www.desingel.be muziek T +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel do 3 mrt 2016

Blauwe zaal Grote podia 20 uur - 21.50 uur pauze ± 20.50 uur inleiding 19.15 uur Yanick Maes deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors Muziekstudio 2015-2016 internationaal symfonisch

Le Concert Olympique & Arnold Schönberg Chor olv. Jan Caeyers di 29 sep 2015

Budapest Festival Orchestra olv. Iván Fischer do 12 nov 2015

Rotterdams Philharmonisch Orkest & Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe za 13 feb 2016

Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel do 3 mrt 2016

Chamber Orchestra of olv. Antonio Pappano wo 23 mrt 2016

teksten programmaboekje Yanick Maes coördinatie programmaboekje deSingel Gelieve uw GSM uit te schakelen

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via Anima Eterna Brugge www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Jos van Immerseel muzikale leiding

Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, Chouchane Siranossian viool commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer pianoforte hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw Claire Chevallier keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Grand café deSingel Maurice Ravel (1875-1937) open alle dagen 9 24 uur Boléro 17’ informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / Rapsodie Espagnole 16’ uitgebreid tafelen Prélude à nuit

Cd-verkoop Malagueñas Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop Habanera aangeboden door La Boite à Musique Feria Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Tzigane 10’

Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel pauze Moreau Pianoservice Kapucinessenstraat 32 2000 Antwerpen +32 (0)486 83 63 98 Manuel de Falla (1876-1946) www.moreau-pianoservice.be Noches en los jardines de España 25’ George Enescu (1881-1955) Rapsodie roumaine nr 1, opus 11 12’

D/2016/5.497/11 projectsponsor Delen Private Banking Koken met vreemde ingrediënten De dominantie van de Duitse traditie in de concertmuziek van de late negentiende eeuw is immens. De muziek uit de randgebieden, van Spanje over Rusland tot de Balkan, kon zich enkel een plaats toe-eigenen onder het label ‘exotisch’ of als ‘uitdrukking van de volksmuziek’. Het is een neerbuigende houding, die gecompliceerd wordt door het feit dat musici uit Hongarije, Roemenië of Spanje zelf opgeleid werden binnen de dominante scholen. Een centrum van verzet vonden ze in Frankrijk. De experimenten in de generatie van Debussy met nieuwe structuren, gedragen door andere opvattingen van harmonie, werkten bevrijdend en openden onverwachte mogelijkheden. Componisten hoorden nieuwe klanken. Ze zagen zich geconfronteerd met andere toonladders en melodische systemen. Geleidelijk aan breken ze de eigen nationale traditie open, vaak van binnen uit. Andere ideeën over klank, tijd en vorm krijgen ruimte. De betovering van nieuwe klankkleuren verleidt. De luisteraar ontmoet een vervreemdende wereld. De werkelijkheid verschijnt waziger dan gedacht, alleszins minder duidelijk afgebakend. Figuren als Enescu, Ravel of De Falla hadden daarbij immers een gloeiende hekel aan besloten nationalisme. Hun houding verbond een besef van nationale culturele identiteit met een brede, internationale oriëntatie. Ravel in het bijzonder omarmde elke vorm van muziek die zijn enthousiasme opriep. Berucht is in dat verband zijn weigering (in 1916!) om toe te treden tot de Nationale Vereniging ter Verdediging van de Franse Muziek. Die wilde uitvoeringen van Duitse of Oostenrijkse muziek verbieden. Voor de componist was dat een ondenkbare barbarij. Dergelijk zelfgekozen isolement zou de Franse muziek alleen maar armer maken, vond hij. Liever trok hij zich terug in het Chinese salon - vol Japanse kunst - van zijn Franse landhuis om er verder te werken aan zijn Madagaskische liederen. Voor de componisten die vanavond op het programma staan, zijn nationalisme en patriottisme ondenkbaar zonder

Maurice Ravel aan het werk, 1922 7 verdraagzaamheid en openheid tegenover vreemde tradities. zeer beperkte mate. Eerder is dit een, zorgvuldig onderhouden, Kosmopolitisch cultiveren van de eigenheid is het resultaat. stereotype dat vooral een droom van zigeunerdom projecteert. Een humanistische houding, die in de eerste decennia van de In de loop van de negentiende eeuw had zich in Oostenrijk- twintigste eeuw even zeldzaam was als aan het begin van de Hongarije immers een fascinatie ontwikkeld voor het repertoire eenentwintigste. van de zogeheten ‘zigeunerkappelle’. Het nieuwe nationalisme meende de wortels van de Hongaarse muziek in deze vioolmuziek terug te vinden. Het romantische gedweep van Zigeunerdromen Liszt deed de rest. Tegelijk bleef de Roma-cultuur een vreemd element. Zigeuners waren avontuurlijk anders. Emotioneel, Volgens Claude Debussy bezat Maurice Ravel “het meest sensueel en vanzelfsprekend crimineel. Europese exotiek. fijnzinnige oor dat ooit bestaan heeft”. Klanken, kenmerkende De kenners vonden in hun muziek eigenschappen die in het kleuren, harmonische subtiliteiten, niets ontsnapte aan zijn algemeen met het Oosten verbonden zijn: sentimentalisme, aandacht. Eens opgeslagen in zijn auditieve geheugen, naïviteit, en een zekere barbaarse oerkracht. In Ravels wachtten elementen van zeer uiteenlopende oorsprong ‘Tzigane’ domineren inderdaad gestileerde elementen van geduldig hun kans af. Joods, Russisch, Schots of scheve wat doorging voor authentiek Hongaarse zigeunermuziek, de jazz: het keerde allemaal terug in de gedaante van heerlijke ‘verbunkos’ (van oorsprong een soldatendans) of de daaruit bewerkingen, prachtige pastiches, en individuele muziek. afgeleide ‘csárdás’ (snel) en ‘palotas’ (traag). Boventonen, In 1922 zorgde een samenzwering van de goden ervoor dat glissandi, frequent gebruik van voorslag, korte haperingen, en de componist ‘Hongaarse zigeunermuziek’ aan het lijstje passagewerk in de hoge posities van de lage snaren roepen toevoegde. Op 8 april van dat jaar woonde Ravel een concert een gevoel van authenticiteit op. Het is een pastiche van een bij van Béla Bartók. In een brief aan zijn moeder schrijft de verzonnen identiteit en put vooral uit de fantasiewereld van Hongaar dat het optreden een succes was, en dan speciaal de Liszt (en dan in het bijzonder diens Rapsodieën) of Paganini. uitvoering van de vioolsonate. “Dat was”, zo gaat de brief verder, Tijdens de repetities in Parijs strooide Jelly D’Arányi nog wat “in niet geringe mate te danken aan het spel van Jelly (D’Arányi), glijdende trillers in de mix en klaar was deze goulash à la die zichzelf werkelijk overtrof”. Alleszins meldde Ravel op het française. “Ik weet niet wat er allemaal gebeurt”, zei Ravel, diner achteraf aan Bartók dat hij het werk op zich eveneens “Maar ik houd ervan”. Een distillaat en een karikatuur is dit excellent vond. werk, een kunstmatige versmelting van een gefragmenteerde Eind juni reisde Maurice af naar Londen, met de Robert werkelijkheid waar exotiek en modernisme elkaar de hand Casadesus en diens vrouw Gaby. Hij zou een aantal opnames reiken. Het is een kleurrijk geheel, vol effecten, maar ook een maken voor het label Aeolian. Maar vooral hoorde hij op een leugen. Een mooie leugen, dat wel. En al is dat de definitie die concert een uitvoering van het eigen Duo voor cello en viool, de componist zelf van kunst gaf, erg zorgvuldig verteld wordt ze met Jelly D’Arányi op viool als belangrijkste attractie-pool. Na hier niet. het concert verleidde hij de Hongaarse virtuoze tot het spelen van nummers uit de folklore en speciaal het zigeunerrepertoire. Gaby herinnerde zich later over die memorabele avond: Roemeense koorts “D’Arányi moest je dit geen twee keer vragen. Ze speelde vol vuur, zeker twee uur lang. Het was sensationeel, buitengewoon Twintig jaar voor Ravels fantasme, was Bartók een zoektocht en Maurice was haast door het dolle heen van enthousiasme”. begonnen naar de oorspronkelijke Hongaarse muziek, uit Kort daarna ontstond ‘Tzigane’. De première vond in april 1924 onvrede met de erfenis van Liszts zigeunermanie. Samen met plaats, natuurlijk met D’Arányi. Zoltán Kodály en Emma Gruber doorkruist hij Transsylvanië Met een titel als ‘Tzigane’ rijst de vraag in hoeverre dit stuk de op zoek naar sporen van de oorspronkelijke volksmuziek. Niet authentieke zigeunermuziek vat. Het enige juiste antwoord is: in minder dan 2.721 liederen en melodieën verzamelde Bartók op

8 9 zijn etnologische excursies. De enorme variëteit aan muziek leven de populariteit van het werk. Een jeugdzonde, noemde ontmaskerde de ’zigeunermuziek’ die de negentiende eeuw hij het, die zijn latere en belangrijke oeuvre altijd in de schaduw als authentieke uiting van de Hongaarse volksziel was gaan heeft gesteld. Hij deed de vurige muziek af als haastig knip- en beschouwen. Een vergelijkende en diepgaande studie drong plakwerk. U zal horen dat dit de stem van de frustratie is, en niet zich op. Uiteindelijk zou uit deze ontmoeting een nieuw ideaal die van de waarheid. De secties vloeien moeiteloos en naadloos groeien: muziek met allure, gebaseerd op principes uit de Oost- in elkaar over, thema’s echoën doorheen het werk, stemmingen Europese volksmuziek. Vanavond geen muziek van de Hongaar, wisselen vaardig en in een strakke regie. Tegelijk ademt het maar wel van zijn geestesgenoot, George Enescu. geheel de aanstekelijke vrijheid van de improvisatie. Uit de Het akkoord van Trianon herleidde in 1920 het multi-etnische ontmoeting van stereotypen, folklore en muzikaal genie is een Hongarije tot een monoculturele staat. Enthousiasme voor bescheiden wonder onstaan. de muziek uit Transsylvanië heette vanaf nu: gek zijn van Roemeense muziek. En dat was Enescu net zo veel als Bartók. Als vioolvirtuoos opgeleid in Wenen, in de traditie van Brahms, Spaanse nachten moest ook hij zich eerst loswerken uit de stereotypen die zijn Roemeense Rapsodieën uit 1901 nog bevolken. George Binnen de Europese cultuur duidde de term ‘rapsodie’ sinds de Enescu en Roemenië zijn in hetzelfde jaar geboren: in 1881 zestiende eeuw een mengvorm aan, een geheel samengesteld werd het land als officieel koninkrijk erkend. Acht jaar later uit verschillende, schijnbaar onafhankelijke onderdelen. Een werd het wonderkind toegelaten aan het conservatorium in potpourri, met het brede en extravagante emotionele gebaar als Wenen. Nog voor de veertiende verjaardag volgde een verhuis smaakmaker. Ontstaan als literair begrip maakte het concept naar Parijs. Het jonge land stelde al zijn hoop op een nationale snel de oversteek naar de muziek. In de tweede helft van de muziektraditie op deze jongeman. Rond de rijpe leeftijd van negentiende eeuw gooide Liszt ook nationale gevoelens in de eenentwintig leverde hij het bewijs dat de verwachtingen mix, waarna het genre onverbiddelijk zijn plaats op het grote niet zonder grond waren. De twee Rapsodieën die in 1901 podium opeiste. De lijst met componisten die rapsodieën gepubliceerd werden omarmen de folklore van de prille natie voor de concertzaal schreven, leest als een ‘wie is wie’ van de en bewijzen tegelijk een verbluffende beheersing van de klassieke muziek. Door de aard van het genre is het onmogelijk westerse orkestmachine. Deze episodische stukken drukken om een gemene deler te vinden. Al zijn het vaak meeslepende de dubbele (of driedubbele) inborst van het jonge genie uit. werken, met een eigenzinnige vorm die een gevoel van vrije Franse romantiek verweeft zich met Liszt in een feest van vinding oproept. De werveling van het ongeremde dansen is volkse levensvreugde. Rapsodie nr 1 opent met flarden uit nooit veraf. een populair lied, “Ik heb een cent en ik heb dorst”. Klarinet Net als zijn Roemeense tijdgenoot omarmt Ravel deze en hobo nemen elkaars lijnen over, als twee drinkebroers die kenmerken met grote zwier in de ‘Rapsodie Espagnole’ (1907). zich op een feest verheugen. En feesten zullen we. Het orkest Een dromerige prelude roept het mysterie van de nacht op, probeert de kleuren van een dorpsensemble te vatten. Twee zwanger van belofte. In een reeks dansen keert een dalend harpen nemen de rol van het cymbalon op zich. Het tempo motief, opgebouwd uit secundes, in vele gedaantes terug. gaat in golven de hoogte in. Tot de muzikale energie zich Van een passacaille-achtige herhaling in de prelude, over de niet meer laat bedwingen. Het verlangen om te dansen gutst syncoperingen van de habanera tot de ritmische puntigheid onweerstaanbaar over de luisteraar heen. Heren in rok trekken van de feria in de finale. Hoewel dansritmes komen en gaan, is hun gympjes aan, wilder en wilder jaagt het orkest. Het vuur wat we horen geen evocatie van een wilde nacht. De sfeer is van een Roemeense ‘taraf’ laait op. U krijgt het gegarandeerd dromerig, de muziek klinkt als een reeks mijmeringen over een moeilijk om op uw stoel te blijven zitten. feest (van gisteren? vorig jaar?) gedragen door herinneringen De eerste uitvoering was een sensatie. Latere uitvoeringen die vervluchtigen in het zoele parfum van de jasmijn. De magie evenzeer. Vreemd genoeg betreurde de componist zijn hele van Ravels orkestratie legt een zachte floers, die de momenten

10 11 George Enescu van intense passie slechts kortstondig opzij weten te schuiven. Tintelend, prikkelend en mild schrijnend. Tot het hele orkest er glorieus voor kiest het leven te omarmen. Toen Manuel de Falla de eerste pianoversie van de Rapsodie hoorde, was hij verbluft door het Spaanse karakter ervan. Immers: de componist was nog nooit in het land aan de overkant van de Pyreneeën geweest? Dan hoorde hij over de Spaanse moeder, en haar fascinerende verhalen over een gelukkige kindertijd in Madrid. Hij vernam dat zij liedjes en melodieën uit haar jeugd placht te neurieën. En hij begreep de fascinatie van haar zoon. Over Ravels exotiek zei De Falla: “De intense verbinding tussen herinnering en lied of dans, is onlosmakelijk geworden. In de muziek klinkt een gedroomd, gesublimeerd Spanje”. Dit geïdealiseerde thuisland, deze verzonnen oorspronkelijke gemeenschap, krijgt in vele van Ravels stukken een belangrijke plaats. Vaak duiken in de Spaanse werken (maar niet alleen daar) nadrukkelijke ostinato’s op. In de ‘Feria’ van de Rapsodie bijvoorbeeld, horen we hoe verschillende, haast mechanisch herhaalde motieven uiteindelijk met elkaar in de clinch lijken te gaan. Geen werk waarin de ostinato-machinerie nadrukkelijker op de voorgrond treedt, natuurlijk, dan de ‘Boléro’ uit 1928. Een ritmisch motief - uit een populaire Spaanse dans, eindeloos herhaald - ondersteunt twee thema’s die zonder variatie terugkeren, maar onderling contrasteren. Een breed palet aan instrumentale kleuren is ingezet als onderdeel van een gigantische ritmesectie. Meeslepend voert deze haast atavistische ontkenning van de westerse muziektraditie naar een onvermijdelijke en overdonderende climax. De onverbiddelijke, donkere kant van de dolle jaren twintig, gevat in het onbuigzame, repetitieve, hamerend ritme. In een interview uit 1932 sprak Ravel in dat verband over zijn fascinatie voor het geluid van machines en fabriekshallen. Stabiel, dwingend, onstuitbaar. De muziek werd bij de componist besteld voor de compagnie van Ida Rubinstein, eertijds sterdanseres bij de ‘Ballets Russes’, het legendarische gezelschap onder leiding van Serge Diaghilev. De eerste opvoering eindigde, geheel in de stijl van het huis, met het offer van de zigeunervrouw die op de stamtafel danst en de mannen opzweept. Trance & erotiek, lege muziek & een machinaal cataclysme. Dreigend nadert de toekomst, gehuld in glinsterende gewaden. Ravel begreep dat hij met de ‘Boléro’zijn meesterwerk had afgeleverd. Een gedachte die hem deed huiveren.

Manuel de Falla 15 Arabische tuinen boeken. In zijn verbeelding waren ze samengesmolten met de timbres en liederen die zijn jeugdjaren in Cadiz hadden Over de Falla’s exotiek zei Ravel: “Hij gebruikt inderdaad gekleurd. De eenvoud van de melodieën en de meesterlijke, kenmerkende Andalusische wendingen, maar het zou verkeerd beheerste orkestratie ondersteunen de hypnotische kracht zijn om enkel in de couleur locale het belang van zijn werk te van deze muziek, die teruggrijpt naar tradities opgeslorpt in de vinden. We ontdekken een oprechtheid van expressie en een duisternis van de tijd maar nog steeds hoorbaar in de flamenco- overvloed - en frisheid - aan ideëen, die geheel en al verrukkelijk klanken en andere zigeunermuziek uit Al Andaluz, de Falla’s zijn”. Manuel De Falla zocht in zijn oeuvre inderdaad naar een geboortegrond. Hoort u maar hoe de eerste beweging opent oprecht Spaanse uitdrukkingsvorm, die zich los zou maken van met een imitatie van zinderend gitaarspel terwijl Arabische al te makkelijk exotisme. Tijdens zijn verblijf in Parijs (1907- muziek nooit veraf is. De tekent arabesken, sierlijk als 1914) kreeg hij al maar meer greep op het probleem. Zijn beste de kronkelende reliëfs van het Generalife-paleis met zijn werken slagen erin om de ziel van een plaats te vatten in een beroemde watertuin. Ook in de tweede beweging ratelen de taal die haast universeel is. “Waarheid zonder authenticiteit”, gitaartremolo’s en ritmische accenten. Daartussen maken korte zo omschreef hij zelf dat proces. In zijn oeuvre overstijgt hij motieven en melodische cellen een rondedans. Het tempo moeiteloos het Spaanse exotisme dat Parijs in de greep had en volume nemen toe, maar dan deemstert alles weer weg, sinds Rimski-Korsakovs ‘Capriccio espagnole’(en waar Ravel opgenomen in de donkere verte waaruit de klanken ook lijken met zijn Rapsodie een belangrijke bijdrage aan had geleverd). te ontstaan. Zonder onderbreking gaat het nu naar de derde De winters waren koud, de stad kil voor de Andalusische beweging. Daarin zingt de piano een rijkversierde melodie componist. In zijn smetteloze, zwarte pak strooide hij met boven een pulserende bas. ‘Cante jondo’ ontmoet soefi-rituelen. diepe ernst broodkruimels in de sneeuw, voor de vogels. De Het extatische wervelen uit de aanvang rafelt uit elkaar tot wat rondhoppende mussen brachten een glimlach op zijn gezicht. tobbende weemoed de overhand haalt. De nacht loopt op zijn Dukas, Debussy en Ravel namen de eenzame Spanjaard onder einde. Een personage dat uit een schilderij van El Greco lijkt hun hoede. Zijn bedachtzaamheid en zin voor perfectionisme te zijn gestapt, zucht zacht wanneer de muziek in Cordoba’s zorgden ervoor dat hij slechts af en toe met een werk naar heuvels stil is gevallen. Hij wandelt verder. In zijn donkere ogen buiten kwam. De Parijse première in 1914 van zijn herwerkte brandt heilig vuur. Een boer of een monnik, het is moeilijk te opera, ‘La Vida Breve’, maakte indruk. Zijn toekomst zou helder zeggen. De klanken in zijn hoofd weven zich aaneen, tot een en groots zijn. Maar toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. Een ladder die hoog de hemel in klimt. Dankbaar volgen wij in zijn terugkeer naar Madrid drong zich op. In de reiskoffer zaten de spoor. schetsen voor een compositie waar hij al een paar jaar aan werkte. Aanvankelijk opgezet als een reeks pianostukken, was het werk intussen uitgegroeid tot een orkeststuk met solo- piano. Het zou nog een jaar duren vooraleer de Falla ‘Nachten in de Spaanse tuinen’ in première liet gaan. De combinatie van Franse harmonische experimenten, prachtige instrumentale kleuren en invloeden van de Spaanse volkstradities zou onweerstaanbaar blijken. Hoewel de poëtische titels anders laten vermoeden, is het werk niet beschrijvend. “De muziek is louter expressie”, zei de Spanjaard daarover, “maar van meer dan van feesten en dansen. In deze klankbeelden hebben melancholie en mysterie ook hun plaats”. De tuinen die we hier in klank ontmoeten, had de componist nooit zelf bezocht. Hij kende ze enkel uit

16 17 Anima Eterna Brugge Anima Eterna Brugge tekent vijf tot andere muzikale partners bouwen deSingel tijdlijn (selectie) zeven maal per jaar present voor een mee aan het succesverhaal: AEB is do 3 mrt 2016 […] nieuw project met een componist, ‘ensemble associé’ aan de Opéra Anima Eterna Brugge olv. Jos van oeuvre, periode of stijl als focus. de Dijon, sinds 2003 in residentie bij vr 22 nov 1985 Immerseel Het fundament: bronnenonderzoek, Concertgebouw Brugge en sinds Anima Eterna Brugge olv. Jos van Ravel, de Falla, Enescu een maximale voorbereiding en 2015 ook bij Beethovenfest Bonn. Immerseel instrumenten zoals de componist die De iconische Schubert-integrale vr 20 mrt 2015 Bach Anima Eterna Brugge olv. Jos van heeft gekend en gehoord. Opgericht en de Beethoven-symfonieën zijn vr 18 okt 1985 Immerseel in 1987 door Jos van Immerseel maar enkele van de baanbrekende Anima Eterna Brugge olv. Jos van Smetana, Dvorák, Janácek als levend laboratorium voor zijn opnamen die het orkest realiseerde. Immerseel onderzoek in de barokmuziek, groeide Sinds 2002 is het Parijse label Zig- vr 21 feb 2014 Bach Anima Eterna Brugge uit van een Zag Territoires (Outhere) gastheer Anima Eterna Brugge & Collegium vr 20 sep 1985 compact strijkerscollectief tot het van de intussen meer dan 20 delen Vocale Gent olv. Jos van Immerseel Anima Eterna Brugge olv. Jos van volbloed symfonisch orkest dat het tellende Collection Anima Eterna, Orff vandaag is. Van kamermuziek ging het waaraan in 2014 een live-opname Immerseel al gauw over orkestrepertoire tot dans van Carl Orffs ‘’ werd za 17 nov 2012 Bach en opera, en van Bach naar Mozart en toegevoegd. Onder meer de Preis der Anima Eterna Brugge olv. Jos van Haydn. Zowat tien jaar later stond AEB Deutschen Schallplattenkritik, een Immerseel aan de drempel van de romantiek: nominatie voor de BBC Music Awards, Rossini, Mendelsohn-Bartholdy, tijd voor Mendelssohn, Beethoven en de Caeciliaprijs, Gramophone’s Schubert Schubert, en verdere halten bij Saint- Editor’s Choice Award en de Diapason Saëns, Moesorgski, Liszt, Franck en d’Or de l’Année prijken in Anima’s Strauss, tot Ravel en Gershwin toe. Het trofeeënkast. Ook na meer dan 25 consequente gebruik van historisch jaar is Anima’s groeistuip niet te instrumentarium, de permanente bedwingen: het repertoire blijft zich leiding door Jos van Immerseel, de uitbreiden, tot over de grenzen van de projectmatige aanpak – die toelaat 20ste eeuw heen. om voor elk programma de beste musici te verzamelen rond een vaste www.animaeterna.be kern – en het respect voor de intenties van de componist als sleutel tot de muziek, staan centraal in de visie en werking van het orkest. In de voorbije jaren kreeg AEB het gezelschap van muzikale zielsverwanten zoals Anne- Teresa De Keersmaeker / ROSAS en Philippe Herreweghe / Collegium Vocale Gent, en van solisten als Claire Chevallier (piano), Sergei Istomin (cello), Lisa Shklyaver (klarinet) en Thomas Bauer (bariton). Ook

18 19 Anima Eterna Brugge muzikale leiding fluit cornet Jos van Immerseel Amélie Michel Nicolas Isabelle assistent dirigent Anne Pustlauk Dave Hendry Korneel Bernolet Florence Aoustet trombone piccolo 1ste viool Timothy Dowling Anne Pustlauk Jakob Lehmann Cas Gevers Klaas Van Middelkoop Isabella Bison Gunter Carlier Balázs Bozzai hobo tuba Laura Johnson Peter Tabori Marc Girardot Malina Mantcheva Seung Kyung Lee László Paulik pauken oboe d’amore Lea Schwamm Seung Kyung Lee Jan Huylebroeck Fiona Stevens Engelse hoorn slagwerk 2de viool Stefaan Verdegem Wim De Vlaminck John Meyer Luk Artois Marieke Bouche klarinet Christian Miglioranza Cécile Dorchêne Lisa Shklyaver Barry Jurjus Barbara Erdner Diederik Ornée Glenn Liebaut Paulien Kostense basklarinet Peter Hartmann Albrecht Kühner Peter Rabl celesta Tokio Takeuchi Jan Lust Angelika Wirth saxofoon Arno Bornkamp harp altviool Niels Bijl Marjan de Haer Frans Vos Gwyneth Wentink Erzsebet Ádám fagot Noah Mayer Augustin Humeau Gabrielle Kancachian Yves Pichard Bernadette Verhagen Romain Tiratay Manuel Visser contrafagot cello Séverine Longueville Sergei Estomin Dmitriy Dikhtyar hoorn Nicholas Selo Uli Hübner Pavel Serbin Martin Mürner Regina Wilke Helen MacDougall Verena Zauner Jörg Schulteß contrabas trompet Beltane Ruiz Molina Thibaud Robinne Ben Faes Sebastian Schärr Mattias Frostenson Nicolas Isabelle Matthias Scholz Dave Hendry

20 21 Jos van Immerseel Jos van Immerseel werd geboren Deze opnamen werden veelvuldig in Antwerpen en studeerde piano gelauwerd door de internationale (Eugène Traey), orgel (Flor Peeters), muziekpers, onder meer met de klavecimbel (), zang Diaposon d’Or, Le Choc du Monde de (Lucie Frateur) en orkestdirectie la Musique en FFFF de Télérama. In (Daniel Sternefeld). Hij won in 1973 2014 werd aan de Zig-Zag-collectie het allereerste klavecimbelconcours te een live-opname van Carl Orffs Parijs. Zijn ruime interesses brachten ‘Carmina Burana’ toegevoegd. hem bij de autodidactische studie van de organologie, de retoriek en de historische pianofortes. Hij doceerde aan de Scola Cantorum Basiliensis, het Conservatoire National Supérieur de en het Sweelinck Conservatorium . Hij is een veelgevraagde leraar voor masterclasses in Europa, Amerika en Japan. In 1987 vormde hij zijn ensemble Anima Eterna, dat zich geleidelijk aan ontwikkelde tot een symfonisch orkest, steeds met historische instrumenten. Hij is gastdirigent bij het Budapest Festival deSingel tijdlijn (selectie) Orchestra, het Radio-Kamerorkest do 3 mrt 2016 […] Hilversum, de Akademie für Alte Anima Eterna Brugge olv. Jos van Musik Berlin, de Wiener Akademie vr 22 nov 1985 Immerseel en Tafelmusik Toronto. Door de Anima Eterna Brugge olv. Jos van Ravel, de Falla, Enescu jaren heen bouwde hij een unieke Immerseel verzameling historische klavieren uit vr 20 mrt 2015 Bach Anima Eterna Brugge olv. Jos van die door hem verzorgd worden en vr 18 okt 1985 Immerseel hem vergezellen op zijn concerten. Anima Eterna Brugge olv. Jos van Smetana, Dvorák, Janácek Sinds 2003 zijn Jos van Immerseel Immerseel en Anima Eterna in residentie in het vr 21 feb 2014 Bach nieuwe Concertgebouw Brugge. Zijn Anima Eterna Brugge & Collegium vr 20 sep 1985 werk, uitsluitend op en met historische Vocale Gent olv. Jos van Immerseel Anima Eterna Brugge olv. Jos van instrumenten, wordt gedocumenteerd Orff door meer dan honderd opnamen bij Immerseel Accent, Channel Classics, Sony, etc. za 17 nov 2012 Bach Sinds 2002 leidt hij voor het Parijse Anima Eterna Brugge olv. Jos van platenlabel Zig-Zag Territoires de Immerseel ‘Collection Anima Eterna’. Rossini, Mendelsohn-Bartholdy, Schubert

22 Chouchane Siranossian Claire Chevallier De Frans-Armeense violiste Augustina. Siranossians eerste cd De Franse pianiste Claire Chevallier een ‘Diapason d’Or. Op hetzelfde Chouchane Siranossian studeerde ‘Time Reflexion’ (Oehms Classics) (°1969) studeerde piano aan de label verscheen in 2008 een cd met in 1990 viool bij Tibor Varga uit 2014 werd bekroond met een conservatoria van Nancy, Straatsburg solowerken van Francis Poulenc (Zwitserland) en op hetzelfde moment ‘Diapason Découverte’. In 2015 (Hélène Boschi) en Parijs (Bruno en Erik Satie. Chevallier is tevens te studeerde ze aan het conservatorium verscheen een cd met vioolconcerti Rigutto). Nadien vervolgde ze haar horen op de opname van Poulencs van Romans (Frankrijk). In 1997 van Jean-Marie Leclair en Pietro muzikale opleiding aan het Koninklijk Concerto voor twee piano’s met Jos rondde ze haar studies met de ‘Prix Locatelli (Sony Deutsche Harmonia Conservatorium Brussel bij Jean- van Immerseel en Anima Eterna d’excellence’ af. Ze zette haar studies Mundi) en een cd met duo’s met Jos Claude Vanden Eynden en Guy Brugge (op het label Outhere). verder bij Pavel Vernikov aan het van Immerseel (Alpha). Siranossian Van Waas, waar zij een eerste prijs Claire Chevallier wordt regelmatig Conservatorium van Lyon. Vanaf 2002 speelt op een Giuseppe Guarnerius piano en kamermuziek behaalde. uitgenodigd om lezingen te geven volgde ze les bij Zakhar Bron in Zürich van 1697 en een Joseph en Antoine Tijdens haar studies raakte ze via een rond de geschiedenis en de techniek (Zwitserland) en in 2007 studeerde Gagliano van 1795. masterclass bij Jos van Immerseel van de pianoforte. Sinds 2001 doceert ze af. In datzelfde jaar werd ze voor gefascineerd door de pianoforte. ze aan het Koninklijk Conservatorium de eerste keer concertmeester, bij chouchane-siranossian.com In 1996 werd Claire Chevallier door te Gent, waar zij haar studenten de het Sinfonieorchester St. Gallen in het befaamde dansgezelschap specifieke vaardigheden aanleert Zwitserland. In 2009 verliet ze het Rosas uitgenodigd om samen voor het stemmen van historische orkest om zich intensief op barokviool met het orkest Anima Eterna de klavieren. Sinds 2004 is ze docente toe te leggen bij Reinhard Goebel muziek te verzorgen tijdens een pianoforte aan het Conservatoire aan het Mozarteum in Salzburg. dansvoorstelling rond concertaria’s Royal de Bruxelles. Siranossian wordt vaak gevraagd deSingeldebuut van Mozart. Deze productie deed als soliste of als concertmeester alle grote Europese podia aan, www.clairechevallier.com bij onder andere de Staatskapelle waaronder London Royal Festival Dresden, het Basler Kammerorchester, Hall, Brussel Muntschouwburg, deSingel tijdlijn het Budapest Festival Orchestra, Dresden Staatsschauspiel. Andere do 3 mrt 2016 het Münchener Kammerochester, interdisciplinaire projecten waaraan Anima Eterna Brugge olv. Jos van Concerto Köln en de Deutsche Chevallier meewerkte, waren de Immerseel Kammerphilharmonie Bremen. muziektheaterproductie ‘Lust’ door Ravel, de Falla, Enescu In kamermuziekverband werkte figurentheater De Spiegel, Wayn Siranossian samen met onder Traubs ‘Jean-Baptiste’ (Toneelhuis, wo 3 okt 2007 anderen Rüdiger Lotter, Dorothee Antwerpen) en ‘Kreutzersonate’ van Anima Eterna Brugge olv. Jos van Oberlinger, Kristin von der Goltz, en met Josse de Pauw (Het Net, Immerseel Michel Béroff, Philippe Bianconi, Brugge + Festival van Vlaanderen Gerschwin, Poulenc, de Falla Bertrand Chamayou, Yulianna Brussel). In 2003 nam Chevallier wo 26 okt 2005 Avdeeva en Rudolf Lutz. Recent samen met de tenor Jan van Elsacker Anima Eterna Brugge olv. Jos van werkte ze samen met verscheidene een cd op met liederen en pianoforte Immerseel orkesten waaronder het Münchener solowerken van Schumann in een Ravel Kammerorchester, de Bayerische productie van Klara. De opname met Kammerphilharmonie en de Deutsche werken van Franck, Saint-Saëns, za 15 feb 2003 Kammerphilharmonie Bremen. Poulenc, Infante in duo met Jos van Claire Chevallier In 2012 werd ze aangewezen tot Immerseel bij het Franse label Zig-Zag Mendelssohn-happening concertmeester van het Capella Territoires werd bekroond met

24 25 Delen Private Bank is een familiale onderneming die gespecialiseerd is in patrimoniumbeheer.

Als dynamische goede huisvader streven we een gezonde groei en de bescherming van uw patrimonium na. Onze bedrijfsfilosofie en onze manier van werken weerspiegelen familiale waarden en een hechte bedrijfscultuur. Waarden zoals verantwoordelijkheid, transparantie, duurzaamheid, integriteit en betrouwbaarheid dragen we hoog in het vaandel. Wij houden van heldere, eenvoudige oplossingen die de tand des tijds kunnen doorstaan.

Neem contact op met één van onze zetels voor een vrijblijvende afspraak of bezoek de website.

Uw vermogen verdient onze ervaring en onze expertise www.delen.be www.desingel.be muziek T +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors