nieuwsbrief december 2020 en andere ongewervelden Kenniscentrum Insecten Kenniscentrum Insecten EIS issn 0169-2402 72 2 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

NIEUWSBRIEF van EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden

Nummer 72 - december 2020

Contactorgaan voor de medewerkers van de Illustratie omslag: In Nederlandse Faunistische Mededelingen EIS-werkgroepen 55 meldt Tim Faasen enkele nieuwe kevers voor Nederland. Daaronder ook Baranowskiella ehnstromi uit de familie van de veervleugelkevers (Ptiliidae). Met 0,5 mm is dit de kleinste EIS Kenniscentrum Insecten kever uit Europa (foto Tim Faasen). Postbus 9517, 2300 RA Leiden tel. 071-7519314 [email protected] www.eis-nederland.nl www.facebook.com/EIS.Kenniscentrum.Insecten Van de redactie www.instagram.com/eiskenniscentruminsecten Youtube: https://tinyurl.com/y63qfgnv De EIS-dag in Utrecht in januari was zeer geslaagd. Jammer genoeg kan de dag in 2021 niet in de gebruikelijke vorm door- Wordt aan medewerkers gratis toegezonden. gaan. In plaats daarvan plannen we nu een digitaal evenement. We doen inspiratie op bij collega-soortenorganisaties en zien dat je digitaal ook een heel leuk programma kunt samenstel- Redactie: Roy Kleukers len. Noteer alvast de datum: 30 januari 2021.

Jaarlijks worden tientallen nieuwe soorten insecten voor Ne- © copyright 2020 Stichting EIS, Leiden derland gemeld. In het nieuwe nummer van Nederlandse Fau- nistische Mededelingen staan er maar liefst weer 16. Enkele Bijdragen kunnen worden gezonden aan de redactie: zijn exoten, zoals de ontsnapte of uitgezette wandelende tak- EIS Kenniscentrum Insecten, Postbus 9517, 2300 RA Leiden, ken. De meeste zijn echter op eigen kracht richting ons land [email protected] opgerukt, zoals de eikenkameelhalshoutwesp Xiphydria lon- gicollis. Ook zijn er soorten die al veel langer onder de radar DTP: André van Loon in ons land voorkomen, maar gewoon nog niet ontdekt waren. Drukwerk: Offsetdrukkerij Nautilus - Leiden Een bijzonder geval is de vuurzwamveervleugelkever Bara- nowskiella ehnstromi. Dit is de kleinste kever van Europa, die pas in 2019 gevonden werd, in de poriën van een bruinzwarte vuurzwam. Waarschijnlijk komt dit piepkleine beestje op veel meer plaatsen voor waar de waardzwam groeit.

Tot slot nog heugelijk nieuws van het EIS-bestuur. Voorzitter Bart van Tooren kreeg op 27 oktober een koninklijke onder- scheiding uitgereikt door de burgemeester van De Bilt. De onderscheiding is zeer verdiend, gezien zijn jarenlange inzet voor de Nederlandse natuurbescherming. INHOUD

Werkgroepen ...... 3 Roy Kleukers EIS-nieuws ...... 6 Publicaties...... 13 Bestellijst EIS-publicaties...... 23 EIS-werkgroepen ...... 24 Deadline kopij EIS-nieuwsbrief 73: 30 maart 2021 3 Werkgroepen

Landplatwormen mooie foto’s van kon maken. Aan de ene kant lijken ze niet kapot te krijgen: ze hebben geen natuurlijke vijanden, kunnen In opdracht van het Team Invasieve Exoten van de NVWA maanden zonder eten en planten zich voort door gewoon een heeft Naomi Thunnissen, promovenda van de Universiteit van stuk van zichzelf af te breken. Aan de andere kant smelten ze Nijmegen, een risicoanalyse gemaakt van uitheemse landplat- weg waar je bij staat, als ze het te warm krijgen. Op die manier wormen in Nederland. Ik mocht daar ook aan meewerken, en ben ik er aardig wat kwijtgeraakt. Best gek voor uitheemse het rapport is klaar en komt bijna uit. Superinteressant, er soorten die uit een warmer klimaat komen, maar wel iets om komen toch wat onverwachte dingen uit, maar belangrijker rekening mee te houden. nog: wat kruipt er eigenlijk rond in Nederland aan aliens? Om Door de coronamaatregelen is een aantal van onze afspraken daar achter te komen hebben Naomi en ik (soms aangevuld met niet doorgegaan, maar op de planning staan nog de kas van Aaron, de enthousiaste broer van Naomi) in een aantal kassen Wildlands Adventure Zoo in Emmen, het kleine zoogdieren- gezocht. Ook ben ik langsgegaan bij particulieren die wat in verblijf in Artis en de kas in Ouwehands Dierenpark. Ook hoop hun tuin gevonden hadden. We hebben vijf nieuwe soorten ik nog een keer een mooi groot en gevlekt exemplaar van voor Nederland gevonden, en een oude bekende (de grote Obama nungara uit het tuincentrum in Gilze te kunnen Australische geelstreep) dook weer op een andere plaats op. bemachtigen: ook deze heeft de temperatuur (in mijn toch best Die heeft het inmiddels prima naar zijn zin in Nederlandse koele gang) niet overleefd. Als vervolg op de risicoanalyse van tuinen. Dat geldt ook voor de kleine Australische tweestreep, de NVWA ben ik samen met EIS druk bezig een zoekkaart en die in grote hoeveelheden blijkt voor te komen in een tuin in digitale sleutel te maken van de 12 soorten landplatwormen die Amsterdam-Noord. Het bleek nog een hele toer te zijn om de je in Nederland kunt aantreffen. Ook werken Naomi en ik aan wormen levend over te krijgen naar EIS, waar Roy Kleukers er de verslaglegging van onze vondsten in een aantal wetenschap- pelijke artikelen.

Sytske de Waart

Wantsen

Begin dit jaar verscheen deel V van de Verspreidingsatlas Nederlandse wantsen. De laatste families van de Pentatomo­ morpha (Stenocephalidae, Rhopalidae, Alydidae, Coreidae, Cyd­nidae, Coreidae, Cydnidae, Thyreocoridae, Plataspidae, Acanthosomatidae,­ Scutelleridae en Pentatomidae) kwamen daarin aan bod. Ter afsluiting van de reeks komt op korte ter- mijn een supplement (deel VI) uit, waarin de soorten behandeld worden, die na het verschijnen van de respectievelijke delen aan de Nederlandse lijst zijn toegevoegd. Dit betreft in totaal 20 soorten. Daarnaast worden geactualiseerde verspreidings- kaarten opgenomen van alle 662 Nederlandse soorten. De laat- ste jaren is vooral door de spectaculaire groei van het aantal wantsenwaarnemingen op Waarneming.nl het bestand meer dan verdubbeld.­ Daarnaast­ zijn de verspreidings­ patronen van veel soor- ten door het warmer wordende klimaat en met name de extreem warme­ zomers en de zuidelijke luchtstromin- gen van de laatste jaren substantieel in noorde- lijke richting opgescho- ven. Het bestand telt nu ongeveer 645.000 waar­ nemingen, waar­van 258.000 gevalideerde­ waarnemingen van Kleine Australische geelstreep Parakontikia ventrolineata, feestend op Waar­neming.nl. Opval­ een naaktslak, in een tuin in Amsterdam-Noord (foto Linda Pool). lend is de actieve rol 4 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Figuur 1. Aantal waarnemingen van wantsen per uurhok. Categorieën Figuur 2. Aantal soorten wantsen per uurhok. Categorieën 1-20, 21-40, 1-20, 21-40, 41-80, 81-160, 161-320, 321-640, 641-1280, 1281-2560 41-80, 81-160, 161-320 en meer dan 320 soorten (maximaal 391 soor- en meer dan 2560 waarnemingen (maximaal 13.162 waarnemingen). ten).

Figuur 3. Verspreiding van Peribalus strictus vernalis in Nederland in Figuur 4. Verspreiding van Peribalus strictus vernalis in Nederland de periode 1960-1999. vanaf 2000. van de Wantsenstudiegroep van het Natuurhistorisch Genootschap (Van de Maat et al. 2020) en van de zuidelijke lygaeide Spilo­ Limburg, verantwoordelijk voor bijna een kwart van alle waar- stethus pandurus werd een exemplaar waargenomen in Neder­ nemingen op Waarneming.nl en daarmee voor een sterke over- weert (Akkermans 2000). Ook op de waddeneilanden treffen we vertegenwoordiging van de provincie Limburg in het bestand. steeds meer ‘zuidelijke soorten’ aan (Aukema et al. 2020). Een Voor de water- en oppervlaktewantsen (Nepomorpha en treffend voorbeeld is de zuidelijke schildwants Peribalus stric- Gerromorpha) kan onder andere gebruik gemaakt worden van de tus vernalis (fig. 3-4): in 2009 voor het eerst op Texel waar­ bestanden van de waterbeherende instanties, wat bijna 9000 genomen, in 2019 op één plek op Vlieland en in 2020 drie extra waarnemingen opleverde. In totaal zijn er nu waarnemin- plekken op Terschelling! gen bekend uit 1665 (98,7 %) van de 1677 uurhokken met land- schapselementen. Ter illustratie geeft figuur 1 het aantal waarne- Niedringhaus et al. (2020) is een belangrijke nieuwe uitgave. mingen per uurhok en figuur 2 het aantal soorten per uurhok. Zie het literatuuroverzicht voor een korte bespreking. Tot slot: waarnemingen blijven welkom via Waarneming.nl of recht- In 2020 zijn er twee nieuwe soorten aan de Nederlandse lijst streeks bij de coördinator. toegevoegd. Van de schorswants Aradus brevicollis werd een exemplaar waargenomen en gefotografeerd in het Noetselerveld Berend Aukema Werkgroepen 5

Plooivleugelwespen Sprinkhanen

In Entomologische Berichten 80 (5) is de vondst van de kleine Het was weer een bijzonder sprinkhanenjaar. Na de spectacu- dwergleemwesp Microdynerus timidus gepubliceerd. Annemiek laire vondst van de mierenkrekel in Cuijk was er dit najaar nog van Dijk fotografeerde een mannetje in haar tuin in Heeze. Dit een verrassing. Floris Brekelmans was goed wakker toen hij de is een nieuwe soort voor Nederland. foto’s van sikkelsprinkhanen op Waarnemingen.be en Waar­ Wim Klein, Jan Smit en Albert de Wilde werken aan een neming.nl bekeek. Hij ontdekte dat er diverse zuidelijke sikkel­ nieuwe determinatietabel voor de Nederlandse plooivleugel- sprinkhanen (Phaneroptera nana) tussen zaten. Deze soort is wespen. Deze zal gepubliceerd worden in de serie Entomo­ nieuw voor zowel België als Nederland. logische Tabellen. Naar verwachting kan deze winter het manuscript worden ingeleverd. Op 17 november bezocht een klein groepje sprinkhaanliefheb- bers de vindplaats van de schildboomsprinkhaan Cyrtaspis Jan Smit scutata in Amersfoort. Het blijkt een bloeiende populatie. We hoorden en zagen diverse mannetjes en zelfs een eiafzettend vrouwtje. Mollusken

In september 2020 verscheen een geheel vernieuwde editie van de KNNV Veldgids schelpen, geschreven door Rykel de Bruijne. Daarmee is weer goede en toegankelijke determinatie- literatuur beschikbaar voor de Nederlandse mariene weekdie- ren. Het boek bevat ruim 320 soorten en bestrijkt de recente fauna van de Nederlandse en Belgische mariene wateren.

Stichting ANEMOON bracht Duiken Gebruiken 4 uit. Het rap- port bevat een uitgebreide analyse van de monitorgegevens van het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO) in de periode 1994 tot en met 2018. Faunaonderzoek met sportduikers in de Noordzee, de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Zowel gewervelden als ongewervelden komen erin aan bod. Voor 162 Vrouwtje van de schildboomsprinkhaan uit Amersfoort (foto Roy Kleukers). soorten worden de trends, seizoenspatronen en verspreidings- kaarten voor de Oosterschelde, het Grevelingenmeer en de Nederlandse Noordzee gegeven. De trends worden uitgebreid Vanuit het NEM/Verspreidingsonderzoek is er jaarlijks budget besproken per soortgroep. Het rapport bevat ook drie thema- om sprinkhaanwaarnemers te ondersteunen. In dat kader zijn hoofdstukken: we gestart met een serie video’s over moeilijk herkenbare groe- • de biodiversiteit van de schelpdierbank aan de Noordzeezij- pen. De eerste video gaat over het verschil tussen langvleuge- de van de Brouwersdam; lige mannetjes van het gewoon spitskopje en het mannetje van • de trends van Typische Soorten van het Europese habitattype het zuidelijk spitskopje. Verder denken we aan doorntjes, de H1160 ‘Grote, ondiepe kreken en baaien’; ratelaargroep, wekkertje en zwart wekkertje. De video’s zullen • exoten en andere nieuwkomers in de Oosterschelde sinds op de EIS-website worden geplaatst. 1978. Het rapport en de vier aparte bijlagen kunnen gratis worden Roy Kleukers gedownload van de website www.anemoon.org/publicaties/ downloads/entryid/43. Boorvliegen In 2020 is een nieuw project Groene Stranden van start gegaan, een samenwerking tussen LandschappenNL, IVN Natuur­ Op het gebied van boorvliegen zijn er afgelopen jaar twee eduatie, Stichting Duinbehoud en Stichting ANEMOON, met publicaties verschenen die enig belang hebben voor Nederland. als doel het terugbrengen van natuur en natuurbeleving op de De eerste bevat een eerbetoon aan de nestor van de Nederlandse Nederlandse stranden. Stichting ANEMOON gaat bijdragen boorvliegenkunde Bob van Aartsen, in de vorm van een nieuwe aan de monitoring, Julia van Beinum is aangesteld als project- soort, beschreven van het eiland Madeira: Oedosphenella bob coördinator. Bij het Groene Strand-project gaat het vooral om (Penado et al. 2020). het strandgebonden leven óp het strand, inclusief dat in geulen en muien. Daarbij moet je denken aan organismen als strand- Korneyev et al. (2020) is een uitgebreide fylogenetische studie vlooien, wiervliegen, kevers, vogels en hogere planten en ook van het taxonomisch uitdagende Tephritis. Mocht het aangespoelde organismen die het voedsel vormen voor de die- determineren van de 40 Nederlandse soorten uit dit genus voor ren én planten die leven op het strand. sommigen al de nodige hoofdbrekens opleveren, wereldwijd zijn er meer dan 160 soorten beschreven, verspreid over de Sylvia van Leeuwen gematigde streken. Met zo’n groot aantal soorten en zo’n wijde verspreiding is het moeilijk gebleken om structuur in de soort- groepen aan te brengen. Deze nieuwe studie bevat naast morfo- logische kenmerken, ook moleculaire en biologische kenmer- ken. Hieruit bleek dat de traditionele kenmerken, zoals borstels 6 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

en vooral vleugeltekening in het geheel geen verwantschap helianthi. Ook de pas relatief recent in reflecteren, maar dat de waardplanten een hele duidelijke ver- Nederland gevonden heelblaadjesboorvlieg Myopites apicatus wantschap aangeven. De analyse bevat slechts 35 soorten, maar breidt zich sterk uit. Na de eerste waarneming in 2003 is het geeft wel houvast voor een verdere indeling in groepen van lang stil geweest, totdat in 2012 de soort werd aangetroffen verwante soorten. nabij het Veerse Meer. Sindsdien is ze met een gestaag tempo uitgewaaierd over Zeeland en Zuid-Holland. Inmiddels zijn er Verder is er in Nederland zelf weinig gepubliceerd, maar dat is waarnemingen uit Noord-Brabant, Limburg, Noord-Holland, niet omdat er niets gebeurt. De Nederlandse boorvliegenfauna Utrecht, Flevoland, Gelderland en Overijssel. Kortom, tijd om lijkt flink in beweging. Sommige soorten die tot 10 jaar gele- de verspreiding van de Nederlandse boorvliegen eens op een rij den grotendeels beperkt waren tot het zuiden of het zuidoosten te zetten. lijken nu in rap tempo noordwaarts uit te breiden. Dit geldt bijvoorbeeld voor twee soorten die op knoopkruid leven: kleine John Smit knoopkruidboorvlieg Chaetorellia jacea en saffloerboorvlieg  EIS-nieuws

diversiteit aan insecten, van specialisten tot generalisten, van Save the date: 30 januari 2021 EIS-dag exoten tot aangepaste inheemse dieren. Het thema van de EIS- ‘Insecten onder de loep’ dag van 2020 was ‘Insecten in de stad’. Op 25 januari 2020 belichtten we bij de Universiteit van Utrecht de stad als leefge- Het zal voor niemand een verrassing zijn dat de EIS-dag 2021 bied voor insecten: welke dieren leven er, waar leven ze en wat in coronatijd niet in fysieke vorm plaats kan vinden. We kiezen kunnen we betekenen voor ongewervelde dieren in de stad? daarom voor een digitaal programma, met als titel ‘Insecten De dag was een succes: er waren ruim 250 aanmeldingen. Het onder de loep’. Tijdens deze speciale editie zal er ruim aan- werd een dag met interessante lezingen, veel mogelijkheden dacht zijn voor projecten van EIS, zoals ‘Met zijn allen om bij te praten en een lekkere lunch. Caspar Janssen (Volks­ Plantengallen!’ en het Dijkenproject. Daarnaast is er een intiem krant) opende de dag met een lezing over de insecten op zijn kijkje in de dagelijkse werkzaamheden van een entomoloog. balkon. Verder waren er o.a. lezingen van Matt Shardlow van Ook wordt de beginnende insectenliefhebber op weg geholpen Buglife (de Engelse tegenhanger van EIS) en Jip Louwe Kooij­ met uitleg over de beschikbare determinatiemiddelen zoals de mans (Vogelbescherming). Het complete programma en de Soortzoekers. Op EIS-Nederland.nl kun je je aanmelden en hier presentaties zijn terug te vinden op eis-nederland.nl/actueel/ zal ook meer info over deze dag te vinden zijn. eis-dag-2020.

Linde Slikboer Stage Shannon Roosenburg (HAS)

EIS-dag 2020 In het verlengde van het vorige debat leeft in de Tweede Kamer de wens om meer te weten over trends van insecten in land- Met de groeiende verstedelijking ziet een toenemend aantal bouwgebieden. Omdat geijkte waarnemingen van absolute mensen de stad als hun thuis. Dit geldt ook voor ongewervelde aantallen niet beschikbaar zijn, kan zo’n vraag alleen relatief dieren. De stad is een niche, die ingenomen wordt door een beantwoord worden (welke soorten hebben een sterk van het

Caspar Janssen laat zien hoe zijn balkon omgevormd werd van kaal Shannon tussen gewervelde dieren. beton met een bierkrat tot insectenparadijs (foto Daan Drukker). EIS-nieuws 7 gemiddelde afwijkende trend). Over een periode van 30 jaar Met z’n allen Plantengallen! kan dat toch zeer relevante informatie opleveren, als daar een ecologische achtergrond aan gehangen wordt. Zo zijn in de Iedereen heeft in deze tijden van corona behoefte om naar bui- vogelwereld in onze weilanden grazers (bv. ganzen) sterk toe- ten te gaan. En iedereen heeft behoefte om zich verbonden te genomen en insecteneters (bv. grutto, spreeuw) sterk afgeno- voelen. Dat kunnen we combineren, door met z’n allen te gaan men en dat weerspiegelt de grote veranderingen in ons wei- zoeken naar plantengallen! landbeheer in de afgelopen decennia. Omdat gallen woekerweefsel van planten zijn, veroorzaakt Nu zijn de historische databestanden van EIS Kenniscentrum door een meestal dierlijke galmaker, verbinden zij zelfs de Insecten in beginsel een goudmijn om dergelijke vragen te floristen en faunisten. En zelfs paddenstoelenliefhebbers beantwoorden. Alleen, ze zijn nu onvoldoende toegankelijk. komen aan hun trekken met enkele schimmelgallen! Dus als jij Vandaar dat Shannon Roosenburg, studente toegepaste biologie je ook verbonden wil voelen, of als je wil bijdragen aan de ken- (HAS), helpt om de bestanden van de libellen, sprinkhanen, nis van de verspreiding van deze leuke soortgroep, of natuurlijk zweefvliegen en wilde bijen beter te ontsluiten. gewoon een reden kunt gebruiken om lekker naar buiten te Eerste stap is het maken van een digitale kaart van heel gaan, doe dan mee! Nederland met daarin aangegeven de natuurgebieden, land- Waarmee? We gaan de komende drie jaar zo veel mogelijk bouwgebieden en bebouwde omgevingen. Tweede stap is het gegevens verzamelen van plantengallen. Dat doen we via apps zoveel mogelijk toedelen van de waarnemingen aan één van van Waarneming.nl en daar kun je online de vorderingen ook deze drie gebieden. Duidelijk is dat daar allerlei werk aan zit zien. Uiteindelijk gaan we na de veldperiode 2020-2022 ook rond betrouwbaarheid van locaties etc. Daarna is het bestand een Plantengallenatlas maken. klaar om een analyse te doen naar de relatieve trends in Iedereen mag meedoen, want als je de plantengal zelf en de genoemde soortgroepen en naar de verschillen in deze relatieve waardplant op de foto hebt, zijn bijna alle soorten goed te her- trends tussen landbouwgebieden, natuurgebieden en stedelijke kennen. En met de Veldgids Plantengallen van Roelof Jan omgeving. Shannon werkt tot eind januari 2021 bij EIS. Koops is het zelf herkennen ook prima te doen. Op het Gallen & mijnen-forum van Waarneming.nl kun je bovendien al je Theo Zeegers waarnemingen voorleggen aan meer ervaren gallenonder­ zoekers. En alsof dat nog niet ‘met z’n allen’ genoeg is, gaan we, zodra Lintje voor Bart van Tooren het weer kan, ook veldexcursies organiseren. Tot die tijd kun je je alvast aanmelden voor de nieuwsbrief via www.eis- Op 27 oktober kreeg bestuursvoorzitter Bart van Tooren een nederland.nl/werkgroepen/gallen. koninklijke onderscheiding uitgereikt door de burgemeester Aangezien de winter voor de deur staat zal er de komende tijd van De Bilt. Dit gebeurde mede op voorspraak van EIS, maar geen excursie worden gegeven, pas weer in het voorjaar! Om uiteraard ook vanwege zijn jarenlange inzet voor Natuur­ toch nog een beetje te genieten van een excursie hebben we er monumenten, De Levende Natuur en de lokale schaakclub. eentje digitaal voor jullie in de aanbieding. Deze is hier terug Volkomen verdiend! te zien: www.eis-nederland.nl/werkgroepen/gallen.

Roy Kleukers Matthijs Courbois ([email protected])

Meetnet hommels groeit

Regelmatig is er aandacht voor de achteruitgang van insecten en achteruitgang en bedreigingen van bijen in het bijzonder. Enerzijds zien we het om ons heen gebeuren en krijgen we onderzoeksresultaten uit het buitenland. Anderzijds zijn we nog zoekende naar manieren om de ontwikkelingen in de hoeveel- heid biomassa en aantallen bestuivers ook in Nederland syste- matisch te monitoren. Herkenning van bijen blijkt vaak lastig voor vrijwilligers die daarin niet zijn gespecialiseerd. We pro- beren daarom manieren te vinden om dit toch te laten lukken. Een van die manieren is het Meetnet Hommels dat EIS drie jaar geleden heeft opgestart, samen met De Vlinderstichting. Hommels vormen een opvallende groep bijen. Ze zijn vaak groot, door hun harige uiterlijk bijna aaibaar en de algemene soorten komen op veel plekken voor, zowel in stedelijke, natuurlijke als agrarische omgeving. De soorten zijn niet alle- maal gemakkelijk te herkennen, maar met wat oefening krijgen vrijwilligers de meest geziene soorten aardig onder de knie. Geïnspireerd door het uitgebreide netwerk aan telroutes van het Meetnet Dagvlinders zijn we daarom met behulp van de erva- ring van De Vlinderstichting drie jaar geleden aan de slag gegaan om ook een meetnet voor hommels op te bouwen. Bart van Tooren na de uitreiking (foto Annemiek Boosten). Inmiddels is het aantal hommelroutes gestegen naar rond de 8 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Het lopen van een hommelroute. Zie Bestuivers.nl/meetnethommels.

300 en zijn er niet alleen vlindertellers die ook hommels tellen, van een uniek registratienummer met bijbehorende QR-code en maar melden tellers zich ook specifiek voor dit meetnet aan. een determinatie-etiket voorzien. De gestandaardiseerde wijze van tellen is belangrijk voor de Ook het digitaliseringswerk ontkwam niet aan de gevolgen van uiteindelijke waarde van de gegevens. De methode is geba- de coronapandemie. Vanaf maart was het niet mogelijk om bij seerd op de telmethode voor dagvlinders. Het protocol is te Naturalis te werken en lag het werk noodgedwongen tijdelijk vinden op de website Bestuivers.nl/meetnethommels. Na aan- stil. Sinds juni is het digitaliseren weer opgepakt. melding worden tellers door ons begeleid. Niet alleen wordt de Inmiddels zijn de Nederlandse netvleugeligen in brede zin route samen met de teller ingemeten, met de teller wordt ook (gaasvliegen, mierenleeuwen, kameelhalsvliegen en schor­ besproken of hij/zij alleen aantallen hommels telt of per hom- pioen­vliegen) volledig gedigitaliseerd (begeleiding Willem melsoort. Beide typen gegevens bieden waardevolle informa- Hogenes). Het digitaliseringswerk aan de bladwespen is nog tie. In de loop der tijd zou het mooi zijn als steeds meer tellers in volle gang (begeleiding Ad Mol). Er hebben in de afgelo- zich zeker gaan voelen bij het herkennen van de soorten en dus pen tijd enige personele veranderingen plaatsgevonden. Het de individuele soorten gaan tellen. De deelnemers kunnen een digitaliseringsteam dat bestond uit ondergetekende en herkenningscursus volgen. In 2020 zijn de cursussen helaas Tjomme Fernhout kreeg vanaf oktober vorig jaar versterking niet doorgegaan vanwege de coronacrisis. We bereiden voor van Lucas Alferink. Deze zomer begon Tjomme met een het komende seizoen digitale cursussen voor. Daarnaast schen- nieuwe studie en vond Lucas een nieuwe baan, met als gevolg ken we in de nieuwsbrief van De Vlinderstichting aandacht aan dat ze beiden moesten stoppen met digitaliseren. Vanaf sep- de resultaten, maar ook aan bijvoorbeeld de herkenning van de tember heeft Jan van Leeuwen het stokje van Tjomme en hommelsoorten en het onderscheid met regelmatig voorko- Lucas overgenomen. mende lookalikes onder de zweefvliegen. Na drie jaar is het ook tijd om de balans op te gaan maken. De Martijn Kos komende maanden gaan we daarom het meetnet in zijn huidige vorm evalueren. Belangrijk daarbij is hoe goed de spreiding is over de verschillende gebiedstypen en over het land en of er aanpassingen nodig zijn om statistisch verantwoord uitspraken te doen over ontwikkelingen in de hommelstand.

Johan van ’t Bosch en Linde Slikboer

Digitalisering Nederlandse Insecten

Het project Digitalisering Nederlandse Insecten is een samen- werkingsverband van EIS en Naturalis en heeft als doel het digitaal beschikbaar maken van informatie uit de collectie van Naturalis voor geselecteerde taxa. Voorwaarde is de inhoude- lijke begeleiding door een specialist zodat de determinatie op orde is. Deze gegevens zijn van grote waarde voor de EIS- werkgroepen, zo komt kennis over de historische verspreiding Jan van Leeuwen op zijn werkplek bij Naturalis. van insecten grotendeels uit deze bron. In de praktijk betekent dit noeste arbeid door de medewerkers van het EIS- digitalisatieteam. Voor elk exemplaar worden de soms lastig te ontcijferen etiketgegevens opgenomen en daarnaast wordt het EIS-nieuws 9

Vliegend hert

Er is afgelopen seizoen een recordaantal waarnemingen van het vliegend hert binnengekomen: 1191(!) Vooral het aantal dat via de portals is doorgegeven is spectaculair sterk gestegen (fig. 1). En met het toenemend aantal waarnemingen nemen ook de waarnemingen buiten de bekende plekken toe. Zo is er voor het eerst een mannetje waargenomen bij Susteren, zo’n 10 km ten noorden van de bekende populaties rond Jabeek. Ook is er dit jaar weer eens een exemplaar waargenomen in de Meinweg, ditmaal een vrouwtje. In het Rijk van Nijmegen lijkt de voor- zichtige uitbreiding door te zetten. Dit heeft nog tot een hand- havingsverzoek richting provincie Gelderland geleid omtrent een mountainbikepad in de omgeving van Berg en Dal. Ter plekke is een populatie aanwezig van het vliegend hert, waar- door de provincie heeft besloten het pad te gaan verleggen.

Een andere, potentieel zeer hoopvolle melding, kwam uit Den Dolder op de Utrechtse Heuvelrug. Hier is sinds halverwege de jaren 1990 geen zekere waarneming meer gedaan. De waarne- ming van dit jaar betreft een vrouwtje en de biotoop ter plekke ziet er goed uit. Ondanks herhaaldelijke bezoeken, ook ’s avonds, kon de soort niet teruggevonden worden. Hopelijk lukt het de komende jaren wel.

Naast een toename in aantal waarnemingen is er ook een toe- De juchtleerkever Osmoderma eremita (foto Theodoor Heijerman). name in het aantal monitoringsroutes en vrijwilligers die ze daadwerkelijk willen monitoren. Naast het vervolg op het pilotproject van de provincie Gelderland op de Veluwe is er Herontdekking van de juchtleerkever ook bescheiden budget om op andere plekken routes in te meten. Afgelopen jaar zijn routes ingemeten in Mander (5), het Begin augustus is voor het eerst sinds 74 jaar weer een popula- Rijk van Nijmegen (6) en Zuid-Limburg (11), en het aantal tie van de juchtleerkever Osmoderma eremita gevonden in routes op de Veluwe is uitgebreid naar in totaal 37. Niet alle Nederland. Van de juchtleerkever zijn 14 historische vindplaat- routes zijn ook daadwerkelijk gemonitord dit jaar en ook zijn sen bekend en de laatste waarneming stamt uit 1946, uit Zuid- nog niet alle data van alle gemonitorde routes binnen. Toch lijkt Limburg. Per toeval is de kever begin augustus door dierver- uit de voorlopige data dat ondanks dat de eerste waarneming zorgers gevonden in GaiaZOO in Kerkrade. Het dier zat op een extreem vroeg was (25 april), de rest toch later tevoorschijn pad, vlak bij een grote holle schietwilg. De juchtleerkever leeft kwam dan de afgelopen twee jaar en langer doorging. Mogelijk in molm in holtes van dikke loofbomen. Het nieuws is via wordt dat veroorzaakt door een flinke dip eind juli begin augus- een Natuurbericht (12 oktober) bekend gemaakt (Naturetoday. tus, veroorzaakt door een hittegolf. In de volgende nieuwsbrief com). zal een overzicht gegeven worden van de resultaten van de De soort is behoorlijk kieskeurig: de houtmolm moet in een monitoring van de afgelopen drie jaar. flink volume voorkomen, constant vrij vochtig zijn, een behoor­ ­lijke temperatuur hebben en de juiste schimmels bevat- John Smit ten. Door de behoefte aan warmte worden bijna altijd levende bomen bewoond die in halfopen biotopen (boomgaarden, bos- randen) staan. Het is niet verwonderlijk dat sinds oude, staande holle bomen erg zeldzaam zijn geworden, de juchtleerkever dat ook is. De juchtleerkever is wettelijk strikt beschermd door vermel- ding op de Europese Habitatrichtlijn (bijlage II en IV). Vermelding in bijlage II betekent dat (indien de juchtleerkever daadwerkelijk gevestigd blijft) speciaal voor de soort bescherm- de gebieden (Natura 2000-gebieden) aangewezen moeten wor- den. Opname in bijlage IV betekent dat de soort én de voort- plantings- en rustplaatsen beschermd zijn. Om deze wettelijke bescherming te garanderen, zullen er in de omgeving van de vindplaats (en mogelijk ook op de historische vindplaatsen) inventarisaties uitgevoerd worden om de exacte verspreiding in kaart te brengen.

Jinze Noordijk Aantal waarnemingen van het vliegend hert per jaar. 10 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Het eerste mierenreservaat in Nederland: Spinnen aan de man brengen ‘De Heide’ bij Bennekom Hoe enthousiast de specialisten ook over spinnen zijn, het grote In de gemeente Ede heeft het natuurterrein ‘De Heide’ bij publiek loopt niet altijd warm voor deze soortgroep. Ze zijn Bennekom in 2020 de status ‘mierenreservaat’ gekregen. Een tenslotte een van de eerste dieren waaraan mensen denken bij unieke gebeurtenis, want het is het eerste mierenreservaat in enge kriebelige beestjes en voor sommigen zelfs een bron van Nederland! In 2019 had de gemeente het beleidsdocument nachtmerries. Dat is jammer want veel spinnen zijn bij nadere ‘Samen sterker met natuur, programma biodiversiteit gemeente bestudering erg mooi, en er is een enorme diversiteit. Ook in Ede’ gemaakt en in het kader daarvan is door EIS een rapport Nederland valt op spinnengebied genoeg te beleven. En in geschreven over allerlei manieren om insecten te bevorderen huizen en tuinen zijn al veel verschillende spinnensoorten te (Noordijk, J. 2020. Insectenbevorderende maatregelen in het vinden, elk met zijn eigen levenswijze en type web (of geen kader van het ‘Programma Biodiversiteit’ van de gemeente web). Van de alom bekende kruisspin Araneus diadematus met Ede. Rapport EIS2020-08). Een van de maatregelen is de zijn wielweb, de huiszebraspin (Salticus scenicus, een spring- inrichting van het mierenreservaat. De gemeente wil hiermee spin) die geen web bouwt, tot de herfsthangmatspin Linyphia een belangrijke hotspot van soorten beschermen, het belang triangularis. En ook in en om het huis is de spinnenfauna volop van insecten benadrukken en inspiratie geven hoe insectenge- in beweging. EIS probeert het enthousiasme voor spinnen te richt beheer opgepakt kan worden. vergroten door ze wat extra aandacht te geven. Een van de manieren waarmee EIS spinnen aan de man wil brengen, is de spinnentuintelling. Dit is een jaarlijkse spinnen- telling, in en om het huis, die EIS organiseert met het team van de Jaarrond Tuintelling (Tuintelling.nl). Samen met de andere soortorganisaties en diverse andere partners proberen we met allerlei tuintellingen mensen bewust te maken van de natuur in hun nabije omgeving. Daarbij is de aandacht soms algemeen, dan weer ligt die bij specifieke soorten of soortgroepen. Daarmee hopen we ook het aantal natuurwaarnemers en -waar- nemingen te vergroten. Enkele van de tellingen waaraan men- sen kunnen deelnemen zijn de Jaarrond Tuintelling, de Egeltelling en uiteraard de Spinnentelling. De spinnentelling vond in 2020 voor de achtste keer plaats, op 19 en 20 september. Op die dagen gingen 169 deelnemers enthousiast op zoek in hun huizen en tuinen. Hoewel de tuintel- ‘De Heide’ bij Bennekom: Nederlands eerste mierenreservaat (foto Jinze Noordijk). ling een kleine steekproef van de Nederlandse tuinen geeft en er geen gestandaardiseerde wijze van tellen is, geeft de telling ‘De Heide’ is altijd opgevallen vanwege grote, bovengrondse een indicatie van ontwikkelingen in de spinnenfauna in huis en koepelnesten van mieren. De kleinschalige variatie aan open tuin. Opvallend zijn bijvoorbeeld de ontwikkelingen bij de zonbeschenen terreindelen en bosranden zorgt voor optimale kruisspin. Ondanks dat de kruisspin al acht keer op rij het meest omstandigheden voor de bouwers van deze structuren. Deze gezien wordt in Nederlandse tuinen, laat De Tuintelling een nesten komen in hoge dichtheid voor én zijn van een gevarieerd flinke dalende trend in het aantal waargenomen kruisspinnen aantal soorten: kale bosmier Formica polyctena, behaarde bos- zien. Dit jaar werden twee exotische spinnensoorten voor het mier F. rufa, zwartrugbosmier F. pratensis en gewone satermier eerst gezien tijdens de spinnentelling. De eerste is de marmer- F. exsecta. Hiervan is met name de gewone satermier bijzon- trilspin Holocnemis pluchei, een soort die tien jaar geleden der; ze staat als ‘bedreigd’ te boek en landelijk gezien herbergt voor het eerst in ons land is gevonden in kassen; en de tweede ‘De Heide’ de meest zuidelijke populatie. De mierenfauna is in betreft de valse wolfspin Zoropsis spinimana, in twee tuinen. 2019 en 2020 geïnventariseerd en momenteel staat de teller op Deze grote spin is in 2007 voor het eerst in Nederland aange- 28 soorten, waaronder ook enkele andere zeldzame soorten als troffen. Oorspronkelijk komt ze uit het Middellandse Zeegebied de breedschubmier Lasius sabularum en het mergeldraaigatje en het vermoeden is dat ze vooral door de mens naar nieuwe Tapinoma erraticum. Naar verwachting kunnen er bij verdere plekken wordt vervoerd. inventarisaties nog enkele, meer verborgen levende soorten Meer informatie over de tellingen en de partners vindt u op gevonden worden. tuintelling.nl. Meer informatie over de resultaten van de spin- Inmiddels is een beheerplan geschreven waardoor de waarden nentelling 2020 vindt u op Naturetoday.com (3-IX-2020). van het terrein behouden én versterkt kunnen worden (Noordijk, J. 2020. Beheerplan ‘Mierenreservaat De Heide’ (Bennekom). Johan van ’t Bosch Rapport EIS2020-07). Hier wordt ingegaan op de bescherming van de heide en het bos. Erfgoed Entomologie Jinze Noordijk De ontdekking van de grote achteruitgang (-76% over 27 jaar) van vliegende insecten in Duitse natuurreservaten (Hallmann et al. 2017) heeft geleid tot een groot aantal studies naar dit onder- werp. Als we ons tot West-Europa beperken, hebben deze nieuwe studies dit beeld bevestigd, zij het met genuanceerd andere uitkomsten naar habitat (in bossen minder achteruitgang EIS-nieuws 11 dan graslanden) en naar insectengroep (bv. zweefvliegen zelfs EIS in het nieuws -80%, proefschrift Hallmann, maar andere groepen weer min- der dan -76%). EIS is 2020 veel in het nieuws geweest. Zo waren medewerkers Voor Nederland is maar een klein aantal studies beschikbaar regelmatig te gast bij Vroege Vogels en werd aandacht aan momenteel. Analyse van nachtactieve op licht vliegende insec- insecten gegeven in regionale en landelijke dagbladen. ten in de Kaaistoep (Tilburg) en van loopkevers rond Wijster Onderwerpen die veel voorbijkwamen: rivierkreeften, stadsin- vinden sterk gelijkende achteruitgang. Aan een analyse van in secten, eerste mierenreservaat, mediterrane draaigatjes, mie- water levende insecten wordt momenteel hard gewerkt renkrekel, gestreepte waterroofkever in Drenthe, bijen, spin- (Radboud Universiteit). In een advies aan de minister gaf een nentelling, Aziatische hoornaar en insectencamera’s. In totaal werkgroep onder leiding van David Kleijn in 2018 aan dat het werden 33 natuurberichten gepubliceerd op Nature Today. Dit niet aannemelijk is dat er nog veel meer historische databestan- is een mooi podium om nieuwtjes over ongewervelde dieren den zijn (anders dan dagvlinders en libellen) om trends van bekendheid te geven. Nederlandse insecten te kunnen vaststellen. Nieuwe technieken, zoals die van onze insectencamera’s zullen Roy Kleukers in de toekomst een schat van gegevens kunnen opleveren. Probleem is evenwel dat deze eerst jaren moeten werken voor- dat we een begin van een trendanalyse kunnen maken. Ook van Sociale media de Living Labs van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel zijn de eerste zeven jaar geen resultaten te verwachten, simpelweg EIS is al enige jaren actief op Facebook. Sinds 2020 hebben we omdat de experimenten tijd vergen. ook een Instagram-account. Hierop plaatsen we onder meer de Dus we gaan tien jaar op onze handen zitten en dan aan de slag? nieuwe serie van de week, met mooie soorten, leuke Dacht het niet! Weliswaar zijn op dit moment historische data- weetjes en interessant gedrag. Daarbij zijn we niet eenkennig. sets misschien van onvoldoende kwaliteit om langjarige trend- Niet alleen insecten, maar ook spinnen, slakken, wormen en analyses te verrichten, maar wat als we nu eens aanvullend andere kleine beestjes doen mee. Alle afleveringen worden ook veldonderzoek gaan doen op die locaties de komende 2-3 jaar? op ons Youtube-kanaal geplaatst, waar ook andere video’s van Als inspirerend voorbeeld geldt de zweefvliegenbevolking van EIS worden verzameld. het bos Boeschoten op de Veluwe. Aat Barendregt verrichtte hier nauwkeurige waarnemingen over de periode 1982-2000, Roy Kleukers & Daan Drukker aangevuld in 2010. Op zich niet voldoende om een trendana- lyse tot 2020 (en verder) te kunnen doen. Maar door aanvullend veldwerk in 2020 ligt er nu een bestand waarmee dat wel kan! Het idee is dus om eenmalig 2-3 jaar aanvullend veldwerk te gaan doen op locaties die in het verleden goed onderzocht zijn. Met ‘goed onderzocht’ bedoelen we ‘aantallen individuen geteld’ en ‘gestandaardiseerd’ (en daarmee reproduceerbaar). Wij gaan tot de kerst actief op zoek naar dergelijke datasets en roepen jullie op om kandidaten onder onze aandacht te bren- gen. Daartoe hebben we het volgende projectteam: • Voor vliegende insecten: Linde Slikboer (linde.slikboer@ naturalis.nl) • Voor kruipende en aquatische insecten: Daan Drukker (daan. [email protected]) • Bij twijfel en/of algemeen: Johan van ’t Bosch (johan. [email protected])

Theo Zeegers

Soortzoekers

De afgelopen tijd heeft een aantal digitale soortzoekers een update gekregen en ook is een aantal nieuwe flink gevorderd, zoals die van de bladsnijderbijen, blinde bijen en landplatwor- men. De grootste update was de soortzoeker van de schorpi- Overzicht nieuwe serie Insect van de week. oenvliegen. Ook hebben we op de EIS-website een handig overzicht gemaakt met alle soortzoekers die door EIS gemaakt zijn. Deze is te vinden onder ‘Publicaties’ en dan ‘Soortzoekers EIS’.

Daan Drukker 12 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Nederlandse Faunistische Mededelingen

In nummer 55 maar liefst 16 nieuwe soorten voor de Nederlandse fauna, waaronder vijf kevers, drie wantsen en twee bijen. De meest opvallende vondst is Baranowskiella ehnstromi, de kleinste kever van Europa.

1 A.W.M. Mol – De eikenkameelhalshoutwesp Xiphydria longicollis in Nederland (Hymenoptera: Xiphydriidae) 11 T.J.A. Faasen – Drie nieuwe Nederlandse kevers en een herontdekking (Coleoptera: Latridiidae, Brentidae, Ptiliidae, Anthicidae) 23 M.A. Faasse & J.A. Craeymeersch – Een herziene naam- lijst van de Nederlandse kelkdiertjes, met Loxosomella marsypos nieuw voor de fauna (Entoprocta) 29 F. Rhebergen – De composietwespbij Nomada facilis duikt op in Zuid-Limburg (Hymenoptera: Apidae) 41 M. Tanis & M. Reemer – De tweecellige zandbij Andrena lagopus bereikt Nederland (Hymenoptera: Andrenidae) 49 B. Aukema – Nieuwe en interessante Nederlandse want- sen X (Hemiptera: Heteroptera) 73 R.M.J.C. Kleukers, R.P.W.H. Felix & W. Winkelhorst – Eerste vondst van de mierenkrekel Myrmecophilus acer- vorum in Nederland (Orthoptera) 81 J. Noordijk & F. Nijsen – Ontsnapte wandelende takken in Nederland (Phasmatodea) 87 Th. Heijerman & J. Noordijk – Xyloperthella crinitarsis, een nieuwe exotische boorkever voor Nederland, aange- troffen in de vrije natuur (Coleoptera: Bostrichidae) 93 Th. Heijerman & A. Wijker – Sibinia pellucens, een nieuwe snuitkever voor Nederland, met notities over het Entomologische Tabellen vermeende geluidsapparaat (Coleoptera: Curculionidae) 107 P. Boer – De Iberische wegmier Lasius grandis, een Na de publicatie van ET 12 over de aaaskevers wordt hard nieuwe exotische mier in Nederland (Hymenoptera: gewerkt aan publicaties over enkele nieuwe groepen. Zo zijn er Formicidae) manuscripten in behandeling over slakkendodende vliegen, 111 M.J. Sanabria, D. Tempelman & M.J.H.L. Scheepens – schietmotten, eendagsvliegen en kieuwpootkreeften. De kriebelmug Simulium latipes nieuw voor Nederland gevonden in de Mortelen (Diptera: Simuliidae) Roy Kleukers 121 B. de Boer & W. Langbroek – Bijzondere watermijten in Noord-Holland in 2019 (Acari: Hydrachnidia)  131 J. Noordijk, S. van Overdijk & J. Groothuis – De exoti- sche krekeldiefspin Thanatus vulgaris in Nederland (Araneae: Philodromidae)

Roy Kleukers 13 Publicaties

Door Ed Colijn, Sylvia van Leeuwen (Mollusca), Jinze Noordijk [JN], Smit, J.T. 2019. Bijen en wespen in Utrecht. – EIS2019-15, EIS Kennis­ Johan van ’t Bosch [JvtB], Berend Aukema [BA], Kees den Bieman centrum Insecten, Leiden. [KdB] & Bram Koese [BK] Smit, J.T. 2019. Pilot monitoring Vliegend Hert in het Natura2000 gebied Veluwe. – EIS2019-32, EIS Kenniscentrum Insecten, Publicaties EIS Kenniscentrum Insecten en andere Leiden. ongewervelden Smit, J.T. 2019. Vliegend hert – Lucanus cervus. – In: Norren, E. van (red.), Staat van instandhouding Gelderland, Factsheets voor 24 Aukema, B. & D.J. Hermes 2020. Verspreidingsatlas Nederlandse­ want- soorten in Gelderland. Rapport 2019.09, Zoogdiervereniging, sen (Hemiptera: Heteroptera). Deel V: Pentato­momorpha­ II Nijmegen, pp. 265-274. (Coreoidea en Pentatomoidea). – EIS Kenniscentrum­ Insecten en Smit, J.T. 2020. Bijen op en rond ’s werelds grootste bijenhotel naast de andere ongewervelden, Leiden. A2 in Utrecht. – EIS2020-12, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Boelen, F. 2020. Staat van instandhouding van het vliegend hert in Smit, J.T. & T. Fernhout 2020. Bijen op sedumdaken van bushokjes in Nederland. – Bachelorscriptie Biologie, Universiteit Utrecht / EIS Utrecht. – EIS2020-14, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Kenniscentrum Insecten, Leiden. Smit, J.T., E. de Bree, R. van den Broek, M. Reemer, M. van Veen & Bouwman, J.H., R.H.A. van Grunsven, J. Smit, J.T. Smit & R. Verhagen Th. Zeegers 2019. Verspreidingsatlas ‘leuke vliegen’. Blaaskop­ 2020. Actieplan meer insecten op de hei. – EIS2020-06, Bosgroepen, vliegen, dazen, roofvliegen, wapenvliegen, bastvliegen, wolzwe- Ede / EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden / De Vlinderstichting, vers & mierwolzwevers. – EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Wageningen. Speelman, M. 2020. De heidehommel (Bombus humilis) in Nederland. Colijn, E.O., H. Huijbregts, F. van Nunen, C. van de Sande & O. Vorst – Studentenrapport EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. 2020. Verslag insectenonderzoek. – In: Beekers, B., K. Reiniers & Swaay, C.A.M. van, G.I. Bos-Groenendijk, R. van Grunsven, J.R. van R. Meissner (red.), Rapportage Praktijktoets­ buitenmachtelijke Deijk, A. Stip, H.H. de Vries, J. Kok, K. Huskens, K. Veling, kadavers, Kringloopkadavers in vier pilotgebieden, 31 maart 2016- L. Slikboer & M.J.M. Poot 2020. Vlinders, libellen en hommels 30 juni 2019. ARK Natuurontwikkeling, Nijmegen, pp. 31-33. geteld. Jaarverslag 2019. – Rapport VS2020.006, De Vlinder­ Cusell, C., B. Brederveld, L. Doef, M. Jans, D. Lammers, M. Tan­ger­ stichting, Wageningen / Centraal Bureau voor de Statistiek, Den man, E. Weerman, L. Moth, J. Kampen, R. van de Haterd, Haag / EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. B. Koese, S. Nieuwhof, A. Kooijman & A. van de Craats 2020. Wereld Natuur Fonds 2020. Living Planet Report Nederland. Natuur en Rode Amerikaanse rivierkreeften in Nederland: relaties met milieu- landbouw verbonden. – Wereld Natuur Fonds, Naturalis Bio­ en omgevingsfactoren. – Rapport 2020-08, STOWA, Amersfoort. diversity Center, Stichting ANEMOON, EIS Kenniscentrum Delft, J. van, A. Gmelig Meyling, L. Sparrius, J. Noordijk, B. Odé, Insecten, FLORON, Nederlandse Mycologische Vereniging, K. van Vliet, A. van Kleunen, K. Veling, E. van Norren, M. van RAVON, Sovon Vogelonderzoek Nederland, De Vlinderstichting Woerkom & W. van Emmerik 2020. Eindrapportage­ Signalerings­ en Zoogdiervereniging. project Exoten 2019-2020. – RAVON-rapport 2019.048, Stichting Zollinger, R., H. Sierdsema, C. Vermanen, R. Foppen, L. Sparrius, RAVON, Nijmegen. S. van der Meer, R. Creemers, J.[T] Smit, D. Drukker, A. Vaessen, Godijn, N., K.C. Fokker & Th. Zeegers 2020. Revitalisatie akkersyste- M. van Adrichem, M. Schillemans, M. van Silfhout & A. Vliegent­ men Utrechts Landschap, Nulmeting wintervogels, broedvogels en hart 2020. Natuurparels in de gemeente Nijmegen. – RAVON ongewervelden 2019. – Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum 2018.176, Stichting RAVON, Nijmegen / EIS2020-24, EIS Akkervogels, Scheemda / EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Kenniscentrum Insecten, Leiden. Heijerman, Th. & J. Noordijk 2019. Vergelijkend onderzoek naar vang- methoden voor het monitoren van doodhoutgerelateerde kevers. – Overige publicaties Nederland EIS2019-22, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Koese, B. & D. Drukker 2020. De platte schijfhoren Anisus vorticulus Abbo, S.R., T.M. Visser, H. Wang, G.P. Göertz, J.J. Fros, M.H.C. Abma- op het Leiden BioScience Park. – EIS2020-10, EIS Kenniscentrum Henkens, C. Geertsema, Ch.B.F. Vogels, M.P.G. Koopmans, Insecten, Leiden. Ch.B.E.M. Reusken, S. Hall-Mendelin, R.A. Hall, M.M. van Oers, Noordijk, J. (red.) 2020. Insectenbevorderende maatregelen in het kader C.J.M. Koenraadt & G.P. Pijlman 2020. The invasive Asian bush van het ‘Programma Biodiversiteit’ van de gemeente Ede. – mosquito Aedes japonicus found in the Netherlands can experimen- EIS2020-08, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. tally transmit Zika virus and Usutu virus. – PLoS Neglected Noordijk, J. 2020. Beheerplan mierenreservaat ‘De Heide’ (Bennekom). Tropical Diseases 14 (4): e0008217. – EIS2020-07, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, Achterberg, K. van 2020. Overzicht van de schildwespen (Braconidae) Reemer, M. & F. van der Meer 2019. Bijenmonitoring in duingebied van De Kaaistoep. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Meijendel: nulmeting 2019. – EIS2019-21, EIS Kenniscentrum Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. Insecten, Leiden. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Reemer, M., T. Fernhout & F. Rhebergen 2020. Bijen in Amsterdamse Tilburg, Tilburg, pp. 35-39. stadsparken en andere ecologisch beheerde groengebieden. – Achterberg, C. van, X.-x. Chen & M. Schilthuizen 2020. The exotic EIS2020-17, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Chinese wasp Perilitus erratus discovered in the centre of Slikboer, L. & J.T. Smit 2019. Voorlopige richtlijn plaatsing bijenkasten Amsterdam (Hymenoptera: Braconidae: Euphorinae). – op defensieterreinen. – EIS2019-32, EIS Kenniscentrum Insecten, Entomologische Berichten 80 (5): 161-164. Leiden. Achterberg, K. van, M. Schilthuizen, M. van der Meer, R. Delval, Slikboer, L. & Th. Zeegers 2020. Monitoring en voorlichting Aziatische C. Dias, M. Hoynck, H. Köster, R. Maarschall, N. Peeters, hoornaar 2019. – EIS2020-03, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. P. Venema, R. Zaremba, C. Beltrami, F. Nieuwenhuis, N. de Rop, Slikboer, L., G. Bos & M. Reemer 2019. Bijen, zweefvliegen en dag- I. Njunjić & J.M. Koene 2020. A new parasitoid wasp, Aphaereta vlinders in bermen van de A4 in 2019. – EIS2019-25, EIS vondelparkensis sp. n. (Braconidae, Alysiinae), from a city park in Kenniscentrum Insecten, Leiden / De Vlinderstichting, Wageningen. the centre of Amsterdam. – Biodiversity Data Journal 8: e49017. Slikboer, L., J.T. Smit & M. Reemer 2020. Handleiding landelijk meet- Akkermans, R.W. 2020. Twee nieuwe ridderwantsen in Limburg net hommels. – EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden / De Vlinder­ (Heteroptera: Lygaeidae). – Natuurhistorisch Maandblad 109 (11): stichting, Wageningen. 241-242. Slikboer, L., J.T. Smit & Th. Zeegers 2019. Honingbijen & wilde bestui- Akkermans, R.W. & J. Cuppen 2020. Eerste populatie van het zwervend vers in defensieterreinen Deel I: Doornspijkse Hei. – EIS2019-24, lieveheersbeestje (Hippodamia undecimnotata) in Nederland. – EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden. Natuurhistorisch Maandblad 109 (4): 73-78. Slikboer, L., Th. Zeegers, B. Koese & T. Fernhout 2019. Insecten in het Akkermans, R.W. & W.G. Vergoosen 2020. De lindenspitskop Buijtenland van Rhoon 2019. – EIS2019-33, EIS Kenniscentrum (Oxycarenus lavaterae) in Limburg (Heteroptera: Lygaeidae). – Insecten, Leiden. Natuurhistorisch Maandblad 109 (6): 113-118. 14 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Akkermans, R.W., W.G. Vergoosen & A. Ovaa 2019. Eerste vondsten Dutch true hopper fauna with nine species (Auchenorrhyncha: van de kogelwants (Coptosoma scutellatum) in Nederland. Stok­ Cicadellidae, Cixiidae & Tettigometridae). – Entomologische oude voorspelling komt na 84 jaar uit. – Natuurhistorisch Berichten 80 (4): 138-146. Maandblad 108 (12): 373-377. Bink, J. & J. Noordijk 2020. Opilionieuws 12: Werkgroepexcursie naar Anonymus 2020. Waar moet je heen? Daar moet je heen! – Nieuwsbrief Twente. – Nieuwsbrief SPINED 39: 32-33. van de EIS-Gallenwerkgroep 1: 4-8. Boeken, M. 2020. Loopkevers en andere bodemfauna bij natuurbruggen Arp, W. 2020. De metselbij Osmia submicans nieuw voor Nederland in Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Rapportage monitoring (Hymenoptera: Apoidea: Megachilidae). – Entomologische Berich­ 2019. – Boeken Interim & Onderzoek, Haarlem. ten 80 (2): 45-48. Boer, J. de 2020. Kort verslag NMV-strandexcursie Ameland 23 novem- Arp, W. 2020. Een gynandromorfe Lasioglossum morio. – HymenoVaria ber 2019. – Spirula 423: 7-10. 20: 33-34. Boer, J. de 2020. Verslag excursieweekend Noordoost-Groningen, 29 en As, B. van 2020. Op zoek naar enkele opvallende kokermotten. – Franje 30 juni 2019. – Spirula 422: 9-15. 23 (45): 30-35. Boer, J. de, F. Bennema, W. Kuijper & S. van Leeuwen 2020. Harlingen. Asselbergs, J. 2020. Vijgenskeletteermot - Choreutis nemorana. – Deel 1: binnen de sluizen. – Het Zeepaard 80 (2): 83-96. Franje 23 (46): 78. Boer, J. de, F. Bennema, W. Kuijper & S. van Leeuwen 2020. Harlingen. Asseldonk, E. van 2020. Het klopscherm als hulpmiddel bij het vaststel- Deel 2: buiten de sluizen. – Het Zeepaard 80 (3): 127-140. len van knopzakdragers. – Natuurhistorisch Maandblad 109 (1): Boer, J. de, F. Bennema, W. Kuijper & S. van Leeuwen 2020. Knots­ 24-25. slakken, pokken, palingbrood en meer; brakke avonturen in Harlin­ Asseldonk, E. van & R. Geraeds 2019. Boktorren-Cerambycidae van gen. – Twirre 30 (1): 22-30. NP de Meinweg 2016-2018. Tussenrapportage boktorrenproject Boer, J.H. de 2020. Een malacologisch dagje Schiermonnikoog. – Stichting Koekeloere. – Rapport 2019/02, Stichting Koekeloere, Spirula 424: 9-12. Wessem. Boer, J.H. de 2020. Excursie Vechtpark, Hardenberg, 1 juni 2019. Een Ates, R.M.L. 2020. Puitaal - klimaatslachtoffer. – Het Zeepaard 80 (3): excursie met een educatief tintje. – Spirula 424: 13-16. 123-126. Boer, P. 2019. Buisvallen. – Forum Formicidarum 20 (3): 24-25. Aukema, B. 2020. Wantsen. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Keme­ Boer, P. 2020. Mieren. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, nade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 564-572. pp. 166-173. Aukema, B. 2020. Wantsen op licht (Hemiptera: Heteroptera). – In: Boer, P. & H. Luijten 2020. Glanzende houtmieren in verse hars. – Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in Forum Formicidarum 21 (1): 11-12. De Kaaistoep,­ Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden Boer, P., H. Luijten, M. de Winkel & A. Noordam 2020. Op mieren BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, jagende kogelspinnen. – Forum Formicidarum 21 (1): 13-15. pp. 13-16. Boer, P., A.C. Loss, F. Bakker, K. Beentjes & B.L. Fisher 2020. Mono­ Aukema, B. & V.J. Kalkman 2020. Wantsen in Nationaal Park morium sahlbergi Emery, 1898 (Formicidae, Hymenoptera): a Hollandse Duinen in 2018 (Heteroptera). – Holland’s Duinen 75: cryptic globally introduced species. – ZooKeys 979: 87-97. 44-53. Boer, R. de 2020. De insectenfauna van groene daken. – Tussen Duin & Aukema, B., R.P.G. Geraeds & W. van Berkel 2020. Eerste waarneming Dijk 19 (3): 15-17. van de kleefkruidschildwants in Nederland. – Natuurhistorisch Boer, Th. de 2020. Tere schatten uit oude wulken. – Het Zeepaard 80 Maandblad 109 (1): 21-23. (2): 81-82. Bakker, G. 2020. Zadellibellen in Rotterdam. – Straatgras 31 (1): 16-17. Bos, F., M. Wasscher & W. Reinboud 2020. Veldgids Libellen. – KNNV Bakker, H. & K. Margry 2020. Excursieverslag Klein Profijt: wederom Uitgeverij. een hoge biodiversiteit aan de Oude Maas. – Spirula 423: 36-39. Bos, G. 2020. Niet zonder hindernissen: Landelijk Meetprogramma Bakker, H. & P. Moerdijk 2020. Het verhaal van kleine ongewervelden Libellen. – In: Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & M.C.A. en de oude Zeeuwse reus Eubelena, een pliocene Noordkaper. van Aar (reds.), Meten wat er leeft - De kracht van samenwerking Afzettingen WTKG 41 (2): 23-28. in het Netwerk Ecologische Monitoring. Wageningen. Wettelijke Bakker, P.J. & W.J. Kuijper 2019. Molluskeninventarisatie van het Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-special 1: 24-25. Ruigeplaatbos­ en de Visserijgriend in Hoogvliet, Rotterdam: bij- Bouma, A. 2020. Insectenrijk. – Atlas Contact. zondere vondsten en een hoge diversiteit. – Spirula 421: 9-17. Bouma-Litjens, J. 2020. Bloedrode roofmier als topsporter. – Forum Bakker, W., E.J. Ruiter, M. Bunskoek, W. Bakker, G. Milder-Mulderij Formicidarum 21 (2): 22. & B. Achterkamp 2020. Oostelijke witsnuitlibel (Leucorrhinia Bouvy, E. 2020. Alle overige kevers in pijpvallen in 2017. – In: Peeters, albifrons) in 2016 ontdekt bij Delden. – Brachytron 20 (2) [2019]: T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep. 63-70. Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuur­ Beenen, R. 2020. De rode helmkruidaardvlo (Longitarsus rutilus) in het museum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 47-50. Limburgse heuvelland (Coleoptera, Chrysomelidae). – Natuur­ Bouvy, E. 2020. Overige kevers in pijpvallen in De Kaaistoep in 2018. historisch Maandblad 109 (10): 205-208. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Belgers, J.D.M. 2020. Botanophila latifrons, een nieuwe bloemvlieg Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / voor Nederland (Diptera: ). – Entomologische Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. Berichten 80 (2): 69-70. 51-55. Belgers, J.D.M. & P.L.Th. Beuk 2020. Atrichopogon (Psammopogon) Bouvy, E. 2020. De zuidelijke boomsprinkhaan en de boomsprinkhaan. flavolineatus, een nieuwe knut voor Nederland (Diptera: Ceratopo­ ­ – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters gonidae). – Entomologische Berichten 80 (3): 105. & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur Belgers, J.D.M., W. Klein & T.M.J. Peeters 2020. Vanhornia leileri, a in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 573-575. new species and new family for the Netherlands (Hymenoptera: Bragt, P.H. van 2020. Doris ocelligera (Bergh, 1881) ‘Ruwe wratslak’, Vanhorniidae). – Entomologische Berichten 80 (3): 84-88. weer een nieuwe zeenaaktslak in de Nederlandse kustwateren. – Berg, M. 2020. Bodemfauna. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Spirula 424: 25-27. Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, Bree, E. de & J. Roháček 2020. Stenomicridae, a new family for the het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Netherlands (Diptera: Opomyzoidea). – Entomologische Berichten Tilburg, pp. 150-157. 80 (3): 89-93. Berg, M. & J. van Leeuwen 2020. De bodemfauna van Nationaal Park Breugel, P. van 2020. Mummies in de tuin. – HymenoVaria 21: 70-72. Hollandse Duinen. – Holland’s Duinen 75: 70-77. Breugel, P. van 2020. ‘Wit gebit’. – HymenoVaria 21: 74-76. Beuk, P.L.Th. 2019. Diptera uit de ENCI-groeve. Deel 2. Aanvullingen Breure, B. & W. Backhuijs 2020. Malacologie in de Nederlanden: een op de lijst van Nederlandse bladvliegen (Diptera: Lauxaniidae). – kort historisch perspectief. – Spirula 423: 40-43. Natuurhistorisch Maandblad 108 (12): 367-372. Broek, R. van den 2020. Roofvliegen van De Kaaistoep. – In: Wielink, Bieman, K. den & M. de Haas 2020. Cicaden in Hollandse Duinen P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (Homoptera: Auchenorrhyncha). – Holland’s Duinen 75: 54-61. (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Bieman, C.F.M. den, M. de Haas, J.D.M. Belgers, N. De Somer, KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 552-563. G. Lommen & M. Reinboud 2020. A remarkable extension of the Broek, R. van den 2020. Roofvliegen (Diptera: Asilidae) in De Kaai­ Publicaties 15

stoep in 2019. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), veer, R.C.M. Verdonschot & P.F.M. Verdonschot 2020. Over forty Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. years of lowland stream restoration: Lessons learned? – Journal of TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Environmental Management 264: 110417. Tilburg, Tilburg, pp. 75-83. dos Reis Oliveira, P.C., M.H.S. Kraak, M. Pena-Ortiz, H.G. van der Bruyne, R.H. de 2020. Veldgids schelpen. Zeeschelpen en weekdieren Geest & P.F.M. Verdonschot 2020. Responses of macroinvertebrate uit ons Noordzeegebied. – KNNV Uitgeverij, Zeist. communities to land use specific sediment food and habitat charac- Buggenum, H. van 2020. De grote spitskop (Ruspolia nitidula), een teristics in lowland streams. – Science of the Total Environment nieuwe sprinkhaansoort voor Limburg. – Natuurhistorisch Maand­ 703: 135060. blad 109 (10): 219. Driessen, F. & W. van Looijengoed 2020. De gladde snavelneut Yoldia Buggenum, H.J.M. van & J.T. Hermans 2020. De rode bosmieren limatula (Say, 1831) uit de Westerschelde: een nieuwe tweeklep­ (Formica rufa-groep) van Landgoed Rozendaal en Schrevenhof. pige voor het eerst in Europa gevonden in Nederland. – Spirula Deel 2. Populatieontwikkeling tussen 1990 en 2019. – Natuur­ 424: 23-24. historisch Maandblad 109 (11): 221-229. Drost, B., F. van Nunen, W. Rubers, O. Vorst, R. Jansen, J. Cuppen, Cadée, G.H. 2020. Arenicola wormkokers op de Hors, Texel. – Afzettin­ T. de Goeij, A. Dees, Littel, K. Smets & A. Bouma 2020. Verslag gen WTKG 41 (2): 41-43. voorjaarsexcursie Broekhuizen en Overlangbroek 11 mei 2019. – Calle, L., A. van Diemen, K. Goudsmits, M. Kos, P. Kuijken, L. van Sektie Everts Info 127: 5-14. Kolfschoten, P. Megens, J. Prijs, F. Rhebergen, J. Schagen, J. Smit, Drukker, D. 2020. Haften of eendagsvliegen in De Kaaistoep. – In: J.[T.] Smit & E. van der Spek 2020. Leuke waarnemingen 2019. – Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & HymenoVaria 20: 17-19. G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Colijn, E.O., Th. Heijerman, B. de Wit, J. Noordijk, J.H. Bouwman & Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 309-311. J.G.M. Cuppen 2020. Triplax aenea, een nieuwe en al wijdver- Eck, A. van 2020. Sapzweefvliegen in De Kaaistoep. – In: Wielink, spreide doodhoutkever in Nederland (Coleoptera: Erotylidae). – P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Entomologische Berichten 80 (2): 49-54. (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Cuppen, H. & D. Tempelman 2019. Photographic Catalogue of north KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 546-547. west European Cricotopus species (Diptera: Chironomidae: Erkelens, J. van 2020. Het verschil tussen Delia platura (Meigen, 1826) Chironominae: Orthocladiinae). – Special Issue of Macrofauna en Delia florilega (Zetterstedt, 1845). – De Vliegenmepper 20 (1): Newsmail 148, Lelystad, 113 pp. 8-9. Cuppen, H., W. Langbroek & D. Tempelman 2019. Determinatieken­ ­ Eysker, M. 2020. Nachtvlinders thuis in Oegstgeest in 2019. – Franje 23 merken­ voor Cricotopus intersectus en C. reversus. – Macro­ (45): 15-16. faunanieuwsmail 148: 4-7. Faase, M.A. 2020. Oortjesworm Vorticeros auriculatum (O.F.Mueller, D’Haeseleer, J. & P. Vanormelingen 2020. ‘Binokenmerken’ documen- 1784) nieuw voor Nederland. – Het Zeepaard 80 (3): 113-117. teren met behulp van macrofotografie. – HymenoVaria 20: 39-42. Faasse, M.A. & M. Ligthart 2019. Eerste waarnemingen van de vlo­ De Beauvesère-Storm, A. 2020. De dunne parelmoerneut Ennucula kreeft Jassa slatteryi Conlan, 1990 in Nederland. – Het Zeepaard tenuis (Montagu, 1808) in de Nederlandse Noordzee. – Spirula 79 (4): 123-126. 424:17-19. Faasse, M.A. & M. Ligthart 2020. Eerste waarnemingen van de De Beauvesère-Storm, A., T. van Haaren & R. Vlierboom 2020. De vlokreeft Jassa slatteryi Conlan, 1990 in Nederland. – gestreepte parelmoerneut Nucula hanleyi Winckworth, 1931 in de Macrofaunanieuwsmail 149: 9-10. Nederlandse Noordzee. – Spirula 424: 20-22. Faasse, M.A., A. Engelberts, M. Zwarts & J. Cuperus 2020. De carni- Deijk, J. van 2020. Nieuws over Noctua. – Franje 23 (45): 28-29. vore bivalve Cuspidaria cuspidata (Olivi, 1792) en andere zeld­ Deijk, J. van 2020. Innovatie in het monitoren van insecten: het nacht- zame mollusken op het Nederlands Continentaal Plat. – Spirula vlindermeetnet. – In: Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & 421: 20-21. M.C.A. van Aar (reds.), Meten wat er leeft - De kracht van samen- Felix, R. 2020. Mierengasten. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van werking in het Netwerk Ecologische Monitoring. Wageningen. Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-special 1: het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, 98-99. Tilburg, pp. 174-175. Deijk, J. van 2020. BIMAG - een meetnet met boeren als vrijwilliger. Felix, R. 2020. De zuidelijke schorsloper. – In: Wielink, P. van, R. Felix, – In: Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & M.C.A. van Aar J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De (reds.), Meten wat er leeft - De kracht van samenwerking in het Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV- Netwerk Ecologische Monitoring. Wageningen. Wettelijke Onder­ afd. Tilburg, Tilburg, pp. 438-445. zoekstaken Natuur & Milieu. WOt-special 1: 100. Felix, R., B. Aukema & A. Mol. 2020. Pijp- en potvallen in 2019. – In: Deijk, J.R. van & N. Peeters 2020. De nachtvlinders van Nationaal Park Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in Hollandse Duinen. – Holland’s Duinen: 75: 62-69. De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden Dek, N.-J. 2019. Tanypeza longimana (Tanypezidae) in oktober. – De BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, Vliegenmepper 19 (2): 5. pp. 61-68. Dekkers, A. 2019. Schelpen verzameld in 2016 uit de visnetten van de Fijen, Th.P.M. 2020. Mass‐migrating bumblebees: An overlooked phe- Bruine bank deel LL: Gevlekt koffieboontje Trivia monacha (Da nomenon with potential far‐reaching implications for bumblebee Costa, 1778), een groeiserie. – Spirula 421: 18-19. conservation. – Journal of Applied Ecology doi.org/10.1111/1365- Dekkers, G. 2020. Zeepkruidkokermot - Coleophora saponariella 2664.13768 Heeger, 1848. – Franje 23 (46): 75. Fokkinga, F. 2020. MWG-excursie naar voormalige Vliegbasis Twenthe Dekkers-Scheutjens, A. & B. Roelofs-Ditters 2020. Spinnen. – In: op 4 juli 2020. – Forum Formicidarum 21 (2): 13-15. Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & Franssen, M. 2020. Een vreemde eikenprocessierups. – Franje 23 (45): G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in 22. Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 176-185. Franssen, M. 2020. Project ‘NachtVlinderdas’. – Franje 23 (46): 59-60. Diemen, A. van & T. Peeters 2020. Bijengenera: hun etymologie en Frerejean, R. 2020. Getouwtrek aan een spinnenweb. – Forum naamgevers 3. – HymenoVaria 20: 29. Formicidarum 21 (1): 16. Dijk, J.M.A. van 2020. De kleine dwergleemwesp Microdynerus timi- Geraeds, R.P.G. 2020. Waarnemingen van de roodblauwe smalboktor dus nieuw in Nederland (Hymenoptera: Vespidae). – Entomologische (Dinoptera collaris) in Limburg in 2018. – Natuurhistorisch Berichten 80 (5): 179-182. Maandblad 109 (3): 60-62. Dijksen, A. 2020. Nachtvlinders van de Ruige Hoek. – Tussen Duin & Geraeds, R.P.G. 2020. Ei-afzet door de houtpantserjuffer (Chalcolestes Dijk 19 (3): 3-6. viridis) in kruiden langs de Vlootbeek. – Brachytron 20 (2) [2019]: Dijkshoorn, D. & J. Smit 2020. Oproep. Kijk uit naar de ogentroostdik- 87-93. poot Melitta tricincta. – HymenoVaria 20: 56. Gielen, K. & K. Smets 2020. Mycetophagus ater en Eulagius filicornis, Dorp, K. van 2020. Een leven lang spinnen: Christa Deeleman en haar twee nieuwe boomzwamkevers voor Nederland (Coleoptera: collectie. – Nieuwsbrief SPINED 39: 2-8. Mycetophagidae). – Entomologische Berichten 80 (6): 213-219. Dorp, K. van 2020. A life of spiders: Christa Deeleman and her collec- Gijzen, T. van 2020. Over loopkevers tussen bestrating, met Tachyura tion. – Nieuwsbrief SPINED 39: 9-13. diabrachys nieuw voor Nederland (Coleoptera: Carabidae). – dos Reis Oliveira, P.C., H.G. van der Geest, M.H.S. Kraak, J.J. West­ Entomologische Berichten 80 (1): 31. 16 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Gmelig Meyling, A. 2020. Klein gedierte van water, land en strand. – In: variation of webworm-parasitoid interactions in hogweeds Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & M.C.A. van Aar (reds.), (Heracelum spp.) in the Netherlands. – Environmental Entomology Meten wat er leeft - De kracht van samenwerking in het Netwerk 49 (4): 924-930. Ecologische Monitoring. Wageningen. Wettelijke Onderzoekstaken Heeffer, J. 2020. Libellenonderzoek in De Kaaistoep. – In: Wielink, Natuur & Milieu. WOt-special 1: 34-35. P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Gmelig Meyling, A. & A. Boesveld 2019. Nauwe korfslakken verplaat- (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. sen bij Hoek van Holland; het hoe en waarom van een translocatie. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 294-305. – Zoekbeeld 19 (1): 3-12. Heijerman, Th. 2020. Eerste waarneming van de facultatieve doodhout- Gmelig Meyling, A., A. Boesveld, J. de Boer & T. Neckheim 2019. Het kever Diaclina fagi in Nederland (Coleoptera: Tenebrionidae). – natuurbeleid en de afname van de nauwe korfslak. – Zoekbeeld 19 Entomologische Berichten 80 (3): 78-83. (1): 17-23. Heijerman, Th. 2020. Ceutorhynchus scrobicollis, een nieuwe snuit­ Godijn, N. & L. Slikboer 2020. Oliekevers rond het Haringvliet. – kever voor de Nederlandse fauna (Coleoptera: Curculionidae). – Sterna 65 (1): 32-33. Entomologische Berichten 80 (5): 185-186. Goossens, R. 2020. Research on the distribution of Sesia bembeciformis Heijerman, Th. 2020. Ixapion variegatum en Gastrallus knizeki, twee (Lepidoptera: Sesiidae) in Belgium, the Netherlands and northern nieuwe kevers voor Nederland op maretak (Coleoptera: Brentidae France. – Phegea 48 (3): 50–57. & Ptinidae). – Entomologische Berichten 80 (6): 194-208. Goud, J., A. de Heij & A.-F. Hiemstra 2019. Cephalopods in the North Heijerman, Th. 2020. Otiorhynchus clavipes in Nederland (Coleoptera: Sea. – Vita Malacologica 18: 34-67. Curculionidae). – Entomologische Berichten 80 (6): 229-230. Groenewoud, H. 2020. Excursie 2019 in de Maasduinen; een eerste Heijerman, Th. & J. van Roosmalen 2020. Eerste exemplaar van de evaluatie. – Franje 23 (45): 16-20. exotische boktor Pterolophia angusta multinotata in Nederland Grootaert, P., P. Beuk & I. Shamshev 2020. A new species of Drapetis (Coleoptera: Cerambycidae). – Entomologische Berichten 80 (4): Meigen from calcareous grassland in southern Netherlands 118-121. (Diptera, Hybotidae, Tachydromiinae). – Belgian Journal of Ento­ Heijerman, Th., F. van Nunen, J. Willemsen, B. Drost, O. Vorst & mology 97: 1-11. A. Bouma 2020. Nanophyes brevis, een nieuwe snuitkever voor de Groothuis, J. & J. Noordijk 2020. De meeste mieren hoeven niet bestre- Nederlandse fauna (Coleoptera: Brentidae). – Entomologische den te worden. – Dierplagen Informatie 2020 (3): 9. Berichten 80 (6): 209-212. Grosscurt, A.C. 2020. Phyllocolpa piliserra (Hymenoptera: Tenthredi­ ­ Helmer, J. 2020. Hormonen en poep. – In: Eekelder, P. & G. Kurstjens nidae),­ een voor Nederland nieuwe bladwesp. – Entomologische (red.), Meerjarenoverzicht 2017-2019, Stichting Flora- en Fauna­ Berichten 80 (2): 68-69. werkgroep Gelderse Poort, pp. 24-25. Grosscurt, A.C. 2020. Tetraneura nigriabdominalis (Hemiptera: Helsdingen, P.J. van 2020. Recent changes in nomenclature (2020.1). Aphididae), een voor Nederland nieuwe galverwekkende luis op – Nieuwsbrief SPINED 39: 18-19. iep. – Entomologische Berichten 80 (3): 107-108. Helsdingen, P.J. van 2020. Faunistiek en dynamiek in de spinnenwereld Grunsven, R. van & G. Bos 2019. De sierlijke witsnuitlibel, een verras- 2020. – Nieuwsbrief SPINED 39: 20-25. sende terugkeer. – De Levende Natuur 120 (6): 218-220. Hendriks, P. 2020. Verpopping van de veengeelgerande waterroofkever Haas, M. de 2020. True hoppers of the WP. – Elektronische publicatie (Coleoptera: Dytiscidae: Dytiscus dimidiatus). – Entomologische beschikbaar­ op https://truehopperswp.com. Berichten 80 (2): 59-67. Truehopperswp.com is een nieuwe cicadensite geïnitieerd door Marco Hermans, J.T. & H.J.M. van Buggenum 2020. De rode bosmieren de Haas. ‘True hoppers’ is de nieuwe aanduiding voor de hele groep van (Formica rufa-groep) van Landgoed Rozendaal en Schrevenhof. cicadenfamilies als tegenhangers van ‘true bugs’ de gebruikelijke aan- Deel 1. Ecologie van rode bosmieren en boskolonisatie rond 1990 duiding van wantsen. De site beslaat het hele West-Palaearctisch gebied en 2019. – Natuurhistorisch Maandblad 109 (8): 163-171. met bijna 2700 soorten. Het doel is om van elke soort goede foto’s, de Hoeymans, B. 2020. Dagvlinders. – Nieuwsbrief het Merkske 7: 24-27. geografische verspreiding en de Hoeymans, B. 2020. Nachtvlinders van het Merkske. – Nieuwsbrief het biologie weer te geven. Inmiddels Merkske 7: 32-34. zijn er prachtige foto’s van bijna Hop, H. 2019. Ptilocolepus granulatus (Pictet 1834) na bijna een kwart 750 soorten opgenomen met eeuw weer aangetroffen. – De Digitale Kokerjuffer 22: 4-7. name dankzij de bijdrage van Hoppenbrouwers, P. 2020. Ontdekking van een populatie van de sier- Gernot Kunz, foto’s die hopelijk lijke witsnuitlibel (Leucorrhinia caudalis) in de Gelderse Poort. – zullen inspireren om aan deze Brachytron 20 (2) [2019]: 82-86. bijzondere groep insecten meer Hoppenbrouwers, P. 2020. Bijzondere insecten 2017-2019. – In: aandacht te geven. De site is Eekelder, P. & G. Kurstjens (red.), Meerjarenoverzicht 2017-2019, duidelijk een groeiproject. De Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort, pp. 12-15. verspreiding per land is vooral Hoppenbrouwers, P. 2020. De ontdekking van een populatie van de gebaseerd op de Fauna Europaea en recente soortenlijsten. Van enkele sierlijke witsnuitlibel. – In: Eekelder, P. & G. Kurstjens (red.), Europese landen is de cicadenfauna goed bekend, voor veel landen is er Meerjarenoverzicht 2017-2019, Stichting Flora- en Faunawerkgroep nog veel werk te doen. Per land wordt aangegeven welke literatuur Gelderse Poort, pp. 18-19. gebruikt is. En handigheidje is de mogelijkheid om de cicadenfauna van Hoppenbrouwers, P. 2020. Voortplanting van de zadellibel in de Millin­ verschillende landen met elkaar te vergelijken. Natuurlijk valt er nog gerwaard.­ – In: Eekelder, P. & G. Kurstjens (red.), Meerjaren­ veel te wensen en te verbeteren aan de site en daarvoor de is de hulp van overzicht 2017-2019, Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse veel cicadenspecialisten nodig. Maar bovenal de site nodigt uit om je te Poort, pp. 20-21. verdiepen in deze groep. [KdB] Hoppenbrouwers, P. 2020. Hooibeestjes & hoog water. – In: Eekelder, P. & G. Kurstjens (red.), Meerjarenoverzicht 2017-2019, Stichting Haelewaters, D. 2020. Wie zit er op mijn lijf. Schimmels op geleedpo- Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort, pp. 22-23. tigen. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, Hoven, W. van 2019. Mijn queeste voor Criorhina ranunculi. – De Vlie­ T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte genmepper­ 19 (2): 3-4. stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 416- Hoven, W. van 2020. Op zoek naar een Psilota in het gazon. – De Vlie­ 419. genmepper­ 20 (1): 6-7. Haelewaters, D. & A. De Kesel 2020. Checklist of thallus-forming Huisman, H. 2020. Nieuwe of ongewone soorten voor Wezep en Laboulbeniomycetes from Belgium and the Netherlands, including Ouddorp, vooral in 2018. – Franje 23 (45): 8-10. Hesperomyces halyziae and Laboulbenia quarantenae spp. nov. – Huisman, H. 2020. Enkele opvallende micro’s uit 2018. – Franje 23 MycoKeys 71: 23-86. (45): 35-37. Hallmann, C.A., Th. Zeegers, R. van Klink, R. Vermeulen, P. van Huisman, H. 2020. Het wonderlijke jaar 2020. Over soorten die er niet Wielink, H. Spijkers, J. van Deijk, W. van Steenis & E. Jongejans waren. – Franje 23 (46): 76-77. 2020. Declining abundance of beetles, moths and caddisflies in the Huisman, K.J. & T.S.T. Muus 2020. Caloptilia semifascia (Lepidoptera: Netherlands. – Insect Conservation & Diversity 13 (2): 127-139. Gracillariidae): een voor Nederland nieuwe steltmot op Spaanse Ham, W. van der 2020. Nee, dat is geen gal: bladmineerders. – aak. – Entomologische Berichten (4): 131-137. Nieuwsbrief van de EIS-Gallenwerkgroep 1: 11-12. Huwae, P. 2019. Andere liefhebbers; over parasieten en commensalen Harvey, J.A., P.J. Ode & R. Gols 2020. Population- and species-based van zeezoogdieren in Nederland. – Het Zeepaard 79 (5): 193-201. Publicaties 17

Ibáñez‑Justicia, A., J.D. Alcaraz‑Hernández, R. van Lammeren, van de Zwitserse glansslak Oxychilus navarricus helveticus (Blum, C.J.M. Koenraadt, A. Bergsma, L. Delucchi, A. Rizzoli & W. Tak­ 1881) in Nederland. – Spirula 424: 28-29. ken 2020. Habitat suitability modelling to assess the introductions Koese, B. 2020. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan... – In: Bink, of Aedes albopictus (Diptera: Culicidae) in the Netherlands. – R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & M.C.A. van Aar (reds.), Meten Parasites & Vectors 13: 217. wat er leeft - De kracht van samenwerking in het Netwerk Jacobusse, E. & L. Calle 2020. Zeldzame bijen in Zeeland in 2018 en Ecologische Monitoring. Wageningen. Wettelijke Onderzoekstaken 2019. – Rapport 2020-8-2, Stichting Landschapsbeheer Zeeland, Natuur & Milieu. WOt-special 1: 28-29. Goes. Kooi, R.E. 2020. In memoriam Simon Cornelis (Siem) Langeveld (10 Jagt, J.W.M. & E.A. Jagt-Yazykova 2019. Late Cretaceous and Ceno­ juni 1936 - 19 september 2018). – Entomologische Berichten 80 zoic cephalopods from the southern North Sea Basin: stocktaking (4): 147-149. and future directions. – Vita Malacologica 18: 1-33. Kos, M. 2020. Waarom verzamelen jonge hommelkoninginnen voor Jansen, M. 2020. Dop- wol- en schildluizen. – In: Wielink, P. van, hun winterslaap stuifmeel? – HymenoVaria 20: 36-39. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), Krediet, A. 2020. Earthworms: Photographic guide to the species De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. of Northwestern Europe. – Stichting Jeugdbondsuitgeverij, KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, p. 582. ’s-Graveland.­ Jansen, M.G.M. & W. den Hartog 2020. First observation of the white- Kuijken, P. 2020. Veldobservaties. Nomada guttulata in het westen. – fly Aleurochiton acerinus and armoured scale insect Aspidiotus HymenoVaria 20: 20-21. hedericola in the Netherlands (Hemiptera). – Entomologische Kuijken, P. 2020. Veldobservaties. Nomada ‘explosie’ in het westen. – Berichten 80 (4): 122-126. HymenoVaria 20: 21-22. Jansen, S. 2020. De greppelsprinkhaan (Roeseliana roeselii) in de Kuijken, P. 2020. Op zoek naar bijen in de Zandvoortse duinen. – gemeente Roerdalen. Een overzicht van dertig jaar onderzoek. – HymenoVaria 21: 79. Natuurhistorisch Maandblad 109 (10): 197-204. Kurstjens, G. 2020. Boktorren in de Gelderse Poort: Dood hout leeft! Kaag, K. 2020. Een vroege Celypha rosaceana. – Franje 23 (45): 37-38. – In: Eekelder, P. & G. Kurstjens (red.), Meerjarenoverzicht 2017- Kaag, K. 2020. Micro-vlinders in de Schoorlse duinen. – Franje 23 (45): 2019, Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse Poort, pp. 38-39. 16-17. Kaag, K. 2020. Leuke waarnemingen in 2019. – Franje 23 (46): 61. Langbroek, W. & B. de Boer 2019. Bijzondere kokerjuffers in referen- Kaag, K. 2020. Vierbandspanners. – Franje 23 (46): 61-62. tiecollectie van Hollands Noorderkwartier. – De Digitale Kaag, K. & G. Tuinstra 2020. Vierbandspanners vervolg. – Franje 23 Kokerjuffer 22: 8-12. (46): 67-68. Langbroek, W., C. van de Sande & D. Tempelman 2019. Bijzondere Kalkman, V. & M. Schoonman 2020. Beeldherkenning en het einde van soorten macrofauna in het beheergebied van Waternet en Hollands de veldbioloog? – In: Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & Noorderkwartier. – Macrofaunanieuwsmail 147: 2-4. M.C.A. van Aar (reds.), Meten wat er leeft - De kracht van samen- Langbroek, W., C. van de Sande & D. Tempelman 2019. Bijzondere werking in het Netwerk Ecologische Monitoring. Wageningen. soorten macrofauna in het beheergebied van Hollands Noorder­ Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. WOt-special 1: 102- kwartier. – Macrofaunanieuwsmail 147: 5-13. 103. Lee, G.H. van der, M.H.S. Kraak, R.C.M. Verdonschot & P.F.M. Ketelaar, R. 2019. Tetanocera punctifrons (Diptera: Sciomyzidae) bij Verdonschot 2020. Persist or perish: critical life stages determine bronbeekje­ in Zuid-Limburg gevonden. – De Vliegenmepper 19 the sensitivity of invertebrates to disturbances. – Aquatic Sciences (2): 6-8. 82 (2): 24. Ketelaar, R. 2020. Grote soortenrijkdom van dazen (Diptera, Tabanidae) Leeuwen, J. van 2019. Effecten van begrazing op een klein niveau - in het Korenburgerveen en Wooldse Veen. – De Vliegenmepper 20 effecten van grazers op samenstelling springstaartgemeenschappen (1): 22-26. (Hexapoda: Collembola) in duingrasland vegetatie. – Stageverslag Keurs, B. ter & M. Reemer 2020. Transatlantisch bezoek: Virginische EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden / HAS Hogeschool, ’s-Herto- houtbij Xylocopa virginica duikt op in Bunnik. – Entomologische genbosch / Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam. Berichten 80 (5): 184. Leeuwen, S. van & G. Majoor (red.) 2019. Malacologische levens­ Klein, W. 2020. In memoriam Harry Pijfers. – HymenoVaria 21: 63-64. verhalen, functionarissen NMV 1934-2019 en Bestuurs- en redac- Klein, W. 2020. De rietgalluizendoder Pemphredon fabricii in Neder­ tieleden BM 1953-2002. – Supplement 3 bij Spirula 421: 1-56. land. – HymenoVaria 21: 94-96. Lenders, A.J.W. & L.C.J. Paulssen 2020. Neushoornkevers profiteren Klein, W. & J.D.M. Belgers 2020. De gevlekte wantsendoder Dryudella van broeihopen voor ringslangen. – Natuurhistorisch Maandblad tricolor (Hymenoptera: Crabronidae) nieuw voor Nederland. – 109 (2): 29-33. Entomologische Berichten 80 (6): 226-228. Leuven, R.S.E.W & G. van der Velde 2019. Meeliftende landslakken: Klink, A. 2020. Ablabesmyia (Dansmug) in Nederland. Een project- verspreiding van de zandslak Theba pisana (O.F. Müller, 1774) voorstel voor taxonomisch en ecologisch onderzoek. – Macro­ door voertuigen. – Spirula 421: 22-24. faunanieuwsmail 149: 2-8. Linden, J. van der 2020. In memoriam Wopke Wijngaard 14-7-1942 – Klink, R. van, K. den Bieman, L. Funke, M. de Haas, F. Helbing, 24-4-2020. – De Vliegenmepper 20 (1): 3-4. S. Herwig, E. Huber, I. Malenovský, H. Nickel, R. Niedringhaus, D. Loon, A.J. van 2020. Miereninteracties in beeld VI: de permanente Poniatowski, V. Rösch, F. Seyen & W. Witsack 2019. Auchenor­ sociaal-parasiet Harpagoxenus sublaevis bij Leptothorax acervo- rhyncha and Psylloidea collected during the 25th Central European rum. – Forum Formicidarum 21 (2): 3-5. Auchenorrhyncha meeting, Arnhem, The Netherlands (Hemiptera: Loos, L.M. van der & A.W. Gmelig Meyling 2019. Het Duiken Auchenorrhyncha and Psylloidea). – Cicadina 18: 43-58. Gebruiken 4. Gegevensanalyse van het Monitoringproject Klink, R. van, J. van Laar-Wiersma, O. Vorst & Chr. Smit 2020. Rewild­ Onderwater Oever (MOO). Fauna-onderzoek met sportduikers in ing with large herbivores: Positive direct and delayed effects of Oosterschelde en Grevelingenmeer. Periode 1994 t/m 2018. – carrion on plant and communities. – PLoS One 15 (1): Stichting ANEMOON, Bennebroek. e0226946. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0226946 Maat, G. van de & B. Aukema 2020. Aradus brevicollis: een nieuwe Klink, R. van, J. Lepš, R. Vermeulen & F. de Bello 2019. Functional schorswants voor Nederland (Heteroptera: Aradidae). – differences stabilize beetle communities by weakening interspecific Entomologische Berichten 80 (5): 170-172. temporal synchrony. – Ecology 100 (8): e02748 Mabelis, A.A. 2020. Bosmieren in de knel. – Vakblad Natuur Bos Kloen, J.-F. 2020. Biotoopvoorkeur van de groene glazenmaker (Aeshna Landschap 165: 18-21. viridis). – Brachytron 20 (2) [2019]: 94-102. Majoor, G., S. Keulen, J. Koert, L. Reutelingsperger, J. Nienhuis & M. Kloen, J.-F. 2020. 2019 recordjaar voor libellen. – Natura 117 (1): Soes 2020. Over de verspreiding van de Amerikaanse hoornschaal 12-13. Musculium transversum (Say, 1829) in Nederland. – Spirula 423: Koel, H., E. van der Spek & H. Nieuwenhuijsen 2020. Waarnemingen 56-58. aan de nesten van de gewone langhoornbij Eucera longicornis op Majoor, G., S. Keulen & S. van Leeuwen 2020. Verslag van de naald- Texel. – HymenoVaria 20: 23-28. slakkenexcursie in Zuid-Limburg, 23-25 augustus 2019. – Spirula Koert, J., S. Keulen & W. Maasen 2020. De Zwitserse glansslak 422: 20-24. (Oxychilus navarricus helveticus), een nieuwe landslak in Limburg. Majoor, G., J. Lever, A. de Groot & B. Lever 2020. Effecten van de – Natuurhistorisch Maandblad 109 (9): 193-194. restauratie­ van fort Sint Pieter op de slakkenfauna. – Natuurhistorisch Koert, J.P.G., G.D. Majoor &W.J. Maassen 2020. De tweede vindplaats Maandblad 109 (3): 55-59. 18 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Manger, R. 2020. Nieuwe populatie oostelijke witsnuitlibel eilandengroep Marker Wadden, een natuurgebied in wording tussen (Leucorrhinia albifrons) in Nederland in 2019. – Brachytron 20 (2) Enkhuizen en Lelystad. Een eerste inventarisatie. – Spirula 424: [2019]: 71-77. 42-49. Margry, K. 2020. Boterkuipjes, lieslaarzen en keukenzeven. Op zoek Nieuwenhuijsen, H. 2020. Een gynandromorf van de gewone zandspin- naar weekdieren in De Kaaistoep. – In: Wielink, P. van, R. Felix, nendoder Arachnospila anceps. – HymenoVaria 20: 34. J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Nieuwenhuijsen, H. 2020. Aanpassing van de Coelioxys soortnamen en Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV- vragen over het subgenus Seladonia. – HymenoVaria 20: 35-36. afd. Tilburg, Tilburg, pp. 158-165. Nieuwenhuijsen, H. 2020. Waarnemingen aan de nesten van de wit- Mastrigt, J. van 2020. Het scheefbloemwitje: de eerste stadsvlinder in baardzandbij Andrena barbilabris. – HymenoVaria 21: 97-99. Nederland? – Natuurhistorisch Maandblad 109 (2): 34-40. Njegovan, J. 2019. Wegmieren aan de paksoi op 5-hoog. – Forum Meer, F. van der 2020. Bijen en wespen in Nationaal Park Hollandse Formicidarum 20 (3): 16-17. Duinen in 2018 (Hymenoptera; Aculeata, angeldragers). – Holland’s Noordam, A. 2019. Schitterend gecamoufleerd op zand, de kustrenspin. Duinen 75: 38-43. – Tussen Duin en Dijk 18 (4): 7-10. Middelman, M., R. Vos & T. Muus 2020. Een mini-nachtvlinderexcursie Noordijk, J. 2019. Wat doen mieren met vogelveren? – Forum Formi­ op de voormalige vliegbasis Soesterberg. – Franje 23 (46): 70-73. cidarum 20 (3): 13-15. Mienis, H.K. 2020. Nieuwe informatie betreffende het voorkomen van Noordijk, J. 2019. Miereninventarisatie van ‘De Gooren en Krochten’ de bolle duinslak Cernuella virgata op Terschelling. – Spirula 422: en omgeving (Zundert, Noord-Brabant). – Forum Formicidarum 20 25-26. (3): 22-24. Mienis, H.K. 2020. Een aanvullend overzicht van de slakken op en bij Noordijk, J. 2020. Een nieuwe trilspin in Nederland: Spermophora het kerkhof van Hoorn op Terschelling, Friesland. – Spirula 422: kerinci (Araneae: Pholcidae). – Entomologische Berichten 80 (3): 27-28. 106. Mienis, H.K. 2020. Een tweede vindplaats van de Spaanse aardslak Noordijk, J. 2020. Eerste vondst van de mierenpissebed Platyarthrus Lehmannia valentiana (A. Ferussac, 1822) in Joure, Friesland. – hoffmannseggi­ bij het Iberisch draaigatje Tapinoma ibericum. – Spirula 422: 29. Forum Formicidarum 21 (2): 16-21. Mienis, H.K. 2020. Aanvullende gegevens betreffende de mollusken- Noordijk, J. 2020. Opilionieuws 12: Hooiwagens van Nationaal Park fauna van de Flamberhorst in Joure, Friesland. – Spirula 423: 11. Hollandse Duinen (5000-soortenjaargebied). – Nieuwsbrief Mienis, H.K. 2020. Nogmaals iets over de molluskenfauna van de Put SPINED 39: 30-31. van Nederhorst nabij Joure. – Spirula 423:59-60. Noordijk, J. & M. Brooks 2020. Een in Nederland aangetroffen ‘bana- Mienis, H.K. 2020. Een eerste overzicht van de land- en zoetwatermol- nenschorpioen’: Tityus tayrona (Scorpiones: Buthidae). – lusken van de Twigen, een natuurgebied bij Joure, Friesland. – Entomologische Berichten 80 (5): 183-184. Spirula 424: 34-35. Noordijk, J. & A. Groenendijk 2020. Groot gezamenlijk web van Mobers, M. 2020. Wijngaardslakken Helix pomatia vastgelopen in das- Ostearius melanopygius (Linyphiidae). – Nieuwsbrief SPINED 39: senraster. – Spirula 423: 61-62. 14-17. Mol, A. (coördinatie) 2020. Soortenlijst. – In: Wielink, P. van, R. Felix, Noordijk, J. & Th. Heijerman 2020. Importgevallen van de termiet J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Coptotermes formosanus (Blattodea: Rhinotermitidae). – Entomo­ Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV- logische Berichten 80 (2): 55-58. afd. Tilburg, Tilburg, pp. 324-375. Noordijk, J. & Th. Heijerman 2020. Opilionieuws 12: Trogulus tricari- Mol, A. 2020. Eikenbomen en bladwespen. – In: Wielink, P. van, natus in Zuid-Holland! – Nieuwsbrief SPINED 39: 28-29. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), Noordijk, J. & J. Schimmel 2020. Exotische bruidsvluchten. – Forum De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Formicidarum 21 (1): 17-20. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 518-527. Noordijk, J. & M. de Winkel 2019. Miereninteracties in beeld V: Cam­ Mol, A. 2020. Twee opvallende cicaden in De Kaaistoep. – In: Wielink, ponotus­ ligniperda versus Formica. – Forum Formicidarum 20 (3): P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker 3-8. (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Noordijk, J., R. Felix, N. de Kort & T. Faasen 2019. Noodplan voor de KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, p. 578. Duitse zandloopkever. – Vakblad Natuur Bos Landschap 159: Mol, A. (coördinatie) 2020. Foutjes in het Kaaistoepboek: Errata en 22-25. corrigenda. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Noordijk, J., J. Groothuis & L.-J. Nederlof 2019. Beschimmelde wit- Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. voetmieren Technomyrmex vitiensis. – Forum Formicidarum 20 (3): TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling 11-12. Tilburg, Tilburg, pp. 139-140. Noordijk, J. & A.J. van Loon 2020. Mieren en heidebeheer; een case- Mol, A. & G. Stooker 2020. Biodiversiteit. – In: Wielink, P. van, study van het Papschot. – Forum Formicidarum 21 (2): 6-12. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), Noordijk, J., Th. Heijerman, R. Morssinkhof & M. de Winkel 2020. Een De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. nieuwe insectenorde in Nederland: spectaculaire vestiging van de KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 82-95. wandelende tak Clonopsis gallica (Phasmatodea: Bacillidae). – Mol, A. & J.W. van Zuijlen 2020. Netvleugelige insecten. – In: Wielink, Entomologische Berichten 80 (1): 2-7. P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Noordijk, J., A. Möller & M. Brooks 2020. Steeds meer woonwijken (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. geteisterd door invasieve mediterrane draaigatjes. – Stad + Groen KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 548-551. 2020 (1): 70-73. Mol, A., T. Peeters & J.W. van Zuijlen 2020. Verantwoording van de Noordijk, J., J. de Rond, W.R.B. Heitmans, Th. Heijerman, P. Boer & nieuwe soorten voor Nederland, die zijn opgenomen in het boek M. Brooks 2020. Een stekend insect in Nederlandse gebouwen: de over De Kaaistoep. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), houtwormplatkopwesp Cephalonomia gallicola (Hymenoptera: Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. Bethylidae). – Entomologische Berichten 80 (5): 173-178. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Oors, R. 2020. Impressie studiedag Lasioglossum, 11 januari 2020. – Tilburg, Tilburg, pp. 129-138. HymenoVaria 20: 4. Moller Pillot, H. 2020. Is facultatieve zomerdiapauze bij aquatische Oosterbroek, P. & N.-J. Dek 2020. De langpootmuggen van Nationaal macrofauna een vrij algemeen voorkomend verschijnsel? – Macro­ Park Hollandse Duinen in 2018 (Diptera: Limoniidae, Tipulidae), faunanieuwsmail 151: 2-4. inclusief de soort Tipula livida, in 1859 al uit het gebied beschre- Mulder, G. & F.F.L.M. Titselaar 2019 Inventarisatie mariene fauna en ven. – De Vliegenmepper 20 (1): 15-21. flora Slikken van Viane september 2018. Rapport voor Rijks­ Ottenburg, F. 2020. Herken de exotische kreeften! – Vakblad Natuur waterstaat. – Nederlandse Malacologische Vereniging, Leiden. Bos Landschap 162: 15-17. Mulder, G. & A. Twigt 2019. Gyroscala lamellosa (Lamarck, 1822) in Peeters, T. 2020. Waaiertjes (Strepsiptera) in De Kaaistoep. – In: Pee­ 1983 op het Katwijkse stand. – Spirula 421: 25-26. ters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in Naves, Ch. 2020. Enkele recente leuke waarnemingen. – Franje 23 (45): De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden 39-41. BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, Neckheim, C.M. & P. Boer 2019. Slakken in mierennesten. – Spirula pp. 17-21. 421: 27-28. Peeters, T.M.J. 2020. Neuswespen (Hymenoptera, Diapriidae) in De Neckheim, C.M. & S.J. van Leeuwen 2020. De malacofauna van de Kaaistoep 4. Het genus Spilomicrus. – In: Peeters, T., A. van Eck & Publicaties 19

T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e Schagen, J. 2020. Veldobservaties. Osmia aurulenta. – HymenoVaria onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / 20: 20. KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 27-33. Schagen, J. 2020. Veldobservaties. Colletes daviesanus problemen. – Peeters, T. 2020. Kweek uit bedeguaargallen. – In: Wielink, P. van, HymenoVaria 20: 22. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), Schans, J. van der 2020. Waargenomen libellen 2019. – Nieuwsbrief het De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Merkske 7: 35-36. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 491-493. Schilthuizen, M. & K. van Achterberg 2020. Corrigendum to ‘A new Peeters, T. 2020. Vijf jaar onderzoek aan bijenhotels. – In: Wielink, parasitoid wasp, Aphaereta vondelparkensis sp. n. (Braconidae, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Alysiinae), from a city park in the centre of Amsterdam’. – (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Biodiversity Data Journal 8: e50971. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 504-509. Schilthuizen, M., W. van Oostenbrugge, S. Visser, M. van der Meer, Peeters, T. 2020. Kleine wespen: werk in uitvoering. – In: Wielink, R. Delval, C. Dias, H. Köster, R. Maarschall, N. Peeters, P. Venema, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker R. Zaremba, C. Beltrami, M. Rossato, L. Latella, F. Nieuwenhuis, (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. N. de Rop, I. Njunjić, M. Perreau & J.M. Koene 2020. Ptomaphagus KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 510-517. thebeatles n. sp., a previously unrecognized beetle from Europe, Peeters, T.M.J. 2020. Het genus Proctotrupes (Hymenoptera: Procto­ with remarks on urban and recent range expansion trupidae) in Nederland 1. Determinatie. – HymenoVaria 20: 42-44. (Coleoptera: Leiodidae). – Contributions to Zoology https://doi. Peeters, T.M.J. 2020. Inleiding tot de wespenfamilie Scelionidae in org/10.1163/18759866-bja10007 Nederland. – HymenoVaria 21: 84-94. Schmidt, A.M. & T. van der Meij 2020. Monitoring van insectenpopu- Peeters, T. & R. Felix 2020. Hymenoptera (excl. Formicidae) in potval- laties in Nederland: Visie en aanpak voor de realisatie van een len op heidegebied De Sijsten. – In: Peeters, T., A. van Eck & monitorings- en onderzoeksprogramma naar de ontwikkelingen van T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e insectenpopulaties in Nederland. – Rapport 3016, Wageningen onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / Environmental Research, Wageningen. KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 41-45. Serier, A.C. 2019. Een reddingsactie voor zwanenmossels Anodonta Peeters, T. & W. Klein 2020. Sociale en solitaire wespen: nauw verwe- cygnaea (Linnaeus, 1758) in de vijver in het Steinerbos. – Spirula ven met de overige kleine fauna en met elkaar. – In: Wielink, P. van, 421: 29-31. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), Shaw, M.R. 2020. Discovery of the genus Venanides Mason 1981 De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. (Hymenoptera: Braconidae, Microgastrinae) in Europe, with des- KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 494-503. cription of a new species parasitizing Carcina quercana (Fabricius) Peeters, T. & A. Mol 2020. Inleiding: Hymenoptera of vliesvleugeligen. (Lepidoptera: Peleopodidae). – Entomologist’s Gazette 71: 45-57. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters Siepel, H. 2020. Bodemmicroarthropoden onder Amerikaanse vogel- & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur kers. – Vakblad Natuur Bos Landschap 166: 3-5. in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 480-483. Sijstermans, L. 2020. Een nieuwe dwergwesp (Trichogrammatidae) Peeters, T. & P. van Wielink 2020. De grijze zandbij en haar vijanden. voor de Nederlandse fauna. – In: Peeters, T., A. van Eck & – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 484-490. KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 23-25. Prick, M. & A. Schreurs 2020. Monopis neglecta, een nieuwe micro­ Sikkema, R.S., M. Schrama, T. van den Berg, J. Morren , E. Munger, nachtvlindersoort voor Nederland (Lepidoptera: Tineidae). – L. Krol, J.G. van der Beek, R. Blom, I. Chestakova, A. van der Entomologische Berichten 80 (3): 94-96. Linden, M. Boter, Tj. van Mastrigt, R. Molenkamp, C.J.M. Koen­ Prick, M., A. Schreurs, S. Lamberts & A. Dahl 2020. Zimmermannia raadt, J.M.A. van den Brand, B.B. Oude Munnink, M.P.G. liebwerdella (Lepidoptera: Nepticulidae), een nieuwe dwerg­ Koopmans , H. van der Jeugd 2020. Detection of West Nile virus in mineermot voor de Nederlandse fauna. – Entomologische Berichten a common whitethroat (Curruca communis) and Culex mosquitoes 80 (4): 127-130. in the Netherlands, 2020. – Euro Surveillance 25 (40): pii=2001704. Pruiksma, S. 2020. Opilionieuws 12: Phalangium opilio houdt niet van Silber, J. & H. Nieuwenhuijsen 2020. Waarnemingen aan de nesten van een warme zomer. – Nieuwsbrief SPINED 39: 33-34. de gewone sachembij Anthophora plumipes. – HymenoVaria 21: Raemakers, I., T. Faasen, W. Schuitema & M. Hoftijzer 2020. Bezige 81-83. bijen in Breda. – Vakblad Natuur Bos Landschap 163: 3-7. Sinnema, S. 2020. Bijzondere waarnemingen in het Wijnjeterper Schar. Raven, H. 2020. Mollusken van de zandopspuitingen op het Noorder­ – Franje 23 (45): 10-12. strand (Scheveningen, Zuid-Holland). – Spirula 423: 12-28. Slikboer, L. & N. Godijn 2020. Bijen op Zuid-Hollandse dijken. – Raven, H. & S. van Leeuwen 2020. Molluscs from fishing nets retrieved HymenoVaria 21: 67-69. from the North Sea, June 2018. – Mollusc World 52: 19-26. Sloggett, J.J. & I. Zeilstra 2020. Geographic variation in the habitat Reemer, M. 2020. Oproep. Het Bodemnestelregister. – HymenoVaria preference of a scarce predatory insect: evolutionary and conserva- 20: 55. tion perspectives. – Ecological Entomology 45 (3): 386-395. Reemer, M. 2020. Nestelplek en gedrag van de gebandeerde dwerg- Smit, J. 2020. Bijzonderheden uit een nest van de veldhommel Bombus zandbij Andrena niveata. – HymenoVaria 21: 73-74. lucorum. – HymenoVaria 21: 64-65. Reemer, M. 2020. Het Bodemnestelregister: stand van zaken najaar Smit, J. 2020. De Aziatische hoornaar in Nederland in 2020. – 2020. – HymenoVaria 21: 77-78. HymenoVaria 21: 99. Rhebergen, F. 2020. De goudwesp Chrysura austriaca in Zuid- Smit, J.T. 2020. Bonte verzameling blaaskaakjes op militair oefenterrein Limburg. – HymenoVaria 20: 30-32. Havelte (Diptera: Conopidae). – De Vliegenmepper 20 (1): 10-11. Rond, J. de & J.D.M. Belgers 2020. Gonatopus pedestris (Hymenoptera: Smit, J.[T.], J. Smit & I. Raemakers 2020. Oproep gestylopiseerd mate- Dryinidae), een nieuwe miertangwesp voor Nederland. – Entomo­ riaal. – HymenoVaria 20: 53-54. logische Berichten 80 (5): 158-160. Smit, J.T., J. Smit, I.P. Raemakers & B. van der Hoorn 2020. The Strep­ Roosen, M. & B. Langeveld 2020. Een verspoelde molluskenfaunule uit siptera of the Netherlands revisited (Insecta). – Entomologische de zandwinning aan de Hogebroeksweg (Raalte) met opvallend Berichten 80 (1): 8-30. veel Habecardium tenuisulcatum (Nyst, 1836). – Afzettingen Somsen, H. 2019. Mieren: emergentie en evolutie. – Forum Formi­ WTKG 41 (2): 29-33. cidarum 20 (3): 8-10. Ruiter, E., G. Mulder-Milderij, M. Bunskoek & A. Huizinga 2020. Soolingen, J. van 2019. Diptera in de Vijfheerenlanden, een aanvulling. Libellen­ in Overijssel. – KNNV Uitgeverij, Zeist. – De Vliegenmepper 19 (2): 9-11. Ruijter, R. de 2020. 6e SWG-dag 12-10-2019. Het Zeepaard 80 (2): Spek, E. van der 2020. De ene malaiseval (vangbus) is de andere niet. 97-99. – HymenoVaria 21: 76. Sanders, D., A. de Groot, P.W. Goedhart, W.J. Dimmers, R. van Kats, Spek, E. van der 2020. Zes nieuwe soorten schildwespen voor Neder­ J.A. Scheper & I. Roessink 2020. Nestelmogelijkheden voor soli- land gevonden op Texel. – HymenoVaria 21: 80-81. taire bijen in bodems van bloemrijke bermen: Een vergelijkend Spek, E. van der, A. Bouma, K. Goudsmits, W. Heijtmans, P. Hoekstra, onderzoek tussen ingezaaide en niet-ingezaaide bermen in de H. Nieuwenhuijsen, B. Jeucken, J. Prijs, F. Rhebergen, J. Schagen, gemeente Sint Anthonis. – Rapport 3019, Wageningen Environ­ J. Smit, A. Teepe & J. van Zweden 2020. Verslag zomerexcursie mental Research, Wageningen. 2019, Noord-Hollands Duinreservaat. – HymenoVaria 20: 8-12. 20 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

Spek, E. van der, H. Nieuwenhuijsen, R. Oors, J. Prijs, F. Rhebergen, wateren in Zuid-Nederland op basis van macrofauna. – Wageningen J. Smit & A. de Wilde 2020. Verslag excursie Strijbeekse heide en Environmental Research, Wageningen. Chaamse bossen. – HymenoVaria 20: 5-7. Verdonschot, R.C.M., P.F.M. Verdonschot, B. Knol, G. Schmidt, M. Steenis, W. van 2019. Verslag Dipteraweekend 2019 in de Biesbosch. Scheepens, B. Brugmans, P. van Beers & J. Lenssen 2020. Effecten – De Vliegenmepper 19 (2): 12-18. van de droge zomer van 2018 op de macrofauna in laaglandbeken. Stichting ANEMOON 2019. Nauwe korfslak afgenomen door natuur­ – H2O online. https://edepot.wur.nl/523297 beleid. – Zoekbeeld 19 (1): 13-16. Verheyde, F., B. Waanders & H. Theite 2020. Kirby’s langsteelgraaf- Stooker, G. 2020. Dagvlinders tellen. – In: Wielink, P. van, R. Felix, wesp Prionyx kirbii, een zoveelste nieuwkomer voor Nederland en J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De België (Hymenoptera: Sphecidae). – Entomologische Berichten 80 Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV- (5): 165-169. afd. Tilburg, Tilburg, pp. 468-477. Verhoogt, K. 2020. Determinatietabel voor Nederlandse weekschildke- Stooker, G. & H. Spijkers 2020. Nachtwacht in De Kaaistoep. – In: vers. – Stichting Jeugdbondsuitgeverij, ’s-Graveland. Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & Verschoor, G. & J. Hermans 2020. De teunisbloempijlstaart (Proserpinus G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in proserpina) in Limburg. – Natuurhistorisch Maandblad 109 (5): Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 454-467. 89-97. Stooker, G. & H. Spijkers 2020. Dagvlinders in De Kaaistoep in 2019. Vogels, C.B.F. 2020. De rol van Culex pipiens-muggen in de overdracht – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in van het Westnijlvirus in Europa. – Entomologische Berichten 80 De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden (2): 38-44. BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, Voogd, J. 2020. Het Nachtvlinderboek; Gevolgen extreme zomer 2018. pp. 85-90. – Franje 23 (45): 12-14. Stooker, G. & H. Spijkers 2020. Nachtvlinders in De Kaaistoep in 2019 Vos, R. & T. Muus 2020. Inheemse vlinders op Amerikaanse eik en en de voorafgaande Amerikaanse vogelkers. – Franje 23 (46): 73-75. 24 jaar. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in Vries, J. de, M.H.S. Kraak, R.C.M. Verdonschot & P.F.M. Verdonschot De Kaaistoep. Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden 2020. Species composition drives macroinvertebrate community BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, classification. – Ecological Indicators 119: 106780. pp. 91-94. Wallis de Vries, M. & R. Bult 2020. Effecten van ontgronden op vege- Strubbe, M. & P. Vanormelingen 2020. Maaibeheer voor bloemrijke tatie en dagvlinders. – De Levende Natuur 121 (1): 23-29. hooilanden:­ houden onze insecten er ook van? – Natura 117 (1): Wallis de Vries, M.F & J.R. van Deijk 2020. Dag- en nachtvlinders in 16-17. kalkrijke Stuurman, J. 2020. Waarnemingen 2019. – Franje 23 (45): 27. Hellingbossen. Vervolgmonitoring van het herstelbeheer. – Natuur­ Stuurman, J. 2020. Nachtvlinders in het Spijkbos. – Franje 23 (46): 58. historisch Maandblad 109 (7): 140-147. Surentu L. & M. van Middelkoop 2020. Wilde Bijen Parade, alles wat Wasmann, E. 2020. Impressie van de determinatiedag op 23 november je over bijen wilde weten. – KNNV Uitgeverij, Zeist. 2019. – Forum Formicidarum 21 (1): 9-10. Swaay, C. van 2020. Vlindermetingen: verder terug in de tijd. – In: Weele, R. van der 2020. Dipterologische overpeinzinkjes. – De Vliegen­ Bink, R.J., O.M. Knol, T. van der Meij & M.C.A. van Aar (reds.), mepper 20 (1): 5. Meten wat er leeft - De kracht van samenwerking in het Netwerk Wielink, P. van 2020. Dauerlarven. – In: Peeters, T., A. van Eck & T. Ecologische Monitoring. Wageningen. Wettelijke Onderzoekstaken Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e Natuur & Milieu. WOt-special 1: 74-75. onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuurmuseum Brabant / Tanis, M.F., L. Marshall, J.C. Biesmeijer & L. van Kolfschoten 2020. KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 11-12. Grassland management for meadow birds in the Netherlands is Wielink, P. van 2020. Nieuwe soorten kevers na december 2019. – In: unfavourable to pollinators. – Basic and Applied Ecology 43: Peeters, T., A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in 52-63. De Kaaistoep, Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden Teepe, A. 2020. Verslag bijensymposium te Kerkrade ‘Bijen, bij de BV / Natuurmuseum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, beek’. – HymenoVaria 20: 13-16. pp. 57-59. Tempelman, D. 2020. Kokerjuffers en schietmotten. – In: Wielink, Wielink, P. van 2020. Insecten verdwijnen, ook in Nederland. – In: P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 312-321. Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 105-109. Tempelman, D., M.J. Sanabria & C. Zuyderduyn 2019. Bijzondere Wielink, P. van 2020. Bladmineerders, gangen vreten in blad. – In: Nederlandse­ waarnemingen in 2019. – De Digitale Kokerjuffer 22: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & 13-17. G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Threels, A., O. Vorst, F. van Nunen, W. Rubers, J. Cuppen, R. Jansen, Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 220-229. C. van de Sande & T. de Goeij 2020. Verslag extra excursie Den Wielink, P. van 2020. Gallen. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Treek, Amersfoort 16 juni 2018. – Sektie Everts Info 126: 7-16. Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, Titselaar, F. & G. Mulder 2020. Inventarisatie van de mariene flora en het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, fauna van de Slikken van Viane. – Spirula 422: 41-48. Tilburg, pp. 230-233. Tuinstra, G. 2020. Waarnemingen in het Lauwersmeergebied. – Franje Wielink, P. van 2020. Dood hout: een bron van leven. – In: Wielink, 23 (45): 20-22. P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Turnhout, S. 2020. De lotgevallen van de rivierrombout in informatie- (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. land: O my God, it’s alive! – Vakblad Natuur Bos Landschap 165: KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 234-243. 3-6. Wielink, P. van 2020. Kreeften in de Oude Leij. – In: Wielink, P. van, Twigt, A. 2020. De weekdieren van Nationaal Park Hollandse Duinen. R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker (red.), – Holland’s Duinen 75: 78-81. De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. Udding, G. 2020. Acht keer in één seizoen verhuizende behaarde bos- KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 264-274. mieren. – Forum Formicidarum 21 (1): 3-9. Wielink, P. van 2020. De Californische rivierkreeft in het Prikven. – In: Vallenduuk, H. 2019. Alternative key to Tribelos, Sergentia and Phae­ Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & nopsectra. – Macrofaunanieuwsmail 148: 3. G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Verdonschot, P.F.M. 2020. Stekende insecten Griendtsveen 2019. – Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 275-277. Notitie Zoetwaterecosystemen, Wageningen Environmental Wielink, P. van 2020. Nachtbraken om kevers te tellen. – In: Wielink, Research, Wageningen. P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker Verdonschot, P.F.M. 2020. Stekende insecten Leegveld. Nulsituatie (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. jaren 2018-2019. – Notitie Zoetwaterecosystemen, Wageningen KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 422-437. Environmental Research, Wageningen. Wielink, P. van 2020. De lotgevallen van een dode blauwe reiger. – In: Verdonschot, R. & P. Verdonschot 2020. Effecten van integraal beekher- Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & stel op de loopkeverfauna. – De Levende Natuur 121 (4): 129-133. G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Verdonschot, R.C.M. & P.F.M. Verdonschot 2020. Ontwikkeling van Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 446-453. een quickscan ecologische kwaliteit voor langzaam stromende Wielink, P. van 2020. Klein gespuis als meelifters op insecten. – In: Publicaties 21

Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & Publicaties Nederlandse Antillen (non-marine) G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 583-589. Boer, P. 2020. Ants of Curaçao, species list. Version 2.0, 23.10.2020. – Wielink, P. van & H. Spijkers 2020. Dode kreeften, dode karpers, dode nlmieren.nl/websitepages/SPECIES%20LIST%20CURACAO. duiven en rotte appels. Verschillende kevers! – In: Peeters, T., html. A. van Eck & T. Cramer (red.), Natuurstudie in De Kaaistoep. Boer, P. 2020. Ants of Aruba, species list. Version 1.0, 23-10-2020. – Verslag 2019, 25e onderzoeksjaar. TWM Gronden BV / Natuur­ nlmieren.nl/websitepages/SPECIES%20LIST%20ARUBA.html. museum Brabant / KNNV-afdeling Tilburg, Tilburg, pp. 69-74. Boer, P. 2020. Identification key of the ant species of Aruba, Bonaire Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. and Curaçao. Version 1.0, 23 X 2020. – nlmieren.nl/websitepages/ Stooker 2020. De Kaaistoep, het best onderzochte stukje natuur in KEY%20ABC%20ants.pdf. Nederland. – KNNV-afd. Tilburg, Tilburg. 720 pp. ISBN 978-90- Bright, D.E. 2019. Studies on West Indian Scolytidae (Coleoptera) 7. 826157-1-5. € 25,- A taxonomic monograph of the bark and ambrosia beetles of the Dit dikke boek biedt een schat aan informatie over het natuur(ontwik­ West Indies (Coleoptera: Curculionoidea: Scolytidae). – Occasional kelings)gebied De Kaaistoep, bij Tilburg in Noord-Brabant. In de jaren Papers of the Florida State Collection of 12: 1-491. 1970 werd het gebied door de aanleg van de snelweg A58 slecht bereik- Debrot, A.O., H. Madden, L.E. Becking, A. Rojer & J.Y. Miller 2020. baar voor agrariërs en vanaf 1990 kocht de Tilburgse Water­ The butterflies of St. Eustatius with faunal comparisons among the leidingmaatschappij de verschillende deelterreinen op. Vanaf 1994 werd adjacent islands of the Lesser Antilles. – Caribbean Journal of gestart met natuurontwikkeling – onder andere ontgronden, waterbe- Science 50 (1): 91-106. heer, aanleg poelen en singels – en in 1995 zette de KNNV-afdeling haar Hedlund, J., E. Ehrnsten, Chr. Hayward, Ph. Lehmann & A. Hayward eerste stappen in het gebied. Hun inventarisaties zijn behoorlijk ‘uit de 2020. New records of the Paleotropical migrant Hemianax ephip- hand gelopen’. De teller staat op piger in the Caribbean and a review of its status in the Neotropics. bijna 9000 soorten en er is ook veel – Journal of Odonatology. DOI: 10.1080/13887890.2020.1787237 ecologisch onderzoek verricht: de Hovestadt, A. & C.M. Neckheim 2020. A critical checklist of the non- titel van dit werk is zeker terecht! marine molluscs of St. Martin, with notes on the terrestrial malaco- Deze aantrekkelijke publicatie, fauna of Anguilla and Saint-Barthélemy, and the description of a met kaarten en veel fraaie foto’s, is new subspecies. – Folia Conchyliologica 57: 1-38. interessant om steeds weer door te Jesse, W.A.M., J. Molleman, O. Franken, M. Lammers, M.P. Berg, J.E. bladeren. Inhoudelijke zit het goed Behm, M.R. Helmus & J. Ellers 2020. Disentangling the effects of in elkaar, met veel aandacht voor plant species invasion and urban development on arthropod com- allerlei inspirerende onderzoeks- munity composition. – Global Change Biology 26 (6): 3294-3306. methoden, informatie over wissel- Sanborn, A.F. 2020. The cicadas (Hemiptera: Cicadidae) of Trinidad werking tussen bodem, landge- and Tobago including the description of three new species and bruik, beheer en soorten, én zeer seven new records, with new records for several additional veel hoofdstukken over insecten. Caribbean Islands. – Zootaxa 4838 (4): 535-565. We lezen onder meer over kever- Soesbergen, M. van & J. Sinkeldam 2019. An annotated checklist of the onderzoek aan uitgelegd dood hout, interacties van wespen met de Branchiopoda (Crustacea) of the Dutch Caribbean islands. – overige kleine fauna en mijten en schimmels op insecten. Een soorten- Zootaxa 4701 (1): 25-34. lijst van 49 pagina’s geeft weer welke soorten er in De Kaaistoep gevon- Wetterer, J.K. 2020. Geographic distribution of Camponotus sexguttatus den zijn. De faunistische gegevens over zeer veel soortgroepen, de uit- (Hymenoptera, Formicidae), a Neotropical carpenter ant spreading gebreide voorbeelden om natuuronderzoek te doen en de vele bekende in Florida. – Transactions of the American Entomological Society entomologen die in dit boek staan maken deze publicatie waardevol en 146 (1): 239-250. bovenal gewoon leuk om te hebben. [JN] Publicaties buitenland Wieringen, M. van & G. Timmermans 2020. Het Noordzeekanaal, route voor trekvissen. – Tussen Duin & Dijk 19 (3): 11-14. Boscari, E., B. Koese, M. Palazzini Cerquetella, R. Fabbri & A. Willemse, M. 2020. Bestuiving en vliegen. – De Vliegenmepper 20 (1): Grapputo 2020. Analyses of rare collection samples as conservation 12-14. tool for the last known Italian population of Graphoderus bilinea- Wit, B. de 2020. Gedrag van de kleine muurspinnendoder (Agenioideus tus (Insecta: Coleoptera). – The European Zoological Journal 87 sericeus). – HymenoVaria 21: 66. (1): 131-137. Woelke, J.B., K. Pham & A.E. Humala 2020. New species of Steno­ Dijkstra, K-D, A. Schröter & R. Lewington 2020. Field guide to the macrus (Hymenoptera: Ichneumonidae: Orthocentrinae) reared dragonflies of Britain and Europe. Second edition. – Bloomsbury. from Bradysia impatiens (Diptera: Sciaridae) in The Netherlands. Daar is hij dan, de lang verwachte herziene editie van ‘de KD’, de rijk – Journal of Natural History 54 (25-26): 1603-1616. geïllustreerde veldgids voor libellen in Europa en Noordwest-Afrika. Wolbers, R. 2019. Mierenexcursie Soesterberg en Soest op zaterdag 6 Deze nieuwe versie van de gids weerspiegelt de grote ontwikkelingen in juli 2019. – Forum Formicidarum 20 (3): 17-21. de Europese libellenfauna en -kennis sinds het verschijnen van de eerste Zuijlen, J.W. van 2020. Vliegen en muggen zijn overal te vinden. – In: editie. Dat is zichtbaar in het verschijnen van zes nieuwe soorten in het Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & werkgebied en dus ook in dit boek. Hieronder zelfs twee nieuw beschre- G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in ven tanglibellen, Ony­cho­gom­ Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 536-545. phus boudoti uit Marok­ko en Zuijlen, J.W. van 2020. Stofluizen: wat kruipt daar door het struikge- O. cazuma uit Spanje,­ de laatste was. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, pas dit jaar beschreven. Er zijn T. Peeters­ & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte vele soorten in beweging, met als stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, p. 579. opvallend voorbeeld Trithemis Zuijlen, J.W. van 2020. Jeuk!! Vlooien in De Kaaistoep. – In: Wielink, kirbyi die Zuidwest-Europa­ heeft P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, T. Peeters & G. Stooker veroverd. Op basis van die nieu- (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte stuk natuur in Nederland. we ontwikkelingen zijn alle ver- KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 580-581. spreidingskaartjes in het boek Zuyderduyn, C. 2020. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen in Nationaal aangepast, maar ook wat vereen- Park Hollandse duinen. – Holland’s Duinen 75: 32-37. voudigd. Daarmee­ geeft dit boek Zwakhals, K. & K. van Achterberg 2020. Ichneumoniden en schildwes- veel meer up-to-date beeld dan pen. – In: Wielink, P. van, R. Felix, J. van Kemenade, A. Mol, zijn voorganger. Een ander T. Peeters & G. Stooker (red.), De Kaaistoep, het best onderzochte opvallende toevoeging zijn de stuk natuur in Nederland. KNNV-afd. Tilburg, Tilburg, pp. 528- twee pagina’s over larven en 533. exuviae, die een goed beeld Zwakhals, C.J. & L.H.M. Blommers 2020. Perilissine wasps (Ichneu­ geven van de variatie tussen de monidae, Ctenopelmatinae) reared from sawflies (Tenthredinidae) families en daarmee ook de toe- in the Netherlands. – Entomologische Berichten 80 (3): 97-104. genomen kennis en interesse op 22 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

dat gebied weerspiegelen. Minder opvallend zijn wellicht de toevoegin- Noordijk, J. & R. Morssinkhof 2020. Opilionieuws 12: Hooiwagens gen en aanpassingen in beschrijving van libellen en gebieden in de zoeken aan de zuidrand van het Centraal-Massief in Frankrijk. – verschillende regio’s. Het is dus niet zomaar een herdruk maar daadwer- Nieuwsbrief SPINED 39: 31-32. kelijk een uitgebreide herziening, die interessant is, zowel voor mensen Penado, A. J.[T.] Smit, A. Franquinho Aguiar, D. Cravo, C. Rego, die nog geen veldgids hebben als voor mensen die de eerste versie al R. Santos & M. Boieiro 2020. The fruit (Diptera, ) hebben. De uitgave is in het Engels en het is nog niet duidelijk wanneer of the Madeira archipelago with the description of a new er een Nederlandse versie komt. En voor de reislustige libellenliefheb- Oedosphenella Frey. – Zootaxa 4810 (3): 559–575. bers nu maar hopen dat er op termijn ook een versie komt met alle Radenković, S., L. Likov, G. Ståhls, S. Rojo, C. Pérez-Bañón, J.[T] soorten uit het Midden-Oosten daarin. [JvtB] Smit, Th. Petanidou, W. van Steenis & A. Vujić 2020. Three new hoverfly­ species from Greece (Diptera: Syrphidae). – Zootaxa 4830 Drukker, D., F. Stokvis & B. van der Hoorn 2020. Ecdyonurus submon- (1): 103-124. tanus Landa, 1969 and Electrogena affinis (Eaton, 1887) new for Reemer, M. 2020. A third species of the rarely collected Oriental hover- Belgium (Ephemeroptera: Heptageniidae). – Bulletin van de fly genus Furcantenna Cheng, 2008 (Diptera, Syrphidae, Koninklijke Belgische Vereniging voor Entomologie 156: 35-48. Microdontinae). – ZooKeys 989: 73-78. Garcete-Barrett, B.R., M.N. Morales, M. Hauser, J.T. Smit, L González, Reemer, M., J.H. Skevington & S. Kelso 2019. Revision of the M.B. Ramírez de López, O. Arias, M. Adorno, G. Sormanti & A. Neotropical hoverfly genus Peradon Reemer (Diptera, Syrphidae, Mereles 2020. New geographical records and key to the species of Microdontinae).­ – ZooKeys 896: 1-93. Eumerus Meigen, 1823 (Diptera, Syrphidae) introduced into the Smit, H. 2020. Water mites of the world, with keys to the families, Americas and Hawaii. – Revista Brasileira de Entomologia 64 (1): subfamilies, genera and subgenera (Acari: Hydrachnidia). – e20190016. Monografieën van de Nederlandse Entomologische Vereniging 12. Harvey, J.A., R. Heinen, I. Armbrecht, Y. Basset, J.H. Baxter-Gilbert, Harde kaft (25,5x18 cm) met leeslint. 774 pagina’s, 3087 figuren. Het T.M. Bezemer, M. Böhm, R. Bommarco, P.A.V. Borges, P. Cardoso, boek kost € 90,- en voor NEV-leden geldt een gereduceerd tarief van V. Clausnitzer, T. Cornelisse, E.E. Crone, M. Dicke, K.D.B. Dijk­ € 65,- voor één boek per lid (prijzen zijn incl. BTW, excl. verzendkos- stra, L. Dyer, J. Ellers, Th. Fartmann, M.L. Forister, M.J. Furlong, ten). Bestellen kan via [email protected]. A. Garcia-Aguayo, J. Gerlach, R. Gols, D. Goulson, J.Chr. Habel, Tien jaar na de onvolprezen N.M. Haddad, C.A. Hallmann, S. Henriques, M.E. Herberstein, Catalogus van de Nederlandse A. Hochkirch,­ A.C. Hughes, S. Jepsen, T.H. Jones, B.M. Kaydan, kevers, heeft de NEV weer een D. Kleijn, A.M. Klein, T. Latty, S.R. Leather, S.M. Lewis, B.C. Lis­ nieuw boekwerk uitgebracht in ter, J.E. Losey, E.C. Lowe, C.R. Macadam, J. Montoya-Lerma, de reeks ‘Monografieën van de Chr.D. Nagano, S. Ogan, M.C. Orr, Chr.J. Painting, Th.H. Pham, Nederlandse Entomologische S.G. Potts, A. Rauf, T.L. Roslin, M.J. Samways, F. Sanchez-Bayo, Vereniging’. De nieuwe uitgave, S.A. Sar, Ch.B. Schultz, A.O. Soares, A. Thancharoen, T. Tscharntke, aflevering 12, betreft de Water J.M. Tylianakis, K.D.L. Umbers, L.E.M. Vet, M.E. Visser, A. Vujic, mites of the world geschreven D.L. Wagner, M.F. WallisDeVries, C. Westphal, Th.E. White, V.L. door Harry Smit. Met het boek is Wilkins, P.H. Williams, K.A.G. Wyckhuys, Z.R. Zhu & H. de Kroon het mogelijk om alle watermijten 2020. International scientists formulate a roadmap for insect conser- van de wereld tot op niveau vation and recovery. – Nature Ecology and Evolution 4 (2): 174-176. van familie, genus en subgenus Korneyev, S.V., J.T. Smit, D.L. Hulbert, A.L. Norrbom, S.D. Gaimari, te determineren. Het boek kan V.A. Korneyev & J.J. Smith 2020. Phylogeny of the genus Tephritis beschouwd­ worden als opvolger Latreille, 1804 (Diptera: Tephritidae). – Arthropod Systematics & van de Water mite genera and Phylogeny 78 (1): 111-132. subgenera van Dave Cook in Lee, K.M., Th. Zeegers, M. Mutanen & J. Pohjoismäki 2020. The thin 1974, waarin 301 genera red line between species - genomic differentiation of Gymnosoma beschre­ ven­ stonden. Ten opzich- Meigen, a taxonomically challenging genus of parasitoid flies te van 1974 zijn daar in Smit (Diptera: Tachinidae). – Systematic Entomology. DOI: 10.1111/ maar liefst 184 nieuwe genera bijgekomen (nog los van gesynonimi- syen.12450 seerde subgenera). Het laat zien dat het tijd werd voor een revisie en ook López-García, G.P., M. Reemer, G. Debandi & X. Mengual 2019. New dat er vermoedelijk nog steeds wel wat te ontdekken valt. De auteur zelf information about the third stage larva and larval habitat of Micro­ waarschuwt dat het boek mogelijk in tropisch Afrika en Zuidoost-Azië don (Chymophila) bruchi Shannon, 1927 (Diptera, Syrphidae) from nog wel tekort zou kunnen schieten. Na een korte inleiding en een sys- Argentina. – Journal of Natural History 53 (45-46): 2833-2853. tematisch overzicht is het grootste deel van het boek opgebouwd uit Mengual, X., A. Ssymank, J.H. Skevington, M. Reemer & G. Ståhls dichotome sleutels met terugverwijzing. Vrijwel alle coupletten zijn 2020. The genus Afrosyrphus Curran (Diptera, Syrphidae), with a voorzien van duidelijke zwartwitfiguren, ruim 3000 in totaal. Een boek- description of a new species. – European Journal of Taxonomy 635: werk van formaat! [BK] 1-17. Niedringhaus, R., Stöckmann & E. Wachmann 2020. Die Wanzen Smit J.[T.], Th. Zeegers & P. Dorji 2020. A new species of Eumerus Deutschlands­ I. Bestim­mungsschlüssel­ für alle Familien und Gat­ (Diptera, Syrphidae) from the Kingdom of Bhutan, the easternmost tungen. – Fründ, Scheeßel.­ representative of the bactrianus subgroup. – ZooKeys 906: 141- Dit is het eerste deel van een twee- 151. tal rijk met onder andere foto’s Verves, Yu., Th. Zeegers, M. Barták & L. Kanavalová 2019. The family geïllustreerde Duitse determinatie- Rhinophoridae (Diptera) in the Czech Republic and new records werken voor wantsen (Niedring­ from Jordan and Bulgaria. – In: Kubík, Š & M. Barták (eds.), 11th haus et al. 2020). Dit deel bevat de Workshop on biodiversity, Jevany, pp. 163-174. algemene inleidingen en de tabel-  len voor de families, subfamilies en geslachten. De tabellen voor de ondergeslachten en de soorten komen in deel twee, maar dat ver- schijnt mogelijk niet voor 2023 ... Een onmisbare­ aanschaf voor iede- re wantsenliefhebber! Wel jammer dat de wel bij ons en niet in Duits­ land voorkomende Tropido­ steptes­ pacificus (Miridae) en Buchana­ niel­la continua (Antho­coridae) zullen ontbreken. [BA] 23

Publicaties EIS-Nederland (zie ook eis-nederland.nl/publicaties). Bestellen kan per e-mail ([email protected]) of per post (EIS Kenniscentrum Insecten, Postbus 9517, 2300 RA Leiden). De rekening wordt met de bestelde publicaties meegestuurd. De prijzen zijn inclusief BTW, maar exclusief verzend­kosten. Nederlandse Faunistische Mededelingen prijs (EUR): Higler, L.W.G. – Verspreidingsatlas Nederlandse kokerjuffers Nieuwe reeks (1998-heden); zie eis-nederland.nl/publicaties voor (Trichoptera) (2008) 15,00 inhoudsopgaven. Uitgegeven i.s.m. Naturalis. Teunissen, A.P.J.A. – Verspreidingsatlas Nederlandse boktorren Reguliere nummers (Cerambycidae) (2009) 15,00 8-9, 11-12, 14-31, 33-55. 13,00 Boer, P., J. Noordijk & A.J. van Loon. – Ecologische atlas van Nederlandse mieren (Hymenoptera: Formicidae) (2018) 15,00 Speciale nummers 10. Catalogus van de Nederlandse spinnen Overige uitgaven EIS-Nederland (1999) 16,00 Reemer, M. – Basisrapport Rode Lijst sprinkhanen en krekels 13. Atlas van de Nederlandse watermijten (2012) 10,00 (Acari, Hydrachnidia) (2000) 16,00 Termaat, T. & V.J. Kalkman – Basisrapport Rode Lijst libellen 2011 32. Overzicht van de Nederlandse Leptolida volgens Nederlandse en IUCN-criteria (Odonata) (2012). (= Hydroida) (Cnidaria: Hydrozoa) (2009) 16.00 Brachytron 14 (2): 75-187. 12,50 41. Oases of marine biodiversity in the Dutch North Sea (2013) 15.00 Peeters, T.M.J. & M. Reemer. – Bedreigde en verdwenen bijen Nederlandse Faunistische Mededelingen + Entomologische in Nederland (Apidae s.l.) – Basisrapport met voorstel voor de Tabellen, jaarabonnement 22,50 Rode Lijst (2003); als pdf beschikbaar via eis-nederland.nl de Bruyne, R.H. et al. – Bedreigde en verdwenen land- en zoetwater­- Entomologische Tabellen mollusken in Nederland (Mollusca) – Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst (2003) 6,00 Reemer, M. et al. (red.). – Changes in ranges: invertebrates on the move. Proceedings of the 13th international colloquium of the European Invertebrate Survey, Leiden, 2-5 September 2001 (2003) 10,00 Kleukers, R. et al. (red.). – Passie voor kleine beestjes - 33,3 jaar Stichting EIS-Nederland (2008) 7,50 Rapporten EIS-Nederland Veel rapporten die in opdracht door EIS zijn gepubliceerd zijn als pdf te downloaden op eis-nederland.nl Nederlandse Fauna / Natuur van Nederland Te bestellen via: knnvuitgeverij.nl Reemer, M. et al. – De Nederlandse zweefvliegen (2009) 49,95 Noordijk, J. et al. (red.) – De Nederlandse biodiversiteit (2010) 49,95 Peeters, T.M.J. et al. – De Nederlandse bijen (2012) De herdruk is inmiddels ook uitverkocht, maar het boek is beschik- baar als pdf via Bestuivers.nl

Zoekkaarten (gedrukte versies; zie eis-nederland.nl/zoekkaarten voor digitale versies van deze en andere zoekkaarten)

Zoekkaarten Natuur van Nederland Zoekkaarten Natuur van Nederland Zoekkaarten Natuur van Nederland Zoekkaarten Natuur van Nederland

1 Aardhommel 11-23 mm behaard met brede witte band op 8 Weidehommel 9-17 mm 8 Kleineachterlijf groene rossig sabelsprinkhaan behaard, op zwart - 14 DuinsabelsprinkhaanMannetjes van tuinbladsnijder 17-23 temm 20 Boskrekelhaarpluimen op achterschenen,8-10 mm waar 26 Kalkdoorntjelichte haarbandjes mm: op ♂ het 7-9, achterlijf. ♀ 8-11 32 Moerassprinkhaanvlekken van korte, witte beharing. 37 ZwartNestelt wekkertje in zelfgegraven gangen in de 42 Locomotiefje dichte beharing mm: aan ♂ 13-15, onderzijde ♀ 17-21 achter - achterlijf. Verschilt van andere wesp- 37 Bloedbijen 5-8 mm Sabelsprinkhanen ♂ ♀ ♂Bombus terrestris mrt-sept achterste helft, gevolgd♀ door een smal Bombus pratorum mrt-sept Tettigoniabehaarde cantansachterlijfspunt 23-30na. Verwar mm - Platycleisonderscheiden albopunctata door de sterkjuli-sept verbrede, Nemobiusgrote klompen sylvestris stuifmeel meejuli-sept vervoerd TetrixVrouwtjes tenuicornis groefbijen verschillenapr-sept door- StethophymaVerschilt van grossum gelijkende soortenjuli-sept door Omocestusgrond. April-juni rufipes zijn alleenjuli-sept vrouwtjes Chorthippuslijf waarmee apricarius stuifmeel getransporteerdjuli-sept bijen in tuinen door het ontbreken van Sphecodes sp. apr-sept Basisbehoeften: bloemen en onderdak zwart bandje en rood uiterste uiteinde 14-17 mm ring mogelijk met vosje (10),juli-sept maar die is Middelgrotegeelwitte sabelsprinkhaan voortarsen. die door Kleinkunnen zwart krekeltje,worden. Mannetje met korte kan vleu verward- Kleindat kortdoornig zij een lengtegroefje sprinkhaantje middenop dat het zwarte achterschenen,mm: ♂ 16-25, zwarte ♀ 28-35 achter - te vinden. Dezemm: hebben ♂ 11-15, overwinterd ♀ 11-20 enKleine, wordt. bruine Deze sprinkhaan zwarte buikschuier met ovale ge onder- - Meerrode weten tekening. Zwart behaard borststuk met gele 1 SikkelsprinkhaanAan voorzijden van borststuk en Gewone oprolpissebed MierenpissebedRode AmerikaanseKleine, rivierkreeft nauwelijks behaarde, zwarte PaarsGestreepte drieoogje Amerikaanse en andere kleine rivierkreeft pissebedden SoortzoekerMarmerkreeft Soortzoeker en Entomologische tabel (kenmerkend!). Bij mannetje aan voor- Phaneroptera falcata juli-nov Groteop sabelsprinkhaan, onderzijde borststuk te onderschei en achterlijf- de grijsbruineNestelt in allerleikleur en holten, lange vleugels zoals holle gelsworden en Y-vormige met zandbijen, lichte tekening maar opverschilt het lijkt laatsteop gewoon- achterlijfssegment en bosdoorntje. hebben. De Grote,lijfspunt geelgroene en glimmend veldsprinkhaan, zwart achterlijf met Vrij kleineleggen veldsprinkhaan, in het voorjaar die nieuwe lijkt opnesten hooropeningscheidt ende korte soort vleugels. van gelijkende Te on- soorten Nestparasiet van zandbijen, waar- Bijen houden van bloemen. Je vindt ze dus vooral in open, band aan de voorzijde, achterlijf met achterlijf zijn gele banden aanwezig en Procambarus clarkii bijen met deels rood achterlijf. SprinkhanenProcambarus acutus en krekels BijenProcambarus in de falllax tuin forma virginalis Pissebedden in de tuin Rivierkreeften kant van achterlijf meestal ook wat Vrij kleine sabelsprinkhaan die meteen dengeheel van de zwartgrote groenebehaard. sabelsprink - nietstengels, met andere dood sabelsprinkhanen hout en ‘bijenhotels’, te voorhoofd.van andere Maakt algemene een typisch soorten zacht door verschillen dienen met een loep beke- opvallendemet witte rode haarvlekken. onderzijde van Mannetje de lijkt het wekkertje.aan. Vervolgens Mannetje sterven is opvallend zij, waarna in derscheidenin tuinen, van zoals steppesprinkhaan de grote klokjesbij aan (29) Vooronder wie de zich viltvlekzandbij verder wil(24). verVrouwtje diepen gele voorzijde, zwarte middenband achterlijfspunt oranjerood behaard. De gewone oprolpissebed kan meteen herkend worden Door de ronde, brede vorm,Er komen witte verschillende kleur en sterk voorkomen gelijkende in Een klein, oranje-bruin en glanzend pissebedje. Het oog is Probeer ook eens de Soortzoeker Tuinpissebedden. Probeer ook eens de Soortzoeker Rivierkreeften. gele haren. haanNestelt door de in kortere dood hout vleugels en holle en hetstengels, verwarrenmaar ook is. Vrijwel algemeenin de grond. in laagDe wanden stru- rollendcombinatie geluid. Vrij van algemeen geheel donkere in poten ken te21 worden. Grijze Plaatselijkrimpelrug algemeen 13-14 in mm achterdijop andere en gele soorten achterscheen zandbijen met (20 ) en is zwartjuni-september gekleurd, met een verse rode mannetjes achter- en ladderpatroonen groefbijen op de (26-28 vleugel). en locomo- dringt nest van zandbij binnen om bloemrijk landschap, zoals in graslanden, heidevelden en en witte achterlijfspunt. Werksters en te herkennenSoms ontbreekt is aan de achtervleugelsgele beharing aan in de wereld van de sprinkhanen soorten voor, die alleen door kenners Nestparasiet van met name de weide- geluid.ook inBekend muurspleten van een enklein andere aantal kunst - weelvan en hetdichte nest grassen worden en bekleed kruiden met in de strooiselen doorlopende van loofbossen lichte in bandjes binnenland. op Zuid-LimburgAndrena en tibialishet rivierengebied, mrt-mei op zwarteniet doorns. makkelijk Geluid te herkennen. een fel tikken, lijfspunt.vrouwtjes De eilegkleppen verschijnen.als hij zich van Mannetjes het heeft opgerold.tiefachtigNestelt geluid.In inuitgestrekte dood Recent hout, alleen holle in stengels,toestand Zuid- valt daar een eimierennesten te leggen op de stuifmeel kan -de mierenpissebed niet met andere klein en bestaat uit drie tegen elkaar aangelegen punt- Dit is een gratis digitale sleutel, te vinden onder: Dit is een gratis digitale sleutel, te vinden onder: koninginnen nauwelijks te onder- die deruim voorzijde voorbij devan voorvleugels het achterlijf, uitste waar- - - Stekel op voorlaatstete onderscheiden pootlid. zijn. tuinen. In parken- enStekel bossen op voorlaatstezijn ze vooral pootlid. in de open delen - Stekel op voorlaatste pootlid hommel (8). Vrouwtjes leggen eieren in ken. Algemeen in kruidenrijke, droge plaatsenmatige in holten, Oost-Nederland, zelfs in sleutelgaten. vooral in kustduinen.stukjes van bladeren, die de bij zelf Op enkeleachterlijf. plaatsen Van de in honingbijde duinen. verschilt hij schaars begroeide, vochtige plekken. dat lijktNestelt op schrikdraad. in zelfgegraven Lokaal gangen in de vrouwtjesterven zijn kort,na de met paring, een terwijlzwarte vrouwtjesrand. Limburg,gaten Zwolle in muren en Santpoort-Noord. en ‘bijenhotels’. wordtvoorraad. aangeraden De larve die om uit het de ei Entomo komt - scheiden van veldhommel (2), maar door verwarring mogelijk is met Vrouwtje is grote, donkere zandbij met het gladde, glimmende lichaam op. Het lichaam is vrij soorten verward worden.Nestparasieten De antennen van groefbijen zijn kort en zanden dik.- oogjes. Het zijn voor hun lengte relatief snelle dieren. http://determineren.nederlandsesoorten.nl. Determineren.nederlandsesoorten.nl. nesten van deze hommels, waarna hun ruigeVeel vegetatie in ‘bijenhotels’. in agrarisch gebied. met haar kaken uitknipt en naar het door de kale ogen. algemeengrond. in vochtige graslanden en Vrij algemeenaan einde in van vochtige zomer heide, een plek vooral zoeken In grazige,Bij bloembezoek kruidenrijke sterke vegetaties. voorkeur voor doodt de larve van- de zandbijScharen en eet rood met rode knobbels. - Scharen vaak rood met witte en zwarte knobbels. - Kleine soort met marmertekening. gele banden meestal wat donkerder. graslanden,mannetjes heide steenhommel en bermen. ( 7). Zulke bruine beharing en opvallend oranje- logische Tabel 10 (Sprinkhanen en bijen. Vrouwtje dringt nest van de te vinden. Al in het vroege voorjaar vliegen de eerste bijen larven door de werksters van de weide- 15 Bramensprinkhaannest vervoert. 15-20 mm 21 BoomkrekelNestelt in zelfgegraven gangen10-13 mmin 27 Zeggedoorntje mm: ♂ 8-12, ♀ 10-15 heide, op de hogere zandgronden. benedenom tede overwinteren. grotehoog. rivieren. In het noor- lipbloemen, vlinderbloemen en het stuifmeel op. Houdt van veel vocht en zit leeft vaak wat dieper in de Waarnemingen van pissebedden kunnen worden ingevoerd Mannetjes in tegenstelling tot veld- exemplaren hebben meestal echter rode achterschenen. Van gelijkende - Achterlijf zonderandere opvallende bij binnen om donkere daar een eimiddenstreep. te - Achterlijf met opvallende donkere middenstreep en lichte - Alleen vrouwtjes (parthenogenetische soort) hommels worden grootgebracht. 9 Kleine12 Gewone wrattenbijter sachembij 23-3614-16 mm mm Pholidoptera griseoaptera juli-okt Oecanthuszandgrond. pellucens De nestingangen juli-sept zijn Tetrix subulata apr-sept 25 Gewone slobkousbij 8-12 mm den ook meer in droge biotopen. 43 Steppesprinkhaanslangenkruid. krekels) aan te schaffen. Hierin is op wilgenkatjes en in de herfst zijn ze op bloeiende klimop Waarnemingen van rivierkreeften kunnen worden ingevoerd bij 38 Kustsprinkhaan hommel meestal zonder gele43 harenSteppesprinkhaan op 2 Struiksprinkhaanalleen zwarte haren op de 12-17kop, terwijl mm soorten te onderscheiden door ont- leggen op de stuifmeelvoorraad. bodem. Kan verward worden met andere kleine soorten bij Waarneming.nl. Graag een foto toevoegen. GampsocleisAnthophora glabra plumipes aug-septmrt-mei Middelgrote15 Tuinbladsnijder bruine sabelsprinkhaan, 9-12 te mm Slanke,gemarkeerd gele krekel met die zandhoopjes. niet met andere Bezoekt Klein sprinkhaantje dat lang- en kort- 33 Gouden Macropis sprinkhaan europaea juni-aug 28 Gewone geurgroefbij 6-9 mm Chorthippus vagans juli-sept 35 Geeltipje - Bleke4-7 mm buik met donkere middenstreep zijstrepen. - Areola smal en vaak opvallend licht. kop. Ook te verwarren met tuinhommel Leptophyesmannetjes steenhommel punctatissima op juli-novde kop breken van lichte haarbandjes op een sleutel tot alle Nederlandse De larve die uit het ei komt doodt de Waarneming.nl. Graag een foto toevoegen. 5 Boomhommel 8-20 mm Vrij grote kleurrijke sabelsprinkhaan, te herkennenMegachile aan de centuncularislichaamskleur enmei-sept soortenuitsluitend te verwarren bloemen is. Maakt van (vooral een zeer gele) doornig kan zijn. De langdoornige vorm Chrysochraon dispar juli-aug 38 Kustsprinkhaan Lasioglossum calceatum apr-sept 31 Roetbijenmm: ♂ 13-16, ♀ 18-227-12 mm Nomada sheppardana apr-aug te vinden.en jonkies van de grote soorten. ♂ ♀ ♂(3), die echter aan achterzijde van ♀ Vrij altijdkleine veel bolle gele sabelsprinkhaan haren hebben. met Grote, breedgebouwde bij met dichte achterlijf. Mannetje lijkt op andere Middelgrote, zwarte bij met korte soorten opgenomen, - samenAreola met smal. larve van de ‘gastheer’ en eet het stuif- - Bleke buik zonder donkere middenstreep. Zeer zeldzaam in het wild. Zo nu en dan uitgezette exemplaren af- Bombus hypnorum mrt-aug onderscheiden van de wrattenbijter vorm van de vleugels. Komt vooral voor karakteristiekcomposieten. fluitend geluid. Popula- lijkt op zanddoorntje, maar de knik mm: ♂ 15-19, ♀ 22-28 Chorthippus albomarginatus juli-sept Kleine, grijsbruinePanurgus sprinkhaansp. met juni-aug borststuk een extra gele band heeft. korteNestelt vleugels in allerlei en een holten,brede, gladdezowel boven- beharing. Van het vrouwtje komen twee Vrij grote, breedgebouwde bij met soorten zandbijen (20) en is niet beharing en smalle, in midden onder- Kleine, zwarte bijen met lichte, in het Kleine, donkere, nauwelijks behaarde meel op. April-juni zijn alleen vrouwtjes door de geringere grootte, de witte zoom in dichte vegetatie in bosranden en ties uitsluitend in ruige vegetaties in op de bovenzijde van de achterdij Het mannetje is vrij klein en metallic mm: ♂ 13-15, ♀ 18-23 ovale gehooropening en korte vleugels. soortbesprekingen,Komt foto’s algemeen en vervoor- in het westen van het land en op diverse Vrouwelijkeande- -bijen verzamelenAreola smal. stuifmeel, dat ze naar hun komstig uit aquaria. Nestelt gewoonlijk ondergronds, bij Borststuk geheel oranjebruin behaard, legboor.als ondergronds, Het hele lichaam zoals is in bezet oude met muizen - kleurvormen voor: een grijsgeel be- smalle lichte haarbandjes op achterlijf. makkelijk te herkennen. broken witte haarbandjes op achterlijf. midden onderbroken haarbandjes op Vrij kleine, geheel glimmend zwarte bij met rode vlekjes op borststuk en te vinden. Deze hebben overwinterd en Op eis-nederland.nl/rivierkreeften is meer informatie te aan de zijkant van het halsschild en het uiterwaarden in Zuid-Limburg, rivieren- het rivierengebied,18 Zuid-Limburg en10-12 mm ontbreekt. Vrij algemeen op allerlei groen, met korte, brede vleugels en een Kleine, groene of bruine veldsprink- Te onderscheiden van locomotiefje voorkeur in oude holen van muizen of achterlijfspunt wit. kleineholen stipjes. en boomholten Algemeen open allerleischuren. haarde met een zwart behaarde ach- Vrouwtje met buikschuier: dichte Witbaardzandbij Nestelt in zelfgegraven gangen in de Kenmerkend is de beharing van de achterlijf. Bij vrouwtje zijn achter- bijen. Beharing zwart, behalve de spreidingskaarten.achterlijf. Kenmerkendre plekken. zijn de zwarteLoopt regelmatigleggen in over het voorjaar land. nieuwe nesten nest brengen.Komt Hierop lokaal leggen voor in ze de eenAlblasserwaard ei, waaruit en een op enkelelarve andere plekken struiken en bomen in het stedelijk geluid. Eén populatie op de Veluwe. gebied en stuwwallen in Oost-Neder- Zeeland.Andrena In het hele barbilabris land worden mrt-juni schaars begroeide oevers, vooral in opvallende spitse achterlijfspunt. Het haan. Lijkt door de rechte zijkielen op door het ontbreken van het ladder- vinden over de Nederlandse rivierkreeften. mollen, tot anderhalve meter diep. Nestelt graag in boomholten, maar terlijfspunt, en een zwart behaarde beharing aan onderzijde achterlijf grond, op vlakke, flink begroeide, achterpoten: achterschenen lang en randen van achterlijfssegmenten oranjegeel behaarde achterschenen. uiteinden van de antennen. aan. Vervolgens sterven zij, waarna in in Nederland. Loopt regelmatig over land. gebied, heidevelden en duinen. land. Lokaal in bosbesvegetatie op de incidenteel uit Zuid-Europa getrans- beekdalen en uiterwaarden. vrouwtje is vrij plomp en bruin, met kor- het halsschild het meest op de weide- patroon op de vleugel en het geluid. Te bestellen via ook in allerlei kunstmatige holten, 9 Akkerhommel 9-18 mm met oranjerode beharing van de waarmee stuifmeel getransporteerd zonnige plekken. zeer dicht wit behaard, contrasterend enigszins licht en doorschijnend. In Nederland twee soorten, die moeilijkkan zich Nestparasiet van groefbijen Lasioglos- juni t/m september verse mannetjes en komt die zich met het stuifmeel voedt. Sommige bijensoor­ 10 Wrattenbijter 28-40 mm Veluwe. porteerdeVrouwtje exemplaren met lichtbruin gevonden. behaard borst- te vleugels (vergelijkbaar met vrouwtje sprinkhaan. Verschilt door het geluid Bekend van enkele populaties bij 2 Veldhommel 9-21 mm zoals vogelnestkastjes, spouwmuren, Bombus pascuorum mrt-sept achterschenen. Het mannetje heeft wordt. Buikschuier geheel rood, in stuk en glimmend zwart achterlijf met met de zwarte beharing van de brede Bij mannetje kan achterlijf gedeeltelijk te onderscheiden zijn. www.eis-nederland.nl/et.sum (28). Vrouwtje dringt nest van vrouwtjes verschijnen. Mannetjes 3 Boomsprinkhaan 12-15 mm Decticus verrucivorus juli-aug 28 Zanddoorntje mm: ♂ 9-11, ♀ 11-13 krasser) en opvallend rood gekleurde en de vleugeladering. Vrij algemeen in Nijmegen, in schrale gras vegetaties. oprollen tot ten zijn heel kieskeurig en verzamelen bijvoorbeeld alleen Bombus lucorum mrt-sept schuren en stallen. een heldergele voorzijde van de kop en tegenstelling tot de gedeeltelijk zwarte smalle, in het midden onderbroken 22 Zijdebijen 7-11 mm achtertarsen. rood zijn. Bij mannetje zijn de poten Nestelt in zelfgegraven holen in de groefbij binnen om daar een ei te sterven na de paring, terwijl vrouwtjes MeconemaVariabel gekleurd. thalassinum Donkere exemplaren,juli-okt Forse sabelsprinkhaan, te onderschei- 16 Zadelsprinkhaan 25-32 mm 22 Veenmol 35-50 mm Tetrix ceperoi apr-sept achterscheen en onderzijde van de vrij vochtige graslanden, bermen en is onmiskenbaar door de lange zwarte van de (duidelijk grotere) grote blad- haarbandjes. Beharing achterschenen Colletes sp. juni-sept Nestelt in zelfgegraven gangen in de gedeeltelijk geel. Verwarring is mogelijk grond. een balletjeleggen op de stuifmeelvoorraad. aan einde van zomer een plek zoeken Zwart behaard borststuk met gele Lijktdie op in de Nederland zuidelijke vooralboomsprinkhaan, in het westen den van kleine wrattenbijter door het Ephippiger diurnus aug-sept Gryllotalpa gryllotalpa apr-juni Klein langdoornig sprinkhaantje dat het achterdij. Langvleugelige exemplaren duinen. 44 Bruine sprinkhaan stuifmeel op de bloemen van klokjes of beemdkroon. 6 Gewone koekoeks- pluimpjes aan de middenpoten. snijder (14). Mannetjes van grote blad- witachtig, achterscheen zelf is zwart. grond, op goed verborgen plaatsen. met de parkbronsgroefbij, die echter De larve die uit het ei komt doodt de om te overwinteren. band aan de voorzijde, achterlijf met maarvoorkomen, heeft lange hebben vleugels. oranje Algemeen behaard grotere formaat, het ont breken van de Grote sabelsprinkhaan die onmisken- Onmiskenbaar door de grootte (4-5 cm) meestMiddelgrote lijkt op het bijen zeggedoorntje. met lichtbruin tot zijn zeldzaam. Komt voor in ruige vege- Chorthippus brunneus juni-sept 39 Weidesprinkhaan 44 Bruine sprinkhaanhommel 17-22 mm Nestelt op zonbeschenen plaatsen in snijder te onderscheiden door de smal- Van gelijkende soorten te onderschei- Verzamelt uitsluitend stuifmeel op een bronsachtige glans heeft; boven- 32 Signaalwespbij 8-13 mm larve van de groefbij en eet het stuif- gele voorzijde, zwarte middenband op allerleiborststuk loofbomen en oranje in behaardeparken, tuinen achter - witte zoom aan de zijkant van het hals- baar is door het zadelvormige hals- en tot graafwerktuigen omgevormde Te onderscheidenoranje behaard doordat borststuk de kiel en opglimmend de taties in bermen en uiterwaarden. 39 Weidesprinkhaan mm: ♂ 12-17, ♀ 18-25 Bombus campestris apr-sept de bodem en in wanden of muren, le, zwarte voortarsen. den door formaat, ontbreken van wederik. dien liggen de haarbandjes bij de park- Nomada signata mrt-juni Probeermeel op. ook eens de Soortzoeker sprinkhanen.38 Grote wolbij 10-16 mm en witte achterlijfspunt. Werksters en en bossen.lijfspunt, met verder zwarte beharing. schild en het geluid. Slechts twee schild. Beperkt tot enkele plekken op voorpoten. Vrij algemeen in polder- bovenzijdezwart achterlijf van de achterdij met doorlopende een knik Chorthippus dorsatus juli-sept Kleine, bruine sprinkhaan die sterk lijkt ♂ ♀ ♂ graag in leemachtig substraat. Nestelt in allerlei holten, zoals holle metaalglans, onderbroken witte haar- bronsgroefbij langs de achterrand van Anthidium manicatum juni-aug Bijen bouwen nesten op uiteenlopende plekjes op koninginnen nauwelijks te onder- Borststuk zwart behaard met aan voor- Lichte exemplaren, in Nederland vooral populaties: Nijmegen en Hoge Veluwe. de Veluwe en Nijmegen. Op boompjes gebieden in West-Nederland, verspreid vertoont.wit achtige Vrij algemeen bandjes. op In allerlei tuinen komen 34 Zoemertje mm: ♂ 14-19, ♀ 20-27 mm: ♂ 14-17, ♀ 18-21 op ratelaarSlanke, en nauwelijks snortikker. behaarde, Het makke wesp- - Dit is een gratis digitale sleutel, te vinden onder In tuinen vaak te zien op longkruid. stengels, dood hout en ‘bijenhotels’, bandjes op achterlijf en kleur van de 26 Roodpotige groefbij 9-11 mm. de segmenten en bij Lasioglossum - 36 Maskerbijen 4-9 mm scheiden van aardhommel (1), maar en achterzijde een gele band. Achterlijf 4 Zuidelijkein het oosten, boomsprinkhaan overwegend oranje en struiken op droge heidevelden. in het oosten en zuiden. schaarstwee begroeide soorten voor oevers. (duinzijdebij en Stenobothrus lineatus juli-sept Kleine, groene of bruine veldsprink- lijkst achtigete herkennen bij met aan rood de achterlijfzang, een met gele Grote bij met wespachtig zwart-geel verschillende manieren. Veel soorten nestelen in zelf­ ♂ maar ook wel in de grond. De wanden achterschenen en de beharing hiervan. Halictus rubicundus mrt-sept soorten langs de voorrand. http://determineren.nederlandsesoorten.nl.Hylaeus sp. mei-sept gele banden meestal wat lichter. variabel gekleurd, van overwegend Meconemabehaard en meridionale met witachtige 12-15 haren mm aan 11 Heidesabelsprinkhaan 15-20 mm wormkruidbij), die moeilijk uit elkaar te Vrij kleine veldsprinkhaan die vanwege haan, met lange vleugels. Lijkt door de kort prrr-geluid.dwarsbanden. Vrouwtjes Vrouwtje zijn verschilt niet op van kleurenpatroon. Kan net als een zweef- 13 Bruine rouwbij 9-17 mm van het nest worden bekleed met Mannetje lijkt op andere soorten zand- Nestelt in zelfgegraven gangen in de Mannetjes in tegenstelling tot aard- zwart met weinig geel tot bijna geheel zijkant borststuk. Allerlei tussenjuli-nov- Metrioptera brachyptera juli-sept 23 Kassprinkhaan 13-19 mm houden zijn. In het zuiden van Neder- de brede,Middelgrote zwak gebogen bij met zijkielenroodbruin en behaard rechte zijkielen op het halsschild het naamgewone te brengen. wespbij Algemeen (33) door in heel aanwezigheid Kleine, slanke, zwarte nauwelijks vlieg vliegend stilstaan in de lucht. gegraven holen in de grond. Andere nestelen in gangetjes Melecta albifrons mrt-juni Krekelsstukjes van bladeren, die de bij zelf bijen (20) en is niet makkelijk te her- Veldsprinkhanen grond. April-juni zijn alleen vrouwtjes hommel met gele haren op kop. Ook te geel behaard. Donkere exemplaren van Lijktvormen op de boomsprinkhaan, komen voor. maar Middelgrote bruine of bruingroene Diestrammena asynamora hele jaar land kan in september de klimopbij op getandeborststuk, eilegkleppen glimmend van hetzwart vrouwtje achterlijf meest op de kustsprinkhaan. Verschilt Nederland,van gele veel vlekken in bermen op propodeum en de stad. behaarde bijtjes die meer aan kleine Vrouwtje heeft witte ‘buikschuier’: met haar kaken uitknipt en naar het kennen. te vinden. Deze hebben overwinterd en die door kevers in dood hout geknaagd zijn, of in holle verwarren met tuinhommel (3), die andere hommels te onderscheiden heeftNestelt veel kortere in allerlei vleugels. holten, Algemeen zowel boven- sabelsprinkhaanGrote, breedgebouwde met korte bijvleugels. met enigs - 17 Veldkrekel 20-26 mm Onmiskenbaar door de gebochelde 29 Europeseklimop voorkomen. treksprinkhaan Van andere bijen vooralmet lijkt scherp op het afgetekende schavertje. Onderdoorlopende- door het geluid en de vleugeladering. (achterste deel borststuk). Mannetjes graafwespjes doen denken dan aan dicht tapijt van lange haren onderop nest vervoert. Nestelt in zelfgegraven gangen in de leggen in het voorjaar nieuwe nesten echter aan achterzijde van borststuk doordat de lichte achterlijfsbeharing op allerleials ondergronds, loofbomen zoals in parken, in graspollen, tuinen Te onderscheidenzins ‘gebocheld’ van postuur. de lichtgroene Borststuk Gryllus campestris mei-juni lichaamsvorm, lange poten en sprieten Locustamet vergelijkbaar migratoria uiterlijk helete onder jaar- scheidtwitte zich haarbandjes, daarvan door en het oranjerode grotere Er zijn geen recente vondsten in Neder- 45 Ratelaarmoeilijk te herkennen.mm: ♂ 13-16, ♀ 16-23 andere bijen. Meestal is de voorzijde achterlijf, waarin ze stuifmeelstekel trans- grond, vooral in open zandige bodems, aan. Vervolgens sterven zij, waarna in stengels van bijvoorbeeld vlier of braam. Behangersbijen een extra gele band heeft. beperkt is tot de zijranden en geen en bossen.oude muizenholen en schuren. sabelsprinkhaanlang, lichtbruin en behaard greppelsprinkhaan en het zwarte Zwarte krekel, die door zijn grootte niet en ontbreken van vleugels. Komt alleen scheiden doormm: geheel ♂ 29-51, zwarte ♀ 37-58poten en formaat,achterschenen de langere vleugelsmet oranje en beharing.het land. ChorthippusNestparasiet biguttulus van het vosjejuli-sept (10). van de kop geel getekend (‘masker’) en porteert. Mannetje te herkennen aan 16 Honingbij 12-14 mm ook tussen straatstenen. juni-september verse mannetjes en Nestelt gewoonlijk ondergronds, bij volledige banden vormt. Lichte exem- doorachterlijf de smalle heeft lichte grote zoom zijvlekken aan de van met andere krekels te verwarren is. voor in gebouwen, op continu verwarm- Grotekorte veldsprinkhaan lichte beharing met op lange achterschenen. ladderpatroonDeze combinatie op de vleugel. van kenmerken Maakt een komt Kleine,Vrouwtje bruine sprinkhaan dringt nest dievan sterk vosje lijkt binnen zijn poten gedeeltelijk geel. In tuinen drie zwarte doorns aan achterlijfspunt. bekleden hun nestwanden met stukjes blad, metselbijen Apis mellifera jan-dec 40 Krasser voorkeur in 45oude Ratelaar holen van muizen of plaren zijn46 teSnortikker onderscheiden doordat 5 Gewoon10 Vosje spitskopje 14-1812-14 mm mm achterrandlichte (witachtige van de zijkant tot lichtbruine) van het hals be- - Komt voor in droge heide en stuifzand de plaatsen, zoals kruipruimtes en kas- vleugels.Nestelt Vroeger in zelfgegraven enkele populaties, gangen in de zeer bijkenmerkend andere ‘tuinbijen’ zoemend niet geluid. voor. 40 Krasservrouwtjes verschijnen. Mannetjesjuli-sept op bruineom daar sprinkhaan een ei te en leggen snortikker. op de stuif- komen verschillende soorten masker- Nestelt in bestaande holten, zoals in 19 Meidoornzandbij 13-14 mm sterven na de paring, terwijl vrouwtjes mollen, tot circa 30 cm diep. ze geen ‘strakke’ zwarte band over het ConocephalusAndrena fulva dorsalis juli-oktmrt-mei schild,haring. de cerci Van anderevan het grote,mannetje lichtbruin en de in Zuid-Vrij grote, en Midden-Nederland. donkerbruine bij, vaak sen. Verspreide waarnemingen door het maarbodem sinds deop jarenkale plekken, 1950 verdwenen. vaak in steile Vrij algemeenNestelt in in zelfgegraven rijke kruiden- gangen en in de Pseudochorthippus parallelus Het mannetjemeelvoorraad. maakt Deeen larve ratelend die uit het ei bijen voor, die zeer moeilijk van elkaar hout en leem, holle stengels en muurantenne- verzamelen leem om de tussenwandjes vanstekel te metselen. Andrena carantonica mrt-juni zand- of leemwandjes, ook wel in aan einde van zomer♂ een plek♀ zoeken komt doodt de larve van het vosje en ♂ ♀ ♂ midden van het achterlijf♀ hebben. SlankVrouwtje sprinkhaantje makkelijk met te in herkennen zijaanzicht aan legboorbehaarde van het bijen vrouwtje. te onderscheiden Vrij algemeen door De mannetjesmet gedeeltelijk zingen oranje in het voorjaarachterlijf. hele land. Nu alleen nog incidenteel geïntrodu- grasvegetatiesgrond. Eind op maart droge t/m heide mei op zijn de alleen mm: 13-16, 18-22 geluid van 2-4 sec. Algemeen in bermen te onderscheiden zijn. In tegenstelling spleten. Voor bouw van broedcellen 3 11-22 mm muren. Soms in grote groepen bijeen. om te overwinteren. eet het stuifmeel op. kort en Koekoeksbijen (zoals wesp­ en bloedbijen) maken zelf Tuinhommel Nestparasiet van onder andere akker- spitselange, kop. dichte, Te onderscheiden vosrode beharing van op op drogede grote en vochtigelichte achterlijfsvlekken heideterreinen. (van voorOp hun achterlijf nestholtes. (langs voorranden van de Vrouwtje groot en geheel donker met ceerd, bijvoorbeeld uit voedseldier- Veluwe,vrouwtjes daarbuiten te vinden. zeer zeldzaam. Deze hebben Kleine, groene veldsprinkhaan met kor- en schrale graslanden. tot andere bijen transporteren masker- gebruikt vrouwtje haren van behaarde Bombus hortorum mrt-sept kwekenBezoeken van terrariumhouders. vaak bloemen van composie- te vleugels. Langvleugelige individuen hommel (9) en weidehommel (8). zuidelijkbovenkant spitskopje van borststuk door de kortere en achterlijf, beharing) en de tweekleurig behaarde segmenten) zijn grijswitte dwarsband- Doornsprinkhanenbruine beharing, verschilt van honing- overwinterd en leggen in het voorjaar bijen stuifmeel niet in lichaams- planten, zoals slangenkruid, klit, dik 12 Greppelsprinkhaan 15-20 mm 18 Huiskrekel 15-18 mm ten, zoals boerenwormkruid, jacobs- 35 Schavertje mm: ♂ 11-13, ♀ 14-18 zijn zeldzaam.29 Grote Te klokjesbij onderscheiden van8-10 mm46 Snortikker33 Gewone mm: wespbij ♂ 13-17, ♀ 18-228-13 mm geen nest, maar leggen hun eieren stiekem in de nesten Borststuk zwart behaard met zowel Vrouwtjes leggen eieren in de nesten vleugelsin combinatie en kromme met legboor zwartbehaarde bij het kop achterschenen: boven licht en onder jes te zien die in het midden niet onder- bij door ontbreken van witachtige nieuwe nesten aan. Vervolgens sterven beharing, maar in een inwendige ‘krop’. muizenoor, prikneus, stinkende ballote Roeseliana roeselii juli-sept Acheta domesticus hele jaar 24 Gewoon doorntje mm: ♂ 8-9, ♀ 9-11 30 Blauwvleugelkruiskruid, guldenroedesprinkhaan en kamille. Stenobothrus stigmaticus juli-sept de zompsprinkhaanChelostoma door rapunculi de kortere mei-aug ChorthippusNomada mollis flava juli-oktmrt-juni aan voor- als achterzijde een gele band. van deze hommels, waarna hun larven vrouwtje.en onderzijde Langvleugelige van borststuk exemplaren en achter - zwart. broken zijn. Van gelijkende bijensoor- bandjes op achterlijf. Van grijze rimpel- zij, waarna in juni-september verse Nestelen in holle stengels van bijvoor- en ezelsoor. Voor voedsel bij voorkeur Sprinkhanendie andere bijen en bouwen.krekels zijn de muzikanten Bijen houden van bloemen. In een tuin met bloemen Pissebedden zijn kreeften die op het land leven. In Nederland komen acht soorten kreeften voor, waarvan SupplementMiddelgrote geelgroene sabelsprink- Vrij grote, geelbruinebij krekel, die lijktNederlandse op Tetrix undulata april-sept Oedipoda caerulescensFaunistische juli-sept Klein sprinkhaantje dat lijkt op een achtervleugelMededelingen. van het mannetje en de Kleine, bruine sprinkhaan die sterk lijkt Uitgegeven Achterlijf geel behaard aan voorzijde, door de werksters van deze hommels zijnlijf. zeldzaam. Verwarring Algemeen kan optreden in dichte met rosse Nestparasiet van de gewone sachembij ten te onderscheiden door de behaarde rug te onderscheiden door donkere mannetjes en vrouwtjes verschijnen. Kleine, slanke, zwarte bij met smalle, Slanke, nauwelijks behaarde, wesp- beeld braam, riet of vlier of in door op vlinderbloemen, lipbloemen en haan met korte vleugels. Te onderschei- spoorkrekel en dierentuinkrekel. Klein kortdoornig sprinkhaantje dat 23 Roodgatjemm: ♂ 13-23, ♀ 20-2910-12 mm kleine versie van het zoemertje. Onder- kortere, driehoekige voorvleugel en op ratelaar en bruine sprinkhaan. Het lichaam onder de insecten. Aan de geluiden die de mannetjes zwart op het midden en wit aan de worden grootgebracht. vegetatiemetselbij in vochtige (11), maar biotopen. deze is lichtbe- (12). Het vrouwtje dringt het nest van ogen, de geheel donkere poten en de achterschenen. Mannetje lijkt op Mannetjes sterven na de paring, terwijl onderbroken witte haarbandjes op achtige bij met rood achterlijf met gele kevers geknaagde gangen in dood hout. helmkruidachtigen. De meeste bijensoorten leven alleen (solitair). Slechts vliegen dus al snel bijen rond. Meer dan je denkt: Om te kunnen ademen moeten ze hun kieuwlongen er één inheems is: de Europese rivierkreeft, die op nog den van de heidesabelsprinkhaan en De verschillen zitten in de zang, de lijkt op bosdoorntje en kalkdoorntje. Vrij grote,Andrena grijze veldsprinkhaan, haemorrhoa metmrt-juni scheidt zich door de kortere vleugels en kortere eilegkleppen van het vrouwtje. mannetje maakt een lange serie gelui- achterlijfspunt. Verwarring mogelijk haard op de onderzijde van borststuk de sachembij binnen om daar een ei te grijswitte achterlijfsbandjes. andere soorten zandbijen (20) en is niet vrouwtjes aan einde van zomer een plek achterlijf. Vrouwtjes hebben witte dwarsbanden. Vrouwtje verschiltglad van lichtgroene sabelsprinkhaan door de vorm van de vleugels en koptekening. De verschillen zijn subtiel en dienen blauwe achtervleugels met zwarte het ontbreken van een duidelijk ladder- De zang is sneller dan die van de zomp- den van 10-15 sec. Vrij algemeen op de makenenkele soorten,kun je de zoals soort hommels herkennen, en de net honingbij, als bij vogels. leven in in veel tuinen komen tientallen soorten voor. nat houden, wat verklaart waarom ze op vochtige met aard- en veldhommel (1 & 2) die 7 Steenhommel 12-22 mm 6 Zuidelijken achterlijf. spitskopje Het mannetje 14-18 lijkt opmm leggen op de stuifmeelvoorraad. Nestelt in Nederland vrijwel uitsluitend makkelijk te herkennen. Vrouwtje met oranjebruin behaard zoeken om te overwinteren. ‘buikschuier’: dichte beharing aan signaalwespbij (32) door ontbreken van maar één plek voorkomt. De andere soorten zijn exoten brede lichte zoom van de zijkant van het Vooral in agrarisch en stedelijk gebied, met een loep bekeken te worden. band. Lijkt op de kiezelsprinkhaan patroon op de vleugel. De zang is een sprinkhaan. Algemeen in bermen, hogere zandgronden en in de duinen. lichaam echter de gele band aan achterzijde van Bombus lapidarius mrt-sept Conocephalusandere soorten fuscus zandbijen (20juli-okt) en is niet De larve die uit het ei komt doodt de in bijenkasten van imkers. Bij uitzon- Nestelt in zelfgegraven gangen in de borststuk en glimmend zwart achterlijf onderzijde van achterlijf waarmee gele vlekken op propodeum (achterste Colofon Ze komen vooral voor in mooie, kruidenrijke gras­ halsschild en de legboor van het vrouw- op allerlei permanent verwarmde Algemeen op allerlei schaars begroeide maar die heeft geheel blauwe achter- zacht raspend geluid van 1-3 sec. Vrij graslanden en heide. sociale volken. Hiervan kun je er 38 met deze zoekkaart op naam plekken voorkomen, zoals kleibodem, onder schors, en die kunnen op heel veel plekken in Nederland worden 41 Zompsprinkhaan borststuk missen. Tuinhommel47 heeft Knopsprietje Slankmakkelijk sprinkhaantje te herkennen. met in zijaanzicht larve van de sachembij en eet het dering vestigen aan imkers ontsnapte grond. met oranjerode achterlijfspunt; achter- 27 Parkbronsgroefbij 6-8 mm stuifmeel getransporteerd wordt. deel borststuk). Mannetjes moeilijk te Een uitgave van EIS Kenniscentrum Insecten en Naturalis Biodiversity Centerwit en Mannetjes en vrouwtjes zeer verschil- i.s.m.tje. Plaatselijk algemeen Nederlandse in ruig begroei- plaatsen, zoals boerderijen, vuilnisbel- plaatsen Entomologische op de hogere zandgronden, vleugels. Vrij zeldzaam op droge heide- algemeen inVereniging dichte grasvegetaties op en47 KnopsprietjeNaturalis mm: ♂ 10-15, ♀ 11-16 spitse kop. Onderscheidt zich van Halictus tumulorum apr-sept 2e editie, december 2016 bovendien een aanmerkelijk langere lend gekleurd. Koninginnen en werk- Nestelt in zelfgegraven gangen in de stuifmeel op. volken zich wel eens in een holle boom schenen oranje. Deze combinatie van Deze witte buikschuier onderscheidt herkennen. breed landen en heide, maar ook in de stad zijn diverse brengen. Buiten tuinen kun je nog veel meer hout of stenen. Pissebedden zitten in elke tuin. aangetroffen. Met deze zoekkaart zijn ze te determineren. gewoongrond. spitskopje door de lange de bermen, dijken, en vochtige graslan- ten en bakkerijen. schaars20 in de duinen en rivierengebied. 6-14 mm en stuifzand en kapvlaktes in het bin- heidevelden, vooral in Midden- en 41 Zompsprinkhaan juli-sept Myrmeleotettix maculatus mei-sept tong. sters zwartbehaard met roodbehaarde of oude schuur. Soms bouwen zulke Zandbij mannetje kenmerken komt bij andere ‘tuinbijen’ Kleine, donkere bij met bronsgroene de soort van gelijkende soorten die in Nestparasiet van zandbijen, waar- Vanwege lange tong sterke voorkeur vleugels en de rechtere legboor bij het den.14 Maakt Grote een bladsnijder luid zoemend geluid.12-16 mm zwermen vrijhangende raten aan Andrena sp. mrt-aug nenland.niet voor. Algemeen Het mannetje in de kustduinen, lijkt op andere Noord-Nederland. Pseudochorthippustuinen voorkomen, montanus zoals de blauwe Door deonder verdikte meidoornzandbij antennetoppen (19 )alleen en viltvlek - Tekst en samenstelling: Menno Reemer soortenBijen zijn tye een vinden. handje Met te helpen zo’n 50 door soorten een ‘bijenhotel’ in Nederland op te bijensoorten tegenkomen: er zijn er meer dan 350 Je kunt met de zoekkaart aan de andere zijde achterlijfspunt. Mannetjes met gele ♂ ♀ glans. Achterlijf met lichte haarband- ♂ ♀ ♂ ♀ ♂voor planten met lange bloembuizen, ♀ vrouwtje.11 Rosse Algemeen metselbij in dichte lage 8-12 mm Megachile willughbiella mei-aug 19 Dierentuinkrekelbijvoorbeeld boomtakken, 20-30 als zij mm geen 25 Bosdoorntje mm: 8-9, 10-12 inclusiefsoorten de waddeneilanden. zandbijen (20) en is niet metselbij (30mm:) en groefbijen13-16, (17-2526-28 ). met dezandbij rosse (sprinkhaan24). Vrouwtje te verwarren.dringt nest van Kleurtekeningen: Jeroen de Rond Colofon Colofon haren op kop, gele banden langs voor- Er komen verschillende soorten zand- jes. Groefbijen zijn♂ van zandbijen♀ te is het ook een overzichtelijke groep die je makkelijk zoals lipbloemen (dovenetel, rode vegetaties.Osmia bicornis mrt-juni 13 Lichtgroene sabelsprinkhaan Gryllodesgeschikte sigillatus holte kunnen vinden.hele jaar Derge- Tetrix bipunctata apr-sept makkelijk te herkennen. 36 Wekkertje mm: 13-17, 17-22 Kleine,Nestelt groene in veldsprinkhaan holle stengels enmet door korte kevers Deze zandbijis groter binnen en het omgeluid daar verschilt. een ei te leggen Lijntekeningen: Inge van Noortwijk hangen: een kunstmatige nestelgelegenheid voor bijen die uit Nederland bekend. eenvoudig de algemene soorten onderscheiden. en achterrand van borststuk, en oranje Grote, breedgebouwde bij met smalle bijen voor in tuinen, waarvan de man- onderscheiden doordat zij een met Colofon Een uitgave van EIS Kenniscentrum Insecten en Naturalis Biodiversity Center, Een uitgave van EIS Kenniscentrum Insecten en Naturalis Biodiversity Center, klaver), smeerwortel en vingerhoeds- Bicolorana bicolor 15-18 mm Vrij grotelijke schermen geelbruine worden krekel, in die Nederland het Klein kortdoornig sprinkhaantje dat 31 KiezelsprinkhaanNestelt in zelfgegraven gangen in de Omocestus viridulus mei-aug vleugels.geknaagde Langvleugelige gangen inindividuen dood hout, zijn ook in Algemeenop de op stuifmeelvoorraad. de zandgronden. De larve die Foto voorzijde: zijdebij (Cor Zonneveld) achterlijfspunt. Mannetjes te ver- Vrij grote, breedgebouwde 1.bij met Delichte haarbandjes Nederlandse op het achterlijf. steenvliegennetjes sterk op elkaar lijken (afgebeeld (Plecoptera)lichte haartjes begrensd lengtegroefje Een uitgave van EIS Kenniscentrum Insecten en Naturalis Biodiversity Center, kunt leren kennen. juli 2019 15,00 in dood hout en holle stengels nestelen. mei 2017 kruid. Nestelt op of vlak onder de grond. 7 Grote groene sabelsprinkhaan juli-sept meestmeestal lijkt op snel de huiskrekel.door imkers Verschilt ‘geschept’. lijkt op gewoon doorntje en kalk- Sphingonotusgrond. caerulans juli-sept Vrij kleine veldsprinkhaan, die qua zeldzaam.‘bijenhotels’. Te onderscheiden van de uit het ei komt doodt de larve van de warren met weidehommels (8), maar dichte beharing en zwakke metaal- MiddelgroteVrouwtje groenemet buikschuier: sabelsprinkhaan dichte door het geluid en de vorm van de doorntje.is mannetje De verschillen van de meidoornzandbij zijn subtiel mm: ♂ 17-19, ♀ 20-33 uiterlijkhebben en geluid op het lijkt laatste op zwart achterlijfs wekker-- krasser door de langere achtervleugel 48 Rosse sprinkhaan januari 2017 Tettigonia viridissima 28-35 mm zandbij en eet het stuifmeel op. Samenstelling: Daan Drukker die hebben doorgaans een band van glans. Vrouwtje met kop en uiteinde beharing aan onderzijde achterlijf (19)). Verwarring mogelijk met honing- segment. Er zijn diverse sterk gelijken- Samenstelling: Matty P. Berg juli-okt met korte vleugels. Te onderscheiden vleugels. De dieren worden verkocht en dienen met een loep bekeken te Vrij grote, grijze veldsprinkhaan, met tje. Het mannetje is groen of bruin van het mannetje en de langere voor-8-10 mm Gomphocerippus rufus aug-sept 4 Vierkleurige koekoeks- 17 Pluimvoetbij 12-15 mm 24 Viltvlekzandbij 12-15 mm 30 Blauwe metselbij Tekst en samenstelling: Roy Kleukers Meer weten? Kijk op www.bestuivers.nl Redactie: Roy Kleukers & Berry van der Hoorn gele haren aan de voorkant van het Groteachterlijf sabelsprinkhaan, zwart behaard, te onder borststuk- van waarmeeheidesabelsprinkhaan stuifmeel getransporteerd en greppel- voor de terrariumhandel en kunnen worden.bij, zijdebijen, Recent herontdekt groefbijen in en Neder pluimvoet- - lichtblauwe achtervleugels. De blauw- gekleurd.de soorten De eilegkleppen groefbijen. van Hiervan het is de vleugel en lange bleke eilegkleppen van mm: ♂ 14-16, ♀ 17-23 hommel 13-16 mm Dasypoda hirtipes juni-aug Andrena nitida mrt-juni Osmia caerulescens apr-aug 34 Geelzwarte wespbij 10-13 mm Foto’s: Theodoor Heijerman Foto’s: Bram Koese (uitgezonderd achterlijf. scheidenlichtbruin van deen kleinevoorste groene helft achterlijfsabel- sprinkhaanwordt. Buikschuier door de egaal aan groene voorkant zijkant rood ontsnappen of bewust vrijgelaten land,bij. in HoningbijNP Hoge Veluwe. verschilt In vanlicht, zandbijen open vleugelsprinkhaan heeft een zwarte vrouwtjeparkbronsgroefbij zijn lang en bleek. te onderscheiden Algemeen het vrouwtje. De zang is langzamer. Door de verdikte antennetoppen alleen Foto’s: Paul van Hoof (www.paulvanhoof.nl) Bombus sylvestris apr-aug Nomada succincta apr-juni www.pissebeddenproject.nl Europese rivierkreeft: Jozef Pennerstorfer) Nestelt in allerlei holten, zowel boven- sprinkhaanrossig behaard, door de buiklangere met vleugels. dichte rode van enhet aan halsschild achterkant en de zwart, legboor in tegenvan het- worden.Grote, Wordt slanke zelden bij met buiten lichtbruine gevonden. be- gemengddoor behaardebos op zandgrond. ogen. Zijdebijen en bandVrouwtje op de achtervleugels. is grote zandbij In metNeder oranje- - in allerleidoordat graslanden, de lichte heidehaarbandjes en bermen langs de ZeldzaamVrij kleine, in vochtige, donkerblauwglanzende grazige biotopen. bij met het knopsprietje te verwarren. Foto voorzijde: mannetje Ratelaar. 2. De Nederlandse boktorren (Cerambycidae)achterranden van de segmenten liggen, Bijen online determineren? Klik op Tuinbijen op als ondergronds, zoals oude muizen- beharing (‘buikschuier’). Mannetje met haring en lichte bandjes op achterlijf. pluimvoetbijen verschillen van veel met smalle lichte bandjes op achterlijf. Slanke, nauwelijks behaarde, wesp- 15,00 Borststuk zwart behaard met gele Algemeen in ruigtes in het agrarisch en vrouwtje.stelling Alleen tot de bekend geheel van rode Limburg, van de in landbruin op spoorwegterreinen behaard borststuk en en andere glimmend ten noorden van de grote rivieren, in het Deze is kleiner en het geluid verschilt. Deze zoekkaart is mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zuid-Holland en 42 Locomotiefje band aan voorzijde. Achterlijf48 zwartRosse sprinkhaanholen, nestkastjes en spouwmuren. kop witachtig behaard, borststuk en (duidelijk kleinere) tuinbladsnijder (15). Vrouwtjes onmiskenbaar door grote soorten zandbijen door de doorlopende zwart achterlijf, met langs de zijkant in plaats van langs de voorranden. Vrouwtjes met zwarte ‘buikschuier’: achtige bij met geel en zwart getekend opgezet i.s.m. Groene Cirkels Bijenlandschap.juveniel nog niet rood www.nederlandsesoorten.nl/determineren Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door de Uyttenboogaart-Eliasen Stichting. Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door het Team Invasieve Exoten van de NVWA. stedelijk gebied en natuurgebieden.3. dichteDe gras- en kruidenNederlandse vegetatie. hooiwagenskale stenige substraten. (Opiliones) zuiden zeldzaam. Alleen bekend van Schin-op-Geul. Deze zoekkaart is mede mogelijk gemaakt15,00 door de Uyttenboogaart-Eliasen stichting. Sprinkhanen en Bijen in de tuin Pissebedden in Rivierkreeften 4. De Nederlandse prachtkevers (Buprestidae) 12,50 krekels 1,50 1,50 de tuin 1,50 1,50 5. De Nederlandse boorvliegen (Tephritidae) 15,00 6. De Nederlandse rivierkreeften (Astacoidea en Parastacoidea) 12,50 Overig 7. De Nederlandse goudhaantjes (Chrysomelidae: Chrysomelinae) 15,00 Turin, H. et al. (red.) – The genus Carabus in Europe (2003) 95,00 8. De Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera) 17,50 (te bestellen via: Pensoft.net) 9. De loopkevers van Nederland en België (Carabidae) 17,50 10. De Nederlandse breedvoetvliegen en basterdbreedvoetvliegen (Platypezidae & Opetiidae) 15,00 11. De Nederlandse watermijten (Acari: Hydrachnidia) 17,50 12. De Nederlandse aaskevers (Silphidae) 15,00 Verspreidingsatlassen Aukema, B. et al. – Verspreidingsatlas van de Nederlandse wantsen I (waterwantsen) (2002); uitverkocht, als pdf beschikbaar via eis-nederland.nl Aukema, B. & D.J. Hermes – Verspreidingsatlas van de Nederlandse Neve, A. & R. van der Ham – Bijenplanten: nectar en stuifmeel wantsen II (2006) en III (2014) elk 10,00 voor honingbijen (2014) 22,50 Aukema, B. & D.J. Hermes – Verspreidingsatlas van de Nederlandse Breugel, P. van – Gasten van bijenhotels (3e druk, 2019) 27,50 wantsen IV (2016) en V (2020) elk 15,00 Falk, S. & R. Lewington – Veldgids bijen voor Nederland en deel II-V samen 30,00 Vlaanderen (2017) (te bestellen via: kosmosuitgevers.nl) 39,99 Berg, M.P. et al. – Verspreidingsatlas Nederlandse landpissebedden, Willemse, L.P.M., R.M.J.C. Kleukers & B. Odé – The grasshoppers duizendpoten en miljoenpoten (Isopoda, Chilopoda, Diplopoda) of Greece (2018) 37,50 (2008); uitverkocht, als pdf beschikbaar via eis-nederland.nl 24 Nieuwsbrief EIS 72 (2020)

EIS-werkgroepen ZOETWATERFAUNA (MACROFAUNA) Vliegen (Diptera) Platwormen (Tricladida), bloedzuigers (Hirudinea), garnalen en kreeften (Decapoda) Dazen (Tabanidae), sluipvliegen (Tachinidae), horzels (Oestridae) en paardenhorzels G. van der Velde, Radboud Universiteit, Lab. v. Aquatische Oecologie, Nijmegen (Gasterophilidae) [email protected] Th. Zeegers, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Zoöplankton Roofvliegen (Asilidae), blaaskopvliegen (Conopidae) wolzwevers (Bom­by­liidae), vilt- M. Soesbergen, Lelystad, [email protected] vliegen (Therevidae), snavelvliegen (Rhagionidae), hout­vliegen (Xylophagidae), geur- C. Brochard, Groningen, [email protected] vliegen (Coenomyidae) Aquatische borstelwormen (Oligochaeta) M. van Veen, Huis ter Heide, [email protected] T. van Haaren, Zaandam, [email protected] Wapenvliegen (Stratiomyidae) Rivierkreeften B. Brugge, Purmerend, [email protected] B. Koese, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Fruitvliegjes (Drosophilidae) en dansvliegen (Empidoidea) Watermijten (Acari: Hydrachnidia) P.L.Th. Beuk, Eijsden, [email protected] H. Smit, Naturalis Biodiversity Center, Leiden, [email protected] Boorvliegachtigen (Tephritoidea): Boorvliegen (Tephritidae), Prachtvliegen (Ulidiidae), Libellen (Odonata) Platystomatidae en Pallopteridae Antoine van der Heijden, NVL, Oosterbierum, [email protected] J.T. Smit, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Eendagsvliegen (Ephemeroptera) Slankpootvliegen (Dolichopodidae) D. Drukker, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] M. Pollet, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel, België Steenvliegen (Plecoptera) [email protected] B. Koese, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Zweefvliegen (Syrphidae) Kokerjuffers/schietmotten (Trichoptera) W. van Steenis, Breukelen, [email protected] D. Tempelman, Amsterdam, [email protected] Slakkendodende vliegen (Sciomyzidae) K. Lock, Gent, België, [email protected] A. Barendregt, Voorthuizen, [email protected] Dansmuggen (Chironomidae) Dambordvliegen (Sarcophagidae) H.K.M. Moller Pillot, Tilburg, [email protected] L.E.N. Sijstermans, Geldermalsen, [email protected] Waterkevers: Haliplidae Bromvliegen (Calliphoridae) B.J. van Vondel, Hendrik Ido Ambacht (078-6812819) J. Huijbregts, Leiden, [email protected] Waterkevers: Dryopidae Echte vliegen (Muscidae & Fanniidae) M.B.P. Drost, Wadenoyen, [email protected] H.J. Prijs, Haren, [email protected] Grasvliegen (Opomyzidae) BODEMFAUNA J.W. van Zuijlen, Waalwijk, [email protected] Landpissebedden (Isopoda), duizendpootachtigen (Myriapoda: Chilopoda en Steekmuggen (Culicidae) Diplopoda), primitieve insecten (Apterygota, o.a. Collembola (springstaarten)) A. Stroo, Centrum Monitoring Vectoren, Wageningen, [email protected] M.P. Berg, Westzaan, [email protected] Motmuggen (Psychodidae) Regenwormen (Lumbricidae) W. Reinboud, Utrecht, [email protected] A. Krediet, Delft, [email protected] Langpootmuggen (Tipulidae) Landplatwormen P. Oosterbroek, Amsterdam, [email protected] S. de Waart, Utrecht, [email protected] Kevers (Coleoptera) GALLEN Loopkevers (Carabidae) Plantengallen H. Turin, Renkum, [email protected] H. Roskam, Instituut voor Evolutionaire en Ecologische Wetenschappen, Boktorren (Cerambycidae) Universiteit Leiden, [email protected] A.P.J.A. Teunissen, Eindhoven, [email protected] Kortschildkevers (Staphylinidae) MOLLUSKEN (SLAKKEN, MOSSELS, INKTVISSEN) O. Vorst, Utrecht, [email protected] Weekdieren, zee, zoetwater en land (Mollusca) Bladsprietkevers (Scarabaeoidea) R. de Bruyne, Atlasproject Nederlandse Mollusken, Halfweg, H.C. Pijpers, Smilde, [email protected] [email protected] Bladkevers (Chrysomelidae) S. van Leeuwen, Atlasproject Mariene Mollusken, Bilthoven, J.K. Winkelman, Amsterdam, [email protected] [email protected] Lieveheersbeestjes (Coccinellidae) J.G.M. Cuppen, Ede, [email protected] SPINACHTIGEN Snuittorren (Curculionoidea) Spinnen (Arachnida) Th. Heijerman, Wageningen, [email protected] P.J. van Helsdingen, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden Aaskevers (Silphidae) [email protected] E. Colijn, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Hooiwagens (Opiliones) J. Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Wespen, Bijen e.d. (Hymenoptera) Teken (Ixodida) Blad-, hout- en halmwespen (Symphyta) A. Stroo, Centrum Monitoring Vectoren, Wageningen, [email protected] A.W.M. Mol, Rosmalen, [email protected] Bastaardschorpioenen (Pseudoscorpionida) Schildwespen (Braconidae) J.N.A. Hoffer, Amsterdam, [email protected] C. van Achterberg, Naturalis Biodiversity Center, Leiden, [email protected] Bronswespen (Chalcidoidea) OVERIGE INSECTEN S. Ulenberg, Naturalis Biodiversity Center, Leiden, [email protected] Sprinkhanen, krekels, kakkerlakken en oorwormen (Orthoptera) Sluipwespen (Ichneumonidae) R. Kleukers, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] C.J. Zwakhals, Arkel, [email protected] Wandelende takken (Phasmatodea) Procto’s (Ceraphronoidea, Cynipoidea, Diaprioidea, Platygastroidea, Proctotrupoidea) J. Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] T.M.J. Peeters, Tilburg, [email protected] Wantsen (Hemiptera) Knotswespen (Sapygidae), keverdoders (Tiphiidae), mierwespen (Mutillidae) B. Aukema, Wageningen, [email protected] J. Smit, Duiven, [email protected] Cicaden: spoorcicaden (Delphacidae) Bijen (Apoidea) C.F.M. den Bieman, Ulvenhout, [email protected] M. Reemer, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Schildluizen (Coccomorpha) Goudwespachtigen (Chrysidoidea) M.G.M. Jansen, Lienden, [email protected] J. de Rond, Lelystad, [email protected] Stofluizen (Psocoptera) Spinnendoders (Pompilidae) J. Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] H. Nieuwenhuijsen, Alkmaar, [email protected] Waaiervleugeligen (Strepsiptera) Graafwespen (Sphecidae) J.T. Smit, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] W. Klein, Breda, [email protected] Netvleugeligen (Neuroptera) Plooivleugelwespen (Vespidae) M. Liefting, Amersfoort, [email protected] J. Smit, Duiven, [email protected] Mieren (Formicidae) Vlinders (Lepidoptera) A.J. van Loon, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected] Vlinderfaunistiek J. van Deijk, De Vlinderstichting, [email protected] Non-mariene ongewervelden van de Nederlandse Antillen E. Colijn, EIS Kenniscentrum Insecten, Leiden, [email protected]

EIS-bureau EIS-Bureau, 071-7519314, [email protected] Annemarie Kroon, 071-7519314, [email protected] André van Loon, 071-7519314, [email protected] Johan van 't Bosch, 071-7519309, [email protected] Jinze Noordijk, 071-7519309, [email protected] Ed Colijn, 071-7519309, [email protected] Menno Reemer, 071-7519359, [email protected] Daan Drukker, 071-7519309, [email protected] Linde Slikboer, 071-7519359, [email protected] Roy Kleukers, 071-7519374, [email protected] John Smit, 071-7519359, [email protected] Bram Koese, 071-7519373, [email protected] Theo Zeegers, 071-7519309, [email protected] Martijn Kos, 071-7519314, [email protected]