Cover Page

The handle http://hdl.handle.net/1887/78385 holds various files of this Leiden University dissertation.

Author: Yu, R. Title: A monograph of the Trigonostemon Blume Issue Date: 2019-09-18

Samenvatting 253

Samenvatting

Trigonostemon is een plantengeslacht in de familie bestaande uit 59 soorten. Het zijn kleine bomen of struiken, die groeien in de laagland regenbossen in Zuidoost- Azië en aangrenzende gebieden. De vegetatieve kenmerken van deze planten zijn vaak variabel, maar de kleine eenslachtige bloemen met kleurrijke bloembladen (in zowel ♂ als ♀ bloemen) en de 3 of 5 verenigde meeldraden (in de ♂ bloemen) zijn kenmerkend voor het geslacht. Dit proefschrift is een monografie van Trigonostemon, die vier aspecten van het geslacht bestudeert: taxonomie, pollenmorfologie, een moleculaire fylogenie en historische biogeografie.

Trigonostemon werd wetenschappelijk beschreven door Carl Ludwig Blume in 1825. Sindsdien zijn er meer dan 140 soorten binnen het geslacht benoemd. Sommige van deze soorten zijn echter identiek aan elkaar (synoniemen) en sommige behoren niet tot het geslacht. De taxonomische studies reviseren de soorten op basis van vergelijkende morfologische waarnemingen aan herbarium en levend materiaal. De historische literatuur is verzameld en de kenmerken die bruikbaar zijn voor de afbakening van soorten worden besproken. Een totaal van 59 soorten (waaronder 3 dubieuze soorten) wordt geaccepteerd en wetenschappelijk beschreven. Dichotome determinatiesleutels, typegegevens, geografische verspreidingen en taxonomische notities worden eveneens gegeven (hoofdstukken 2, 3, 4).

Stuifmeelkorrels van planten verschillen in een breed scala aan vormen en grootten, evenals complexe oppervlaktepatronen en openingen (groeven en gaten). De variatie van de stuifmeelkorrels verschaft vaak microscopisch bewijs voor plantensystematiek. Een verkenning van de pollenmorfologie van Trigonostemon en zijn naaste verwanten wordt gemaakt met licht- en elektronenmicroscopie. Het stuifmeel van een groep soorten in de Euphorbiaceae (ook vaak bekend als inaperturate crotonoïden, Trigonostemon behoort tot deze groep) wordt gekenmerkt door een ‘crotonpatroon’ versiering op het oppervlak, welke bestaat uit ringen van vijf of zes verheven elementen die rond een cirkelvormig gebied zijn gerangschikt. De ‘ ornamentatie’ van het stuifmeel van Trigonostemon blijkt echter te zijn gereduceerd tot stekels of volledig afwezig te zijn in een aantal soorten. De potentiële implicatie van de pollenmorfologie voor de (infra)generieke afbakening binnen Trigonostemon wordt besproken (hoofdstuk 5).

Moleculaire fylogenetische studies gebruiken DNA-sequenties om de relatie tussen de soorten te evalueren door hun evolutionaire geschiedenis te modelleren. De DNA-sequenties van vijf gebieden op het plantengenoom worden gebruikt voor het reconstrueren van de fylogenie van Trigonostemon, en andere nauw verwante soorten. Sommige eerdere studies betoogden dat Trigonostemon en Dimorphocalyx moeten worden samengevoegd tot één enkel geslacht, maar de moleculaire fylogenie laat zien dat ze afstammen van twee verschillende voorouders en dus twee afzonderlijke geslachten zijn. Op basis van de moleculaire gegevens en morfologische kenmerken is Trigonostemon verdeeld in vier secties. De belangrijkste kenmerken, die worden gebruikt om de secties te definiëren zijn de verdeling van stigma’s, de top van de helmknoppen, de vorm van de nectarschijf en de oppervlakte ornamentatie van de stuifmeelkorrels (hoofdstuk 6).

Zuidoost-Azië is het belangrijkste verspreidingsgebied van Trigonostemon en Dimorphocalyx. Dit gebied herbergt een grote biodiversiteit. De migratieroutes van planten en dieren in dit gebied zijn altijd van grote interesse geweest voor biogeografie. De historische biogeografische analyses laten zien dat Trigonostemon en Dimorphocalyx op vergelijkbare tijden zijn ontstaan 254 A monograph of the plant genus Trigonostemon Blume

(tussen het Oligoceen en het Vroege Mioceen) maar de twee genera hebben verschillende migratiegeschiedenissen: Trigonostemon ontstond op het Zuidoost-Aziatische vasteland, breidde zijn verspreidingsgebied uit naar het Maleise schiereiland en vervolgens naar Borneo, en diversifiëerde in al deze gebieden.Dimorphocalyx , daarentegen, is ontstaan op Borneo en vormde daar voornamelijk soorten. De Filippijnen worden geacht een belangrijke rol te hebben gespeeld bij het helpen verspreiden van de planten naar het oosten van de Maleise archipel. Bovendien wordt aangenomen dat de frequente veranderingen van de zeespiegel tijdens de ijstijden de diversificatie vanTrigonostemon op Borneo en het Maleise Schiereiland te hebben versneld (hoofdstuk 7).