GEMEENTE RUP Kern Wijtschate herziening Plan-MER screening COLOFON

Opdracht:

RUP Kern Wijtschate herziening – Plan-MER screening

Opdrachtgever:

Gemeente Heuvelland Bergstraat 24 8950 Heuvelland (Kemmel)

Opdrachthouder: Antea nv Buchtenstraat 9 9051 Gent

T : +32 (0) 92 61 63 00 F : +32 (0) 92 61 63 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001

Identificatienummer:

2303543015.doc/fdb

Datum: status / revisie:

April 2016 Definitieve plan-MER scr

Vrijgave:

Alexander Maekelberg, Account Manager

Projectmedewerkers:

Alexander Maekelberg, Projectleider, erkend ruimtelijk planner

 Antea Belgium nv 2017 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd. INHOUD

1 INLEIDING...... 3 2 SITUERING EN AFBAKENING PLANGEBIED ...... 4 2.1 MACRO SITUERING...... 4 2.2 MICRO SITUERING...... 5 3 BELEIDSKADER ...... 7 3.1 STRUCTUURPLANNING ...... 7 3.2 MOBILITEITSPLAN – BELEIDSNOTA ...... 13 3.3 LANDSCHAP, ERFGOED EN ARCHEOLOGIE ...... 18 3.4 OPEN RUIMTEBELEID ...... 20 3.5 DECREET INTEGRAAL WATERBELEID...... 21 4 JURIDISCH KADER ...... 23 4.1 SAMENVATTEND OVERZICHT ...... 23 4.2 GEWESTPLAN (ZIE KAART 14)...... 24 4.3 RUP’S ...... 24 4.4 VERKAVELINGSVERGUNNINGEN ...... 25 4.5 ATLAS DER TRAGE WEGEN (ZIE KAART 13)...... 26 5 VISIE OP HET PLANGEBIED...... 27 5.1 DEELGEBIED SINT-MEDARDUSKERK...... 27 5.2 DEELGEBIED AMBACHT EN KMO ...... 28 6 SCREENING VAN DE PLAN-MER PLICHT ...... 30 6.1 KADERING ...... 30 6.2 BESCHRIJVING PLAN EN AFBAKENING PLANGEBIED ...... 30 6.3 BEPALEN VAN DE PLAN-MERPLICHT...... 31 6.4 NULALTERNATIEF...... 32 6.5 REFERENTIESITUATIE ...... 32 6.6 VOORGENOMEN PLANOPTIES BINNEN HET PLANGEBIED ...... 33 6.7 POTENTIËLE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN ...... 33 6.8 OVERIGE ASPECTEN EN GLOBALE CONCLUSIES ...... 41 7 BIJLAGEN ...... 42 7.1 BASISKAARTEN ...... 42

TABELLEN Tabel 4.1 Samenvattend overzicht van het juridisch kader 23 Tabel 6-1 Huidige luchtkwaliteit 2013 (ATMOSYS) 39

FIGUREN Figuur 2-1 Situering en afbakening plangebied 4 Figuur 2-2 Micro situering en afbakening plangebied deelgebied Sint-Medarduskerk 5 Figuur 2-3 Sint-Medarduskerk met eraan palend het woon- en zorgcentrum 5

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 1 van 42 Figuur 2-4 Micro situering en afbakening plangebied deelgebied ambacht en KMO 6 Figuur 2-5 De betrokken loods en serre langs de Ieperstraat 6 Figuur 3-1 Gewenste ruimtelijke structuur West-Vlaamse heuvels – gebied F1: bosrijk landschap van de West-Vlaamse heuvels – gemengd landbouwgebied van Nieuwkerke HAG 9 Figuur 3-2 Gewenste ruimtelijke structuur Wijtschate 13 Figuur 3-3 Categorisering van de wegen 15 Figuur 3-4 Fietsroutenetwerk 17 Figuur 4-1 RUP Kern Wijtschate (deelgebied Sint-Medarduskerk) 24 Figuur 4-2 RUP Kern Wijtschate (deelgebied ambacht en KMO) 25 Figuur 4-3 Legende RUP Kern Wijtschate 25 Figuur 5-1 Haalbaarheidsonderzoek Sint-Medarduskerk – Voorstel uitbreiding – Niv 0 27 Figuur 5-2 Zoekzones voor een lokaal bedrijventerrein aansluitend op de kern van Wijtschate 28 Figuur 6-1 Zoneringsplan (bron: geoloket VMM) 34

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 2 van 42 1 Inleiding

Het gemeentebestuur van Heuvelland wenst met voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan het RUP Kern Wijtschate beperkt te herzien. De aanleiding voor de beperkte herziening is tweeledig: • het schrappen van de deelzone 3.5 (Zone voor ambacht en KMO), en de achterliggende zone voor gemeenschapsvoorzieningen door de Deputatie uit het RUP Kern Wijtschate (BD 30/6/2011): deze beslissing berustte echter op een verkeerde interpretatie van het GRS door de Deputatie, waardoor de herbestemming van het deelgebied alsnog wordt hernomen, om zo de herlokalisatie van een zonevreemd bedrijf te bevestigen. • de opmaak van een haalbaarheidsstudie voor de herbestemming van de Sint-Medarduskerk (april 2015), die in het kader van meervoudig gebruik een herbestemming van het bestaande kerkgebouw en van het plein voorstelt. De herbestemming omvat zowel gemeenschapsvoorzieningen als een woonbestemming.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 3 van 42 2 Situering en afbakening plangebied

2.1 Macro situering De gemeente Heuvelland is gelegen in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, meer bepaald ten zuiden van en Ieper op de grens met Frankrijk en Henegouwen, en maakt deel uit van het arrondissement Ieper. Het meervoudig hoofddorp Heuvelland heeft een totale oppervlakte van 9.424ha. Het plangebied van voorliggend RUP is in de deelgemeente Wijtschate gelegen. Het plangebied omvat twee deelgebieden, namelijk het deelgebied Sint-Medarduskerk en het deelgebied ambacht en KMO.

Figuur 2-1 Situering en afbakening plangebied

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 4 van 42 2.2 Micro situering 2.2.1 Deelgebied Sint-Medarduskerk Het deelgebied Sint-Medarduskerk situeert zich in het centrum van Wijtschate, achter het gemeentehuis. Centraal in het deelgebied staat de parochiekerk Sint-Medardus, omringd met een beboomde grastuin, deels ommuurd en deels omhaagd. Verder omvat het deelgebied een beperkt deel van het Kerkplein tot aan de pastorie.

Figuur 2-2 Micro situering en afbakening plangebied deelgebied Sint-Medarduskerk

Figuur 2-3 De Sint-Medarduskerk met eraan palend het woon- en zorgcentrum

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 5 van 42 2.2.2 Deelgebied ambacht en KMO Het deelgebied ambacht en KMO omvat een voormalig tuincentrum, bestaande uit een loods met een hoge verhardingsgraad aan de voorzijde van het gebouw. De loods sluit aan op een bestaand serrecomplex aan de noordzijde. De gebouwen (zowel de loods als de serre) worden op vandaag gebruikt voor (zonevreemde) activiteiten van metaalbewerking. Verder is aan de zuidzijde van de bebouwing het perceel in gebruik als akkerland. De percelen gelegen achteraan het bedrijf zijn bestemd als natuurgebied.

Figuur 2-4 Micro situering en afbakening plangebied deelgebied ambacht en KMO

Figuur 2-5 De betrokken loods en serre langs de Ieperstraat

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 6 van 42 3 Beleidskader

3.1 Structuurplanning 3.1.1 Heuvelland in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

3.1.1.1 RSV Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997. Het omvat een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. Het RSV geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aan voor vier structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau:

• stedelijke gebieden en stedelijke netwerken;

• elementen van het buitengebied;

• economische knooppunten;

• lijninfrastructuren. De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt op kernachtige wijze uitgedrukt in de metafoor ‘Vlaanderen open en stedelijk’. Concreet is het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau gericht op:

• het versterken van stedelijke gebieden en netwerken door bundelen van functies en activiteiten;

• het behoud en de versterking van het buitengebied door bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied;

• het concentreren van economische activiteiten in economische knooppunten;

• het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur en het verbeteren van het openbaar vervoer. Het RSV vormt het kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen en werkt aldus door op het provinciale en gemeentelijke niveau. Het RSV selecteert Heuvelland niet als stedelijk gebied. De gemeente behoort dus tot het buitengebied. Het buitengebied is dit gebied waar de open en onbebouwde ruimte overweegt. Het RSV wil het bestaande buitengebied behouden en waar mogelijk versterken. De belangrijkste doelstellingen voor het buitengebied zijn:

• het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gehelen,

• het afstemmen van ruimtelijk beleid en milieubeleid op basis van het fysisch systeem en het tegengaan van versnippering van de open ruimte door landbouw-, bosbouw-, woon- en werkfuncties zoveel mogelijk te bundelen.

3.1.1.2 ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos In uitvoering van het RSV stelt de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos. Deze visie vormt de basis voor het opmaken van concrete afbakeningsplannen voor landbouw, natuur en bos. Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Kust-Polders-Westhoek: Op 3 juni 2005 besliste de Vlaamse Regering over een methodiek voor het herbevestigen van samenhangende agrarische gebieden. Voor deze gebieden kan een formele beleidsbeslissing op het niveau van de Vlaamse Regering genomen worden waarin het planningsproces voor landbouw,

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 7 van 42 natuur en bos afgerond wordt én gesteld wordt dat er geen initiatieven op gewestelijk niveau voor bijkomende natuur– of bosgebieden binnen deze agrarische gebieden genomen worden. Het bestaande gewestplan wordt voor deze gebieden op dit moment beschouwd als een voldoende juridisch-planologische vertaling van de gewenste agrarische structuur. De bestaande regelgeving binnen deze gebieden blijft ongewijzigd. Planningsinitiatieven binnen deze gebieden zullen expliciet getoetst moeten worden aan hun impact op de agrarische structuur. Op 31 maart 2006 keurde de Vlaamse Regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor een aantal belangrijke landbouwgebieden in Kust-Polders-Westhoek goed. Het beleid dat de Vlaamse overheid binnen deze gebieden wenst te voeren is nader omschreven in een omzendbrief van de minister bevoegd voor ruimtelijke ordening (Omzendbrief RO/2005/01). Daarnaast hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de acties omschreven in categorie I en II van het operationeel uitvoeringsprogramma. De Vlaamse regering nam tot slot akte van de acties in categorie III en IV en van de verwerking van de adviezen. Wijtschate valt hierbij binnen de deelruimte West- Vlaamse heuvels HAG-kaart 8 onder actie 105 “gemengd landbouwgebied van Nieuwkerke, minder aaneengesloten landbouwgebied van Klijte- Voormezele-Mesen” en actie 108 “gemengd landbouwgebied van Wijtschate - Geluveld”, respectievelijk gebied 25 deelkaart F1 met deelconcept 29.1/29.3 én gebied 26 deelkaart F2 met deelconcept 29.6. De deelruimte West-Vlaamse heuvels omvat het West-Vlaamse Heuvelland en de Ieperboog op de rug van Westrozebeke tot aan . De ruimtelijke begrenzing tussen gebied 25 en 26 wordt gevormd door de Ieperstraat. Ruimtelijke concepten zijn: 1) grondgebonden landbouw in een complex van gave landschappen. Het concept is van toepassing op beide gebieden.

• Het landbouwgebied op de West-Vlaamse Heuvels is ruimtelijk-functioneel minder samenhangend, maar wordt wel erkend als de ruimtelijke drager van het landschap, met behoud en versterking van de landschaps- en natuurwaarden (hagen, houtkanten, poelen, bomenrijen, autochtone bomen en struiken, holle wegen, graften, geïsoleerde waardevolle graslanden) en het bouwkundig erfgoed.

• De aaneengesloten gebieden worden zoveel mogelijk vrijgehouden van bebouwing, dit in eerste instantie ten behoeve van het in stand houden van een kwalitatieve en weinig versnipperde landbouwstructuur.

• Nieuwe grondgebonden landbouwexploitaties of andere constructies worden zoveel mogelijk gebundeld rond bestaande concentraties van agrarische bebouwing.

• In het landbouwgebied moet gestreefd worden naar het behoud en de ontwikkeling van een raamwerk van kleine landschapselementen alsook naar het behoud en herstel van cultuurhistorische relicten en het bouwkundig erfgoed, zodat een ecologische en landschappelijke basiskwaliteit gegarandeerd wordt. Elementen als hagen, bosjes of struwelen hebben tevens een erosiewerend effect.

• In het landbouwgebied zijn erosiebestrijdingsmaatregelen gewenst omdat de waterwegen in het gebied erg te lijden hebben onder de erosie van de omliggende heuvels. 2) versterken bos -en natuurlijke structuur op heuveltoppen. Het concept is van toepassing op deelgebied 31.5 bossen van Wijtschate op de grens van het RUP.

• Behoud en versterken van het areaal oud bos, heide en heischrale en soortenrijke graslanden met poelen, bomenrijen en houtkanten; holle wegen en graften in relatie met het voorkomend reliëf, de lithologische ondergrond en hydrologie.

• Uitgaande van de bestaande boscomplexen en -relicten en de aansluitende graslanden met bomenrijen en hagen is bosuitbreiding en –verbinding mogelijk, waarbij het grasland in de beekvalleien gerespecteerd wordt. De boscomplexen van Kemmel-, Monte-, Scherpen-,

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 8 van 42 Rode- en Vidaigneberg worden zo ontwikkeld dat ze de loop van de kamlijn blijven benadrukken.

• Bosuitbreiding gebeurt in eerste instantie op voor landbouw minder geschikte gronden (bodem, eigendomsstructuur), en aansluitend bij de bestaande bosstructuren.

• Waar heiderelicten en gradiënten van bronbossen en bronniveaus voorkomen, moeten deze behouden blijven.

Figuur 3-1 Gewenste ruimtelijke structuur West-Vlaamse heuvels – gebied F1: bosrijk landschap van de West-Vlaamse heuvels – gemengd landbouwgebied van Nieuwkerke HAG Binnen het plangebied bevindt zich geen herbevestigd agrarisch gebied (HAG), echter sluit het deelgebied ambacht en KMO wel aan de oostzijde aan tegen HAG.

3.1.2 Heuvelland in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS W- VL) Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) West-Vlaanderen is goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 6 maart 2002 en gedeeltelijk herzien op 11/02/2014. Naast het RSV vormt het PRS een refentiekader voor het ruimtelijk beleid in de gemeente. De visie en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie West-Vlaanderen sluit aan bij het RSV en geeft verdere invulling aan elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil realiseren. De visie van de provincie gaat uit van de ruimtelijke verscheidenheid van de verschillende regio’s. De provincie kiest om deze ruimtelijke verscheidenheid te behouden en te versterken. Daarom worden voor structuurbepalende componenten op provinciaal niveau ontwikkelingsperspectieven toegekend die verschillend zijn naargelang het gebied waarin deze elementen gelegen zijn. De visie op provinciaal niveau over de verschillende deelstructuren wordt gebiedsgericht vertaald naar verschillende deelruimten. Per deelruimte worden voor specifieke elementen ontwikkelingsperspectieven en beleidsdoelstellingen geformuleerd. De gemeente Heuvelland behoort tot de Heuvel-IJzerruimte waarbij volgende beleidsdoelstellingen worden vooropgesteld:

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 9 van 42 • de natuurlijke componenten in relatie met toeristisch – recreatief medegebruik versterken: de West-Vlaamse heuvels worden samen met de Ijzer – Handzamevallei als structurerende natuurcomponenten beschouwd;

• dynamische activiteiten in de stedelijke gebieden Ieper – Poperinge – bundelen;

• de landschappelijke kwaliteit ondersteunen;

• compacte en leefbare kernen in het buitengebied behouden. Om de kleine, gelijkwaardige kernen van Heuvelland en Mesen leefbaar te houden, worden ze gebundeld in meervoudige hoofddorpen;

• beperkte dynamische toeristisch – recreatieve infrastructuur in het buitengebied. Deze beleidsdoelstellingen worden verder uitgewerkt per deelstructuur. Heuvelland als meervoudig hoofddorp Het provinciaal ruimtelijk structuurplan onderscheidt verschillende beleidscategorieën en geeft daarbij de mogelijkheden aan naar bijkomende woongelegenheden en lokale bedrijvigheid. De samenhangende kern Heuvelland-Mesen wordt geselecteerd als een meervoudig hoofddorp. Dit wil zeggen dat de verschillende kernen samen de rol van structuurondersteunende hoofddorpen opnemen. Concreet betekent dit dat de totale groei van huishoudens wordt opgevangen in een aantal geselecteerde kernen met specialisatiefunctie wonen. De behoefte aan een lokaal bedrijventerrein wordt voorzien in een aantal geselecteerde kernen met als specialisatiefunctie werken. De behoefte aan bijkomende woongelegenheden en de grootte van het lokaal bedrijventerrein wordt gestaafd middels behoeftestudies. Verkeer- en vervoersstructuur De provincie selecteert de secundaire wegen. Het PRS selecteert enkel de N336 van de N37b (Ieper) tot de N58 (Warneton) als secundaire weg type II. Deze secundaire weg heeft als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer uit de deelruimte Heuvel-IJzerruimte, enerzijds naar het stedelijke gebied Ieper en de A19 toe; anderzijds naar de als primaire weg in te richten N58 en Komen toe. Natuurlijke structuur De provincie heeft de taak om natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang aan te duiden. Voor Heuvelland betreft het de volgende selecties:

• natuuraandachtszone: West-Vlaamse Heuvels

• Franse Beek - Grote Kemmelbeek en Scherpenbergbeek als verbinding tussen West Vlaamse Heuvels en IJzer-Handzamevallei;

• Dikkebusvijverbeek en Wijtschatebeek-Bollaertbeek-Ieperlee. Landschappelijke structuur Uitgangspunten voor de gewenste landschappelijk structuur zijn:

• behoud en versterken van de diversiteit en herkenbaarheid van West-Vlaamse landschappen;

• het landschap als raamwerk;

• formuleren van ontwikkelingsperspectieven voor structurerende landschapselementen, - componenten en eenheden. De provincie selecteert een aantal gave landschappen. Voor Heuvelland betreft het :

• de centrale heuvelrij van de West-Vlaamse Heuvels;

• de Douvevallei;

• de Zuidelijke rug van de West-Vlaamse Heuvels

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 10 van 42 • het Land van Nieuwkerke-Leievallei. Het beleid voor dit type van landschappen is gericht op het behouden en versterken van de traditionele kenmerken en de karakteristieke relicten. In Heuvelland worden vanuit het Vlaams Gewest (Monumenten en Landschappen) ook een aantal ankerplaatsen aangeduid:

• Heuvel van Wijtschate;

• Kemmelberg en Monteberg;

• Rodeberg met Hellegatbos;

• Scherpenberg;

• Zwartemolenhoek. Structurerende reliëfcomponenten zijn een belangrijk onderdeel van de landschappelijke structuur. De provincie selecteert eveneens de West-Vlaamse Heuvels als een structurerende reliëfcomponent. Het beleid is gericht op het behoud en versterken van de visuele kwaliteit en herkenbaarheid van het reliëfelement. Tenslotte selecteert de provincie de Grote Kemmelbeek-Fransebeek als een structurerend lineair element. Agrarische structuur Heuvelland behoort tot het gebied met de grondgebonden landbouw als ruimtelijke drager van de agrarische structuur. Het beleid is gericht op behoud en versterken. Toerisme en recreatie De West-Vlaamse Heuvels spelen een structuurbepalende rol in het landelijk toeristisch-recreatief netwerk van de Heuvelstreek. Ieper en Poperinge vormen stedelijke knooppunten met mogelijkheden voor toeristische ontwikkeling. De toenemende ruimtelijke druk door toerisme en recreatie in het kwetsbare gebied van de gemeente Heuvelland moet door een herstructurering in de hand worden gehouden. Kleinschalige toeristisch-recreatieve plattelandsactiviteiten kunnen hier wel ontwikkeld worden. Kemmelberg en de omgeving Rodeberg – Douvevallei – Eeuwenhout worden aangeduid als openluchtrecreatieve groene domeinen. Deze domeinen bieden de bezoeker nauw contact met de natuur. In principe is enkel zachte recreatie toegestaan. Uitvoeringsplannen kunnen bijkomende vormen van recreatief medegebruik aangeven, voor zover verenigbaar met de natuurwaarden.

3.1.3 Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Heuvelland (B.D. 19/10/2006) Hieronder wordt beknopt weergegeven welke krachtlijnen vanuit het GRS van toepassing zijn op onderhavig RUP. Voor het opvangen van de behoeften op gemeentelijk niveau wordt gewerkt met het concept van een meervoudig hoofddorp zoals vooropgesteld in het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen.

3.1.3.1 Gewenste ruimtelijke structuur van de kern Wijtschate Het plangebied is in het GRS geselecteerd als het ‘kerngebied Wijtschate’. Voor de gewenste structuur van de kernen worden enkele uitgangspunten geformuleerd: • Kwaliteitsvolle kernen met een eigen ‘gezicht’. • Behoud en versterken van de voorzieningen op maat van de kern. • Versterking van de historisch gegroeide woonstructuur. • Ambachtelijke bedrijven ruimtelijk integreren. • Opwaardering van het openbaar domein. • Goed ontsloten kernen voor alle vormen van verkeer. • Duidelijk afgewerkte randen.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 11 van 42 Vanuit de gewenste structuur voor dit kerngebied alsook de diverse deelstructuren zijn volgende elementen van belang: Heuvelland als meervoudig hoofddorp Verschillende kernen vervullen samen de rol van structuurondersteunend hoofddorp. Initiatieven op maat van de kern blijven mogelijk in iedere kern. Initiatieven op gemeentelijk niveau dienen te gebeuren in de kernen met een specialisatiefunctie. Wijtschate heeft de volgende specialisaties meegekregen: de functies voorzieningen en wonen Sint Medardusplein inrichten als ‘logo’ van de kern. Aandacht gaat hierbij naar het opwaarderen van het openbaar domein met de historische context als inspiratie. Het plein dient zijn sociale functie als ontmoetingsplaats te behouden. De auto is ondergeschikt, doch moeten voldoende parkeermogelijkheden voorzien blijven. Versterken van de kern op basis van zijn stervorming patroon Het historisch stervorming patroon is bepalend voor de kernversterking. Grootschalige uitbreiding is niet aan de orde. De gemeente geeft prioriteit aan het ontwikkelen van het binnengebied tussen de Ieperstraat, Hospicestraat en Staanijzerstraat. Dit gebied heeft een oppervlakte van 1,26 ha. Met een dichtheid van 15 woningen per ha, kan in dit gebied in de bouw van 20 bijkomende woningen worden voorzien. Daarnaast zijn er enkele woonuitbreidingsgebieden Kapelaniestraat en Ieperstraat die reeds grotendeels aangesneden zijn. Binnen het RUP Kern Wijtschate werden deze zones verder afgewerkt door middel van kleinschalige woonprojecten. Verdichtingsmogelijkheden in het historisch kerngebied onderzoeken De gemeente wenst haar woningbehoefte te differentiëren. Er is een behoefte aan kleinere woonunits. Deze woonunits worden vooral ingevuld door verdichting en hergebruik van waardevolle gebouwen. Voorliggend RUP vormt het kader voor verdichtingsmogelijkheden in en aan de Sint- Medarduskerk. Recreatiepool aan Vierstraat Het bestaande sportcomplex langs de Vierstraat is een belangrijke recreatiepool maar is eerder perifeer gelegen ten opzichte van de kern. Uitbreiding is daarom niet wenselijk. Belangrijk is het garanderen van de nodige landschappelijke integratie van deze site. Verenigbaarheid van bestaande ambachtelijke activiteiten met de woonomgeving. In de kerngebieden worden initiatieven inzake verwevenheid van functies geïnitieerd en ondersteund. Bedrijven in of aansluitend bij de kern kunnen een kwalitatieve bijdrage leveren, voor zover de uitgeoefende activiteit in overeenstemming is met de woonfunctie. Voor activiteiten aan de rand van de kern gaat bijzondere aandacht naar een ruimtelijk kwalitatieve afwerking naar de open ruimte. Dit is het geval voor het deelgebied ambacht en KMO van voorliggend RUP. Het GRS van Heuvelland (RD blz.51) voorziet binnen iedere kern (cf. meervoudig hoofddorp): VERSPREIDE BEDRIJVIGHEID /KLEINHANDEL IN OF AANSLUITEND OP KERNEN OF WOONLINTEN Bedrijven of kleinhandelszaken die zich in of aansluitend op een kern of woonlint bevinden, kunnen een kwalitatieve bijdrage leveren, voor zover de uitgeoefende activiteit verenigbaar is met de woonfunctie. Activiteiten die hinderlijk zijn voor de woonomgeving krijgen een uitdovend karakter. Tevens dient in of aansluitend op een kern de mogelijkheid voorzien te worden tot herlokalisatie van bestaande bedrijven. Deze mogelijkheid zal verder uitgewerkt worden in de ruimtelijk uitvoeringsplannen die voor de kernen worden opgemaakt. Bijkomende randvoorwaarden kunnen opgelegd worden om te komen tot een ruimtelijk kwalitatieve integratie van de activiteit in de woonomgeving. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op de schaal en de ruimtelijke verschijningsvorm van de gebouwen. Voor bedrijfssites die zich aan de rand

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 12 van 42 van de kern of lint bevinden, dient een ruimtelijk kwalitatieve overgang naar de open ruimte te worden gerealiseerd. Herbestemmen van het woonlint Wijtschatestraat Het beleid in deze woonlinten is gericht op het ruimtelijk afwerken van deze woongroepering alsook op het behoud van de relatie met de omgevende open ruimte. Nieuwbouw op onbebouwde gronden is enkel mogelijk binnen al bestaande woongebieden met landelijk karakter of in goedgekeurde, niet- vervallen verkavelingen. Verweven met het wonen zijn bedrijven en kleinhandelszaken mogelijk, echter bijkomende kleinhandelszaken of bedrijven niet. Historisch waardevolle elementen Het RUP voor het kerngebied duidt de historisch waardevolle elementen aan en maakt hiervoor specifieke voorschriften op, met het oog op het behoud van de historische context.

Figuur 3-2 Gewenste ruimtelijke structuur Wijtschate

3.2 Mobiliteitsplan – beleidsnota De beleidsnota bouwt verder op de visie en maatregelen zoals opgesomd in het oorspronkelijke mobiliteitsplan. Het plan wordt aangevuld met de nieuwe visies en maatregelen rond de onderzochte thema’s. In eerste instantie wordt de beleidsvisie toegelicht waar de gemeente naar toe wil met mobiliteit en verkeer op haar grondgebied. Achtereenvolgens worden per werkdomein de visie en de maatregelen uitgestippeld. Werkdomein A geeft de band met het ruimtelijk beleid weer. Werkdomein B geeft het gewenste beleid voor de netwerken van de verschillende vervoerswijzen weer. Bij werkdomein C wordt het flankerend beleid uitgewerkt. Werkdomein B is het meest relevante onderdeel voor voorliggend RUP.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 13 van 42 3.2.1 Werkdomein B I verkeersnetwerken In het tweede werkdomein worden de verschillende verkeersnetwerken uitgewerkt. De beleidsvisies per modus komen aan bod en de concrete maatregelen verbonden aan deze visies worden beschreven.

3.2.1.1 Gemotoriseerd verkeer Wegencategorisering: Via de wegencategorisering wordt gepoogd aan alle wegen op grondgebied van de gemeente een gewenste functie te koppelen. In het mobiliteitsplan wordt voornamelijk de nadruk gelegd op de selecties op lokaal niveau. De selecties op hoger niveau liggen vast vanuit het RSV en PRS. Via het RSV worden de hoofdwegen en primaire wegen vastgelegd. Deze wegen hebben een functie op respectievelijk internationaal en nationaal niveau. Het PRS heeft een selectie gemaakt van secundaire wegen. Bij de secundaire as van categorie I primeert het verbinden van stedelijke gebieden en stedelijke gebieden met hoofddorpen. Het verzamelen en toegang geven zijn bijkomende functies. Bij de wegen van categorie II primeert de verzamelfunctie op bovenlokaal niveau. Bij de wegen van categorie III primeert de verbinding van het openbaar vervoer en het fietsverkeer op bovenlokaal niveau. De gemeente zal de overige wegen verder opdelen naar lokaal niveau. Bij lokale wegen van type I primeert het verbinden op lokaal niveau. Verzamelen van verkeer en toegang geven zijn bijkomende functies. Bij een lokale weg van type II daarentegen primeert het verzamelen van het verkeer. De overige wegen fungeren in hoofdzaak op vlak van toegang geven. Categorisering van de wegen Op grondgebied van de gemeente Heuvelland werden volgende selecties uitgevoerd: Secundaire weg II: - N336 Lokale wegen I, lokale verbindingswegen: - N365 / Ieperstraat (verbinding N336 over Wijtschate naar Mesen) - N314 / Nieuwkerkestraat/Mesenstraat (verbinding van Nieuwkerke over Wulvergem naar Mesen) - N331 / Seulestraat (verbinding Nieuwkerke tot N42) - N304 / Reningelsstraat (verbinding Kemmel naar Reningslest) - N331 / Kemmelstraat (verbinding Nieuwkerke, Kemmel richting Ieper) - N322 / Dranouterstraat (verbinding Nieuwkerke over Dranouter tot Loker) - N375 / Dikkebusstraat (verbinding Loker naar Dikkebus) - N315 / Sulferbergstraat (relatie Westouter - Loker) - N373 / Goeberg (Loker richting Reningelst) - Wijtschatestraat (Wijtschate-Kemmel) , Poperingestraat (Westouter - Poperinge) Lokale wegen II met een ontsluitende functie: - Kruisabelestraat, Hooghofstraat (verbinding Dranouter naar Wulvergem) - N398 / Bellestraat en N372 / Rodebergstraat (ontsluiting Zwarte Berg en Rode Berg)

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 14 van 42 Lokale wegen III - Alle andere wegen zonder ruimere verkeersfunctie zoals woonstraten en landbouwwegen met een ontsluitende functie

Figuur 3-3 Categorisering van de wegen Wijzigingen ten opzichte van oorspronkelijke categorisering (mobiliteitsplan uit 2002): In de oorspronkelijke categorisering was alleen sprake van lokale wegen en werd geen verder opdeling gemaakt in de types I en II. Inrichtingsprincipes Volgend globaal onderscheid wordt gemaakt tussen de wegen op lokaal niveau: lokale wegen type I - snelheidsregimes 50 tot 30 km/u binnen bebouwde kom - binnen bebouwde kom aanliggende fietspaden of gemengd verkeer ifv intensiteiten - buiten de bebouwde kom streven naar de aanleg van vrijliggende fietspaden - belangrijke kruispunten (zoals met hogere wegennet) moeten afdoende beveiligd te worden - rijbaan voldoende breed zodat twee bussen elkaar kunnen kruisen

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 15 van 42 lokale wegen type II - […] lokale wegen type III - idem als lokale weg type II - verdere specificering naar aanleiding van studie functietoekenningsplan voor Westhoek Snelheidsbeleid Het verbeteren van de verkeersveiligheid kan bekomen worden door het beheersen van de snelheid, het afschermen van fietsers op de verbindende assen buiten de bebouwde kommen, het beveiligen van gevaarlijke punten en het behoud van goede zichtbaarheid, ed.. Op vlak van snelheden wordt gestreefd naar een verderzetting van het gedifferentieerd snelheidsbeleid op Vlaams niveau. Onder gedifferentieerd snelheidsbeleid wordt verstaan een geleidelijkere afbouw van 90 km/u naar 50 km/u door het toevoegen van een wegsegment met snelheidsregime 70 km/u. De gemeente heeft de bestaande snelheidsregimes op de gewestwegen voor alle kernen kritisch gecontroleerd. Er wordt gestreefd een meer uniform snelheidsbeleid door te voeren. De gemeente heeft er niet voor geopteerd om standaard op alle gewestwegen een wegsegment 70 km/u te voorzien als overgang van 90 km/u naar 50 km/u of bebouwde kom. Dit werd alleen ingevoerd wanneer de omgevingsfactoren, de verkeerssituatie en de morfologie van de bestaande bebouwing langsheen de weg dit vereisten. Dit houdt in dat wanneer op geruime afstand voor het binnenkomen van de bebouwde kom reeds verspreide woningen aanwezig zijn of een onoverzichtelijke verkeerssituatie zich voordoet, de snelheid verlaagd wordt naar 70 km/u. Buiten de bebouwde kom van de diverse dorpskernen geldt een snelheidsbeperking van 70 km/u sinds 1/1/2017. Op het grondgebied van Heuvelland zijn er verder geen wegen waar een snelheidsbeperking van 90km/u geldt.

3.2.1.2 Fietsverkeer Om het gebruik van de fiets aan te moedigen als alternatief voor de auto zal een goed uitgerust, aaneengesloten fietsroutenetwerk uitgebouwd worden. In de eerste plaats heeft het provinciebestuur het bovenlokale fietsroutenetwerk afgebakend. Er werden hoofdroutes en bovenlokale functionele routes geselecteerd. Hoofdroutes zijn van belang voor het afleggen van lange afstanden. Het zijn als het ware de autosnelwegen voor fietsverkeer. Daarnaast werden trajecten geselecteerd die de fietsrelaties op bovenlokaal niveau moeten verbeteren. Verder dient de gemeente ontbrekende schakels aan te vullen. Tevens zullen voor de fietsers gevaarlijke plaatsen/kruispunten worden heringericht. Het is belangrijk dat de routes kaderen in een groter geheel en ook over de gemeentegrenzen doorlopen. Het fietsroutenetwerk is opgebouwd uit de volgende elementen: - de belangrijkste woon – schoolverbindingen; - de belangrijkste woon – werkverbindingen; - de fietsverbindingen tussen de deelgemeenten; - de recreatieve fietsroutes In Heuvelland worden bijna alle gewestwegen beschouwd als onderdeel van het functioneel bovenlokaal fietsroutenetwerk. In combinatie met een relatief hoge rijsnelheid van het gemotoriseerd verkeer en de verkeersintensiteiten dringen beschermende fietsvoorzieningen zich op deze bovenlokale fietsroutes. Er zal de komende jaren werk gemaakt worden om de fietsinfrastructuur langsheen het bovenlokale netwerk te verbeteren.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 16 van 42 Naast de bovenlokale routes heeft de gemeente ook lokale fietsroutes geselecteerd. Op deze wegen treffen we vaak veel fietsers aan. Deze routes zijn meestal fietsverbindingen die leiden via minder drukke wegen of landelijke wegen. Hier moet het sluipverkeer zoveel mogelijk geweerd worden en de oversteekplaatsen met verkeerswegen beveiligd. Dit moet leiden tot een netwerk van korte en aantrekkelijke fietsroutes, zowel voor functionele als de recreatieve fietser. Op grondgebied van de gemeente Heuvelland werden volgende selecties uitgevoerd: Hoofdroutes - / Bovenlokale routes - Relatie Ieper-Mesen-Ploegsteet: N365 – Ieperstraat - […] Lokale routes - […]

Figuur 3-4 Fietsroutenetwerk

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 17 van 42 3.2.1.3 Voetgangersverkeer en verkeersleefbaarheid De meeste verplaatsingen binnen de kernen kunnen te voet afgelegd worden. Een ondersteunend ruimtelijk beleid is hierbij noodzakelijk: keuze voor verdichte kernen met voorzieningen op wandelafstand en het afremmen van de verspreide bebouwing. Om de verplaatsingen te voet aantrekkelijk te maken, moeten de kernen op maat van de voetgangers ingericht worden. Binnen de kernen worden doorsteken en paadjes voorzien. Deze vormen directe en verkeersveilige verbindingen tussen de verschillende wijken en voorzieningen. Veilige schoolomgevingen en de looproutes naar de school moeten worden ingericht. Goede voetgangersvoorzieningen werken ook ondersteunend naar het openbaar vervoer toe. Het meeste voor – en natransport voor de busgebruiker is immers te voet. Een vlotte bereikbaarheid van de haltes vanuit de wijken verdient speciale aandacht. Dorpskernvernieuwing Een dorpskernvernieuwing duidt op de heraanleg van de kern van het dorp. Bij een dergelijke vernieuwing ligt de nadruk op een kwalitatieve herinrichting van publiek domein en de openbare wegen. In het dorp Wijtschate zal er op termijn een dorpskernvernieuwing worden uitgevoerd.

3.3 Landschap, erfgoed en archeologie 3.3.1 Landschapsatlas & traditionele landschappen (zie kaart 2) Het beleid zoals vooropgesteld in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen benadrukt een globale en gedifferentieerde aanpak van de landschapszorg, waarbij een bijzondere aandacht gaat naar het behoud van de resterende relictlandschappen. Om een dergelijk landschapsbeleid te onderbouwen wordt een geactualiseerde gebiedsdekkende inventaris van de relictlandschappen als een belangrijk beleidsinstrument gezien. Via de aanwijzing van de relicten kan een beoordeling gemaakt worden van de gaafheid, mede in relatie tot de ideaaltypische karakteristieken van het betrokken traditioneel landschap. Deze inventaris werd uitgewerkt in de zogenaamde ‘Landschapsatlas van Vlaanderen - opgemaakt door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap en verschenen in het voorjaar van 2001. De atlas vormt een historische momentopname van de Vlaamse landschappen op het eind van de 20e eeuw. Ze geeft een gedetailleerde inventaris van ruimtelijke zones waar gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen nog voorkomen. Hij bestrijkt het volledige Vlaamse grondgebied met uitzondering van de stedelijke kernen en de dicht bebouwde agglomeraties. Deze inventaris omvat zowel puntvormige, lijnvormige als vlakvormige relicten. Samenhangende gehelen met belangrijke erfgoedwaarden en een vrij hoge gaafheid werden gewaardeerd via aanduiding als relictzone met bijbehorende beschrijvingsfiche. De meest waardevolle ensembles werden ankerplaatsen genoemd. Voor ankerplaatsen en relictzones, kortom gave landschappen, worden specifieke beleidswenselijkheden geformuleerd. Beide deelgebieden zijn gelegen in de relictzone “Centrale heuvelrij van de West-Vlaamse Heuvels” en de ankerplaats “Heuvel van Wijtschate – Mesen”. Bovendien is het deelgebied Sint-Medarduskerk gelegen in de rand van de definitief aangeduide ankerplaats Ieperse vestingen en omgeving, bossen ten zuiden en heuvelrug Wijtschate-Mesen. Voor de ankerplaats zijn volgende opmerkingen en knelpunten belangrijk voor het plangebied: • Het landelijke en open landschap dient behouden te blijven om de vergezichten in alle richtingen te vrijwaren. Daarbij dient de lintbebouwing ingeperkt te worden; ter hoogte van de dorpskernen hebben zich reeds woonlinten langs wegen tot ver buiten de kern ontwikkeld. • Bij de verspreide landbouwbedrijven dient men nieuwe gebouwen voldoende te bufferen om de esthetische waarde van de omgeving niet aan te tasten. Niet-grondgebonden landbouwbedrijven passen niet binnen dit gaaf en herkenbaar landschap. • De restanten van beekbegeleidende houtige begroeiing dient versterkt te worden om de herkenbaarheid van het landschap te verhogen en de esthetische waarde te vergroten. Ook

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 18 van 42 de aaneengesloten weilanden langs de steile hellingen vormen een landschappelijk geheel dat in de open omgeving sterk opvalt door dezelfde verschijningsvorm. De minder steile hellingen onderaan akkerland zijn minder waardevol als er geen perceelsrandbegroeiïng voorkomt. De dorpskern van Wijtschate wordt verder ook aangeduid als puntrelict. Binnen het plangebied komen geen lijnrelicten voor. Het plangebied bevindt zich voor het overgrote deel in het traditioneel landschap ‘West-Vlaamse heuvels’. De indeling van de traditionele landschappen van Vlaanderen dateert van 1985 en was een eerste poging om de regionale verscheidenheid van de historisch gegroeide cultuurlandschappen op kaart voor te stellen in hun situatie van voor de grote veranderingen. De indeling steunt op zowel fysische en natuurlijke kenmerken zoals reliëf en bodemgesteldheid, als op cultuurlandschappelijke kenmerken zoals bewoningsvormen, landgebruik, percelering en landschapstype. Hieruit blijkt het Vlaamse Gewest over een bijzonder grote landschappelijke diversiteit te beschikken, die echter in een steeds sneller tempo teloor gaat. De ‘West-Vlaamse heuvels’ heeft volgende kenmerken: - Geografische streek: binnen Zandleem- en Leemstreek; - Structuurdragende matrix: (beboste) heuvels omgeven door open landbouwgebied; - Zichtbare open ruimten: talrijke weidse, panoramische en soms gerichte vergezichten; - Impact bebouwing: geïsoleerde verspreide bebouwing, maakt deel uit van de open ruimte; - Betekenis kleine landschapselementen: lineair groen (beekvalleien) kan structuurversterkend zijn. De volgende wenselijkheden m.b.t. de Vlaamse Landschappen worden nagestreefd:

• Structurele hoofdkenmerken: grensoverschrijdende rij van getuigenheuvels van het Diestiaan (Catsberg, Zwarteberg, Rodeberg, Kemmelberg);

• Identiteitsbepalende elementen: door het reliëf en de vegetatie gedeeltelijk gecompartimenteerd met afwisselend wijdse vergezichten;

• Erfgoedwaarde: karakteristiek landschap; geomorfologische relicten; belangrijke archeologische sites; talrijke oorlogsmonumenten;

• Autonome ontwikkeling en problemen: zeer weinig dichte bebouwing en versnijding door infrastructuren; grote recreatiedruk op de heuvels; kadastrale Open Ruimte bedroeg meer dan 88% in 1989 met een afname tot 5% sedert 1980; geen dichte bebouwing en versnijding door infrastructuren;

• Wenselijkheden voor toekomstige ontwikkeling: vrijwaren landelijk karakter en vrijwaren van de heuvels van bodemerosie en te grote betredingsdruk.

3.3.2 Inventaris bouwkundig erfgoed (zie kaart 3) Op 14/09/2009 stelde de administrateur-generaal van het VIOE de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vast. Hierdoor is er voor het eerst een eenduidige lijst van het in Vlaanderen gebouwde patrimonium met erfgoedwaarde. In de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd de parochiekerk Sint-Medardus aangeduid als relict (ID: 32754). Overigens sluit het deelgebied Sint-Medarduskerk aan tegen de pastorie (ID: 32756) en het gemeentehuis van Wijtschate (ID: 32757).

3.3.3 Beschermde landschappen, dorpsgezichten en monumenten Er bevinden zich geen beschermde landschappen, dorpsgezichten of monumenten binnen het plangebied van voorliggend RUP.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 19 van 42 3.4 Open ruimtebeleid 3.4.1 Biologische waarderingskaart (zie kaart 4) De biologische waarderingskaart is een inventarisatie van het biologische milieu en de bodembedekking in Vlaanderen en Brussel. Een inkleuring in groentinten duidt de biologische waarde van het milieu op een overzichtelijke wijze. Hiertoe werd een uniforme evaluatie van het volledige Vlaamse gewest gemaakt voor wat betreft plantengroei, grondgebruik en kleine landschapselementen. De inventarisatie werd opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO). Het plangebied is volledig aangeduid als biologisch minder waardevol (ua = minder dichte bebouwing). Het deelgebied ambachten en KMO sluit aan zijn noordzijde aan op een biologisch zeer waardevol gebied (vn = nitrofiel alluviaal Elzenbos).

3.4.2 VEN en IVON (zie kaart 5) De centrale doelstelling van het Vlaams gebiedsgericht natuurbeleid is de realisatie van een voldoende omvangrijke en samenhangende ‘natuurlijke structuur’ van Vlaanderen. Om dit te bereiken dient eerst het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verweving- en Ondersteunend Netwerk (IVON) afgebakend te worden. Het VEN, dat bestaat uit Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO), wordt afgebakend door Vlaanderen in overleg met de provinciale en gemeentelijke overheden. Het IVON bestaat uit NVWG (natuurverwevingsgebieden) en NVBG (natuurverbindingsgebieden). De NVWG wordt afgebakend in het RSV. De NVBG worden echter afgebakend door de provincie, zij het in functie van de reeds door het Vlaams Gewest afgebakende GEN, GENO en NVWG en aan de hand van richtlijnen opgesteld op Vlaams niveau. De Vlaamse regering besliste op 18 juli 2003 over de definitieve afbakening van het eerste deel van het VEN. Het VEN 1e fase of Vlaams Ecologisch Netwerk staat voor 86.500 ha platteland waar natuur en natuurbescherming de belangrijkste plaats innemen. De afbakening van de NVGB werd nog niet beëindigd. Het deelgebied ambachten en KMO sluit aan zijn noordzijde aan op een GEN-gebied “Het West- Vlaams Heuvelland”. Verder is hetzelfde gebied aan de westzijde gelegen van het deelgebied Sint- Medarduskerk (±100m). Binnen het plangebied komen geen VEN en IVON gebieden voor.

3.4.3 Natura 2000 (zie kaart 6) In 1979 werd door de Europese Gemeenschap de Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand uitgevaardigd, beter bekend als de Vogelrichtlijn. Het doel ervan is de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen. Volgens artikel 4 van deze Richtlijn moeten er speciale beschermingsmaatregelen getroffen worden voor de leefgebieden van een aantal vogelsoorten, vermeld in de zogenaamde Bijlage I van de richtlijn. Bovendien moet men ook de rui-, overwinterings- en rustplaatsen van geregeld voorkomende trekvogelsoorten (onder andere watervogels en ganzen) beschermen. Als belangrijkste maatregel dient elke lidstaat Speciale Beschermingszones (SBZ – V) aan te wijzen op basis van opgegeven selectienormen. In deze gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en van hun leefgebieden. Ook buiten deze beschermingszones moeten de lidstaten zich inzetten om de vervuiling en verslechtering van de leefgebieden van de soorten te voorkomen. In Vlaanderen werden in 1988 in uitvoering van deze richtlijn een aantal Speciale Beschermingszones, Vogelrichtlijngebieden of kortweg SBZ-V genoemd, aangeduid. De continue achteruitgang van de natuurlijke habitats en de bedreiging voor het voortbestaan van bepaalde wilde soorten zijn een centrale zorg in het milieubeleid van de Europese Unie (EU). Op 21 mei 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 20 van 42 habitats en de wilde flora en fauna (zogenoemde ‘Habitatrichtlijn’), uitgevaardigd. Deze richtlijn heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding én het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Bij deze richtlijn werd een Europees ecologisch netwerk tot stand gebracht dat "Natura 2000" is genoemd. Dit netwerk bestaat uit "speciale beschermingszones" die door alle lidstaten werden aangewezen overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn (de zogenaamde ‘Habitatrichtlijngebieden’ of SBZ – H), alsmede uit de speciale beschermingszones die uit hoofde van de vogelrichtlijn zijn ingesteld (zogenaamde Vogelrichtlijngebieden). Aan de noordwestzijde van Wijtschate situeert zich het habitatrichtlijngebied “Westvlaams Heuvels”. Het gebied is op een afstand van ± 150m van het deelgebied Sint-Medarduskerk gelegen en op ± 600m van het deelgebied ambachten en KMO. Binnen het plangebied komen geen Natura 2000 gebieden voor.

3.5 Decreet integraal waterbeleid Het decreet integraal waterbeleid heeft zowel aandacht voor waterkwaliteit als voor de kwantiteit (hoeveelheid water). Binnen de bevoegdheid ruimtelijke ordening wordt uiteraard vooral rekening gehouden met de hoeveelheid water (vermijden van overstromingen van bebouwde gebieden en vermijden van verdroging van natte natuurgebieden). Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit voor de watertoets goed. Dit besluit geeft aan de overheden die vergunningen afleveren richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Sinds 1 maart 2012 is er een aangepast uitvoeringsbesluit inzake de watertoets in werking getreden.

3.5.1 Waterlopen (zie kaart 7) De dichtstbijzijnde waterlopen zijn gelegen aan de noordzijde van Wijtschate, namelijk de Ieperlee en de Klijtebeek (niet bevaarbaar).

3.5.2 Bekkenbeheerplan In uitvoering van het decreet integraal waterbeleid, stelde de Vlaamse overheid bekkenbeheersplannen op voor het volledige grondgebied. Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de vaststelling van de bekkenbeheerplannen en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen definitief goed (Belgisch Staatsblad 5 maart 2009). Het plangebied bevindt zich op de grens met het Leiebekken (deelbekken Ieper-Ambacht) en het IJzerbekken (deelbekken Grensleie).

3.5.2.1 Watertoets 2014 (zie kaart 8) Het plangebied is niet overstromingsgevoelig, met uitzondering van de noordwestzijde van het deelgebied ambacht en KMO. Deze beperkte zone is mogelijk overstromingsgevoelig.

3.5.3 Erosiegevoeligheid (zie kaart 9) De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets is een tussenproduct binnen de studie ‘verfijning van de bodemerosiekaart’, uitgevoerd door de onderzoeksgroep fysische en regionale geografie van de K.U. Leuven in opdracht van de afdeling Land van het vroeger AMINAL. De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de bevoegde instantie. Het deelgebied ambacht en KMO is aangeduid als een erosiegevoelig gebied. Het deelgebied Sint- Medarduskerk is niet aangeduid als erosiegevoelig.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 21 van 42 3.5.3.1 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (zie kaart 10) De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming. Type 1: zeer gevoelig De zeer gevoelige gebieden zijn afgebakend aan de hand van de kaart van de Natuurlijk Overstroombare Gebieden (NOG kaart). De NOG-kaart is gebaseerd op de bodemkaart waarbij de bodemprofielen van alluviale, colluviale en poldergronden afgebakend zijn. De NOG gebieden met uitzondering van colluvia zijn afgebakend als type 1 gebied. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 3: weinig gevoelig Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10 m en een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Het overgrote deel van het plangebied wordt beschouwd als zijnde matig gevoelig voor grondwaterstroming. Plaatselijk is het deelgebied ambacht en KMO aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming.

3.5.3.2 Infiltratiegevoeligheid (zie kaart 11) De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems en behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: . Gebieden met de infiltratiegevoelige bodems . Gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen. Het plangebied is in hoofdzaak infiltratiegevoelig, behalve het overstromingsgevoelig gebied binnen het deelgebied ambacht en KMO.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 22 van 42 4 Juridisch kader

4.1 Samenvattend overzicht TYPE Gewestplan Gewestplan nr. 5 Ieper-Poperinge Herbevestigde agrarische gebieden Neen Plannen van aanleg APA Neen BPA Neen Ruimtelijke uitvoeringsplannen Gewestelijk RUP Neen

Provinciaal RUP RUP Solitaire vakantiewoningen Westhoek Gemeentelijk RUP RUP Kern Wijtschate Verkavelingsvergunningen (geldig) Neen Beschermingen Beschermde monumenten Neen Beschermde stads- of dorpsgezichten Neen Beschermde landschappen Neen Vogelrichtlijngebied Neen Habitatrichtlijngebied Neen Weidevogels Neen VEN Neen Natuurreservaten Neen Beschermingszone Neen grondwaterwinning Overstromingsgebieden Vlaanderen: Neen risicozone overstromingen

Onbevaarbaar Neen Bevaarbaar Neen

Tabel 4.1 Samenvattend overzicht van het juridisch kader

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 23 van 42 4.2 Gewestplan (zie kaart 14) Volgens het gewestplan nr. 5 Ieper-Poperinge (K.B. d.d. 14/08/1979) is het deelgebied Sint- Medarduskerk bestemd als woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Het deelgebied ambacht en KMO is bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Gelet op het feit dat er een RUP voorhanden is, gelden de bestemmingen van het gewestplan echter niet meer, met uitzondering van een stuk van het deelgebied ambacht en KMO. Het deelgebied werd door de Provincie West-Vlaanderen uit het plan gesloten en blijft bijgevolg bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan.

4.3 RUP’s 4.3.1 RUP Kern Wijtschate (30/6/2011) Het deelgebied Sint-Medarduskerk is binnen het RUP Kern Wijtschate hoofdzakelijk bestemd als zone voor gemeenschapsvoorzieningen (zone 4.1). De resterende ruimte (achterliggend Kerkplein) is opgenomen in het openbaar domein.

Figuur 4-1 RUP Kern Wijtschate (deelgebied Sint-Medarduskerk) De deelzone 3.5 van het RUP Kern Wijtschate werd oorspronkelijk bestemd ter bestendiging van de herlokalisatie van een lokaal bedrijf. Deze werd echter om twee redenen strijdig gevonden met het GRS van de gemeente Heuvelland. • Enerzijds komt deze locatie overeen met de zoeklocatie Ieperstraat-Noord die echter ongunstig werd beoordeeld als zoeklocatie voor bedrijvigheid omwille van een verdere verlinting en de ligging tussen twee waardevolle natuurelementen (GRS p. 49). Dit werd ook bevestigd door de grafische intekening van een open-ruimtecorridor ter hoogte van deze locatie op de kaart van de gewenste ruimtelijke structuur voor Wijtschate in het GRS. • Anderzijds was er geen correcte onderbouwing van een concrete behoefte voor herlokalisatie opgenomen conform het beleidskader uit het PRS-WV (p. 250). Omwille van deze strijdigheden met het GRS werd de deelzone 3.5 en alle daarbij horende specifieke stedenbouwkundige voorschriften van goedkeuring onthouden. De bestemming van deze zone bleef bijgevolg landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan. Bijgevolg komt de geherlokaliseerde metaalbewerker terug zonevreemd te liggen. Ten aanzien van deze bestemming was het ruimtelijk niet meer te verantwoorden om mogelijkheden voor een KWZI te behouden achterliggend aan dit uitgesloten deel. Om deze reden werd dit deel van de deelzone voor gemeenschapsvoorzieningen 4.11 óók onthouden van goedkeuring. Hierbij was

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 24 van 42 nog steeds voldoende ruimte om de KWZI te verwezenlijken, maar moest dit gebeuren achter de deelzone 3.2. Verder is het deelgebied ambachten en KMO aan de noordzijde (van het geschrapte deel) bestemd voor landbouwzone, natuurgebied en openbaar domein.

Figuur 4-2 RUP Kern Wijtschate (deelgebied ambacht en KMO)

Figuur 4-3 Legende RUP Kern Wijtschate

4.4 Verkavelingsvergunningen Binnen de twee deelgebieden komen geen verkavelingen voor.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 25 van 42 4.5 Atlas der trage wegen (zie kaart 13) Binnen het plangebied van voorliggend RUP komen twee trage wegen voor. Deze worden gecategoriseerd in buurtwegen (chemins) en voetwegen (sentiers). In het deelgebied Sint- Medarduskerk komt het Kerkplein overeen met de buurtweg n°37. Overigens werd het deelgebied ambacht en KMO oorspronkelijk doorkruist door de voetweg n°40. Deze weg is ruimtelijk niet meer waar te nemen.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 26 van 42 5 Visie op het plangebied

5.1 Deelgebied Sint-Medarduskerk In functie van een meervoudig gebruik van de Sint-Medarduskerk en zijn onmiddellijke omgeving, wenst het voorliggend RUP naar aanleiding van een haalbaarheidsonderzoek (27 april 2015) een beperkte herziening door te voeren aan het RUP Kern Wijtschate. Binnen deze studie van Noa Architecten werd de mogelijke herbestemming van de kerk en zijn omgeving uitgewerkt. In hun voorstel maken de architecten de keuze om de zijbeuken (aan de zuid en noordzijde) open te maken als open gaanderij. Tegen het gebouw worden enkele (sociale) woningen voorzien die met hun voorgevel uitgeven op de gaanderij. De middenbeuk zou verder dienst doen als gemeenschapsvoorziening. In een meer uitgebreid scenario wordt de connectie gemaakt met het rust- en verzorgingstehuis, dat met een dringende uitbreidingsnood kampt. In dat geval kan de middenbeuk van de kerk fungeren als stille ruimte voor het RVT of dergelijke andere gemeenschappelijke functie. De gemeente Heuvelland draagt deze visie en wenst deze juridisch mogelijk te maken met voorliggend ruimtelijk uitvoeringsplan.

Figuur 5-1 Haalbaarheidsonderzoek Sint-Medarduskerk – Voorstel uitbreiding – Niv 0

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 27 van 42 5.2 Deelgebied ambacht en KMO In het goedkeuringsbesluit van het oorspronkelijk RUP Kern Wijtschate maakte de Deputatie de keuze om een zeer beperkt deel van het RUP te schrappen, nl. een kleine KMO-zone helemaal in het noorden van het plangebied. Dit was het gevolg van een verkeerde interpretatie van het GRS. De Deputatie ging ervanuit dat de desbetreffende zone overeen stemde met de zoeklocatie 4 Ieperstraat-Noord die zich aan de overzijde van de straat bevindt. Deze zone werd ongunstig beoordeeld als zoekzone voor bedrijvigheid omwille van een verdere verlinting en de ligging tussen twee waardevolle natuurelementen (GRS p. 49). Het GRS doet geen uitspraak over de bestaande loods met bijhorend serrecomplex, met uitzondering van de grafische intekening van een open- ruimtecorridor ter hoogte van het deelgebied.

Deelgebied ambacht en KMO

Zoekzone 4 Ieperstraat-Noord

Figuur 5-2 Zoekzones voor een lokaal bedrijventerrein aansluitend op de kern van Wijtschate Door de aanwezige bebouwing en de sterke verhardingsgraad is een kwalitatieve inrichting en gebruik als landschappelijk waardevol agrarisch gebied zeer onwaarschijnlijk. Recent is een metaalbewerker geherlokaliseerd vanuit het open ruimtegebied, waar deze zonevreemd zat, naar deze site. Bijgevolg wordt in voorliggend RUP (naar aanleiding van de verkeerde interpretatie van de zoekzones), het deelgebied opnieuw bestemd naar een zone voor ambachten en KMO. De herlokalisatie vrijwaart immers het open ruimtegebied van zonevreemde bedrijvigheid, en zorgt voor een meer geschikte inplanting van deze activiteiten, in aansluiting op het dorp en de daar reeds bestaande ambachtelijke activiteiten. Verder dient aandacht besteed aan de kwalitatieve ruimtelijke afwerking naar de open ruimte ten westen en de open-ruimtecorridor aan de zuidzijde. De contour van dit deelgebied wordt ruimer genomen dan het deel van het oorspronkelijk RUP dat werd vernietigd. De loods en de serre behoren immers beiden tot hetzelfde perceel. Het behouden van een smalle strook landbouwgebied tussen de ambachtelijke zone en het natuurgebied is om die reden allerminst zinvol. Dergelijke strook heeft geen enkele waarde voor het landbouwgebied. Een

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 28 van 42 meer coherente benadering leidt tot een bestemming als ambachtelijke zone langs de Ieperstraat, met daarachter een verruiming van het natuurgebied door de realisatie van een ruime groenbuffer aansluitend op de reeds bestaande bebossing. Deze laatste heeft op vandaag immers reeds een visueel bufferende functie tussen het open ruimtegebied en de gebouwen in kwestie. Op die manier kan niet naar achteren (en dus richting de open ruimte) worden gebouwd, maar wel parallel aan de openbare weg, waar op vandaag ook reeds bebouwing aanwezig is. De mogelijkheid om een KWZI te verwezenlijken achteraan de zone voor ambacht en KMO wordt binnen voorliggend RUP behouden, weliswaar met een beperktere oppervlakte (de KWZI is immers reeds gerealiseerd), zijnde het gedeelte horend bij het perceel waarop de KWZI is gesitueerd. De resterende zone die oorspronkelijk bestemd was als zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt samen met de snipper landbouwzone herbestemd als bufferzone, om een landschappelijke inkleding van het noordelijk gelegen GEN-gebied mogelijk te maken.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 29 van 42 6 Screening van de plan-MER plicht

6.1 Kadering In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’ te Heuvelland wordt een screening van mogelijk aanzienlijke effecten uitgevoerd. In het licht hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (gemeente Heuvelland) op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: • 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben; • 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Voorliggend verzoek tot raadpleging is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het plangebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer1, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan. Overeenkomstig bovenvermeld besluit vragen wij U om binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van voorliggend verzoek tot raadpleging uw advies omtrent de plan-MER-plicht van het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’ over te maken aan Antea Group, optredend in naam van de initiatiefnemer, zijnde de gemeente Heuvelland en dit op volgend adres: Antea Group Buchtenstraat 9 9051 Gent t.a.v. Fabian Debeer en/of [email protected]

6.2 Beschrijving plan en afbakening plangebied Zie hoofdstukken 1 en 2. De gemeente Heuvelland is gelegen in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, meer bepaald ten zuiden van Poperinge en Ieper op de grens met Frankrijk en Henegouwen, en maakt deel uit van het arrondissement Ieper. Het meervoudig hoofddorp Heuvelland heeft een totale oppervlakte van 9.424ha. Het plangebied van voorliggend RUP is in de deelgemeente Wijtschate gelegen. Het plangebied omvat twee deelgebieden, namelijk het deelgebied Sint-Medarduskerk en het deelgebied ambacht en KMO.

1 In het kader van het veranderproces “M.e.r. in beweging” heeft in juli 2011 een reorganisatie plaats gevonden waarbij de voormalige diensten Milieueffectrapportage (Mer) en Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP) zijn samengevoegd tot één nieuwe dienst Milieueffectrapportagebeheer (Mer). De kerntaken van de beide voormalige diensten, zijnde het beoordelen van milieueffectenrapporten en procesbegeleiding in het kader van milieueffectrapportage, blijven behouden.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 30 van 42 Deelgebied Sint-Medarduskerk: Het deelgebied Sint-Medarduskerk situeert zich in het centrum van Wijtschate, achter het gemeentehuis. Centraal in het deelgebied staat de parochiekerk Sint-Medardus, omringd met een beboomde grastuin, deels ommuurd en deels omhaagd. Verder omvat het deelgebied een beperkt deel van het Kerkplein tot aan de pastorie. De herziening van het RUP omvat de herbestemming van de Sint-Medarduskerk en een deel van het Kerkplein, naar een zone met dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen. Deelgebied ambacht en KMO: Het deelgebied ambacht en KMO omvat een voormalig tuincentrum, bestaande uit een loods met een hoge verhardingsgraad aan de voorzijde van het gebouw. De loods sluit aan op een bestaand serrecomplex aan de noordzijde. De gebouwen worden op vandaag gebruikt voor activiteiten van metaalbewerking. Verder is aan de zuidzijde van de bebouwing het perceel in gebruik als akkerland. De percelen gelegen achteraan het bedrijf zijn bestemd als natuurgebied. De herziening van het RUP omvat voor dit deelgebied de herbestemming naar een zone voor ambachten en KMO, zone voor gemeenschapsvoorzieningen en zone voor groenbuffer (zie hoofdstuk 5.2).

6.3 Bepalen van de plan-MERplicht Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan de regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: - Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie; - Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (stedenbouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen vormen het kader voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’ valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM. - Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist): . Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I, II of III van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 31 van 42 landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde); . Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden; o Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” o Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant). Het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’ vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10.b ‘Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen’ van bijlage III. Aangezien het RUP gaat om: • het hoofdzakelijk herbestemmen van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen naar de dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen (deelgebied Sint-Medarduskerk); • het herbestemmen van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar een zone voor ambachten en KMO in functie van de herlokalisatie van een zonevreemd bedrijf uit het open ruimtegebied (deelgebied ambacht en KMO); gaat de gemeente Heuvelland er van uit dat er kan worden aangetoond dat het plan het gebruik regelt van een klein gebied op lokaal niveau en een kleine wijziging inhoudt. Een kleine wijziging is een wijziging die van die aard is dat het geen substantiële of essentiële verandering van de milieueffecten tengevolge van de uitvoering van het plan veroorzaakt.

6.4 Nulalternatief Indien het nulalternatief voor dit plangebied wordt toegepast, betekent dit dat de voorgenomen opmaak tot RUP niet doorgaat of m.a.w. dat het plangebied in zijn huidige ‘vorm’ blijft behouden. Dit heeft de volgende ruimtelijk-juridische beperkingen: • De dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen in het deelgebied Sint- Medarduskerk kan niet worden gerealiseerd. Bijgevolg is het oprichten van woningen in het deelgebied niet mogelijk. Verder kan de connectie tussen de kerk en het rust- en verzorgingstehuis (dat met een dringende uitbreidingsnood kampt) niet worden gemaakt. • De bestaande loods met bijhorende serre blijft bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied, waardoor de metaalbewerker zonevreemd blijft. De herlokalisatie van het open ruimtegebied naar dit deelgebied wordt juridisch niet verankerd.

6.5 Referentiesituatie Voor de duidelijkheid wordt in deze paragraaf kort de huidige feitelijk bestaande toestand en de juridische toestand van beide deelgebieden verduidelijkt: • Deelgebied Sint-Medarduskerk: de bestaande en juridische toestand stemmen overeen. Voor de beoordeling van de bijkomende milieueffecten van de voorgenomen activiteiten wordt voor dit deelgebied enkel uitgegaan van de juridische toestand. • Deelgebied ambacht en KMO: volgens de juridische toestand is de loods, de serre en de verharding in de directe omgeving bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied (gewestplan) en landbouwzone (RUP Kern Wijtschate). Tevens wordt in de huidige bestaande toestand het deelgebied gebruikt door een metaalbewerker die recent

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 32 van 42 geherlokaliseerd is. Teneinde de milieueffecten van de voorgenomen activiteiten in te schatten wordt indien het relevant is voor de plan-MER-screening uitgegaan van zowel de huidige toestand (de aanwezigheid van de metaalbewerker) als de juridische toestand (bestemming agrarisch gebied).

6.6 Voorgenomen planopties binnen het plangebied Door de uitvoering van het RUP worden enkele belangrijke ontwikkelingen vooropgesteld. Voor de uitgebreide visie wordt er verwezen naar hoofdstuk 5. • De realisatie van de dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen binnen de Sint-Medarduskerk, omliggende tuin en een deel van het Kerkplein. • Het juridisch verankeren van de herlokalisatie van een zonevreemd bedrijf binnen de bestaande loods met bijhorende serre. In de hierna volgende hoofdstukken worden de milieueffecten verduidelijkt en wordt aangetoond dat er geen significante milieueffecten verwacht worden naar aanleiding van het RUP. Hierdoor wordt besloten dat het RUP niet van rechtswege plan-MER-plichtig is. Voor niet van rechtswege plan-MER-plichtige RUP’s dient geval per geval een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde een conclusie te kunnen maken omtrent eventuele plan-MER-plicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd.

6.7 Potentiële milieueffecten van het plan 6.7.1 Bodem (zie kaart 12 in bijlage) Binnen het plangebied zijn volgende bodemtypes aanwezig: • Droge zandleem: Lbx • Nat zandleem: Lhc • Natte leem: Afp, Ahp en Aha • Antropogeen: OB Het deelgebied Sint-Medarduskerk is volledig aangeduid als een antropogene (OB) bodem. De gronden van het deelgebied ambachten en KMO betreffen een overwegend natte (Lhc) en droge (Lbx) zandleem bodem. Ter hoogte van het achtergelegen Elzenbos (GEN-gebied “Het West-Vlaams Heuvelland”) is de bodem aangeduid als natte leem. Door vergraving zal het bodemprofiel in het plangebied verstoord worden. De bodems van het deelgebied ambachten en KMO zijn gekenmerkt door profielontwikkeling ‘x’ en ‘c’ welke weinig tot matig gevoelig zijn voor profielvernietiging. De natte leem van het Elzenbos is overwegend niet gevoelig voor profielvernietiging. Door uitvoering van het RUP wordt slechts een zeer beperkte oppervlakte (mogelijk tot het realiseren van extra bebouwing t.o.v. bestaande toestand) hiervan vergraven. Door de beperkte bouwmogelijkheden worden de effecten op profielontwikkeling beperkt negatief ingeschat. De bodems zijn verder zeer verdichtingsgevoelig. De antropogene bodem van het deelgebied Sint-Medarduskerk wordt geacht geen profiel te bezitten en ook niet verdichtingsgevoelig te zijn. Door de beperkte omvang en de reeds bestaande bezettingsgraad van het plangebied worden geen significante effecten op de bodemstructuur verwacht. Er zullen door de uitvoering van het RUP bijgevolg geen bijkomende significante effecten inzake verdichting optreden. Binnen het plangebied komen geen OVAM-dossiers voor.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 33 van 42 Conclusies discipline bodem Er worden geen significante effecten verwacht inzake de discipline bodem, gezien het plan door zijn geringe omvang en de reeds bestaande bezetting, een beperkte impact op de bodemaspecten heeft. Er zijn vanuit de discipline bodem geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

6.7.2 Water (zie kaarten 7, 8, 9, 10 en 11 in bijlage) Het plangebied bevindt zich op de grens met het Leiebekken (deelbekken Ieper-Ambacht) en het IJzerbekken (deelbekken Grensleie). Voor het studiegebied en omgeving werden geen specifieke acties in het bekkenbeheerplan opgenomen. Binnen het plangebied komen geen waterlopen voor. De beschrijving van de referentiesituatie en de kaart van de watertoets zijn gebundeld in hoofdstuk 3.5). Het overgrote deel van het plangebied wordt beschouwd als zijnde matig gevoelig voor grondwaterstroming. Ter hoogte van het Elzenbos (aan de noordwestzijde van het deelgebied ambachten en KMO) wordt de bodem beschouwd als zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Deze situeert zich ter hoogte van de natte leembodems. De overstromingskaart geeft aan dat beperkte delen van het plangebied worden aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. Dit zijn de natte leembodems die niet infiltratiegevoelig zijn. Het overige deel van het plangebied is niet overstromingsgevoelig en infiltratiegevoelig. Het plangebied is niet aangeduid als een signaalgebied. Het RUP vormt ook geen kader voor grootschalige ondergrondse constructies, waardoor geen impact wordt verwacht op de grondwaterstroming. De gronden gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan zijn niet gesitueerd binnen waterwingebieden of beschermingszones type I, II of III. Daarnaast wordt binnen het plangebied geen oppervlaktewater gewonnen bestemd voor drinkwaterproductie. Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd). Het volledige plangebied is gecategoriseerd als collectief te optimaliseren buitengebied. In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. In afwachting van de aanleg van riolering moet het afvalwater minstens voorbehandeld worden in een septische put. Bij aanleg van het rioleringsstelsel dient in het openbaar domein de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen gerespecteerd te worden.

Figuur 6-1 Zoneringsplan (bron: geoloket VMM)

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 34 van 42 De invulling van het plangebied voorziet in de mogelijkheid van bijkomende gebouwen waardoor er effecten op het lokale afwateringssysteem kunnen zijn. Het RUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Verder zal moeten voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6°a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’, dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Er moet in eerste instantie voorzien worden in maximaal hergebruik en vervolgens in maximale infiltratie. Indien alsnog gekozen zou worden voor buffering met vertraagde afvoer, moet deze collectief voorzien worden en mag deze niet doorgeschoven worden naar de individuele percelen of projecten. Het is belangrijk om het water zoveel mogelijk ter plaatse te houden, om wateroverlast stroomafwaarts te vermijden. In de stedenbouwkundige voorschriften zal worden aangegeven dat hemelwater dat op nieuwe verharde oppervlakte valt in eerste instantie zo veel mogelijk moet hergebruikt worden. In tweede instantie moet het resterende gedeelte geïnfiltreerd of gebufferd worden zodat slechts in laatste instantie een beperkt debiet kan vertraagd afgevoerd worden. Voor bijkomende bebouwing worden volgende extra maatregelen voorzien. Daarom zullen onderstaande punten worden opgenomen in het RUP: • Bij aanleg van verhardingen worden in functie van een maximale infiltratie van regenwater bij voorkeur waterdoorlatende materialen gebruikt. • Eventuele grachten of buffervoorzieningen worden bij voorkeur in open profiel aangelegd. Conclusies discipline water Er zijn vanuit de discipline water geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

6.7.3 Fauna en flora (zie kaarten 4, 5 en 6 in bijlage) Het deelgebied ambachten en KMO sluit aan zijn noordzijde aan op een GEN-gebied “Het West- Vlaams Heuvelland”. Verder is hetzelfde gebied aan de westzijde gelegen van het deelgebied Sint- Medarduskerk (±100m). Binnen het plangebied komen geen VEN en IVON gebieden voor. Aan de noordwestzijde van Wijtschate situeert zich het habitatrichtlijngebied “Westvlaamse Heuvels”. Het gebied is op een afstand van ±150m van het deelgebied Sint-Medarduskerk gelegen. Binnen het plangebied komen geen Natura 2000 gebieden voor. Het plangebied is volledig aangeduid als biologisch minder waardevol (ua = minder dichte bebouwing), waardoor aanzienlijke negatieve effecten door uitvoering van het voorliggend RUP niet verwacht worden. Het deelgebied ambachten en KMO sluit aan zijn noordzijde aan op een biologisch zeer waardevol gebied (vn = nitrofiel alluviaal Elzenbos, gelegen buiten het deelgebied). Ten opzichte van dit gebied kunnen zich eventueel effecten, voornamelijk situerend op de effectengroep ‘verstoring’ ten aanzien van fauna, voordoen. Hierbij kunnen we uitgaan van een reeds aanwezige verstoring door de exploitatie van het metaalbewerkend bedrijf (huidige toestand). Door uitvoering van het RUP kunnen door de herbestemming naar ambachten en KMO gelijkaardige of beperkte bijkomende effecten gegenereerd worden, bestaande uit geluids- en lichtverstoring ten opzichte van de juridische toestand (agrarisch gebied - voormalig tuincentrum). Maximaal wordt aldus een beperkt negatieve impact verwacht. In het RUP is hiertoe een zone voor groenbuffer ingepland tussen het natuurgebied en de bedrijfsactiviteiten. Natuurtoets voor het deelgebied ambachten en KMO Het plangebied zelf bevindt zich niet in een gebied van het VEN of het IVON, maar het deelgebied ambachten en KMO sluit aan op de zuidzijde van het GEN-gebied “Het West-Vlaams Heuvelland”. In

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 35 van 42 volgende analyse zal daarom worden nagegaan of de uitvoering van het RUP een effect (schade) genereert, de schade herstelbaar is, en er bij de werken groot openbaar belang aan de grondslag ligt. In het Natuurdecreet verwijzen artikels 25 en 26bis naar een aantal voorschriften en geboden in VEN-gebied. In onderstaande uiteenzetting is volgens de momenteel gangbare afwegingsprocedure geoordeeld of er onvermijdelijke / onherstelbare schade optreedt ten opzichte van de VEN-gebieden ten gevolge van de geplande voorgenomen activiteit. • Is er verandering? Gezien het plangebied niet overlapt met het nabijgelegen VEN-gebied is er geen oppervlakteverlies door de opmaak van het RUP. De rechtstreeks naastgelegen bestemming van voorliggend RUP is groenbuffer. Het resterende deel van de landbouwbestemming krijgt de bestemming “Zone voor ambachten en KMO”. • Is de verandering nadelig ? De herbestemming van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied (gewestplan) en landbouwgebied (RUP Kern Wijtschate) naar “Zone voor ambachten en KMO” kan ten opzichte van de juridische toestand een beperkte negatieve impact hebben op het achterliggende VEN-gebied. Ten opzichte van de huidige toestand kan deze beperkte negatieve impact gereduceerd worden. Indien deze beperkte negatieve impact zich voordoet, wordt deze gebufferd binnen het deelgebied, door de herbestemming van landbouwgebied (RUP Kern Wijtschate) naar “zone voor groenbuffer”. Deze groenbuffer zorgt voor een positieve invloed op het nabijgelegen VEN-gebied. • Is deze schade vermijdbaar en/of herstelbaar (bv. qua uitvoering, locatie) ? Rechtstreekse vernietiging van waardevolle vegetaties gelegen binnen het VEN-gebied zullen niet optreden. Hierdoor wordt de effectieve schade ten opzichte van het VEN als zeer sterk beperkt tot onbestaande beoordeeld. Om eventuele effecten op fauna te beperken of uit te sluiten worden op projectniveau onderstaande aanbevelingen voorgesteld: • Het aanbrengen van verlichting dient beperkt te worden. Bij het aanbrengen van verlichting dient deze neerwaarts gericht te worden en in ieder geval afgewend te worden van de Grote Eenheid Natuur. • Stapelruimtes in openlucht dienen zich hoofdzakelijk te situeren aan de straatzijde, en worden bij voorkeur gebufferd met gebouwen of een groenscherm ten opzichte van de Grote Eenheid Natuur. • Is het project van groot openbaar belang ? Het is geen project van groot openbaar belang. • Zijn schadebeperkende maatregelen noodzakelijk ? Aangezien de effecten t.a.v. het VEN-gebied zo goed als onbestaande zijn, wordt het in dit geval niet noodzakelijk geacht om bijkomende schadebeperkende maatregelen te nemen. In het plan zelf is reeds aandacht gegeven aan het beperken van eventuele effecten, door de verplichte realisatie van een groenbuffer. Conclusies discipline fauna en flora Door uitvoering van het RUP wordt inzake fauna een beperkte wijziging t.o.v. de juridische toestand verwacht. Globaal gezien kan er gesteld worden dat er door uitvoering van het RUP geen significant negatieve effecten verwacht worden. Vanuit de discipline fauna en flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 36 van 42 6.7.4 Landschap, bouwkundig en beschermd erfgoed en archeologie

6.7.4.1 Landschapsbeeld (zie kaart 2 in bijlage) Beide deelgebieden zijn gelegen in de relictzone “Centrale heuvelrij van de West-Vlaamse Heuvels” en de ankerplaats “Heuvel van Wijtschate – Mesen”. Bovendien is het deelgebied Sint-Medarduskerk gelegen in de rand van de definitief aangeduide ankerplaats Ieperse vestingen en omgeving, bossen ten zuiden en heuvelrug Wijtschate-Mesen. Voor de ankerplaats zijn volgende opmerkingen en knelpunten belangrijk voor het plangebied: • Het landelijke en open landschap dient behouden te blijven om de vergezichten in alle richtingen te vrijwaren. Daarbij dient de lintbebouwing ingeperkt te worden; ter hoogte van de dorpskernen hebben zich reeds woonlinten langs wegen tot ver buiten de kern ontwikkeld. • Bij de verspreide landbouwbedrijven dient men nieuwe gebouwen voldoende te bufferen om de esthetische waarde van de omgeving niet aan te tasten. Niet-grondgebonden landbouwbedrijven passen niet binnen dit gaaf en herkenbaar landschap. • De restanten van beekbegeleidende houtige begroeiing dient versterkt te worden om de herkenbaarheid van het landschap te verhogen en de esthetische waarde te vergroten. Ook de aaneengesloten weilanden langs de steile hellingen vormen een landschappelijk geheel dat in de open omgeving sterk opvalt door dezelfde verschijningsvorm. De minder steile hellingen onderaan akkerland zijn minder waardevol als er geen perceelsrandbegroeiing voorkomt. De dorpskern van Wijtschate wordt verder ook aangeduid als puntrelict. Binnen het plangebied komen geen lijnrelicten voor. Het voorliggend RUP vormt de basis voor het bestendigen van de aanwezige bedrijvigheid. (deelgebied ambachten en KMO). Gezien het bedrijf geherlokaliseerd werd naar de reeds bestaande gebouwen en het open ruimtegebied gevrijwaard werd van zonevreemde functies op de oorspronkelijke locatie, wordt geen aanzienlijke impact op het landschapsbeeld verwacht. Verder brengt de dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen in het deelgebied Sint- Medarduskerk de beleidswenselijkheden van de ankerplaats eveneens niet in het gedrang.

6.7.4.2 Bouwkundig en beschermd erfgoed (zie kaart 3 in bijlage) Er bevinden zich geen beschermde stads- of dorpsgezichten, landschappen, monumenten en archeologische zones binnen het plangebied. De parochiekerk Sint-Medardus werd opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, aangeduid als relict (ID: 32754). Overigens sluit het deelgebied Sint-Medarduskerk aan tegen de pastorie (ID: 32756) en het gemeentehuis van Wijtschate (ID: 32757). De Sint-Medarduskerk werd omstreeks 1925 in eclectische stijl wederopgebouwd naar ontwerp van Leborgne Architectes (Charleroi). De bouwstijl wijkt sterk af van de vooroorlogse laatgotische tweebeukige hallenkerk. De kerktoren heeft een belangrijke bakenfunctie voor de omgeving, maar is niet beschermd. In functie van een meervoudig gebruik van de Sint-Medarduskerk en zijn onmiddellijke omgeving, wordt binnen voorliggend RUP het deelgebied voorzien van de dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen. Om dit mogelijk te maken, worden opties geboden voor uitbreiding d.m.v. nieuwe constructies, maar worden ook specifieke voorschriften opgenomen m.b.t. de kerk: “Renovatie, verbouwing of uitbreiding dient in functie te staan van het authentieke karakter van deze bebouwing en het architecturaal geheel waartoe het behoort. Bouwkundige ingrepen dienen m.a.w. een ingetogen en terughoudende architectuur te hebben, waarbij de waarde van het geselecteerde gebouw wordt ondersteund.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 37 van 42 - bij restauratie, renovatie en verbouwing van de gevel dienen de authentieke kleur en materialen toegepast te worden. Authentiek materiaal- en kleurgebruik houdt in: baksteenarchitectuur. - het materiaalgebruik voor het schrijnwerk is vrij, doch felle kleuren zijn niet toegelaten.”

6.7.4.3 Archeologie Het RUP vormt (in zeer beperkte mate t.o.v. de juridisch geldende toestand) het kader voor projecten waarbij graafwerkzaamheden zullen voorkomen. Daar waar zich de grootste wijzigingen ten aanzien van de referentiesituatie voordoen, is de kans op het verstoren van archeologie bij de realisatie van het plan relatief groter dan in de delen van het gebied die reeds verhard of verstoord zijn. Er is echter altijd een potentiële kans op het verstoren van mogelijks aanwezige archeologische relicten. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om bijvoorbeeld op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. Zekerheid omtrent aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan alleen met specifiek onderzoek vastgesteld te worden. Op basis van de huidige wetgeving dient advies te worden ingewonnen door degene die een stedenbouwkundige vergunning zal aanvragen voor ontwikkeling van het plangebied aan het agentschap Onroerend Erfgoed indien gravende werkzaamheden zullen plaatsvinden. Afhankelijk van de grootschaligheid van de werken en de locatie zal dit agentschap al dan niet een advies uitbrengen m.b.t. archeologisch vooronderzoek. Conclusies discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Door uitvoering van het RUP worden geen significant negatieve effecten op het landschapsbeeld van het plangebied verwacht. Er worden verder geen significant negatieve effecten op het waardevolle bouwkundig erfgoed verwacht. Indien er vergravingen gebeuren in het gebied, is aantasting van het archeologisch erfgoed mogelijk. Dit wordt ondervangen door de regelgeving op archeologische vondsten. Vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten.

6.7.5 Mens

6.7.5.1 Ruimte en functies Het plangebied behelst in hoofdzaak gemeenschapsvoorzieningen en bedrijvigheid. Naast het bestendigen van de huidige en juridische toestand van het deelgebied Sint-Medarduskerk en de huidige toestand van het deelgebied ambachten en KMO, worden ook in hoofdstuk 5 vermelde ontwikkelingen toegestaan.

6.7.5.2 Wonen Het voorliggend RUP vormt het kader voor het eventueel oprichten van woningen in combinatie met gemeenschapsvoorzieningen (dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen). De effecten ten aanzien van wonen door de uitvoering van het RUP, worden positief beoordeeld.

6.7.5.3 Mobiliteit Het huidige beleid meldt geen noemenswaardige knelpunten met betrekking tot de doorstroming binnen het plangebied waar te nemen. Door de hoofdzakelijke woonfunctie in de dorpskern van Wijtschate, zijn de verkeersintensiteiten er vrij laag. • Deelgebied Sint-Medarduskerk: Naar aanleiding van het eventueel inrichten van de zone voor gemeenschapsvoorzieningen naar de dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen wordt de verkeersgeneratie hieronder geschetst.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 38 van 42 Volgens het haalbaarheidsonderzoek (27 april 2015) van Noa Architecten kunnen binnen het plangebied ± 16 wooneenheden gerealiseerd worden onder de vorm van meergezinswoningen. Volgens de OVG betekent dit een toename van 35 autobewegingen/etmaal, met een ochtendpiek (tussen 08.00 en 09.00) van 3 autobewegingen en een avondpiek (tussen 17.00 en 18.00) van 3 autobewegingen. Wanneer we deze cijfers in relatie stellen tot de categorisering van het Kerkplein als woonstraat komt de capaciteit van deze weg niet in het gedrang. De impact op het verkeer valt als verwaarloosbaar te beschouwen. Het realiseren van de eventuele connectie tussen het woonzorgcentrum en de kerk (zoals beschreven onder 5.1) kan leiden tot het ‘knippen’ van de straat ten oosten van de kerk. Het profiel van alle straten rondom de kerk laat tweerichtingsverkeer toe, waardoor deze knip geen noemenswaardige circulatieproblemen met zich meebrengt. • Deelgebied ambachten en KMO: De bedrijvigheid heeft in zijn huidige toestand (±1.335m² bebouwing) een zeer beperkte verkeersgeneratie. De dagelijkse verkeersgeneratie wordt als volgt ingeschat: o Max. ± 4 personeelsleden (incl. bedrijfsleider), waarvan ± 4 bewegingen tijdens de ochtend- en avondpiek. o Max. ± 5 bezoekers, waarvan ± 4 bewegingen tijdens de ochtend- en avondpiek. o Max. ± 1 levering, buiten de ochtend- en avondpiek. Voor de huidige bedrijvigheid betekent dit ± 8 bewegingen tijdens de ochtend- en avondpiek. Het voorliggend RUP biedt de mogelijkheid om 30% van de bestemmingszone voor ambachten en KMO te bebouwen, dit betekent 0,25ha (bruto) of 1.165m² extra bebouwing ten opzichte van de huidige toestand. Concreet kan dit leiden tot ± 18 bewegingen (8 bewegingen door personeel, 8 bewegingen door bezoekers en 2 door leveringen) tijdens de ochtend- en avondpiek. Door de volledige realisatie van de toekomstige juridische toestand kan er in zeer beperkte mate bijkomende verkeersgeneratie ontstaan. Deze bijkomende verkeersstroom is zeer beperkt en zal geen congestie veroorzaken op de Ieperstaat. Voorts worden geen activiteiten met een sterk verkeersgenererend karakter toegestaan in het plangebied. De effecten ten aanzien van de realisatie van het voorliggend RUP worden dus beperkt negatief beoordeeld.

6.7.5.4 Lucht De beschrijving van de luchtkwaliteit in de omgeving gebeurt aan de hand van de beschikbare meetgegevens van ATMOSYS. Hierbij wordt gefocust op de concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5) omdat het naleven van de Europese grenswaarden voor deze polluenten het meest kritiek is in Vlaanderen.

Parameter Plangebied Grenswaarde

NO2-jaargemiddelde (µg/m³) 11-15 40

PM10-jaargemiddelde (µg/m³) 21-25 40

Aantal dagen overschrijding 11-15 35 PM10-daggrenswaarde (=50 µg/m³)

PM2,5-jaargemiddelde 13-15 25 (20 in 2020) Tabel 6-1 Huidige luchtkwaliteit 2013 (ATMOSYS) Uit bovenstaande tabel blijkt dat de bestaande luchtkwaliteit voldoet aan de vooropgestelde grenswaarden.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 39 van 42 Voorts worden geen activiteiten met een sterk verkeersgenererend karakter toegestaan in het plangebied. De impact op de mobiliteitssituatie blijft dus beperkt tot het bestemmingsverkeer. Door het bestendigen van de huidige toestand (deelgebied ambachten en KMO) en de realisatie van een beperkt aantal bijkomende wooneenheden (± 16 wooneenheden in het deelgebied Sint- Medarduskerk) kan redelijkerwijze verwacht worden dat er enkel emissies ten gevolge van gebouwenverwarming en verkeer van en naar het plangebied zullen ontstaan. Het betreft hier evenwel de gekende componenten zoals CO2, CO, NOx, SO2, fijn stof, VOS …. Deze emissies zijn zeer beperkt tot verwaarloosbaar. Door realisatie van het RUP zal dus geen aanzienlijke bijkomende luchtverontreiniging gegenereerd worden. Gezien de beperkte bijkomende verkeerstoename binnen het plangebied, worden geen significante effecten ten aanzien van luchthinder verwacht.

6.7.5.5 Hinder De visuele hinder ten gevolge van de ontwikkelingen van het RUP zal klein zijn. Het betreft in hoofdzaak bestendiging van de huidige situatie met in beperkte mate bijkomende woningen, wat zich perfect integreert in de reeds bestaande omgeving. • Deelgebied Sint-Medarduskerk: Bijkomende geluidshinder wordt evenzeer niet verwacht, aangezien het RUP niet het kader vormt voor sterk verkeersgenererende activiteiten of andere vormen van geluidsproducerende bezigheden. De dubbelbestemming wonen/gemeenschapsvoorzieningen valt perfect te integreren binnen de dorpskern van Wijtschate.

• Deelgebied ambachten en KMO: Voor geluids- en visuele hinder zijn voor het deelgebied ambachten en KMO op projectniveau (zie hoofdstuk 6.7.3 Fauna en flora) onderstaande aanbevelingen voorgesteld ten aanzien van de Grote Eenheid Natuur: o Het aanbrengen van verlichting dient beperkt te worden. Bij het aanbrengen van verlichting dient deze neerwaarts gericht te worden en in ieder geval afgewend te worden van de Grote Eenheid Natuur. o Stapelruimtes in openlucht dienen zich hoofdzakelijk te situeren aan de straatzijde, en worden bij voorkeur gebufferd met gebouwen of een groenscherm ten opzichte van de Grote Eenheid Natuur. Verder wordt binnen het voorliggend RUP voldoende aandacht besteed aan de landschappelijke integratie van de zone voor ambachten en KMO. Er kan aangenomen worden dat de impact van de omgeving op het voorgenomen plan zeer beperkt tot onbestaand zal zijn.

6.7.5.6 Veiligheid Binnen het plangebied van het RUP zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Het RUP maakt de oprichting van een Seveso-inrichting binnen het plangebied niet mogelijk. Binnen het plangebied worden wel aandachtsgebieden (nl. gebieden met woonfunctie) gepland. De dichtstbijzijnde lagedrempel-seveso-inrichtingen liggen op 8 km (CID Lines). Afhankelijk van het feit of bij de Dienst Veiligheidsrapportage de externe risico’s vanwege deze bedrijven bekend zijn, is al dan niet een ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) genoodzaakt: - externe risico’s niet gekend bij dienst VR: RVR nodig om te kunnen bepalen of er voldoende afstand is tussen de Seveso-inrichtingen enerzijds en de aandachtgebieden anderzijds, - externe risico’s zijn gekend bij dienst VR én er is voldoende afstand tussen de Seveso-inrichting enerzijds en het aandachtsgebied anderzijds: geen RVR nodig.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 40 van 42 - externe risico’s zijn gekend bij dienst VR maar er is geen garantie dat er voldoende afstand is tussen de Seveso-inrichting enerzijds en het aandachtsgebied anderzijds: de dienst VR geeft voorstellen van stedenbouwkundige voorschriften (o.a. afstandsregels), maar op voorwaarde van opname vraagt de dienst VR geen RVR. Gezien het plangebied zich op meer dan 8 km van deze Seveso-inrichtingen bevindt, wordt geen impact verwacht t.a.v. de aanwezige aandachtsgebieden (wonen) binnen het plangebied. Conclusies discipline mens Er worden globaal geen significant negatieve milieueffecten verwacht vanuit de discipline mens.

6.8 Overige aspecten en globale conclusies Gezien de aard van voorliggend RUP worden geen significant negatieve effecten verwacht inzake de milieuaspecten ‘stoffelijke goederen’, ‘energie- en grondstoffenvoorraad’ en ‘gezondheid van de mens’. Er zijn niet onmiddellijk leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat een effect niet kan worden beoordeeld. Gelet op de ligging, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’. Globaal kunnen we besluiten dat het RUP ‘Kern Wijtschate herziening’, dat het voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, niet onder de plan-MER-plicht, zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/4/2007, valt.

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 41 van 42 7 Bijlagen

7.1 Basiskaarten

2303543015.doc/fdb | RUP Kern Wijtschate herziening | Plan-MER screening pagina 42 van 42 Gemeente Gemeente 2303545002 /fdb 2303545002 juli2016 01 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 2003 versie Streetnet, van versie Vectoriële 1. de door aangeleverd GRB op het gebaseerd Contour 2. A3 1:4.000 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de de door aangeleverd GRB van gegevens Kadastrale 3. 1 /14 1 Contour projectgebied Contour Wegverbinding Hoofdgebouw Bijgebouw afgezoomdGebouw metvirtuele gevels Administratiefperceel RUP Wijtschate herziening RUPWijtschate Heuvelland Gemeente 1 Kaart Situering Verklaring: Kenmerk: Plannr.: Bron: Datum: Schaal: Formaat: m

°

t

a

a

r

t

s

t

e

a k

e a

t

a r

a r b

t 50 s

r e

p t e I

e

l

s l

o n

H

e

s s

0 100 200 300

o B

t a a

r

t t

a s

a r r

t e

s z

e j

i c

i n

p a s o a

t H S e ri le

el

p t

a a a

K r

t

s

n

i

u

T

t

a

n

a

i

r

t e

l s

e

p i

s

n in a

e u

l pl

e k r d

p e

K r

a a

K

d

e

M

-

t

n

i

S

t

a

a

r

t

s

e

t

a

h

c

s

t

j

i W

t raa rst Vie RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 2 Landschapsatlas

Verklaring: Contour projectgebied West-Vlaamse heuvels Zuidelijke IJzervlakte en het land van Ieper Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas, MVG-LIN-AMINAL Monumenten en Landschappen (GIS-Vlaanderen) versie 1.0 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 2 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 213372 213483 RUP Wijtschate herziening 213595 Gemeente Heuvelland Kaart 3 Inventaris bouwkundig erfgoed

Verklaring: Contour projectgebied Orgels Relicten Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

201039

32624

32751

32755 32755 32756

32754 Bron: 1. Vectoriele versie van bouwkundig erfgoed opgemaakt door VIOE Vlaams instituut voor onroerend erfgoed, versie 2013/05/23 32757 32750 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

213266 Kenmerk: 2303545002 / fdb 32760 Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 3 / 14 3276132761 Formaat: A3 201043 3276132761 050 100 200 300 m 32761 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 4 Biologische waarderingskaart

Verklaring: Contour projectgebied Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van de Bioligische waarderingskaart versie 2,2 - 2010 (INBO-AGIV) 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 4 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 5 VEN en IVON

Verklaring: Contour projectgebied Grote eenheid natuur Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van het VEN/IVON, Agentschap voor Natuur en Bos, versie 08/08/2011 (AGIV) 2. Contour gebaseerd op het GRB aangeleverd door de Gemeente 3. Kadastrale gegevens van GRB aangeleverd door de Gemeente

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 5 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 6 Natura 2000

Verklaring: Contour projectgebied Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron:1. Vectoriële versie van Vogelrichtlijngebieden,Vogelrichtlijngebieden, toestand 22/07/2005 (ANB-AGIV) 2. Vectoriële versie van Habitatrichtlijngebieden 15/02/2008, (ANB- AGIV) 3. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 4. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 6 / 14 0100 200 400 600 m Formaat: A3 Schaal: 1:7.500 d 26-03-2016), 26-03-2016), d rbeheer (AGIV) (AGIV) rbeheer zones, Vlaamse Vlaamse zones, Milieumaatschappij - Afdeling Operationeel Wate Operationeel - Afdeling Milieumaatschappij 07/10/2011) (versie juli2016 01 2303545002 /fdb 2303545002 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB het op gebaseerd projectgebied Contour 2. (toestan GRB percelenplannen kadastrale Digitale 3. AGIV door aangeleverd A3 1:4.000 7 /14 7 Contourprojectgebied Bevaarbaar Geklasseerd, derdecategorie Geklasseerd, tweedecategorie Nietgeklasseerd Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouwafgezoomd met virtuelegevels Administratiefperceel Verklaring: RUP Wijtschate herziening RUPWijtschate Heuvelland Gemeente 7 Kaart Waterlopen Kenmerk: Plannr.: Datum: Bron:& - VHA-waterlopen de van versie Vectoriële 1. Schaal: Formaat: m ° 50

0 100 200 300

6

2

5 1

6 0 2 1 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 8 Watertoets (2014)

Verklaring: Contour projectgebied Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Overstromingsgevoelige gebieden uitgave 20140423, Watertoetskaarten, AGIV & CIW (AGIV-product) 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 8 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 9 Erosiegevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Erosiegevoelig Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/07/2006, AGIV & CIW (AGIV-product) : Erosiegevoelgie gebieden 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 9 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 10 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/072006, AGIV & CIW (AGIV-product) : grondwaterstromingsgevoelige gebieden 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 10 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 11 Infiltratiegevoelige gebieden

Verklaring: Contour projectgebied Infiltratiegevoelig Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Watertoetskaarten toestand 20/07/2006, AGIV & CIW (AGIV-product) : infiltratiegevoelige gebieden 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 11 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 12 Bodemsamenstelling

Verklaring: Contour projectgebied 01. Antropogeen 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 12. Natte leem 13. Vochtige leem 15. Natte klei 16. Vochtige klei 17. Droge klei Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Digitale versie van de Bodemkaart van Vlaanderen, IWT, uitgave 2001 (OC GIS-Vlaanderen). 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 12 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 13 Atlas der trage wegen

Verklaring: Contour projectgebied

Bron: 1. Shapefiles getekend op basis van de Atlas der buurtwegen van GISwest 2012 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 13 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000 RUP Wijtschate herziening Gemeente Heuvelland Kaart 14 Gewestplan

Verklaring: Contour projectgebied 0100- woongebied 0101- woongebied met kultureel, historische en/of esthetische waarde 0105- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0701- natuurgebied 0702- natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten 0901- landschappelijk waardevolle gebieden Hoofdgebouw Bijgebouw Gebouw afgezoomd met virtuele gevels Administratief perceel

Bron: 1. Vectoriële versie van het Gewestplan, MVG-LIN-AROHM- Ruimtelijke Planning, 2002 (OC-GIS-Vlaanderen) 2. Contour projectgebied gebaseerd op het GRB 3. Digitale kadastrale percelenplannen GRB (toestand 26-03-2016), aangeleverd door AGIV

Kenmerk: 2303545002 / fdb Datum: 01 juli 2016 ° Plannr.: 14 / 14 050 100 200 300 m Formaat: A3 Schaal: 1:4.000