deze „trek" moeten opvatten als directe van de trek is ... de verspreiding van de in uiting van een aangeboren instinct; een een bepaalde omgeving huizende slakken, actie teweeggebracht door het I.R.M. (In­ een voor de slak passieve (onbewust uit­ nate Releasing Mechanism) van de slak. gevoerde) daad, die als een kansspel even­ De menselijke uitleg van het geval, die mis­ goed tot vernietiging (de dood) kan voe­ schien het meest de werkelijkheid benadert, ren, als wel het voortbestaan (de versprei­ is dan, dat het „gevolg" (niet het doel) ding) van de soort tot gevolg kan hebben,

DE VROEGBLOE1ENDE TIJLOZEN (Narcissus pseudo- narcissus L.) IN ZW-DRENTE EN ZO-FRIESLAND

W. BEIJERINCK.

Wie omstreeks half maart, als de Sneeuw­ In de buurtschappen, waar zij het veelvul- klokjes volop bloeien in het gras voor de digst voorkomen, zoals in: Nijeveen.—• boerderijen, per auto door de langgerekte Veendijk, , Elslo^—Makkinga. streekdorpen van ZW-Drente en ZO- Hemrik^—Lippenhuizen (volgens medede­ Friesland rijdt, zal in die zelfde, overigens ling) en Ruinerwold—Ruige Kluft, komen bloemenarme hofjes of tuintjes, soms ook zij nagenoeg boerderij aan boerderij voor, wel in boomgaarden, kleine lichtgele nar­ hetgeen te meer opvalt, waar elders in ons cissen zien bloeien, zo opvallend talrijk, land zo vroeg in het jaar nog geen bloei­ dat ze vanuit de langzaam rijdende auto ende narcissen in de tuinen te zien zijn. gemakkelijk kunnen worden genoteerd Bovendien is het opmerkelijk, dat in het op een topografische of andere kaart. behandelde gebied: Ie deze tijlozen lang Deze tijlozen 1) hebben min of meer knik­ niet overal voorkomen, doch beperkt blij­ kende of zijwaarts afstaande bloemen van ven tot bepaalde stroken langs de bredere 5—6 cm diameter, waarvan de kroonslip- beekdalen; 2e zij in tuinen van nieuwere pen veelal iets lichter geel getint zijn dan huizen en nieuwere boerderijen nagenoeg de dooiergele bijkroon (paracorolla) of geheel ontbreken, doch voornamelijk wor­ trompet, die ± even lang is als de kroon- den aangetroffen bij oudere boerderijen en slippen (fig. I ). De bloemen steken niet of boerderijtjes. weinig boven de blauwgroene, smal lint- Ik heb mij daar reeds vele jaren over ver­ vormige, 0,5'—1.5 cm brede bladeren uit. wonderd, totdat ik er ten slotte eens meer De planten zijn duidelijk kleiner dan die van wilde weten. Destijds (1939) stuurde der gekweekte en later bloeiende gele trompetnarcissen-). De hoogte tijdens de 1) Tijloos is de oorspronkelijke Nederlandse bloei varieert van 15^—30 cm. De bloeitijd naam voor Narcissus pseudo-narcissus L. In loopt, al naar het jaar, van begin maart tot NW-Duitsland: „Tidlose ". In het Drents dia­ lect uitgesproken: ..Tielóren", eind april. In 1957 waren zij begin april al 2 ) Kruisingen o.a. met de grootbloemige Nar­ merendeels uitgebloeid. cissus hispanicus Gouam. 28, . -' i»fe m \, •

Fig. 1. Bloeiende tijlozen in het gras. Foto: W. B.

ik een paar bloeiende exemplaren aan de gaande schetskaartje (fig. 2) zijn de resul­ bekende Z-Limburgse florist, wijlen Dr. A, taten weergegeven door stippen, die echter de Wever te Nuth, met de vraag of dit nu volstrekt niet corresponderen met het wer­ niet de wilde tijloos kon zijn. die toen reeds kelijke aantal erven, waar zij groeien; dat elders in ons land niet meer scheen voor aantal is veel groter. Zij geven alleen de te komen, althans niet wild of verwilderd. afzonderlijke arealen aan. ter oriëntatie. Het antwoord luidde bevestigend. Tevens Bovendien heb ik mij in hoofdzaak beperkt ontving ik een interessant artikel van zijn tot ZW-Drente, al komen deze tijlozen hand, over Narcissus pseudo-narcissus L. ook in ZO-Friesland talrijk voor, zoals ik Gewapend met deze gegevens en o.a. die ten dele zelf en door mededelingen heb uit Ascherson en Graebner's Synopsis, kunnen constateren. Ik hoop daar een vol­ Bd. 3 en Hegi's Flora, Bd. II, begon ik een gend jaar ook eens op verkenning uit te onderzoek over de verspreiding van deze gaan, langs de Friese beekdalen. soort in Drente. De gegevens werden op De bloeitijd van een paar weken vóór die een kaart ingetekend. Daarbij bleek de der cultuurnarcissen, laat mij dit jaar niet ZW-hoek van Drente het belangrijkste veel tijd meer over. Langs het Lindedal verspreidingsgebied te zijn. Op het bij­ (Noordwolde^Boyl—Elslo) en langs het

284 Kuinderdal (Makkinga—Oosterwolde) Zweden. Dr. A. de Wever zag in 1919 en was het beeld in ieder geval hetzelfde als 1920 nog enkele exemplaren bij Epen langs in Drente. de Geul. maar daarna niet meer. Hij be­ Hier en daar werd gevraagd, hoe men aan schouwde deze als Belgische vluchtelingen, deze tijlozen was gekomen, maar het ant­ die het bij ons blijkbaar niet beviel. Hij woord luidde dan meestal: die hebben er zegt dan: „Nu moet men er zich toch over altijd al gestaan of men wist het niet meer, verwonderen, dat er van plantensoorten, Een uitzondering vormde Nijeveen, 4 km die niet zo ver over de grens langs de Geul ten noorden van Meppel gelegen. Daar zeer veel voorkomen, zo weinig 't tot bij was in de boomgaard van de heer L. Cos­ Epen gebracht hebben". Verder gaat De ting, gepens. onderwijzer, zulk een mas­ Wever de oudere litteratuur-opgaven na, sale vegetatie over een grotere oppervlakte als volgt: ,,Bij Dodonaeus en Clusius te zien, dat ik op inlichtingen uit ging. Een (1618) vindt men al afbeelding en be­ 84-jarige ingezetene, de heer B. Kuijers, schrijving van beide soorten. A/, pseudo- oud grondtaxateur en vendumeester, ver­ narcissus en N. hispanicus, onder de namen telde mij, dat ruim 50 jaren geleden nog „Geele Tijdeloos" en „Groote Spaansche hier en daar deze tijlozen verspreid in de Tijdeloos"; ook reeds variëteiten van bei­ drassige weilanden, op behoorlijke afstand den, der boerderijen groeiden en door de kinde­ In België houden Durand en De Wilde­ ren werden geplukt en overgebracht naar man (Prodrome, 1907) N. pseudo-narcis­ de tuintjes. Bij de heer Costing groeiden sus blijkbaar overal voor inheems, niet al­ toen nog lang niet zoveel als nu. Zij vor­ leen voor de Jura en kalkgebieden, maar men rijkelijk zaad en vermeerderen zich ook in het lössdistrikt (nagenoeg met 't spontaan tot zelfs buiten de eigenlijke Hesbayen van Massart overeenkomend). boomgaard (fig. 3). Langs de slootkanten In de Kempen moet ze zeer zeldzaam zijn (fig. 4) groeien zij er tussen Riet, Elzen, Brandnetels, Speenkruid, Zuring en Vo- gelmelk, welke laatste plant ik ook veelvul­ dig aantrof te Dwingelo (Westeinde) in een weide, waar eveneens tijlozen zich uit­ breiden (boerderij van J. de Wal). In Nije­ veen bestaat dus nog de mogelijkheid van oorspronkelijk in het wild voorkomen in vroegere tijden, al heb ik een dergelijk voorkomen in 't wild (ev. verwilderd) nog niet kunnen constateren. Toch lijkt mij dit niet geheel uitgesloten, omdat deze soort, met haar hoofd-verspreidingsgebied vanaf de Middelandse-zeekusten van Italië, door Spanje, Portugal, W-Frankrijk, België en Engeland, ook wordt opgegeven uit de W- Alpen, Vogezen, Hunsrück, Eifel, Ar­ dennen, het vroegere Moresnet, West- Fig. 2. ZW-Drente. De verspreiding der falen, NW-Duitsland, Denemarken en Z- tijlozen. 285 Fig. 3. Verwilderende tijlozen in de boomgaard van de heer L. Oosting te Nijeveen. Foto: W. B. en in de polder- en maritieme distrikten dus goed en zijn beschrijving komt geheel ontbreken. overeen met onze planten uit Noord- In de Flora van Nederland van C. A. J. A. Nederland. zoals hij trouwens zelf be­ Oudemans, Dl, III (1862) staat p. 159: vestigde. „werd op verschillende plaatsen van ons Mijn vermoeden, hier een oorspronkelijk vaderland langs en in vochtige weilanden wilde narcis voor ons te hebben, wordt ver­ verzameld," hetgeen er op zou wijzen dat sterkt door de eigenaardige verspreiding de soort toen nog meer algemeen voor­ der tijlozen in de Drentse boerenerfjes, ge­ kwam, In aangrenzend Duits gebied komt legen langs de verbrede beekdalen met hun ze volgens Hopper—Preuss (1926) noord­ drassige weilanden rondom Meppel. We waarts nog tot Königsforst en Bonn voor, zien ze optreden langs 't Reestdal (IJhorst maar ook in heel NW-Duitschland komt — Avereest) in het zuiden, langs het Oude ze, althans ingeburgerd of verwilderd voor, Diep, thans Hoogeveense Vaart, te De evenals in Denemarken, Wijk — De Stapel en Koekange — Os- De Wever kweekte er typische planten haar. Dan te Ruinerwold — Ruige Kluft van in zijn tuin, afkomstig uit Z-Frankrijk, — Dwingelo, en Lheebroek, alsmede uit Namen (Sanceille) en uit Emmaburg — Oldendiever, langs het brede (vroeger Moresnet). Hij kende de soort stroomdal van de Beilerstroom tot dicht bij 286 Fig. 4. Tijlozen aan de waterkant, tussen Riet en Elzen, met Speenkruid en Brandnetels. Foto: W. B.

Bellen. Verder te Wapserveen en te Wap- beekjes (zie kaart; ev, te vergelijken met sc langs de A en de Wapserveen- de chromo-topografische kaart 1 : 200000). se A. Ten slotte langs de Lindevallei, vanaf Steeds zijn daar in de nabijheid natuurlijke over Noordwolde — Boyl groeiplaatsen met drassige weiden en bos­ •— Elsloo en langs het oude Kuinderdal jes. (elzenbroek) in de nabijheid mogelijk langs Makkinga tot Oosterwolde en Oud- geweest. Ascherson en Graebner geven Appelscha. Bovendien schijnen deze tij­ in hun Synopsis der mittel-europaischen lozen ook in ZO-Friesland langs de zuid- Flora (Bd. III, p. 372) op, behalve in het westwaarts verlopende beekdalen veel voor bergland: „im übrigen Gebiet haufige te komen. Daarentegen ontbreken zij op de Zierpflanze und in Gras- und Obstgarten hoger gelegen zandgebieden (heidestre­ eingebürgert, so auch im nordwestdeut- ken). Een enkele maal ziet men daar een schen Flachlande! östlich bis Neuvorpom- polletje in een tuintje staan, waarin zij mern." wellicht door kennissen of familieleden Hoe het zij, of de soort verwilderd is, dan uit de voornoemde streken zijn overge­ wel de oorspronkelijk in het wild groeiende plant, maar dit doet niets af aan het huis soort in het vlakland in cultuur is genomen, aan huis optreden in de voornoemde dal- men vraagt zich toch af, waarom zij dan rand-gebieden, langs de benedenloop der als algemeen voorkomende cultuurplant 287 niet nog veel meer is „versleept" door de Leucojum vernum, het Lenteklokje, zag ik bewoners en niet een veel meer onregel­ totnutoe alleen in groot aantal op het ter­ matige verspreiding in boeren- en andere rein van de familie Tonckens te Wester- tuinen heeft verkregen, ook op de zand­ velde, ten zuiden van Norg, waar ze zich gronden van Drente. Aan de andere kant ook uitbreiden. Er is echter nog plaatselijk is het merkwaardig, dat de eventueel wilde een plant der Drentse beekdalen, waarvan (oorspronkelijke) groeiplaatsen zó grondig het uitroeien door overplanten in tuintjes zijn verdwenen. mij bekend is, nl. de Stengelloze sleutel­ De giftige eigenschappen van de plant bloem (Primula vulgaris Huds.) de zg. voor het vee, dat de plant onaangeroerd „pannekoekjes" der Drentse kinderen. Bij schijnt te laten, zou dit niet kunnen verkla­ Amen en Ekehaar (ten ZO van Assen), ren, maar wel is mogelijk dat de boerenbe­ in het dal van het Amerdiepje, bij Anderen volking hetzij de planten heeft uitgestoken en tussen Loon en Gasteren, in het stroom­ en het sierlijk bloeiende bolgewas naar hun gebied van het Loonerdiep groeiden erven heeft overgebracht (zoals te Nije­ vroeger veel meer Primula's dan nu. Ze veen), dan wel door intensieve kunstmest- zijn bijna verdwenen. Ik heb ze steeds bemestingen heeft uitgeroeid op de natuur­ schaarser zien worden in de laatste 40 lijke groeiplaatsen. In de handel zal ze wel jaren, terwijl minder opvallende begelei­ niet meer te krijgen zijn, al werd zij wel ders, zoals de Zwarte rapunzel. Goudveil door de kwekers gebruikt om mee te krui­ en Muskuskruid nog steeds standhouden. sen, ter verkrijging van onze tegenwoor­ Toch heb ik nog steeds hoop, ergens in dige grootbloemige cultuurrassen, ZO-Friesland of ZW-Drente een plekje In ieder geval hoop ik hiermede de belang­ te vinden in het landschap der lage weiden stelling voor deze ouderwetse boeren-tij- met bosjes en rietlandjes, waar heel stil­ lozen te hebben gewekt. Sneeuwklokjes letjes onze vroege tijlozen nog groeien en en tijlozen zijn in de boerenhofjes met hun bloeien. In ieder geval moeten ook ZO- grasveldje (bleekje) nagenoeg de enige Friesland en de kop van Overijssel nog bloembolgewassen in het oude Drente. veel beter doorzocht worden.

DE BRANDGANZEN (Branta leucopsis) VAN DE BANT

M. F. MÖRZER BRUIJNS. R.I.V.O.N., Mededeling nr. 19.

De Brandganzen van de polder De Bant De polder De Bant bevindt zich aan de hebben in de kringen van de vogelwaar- Friese waddenzeekust ten noorden van nemers langzamerhand vermaardheid ge­ Anjum in de gemeente Oostdongeradeel. kregen. Niet ten onrechte. Het is immers Het is een nog jonge graslandpolder, die een voorrecht er getuige van te zijn, dat pas in 1951 definitief werd bedijkt. De een terrein zich in de tijd van enkele jaren hoge kwelders waren daarvoor reeds om­ ontwikkelt tot één van de belangrijkste streeks 1945 van een voorlopige kade voor­ overwinteringsgebieden van één van de zien. De voorheen zilte kweldervegetaties zeldzaamste ganzesoorten van Europa. zijn daardoor verzoet. Of het direct daar-

288