Introductie Rafael der Vaart is niet weg te denken uit de voetbalgeschiedenis. Hij speelde meer dan honderd wedstrijden voor Oranje en behaalde in het Ajaxshirt twee landstitels, de KNVB Beker en de Schaal. Later maakte hij als aanvallende middenvelder furore in het buitenland, waaronder bij Real . In deze masterclass leert Rafael je alles over de wereld van het voetbalveld, de kleedruimte, en de bestuurskamer. 1. Rafael’s verhaal Ajax groeide op in een woonwagenkamp tussen Beverwijk en Heemskerk. Iedere zondag ging hij mee naar de voetbalwedstrijd van zijn vader voor BVV De Kennemers. Dit was de club waar Rafael zijn eerste wedstrijdminuten speelde. Vader Ramon zag het groeiend talent van zijn zoon en toen Rafael tien jaar was schreef hij hem in voor de open dag van Ajax in stadion De Meer. Nog steeds voelt Rafael kippenvel als hij terugdenkt aan de eerste keer dat hij daar het Ajaxlogo op de muur zag staan.

Na een selectieprocedure van een paar weken kreeg de jonge Rafael van te horen dat hij een jaar lang bij Ajax zou mogen spelen. Hij was door het dolle heen, maar kreeg ook meteen te maken met trainers die begonnen te schreeuwen als hij een bal verkeerd aannam. Sinds de E’tjes is zijn doorstroom naar de hogere elftallen altijd soepel verlopen, zodat hij uiteindelijk terecht kwam bij de B1 die onder de hoede stond van John van ’t Schip. Rafael kan de naam niet uitspreken zonder ontroerd te raken, want dit was de eerste trainer die volledig in hem geloofde en dat ook liet merken.

Hun samenwerking leidde tot een plek in de A1, en uiteindelijk naar het eerste waar Van ’t Schip in 2000 assistent trainer werd naast Adriaanse. Hij was degene die ervoor had gezorgd dat Rafael in de selectie werd opgenomen, maar Adriaanse had zijn bedenkingen en stond niet toe dat die zeventienjarige op de teamfoto kwam. Kijkend naar zijn 22 poserende ploeggenoten, voelde Rafael zich echt de 23e man. Hoewel hij na een paar maanden al een basisplaats zou verwerven, is hij dat rugnummer zijn hele leven blijven dragen.

Een van de meest bepalende momenten in Rafaels tijd bij Ajax was een vraag van zijn ploeggenoot Dani, de flamboyante publiekslieveling, die na de training aanbood om hem in zijn Porsche naar huis te brengen. Rafael was op de hoogte van het uitgaansleven van de Portugees en sloeg het aanbod bewust af om niet in de verleiding te komen: ‘Mijn vader komt me ophalen,’ zei hij, ‘maar bedankt.’

Buitenland

Toen Koeman bij Ajax het roer overnam ging Rafael een wat moeilijkere tijd tegemoet. Het boterde niet tussen hem en de nieuwe trainer, zodat hij op een gegeven moment niets liever wilde dan Ajax verlaten. Niemand begreep waarom hij voor het zwakke HSV koos in de zware , maar Rafael vertelt dat deze club simpelweg de enige was die hem wilde hebben.

Hoewel Rafael in Hamburg mooie seizoenen heeft beleefd, kijkt hij met schaamte terug op de manier waarop hij HSV heeft gedreigd te verlaten. Een uitnodiging van Valencia vormde de aanleiding. Omwille van zijn Spaanse moeder en zijn Spaanse familieleden had Rafael er altijd al van gedroomd ooit nog voor een Spaanse club te spelen, maar de president van HSV vond zijn vertrek onbespreekbaar. Het bracht club en speler in een patstelling, die Rafael wilde doorbreken door met een shirt van Valencia te poseren voor twee grote Spaanse kranten – een ongehoorde provocatie. Rafael vertelt hoe hij de eerstvolgende wedstrijd in de Bundesliga werd uitgefloten door een thuispubliek van 60.000 man. Maar de wedstrijd werd pas echt onwerkelijk toen hij bij een 0-0 stand in de slotfase een strafschop kreeg toegewezen. Het publiek werd doodstil. Rafael vertelt dat hij op dat moment nog met de gedachte speelde de penalty expres te missen. Tenslotte heeft zijn aanvallersinstinct de bal toch in de touwen gejaagd en zo kon de club hem zijn gedrag vergeven.

Een seizoen later kwam het verlossende aanbod van Real Madrid. Rafael herinnert zich nog hoe hij met het nieuws naar zijn opa in Spanje belde en hoe deze het niet droog hield. Als Rafael over zijn jaren in Madrid spreekt, dan moet hij vooral denken aan het straatschoffie dat weer in hem naar boven kwam toen hij moest zien op te boksen tegen de kwaliteiten van spelers als Kaka, Ronaldo en Benzema. Dat is een tijd goed gegaan, totdat Mourinho als trainer werd aangesteld en hem de keuze gaf tussen een positie op de bank of een vertrek.

De tijd dat hij vervolgens in het shirt van Tottenham Hotspur speelde beschrijft Rafael als zijn beste voetbaljaren. Het was het plezier in het voetbal dat hij hier in Engeland, waar het spel geboren is, op een andere manier leerde kennen. Aangemoedigd door die opleving, maakte Rafael twee jaar later naar eigen zeggen zijn domste beslissing ooit: hij koos voor een terugkeer naar HSV, dat dreigde te degraderen. Nog steeds begrijpt hij niet dat hij destijds niet heeft ingezien dat hij geen Messi is die een team kan optillen, maar dat hij andere spelers nodig heeft om uit te blinken. Twee seizoenen heeft Rafael daar moeten strijden tegen degradatie. Die druk bracht een spanning die zijn benen deed trillen – iets wat hij in zijn hele carrière nog nooit had gevoeld.

Er volgden nog drie clubs –, FC Midtjylland en Esbjerg fB– maar op een gegeven moment was het plezier weg en kon Rafael de energie voor het voetbal niet meer opbrengen. Hij is echter nooit de mening toegedaan geweest dat op je hoogtepunt moet stoppen. Denk bijvoorbeeld aan , die op de toppen van zijn kunnen een punt achter zijn carrière zette, maar nu weer het gevoel heeft dat hij opnieuw moet beginnen. Dat zal Rafael niet overkomen. Hij heeft alles meegemaakt en aan het einde was hij helemaal op.

2. Techniek: Passen en aannemen Voetballen bestaat voor het grootste gedeelte uit passen en aannemen en het is belangrijk dat je deze dingen blijft trainen, net zoals Federer iedere dag een forehand slaat. Wat het passen betreft moet je proberen de achterzwaai van je been zo kort mogelijk te houden, zodat je geen tijd verliest. Dat vereist kracht in je bovenbenen. Als beginner moet je de tijd nemen om de bal stil te leggen, dan volgt de rest vanzelf. Door zelf door de knieën te gaan voorkom je dat de bal omhoog springt. Als je de aanname volledig beheerst, dan kijk je volgens Rafael niet naar de bal op het moment dat je contact maakt. 3. De basis Als je op zeventienjarige leeftijd een hattrick scoort in de Arena en 50.000 kelen je naam scanderen, dan heb je een familie nodig die je met beide benen op de grond houdt. Rafael vertelt dat hij in zijn beginperiode in het eerste van Ajax nog vaak aan zijn oren getrokken werd door zijn ouders. Maar ook als het even tegen zit blijft de steun van je directe omgeving belangrijk. Om deze redenen denkt Rafael dat een stabiele thuisbasis voor een voetballer belangrijk is om niet ten onder te gaan aan het succes.

In je eigen talent schuilt ook het gevaar van de gemakzucht. Rafael heeft lang gedacht dat hij minder training nodig had dan de jongens om hem heen, omdat hij getalenteerder was. heeft hem hierom eens goed door elkaar geschud. Sindsdien is hij ervan doordrongen dat werkijver belangrijker is om bij de top te komen dan aanleg. Rafael noemt het voorbeeld van , die niet de meest begaafde voetballer was, maar die kan werken als een paard. Waar Rafael na twee slechte wedstrijden de behoefte voelde om er voorgoed de brui aan te geven, was Kuyt in staat om teleurstelling op teleurstelling te verwerken en zichzelf altijd in de basis te spelen.

Rafael staat sceptisch tegenover het idee van mentale begeleiding.. Eén keer heeft hij een uitzondering gemaakt, toen iemand bij HSV opmerkte dat er een ‘blokkade’ bij hem zat. Toen heeft hij anderhalf uur op een bank gelegen waaromheen allemaal energiestenen waren neergelegd. Diezelfde avond bracht Rafael kotsend door op de wc, maar de volgende dag voelde hij zich opgelucht. Twee dagen later scoorde hij een hattrick. 4. Techniek: Blokkeren en wegdraaien Op het trainingsveld laat Rafael zien hoe je een tegenstander in je rug op afstand houdt op het moment dat je een bal krijgt aangespeeld. Met gestrekte arm is het zaak jezelf zo breed mogelijk te maken terwijl je de tegenstander op een armlengte afstand houdt. Door hem zo te blokken, creëer je voor jezelf de ruimte om weg te draaien waarheen je maar wil. 5. Training versus talent Zolang Rafael op het veld kon staan en maar een bal aan zijn voeten had, was hij bereid zich uit de naad te werken. Maar het trainen in de sportschool vond hij lange tijd gedoe, totdat hij in Duitsland begon te spelen. Rafael vertelt dat hij de eerste twee weken geen bal aanraakte en in de veronderstelling verkeerde dat hij zich bij een atletiekvereniging had ingeschreven. Na verloop van tijd merkte hij echter dat hij op het veld scherper reageerde en dat hij minder blessures opliep omdat hij zo fit was.

Veel trainen loont dus, en als je voetballer wil worden dan moet je je hele leven daar ook naar inrichten. Nog steeds hoort Rafael het ‘ja’ van zijn vader toen hij vroeg of hij met wat vrienden mee mocht naar een feestje. Daarin klonk zoveel teleurstelling door dat hij het feestje maar heeft laten schieten. Rafael denkt ook niet dat het ontwikkelen van talent gecombineerd kan worden met school. Als je jong bent moet het voetbal leidend zijn: diploma’s kan je op latere leeftijd nog halen. Natuurlijk zet je daarmee iets op het spel, maar niks is erger dan te moeten horen dat je je talent niet ten volle hebt benut – wat vaak wordt gezegd over Rafael.

Voor zijn zoon Damián (uit 2006) die ook voetballer wil worden heeft Rafael drie keer goede raad: hij moet zichzelf blijven, genieten van wat hij meemaakt en op zichzelf blijven letten. Niet alles wat Rafael als commentator op televisie zegt geldt voor iedereen, en het is dus zaak om alleen die dingen te gebruiken die binnen je eigen kwaliteiten passen. Wat het genieten betreft geeft Rafael aan dat hij niet genoeg van zijn jeugdjaren heeft genoten. Tenslotte is het belangrijk om zorg voor jezelf te dragen door blessures de tijd te geven en jezelf veel contact met je ouders toe te staan. Uiteindelijk gaat het erom dat je blij kunt zijn met de voetballer die je geworden bent, of het nou als amateur is of als prof.

Rafael benadrukt dat je als voetballer niet veel meer kan dan alleen maar voetballen. Het is leuk om veel geld te verdienen en in de belangstelling te staan, maar in de basis stelt je kunstje maar weinig voor. Als je stopt met voetballen moet je terugkeren naar het normale leven, wat ontnuchterend kan zijn. Rafael denkt met schaamte terug aan de trots waarmee hij op zijn 19e in zijn BMW door de stad reed. Dat soort gedrag is onvermijdelijk, maar als je het te boven weet te komen maakt het je een beter mens. Nu rijdt Rafael bijvoorbeeld nog steeds een mooie wagen, maar met de bescheidenheid die past bij een gezinsman.

Voor Rafael houdt dit verband met de omgang met zijn fans. In het begin ervoer hij de aandacht als een last, wat hem ervan weerhield zich in het openbaar te vertonen. Toen hij daar eenmaal aan gewend was geraakt, weigerde hij toch een keer een vader en een zoon een handtekening. Hun teleurstelling heeft diepe indruk gemaakt. Sindsdien zegt Rafael ‘ja’ tegen iedereen die om een handtekening vraagt, omdat het uiteindelijk toch de fans zijn die de salarissen betalen. 6. Techniek: De corner Met een goede corner creëer je altijd een situatie waar zomaar een doelpunt uit kan vallen. Tegenover een goed ingedraaide bal richting de eerste paal staat de verdediging volgens Rafael machteloos. Hiervoor moet je je voet gespannen houden terwijl je de bal half op je wreef, half met je binnenkant raakt. Alternatief kun je met je ploeggenoten afspreken dat iedereen dicht op de keeper in de 5 meter gaat staan. Door de bal met de corner dan heel langzaam in dat kluitje te laten vallen, maak je het de verdediging lastig om hem ver weg te koppen. De situatie die daaruit volgt is altijd kansrijk. 7. Plezier en voetbal Naarmate je carrière serieuze vormen begint aan te nemen is het volgens Rafael belangrijk om jezelf telkens te herinneren aan de reden dat je op voetbal bent gegaan: het plezier. Rafael heeft zichzelf altijd ten doel gesteld om de meest ‘professionele amateur’ te worden, omdat hij het ‘amateuristisch’ plezier in spel nooit wilde verliezen.

Naast het plezier vertelt Rafael in dit hoofdstuk over de rol van geluk in het voetbal. Want hoewel er ook veel aan techniek toegeschreven kan worden, is een volley die langs vier verdedigers in de kruising belandt gewoon een gelukstreffer. Romantici vinden het teleurstellend als Rafael zoiets zegt, maar hetzelfde geldt voor zijn legendarische doelpunt tegen FeyenoordHet grote succes daarentegen hangt voor Rafael niet van toevalligheden af. Hij gelooft niet dat een blessure, botte pech, een streep kan zetten door de loopbaan van een beloftevolle jeugdspeler. In dat geval ontbreekt het die persoon aan doorzettingsvermogen.

Voor sommige spitsen geldt dat ze liever scoren en verliezen dan winnen. Zelf heeft Rafael naar eigen zeggen echter altijd een assist kunnen geven. En ook na zijn carrière kan hij nog veel genieten van het succes van zijn vriendin Estevana die op wereldniveau handbalt. Als huisvader in Denemarken en occasioneel voetbalanalist weet hij zijn dagen dus goed te vullen sinds het einde van zijn loopbaan. Door het voetbal al die tijd als zijn belangrijkste bijzaak te zien, wist hij het ‘zwarte gat’ goed te vermijden. 8. Techniek: De steekbal Een steekbal die door de lijnen van de verdediging snijdt wordt in het Engels een killerball genoemd en is voor Rafael een van de mooiste dingen op aarde. Voor zo’n combinatie is er veel communicatie met de spits nodig, zodat je het aanvoelt als die de diepte in gaat. Let er ook op dat je de bal niet harder speelt dan nodig. Bij het spelen van een steekbal is er vaak risico op buitenspel, let dus op de laatste lijn en geef de bal pas op het moment dat de verdediger een stap naar de zijlijn zet. 9. Aanvoerder

Als aanvoerder heb je verschillende taken: je vormt een schakel tussen de trainer en het team, houdt toespraken in de kleedkamer, en leidt de warming-up. Rafael heeft deze dingen nooit graag gedaan en vertelt dat hij altijd alleen maar tot aanvoerder gekozen werd omdat hij de beste speler was. Hij ontbeerde verder het natuurlijk leiderschap dat bijvoorbeeld of uitstraalde. Als HSV in een koude, besneeuwde uitwedstrijd verloor, dan voelde Rafael ook niet de verantwoordelijkheid om namens het team zijn excuses aan te bieden aan de meegereisde fans. In die zin noemt Rafael zichzelf de slechtste aanvoerder denkbaar.

Dat komt misschien door zijn overtuiging dat spelers niet gelijk zijn. Het grootste voorbeeld uit zijn jeugd was de sterspeler van PSV, Romario. Van hem was bekend dat hij vaak te laat kwam op de trainingen, maar Rafael vindt het ook logisch dat iemand die zoveel kwaliteiten heeft gewoon te laat mag komen. Als Damián ooit een voorbeeld aan zijn vader neemt, dan hoopt Rafael dat hij zich niet blindstaart op de voetballer van vroeger. Zijn oude voetbalkwaliteiten maakten onderdeel uit van het geheel, waarin het veel belangrijker is om gewoon een leuke, open, vriendelijke jongen te zijn.

Toen Rafael zichzelf in de belangstelling speelde bij Ajax, gold hij als het supertalent dat nooit iets verkeerd kon doen. Dat veranderde snel toen hij als basisspeler een mindere fase kende. In de kranten en op televisie werd steeds meer kritiek gegeven en Rafael zag hoe zijn ouders hieronder leden. Gedurende die periode maakte hij op zondagochtend voor de wedstrijd telkens zware uren door. Hij is hier doorheen gekomen door weer met de ogen van de tienjarige Rafael naar zijn eigen situatie te kijken, waarin hij toch maar mooi in Ajaxshirt in de Arena mocht spelen. Dat heeft gewerkt, en de vorm kwam daarna vanzelf weer.

Rafael denkt tenslotte dat kritiek minder nuttig is dan een compliment. Hij geeft het voorbeeld van zijn eigen snelheid en rechterbeen: hij was bijna gaan geloven dat het geen zin had om voor een bal te rennen of met rechts uit te halen, hoewel hij toch niet de traagste was en ook met rechts heeft gescoord. Het is volgens Rafael beter om te geloven dat één goed been beter is dan twee halve, en dat dus het loont om je kwaliteiten te perfectioneren. 10. Techniek: één op één op de keeper

Een situatie waarbij je met de bal alleen op de keeper afrent is volgens Rafael altijd lastig. Een goede timing is essentieel, net zoals je ook goed naar de keeper moet blijven kijken. De kunst bestaat erin op het juiste moment naar je andere been te kappen, waardoor de keeper duikt en jij de bal in een leeg doel kunt schuiven. Als je niet wil kappen, dan kun je ook wat vaart minderen in het strafschopgebied en gewoon de rust nemen om de bal hard in een hoek te plaatsen. Dan is de keeper bijna altijd te laat.

11. Blessures Rafael vindt dat je als speler altijd moet willen spelen. In het geval van een blessure kan het dan voorkomen dat je door de adrenaline van de wedstrijd je eigen fysieke grenzen opzoekt. Hier geeft Rafael een citaat van die zei dat er in zijn hele carrière misschien tien wedstrijden waren die hij pijnvrij heeft gespeeld.

Het is moeilijk om aan te voelen wanneer je een grens overschrijdt, maar buiten het veld kan je wel degelijk iets doen om blessureleed voor te zijn. Rafael raadt alle voetballers aan regelmatig naar de fysio te gaan, ook als ze jong zijn en geen klachten hebben. De fysiotherapeut kan oefeningen geven ter voorkoming van kleine blessures in je spieren. Rafael deed deze zelf nooit, omdat hij daarvoor de discipline niet kon opbrengen. Hij belandde dus vooral op de massagebank als het kwaad al was geschied. Zo’n nabehandeling is nodig omdat zich anders littekenweefsel kan gaan vormen.

Over de wedstrijddag vertelt Rafael dat hij altijd zoveel mogelijk ontspanning zocht. In de spelersbus wilde hij bijvoorbeeld kaarten, en als ze eenmaal op de plaats van bestemming waren zette hij zijn oordopjes op. Die afleiding kan volgens hem geen kwaad, want de wedstrijdspanning bouwt zich toch wel op. Sommige mensen ontwikkelen rituelen om hun spanning te kanaliseren en zo een soort zekerheid te creëren, maar voor Rafael was dit niet weggelegd. Hij keek altijd een beetje vreemd toe als Robben in een strakke onderbroek voor iedere wedstrijd dezelfde oefeningen begon te doen. Zelf heeft Rafael een tijdje zijn schoenen weggegooid nadat hij een slechte wedstrijd had gespeeld, maar aangezien hij ieder kwartaal niet meer dan zes paar kreeg, is hij hier snel mee opgehouden.

Wat je ook als een soort voorbereidingsritueel kunt zien is het uitstralen van zelfvertrouwen in de tunnel, bij het ontmoeten van je tegenstanders. Rafael herinnert zich een wedstrijd tegen Zweden waar het elftal van tevoren was gewaarschuwd dat Ola Toivonen in de krant iets neerbuigends had gezegd. Het kon niemand wat schelen, maar in de catacomben heeft iedereen de Zweed erop aangesproken. Uiteindelijk won Oranje met grote cijfers. Rafael erkent dus het belang van die bluf: doen alsof je superieur bent. Het kan bijvoorbeeld ook gebeuren dat je voelt dat je een slechte dag hebt. Als je teamgenoten dan vol zelfvertrouwen naast je staan, kun je je daaraan optrekken.

12. Techniek: De hakbal Naast winnen moet je als voetballer volgens Rafael ook altijd plezier willen maken. Een prof wordt bovendien betaald om het publiek te vermaken en het publiek houdt van hakballetjes. Rafael kan geen expliciete tips geven voor het spelen van de perfecte hakbal, maar doet voor hoe je een aangespeelde bal achter het standbeen door de verdediging snijdt. Als altijd is een goede band met de aanvaller op de flank onmisbaar. 13. Spelen voor Oranje Hoewel Rafael een Spaanse moeder heeft, was het altijd zijn grootste droom om in het Nederlands elftal te spelen. Daar zaten zijn helden en daar wilde hij bij horen. In dit hoofdstuk vertelt hij over zijn internationaal debuut tegen Andorra en hoe hij in de aanloop daarnaartoe ontvangen werd door en op trainingscomplex Hoenderloo.

Volgens Rafael word je voor het Nederlands elftal op dezelfde manier gescout als voor normale clubs. Eerst kom je terecht in de jongere elftallen onder de 15 en onder de 17, en dan volgt Jong Oranje. Rafael noemt het geen goed teken als je te lang in die laatste etappe blijft hangen, want de uiteindelijke internationals stromen vaak na een paar wedstrijden al door.

De uitdaging van het spelen van interlands is dat je een hele andere rol krijgt toebedeeld dan bij een thuisclub. was bijvoorbeeld altijd de beste bij iedere club waar hij ook speelde, maar in het Nederlands elftal kwam hij vaak niet tot zijn recht. Rafael herinnert zich nog hoe hij tijdens zijn eerste training bij Oranje tegenover Jaap Stam stond – zo’n hoog niveau was hij niet gewend. Veel clubspelers voelen zich dus niet op hun gemak in een nationale samenstelling, en dan wordt het volgens Rafael nooit wat. Hoe moeilijk de omschakeling ook is, je moet altijd blijven uitstralen dat je erbij hoort.

Als je het eenmaal tot de vaste kern van het Nederlands elftal hebt geschopt, dan kun je ook verwachten om de twee jaar een toernooi te moeten spelen. De voorbereiding in aanloop naar zo’n toernooi heeft Rafael altijd verschrikkelijk gevonden. Waar de spelers dan al een vol clubseizoen achter de rug hebben, komen de bondscoaches net in actie. Die kunnen de behoefte voelen om hun stempel te drukken met een loodzware training. Daarnaast duurt de voorbereiding in totaal zo’n 5 tot 6 weken waarin je als speler alleen maar op je hotelkamer zit te wachten totdat je weer moet trainen. Maar als Rafael terugdenkt aan de finaleplaats op het WK in Zuid-Afrika, dan weet hij dat het het allemaal waard is geweest. 14. Techniek: De vrije trap Bij een vrije trap is het van belang de bal hoog op het gras neer te leggen, zodat je er met je trap goed onder kunt komen. Voor de aanloop zette Rafael normaal gesproken zo’n 4 à 5 stappen achteruit. Als je een vrije trap in de korte hoek wil krullen, dan moet je de bal half op je wreef over de tweede of derde man in de muur heen schieten. Kies je voor de verre hoek, dan word je aanloop schuiner en moet je de bal iets meer op de wreef raken. 15. Techniek: De penalty Voor het nemen van een penalty, als hij wist dat keeper hem in de gaten hield, keek Rafael altijd stiekem in de hoek waar hij niet ging schieten, hopend dat de keeper het zag. Dat is misleiding, maar vanaf de tweede penalty bij dezelfde keeper wordt het spel mentaal. Rafael koos er bij de tweede penalty vaak voor om hard door het midden te schieten, waarbij hij de bal vol op de wreef nam. Om rust te vinden tussen het neerleggen van de bal en het nemen van de strafschop, dacht Rafael altijd aan een strandvakantie. 16. Voetballen in het buitenland In dit hoofdstuk bespreekt Rafael de verschillende voetbalculturen die hij in zijn loopbaan heeft leren kennen. De Nederlandse competitie ziet hij in de eerste plaats als een ideaal startpunt voor jong talent. Omdat het niveau er niet te hoog ligt, doen zich veel kansen voor waardoor je je kunt ontwikkelen. Dit betekent ook dat oude spelers hun carrière in stijl in Nederland kunnen beëindigen, gezien het tempo dat niet al te hoog ligt.

In de Bundesliga werd Rafael verrast door de stugge vechtlust van de Duitse ploegen die tot de laatste minuut voor de winst gingen. Bovendien is het kwaliteitsverschil tussen de clubs er niet groot, zodat je in bijna iedere wedstrijd aan je tegenstander gewaagd bent. Al die confrontaties vergen veel energie. De eerste twee weken van Rafaels tijd bij HSV bestonden dan ook alleen maar uit conditietraining. Het grootste verschil tussen Duitsland en Nederland zit ‘m volgens Rafael in de humor. Waar de Ajax selectie helemaal krom lag als hij wat zout in de jus d’orange van Heitinga had gestrooid, konden de Duitsers helemaal niet lachen om zo’n grap.

La Liga kenmerkt zich voor Rafael door het voetballend vermogen van alle individuele spelers. Normaal zitten er in iedere competitie wel een paar teams die de bal alleen maar naar voren schieten en eigenlijk geen zin hebben in het spel, maar in Spanje ervoer Rafael dat iedereen met een bal kon omgaan. Die individuele kwaliteiten konden hem nog wel eens onzeker maken, en ze blijken een valkuil voor buitenlandse clubs. Daarnaast is het Spaanse publiek veel handtastelijker dan elders. Rafael herinnert zich hoe de fans zich om zijn auto heen drongen na een verloren wedstrijd, of hoe ze hem aanklampten om met hem op de foto te gaan. Dit vond hij niet altijd even prettig.

Aan de heeft Rafael de beste herinneringen overgehouden. In iedere club daar ruik je de historie van het voetbal, dat nu eenmaal in Engeland geboren is. Rafael was verrast dat hij in zijn eerste wedstrijd voor Tottenham Hotspur na een uur bekaf was: hij kwam net uit Madrid en verkeerde in goede conditie. Later merkte hij dat de Engelsen helemaal geen rust nemen bij een uitgooi, maar de bal direct in het spel brengen waardoor het moeilijk is een wedstrijd te controleren. Op de Britse velden stelde Rafael tenslotte vast dat het publiek daar een tackle meer op prijs weet te stellen dan een mooie pass.

Ook wat de voetbalkritiek betreft bestaan er grote verschillen tussen deze competities. In Hamburg zijn er verschillende kranten die dagelijks een paar pagina’s aan HSV wijden, zodat je als speler snel op scherp komt te staan. Dit neemt nog extremere vormen aan in Madrid, waar je na één slechte training snoeiharde kritieken kunt verwachten. In Londen daarentegen bevinden zich zoveel clubs dat de kritiek tot een minimum wordt verdeeld. 17. Techniek: De kopbal Bij het vragen om de voorzet voor een kopbal is het altijd zaak om jezelf los te maken van je verdedigers. Dat kan met eventuele schijnbewegingen, waarbij je gewoon naar je teamgenoot schreeuwt waar de bal moet komen. Als je naar de eerste paal loopt, hoef je nauwelijks van de grond te komen en kun je de bal schampend richting doel koppen. Als alternatief laat Rafael ook zien hoe je na een schijnbeweging richting de verre paal kunt lopen om tegendraads in de hoek te koppen. 18. Karakters op het veld Tijdens het WK in Zuid-Afrika zat Rafael in een kaartgroepje met Sneijder, Heitinga en Mathijsen waarmee hij vaak klaverjaste. Het bleek dat de aanvallers in het gezelschap een veel agressievere speelstijl hadden dan de verdedigers (die altijd wonnen). Het toont voor Rafael aan dat bepaalde karakters wel degelijk meer op hun plek zijn op bepaalde posities.

Keepers zijn in de ogen van Rafael vreemde vogels. Over het algemeen zijn ze vriendelijk, maar ze kunnen boos worden om kleine dingen. Als het team met 3-1 wint, liggen ze bijvoorbeeld nachtenlang wakker van het tegendoelpunt. Rafael vermoedt dat dit door hun grote focus komt, die onontbeerlijk is wanneer je het grootste gedeelte van de wedstrijd toch niks hoeft te doen.

Middenvelders staan op het veld met iedereen in contact en moeten om die reden sociaal zijn. Rafael noemt het de taak van de nummer 10 om al zijn ploeggenoten beter te laten spelen. Op die centrale positie moet je voortdurend aan het grotere geheel denken. Hier kun je volgens Rafael ook het verschil maken, want als de nummer 10 goed speelt, heeft het team meer kans te winnen.

Het is voor Rafael nog steeds een raadsel waarom je als speler nu eens een goede wedstrijd speelt en dan weer een slechte. Als je in vorm bent, werkt je lichaam als een magneet en vallen alle ballen op de een of andere manier voor je voeten. Natuurlijk kun je gevoel ontwikkelen voor hoe een inzeilende bal uit een kopduel terechtkomt, en maak je op een goede dag altijd de juiste keuze. Maar over het algemeen denkt Rafael dat het de bal is die je vorm bepaalt, en niet andersom.Je hebt het niet voor het zeggen of je schot geblokt wordt of in het doel belandt via een verdedigersteen. Hoe grillig dat proces ook moge zijn, als je maar ambitieus genoeg blijft zul je uiteindelijk toch de vorm afdwingen die je ambities vereisen. 19. Techniek: Het stiftje Als je op de rand van de zestien wordt aangespeeld met een beetje ruimte, verwacht iedereen dat je snoeihard gaat uithalen. Juist om die verwachtingen te verrassen, vindt Rafael het heerlijk om op zo’n moment een stiftje te spelen: als het goed is komt de keeper altijd een paar stappen uit zijn goal, dat is het moment om de bal over hem heen te chippen. Of de bal verder in de hoek zeilt of rechtdoor gaat doet er weinig toe. 20. Omgaan met trainers Buiten je medespelers werk je als voetballer met veel mensen samen, niet in de minste plaats met de trainer. Toch denkt Rafael dat een trainer maar in beperkte mate een speler beter kan maken. Toen hij bij de Ajax jeugd onder de hoede van Van ’t Schip terecht kwam, ervoer Rafael dat hij vertrouwen kreeg en dat hij zijn eigen gang kon gaan. Als hij later ooit trainer wordt, hoopt hij het ook op te kunnen brengen om spelers de ruimte te geven die ze nodig hebben. De voornaamste taak van de trainer bestaat erin om de natuurlijke ontwikkeling van een speler niet in de weg te staan.

Op iets meer afstand vervolgens staat de zaakwaarnemer of voetbalmakelaar die erom bekend staan aasgieren te zijn. Rafael heeft nooit moeite gehad met hun rol in de voetbalindustrie, omdat hij wist dat hij goede zaken deed als het financieel goed ging met zijn makelaar. Toch moet je opletten dat het voetbal altijd op de eerste plaats komt, en niet het geld. Bij een makelaar bestaat de kans dat die balans omslaat, en daarom raadt Rafael je aan om bij al je contractuele keuzes een familielid aan tafel te hebben zitten. Zo denkt er altijd iemand mee op wie je kan bouwen.

Toch kan het zelfs voor ouders ingewikkeld zijn om de belangen van hun kind in het oog te houden. Rafael merkt dat steeds meer Nederlandse jeugdspelers worden weggekocht door vreemde clubs en voor een paar ton naar Engeland of Spanje vertrekken. Het is begrijpelijk dat de familie zo’n aanbod niet afslaat, maar Rafael ziet dat die jongens nooit de top halen. Zelf is hij toen hij vijftien was ook niet ingegaan op een aanbod van Barcelona, omdat hij wist dat hij op koers lag om het eerste te halen bij Ajax.

Over zijn eigen transfers kan Rafael niet met zekerheid zeggen of ze de juiste keuzes voor hem zijn gebleken. Nog steeds vermoedt hij dat het beter was geweest HSV voor Valencia te verlaten dan voor Real Madrid, waar hij de eerste paar maanden op de bank heeft gezeten.

Rafael eindigt zijn masterclass met een suggestie voor alle voetballers die na hun carrière in een zwart gat zijn beland. Want de VAR –het raadplegen van camerabeelden bij de arbitrage– heeft ervoor gezorgd dat je als voetballer vrijwel niets meer mag: scheidsrechters hebben geen flauw benul van het verschil tussen een normale voetbalactie en hands of shirtjetrekken. Daarom stelt Rafael voor dat de VAR-beelden voortaan uitsluitend bekeken worden door ex-voetballers met verstand van zaken.