Herontwikkeling

Hoofdrapport Projectgroep Moengo 2008

CT4061 Multidisciplinair Project

Augustus 2008

Projectgroep Moengo augustus 2008

Herontwikkeling Moengo

Hoofdrapport Projectgroep Moengo 2008

2 Projectgroep Moengo augustus 2008

Voorwoord

In het kader van het multidisciplinaire Master of Science (MSc) project van het vierde en vijfde jaar van de opleiding Civiele Techniek aan de Technische Universiteit Delft hebben wij het initiatief genomen om een studie te doen naar de mogelijkheden van (economische) herontwikkeling van het dorp Moengo in .

Het project vormt een facultatief onderdeel van het curriculum van de Masterstudie Civiele Techniek en behelst 11 ECTS per student. Als verschillende Masterspecialisaties zijn in de projectgroep aanwezig: constructiemechanica, constructieleer en waterbouwkunde. Daarom zal het project een multidisciplinair karakter hebben. In het bijzonder is gekeken naar ontwikkelingen die kunnen plaatsvinden op het gebied van infrastructuur en waterbouwkunde. Verder bevat het onderzoek componenten uit de economie, ruimtelijke ordening en watermanagement. Deze drie takken van sport worden niet direct door de projectgroep vertegenwoordigd, maar dit heeft het project des te interessant en leerzaam gemaakt.

Dit project is geheel uitgevoerd vanuit Moengo, waar wij onder begeleiding van de districtscommissaris van Marowijne, Theodorus Sondrejoe, van 8 juli tot en met 2 september 2008 hebben gewerkt aan het project. Onze dank gaat uit naar de heer Sondrejoe, die ons heeft begeleid en over ons heeft gewaakt gedurende het project. Ook willen wij graag de heer Rudi Darson van STOOM bedanken voor het aandragen van het project en de begeleiding voor en tijdens het verblijf. Tenslotte willen wij Jan-Willem Sutorius bedanken voor zijn frisse input en kennis over het gebied.

Moengo, augustus 2008

“Projectgroep Moengo 2008”

Bart van den Broek Jan van Cappellen Jeroen Lakeman Robbin Sluijsmans Rinse Wiersum

3 Projectgroep Moengo augustus 2008

Samenvatting

Projectopzet

In 2011 zullen de bauxietmaatschappijen Billiton en Suralco de mijnactiviteiten in Moengo beëindigen. In de eerste plaats is onderzoek verricht welke economische ontwikkelingen kunnen leiden tot een behoud van de huidige welvaart. Vervolgens is geïnventariseerd welke faciliteiten benodigd zijn om deze economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Daarnaast is aandacht besteed aan de creatieve economie en de kennis economie. In onderstaande figuur is schematisch aangegeven hoe de structuur van de sectoren is vastgesteld.

Economische sectoren

Ten behoeve van de vaststelling van de mogelijke economische sectoren die kunnen leiden tot een economische ontwikkeling van Moengo zijn de markten grondstoffen, landbouw, veeteelt en visserij, toerisme en MKB/lokale handel onderzocht.

Grondstoffen

Bauxiet

Sinds 1916 is Moengo een dorp waar bauxiet wordt gewonnen. Voor Suralco en Billiton is de kwaliteit van de bauxiet op dit moment te laag om door te gaan met het winnen. Omdat alle concessies in handen zijn van deze ondernemingen is het voor andere bedrijven niet mogelijk Bauxiet te winnen in het gebied.

Hout

Hout wordt in Marowijne gewonnen in de Houtkapvergunningsgebieden (HKV’s), waarbij de organisatie plaatsvindt middels opkopers, individuele leden van de gemeenschap of Aziatische maatschappijen. In het bos wordt het hout gekwijld, vervaardigd tot dwarsliggers, draadpalen en shingles. Verdere zaagactiviteiten worden ondernomen in aparte houtzagerijen. De noodzaak tot duurzaam bosbeheer wordt erkend en in toenemende mate toegepast.

4 Projectgroep Moengo augustus 2008

Kaolien

Kaolien is een zeer zuivere witte primaire klei, die aanwezig is in de gebieden rondom Moengo. De (bauxiet) gebieden die door de bauxietmaatschappijen zijn uitgemijnd kunnen worden gebruikt voor de winning van kaolien, wat zal starten in 2009 door Moengo Minerals. Het ruw gewonnen kaolien heeft een geringe marktwaarde, maar door het te verwerken naar meta kaolien stijgt de marktwaarde. Meta kaolien kan gebruikt worden als vervanger van cement. De verwerkingsfabriek zal in Moengo worden geplaatst of in de buurt van . Na 2 jaar zullen de werkzaamheden worden uitgebreid, zodat er meer verschillende producten worden geproduceerd.

Landbouw, veeteelt en visserij

Een economische sector voor Moengo, volledig of grotendeels gedreven door landbouw, veeteelt of visserij, behoort niet tot de mogelijkheden vanwege de kleinschaligheid van deze markten. Een grote ontwikkeling van deze sectoren op de korte termijn lijkt er ook niet aan te komen. Stopzetting van deze markten is niet nuttig, maar een verdere ontwikkeling geeft op de korte termijn geen voordelen voor de ontwikkeling van het gebied. Een ander belangrijk punt is dat er voor zover bekend geen ondernemingen geïnteresseerd zijn in het uitbreiden of opzetten van deze markten in het gebied. De oliepalmsector is echter een zeer goede en potentiële markt voor heel het district Marowijne en de ontwikkelingen van deze sector zijn in volle gang.

Toerisme

Vanwege een strategische en centrale positie van Moengo in het district Marowijne, kan Moengo verschillende toeristische activiteiten aanbieden om de economische ontwikkeling van Moengo te bevorderen. Er is een gebied aanwezig in Moengo waarin verschillende toeristische faciliteiten kunnen worden ontwikkeld. Binnen dit gebied zullen er strengere regels moeten gelden voor de bewoners met als doel dat de toeristen zich er veilig kunnen voelen. Vanuit dit gebied kunnen er diverse excursies plaats vinden en het kan dienen als een tussenstop voor de reis Paramaribo – Albina.

MKB / Lokale handel

Er zijn veel bedrijven in Moengo actief in de houtsector. Weinig bedrijven zijn gericht op toerisme. Dit is nog een potentiële groeimarkt voor kleine ondernemers. Er zijn veel kleine handelaren in Moengo en omgeving. Veel mensen hebben kostgrondjes waar ze zelf producten op verbouwen. Het is van groot belang om deze een centrale plaats kunnen aanbieden. Het opzetten van een markt is hierbij de beste keuze.

Faciliterende sectoren

De wensen ten aanzien van de faciliteiten vanuit de markten zijn vastgesteld. Aan de hand van een inventarisatie van de huidige situatie is per faciliteit bepaald welke ontwikkelingen benodigd zijn.

Educatie

Het huidige onderwijssysteem sluit onvoldoende aan bij de arbeidsmarkt. Een betere aansluiting kan gerealiseerd worden middels het opzetten van een stagebureau. Tevens is er vanuit de markt vraag naar gekwalificeerde landbouwarbeiders en bouwarbeiders. Derhalve verdient het aanbeveling een vakschool op te zetten in de richtingen landbouw en bouw. Tevens zijn investeringen nodig om de onderwijsfaciliteiten op een hoger niveau te brengen.

Infrastructuur

Het onderhoud van de wegen in Moengo is slecht. De meeste wegen bevatten veel gaten en kuilen. De laterietwegen zijn niet geëgaliseerd en wegspoeling vindt plaats tijdens hevige regenval. Op korte termijn dienen de belangrijkste wegen betegeld te worden. Tevens dienen voetpaden te worden aangelegd met name ter plaatse van de scholen. Met betrekking tot het openbaar vervoer wordt aanbevolen volgens een vast rooster te rijden. Dit geeft meer structuur en leidt tot een efficiëntere bezetting.

5 Projectgroep Moengo augustus 2008

Waterhuishouding

Voor de ontwatering en afwatering van de neerslag wordt er in Moengo een open systeem gebruikt waarin het water uiteindelijk wordt geloosd op de rivier. Het onderhoud is in de afgelopen tijd verslechterd voor het grootste gedeelte van Moengo, waardoor het water niet goed kan wegstromen. Door het stilstaande water komt de hygiëne in gevaar. Een gesloten systeem (regenwater afvoer via de riolering, drainagebuizen etc.) voor een aantal dorpen in Moengo kan een oplossing voor dit probleem bieden. Voor Bernharddorp is er een rioleringssysteem ontworpen, zodat het water dat op de verharde oppervlaktes (verharde wegen, daken) terecht komt kan worden afgevoerd via de riolering naar de kreek.

Haven

Ten noorden van Moengo is de haven gelegen aan de Cotticarivier. In het verleden is de haven gebruikt voor het vervoer en de verwerking van bauxiet. Momenteel worden er geen activiteiten verricht op het haventerrein. In dit rapport is een structuur gegeven voor de ruimtelijke ordening van het havengebied. In de haven kan hout, kaolien, zand en grind worden vervoerd en verwerkt. Voor een optimaal gebruik van het haventerrein is een geasfalteerde weg benodigd, waarvoor een ontwerp gegeven is. Tevens is het ontwerp van een damwandconstructie gegeven voor de kades.

Nutsvoorzieningen

In de centrales en distributienetten van de nutsvoorzieningen in Marowijne zijn in de loop der tijd verschillende herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Grote delen van het district zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van de EBS en kleine dorpen zijn voorzien van een lichtmotor. Echter de staat van deze voorzieningen is over het algemeen slecht door slecht onderhoud. In Moengo is onderhoud van het elektriciteitsnet nodig.

Albina en omliggende dorpen en Moengo worden van drinkwater voorzien door de SWM, de kwaliteit van het water is goed, maar de distributie is soms slecht, ook weer door achterstallig onderhoud. Vele andere dorpen in het district zijn aangewezen op het halen van drinkwater uit rivieren en kreken of door het opvangen van regenwater. In Moengo is onderhoud van de watertoren nodig.

Met de liberalisatie van de telecomsector in 2007 zijn stappen gezet tot het ontsluiten van het gehele district voor wat betreft mobiel telefoonverkeer. Na het tot stand komen van de interconnectie tussen de verschillende aanbieders van mobiele diensten is het mogelijk om in grote delen van het district mobiel te bellen. In Moengo is er zowel een vaste telefoonverbinding als een goed mobiel netwerk beschikbaar.

Bedrijvigheid en dienstverlening

Om de faciliteit bedrijvigheid en dienstverlening te verbeteren kan ten eerste gedacht worden aan het opzetten van een markt en het opknappen van de bestuurlijk centrum. De markt zal zorgen voor een impuls van de lokale onderneming door het ontstaan van een extra afzetmarkt. Tenslotte kan getracht worden om een grote supermarkt in Moengo op te zetten. Dit zal resulteren in lagere prijzen en een groter aanbod.

Huisvesting

Indien Moengo ontwikkeld wordt tot een grote stad moet er ruimte worden gemaakt voor huisvesting. Hierbij moet aandacht besteed worden aan voldoende aanbod in kwantiteit en diversiteit. Voor tijdelijke huisvesting dienen extra woningen te worden gebouwd. Dit is bijvoorbeeld bestemd voor een arts die enkele dagen per week in Moengo aanwezig is. Door bepaalde voorzieningen te delen (een tuin) kunnen bewoners gestimuleerd worden deze voorzieningen te onderhouden.

6 Projectgroep Moengo augustus 2008

Zorg en welzijn

De primaire gezondheidszorg in Marowijne is in handen van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD). Voor de binnenlandse oorlog hadden zowel Moengo als Albina een ziekenhuis en de gezondheidszorg werd als voldoende ervaren. Er zijn momenteel in het gehele district Marowijne geen echte ziekenhuizen aanwezig. Wel zijn er in totaal twaalf (hulp)poliklinieken op een totaal van ongeveer 17.000 inwoners aanwezig, dus één voor ongeveer 1.500 personen. Op zich een voldoende aantal, zij het niet dat de meeste inwoners van het district in Moengo en Albina zijn gevestigd. Het op de korte termijn renoveren van de ziekenhuizen in Moengo en Albina is dus belangrijk. Het, regionaal opererende, ziekenhuis heeft ten minste drie artsen (één op 3.000 personen) en een ambulance nodig, welke al aanwezig is.

Verder zijn er in Moengo nog een polikliniek, een tandartsenpraktijk en een prikpost aanwezig. De tandartsenpraktijk is echter de enige in het district en is maar twee dagen per week open. Dit is veel te weinig, aan te raden is om een tweede praktijk in Albina te vestigen of om meerdere dagen per week personeel aanwezig te hebben.

Openbare orde en veiligheid

De openbare orde is redelijk hersteld in Marowijne, waardoor sociaal-economisch verkeer weer mogelijk is geworden. In Moengo is een politiepost aanwezig. Er zijn plannen voor de bouw van een brandweerkazerne in Moengo in 2009 en de politiepost zal dan naar deze locatie verplaatsen en tevens uitbreiden. Bij rampen wordt er centraal gecoördineerd vanuit Paramaribo, maar in de toekomst is een aparte instelling voor rampenbestrijding in Moengo misschien een optie.

Sport en recreatie

De westelijke wijken van Moengo (Bernharddorp, Julianadorp, Moengodorp en Stafdorp) zijn volop voorzien van sport- en recreatievoorzieningen. Na het definitieve vertrek van Suralco uit het gebied zullen zij hun faciliteiten overdragen aan het bestuur van Moengo. Er zullen dan plotseling ook nog een basketbalveld, een volleybalveld, een zwembad en het recreatieverblijf Casa Blanca vrijkomen. Er is echter veel onderhoud nodig aan de reeds aanwezige sportvelden, ook in de toekomst. De voorzieningen in de oostelijke wijken zijn minimaal en uitbreiding (meer sportvelden) is hier dus nodig.

Kunst en cultuur

In Moengo zijn enkele faciliteiten aanwezig voor het maken van kunstzinnige creaties. Er zijn echter weinig faciliteiten om de creaties te tonen. Er is een theater aanwezig, maar deze wordt niet gebruikt. Er zijn veel kleine verenigingen aanwezig die samen dans en muziek maken. Daarnaast zijn er in de omgeving enkele kunstenaars die landelijk bekendheid hebben. Middels een expositieruimte zullen meer mensen voor kunst geïnteresseerd worden.

Hygiëne en milieu

Afvalwater

In Moengo is een rioleringsysteem aanwezig waarmee het afvalwater wordt geloosd op een zuiveringsinstallatie. Sinds de overdracht door Suralco wordt hieraan slecht onderhoud gepleegd. Dit zal moeten verbeteren, om de gezondheid van de bevolking niet in gevaar te brengen. Tevens gebruiken er een aantal huishoudens een individuele afvalwater behandeling. De kwaliteit (zuiveringsproces) kan ook worden verbeterd.

7 Projectgroep Moengo augustus 2008

Kenniseconomie

Onder kenniseconomie wordt de kennis van processen verstaan die nodig is om producten te maken en diensten te leveren. Het is voor de ontwikkeling van het gebied nodig om meer statistieken te verzamelen en via een centraal orgaan te beheren. Tevens dienen gegevens van grondsoorten en drinkwaterkwaliteiten verzameld te worden door een meetinstituut. Geografische gegevens dienen vastgelegd te worden door het kadaster.

Creatieve economie

Vanwege de grote diversiteit aan culturen in de samenleving is er voldoende waarde aanwezig om de creativiteit te ontwikkelen. Ontwikkeling van de creativiteit is belangrijk vanwege de algemene ontwikkeling van de bevolking. Indien er meer kunst waarde wordt gecreëerd zullen andere sectoren (zoals toerisme) ondersteund worden in de ontwikkeling.

8 Projectgroep Moengo augustus 2008

Inhoudsopgave

Lijst van figuren ...... 11

Lijst van tabellen...... 12

Afkortingen ...... 13

1 Inleiding...... 14 1.1 Aanleiding ...... 14 1.1.1 Decentralisatie...... 14 1.1.2 Pilotdistrict Marowijne...... 15 1.2 Probleemstelling ...... 15 1.2.1 Probleem ...... 15 1.2.2 Gebied...... 15 1.3 Doelstelling...... 16 1.3.1 Hoofddoel ...... 16 1.3.2 Subdoelen ...... 16 1.4 Projectopzet...... 16 1.4.1 Schema...... 17 1.4.2 Economische sectoren...... 18 1.4.3 Faciliterende sectoren...... 18

2 Economische sectoren...... 21 2.1 Grondstoffen...... 21 2.1.1 Bauxiet ...... 21 2.1.2 Goud ...... 21 2.1.3 Hout...... 22 2.1.4 Kaolien ...... 27 2.2 Landbouw, veeteelt en visserij...... 31 2.2.1 Landbouw ...... 31 2.2.2 Veeteelt...... 33 2.2.3 Visserij ...... 33 2.3 Toerisme ...... 34 2.3.1 Inventarisatie ...... 34 2.3.2 Betekenis voor Moengo ...... 36 2.3.3 Toekomstige situatie...... 37 2.4 MKB / Lokale handel...... 40 2.4.1 Inventarisatie ...... 40 2.4.2 Betekenis voor Moengo ...... 41 2.4.3 Toekomstige situatie...... 41

3 Faciliterende sectoren ...... 42 3.1 Educatie...... 42 3.1.1 Inleiding ...... 42 3.1.2 Huidige stand van zaken Marowijne...... 43 3.1.3 Huidige stand van zaken Moengo...... 50 3.1.4 Benodigde ontwikkelingen (Fase 1) ...... 53 3.1.5 Benodigde ontwikkelingen (Fase 2) ...... 53 3.2 Infrastructuur ...... 54 3.2.1 Wegen...... 54 3.2.2 Openbaar vervoer...... 69 3.2.3 Airstrip ...... 71 3.3 Waterhuishouding...... 72 3.3.1 Huidige stand van zaken Moengo...... 72 3.3.2 Mogelijkheden voor een verbetering van de ontwatering ...... 74 3.3.3 Ontwerp ontwateringsysteem ...... 76 3.3.4 Ontwerp ontwateringsysteem in Bernharddorp...... 78 3.3.5 Conclusie en aanbevelingen ...... 85 3.4 Haven ...... 86 3.4.1 Huidige situatie...... 86 3.4.2 Toekomstige situatie...... 87 3.4.3 Aanbevelingen ...... 97

9 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.5 Nutsvoorzieningen ...... 98 3.5.1 Huidige stand van zaken Marowijne...... 98 3.5.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1) ...... 99 3.5.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2) ...... 100 3.6 Bedrijvigheid en dienstverlening...... 101 3.6.1 Huidige stand van zaken Moengo...... 101 3.6.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1) ...... 101 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2) ...... 105 3.7 Huisvesting...... 106 3.7.1 Huidige stand van zaken Moengo...... 106 3.7.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1) ...... 109 3.7.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2) ...... 110 3.8 Zorg en welzijn...... 112 3.8.1 Huidige stand van zaken Marowijne...... 112 3.8.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1) ...... 113 3.8.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2) ...... 114 3.9 Openbare orde en veiligheid...... 115 3.9.1 Huidige stand van zaken Marowijne...... 115 3.9.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1) ...... 116 3.9.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2) ...... 116 3.10 Sport en recreatie ...... 117 3.10.1 Huidige stand van zaken Moengo ...... 117 3.10.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)...... 118 3.10.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)...... 118 3.11 Kunst en cultuur ...... 119 3.11.1 Huidige stand van zaken Moengo ...... 119 3.11.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)...... 120 3.11.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)...... 120 3.12 Hygiëne en milieu ...... 121 3.12.1 Huidige stand van zaken Moengo ...... 121 3.12.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)...... 122 3.12.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)...... 122

4 Kenniseconomie...... 123 4.1 Bureau voor de statistiek ...... 123 4.2 Kadaster...... 123 4.3 Meetinstituten ...... 123 4.4 Laboratoria ...... 124 4.5 ICT-faciliteiten ...... 124

5 Creatieve economie ...... 125 5.1 Culturele waarden...... 125 5.2 Creatieve disciplines...... 126 5.3 Benodigde ontwikkeling ...... 127

6 Conclusie ...... 128

Bronvermelding ...... 130

Bijlagen

Bijlage 1 Benodigde faciliteiten

Bijlage 2 Ontwerp toerisme

Bijlage 3 Druklijnen riolering

Bijlage 4 Bovenaanzicht toekomstige situatie haven

Bijlage 5 MSheet: rapporten en diagrammen van de beschoeiing van de haven

Bijlage 6 IBA

10 Projectgroep Moengo augustus 2008

Lijst van figuren

Figuur 1 Onderverdeling in sectoren ...... 17 Figuur 2 Grondopbouw bauxiet/kaoliengebieden omgeving Moengo ...... 27 Figuur 3 Verwerkingsproces van ruwe kaolien tot metakaolien ...... 28 Figuur 4 Mogelijk gebied voor toeristische faciliteiten...... 36 Figuur 5 Onderwijssysteem in Suriname ...... 43 Figuur 6 Overzicht van scholen in Marowijne...... 45 Figuur 7 Wegen naar categorie ...... 55 Figuur 8 Proefproject met klinkers...... 55 Figuur 9 Wegen ingedeeld naar huidige kwaliteit ...... 56 Figuur 10 Type wegen uigezet tegen functie ...... 57 Figuur 11 Wegen ingedeeld naar functie...... 58 Figuur 12 Wegen ingedeeld naar prioriteit ...... 59 Figuur 13 Korrelskelet van zand ...... 60 Figuur 14 Plaatselijke zakkingen...... 60 Figuur 15 Stabiliteit van een wegvlak...... 61 Figuur 16 Parameters voor gedrag laterietweg ...... 62 Figuur 17 Verschillende klinker(verbanden)...... 63 Figuur 18 Dwarsdoorsnede van een laterietweg...... 64 Figuur 19 Aanmeerplaats van de schoolboot ...... 65 Figuur 20 Twee mogelijke manieren van transport tussen Albina en Paramaribo ...... 67 Figuur 21 Airstrip Schiphol te Moengo...... 71 Figuur 22 Doorsnede over het verloop van de afwatering naar het riool ...... 76 Figuur 23 Afvoer van de regenval...... 76 Figuur 24 Satellietfoto van Bernharddorp...... 79 Figuur 25 Rioleringsysteem ...... 80 Figuur 26 Strengnummers en stromingsrichting ...... 80 Figuur 27 Paden voor de ontwatering...... 83 Figuur 28 Dwarsprofiel van de weg...... 83 Figuur 29 Links een sleuf zonder talud, rechts een sleuf met een talud ...... 84 Figuur 30 Verbindingen verdiept aangelegd in de sleuf ...... 84 Figuur 31 Luchtfoto van de haven ...... 86 Figuur 32 Aslast-freguentiediagram ...... 89 Figuur 33 Ingevoerde data ...... 91 Figuur 34 Ingevoerde data ...... 91 Figuur 35 Output van de data ...... 92 Figuur 36 Damwandberekening doorsnede ...... 95 Figuur 37 Invoer data...... 96 Figuur 38 Huidige staat bestuurlijk centrum Moengo ...... 102 Figuur 39 Mogelijke toekomstige staat bestuurlijk centrum Moengo ...... 103 Figuur 40 Satellietfoto van Moengo...... 107 Figuur 41 (In)efficiënt ruimte gebruik ten aanzien van woningbouw ...... 108 Figuur 42 Ligging van huizen ...... 108 Figuur 43 Geschatte grootte van huishoudens in 2012 ...... 111 Figuur 44 Overzicht sport- en recreatievoorzieningen Moengo...... 117 Figuur 45 Gereserveerde gebieden voor ontwikkeling ...... 129

11 Projectgroep Moengo augustus 2008

Lijst van tabellen

Tabel 1 Overzicht van de omvang betreffende houtwinning ...... 22 Tabel 2 Overzicht houtverwerking naar district ...... 24 Tabel 3 Overzicht groenteteelt in Marowijne ...... 31 Tabel 4 Overzicht fruitteelt in Marowijne ...... 31 Tabel 5 Overzicht rijstproductie in Marowijne ...... 31 Tabel 6 Overzicht toeristische activiteiten in Moengo en omgeving ...... 35 Tabel 7 Mogelijke faciliteiten met aantal arbeidsplaatsen ...... 39 Tabel 8 Aanwezige MKB ...... 40 Tabel 9 Indeling scholen per ressort ...... 44 Tabel 10 Overzicht scholen in Moengo ...... 50 Tabel 11 Aantal leslokalen per school ...... 51 Tabel 12 Kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten ...... 51 Tabel 13 Gebieden in Moengo ...... 73 Tabel 14 Omschrijving gebieden...... 73 Tabel 15 Voor- en nadelen bij het gebruik van sloten ...... 74 Tabel 16 Voor- en nadelen bij het gebruik van moldrains ...... 75 Tabel 17 Voor- en nadelen bij het gebruik van drainagebuizen...... 75 Tabel 18 Terugkeer periode van een regenbui...... 78 Tabel 19 Afwaterend verhard oppervlakte per strengtype...... 81 Tabel 20 Afvoer en diameter van de strengen ...... 81 Tabel 21 Gegevens van de strengen ...... 82 Tabel 22 Aantal equivalente aslasten van 100 kN...... 90 Tabel 23 Bodemschematisatie ...... 93 Tabel 24 Berekeningsresultaten ...... 95 Tabel 25 MCA voor ligging markt...... 105 Tabel 26 Geschatte grootte van huishoudens in Moengo ...... 109 Tabel 27 Poliklinieken per ressort in Marowijne ...... 113

12 Projectgroep Moengo augustus 2008

Afkortingen

ABS Stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek ACTO Amazon Cooperation Treaty Organization AdeK Anton de Kom Universiteit ATV All Terrain Vehicle BOB Barron Omroep Bedrijf BSH Bruynzeel Suriname Houtmaatschappij CTA-RO Civieltechnische Afdeling van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling DC Districts Commissaris DEV Dienst Elektriciteits Voorziening DLPG Decentralization and Local Government Strengthening Program DNA De Nationaal Assemblé DS Districts Secretaris EBO Eenvoudig Beroeps Onderwijs EBS Elektriciteits Bedrijven Suriname ENO Eenvoudig Nijverheids Onderwijs ETO Eenvoudig Technisch Onderwijs GLIS Grond Registratie en Land Informatie Systeem GLO Gewoon Lager Onderwijs GMD Geologische Mijnbouwkundige Dienst HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs HBO Hoger Beroeps Onderwijs HKV Houtkapvergunningsgebied IBA Individuele Behandeling Afvalwater IDB Inter American Development Bank KO Kleuter Onderwijs LBB Dienst Landbosbeheer LBGO Lager Beroeps Gericht Onderwijs LTO Lager Technisch Onderwijs LTS4 Lager Technische School 4 LVV Landbouw, veeteelt en visserij MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs MINOV Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling Suriname MKB Midden- en kleinbedrijf MSc Master of Science MULO Meer Uitgebreid Lager Onderwijs NATIN Natuur Technisch Instituut NGO Niet Gouvermentele Organisatie NVB Nationaal Vervoer Bedrijf PI Penetratie Index RGD Regionale Gezondheidsdienst SLS Service Limit State SRD Suriname Republic Dollar SRS Stichting Radio-omroep Suriname SRVM Specificatie Randvoorwaarden Uitvoering Vakopleidingscentrum Moengo STINASU Stichting Natuurbehoud Suriname STOOM Stichting Ondersteuning Onderwijs Marowijne Suralco Suriname Aluminium Company SWM Surinaamsche Waterleiding Maatschappij TCT Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme ULS Ultimate Limit State USD United States Dollar VHJI Vereniging Herdenking Javaanse Immigranten VOJ Voortgezet Onderwijs Junioren VWO Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs YWCA Young Women Christian Association

13 Projectgroep Moengo augustus 2008

1 Inleiding

Sinds de decentralisatie in Suriname, hebben de districten in Suriname meer bevoegdheden gekregen. In het district Marowijne, gelegen in het noordoosten van Suriname, is de plaats Moengo centraal gelegen. Omdat de bauxietwinning in Moengo in 2011 wordt stopgezet, wil het districtsbestuur, de bestuursdienst van Marowijne, nagaan hoe Moengo zich zou moeten ontwikkelen van een op mijnbouw gebaseerde samenleving tot een moderne stad van ongeveer 15.000 inwoners. Deze ontwikkeling zou moeten plaats vinden in de komende 10 tot 25 jaar en zodanig dat de economische en sociale groei van het gebied optimaal gestimuleerd worden. Hierbij moet werkgelegenheid gecreëerd worden en moet Moengo een zelfonderhoudende samenleving worden.

Bij de mogelijke toekomstscenario’s in Moengo, zijn verschillende typen bedrijvigheid, faciliteiten en civiele zaken benodigd. Hiervoor wordt de huidige situatie onderzocht en de mogelijke toekomstscenario’s worden ervoor uitgewerkt en ontworpen.

Dit rapport beschrijft het onderzoek en de opzet hiervoor. Vervolgens worden de economische en faciliterende sectoren behorend tot een ontwikkeling en sociale groei van Moengo nader uitgewerkt. Binnen de faciliterende sectoren wordt de huidige situatie beschreven en de benodigde faciliteiten voor een ontwikkeling van Moengo uitgewerkt. Deze ontwikkeling is opgedeeld in fase 1 en fase 2, waarbij fase 1 de ontwikkeling beschrijft als Moengo qua omvang gelijk blijft en fase 2 beschrijft de ontwikkeling als Moengo groeit tot een inwoneraantal van 15.000. Voor een aantal civiele zaken worden er mogelijke ontwerpen gegeven. Tevens wordt de benodigde ontwikkeling in de kennis en creatieve economie beschreven.

1.1 Aanleiding

1.1.1 Decentralisatie

De regering van Suriname wil dat haar districten beter ontwikkeld worden. Daarom heeft zij een programma gemaakt, genaamd Decentralisatie (Decentralization and Local Government Strengthening Program, DLGP). In dit kader is de Regering van Suriname, met name het Ministerie van Regionale Ontwikkeling met financiering van de Inter American Development Bank (IDB), bezig met de certificering van vijf pilot districten, te noemen Wanica, Nickerie, Para, Commewijne en Marowijne. De overige vijf districten komen hierna aan de beurt.

Decentralisatie betekent in dit geval dat de districten minder afhankelijk worden van de overheden in Paramaribo (centrale overheid), dus meer bevoegdheden krijgen om zelf beslissingen over hun district te nemen. Bijvoorbeeld de bevoegdheid om:

• Een eigen districtsplan te maken • Een eigen districtsbegroting te maken • Districtsbelastingen te heffen, te innen en te behouden • Het districtsbestuur en districtspersoneel te benoemen

Het programma gaat voornamelijk over financiële decentralisatie, in andere woorden het versterken van de financiële positie van de districten. Het programma is ook een capaciteitsversterkingsprogramma, dat wil zeggen dat de districten klaargemaakt worden om zelf hun nieuwe rol te vervullen. Ze krijgen hierbij versterking van:

• Een districtsadministrateur (econoom): hoe ze inkomsten moeten genereren, beheren en uitgeven • Een districtsraad: hoe zij districtswetten en plannen moeten opstellen • Een technische dienst: hoe zij wegenonderhoudsprojecten moeten uitvoeren, kleine watervoorzieningen moeten aanleggen, etc. • Een bestuursdienst: hoe zij klantvriendelijk moeten werken en hoe de burgers inspraak te geven in de beslissingen die de districtsraad gaat nemen, ook wanneer zij gaat beslissen welke problemen aangepakt zullen worden en hoeveel geld dat gaat kosten • Burgers: hoe zij onder andere hun milieu gezond moeten houden

14 Projectgroep Moengo augustus 2008

Het is uiteindelijk de bedoeling dat, terwijl er Civieltechnische Afdelingen nieuwe stijl in de pilot districten worden opgericht, de huidige organisatiestructuur van de CTA-RO Centraal (Civieltechnische Afdeling van het Ministerie van Regionale Ontwikkeling) geleidelijk aan wordt aangepast aan de toekomstige. In deze fase zullen er interne verschuivingen plaatsvinden binnen de Civieltechnische Afdelingen van het Ministerie en de districten.

Één van de componenten van DLGP betreft trainingsprojecten in renovatie en onderhoud van secundaire en tertiaire wegen in de vijf districten. De primaire wegen vallen nog steeds onder beheer van de centrale overheid in Paramaribo.

1.1.2 Pilotdistrict Marowijne

In het begin van de twintigste eeuw werd er in het district Marowijne bauxiet ontdekt in de buurt van Moengo. Dit resulteerde in een sterke toename van mijnbouwactiviteiten, uitgevoerd door de surinaamse Bauxiet Maatschappij Suralco LLC (Suriname Aluminium Company) en later ook door BHP Billiton, wat zorgde voor een duidelijke stijging van de welvaart in Suriname. Het district heeft tevens de potentie tot het ontwikkelen van een toeristische industrie.

Het ressort Moengo is altijd het hart van de omgeving geweest en is dat nog steeds vanwege de centrale ligging en omdat de meeste mensen hier direct of indirect hun brood verdienden en verdienen. Ook zijn hier de meeste faciliteiten te vinden zijn, onder andere: winkels, scholen, telefoonvoorziening, elektriciteitsvoorziening en een polikliniek. Er wonen ongeveer 10.000 inwoners in het ressort, waarvan ongeveer 7000 in het dorp Moengo zelf, de grootste concentratie in het district Marowijne.

Omdat de bauxietwinning in Moengo in 2011 zal worden stopgezet, wil het districtsbestuur, de bestuursdienst van Marowijne, nagaan hoe Moengo zich zou kunnen ontwikkelen van een op mijnbouw gebaseerde samenleving tot een “moderne”, zelfonderhoudende stad met een groeiend inwonersaantal. Zonder structurele veranderingen van Moengo zal de werkvoorziening en daarmee waarschijnlijk ook het inwoneraantal drastisch afnemen na het vertrek van de bauxietmaatschappijen. De ontwikkeling zou moeten plaatsvinden in de komende 10 tot 25 jaar en zal niet alleen het toerisme moeten stimuleren, maar ook mogelijkheden moeten bieden om bijvoorbeeld de lokale handel en de handel met Frans-Guyana te verbeteren.

STOOM is al sinds 2001 bezig met het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in het district Marowijne, waarbij tot nu toe studenten van de TU Delft en de Haagse Hogeschool zijn ingezet. In overleg met het districtsbestuur heeft STOOM besloten om haar werkgebied uit te breiden en zich nu ook specifiek bezig te houden met bovengenoemde ontwikkeling van het ressort Moengo. Er zijn al plannen voor het opzetten van een MBO en een HBO.

1.2 Probleemstelling

1.2.1 Probleem

Na de geplande terugtrekking van Suralco en Billiton uit Moengo in 2011 zal er een verzwakte samenleving achterblijven. De werkgelegenheid in het gebied zal waarschijnlijk drastisch (verder) afnemen en veel geschoolde en vakbedreven mensen zullen het gebied verlaten. Niet alleen de werkgelegenheid zal afnemen, maar de werkloosheid zal toenemen. Zonder ingrijpen en duidelijke nieuwe toekomstplannen voor Moengo zal er een afvallende samenleving ontstaan.

1.2.2 Gebied

Besloten is om ons in het onderzoek niet te beperken tot het dorp Moengo alleen. Het onderzoek zal worden uitgevoerd ten behoeve van Moengo, maar met in achtneming van de invloeden van het complete district Marowijne.

15 Projectgroep Moengo augustus 2008

1.3 Doelstelling

1.3.1 Hoofddoel

Het hoofddoel van het onderzoeksproject is het opstellen van een ontwikkelingsplan voor het dorp Moengo, zodanig dat de economische en sociale groei van het gebied optimaal gestimuleerd worden. Werkgelegenheid moet gecreëerd worden en Moengo moet een zelfonderhoudende samenleving worden.

Onderzocht moet worden:

• Welke mogelijkheden tot economische ontwikkeling er zijn • Welke typen bedrijvigheid binnen de toekomstige ontwikkeling passen • De benodigde faciliteiten en mogelijkheden tot renovatie van bestaande faciliteiten • De benodigde civiele zaken en mogelijkheden tot renovatie van bestaande civiele zaken

Het opstellen van een waar bestemmingsplan zal niet mogelijk zijn in verband met de lokale wetgeving en politiek. Wat wel mogelijk is, is het inventariseren van de bestaande infrastructuur en andere faciliteiten om vervolgens aan te geven wat er gesloopt, gerenoveerd, uitgebreid of compleet nieuw aangebracht moet worden. Ook zullen we prioriteiten toekennen aan deze ontwikkelingen en we zullen trachten de gevolgen van deze ontwikkelingen in kaart te brengen.

1.3.2 Subdoelen

Tijdens het verblijf hebben we overleg gepleegd met vakmensen in de civiele techniek of bouw om ideeën uit te wisselen. De kennis die in Nederland is opgedaan is uitgewisseld met aannemers in het gebied en lokale bestuursdiensten zijn ondersteund met betrekking tot openbare ordening en civiel technische vraagstukken.

Ook de leerlingen van de Barronschool in Moengo die de opleiding Bouw volgen zijn op de hoogte gesteld van het rapport. Op dit moment zien de leerlingen het aanwezig zijn op school meer als tijdverdrijf, ze weten niet wat ze met hun opleiding kunnen doen en al helemaal niet wat ze ermee in Moengo kunnen doen. Er zijn reeds plannen voor het uitbreiden van deze opleiding met een aparte tak voor Civiele Techniek en nadruk hierbij ligt ook weer op de bewustwording van de leerlingen over de toekomstige mogelijkheden van Moengo. Er is een voorstel gedaan naar het opzetten van een nieuwe afdeling.

Tijdens ons verblijf zijn behalve Moengo ook nog een aantal andere dorpen en gebieden in het district Marowijne bezocht. Per dorp zijn de problemen in het gebied met betrekking tot de infrastructuur, waterhuishouding en de rest van de ruimtelijke ordening in kaart gebracht, en zijn adviezen gegeven voor goedkope, maar duurzame oplossingen voor deze problemen. De volgende dorpsontwikkelingsrapporten zijn gemaakt: Erowarte & Tapoekoe, Galibi, Moengo Tapoe, Pelgrim regio en .

1.4 Projectopzet

De volgende aspecten zullen worden onderzocht met betrekking tot Moengo:

• Welke mogelijkheden tot economische ontwikkeling er zijn (economische sectoren) • Welke typen bedrijvigheid binnen deze toekomstige ontwikkelingen passen • De benodigde faciliteiten en mogelijkheden tot renovatie van bestaande faciliteiten • De benodigde civiele zaken en mogelijkheden tot renovatie van bestaande civiele zaken • Welke kennisinstituten benodigd zijn voor de economische ontwikkeling binnen een bepaalde sector • Welke creatieve instituten benodigd zijn voor de economische ontwikkeling binnen een bepaalde sector

16 Projectgroep Moengo augustus 2008

Als eerste wordt er gekeken wat de mogelijkheden tot economische ontwikkeling van het gebied zijn, als opvulling van het “gat” dat zal ontstaan door het vertrek van de bauxietmaatschappijen. Deze maatschappijen zorgen namelijk voor het grootste aandeel van de werkvoorziening in het gebied. Ook zal worden onderzocht welke typen bedrijvigheid binnen deze scenario’s passen en welke van deze de meeste potentie hebben om het genoemde gat op te vullen. De verschillende scenario’s van economische ontwikkeling of economische peilers worden in het vervolg “economische sectoren” genoemd.

Alle faciliteiten die vereist zijn voor de algemene ontwikkeling van het gebied worden ondergebracht in het hoofdstuk “Faciliterende sectoren”. Daarna worden de benodigde kennisinstituten bekeken. Dit wordt ondergebracht in het hoofdstuk “Kenniseconomie”. Tevens is het van belang de creatieve waarden in een samenleving te ontplooien. Dit wordt behandeld in het hoofdstuk “Creatieve economie”.

1.4.1 Schema

Voor Moengo is de volgende onderverdeling in sectoren gemaakt:

• Economische sectoren o Grondstoffen (verwerking en verhandeling) o Landbouw o Toerisme o MKB / Lokale handel • Faciliterende sectoren • Kenniseconomie • Creatieve economie

Figuur 1 Onderverdeling in sectoren

Hierna zal kort worden ingegaan op de economische sectoren en de faciliterende sectoren. Deze zullen respectievelijk in hoofdstuk 2 en 3 verder worden uitgewerkt.

17 Projectgroep Moengo augustus 2008

1.4.2 Economische sectoren

1.4.2.1 Grondstoffen (verwerking en verhandeling)

Het district Marowijne is rijk aan grondstoffen. Hieronder een overzicht van de belangrijkste aanwezige grondstoffen in het gebied.

• Bauxiet • Goud • Hout • Kaolien • Zand • Grind

De grondstoffen kunnen direct worden getransporteerd naar Paramaribo of geëxporteerd naar het buitenland.

Een andere mogelijkheid is om ruwe grondstoffen lokaal al te verwerken tot tussen- of eindproducten. Men kan bijvoorbeeld houtproducten maken, hierbij kan onder andere gedacht worden aan meubilair.

1.4.2.2 Landbouw, veeteelt en visserij (LVV)

Er zal gekeken worden naar mogelijke uitbreidingen van de activiteiten in deze sector. Enkele landbouwproducten die in Suriname populair zijn:

• Groente en fruit • Rijst • Cassave • Koffie • Oliepalm

1.4.2.3 Toerisme

Er zal gekeken worden naar de mogelijke uitbreidingen van de toeristische activiteiten met betrekking tot zowel buitenlandse als binnenlandse toeristen.

1.4.2.4 Midden- en klein bedrijf (MKB) en lokale handel

Als een plaats groeit, zal er meer behoefte zijn aan voorzieningen voor de inwoners zelf. De huidige situatie en de groeimogelijkheden van het midden- en klein bedrijf zullen in kaart worden gebracht.

1.4.3 Faciliterende sectoren

Na uitwerking van de markten in het volgende hoofdstuk zullen de benodigde (civiele) faciliteiten en hun mogelijke ontwikkeling worden uitgewerkt. De ontwikkelingen zijn in het rapport, voor zover mogelijk, onderverdeeld in twee fasen, fase 1 en fase 2.

Met fase 1 worden de ontwikkelingen bedoeld die op de korte termijn zouden moeten plaatsvinden. Het voornaamste doel van deze ontwikkelingen is het verbeteren van de leefomstandigheden van de inwoners van Moengo en het aantrekkelijker maken van het dorp als geheel om de inwoners in Moengo te houden.

Fase 2 zijn de ontwikkelingen die moeten plaatsvinden als het inwoneraantal van Moengo gaat stijgen. Deze zijn dus bedoeld om de veranderingen die ontstaan bij een groter wordend aantal inwoners op te vangen en het dorp verder uit te breiden.

18 Projectgroep Moengo augustus 2008

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aangehouden indeling van de faciliteiten in Moengo.

1.4.3.1 Educatie

• Scholen • Opleidingen

1.4.3.2 Infrastructuur

• Wegen • Wegvoorzieningen • Openbaar vervoer • Airstrip

1.4.3.3 Waterhuishouding

• Ontwatering • Afwatering

1.4.3.4 Haven

• Haven

1.4.3.5 Nutsvoorzieningen

• Gasvoorzieningen • Elektriciteitsvoorzieningen • Drinkwatervoorzieningen • Telecommunicatievoorzieningen

1.4.3.6 Bedrijvigheid en dienstverlening

• Postkantoor • Supermarkt • Tankstation • Garage • Bank • Markt • Bestuurlijk centrum

1.4.3.7 Huisvesting

• Permanente huisvesting (lokalen) • Tijdelijke huisvesting (externen, bijvoorbeeld leraren)

1.4.3.8 Zorg en welzijn

• (Hulp)polikliniek • Ziekenhuis • Tandarts • Prikpost • Lijkenhuis

1.4.3.9 Openbare orde en veiligheid

• Politiepost • Brandweerkazerne • Rampenbestrijding

19 Projectgroep Moengo augustus 2008

1.4.3.10 Sport en recreatie

• Sportvoorzieningen • Recreatievoorzieningen

1.4.3.11 Kunst en cultuur

• Mannen- en vrouwencentra • Theater • Kunstwerken • Bibliotheek • Museum

1.4.3.12 Hygiëne en milieu

• Vuilnisafhandeling • Afvalwaterafhandeling

20 Projectgroep Moengo augustus 2008

2 Economische sectoren

Voor de economische sectoren worden de volgende mogelijkheden onderzocht:

• Grondstoffen (productie en verwerking) • Landbouw, veeteelt en visserij • Toerisme • Midden- en kleinbedrijf

Binnen deze economische sectoren worden de faciliteiten onderzocht die benodigd zijn. Tevens zal, indien mogelijk, worden bepaald hoeveel arbeidsplaatsen (werkgelegenheid) elke mogelijkheid kan bieden.

2.1 Grondstoffen

In Marowijne worden sinds oudsher veel grondstoffen gewonnen. Het bekendste voorbeeld hiervoor is de Bauxietwinning in en rond Moengo, die het district veel opgeleverd heeft. Maar er zijn ook veel andere grondstoffen in het gebied welke gewonnen (kunnen) worden. In deze paragraaf zullen de belangrijkste worden bekeken.

2.1.1 Bauxiet

Sinds 1916 is Moengo een dorp waar bauxiet wordt gewonnen. Voor Suralco en Billiton is de kwaliteit van de bauxiet op dit moment te laag om door te gaan met het winnen. Suralco is al bezig met haar closureplan en Billiton gaat na 2011 stoppen met haar activiteiten. Het kan echter voor een kleinere onderneming nog wel haalbaar zijn om te starten met kleinschalige bauxietwinning in het gebied.

Kleine ertslichamen van bauxiet in het district Marowijne staan echter in concessie van Suralco tot het jaar 2032. Hieronder vallen Coermotibo, Moengo, en het Nassau- en Lelygebergte. Hierdoor kunnen er geen andere, kleine bauxietbedrijven aanspraak op maken.

2.1.2 Goud

Een goed overzicht van de huidige activiteiten en toekomstige mogelijkheden betreffende goudwinning is wegens het ontbreken van goede gegevens niet te geven. Derhalve wordt het in deze branche slechts gelaten bij het weergeven van een zeer globaal overzicht.

2.1.2.1 Winning

De kleinschalige goudwinning wordt uitgeoefend op diverse locaties langs de Marowijnerivier en haar vertakkingen. Dit gebeurt veelal zonder een daartoe verstrekte vergunning.

Volgens opgave van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD) van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen worden er grote concentraties van goudwinningsactiviteiten aangetroffen in de volgende gebieden:

• Lawa en Lawakreek • en omgeving • Brownsberg en omgeving • Wintiewaaigebied

Onderstaand een overzicht van de legale rechten voor goudwinning uitgegeven door de Overheid in het gebied Marowijne.

• Verkenning 5 vergunningen: 34.850 ha • Exploitatie 2 vergunning: 8.200 ha

21 Projectgroep Moengo augustus 2008

Informanten die zelf actief in de goudwinning zijn betrokken noemen de volgende landstreken als locaties met grote concentraties van goudwinningsactiviteiten:

• Benzdorp en omgeving • Stroomgebied Goninikreek • Lawa / • Sarakreek • Mindrinetigebied, Brownsberg en omgeving • Gross Rosebell en omgeving Koffiekamp • Goliathgebied

Het merendeel van de goudwinningsactiviteiten vindt plaats in het zuidoostelijke kwart van het grondgebied van Suriname.

De activiteiten zijn ingesteld op de winning van goud uit de rivierbeddingen met behulp van dredges en goudwinning op het land, waarvoor er gebruik wordt gemaakt van graafmachines, waterkanonnen en grind- en slurrypompen voor het grondverzet. Het merendeel van het in Suriname gewonnen goud wordt buiten Suriname, voornamelijk in Brazilië en in Frans Guyana verhandeld.

2.1.3 Hout

2.1.3.1 Omvang in Suriname

De omvang van de houtwinning in Suriname is samengevat in onderstaande tabel.

700.000 ha Concessie particulieren voor commerciële houtwinning 500.000 ha HKV’s aan binnenlandse boslandcreolen en inheemse gemeenschappen 600.000 ha Initieel ter beschikking gestelde houtkap over 71 terreinen 600.000 ha Aziatische ondernemingen 2.500.000 ha Reservering voor uitgifte aan Aziatische ondernemingen Tabel 1 Overzicht van de omvang betreffende houtwinning

Voor het kappen van bos is een vergunning nodig van de Dienst Landsbosbeheer (LBB). De vergunning wordt verstrekt voor een bepaald gebied: het Houtkapvergunningsgebied (HKV).

2.1.3.2 Omvang in Marowijne

In het district Marowijne zijn in totaal 31 HKV’s uitgegeven, met een totaal areaal van 150.000 ha. Er zijn 3 concessies verleend met een totaal areaal van 50.000 ha. Voorts zijn 5 incidentele kapvergunningen verleend met een totaal areaal van 20.000 ha.

2.1.3.3 Kenmerken winningsproces

Het winningsproces kenmerkt zich als kapitaalintensief. Een gemiddeld bosexploitatiebedrijf heeft materieel ter waarde van circa 0,5 tot 1,5 miljoen USD. Het arbeidsproces is specialistisch en vaktechnisch. De arbeiders zijn voornamelijk creoolse boslandbewoners, opgeleid door het houtbedrijf. Er bestaat tegenwoordig een personeelstekort door uitstroom richting de goudsector en Aziatische bosexploitatiemaatschappijen. Door het gebrek aan werkers is de exploitatie van de concessiegebieden onvolwaardig.

2.1.3.4 Rondhoutwinning HKV’s

De wijze van rondhoutwinning op de Houtkapvergunningsgebieden geschiedt op verschillende manieren. De eigenaren van de HKV’s zijn voor een belangrijk deel de creoolse boslandbewoners en inheemse gemeenschappen. Daarnaast spelen de Aziatische maatschappijen een toenemende rol in de houtkap.

22 Projectgroep Moengo augustus 2008

Opkopers

De gemeenschap verleend toestemming aan een opkoper voor het kappen ter plaatse van het HKV. De toestemming geschiedt op basis van een aantal voorwaarden:

• Vellen van bomen wordt uitbesteed in taakloon aan leden van de gemeenschap • Het kapmaterieel wordt beschikbaar gesteld door de opkoper • Opkoper betaald per blok hout een bepaald bedrag aan de gemeenschap

Individuele leden van de gemeenschap

Individuele leden krijgen toestemming om voor eigen gewin een bepaald aantal bomen te vellen. De houthakker slijt vervolgens zelf het gekapte hout aan een opkoper. De opkoper krijgt een vergunning van de gemeenschap tot het afvoeren van het rondhout na betaling van de premie van de individuele houthakker aan de gemeenschapskas.

Aziatische maatschappijen

De Aziatische maatschappijen verstrekken grote voorschotten aan gezagdragers van gemeenschappen die door de overheid zijn erkend als beheerder van het HKV. Voor leden van de gemeenschap is het aantrekkelijk te werken voor deze maatschappijen aangezien ze in het bezit kunnen komen van een motorkettingzaag. Bovendien is de betaling van de Aziatische maatschappijen veel hoger dan van de opkopers.

2.1.3.5 Primaire bewerking rondhout

In het bos vinden de volgende bewerkingen van rondhout plaats:

• Het kwijlen (vierkant maken) van stammen tot houten palen • Vervaardiging van dwarsliggers • Vervaardiging van draadpalen en shingles

Voor de uitvoering van deze taken vindt uitbesteding plaats in taakloon.

De hardste houtsoorten die in het bos worden aangetroffen zijn onderstaand aangegeven.

• Basralocus • Bruinhart • Groenhart • Manbarklak • Riemhout • Walaba

De eenheidsprijs van hout is afhankelijk van de hardheid van het hout. Indien het kwijlen in taakloon wordt verricht voor een concessionaris wordt het rondhout naar een werkplek gebracht, alwaar de kwijlwerkzaamheden zullen plaatsvinden. Bij zelfstandigen wordt het kwijlwerk verricht ter plaatse van de houtkap, zodat slechts één keer een aannemer hoeft te worden ingehuurd voor de verplaatsing van palen.

Het aanbod van arbeid voor het kwijlwerk is sterk teruggelopen en bestaat met name uit oudere mannen, die te oud zijn voor het delven van goud.

Tevens vindt productie plaats van houten shingles voor dakbedekking. Hier wordt met name Walaba hout en Mora hout voor gebruikt. Deze markt is echter relatief klein.

Voor de verwerking van het rondhout zijn er in Suriname 68 houtzagerijen, waarvan er slechts zeven in de houtwinningsgebieden zelf zijn gevestigd. Het grootste aantal houtzagerijen wordt in en nabij Paramaribo aangetroffen. Het transport van het rondhout van de wingebieden naar Paramaribo en de andere in de kustvlakte gevestigde houtzagerijen geschiedt overwegend over de weg. Voor het transport van het rondhout wordt er gebruik gemaakt van opleggers met laadvermogens van 8 tot 20 ton. Sinds 1990 varieert de jaarlijkse rondhoutproductie van de autochtone concessionarissen tussen de 150.000 en de 250.000 kubieke meter.

23 Projectgroep Moengo augustus 2008

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de houtzagerijen naar district van vestiging en de districtsgewijze verdeling van rondhoutaanvoer voor verwerking in 1998.

Districten Aantal zaagmolens Verwerkte volumes rondhout Marowijne 8 8.000 Commewijne 2 n.a. Paramaribo 32 110.900 Wanica 6 n.a. Saramacca 3 31.500 Nickerie 7 12.360 Para 3 40.000 Brokopondo/ 7 n.a. Totaal 68 202.760 Tabel 2 Overzicht houtverwerking naar district

De grootste houtzagerij in Suriname wordt geëxploiteerd voor de Bruynzeel Suriname Houtmaatschappij (BSH). Dit is een staatsbedrijf, met circa 500 werknemers in vaste dienst. De BSH beschikt over ruim 450.000 ha aan concessie areaal, waarvan een deel is gelegen in Oost-Suriname en het andere deel in het Kabalebogebied in de commerciële bosgordel van Suriname. De onderneming heeft behalve de houtzagerij ook een triplexfabriek en een fabriek voor voorgefabriceerde houten woningen.

Van de beschikbare productiecapaciteit van de onderneming wordt er sedert jaren nauwelijks veertig procent benut. Het structureel tekort aan rondhout moet in deze als de hoofdoorzaak van deze onderbenutting worden genoemd. Evenals de andere autochtone houtzagerijen heeft het bedrijf te kampen met een enorm tekort aan ervaren personeel voor de bosexploitatie en met de effecten van het wegvallen van de houtaanvoer uit de Houtkapvergunningsgebieden van de boslandcreoolse gemeenschappen. De overige houtzagerijen in de kustvlakte gebieden van Suriname kunnen wegens dezelfde redenen al sinds jaren niet meer dan marginaal in bedrijf worden gehouden. Bij deze bedrijven speelt behalve het tekort aan rondhout ook het tekort aan vakervaren personeel een grote rol.

De vijf houtzagerijen die in het district Nickerie zijn gevestigd hebben geen grondstofproblemen en ook geen mankrachtproblemen, vanwege het gunstige arbeidsaanbod van Guyanese vaklieden uit het Corantijngebied. De Nickeriaanse zagerijen betrekken rondhout uit het Corantijngebied, waarbij een groot deel van het aangevoerde hout vermoedelijk afkomstig is van de Guyanese oever van de Corantijn. Dit is geen nieuw, maar een tientallen jaren oud verschijnsel, dat toegeschreven moet worden aan het verschil tussen de prijzen die door Surinaamse en Guyanese zagerijen voor het rondhout worden geboden. Traditioneel worden er door de Surinaamse zagerijen voor vrijwel alle houtsoorten prijzen geboden die dertig tot veertig procent hoger zijn dan de prijzen geboden door de Guyanese zagerijen.

Het aantal arbeiders dat voltijds werkzaam is in het zagerijwezen kan volgens de houtexploitanten globaal worden geschat op hooguit 1.200 á 1.500 werkers, exclusief het personeelsbestand van BSH. De mankrachtbehoefte van de zagerijen bedraagt evenwel het dubbele van het aantal werkers dat thans beschikbaar is voor de bedrijven.

Met het oog op de grote onzekerheid met betrekking tot de continuïteit van de productie zijn verscheidene van de middengrote zagerijen er toe overgegaan om in plaats van met een groot aantal werknemers in vaste dienst, zoveel mogelijk te werken met taakwerkers, die zodra er hout beschikbaar is op afroep kunnen aantreden. Anderen hebben geïnvesteerd in arbeidsbesparende apparatuur. Het streven is er wel altijd op gericht om ervaren werknemers zoveel mogelijk in vaste dienst te blijven behouden. Hiervoor worden de vaklieden ingezet in de uitvoering van andere taken in perioden waarin er niet gezaagd kan worden wegens gebrek aan rondhout. In het verleden werd het overgrote deel van de jaarlijkse gezaagd houtproductie binnenlands afgezet als materiaal voor woningbouw door middenstanders en minder draagkrachtigen. De woningbouwactiviteiten van deze groep is als gevolg van de heersende sociaal-economische omstandigheden drastisch gedaald waardoor het sterk verminderde aanbod van gezaagd hout niet wordt opgemerkt.

Door een aantal zagerijexploitanten die geen vrede hebben met de huidige omstandigheden, wordt overwogen om mogelijkheden te bekijken voor het betrekken van rondhout uit het Amazonegebied. Sedert de aansluiting van Suriname bij de Caricom leeft er bij diverse Surinaamse houtzagerijexploitanten de vrees dat handelaren zullen overgaan tot de import van goedkoop

24 Projectgroep Moengo augustus 2008 gezaagd hout uit Guyana. De import van triplex uit Guyana heeft inmiddels reeds een hoge vlucht genomen.

In het binnenland heeft de introductie van de verplaatsbare middels een kleine dieselmotor aangedreven bandzaagmolen een ware revolutie in de winning en het gebruik van hout teweeg gebracht. Deze kleine complete zagerijen kunnen gemakkelijk van de ene plek naar de andere worden vervoerd met behulp van plaatselijk beschikbaar vervoer in de vorm van korjalen en ATV's (All Terrain Vehicles). De uitrusting kan binnen een werkdag geheel bedrijfsklaar worden opgezet door een team van vier man.

Het gebruik van de verplaatsbare bandzagerij in combinatie met ATV's biedt mogelijkheden om hout te winnen in onontsloten en voor zware bosbouwmachines moeilijk toegankelijke gebieden, die wel via natuurlijke waterlopen met behulp van korjalen zijn te bereiken. Voor de exploitatie van de zagerij, wordt er in dergelijke gebieden omgezien naar een locatie met veel dicht op elkaar staande kaprijpe commerciële houtsoorten, welke voldoende mogelijkheden biedt om de zagerijen gedurende een periode van enkele maanden van grondstof te kunnen voorzien zonder bijzondere inspanning voor het aanvoeren van het rondhout door de zagerijbemanning.

Het te verzagen rondhout wordt verzaagd in korte stukken van vier á zes meter en naar de locatie van de woodmicer gesleept door een groepje van vier of vijf mannen op een ATV. De geproduceerde planken en richels worden of manueel versjouwd dan wel met behulp van een ATV in bundels bijeengebonden gesleept naar een plaats waar het hout in een korjaal kan worden geladen voor verdere afvoer te water. De woodmicers zoals de verplaatsbare zagerijtjes door de boslandbevolking worden genoemd, worden thans op meerdere plaatsen in het binnenland ingezet voor het in het bos verwerken van rondhout tot planken en richels voor de plaatselijke woningbouw en in het Marowijnegebied ook voor de verkoop van het gezaagd hout in Frans-Guyana. Over het aantal verplaatsbare bandzagerijen dat in het binnenland wordt geëxploiteerd is geen informatie beschikbaar.

2.1.3.6 Bosbijproducten

De bosbijproducten omvatten brandhout, houtskool, diverse soorten geriefhout, lianen voor vlechtwerk, palmbladeren en palmzaden. Voor de verzameling van bosbijproducten is een vergunning nodig van de Dienst Landsbosbeheer.

De verzameling voor diverse soorten geriefhout door vergunninghouders vindt plaats op verschillende manieren:

• Aantrekking werkers uit het verzamelgebied nabij de gevestigde boslandcreoolse en inheemse gemeenschappen. De bewoners verzamelen bonestaken, bouwstutten, kraka’s en roerstokken. De verkoop vindt plaats aan landbouw en aannemers in de bouwsector • Vergunningshouders met een vaste ploeg met mensen in dienst, waarbij ze minder streekgebonden zijn. De loonwerkers verdienen een basisloon plus een premie per eenheid product

2.1.3.7 Duurzaam bosbeheer

Sinds 1978 wordt gewerkt aan duurzame ontwikkeling in de Amazone regio, zo ook van duurzaam bosbeheer. De overheden van Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela hebben zich verenigd binnen het ACTO (Amazon Cooperation Treaty Organization), dat zich richt op de gezamenlijke ontwikkeling van beleid ten aanzien van duurzame ontwikkeling en behoud van natuurlijke hulpbronnen in de Amazone. In februari 1995 werd in een regionale overleg een begin gemaakt de ontwikkeling van een set criteria en indicatoren voor duurzaam beheer (Tarapoto Process) voor de Amazone territoria. Hierbij werden de FAO/ITTO criteria als leidraad genomen. Na uitvoerige nationale consultatie rondes (1996-2000) werden uiteindelijk vijftien criteria en zevenenzeventig indicatoren vastgesteld, gerangschikt naar nationaal niveau, bosbeheereenheid niveau en diensten op wereldniveau. Binnen dit Tarapoto Process wordt verder gewerkt aan de afstemming van juridische, institutionele en sociale aspecten binnen een strategisch plan (2004- 2012). Het Tarapoto Process werd mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Nederlandse en Finse overheid en technische ondersteuning van de FAO.

Ook Midden-Amerikaanse landen hebben in een regionaal initiatief criteria geformuleerd voor regio, landen niveau en bosbeheereenheden, waarmee de ledenlanden vervolgens hun eigen nationale

25 Projectgroep Moengo augustus 2008 initiatief verder uitwerken, veldtesten uitvoeren en tot een volwaardig systeem complementeren. Het Zapata Process dat in 1996 van start ging is gebaseerd op onder andere de Helsinki, Montreal en Tarapoto Porcessen.

Ook Suriname maakt onderdeel uit van dit proces en er lopen een aantal certificeringtrajecten. Verder zien we dat bedrijven, groepen en ook individuele ondernemers de noodzaak en marktkansen van duurzaam bosbeheer en de productie van duurzaam geproduceerd hout inzien. Diverse Nederlandse organisaties verlenen hierbij advies en opleiding.

2.1.3.8 Toekomstige situatie

Hout zal voor Marowijne altijd een belangrijke rol spelen. In de eerste plaats als bouwmateriaal en tevens als exportproduct. Met de toenemende urgentie voor klimaatverandering en natuurbehoud is het beheren van het tropisch regenwoud op een duurzame wijze van evident belang. Met de komst van de buitenlandse maatschappijen is het daarom noodzakelijk dat de overheid goed toezicht houdt op een duurzaam kapbeleid.

Naast de kap en doorvoer van hout kan de verwerking van hout een belangrijke industrie worden. Bij de verzameling van hout op een centrale plaats nabij een haven ontstaat er een distributiepunt. Houtverwerkingsmaatschappijen kunnen zich vestigen ter plaatse van deze distributiepunten. Verwacht wordt dat de houtkap industrie stabiel blijft. De verwerking van hout kan verder doorgroeien.

26 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.1.4 Kaolien

Kaolien is een zeer zuivere witte primaire klei, ook wel bekend als “China Clay” of porseleinaarde. In zuivere vorm wordt het gebruikt bij de vervaardiging van onder andere papier, keramiek, verf, cosmetica en plastics. In het district Marowijne bevindt zich kaolien in de gronden. Het kaolien wordt veelal gevonden onder bauxietlagen die inmiddels al zijn uitgegraven of nog worden uitgegraven door de bauxietmaatschappijen Suralco en Billiton.

Moengo Minarals N.V. (opgericht in 2002) is van plan om het kaolien in de gebieden bij Moengo te gaan winnen. Het onderzoek naar de verwerking van kaolien vindt plaats in samenwerking met de Nederlandse bedrijven Koninklijke BAM Groep nv en een nevenmaatschappij van Spanbeton. Moengo Minerals heeft van de overheid in Suriname al een concessie gekregen om het kaolien te winnen in de gebieden rondom Moengo. Dit concessiegebied strekt zich uit van het gebied net ten zuiden van airstrip Schiphol tot het mijngebied ter plaatse van de vuilstortplaats langs de weg Moengo- Langatabbetje.

De industrieën voor kaolien zijn sterk geconcentreerd in Noordwest Europa, de Verenigde Staten, Canada en Japan. De belangrijkste gebieden waar nu kaolien wordt gewonnen zijn de VS, het Verenigd Koninkrijk en Brazilië. Een verbruik van 45% kaolien wordt gebruikt in de papier- en kartonindustrie (onder andere als coatingmateriaal).

2.1.4.1 Huidige situatie

Het kaolien wordt gewonnen in de (oude) bauxietmijnen. Rechten voor de Moengonese bauxietindustrie zijn verleend aan Suralco en Billiton voor een periode tot 2032. Dit gebied heeft een grootte van 30.700 ha in het district Marowijne. De beste kwaliteit van de bauxiet wordt gevonden op de heuvels. Deze bauxietheuvels zijn onderverdeeld in twee categorieën:

• Westelijke heuvelgroep (gemijnd tot 1991). De operaties vonden plaats via de vroegere Moengo plant nabij de Cotticarivier. • Oostelijke heuvelgroep (gemijnd vanaf 1991). De operaties vinden plaats rond de Coermotibo plant nabij de Coermotiborivier.

De mijngebieden bevinden zich op de heuvels, waarop het niet geërodeerde bauxiet voorkomt. De kaolienwinning zal plaats vinden in de uitgemijnde gebieden rond de mijnen Ricanau, Moengo Hill en Begi Gado. De grootste mijn (Ricanau) beslaat een oppervlakte van ongeveer 500 hectare. De opbouw van de gronden is schematisch weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 2 Grondopbouw bauxiet/kaoliengebieden omgeving Moengo

In de huidige situatie (winning van bauxiet), wordt de gewonnen bauxiet getransporteerd over bauxietwegen naar de stockpiles, waar het tijdelijk wordt opgeslagen. Tussen de stockpiles en de plant bevindt zich een moeras, waarover bauxietwegen zijn aangelegd.

27 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.1.4.2 Processen

Winning en transport naar opslag

Het ruwe kaolien wordt afgegraven en getransporteerd (met behulp van trucks) naar de fabriek. Deze fabriek kan worden geplaatst in Moengo (tussen de airstrip en de Oost-West verbinding), zodat het terrein makkelijk bereikbaar is voor de werknemers wonend in Moengo. Ook kan de fabriek worden geplaatst in de buurt van Paramaribo. Volgens de huidige plannen kan er vanaf juli 2009 worden begonnen met de winning van kaolien in de omgeving van Moengo.

Opslag en opwerking

De kaoliengesteente bezit verschillende verontreinigingen, waardoor de kwaliteit en kleur wordt veranderd. Om de kwaliteit te verbeteren, is er een opwerkingsproces van de gewonnen klei noodzakelijk. Hierin wordt de klei wit en zuiver en kunnen verschillende korrelgradaties worden geselecteerd.

Voor het opwerkingsproces wordt het kaolien opgeslagen in vier verschillende categorieën. In deze categorieën bevinden zich het kaolien in verschillende kwaliteiten. Voor de verwerking vindt er een menging plaats, zodat er een continue specifieke kwaliteit geleverd kan worden.

De ruwe kaolien wordt in de fabriek verwerkt tot metakaolien in een proces wat inmiddels door Moengo Minerals is gepatenteerd. Onderstaande figuur toont dit proces.

Figuur 3 Verwerkingsproces van ruwe kaolien tot metakaolien

Het fabrieksterrein zal een oppervlakte krijgen van ongeveer 3000 m 2 met een toren (calciner unit) van 15 meter hoog en een opslagterrein van 2000 m 3.

Het metakaolien kan als additief in beton worden gebruikt en daarmee de hoeveelheid cement doen afnemen. De productie van cement is een proces waarbij zeer veel CO 2 vrijkomt (een ton CO 2 per ton geproduceerd cement), waardoor bij toepassing van metakaolien een reductie van de CO 2 uitstoot plaats kan vinden (van ongeveer 30%). Deze (Franse) technologie wordt inmiddels al gebruikt in een dorp in Zuid-Franrijk, waar de fabriek ongeveer 500 meter is gelegen vanaf de dichtbijstaande huizen.

28 Projectgroep Moengo augustus 2008

Andere toepassingen voor metakaolien zijn:

• Het verhogen van de sterkte van beton (voorgespannen beton) • Het verlagen van de permeabiliteit van beton (duurzame toepassingen) • Straatstenen • Wegen (inmiddels wordt dat in Frankrijk al toegepast). • Grondstabilitatie (een combinatie van metakaolien en cement zorgt ervoor dat de grond een hogere veerstijfheid krijgt, zodat het meer belasting aan kan).

Na twee jaar start de volgende fase (fase 2), waarin een stenenfabriek en een betoncentrale voor Marowijne kan worden opgezet. Tevens kunnen de bijproducten (zand en mica worden geëxporteerd of worden verwerkt). Mica kan worden toegepast in de autolak.

Transport

Het kaolien moet worden getransporteerd naar een plaats waar het geëxporteerd kan worden. Deze transportroute vindt plaats vanaf de opwerkingsfabriek. Vanuit de export plaats wordt het product over de zee getransporteerd over het land. Voor het vervoer naar de plaats waar het kaolien geëxporteerd kan worden zijn de volgende varianten beschikbaar:

• Met vrachtwagens over de wegen. • Met duwbakken over de rivier.

Moengo Minerals heeft ervoor gekozen om het transport over de weg plaats te laten vinden (met transporttijd van 3 tot 4 uur). Om het transport via de rivier plaats te laten vinden, zijn er meer tussenstappen benodigd (overslag etc.) en is de transporttijd (12 uur) veel langer. Tevens zijn de productiehoeveelheden, vooral in de eerste fasen, te laag om met barges over het water te vervoeren. Bij een grotere productie kan het transport via de rivier wel rendabel worden.

Overslag

De uiteindelijke opslag zal plaats vinden in Paramaribo. Met behulp van zeeschepen kan het kaolien over de zee getransporteerd naar afnemers in Europa. Overslag kan op verschillende manieren plaatsvinden:

• Overslag in haven Een bestaande zeehaven geschikt maken voor het overslaan van kaolien • Overslag op open zee Overslag bij een drijvende opslag en aanmeer faciliteit, zoals in de offshore industrie wel vaker wordt toegepast.

2.1.4.3 Toekomstige situatie

Reserves

Uit onderzoek volgen de volgende hoeveelheden reserves:

• Bewezen geologische voorraad: 17,2 miljoen ton • Waarschijnlijke geologische voorraad: 42,9 miljoen ton • Bewezen economische voorraad: 11,3 miljoen ton • Waarschijnlijke economische voorraad: 28,3 miljoen ton

Productie

Een jaarproductie van 400.000 ton aan metakaolien haalbaar geacht. In het gebied zijn verschillende boringen gedaan en de verwachting is dat er 100 jaar kaolien in het gebied kan worden gewonnen. De fabriek zal een capaciteit krijgen van 800.000 ton metakaolien.

De winning en verwerking zullen 50 weken in het jaar plaats vinden, 24 uur per dag, 5 dagen in de week. In het weekend wordt er onderhoud gepleegd.

29 Projectgroep Moengo augustus 2008

Marktwaarde

De marktwaarde van ruwe kaolien is zeer gering (5 tot 10 USD/ton). De toegevoegde waarde wordt gecreëerd tijdens de verwerking ervan. Het metakaolien wordt in Engeland verkocht voor ongeveer 400 euro/ton, Moengo Minerals is van plan om het metakaolien te verkopen voor een prijs van ongeveer 200 USD/ton.

Arbeidsplaatsen

In de fabriek zal worden gewerkt in drie shifts, waarbij in elke shift acht mensen komen te werken. Op de mijn komen ongeveer 40 mensen te werken. In fase 2, komen er 20 tot 30 extra arbeidsplaatsen vrij. De lonen zullen variëren tussen 1500 en 3500 SRD per maand.

Uitgemijnde gebieden

Voor de uitgemijnde gebieden is er een fonds beschikbaar (10 miljoen USD) waarmee de bauxiet maatschappijen het land kunnen rehabiliteren. Niet voor alle gebieden die zijn uitgemijnd door de bauxietmaatschappijen is er een bestemmingsplan beschikbaar. Toch wordt hier wel land rehabilitatie toegepast (met bomen, planten etc.). Het is mogelijk dat deze gebieden waar inmiddels landrehabilitatie is toegepast, weer wordt uitgemijnd voor de winning van kaolien. Onderzoek door de overheid in samenwerking met de mijnbedrijven en andere instanties zal moeten plaatsvinden, zodat het toekomstig land gebruik kan worden bepaald (bijvoorbeeld de plaatsing van zonnepanelen in de uitgemijnde gebieden).

2.1.4.4 Betekenis voor Moengo

Het kaolien wordt gewonnen in de omgeving van Moengo, waardoor er arbeidsplaatsen beschikbaar komen. Als de fabriek wordt opgezet in Moengo, biedt dit meer arbeidsplaatsen voor de gemeenschap van Moengo en voor de economische ontwikkeling van het gebied. Ook de verscheidenheid aan te ontwikkelen producten (naast metakaolien ook stenen en beton) draagt bij aan de ontwikkeling van het gebied.

2.1.4.5 Conclusie en aanbevelingen

Voor de economische ontwikkeling van Moengo is het van belang dat er zoveel mogelijk bedrijvigheid in de omgeving van Moengo plaatsvindt. Hierdoor wordt er werkgelegenheid gecreëerd voor de bevolking van Moengo. Door mogelijke uitbreidingen van Moengo Minerals N.V. in de toekomst, kunnen er producten worden geproduceerd die ook in het district kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld straatstenen). Door de kortere transportafstand van deze producten kunnen deze producten goedkoper worden gekocht door de bevolking, wat de ontwikkeling ten goede komt.

Aanbevelingen:

• Het fabrieksterrein van Moengo Minerals N.V. in Moengo plaatsen • Een bestemmingsplan opstellen voor de uitgemijnde gebieden, zodat deze hergebruikt kunnen worden (zoals voor zonnepanelen)

30 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.2 Landbouw, veeteelt en visserij

2.2.1 Landbouw

De landbouw sector neemt op dit moment een marginale plaats in de lokale economie van Marowijne. In Suriname is er grofweg een onderscheid te maken tussen groenteteelt, fruitteelt, bloementeelt, het verbouwen van rijst, het verbouwen van koffie en het verbouwen van oliepalm. Het verbouwen van rijst, koffie en oliepalm gebeurt alleen binnen ondernemingen, de rest voornamelijk op kleinschaliger, particulier niveau.

2.2.1.1 Groenteteelt

De groenteteelt bestaat voornamelijk uit de teelt van cassave, aardvruchten en peulvruchten. Tevens worden er verschillende soorten bladgroenten verteelt. Voor Marowijne gelden de volgende schattingen van aanwezige hectaren en opbrengsten:

Areaal (hectare) Opbrengst (ton/jaar) Cassave 50 500 Aardvruchten 80 800 Peulvruchten 10 10 Tabel 3 Overzicht groenteteelt in Marowijne

2.2.1.2 Fruitteelt

De fruitteelt bestaat voornamelijk uit de teelt van bakoven (bananen), citrusvruchten en cocos. Voor Marowijne gelden de volgende schattingen van aanwezige hectaren en opbrengsten:

Areaal (hectare) Opbrengst (ton/jaar) Bakoven 50 500 Citrusvruchten 50 500 Cocos 50 500 Tabel 4 Overzicht fruitteelt in Marowijne

Als schatting kan gegeven worden dat er in de groenteteelt en fruitteelt per hectare ongeveer 1 arbeidsplaats beschikbaar/benodigd is. In totaal komen deze sectoren dus ongeveer op respectievelijk 140 en 150 arbeidsplaatsen.

2.2.1.3 Bloementeelt

In Marowijne vindt er geen noembare actieve bloementeelt plaats.

2.2.1.4 Rijst

Het verbouwen van rijst is voornamelijk voorbehouden aan het westen van Suriname. In Marowijne wordt alleen rijst verbouwd langs de Coesewijne rivier, maar in verwaarloosbare aantallen vergeleken met het westen van Suriname.

Areaal (hectare) Opbrengst (ton/jaar) Rijst 2000 8000 Tabel 5 Overzicht rijstproductie in Marowijne

Als schatting kan gegeven worden dat er in de rijstsector per 10 hectare ongeveer 1 arbeidsplaats beschikbaar/benodigd is. In totaal komt deze sector dus op ongeveer 200 arbeidsplaatsen.

2.2.1.5 Koffie

In Marowijne vindt er geen noembare actieve verbouwing van koffie plaats.

31 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.2.1.6 Oliepalm

Onlangs heeft de Chinese maatschappij China Zhong Heng Tai Investment Company Ltd. toestemming gekregen om in de nabije toekomst een oliepalmbedrijf te beginnen in Marowijne.

Het bedrijf zal investeren in de opzet en de duurzame exploitatie van het bedrijf. Het gaat in dit geval om een totale investering van ruim 116 miljoen USD dat verspreid over 12 jaar wordt geïnvesteerd. Deze investeringen zullen met zich meebrengen dat tenminste 1 houtzagerij (met een minimale verwerkingscapaciteit van 15000 m 3 gezaagd hout per jaar), 4 palmoliefabrieken (met een minimale verwerkingscapaciteit van 160 ton oliepalmfruit per uur) en 1 kernenextractiefabriek worden gebouwd.

Het bedrijf is een overeenkomst met de Surinaamse regering aangegaan voor een minimale exploitatieperiode van 38 jaar en heeft daarvoor netto 40.500 hectare bosgebied in het ressort toegewezen gekregen.

Van dit gebied is ongeveer 20 hectare gereserveerd voor de bouw van fabrieken, kantoren, personeelswoningen en bedrijfsopstallen, ongeveer 200 hectare voor plantenkwekerij en houtopslag en ongeveer 280 hectare voor de aanleg en renovatie van wegen en andere infrastructurele werken in de omgeving. Hierdoor blijft 40.000 hectare over voor achtereenvolgens ontbossing en aanplant van oliepalm.

De schatting is dat op de langere termijn 4000 tot 5000 arbeidsplaatsen beschikbaar zullen komen waarvan een minimum van 80% van Surinaamse afkomst moet zijn. Een andere vereiste is dat er zoveel mogelijk arbeidskrachten uit de omgeving zullen worden aangetrokken en dat deze indien nodig door het bedrijf worden bijgeschoold.

De opkomende oliepalmindustrie heeft dus de potentie om het gat dat de bauxietmaatschappijen in de Moengonese samenleving achter zullen laten op te vullen. Zowel op het gebied van werkvoorziening als marktwaarde komen de cijfers van China Zhong Heng Tai Investment Company Ltd. In de buurt van de huidige cijfers van Suralco en Billiton.

Als er zorg wordt gedragen voor een geleidelijke overgang van deze twee sectoren (bauxiet en oliepalm) en als beide bedrijven het eens kunnen worden over eventuele overnames van voorzieningen en infrastructuur etc. hoeft Moengo (en de rest van Marowijne) geen schade te ondervinden aan het vertrek van de bauxietmaatschappijen uit het gebied.

2.2.1.7 Conclusie

Langdurende markten volledig of grotendeels gedreven door groenteteelt, fruitteelt of bloementeelt behoren niet tot de mogelijkheden vanwege de kleinschaligheid van deze markten en een grote ontwikkeling van deze sectoren op de korte termijn lijkt er niet aan te komen. Het verbouwen van rijst is al voorbehouden aan het westen van Suriname en een gezonde, concurrerende markt is hierdoor geen optie. Koffie wordt nog bijna niet verbouwd in het oosten van Suriname en een grote ontwikkeling op de korte termijn lijkt er niet aan te komen. Stopzetting van deze markten is niet nodig, maar verdere ontwikkeling geeft op de korte termijn geen voordelen voor de ontwikkeling van het gebied. Een ander belangrijk punt is dat er voor zover bekend geen ondernemingen geïnteresseerd zijn in het uitbreiden of opzetten van deze markten in het gebied. De oliepalm sector is echter een zeer goede en potentiële markt voor Marowijne, zoals hierboven is omschreven.

32 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.2.2 Veeteelt

Veeteelt neemt evenals landbouw een marginale plaats in de economie van Marowijne in. In Suriname is er grofweg een onderscheid te maken tussen melkveehouderij, slachtveehouderij, pluimveehouderij en varkenshouderij. Bijna al deze markten worden enkel bedreven op particulier niveau.

2.2.2.1 Melkveehouderij

In totaal worden er in Marowijne ongeveer 100 stuks melkvee (melkkoeien) gehouden.

2.2.2.2 Slachtveehouderij

In totaal worden er in Marowijne ongeveer 200 stuks slachtvee (runderen, schapen en geiten) gehouden.

2.2.2.3 Pluimveehouderij

Het aantal stuks pluimvee dat aanwezig is in Marowijne is niet te schatten. Vele huishoudens hebben pluimvee op het erf dat al dan niet bedoeld is voor de eigen consumptie. Echte houderijen zijn niet te onderscheiden.

2.2.2.4 Varkenshouderij

In totaal worden er in Marowijne ongeveer 150 varkens gehouden.

2.2.2.5 Conclusie

Het totale oppervlak van het voor veeteelt bestemde grasland in Marowijne is ongeveer slechts 50 hectare en de aantallen vee in het district zijn erg klein. Bijna alles in deze sector vindt plaats op particulier niveau en is slechts van betekenis voor de zelfvoorziening. Langdurende markten volledig of grotendeels gedreven door veeteelt behoren dus niet tot de mogelijkheden. Stopzetting van deze markten is niet nodig, maar verdere ontwikkeling geeft op de korte termijn geen voordelen voor de ontwikkeling van het gebied. Ook hier is een belangrijk punt dat er voor zover bekend geen ondernemingen geïnteresseerd zijn in het uitbreiden of opzetten van deze markten in het gebied.

2.2.3 Visserij

De visserij in Marowijne is slechts van betekenis voor de zelfvoorziening. Eventuele overschotten worden op de lokale markt en in Frans-Guyana verhandeld. Ter facilitering van de visvangst is te Galibi een koelcel opgezet, die beheerd wordt door een lokale NGO (Niet Gouvermentele Organisatie).

2.2.3.1 Conclusie

Langdurende markten volledig of grotendeels gedreven door visserij behoren dus niet tot de mogelijkheden. Stopzetting van deze markten is niet nodig, maar verdere ontwikkeling geeft op de korte termijn geen voordelen voor de ontwikkeling van het gebied. Ook hier is een belangrijk punt dat er voor zover bekend geen ondernemingen geïnteresseerd zijn in het uitbreiden of opzetten van deze markten in het gebied.

33 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.3 Toerisme

Vanwege een strategische en centrale positie van Moengo in het district Marowijne, kan Moengo verschillende toeristische activiteiten aanbieden om een economische ontwikkeling van Moengo te bevorderen.

2.3.1 Inventarisatie

2.3.1.1 Locatie en aanwezige faciliteiten

Moengo ligt direct aan de Oost-West verbinding die onder andere gebruikt wordt door toeristen om tussen Paramaribo en Albina te reizen. Door een aantal reisorganisaties wordt Moengo gebruikt als een tussenstop op de reis naar Albina. Hierbij wordt er langs Casa Blanca gereden en de geschiedenis van Moengo wordt nader toegelicht. De rondleiding door Moengo duurt niet langer dan 15 minuten, omdat Moengo weinig toeristische activiteiten aanbiedt. Tevens staat Moengo bekend als het vroegere oorlogsgebied en voelen de mensen zich niet veilig in Moengo.

Naast de functie als tussenstop op de reis naar Albina, biedt Moengo en omgeving ook andere toeristische activiteiten aan. Deze activiteiten worden hieronder nader toegelicht.

Activiteit Titel Organisatie Adres Fietsen rond Moengo Moengo Challenge Mountainbike tours www.fietseninsuriname.nl Tijdens deze vierdaagse tour zult u genieten van de ruige ondergrond waar u zich op voortbeweegt! En Suriname’s natuurschoon zal u versteld doen staan.

Activiteit Titel Organisatie Adres Rondleiding met bus Cottica tour Arinze tours www.arinzetours.com / boottocht Na de bustocht naar het bauxietdorp Moengo krijgt u een rondleiding , waarna we de reis vervolgen naar Abadoe Kondre. Van hieruit maken we een boottocht over de Cotticarivier naar Pelgrim kondre. Ook in Pelgrim kondre krijgt men een rondleiding.

Verder maken we een boswandeling waarbij uitleg wordt gegeven over kostgrondjes en de verschillende planten soorten die men tegenkomt. Er is de gelegenheid tot zwemmen en s'avonds kunt u genieten van een heerlijk diner. We maken ook kennis met het nachtleven in Moengo.

Activiteit Titel Organisatie Adres Tocht naar Galibi Bezoek schildpadden Myrysji tours www.myrysjitours-suriname.com Myrysji tours biedt u geheel verzorgde tours naar Galibi waar u in het Myryshi lodge kunt logeren voor tweedagen of drie dagen, met gespecialiseerde gidsen. Op deze tours kunt u mee maken: bustrip van Paramaribo naar albina; onderweg een ontbijt en sanitaire stop op het oude cacao plantage Stolkersijver, bezoek naar het oude bauxietdorp Moengo, een wandeling door het dorp Christiaan kondre, tijdens het zeeschilpadden seizoen van februari tot juli wordt er in de avonduren een bezoek gebracht naar het natuurreservaat Galibi om te zien hoe zeeschildpadden hun eieren leggen. Bij een driedaagse tour wordt er op de tweede dag weer een excursie gedaan naar de stranden van onze natuurreservaat en de enige grote zandbank in suriname, de tijgerbank, midden in de Atlantische Oceaan waar u lekker kunt zwemmen en modderbaden.

Activiteit Titel Organisatie Adres Tocht naar Galibi Galibi Planet travel www.planettravel.be We ontbijten vroeg, rond 7 uur. Na het ontbijt vertrekken we per bus over de Wijdenboschbrug, richting Commewijne. De bus maakt onderweg een stop om daarna richting Moengo, in het , te rijden. Na een korte rustpauze en de lunch, wordt de reis voortgezet naar Albina. Vanaf Albina reizen we per boot naar Galibi, een van de zeldzame stranden van Suriname. Galibi is bekend om de zeeschildpadden die hier hun eieren leggen. In het legseizoen (februari tot augustus) wordt er een tocht ondernomen om de schildpadden tijdens het leggen waar te nemen. Buiten het schildpaddenseizoen is er een alternatief programma met een culturele show. (O,L,D)

34 Projectgroep Moengo augustus 2008

Activiteit Titel Organisatie Adres Langs de Groepsreis Wadaa reizen www.wadaareizen.nl bauxietmijn Na de vondst van bauxiet in het gebied startte men met het ontginnen van bauxiet in 1916 op Moengo. Vandaag staan daarom in de teken van het de activiteiten in en rondom Moengo.

Activiteit Organisatie Adres Feest / Culturele VHJI (vereniging herdenking Kaumanstraat te Moengo avonden Javaanse immigranten

Activiteit Titel Organisatie Adres Tocht naar Galibi Toer naar het Greenhide www.greenhide.nl bauxietdorp Moengo tours en het indianendorp Galibi.

Vertrek vanuit Ornamibo aan de Surinamerivier richting Commewijnerivier, Cotticarivier, Moengo. Van hieruit met de bus naar Albina aan de Marowijne- rivier en dan per korjaal naar het indianendorp Galibi. Tijdens de reis heeft u volop de gelegenheid tot vissen.

Activiteit Titel Organisatie Adres Vaartocht over de Vaartocht over de Georeizen www.georeizen.nl Cottica Cottica Vanuit Moengo maken we per korjaal een vaartocht over de Cotticarivier en bezoeken het marrondorp Ricanau Moffo. We krijgen een rondleiding van een Amerikaanse zendeling die hier een missiepost heeft. We wandelen op ons gemak door dit dorp en praten wat met de vriendelijke bewoners. Tabel 6 Overzicht toeristische activiteiten in Moengo en omgeving

De Frans-Guyanezen komen voornamelijk naar Suriname om inkopen te doen. Deze bezoekers maken gebruik van kleine en middelgrote hotels en pensions in en in Paramaribo. De Frans- Guyanezen maken veel gebruik van de eet- en drinkgelegenheden. De grotere hotels worden vooral gebruikt door groepen Europeanen, Noord-Amerikanen, Chinezen en Koreanen.

Met name Albina is een toeristische trekpleister vanwege de rivierstranden langs de Marowijnerivier en de grenspositie ten opzichte van Frans-Guyana. Vooral voor daggasten is Albina populair. Er zijn diverse gastverblijven waar er overnacht kan worden. Het natuurreservaat Galibi wordt geëxploiteerd door STINASU. Op dit strand is er een overnachtingsmogelijkheid. Recentelijk hebben de dorpelingen te Galibi aangegeven, deel te willen nemen in de exploitatie van dit toeristenoord. Dit heeft ertoe geleid dat een commissie is geïnstalleerd om de mogelijkheden die hiertoe bestaan in kaart te brengen. In Marowijne zijn er nog 3 reservaten te weten Copie, Wanekreek en Wia Wia die natuurtoeristische potentie hebben. In de dorpen Langamankondre en Christiaankondre zijn er overnachtingsmogelijkheden.

Marowijne heeft op dit moment een aantal nadelen met betrekking tot het trekken van toeristen. De reistijd naar Paramaribo is groot (de weg verkeert in een slechte staat) en de toeristische faciliteiten zijn van de relatieve lage kwaliteit.

2.3.1.2 Kwantiteiten

Door de jaren heen blijkt de meerderheid van de jaarlijkse bezoekers te bestaan uit Nederlanders (63%), terwijl Guyanezen de op één na grootste groep vormen. De Nederlandse groep wordt verdeeld in twee categorieën, Europese Nederlanders en Nederlanders van Surinaamse afkomst. Het merendeel van de laatst genoemde categorie komt naar Suriname voor familiebezoek en / of vakantie. Voor deze categorie blijkt de omzetverhoging voor hotels, guesthouses, restaurants en cafetaria’s. De hotels moeten het hebben van Europeanen en Noord-Amerikaanse bezoekers.

In 2004 zijn er 137.800 buitenlandse bezoekers in Suriname gekomen, waarvan 107.600 het land zijn binnengekomen via het vliegveld Zanderij. Via Albina zijn er 21.000 toeristen Suriname binnen gekomen, via Nickerie en de haven van Paramaribo zijn er 10.200 toeristen binnen gekomen. De toeristen verblijven in Suriname gemiddeld 22,6 nachten per jaar. Dit komt neer op 3.114.280 toeristen nachten per jaar. De verwachting is dat als de toeristische faciliteiten in Marowijne worden

35 Projectgroep Moengo augustus 2008 verbeterd, dat meer dan één procent van de toeristennachten (31.114) in Marowijne worden doorgebracht.

2.3.2 Betekenis voor Moengo

Belangrijk voor de toeristische activiteiten zijn:

• Hotels • Bars • Restaurants • Recreatievoorzieningen

Uit de vorige paragraaf is gebleken dat er op dit moment een aantal toeristen langs Moengo komt, als een tussenstop op weg naar Albina. Casa Blanca wordt al gezien als een toeristische trekpleister en van hieruit kan Moengo zich op toeristisch gebied verder ontwikkelen.

Uit de studiedag die op 11 juli 2008 is georganiseerd in Moengo, is voortgekomen dat veel mensen zich niet veilig voelen in Moengo. Daarom is er voorgesteld om een gebied in Moengo te ontwikkelen waar toeristen eerst aankomen. In dit gebied moeten strengere regels gelden voor de mensen die in dit gebied komen, met als doel dat de toeristen zich veilig kunnen voelen in Moengo. Vanuit dit gebied kunnen meerdere toeristische activiteiten in en rondom Moengo plaatsvinden. In onderstaande figuur is het mogelijk gebied wat ingericht kan worden voor toeristische faciliteiten aangegeven.

Figuur 4 Mogelijk gebied voor toeristische faciliteiten

In bijlage 2 is er een mogelijke ontwerp gegeven voor de toeristische faciliteiten in dit gebied.

36 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.3.3 Toekomstige situatie

2.3.3.1 Marowijne

Het district Marowijne is bij uitstek geschikt voor toerisme. Het bloeiend binnenlands toerisme is door de gevechtshandelingen sterk teruggelopen. De toeristische potentie zou kunnen worden benut door redelijke overnachtingsmogelijkheden op te zetten of daarvoor locaties te reserveren voor mogelijke investeerders. Daarnaast zullen de voorzieningen in het district Marowijne als grensdistrict zodanig moeten worden gerenoveerd, dat tegemoet gekomen wordt aan de wensen van het reizend publiek. In het kader van de verdere stimulering van het toerisme in dit district is recentelijk een bezoekerscentrum geopend in het dorp Galibi, waar informatie wordt verstrekt over de cultuur van de Caraïben en het Galibi natuurreservaat. De vraag naar producten uit bittere cassave zoals cassavebrood en peperwater is groot onder toeristen en in Frans-Guyana. Daarnaast kunnen wandelparken worden aangelegd op de heuvel langs de Luitenant Weyneweg. Uit observaties is gebleken dat veel toeristen uit Frans-Guyana, Paramaribo aandoen om in het bijzonder textielproducten in te kopen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar het ontwikkelingsplan Albina en het regionale ontwikkelingsplan Oost Suriname. Met de renovatie van het wegvak -Albina en de bouw van de vaste oeververbinding bij Albina is het verwachtbaar dat het regionaal en lokaal verkeer enorm zal toenemen.

Marowijne kan de volgende toeristische faciliteit verbeteren:

• Zeeschildpadden bekijken en verblijf op Galibi strand • Culturele tours langs Indianen en Marron dorpen • Winkelfaciliteiten voor bezoekers uit Frans-Guyana • Korte trips naar het buurland Frans-Guyana (St. Laurent en Cayenne) • Vogels bekijken en natuurreservaten bezoeken • Rivier cruise en vissen • Avontuurtochten naar het zuidelijk gedeelte van Marowijne • Jungle tochten en rivier expedities • Culturele festivals en zakenconferenties • Dagtrippen naar de stranden ten noorden van Albina

Aanbevelingen voor een toeristische ontwikkeling van Marowijne:

• Uitbreiden en opwaarderen van toeristische faciliteiten naar internationale standaarden • Verbetering van de management capaciteiten van de lokale bevolking, zodat het inkomen uit de toeristen sector wordt verdeeld • Verbetering van de toeristische infrastructuur en de aan gerelateerde faciliteiten, inclusief de veiligheid • Vergroting van de capaciteit van de ferryboot La Gabrielle als de toeristische sector groeit • Opzetten van een toerist training programma voor de ontwikkeling van toeristisch bewustzijn en andere vaardigheden (kennis van de franse taal, hygiëne, klantrelaties, een groep rondleiden) • Een organisatie dat het toerisme op een professionele manier kan promoten en organiseren • Financiering van toeristische projecten • Verbetering van de gezondheid en veiligheidsproblemen • Continue overheidssteun • Het plaatsen van een bank • Het opzetten van een toeristisch informatie centrum waar toeristen informatie kunnen inwinnen • Het onderhouden en beheren van waardevolle monumenten

Als de toeristische sector zich kan ontwikkelen, kan de entertainment zich ook ontwikkelen. Dit houdt een ontwikkeling in van de muziekindustrie, muziekgroepen, dansscholen etc.

37 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.3.3.2 Moengo

Zoals aangegeven in eerder gegeven figuur, kan er een gebied worden ontwikkeld voor toeristische faciliteiten ten westen van Stafdorp en aan de Cotticarivier. Vanuit de huidige haven van Moengo of vanuit het nieuw te ontwikkelen gebied kunnen pleziervaarten over de Cotticarivier worden georganiseerd. Deze pleziervaarten kunnen vertrekken naar verschillende dorpen langs de Cottica (zoals Pelgrimkondre). Vanuit de haven kunnen deze pleziervaarten stroomopwaarts of stroomafwaarts vertrekken. Er zal wel onderzocht moeten worden of de brug stroomopwaarts hiervoor aangepast moet worden. Tevens zal onderzocht moeten worden of de pleziervaart en beroepsvaart niet met elkaar in conflict kan komen. Langs de rivier kan er veel verteld worden over de geschiedenis. De veiligheid in dorpen verschilt sterk tussen de verschillende dorpen.

Andere faciliteiten die in dit gebied kunnen worden ontwikkeld zijn:

• Winkelcentrum • Toiletten • Restaurants • Hotels • Ontspanning gebieden • Wandelpark • Toeristen winkel (souvenirs, werkstukken, hangmatten etc.) • Culturele avond, wat kan dienen als een soort “warming up” • In Moengo de mensen verwijzen naar andere gebieden in een soort informatiecentrum. Hierbij kunnen brochures worden uitgegeven • Voetbalcomplex of sportcomplex

Door een verbetering en opwaardering van de huidige airstrip en wegverbinding (de Oost-West verbinding) in Moengo, kunnen toeristen Moengo beter bereiken. Hierdoor wordt Moengo aantrekkelijker voor een breder publiek toeristen.

Arbeidsplaatsen

Het aantal arbeidsplaatsen dat een toeristische ontwikkeling kan opleveren kan worden geschat. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze schatting is gebaseerd op een mogelijk ontwerp van een toeristische ontwikkeling in het gebied dat eerder is aangegeven. In onderstaande figuur is hiervoor een mogelijk ontwerp gegeven. Toeristische faciliteiten die hierbij aanwezig zijn:

• Accommodatie park • Hotel • Winkelcentrum • Supermarkt • Infocentrum • Openbare toiletten • Sportcomplex • Recreatie / wandel park • Restaurant / toeristenwinkels • Haven

De tabel op de volgende pagina geeft per faciliteit het aantal arbeidsplaatsen dat het op kan leveren. Deze schatting is gebaseerd op het runnen en onderhouden van de faciliteiten. Tevens is het onderhoud van de overige faciliteiten (zoals de wegen, boulevard etc.) gegeven.

38 Projectgroep Moengo augustus 2008

Faciliteit Aantal arbeidsplaatsen Accommodatie park 20 Hotel 25 Winkelcentrum 40 Supermarkt 8 Infocentrum 5 Openbare toiletten 1 Sportcomplex 7 Recreatie / wandel park 2 Restaurant / toeristenwinkels 20 Haven / pleziervaarten 10 Overig 10 Tabel 7 Mogelijke faciliteiten met aantal arbeidsplaatsen

Totaal wordt het dus geschat dat het 148 arbeidsplaatsen kan opleveren.

2.3.3.3 Conclusie

Moengo zal niet moeten concurreren met Albina (wat meer een handelscentrum is), maar ze zullen elkaar juist moeten aanvullen. Moengo kan ontwikkeld worden zodat het kan dienen als een tussenstop voor toeristen, zodat de toerist er een dag kan verblijven. Hierin kan Moengo zich later ontwikkelen als een stad waar de toeristen kunnen overnachten en langer verblijven. Tevens zal de medische zorg zich moeten optimaliseren.

Moengo zal schoner moeten worden als er toeristen aangetrokken willen worden. Op dit moment is er zwerfafval door het dorp heen, waardoor de toeristen Moengo niet zien als een schoon oord. Tevens moet de reputatie van Moengo worden verbeterd ten aanzien van de veiligheid.

Aanbevelingen:

• De reputatie van Moengo verbeteren met behulp van reclame en de veiligheid in Moengo (of delen ervan) garanderen • Het gebied aan de Cotticarivier stapsgewijs laten ontwikkelen voor toerisme

39 Projectgroep Moengo augustus 2008

2.4 MKB / Lokale handel

Er zijn veel personen in Moengo werkzaam in het leveren van diensten en producten aan de inwoners van Moengo (en omgeving) zelf. Als de omvang van een plaats gaat veranderen, bijvoorbeeld door het groeien van het aantal inwoners, zal de behoefte aan lokale ondernemers ook veranderen. Echter zal het niet mogelijk zijn alle vrijkomende personeel (vanwege het sluiten van de mijn) op te vangen in deze markt.

2.4.1 Inventarisatie

Er is in Moengo een inventarisatie gemaakt van de aanwezige bedrijven. Deze bedrijven leveren hun diensten en producten vooral in de directe omgeving (hoofdzakelijk Moengo, uitbreiding naar Marowijne). Hieronder is een overzicht weergegeven van het aantal bedrijven dat actief is in een bepaalde sector. Tevens een taartdiagram van de aanwezige sectoren waarbij enkele sectoren bij elkaar gevoegd zijn.

Automontage 6 Autowasserij 2 Auto Bakkerijen 1 Bouw Beton 2 Eetgelegenheden Bouwbedrijven 3 Hotel Bouwmaterialen 3 Houthandels Civiele techniek 7 Lassers Nutsbedrijven Crèche 1 Supermarkten Drogisterij 1 Timmerbedrijf Eetgelegenheden 7 Transport/Bus Financiële instelling 1 Overige Hotel/overnachtingen 4 Houthandels 11 Lassers 3 Media 1 Nutsbedrijven 3 Service stations 2 Stichtingen/verenigingen 6 Supermarkten 9 Timmerbedrijf 3 Transport/Bus 9 Transport/Vracht 3 Overige winkels 4 ---- Totaal 92 Tabel 8 Aanwezige MKB

Uit deze inventarisatie blijkt dat er veel houthandelaren in Moengo aanwezig zijn. Tevens enkele timmerbedrijven om het hout te verwerken. Enkele transportbedrijven richten zich ook vooral op het vervoer van hout naar andere gebieden.

Daarnaast is opvallend hoeveel mensen actief zijn in de autobranche. Echter zijn veel personen actief met het wassen van auto’s zonder daar een officiële onderneming voor op te richten. Deze zijn in deze inventarisatie niet meegenomen.

Verder zijn veel bedrijven actief in het busvervoer. Dit komt doordat het nationale vervoersbedrijf (NVB) geen werknemers in dienst heeft, maar mensen zelf een bus kopen en met behulp van het NVB de bus exploiteren.

40 Projectgroep Moengo augustus 2008

Er zijn 4 bedrijven die overnachtingen aanbieden. De klanten zijn meestal mensen die tijdelijk moeten overnachten in Moengo voor bijvoorbeeld vergaderingen. Er zijn geen toeristen die overnachten in Moengo.

2.4.1.1 Problematiek

Met behulp van gesprekken met de lokale ondernemers is er een inventarisatie gemaakt van de problemen die de ondernemers tegen komen. De twee hoofdzakelijk genoemde problemen die wij in ons onderzoek kunnen betrekken zijn:

• Slechte infrastructuur en afwatering De infrastructuur rondom de winkels is slecht. De laterietwegen zorgen voor veel vuil in de winkels. Grote kuilen in het wegdek rondom de winkels maken het oncomfortabel voor klanten om de winkels te bereiken. Tijdens regenbuien blijven grote plassen voor de winkels liggen, en het regenwater wordt slecht afgevoerd. Tevens is er onvoldoende verlichting naast de wegen aangebracht. • Onvoldoende veiligheid De winkelbedienden voelen zich zeer onveilig. De veiligheid van de winkels kan vergroot worden door hier tijdens de situering van de winkelgebieden rekening mee te houden. Door het combineren van winkels bij elkaar zal de veiligheid toenemen. Nu zijn de winkels ver van elkaar af geplaatst, waardoor een overvaller niet snel gezien wordt door andere mensen.

2.4.2 Betekenis voor Moengo

De lokale handel is van belang voor Moengo vanwege de creatie van veel werkgelegenheid. Indien een dorp groeit zal de lokale handel eveneens groter worden. Door het vergroten van een andere economische sector zal de lokale handel tevens groeien. Hierbij kan gedacht worden aan toerisme of houthandel.

2.4.3 Toekomstige situatie

Veel gezinnen hebben een eigen kostgrondje. Hierop worden verschillende gewassen verbouwd voor eigen gebruik en kleine handel. Op deze tuintjes worden gewassen zoals bittere cassave, meloen en zoete aardappel.

Kleine dorpen in de omgeving hebben allen hun eigen speciale producten die ze verbouwen. Zo worden er in Wanhatti (aan de Cotticarivier) cashewnoten verbouwd. Deze producten worden echter niet op een centrale plaats in Moengo verkocht.

Omdat er genoeg “kleine” handelaren in Moengo (en omgeving) aanwezig zijn zal er genoeg animo zijn voor een markt. De handelaren verkopen de producten vanuit hun huis. De vindbaarheid van deze ondernemingen zal vergroot worden door het centraal aanbieden van de producten. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een markt waarbij enkele faciliteiten worden gedeeld.

In de toekomst zal de behoefte aan een markt steeds groter worden. Bij de faciliteiten zal er verder worden ingegaan op de markt.

41 Projectgroep Moengo augustus 2008

3 Faciliterende sectoren

In de faciliterende sector worden de faciliteiten uitgewerkt die nodig zijn voor de ontwikkeling van het gebied. Een totale overzichtslijst met alle faciliteiten is te vinden in bijlage 1. Hier is aangegeven welke faciliteiten aanwezig zijn. Daarna wordt door middel van een “x” in de kolom aangegeven in welke fase (1 of 2) ontwikkeling benodigd is.

Hierna wordt ingegaan op de benodigde ontwikkeling binnen de sectoren educatie, infrastructuur, waterhuishouding, haven, nutsvoorziening, dienstverlening / bedrijvigheid, huisvesting, zorg & welzijn, openbare orde & veiligheid, sport & recreatie, kunst & cultuur, hygiëne & milieu en onderzoek.

3.1 Educatie

3.1.1 Inleiding

Educatie is de basis voor maatschappelijke ontwikkelingen in Marowijne. Niet alleen de economie zal een impuls krijgen doordat werknemers meer kennis van zaken hebben en zodoende beter en efficiënter kunnen werken, maar tevens zal goede educatie ook op andere zaken een positieve invloed hebben door een grotere algemene bewustwording en maatschappelijke betrokkenheid. Het is dus van groot belang dat het onderwijs in Marowijne goed geregeld is, wat verklaard dat verbetering hiervan een hoge prioriteit bij het onderzoek heeft. Gelukkig dringt dit besef ook bij de inwoners en overheidsinstanties door getuige de vele particuliere initiatieven, stichtingen (als STOOM) en verscheidene rapporten die over dit onderwerp geschreven zijn.

Ondanks deze bewustwording en initiatieven laat de situatie betreffende educatie nog te wensen over. Directeuren van scholen, onderwijzers en andere personen met een relatie tot het onderwijs wisten tijdens de studiedag van 11 juli te Moengo te vertellen dat er nog veel zaken veranderd moeten worden. Zo zou het percentage drop-outs (schoolverlaters) hoog zijn, de kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten te laag zijn, er een tekort aan (les)lokalen bestaan en de relatie tussen educatie en maatschappij ver te zoeken zijn. Marowijne heeft een percentage zittenblijvers van gemiddeld drieëntwintig procent per jaar. Alleen al in het eerste leerjaar doet een derde van de leerlingen het schooljaar over. Al deze zaken hebben een negatief effect op zowel de economische als maatschappelijke ontwikkeling van het district.

In dit hoofdstuk is getracht bovengenoemde zaken te behandelen. Aangezien in een bepaald gebied educatie als een geheel moet worden gezien zal eerst het gehele district Marowijne worden behandeld. Eerst wordt de huidige situatie bekeken en daaruit worden conclusies getrokken. Indien nodig worden daarop aanbevelingen gedaan om de huidige situatie te verbeteren. Vervolgens wordt voor een aantal specifieke punten Moengo nog extra belicht. In de laatste paragraaf worden de aanbevelingen nog eens opgesomd.

42 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.1.2 Huidige stand van zaken Marowijne

3.1.2.1 Aantal en type scholen

Het onderwijssysteem in Suriname zal met ingang van schooljaar 2008-2009 veranderen. Het systeem voor de 5149 leerlingen in Marowijne zal er dan als volgt uit te komen zien:

Figuur 5 Onderwijssysteem in Suriname

In het district Marowijne zijn niet alle onderwijsinstanties aanwezig. In het district is aanwezig:

• Kleuteronderwijs (KO) • Gewoon Lager Onderwijs (GLO) • Voortgezet Onderwijs Junioren (VOJ), bestaande uit: o Meer Uitgebreid Lager Onderwijs (MULO) o Lager Beroeps Gericht Onderwijs (LBGO) o Eenvoudig Beroeps Onderwijs (EBO) o Lager Technische School 4 (LTS4)

43 Projectgroep Moengo augustus 2008

In de volgende tabel zijn de aanwezige scholen in Marowijne weergegeven.

Ressort Moengo GLO VOJ Moengodorp 3 1 MULO + 1 EBO + 1 LBGO + 1 LTS4 Wonoredjo 2 - Abadoekondre 1 - Langa Oekoe 1 - Pelgrimkondre 1 - Totaal 8 4

Ressort Wanhatti GLO VOJ Wanhatti 1 - Tamarin 1 - Pinotjarimi 1 - Totaal 3 0

Res. Moengo Tapoe GLO VOJ Ricanau moffo 1 - Totaal 1 0

Ressort Albina GLO VOJ Albina 3 1 MULO + 1 LBGO* Erowarte 1 - Bigistan 1 - Totaal 5 2 *Alleen de eerste twee leerjaren van het LBGO te Albina worden gegeven.

Ressort Galibi GLO VOJ Langamankondre 1 - Totaal 1 0

Ressort Patamacca GLO VOJ Patamacca 1 - Mopikondre 1 - Pakirakondre 1 - Totaal 3 0

Totalen 21 5 Tabel 9 Indeling scholen per ressort

44 Projectgroep Moengo augustus 2008

=GLO =LBGO =EBO =MULO =LTS4

Figuur 6 Overzicht van scholen in Marowijne

Kleuter onderwijs

Kinderen gaan op 4-jarige leeftijd naar de kleuterschool en volgen een tweejarig programma. Dat programma bereidt hen voor op de lagere school. Ze leren allerlei vaardigheden zoals zingen, tekenen, motoriek, taal voorbereidend lezen en rekenen. Dit onderwijsprogramma wordt veelal aangeboden door GLO-scholen.

Gewoon Lager Onderwijs (GLO)

Het aantal GLO-instellingen van 21 is voor een district als Marowijne in principe afdoende. Het gemiddeld aantal leerlingen per school komt hiermee iets boven de honderdvijftig. Het probleem ligt echter meer in de geografische indeling van zowel de dorpen als de scholen. Suriname als geheel en in het bijzonder Marowijne heeft een zeer lage bevolkingsdichtheid. Het is dan ook zeer lastig om iedereen te bereiken. Zoals de kaart aangeeft zijn in de meeste drukbevolkte gebieden GLO-scholen aanwezig. Gekeken kan worden om nog een paar kleine schooltjes te bouwen om ook de leerlingen uit de verafgelegen gebieden te bereiken. Een voorbeeld kan zijn in het dorp Poelwijk, in het noordwesten van Marowijne, waar de dichtstbijzijnde school op een aanzienlijke afstand ligt (Wanhatti).

45 Projectgroep Moengo augustus 2008

Eenvoudig Beroeps Onderwijs (EBO)

De EBO is onderverdeeld in twee hoofdrichtingen: het Eenvoudig Technisch Onderwijs (eto) en het Eenvoudig Nijverheids Onderwijs (eno). Deze twee hoofdrichtingen die in Moengo worden gegeven zijn weer opgesplitst in respectievelijk bouw voor eto en verzorging & textiel voor eno. Additionele richtingen als landbouw of civiele techniek kan worden opgezet om te voorzien in de behoefte van zowel de jongeren als het bedrijfsleven.

Lager Technische School (LTS4)

Het LTS4 is de technische afdeling van Lager Technisch Onderwijs (lto). Deze opleiding wordt sinds kort aangeboden in Moengo om de kloof tussen LBGO / MULO en NATIN (Natuur Technisch Instituut) op te vullen.

Lager Beroeps Gericht Onderwijs (LBGO)

Het LBGO duurt normaal gesproken vier jaar. In Moengo bestaat een volwaardige instelling die deze onderwijsvorm in drie richtingen aanbiedt, te weten administratie & economie, techniek en verzorging. Aangezien er behoefte aan vakbekwame mensen op het gebied van landbouw, wegenbouw en waterhuishouding bestaat zouden andere richtingen als landbouw en civiel hier bij kunnen komen. De Surinaamse Water Maatschappij (SWM) heeft al aangegeven aan een dergelijk initiatief te willen ondersteunen.

In Albina worden slechts de eerste twee jaar van het LBGO aangeboden. Het is aan te bevelen om ook de laatste twee jaren van deze opleiding aan te bieden. Zo voorkom je dat leerlingen of halverwege de opleiding naar een andere school moeten, of in het ergste geval het helemaal voor gezien houden.

Vak- vervolgopleidingen

Tot op heden bestaan er voor jongeren in Marowijne geen mogelijkheden voor middelbaar onderwijs of vakopleidingen. Voor een vervolgopleiding gaan een beperkt aantal jongeren naar de hoofdstad Paramaribo. De meeste jongeren maken echter deze grote stap niet en stoppen na het VOJ dan ook hun schoolcarrière. In 2008 is er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd in opdracht naar de mogelijkheden voor het opzetten van een vakopleiding in het binnenland [11]. Deze studie geeft de volgende conclusies:

• Er is grote behoefte aan concrete vakopleidingen voor jongeren in het binnenland • De Surinaamse overheid heeft vooralsnog geen concrete plannen om een dergelijke opleiding op te zetten in het binnenland • Er zijn vier mogelijke locaties geïdentificeerd: Moengo, Stoelmanseiland, Atjoni en Brokopondo Centrum • De mogelijke doelgroep voor een dergelijke vakopleiding wordt vooral gevormd door jongeren in de leeftijd van 16 – 24 jaar waarvan een zeer groot deel de schoolopleiding niet heeft afgemaakt • De deelnemers aan de opleiding zullen, juist vanwege hun beperkte vooropleiding, extra begeleid dienen te worden. De aangeboden cursussen dienen een korte duur te hebben

Er is mede op basis van het rapport besloten door te gaan met het streven om vakopleidingen te helpen opzetten ten behoeve van de jongeren van het binnenland. Als beste locatie is de keuze voorlopig gevallen op de plaats Moengo, mede op grond van de volgende overwegingen:

• De doelgroep, jongeren uit het binnenland met beperkte opleidingen en perspectieven, is zeer groot in Moengo • Moengo kent reeds behoorlijk wat economische bedrijvigheid, waar jongeren na hun opleiding aan de slag kunnen • Vanwege de economische bedrijvigheid zijn goede mogelijkheden aanwezig voor het opzetten van eigen kleine bedrijven door deze jongeren • De aanwezigheid van het dichtbijgelegen dorp Albina zorgt voor meer potentiële leerlingen • Moengo is vanuit Paramaribo logistiek relatief gemakkelijk te bereiken (onder andere voor het vervoeren van docenten daarheen) • Het inrichten van een vakopleidingscentrum in Moengo waarschijnlijk relatief gemakkelijk zal zijn met beperkte middelen vanwege het aantal leegstaande gebouwen in deze plaats

46 Projectgroep Moengo augustus 2008

• Er is reeds een LBGO school aanwezig alsook een stagebureau, waarmee kan worden samengewerkt op het gebied van machines, gereedschap, kennis en ruimte

Een vakopleiding zal Moengo, en daarmee het hele district, een enorme boost geven. De voordelen van een dergelijk vakopleiding zijn:

• Het opzetten van een vakopleidingcentrum in Moengo kent in feite alleen voordelen en betekent het creëren van werkgelegenheid voor de plaatselijke bevolkingsgroep, zoals bouwwerkzaamheden, schoonmaak, onderhoud, lasser, elektricien, bewaking etc. • De leerlingen blijven in hun eigen omgeving en zullen daardoor minder snel geneigd zijn om na hun genoten opleiding het gebied te verlaten • Meer kinderen kunnen voor een vervolgstudie kiezen omdat het merendeel van de gezinnen het zich financieel niet kan permitteren om hun kinderen naar Paramaribo voor een studie of opleiding te sturen • Het bedrijfsleven in Moengo zal eerder geneigd zijn te investeren in een vakopleidingcentrum in Moengo • De beschikbare stageplaatsen zijn in de directe omgeving. De stagiaires kennen de stageplek, het bedrijf en omgekeerd ervaart het bedrijfsleven wat de stagiaires kunnen, hetgeen het aantrekken van personeel vergemakkelijkt • Door het vestigen van een vakopleidingcentrum in Moengo kan er steeds een koppeling gemaakt worden met de vraag op de lokale arbeidsmarkt, de wensen en behoeften van de cursisten, de bedrijven en de economische ontwikkelingsmogelijkheden in het gebied

Een enkel nadeel kan zijn dat er geïnvesteerd moet worden om leerkrachten aan te trekken en hen ook onderdak te verlenen.

De conclusie van bovenstaande is dan ook om te trachten een dergelijke opleiding te realiseren in Moengo. De voordelen wegen vele malen zwaarder dan de nadelen.

3.1.2.2 Tekort aan leslokalen

Tijdens de studiedag kwam naar voren dat scholen met een tekort aan leslokalen kampen. Leerlingen zouden in overvolle klassen tot met meer dan 40 tegelijk in een klas zitten. Een goede persoonlijke begeleiding van de leerlingen is hiermee niet mogelijk, het gevolg is een achterstand in de ontwikkeling. Uiteraard is dit een situatie die niet wenselijk is en opgelost dient te worden. De makkelijkste oplossing om meer lokalen te bouwen kost echter veel geld. Gekeken kan worden naar een goedkopere oplossing. Men kan hierbij denken om tevens les te geven in de middag. De bestaande ruimtes worden dan optimaal benut.

3.1.2.3 Drop-outs

Het grootste deel van de jeugd in het binnenland haakt af na de lagere school, voor zover zij die al afmaken, hetgeen een groot verlies van menselijk kapitaal voor het binnenland betekent. Met een percentage van 7,6% van leerlingen die alleen al in het vijfde schooljaar van het GLO afvallen behaald Marowijne na district Brokopondo de hoogste score van heel Suriname.

De redenen die hieraan ten grondslag liggen zijn divers:

• Grote niveauverschillen tussen leerlingen • Ongemotiveerde leerlingen. Dit door ze niet gestimuleerd worden vanuit de eigen omgevingen omdat zij de relatie met hun toekomst niet inzien. Ook is de situatie nu zo dat leerlingen in de laatste klas van de basisschool een MULOtoets moeten maken. Halen ze deze niet dan blijven ze zitten tot soms wel tot drie keer toe. Het gevolg is dat iemand van achttien jaar tussen leerlingen van veertien lesvolgt. Dit terwijl ze misschien al lang praktijkgericht onderwijs aan hadden gekund, en dus gemotiveerd zouden zijn • Overvolle klassen vanwege een groeiend aantal leerlingen per jaar. Er wordt momenteel gewerkt met een wachtlijst • Geen deskundig en extra personeel voor leerlingen met speciale zorg als autisme, dyslexie en ADHD • Matige interesse van ouders in leerprestaties, vooruitgang en gedrag van de leerlingen doordat ze zelf vaak geen basisschool opleiding hebben genoten en omdat ze vaak weg zijn om aan geld te komen voor het onderhoud van de gezinnen

47 Projectgroep Moengo augustus 2008

• Het sociale milieu is niet geschikt voor de schoolgaande jeugd vanwege de vele klachten over geluidsoverlast en criminaliteit • Onderwijsgevenden hebben weinig zicht op de talenten, belangstelling en prioriteiten van de leerlingen • Leerkrachten of docenten zijn niet altijd in staat zorg en aandacht gelijkelijk over alle kinderen te verdelen omdat de werklast soms te zwaar is • Geen open communicatie om dit alles naar de oppervlakte te halen • Na de MULO of LBGO moeten de kinderen naar Paramaribo voor verdere educatiemogelijkheden. Ouders die het zich kunnen permitteren sturen hun kinderen naar de stad. De meeste kinderen hebben die mogelijkheid niet en worden aldus een vroegtijdige schoolverlater in de maatschappij • Er bestaat in Moengo geen structurele samenwerkingverband tussen actoren (als scholen en het bedrijfsleven) die een rol spelen bij de leer- en arbeidsmarktkansen van jongeren. • Er zijn geen voorzieningen voor jeugdzorg

Er is een rapport verschenen in opdracht van STOOM om de schooluitval te beperken [3]. De aanbevelingen die dit rapport geven zijn:

• Individueel testen. In een vroeg stadium dient te worden vastgesteld of een kind naar een speciale school of de reguliere lagere school moet gaan. Door middel van een deskundig uitgevoerde test kan dat worden onderzocht. Dit kan worden gedaan door een psycholoog of pedagoog van een schoolbegeleidingsdienst. In Moengo is geen speciale of bijzondere school en een schoolbegeleidingsdienst bestaat er ook niet. Er dient een dergelijke speciale school en schoolbegeleidingsdienst in de regio te worden opgezet. De leerkrachten en de ouders kunnen een belangrijke rol vervullen bij het tijdig signaleren van de problemen en het vooraf verlenen van toestemming. Een voorwaarde is dat ze speciaal daarin worden geschoold of getraind. Daarnaast dienen de ouders (voornamelijk vanwege cultuurverschillen) en de rest van de samenleving in Moengo te worden voorgelicht over de positie van kinderen met dreigende leergedragsproblemen • Individuele hulp. Leerkrachten kunnen de leerlingen die extra hulp nodig hebben die hulp bieden om te verkomen dat ze achterop raken • Schakelklassen. Voor kinderen met extra grote leerachterstanden kunnen schakelklassen worden ingericht. Leerlingen krijgen dan in een aparte groep les om hun achterstanden weg te werken • Huiswerkbegeleiding. In de middaguren kunnen leerlingen onder begeleiding hun huiswerk maken. Daarbij kunnen docenten en leerlingen van de MULO of sommige ouders worden ingezet • Kleinere groepen. Hoe minder leerlingen een leerkracht of docent heeft, hoe groter de kans op een goed contact tussen docent en leerling. Dit biedt meer mogelijkheden voor stimulerende, motiverende gesprekken en draagt bij aan de ontwikkeling van het kind

3.1.2.4 Kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten

Goede leerkrachten zijn de motor voor de verbetering en uitbreiding van het onderwijsstelsel in Moengo. Om deze aan te trekken kan het salaris worden verhoogd en moeten onderwijswoningen voor hen worden geregeld. Het is bekend dat nu leraren bedanken om in Marowijne te onderwijzen door het ontbreken van een goed onderkomen. Dit dient voorkomen te worden door voor hen onderdak regelen. Extra onderwijswoningen kunnen voor dit doel gebouwd worden. Ook kan gekeken worden naar andere mogelijkheden. Dit kan door de huizen van oud-leraren die met pensioen zijn of een andere baan hebben gevonden vrij te maken voor nieuw komende leerkrachten. Wanneer een leerkracht geen gezin heeft en op zichzelf woont in een kleiner woning onderbrengen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden om leegstaande gebouwen te verdelen in meerdere studio’s.

De aanwezige leerkrachten ontbreekt het regelmatig aan kennis en de kwaliteit om deze kennis over te brengen aan de leerlingen. Om beide zaken aan te pakken moeten er cursussen georganiseerd worden voor schoolleiders en docenten. Ook een schoolbegeleidingsdienst bestaande uit een aantal deskundige moet worden opgezet om de schoolleiders en docenten te begeleiden en te adviseren bij problemen. Om de kwaliteit te waarborgen is het opzetten van een onderwijsmonitor mogelijk. Die meet periodiek de kwaliteit en de indicatoren daarvan door middel van kengetallen als instroom, doorstroom, uitstroom, vinden van werk of verder studeren van leerlingen. Ook cijfers over docenten en faciliteiten dienen bijgehouden te worden. Uit deze cijfers kunnen conclusies getrokken worden waarna ingegrepen kan worden.

48 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.1.2.5 Relatie tussen educatie en maatschappij

Aangezien het onderwijs niet aansluit op de kinderen hun leefwereld is het voor deze leerlingen een extra uitdaging om de eindstreep te halen. Voor diegenen die de zesde klas halen is vaak ook het einde bereikt van hun schoolcarrière. Om leerlingen meer te enthousiasmeren kan praktijkgerichter onderwezen worden. De leerling zal enthousiaster worden om de schoolcarrière af te maken en niet vroegtijdig af te haken. Ook werkgevers in de omgeving hebben baat bij jongeren die al concreet iets kunnen. Leerlingen en ouders zullen ook gestimuleerd worden om de schoolopleiding voor te zetten en af te maken wanneer het daadwerkelijk verschil uitmaakt. Een behalen van een diploma moet worden gezien als iets zeer positiefs, wat op het zoeken van een baan en het bijbehorende salaris zijn uitwerking heeft. De werkgever moet op de hoogte zijn wat een bepaalde opleiding inhoudt en waartoe de pas geslaagde in staat is.

Een ander aspect is dat het onderwijs geld kost, veel geld. Ook de benodigde maatregelen zullen geld kosten. Geld dat niet in voldoende mate aanwezig is. Om dit deels op te vangen kan worden gekeken naar gedeeltelijke zelfinstandhouding van de scholen. Een jonge leerling die tijdens het knutselen leuke souvenirs maakt voor toeristen. Een techniek student die meubels maakt voor in de eigen of voor een andere school. Een leerling in de textiel maakt (school)kleding om deze vervolgens te verkopen. De voorbeelden om geld te besparen dan wel inkomsten te generen voor een school zijn talloos.

3.1.2.6 Overige zaken

Voor het bouwen, renoveren en onderhouden van faciliteiten is het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling Suriname (MINOV) verantwoordelijk. Binnen deze landelijke organisatie bestaan verschillende directoraten als sportzaken en de technische dienst. Het contact tussen scholen en deze instanties verloopt veelal traag en moeizaam. Om dit proces te verbeteren kan één instantie in het leven worden geroepen die zich bezighoudt met dergelijke zaken voor alleen het district Marowijne. Ook zal zij zich met de inventaris van scholen, de boeken en de lesstof moeten bezighouden. Deze instantie zal de kunde, de financiële mogelijkheden en bevoegdheid moeten krijgen om dit te kunnen bewerkstelligen.

Een ander punt is naschoolse opvang. Om 13.00 uur gaan de meeste scholen dicht, waarna de leerlingen richting huis gaan. Eenmaal thuis aangekomen hebben ze de hele dag weinig te doen en ontplooien ze zich niet verder. Door naschoolse activiteiten en opvang op te zetten wordt de sociale alsmede de educatieve vaardigheden van de jongeren verder bevordert. Voor Moengo is dit verder uitgewerkt.

Het aantal aanwezige faciliteiten als computerruimtes zijn er in beginsel genoeg. Echter ontbreekt het enthousiasme onder de locale bevolking om veelvuldig van deze mogelijkheden gebruik te maken. Om dit te bevorderen kan het belang en het nut van deze zaken worden toegespitst door leerkrachten en/of overheid.

49 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.1.3 Huidige stand van zaken Moengo

3.1.3.1 Aantal en type scholen

Er zijn een achttal scholen aanwezig in Moengo. Deze zijn:

Naam school Type Aantal leerlingen Aantal kleuters Barronschool LBGO+EBO+LTS4 530 0 Hub.Waaldijkschool MULO 404 0 O.S. Wonoredjo GLO 550 70 Hadji A. Siregar GLO 249 54 O.S. Bambi GLO 173 37 ST. Theresias GLO 469 104 Fred. Murray GLO 511 113 OS San Ten GLO 330 0 Totaal - 3216 378 Tabel 10 Overzicht scholen in Moengo

Zoals eerder aangegeven is het aan te bevelen om ook een vakopleiding in Moengo te realiseren. Een vakschool is gericht om leerlingen voor een speciaal vak op te leiden. De richtingsmogelijkheden om een vakopleiding aan te bieden zijn divers:

• Handel. De mensen in Marowijne hebben de motivatie om te handelen, misschien niet professioneel. Er ontbreekt echter degelijke kennis om goede handel te drijven. Om maximaal voordeel te hebben moet er een handelsvakschool komen, leren hoe ondernemingsplannen te schrijven en hoe te ondernemen. Veel bedrijven worden opgestart vanuit deze handelsvakschool en helpen de economie van Marowijne te dragen, met eventueel de mogelijkheid om kredieten te verschaffen om bedrijven te starten. Vanuit de handelsvakschool wordt het midden- en kleinbedrijf in Marowijne gestimuleerd • Landbouw. Voor het runnen van of het werken bij een landbouwbedrijf is kennis van zaken nodig. Deze benodigde kennis kan op een landbouwschool worden bijgebracht • Stratenmakers. Het wegennet in Moengo en omgeving moet in de nabije toekomst worden gerenoveerd en uitgebreid. Wanneer eigen mensen de kunde hebben om dit te realiseren schept het werkgelegenheid voor de locale bevolking • Houtbewerking. De houthandelaren in Marowijne hebben grote behoefte aan vakbekwame mensen • Automontage • Lasser • Elektricien • Toerisme • Etc.

Wanneer het onderwijssysteem in Moengo is vernieuwd en het inwonersaantal is gestegen kan worden gedacht om naast de MULO ook een HAVO en / of VWO opleiding te verwezenlijken. Het kennisniveau zal met deze opleidingen tot een nog hoger niveau worden gebracht. Het aantal geslaagden aan de MULO in Moengo en Albina tezamen in 2006 is 116. Er is dus een potentie aan leerlingen om ook daadwerkelijk een HAVO en / of VWO opleiding op te zetten, zeker wanneer in de toekomst het aantal leerlingen stijgt door beter onderwijs en een groeiend inwonersaantal. Hetzelfde kan worden gezegd over een MBO en/of HBO.

In de Barronschool is een stagebureau opgezet. Dit bureau helpt scholieren van het LBGO en EBO om praktijkervaring op te doen tijdens hun schoolcarrière. Dit is niet alleen belangrijk bij de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook de maatschappij kan hiervan profiteren. Wanneer de scholieren helpen bij bijvoorbeeld het renoveren van een school wordt geld uitgespaard wat dan besteed kan worden aan andere zaken. De MULO school, de Hubertes Waaldijk school, heeft momenteel niet een dergelijk stagebureau. De scholieren die van deze school komen missen derhalve de praktijkervaring. Om dit gat op te vullen kan het huidige stagebureau inspringen of de Hubertes Waaldijk school kan zelf een dergelijk instantie in het leven roepen.

50 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.1.3.2 Tekort aan lokalen

In Moengo is het volgende aantal lokalen aanwezig:

Naam school Aantal leerlingen Aantal lokalen Aantal leerlingen per lokaal Barronschool 530 21 25,2 Hub.Waaldijkschool 404 16 25,3 O.S. Wonoredjo 550 14 39,3 Hadji A. Siregar 249 10 24,9 O.S. Bambi 173 10 17,3 ST. Theresias 469 17 27,6 Fred. Murray 511 18 28,4 OS San Ten 330 10 33,0 TOTAAL 3216 116 27,7 Tabel 11 Aantal leslokalen per school

Ook bij het aantal leerlingen per lokaal lijkt in Moengo mee te vallen. Bedacht moet wel worden dat niet alle lesvormen kunnen worden gegeven in ieder type lokaal. Maar als gezegd is de noodzaak om direct nieuwe lokalen te bouwen niet aanwezig.

3.1.3.3 Kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten

In Moengo is het volgende aantal leerkrachten aanwezig:

Naam school Aantal leerlingen Aantal leerkrachten Aantal leerlingen per leerkracht Barronschool 530 29 18,3 Hub.Waaldijkschool 404 24 16,8 O.S. Wonoredjo 550 22 25,0 Hadji A. Siregar 249 12 20,8 O.S. Bambi 173 13 13,3 ST. Theresias 469 22 21,3 Fred. Murray 511 19 26,9 OS San Ten 330 16 20,6 TOTAAL 3216 157 20,5 Tabel 12 Kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten

Het totale gemiddelde van het aantal leerlingen per leerkracht van de acht aanwezige scholen in Moengo is 20,5. In eerste instantie lijkt het aantal leerkrachten dan ook niet een heel groot probleem te zijn. Daarbij moeten wel een paar kanttekeningen worden geplaatst:

• Leerkrachten werken gemiddeld slechts 28 uur • Het aantal leerlingen is hard stijgende en dus is er steeds meer vraag naar leerkrachten • Bij praktijkopleidingen (EBO en LBGO) is meer persoonlijke begeleiding gewenst

Het is derhalve aan te bevelen om te trachten meer leerkrachten richting Moengo te krijgen. Dit kan worden gedaan als beschreven voor het gehele district, paragraaf 2.4.

Naast de genoemde maatregelen betreffende leerkrachten kan geprobeerd worden om nog meer kennis naar Moengo te krijgen door een samenwerkingsverband met de Anton de Kom Universiteit (AdeK) en/of een hogeschool aan te gaan. Gedacht kan hierbij worden aan het geven van gastcolleges, het opzetten van een dependance of het verzorgen van begeleiding door hoogleraren aan leraren en leerlingen.

3.1.3.4 Naschoolse opvang/activiteiten

Diverse cursussen kunnen worden opgezet waaraan vrij deelgenomen kan worden. Een ieder die behoefte heeft om extra kennis te vergaren of die het gewoon gezellig vinden kan zich hiervoor

51 Projectgroep Moengo augustus 2008 opgeven. Het moet mogelijk zijn deze cursussen te volgen naast het werk of opleiding en kan dan ook worden gegeven in de avond of in het weekend. Enkele mogelijke cursussen zijn: • Huiswerkbegeleiding • Talen cursus; Frans, Engels, Spaans en Nederlands • Computer / internet • Filosofie Textiel • Schilderen • Koken • Zwemmen • Muziek • Theater • Houtbewerking • Schaken, dammen • Auto rijlessen, groot rijbewijs

Deze cursussen kunnen mogelijk geregeld en gefinancierd worden door het bedrijfsleven. Voordeel voor hen is het vinden en opleiden van personeel. Andere cursisten keren wellicht terug in het onderwijssysteem. Belangrijk bij het organiseren van cursussen is het bewustzijn van het bestaan daarvan bij de bevolking. Om dit te bewerkstelligen dient een overzicht opgesteld te worden van de verschillende mogelijkheden voor de bevolking die toegankelijk is voor iedereen en bijvoorbeeld op scholen wordt opgehangen. Om het overzicht te bewaren kan een centraal punt worden ingesteld waar men zich kan inschrijven voor de diverse cursussen. De overheid kan overwegen om de eerste lessen te sponsoren om de stap kleiner te maken. Nog extra stimulatie kan worden verkregen door (radio)advertenties en festivals.

Voor het geven van dergelijke cursussen en ook andere activiteiten hoeft niet direct begonnen te worden met het bouwen van nieuwe lokalen. Momenteel is er speelruimte zat om inventief om te gaan met het zoeken van geschikte locaties. Leslokalen, gymlokalen, keukens, praktijkruimtes en computerruimtes die ‘s avonds leeg staan kunnen voor dit doel gebruikt worden, en ook in de bibliotheek kan activiteiten en/of naschoolse opvang worden georganiseerd.

Naast de cursussen kunnen andere activiteiten worden ontplooid. Deze kunnen georganiseerd worden door de overheid, (sport)instellingen, stichtingen, kerkgemeenschappen en particulieren. Ook een goed initiatief van de Barronschool is om een studentenvereniging op te zetten. Zodoende leren scholieren organiseren en hebben zij tevens activiteiten.

Overige ontspanning valt onder het hoofdstuk “recreatie” waarin dieper wordt ingegaan op deze materie.

3.1.3.5 Overige zaken

Tijdens de studiedag werd gesproken over de gevaarlijke situaties die optreden tijdens het reizen van (jonge) leerlingen van en naar school. Dit probleem moet en kan worden verholpen door betere infrastructuur en openbaar vervoer. Dit zal worden behandeld in het hoofdstuk “Infrastructuur”.

Overige additionele faciliteiten om de educatie te bevorderen als bibliotheek en musea worden in het hoofdstuk “Kunst en cultuur” behandeld.

52 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.1.4 Benodigde ontwikkelingen (Fase 1)

Aanbevelingen eerste fase:

• Een vakopleiding in Moengo realiseren • Opzetten van een landbouw richting op de EBO in Moengo • Opzetten van een landbouw en civiel richting op het LBGO in Moengo • De LBGO opleiding te Albina naar vier jaar trekken • Kijken naar kleine schooltjes in gebieden waar nu geen school is • De kwaliteit en kwantiteit van leerkrachten verbeteren door: o Meer onderwijswoningen bouwen / regelen o Cursussen opzetten voor schoolleiders en docenten o Schoolbegeleidingsdienst o Opzetten van een onderwijsmonitor • Praktijkgerichter onderwijs verzorgen • Te trachten scholen financieel onafhankelijker te laten worden • Het opzetten van naschoolse opvang/activiteiten • Één overkoepelende organisatie voor scholen in Marowijne opzetten • Een stagebureau op de MULO-school verzorgen • Een relatie met de Anton de Kom universiteit en/of andere opleidingen verzorgen • Voorkomen van drop-outs • Betere infrastructuur en openbaar vervoer • Indien nodig efficiënter gebruik van leslokalen door middagles, naschoolse opvang of het verhuren van de ruimte • Bevorderen van huidige faciliteiten

3.1.5 Benodigde ontwikkelingen (Fase 2)

Aanbevelingen tweede fase:

• Meer leraren, leslokalen en (computer)faciliteiten • Opzetten van een MBO/HBO • Opzetten van een HAVO/VWO

53 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.2 Infrastructuur

3.2.1 Wegen

3.2.1.1 Inleiding

Wegen zijn hedendaags een zeer belangrijke schakel in de infrastructuur. Personen kunnen zich al lopend, fietsend of rijdend vervoeren om naar school of het werk te gaan, goederen kunnen worden aan- en afgevoerd en toerisme wordt bevorderd. Goede wegen zijn dan ook onontbeerlijk voor de ontwikkeling van een gebied. Het is derhalve van groot belang voor Moengo en omgeving om de kwaliteit van de wegen te waarborgen en te handhaven.

Helaas is dat in de huidige situatie niet het geval. Veel wegen zijn wegens achterstallig onderhoud en de burgeroorlog in verval geraakt. Diepe kuilen en gaten belemmeren vlot doorrijden. Auto’s raken beschadigd door de klappen die zij op moeten vangen, overvallen worden gepleegd waar auto’s moeten afremmen en het bijtende lateriet bevordert corrosie. Economische schade voor zowel particulieren als de markt in het geheel is het gevolg. Al met al is het duidelijk een niet optimale situatie waarvan het belangrijk is dat het snel en degelijk moet worden aangepakt. Daarnaast zal in de toekomst beter onderhoud gepleegd moeten worden om te voorkomen dat de wegen weer in verval raken. De investeringen die hiermee gepaard gaan zullen op de lange termijn (deels) worden terugverdiend.

In dit hoofdstuk wordt gekeken welke wegen op welke manier aangepakt moet worden. Om te bepalen welke wegen de prioriteit verdienen om opgeknapt te worden is er gekeken naar de huidige status en het belang van deze wegen voor Moengo en omgeving. Het hoofdstuk zal dan ook aanvangen met een inventarisatie, zowel van de kwaliteit als de functie van de wegen. Uit deze combinatie volgt een overzicht van de wegen die als eerste moeten worden aangepakt. Hierbij wordt ook gekeken naar hoe deze wegen aangepast dienen te worden en er wordt per weg bekeken of lateriet afdoende is of dat er verharding moet worden aangebracht. Al Tenslotte wordt er een inleiding over het constructief ontwerpen van wegen gegeven.

3.2.1.2 Inventarisatie

Kwaliteit van de wegen

Goede en up-to-date informatie van de bestaande wegen in Moengo is moeilijk te verkrijgen. Derhalve is er voor gekozen om de wegen eigenhandig te gaan verkennen. Om een inventarisatie te maken van de huidige situatie zijn de wegen geclassificeerd in vijf categorieën. Bij de indeling van wegen in de verschillende klassen is gekeken naar onder andere het aantal en grootte van de kuilen, de breedte van de weg, de soort verharding en de waterafvoer. Hieronder worden de verschillende categorieën verklaard.

Categorie 1

In de eerste categorie zijn de wegen opgenomen die over een zeer slechte kwaliteit beschikken. Grote en vele kuilen zijn typerend voor deze categorie. De afvoer van regenwater is slecht en water blijft lang op de weg liggen. Veel wegen die in deze klasse vallen zijn gemaakt van lateriet, maar ook enkele oude verharde wegen vallen hieronder. Zelfs fietsen is op de wegen niet te doen.

Categorie 2

De wegen in de tweede categorie zijn ook van zeer matige kwaliteit, maar net iets beter dan de laagste categorie. Ook hier worden de wegen gekenmerkt door vele en grote kuilen en stroomt het regenwater niet of nauwelijks weg.

Categorie 3

De derde categorie behelst de wegen van matige kwaliteit. De wegen zijn redelijk begaanbaar, maar door de kuilen en oneffenheden is goed doorrijden niet mogelijk. In deze categorie zijn zowel goede laterietwegen als matige verharde wegen opgenomen.

54 Projectgroep Moengo augustus 2008

Categorie 4

De wegen in de vierde categorie zijn in principe van goede kwaliteit. Door oneffenheden, een te kleine breedte of andere specifieke eigenschappen vallen de wegen niet in de beste categorie. Goed doorrijden is mogelijk en de drang om deze wegen aan te pakken is laag. Alleen verharde wegen komen in aanmerking voor deze categorie.

Categorie 5

In deze laatste categorie zitten de beste wegen van Moengo. Brede wegen, geen kuilen of hobbels en goede regenwaterafvoer is vereist om in deze categorie te vallen. Alleen verharde wegen komen in aanmerking voor deze categorie. De ringweg om Moengo (Lijnweg) is een voorbeeld van deze categorie.

Categorie 1 Categorie 3 Categorie 5

Figuur 7 Wegen naar categorie

Om een en ander te verduidelijken zijn in een plattegrond de wegen gekleurd naar categorie. Om niet een wirwar van kleuren te krijgen zijn categorie 1 en 2 evenals 4 en 5 samengevoegd:

Rood  categorie 1 & 2  (zeer) slechte kwaliteit Geel  categorie 3  matige kwaliteit Groen  categorie 4 & 5  goede tot uitmuntende kwaliteit Blauw  proeftraject

De heer Kartodikromo heeft bij wijze van proef een paar straten van klinkers voorzien. Deze wegen zijn een paar weken / maanden geleden aangelegd en zijn dan ook van hoge kwaliteit. Het is de vraag hoe deze wegen zich in de toekomst gaan houden, maar tot nu toe ziet het er hoopvol uit.

Figuur 8 Proefproject met klinkers

55 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 9 Wegen ingedeeld naar huidige kwaliteit

Functie van de wegen

Nu de kwaliteit van de wegen bepaald is, is de volgende stap om de functie van de wegen te bepalen. De reden hiervoor is om een lijst op te kunnen stellen die aangeeft waar de prioriteit ligt. Het aanpakken van een ontsluitingsweg in de tweede categorie is belangrijker dan een weg die leidt naar een huis (erftoegangsweg) in de eerste categorie.

De opzet van het wegennet in Suriname is duidelijk anders dan die van Nederland. Uiteraard heeft dit te maken met de beperkte financiële middelen in het land, maar ook de lage bevolkingsdichtheid speelt hierin een rol. Dit heeft tot gevolg dat er slechts een beperkt aantal dorpen zijn die met een wegennet met elkaar verbonden moeten worden en dat die dorpen een beperkte omvang hebben.

Hoewel de functionele indeling verschilt met die van Nederland kan de gedachte erachter wel toegepast worden op Moengo. Het idee van functionele indeling is om de noodzakelijke kwaliteit en omvang van de wegen te bepalen. Hoe groter de stroomfunctie hoe belangrijker het is om een vlak en verhard wegdek te hebben. In onderstaand grafiek is de functie van de wegen uitgezet tegen stroom- / erffunctie, capaciteit en bereikbaarheid.

56 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 10 Type wegen uigezet tegen functie

In deze grafiek staat bovenaan de autosnelweg. De autosnelweg heeft een zeer hoge stroomfunctie en capaciteit maar lage bereikbaarheid. De Oost-West verbinding, welke van helemaal oost naar west Suriname loopt, heeft deze functie toebedeeld gekregen. Om de hoge stroomfunctie en capaciteit te kunnen (blijven) realiseren is onderhoud hard nodig. Dit staat vooralsnog in 2009 gepland.

Moengo zelf heeft op dit moment een inwonersaantal van rond de 7000. Een stadsautoweg is derhalve ook overbodig. Wel is er een wijkverzamelweg aanwezig in de vorm van de Lijnweg (die deels Julianaweg heet). De diverse buurtverzamelwegen zorgen voor de verbinding tussen de woonstraten onderling en tussen woonstraten en de wijkverzamelweg. De woonstraten zorgen voor de verbinding van de woonpaden onderling. De woonpaden zorgen op hun beurt voor de verbinding van huizen en de woonstraten.

Wederom wordt het overzicht gepresenteerd in een plattegrond met behulp van drie kleuren:

Rood  woonstraten en woonpaden Geel  buurtverzamelwegen Groen  wijkverzamelwegen en de Oost-West verbinding

Het doel van het overzicht is vrij simpel; om met een zo klein mogelijk budget een zo efficiënt mogelijke verkeersafhandeling te creëren. Dit kan worden gerealiseerd door er zorg voor te dragen dat een persoon rijdend van A naar B in principe de volgende volgorde aflegt:

Rood – Geel – (Groen) – (Geel) - Rood

In het volgende overzicht is getracht dit doel te optimaliseren.

57 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 11 Wegen ingedeeld naar functie

Te zien op de plattegrond is dat de Oost-West verbinding en de Lijnweg de belangrijkste wegen zijn. Voor de afhandeling van het verkeer spelen deze wegen een grote rol en het is dat ook van belang dat ze in een (zeer) goede staat verkeren. Asfalt wordt hiervoor geadviseerd.

De wegen in het geel zorgen voor de omsluiting van een buurt. Ook deze wegen hebben een bepaalde stroomfunctie in het geheel. Voor deze wegen kan gekeken worden om klinkers toe te passen. Deze zijn namelijk een factor 4 goedkoper dan asfalt en ze wateren beter af. Echter, ze worden tot nu toe alleen nog gebruikt in een aantal proeftrajecten en daardoor is nog niet duidelijk wat de kwaliteit van deze wegen is op de lange termijn.

De straten die in het rood aangegeven zijn hebben in principe het doel om de auto’s tot aan de huizen te brengen. Omdat dit maar een klein stukje is hoeven ze niet van perfecte kwaliteit te zijn. Dat neemt niet weg dat ze flink verbeterd moeten worden ten opzichte van de huidige situatie. Een goed aangelegde en onderhouden laterietweg kan hiervoor een oplossing bieden.

58 Projectgroep Moengo augustus 2008

Prioriteiten van wegen

Zowel de staat als de functies van de wegen zijn nu bekend. Door dit te combineren kan bekeken worden welke wegen een nog hogere prioriteit verdienen dan de andere. Het is van zeer groot belang dat ook de overige wegen op de korte termijn worden verbeterd.

De volgorde naar oplopende prioriteit is:

Rood – Geel – Groen

De kleur blauw is gegeven aan die wegen die al van goede kwaliteit zijn en waarmee in beginsel niks mee gedaan hoeft te worden.

Onderstaande plattegrond laat zien dat de Oost-West verbinding, de Concessieweg, de Walther Burnside weg en de verbindingswegen naar andere dorpen de hoogste prioriteit hebben.

Figuur 12 Wegen ingedeeld naar prioriteit

59 Projectgroep Moengo augustus 2008

Constructief ontwerp van wegen

De belangrijkste parameters voor het bepalen van verticale verplaatsingen zijn het constructief ontwerp van de weg en de verkeersbelastingen op de weg. Voor het constructief ontwerp is de ondergrond van een wegconstructie een zeer belangrijk onderdeel. Deze ondergrond is de drager van de verharding en is verantwoordelijk voor het overbrengen van uitgeoefende krachten van het verkeer. Hierbij is het belangrijk dat het niet ontoelaatbaar vervormt door zettingen of verlies van stabiliteit. Grote vervormingen zullen leiden tot een verlies van rijcomfort en kunnen zelfs leiden tot onveilige situaties. Aangezien de onderbouw vaak uit gewoon grond bestaat is inzicht in het gedrag van grond nodig. Bekend moet zijn op welke wijze dit gedrag kan worden geanalyseerd en wat de constructieve consequenties daarvan zijn. Dit vakgebied is echter zeer uitgebreid en gespecialiseerd en is dan ook niet in een paar bladzijden samen te vatten. In deze paragraaf zullen dan ook alleen de hoofdpunten uiteengezet worden.

Zettingen

Om zettingen te begrijpen is fundamentele kennis nodig van het gedrag van grond. Dit gedrag van grond is afhankelijk van het korrelskelet, wat een grote invloed heeft op de sterkte, de porositeit, de doorlatendheid en andere eigenschappen. Om een en ander duidelijk te maken wordt als eerste een grondtype aangenomen met korrels die allemaal dezelfde afmeting hebben, allemaal perfect rond zijn en allemaal een glad oppervlak hebben. Duidelijk mag zijn dat dit een schematisatie van de werkelijkheid is. Het korrelskelet kan in een dergelijk geval twee verschillende stapeling aanhouden, zie onderstaande figuur.

Figuur 13 Korrelskelet van zand

Het skelet aan de linkerzijde, de losse pakking, heeft duidelijk veel minder contactpunten tussen de korrels dan die aan de rechterzijde, de vaste pakking. Als er nu een belasting wordt aangebracht op de losse pakking zullen er normaalspanningen (druk) alsmede schuifspanningen in de contactpunten worden gegenereerd. Wanneer deze schuifspanningen groter zijn dan de door wrijving overbrengbare spanning zal er afschuiving optreden. De hoeveelheid “lege ruimte” tussen de poriën neemt af en het aantal contactpunten neemt toe, zodanig dat er een evenwicht wordt bereikt. Dit fenomeen gaat gepaard met grote zettingen en wordt bestempeld als de “primaire zettingen”. Dit kan echter alleen optreden wanneer de afname van de poriën niet belemmerd wordt. Wanneer deze gevuld zijn met water zal dit er eerst uitgeperst moeten worden. Wanneer de grond niet doorlatend is kan het water niet uit de poriën stromen en zullen er dus geen zettingen zijn. De extra (verkeers)belasting zal dan in het geheel gedragen worden door het water, hetgeen betekent dat er sprake is van “overspannen” water. In het midden van de weg is dit op zich niet zo’n probleem. Echter, aan de randen zullen grote schuifspanningen in de ondergrond ontstaan en daardoor zal er hier afschuiving kunnen optreden. Figuur 14 Plaatselijke zakkingen

Als voorbeeld kan de Barronstraat dienen, waar aanzienlijke zakkingen hebben plaatsgevonden hoewel de weg er nog maar enkele weken / maanden geleden opnieuw aangelegd is. Dit probleem kan worden verholpen door een betere drainage van de ondergrond, zodat er geen overspannen water kan ontstaan onder de weg.

60 Projectgroep Moengo augustus 2008

Stabiliteit

Figuur 15 Stabiliteit van een wegvlak

Een wegvlak kan ook falen door het verlies aan stabiliteit. Dit kan gebeuren doordat de randen in de naast gelegen geulen glijden. Het een en ander kan duidelijk gemaakt worden door het volgende figuur. Om te zorgen dat dit verschijnsel niet optreedt, kan er een berekening worden gemaakt. Deze berekening is echter zeer gecompliceerd en verreist echte vakkennis. Dit onderwerp zal dan ook niet verder worden behandeld. Dit kan worden verantwoord door op te merken dat in Moengo de meeste geulen op een vrij grote afstand liggen van de weg en dat deze relatief klein zijn. Ook wordt er bij de aanleg van de wegen goed gecunetteerd. Verlies aan stabiliteit komt dan ook zelden voor.

Verkeersbelastingen

Zwaardere voertuigen leiden tot grotere spanningen en dus tot snellere slijtage en zakkingen. Veel mensen zijn zich hiervan bewust, echter weten en begrijpen weinigen de precieze relatie tussen belasting en het beschadigende effect. De kuilen en hobbels in de wegen van Moengo worden grotendeels door dit gebrek aan kennis veroorzaakt. Om de gezochte relatie te vinden tussen het beschadigende effect en de belasting is een onderzoek ingesteld. De belasting in dit onderzoek is gedefinieerd als aslast, de kracht die een as op de weg uitoefent. Gezocht is naar een relatie tussen de standaard aslast van 82 kilonewton (kN) en de verschillende aslastgrootten. De gevonden vergelijking is:

m Neq,i = (L i /82) * N i [kN]

Met: Neq,i = aantal equivalente 82 kN aslasten t.g.v. aslast L i Li = aslastgrootte waarvoor het aantal equivalente herhalingen moet worden berekend Ni = aantal herhalingen van aslast L i m = exponent waarmee het beschadigende effect van aslasten t.o.v elkaar kan worden berekend

Uit de test blijkt dat m altijd de waarde 4 aanneemt. Uit de vergelijking kan nu worden opgemaakt dat één aslast van 164 kN gelijk staat aan 16 (!) aslasten van 82 kN. Uit dit verhaal kan worden opgemaakt dat de relatie tussen belasting zeker niet één-op-één is. Een zware vrachtwagen is gelijk aan tientallen personenauto’s. Het is dus van groot belang om zowel het aantal vrachtwagens als de zwaarte van de vrachtwagens terug te brengen om het wegennet intact te houden.

Lateriet

Lateriet wordt in het district Marowijne veelvuldig gebruikt in de wegenbouw. Het is een grondstof bestaande uit een mengsel van ongeveer 70% zand en 30% kleiachtige materialen, dat sterk verband houdt met bauxiet. Daardoor is het ruimschoots aanwezig in het district en dat maakt het mogelijk om met het product relatief goedkoop een weg te construeren.

Aan het toepassen van lateriet kleven echter ook een aantal nadelen:

• Hoge onderhoudskosten, oplopend tot driemaal de aanlegkosten • Er moet vaak bijgestort worden (1 - 5 cm per jaar) • Het is nauwelijks tot niet doorlatend • De kwaliteit is zeer wisselvallig • Bij droog weer waait veel stof op

61 Projectgroep Moengo augustus 2008

Regelmatig onderhoud is van groot belang voor een dergelijke weg. Om alles één keer per jaar of vaker bij te houden kost veel geld. Toch zal men uiteindelijk goedkoper en beter uit zijn dan wanneer het niet gedaan wordt. De renovatiekosten die na een paar jaar toch nodig zullen zijn en de opgelopen tijd- en autoschade zullen hoog oplopen.

Onderhoud houdt voornamelijk in dat de kuilen in de weg worden opgevuld en dat het wegvlak weer vlak wordt gemaakt. Dat is belangrijk om te voorkomen dat water stil blijft staan waardoor het vochtgehalte van het lateriet op kan lopen tot de vloeibaarheidgrens. Het gevolg is putformatie, een veelvoorkomend probleem in het district Marowijne.

Het gedrag van lateriet in wegconstructies hangt af van:

• De korrelverdeling • De sterkte van de korrels • De verdichtingfactor • De verkeersintensiteit • Het klimaat • Het vochtgehalte

lateriet weg

Klimaat Verkeer Grond

Regen Temperatuur Aantal voertuigen Gewicht van Eigenschappen Behan deling voertuigen

Vochtigheid Snelheid Drainage

Figuur 16 Parameters voor gedrag laterietweg

Naast het goed onderhouden van laterietwegen kan men ook trachten te voorkomen dat laterietwegen snel verslechteren. Een goede drainage is, zoals voor elke weg geldt, hiervoor van groot belang. Tevens kan men de wegen stabiliseren. Stabiliseren kan worden omschreven als een proces waarin een bepaalde grondsoort verbeterd wordt en stabieler wordt gemaakt. Stabilisatie is dan ook bedoeld om de grondsterkte, het draagvermogen, de stabiliteit en de duurzaamheid onder verschillende vocht- en spanningscondities te verbeteren.

Mechanische stabilisatie

De sterkte en de duurzaamheid van de grond kunnen verbeterd worden door verdichting met behulp van trilapparatuur en zonder toevoeging van een ander materiaal. Enkel water moet toegevoegd worden tijdens het verdichten om lucht te verdringen en om beweging mogelijk te maken van fijne korrels zodat een grote dichtheid verkregen kan worden.

Cement stabilisatie

Afhankelijk van het grondtype wordt 3% tot 10% cement van het drooggewicht van de grond gemixt, waarna het geheel zal verharden tot een compact geheel.

Kalk stabilisatie

Het idee achter kalk stabilisatie is gelijk aan die van bovengenoemde cement stabilisatie. Een vereiste is wel dat silica of een ander puzzolaan in de grond aanwezig is om de vereiste chemische reactie mogelijk te maken. De benodigde kalk is 3% tot 5% van het drooggewicht van de grond.

62 Projectgroep Moengo augustus 2008

Bitumen stabilisatie

Met een mix waarin een hoeveelheid van 4% tot 7% bitumen materiaal is verwerkt worden betere eigenschappen verkregen. Het grondpakket wordt minder permeabel en een extra cohesie bevorderd de stabiliteit.

Zand stabilisatie

De meeste soorten lateriet bevatten nauwelijks korrels van middengrote klasse. Toevoeging van geschikt zand voorziet in deze klasse en hierdoor verbetert de zogenaamde zeefcurve, een curve die de verschillende grootten van de korrels aangeeft. Hierdoor kan het lateriet beter verdicht worden, wat een afname van plasticiteit en zwel tot gevolg heeft.

De keuze van de methode om de stabiliteit te verbeteren hangt af van de volgende factoren:

• De zeefcurve • De mineralogische samenstelling van de grond • De fysische en chemische eigenschappen van de grond

Uit studies is gebleken dat lateriet ontgonnen uit de oppervlaktegronden die kleiachtige materialen en zuurrijke reacties bevatten geschikt is voor kalkstabilisatie. Het lateriet uit de lager gelegen zones met illite en kaolinite reageert weer beter met cement voor stabilisatie. Diepgaande studies naar de samenstelling van lateriet is nodig om de gewenste stabiliteitmethode te bepalen. Makkelijker is het om tests met bovengenoemde methoden uit te voeren.

Klinkers

Zoals eerder vermeld is de heer Kartodikromo begonnen met een drietal proeftrajecten in Moengo waarin klinkers worden gebruikt. Deze proeftrajecten liggen er sinds een paar maanden en zijn uitgevoerd in betonnen profielstenen (zie onderstaande figuren). Het toegepaste type is N en het verband is het zogenaamde halfsteensverband (zie onderstaande figuren).

Figuur 17 Verschillende klinker(verbanden)

Het toepassen van klinkers kan wel eens het begin zijn van een revolutie in de wegenbouw van Moengo door de vele positieve punten die het met zich meebrengt. Het grootste voordeel is de mogelijkheid van de verharding ongelijke zettingen te volgen waardoor geen scheuren ontstaan in het wegdek, iets wat een groot probleem is voor het dorp. Andere voordelen zijn onder andere:

• Het wegdek watert zeer goed af • Het corrigeren van zettingen is gemakkelijk en vrijwel zonder materiaalverlies uit te voeren • Het is goed in staat hoge belastingen van de zware vrachtwagens af te dragen • Met een kostenraming van ongeveer 20 euro per vierkante meter is een klinkerweg ongeveer 4 keer zo goedkoop als een asfaltweg • De verharding kan onmiddellijk na aanleg worden opengesteld voor het verkeer

63 Projectgroep Moengo augustus 2008

• Het wegdek blijft stroef, temeer omdat er door de aanwezigheid van voegen geen waterfilm op het wegdek ontstaat • Telesur / ADSL / SWM en EBS kunnen makkelijker bij hun kabels voor reparaties, of nog investeringen doen na de realisatie van de wegen

Het toepassen van klinkers houdt wel in dat er met een maximum van 50 à 60 km/h gereden kan worden. In het dorp zelf is dit echter geen probleem met het oog op de veiligheid en de huidige situatie waarin hogere snelheden ook niet zijn toegestaan.

De dwarsdoorsnede is als volgt opgebouwd:

Figuur 18 Dwarsdoorsnede van een laterietweg

Toplaag

De toplaag bestaat uit de toegepaste betonstraatklinkers.

Straatlaag

De straatlaag is nodig om de onderkant van de toplaag vlak te maken. Aangezien de straatlaag zich dicht bij het aangrijpingspunt van de belasting bevindt moet het materiaal elastisch en stabiel zijn. In Nederland worden daarom speciale zandsoorten toegepast zoals straatzand, hoogovenslakkenzand, brekerzand en fijne steenslag. De aannemer moet zelf bekijken wat voor hem het goedkoopst en makkelijkst is om de gewenste kwaliteit te halen.

Fundering

De functie van de fundering, die bij zeer lichtbelaste elementenverhardingen als voetgangersgebieden, trottoirs, fietspaden, woonstraten en dergelijke achterwege kan blijven, is het zodanig spreiden van de verkeerslasten dat de vervormingen in de dieper gelegen lagen beperkt blijven, uiteraard mag de fundering zelf ook niet te veel vervormen. Ook is een vereiste dat het hemelwater goed afgevoerd kan worden. Dit is bij lateriet vaak een probleem.

Onderfundering

De onderfundering heeft de volgende functies:

• Ophoging om het wegdek boven het maaiveld te brengen • Tijdelijke berging van hemelwater • Grondverbetering: met andere woorden vervanging van ongeschikte grond • Verder verspreiding van de belastingen zodat geen ontoelaatbare vervormingen optreden

De dikte van de onderfundering is afhankelijk van de gewenste hoogteligging van het wegoppervlak, de verkeersbelasting, het draagvermogen van de ondergrond en de eigenschappen van het in de onderfundering toegepaste materiaal.

Ondergrond

De ondergrond is daar waar geen menselijke interventie hoeft te worden toegepast.

Een belangrijk onderdeel van een straat waarin klinkers gebruikt zijn is de kantopsluiting die aan weerszijde van de weg geplaatst worden. Deze zorgt dat de losse elementen op hun plek blijven en het zand niet zijdelings weg geperst wordt. De kantopsluiting dient zijdelings gesteund te worden door een voldoende brede en goed verdicht berm of door een trottoir.

64 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.2.1.3 Fiets / voetgangerspaden

Voor de verkeersveiligheid is het van belang om deelnemers op de weg met grote verschillen in snelheid van elkaar te scheiden. De verkeersdeelnemers in Moengo zijn te onderscheiden in voetgangers, brommers en (vracht)auto’s. Fietsers komen vrijwel niet voor. Het is voor de verkeersveiligheid belangrijk om de verkeersdeelnemers te scheiden in voetgangers en overige verkeer. Tevens is het voor het comfort van de voetgangers nodig om een afstand te maken tussen de auto’s en voetgangers. Bijvoorbeeld om hinder van opspattend water te voorkomen.

Er zijn echter nog weinig plekken in Moengo waar de voetgangers een eigen pad hebben. Het is van groot belang om extra voetgangerspaden aan te leggen. Hierna zal ingegaan worden op de veelvoorkomende routes van voetgangers, de ontbrekende voetgangerspaden en de constructieve opbouw van voetgangerspaden.

Veelvoorkomende routes

Om 7:30 en 13:00 worden de wegen in Moengo gevuld met schoolkinderen. Er treden op die tijdstippen veel gevaarlijke situaties op, omdat de kinderen over de weg lopen waar vrachtwagens en auto’s rijden. Veelvoorkomende looproutes zijn:

• Enkele kinderen komen van andere dorpen met boten naar Moengo. Ze lopen dan vanaf de haven naar de scholen. De wegen die dan gebruikt worden zijn: Lijnweg, Julianaweg en de weg van de boten naar de Julianaweg toe

• Veel kinderen komen uit Moengo zelf. De looproutes die gebruik worden zijn: o Van Bernharddorp naar de Julianaweg o Van Moengodorp naar de Julianaweg o Van Julianadorp naar de Julianaweg o Van San Ten naar de Lijnweg o Van Zuid-Oost Moengo naar de Lijnweg

• Naar scholen langs de Oost-West verbinding. Kinderen komen uit Moengo en omliggende dorpen en lopen over de Oost-West verbinding naar de school. Op deze weg wordt door auto’s maximaal 120 km / uur gereden, en hier treedt dus een zeer gevaarlijke situatie op Figuur 19 Aanmeerplaats van de schoolboot

Tevens wachten de kinderen ’s middags op vaste plekken langs de weg op de schoolbus. Er is echter geen signalering voor auto’s waarmee ze geattendeerd worden op een onveilige situatie voor schoolkinderen. Tussen de Esso en de Texaco wachten de bussen ’s middags de schoolkinderen op. De kinderen verzamelen zich rond de wachtende bussen naast de weg. Er zullen voorzieningen getroffen moeten worden om een veilige situatie te creëren voor de wachtende kinderen.

De hoofdader van de verkeersroutes is de Julianaweg en de Lijnweg. Verschillende routes sluiten hierop aan. Er zijn enkele voetgangers paden langs de Julianaweg en de Lijnweg. Het voetpad aan de Julianaweg (bij Julianadorp) is goed aangelegd. Tussen het voetpad en de weg is een brede berm met greppel aanwezig, zodat de voetgangers geen enkele hinder ondervinden van de auto’s. Het gedeelte van het voetgangerspad langs de Julianaweg voor het hospitaal is ook aanwezig.

Ontbrekende voetgangerspaden

De ontbrekende voetgangerspaden worden opgesomd in volgorde van belangrijkheid. De meest urgente paden zijn het eerst genoemd.

• Langs de Oost-West verbinding is het zeer belangrijk dat voetgangers (school kinderen) worden gescheiden van de voorbij rijdende auto’s en vrachtwagens • Het voetpad vanaf de Julianaweg doortrekken tot het eind van de Lijnweg • Een voetpad langs de Walther Burside weg

65 Projectgroep Moengo augustus 2008

Constructieve opbouw

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de opbouw van de voetgangerspaden. De reeds aangelegde paden zijn betonelementen. De elementen zijn ongeveer 13 meter lang en 1 meter breed. Hierna een opsomming van de mogelijkheden voor nieuwe wegen, waarna ze verder worden uitgewerkt.

• Onverhard (lateriet, zand of grind) • Verhard d.m.v. betonstenen • Verhard d.m.v. asfalt

Onverharde wegen

Onverharde wegen kunnen in dit gebied aangelegd worden van lateriet, zand of grind. Lateriet is vanwege de ruime aanwezigheid in het gebied het goedkoopste alternatief. Vanwege de lage kosten is het aanleggen van onverharde wegen een aantrekkelijke keuze. Groot nadeel van onverharde wegen is de slechte staat na regenval. Indien er grote plassen liggen op het voetpad, zullen voetgangers toch op de weg gaan lopen. Hiermee is met onverharde wegen in dit gebied geen duurzame oplossing geboden.

Asfaltverharding

Verharde wegen van asfalt komen nog niet voor in het gebied. Door de hoge kosten vanwege het speciaal instellen van asfalt machines voor kleine wegen, zal dit alternatief niet kunnen opwegen tegenover de overige vormen.

Betonverharding

De wegen kunnen aangelegd worden van beton. Alle aanwezige voetpaden zijn reeds van beton en ongeveer 120 cm breed. De dikte is 10 cm. De kwaliteit van deze wegen is goed. Er zijn weinig verzakkingen aanwezig, en grote scheuren komen nagenoeg niet voor.

Bij het aanleggen van nieuwe voetpaden wordt dezelfde manier aanbevolen. De snelheid van aanleggen is zeer goed. Echter dient bij deze manier van straten veel aandacht besteed te worden aan de ondergrond, om scheurvorming van het beton te voorkomen.

Een alternatief voor deze manier van bestraten is het plaatsen van kleinere stenen. In Nederland is het gangbaar om straattegels van 20 x 20 cm gebruikt.

3.2.1.4 Vrachtwagens

Er rijden veel vrachtwagens en trucks door Moengo heen. Dit levert veel gevaarlijke situaties op voor schoolkinderen en andere weggebruikers. Veel van deze vrachtwagens hebben geen bestemming in Moengo. Er zijn 2 redenen voor de vrachtwagens om toch door Moengo heen te rijden:

• Moengo wordt aangedaan om eten of drinken te kopen • De vrachtauto’s staan in Moengo geparkeerd, zodat ze moeten vertrekken uit Moengo. Een standplaats bevindt zich midden in een woonwijk, waardoor de vrachtauto’s de routes van schoolkinderen moeten kruisen

Er zal een oplossing gezocht moeten worden, zodat er minder vrachtauto’s door Moengo zullen rijden. Een verbod op vrachtwagens in Moengo is geen realistische oplossing omdat er ook transport voor Moengo zelf bestemd is, en controle hierdoor niet mogelijk zal zijn.

Een goede oplossing is het stimuleren van het verhuizen van de standplaats van de vrachtwagens richting de Oost-West verbinding. Een eigenaar van een transport truck wil het voertuig graag in een bewoonde omgeving plaatsen omdat er anders niet genoeg toezicht is op de wagens. Er zijn rovers die ’s nachts de diesel olie uit de tanks halen. Een oplossing hiervoor is het plaatsen van een omheining op een locatie langs de Oost-West verbinding. Tevens kan de eigenaar ’s ochtends de benodigde hoeveelheid tanken die nodig is voor 1 dag, zodat er ’s nachts geen diesel in de voertuigen achter blijft. Tevens kan het gestimuleerd worden om een winkel in de buurt van de Oost-West verbinding te plaatsen, waardoor er minder verkeer door Moengo wordt gehaald.

66 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.2.1.5 Transport

Bouwmaterialen zoals zand en grind worden via de weg getransporteerd naar de bestemming. Het grootste gedeelte van de gewonnen producten gaan naar Paramaribo toe. Vanuit daar wordt het verder getransporteerd via de weg of via de haven naar de zee. De transporten leveren veel problemen op. De maximaal toegestane asdruk bij wegtransporten bedraagt acht ton. Vrijwel geen enkele vervoerder van zware ladingen houdt zich hier echter aan. Dit veroorzaakt regelmatig zware schade aan de wegeninfrastructuur.

Er vindt veel transport plaats vanaf Albina naar Paramaribo. Indien er een brug wordt gerealiseerd bij Albina zullen er meer vervoerstromen vanuit Frans Guyana naar Paramaribo gaan. Het verkeer op de Oost-West verbinding zal hierdoor sterk gaan toenemen. Een mogelijkheid is om het transport van zware ladingen vanaf Moengo te verbieden. Hiermee wordt verplicht om de haven te gebruiken voor het verder transporteren van de goederen. Onderstaande figuren geven het principe schematisch aan op de kaart.

Huidige situatie Nieuwe situatie Figuur 20 Twee mogelijke manieren van transport tussen Albina en Paramaribo

Door het vergroten van de haven kan werkgelegenheid worden gecreëerd in de omgeving van Moengo. Een dergelijk verbod is wettelijk al voorbereid. De regering wil hier echter nog niet op toezien en past een soort gedoog beleid toe. Het nadeel van de rivier is echter dat deze nogal veel bochten heeft. Er zal gekeken moeten worden of de kosten van het vervoer over het water opwegen tegen de kosten van het vervoer over de weg.

3.2.1.6 Wegvoorzieningen

Langs en op de weg kunnen diverse wegvoorzieningen aangebracht worden. Deze wegvoorzieningen zorgen voor een veiligere afhandeling van het verkeer.

Lantaarnpalen

Lantaarnpalen zijn er om de weg en omgeving te belichten. Dit zorgt er voor dat bestuurders beter andere voertuigen of obstakels kunnen waarnemen en zodoende een botsing kunnen voorkomen. Ook heeft het andere positieve effecten als het bevorderen van de rijcomfort en het terugdringen van de criminaliteit. Aanbevolen wordt om heel Moengo te voorzien van lantaarnpalen.

Verkeersborden

Verkeersborden dienen om de weggebruiker alert te maken voor een komend gevaar of te attenderen voor een verkeersregel. In Moengo zijn slechts enkele borden aanwezig. Deze borden zijn voornamelijk voor het waarschuwen van een drempel of het aangeven van een aanbevolen snelheid. Borden die een maximale snelheid of een voorrangsregel aanduiden zijn niet aanwezig. Aanbevolen wordt om op cruciale plekken als kruisingen deze borden te plaatsen.

Drempels

Veel ongelukken gebeuren door het rijden met een te hoge snelheid. Wanneer deze snelheid teruggedrongen wordt zal het aantal ongelukken met fatale gevolgen drastisch afnemen. Om dit te realiseren wordt aangeraden om drempels te plaatsen, in combinatie met verkeersborden en voorlichting.

67 Projectgroep Moengo augustus 2008

Signalering

Met signalering wordt de witte strepen op het wegdek verstaan. Deze signalering kunnen diverse functies hebben. Het onderverdelen van een wegdek in een twee (of meer) tal rijstroken wordt voor Moengo niet nodig geacht. Wel is het raadzaam om op kruispunten waar zich veel gevaarlijke situaties voordoen een weg een voorrangsweg te maken. Dit kan dan worden aangeven met behulp van verkeersborden en duidelijke signalering in de vorm van haaientanden of een stopstreep. Tenslotte kunnen zebrapaden worden gemaakt waar voetgangers veiliger kunnen oversteken. Met name in de buurt van scholen wordt dit aanbevolen.

Verkeerslichten

Door de lage intensiteit van het verkeer in Moengo worden verkeerslichten niet nodig geacht. Als in fase 2 het aantal voertuigen is toegenomen kan wel gedacht worden aan verkeerslichten.

Busstrook

Om passagiers de mogelijkheid te gunnen om in en uit te stappen moeten (school)bussen even stilstaan. In de huidige situatie gebeurd dat veelal gewoon op de weg, met alle gevaar en ongemakken van dien. Om dit te voorkomen kunnen busstroken naast de weg gemaakt worden. Hier kan men dan rustig de bus verlaten of instappen.

3.2.1.7 Aanbevelingen

De aanbevelingen kunnen worden samengevat in een aantal punten:

• De wegen volgens Figuur 12 moeten zo spoedig mogelijk gerenoveerd worden • Het onderhoud in de jaren erna moet goed bijgehouden worden • Er moet een duidelijke structuur in het wegennet komen volgens Figuur 11 • In afwachting van het proeftraject kunnen meerdere wegen met klinkers bestraat worden • Er moet onderzoek gedaan worden naar mogelijkheden voor het stabiliseren van laterietwegen • Zowel het aantal maar vooral ook de zwaarte van vrachtwagens moeten gereduceerd worden • De afwatering moet beter verzorgd worden • Er moeten extra voetpaden aangelegd worden. De huidige aanlegwijze is juist. De eerste prioriteit ligt bij het aanleggen van voetpaden langs de Lijnweg. Daarna de wegen naar de Lijnweg toe • Moengo voorzien van diverse wegvoorzieningen

68 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.2.2 Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer in Marowijne is tweeledig. Het vervoer gaat over land met behulp van bussen en over water in boten. Beide zaken worden door de Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB) geregeld. Dit bedrijf valt direct onder het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme. Van dit ministerie krijgt de NVB ook fondsen om het vervoer betaalbaar te houden voor de burgers. Voor het busvervoer bestaan ook nog twee kleine particuliere ondernemingen. De NVB is echter veruit de grootste speler in het openbaar vervoer van Marowijne.

De schoolbussen die de leerlingen van en naar school brengt valt onder het Ministerie van Onderwijs en valt dus niet onder het openbaar vervoer.

Het vervoer over rails is een kleine twintig jaar gelegen gestopt toen deze rails is weggehaald. Dit is niet meer opgepakt en op korte termijn zijn er ook nog geen plannen voor.

3.2.2.1 Huidige situatie

Het openbaar vervoer in Marowijne behelst dus busvervoer en bootvervoer. Deze laatste is in het leven geroepen doordat enkele dorpen niet via de weg te bereiken zijn. Vanuit Moengo is met een drietal plaatsen een verbinding waartussen enkele malen bij een dorp gestopt wordt. De eindpunten zijn:

• Ricanau Moffo • Dantapoe • Wanhatti

De busdienst vanuit Moengo (vanaf ‘Clockhouse’) heeft meerdere eindpunten. Ook hier geldt dat de bus stopt bij de tussengelegen dorpen:

• Stolkersijver • Abadoekondre • Petondro • Ovia Ollo • Albina • Paramaribo

Naast deze buslijnen met Moengo als vertrek- of aankomstplaats rijden er bussen tussen:

• Paramaribo – Albina • Albina – Negerkreek • Albina – Papatam • Albina – Erowarte

Tenslotte gaat er een bus binnen het dorp Moengo zelf. Deze gaat de Lijnweg op en af.

Voor deze busroutes geldt in het algemeen dat ze twee á drie keer per dag gaan. De vertrektijden zijn enigszins vastgelegd en bekend bij de mensen. Deze informatie wordt voornamelijk verschaft via de locale radiozender BOB (Barron Omroep Bedrijf). Plattegronden of informatie bij de spaarzame bushaltes zijn niet aanwezig.

In de huidige situatie gebeurt het met regelmaat dat de bus vol zit. Een enkele keer zelfs zo vol dat passagiers achtergelaten moeten worden.

3.2.2.2 Benodigde ontwikkelingen (Fase 1)

Met betrekking tot het openbaar vervoer moeten er een paar punten op korte termijn verbeterd worden. Dit betreft voornamelijk het busvervoer – de bootdienst is zover bekend redelijk geregeld. De volgende aanbevelingen worden gedaan voor het busvervoer:

69 Projectgroep Moengo augustus 2008

• Duidelijke vertrek- en aankomsttijden zodat mensen niet uren hoeven te wachten of er eventueel bus komt • Meer informatie verschaffing naar burgers en toeristen toe. Een overzicht met de tijden en kosten moet voor een ieder toegankelijk zijn. Bijvoorbeeld bij de bushalte of bij de VVV • Er moeten duidelijke haltes komen waar mensen kunnen schuilen tegen de regen wanneer ze op de bus aan het wachten zijn. Hierbij moet wel gezorgd dat daklozen hier niet gaan overnachten • Aanbevolen wordt om de capaciteit te vergroten door extra bussen in te zetten • De bus die in Moengo rijdt kan in plaats van de Lijnweg op en neer rijden een rondje door het dorp maken. Deze zal dan voeren over de Lijnweg, Oost-West verbinding, Kapitein Chris Silosweg en de Julianaweg

3.2.2.3 Benodigde ontwikkelingen (Fase 2)

Als gezegd zijn de bussen met regelmaat overbeladen, een enkele keer worden passagier zelfs geweigerd. Bij een uitbreiding van de regio en professionalisering van het busvervoer zal het aantal passagiers fors toenemen. Hier moet in de toekomst rekening mee gehouden worden bij de bepaling van de capaciteit.

Een tweede punt is het aantal bestemmingen. Momenteel gaat er geen vaste lijndienst langs dorpen in het binnenland. Dat is in de huidige ook niet nodig. In de toekomst kan bij een bloeiende economie en toenemend inwonersaantal wel hieraan gedacht worden. Dorpen als Wanhatti kunnen dan aangedaan worden.

70 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.2.3 Airstrip

In het district Marowijne zijn twee airstrips aanwezig, in Moengo (“Schiphol”) en in Albina. Beide airstrips bestaan uit een grasveld waar door kleine vliegtuigjes geland kan worden. Faciliteiten als een (vertrek)hal of een bagageruimte zijn niet aanwezig, zie onderstaande figuur.

Figuur 21 Airstrip Schiphol te Moengo

3.2.3.1 Huidige situatie

De aanwezige airstrips worden slechts sporadisch gebruikt. De stad Paramaribo waar de meeste potentiële vliegtuigen vandaan moeten komen is vanuit Moengo op een ander en een half uur reiden, Albina is nog een uurtje verder. Met de aangekondigde renovatie van de Oost-West verbinding zal de reistijd nog verder afnemen. Vliegen is dus in beginsel niet een logisch vervoersmiddel.

3.2.3.2 Benodigde ontwikkelingen (Fase 1)

Ondanks het feit dat er op de airstrips niet veel vliegtuigjes landen wordt aangeraden om ze in stand te houden. Wanneer iemand als de president op (werk)bezoek komt kan hij hiervan gebruik maken. Het onderhoud zal een relatief goedkope aangelegenheid zijn door het ontberen van een enkele faciliteit of gebouw.

3.2.3.3 Benodigde ontwikkelingen (Fase 2) Met het slagen van de ontwikkelingspannen van Marowijne zal het vliegverkeer van en naar het district toenemen. In het bijzonder zullen steeds meer toeristen Moengo en omgeving een korte periode willen aandoen. Voor hen is vliegen uitermate geschikt aangezien zij in het algemeen iets meer geld bezitten en slechts een beperkte periode in het land zijn waarin ze zo veel mogelijk willen zien. Vliegen is dus een goed alternatief. Zij verwachten echter wel iets meer luxe. In de toekomst kan dan ook eventueel gedacht worden om faciliteiten als een overdekte hal te maken.

71 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.3 Waterhuishouding

3.3.1 Huidige stand van zaken Moengo

In Moengo wordt voor de ontwatering een open systeem gebruikt. Hierbij wordt onder ontwatering verstaan: de afvoer van grondwater en het water dat op het maaiveld is terechtgekomen. Het open systeem bestaat uit greppels, sloten en tochten. Een afwateringsysteem vangt het water vanuit het ontwateringsysteem op (in de kreek) zodat het water kan worden afgevoerd (bijvoorbeeld naar de rivier) en uiteindelijk naar de zee.

In de stad Moengo zijn de wegsloten onderzicht en in kaart gebracht. Dit is gedaan aan de hand van 5 verschillende klassen, te noemen:

Klasse 0 – 1: Er bestaan geen wegsloten langs de weg / het onderhoud van de wegsloten is zeer slecht / de wegsloten kunnen het water niet afvoeren.

Klasse 0 – 2: Als klasse 0 – 1, maar er bevinden zich ook wegsloten die in een betere staat verkeren met betrekking tot het onderhoud.

Klasse 2: De wegsloten bevinden zich in een redelijke staat van onderhoud.

Klasse 3: De wegsloten bevinden zich in een goede staat van onderhoud.

Klasse 4: De wegsloten bevinden zich in een goede staat van onderhoud en hebben een groot opslagcapaciteit.

Klasse 5: De wegsloten bevinden zich in een zeer goede staat van onderhoud en hebben een grote opslagcapaciteit.

Uit het veldwerk in Moengo wat hiervoor is verricht, blijkt dat de staat van onderhoud sterk kan verschillen in de verschillende wijken (in Moengo dorpen genoemd). Een systeem om het water af te voeren, kan bestaan uit een drainagesysteem of een open systeem met openwaterlopen (greppels, sloten en tochten) of een gesloten systeem (ondergrondse pijpen). In Moengo wordt gebruikt gemaakt van open waterlopen in combinatie met een aantal duikers. Het onderhoud, het profiel en de afwatering verschilt sterk in de verschillende gebieden van Moengo. Daarom wordt de waterhuishouding per gebied toegelicht. Onderstaand figuur en tabel geeft de verdeling van de gebieden weer.

72 Projectgroep Moengo augustus 2008

Tabel 13 Gebieden in Moengo

Gebiedsnummer Omschrijving 1 Stafdorp 2 Julianadorp 3 Bernharddorp 4 Rondom de toegangsweg naar Moengo (bij Schiphol) 5 Moengo dorp 6 Boven de lijnweg 7 Onder en naast de lijnweg Tabel 14 Omschrijving gebieden

Gebied 1 (Stafdorp)

Niet langs alle wegen bevinden zich wegsloten, maar de ontwatering op de wegen verloopt goed naar de omliggende (gras) gronden. Het is een hellend gebied, waardoor de ontwatering naar de sloten toe plaatsvindt. De sloten bevinden zich in de gronden rondom en tussen de wegen. De staat van onderhoud is goed en er zijn geen duikers gevonden die verstopt zijn geraakt. Hierdoor kan het water goed wegstromen, zodat het op de Cotticarivier kan worden geloosd.

Gebied 2 (Julianadorp)

Deels langs de Julianaweg bevinden zich sloten in een redelijke tot goede staat van onderhoud. Naast het commissariaat bevinden zich sloten die in een redelijke staat van onderhoud verkeren. In de woonwijken zijn de sloten in een zeer slechte staat van onderhoud of er zijn geen sloten aanwezig. Hierdoor kan het water moeilijk wegstromen en raken de sloten / duikers verstopt.

Gebied 3 (Bernharddorp)

In de woonwijken zijn de sloten in een zeer slechte staat van onderhoud of er zijn geen sloten aanwezig. Hierdoor kan het water moeilijk wegstromen en raken de sloten / duikers verstopt.

Gebied 4 (rondom de toegangsweg naar Moengo)

De sloten bevinden zich in een slechte staat van onderhoud of er zijn geen sloten aanwezig. Het gebied naast de toegangsweg (onder gebied 1) bevindt zich op een helling, waardoor het water makkelijker naar beneden kan stromen. Naast de wegen bevinden zich geen sloten, waardoor het water moeilijk van de wegen af kan stromen.

73 Projectgroep Moengo augustus 2008

Gebied 5 (Moengo dorp)

In de woonwijken zijn de sloten in een zeer slechte staat van onderhoud of er zijn geen sloten aanwezig. Hierdoor kan het water moeilijk wegstromen en raken de sloten / duikers verstopt. De ontwatering kan in dit gebied kan wel beter worden geclassificeerd dan gebied 2 en 3, maar ook in dit gebied kan er veel aan het ontwateringssysteem worden verbeterd.

Gebied 6 en 7 (boven de lijnweg respectievelijk onder de lijnweg)

In de woonwijken zijn de sloten in een slechte tot redelijke staat van onderhoud of er zijn geen sloten aanwezig. Er zijn een aantal kreken aanwezig waardoor het water uiteindelijk op de Cotticarivier kan worden geloosd, maar het onderhoud van de kreken in dit gebied is ook slecht.

3.3.2 Mogelijkheden voor een verbetering van de ontwatering

Om het water dat in de grond en op het maaiveld is terecht gekomen, kunnen er twee typen ontwateringsystemen worden gebruikt: een open systeem of een gesloten systeem. Deze twee systemen zijn weer te verdelen in de lay-out systemen:

• Enkelvoudig systeem (de drains 1 monden uit in een open sloot) • Samengesteld systeem (de drains monden uit in een verzameldrain) • Ringsysteem • Kruiselings systeem

De ontwateringsmiddelen die in de systemen kunnen worden gebruikt zijn:

• Sloten • Moldrains • Drainbuizen • Verticale drainage • Horizontale bronbemaling • Verticale bronbemaling • Riolering

3.3.2.1 Sloten

Sloten en greppels (kleine sloten die niet permanent onder water staan) worden veelal toegepast in de volgende situaties:

• Grote slootafstanden, waarbij de grond over grote diepte goed doorlatend is • In gebieden met een grote oppervlakteafvoer • In drooggelegde gronden ter versnelling van de rijping • Wanneer een ondiepe grondwaterstand gewenst is

Onderstaand tabel geeft de voor- en nadelen bij het gebruik van sloten.

Voordelen Nadelen Geschikt voor grondwater- en Veel landverlies. oppervlaktewaterafvoer. Een kleiner verhang is vereist dan buizen. Veel onderhoud is vereist. Gemakkelijk te inspecteren. Tabel 15 Voor- en nadelen bij het gebruik van sloten

3.3.2.2 Moldrains

Moldrains worden aangebracht onder het maaiveld voor de oppervlakteontwatering op en in slecht doorlatende grond. De moldrains worden aangebracht op een diepte van 60 tot 75 cm onder het maaiveld. Bij het aanbrengen van de moldrains ontstaan er scheuren in de grond, zodat het water via de scheuren de moldrains kan bereiken.

1 Drains: drainbuis, pijpdrain

74 Projectgroep Moengo augustus 2008

Onderstaande tabel geeft de voor- en nadelen bij het gebruik van moldrains.

Voordelen Nadelen Het is een relatief goedkope methode. Vooral geschikt voor vaste veengronden en slecht doorlatende kleigronden. De levensduur van moldrains is kort. Voor het aanbrengen van moldrains is molploeg nodig. Tabel 16 Voor- en nadelen bij het gebruik van moldrains

3.3.2.3 Drainagebuizen

Bij de toepassing van drainbuizen worden poreuze drainbuizen aangebracht in de grond. Hiervoor wordt veelal gebruikt gemaakt van kunststof drains (veelal PVC buizen). Via openingen of sleuven in de buis kan het water binnen dringen. De buizen worden aangelegd op een diepte van 1 tot 2 meter onder het maaiveld. De drainagebuizen kunnen worden aangelegd met de hand of met draineermachines.

Onderstaande tabel geeft de voor- en nadelen bij het gebruik van drainagebuizen.

Voordelen Nadelen De buizen kunnen met de hand of / en met Het aanbrengen van de buizen en daarbij horende machines worden aangelegd. kosten van het materiaal en materieel zijn relatief hoog. Drainagebuizen kunnen in verschillende grondsoorten worden gebruikt. Tabel 17 Voor- en nadelen bij het gebruik van drainagebuizen

3.3.2.4 Verticale drainage en bronbemaling

Overige ontwateringmiddelen kunnen zijn:

• Verticale drainage • Horizontale bronbemaling • Verticale bronbemaling

Bovenstaande ontwateringmiddelen worden niet van toepassing geacht voor het gebied in Moengo. Daarom worden deze typen niet verder toegelicht.

3.3.2.5 Riolering

Tevens is het mogelijk om het water af te voeren via de riolering. Met behulp van een gemengd rioolstelsel wordt het afvalwater en het regenwater afgevoerd. Hierin kunnen overstorten worden geplaatst, zodat overdimensionering van de riolering wordt voorkomen en waardoor bij hevige neerslag het verontreinigde regenwater op het oppervlaktewater wordt geloosd. Om dit te voorkomen kan er een gescheiden rioolstelsel worden aangelegd, zodat het regenwater en het afvalwater worden gescheiden.

Voor de huizen is er een bestaand rioleringsstelsel aanwezig. Dit rioleringsstelsel bevat niet de capaciteit om het regenwater af te voeren, waardoor er een extra riolering voor de regenwater afvoer kan worden ontworpen (gescheiden rioleringsstelsel). Hierbij moet voorkomen worden dat het afvalwater wordt aangesloten op de regenwaterriolering of dat de regenwaterafvoer wordt aangesloten op de afvalwaterriolering.

Als het onder vrijverval niet mogelijk is om de regenwater af te voeren, moet gebruik worden gemaakt van een mechanische riolering (drukriolering of vacuümriolering), maar dit is niet gebruikelijk voor regenwaterriolering (te hoge kosten).

De riolering wordt aangelegd onder de wegen, zodat het regenwater dat op de daken (verhard) van de huizen terecht komt kan worden afgevoerd naar de riolering (met behulp van kunststof leidingen) en het water dat op de wegen terecht komt kan worden afgevoerd naar de riolering (met behulp van kolkaansluitingen en leidingen). Onderstaand figuur toont een dwarsdoorsnede van het afvoersysteem naar de riolering.

75 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 22 Doorsnede over het verloop van de afwatering naar het riool

Om het water (dat op de weg is terecht gekomen) af te voeren naar de riolering, dient de dwarshelling van de weg minimaal 2% te zijn. Tevens wordt in een ontwerp uitgegaan van een verharde weg (bijvoorbeeld asfalt), zodat het water naar de kolken stroomt en niet infiltreert in de grond (zoals bij een onverharde weg).

Tijdens de neerslag kan het water infiltreren in de bodem (en deels worden afgevoerd naar het oppervlaktewater), of kan het water via de riolering worden afgevoerd. Dit proces is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 23 Afvoer van de regenval

3.3.3 Ontwerp ontwateringsysteem

Om het type ontwateringsmiddel te kiezen, wordt er onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen, landelijk gebied en stedelijke gebieden. De typen ontwateringsmiddelen in de huidige situatie zijn al onderzocht en per gebied wordt bekeken of het type of ontwerp moet worden veranderd.

3.3.3.1 Landelijke gebieden

In de landelijke gebieden zijn er veel onverharde oppervlaktes aanwezig waardoor de infiltratiecapaciteit van de het gebied groter is dan bij de aanwezigheid van veel verharde oppervlaktes (stedelijke gebieden).

76 Projectgroep Moengo augustus 2008

In gebied 1 (Stafdorp) is er veel onverhard oppervak aanwezig en zijn de sloten redelijk onderhouden. Tijdens een inspectie van de ontwatering tijdens hevige neerslag blijkt dat het water goed kan worden afgevoerd en dat er geen tot weinig plassen water ontstaan. Om deze reden wordt het huidige ontwateringssysteem in gebied 1 niet aangepast.

Gebied 4 (rondom de toegangsweg naar Moengo) bevindt zich op een hellend terrein. Er zijn weinig tot geen sloten aanwezig, maar het water kan goed afstromen naar lager gelegen gebieden (die niet zijn bewoond of waar geen menselijke activiteiten plaats vinden). Om deze reden wordt het huidige ontwateringssysteem in gebied 4 niet aangepast.

3.3.3.2 Stedelijke gebieden

Gebied 2, 3, 5, 6 en 7 worden gerekend tot stedelijke gebieden. Het huidige ontwateringsysteem bestaat uit sloten en greppels (in combinatie met duikers) die slecht zijn onderhouden. Het ontwateringssysteem in deze gebieden moet aangepast worden om wateroverlast te voorkomen en de hygiëne te verbeteren (stilstaan water in de sloten rondom de woningen).

Type ontwateringmiddel

Bij het gebruik van sloten en greppels in deze gebieden is er regelmatig onderhoud vereist. In de huidige situatie verschilt het onderhoud aan de sloten en greppels rondom de woningen sterk. Er is geen algemeen beleid voor het onderhoud van alles sloten en greppels in Moengo.

Om een nieuw ontwateringsysteem voor deze gebieden te ontwikkelen, zijn er 3 belangrijke voorwaarden:

• Het systeem moet weinig onderhoud vereisen • Het systeem moet geschikt voor de gronden in Moengo • Het systeem moet relatief goedkoop zijn aan te leggen

Moldrains moeten met machines worden aangelegd, terwijl drainagebuizen ook met de hand kan worden aangelegd. Met behulp van een kostenanalyse kan worden berekend welke methode (machinaal, met de hand of een combinatie) de laagste kosten geeft. Omdat de arbeidskosten relatief laag zijn in Suriname, wordt er eerst aangenomen dat een groot deel van het drainagesysteem met de hand kan worden aangelegd. Een vervolgonderzoek kan de meest voordelige methode bepalen.

Een drainagesysteem voor de afvoer van water kan worden toegepast bij onverharde wegen. Bij verharde wegen kan er gebruik worden gemaakt van rioleringssysteem voor de afvoer van het water. Dit systeem heeft de voorkeur (lagere kosten), maar in het geval van een onverharde weg kan dit systeem niet worden gebruikt. De kolken kunnen verstopt raken doordat er zand (of andere korrelachtige materialen) in terecht komt.

Verbetering van de ontwatering

Mogelijke opties om in de stedelijke gebieden het ontwateringsysteem te verbeteren zijn:

• Regelmatig onderhoud van de sloten door de overheid (zodat het hele ontwateringsysteem wordt onderhouden). • Het aanleggen van drainagesysteem bij onverharde wegen. • Het aanleggen van een rioleringsysteem voor de afvoer van het water bij verharde wegen.

Verharde wegen kunnen zijn:

• Asfaltbeton • Klinkers

In de volgende paragraaf wordt een ontwateringsysteem voor een deel van Moengo (Bernharddorp, gebied 3) ontworpen.

77 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.3.4 Ontwerp ontwateringsysteem in Bernharddorp

3.3.4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een mogelijk ontwerp gegeven voor de regenwaterafvoer in Bernharddorp (te Moengo). Hierin wordt ervan uitgegaan dat de huidige onverharde wegen in de toekomst zijn verhard, zodat er een rioleringssysteem kan worden toegepast. Er ontbreken een aantal gegevens (regenduurlijnen, hoogtes) van het gebied waardoor er meer onderzoek is vereist om een definitief ontwerp te maken.

3.3.4.2 Rioleringssysteem componenten

De vorm van de buizen in het rioleringsstelsel kunnen cirkelvormig, rechthoekig of eivormig zijn. Het materiaal kan bestaan uit beton, gietijzer, kunststof, gres of metselwerk. Putten zijn nodig om de buizen op elkaar aan te sluiten en te inspecteren (tussen de 40 tot 60m). Overstorten kunnen worden gebruikt om de extreme regenval op te vangen, zodat er kleinere buizen kunnen worden ontworpen. Kolkaansluitingen voeren het regenwater af naar de riolering. Deze leidingen bestaan meestal uit kunststof. Met behulp van een gemaal kan het water worden geloosd op het oppervlaktewater (als het onder vrijverval niet mogelijk is). Om de kwaliteit van het water te verbeteren voordat het wordt geloosd op het oppervlaktewater, kunnen bergbezinkbassins (meestal in beton) worden toegepast.

3.3.4.3 Neerslaghoeveelheden

Ten behoeve van het ontwerp, moet nauwkeurig de neerslaghoeveelheden worden ingeschat (afvloeiingsgedrag). Hierbij is van belang:

• Interceptie (geadsorbeerd door het oppervlak) • Evapotranspiratie (verdamping) • Infiltratie (water dat door de bodem zakt) • Berging door plasvorming

Onderzocht zal moeten worden:

• Grootte van de piekstromen op de intensiteit en duur van de regenval • Oppervlakte en configuratie van de ondoorlatende gebieden • Topografie, grondtype en doorlatendheid van de gebieden • Balans tussen de kosten en bescherming

De gemiddelde neerslagintensiteit per jaar (gemiddeld over een lange periode) in Moengo is 2545 mm / jaar. De meeste neerslag vindt plaats in de maanden januari, februari, mei en juni en de minste neerslag vindt plaats in de maanden september en oktober.

De maximale neerslagintensiteit is 60 – 90 mm / uur gedurende buien van ongeveer 10 minuten. De evaporatie is gemiddeld 3.0 – 4.5 mm / dag. De gemiddelde neerslag in de maanden met de meeste neerslag is 6 mm / dag.

De frequentie dat een bepaalde regenduur en intensiteit voorkomt wordt uitgedrukt in een kans dat een het voorkomt. Zo kan het systeem worden ontworpen op een terugkeer periode van 1 keer in de 2 jaar. Dit wordt dan aangehouden als de maatgevende regenbui. Onderstaande tabel geeft de aanbevolen terugkeer periodes die gebruikt kunnen worden bij simpele ontwerpmethodes.

Locatie Terugkeer periode Kans van optreden in 1 jaar Landelijk gebied 1 keer in 1 jaar 100% Woonwijken 1 keer in 2 jaar 50% Steden / industrie / 1 keer in 5 jaar 20% commerciële gebieden Ondergronds 1 keer in 10 jaar 10% Tabel 18 Terugkeer periode van een regenbui 2

2 Bron: Ontwerp NEN-EN 752, drain and sewer systems outside buildings

78 Projectgroep Moengo augustus 2008

Voor de woonwijken in Moengo kan dus een terugkeer periode van 1 keer in de 2 jaar worden gebruikt. Dit betekend dat 1 keer in de 2 jaar het gebied deels zal onderstromen. Hierbij moet opgemerkt worden dat dit een kans optreden is, wat betekend dat het meerdere keren per jaar kan voorkomen of een aantal jaren niet.

Er zijn geen verdere gegevens beschikbaar over de verdeling en intensiteiten van de regenbuien (waarmee een regenduurlijn geconstrueerd kan worden). Daarom wordt aangenomen dat een regenbui van 90 mm in 10 minuten 1 keer in de 2 jaar voorkomt.

3.3.4.4 Gebiedsomschrijving

In het gebied waarvoor de riolering wordt ontworpen bevinden zich 101 huizen. Onderstaande satellietfoto toont het gebied.

Figuur 24 Satellietfoto van Bernharddorp

Ten oosten van dit gebied bevindt zich een kreek die is verbonden met de Cottica rivier ten noorden van dit gebied. Onder de wegen kan de riolering worden aangelegd, hiermee kan het gebied geschematiseerd worden zoals is aangegeven in onderstaande figuur.

79 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 25 Rioleringsysteem

De knooppunten in het systeem zijn weergegeven met een letter. Bij knoop A wordt het water afgevoerd in de kreek. Tussen de knooppunten bevindt zich de riolering, strengen genoemd.

Uit de satellietfoto en het veldwerk wat is verricht in dit gebied, zijn de verharde oppervlaktes deels bepaald en geschat. Het totale gebied heeft een oppervlakte van 71400 m 2 waarvan 30658 m 2 bestaat uit verhard oppervlak (43%). Onderstaand figuur toont de strengen (genummerd) en stromingsrichting van de riolering.

Figuur 26 Strengnummers en stromingsrichting

80 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.3.4.5 Dimensionering riolering

De strengen van het type nummer 1 t/m 6 lozen op de strengtype 7 die het water kan afvoeren naar de kreek ten oosten van dit gebied. Onderstaande tabel geeft per strengtype het afwaterende verharde oppervlakte.

Strengtype Afwaterend verharde oppervlakte (m2) 1 840 2 350 3 4770 4 6844 5 7224 6 7700 7 1190 Tabel 19 Afwaterend verhard oppervlakte per strengtype

De maatgevende neerslagbelasting is 250 l/s/ha (90mm). Hieruit kan de afvoer naar de strengen worden bepaald. De afvoer van de strengen worden opgeteld op de streng waarop geloosd wordt. Streng 7 voert al het water af naar de kreek. Om de diameter van de riolering te schatten worden de volgende aannames gedaan:

• De watersnelheid in de buizen is 1 m/s • De buizen zijn volledig gevuld

Onderstaand tabel geeft de afvoer en de geschatte diameter per streng weer.

Strengtype Afvoer (m3/s) Schatting diameter (m) 1 0.0210 0.1635 2 0.0088 0.1056 3 0.1193 0.3897 4 0.1974 0.5013 5 0.1981 0.5022 6 0.2310 0.5423 7 0.7457 0.9744 Tabel 20 Afvoer en diameter van de strengen

Het verval van de riolering kan bepaald worden door het verval gelijk te stellen aan het weerstandsverlies over de riolering. Het weerstandsverlies (H) wordt gegeven (in het geval van ronde geheel gevulde riolering) met:

4× L Q 2 H = × D× C2 A 2

Met:

H: weerstandsverlies (m) L: lengte (m) A: natte doorsnede (m 2) Q: debiet (m 3/s) R: hydraulische straal (m) C: weerstandscoëfficiënt (m 1/2 /s)

De weerstandscoëfficiënt kan worden bepaald met:

12 R C =18 × log( ) k

Met:

K: gemiddelde wandruwheid van riolering (m)

81 Projectgroep Moengo augustus 2008

Voor een betonnen buis kan een k waarde tussen de 0,5 en 2 mm worden aangehouden. Een waarde van k = 1 mm wordt hiervoor aangenomen.

Het verval moet bepaald worden in de strengen, zodat het water naar punt A kan worden afgevoerd. De aangenomen stromingsrichting is weergegeven met pijlen. Onderstaande tabel geeft de gegevens van de strengen weer en de daaruit berekende debiet, minimaal benodigde diameter en het weerstandsverlies. Hierbij is aangenomen dat de strengen volledig zijn gevuld.

Streng Lengte (m) Debiet (m 3/s) Diameter (m) Weerstandsverlies (m) HE 390 0.1193 0.3897 1.3129 ED 50 0.1280 0.4037 0.1609 DC 60 0.3411 0.6590 0.1035 CB 60 0.5637 0.8472 0.0754 BA 480 0.7877 1.0015 0.4892

HI 50 0.0088 0.1056 0.9353 JI 30 0.0053 0.0818 0.7933 IQ 90 0.0502 0.2527 0.5302 GQ 50 0.0088 0.1056 0.9353 QR 150 0.1268 0.4018 0.4855 FR 50 0.0088 0.1056 0.9353 RD 150 0.2026 0.5079 0.3599

JK 60 0.0105 0.1156 0.9929 KP 120 0.0553 0.2653 0.6634 QP 60 0.0105 0.1156 0.9929 PO 150 0.1346 0.4139 0.4674 RO 60 0.0105 0.1156 0.9929 OC 150 0.2121 0.5197 0.3496

KL 60 0.0105 0.1156 0.9929 LM 120 0.0655 0.2888 0.5944 PM 60 0.0105 0.1156 0.9929 MN 150 0.1447 0.4293 0.4460 ON 60 0.0105 0.1156 0.9929 NB 150 0.2240 0.5340 0.3376 Tabel 21 Gegevens van de strengen

Door het verval gelijk te stellen aan de weerstandsverlies in de strengen, kan de benodigde druklijn worden bepaald. Hiervoor is het gebied verdeeld in een aantal paden. Per pad is de druklijn berekend ten opzichte van van het referentiepunt bij A (waar het water in de kreek stroomt). Dit punt wordt gelijk gesteld aan 0.

Onderstaand figuur toont de verschillende paden in het traject en de stromingsrichting van het water in de strengen.

82 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 27 Paden voor de ontwatering

In bijlage 3 zijn de figuren gegeven waarin de druklijn is weergegeven in vier verschillende paden in het gebied.

Het stelsel voldoet aan de eisen wanneer het de drukhoogtes (af te lezen in de figuren in bijlage 3) niet boven het maaiveld komt te liggen. In tussen knoop A en knoop J is het verschil ongeveer 3m. de hoogtes in het gebied moeten worden gemeten om na te gaan of de druklijn niet boven het maaiveld uitkomt. Als dit wel het geval is, moeten de diameters worden aangepast, zodat het hoogteverschil tussen de knopen kleiner wordt. Als voor de aangenomen wandruwheid (k=1 mm) k = 2 mm wordt aangenomen (maximaal voor betonnen buizen) wordt de drukhoogte tussen A en J ongeveer een 0,5 meter hoger.

De dekking (grond) bovenop de riolering moet minimaal 0,8m zijn (i.v.m. de verkeersbelastingen). De riolering dient te worden aangelegd met een minimaal verhang van 1/diameter*1000.

3.3.4.6 Wegontwatering

Het water dat op de weg terecht komt moet via de kolken afgevoerd worden naar de riolering. De dwarshelling daarvoor dient minimaal 2% te zijn. Aan de zijkanten van de weg dient een molgoot te worden aangelegd waarin de kolken zijn verwerkt. Via de molgoot wordt het water naar de kolken afgevoerd. Onderstaande figuur toont een dwarsprofiel van de weg en molgoten.

Figuur 28 Dwarsprofiel van de weg

83 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.3.4.7 Aanleg riolering Voor de aanleg van rioleringsbuizen kan er een sleuf worden gegraven (zie onderstaande figuur).

Figuur 29 Links een sleuf zonder talud, rechts een sleuf met een talud

Onderzoek naar de grondgesteldheid zal moeten uitwijzen of de stabiliteit voldoende is. Meestal wordt aangenomen dat tot een diepte van 1,75 m er geen maatregelen tegen instabiliteit van de sleuf nodig is. Voorbeelden van maatregelen hiervoor:

• Het aanbrengen van stempels. Hierbij worden er stempels (bijvoorbeeld planken) op verschillende hoogtes aangelegd tussen de wanden van de sleuf • Het aanbrengen van damwanden. Hierbij worden er damwanden geplaatst in de wanden van de sleuf

Voor de fundering van de rioleringsbuizen kan worden toegepast:

• Funderen op staal. Hierbij moet over de gehele langsrichting een gelijkmatige oplegspanning optreden en de opleghoek groot genoeg zijn. Tevens moet de bodem worden verdiept ter plaats van de verbindingen, zie onderstaande figuur

Figuur 30 Verbindingen verdiept aangelegd in de sleuf

• Funderen op palen. Hierbij wordt de rioleringsbuis gefundeerd op houten of betonnen palen.

Om wateroverlast te voorkomen tijdens de werkzaamheden moet de riolering in de stromingsrichting worden geplaatst.

Nadat de riolering is aangelegd moet de grond worden teruggeplaatst. Om te zorgen dat dit dezelfde grond als in de oorspronkelijke situatie zonder riolering, moet de grond apart worden opgeslagen zodat het niet kan mengen met andere grondsoorten. Gecontroleerd moet worden of het aanvulmateriaal geen harde voorwerpen (rotsen en dergelijke) waarvan de buizen schade kunnen ondervinden.

84 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.3.5 Conclusie en aanbevelingen

De kwaliteit van de huidige ontwatering en afwatering in Moengo verschilt sterk in de verschillende gebieden. Er wordt gebruik gemaakt van een open systeem om het water af te voeren, maar op veel plaatsen in Moengo is er slecht onderhoud gepleegd aan de wegsloten. Hierdoor bevindt zich op een aantal plaatsen stilstaand water rondom de huizen, waardoor de hygiëne in het gebied achteruit gaat. Het onderhoud van de wegsloten rondom de huizen hoort gedaan te worden door de bewoners, maar als een aantal bewoners geen onderhoud pleegt aan de sloten, werkt het ontwateringssysteem niet volledig. Daarom wordt het aanbevolen dat het totale onderhoud van het ontwateringssysteem wordt uitgevoerd door een instantie van bijvoorbeeld de overheid.

Afhankelijk van de typen wegen, kan het type ontwateringssysteem worden gekozen. Hierbij is het van belang dat het afvalwater en regenwater niet met elkaar worden gemengd, omdat het water direct op het oppervlaktewater wordt geloosd. Als dit wel wordt gemengd en het niet wordt gezuiverd voordat het wordt geloosd, kan de volksgezondheid in gevaar komen.

Om tot een definitief ontwerp te komen is meer onderzoek vereist. Hiervoor zijn meteorologische, geografische en topografische gegevens van het gebied benodigd, zoals de doorlatendheid van de grond, neerslagintensiteit etc. Door een aantal malen te itereren kan er een optimaal systeem worden ontworpen (verval, diameter etc.).

85 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.4 Haven

3.4.1 Huidige situatie

Ten noorden van Moengo is de haven gelegen aan de Cotticarivier. De haven is momenteel niet in gebruik. Er worden een aantal kleinschalige renovaties uitgevoerd. De haven is opgebouwd en in gebruik genomen ten behoeve van het transport van bauxiet. Onderstaande figuur toont de luchtfoto van de huidige situatie. In het noordwesten is de Turning Basin gesitueerd.

Figuur 31 Luchtfoto van de haven

De haven bevat twee docks: old dock en new dock, gelegen aan de westzijde, respectievelijk noordzijde. Ten tijde van de ingebruikname van de haven werden een combinatie van barges bauxiet vervoerd met een massa van 2300 T en 3200 T. Het transport van bauxiet naar de schepen van crushers verliep middels een lopende band. De crushers waren ook gelegen op het haventerrein. Bij het new dock dient verder te worden opgemerkt dat een plaag van Braziliaanse bijen zich voordoet.

Op het haventerrein is een opslagplaats aanwezig voor 40.000 T materiaal. Op de docks zijn geen voorzieningen aanwezig voor kranen. Op het oude dock is reeds een rails aanwezig welke in vroegere tijden verbonden was met de aanvoer van bauxiet. Voorts is er op het terrein een werkplaats aanwezig, welke aan de bovenzijde een kantoorruimte herbergt. Renovatiewerkzaamheden aan de kantoorruimten worden reeds uitgevoerd. De werkplaats is voorzien van een kraanbaan.

Op het haventerrein zijn verder diverse silo’s en opslagplaatsen aanwezig. De grond beneden deze faciliteiten is sterk geconsolideerd, waardoor deze plaatsen gunstig zijn voor een toekomstige bestemming als opslagplaats. Een reeds aanwezige bunker heeft een opslagcapaciteit van 40.000 T en een terrein ter grootte van 26 m 2 kan een last dragen van 90.000 T.

De huidige bedrijvigheid op het terrein wordt voor rekening genomen van Elektriciteitsbedrijf Suriname (EBS), welke deels in de elektriciteitsbehoefte van Moengo voorziet, en de Surinaamse Water Maatschappij (SWM).

Van de de Cotticarivier is bekend dat tot aan de Commewijnebank een diepgang van 7 m is gegarandeerd.

86 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.4.2 Toekomstige situatie

Door de havenbeheerder is aangegeven dat er reeds onderhandelingen plaatsvinden met diverse actoren. Indien er een overeenkomst wordt gesloten met een vervoerder zullen investeringen gedaan worden om de haven operationeel te maken. Reeds is tijdens de studiedag Economische Ontwikkeling Moengo d.d. 11-07-2008 door de havenbeheerders aangegeven dat indien de haven operationeel is ook een bijdrage geleverd zal worden aan de verdere infrastructuur van Moengo.

Ten behoeve van deze casus is onderzoek verricht naar potentiële klanten van de havenfaciliteiten. Vervolgens is een ontwerp gerealiseerd voor het her in te richten haventerrein, waarbij in de ruimtelijke ordening plaats is gevonden voor de diverse vervoerders. In het ontwerp is rekening gehouden met de volgende actoren:

• Zand en grind • Hout • Kaolien

3.4.2.1 Oppervlaktebepalingen

In deze paragraaf wordt aangegeven hoe groot de vast te stellen oppervlakten zijn voor de verschillende te transporten grondstoffen. In bijlage 4 is het bovenaanzicht van de haven gegeven. Op het haventerrein is eveneens een rondweg aangegeven. In de huidige situatie bestaat er reeds een onverharde rondweg, deze dient voor de toekomstige activiteiten geasfalteerd te worden.

Zand en grind

Voor zand en grind is een stockpile benodigd van 100.000 T per sedimentsoort.

3 Soortelijke dichtheid: ρzand = 2650 kg/m

Porositeit: n = 0,6

3 Specifieke dichtheid: ρspec = 1590 kg/m

3 Specifiek volume: Vspec = 62895 m

Hoek van inwendige wrijving: φ = 30 o

Diameter wiskundige kegel Dtheorie = 94 m

Diameter werkelijke stockpile Dstockpile = 113 m

Derhalve wordt uitgegaan van twee stockpiles met een diameter van 115 m. Een factor 1,2 is in acht genomen wordt de afwijking van de werkelijke stockpile ten aanzien van de wiskunde kegel.

Kaolien

Op het terrein in de haven zijn er een aantal faciliteiten nodig voor de opslag en opwerking van het kaolien.

Opslag

Inde huidige situatie, wordt voor de opslag van bauxiet een oppervlakte gebruikt van 10 ha. (100.000 m 2). De opslag van kaolien kan plaats vinden in een overdekte loods of zonder overkapping. Er wordt vanuit gegaan dat de opslag van kaolien 1 ha (10.000 m 2) in beslag zal nemen. In het ontwerpplan is een ruimte van 150 * 70 m vrijgemaakt.

Opwerkingsfabriek

Het gewonnen kaolien bestaat uit ruwe klei en via een verschillende stappen wordt dit verwerkt tot slurry en uiteindelijk tot gefloculeerde kaolien. Voor elk proces zijn er verschillende machines nodig. De totale oppervlakte voor de fabriek bedraagt 5390 m 2. In het ontwerpplan is een ruimte van 100 * 60 m vrijgemaakt.

87 Projectgroep Moengo augustus 2008

Tussenwegen

Op het terrein van het kaolien in de haven is extra ruimte nodig voor de tussenwegen, paden etc. De totale oppervlakte hiervan wordt geschat op 1000 m 2.

Hout

Ten westen van het haventerrein is het terrein gevestigd van hout- en bouwmaatschappij Kortodikromo. Hout speelt een belangrijke rol in de regio. Zoals reeds opgemerkt wordt het kaphout in de huidige situatie vervoerd per transportwagen over de Oost-West Verbinding. Deze transportwagens hebben echter een te grote aslast, wat in het verleden heeft geleid tot het bezwijken van de weg op diverse plaatsen. Derhalve wordt door de overheid aanbevolen te zoeken naar alternatieve transportwijzen. In dit ontwerpplan is het transport van hout over water als uitgangspunt genomen.

Voor de economische ontwikkeling van Moengo biedt dit nieuwe mogelijkheden. Indien al het kaphout van het district Marowijne wordt vervoerd via de haven van Moengo, kan Moengo zich in belangrijkere mate gaan toeleggen op de verwerking van rondhout tot houten bouwmaterialen. De ondernemers en de scholen zijn zeer enthousiast over dit plan. De houtverwerkingsactiviteiten kunnen plaatsvinden op het terrein van houtmaatschappij Kortodikromo. Op korte termijn biedt dit de gelegenheid de houtverwerkingsindustrie op te zetten. Er kan direct begonnen worden met het vervoer van onbewerkt rondhout naar Paramaribo. Op lange termijn wordt aanbevolen ook een tweede maatschappij de gelegenheid te geven zich toe te leggen op de houtverwerking. Derhalve wordt een gezonde concurrentie in Moengo opgebouwd, wat de concurrentiepositie van Moengo ten opzichte van Paramaribo verstevigd.

Initieel is in het ontwerpplan een opslagloods voor rondhout en houten bouwmaterialen aangehouden van 100 * 50 m. Het terrein achter deze loods biedt voldoende mogelijkheden tot uitbreiding.

88 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.4.2.2 Haven componenten

Rondweg

Ten behoeve van een goede ontsluiting van de haven met het achterland is een goede rondweg onontbeerlijk. In deze paragraaf wordt het ontwerp van de rondweg gegeven.

Verkeersbelasting

Voor het ontwerp van een weg is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de toekomstige wegbelastingen. In de wegenbouw is het gebruikelijk om over asbelastingen te spreken. Hieronder wordt de belasting in kN verstaan die een voertuig per as op de wegconstructie uitoefent. Op basis van de asbelastingen kan inzicht worden verkregen in de belastingen per wiel en de contactdrukken tussen het de band en het wegdek.

Uitgegaan wordt van de zogenaamde breedband bij zware voertuigen. Toepassing van de breedband, ook wel super single genoemd, houdt in dat aan weerszijde van de as nog maar een wiel aanwezig is dat uitgerust is met een bredere band. De wielbelasting stijgt daarbij van 25 naar 50 kN (uitgaande van een 100 kN aslast) en omdat de band een grotere belasting moet dragen wordt ook een hoge bandspanning toegepast namelijk ca. 850 kPa.

Voor de verkeersbelasting van de rondweg wordt uitgegaan van twee soorten stromen verkeer:

1. Normaal verkeer 2. Zwaar verkeer

De verkeersbelasting kan worden weergeven middels een aslastfrequentie diagram. Dit diagram geeft inzicht in de verdeling van de verkeersbelastingen. In onderstaande grafiek worden de aslastfrequentie diagrammen gegeven van normaal en zwaar verkeer. Voor het normale verkeer is het gemiddelde aslastfrequentie diagram van Nederland aangehouden. Het zware materieel dat de haven van Moengo binnenrijdt heeft een gewicht van 14 tot 16 T. Het gemiddeld verkeer wordt vervolgens verkregen door de middeling van de twee bovenstaande verkeerslasten.

Aslastfrequentie Diagram Haven Moengo

60

50

40

30

20

10

0 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

Aslast (T)

Normaal Verkeer Zw aar verkeer Gemiddeld verkeer

Figuur 32 Aslast-freguentiediagram

89 Projectgroep Moengo augustus 2008

In de wegenbouw wordt de dimensionering van de wegdoorsnede vastgesteld aan de hand van equivalente standaardlasten. Een standaardlast van 100 kN kan worden aangehouden. De vertaling van het aslastfrequentie diagram naar het aantal equivalente standaardassen dient te geschieden aan de hand van de equivalentieformule:

m ∞ L  n= ∑ i  * percentage * totaalaantalvoertuigen eq i=1100  L i

In de formule zijn de volgende symbolen gebruikt:

neq : aantal equivalente aslasten van 100 kN

Li : aslast van component i in kN m : exponent van de functie voor welke 4,0 kan worden aangehouden percentage : percentage voertuigen aslast component i Li

In onderstaande tabel is het aantal equivalente aslasten van 100 kN vastgesteld voor het gemiddeld verkeer. Aangenomen wordt dat er 200 voertuigen per dag per rijstrook passeren.

Aslast ne Aantal aslasten Aantal 100 kN standaardaslasten [kN] [-] [kN] [-] 20 0.00 3.00 0.00 40 0.03 16.00 0.41 60 0.13 31.00 4.02 80 0.41 28.00 11.47 100 1.00 12.50 12.50 120 2.07 7.00 14.52 140 3.84 52.00 199.76 160 6.55 50.50 330.96 Tabel 22 Aantal equivalente aslasten van 100 kN

De totale equivalente aslast komt daarmee op 573,6 van 100 kN.

Voorts wordt ten aanzien van de voertuigbelasting aangenomen dan een vrachtauto 4 assen bevat en een gemiddelde belastingstijd heeft van 0,025 s.

Materiaalgegevens

In het ontwerp is gekozen voor een tweelagen systeem met een toplaag van asfalt en een fundering van zand.

Ten aanzien van de materialen zijn de volgende eigenschappen aangehouden:

• Het asfalt bestaat voor 84 % uit aggregaat, 12 % bitumen en 4 % holle ruimten o • Het bitumen heeft een temperatuur Ring en Kogel T 800,pen = 56 C en een penetratie index (PI) van -0,5 • De gemiddelde temperatuur van het asfalt bedraagt 32 oC

De stijfheidsmodulus van de bitumen Sbit van het asfalt kan worden bepaald aan de hand van het Nomogram voor de bepaling van de bitumenstijfheid (fig. 4.23 collegedictaat CT3041 TUD). 6 Sbit = 9 * 10 Pa = 9 MPa

De stijfheidsmodulus van de gehele asfaltlaag S mix kan vervolgens worden bepaald met het Nomogram voor de bepaling van de mengselstijfheid (fig. 4.26 collegedictaat CT3041 TUD). 9 Smix = 1,9 * 10 Pa = 1900 MPa

Vervolgens kunnen de ‘constant strain test’ condities van de laboratorium-vermoeiingslijn van het asfalt in formulevorm worden vastgesteld. De algemene formule voor de vermoeiing van asfalt is: logN= A − B log ε Met behulp van het Nomogram ter bepaling van de vermoeiingsweerstand van

90 Projectgroep Moengo augustus 2008

Asfaltmengsels (fig. 4.31 collegedictaat CT3041 TUD) worden de volgende tweetal relaties vastgesteld:

log108=A − B log1,05*10 − 4

log104=A − B log 7,25*10 − 4

Hieruit wordt voor de laboratorium-vermoeiingslijn gevonden: logN = − 13,253 − 4,76log ε

Ontwerpberekening

In het ontwerp van de weg wordt de dikte van de asfaltlaag vastgesteld op 300 mm. Met behulp van het softwareprogramma Weslea kunnen de spanningen in de asfaltlaag worden bepaald. Onderstaande figuren tonen de ingevoerde data.

Figuur 33 Ingevoerde data

Figuur 34 Ingevoerde data

91 Projectgroep Moengo augustus 2008

Het programma geeft de volgende uitvoer. De uitvoer van het softwareprogramma is gecheckt met vuistregels en blijkt binnen een marge van 10 % te zitten. Het onderdeel Pavement Life is niet relevant, aangezien de levensduur handmatig zal worden bepaald.

Figuur 35 Output van de data

De deflectie van de weg bedraagt 0,53 mm. Algemeen wordt een deflectie kleiner dan 0,6 mm aanvaard, waarbij de wegconstructie dus voldoet aan de eisen van maximale initiële deflectie.

De radiale trekspanning bedraagt:

σ r = 0,7326 MPa

De verticale drukspanning bedraagt:

σ v = 0,1230 MPa

Voor de radiale rek onder in het asfalt geldt:

σ* υ− σ * υ 0,7326*0,35− 0,1230*0,35 ε =r v = = 1,12*10 −4 E 1900

De levensduur van de weg kan worden vastgesteld aan de hand van de reeds opgestelde laboratorium-vermoeiingslijn:

−4 logN =−− 13,253 4,76logε =−− 13,253 4,76log( 1,12*10) = 5,55

Het aantal equivalente lasten van 100 kN komt derhalve op:

5,55 N =10 = 357044

Voor de bepaling van de praktijk-levensduur van het asfalt t.a.v. vermoeiing moeten nog twee factoren in rekening worden gebracht:

1. Healing: op basis van de gegeven asfaltmengselsamenstelling volgt uit de Grafiek ter bepaling van de grootte van de healingfactor (fig. 4.32 collegedictaat CT3041 TUD) een healing factor H = 6,0 2. Versporing: de versporingsfactor is gesteld op VP = 4,0

92 Projectgroep Moengo augustus 2008

Het toelaatbaar aantal equivalente 100 kN standaardaslasten in de praktijk is derhalve:

6 Nveld = HVF* * N = 6,0*4,0*357044 = 8,57*10

De levensduur van de weg is derhalve:

N 8,67*10 6 Levensduur =veld ===14939d 40,9 jaar Aslasten per dag 573,6

Kadebeschoeiing

Grondonderzoek

Op basis van een nabijgelegen sondering afkomstig van de Khudabux 2002 is de bodemopbouw geschematiseerd zoals weergegeven in Tabel 23. De in de tabel vermelde gegevens betreft de representatieve waardes voor de grondeigenschappen op basis van tabel 1 uit de NEN 6740.

Diepte Grondsoort γγγ γγγsat Φ c' Fundr E [m +/- NSP] [kN/m 3] [kN/m 3] [kPa] [kPa] [kPa] [deg] Van Tot +1,9 -3,6 Zeer zachte zware klei 14 14 0 24 10 1000 -3,6 -6,6 Middeldicht siltig zand 18 20 40 - - 20000 -6,6 -8,1 Stevige siltige klei 20 20 23 27 75 7000 -8,1 -9,1 Middeldicht siltig zand 18 20 40 - - 20000 -9,1 -10,1 Stevige siltige klei 20 20 23 27 75 7000 -10,1 -13,6 Zachte zware klei 15 15 22 24 35 1500 -13,6 -23,1 Stijve siltige klei 20 20 24 30 150 10000 Tabel 23 Bodemschematisatie

Symbolen uit Tabel 23:

γ : soortelijk gewicht droog γsat : soortelijk gewicht nat φrep : representatieve waarde hoek van inwendige wrijving c : cohesie Fudr : ongedraineerde schuifsterkte E : elasticiteitsmodulus

Grondwaterstand en peil oppervlaktewater

Het waterpeil van het oppervlaktewater bedraagt NSP 0,00 m. Voor de grondwaterstand is eveneens rekening gehouden met een niveau van NSP 0,00 m.

Uitgangspunten:

Voor de berekeningen is onder andere gebruik gemaakt van de volgende normen en richtlijnen:

• NEN 6700 :Algemene basiseisen • NEN 6702 :Belastingen en vervormingen • NEN 6740 :Geotechniek: Basiseisen en belastingen • CUR 166 :Damwandconstructies (4 e druk van oktober 2005)

93 Projectgroep Moengo augustus 2008

Veiligheidsklasse

De damwand is ingedeeld in veiligheidsklasse II volgens CUR 166, hetgeen overeenkomt met klasse 2 van NEN 6702.

Terrein belasting

Hieronder vallen terreinbelastingen en belastingen door funderingen en dergelijke.

Bouwfase

In de bouwfase wordt rekening gehouden met een bovenbelasting die is begrenst tot 10 kN/m 2 vanaf 2 m uit de damwand. De opdrachtnemer (aannemer) dient aan te tonen dat hij hier onder blijft. Dit houdt in dat het plaatsen van de damwand en de verankering met relatief licht materieel dient te geschieden.

Gebruiksfase

In de damwandberekening is ter plaatse van de berm rekening gehouden met een bovenbelasting van 20 kN/m 2. Ter plaatse van de rijweg in doorsnede wordt eveneens rekening gehouden met een bovenbelasting van 20 kN/m 2.

Doorbuigingseis

Door de opdrachtgever zijn geen eisen gesteld met betrekking tot de maximale doorbuiging. Evenwel wordt een maximale doorbuiging van 2 % van de kerende hoogte aangehouden.

Berekening Damwandconstructie

Rekenmethode

De berekeningen zijn uitgevoerd met het programma MSheet, versie 5.4. De berekeningsmethode in dit programma is gebaseerd op de theorie van de verend ondersteunde ligger. De rekenwaarden van de parameters worden conform CUR 166 bepaald. De betreffende toets met rekenwaarden voor alle parameters wordt uitgevoerd door MSheet. Hiervoor is een speciale optie aanwezig in MSheet (Verify Sheetpiling). In deze toets zijn zowel de partiële factoren op de bodemparameters, als de geometrische toeslagen op de waterpeilen en bodempeilen ingebouwd. Voor alle parameters wordt de lage representatieve waarde van het laaggemiddelde ingevoerd.

Damwandberekening

De volgende fasering is aangehouden:

1. Damwand installeren en plaatsen verankering. De huidige beschoeiing is hierbij nog intact. De bovenbelasting is begrenst op 10 kN/m 2 op 2 m vanaf de damwand 2. Het aanvullen vanaf de bovenzijde van de damwand tot NSP + 0,70 met een bovenbelasting op het voetpad en de rijbaan, zie Figuur 36

94 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 36 Damwandberekening doorsnede

De berekeningsresultaten (zie bijlage 5) zijn samengevat in Tabel 24.

Kerende w M s;rep M s;d F a;max F a;max Type Plank- hoogte SLS SLS ULS SLS ULS damwand lengte [m] [mm] [kNm/m] [kNm/m] [kN/m] [kN/m] - [m] 8,3 93,31 519,69 1085,9 150,37 245,81 AZ48 23 Tabel 24 Berekeningsresultaten

In de tabel zijn de volgende afkortingen gehanteerd:

• W: doorbuiging • M s;rep : representatieve waarde van het berekende moment in de damwand • M s;d : rekenwaarde van het berekende moment in de damwand • F a;max : de AXIALE ankerkracht • SLS: Service Limit state • ULS: Ultimate Limit State

Gekozen is voor damwandplanken AZ48

Hiervoor geldt:

W = 4800 cm 3/m’ = 4,8 * 10 -3 m 3/m

Hieruit volgt:

3 -3 • M r;d = 235 * 10 * 4,8 * 10 = 1128 kNm/m • EI (ULS) = 2,429 * 10 5 kNm 2/m

95 Projectgroep Moengo augustus 2008

Verder geldt voor de doorsnede:

• Bovenkant damwand op NSP + 0,70 m • Planklengte 23,0 m • Niveau ankerstang ter plaatse van gording: NSP 0,00 m • Hart op hart afstand tussen de ankerstangen: 1,0 m • Helling ankerstang: 18 graden • Lengte ankerstang: 20 m • Diameter ankerstang: 30 mm • Diameter schroefankerblad: 0,28 m

Toets damwand, grondweerstand en stabiliteit

Toets planksterkte

Ms;d = 1085,9 kNm/m Normaalkracht t.g.v. anker: N s;d = 245,81*SIN(18) = 75,96 kN/m.

Max spanning (u.c.) = 0,96 < 1,0, akkoord (zie bijlage 5)

Controle op vervorming

Er is geen controle op de vervorming vereist

Toets grondbreuk

Toets volgens tabel 3.10 van CUR 166 (deel 1). Gemobiliseerde passieve weerstand: 69,3 % Min( γ) = 1/0,693 = 1,44 > 1,3 , akkoord

Toets stabiliteit

Toets volgens tabel 3.11 van CUR 166 (deel 1). Min( γ) = 1,15 > 0,9 , akkoord

Figuur 37 Invoer data

96 Projectgroep Moengo augustus 2008

Verankering doorsnede

Belasting

De rekenwaarde van de maximale axiale ankerkracht (Fa;max) is 245,81 kN/m

Voor de stabiliteitscontrole van de ankerstaaf is Fs;max;st;d = 1,25*Fa;max = maximaal 1,25*245,81 = 307,3 kN/m.

Berekening ankerstaaf

Er is gekozen voor een diameter van 30 mm, staalkwaliteit S480 volgens NEN-EN 10025 (f y;d = 480 MPa, E = 210 GPa). De hart op hart afstand van de ankerstaven wordt 1,0 m. Hieruit volgt:

2 2 Fr;max; st ; d=0,25π d f d = 0,25 π ⋅⋅ 30 480 = 339,3 kN

Ankers om de 1,0 m geeft een maximale ankerkracht van:

Fs;max; st ; d =1,0 ⋅ 307,3 = 307,3 kN

Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarde Fs;max; st ;d ≤ Fr;max; st ;d

Er is gekozen voor een diameter van 30 mm voor meer stijfheid en in verband met corrosie.

3.4.3 Aanbevelingen

Ten aanzien van de haveninrichting worden de volgende aanbevelingen gedaan: Inrichting haventerrein met componenten ten aanzien van hout, kaolien, zand en grind Aanleg van een rondweg op jet haventerrein voor een goede ontsluiting met het achterland Constructie van een kadebekleding, middels een AZ48 damwandprofiel, verankerd middels schroefankers

97 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.5 Nutsvoorzieningen

3.5.1 Huidige stand van zaken Marowijne

In de centrales en distributienetten van de nutsvoorzieningen in Marowijne zijn in de loop der tijd verschillende herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Hieronder volgt een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de elektriciteitsvoorziening, (drink)watervoorziening en telecommunicatie.

De ontbrekende nutsvoorziening, de gasvoorziening, zal niet worden behandeld, omdat de gasvoorziening in Suriname uit afzonderlijke gasflessen per huishouden bestaat. Omdat huizen niet verwarmd hoeven en het gas dus alleen voor koken wordt gebruikt is de gasconsumptie van de huishoudens laag en volstaat de huidige situatie met gasflessen in alle gevallen.

3.5.1.1 Elektriciteitsvoorziening

De Energie Bedrijven Suriname (EBS) verstrekt elektriciteit aan Albina en omliggende dorpen, waaronder Marijkedorp, Pierrekondre en Tapoekoe. Daarnaast voorziet de EBS middels haar energiecentrale op het haventerrein van Moengodorp de woonkernen Bernharddorp, Julianadorp en Wonoredjo van stroom. In 2002 werd het elektriciteitsnet uitgebreid naar de omliggende dorpen Abadoekondre en Akalekondre.

Ook beschikken enkele dorpen in het district over een lichtmotor, die onder het beheer staan van de Dienst Elektriciteit Voorziening (DEV) van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, met uitzondering van de lichtmotor in Abeso Kampoe, die particulier eigendom is. Vele van deze lichtmotoren zijn defect, wat aangeeft dat het beheer niet optimaal is.

De energievoorziening van Galibi wordt verzorgd door een dieselmotor, maar deze is niet toereikend, vanwege de uitbreiding van het dorp, de groei van de bevolking en de toename van ontwikkelingsactiviteiten.

3.5.1.2 Drinkwatervoorziening

De drinkwatervoorziening te Albina en de omliggende dorpen wordt verzorgd door de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) en is in de loop der tijd enigszins verbeterd. Ook de drinkwatervoorziening te Moengodorp en omgeving wordt verzorgd door de SWM, net als EBS gevestigd op het haventerrein van Moengodorp. Daarnaast maken huishoudens buiten het centrum gebruik van een gemeenschappelijke kraan, of waterputten of regenwater opgevangen in bakken of tonnen.

De dorpen langs de Cotticarivier tot Ricanau Moffo worden van drinkwater voorzien door de Dienst Water Voorziening van het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, terwijl de overige dorpen langs de Marowijnerivier gebruik maken van put- en oppervlaktewater. In het kader van het crashprogramma voor Bigiston en Pakirakondre is te Pakirakondre echter een waterpomp geïnstalleerd.

In Wanhatti is een zonnecentrum opgezet, welke pompen aandrijven en met behulp van een watertoren het dorp van drinkwater voorzien. Echter, de pompinstallatie is al sinds 2007 kapot en reparaties hebben tot op heden nog niet plaatsgevonden.

Hoewel in het kader van het crashprogramma voor Galabi de drinkwatervoorziening ook hersteld is, functioneert het systeem niet optimaal, aangezien de hydrofoors defect zijn en de continuïteit van de energietoevoer niet gegarandeerd is.

Als gevolg van de vervuiling veroorzaakt door de goudwinning neemt het gebruik van oppervlaktewater af en worden in toenemende mate grondwaterbronnen aangeboord.

98 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.5.1.3 Telecommunicatie

Het telefoonverkeer in Albina is enigszins hersteld maar wordt nog als gebrekkig ervaren. Er worden twee systemen toegepast, namelijk zonnepanelen voor de mobiele toestellen en het bestaande kabelsysteem. In het centrum van Albina is de mogelijkheid om via de kabel te bellen beperkt, terwijl in Moengodorp de helft van de huishoudens is aangesloten op het telefoonnet.

In Galibi is een Telecenter gevestigd wat de mogelijkheid geeft om via fixed-cellulair te bellen. In de overige dorpen worden radiozenders gebruikt.

Met de liberalisatie van de telecomsector in 2007 zijn stappen gezet tot het ontsluiten van het gehele district voor wat betreft mobiel telefoonverkeer. Na het tot stand komen van de interconnectie tussen de verschillende aanbieders van mobiele diensten is het mogelijk om in grote delen van het district mobiel te bellen.

In Albina is het mogelijk het radiostation Stichting Radio-omroep Suriname (SRS) te ontvangen en ook radiostations die vanuit Frans-Guyana uitzenden. In Moengo is de ontvangst van de radiostations Garuda, Apintie en SRS en van de televisiezender STVS is goed te noemen.

In Galibi is er een lokaal radiostation te weten Radio Galibi, dat enkele uren per dag uitzendt.

3.5.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

3.5.2.1 Elektriciteitsvoorziening

EBS voorziet een groot deel van Moengodorp en een deel van de omliggende dorpen (Abadoekondre en Akalekondre) van elektriciteit. Het elektriciteitsnet is in redelijke staat en in deze delen van Moengodorp worden dan ook weinig problemen ondervonden. Echter, een aantal wijken in het oosten van Moengodorp, waaronder San Ten, zitten bijna dagelijks een tijd zonder elektriciteit. De netten in deze wijken zijn dan ook aan onderhoud of zelfs vervanging toe.

3.5.2.2 Drinkwatervoorziening

In Moengodorp wordt het water uit de Cotticarivier door SWM gezuiverd voor het gebruik van drinkwater. De filterinstallatie is indertijd van Suralco overgenomen en is inmiddels 60 jaar oud en niet meer in staat om in de huidige behoefte van zuiver drinkwater te voorzien. De SWM gaat uit van een waterverbruik van 150 liter per persoon per dag, dit is een Nederlandse norm en is ruim voldoende voor de inwoners. Sinds kort wordt er ook grondwater gezuiverd voor het gebruik van drinkwater. De filterinstallatie voor het verbeteren van het grondwater is vrij nieuw, maar ook nu is er niet voldoende capaciteit om heel Moengo te voorzien van drinkwater.

Er wordt een plan opgezet om alleen het water uit de rivier te zuiveren (oppervlaktewaterzuivering). Dit gebeurt in samenwerking met het Nederlandse Amsterdamse Waterzuiveringbedrijf. Dit bedrijf gaat nieuwe waterzuiveringstechnieken onderzoeken die in Moengo gebruikt zouden kunnen worden. Aan te raden is om op korte termijn de huidige, verouderde filterinstallatie te reviseren, zodat deze de oude capaciteit weer aankan. Tezamen met de winning uit grondwater kan deze dan weer voorzien in schoon drinkwater voor heel Moengodorp, in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek.

De druk op de waterleidingen in Moengo wordt verzorgd door één watertoren die continu wordt aangevuld met het gezuiverde water. De wijken in het westen van Moengodorp hebben bijna altijd waterdruk op een enkele storing na. Echter, in het oosten is er vaak weinig tot geen waterdruk gedurende grote delen van de dag. Soms moeten mensen om 04:00 opstaan om water af te tappen voor de rest van de dag, omdat ze daarna geen druk meer hebben door het vele gebruik in de rest van het dorp. Groot onderhoud van de watertoren op korte termijn is dus van groot belang.

3.5.2.3 Telecommunicatie

Het telefoonnet in Moengodorp is redelijk te noemen. Veel mensen zijn aangesloten en er is weinig storing. Wel is regelmatige controle en onderhoud nodig. Veel mensen beschikken ook al over een mobiele telefoon en sinds 2007 is er goed bereik in alle dorpen rond de Oost-West verbinding, waaronder Moengo.

99 Projectgroep Moengo augustus 2008

Moengo heeft een eigen radiozender Barron Omroep Bedrijf (BOB) en de ontvangst van deze en andere zenders in de omgeving is goed. Ook is er televisie via de kabel te ontvangen.

Verdere ontwikkelingen op de korte termijn zijn er niet.

3.5.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Als het inwonersaantal van Moengo gaat stijgen is een uitbreiding van de distributienetten van elektriciteit, telefoonverkeer en kabeltelevisie onvermijdelijk. Wat de maximale capaciteit van het huidige elektriciteitsnet is is niet bekend, maar als deze niet toereikend blijkt te zijn zal deze logischerwijs vergroot moeten worden.

Ruimte voor extra woningen is met name aanwezig in het oosten van Moengodorp. Juist daar zijn er problemen met de waterdruk en dus is een extra watertoren ergens langs de Lijnweg benodigd.

100 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.6 Bedrijvigheid en dienstverlening

Om ontwikkelingen op economisch, sociaal en technisch vlak te stimuleren is het essentieel personen met goede opleiding naar Moengo te krijgen en te houden. Om dit mogelijk te maken is een bepaalde bedrijvigheid en dienstverlening benodigd die de leefomstandigheden in het gebied verbeteren. In deze paragraaf worden de zaken behandelt die door de overheid geregeld of gestimuleerd kan worden. Eenmansbedrijven als kappers en dergelijke zullen door ontwikkeling van het gebied vanzelf komen.

3.6.1 Huidige stand van zaken Moengo

Met betrekking tot bedrijvigheid en dienstverlening is het volgende aanwezig:

• 1 Postkantoor. Dit poskantoor is slechts enkele uren van de week open wanneer het hen uitkomt. Er zijn geen standaard openingstijden. • Diverse kleine supermarkten. Deze supermarkten worden voor het overgrote deel gerund door Chinese ondernemers. Ze hebben een beperkt aanbod en zijn tussen de middag van 1 tot 4 gesloten. • Twee tankstations. Beide tankstations liggen naast elkaar langs de Lijnweg. • Garages. Er wordt een van de tankstations enige service verleent voor autoreparatie. Voor een schoonmaakbeurt aan de auto kan men terecht bij één van de vele schoonmaakdiensten aan huis. • 1 Bank. Er is een bank aanwezig in het centrum. Deze bank is zelden tot nooit open en hanteert ook geen vaste openingstijden. Wel is er buiten een pinautomaat aanwezig waar men in principe 24 uur per dag geld kan verkrijgen. • Overheidsgebouw. Een overheidsgebouw waar vergaderd word en waar burgerzaken geregeld kunnen worden is aanwezig. • Congreshal. In de August Meijer hal kan ook vergaderd worden of presentaties worden gegeven.

3.6.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

Om een eerste verbetering te verkrijgen betreffende bedrijvigheid en dienstverlening behoeven er geen grote investeringen gedaan te worden. De bovengenoemde faciliteiten zijn in Moengo al aanwezig en zijn in beginsel afdoende. Deze hoeven dus niet meer opgezet te worden. De benodigde ontwikkelingen zit hem vooral in de geleverde service van de verschillende instanties. Vaste openingstijden voor de bank en het poskantoor zorgen voor duidelijkheid aan de bevolking wanneer men gebruik kan maken van deze dienstverlening. Ze hoeven niet eens de hele week open te zijn, als er maar duidelijkheid geschept wordt zodat de burgers niet steeds langs moeten om te kijken of het open is. Deze kleine aanpassing zal al zorgen voor een hele verbetering.

Een drietal zaken kunnen wel opgezet of gestimuleerd worden door de overheid. Ten eerste is dat een bestuurlijk centrum en ten tweede markt, welke beide benedenstaand dieper zijn uitgewerkt. Ten derde betreft dit een grote supermarkt. Nu zijn er vele kleine supermarkten die een klein aanbod hebben en deze is ook nog eens overlappend. Een klein aanbod betekend dat de bewoners slechts een beperkte keus hebben qua voedingsmiddelen en andere producten. Tevens zorgt het beperkt aanbod en de aanwezigheid van vele supermarkten voor een relatief hoge prijs. Wanneer een grote supermarkt zich in Moengo vestigt zal door de grootschaligheid het aanbod toenemen en prijzen van de producten dalen. Deze supermarkt heeft personeel nodig wat werkgelegenheid betekent voor de locale bevolking.

3.6.2.1 Bestuurlijk centrum

Op dit moment is het bestuurlijk centrum van Moengo (en deels Marowijne) op een zeer centrale plaats in Moengo gevestigd, te weten bij bij de kruising van de Kapitein Cris Silosweg en de Julianaweg. In het centrum is het commissariaat gevestigd met verschillende afdelingen. Ook zijn er een bank, een winkelcentrum, een groentewinkel, openbare toiletten, een postkantoor, en een kantoortje van het NVB (Nationaal Vervoer Bedrijf) aanwezig.

101 Projectgroep Moengo augustus 2008

Huidige situatie

De locatie van het bestuurlijk centrum is optimaal, maar de inrichting van de omgeving laat te wensen over. In onderstaande figuur is de huidige situatie weergegeven.

Figuur 38 Huidige staat bestuurlijk centrum Moengo

De nummers 1 tot en met 3 geven respectievelijk twee kleine grasperkjes en een (bus)hokje aan. De beide grasperken zijn niet onderhouden en hebben geen functie. Het (bus)hokje wordt voornamelijk gebruikt als hangplek en dient verder ook geen doel meer. Er zijn reeds een aantal overdekte banken die veelvuldig gebruikt worden en kunnen dienen als bushok. Bovendien staat het hokje (met nummer 3) in de weg voor passerende bussen.

De aangegeven tekortkomingen van het centrum zijn:

• Slechte staat van wegen binnen het centrum • Weinig en slecht aangegeven parkeerplaatsen • Geen vergaderzaal voor het commissariaat aanwezig • Geen duidelijk herkenningspunt aanwezig • Geen aantrekkelijke begroeiing aanwezig

De wegen in het centrum zijn op dit moment allemaal van lateriet en slecht onderhouden. De wegen zitten vol met hobbels en kuilen en na een zware regenbui wordt het één grote modderpoel. In de kaart zijn al deze wegen aangegeven met een oranje/bruine kleur.

102 Projectgroep Moengo augustus 2008

Toekomstige situatie

In onderstaande figuur is een mogelijke toekomstig scenario voor het bestuurlijk centrum weergegeven.

Figuur 39 Mogelijke toekomstige staat bestuurlijk centrum Moengo

Zoals te zien zijn de twee grasperken en het (bus)hokje verdwenen. Dit om een open “plein” te creëren waar mensen zich kunnen verzamelen en waar de bussen makkelijk kunnen opstellen en passeren.

Alle wegen binnen het bestuurlijk centrum dienen verhard te worden. Aan te raden is om dit met klinkers te doen. Klinkers zijn licht van kleur en zorgen daarmee voor een fris uiterlijk, ook wateren ze zeer goed af waardoor plasvorming wordt voorkomen. De oranje/bruine kleur uit de vorige kaart is vervangen door een blauwe kleur om dit aan te geven.

De gele kleur geeft locaties aan voor duidelijk herkenbare parkeervakken. Parkeervakken dienen ongeveer 2 bij 5 meter groot te zijn en eventueel voorzien te worden van belijning. Op dit moment zijn de parkeerplaatsen eigenlijk al aanwezig, maar niet verhard en niet duidelijk aangegeven. Op deze wijze worden de bank, het winkelcentrum, en de twee commissariaatsgebouwen voorzien van voldoende parkeergelegenheid.

Tussen de twee commissariaatsgebouwen in is een ongebruikte fundering aanwezig. Vroeger heeft hier een gebouw gestaan, maar de functie daarvan is niet bekend. Deze fundering kan gebruikt worden om een vergaderzaal te bouwen. De ruimte is groot en heeft een centrale ligging.

Zoals duidelijk te zien is er bij binnenkomst van het terrein, rechtsboven in de figuur, een plein/rotonde aanwezig. Het idee is om op deze locatie een (verhard) plein te creëren, in het midden van het plein zou een grote herkenbare boom (manja- of palmboom) kunnen komen. Onder de boom

103 Projectgroep Moengo augustus 2008 kunnen bankjes worden geplaatst. Zo ontstaat een duidelijk herkenningspunt voor het bestuurlijk centrum en tevens een sociale ontmoetingsplaats voor omwonenden. Tevens kan er in het grasveld tussen het commissariaat en de Julianaweg een bord worden geplaatst, waarop de aanwezigheid van het commissariaat bekend wordt gemaakt.

Om het centrum algemeen wat aantrekkelijker te maken dient de begroeiing in de omgeving ook aangepakt te worden. Het grasveld voor het winkelcentrum dient onderhouden te worden en het bord ter aanduiding van de “Moengo Mall” dient weer in ere te worden hersteld. Dit veld en het bovengenoemde veld tussen het commissariaat en de Julianaweg zijn zeer geschikt voor het aanbrengen van bloemenveldjes of andere fleurige begroeiing. Deze velden dienen echter goed onderhouden te worden.

3.6.2.2 Markt

Vroeger was er een markt in Moengo. Hier kwamen handelaren bij elkaar om hun goederen centraal te verkopen. De markt was geplaatst naast de Cotticarivier richting de haven. Restanten van de oude markt zijn nog te vinden. Lange rijen met marktkramen zijn nog in goede staat.

De markt is echter de laatste tijd niet meer geopend. Er is al eens een poging gedaan om de markt weer op te zetten, maar dit is niet geslaagd. Het is voor de ontwikkeling van kleine ondernemingen belangrijk om ruimte aan te bieden voor het drijven van handel. Hierna zal worden uitgelegd waarom het opzetten in Moengo zo belangrijk is, en wat de optimale locatie in Moengo is voor het opzetten van de markt. Daarna zal worden ingegaan op de benodigde voorzieningen voor de markt.

Moengo is centraal gelegen in het district Marowijne. Moengo heeft tevens een goede bereikbaarheid dankzij de directe ligging aan de Oost-West verbinding en de centrale ligging aan de Cotticarivier ten opzichte van andere dorpen.

Door het openstellen van de markt, zullen meer mensen uit andere dorpen naar Moengo getrokken worden. Dit zal de omzet verhogen van de winkeliers en eetgelegenheden die in de buurt van de markt gevestigd zijn.

Daarnaast heeft het centraal aanbieden van de producten de volgende voordelen:

• Er kan beter worden toegezien op de veiligheid van de ondernemers • De markt is een toeristische trekpleister, en zal een ondersteuning zijn om Moengo als toeristisch oord op de kaart te zetten

Enige risico voor de afzet van de markt is het populairder worden van de markt in Albina. Door de grote afstand tussen de dorpen en het grote inwoneraantal rondom Moengo zal dit geen groot gevaar opleveren voor de markt in Moengo.

Bij het kiezen van een locatie voor de markt zal er gekeken moeten worden naar de volgende punten:

• Parkeergelegenheid • Geschiktheid van de ondergrond • Centrale plaats voor de korte reistijd voor inwoners • In een doorgaande route plaatsen voor optimaliseren van de bereikbaarheid o Grote schaal: dicht bij de ontsluiting naar de Oost-West verbinding in verband met het aantrekken van inwoners uit andere dorpen / toeristen o Kleine schaal: aan een doorgaande route in Moengo (Lijnweg, Julianaweg, Cris Silos weg) • Niet te dicht bij toeristische ontwikkelingsplaatsen vanwege stankoverlast, tevens geven grote groepen mensen een onveilig gevoel

Er zijn 3 verschillende locaties bekeken voor de meest geschikte locatie voor een markt. Ten eerste de oorspronkelijke locatie van de markt aan de rivier (A) daarnaast de een markt direct aan de Oost- West verbinding (B), ten derde een locatie in het centrum naast de bank (C). Er is een kleine multi criteria analyse opgesteld om een locatiekeuze te kunnen maken. Alle criteria hebben evenveel invloed op de uiteindelijke keuze. Er wordt een getal gegeven aan het voldoen aan een bepaalde criteria tussen de 1 (slecht) en 5 (zeer goed).

104 Projectgroep Moengo augustus 2008

Criteria Locatie A: Locatie B: Locatie C: Nabij rivier O-W Verb. Plein bij bank Bereikbaarheid per boot 5 1 3 Bereikbaarheid vanaf Oost-West verbinding 1 5 3 Centrale ligging Moengo (bereikbaarheid inwoners) 2 1 5 Mogelijk overlast voor bewoners / winkeliers 4 4 2 Mogelijke beperking toekomstige uitbreiding Moengo 2 1 4 Mogelijkheid creëren parkeerplaatsen 2 4 3 Bevorderlijk in beeldbepaling Moengo 3 5 4 Totale score 19 21 24 Tabel 25 MCA voor ligging markt

Zoals uit de MCA blijkt is de locatie op het plein voor de bank de meest geschikte locatie voor een markt.

Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Wanneer de gemeenschap het toerisme in het gebied wil ontwikkelen dient informatie aan de toeristen verleent te worden. Een instantie bij uitstek om deze taak te verzorgen is een VVV. Deze zal de toerist kunnen informeren over allerlei zaken die voor hen interessant zijn te weten. Van dagtochtjes tot ziektes en van plattegronden tot openbaar vervoer.

Wanneer Moengo uitgroeit tot een ware stad zullen steeds meer mensen gebruik willen maken van de bedrijvigheid en dienstverlening. Dit betekent dat de openingstijden langer moeten zijn om aan deze behoefte te voldoen. Het overheidsgebouw kan gerenoveerd worden om het gebouw meer allure te geven.

105 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.7 Huisvesting

Goede huisvesting is een belangrijke schakel in de ontwikkeling van een dorp. De ruimte die wordt ingenomen door huizen is de basis van een plattegrond van een dorp. De plaats wordt als het ware gevormd door de locatiekeuze van de woningen. Er zijn 3 eisen waaraan voldaan moet worden om te kunnen spreken van goede huisvesting in Moengo. Deze worden hierna kort opgesomd.

Voldoende kwantiteit

Goede huisvesting wordt gerealiseerd indien er voldoende aanbod is aan huizen. De overheid moet voorzien in voldoende ruimte voor mensen om zich te kunnen huisvesten. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met leegstand. Indien er veel huizen leeg staan, of grond braak licht is de kans op criminaliteit hoger.

Kwalitatief goede indeling

Door het maken van een goede indeling wordt er een basis gecreëerd voor de sociale structuren binnen een samenleving. Door huizen dicht bij elkaar te plaatsen wordt de sociale controle in een wijk groter, waardoor criminaliteit af zal nemen. Dit zal ondernemers stimuleren zich in die buurt te vestigen. Problemen zoals zich in andere landen (bijv. Nederland) voordoen met irritaties van buren door geluidsoverlast treden in Suriname minder op.

Diversiteit aan huizen

Er dient een goede diversiteit aan buurten te zijn. Voor mensen met weinig inkomsten moeten een plek hebben om zich te kunnen huisvesten. Daarnaast moeten er ook buurten worden ingericht om huizen te plaatsen voor meer vermogende mensen. Indien deze buurten te veel worden gemengd zullen mensen die zich beter ontwikkeld hebben weg trekken naar Paramaribo om zich daar te vestigen. Er kan niet simpelweg gezegd worden dat er goedkope kleine woningen moeten komen en grotere in het duurdere segment. Er zijn namelijk ook eenpersoonshuishoudens met genoeg middelen voor een kleine kwalitatief goede woning.

Om mensen naar een dorp te trekken zijn zaken zoals goede infrastructuur, recreatiemogelijkheden, veiligheid en werkgelegenheid natuurlijk cruciaal. Omdat daar op de andere hoofdstukken wordt ingegaan wordt dat bij huisvesting achterwege gelaten.

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige indeling van Moengo met betrekking tot de huisvesting. Tevens worden de hierboven genoemde drie punten behandeld voor Moengo. Daarna zullen uitbreidingsplannen toegelicht worden.

3.7.1 Huidige stand van zaken Moengo

Er wonen in totaal ongeveer 7000 mensen in Moengo. Er zijn kleine uitbreidingsplannen aanwezig. Momenteel wordt er gebouwd ten zuiden en oosten van Bernharddorp. Tevens zijn er plannen om in de buurt van de airstrip ruimte te creëren voor woningen.

Woonruimte wordt gecreëerd door het aanleggen van een wegennet naar de percelen toe. De geschiktheid van de grond moet voldoende zijn voor het plaatsen van huizen. Er zijn twee eisen waaraan de ruimte moet voldoen voor het geschikt maken van de grond voor woningbouw:

• De draagkracht van de grond moet voldoende zijn • Het perceel moet voldoende hoog zijn om overstromingen van het perceel te voorkomen

3.7.1.1 Structuurplattegrond Moengo

Er is sinds de vestiging van Suralco in dit gebied een duidelijke indeling gemaakt voor de woningbouw. Bepaalde groepen arbeiders werden bij elkaar gehuisvest. Zo werden de weekloners gehuisvest in Julianadorp, de maandloners in Bernharddorp en de leidinggevenden in Stafdorp. Belangrijk aan de manier waarop de plattegrond is ingedeeld, is dat de woningen bijna nooit direct aan de hoofdweg zijn gelegen, maar altijd aan een aftakking van deze hoofdweg.

106 Projectgroep Moengo augustus 2008

Deze structuur is aan de oostzijde van Moengo niet terug te vinden. Hier valt het vooral op dat er een doorgaande weg ligt (zoals de Lijnweg of de Walter Bursideweg) waaraan mensen gaan wonen. Het nadeel hiervan is dat de weg 2 functies heeft. Enerzijds een stroomfunctie voor het verkeer naar de Oost-West verbinding en anderzijds zijn de opritten naar de percelen hierop aangesloten.

Figuur 40 Satellietfoto van Moengo

Op de plattegrond is het verschil in indeling duidelijk te zien. Links van de stippellijn is een duidelijke structuur en conglomeratie van woningen te zien. Rechts van de stippellijn is te zien dat mensen aan de hoofdweg gaan wonen. Hier is de samenhang van de woningen minder.

Het grote probleem is dat er geen onderscheid is gemaakt tussen de hoofdwegen en de secundaire wegen naar de huizen toe. Hierna zal ingegaan worden op 2 nadelen van de manier hoe de stad is uitgebreid aan de oostzijde.

Ten eerste wordt de ruimte op deze manier niet optimaal benut. Omdat er in Suriname genoeg ruimte is zal dit probleem minder groot zijn dan dichtbevolkte gebieden zoals Nederland. Echter zal door een uitgestrekte plattegrond veel ruimte verloren gaan. Afstanden in het dorp worden onnodig groot gemaakt en veel ruimte zal niet onderhouden worden. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld van de plaatsing van huizen in het westelijke gedeelte van Moengo.

107 Projectgroep Moengo augustus 2008

Efficiënt ruimte gebruik Inefficiënt ruimte gebruik Figuur 41 (In)efficiënt ruimte gebruik ten aanzien van woningbouw

De linker foto geeft een voorbeeld aan van een efficiënte indeling. Hier is bij de aanleg van de wegen een duidelijke structuur gemaakt voor de percelen. De rechter foto geeft een voorbeeld van de manier waarop mensen zich aan de weg gaan vestigen. Deze percelen zijn veel groter, wat ruimte geeft voor de bewoners om achter het huis eigen groenten / gewassen te gaan kweken. Er gaat echter veel ruimte verloren (na de splitsing tussen de huizen) door deze manier van bouwen.

Huizen van de hoofdroute af Huizen aan de hoofdroute Figuur 42 Ligging van huizen

Doordat de huizen aan de hoofdroute worden gebouwd (zoals de Lijnweg) treden er gevaarlijke situaties op. Op de Lijnweg wordt door auto’s maximaal 80 km / uur gereden. Als kinderen ’s ochtends op straat lopen of voor huis spelen kan dit ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om de huizen van de hoofdroute af te bouwen. Dit wordt duidelijk zichtbaar in het linker figuur.

3.7.1.2 Grootte huishoudens

Voordat de huisvesting van Moengo beoordeeld kan worden, zal er eerst gekeken moeten worden naar de behoefte. Er zijn kengetallen aanwezig van de samenstelling van huishoudens in Suriname. Omdat het grootste gedeelte van de inwoners in Paramaribo woont, zullen deze getallen

108 Projectgroep Moengo augustus 2008 hoofdzakelijk gerelateerd zijn aan een stad. Ze moeten dus bijgesteld worden om voor een dorp zoals Moengo gebruikt te kunnen worden.

In Suriname bestaat ongeveer de helft van de huishoudens uit 3 tot 5 personen. 30 % bestaat uit kleine huishoudens (ongeveer 1 tot 2 personen) en 20% uit hele grote (6 of meer). Voor kleinere dorpen zoals Moengo zijn er meer grote huishoudens, en minder met een gemiddelde grootte. Hierbij is gekeken naar een vergelijkbaar dorp zoals Albina. De volgende verdeling wordt aangehouden:

Huishouden Aantal personen Percentage Klein 1 tot 2 personen 30% Gemiddeld 3 tot 5 personen 40% Groot 6 of meer 30% Tabel 26 Geschatte grootte van huishoudens in Moengo

3.7.1.3 Organisatie huisvesting Suriname

Er is geen grote rol van de overheid in de huisvesting van de inwoners van Suriname. De bevolking voorziet veelal in zijn eigen huisvesting. Mensen kopen of pachten een stukje grond en bouwen daar zelf een huis op. Stenen worden door de Surinamers in de tuin opgespaard om later een huis te kunnen bouwen. Vanwege het ontbreken aan pensioenvoorzieningen worden deze stenen in feite gezien als pensioenopbouw.

Echter door het hoge rentepercentage (30%) is men soms niet in staat om een kavel of bouwmaterialen te kunnen bekostigen.

Als kavels eenmaal door een particulier worden geregistreerd kunnen ze daar een huis op bouwen. Veel gezinnen starten met de bouw van een huis, en bouwen totdat het geld op is. Dan staat een kavel weer een tijd leeg totdat er weer genoeg geld is om verder te gaan met de bouw. De zelfredzaamheid bij de bouw van een huis is aardig aanwezig. Sommige gezinnen hebben de kennis om zelf stenen te vaardigen.

Als gebouwen echter niet meer worden gebruikt (veelal kantoorgebouwen / bars) worden deze niet gesloopt maar leeg achter gelaten. Dit dient voorkomen te worden, zwervers maken er gebruik van door hierin te overnachten.

3.7.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

De grondgesteldheid van Moengo voor het bouwen van huizen is zeer goed. Er hoeft dus voor de locatiekeuze niet gekeken te worden naar de draagkracht van de ondergrond en de hoogte van de percelen om overstromingen te voorkomen. Er zijn echter enkele problemen met betrekking tot de huisvesting met een hoge prioriteit die opgelost dienen te worden. Op deze problemen wordt hierna ingegaan.

3.7.2.1 Tijdelijke huisvesting

De overheid schept de mogelijkheid voor (tijdelijke) huisvesting voor mensen die werkzaam zijn in dienst van de overheid. De eisen die gesteld worden aan de tijdelijke huisvesting verschilt per beroepsgroep en duur van het bezoek. Het is van belang voor het aantrekken van goed geschoolde mensen om te zorgen voor voldoende (tijdelijke) huisvesting. Bij het ontbreken van deze faciliteit zal de mogelijkheid om andere faciliteiten (zorg en onderwijs) te ontplooien worden belemmerd. Sommige mensen gebruiken de woningen om vanuit daar een nieuwe woning te zoeken of te bouwen. Tevens worden de woningen gebruikt voor mensen die slechts enkele dagen in Moengo werkzaam zijn.

Onderwijswoningen

Er zijn rondom de Barronschool enkele onderwijswoningen aanwezig. Tijdens de binnenlandse oorlog zijn een aantal woningen vernietigd. Deze zijn later nooit meer opgebouwd. Omdat er een tekort is aan onderwijswoningen, is het noodzaak deze eerst weer op te bouwen.

109 Projectgroep Moengo augustus 2008

Daarnaast worden veel onderwijswoningen die bestemd zijn voor hele gezinnen, maar door 1 persoon gebruikt. Dit kan opgelost worden door eenpersoonsappartementen beschikbaar te stellen. Hierdoor kunnen de grotere woningen weer gebruikt worden voor grotere gezinnen.

Verplegend personeel

Tevens voor verplegend personeel dient huisvesting beschikbaar te worden gesteld. Voor verplegend personeel moet er meer rekening worden gehouden met huisvesting die slechts een aantal dagen per week worden gebruikt. Deze woningen zullen door één persoon bezet worden.

3.7.2.2 Huisvesting voor ouderen

Er is geen huisvesting aanwezig in Moengo voor ouderen. Ouderen worden opgevangen door de kinderen. Ouderen zonder kinderen zullen geen opvang hebben voor hun oude dag. Omdat het echter geen bekend probleem is in het dorp, zullen er geen speciale bejaardenhuizen nodig zijn, zoals deze in de stad Paramaribo aanwezig zijn. Omdat het op oudere leeftijd moeilijker wordt om een tuin en huis te onderhouden is het soms wel wenselijk om te verhuizen naar een kleinere woning. Eventueel met gedeelde voorzieningen zoals een keuken.

3.7.2.3 Onvoldoende huisvesting voor kleine huishoudens

In Moengo is er geen mogelijkheid voor kleine huishoudens (1 tot 2 personen) om zich te vestigen. Er is behoefte aan kleine accommodaties voor tijdelijke huisvesting, ouderenopvang en overige kleine huishoudens. Bij het ontwerp van deze accommodaties moet onderzocht worden in hoeverre het wenselijk is om scheiding aan te brengen tussen de verschillende groepen. Mensen die tijdelijk onderdak nodig hebben (zoals eenmaal per week) zullen anders omgaan met de omgeving dan ouderen die de hele dag in de accommodatie zitten.

Er kan gedacht worden aan kleine woongroepen met een gemeenschappelijke tuin / vijver in het midden. Doordat een kleine gemeenschap verantwoordelijk is, zullen mensen eerder actie gaan ondernemen om iets te onderhouden. Tevens zullen bewoners elkaar erop attenderen iets te gaan ondernemen, omdat in de kleinschalige sociale gemeenschappen mensen die nalaten iets te doen eerder zullen opvallen.

In de woongroepen kunnen enkele faciliteiten gedeeld worden, zoals een keuken.

3.7.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Als Moengo gaat ontwikkelen tot een grote stad, moet er direct in het begin ruimte worden gemaakt voor huisvesting. Er zijn verschillende groeiscenario’s te verwachten. Omdat het onzeker is met welke snelheid een gebied zal groeien (of afnemen) moet in de eerste opzet rekening worden gehouden met elk scenario. Het is daarom verstandig de verschillende scenario’s voor Moengo te bekijken. Hierna zal voor de verschillende scenario’s de indeling voor Moengo besproken worden. Als basis worden de groeiscenario’s gebruikt die gehanteerd zijn voor het ontwikkelingsplan van Albina. De scenario’s zijn gebaseerd op een prognose voor 2012.

Afname

Door toenemende werkloosheid kunnen er veel mensen besluiten te vertrekken vanuit Moengo naar Albina of Paramaribo. Na het vertrek van de grootste werkgever in het gebied is dit niet ondenkbaar. De kans zit erin dat er huizen leeg komen te staan. Door de grote afstand tussen percelen in het westen van Moengo zullen er grote lege ruimtes ontstaan in de stadsplattegrond. Het is belangrijk om leegstaande gebouwen zo snel mogelijk weer een nieuwe functie te geven of te slopen. Dit om te voorkomen dat Moengo het beeld krijgt van een verlaten mijnstad.

Geen verandering

Indien er geen verandering zal plaatsvinden in het inwoneraantal zullen er in 2012 ongeveer 7500 inwoners zijn. Er zal niet veel verandering plaatsvinden in de ruimtevraag van de bevolking.

110 Projectgroep Moengo augustus 2008

Gemiddelde toename

De gemiddelde toename voor een soortgelijk gebied is 1% tot 2% per jaar. Dit zal resulteren in een inwoneraantal van ongeveer 8000 personen. Dit zal betekenen dat er 500 mensen huisvesting nodig zullen hebben. Rekening houdend met een gemiddeld huishouden van 5 personen betekent dit 100 extra woningen. Deze woningen kunnen gesitueerd worden in de buurt van het vliegveld. Hier is al een uitbreidingsplan voor aanwezig.

Grote toename

De kans is aanwezig dat er een grote toename van inwoneraantal in de toekomst zal plaatsvinden. Er zijn 2 redenen om aan te nemen dat er een grote toename zal plaatsvinden:

• Mensen vertrekken vanuit de omliggende dorpen naar Moengo voor de faciliteiten die in Moengo worden aangeboden en de werkgelegenheid in het gebeid • Als het gebied Moengo zal herstellen tot het gebied dat het was van voor de oorlog zullen er veel mensen die elders zijn gaan wonen terug trekken naar het gebied.

Een grote toename is 4% per jaar. In 2012 zal dit resulteren in een inwoneraantal van 8800 inwoners. Dit zijn 1300 extra inwoners. In onderstaande tabel is een verdeling gemaakt in de verschillende huishoudens.

Huishouden Aantal personen Percentage Benodigd Klein 1 tot 2 personen 30% 390 Gemiddeld 3 tot 5 personen 40% 520 Groot 6 of meer 30% 390 Figuur 43 Geschatte grootte van huishoudens in 2012

Er zal een gebied ontwikkeld moeten worden met ongeveer 400 woningen voor kleine huishoudens, 500 voor gemiddelde huishoudens (en grote huishoudens met weinig middelen) en 400 kavels voor grote woningen.

111 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.8 Zorg en welzijn

3.8.1 Huidige stand van zaken Marowijne

De primaire gezondheidszorg in Marowijne is in handen van de Regionale Gezondheidsdienst (RGD). Voor de binnenlandse oorlog hadden zowel Moengo als Albina een ziekenhuis en de gezondheidszorg werd als voldoende ervaren. Het ziekenhuis te Albina verkeert sinds de binnenlandse oorlog echter in vervallen staat en heeft sindsdien alleen nog dienst gedaan als polikliniek. In 2001 werd dit ziekenhuis samen met Frankrijk deels gerenoveerd. Er wordt nu door de dienstdoende arts en het verplegend personeel op improviserende wijze gebruik gemaakt van het aanwezige laboratorium, de behandelkamer en de apotheek. Plannen voor een complete renovatie van het ziekenhuis, en de aanschaf van de bijbehorende logistieke ondersteuning, lokaal transport en huisvesting voor het verplegend personeel zijn echter in een vergevorderd stadium. Ook het ziekenhuis in Moengodorp is niet meer volledig operationeel en doet alleen nog maar dienst als polikliniek.

De kliniek in Albina doet niet alleen dienst als kliniek, maar fungeert ook als Gezondheids Informatie Centrum. Er zijn 2000 geregistreerde patiënten bij de kliniek (ongeveer 40% van het aantal inwoners van het ressort Albina), die allen een verzekering hebben van het Ministerie van Sociale Zaken (on- en minvermogenden). Er zijn twee artsen aanwezig, die ook dienst doen in de rest van het ressort. Verder is er is een vroedvrouw en een ambulance. De RGD had 26 huizen voor het lokale personeel beschikbaar gesteld, maar 21 van deze woningen zijn ingenomen door ex-vluchtelingen en er zijn er dus nog maar 5 over.

De kliniek in Moengodorp is bestemd voor Suralco werknemers. De polikliniek en apotheek zijn dagelijks operationeel en er is een ambulance aanwezig. In het kader van de gezinsplanning wordt door Stichting Lobi diensten verleend aan de bevolking vanuit een locatie in dit ziekenhuis. Naast de Suralco kliniek is er in Moengodorp een tweede RGD kliniek gevestigd langs de lijnweg, die vrij toegankelijk is.

Zowel in Albina als in Moengodorp zijn prikposten van de RGD gevestigd. In Moengodorp is de enige tandartsenpraktijk van het district aanwezig die twee keer per week kan worden bezocht.

In Albina is een lijkenhuis gevestigd. Dit lijkenhuis, dat ook onder de verantwoordelijkheid van de RGD viel, was de afgelopen jaren niet meer in gebruik vanwege een defecte koeling. In 2004 werd de exploitatie van dit lijkenhuis overgenomen door een particuliere begrafenisonderneming, waarna de nodige reparaties en uitbreiding van het aantal koelcellen hebben plaatsgevonden. Het lijkenhuis vervult een regionale functie, omdat Moengo niet over een dergelijke faciliteit beschikt.

De dorpen langs de Marowijnerivier zoals Mopikondre, Pakirakondre en Bigiston worden normaal gesproken twee keer per maand bezocht door een arts, maar bij onstuimig weer vinden deze bezoeken in werkelijkheid onregelmatig of zelfs helemaal niet plaats. Te Galibi (Langamankondre) is de woning van de verpleegkundige hersteld. Verdere medische voorzieningen in de dorpen langs de Marowijnerivier zijn redelijk.

De kliniek in kan bereikt worden met de auto, maar omdat het net opgeleverd is zijn nog niet alle voorzieningen honderd procent aanwezig.

3.8.1.1 Inventarisatie (hulp)poliklinieken

Hieronder volgt een overzicht van de op dit moment aanwezige en in bruikbare staat verkerende poliklinieken in het district. Dit overzicht bevat ook de buitenposten (hulppoliklinieken), posten die normaal gesproken één keer per week door een arts worden bezocht. Op de andere dagen is er dan een verpleegkundige aanwezig.

Er zijn drie poliklinieken gevestigd in het ressort Albina: in Albina, in Alfonsdorp en in Bigiston. Er is één polikliniek in Galibi: in Langamankondre. Er zijn drie poliklinieken in het ressort Moengo: twee in Moengodorp en één in Abadoekondre. Er is één polikliniek in Moengo Tapoe: in Ricanau Moffo. Er zijn drie poliklinieken in Patamacca: in Mopikondre, in Pakirakondre en in Ovia Ollo. En is één polikliniek in het ressort Wanhatti: in Lanti We.

112 Projectgroep Moengo augustus 2008

Ressort Poliklinieken Albina 3 Galibi 1 Moengo 3 Moengo Tapoe 1 Patamacca 3 Wanhatti 1 Totaal 12 Tabel 27 Poliklinieken per ressort in Marowijne

3.8.1.2 Conclusie

Zoals eerder vermeld zijn er momenteel in het gehele district Marowijne geen echte ziekenhuizen aanwezig. Wel zijn er in totaal twaalf (hulp)poliklinieken op een totaal van ongeveer 17.000 inwoners aanwezig, dus één voor ongeveer 1.500 personen. Op zich een voldoende aantal, zij het niet dat de spreiding van inwoners andere getallen laat ziet. Zo moet het grootste ressort Moengo, met een inwoneraantal van ongeveer 10.000, het doen met twee poliklinieken (één is van Suralco), wat neerkomt op één polikliniek voor ongeveer 5.000 personen.

Maar er zijn plannen om het ziekenhuis in Albina op korte termijn weer in de oude functie te herstellen en er zijn mogelijkheden om hetzelfde te doen met het ziekenhuis in Moengodorp. Als de capaciteit van beide ziekenhuizen vervolgens ook nog vergroot kan worden, wordt het probleem van de inwonersspreiding voor de twee grootste ressorten in het district (met samen ruim 80% van het totale inwonersaantal) opgevangen.

3.8.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

In het algemeen kan aangenomen worden dat voor een voldoende gezondheidszorg een hulppolikliniek afdoende is voor een gemeenschap tot ongeveer 1.000 inwoners, een polikliniek voor ongeveer 3.000 inwoners en dat er per 9.000 inwoners minstens één ziekenhuis nodig is.

Het district met ruim 17.000 inwoners heeft dus zeker twee goed ontwikkelde ziekenhuizen nodig. Niet alleen doordat de gebouwen en een deel van de faciliteiten er al aanwezig zijn komen Albina en Moengodorp hiervoor in aanmerking. Ook zijn het de twee grootste plaatsen uit het district, met een ruime meerderheid van het totaal aantal inwoners, en ze liggen langs de belangrijkste verkeersader van Suriname, de Oost-West verbinding.

Voor de (verdere) renovatie van de kliniek in Albina tot een volwaardig ziekenhuis zijn al verregaande plannen, maar voor Moengodorp zijn er nog geen. Na het vertrek van Suralco en Billiton in 2011 zal de huidige kliniek weer vrijkomen. Het gebouw is in prima staat en doordat het nooit de functie van kliniek heeft verloren zal de inrichting ook voldoen. De vraag is alleen of het huidige medisch personeel en de medische voorzieningen achter zullen blijven en of deze voldoende zijn. Het, regionaal opererende, ziekenhuis heeft ten minste drie artsen (één op 3.000 personen) en een ambulance nodig, welke al aanwezig is. Deze cijfers gelden dus ook voor het ziekenhuis in Albina.

Verder lijkt de spreiding van (hulp)poliklinieken over het district goed, alleen de bezoektijden van de artsen, vooral in de dorpen langs de rivieren, laten te wensen over.

Ook zijn in beide plaatsen prikposten aanwezig, waar men een benodigde vaccinatie kan halen en waar men de kinderen kan laten inenten. Dit aantal is voldoende voor het district. De aanwezigheid van maar één enkele tandartspraktijk in heel het district is echter niet voldoende. Al helemaal niet doordat deze maar twee dagen per week open is. Een extra praktijk in Albina is dus aan te raden. Daarnaast moet een tandartspraktijk ook vaker open zijn en een vorm van “inloopuur” kennen, voor kleine noodgevallen.

Albina heeft het enige lijkenhuis uit het district, welke particulier geëxploiteerd wordt. De vraag is of dit lijkenhuis voldoende is voor het district. Er is geen inzicht in het aantal personen dat gebruik maakt van deze voorziening en of er verder onderhoud of uitbreiding nodig is. Mocht er in de toekomst uitbreiding nodig zijn, dan is een tweede lijkenhuis in Moengodorp een reële optie.

113 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.8.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Met één ziekenhuis, één polikliniek, een prikpost en een tandartsenpost en nog een twee polikliniek ergens anders in het ressort lijkt Moengodorp goed voorzien wat betreft de gezondheidszorg. Als het inwonersaantal echter gaat stijgen hebben het ziekenhuis en de polikliniek de directe capaciteit om dit op te vangen tot een aantal van (9.000+3.000) 12.000 personen. Mocht het daarna blijven oplopen, dan zijn er aanvullende maatregelen nodig. Een extra polikliniek of een uitbreiding van het ziekenhuis(gebouw) zijn dan vereist.

Ook voldoet de enkele tandartsenpraktijk dan helemaal niet meer en is er een uitbreiding vereist. Twee aanwezige tandartsen en 5 dagen per week geopend is dan nodig of zelfs een complete tweede tandartsenpraktijk in het dorp.

De komst van een lijkenhuis in Moengodorp is nu ook noodzaak.

114 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.9 Openbare orde en veiligheid

Tot de openbare orde en veiligheid wordt de organisaties en verantwoordelijkheden gerekend van de politie, de brandweer en de rampenbestrijding. Al deze organisaties staan rechtstreeks onder het bevel van de Districts Commissaris. Landelijk gecontroleerde organisaties als het leger en de douane zullen niet worden behandeld.

3.9.1 Huidige stand van zaken Marowijne

De openbare orde is redelijk hersteld in Marowijne, waardoor sociaal-economisch verkeer weer mogelijk is geworden.

3.9.1.1 Politie

De taken van de (militaire) politie in Suriname zijn:

• De handhaving en verbetering van de openbare orde en veiligheid • De opsporing van strafbare feiten en toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften • De bescherming van personen en goederen

In Albina is een politiepost aanwezig, met dienstwoningen en dienstvoertuigen. Tevens zijn in Albina de douane, de militaire politie en een kazerne van het Surinaams Nationaal Leger gevestigd. De douanepost is kort geleden hersteld en ten behoeve van het personeel zijn dienstwoningen gebouwd.

Langs de Marowijnerivier zijn een aantal controleposten aanwezig. Toch blijkt het patrouilleren langs de rivier lastig, want het kost veel extra manschappen doordat er geen marine aanwezig is. Er zijn wel gezamenlijke oefeningen van het Surinaamse leger en het leger van Frans-Guyana.

Sinds de binnenlandse oorlog is de openbare orde in Moengo redelijk hersteld. In Moengodorp is een politiepost aanwezig met voldoende bijbehorende manschappen en dienstvoertuigen. De ordehandhaving in met name de wijk Bernharddorp , alsook de controle langs de Oost-West verbinding is nog niet optimaal. In de wijk Stafdorp is een beveiligingspost aanwezig die is opgezet voor de veiligheid van de medewerkers van Suralco en Billiton. De overige dorpen in het ressort Moengo zijn wat betreft de ordehandhaving voornamelijk aangewezen op het traditionele gezag binnen het eigen dorp.

Tevens is er een vrijwilligersorganisatie aanwezig die patrouilleert in Moengo. Er worden alarminstallaties verkocht aan particulieren en bedrijven. Hierbij is het ook mogelijk dat het alarm wordt verbonden aan een telefoonnummer, waardoor de politie direct kan worden ingeschakeld.

3.9.1.2 Brandweer

De taken van de brandweer zijn:

• Het voorkomen van risicovolle situaties (advies geven en maatregelen nemen) • Het bevrijden van beknelde mensen of dieren • Branden blussen

Op dit moment is er geen brandweerkazerne in het district Marowijne aanwezig. De dichtstbijzijnde brandweerkazerne is gelegen in het naastgelegen district Commewijne. Tot op heden worden branden geblust met emmers water. Het gevolg hiervan is dat het vuur alleen onder controle is te houden en dat een huis vervolgens volledig afbrand. Er zijn plannen voor de bouw van een brandweerkazerne in Moengodorp in 2009.

3.9.1.3 Rampenbestrijding

Momenteel is er ook geen aparte organisatie voor rampenbestrijding in het district aanwezig. Een dergelijke organisatie is wel gevestigd in Paramaribo en houdt zich bezig met het voorkomen van en het ingrijpen en coördineren bij (nationale) rampen. Ook de nazorg voor slachtoffers is deels in handen van deze organisatie. Bij rampen kan gedacht worden aan bosbranden, overstromingen en

115 Projectgroep Moengo augustus 2008 terroristische dreigingen. Wanneer het nodig is, kan het leger worden opgeroepen om in te grijpen bij dreigende situaties in het district Marowijne.

3.9.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

Zoals eerder vermeld zijn er plannen om in 2009 te beginnen met de bouw van een brandweerkazerne in Moengodorp, welke een regionale functie zal vervullen. Er is al een stuk grond vrijgemaakt aan de Lijnweg naast het Texaco servicestation. Ook het politiebureau van Moengodorp zal hierheen verhuizen. Deze ligging is mooi centraal in het dorp en de bundeling van instellingen zorgt voor een optimale communicatie tussen beiden.

Een rampenbestrijdingsteam zal niet nodig zijn, aangezien dit gecentraliseerd vanuit de stad wordt aangestuurd.

3.9.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Als het inwonersaantal van Moengo gaat stijgen is een uitbreiding van de politiepost misschien nodig. Het is echter nog niet bekend hoe uitgebreid de bovengenoemde nieuwe post gaat worden.

Ook bij een groeiend inwonersaantal is een rampenbestrijdingsteam niet noodzakelijk, zolang de individuele organisaties zoals politie, brandweer en leger maar in voldoende getallen beschikbaar zijn in het district. Mocht er toch een coördinerend team in Moengo komen, dan kunnen zij gebruik maken van de voorzieningen van de politie en brandweer. Daar hoeft geen aparte uitbreiding voor plaats te vinden.

116 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.10 Sport en recreatie

Onder sport en recreatie worden sportvelden, zwembaden en andere recreatiemogelijkheden verstaan. Zaken als musea, kunstwerken, mannen- en vrouwencentra en bibliotheken zijn terug te vinden in het hoofdstuk “Kunst en cultuur”.

3.10.1 Huidige stand van zaken Moengo

Op het gebied van sport en recreatie zijn er verscheidene voorzieningen in Moengo aanwezig. Een overzicht is gegeven in onderstaande figuur. Hierin zijn de volgende faciliteiten weergegeven:

1: Stadion 2: Moengo Stadion 3: Sportveld Suralco 4: Basketbal- en volleybalveld Suralco 5: Zwembad Suralco 6: Sociëteit “Casa Blanca” Suralco 7: Sportveld 8: Sportveld 9: Sportveld 10: Sportveld

Figuur 44 Overzicht sport- en recreatievoorzieningen Moengo

117 Projectgroep Moengo augustus 2008

Met rood zijn de faciliteiten aangegeven die niet vrij toegankelijk zijn. Nummers 1 en 2 zijn voetbalstadions die alleen beschikbaar worden gesteld voor toernooien en andere evenementen. Nummers 3 tot en met 6 zijn faciliteiten die onder het beheer van Suralco vallen en alleen toegankelijk zijn voor haar werknemers. De sportvelden met nummers 7 tot en met 10 zijn in de figuur groen gekleurd en deze zijn daarmee vrij toegankelijk. De westelijke wijken van Moengodorp zijn dus ruim voorzien van sport- en recreatievoorzieningen, al dan niet vrij toegankelijk. In de oostelijke wijken, waaronder Wonoredjo en San Ten, zijn echter totaal geen voorzieningen op het gebied van sport- en recreatie aanwezig.

Het Ronnie Brunswijk stadion en de faciliteiten van Suralco worden goed onderhouden, de andere faciliteiten echter niet. De meeste sportvelden zijn óf te zwaar begroeid waardoor de bal bijna niet kan rollen, óf te weinig begroeid waardoor het veld na een regenbui in een modderpoel veranderd. Hierdoor zoekt de jeugd ook andere plekken op om te kunnen sporten, waardoor grasvelden die daar niet voor zijn bestemd in sportveldjes veranderen.

Vroeger was er ook een trimbaan aanwezig in Moengodorp, deze is echter verdwenen door slecht onderhoud.

3.10.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

Doordat er in de oostelijke wijken van Moengodorp helemaal geen sportvelden aanwezig zijn is het noodzaak dat er een aantal worden aangebracht, minstens twee. Naast voetbalvelden kan gedacht worden aan basketbal- en volleybalvelden. Basketbalvelden dienen echter verhard te worden en volleybalvelden juist niet (wit zand). De voetbalvelden dienen, net als de reeds aanwezige velden, bezaaid te worden met geschikt gras en ze dienen continu onderhouden te worden (maaien en bijzaaien). Ook het aanbrengen van netten in de voetbaldoeltjes zou het spelplezier vergroten.

Het aanleggen van een nieuwe trimbaan op een centraal gelegen plaats in het dorp is ook aan te raden. Vooral voor de oudere sporters is een trimbaan een goede manier om aan beweging te doen. Ook hierbij is onderhoud van groot belang.

Na het definitieve vertrek van Suralco uit het gebied zullen zij hun faciliteiten overdragen aan het bestuur van Moengo. Er zullen dan plotseling een basketbalveld, een volleybalveld en een zwembad vrijkomen. Deze faciliteiten dienen onderhouden te worden en bij het zwembad dient te allen tijde een badmeester aanwezig te zijn.

Ook zal Suralco haar sociëteit “Casa Blanca” vrijgeven. Dit gebouw bevat op de benedenverdieping twee ruime zalen, een bar met keuken en een pooltafel. Op de bovenverdieping zijn logeervertrekken aanwezig. Casa Blanca kan na overdracht dus worden ingericht als recreatiezaal, café, restaurant en/of hotel. Onderzocht moet worden of de overheid dit in eigen beheer wil houden of dat het particulier uitgebaat zal worden en ook welke van de bovengenoemde faciliteiten precies uitgebaat zullen worden.

3.10.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Als het inwonersaantal van Moengo gaat stijgen is een evenredige uitbreiding van de sport- en recreatievoorzieningen vereist. Parken en ontspanningsplaatsen krijgen dan een grotere betekenis. Aan te raden is om langs de Cotticarivier (gras)velden aan te leggen waar mensen kunnen ontspannen, luieren en kunnen zwemmen in de rivier. Ook dienen er dan groenparken, waar men bijvoorbeeld kan zitten, wandelen of hardlopen, te worden aangelegd. Hiermee worden ook meteen sociale ontmoetingsplaatsen gecreëerd.

118 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.11 Kunst en cultuur

Zoals in de creatieve economie uiteengezet wordt is het van belang de culturele waarde van het gebied in te zien en te vergroten. In dit hoofdstuk zal vooral ingegaan worden op de faciliteiten die aanwezig zijn in Moengo voor het ontwikkelen en presenteren van kunstzinnige creaties.

3.11.1 Huidige stand van zaken Moengo

Suriname heeft een grote diversiteit aan bevolkingsgroepen. Elke bevolkingsgroep heeft zijn eigen culturele faciliteiten. Tevens zijn bij veel bevolkingsgroepen de activiteiten van de mannen gescheiden van de vrouwen. Er zijn speciale vrouwenverenigingen waar kooklessen worden gegeven en sieraden worden gemaakt. In veel dorpen om Moengo heen zijn speciale recreatiezalen voor mannengroepen en vrouwengroepen.

Bij de inventarisatie is er vooral gekeken naar de faciliteiten die openbaar zijn en door iedereen gebruikt kunnen worden.

Dans

Op scholen zijn personen zeer actief in het organiseren van dansvoorstellingen. In verenigingsverband maken kleine groepen mensen muziek en dansvoorstellingen. Er is bijvoorbeeld een theatergroep aanwezig bij de MULO school. Andere groepen houden zich bijvoorbeeld bezig Break Dance.

VHJI

De Vereniging Herdenking Javaanse Immigratie heeft een verenigingshuis in Moengo. In San Ten is een overdekte recreatiezaal aanwezig. Deze wordt beheerd door de Javaanse gemeenschap die de ruimte verhuurd voor optredens. Alle gemeenschappen kunnen de ruimte reserveren. Er wordt bijvoorbeeld gebruik van gemaakt door bands, dansgroepen en sportverenigingen.

YWCA (Young Women Christian Association)

In het midden van Moengo (naast het theater) staat het gebouw YWCA. Vroeger werd het YWCA gebruikt voor activiteiten voor vrouwen. Er werden cursussen gegeven op het gebied van koken en maken van kleren. Vrouwen konden zich inschrijven om aan een cursus deel te nemen. Tegenwoordig wordt het gebouw gebruikt als overnachtingzaal. Verder is er geen gebouw voor de vrouwenvereniging in Moengo.

Theater

In Moengo is een theater aanwezig. Dit is het Beatrix theater, dat tijdens de komst van de Bauxietmaatschappij is gebouwd. Het theater wordt tegenwoordig niet meer gebruikt, en staat te koop. De plaats voor het theater is uitstekend. Er is een groot plein voor het theater, waar auto’s geparkeerd kunnen worden. Het theater is goed bereikbaar vanuit Bernharddorp, Julianadorp en Moengodorp. Er wordt gezocht naar een nieuwe functie voor het theater.

Kunstwerken

Bij de entree van Moengo staat een groot kunstwerk. Daarnaast heeft de kunstenaar Marcel Pinas bij de school aan de Oost-West verbinding enkele houtsnijwerken geplaatst. Verder is er in het dorp geen kunst aanwezig.

Bibliotheek

Er is geen apart gebouw dat is bestemd als bibliotheek. Er is een ruimte gereserveerd in de polikliniek voor het verzamelen van enkele boeken.

119 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.11.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

Er zijn enkele primaire ontwikkelingen benodigd op het vlak van kunst en cultuur. Hierna zal ingegaan worden op enkele faciliteiten die vrij makkelijk realiseerbaar zijn. Er mist een expositieruimte in Moengo. Als mensen ergens kunnen kijken naar exposities, zullen ze zelf enthousiast worden gemaakt om zelf kunst te gaan maken. Daarnaast maakt het de producten waardevoller als ze getoond kunnen worden, en dus zullen mensen een extra stimulans krijgen om creativiteit te ontplooien.

De expositieruimte kan gemaakt worden in een soort museum. In dit museum kan tevens een tentoonstelling worden gemaakt van de geschiedenis van Moengo. Doordat de activiteiten van de Bauxiet maatschappij afnemen is het van belang om de geschiedenis van Moengo vast te leggen en te tonen, zodat het nageslacht voldoende weet over het ontstaan van het dorp. Tevens zal het plaatsen van een museum bevorderlijk zijn voor de toeristische waarde van het gebied.

Op scholen kunnen initiatieven worden gestart om kleine creatieve activiteiten te ondersteunen. Er zijn ideeën om een opleiding kunst in de Barronschool te starten. Als er veel belangstelling is voor deze opleiding kan ervoor gekozen worden om dit op andere scholen ook te starten. Of een samenwerkingsverband te starten met andere scholen.

3.11.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Indien Moengo uit gaat breiden is er grote behoefte aan een centrale openbare bibliotheek. Omdat weinig huizen een internetaansluiting hebben, is het verkrijgen van informatie lastig. Het beschikbaar stellen van boeken zal de bewoners stimuleren zichzelf te ontwikkelen. De bibliotheek kan in het centrum van de scholen geplaatst worden, zodat de scholen gebruik kunnen maken van deze bibliotheek. Een geschikte plaats is de ruimte tussen de twee aanwezige tankstations. Hier kan een soort cultureel gebied van gemaakt worden.

120 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.12 Hygiëne en milieu

Onder hygiëne en milieu wordt afvalverwerking en vuilwater afhandeling verstaan. De behandeling van deze onderwerpen is van belang voor het vermijden van verontreinigingen in de grond en het voorkomen van ontstaan en verspreiden van ziektes.

3.12.1 Huidige stand van zaken Moengo

De inventarisatie van afvalverwerking en vuilwater afhandeling zal afzonderlijk worden beschreven.

3.12.1.1 Vuilnisafhandeling

Het huisvuil wordt door de bewoners verzameld en eenmaal per week opgehaald door een ophaaldienst van de overheid. Het vuil wordt verwerkt in het mijngebied. De verwerking van het afval is de verantwoordelijkheid van de bauxietmaatschappij die nog aanwezig is.

3.12.1.2 Afvalwaterafhandeling

In Moengo is een gesloten riolering aanwezig. Bijna alle huizen in Moengo zijn hierop aangesloten. Enkele huizen zijn echter nog niet aangesloten op de riolering. Hier wordt gebruikt gemaakt van individuele afvalwater behandeling. Hierna wordt ingegaan op het afvalwater en de verschillende manieren van behandeling.

Het afvalwater in Moengo bestaat uit huishoudelijk afvalwater (het communale afvalwater). De samenstelling van dit type afvalwater is redelijk constant. In het afvalwater komen een aantal verontreinigingen voor. Alvorens dit geloosd kan worden, moet het worden gezuiverd.

In het afvalwater kunnen bacteriën aanwezig zijn die darmziekten, difterie en virussen kunnen veroorzaken en aanraking ervan kan huidaandoeningen veroorzaken. De kwaliteit van het grondwater kan worden aangetast als het afvalwater (in ongezuiverde vorm) in de grond wordt geplaatst. Daarom moet het afvalwater een zuivering ondergaan om het risico op verontreinigd grondwater of oppervlaktewater te verkleinen.

Directe lozing

Enkele huizen lozen het afvalwater direct in de grond. Door middel van een huisje in de tuin wordt het afvalwater in de grond (in een gegraven gat) of in een ton verzameld. Wanneer het gat of de ton volledig is gevuld, wordt dit afgesloten en wordt er nieuw gat of een nieuwe ton aangelegd.

Septic tank

Een septic tank is een waterdichte tank waarop het afvalwater van een huis wordt geloosd. De niet- opgeloste delen in het afvalwater zal in deze tank bezinken en uiteindelijk verteren (biologisch). Tevens kan het overgebleven afvalwater nog verder worden gezuiverd. Het uiteindelijke overgebleven afvalwater kan worden geloosd op het oppervlaktewater of in de bodem (via een infiltratievoorziening). Met behulp van een septic tank kan 25% - 40% van de verontreinigingen worden verwijderd.

Rioolwater zuiveringsinstallatie

Het grootste gedeelte van de huizen in Moengo is aangelegd op de riolering die is aangelegd door Suralco. Deze riolering is aangesloten op een zuiveringsinstallatie, die ongeveer 4 kilometer is gelegen vanaf Moengo. Het beheer van deze zuiveringsinstallatie is door Suralco overgedragen en sindsdien is het onderhoud verslechterd. De riolering is al deels verstopt op een aantal plaatsen en als het onderhoud niet verbeterd is het mogelijk dat het gehele rioleringssysteem verstopt raakt. Hierdoor kan de gezondheid van de bevolking in gevaar komen.

121 Projectgroep Moengo augustus 2008

3.12.2 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 1)

Vanwege de grote nadelen van individuele afvalwater behandeling (kwaliteit zuivering) is het van groot belang dat er zo veel mogelijk huizen worden aangesloten op de riolering. Daarvoor moet het onderhoud van het systeem worden verbeterd, zodat het afvalwater goed kan wegstromen door de riolering en kan worden gezuiverd in een zuiveringsinstallatie.

Indien er geen bauxiet maatschappij meer aanwezig is zal de verwerking van het afval door de overheid moeten plaatsvinden. Als de overheid deze taak niet op zich zal nemen zullen mensen zelf het afval gaan verbranden. Dit zal belastend zijn voor de schoonheid van de omgeving. Tevens zal hierdoor een extra milieu verontreiniging plaatsvinden. Er zal dus op korte termijn een afval verwerkingsproces moeten worden gevonden en gebouwd.

3.12.3 Benodigde ontwikkelingen Moengo (Fase 2)

Als er een klein aantal huizen te ver vanaf de bestaande riolering wordt gebouwd, kan het economisch niet rendabel zijn om het riolering te uit te breiden. Hiervoor kan dan wel een individuele afvalwater behandeling worden toegepast. Aanbevolen wordt om een septic tank toe te passen in combinatie met een infiltratiebed. Tevens zal ook in deze fase het onderhoud moeten worden verbeterd van het bestaand rioleringssysteem.

In bijlage 6 is de individuele behandeling van afvalwater, het zuiveringsproces en een mogelijk ontwerp nader toegelicht.

Bij uitbreiding van het gebied dienen er extra manschappen en materiaal beschikbaar worden gemaakt voor het ophalen van het huisvuil. Indien er een toeristisch gebied wordt ontwikkeld moet er direct rekening met het ophalen van extra vuil.

Er kan in de toekomst worden gekeken naar de invoering van gescheiden afval. Papier kan apart worden opgehaald en worden gerecycled. Voor de aantrekking van eco toeristen kan Moengo zich profileren als een duurzaam gebied. Het scheiden van het afval is hierbij een mogelijkheid.

122 Projectgroep Moengo augustus 2008

4 Kenniseconomie

Onder kenniseconomie wordt de kennis van processen verstaan die nodig is om producten te maken en diensten te leveren. Het gaat in dit geval om producten en diensten die niet cultuur-gerelateerd zijn, dit wordt behandeld in het volgende hoofdstuk. Onder kenniseconomie vallen bijvoorbeeld de volgende instellingen:

• Bureau voor de statistiek • Kadaster • Meetinstituten • Laboratoria • ICT-faciliteiten • Etc.

4.1 Bureau voor de statistiek

In Marowijne is geen bureau voor de statistiek aanwezig. In Paramaribo is echter de stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) gevestigd. Deze stichting verzameld verschillende basisgegevens over de samenstelling en het doen en laten van de Surinaamse samenleving en maakt deze openbaar. Omdat deze stichting alleen in Paramaribo gevestigd is en centraal opereert wordt er wel onderscheid gemaakt in de gegevens per district, maar niet per dorp.

Het zou goed zijn als er per district een aparte tak van het ABS wordt opgezet, om per district de gegevens te verzamelen en te verspreiden. Op deze manier wordt het voor de samenleving en met name de kapiteins van de dorpen veel duidelijker hoeveel inwoners elk dorp heeft en wat de voornaamste economische activiteiten zijn in een dorp. Een schatting van de economische behoefte (uitgaven-inkomsten) kan dan gemaakt worden.

4.2 Kadaster

Net als voor het bureau voor de statistiek geldt, is er in Marowijne geen instelling van het algemeen kadaster aanwezig. Er zijn weinig duidelijke en recente plattegronden van Marowijne beschikbaar voor het grote publiek. Er zijn verscheidene satellietkaarten in het bezit van Suralco, maar de meeste kapiteins van de dorpen in het district hebben niet eens een kaart van hun eigen dorp. Ook weten de mensen weinig over de stukken grond of percelen die ze bezitten, bijvoorbeeld waar de grenzen precies lopen en in hoeverre zij verantwoordelijk zijn voor (het onderhoud van) hun grond en alles wat erop staat.

Het is aan te raden om kadastergegevens van Marowijne ook in het district zelf te bewaren en te beheren en niet alleen in Paramaribo. Dit geldt ook voor de andere districten. Deze gegevens moeten voor de inwoners toegankelijk zijn. Tevens dienen alle kapiteins voorzien te worden van duidelijke en recente plattegronden van hun dorp en de omgeving ervan. Zoals eerder vermeld bezit Suralco een groot aantal satellietkaarten van het district Marowijne. Daarnaast is het Grondregistratie en Landinformatie Systeem (GLIS) bezig met het digitaliseren van luchtfoto’s en satellietkaarten van Suriname. Op de korte termijn kunnen de kaarten van Suralco wat licht in de duisternis brengen, op de langere termijn zullen ook de gegevens van het GLIS beschikbaar worden.

4.3 Meetinstituten

Voor zover bekend zijn er in Marowijne geen meetinstituten aanwezig. Deze instellingen kunnen gericht zijn op het meten en verzamelen van onder andere:

• Aanwezige grondsoorten en grondlagen • Landhoogten (hoogtekaarten) • Mate van verontreiniging van grond en lucht • Drinkwaterkwaliteit • Profielen en stroomsnelheden van rivieren en kreken • Etc.

123 Projectgroep Moengo augustus 2008

Met deze gegevens kan een “geologisch profiel” van een gebied worden opgesteld. Hiermee kan er in de toekomst sneller en efficiënter civiel technisch werk worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld de benodigde funderingslagen bij het aanleggen van wegen of de grootte van duikers bij het ontwateren en afwateren van overstromingsgevoelige gebieden. Dit duidt de noodzaak van de aanwezigheid van zulk soort instellingen in een regio aan.

Als deze instellingen er komen moet er rekening worden gehouden met een nauw samenwerkingsverband met het bureau voor de statistiek en het kadaster, al dan niet gevestigd in Moengo. Veel gegevens kunnen worden ontleend aan onderzoeken verricht door één van deze andere instellingen en een gezamenlijke databank voor gegevens is sterk aan te bevelen.

4.4 Laboratoria

In Moengo is decennia lang bauxiet gedolven terwijl er geen enkel onderzoeksinstituut was opgezet en er geen proceskennis aanwezig was over hoe mijnbouwproducten tot eindproduct zouden kunnen worden gebracht. Nu wordt goud gedolven in het Nassaugebergte, terwijl daar weer geen laboratoria of onderzoeksfaciliteiten voor worden opgezet, waardoor de benodigde proceskennis weer niet aanwezig zal zijn.

Het is dus noodzakelijk om, afhankelijk van de activiteiten die in de toekomst plaats zullen vinden in Moengo, bijbehorende onderzoeksfaciliteiten op te zetten. De activiteiten kunnen bijvoorbeeld grootschalige houthandel of het mijnen van kaolien zijn. Tijdens de activiteiten kan er onder andere onderzocht worden of alle mogelijkheden van het product worden benut, of alles processen efficiënt plaatsvinden en of alles duurzaam plaatsvindt. Tevens kunnen de faciliteiten dienen om nieuwe medewerkers op te leiden en bekend te maken met de processen die zich afspelen bij de desbetreffende activiteit.

4.5 ICT-faciliteiten

Naast bovengenoemde faciliteiten zijn ICT-faciliteiten en ICT-kennis belangrijk voor iedere economische sector, omdat onder andere de globalisering toeneemt en ICT (bijvoorbeeld internet) daarbij een belangrijke rol speelt. Snelle communicatie en kennisoverdracht kenmerken deze faciliteiten. In Moengo zijn, op een enkel “internetcafé” na, geen goede ICT-faciliteiten aanwezig.

Belangrijk is dus om een goede internetvoorziening te hebben in Moengo. Niet alleen voor thuisgebruikers, maar ook voor het grotere publiek. Een aantal van de scholen in Moengo zijn reeds aangesloten op het internet, maar omdat er geen geld voor is, is de verbinding niet snel. Eigenlijk zouden alle scholen een goede en snelle ADSL-aansluiting moeten krijgen. Tevens dienen belangrijke instellingen die gevestigd zijn in Moengo, waaronder het districtscommissariaat en de openbare bibliotheek, voorzien te worden van een degelijke aansluiting. In de bibliotheek zou het internet vrij, of tegen een kleine betaling, toegankelijk te zijn.

124 Projectgroep Moengo augustus 2008

5 Creatieve economie

Het is belangrijk dat een samenleving mogelijkheden heeft zich op creatief vlak te ontwikkelen en te uiten. De ontwikkeling van de creativiteit van de inwoners is een hefboom voor de groei van de economische sectoren.

Dit is de reden dat de creatieve economie is betrokken in dit onderzoek. Onder de creatieve economie valt de capaciteit van mensen en organisaties om op basis van ideeën, concepten en technologische toepassingen nieuwe economische waarden (zoals werk en inkomen) te creëren.

Elke bevolkingsgroep heeft zijn eigen culturele en culinaire tradities. Het is van belang dat de bevolking de mogelijkheden krijgt deze te uiten. Door kunstproducties kunnen kunstenaars een belangrijke bijdrage leveren aan de opbouw van het gebied. Het maakt een gebied waardevoller en herkenbaarder. Dit is van cruciale betekenis voor de ontplooiing van toeristische activiteiten in het gebied.

In dit hoofdstuk zal uitgewerkt worden welke onderdelen in Moengo ontwikkeld kunnen worden, en welke faciliteiten hiervoor benodigd zijn.

5.1 Culturele waarden

Vanwege de grote diversiteit aan bevolkingsgroepen in het district Marowijne is er een groot aanbod aan verschillende culturen. Behalve de twee dorpen Moengo en Albina herbergt het district langs de rivieren diverse in stamverband levende gemeenschappen.

Vanwege de grote diversiteit en de geringe samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen is ervoor gekozen d culturele waarde per bevolkingsgroep te behandelen. Bij de uitwerking van de faciliteiten dienen er voorzieningen te komen die alle bevolkingsgroepen stimuleren zich op creatief vlak te ontplooien. Hierna een korte beschrijving van de verschillende stammen en de culturele waarde van deze stammen.

Creolen

Ruim 30% van de bevolking bestaat uit creolen. Dit zijn de afstammelingen van de Afrikaanse slaven. De creoolse cultuur kenmerkt zich door karakteristieke dans en muziek. Bekend zijn de ritmische geluiden van de creoolse kawina muziek. Deze muziek bestaat hoofdzakelijk uit slaginstrumenten. De muziek is uitgebreid met westerse instrumenten. Kaseko en aleke zijn uitwerkingen van de huidige uitvoering van de kawina muziek.

Bosnegers

De bosnegers zijn afstammelingen van weggelopen slaven. Andere namen voor bosnegers zijn boslandcreolen of marrons. De bosnegervolkeren leven in gesloten gemeenschappen in het binnenland. Ze vormen ongeveer 10% van de totale bevolking van Suriname. De grootste bosnegerstammen zijn de Aucaners langs de Cottica, en de Paramaccaners langs de Marowijnerivier.

Kunst is van grote betekenis voor deze stammen. Vrouwen maken kleine kunstwerken van panji’s (doeken die zij om hun middel dragen). Tevens maken ze voor de mannen patchworkdoeken. In cassavekoeken maken de vrouwen kunstzinnige patronen voordat ze worden gebakken. Deze kunst wordt echter niet gebruikt als productiemiddel, maar voor verfraaiing van de gebruiksvoorwerpen, kleding, huizen en zichzelf.

Tevens houden bosnegers zich bezig met inkerven van kalebassen die worden gebruikt als bekers. Overig houtsnijwerk zoals stoelen, banken, haarkammen en borden kunnen ook door de bevolking worden vervaardigd. Aucaanse bosnegers houden zich vooral bezig met beschilderen van voorwerpen.

125 Projectgroep Moengo augustus 2008

Caraiben

Ongeveer 2% van de bevolking bestaat uit de Caraiben. De Caraiben wonen langs de Marowijne rivier in bijvoorbeeld de dorpen Erowarte, Tapoekoe en Galibi. Vanwege de ligging aan de rivier hielden deze bevolkingsgroepen zich vooral bezig met visserij. De stammen zijn goed georganiseerd en hebben aparte verenigingen voor de vrouwen. De vrouwen houden zich bezig met het vervaardigen van sieraden zoals kettingen van stenen en schelpen.

Hindoestanen

De Hindoestanen hebben een belangrijke plaats ingenomen in de Surinaamse gemeenschap. De belangrijkste invloeden van deze bevolkingsgroep in de Surinaamse cultuur is terug te vinden in de keuken. Roti is een typisch Surinaams gerecht.

Javanen

De Javaanse cultuur bestaat uit veel muziek en dans. Centraal bij een muziekuitvoering van een Javaanse band is de Gamelan. Dit is een slagwerkinstrument wat vergelijkbaar is met een xylofoon. Bij het bespelen van de Gamelan worden er dansen uitgevoerd, waarbij historische verhalen worden uitgebeeld.

Overige bevolkingsgroepen

Verder kent het gebied nog een aantal kleinere groepen. Zoals Joden, Chinezen, Libanezen en Boeroes. Vanwege de geringe invloed van deze groepen in de culturele uitingen zijn deze niet meegenomen in de uitwerking van de benodigde faciliteiten.

5.2 Creatieve disciplines

De creatieve uitingen kunnen onderverdeeld worden in de volgende disciplines:

• Design (vormgeving) • Architectuur • Beeldende kunst • Schrijven • Film en video • Muziek • Televisie • Radio • Podiumkunst • Reclame

Zoals deze lijst aantoont kan de bevolking zijn creativiteit uiten in de vorm van kleinschalige dingen zoals kunstwerken en kleding. Deze zijn vrij eenvoudig uit te voeren. Daarnaast zijn er disciplines zoals architectuur en televisie die minder makkelijk toegankelijk zijn. De basis van deze activiteiten ligt echter in de mogelijkheid tot ontwikkeling van de creativiteit van de bevolking. Dit kan bijvoorbeeld door het maken van een creatief centrum in Moengo.

126 Projectgroep Moengo augustus 2008

5.3 Benodigde ontwikkeling

Om een creatieve centra te kunnen ontplooien dient er voldoende draagvlak te zijn onder de bevolking. Mensen dienen de waarde van kunst in te zien, en de betekenis van creativiteit in het ontwikkelen van werkgelegenheid. Door het opstellen van een kunst- en cultuuragenda voor Marowijne kunnen activiteiten aan een groter publiek bekend worden gemaakt.

De kwaliteit en diversiteit van kunst en cultuur in de regio kunnen door het creatief centrum worden vergroot. Bijvoorbeeld door het verzorgen van workshops in:

• Houtsnijwerk • Vlechtwerk • Textiele vormgeving • Kunstwerken • Fotografie • Schilderen • Keramiek • Etc

Deze workshops kunnen met exposities worden afgesloten. Tevens kunnen er ontmoetingsplaatsen worden ontwikkeld voor kunstenaars om ideeën uit te wisselen. En een podium voor het tonen van de creativiteit aan grotere groepen (zoals dans, muziek, film- en videocomposities). Al deze mogelijkheden kunnen worden gecombineerd door het opzetten van mannen- vrouwencentra in verschillende dorpen. De benodigde faciliteiten voor Moengo zijn reeds uitgewerkt in het hoofdstuk ”Kunst en cultuur”.

127 Projectgroep Moengo augustus 2008

6 Conclusie

Na het vertrek van de Bauxietmaatschappijen uit Moengo zijn er genoeg mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. Dit is op korte termijn hard nodig, omdat anders de werkloosheid stijgt en geschoolde inwoners naar Paramaribo zullen vertrekken.

Economische ontwikkeling is volgens dit onderzoek mogelijk in de grondstoffenhandel, landbouw, toerisme en lokale handel. Er zijn voldoende grondstoffen in de buurt waar veel bedrijvigheid omheen ontwikkeld kunnen worden. Een initiatief van bedrijven of particulieren is hierbij de eerste schakel in het proces. Daarnaast dient er voldoende draagvlak vanuit de bevolking te zijn voor het ontplooien van bedrijvigheid in de omgeving.

De twee belangrijkste sectoren waar Moengo zich kan ontwikkelen is het winnen van kaolien en toerisme. De onderneming Moengo Minerals N.V. is voornemens om in het gebied een kaolien fabriek op te zetten. Kaolien kan worden verwerkt tot een hulpstof voor beton. De grondstoffen zand en grind zijn ook in het gebied aanwezig. Samen met cement (en eventueel kaolien) kunnen hiervoor producten worden vervaardigd die in het district gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld straatstenen).

Met betrekking tot toerisme kan Moengo dienen als een tussenstop voor toeristen die reizen naar de grens met Frans-Guyana, zodat bezoekers een dag kunnen verblijven in Moengo. Daarbij kan Moengo zich later ontwikkelen als een stad waar de toeristen kunnen overnachten en langer verblijven. Het gebied zal echter schoner moeten worden als er toeristen aangetrokken willen worden. Op dit moment is er zwerfafval door het dorp heen, waardoor de toeristen Moengo niet zien als een schone plaats. Tevens moet de reputatie van Moengo worden verbeterd ten aanzien van de veiligheid.

Om de mogelijkheid te scheppen bepaalde activiteiten te kunnen ontplooien dienen er enkele basisfaciliteiten aanwezig te zijn. Goede infrastructuur is onontbeerlijk voor een groeiende economie. De wegen dienen in een goede staat te zijn om het vestigingsklimaat voor bedrijven te bevorderen. In de haven kan hout, kaolien, zand en grind doorgevoerd worden. Ten behoeve van een goede ontsluiting van de haven met het achterland is het onontbeerlijk dat er een geasfalteerde wegverbinding rondom de haven wordt aangelegd.

Door het vestigen van kennis instituten wordt de drempel kleiner gemaakt om te starten met bepaalde activiteiten en kan kennis gedeeld worden tussen verschillende bedrijven. Daarnaast is goede educatie de basis voor gedegen arbeiders. Om de creatieve waarde in het gebied te verhogen zijn bepaalde faciliteiten als een expositieruimte van belang.

Er is een studie gedaan over de behoefte naar bepaalde faciliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden in het gebied. De benodigde ruimte voor de verschillende sectoren zoals huisvesting, toerisme, openbare orde en zorg is in de plattegrond van Moengo aangegeven. Deze plattegrond is te vinden op de volgende pagina.

128 Projectgroep Moengo augustus 2008

Figuur 45 Gereserveerde gebieden voor ontwikkeling

129 Projectgroep Moengo augustus 2008

Bronvermelding

[1] Brouwer, R. & van de Giesen, N., Dictaat CT3011 Waterbeheer , Delft 2006

[2] Dictaat CT3420 (civiele gezondheidstechniek) TU Delft , faculteit Civiele Techniek

[3] Emanuels, Drs. S.S.L., & Apai, Mr. O., Schooluitval bij EBO-leerlingen van de Barronschool in Moengo: oorzaken en interventies , Paramaribo 22 februari 2008

[4] Gourley, C. S. and Greening, P.A.K., Use of 'substandard lateritic' gravels as roadbase materials in southern Africa , June 1997

[5] Herbestemming uitgemijnde bauxietgebieden te Moengo / Coermotibo

[6] Kaolien van mijn tot export, studie naar de civieltechnische aspecten voor de realisatie van een kaolienindustrie in Suriname , Paramaribo juli 2007

[7] Makasa, B., Utilisation and improvement of lateric gravels in road bases

[8] Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, Jaarboek Onderwijsindicatoren 2006-2007 , december 2007

[9] Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), structuuranalyse districten stichting (volume 1 and 2), Suriname December 2002

[10] Moengo Minerals N.V, Haalbaarheidsstudie, ontwikkelen van een kaolienindustrie in Suriname, maart 2005

[11] Nieuwendam, Drs. J. , Dieptestudie, Specificatie Randvoorwaarden uitvoering Vakopleidingscentrum Moengo (SRVM) , Paramaribo 30 april 2008

[12] Overeenkomst tot het opzetten van een geïntegreerd oliepalmbedrijf, en de exploitatie daarvan

[13] Owens, P. & R., Moye, E., Septic drain field design and maintenance , Tennessee

[14] PIARC, TRL & Intech Associates, RR SURFACE 3f , Mei 2002

[15] Skoro Krant , januari 2008

[16] SOFRECO & NIKOS; Ressort Albina Economical, Social and Environmental Development Study Project , November 2007

[17] Molenaar, Prof.dr.ir. A.A.A. & Houben, Ir. L.J.M., Dictaat CT3041 , September 2005

[18] Stichting planbureau Suriname, Moengo – Albina knooppunten van de Pan-American Highway , Maart 2008

[19] Stichting Planbureau Suriname, Structuuranalyse districten, Marowijne

[20] van der Velden J.W., Wegenbouwkunde, Bergen 2002

[21] Workshop “herbestemming uitgemijnde bauxietgebieden te Moengo / Coermotibo”, 5-7 februari 2008

[22] www.ibahelpdesk.nl

[23] www.inspect-ny.com/septic/tanksize.htm

[24] www.houtinfo.nl

130 Bijlage 1

Benodigde faciliteiten BENODIGDE FACILITEITEN / VOORZIENINGEN

Voorziening Aanwezig Ontwikkeling benodigd Fase 1 Fase 2 educatie VOJ school ja x x GLO school ja x x kunstonderwijs ja x x infrastructuur autoweg onverhard ja autoweg verhard ja x x voetpaden ja x x fietspaden ja verkeersborden ja x x wegverlichting ja x x busstop ja centrale bushalte ja taxiplaatsen nee airstrip ja waterhuishouding ja x x haven ja x x nutsvoorzieningen electriciteit ja x drinkwater ja x x telecommunicatie ja dienstverlening / bedrijvigheid bank ja postkantoor ja kamer van koophandel nee radio ja kantoor overheid ja x x onderhoudsbureau nee x x wijkcentrum / congreshal nee x x markt nee x x huisvesting woningen ja x ambtswoningen ja x x lerarenwoningen ja x x BENODIGDE FACILITEITEN / VOORZIENINGEN

Voorziening Aanwezig Ontwikkeling benodigd Fase 1 Fase 2 zorg en welzijn tandarts ja x x polikliniek ja x x hulp polikliniek nee apotheek ja dietist nee fysiotherapie nee geestelijke gezondheidszorg nee jeugd- en jongeren faciliteiten ja openbare orde en veiligheid brandweerkazerne nee x x politiebureau nee x x sport en recreatie gras voetbalveld ja x x atletiekbaan nee x x baketbalveld ja x x tennisbaan nee x x overdekt sportcentrum nee golfaccommodatie nee recreatiepark nee x speeltuinen ja bioscoop nee kunst en cultuur bibliotheek ja x x museum nee x x theater ja x kunstwerken ja x monumenten ja x podiumkunst ja x verenigingen ja x hygiëne en milieu vuilophaaldienst ja x x vuil verwerking ja x x afvalwaterafvoer ja x x onderzoek statistiekenbureau nee x kadaster nee x meetinstituut nee x laboratoria nee x ICT-faciliteiten nee x Bijlage 2

Ontwerp toerisme

Bijlage 3

Druklijnen riolering Druklijnen riolering

Bijlage 4

Bovenaanzicht toekomstige situatie haven

Bijlage 5

Msheet: rapporten en diagrammen van de beschoeiing van de haven Verificatie van de Damwand

MSheet versie 5.4 Datum: 25-8-2008 Tijd: 12:36:57

Probleemidentificatie Moengo Traymore Haven Ontwerp Oeverbekleding

Fase 1 : Realisatiefase Veiligheidsklasse: II

Vermenigvuldigingsfactor voor ankerstijfheid: 1,000

Berekening Maximum Moment Anker Maximum Type Negatief Positief Kracht Verplaatsing Lage Kb/1.3 -1085,89 2,52 245,81 -249,10 Hoge Kb/1.0 -1079,86 2,52 245,07 -223,63 Anker -1085,89 2,52 245,81 -249,10 Vervorming -519,69 31,29 150,37 -93,31

Einde verificatie van damwand

MSheet 5.4 Programma: MSheet Versie : 5.4.8.2 Licentie : sw Bedrijf : GeoDelft

Probleemidentificatie : Moengo Traymore Haven : Ontwerp Oeverbekleding Datum: 25-8-2008 Tijd : 12:40:47

Uitvoerbestand : D:\Moengo\Traymore Haven.sho Invoerbestand : D:\Moengo\Traymore Haven.shi Tekengegevensbestand : D:\Moengo\Traymore Haven.shd

------

WEERGAVE VAN DE ALGEMENE INVOER ------

Aantal takken van de veerkarakteristiek : 3 Ontlasttak van de veerkarakteristiek : Nee Aantal bouwfasen : 1 Soortelijk gewicht van water : 9.81 [kN/m3]

Damwandeigenschappen ------

Lengte : 23.00 [m] Topniveau : 0.70 [m] Nummer sectie : 1

Sectie Van - Tot Stijfheid EI Werkende breedte no [m] [kNm2/m"] [m] 1 0.70 - -22.30 2.429E+0005 1.00

Grondlaageigenschappen: Klei, slap ------Droog soortelijk gew. : 14.00 [kN/m3] Ka : 0.47 Nat : 14.00 [kN/m3] Ko : 0.70 Cohesie : 0.00 [kN/m2] Kp : 2.42 Schachtwrijving delta : 11.67 [graden] Phi : 17.50 [graden] Beddingsconstante : Nr Boven Onder [kN/m3] K[1] 2000.00 2000.00 K[2] 800.00 800.00 K[3] 500.00 500.00 K1 (% van Kp) : 50.00 [%] K2 (% van Kp) : 80.00 [%]

Grondlaageigenschappen: Zand, zw si/kl ------Droog soortelijk gew. : 18.00 [kN/m3] Ka : 0.32 Nat : 20.00 [kN/m3] Ko : 0.55 Cohesie : 0.00 [kN/m2] Kp : 4.52 Schachtwrijving delta : 18.00 [graden] Phi : 27.00 [graden] Beddingsconstante : Nr Boven Onder [kN/m3] K[1] 6000.00 6000.00 K[2] 3000.00 3000.00 K[3] 1500.00 1500.00 K1 (% van Kp) : 50.00 [%] K2 (% van Kp) : 80.00 [%]

Grondlaageigenschappen: Klei, ma ------Droog soortelijk gew. : 17.00 [kN/m3] Ka : 0.47 Nat : 17.00 [kN/m3] Ko : 0.70 Cohesie : 0.00 [kN/m2] Kp : 2.42 Schachtwrijving delta : 11.67 [graden] Phi : 17.50 [graden] Beddingsconstante : Nr Boven Onder [kN/m3] K[1] 3000.00 3000.00 K[2] 1500.00 1500.00 K[3] 800.00 800.00 K1 (% van Kp) : 50.00 [%] K2 (% van Kp) : 80.00 [%]

25-8-2008 Pagina 1 MSheet 5.4 Grondlaageigenschappen: Veen, slap ------Droog soortelijk gew. : 11.00 [kN/m3] Ka : 0.59 Nat : 11.00 [kN/m3] Ko : 0.74 Cohesie : 1.00 [kN/m2] Kp : 1.70 Schachtwrijving delta : 0.00 [graden] Phi : 15.00 [graden] Beddingsconstante : Nr Boven Onder [kN/m3] K[1] 2000.00 2000.00 K[2] 800.00 800.00 K[3] 500.00 500.00 K1 (% van Kp) : 50.00 [%] K2 (% van Kp) : 80.00 [%]

------B O U W F A S E 1 ------

Echo van de bouwfasegegevens ------

Maaiveld LINKS : (Maaiveld no. 1) Maaiveld RECHTS : (Maaiveld no. 4) ------Punt X-coordinaat Y-coordinaat Punt X-coordinaat Y-coordinaat no. [m] van PAAL [m] van niveau no. [m] van PAAL [m] van niveau 1 0.00 -7.60 1 0.00 0.70

Waterspiegel links / rechts : 0.00 / 0.00 [m]

Grondparameters LINKS & RECHTS: (Grondprofiel Bodemprofiel) ------Laag Naam Niveau bovenkant Wosp-T Wosp-B no grondlaag grondlaag [m] [kN/m2] [kN/m2] 1 Klei, slap 1.90 0.00 0.00 2 Zand, zw si/kl -3.60 0.00 0.00 3 Klei, ma -6.60 0.00 0.00 4 Zand, zw si/kl -8.10 0.00 0.00 5 Klei, ma -9.10 0.00 0.00 6 Veen, slap -10.10 0.00 0.00 7 Klei, slap -13.60 0.00 0.00

Gebruikte methode aan de linkerkant van de damwand: c,phi,delta Gebruikte methode aan de rechterkant van de damwand: c,phi,delta

Anker 1 ligt rechts van de damwand. Niveau positie : 0.00 [m] Veerstijfheid : 7.445E+0003 [kN/m/m"] Doorsnede : 7.090E-0004 [m2] Vloeikracht : 1000.00 [kN/m"] Lengte : 20.00 [m] Voorspankracht : 0.00 [kN/m"] Hoek : -18.00

Bovenbelasting 1 aan de rechterkant van de damwand. Punt X-coordinaat Q no. [m] tot DAMWAND [kN/m2] 1 0.00 20.00 2 20.00 20.00

linkerkant Segment| Niveau [m]| horiz.druk. op paal [kN/m2] | Ka | Ko | Kp no | midden | actief | passief | fictief| fictief| fictief ------|------|------|------|------|------|------1 | -7.85 | 0.85 | 4.35 | 0.47 | 0.70 | 2.42 2 | -8.60 | 2.75 | 39.37 | 0.32 | 0.55 | 4.53 3 | -9.60 | 8.18 | 42.91 | 0.47 | 0.70 | 2.47 4 | -10.54 | 11.11 | 42.43 | 0.52 | 0.74 | 1.97 5 | -11.41 | 11.73 | 43.43 | 0.52 | 0.74 | 1.93 6 | -12.29 | 12.35 | 44.77 | 0.52 | 0.74 | 1.90 7 | -13.16 | 12.96 | 46.25 | 0.53 | 0.74 | 1.88 8 | -14.14 | 12.90 | 66.44 | 0.47 | 0.70 | 2.42 9 | -15.23 | 15.08 | 77.38 | 0.47 | 0.70 | 2.42 10 | -16.32 | 17.24 | 88.40 | 0.47 | 0.70 | 2.42 11 | -17.41 | 19.41 | 99.43 | 0.47 | 0.70 | 2.42 12 | -18.49 | 21.56 | 110.45 | 0.47 | 0.70 | 2.42 13 | -19.58 | 23.72 | 121.48 | 0.47 | 0.70 | 2.42

25-8-2008 Pagina 2 MSheet 5.4 14 | -20.67 | 25.88 | 132.50 | 0.47 | 0.70 | 2.42 15 | -21.76 | 28.05 | 143.53 | 0.47 | 0.70 | 2.42

rechterkant Segment| Niveau [m]| horiz.druk. op paal [kN/m2] | Ka | Ko | Kp no | midden | actief | passief | fictief| fictief| fictief ------|------|------|------|------|------|------1 | 0.35 | 11.77 | 60.25 | 0.47 | 0.90 | 2.42 2 | -0.45 | 14.98 | 76.67 | 0.47 | 0.80 | 2.42 3 | -1.35 | 16.77 | 85.80 | 0.47 | 0.74 | 2.42 4 | -2.25 | 18.55 | 94.92 | 0.47 | 0.70 | 2.42 5 | -3.15 | 20.33 | 104.05 | 0.47 | 0.67 | 2.42 6 | -4.10 | 15.58 | 232.52 | 0.31 | 0.56 | 4.66 7 | -5.10 | 18.92 | 274.24 | 0.32 | 0.54 | 4.57 8 | -6.10 | 22.22 | 290.32 | 0.32 | 0.53 | 4.14 9 | -7.10 | 37.22 | 156.75 | 0.47 | 0.63 | 1.99 10 | -7.85 | 39.82 | 168.83 | 0.47 | 0.63 | 2.01 11 | -8.60 | 28.79 | 366.80 | 0.32 | 0.51 | 4.05 12 | -9.60 | 47.14 | 192.23 | 0.48 | 0.63 | 1.94 13 | -10.54 | 59.73 | 128.51 | 0.58 | 0.66 | 1.25 14 | -11.41 | 60.35 | 126.81 | 0.58 | 0.66 | 1.22 15 | -12.29 | 60.97 | 128.69 | 0.58 | 0.66 | 1.23 16 | -13.16 | 61.62 | 136.34 | 0.58 | 0.66 | 1.29 17 | -14.14 | 51.85 | 219.99 | 0.48 | 0.62 | 2.04 18 | -15.23 | 54.05 | 219.55 | 0.48 | 0.62 | 1.96 19 | -16.32 | 56.19 | 223.32 | 0.48 | 0.62 | 1.92 20 | -17.41 | 58.34 | 255.20 | 0.48 | 0.63 | 2.11 21 | -18.49 | 60.55 | 274.46 | 0.48 | 0.63 | 2.20 22 | -19.58 | 62.76 | 287.74 | 0.49 | 0.63 | 2.23 23 | -20.67 | 64.91 | 298.87 | 0.49 | 0.63 | 2.24 24 | -21.76 | 67.06 | 307.67 | 0.49 | 0.64 | 2.24

Berekeningsresultaten van bouwfase : 1 ------

Nummer van de iteratie : 6

Nd Niveau Verpl Moment Dwarsk | Ef.Spa Stat| Ef.Spa Stat| WatStL WatStR no m mm kNm/m" kN/m" | kN/m2 %| kN/m2 % | kN/m2 kN/m2 ------|------|------|------1 0.70 -11.9 -0.0 0.0 | 0.00 | 0.00 A | 0.00 0.00 2 0.00 -21.2 2.3 7.6 | 0.00 | 14.09 A | 0.00 0.00 2 0.00 -21.2 2.3 -135.4 | 0.00 | 14.09 A | 0.00 0.00 3 -0.90 -33.2 -113.7 -121.9 | 0.00 | 15.87 A | 8.83 8.83 3 -0.90 -33.2 -113.7 -121.9 | 0.00 | 15.88 A | 8.83 8.83 4 -1.80 -44.8 -216.8 -106.9 | 0.00 | 17.65 A | 17.66 17.66 4 -1.80 -44.8 -216.8 -106.9 | 0.00 | 17.66 A | 17.66 17.66 5 -2.70 -55.7 -305.5 -90.2 | 0.00 | 19.43 A | 26.49 26.49 5 -2.70 -55.7 -305.5 -90.2 | 0.00 | 19.45 A | 26.49 26.49 6 -3.60 -65.5 -378.6 -71.9 | 0.00 | 21.21 A | 35.32 35.32 6 -3.60 -65.5 -378.6 -71.9 | 0.00 | 13.99 A | 35.32 35.32 7 -4.60 -75.0 -442.9 -56.3 | 0.00 | 17.16 A | 45.13 45.13 7 -4.60 -75.0 -442.9 -56.3 | 0.00 | 17.32 A | 45.13 45.13 8 -5.60 -82.7 -490.0 -37.4 | 0.00 | 20.51 A | 54.94 54.94 8 -5.60 -82.7 -490.0 -37.4 | 0.00 | 20.62 A | 54.94 54.94 9 -6.60 -88.3 -516.5 -15.2 | 0.00 | 23.81 A | 64.75 64.75 9 -6.60 -88.3 -516.5 -15.2 | 0.00 | 35.55 A | 64.75 64.75 10 -7.60 -91.8 -513.3 22.1 | 0.00 | 38.88 A | 74.56 74.56 10 -7.60 -91.8 -513.3 22.1 | 0.00 P | 38.98 A | 74.56 74.56 11 -8.10 -92.8 -497.7 39.8 | 8.70 P | 40.65 A | 79.46 79.46 11 -8.10 -92.8 -497.7 39.8 | 16.29 P | 27.20 A | 79.46 79.46 12 -9.10 -93.2 -459.6 29.2 | 62.46 P | 30.38 A | 89.27 89.27 12 -9.10 -93.2 -459.6 29.2 | 34.04 P | 45.48 A | 89.27 89.27 13 -10.10 -91.8 -427.1 33.4 | 51.79 P | 48.80 A | 99.08 99.08 13 -10.10 -91.8 -427.1 33.4 | 41.40 P | 59.49 A | 99.08 99.08 14 -10.98 -89.0 -391.1 48.6 | 43.45 P | 59.98 A | 107.66 107.66 14 -10.98 -89.0 -391.1 48.6 | 42.42 P | 60.11 A | 107.66 107.66 15 -11.85 -85.1 -342.0 63.4 | 44.43 P | 60.58 A | 116.25 116.25 15 -11.85 -85.1 -342.0 63.4 | 43.78 P | 60.73 A | 116.25 116.25 16 -12.73 -80.0 -280.3 77.6 | 45.76 P | 61.20 A | 124.83 124.83 16 -12.73 -80.0 -280.3 77.6 | 45.27 P | 61.38 A | 124.83 124.83 17 -13.60 -74.1 -206.4 91.0 | 47.23 P | 61.85 A | 133.42 133.42 17 -13.60 -74.1 -206.4 91.0 | 60.92 P | 50.84 A | 133.42 133.42 18 -14.69 -65.9 -115.2 75.1 | 71.96 P | 52.87 A | 144.08 144.08 18 -14.69 -65.9 -115.2 75.1 | 71.87 P | 53.03 A | 144.08 144.08 19 -15.77 -57.1 -45.2 53.5 | 74.95 3 90| 55.06 A | 154.75 154.75

25-8-2008 Pagina 3 MSheet 5.4 19 -15.77 -57.1 -45.2 53.5 | 74.95 3 90| 55.18 A | 154.75 154.75 20 -16.86 -48.1 1.3 32.2 | 76.60 3 82| 57.21 A | 165.42 165.42 20 -16.86 -48.1 1.3 32.2 | 76.60 3 82| 57.32 A | 165.42 165.42 21 -17.95 -39.0 25.4 12.9 | 74.84 2 71| 59.36 A | 176.09 176.09 21 -17.95 -39.0 25.4 12.9 | 74.84 2 71| 59.53 A | 176.09 176.09 22 -19.04 -30.1 31.3 -1.3 | 72.29 2 62| 61.57 A | 186.76 186.76 22 -19.04 -30.1 31.3 -1.3 | 72.29 2 62| 61.73 A | 186.76 186.76 23 -20.13 -21.3 24.5 -10.3 | 69.86 2 55| 63.78 A | 197.43 197.43 23 -20.13 -21.3 24.5 -10.3 | 69.86 2 55| 63.88 A | 197.43 197.43 24 -21.21 -12.7 10.7 -14.2 | 65.28 1 47| 65.93 A | 208.09 208.09 24 -21.21 -12.7 10.7 -14.3 | 65.28 1 47| 66.03 A | 208.09 208.09 25 -22.30 -4.1 0.0 0.0 | 51.26 1 34| 80.49 1 | 218.76 218.76 ------| Maxima : -93.3 -519.7 -135.4 |

Ankergegevens aan het eind bouwfase : 1 ------

Nr Niveau Zijde Knoop Anker/Stempel Anker of [m] positie kracht[kN/m"] Toestand Stempel ------1 0.00 Rechts 2 150.37 Elastisch Anker

Horizontale gronddruk tegen de damwand [kN/m"] Links Rechts ------Effectief : 852.11 995.36 Water : 2439.21 2439.21 Totaal : 3291.31 3434.57

Beschouwd als passieve zijde : Left Maximale passieve effectieve weerstand : 1152.29 [kNm/m"] Gemobiliseerde passieve effectieve weerstand: 852.11 [kNm/m"] Percentage gemobiliseerde weerstand : 73.9 [%]

Positie enkelvoudige ondersteuning : 0.00 [m] Maximale passieve moment : -19557.46 [kNm/m"] Gemobiliseerd passief moment : -13552.75 [kNm/m"] Percentage gemobiliseerd moment : 69.3 [%]

Vertikaal evenwicht ------Vertikale kracht aktief : -171.85 [kN/m"] Vertikale anker kracht : -46.47 [kN/m"] Vertikale kracht passief : 148.69 [kN/m"] Totaal vertikale kracht (geen eigengewicht) : -69.62 [kN/m"]

Vertikale kracht passief/aktief is horizontale kracht passieve/aktieve maal tanges(delta) Min betekent naar beneden gerichte kracht.

Maxima van alle bouwfasen ------Verplaatsing : -93.3 [mm] Moment : -519.7 [kNm/m"] Schuifspanning: -135.4 [kN/m"]

------Einde MSheet uitvoerbestand ------

25-8-2008 Pagina 4 Bijlage 6

Individuele behandeling afvalwater IBA Met behulp van een IBA (Individuele Behandelingsinstallatie van Afvalwater) kan er een voorzuivering van het afvalwater plaatsvinden (of de uiteindelijke zuivering als er geen rwzi aanwezig is). Hiervoor worden de IBA verdeeld in 4 klassen: • Klasse 1: septic tank • Klasse 2: verwijderd ook zwevende stoffen • Klasse 3A: verwijderd ook stikstof • Klasse 3B: verwijderd ook fosfaat

Een septic tank is een waterdichte tank waarop het afvalwater van een huis wordt geloosd. De niet- opgeloste delen in het afvalwater zal in deze tank bezinken en uiteindelijk verteren (biologisch). Tevens kan het overgebleven afvalwater nog verder worden gezuiverd. Het uiteindelijke overgebleven afvalwater kan worden geloosd op het oppervlaktewater of in de bodem (via een infiltratievoorziening). Met behulp van een septic tank kan 25% - 40% van de verontreinigingen worden verwijderd.

Er wordt vanuit gegaan dat na 200 uur de meeste bezinkbare delen zijn bezonken. Om de grootte van de tank te berekenen zijn de aannames: • Een persoon creëert per dag 150 liter afvalwater • Een huishouden bestaat uit 4 personen • De standtijd is 10 dagen (240 uur)

Hieruit volgt dat een huishouden 6000 liter afvalwater creëert na 10 dagen. Daarom is de septic tank ontworpen op een volume van 6000 liter (6 m 3). De tank kan worden onderverdeeld in 3 compartimenten, zodat er minder turbulentie aanwezig is (turbulentie zorgt er uiteindelijk voor dat het bezinkproces wordt vertraagd) en de slibophoping wordt geconcentreerd. Deze ruimtes zijn onderverdeeld in een verhouding van 2:1:1, dus 3m 3, 1.5m 3 en 1.5m 3.

Omdat er in Moengo een tropisch klimaat heerst, kan er ook voor worden gekozen om maar 1 kamer te creëren in de tank. Vanwege de constant hogere temperaturen werkt het afbraakproces van de bezonken deeltjes beter dan in landen met lagere temperaturen. Door 1 kamer toe te passen wordt de turbulentie verhoogd, wordt het contact tussen het slib en het afvalwater bevorderd en wordt de biologische afbraak verbeterd. Omdat er meer turbulentie aanwezig is, zal de bezinktijd wel vergroten en zal moeten worden nagegaan of er een grotere tank noodzakelijk is.

Het gedeelte dat is bezonken in de tank wordt slib genoemd. Na verloop van tijd moet dit slib (het gedeelte wat niet is verteerd) uit de tank worden verwijderd (1 – 5 jaar).

Algemeen zuiveringsproces Het afvalwater in Moengo bestaat uit huishoudelijk afvalwater (het communale afvalwater). De samenstelling van dit type afvalwater is redelijk constant. Alvorens dit geloosd kan worden, moet het worden gezuiverd in een rioolwaterzuiveringinrichting (rwzi). De aanvoer van regenwater naar een rwzi is niet noodzakelijk. In het afvalwater komen een aantal verontreinigingen voor: • Biologisch afbreekbare verbindingen • Niet of moeilijk afbreekbare verbindingen • Anorganische voedingsstoffen • Toxische stoffen • Radioactieve stoffen • Pathogene organismen

In het afvalwater kunnen bacteriën aanwezig zijn die darmziekten, dysterie en virussen kunnen veroorzaken en aanraking ervan kan huidaandoeningen veroorzaken. Ten tijde van overstromingen kunnen de bevolking in aanraking komen met het verontreinigde water waardoor er verschillende ziektes zich kunnen verspreiden. Tevens kan de kwaliteit van het grondwater worden aangetast als het afvalwater (in ongezuiverde vorm) in de grond wordt geplaatst. Daarom moet het afvalwater een zuivering ondergaan om het risico op verontreinigd grondwater of oppervlaktewater te verkleinen.

Gezuiverd afvalwater kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld irrigatie (hiervoor moet de kwaliteit sterk worden verbeterd) en spoelwater. De zuiveringsstappen in de afvalwaterzuivering zijn: • Verwijdering grove delen en zand. • Afscheiden bezinkbare stoffen (mechanische zuivering). • Verwijdering opgeloste en zwevende organische verontreinigen (biologisch). • Afscheiding van actief slib (nabezinktank). • Fysisch-chemische behandeling (vergaande behandeling, wordt niet vaak toegepast). • Lozing op het oppervlaktewater of in de bodem.

De verwijdering van de grove delen kan plaats vinden met behulp van een rooster of een zeef. Het rooster kan onderling staafmetingen van 50-100mm hebben (grof) of 5-20mm (fijn). Het rooster moet worden geplaatst onder een hoek van 75 graden. Voor de watersnelheid door het rooster wordt meestal 0,6 – 1 m/s aangehouden (om het weerstandsverlies te beperken) en in de aanvoergoot minimaal 0,4 – 0,5 m/s (zodat er geen zand bezinkt).

In een zandvanger kan het zand bezinken en kunnen minerale stoffen met een korreldiameter van groter dan 0,15mm worden verwijderd. Hierna vindt er een voorbezinking in een bezinkingsreservoir plaats. Hier wordt het primaire slib afgescheiden. Vervolgens worden de oploste en zwevende organische verontreinigingen verwijderd met behulp van oxydatiebedden. Vervolgens wordt het gezuiverde water afgevoerd na een nabezinktank.

De toepassing van oxydatiebedden kan worden weggelaten door toepassing van een actief- slibproces. In dit proces wordt het afvalwater geleid door een beluchtingstank. Hierin wordt het afvalwater belucht, zodat er vlokken (actief slib) worden gevormd. Na sedimentatie van deze vlokken, worden deze vlokken opnieuw aan het afvalwater toegevoegd en weer belucht. Hierdoor ontstaat er een snelle zuivering. In de nabezinktank kan het actief slib bezinken (secundair slib).

De slibstoffen (met een grote hoeveelheid water) die tijdens het zuiveringsproces worden geproduceerd kan verschillende behandelingen ondergaan, zodat er slibstabilisatie en slibontwatering plaats vindt. Het uiteindelijk restproduct kan dan worden toegepast in bijvoorbeeld de wegenbouw.

Tevens kunnen er extra zuiveringsstappen worden toegevoegd aan het zuiveringsproces die ontworpen kunnen worden a.h.v. de kwaliteit van het afvalwater en de uiteindelijk gewenste kwaliteit van het gezuiverde afvalwater (bijvoorbeeld de verwijdering van stikstof en fosfaat).

In de laatste stap kan het gezuiverde afvalwater worden geloosd op het oppervlaktewater of in de bodem.

Gevaren Het slib bevat verschillende ziektekiemen, zodat dit slib met zorg moet worden behandeld. Om het proces in de tank niet te verstoren, kunnen er geen schoonmaakmiddelen (bijvoorbeeld zeep) en vaste materialen (bijvoorbeeld doekjes) aan worden toegevoegd. Tevens kunnen er in de tank gevaarlijke gassen ontstaan, zodat er niet zomaar aan de tank gewerkt kan worden.

Klassen IBA Klasse 2 en 3 systemen hebben een grotere zuiverende werking dan een klasse 1 systeem. Onderstaand tabel geeft de zuiveringseisen weer.

Klasse I Klasse II Klasse IIIa Klasse IIIb Parameter (mg/L) (mg/L) (mg/L) (mg/L) BZV (Biologische Zuurstof Vraag) < 250 < 30 < 20 < 20

CZV (Chemisch Zuurstof Verbruik) < 750 < 150 < 100 < 100

N-NH 4 + (ammoniumstokstof) < 2 < 2 N totaal (totaal stikstof) < 30 < 30 P totaal (totaal fosfaat) < 2 Zwevende stoffen < 70 < 30 < 30 < 30

Kosten Onderstaand tabel geeft de mogelijke aanlegkosten voor een IBA.

Systeem Kosten (euro) Aanschaf klasse 1 1200 – 2800 Aanschaf klasse 2 of 3 2000 – 6000 Aanleg 100 – 1000

Tevens zijn er nog kosten voor de verwijdering van het slib en de energiekosten voor klasse 2 en 3 systemen.

Mogelijk ontwerp IBA . Om de kwaliteit van het afvalwater na de voorzuivering te verbeteren, kan o.a. worden toegepast: • Verschillende infiltratie systemen • Verschillende filtratie systemen • Actief slib installatie

Met behulp van een infiltratie systeem wordt het afvalwater in de bodem geloosd. Dit vindt plaats na de voorzuivering. Een geschikt systeem voor Moengo kan een infiltratie bed zijn. Hierbij wordt het afvalwater via pijpen naar het infiltratiegebied geleid, waarover het afvalwater over een groot grondoppervlak wordt verdeeld.

Met behulp van een filtersysteem vindt de zuivering van het afvalwater plaats in gesloten filter. Het gefilterde afvalwater wordt op de bodem opgevangen en op het oppervlaktewater geloosd. Hiervoor kan bijvoorbeeld een langzaam zand filtratie worden toegepast.

In een actief slib installatie (met een actief biomassa in de vorm van vlokken) wordt er zuurstof toegevoegd met beluchting in een beluchtingstank.

Om de energiekosten en het onderhoud zo laag mogelijk te houden, wordt gekozen voor toepassing van een infiltratiebed. Hiervoor is in en rond Moengo genoeg ruimte aanwezig waarin het infiltratie bed op een zo laag mogelijk locatie moet worden geplaatst. Hierdoor is het verval van de pijpen naar het infiltratie bed toe zo groot mogelijk, zodat er geen of minder pompen noodzakelijk zijn en de energiekosten zo laag mogelijk kunnen worden gehouden.

Vanuit de huizen naar de septic tank moeten niet-geperforeerde buizen (bijvoorbeeld PVC buizen) worden aangelegd. Hierdoor vindt er geen verontreiniging van de omgeving plaats. Vanuit de septic tank wordt het afvalwater vervoerd naar een verdelingstank. Vanuit de verdelingstank wordt het afvalwater verdeeld over de pijpen. Ter plaatse van het infiltratiebed zijn de buizen geperforeerd, waardoor het afvalwater in de ondergrond kan infiltreren. Om verdere verontreinig van het grondwater wat wordt gebruikt voor drinkwater te voorkomen, moet de volgende afstanden worden gehanteerd: • Minimale afstand septic tank – drinkwater put: 16m. • Minimale afstand infiltratie bed – drinkwater put: 31m.

Het deel wat niet wordt afgebroken door bacteriën in septic tank moet worden verwijderd. Aangeraden wordt om na 2 jaar dit te verwijderen, om te voorkomen dat bezonken deeltjes de pijp ingaan en gevaar kunnen leveren voor de mensen. Ontwerp septic tank Om de grootte van de septic tank te kunnen berekenen, zijn de hoeveelheden afgegeven afvalwater benodigd.

In veel gevallen zijn de afmetingen van een septic tank (6m 3): • Breedte: 1.37m • Lengte: 2.44m • Hoogte: 1.83m

Deze afmetingen kunnen van toepassing zijn voor een huishouden van 4 personen. Onderzocht zal moeten worden wat de werkelijke afvoerhoeveelheden zijn, om de grootte van de septic tank te bepalen. Een septic tank kan worden vergroot als er meer dan 600 liter per dag op wordt geloosd. Daarvoor kan een septic tank tussen een aantal huizen worden gebouwd. Een mogelijk ontwerp van een septic tank is gegeven in onderstaand figuur.

Ontwerp infiltratie bed Vanuit de septic tank kan het afvalwater worden vervoerd naar een in infiltratiebed. Net als de septic tank, bevindt het infiltratiebed zich ook onder de grond. Hierdoor wordt contact met het afvalwater voorkomen. Meestal bestaat een infiltratiebed 3 tot 4 geulen (45 tot 70cm diep) met daarin een geperforeerde pijp (diameter van 10cm) in een laag gravel (30 – 45cm) met daarbovenop 15cm grond (waardoor het gebied is beschermd van contact met de mens en wordt de infiltratie van regen verkleind). Door toepassing van gravel wordt de drainage bevorderd en de kans op wortelgroei rond de pijpen verkleind.

De grond werkt al een biologische filter dat het afvalwater deels kan zuiveren. Fosfaten worden geabsorbeerd of chemisch verbonden met de korrels. De ziekte verwekkende micro-organismen worden verwijderd door de micro-organismen in de grond. Onderzocht zal moeten worden welke grondsoorten hiervoor beschikbaar zijn in het gebied.

Infiltratie werkt slecht in gebieden met veel klei (slecht waterdoorlatend) of met een seizoensgebonden schijnspiegel waterstand (te zien aan grijze gronden). Ook werkt infiltratie slecht in grond met een extreem hoge zandhoeveelheid of een ondiepe rotslaag. Als in dit soort gebieden wel een infiltratie systeem wordt toegepast kan het afvalwater in contact komen met de oppervlak en met de mensen. Tevens moet voorkomen worden dat er een hoge belasting op de grond boven het infiltratie terecht komt (bijvoorbeeld een verbod op auto’s boven het infiltratiebed).

Onderstaand figuur geeft een bovenaanzicht van de septic tank en het infiltratiegebied.

Grondonderzoek en experimenten moeten uitwijzen of er een gebied beschikbaar is voor infiltratie van het afvalwater in de bodem. Dan kan het aantal eb de grootte van de septic tanks worden bepaald (1 of meerdere huizen op een septic tank) en de grootte van het infiltratiegebied. Als er geen grondgebied voor infiltratie geschikt is, zullen andere zuiveringstappen moet worden ontworpen (bijvoorbeeld filter systeem of een actief slib installatie) waarbij wordt geloosd op de rivier.