Reconstructie kademuur Archeologische Begeleiding Grimburgwal, (2020)

AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 126, 2021 David Derksen, Jørgen Veerkamp

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Inhoud

Inhoud ...... 3 Samenvatting...... 5 Basisgegevens ...... 6 1 Inleiding...... 6 2 Achtergronden en vraagstellingen ...... 8 2.1 Historische achtergronden ...... 8 2.2 Vraagstelling en methodiek ...... 14 3 Structuren en vondsten ...... 16 3.1 De kademuur ter hoogte van Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken (1874-1875) ...... 16 3.2 De kademuur ter hoogte van de kraamvrouwenkliniek (1868-1870) ...... 17 3.3 De balustrade ...... 18 3.4 Het funderingshout ...... 18 4 Conclusies ...... 26 5 Literatuur ...... 27 Bijlage 1 Bestek van 25 mei 1874 [uittreksel] ...... 28 Bijlage 2 Vondsten ...... 32

3

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

4

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Samenvatting

Op 1 september 2020 bezweek onverwachts een deel van de zuidelijke walmuur aan de Grimburgwal. Nadat ingrijpende noodvoorzieningen waren getroffen, kon Monumenten en Archeologie eind september onderzoek verrichten aan het metselwerk van de nog resterende kadedelen. Vervolgens werd in december het verwijderde funderingshout gedocumenteerd en bemonsterd voor jaarringonderzoek. De betreffende kademuur was in 1874-1875 tot stand gekomen bij de herinrichting van het Binnengasthuisterrein. Om ruimte te maken voor het zogeheten Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken – tegenwoordig gebouw BG2 van de Universiteit van Amsterdam – en een nieuwe kade werden het 17de-eeuwse Oudezijds Heerenlogement en de aangrenzende pakhuizen met steiger gesloopt. Van deze herinrichting is het bestek uit 1874 bewaard gebleven en is bekend dat alle werkzaamheden aan één aannemer werden gegund. Op basis van het bestek kon een reconstructie van de in 1874 ontworpen kademuur met fundering worden getekend. Wat opviel was de voorgeschreven toepassing van relatief korte kespen op twee palen in afwijking van de gangbare walmuurfundering, waarbij gebruik werd gemaakt van langere kespen op drie palen. Nadat de diverse onderdelen van de houten fundering waren gedocumenteerd, kon in combinatie met de bevindingen van het onderzoek aan het metselwerk, een reconstructie gemaakt worden van de kademuur zoals deze in afwijking van het ontwerp bleek te zijn uitgevoerd. Bij het onderzoek zijn geen korte kespen met één pengat aangetroffen. Waarschijnlijk heeft de aannemer in afwijking op het bestek, toch gekozen voor de vertrouwde uitvoering met langere kespen op drie palen. Ook was zichtbaar dat een aantal vloerplanken voor de fundering van de kademuur waren gezaagd uit hergebruikte vloerbalken. Uit het jaarringonderzoek kan daar nog aan worden toegevoegd dat alleen de palen uit de bouwtijd van de kademuur stammen, en dat het andere hout afkomstig is uit diverse eerdere periodes en herkomstregio’s. Het lijkt erop dat de aannemer voor de bouw van de kademuur hout uit gesloopte gebouwen heeft hergebruikt.

5

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Basisgegevens

Adres/toponiem Grimburgwal/zuidelijke walmuur Centrumcoördinaat 121424 / 486924 TOPO-code MenA GRIM OM-nummer 5069704100 Opdrachtgever Projectteam Bruggen en Kademuren Amsterdam Bevoegd gezag Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Centrum Uitvoerder Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie Beheer en plaats documentatie Gemeente Amsterdam, Monumenten en Archeologie

1 Inleiding

Op 1 september 2020 bezweek onverwachts een deel van de zuidelijke kademuur aan de Grimburgwal (afb. 1). Deze kademuur maakte deel uit van het voormalig Binnengasthuis en was bij de bouw van het Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken1 in 1874-1875 tot stand gekomen.2 Na het treffen van veiligheidsmaatregelen en de daarbij behorende preventieve sloop van een deel van de kade en de berging van natuurstenen afdekplaten, ijzeren leuningen en lantaarnpalen heeft Monumenten en Archeologie (MenA) eind september de constructie van de kademuur in situ gedocumenteerd. In december kon het funderingshout, dat deel uitmaakte van de ingestorte kademuur en bij de sloop uit de gracht is verwijderd, ex situ worden gedocumenteerd. De documentaties hadden een reconstructie van de kademuur tot doel, waarbij de kademuur zelf als primaire bron is gebruikt. Het resultaat werd vervolgens vergeleken met een reconstructie op basis van de voorwaarden in het overgeleverde bestek d.d. 25 mei 1874 (zie bijlage 1).

1 Ook genoemd: Vrouwenverband. Tegenwoordig ‘gebouw BG2’ van de Universiteit van Amsterdam. 2 Stadsarchief Amsterdam, toeg.nr. 5180, inv.nr. 11246, bestek d.d. 25 mei 1874.

6

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

1 Het plangebied Grimburgwal binnen het stadsdeel Centrum (vindplaats GRIM)

7

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

2 Achtergronden en vraagstellingen

2.1 Historische achtergronden

De Grim Tot 1425 vormde de Grimburgwal, oorspronkelijk het veenriviertje De Grim, de zuidelijke grens van de oostzijde van de stad.3 Het water stond aan de noordzijde in verbinding met de Oudezijds Voor- en Achterburgwal en aan de westzijde met de (). Aan de zuidzijde van de Grimburgwal werden vanaf 1393 het Oude Nonnenklooster en vóór 1403 het Nieuwe Nonnen- klooster gesticht (afb. 2).4 Op 4 augustus 1547 besloot de raad dat men ‘tnyewe verlaet in den toecomende zoemere zal aenleggen’. In 1548 werd de Grimnessesluis aangelegd.5

2 Detail van de vogelvluchtkaart van Cornelis Anthonisz uit 1544 met aanduiding van het Oude (1) en Nieuwe Nonnenklooster (2). De Grimnessesluis tussen de Grimbrugwal (3) en de Amstel (4) moet nog gebouwd worden

Het Sint-Pietersgasthuis In 1578 sloot Amsterdam zich als een van de laatste Hollandse steden aan tegen het heersende katholieke Spaanse gezag. Bij deze omwenteling, de Alteratie, werden de vroegere eigendommen van de katholieke parochies en kloosters door het nieuwe stadsbestuur onteigend en herbestemd. In het geconfisqueerde Oude en Nieuwe Nonnenklooster werden het Sint-Pietersgasthuis en het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis ondergebracht, voorzieningen die voorheen aan respectievelijk het Rokin en de Nieuwendijk waren gevestigd.

3 Jayasena 2020, 77. 4 Van Eeghen 1941, p. 244. 5 Van Iterson, Van der Laan 1986, 80.

8

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

3 Detail van de vogelvluchttekening van het Sint-Pietersgasthuis uit 1628 door Balthasar Florisz van Berckenrode met aanduiding van de locatie van het later gebouwde Oudezijds Heerenlogement (1), de Grimnessesluis (2) en de Grimburgwal (3). De gebouwen die deel uitmaakten van het gasthuis zijn in opstand getekend (Stadsarchief Amsterdam, 010034000001_007)

De twee gasthuizen werden samengevoegd en gingen verder onder de naam Sint-Pietersgasthuis en later Binnengasthuis. In 1628 werd van dit complex door Balthasar Florisz van Berckenrode een gedetailleerde tekening in vogelvlucht gemaakt (afb. 3). Op deze plattegrond staat de gasthuisbebouwing in opstand ingetekend, terwijl van de overige bebouwing enkel de contouren in het vlak zijn weergegeven. Dit geldt ook voor de bebouwing tussen het voormalige Oude en Nieuwe Nonnenklooster, waar in opdracht van de stad in 1647 het Oudezijds Heerenlogement werd geopend.

Het Oudezijds Heerenlogement Het Oudezijds Heerenlogement was een luxueuze herberg voor voorname gasten, die is ontstaan uit een bestaand huizencomplex van de familie Trip. Bij de verbouwing tot logement kreeg het complex een nieuwe monumentale façade, waarvan het ontwerp aan Philip Vingboons wordt toegeschreven.6 De hoofdingang was bereikbaar via een stenen welfbrug over de Grimburgwal, die vermoedelijk tegelijkertijd met de verbouwing tot logement tot stand kwam.7 Deze brug en de naastgelegen Sleutelbrug over de Voorburgwal waren met zandsteen bekleed en staan afgebeeld op het geschilderde stadsgezicht dat Gerrit Adriaensz Berckheyde tussen 1665 en 1685 (afb. 4) van de Grimburgwal maakte.

6 Eijkelboom en Vermeer 2016, 93. 7 Brug 219 werd in 1742 vernieuwd en deed dienst tot 1874. Zie ook Bruggenboek 1837.

9

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

4 Geschilderd aangezicht van de Grimburgwal van Gerrit Berckheyde uit 1665-1685 met rechts het Oudezijds Heerenlogement en het stadspakhuis (Rijksmuseum SK-A-681)

5 Uitsnede van een foto van Pieter Oosterhuis uit 1874 met het Oudezijds Heerenlogement en het stadspakhuis kort voor de sloop. De 17de-eeuwse trapgevel van het pakhuis was in de 18de eeuw vernieuwd (Stadsarchief Amsterdam, OSIM00005001032)

10

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Aan de westzijde van het Heerenlogement stonden twee pakhuizen: een smal pakhuis van de stad (afb. 4 en 5) en een breed korenpakhuis van het Sint-Pietersgasthuis. De stedenbouwkundige configuratie die bij de totstandkoming van het Oudezijds Heeren- logement was ontstaan, bleef tot ver in de 19de eeuw vrijwel onveranderd.8 De eerste grootschalige nieuwbouw verrees pas tussen 1868 en 1870 op de hoek van de Turfmarkt en de Grimburgwal. Hier werd naar plannen van A.N. Godefroy een kraamvrouwenkliniek gebouwd waarvan een deel zou zijn gefundeerd op de muren van de buiten gebruik geraakte, en kort daarvoor gesloopte, Grimnessesluis.9 Op een ontwerpplan tot verbetering van het Binnengasthuis uit oktober 1870 staat op de locatie van het Oudezijds Heerenlogement en de twee aangrenzende pakhuizen een ontwerp van Godefroy voor een vrouwenziekenhuis ingetekend (afb. 6). De sloop- en bouwwerkzaamheden werden op 25 mei 1874 aanbesteed aan D. van de Linden voor de som van f 19.500,-. Voor dit bedrag moest de aannemer niet alleen het logement en de pakhuizen, maar ook de stenen welfbrug over de Grimburgwal slopen. Op het vrijgekomen terrein werd het vrouwenziekenhuis gebouwd. De waterlijn langs de Grimburgwal werd verlegd en ‘het daardoor ontstane terrein’ achter een nieuwe kade met zand aangeplempt (afb. 6).10

6 Situatietekening behorende tot het bestek uit 1874 met aanduiding van de bestaande houten steiger (oranje), de bestaande welfbrug (roze), de nieuw te maken kademuur (rood), het aan te plempen terrein (paars), de kraamvrouwenkliniek uit 1868- 1870 (groen) en het nieuw te bouwen Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken (geel) (Stadsarchief Amsterdam, 010056915325)

8 Krabbe 2004,139. 9 Redengevende omschrijving van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, aanwijzing Rijksmonument nr. 518302, 28 juni 2004.Tegenwoordig gebouw BG1 van de Universiteit van Amsterdam. 10 Tegenwoordig gebouw BG2 van de Universiteit van Amsterdam.

11

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Bij de aanbesteding werd bedongen dat de sloopwerkzaamheden en de bouw van zowel het vrouwenziekenhuis als de kademuur uiterlijk op 1 juni 1875 moesten worden afgerond.11 De transformatie die vanaf 1868 had plaats gevonden op het deel van het Binnengasthuisterrein dat grenst aan de Grimburgwal is zichtbaar op twee versies van kaart B van de buurtatlas 1861 en 1876 (afb. 7).

7 Detail uit kaart B van de buurtatlas met links de situatie tussen 1861-1868 voorafgaand aan de aanleg van de kraamvrouwen- kliniek en rechts de situatie in 1876 na de sloop van het Oudezijds Heerenlogement en de bouw van de vrouwenziekenhuis

De kademuur volgens het bestek Op basis van het bewaard gebleven bestek uit 1874 kan een reconstructie worden gemaakt van de gewenste uitvoering van de kademuur (afb. 8). De 65 m lange walmuur moest op NAP -1 m worden gefundeerd op een vloer op onderheide kespen. De 65 kespen, met een hart-op-hartafstand van ongeveer 1 m, moesten 1,5 m lang zijn en 18 x 25 cm in omvang. Elke kesp zou worden bevestigd op twee heipalen van 11 m lengte, met een diameter van 26 cm op 0,5 m van de kop. De voorste rij palen moesten onderling verbonden worden met een sloof (een balk in de lengterichting) van 30 x 18 cm die op de paalkoppen werd bevestigd. Aan de achterzijde van de sloof zou het kwelscherm komen van 4 m lange damplanken. Op de kop van de heipalen moest een pen worden gehakt die moest passen in corresponderende gaten in de kespen en de sloof, waarna de verbinding met twee eikenhouten wiggen moest worden vastgeslagen. Op iedere kesp zouden de 8 cm dikke vloerplanken komen, van gelijke breedte en vlak tegen elkaar, in verband springend gelegd en met drie spijkers, van 18 cm lang en een eiken treknagel bevestigd. Aansluitend op de houten vloer moest op de kop van de kespen een met keerklossen (18 x 10 cm) gezekerde schuifrib (10 x 18 cm) worden geplaatst. Deze moest met voorloeven over de kesp vallen en worden gezekerd met een hakkelbout van 20 cm lengte en een diameter van 16 mm. Alle houten onderdelen moesten worden vervaardigd uit gezaagd dennenhout. Het metselwerk van de kademuur moest beginnen als een 4-steens (0,76 m hoog) muur die naar boven toe verjongde via 3,5 steens (0,76 m hoog) en 3 steens (0,65 m hoog) en eindigde in

11 Stadsarchief Amsterdam, toegangsnr. 5180, inv.nr. 11246, 1874.

12

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

8 Reconstructietekening op basis van het bestek uit 1874. Afmetingen in millimeters

13

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

een halfsteens hoge rollaag van 11 cm hoog waarop een hardstenen dekzerk (60 x 16 cm) moest worden aangebracht. De hele kademuur zou hiermee uitkomen op een hoogte van NAP + 1,44 m. Het metselwerk moest aan de voorzijde worden opgetrokken in vlakke Waalklinkers, het binnenwerk uit ‘miskleurigen hardgraauwen’ Waalsteen en alles gemetseld met bastaard trasmortel (mengsel van kalkmortel en trascement). Boven de waterlijn moesten in de kademuur tien komstenen van 70 x 40 x 34 cm uit Escauzijnse steen (Belgische hardsteen uit Écaussinnes) worden aangebracht.

2.2 Vraagstelling en methodiek

Het veldwerk maakt onderdeel uit van het onderzoeksprogramma dat is opgezet om de vernieuwing van kademuren en bruggen de komende jaren te begeleiden12 en richtte zich op de opbouw van de kademuur om deze te vergelijken met de in het bestek voorgeschreven uitvoeringswijze. Op 28 september zijn door MenA twee profielopnames gemaakt van de nog aanwezige kademuurdelen ten oosten en westen van het bezweken fragment (afb. 9).

9 De beide locaties van de profielopnames in september 2020 (kaartnoorden is onder)

12 Erfgoed Programma Bruggen en Kademuren, Monumenten en Archeologie, Amsterdam.

14

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Op 7 december heeft MenA in overleg met het Ingenieursbureau, gemeente Amsterdam (IB) het in de beunbak opgeslagen funderingshout bij de aannemer PK aan de Vlothavenweg gesorteerd per categorie (afb. 10). De geselecteerde onderdelen zijn vervolgens opgeslagen bij de uitvoerder Bögl aan de Fosfaatweg, en op 15 en 16 december gedocumenteerd en bemonsterd ten behoeve van dendrochronologisch onderzoek.

10 Het sorteren en selecteren van diverse onderdelen van de kademuurfundering voor documentatie en bemonstering

15

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

3 Structuren en vondsten

3.1 De kademuur ter hoogte van Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken (1874-1875)

Ten oosten van de bezweken kademuur stond ter hoogte van het Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken (BG2, UvA) nog een deel van de kademuur uit 1874-1875 overeind. Het metselwerk was in totaal 82 cm breed, en tot de waterlijn 170 cm hoog. De top van het aanzicht lag op NAP + 1,22 m. Oorspronkelijk lag het kadeniveau (en die van het maaiveld) inclusief de oorspronkelijke, maar hier reeds verwijderde, 16 cm hoge deksteen op NAP + 1,38 m. De bovenste circa 30 cm van de kademuur werd gevormd door een halfsteens klamp aan de buitenzijde met daarachter twee stroken ongewapend beton van circa 25 cm breed aan weerszijden van een laag bruine

11 Doorsnede van de kademuur ter hoogte van het Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken

16

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

bakstenen (21 lang, 3,5-4 cm hoog) zonder mortel (afb. 11). In het metselwerk hieronder was sprake van een steensbrede klamp (roodbruine baksteen, 20 x 10 x 5 cm, 10-lagenmaat 62 cm) waarachter het oorspronkelijke 19de-eeuwse metselwerk schuil ging. Dit was een maximaal 60 cm brede muur uit baksteen (geel/bruin/oranje, 23,5 x ? x 5 cm en 21 x 10 x 5 cm) gemetseld met kalk/cement (bastaardmortel). Tussen de klamp en dit muurfragment zat een circa 4 cm brede opvulling van cement. Het waterpeil in de gracht was uit voorzorg verlaagd en stond op NAP -0,48 m, een mosgroene aanslag op de kademuur geeft het oorspronkelijke niveau aan. Daarnaast was zichtbaar dat ter hoogte van dit niveau de mortel uit de voegen was gespoeld.

3.2 De kademuur ter hoogte van de kraamvrouwenkliniek (1868- 1870)

Inclusief hardstenen deksteen (60 x 16/17 cm) lag de bovenkant van de resterende kademuur aan de westzijde van het bezweken fragment op NAP + 1,16 m. De onderliggende muur was met 64 cm net iets breder dan de deksteen. Ook hier bestond de voorzijde uit de steensbrede klamp uit roodbruine baksteen (20 x 10 x 5 cm, 10-lagenmaat 62 cm) die ook zichtbaar was ter hoogte van het Gesticht voor verpleging Vrouwenzieken. In tegenstelling tot het oostelijke gedeelte was hier achter de klamp de oorspronkelijke rollaag nog aanwezig. Dit metselwerk was opgetrokken uit bruine baksteen (21/22 x 10 x 5 cm) met een bastaardmortel. Het muurfragment was inclusief rollaag 74 cm hoog en stond op een muur bredere muur (oranje/bruin 11 x 4,5/5 cm met een tras- of bastaardcement).

12 Doorsnede van de kademuur ter hoogte van de aanhechting met de oudere kademuur die schuin wegloopt in zuidelijke richting

Deze muur week iets naar binnen en volgde de oude kadelijn van de Grimburgwal van voor de aanplemping van 1874 (afb. 12, witte lijn). De voorzijde was schuin afgehakt voor de aanhechting van de latere rechtgetrokken kademuur. De klamp van Waalsteen was aan de gehele zichtbare voorzijde aanwezig. De resterende kademuur langs de sluis richting het Rokin was nog intact.

17

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

3.3 De balustrade

De kademuur was voorzien van een balustrade met daarin opgenomen de vier oudste gaslantaarns van Amsterdam. Dit model uit 1847 was de voorloper van de kroonlantaarn uit 1883, die in een gemoderniseerde versie nog op de huidige grachten staat. De gietijzeren paal van het oudste model had een karakteristieke vierkante sokkel (afb. 13).

13 Onderdelen van de balustrade met daarin opgenomen vier lantaarns en een komsteen

3.4 Het funderingshout

Op de Fosfaatkade werd het geselecteerde funderingshout gesorteerd naar onderdeel (heimast, sloof, kwelscherm, kesp en vloerhout) (afb. 14), gedocumenteerd en bemonsterd voor dendrochronologisch onderzoek.13 Op basis van deze gegevens kon een reconstructie worden gemaakt van de kademuurfundering zoals deze vermoedelijk was uitgevoerd (afb. 16).

13 Van de verschillende onderdelen werden minimaal 3 monsters genomen. In totaal zijn 24 houtmonsters gezaagd voor dendrochronologische datering. Zie bijlage 2 voor een overzicht.

18

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

14 De onderdelen van de fundering werden per groep gesorteerd en gedocumenteerd. Terwijl de heipalen zijn bemonsterd wordt een vloerhout uitgeladen

Heipalen De volgens het bestek uit 1874 voorgeschreven heimasten van 11 m lengte, moesten een halve meter uit de kop een diameter van 26 cm hebben, en zijn voorzien van een aangezaagde pen (afb. 15). De gedocumenteerde sloofmasten hadden aan de bovenzijde een diameter van 19-23 cm. De kespmasten hadden een

15 Bij enkele van de heipalen is de aan gezaagde pen nog intact gebleven

19

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

diameter van 21-24,5 cm. De gebruikte palen waren dus dunner dan het bestek voorschreef. De aangetroffen pennen waren 6-7 cm breed en 12 cm lang. Van de masten zijn zes monsters genomen (GRIM-5, GRIM-6, GRIM-7, GRIM-8, GRIM-9 en GRIM-10), waarvan drie monsters een datering opleverden. De grenenhouten masten waren nog voorzien van het spinthout en bleken gekapt in 1872 en 1874 en afkomstig uit Zuidoost Zweden en uit Pommeren, de kuststreek in het huidige Noordoost-Duitsland en Polen.14

Sloof De sloof, de balk die op de voorste palenrij onder de kespen moest worden bevestigd, zou 30 cm breed en 18 cm hoog moeten zijn. De sloofbalken zouden onderling verbonden moeten worden met haaklassen. Het aangetroffen sloofhout was echter eveneens lichter uitgevoerd dan voorgeschreven, de afmetingen varieerden van 25-28,5 x 17-18 cm. De pengaten waren tussen de 8 en 9,5 cm breed en tussen 10,5 en 14,5 cm lang. Uit de positie van de pengaten in het sloofhout kon worden afgeleid dat de hart-op-hartafstand van de voorste rij palen varieerde tussen 75 en 113 cm. Uit de afmeting van de pengaten is te zien dat deze zijn bijgehakt om de sloof op de pennen te kunnen plaatsen. Uit de afdrukken die de masten aan de onderzijde van het sloofhout hebben achtergelaten, valt af te leiden dat niet alle masten onder de middenlijn van de sloof stonden (afb. 18, boven). Uit het sloofhout zijn drie monsters genomen (GRIM-22, GRIM-23 en GRIM-24). Dit grenenhout bleek afkomstig uit het huidige Duitsland, namelijk uit de deelstaten Brandenburg en Saksen-Anhalt (regio Altmark) waar het na 1633 was gekapt.15

Kwelscherm of damplanken In het bestek staat een kwelscherm van 4 m lang voorgeschreven. De gedocumenteerde damplanken waren 23 cm breed, 8 cm dik, tussen de 3,6 en 3,8 m lang. De planken waren aan de onderzijde afgeschuind en aan weerszijden voorzien van een 3 cm brede, en 2,5 diepe groef. In elke damplank was aan de afgeschuinde kant een lat van 3 x 5 cm in de groef vastgespijkerd met draadnagels van circa 8,5 cm (GRIM-14-1)(afb.20).

16 De planken van het kwelscherm waren aan de onderzijde afgeschuind

14 GRIM-5 en GRIM-7 veldatum 1874, GRIM-8 veldatum 1872. Datering K.U. Heußner Petershagen, 8-03-2021. 15 Monsters GRIM-22 veldatum na 1673, GRIM-23, veldatum na 1633 en GRIM-24, veldatum na 1659. Datering K.U. Heußner Petershagen, 8-03-2021.

20

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Deze lat, eveneens aan de onderzijde afgeschuind, fungeerde als veer in de messing-en- groefverbinding tussen de planken onderling (afb. 16). De houtmonsters uit de planken (GRIM-11, GRIM-12 en GRIM-13) leverden geen datering op. Het gebruikte naaldhout was afkomstig van zowel dennen als sparren.

Kespen Volgens het bestek moesten de 65 benodigde kespen 1,5 m lang zijn en 25 x 18 cm in omvang. De aangetroffen kespen waren 26,5-28 cm breed en 17-18 cm hoog. De oorspronkelijke lengte was niet meer te achterhalen omdat aan de voorzijde de kespen ter hoogte van de 3-4 cm diepe voorloef waren afgescheurd (afb. 17). De lengte van de kespen, gemeten vanaf de achterzijde tot aan het begin van deze keep, varieerde tussen de 231,5 en 264 cm, gemiddeld al een meter langer dan de voorgeschreven totale lengte van 1,5 m. Op de voorste helft van de kesp waren aan de bovenzijde kleine ronde gaten zichtbaar waarin oorspronkelijk de eikenhouten treknagels voor het vloerhout waren geslagen. In een enkel geval waren resten van deze treknagels nog aanwezig (GRIM-30-1, afb. 18). Naast deze houten pen waren per plank twee smeedijzeren nagels gebruikt, in de meeste gevallen nog zichtbaar als gecorrodeerde metaalresten in het hout van de kespen. De afmeting en de positie van de pengaten, en daarmee van de heimasten, varieerde sterk bij de gedocumenteerde kespen. De pengaten waren tussen de 7 en 8,5 cm breed en tussen 10,5 en 14,5 cm lang. Uit de hart-op-hartafstand van deze gaten kon worden afgeleid dat de kespen voor het plaatsen op de palen zijn aangepast op de onderlinge positie van de masten die per rij verschilde. Om dezelfde reden varieerde de positie van de pengaten per kesp. De afstand van de voorloef tot het hart van de eerste mast liep uiteen van 44,3 tot 78,5 cm, van het hart van de derde mast tot de achterkant van de kesp van 45 tot 78 cm en van het hart van de eerste mast naar het hart van de middelste mast tussen 107 en 141 cm. In de pengaten waren enkele eikenhouten wigjes en blokjes aanwezig waarmee de pen in het gat werd opgesloten (GRIM-26, afb. 18). Uit de afdrukken die de masten aan de onderzijde van de kespen hebben achtergelaten was af te leiden dat, net als bij het sloofhout het geval was, niet alle masten onder de middenlijn van de kesp stonden (afb. 19).

17 De onderzochte kespen waren aan de achterzijde onbeschadigd (links), terwijl ze aan de voorzijde ter hoogte van de keep waren afgescheurd (midden en rechts)

21

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

18 Twee van de eikenhouten wiggen die in de pengaten waren geslagen (GRIM-26) om de pen op te sluiten en een fragment van een eikenhouten trekpen (GRIM-30-1) waarmee het vloerhout in de kesp werd bevestigd

Van de grenenhouten kespen zijn vier monsters genomen (GRIM-25, GRIM-27, GRIM-28 en GRIM- 29). Een kesp met spinthout was afkomstig van een boom uit Zweden en gekapt in 1807, de andere kespen waren afkomstig uit Letland en dateren van na 1645.16

19 Aan de afdrukken van de masten aan de onderzijde van de sloof (boven) en de kesp (onder) kon de diameter van de mast worden gemeten. Zichtbaar is dat niet elke mast in het midden van het funderingshout heeft gestaan

16 Monsters GRIM-25, veldatum na 1692, GRIM-27 veldatum 1807 (met spinthout), GRIM-28 veldatum na 1645 en GRIM-29 veldatum na 1686. Datering K.U. Heußner Petershagen, 8-03-2021.

22

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

20 Twee van de hakkelbouten met weerhaken die aan de voorzijde van een kesp zijn aangetroffen (GRIM-4-1 en 2), een draadnagel waarmee de veer in de groef van de damplank was bevestigd (GRIM-14-1) en een van de smeedijzeren nagels waarmee het vloerhout op de kesp werd gespijkerd (GRIM-19-1).

23

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Vloerhout Volgens het bestek moest de vloer worden samengesteld uit planken van 8 cm dikte en 4 m lengte. De vloerplanken moesten met een houten treknagel en spijkers op de kespen worden bevestigd. Deze waren in sommige vloerplanken nog aanwezig (afb. 20). Het gevonden vloerhout bestond uit twee clusters van planken. Een groep planken was 23 cm breed en 9,5-10 cm dik en waren met een treknagel en twee spijkers op de kesp bevestigd (monsters GRIM-15 en GRIM-21). De andere groep bestond uit dunnere planken van 7-9,5 cm dik en tussen 18,5 en 27 cm breed die enkel met een spijker waren vastgeslagen op de kesp (monsters GRIM-16, GRIM-17, GRIM-18 en

21 Reconstructie kademuur Grimburgwal op basis van de archeologische en bouwhistorische documentatie. De niet ingemeten of aangetroffen onderdelen zijn weergegeven met een onderbroken lijn

24

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

GRIM -20). De planken uit deze laatste groep waren voorzien van een aangebracht profiel aan de zijkant en grotendeels gezaagd uit hergebruikte vloerbalken. De monsters uit het vloerhout, zowel met als zonder zichtbare sporen van hergebruik, dateren het grenenhout na 1662 en wijzen op een herkomst uit de Baltische staten.17

Keerklossen en schuifrib In de beunbak zijn geen hele exemplaren van de keerklossen en schuifribben aangetroffen. De afwezigheid hangt vermoedelijk samen met het feit dat de koppen van de kespen, waarop de rib met klossen waren bevestigd, bij het bezwijken van de kademuur zijn afgescheurd. Tussen het geborgen hout was een aanzienlijke hoeveelheid versplinterd hout aanwezig dat mogelijk oorspronkelijk tot deze elementen heeft behoord. Twee hakkelbouten waarmee de schuifrib was gezekerd, staken bij het uitsorteren nog uit de kespen (afb. 2o). Een is 22,8 x 1,6 cm (GRIM-4-1), de andere 25 x 1,7 cm (GRIM-4-2).

17 Monsters GRIM-15, veldatum na 1727, GRIM-16 veldatum 1662 (+/- met spinthout), GRIM-17 veldatum na 1677 en GRIM-18 veldatum na 1662. Datering K.U. Heußner Petershagen, 8-03-2021.

25

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

4 Conclusies

 De op 1 september 2020 bezweken kademuur aan de Grimburgwal was in 1874-1875 gebouwd als onderdeel van het zogeheten Vrouwenverband, een ziekenhuis op het Binnengasthuisterrein voor vrouwen. Deze muur kwam op een andere plaats te staan dan de oudere, al aanwezige oeverbevestiging aan de Grimburgwal. De ontwerptekening en het bestek van de kademuur, met daarin alle uitvoeringseisen en voorschriften, bleven bewaard in het Stadsarchief Amsterdam.

 Op basis van de velddocumentatie van de kademuurrestanten in situ en het funderingshout ex situ kan worden geconcludeerd dat de kademuur deels in afwijking van de ontwerptekening en het bestek is gebouwd.

 De gedocumenteerde kespen bleken langer dan in het bestek waren voorschreven en hadden ieder aan de onderzijde twee in plaats van één paalafdruk. Dit betekent dat er per kesp een extra paal was geplaatst en dat de funderingsvloer breder was uitgevoerd. Waarschijnlijk heeft de aannemer in afwijking op het bestek, gekozen voor de gebruikelijke uitvoering met kespen op drie palen met een bredere funderingsvloer. Hier staat tegenover dat de gebruikte funderingspalen lichter waren gedimensioneerd dan voorgeschreven.

 Een aantal van de gedocumenteerde vloerplanken toonde sporen van hergebruik. Uit de aanwezigheid van aangeschaafde profielen en kepen ten behoeve van raveelbalken kan worden opgemaakt dat deze planken waren gezaagd uit hergebruikte vloerbalken.

 Jaarringenonderzoek toonde aan dat alleen de palen uit de bouwtijd van de kademuur dateerden. Het overige bemonsterde constructiehout bleek afkomstig uit diverse periodes en herkomstregio’s, hetgeen duidt op hergebruik.

22 Schematische reconstructie kademuur Grimburgwal op basis van de archeologische en bouwhistorische documentatie

26

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

5 Literatuur

Van Eeghen, I.H., Vrouwenkloosters en begijnhof in Amsterdam. Van de 14e tot het eind der 16e eeuw, Amsterdam 1941 (dissertatie).

Eijkelboom, G. en G. Vermeer, ‘’The noblest taverne in the world’, Het Oudezijds Herenlogement aan de Grimburgwal (1647-1874)’, Jaarboek Amstelodamum 108 (2016), 76-107.

Van Iterson, P.D.J. en P.H.J. van der Laan, Resoluties van de vroedschap van Amsterdam 1490-1550. Amsterdam 1986.

Jayasena, R., Graaf- en modderwerk. Een archeologische stadsgeschiedenis van Amsterdam. Utrecht 2020.

Krabbe, C.P., ‘Monumentaal en schilderachtig. De gebouwen van het Binnengasthuis’, in: Rossem, V. van, Bakker, M. (red.), Amsterdam maakt geschiedenis. Vijftig jaar op zoek naar de genius loci, Amsterdam 2004, 134-176.

N.N., Generale lijst van alle steenen en houten bruggen, schutsluizen, waterkeeringen, duikers en beeren liggende binnen en onder de jurisdictie der stad Amsterdam, Amsterdam 1837.

27

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Bijlage 1 Bestek van 25 mei 1874 [uittreksel]

Stadsarchief Amsterdam, toeg.nr. 5180, inv.nr. 11246

Aanbesteed 25 mei 1874 Aannemer D. van de Linden Aannemingssom f 19.500,-

BESTEK EN VOORWAARDEN […]

EERSTE PERCEEL. 1e Het sloopen van het O.Z. Heeren-Logement, van de pakhuizen het Wapen van Amsterdam en St. Pieter, op den Grimburgwal, gemerkt Buurt B, Nos 35, 36, 37, 38, 39, en van den steenen wulfburg gemerkt No 219. 2e Het bouwen van een GESTICHT TOT VERPLEGING van 60 VROUWEN ZIEKEN en LOKALEN voor POLIKLINIEKEN en ADMINISTRATIE, op de terreinen der bovengenoemde gesloopte perceelen. 3e Het maken van een KAAIMUUR langs den Grimburgwal, en het met zand aanplempen van het daardoor ontstane terrein.

TWEEDE PERCEEL. Het maken van een GEBOUW VOOR ANATOMIE in den tuin van het Binnen-Gasthuis.

DERDE PERCEEL. Het maken van een GEBOUW in den Blijden-hoek, voor wachtkamers bij de Apotheek van het Binnen-Gasthuis. Allen met levering van de daartoe noodige materialen.

[… p. 5 …]

Art. 3. Hoofdafmetingen.

[… p. 6]

Diepte der fonderingen. […] De bovenkant van den houten vloer der fonderingen, welke evenwijdig aan den voorgevel komen, moeten gelegd worden beneden het Amsterdamsche peil […] De bovenkant der vloerplaten van den kaaimuur 1.00 meter

28

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Hoogte-afmetingen boven het Amsterdamsche peil. […] De bovenkant dekzerk op den kaaimuur komt op 1.44 meter.

[… p. 7]

Art. 4. Hoeveelheid en soort der te leveren en te verwerken materialen.

[…]

HOUTEN FONDERINGEN.

Heimasten. […] Voor den kaaimuur. 130 dito heimasten, ieder lang 11.00 meter, zwaar op 0.50 meter van den kop 0.26 meter in middellijn, en aan den top 0.10 meter.

Kespen. [… p. 8 …] Voor den kaaimuur. 65 kespen, ieder lang 1.50 meter, allen zwaar 0.18 en 0.25 meter, van vierkant bezaagd dennenhout.

Schuifribben en vloerplaten. […] Voor den kaaimuur. 72 meter sloof, zwaar 0.18 en 0.30 meter. 72 meter schuifrib, zwaar 0.10 en 0.18 meter. 265 meter vloerplaat, zwaar 0.10 en 0.23 meter 26o vierkante meter damplanken, zwaar 0.08 meter, iedere damplank lang 4.00 meter. 26 meter, zwaar 0.10 en 0.18 meter, voor keerklossen. Alles van vierkant bezaagd dennenhout.

METSELWERKEN.

[… p. 11 …]

Kaaimuur. Het metselwerk voor dezen muur zal bestaan in: 65 meter lengte, hoog 0.76 meter, zwaar 4 steen. 65 meter lengte, hoog 0.76 meter, zwaar 3,5 steen. 65 meter lengte, hoog 0.65 meter, zwaar 3 steen. 65 meter lengte, rollaag, breed 0.68 meter. hoog 0.11 meter. De voorzijde ter dikte van 1 en 1,5 steen in het verband, van vlakke Waalklinkerts, de overige dikte van miskleurigen hardgraauwen Waalsteen, alles gewerkt in bastaard trasmortel. In dezen muur een rioolmond te sparen en te overwelven en [p. 12] het bestaande riool van den Neerlandsche Bank te verlengen tot aan den kaaimuur, een en ander volgens opgaaf van de directie. Voorts in het metselwerk aan te brengen en te verankeren 10 Escauzijnsche komsteenen. […]

29

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

HARDSTEENWERKEN.

[… p. 17…]

Kaaimuur. Voor dekzerk, tezamen lang 67.50 meter, zwaar 0.16 en 0.60 meter. 10 komsteenen, ieder lang 0.70 meter, zwaar 0.40 en 0.34 meter.

[… p. 85]

Art. 11. Wijze van bewerking en verdere benoodigdheden voor de drie perceelen.

De te sloopen perceelen in Art. 2 van dit bestek genoemd, bestaan voornamelijk in het O.Z. Heeren Logement met den overdekte gang en het kantoorlokaal daarachter, de pakhuizen het Wapen van Amsterdam en St. Pieter op den Grimburgwal, gemerkt Nos 35, 36, 37, 38 en 39, de houten steiger langs die pakhuizen, en het houten hulplokaal voor wachtkamer van de Apotheek van het Binnen-Gasthuis, in den Blijden hoek. De perceelen moeten geheel worden afgebroken tot en met de fonderingvloeren, en met inbegrip van zoodanige werken onder den grond, die hinderlijk mogten bevonden worden voor het nieuwe gebouw, uitgezonderd de fonderingmuren langs de Gasthuissloot, welke tot 1.50 meter, boven A.P. moeten gespaard blijven. De Stenen wulfbrug, gemerkt No 219 met de vleugelmuren aan de noordzijde, moet worden afgebroken tot aan de porring, na vooraf met een bekwaam formeel te zijn ondervangen.

[… p. 86 …]

Het water van het riool der Nederlandsche Bank moet steeds goeden afvoer hebben. Tot het maken van den nieuwen kaaimuur zal den aannemer eenen kistdam moeten maken en onderhouden.

[… p. 87 …]

Verder moeten de fonderingsleuven worden droog gemaakt en zolang droog gehouden, tot het metselwerk boven AP. Is opgetrokken, zullende echter in de fonderingsleuven geen water worden toegelaten, of eenige aanvulling gedaan, dan met toestemming der directie.

[…]

De kopper der palen eerst te kruinen, van een ijzeren band te voorzien en de punt naar omstandigheden bij te snuiten.

[… p. 88…]

30

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Indien zij onder het heijen splijten of uit de rigting geraken, moeten zij worden uitgetrokken, of anderen voor des aannemers rekening daarbij geslagen. Aan de koppen der palen te zagen, zwaar 0.06 meter vierkant en de borsten zuiver met water gelijk gedisseld. De gaten in de kespen zuiver passend ingehakt, en elke pen, in iedere kesp met twee eiken pluggen opgewigd, alle borsten vlak dragende en goed aangedreven. De schuifribben met voorloeven over de kespen en over elkander gewerkt en op iedere kesp, met een hakkelbout van achtkant ijzer, zwaar 0.016 meter, lang 0.20 meter bevestigd. De lasschen moeten boven de kespen worden aangebracht, 0.60 meter lang en van takbouten en ijzeren spijkers lang 0.16 meter voorzien zijn. De fonderingsplaten van gelijke breedte, regt gestreken, vlak tegen elkander en op de kespen gelegd. Waar zij niet uit eene lengte genomen kunnen worden, moeten zij in het verband verspringen. Elke plaat op iedere kesp met drie spijkers, lang 0.18 meter en een eiken treknagel te bevestigen, en de ongelijkheden aan den bovenkant gelijk te disselen. Na de voltooijing der houten fondering en het behoorlijk zuiveren der sleuven van modder en spaanders, moeten zij tot den bovenkant der kespen met droogen grond aangevuld en vast aangestampt worden. De metselwerken moeten in het algemeen in kruisverband vol en zat in de specie worden gewerkt, al de lagen vlak en waterpas, voor de opgaande muren naar buiten iets afwaterend en naar de verdeellat, volgens de verdeeling op daartoe door den aannemer te stellen profillen. De voegen te lood boven elkander.

[… p. 89 …]

Het gedeelte tussen den nieuwen kaaimuur en de ouden ge-[p.90]gebouwen aan te plempen met zand, overigens het geheele terrein te brengen tot de hoogte van 0.10 meter beneden den beganen grond, met droogen grond.

[… p. 101 …]

Art. 14. Oplevering van de perceelen en betaling

De werken moeten door den aannemer geheel zijn afgemaakt en in volledigen staat opgeleverd: het eerste Perceel vóór of op 1 Mei 1876. het tweede Perceel vóór of op 1 September 1875. het derde Perceel vóór of op 1 Junij 1875.

31

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Bijlage 2 Vondsten

Vondstnr. Onderdeel Begin Einde Veldatum GRIM-1 (Vervallen) GRIM-2 (Vervallen) GRIM-3 (Vervallen) GRIM-4-1 smeedijzeren hakkelbout (22,8 x 1,6 cm) n.v.t. n.v.t. n.v.t. GRIM-4-2 smeedijzeren hakkelbout (25 x 1,7 cm) n.v.t. n.v.t. n.v.t. GRIM-5 Paal (dendro) 1814- 1874 1874 met wankant GRIM-6 Paal (dendro) Geen datering GRIM-7 Paal (dendro) 1814 1874 1874 met wankant GRIM-8 Paal (dendro) 1817 1872 1872 met wankant GRIM-9 Paal (dendro) Geen datering GRIM-10 Paal (dendro) Geen datering GRIM-11 Kwelscherm (dendro) Geen datering GRIM-12 Kwelscherm (dendro) Geen - - datering - GRIM-13 Kwelscherm (dendro) Geen datering GRIM-14-1 Kwelscherm, spijker losse veer n.v.t. n.v.t. n.v.t. (draadnagel 8,3 x 0,4 cm) GRIM-15 Vloerplank (dendro) 1587 1726 Na 1727 GRIM-16 Vloerplank, hergebruikt (dendro) 1563 1662 Na 1662 GRIM-17 Vloerplank, hergebruikt (dendro) 1538 1677 Na 1677 GRIM-18 Vloerplank, hergebruikt (dendro) 1538 1662 Na 1662 GRIM-19-1 Vloerplank, smeedijzeren nagel (11,3 x n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0,8), punt ontbreekt GRIM-20 Vloerplank, hergebruikt (dendro) 1613 1710 Na 1710 GRIM-21 Vloerplank (dendro) 1664 1723 Na 1723 GRIM-22 Sloof (dendro) 1550 1673 Na 1673 GRIM-23 Sloof (dendro) 1548 1633 Na 1633 GRIM-24 Sloof (dendro) 1579 1659 Na 1659 GRIM-25 Kesp (dendro) 1564 1692 Na 1692

32

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

GRIM-26 Kesp, wiggen paalkop n.v.t. n.v.t. n.v.t. GRIM-27 Kesp (dendro) 1712 1807 1807 met wankant GRIM-28 Kesp (dendro) 1523 1645 Na 1645 GRIM-29 Kesp (dendro) 1627 1686 Na 1686 GRIM-30 Vloerplank, houten nagel n.v.t n.v.t n.v.t.

33

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten)

In druk verkrijgbaar

Als PDF te downloaden op www.amsterdam.nl/monumentenenarcheologie

AAR 1 Wonen aan een wagenplein. AO Haarlemmerplein (2005). Amsterdam 2006

AAR 2 Tweede Kostverlorenkade. IVO (2006). Amsterdam 2006

AAR 3 Verschansen achter vuilnis. IVO Amstelstraat (2006). Amsterdam 2007

AAR 4 Scherven uit de Pottenbakkersgang. AO Westerstraat (2003). Amsterdam 2007

AAR 5 In de schaduw van de VOC. AO Rapenburg (2005). Amsterdam 2007

AAR 6 Beerputten en bedrijvigheid. AO Konijnenstraat (2003). Amsterdam 2007

AAR 7 Zerken en graven in de Nieuwezijds Kapel. IVO Rokin (2005). Amsterdam 2007

AAR 8 Opgraving van een mikwe in de Nieuwe Synagoge. Jonas Daniël Meijerplein (2006), Amsterdam 2007

AAR 9 De Hallen. IVO Bilderdijkkade (2006). Amsterdam 2006

AAR 10 Een fontein in de Buitensingel. AB Leidseplein (2006). Amsterdam 2006

AAR 11 Diemen Tolbrug. IVO Muiderstraatweg (2006). Amsterdam 2008

AAR 12 Boezemgemaal Halfweg. IVO Wethouder van Essenweg (2006). Amsterdam 2007

AAR 13 Frans Ottenstadion. IVO Amstelveenseweg (2004). Amsterdam 2007

AAR 14 Archeologisch opgraving Vijzelstraat (2004). Amsterdam 2007

AAR 15 Aanplempingen in het IJ. AO Martelaarsgracht (2003). Amsterdam 2007

AAR 16 Schuilkerk de Papagaai. AO Kalverstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 17 De saillant van Het Blaauwhoofd. IVO Van Diemenstraat (2006). Amsterdam 2007

AAR 18 De noordwestelijke oever van Oostenburg. AO Oostenburgermiddenstraat (2006). Amsterdam 2006

AAR 19 Het Shell-terrein. IVO Grasweg (2004). Amsterdam 2007

AAR 20 Het RIVA-terrein. IVO Baarsjesweg (2005). Amsterdam 2008

AAR 21 De Ceintuurbaanpanden. AB Tweede Sweelinckstraat / Sint Willibrordusstraat (2006). Amsterdam 2008

AAR 22 Het Purperhoedenveem. AO (2004). Amsterdam 2008 AAR 23 Noord/Zuidlijn, locatie Rokin. AB / AO 2003-2006. Amsterdam 2007

AAR 24 Sportpark Ronald McDonald, IVO Zunderdorpergouw (2007). Amsterdam 2008

AAR 25 N 44, De Keyzer. IVO Czaar Peterstraat (2008). Amsterdam 2008

AAR 26 Het Luycksterrein. IVO Overamstelstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 27 Oranjerie in Frankendael. AO Middenweg (2003). Amsterdam 2008

AAR 28 Serviesgoed uit een 18de-eeuwse beerput. AO Derde Weteringdwarsstraat (2003). Amsterdam 2008

AAR 29 Profiel van de 17de-eeuwse stadswal. AB Marnixplein (2004). Amsterdam 2008

AAR 30 Bolwerk Oosterblokhuis. AO Prof. Tulpplein (2005). Amsterdam 2008

AAR 31 Van Amstelbocht tot Binnengasthuis. AO Oude Turfmarkt (2005). Amsterdam 2009

34

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

AAR 32 N 43 / Funenpark. AB Cruquiuskade (2008). Amsterdam 2009

AAR 33 Het gemeentearchief terrein. IVO Amsteldijk 67 (2009). Amsterdam 2009

AAR 34 Spaarndammerdijk 320. IVO (2007). Amsterdam 2009

AAR 35 Wonen aan twee stegen. AO Paardenstraat (2004). Amsterdam 2008

AAR 36 Een 17de-eeuwse beerput in de . AO 355 (2005). Amsterdam 2009

AAR 37 Noordoosthoek van een 13de-eeuws verdedigingswerk. AO Nieuwezijds Kolk (2006). Amsterdam 2009

AAR 38 Een dam rond ’s Lands Dok. AO Marineterrein Kattenburgerstraat (2005). Amsterdam 2009

AAR 39 Rust en Werk. AB Amsteldijk 67 (2009). Amsterdam 2009

AAR 44 Kelderwoningen en een beerput in de . AO Nieuwe Jonkerstraat (2007). Amsterdam 2010

AAR 45 De Sint Anthoniespoort en de stadsmuur. AB Nieuwmarkt (2007). Amsterdam 2010

AAR 46 Boren voor de Bijenkorf, AB Noord/Zuidlijn Dam (2007). Amsterdam 2010

AAR 47 Spuistraat AO Spuistraat 256-258 (2008). Amsterdam 2010

AAR 48 Sporen in de Suikerbakkerssteeg, AO OZ Voorburgwal (2008). Amsterdam 2010

AAR 49 Bewoning tussen Nes en stadswal, AO OZ Voorburgwal/Pieter Jacobsstraat (2005). Amsterdam 2010

AAR 50 Glasafval op het achtererf, AO Rozenstraat (2006). Amsterdam 2010

AAR 51 De Buiksloterbreek. IVO Marjoleinterrein, Amsterdam (2009). Amsterdam 2010

AAR 52 Plavuizen in de Kalverstraat. AB Kalverstraat 151, Amsterdam (2008). Amsterdam 2010

AAR 53 Bolwerk Muiden. AB Sarphatistraat 470, Amsterdam (2010). Amsterdam 2010

AAR 54 Archeologische Signaleringskaart Amsterdam. Amsterdam 2010

AAR 55 Rozenstraat 194, AO, Amsterdam (2009). Amsterdam 2010

AAR 56 Bergbezinkbassin, AB Haarlemmerplein, Amsterdam (2010). Amsterdam 2011

AAR 57 De Nieuwe Ooster. IVO Rozenburghlaan, Amsterdam (2011). Amsterdam 2011

AAR 58 Ophogingen en bedrijfsafval VOC-werf. AB Oostenburg kavel 5, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011.

AAR 59 Van Buitenpolder tot Uilenburg. AO Oudeschans 5-11, Amsterdam (2008). Amsterdam 2011

AAR 60 Wonen achter de OZ Voorburgwal. AO OZ Armsteeg, Amsterdam (2008). Amsterdam 2011

AAR 61 Cluster Schievink. AO Rozenstraat 68-74, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 62 Beerput Spuistraat 30. AB, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 63 De 17de-eeuwse stadswal bij de Regulierspoort. AB Rembrandtplein, Amsterdam (2009). Amsterdam 2011

AAR 64 Van scheepshelling tot Koorndrager. AO Oudeschans 73-77, Amsterdam (2009). Amsterdam 2012

AAR 65 Op ’t Water gewonnen, AB Dam 2-4, Amsterdam (2009). Amsterdam 2012

AAR 66 De waterkelder van de Portugese Synagoge. AB Mr. Visserplein 3, Amsterdam (2010). Amsterdam 2012

AAR 67 ‘Ons Genoegen’, AO Elandsstraat 101, Amsterdam (2010). Amsterdam 2012

AAR 68 Oud Zunderdorp begraven achter de kerk. AB Begraafplaats Zunderdorp (2010). Amsterdam 2012

AAR 69 Marine Etablissement Amsterdam. IVO Kattenburgerstraat, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 70 Sporen van het 16de-eeuwse landelijke gebied buiten het . AB 74-78, Amsterdam (2010). Amsterdam 2013

35

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

AAR 71 Een beerput van welgestelden in de Amsterdamse grachtengordel 1675-1750. AO Herengracht 12, Amsterdam (2006). Amsterdam 2013

AAR 72 Menselijke skeletten in een steeg in Nieuwendam. AB Nieuwendammerdijk 305-307, Amsterdam (2011). Amsterdam 2013

AAR 73 Tussen Nieuwezijds Voor- en Achterburgwal. AB Spuistraat 3A/Nieuwezijds Voorburgwal 16, Amsterdam (2011). Amsterdam 2013

AAR 74 Aanplemping in de Amstelbocht. AB Diepriool Nieuwe Doelenstraat, Amsterdam (2010-2011). Amsterdam 2013

AAR 75 Heiligeweg 32. AB Heiligeweg 32, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 76 Wibautveste. AB Wibautstraat 198 e.v., Amsterdam (2013). Amsterdam 2013

AAR 77 Ophogingen in de Liesdel. AB Lange Niezel 16, Amsterdam (2012). Amsterdam 2013

AAR 78 Molen de Ruyter. AB Kazernestraat 14, Amsterdam (2012). Amsterdam 2014

AAR 79 De pottenbakkerij aan de Overtoom, AB Schoolstraat 5-19, Amsterdam (2012). Amsterdam 2014

AAR 80 Sporen van een woonhuis in de Warmoesstraat 1500-1700. AB Warmoesstraat 15, Amsterdam (2011). Amsterdam 2014

AAR 81 Passeerder / Osdorp bolwerk. AO Nieuwe Passeerdersstraat 2, Amsterdam (2013). Amsterdam 2015

AAR 82 Molen de Star. AB Jacobs Catskade 37-41, Amsterdam (2012). Amsterdam 2015

AAR 83 Kerkhof Sint Mariaklooster. IVO Nes 116-118, Amsterdam (2012). Amsterdam 2015

AAR 84 Een 19de-eeuws kanon bij Zeeburg. AB Amsterdam-Rijnkanaal, Amsterdam (2015). Amsterdam 2015

AAR 85 Buitenplaats Rust en Werk (1637-1887). AO Amsteldijk 67/IVO Dora Tamanaplein, Amsterdam (2012-2014). Amsterdam 2016 AAR 86 BloemDwars. AB Binnenterrein 143/Bloemstraat 150-154, Amsterdam (2015). Amsterdam 2016 AAR 87 Van ontginningssloot tot beerput. AB Oudezijds Armsteeg 9-33, Amsterdam (2012). Amsterdam 2016

AAR 88 Pauwenlaan. IVO fase 1Julianaplein BB en C, Amsterdam (2016). Amsterdam 2016

AAR 89 Oostenburg: bedrijfsgebouwen van de VOC. IVO Oostenburg, kavel 7, 8 en 13, Amsterdam (2011 en 2015). Amsterdam (2016) 2017

AAR 90 Het eiland Marken in Amsterdam 1592-1930. AO Valkenburgerstraat 130-146, Amsterdam (2011-2012). Amsterdam 2016

AAR 91 Tussen Veenweg en Schinkel. IVO Amstelveenseweg 122, Amsterdam (2016). Amsterdam 2016

AAR 92 Sint Jacob. IVO Middenlaan 52, Amsterdam (2016). Amsterdam 2016

AAR 93 Amsterdamse waterbodems. AB kadewerken, Amsterdam (2012 en 201). Amsterdam 2017

AAR 94 De stad in profiel. AB in het centrum van Amsterdam (2011-2016). Amsterdam 2017

AAR 95 De Waag op de Nieuwmarkt. Archeologische en bouwhistorische begeleiding, Amsterdam (2013-2014). Amsterdam 2017

AAR 96 Oude Oosterbegraafplaats. AB Metis Montessori Lyceum, Amsterdam (2017). Amsterdam 2017

AAR 97 Werken langs de Weespertrekvaart. AB Kop Weespertrekvaart, H.J.E. Wenckebachweg, Amsterdam (2015). Amsterdam 2017

AAR 98 De zeventiende-eeuwse vestingwerken van Amsterdam. Vijf Archeologische Begeleidingen en één IVO op zes locaties langs de vestingwerken van Amsterdam (2008 – 2015). Amsterdam 2017

AAR 99 Oostenburg: woningen en stadsschuitenmakerswerf. AO Oostenburgervoorstraat (Wiener & Co), Amsterdam (2013-14). Amsterdam 2017

AAR 100 Ons’ Lieve Heer op Solder. Archeologisch onderzoek Oudezijds Voorburgwal 38-40, Amsterdam (2013-2014). Amsterdam 2017

AAR 101 De Groot Duivendrechtsepolder. IVO Ouderkerkerdijk 170, Amsterdam (2017). Amsterdam 2018

AAR 102 De Ipenslotersluis in de Diemerzeedijk. AB Ipenslotersluis en Diemerzeedijk, Amsterdam (2016-2017). Amsterdam 2018

AAR 103 De Spaarndammerdijk. AB Spaarndammertunnel, Amsterdam (2016). Amsterdam 2018

36

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

AAR 104 Vak 14 van de Oude Oosterbegraafplaats. IVO Mauritskade 61 (2018). Amsterdam 2018

AAR 105 Een midden 17de-eeuwse beerput. AB Nieuwe Leliestraat 23, Amsterdam (2015). Amsterdam 2018

AAR 106 Poldermolens aan de Rijperkolk. AB Uitdammerdijk 30, Amsterdam (2017). Amsterdam 2018

AAR 107 Historische Singelkade. AB walmuurvernieuwing Singel, Amsterdam (2017). Amsterdam 2019

AAR 108 Achter de Nieuwendijk. AB Nieuwe Nieuwstraat 17 en Sint Nicolaasstraat 34-36 Amsterdam (2016). Amsterdam 2019

AAR 109 Looierij de Witte Bok. AB Fokke Simonszstraat 61-63 , Amsterdam (2017). Amsterdam 2019

AAR 110 In de Vierde Uitleg. AB Kerkstraat, Utrechtsestraat en Weesperplein (2016-2018). Amsterdam 2019

AAR 111 Palen voor Uitdam. AB-wo palenrij Uitdam (2019). Amsterdam 2020

AAR 112 Gangen, woningen en landwinning aan de . AO Valkenburgerstraat 72-106, Amsterdam (2016). Amsterdam 2020

AAR 113 In de Uilenburgergracht. AB Valkenburgerstraat 14-16, Amsterdam (2016), Amsterdam 2020.

AAR 114 Oudeschans 40, AB, Amsterdam 2019. Amsterdam 2020

AAR 115 Noord /Zuidlijn: catalogus van glasvondsten. Amsterdam 2020

AAR 116 De Politiesteiger. AB Baggeren , Amsterdam (2018). Amsterdam 2020

AAR 117 Het fundament van het Paleis voor Volksvlijt. AB Frederiksplein, Amsterdam (2018). Amsterdam 2020

AAR 118 Gedempt in 1586: een sloot langs de ‘dwars wegh’.AB Reguliersbreestraat 30-32, Amsterdam (2018). Amsterdam 2020

AAR 119 Lijnbaan ’s Lands Welvaren. AB Marnixstraat 157, Amsterdam (2018). Amsterdam 2020

AAR 120 Brood en IJzer. OA Valkenburgerstraat 186-208, Amsterdam (2001, 2003 en 2004). Amsterdam 2020

AAR 121 Aan de monding van de Amstel. AB Warmoesstraat 87, Warmoesstraat 91, Nieuwendijk 111, Damrak 44 en Prins Hendrikkade 52-53, Amsterdam 2020

AAR 122 De Groote Keijser. AB Keizersgracht 242-252, Amsterdam (2006). Amsterdam 2020

AAR 123 De stadspoort onder het Rembrandtplein. IVO Rembrandtplein (2019). Amsterdam 2021

AAR 124 In het veen van Okesthorpe. IVO Osdorperweg 454 (2019). Amsterdam 2021

AAR 125 Aan de randen van de werf. AB Oudeschans 87 (2019). Amsterdam 2021

AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal. AB Grimburgwal, Amsterdam (2020). Amsterdam 2021

37

Gemeente Amsterdam AAR 126 Reconstructie kademuur Grimburgwal

Colofon

AAR (Amsterdamse Archeologische Rapporten) 126 Amsterdam 17-05-2021 ISSN: 1872-5139

Voor akkoord rapportage: Het college van burgemeester en wethouders, namens hen,

Ranjith Jayasena Senior KNA-archeoloog Gemeente Amsterdam Monumenten en Archeologie

Tekst: David Derksen en Jørgen Veerkamp Redactie: Ranjith Jayasena, Gabri van Tussenbroek Veldwerk: David Derksen, Thijs Terhorst en Jørgen Veerkamp Tekeningen: David Derksen Foto’s: David Derksen, Jørgen Veerkamp (veld), Ron Tousain (objecten) Vormgeving: MenA

© Monumenten en Archeologie, Gemeente Amsterdam, 2021 Postbus 10718, 1001 ES Amsterdam, 020-2514900 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Monumenten en Archeologie. MenA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

38