekijkt. Vanuit bedrijven op gezoneerd industrieterrein is het sturend. Zeker met een geluidsverdeelplan. Voor de bedrijven die zich bevinden op het gezoneerd industrieterrein zijn geluidscontouren een sturend instrument, al helemaal als er gebruik wordt gemaakt van een geluidsverdeelplan. Vanuit woningbouw is dit anders, wat in principe gek is. Er wordt namelijk met stedenbouwers afgesproken waar de zones zich bevinden voor zware industrie. Toch is er in Amsterdam zoveel druk op woningen dat stedenbouwkundige proberen gezoneerde gebieden te gebruiken voor woningen. In die zin zijn geluidscontouren een belemmerend instrument terwijl het sturend zou moeten zijn.

3. Zou u het transformatie proces in Amsterdam beschrijven als incrementeel Ik zou het proces beschrijven als een incrementeel proces maar dat komt niet per se door de geluidscontouren. Wel moet ik zeggend dat het proces wat plaatsvind omtrend de transformatie van de Haven van Amsterdam erg stapsgewijs gaat. Wat de gemeente wel doet met betrekking tot een incrementeel proces is het dezoneren van bepaalde stukken grond. Het stuk wat ook in Haven-Stad is opgenomen rondom Sloterdijk werd gedezoneerd waardoor de regels niet meer gelden. Hierdoor mag er al snel nieuwe woningbouw worden gebouwd. Er is een grote kans dat dit ook met de Coen- en Vlothaven wordt gedaan. Maar eerst de houthavens. Het is overigens grappig dat je dit zo stelt, want in de transformatie van het Oostelijk havengebied werd de geluidscontour wel stapsgewijs verlegd totdat alleen overbleef. Wat trouwens ook belangrijk is voor jou is dat het proces van de transformatie van oost naar west niet helemaal gegaan is zoals jij het stelt. Het is te zwart-wit om te zeggen dat bedrijven in het Oostelijk havengebied weg zijn gegaan ten gevolgen van de mondiale concurrentie. De gemeente had deze bedrijven liever in het Westelijk Havengebied omdat daar ruimte was en het Oostelijk Havengebied aan het verpauperen was. Het is dus niet per se zo dat het proces transformeerde doordat het de vraag naar woningen en industrie volgde.

4. Wordt er met de bedrijven samengewerkt met betrekking tot geluidscontouren? Zijn de bedrijven slachtoffer van geluidscontouren? De bedrijven zijn absoluut geen slachtoffer, ze moeten slechts de geluidsemissie regels respecteren. Een gemeente mag niet terugkomen op de vergunde rechten die aan de bedrijven gegeven zijn.

Verder stel je de volgorde verkeerd. Het is niet zo dat bedrijven zich moeten verplaatsten doordat de geluidscontourlijn wordt verplaatst. Het is juist andersom Bedrijven worden verplaatst naar een ander terrein en pas dan mag de geluidscontourlijn verplaatst worden.

5. Participeren andere actoren in processen met geluidscontouren? Het proces waar jij op doelt kent een hele geschiedenis. Er is decennia lang geleden een bestemmingsplan gemaakt voor de Houthavens waar woningbouw mogelijk gemaakt werd. In die tijd zijn de bedrijven die zich daar gingen vestigen niet goed geïnformeerd. Toen er daadwerkelijk woningen werden gebouwd zijn de bedrijven ingegaan op de zienswijze van het bestemmingsplan. De bedrijven hebben dit ook gewonnen. Dit heeft ertoe geleid dat er een bemiddelingstraject werd gestart wat geleid werd onder Eberhardt van der Laan. In dit plan werd bepaald dat er saneringsgeld beschikbaar kwam voor de te verplaatsen bedrijven en dat er geen verdere ontwikkeling tot en met 2029 zouden plaats vinden. Deze deadline is in het nieuwe college verplaatst naar 2040. Je zou dus kunnen zeggen dat tijdens de bemiddeling het overleg met de bedrijven stukken verbeterd is. Bedrijven weten van het convenant en kunnen zelf bepalen wat ze daarmee doen.

6. Kunnen gemeentes geluidscontouren gebruiken om hun zin door te drukken? Dit is een moeilijke vraag. Je zou ja kunnen antwoorden omdat het een sterk instrument is dat zich in de geschiedenis van de stad al meerdere malen bewezen heeft. Het proces wat jij beschrijft over de transformatie die zich langzaam verschuift van Oost naar West is bijvoorbeeld niet helemaal zo gegaan. Er zaten zelfs hele succesvolle bedrijven bij. Deze bedrijven zijn min of meer naar het Westelijk Havengebied gebracht omdat daar ruimte was en het Oostelijk havengebied er verpauperd uit zag. Wel is het zo dat de gemeente liever deze vervuilende bedrijven niet meer in het Oostelijk havengebied had. Geluidscontouren hebben hier zeker een rol gespeelt. Je zou ook nee kunnen antwoorden omdat ook de gemeente niet de wetten mag breken. Zoals je weet moeten nieuwe regels omtrend geluidscontouren altijd via een bestemmingsplan geïntroduceerd worden en dit zorgt ervoor dat mensen naar de inzage kunnen. Ook is het zo dat de gemeente geen vergunde rechten mag intrekken.

54

Bijlage 5: Wetenschappelijke relevantie van onderzoek naar geluidscontouren

In deze bijlage zal de scriptie een overzicht geven van gevonden literatuur in combinatie met de gebruikte trefwoorden. Om dit betrouwbaar te doen zal gebruik worden gemaakt van de website www.scopus.com. Scopus is een bibliografische database met abstracts en citaten van alleen academische stukken. De zoekmachine geeft niet een enorme hoeveelheid resultaten zoals bijvoorbeeld google.nl. Maar geeft daarentegen wel specifieke wetenschappelijke data die heel goed aansluit op de trefwoorden. Daarom is dit een passende zoekmachine om het tekort aan wetenschappelijke literatuur over de machtsverdeling en het proces met planning met geluidscontouren aan te tonen. Vanaf hier zal de scriptie een literatuurlijst laten zien, met bijbehorende trefwoorden als titel.

Literatuurlijst 1: Noise contour in urban planning (14hits)

Anfosso-Lédée, F., Paviotti, M., Kephalopoulos, S., & Gergely, B. (2010). Common noise assessment methods in EU: CNOSSOS-EU (part II: Application for strategic noise mapping and action planning). 39th International Congress on Noise Control Engineering 2010, INTER-NOISE 2010, , 8 6198-6209.

Bauer, K. W. (1987). Mapping for municipal planning and engineering—back to basics. Journal of Surveying Engineering, 113(1), 41-49. doi:10.1061/(ASCE)0733-9453(1987)113:1(41)

Borst, H. C., Salomons, E. M., Lohman, W. J. A., Zhou, H., & Miedema, H. M. E. (2009). Urban strategy: Noise mapping in instrument for interactive spatial planning. 8th European Conference on Noise Control 2009, EURONOISE 2009 - Proceedings of the Institute of Acoustics, , 31(PART 3)

Kamal, M., & Rahman, R. A. (2010). Noise mapping as a planning tool for historical sites in cairo-egypt. 17th International Congress on Sound and Vibration 2010, ICSV 2010, , 3 1899-1905.

King, E. A., Murphy, E., & Rice, H. J. (2011). Implementation of the EU environmental noise directive: Lessons from the first phase of strategic noise mapping and action planning in ireland. Journal of Environmental Management, 92(3), 756-764. doi:10.1016/j.jenvman.2010.10.034

Luzzi, S., & Vasilyev, A. V. (2009). Noise mapping and action planning in the italian and russian experience. 8th European Conference on Noise Control 2009, EURONOISE 2009 - Proceedings of the Institute of Acoustics, , 31(PART 3)

Murphy, E., & King, E. A. (2010). Strategic noise mapping, population exposure estimates and 'acoustical planning' mitigation analysis in a european capital city. 39th International Congress on Noise Control Engineering 2010, INTER-NOISE 2010, , 4 2535-2542.

56

Literatuurlijst 2: Noise mapping in urban planning (146 hits)

Borst, H. C., Salomons, E. M., Lohman, W. J. A., Klerkx, R. T., Zhou, H., & Miedema, H. M. E. (2011). From noise mapping to interactive noise planning: Experiences with urban strategy. 40th International Congress and Exposition on Noise Control Engineering 2011, INTER-NOISE 2011, , 5 4135-4142.

Borst, H. C., Salomons, E. M., Lohman, W. J. A., Zhou, H., & Miedema, H. M. E. (2009). Urban strategy: Noise mapping in instrument for interactive spatial planning. 8th European Conference on Noise Control 2009, EURONOISE 2009 - Proceedings of the Institute of Acoustics, , 31(PART 3)

Coelho, J. L. B. (2003). Noise mapping and noise reduction plans as urban noise management tools. Acta Acustica (Stuttgart), 89(SUPP.)

Guedes, I. C. M., Bertoli, S. R., & Zannin, P. H. T. (2011). Influence of urban shapes on environmental noise: A case study in aracaju - brazil. Science of the Total Environment, 412-413, 66-76. doi:10.1016/j.scitotenv.2011.10.018

Luzzi, S., Baldacchini, A., Basta, M., Bellomini, R., Marri, G., Papuccio, M. G., & Vitali, A. (2006). Mapping of urban transport services noise in florence. EURONOISE 2006 - the 6th European Conference on Noise Control: Advanced Solutions for Noise Control,

Vincent, B., & Lambert, J. (2005). Assessing the quality of urban sound environment: Complementarity between noise monitoring system, noise mapping and perception survey, the stakes for the information to the public. International Congress on Noise Control Engineering 2005, INTERNOISE 2005, , 1 704-712.

Xie, D., Liu, Y., & Chen, J. (2011). Mapping urban environmental noise: A land use regression method. Environmental Science and Technology, 45(17), 7358-7364. doi:10.1021/es200785x

Literatuurlijst 3: Sound contour in urban planning (4 hits)

Bauer, K. W. (1987). Mapping for municipal planning and engineering—back to basics. Journal of Surveying Engineering, 113(1), 41-49. doi:10.1061/(ASCE)0733-9453(1987)113:1(41)

Raub, R. A., Lucke, R. E., & Thunder, T. D. (2003). Improving the quality-of-life for residents living near highway-rail crossings. Transportation Quarterly, 57(4), 11-22.

Vecchi, S. J. (1992). Minneapolis / st. paul international (MSP) part 150 implementation design overview. International Air Transportation: A New International Airport, Proceedings of the Conference, 32-40.

Vilà, M., Torrades, P., Pi, R., Albalat, D., & Monleon, O. (2016). The role of 3D modelling in the urban geological map of catalonia. Zeitschrift Der Deutschen Gesellschaft Fur Geowissenschaften, 167(4), 389-403. doi:10.1127/zdgg/2016/0095

58

Literatuurlijst 4: Sound mapping in urban planning (61 hits)

Borst, H. C., Salomons, E. M., Lohman, W. J. A., Klerkx, R. T., Zhou, H., & Miedema, H. M. E. (2011). From noise mapping to interactive noise planning: Experiences with urban strategy. 40th International Congress and Exposition on Noise Control Engineering 2011, INTER-NOISE 2011, , 5 4135-4142.

Coelho, J. L. B., Remy, N., & Vogiatzis, K. (2015). Urban sound planning in the city centre of thessaloniki. 22nd International Congress on Sound and Vibration, ICSV 2015,

Guedes, I. C. M., Bertoli, S. R., & Zannin, P. H. T. (2011). Influence of urban shapes on environmental noise: A case study in aracaju - brazil. Science of the Total Environment, 412-413, 66-76. doi:10.1016/j.scitotenv.2011.10.018

Oldoni, D., De Coensel, B., Bockstael, A., Boes, M., De Baets, B., & Botteldooren, D. (2015). The acoustic summary as a tool for representing urban sound environments. Landscape and Urban Planning, 144, 34-48. doi:10.1016/j.landurbplan.2015.08.013

Rodriguez-Manzo, F. E., Garay-Vargas, E., Garcia-Martinez, S., Lancón-Rivera, L., & Ponce-Patrón, D. (2015). Moving towards the visualisation of the urban sonic space through soundscape mapping. 22nd International Congress on Sound and Vibration, ICSV 2015,

Vincent, B., & Lambert, J. (2005). Assessing the quality of urban sound environment: Complementarity between noise monitoring system, noise mapping and perception survey, the stakes for the information to the public. International Congress on Noise Control Engineering 2005, INTERNOISE 2005, , 1 704-712.

Vogiatzis, K., & Remy, N. (2014). From environmental noise abatement to soundscape creation through strategic noise mapping in medium urban agglomerations in south europe. Science of the Total Environment, 482-483(1), 420-431. doi:10.1016/j.scitotenv.2013.07.098

Literatuurlijst 5: participation sound mapping urban planning

Coastal zone '87, proceedings of the fifth symposium on coastal and ocean management. (1987).

Eringa, K., Spring, F., Anda, M., Memmott, P., Long, S., & West, M. (2008). Scoping the capacity of indigenous community housing organisations. AHURI Final Report, (125), i-159.

Jancevska, M., & Glamocanin, V. (2013). Spatial mapping and guidelines on the environmental impact assessment of wind parks in republic of macedonia. Ieee Eurocon 2013, 858-861. doi:10.1109/EUROCON.2013.6625083

60

Bijlage 6: Gestructureerde analyse van de thema’s

1. Oorzaak van transformatie

Literatuur Haven-Stad Decennia lang transformeert het havengebied van Amsterdam al. Het oostelijk deel is succesvol getransformeerd tot gemengd stedelijk gebied en de structuurvisie koerst om deze transformatie verder te verplaatsen. De stad blijft groeien en daarom ook de vraag naar woningen. Het lijkt dus een logische zet om meer industriegebieden om te zetten naar gemengd stedelijk gebied. Verder is een belangrijk onderdeel om op de grens van woon en werken te ‘’intensiveren’’. Dit houdt in dat er gezocht wordt naar efficiënte economieën die goed gecombineerd kunnen worden met wonen.(Amsterdam, 2013).

Literatuur Waterfront De aanleiding van de transformatie van Waterfront Harderwijk is ‘’een grondige kwaliteitsimpuls van de gebieden en noorden en oosten van de historische binnenstad. In de huidige situatie doen zich hier veel knelpunten voor, die onder meer te maken hebben met bereikbaarheid, parkeren, belevingswaarde, milieu, verouderd industrieterrein en bodemverontreiniging’’(Harderwijk, 2013)

Interviews Haven-Stad Saskia Hoogstraten: Door mondiale concurrentie verdween het Oostelijk Havengebied omdat de bedrijven ten onder gingen aan de mondiale concurrentie. Dit terrein heeft lang brak gelegen maar in de jaren 80 was er weer sprake van een vraag naar woningen dus werden die bij gebouwd. Tot verbazing kwamen er banen bij, terwijl er ook woningen bijkwamen. Deze beweging van een nieuwe economie die hand in hand gaat met woongebieden wordt voortgezet en zo bestaat de transformatie. Jair de Paauw: Het havengebied vertrok steeds meer naar het Westen door een stagnerende economie. Echter is het moment al lang aangebroken waar er nu voldoende vraag is om de haven te laten zoals hij is. De Gemeente ziet echter liever woningen verschijnen op deze plekken dan industrie. De gemeente ziet deze gemengde vorm van woon- en werken als een leuke brochure voor de stad. Maar vergeet dat het de zware industrie ook nodig heeft. Ton van Breemen: Het klopt dat het havengebied Oost enigszins verpauperd was. Maar het is niet waar dat de industrieen moesten verplaatsen omdat ze allemaal failliet gingen. Het was echter wel zo dat er ruimte over was in het Westelijk Havengebied en dat het een slimme transformatie was zodat het Oostelijk Havengebied weer netjes gemaakt kon worden. Uiteindelijk ligt de oorzaak van transformatie bij de visie van de gemeente.

Interviews Waterfront Tanja Casimir: De gemeente besloot dat het tijd was om de stad aantrekkelijker te maken. Om dit te doen moest de haven opnieuw worden gestructureerd met woningen. De oorzaak van transformatie ligt dus bij de gemeentelijke visie, de visie om de stad aantrekkelijker te maken. De transformatie had niks te maken met een verbetering van de industriesector in de haven.

Dit is interessant omdat er in het bestemmingsplan wel staat vermeld dat ook het industrieterrein verbeterd wordt. Maar er staat verder niet in hoe of waarom.

2. Proces van Transformatie

Literatuur Havenstad Verloop van het proces is op dit moment niet mogelijk. Haven-Stad valt grotendeels binnen de hindercontouren van . Om de transformatie van Haven-Stad zo goed mogelijk te laten verlopen zijn er drie scenario’s opgesteld. Volgens de gemeente wordt Haven-Stad niet getransformeerd volgens de scenario studies uit 2009, maar gaat de stad voor een geleidelijk transformatie proces. De gemeente zegt dat er gebruik gemaakt moet worden van de transformaties die al gaande zijn. Zodat de stad zich kan ontwikkelen via drie richtingen. Langs de Noordelijke en de Zuidelijke IJ-oever en vanuit West. Verder spreekt de gemeente over gefaseerde besluitvorming, zodat transformatie in delen van de gebieden al kan starten(Gemeente Amsterdam, 2013). Interessant is dat er meerdere plannen geschreven zijn voor deze transformatie. Zoals bijvoorbeeld Plan Haven-Stad Amsterdam, de Structuurvisie 2040 en de Transformatie Strategie Haven-Stad. Deze plannen volgen elkaar op en onderbouwen elkaar.

Literatuur Waterfront Het proces bestaat uit twee delen die zich ontfermen over het Westelijk en het Oostelijk stuk van de haven. Namelijk het transformeren van het Westelijk Havengebied waar voorheen de lichte bedrijven zaten naar een woongebied. En het vrijmaken en uitbreiden van het industrieterrein zodat er ruimte wordt gemaakt voor de te verplaatsen bedrijven. De gemeente wilt dat de lichte bedrijven hier komen als buffer naast de woningen. Alle informatie met betrekking tot deze transformatie komt uit het Bestemmingsplan Waterfront-Noord. Er zijn geen andere documenten te vinden die ondersteuning kunnen bieden. Proces-technisch is dit plan dus in één keer gemaakt. Verder zijn er in het bestemmingsplan ook veranderingen opgenomen voor aantasting van het Natura 200 gebied(Gemeente Harderwijk, 2007)

Interviews Haven-Stad

62

Saskia Hoogstraten: Het proces verloopt erg incrementeel, elke keer als er een bedrijf weggaat of zich verplaatst. Dan wordt er vaak via een facetplan gelijk een woonbestemming toegekend aan dit gebied. Hierdoor weten bedrijven ook waar ze aan toe zijn. Verder is het zo dat de gemeente wilt dat deze nieuwe economie zich voortzet. Het stuurt dus om een omschakeling van oude industriegebieden naar lichtere bedrijven die de aantrekkelijkheid van de stad steunen. Voorbeelden zijn Theater Anne en G-Star. Jair de Paauw: De gebieden waar jij met Saskia Hoogstraten over gesproken hebt zijn inderdaad vrij incrementeel getransformeerd. Het zijn echter vaak houtopslag plaatsen of lege loodsen geweest die zijn verplaatst. Verder is inderdaad de 2040 norm opgesteld. Het is echter maar de vraag of er dan inderdaad een transformatie plaats gaat vinden, we hebben het namelijk over meer dan 20 jaar. In de norm van 2040 gaat het over het opschorten van hele grote bedrijven zoals Cargill. Als deze bedrijven zich moeten verplaatsen dan wordt het waarschijnlijk naar het buitenland. Deze bedrijven kunnen heel veel invloed uitoefenen. Verder klopt het inderdaad dat de gemeente een slimme buffer heeft aangelegd tussen de zware industrie en woongebied. Wij als haven zijn het daar ook mee eens. Ton van Breemen: Het proces dat je beschrijft is incrementeel maar dat komt niet zozeer door de contouren. Wat de gemeente bijvoorbeeld wel doet is sommige delen de-zoneren zodat woningbouw gelijk mogelijk is. Het is grappig dat je dit onderzoek zo doet want in het Oostelijk Havengebied is het proces wel zo verlopen. Met een contourlijn die zich steeds verder opschoof.

Interviews Waterfront Tanja Casimir: In principe was het voor een aantal mensen al duidelijk dat deze transformatie moest plaatsvinden. Dat wil zeggen dat de gemeente Harderwijk groeit en dat het industrieterrein voor de gemeente al een langere tijd een doorn in het oog was. Het proces om dit te doen werd echter in één keer op gang gezet door het desbetreffende bestemmingsplan.

3. Betrokkenheid van actoren

Literatuur Havenstad De voorkeursstrategie is verrijkt in gesprekken met bedrijven en instellingen en is afgestemd met de betrokken stadsdelen. Het komt in bijna alle beleidsstukken naar voren dat samenwerking met de bedrijven een pré is. Wat dit bekrachtigd is de afbeelding ?. Hier is het visiebeeld 2040 te zien. Dit beeld geeft weer hoe Amsterdam samen met de andere gemeentes werkt aan een strategie om een sterke industriecluster te vormen ter versterking van het Noordzee kanaal. Er is dus niet alleen sprake van een transformatie van industriegebied naar woongebied. Ook wordt er gewerkt met plannen om deze industrieën beter te laten functioneren elders.

Literatuur Waterfront ‘’ Het is wenselijk geacht om de huidige voornemens met de belanghebbenden te bespreken, voordat het ontwerpbestemmingsplan in het kader van de vaststellingsprocedure wordt gelegt’’(Harderwijk). Er wordt dus in het bestemmingsplan geconstateerd dat het wenselijk is om andere actoren te informeren voordat het bestemmingsplan ter inzage ligt. Verder wordt er niks gezegd over het procesmatig betrekken van andere actoren. Wel heeft het plan ter inzage gelegen bij het stadshuis. Hier zijn 6 bezwaren tegen ingediend die allemaal betrekking hebben tot MER gerelateerde onderwerpen (zoals vervuiling van het water). Maar geen bezwaren van bedrijven.

Interviews Haven-Stad Saskia Hoogstraten: Door de contrasterende belangen is er enorm veel communicatie nodig voor deze transformatie. De gemeente beseft dat de Haven haar onafhankelijkheid nodig heeft om te functioneren en daarom is Port of Amsterdam ook een zelfstandig bedrijf. Echter heeft de gemeente hier wel alle aandelen in omdat het beseft dat ze de grond uiteindelijk nodig hebben. Er zijn jaarlijkse vergaderingen waar zowel de gemeente als de bedrijven hun visie kunnen uitspreken zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Ook worden er afspraken gemaakt over wanneer bedrijven moeten vertrekken. Zoals de afspraak over 2040 waar grote bedrijven zoals Cargill zullen moeten vertrekken. Naast de bedrijven worden ook de bewoners betrokken. Toen deze plannen zijn gemaakt werden er een week lang informatieavonden gegeven rondom de geluidscontour aan de bewoners. Er zijn ook compensaties gegeven voor inwoners die aan teveel geluid zouden blootstaan. Jair de Paauw: Havenbedrijf Amsterdam is een zelfstandig bedrijf waarvan de gemeente alle aandelen heeft. Het havenbedrijf voelt ook zeker dat de gemeente haar eigen agenda heeft. Maar het klopt dat de haven en de gemeente inderdaad op een hele transparante manier met elkaar communiceren. De visies van de Haven en gemeente zijn verschillend. Zo wilt de gemeente zich erg focussen op de transformatie van brownfields naar greenfields. Wij willen dat in principe niet. Ook de zware industrieën zijn nodig voor de stad. Ook al ziet dat er minder leuk uit dan de nieuwe creatieve bedrijfjes die er zitten. In dit soort vraagstukken heeft de gemeente wel het laatste woord, ook al wordt er open over gediscussieerd. Er kan uit dit interview geconcludeerd worden dat de gemeente contrasterende belangen heeft met de haven. Dit is interessant want uit het interview met Saskia Hoogstraten over hetzelfde proces bleek het juist dat beide partijen hand in hand aan dezelfde toekomst aan het werken waren. Zo beschrijft Mevrouw Hoogstraten een uitplaatsing van bedrijven naar het Noordzee kanaal, zodat zich daar een sterk industriegebied kan vormen. Meneer de Paauw zegt dat deze ontwikkeling helemaal niet plaats kan vinden. De gemeentes daar zullen nooit in stemmen met dit soort plan. Verder zegt hij dat grote bedrijven zoals Cargill naar het buitenland zullen vertrekken als zij moeten worden uitgeplaatst. Ton van Breemen: De actoren zijn zeer betrokken en worden absoluut niet benadeeld. Laat ik beginnen met het feit dat de gemeente nooit vergunde rechten mag intrekken. De bedrijven moeten slechts de regels volgen. Wat betreft participatie is er nogal een geschiedenis in dit gebied. Decennia geleden is er een bestemmingsplan gemaakt dat woningbouw toeliet. Dat

64 gebeurde nooit tot een bepaald moment. Op dat moment bleek dat de bedrijven hier helemaal niet van op de hoogte waren gebracht voordat zij zich hadden gevestigd. De bedrijven zijn ingegaan op de zienswijze en hebben dit ook gewonnen. Er is toen een bemiddelingstraject gestart met Eberhardt van der Laan, zodat er saneringsgeld vrij kwam en de ontwikkeling past na 2029 mocht gebeuren. Die deadline is verplaatst naar 2040 in het nieuwe college. De huidige bedrijven weten alles van het convenant en wat ze te wachten staat. Je zou dus kunnen zeggen dat participatie invloed heeft en dat bedrijven betrokken zijn.

Interviews Waterfront Tanja Casimir: In dit proces zijn de bedrijven niet betrokken bij de totstandkoming van het plan. In principe heeft de gemeente zich gewoon gehouden aan de verleende rechten. Zo zegt Mevr Casimir dat de gemeente nooit vergunde rechten mag intrekken. Er zou dus gezegd kunnen worden dat er slechts spraken is van verplichte juridische betrokkenheid. Buiten dat worden actoren zoals bewoners en bedrijven niet betrokken bij de planvorming. Sterker nog, het plan voor de transformatie heeft wel ter inzage gelegen in het gemeente tehuis maar is nooit naar de Raad van State gegaan. Hierdoor hebben andere actoren überhaupt nooit de kans gehad om beroep te doen tegen dit plan. Er zijn dus ook geen actoren geweest die tegen dit plan hebben gestemd (Tanja Casimir). Jair de Paauw: In het proces dat in Harderwijk heeft plaatsgevonden zijn de actoren minder betrokken geweest dan bij het proces in Amsterdam. Dit komt deels doordat het gebied in Harderwijk op dat moment geen woongebied was (en dus ook geen betrokken bewoners). Maar wat interessanter is, is dat ook de bedrijven minder betrokken zijn. Dit verschil is hoogstwaarschijnlijk uit te leggen doordat er in Amsterdam een incrementeler proces heeft plaatsgevonden waar bedrijven bij betrokken werden zodat ook zij hier beter in konden functioneren. In Harderwijk was er sprake van een proces dat zich in één keer ontwikkeld heeft.

4. Rol van geluidscontouren

Literatuur Havenstad De geluidscontour heeft in de transformatie van het Westelijk Havengebied een toonaangevende rol gespeeld. Niet zozeer als belemmering maar echt als instrument. De oorsprong hiervan bevindt zich in plan Amsterdam Haven-Stad. Hier zijn drie scenario’s geschetst met elk hun gevolgen. Dit is interessant omdat het hele plan daadwerkelijk zijn

oorsprong vindt in de geluidscontour. Zo wordt deze contour drie keer verschoven zodat vervolgens de gevolgen op gebied van onder andere duurzaamheid, opbrengsten/kosten, bereikbaarheid, wonen en werken worden berekent. De geluidscontour speelt hier dus als onafhankelijke variabelen, die zijn effecten heeft op de afhankelijke variabelen die gebruikt worden omdat het succes van elk scenario te meten. Deze worden vervolgens behandelt in de Structuurvisie 2040 waar een uiteindelijke keuze wordt gemaakt voor het juiste scenario.

Literatuur Waterfront De geluidscontour is misschien wel het grootste probleem geweest in de transformatie van Waterfront Harderwijk. De transformatie die in principe ruimtelijk mogelijk was door het vrij maken van ruimte op het industrieterrein. Kon alsnog niet plaatsvinden doordat het gebied akoestisch op slot was gezet door de gevestigde bedrijven. Verder grenst het gebied aan een Natura2000 gebied waardoor er ook nog eens metingen gedaan moesten worden in verband met MER. Er kan geconcludeerd worden dat uit juridisch perspectief, de geluidscontour een belemmering voor Waterfront Harderwijk is geweest van grote omvang(Harderwijk, 2013)

Interviews Haven-Stad Saskia Hoogstraten: De geluidscontour volgt hier slechts een trend. Er was al lange tijd sprake van een verschuiving van het Havengebied naar het Oosten. In die zin zou je kunnen zeggen dat de contouren slechts dienen als instrument voor een leefbare omgeving. Ze zorgen er ook voor dat zware industrieën sneller worden verwisselt voor nieuwe economieën die wel hand in hand gaan met de woonomgeving. In die zin is de geluidscontour wel toonaangevend. Jair de Paauw: Het punt dat de haven niet meer kleiner hoeft te worden door de mondiale economie is al lange tijd geleden bereikt. Elke verplaatsing die nu plaatsvindt heeft niks meer te maken met het volgen van een trend, maar is een inzet van de gemeente. Verder vindt de Haven dat de gemeente teveel van de zware industrie weg neemt voor woningen. Dat is leuk voor een brochure maar schaadt de fundering van de stad. In die zin is een geluidscontour een instrument van de gemeente voor de transformatie. Ton van Breemen: Je stelt de volgorde verkeerd. Het is niet zo dat bedrijven zich moeten verplaatsen omdat de contour verplaatst. Bedrijven moeten zich verplaatsen door een plan dat besloten is door de gemeente. Pas als deze bedrijven uitgeplaatst zijn dan mag de contourlijn verplaatst worden. De contourlijn is dus meer een instrument voor een leefbaar woonklimaat en werkt ondersteunend. Het plan Haven-Stad lijkt alsof de geluidscontour sturend is maar dat is niet zo.

Interviews Waterfront Tanja Casimir: De geluidscontouren waren slechts een belemmering bij het Waterfront. Bedrijven moesten verplaatst worden maar stuitten tegen de geluidsruimte die akoestisch op slot stond. Dit is ook de reden dat het bureau Bugel Hajema is ingezet om een geluidsverdeelplan te maken dat deze verplaatsing toch mogelijk maakte.

66