SAMENHANG IN DE ZUIDWESTELIJKE DELTA Naar een vitale, veerkrachtige en veilige delta Achtergrondrapport

Planbureau voor de Leefomgeving

Postadres Postbus 30314 2500 GH Den Haag

Bezoekadres Oranjebuitensingel 6 2511 VE Den Haag T +31 (0)70 3288700 www.pbl.nl

Oktober 2013 Gouda l se Js I he

N sc d

ie n Maasvlakte u a l w l e o Brielse W H a Roerdam Meer te r e M s weg Ni euw a a Alblasserwaard - Voorne-Puen sluizen O u de Maas H Goeree a

ring v l

lie i

Brouwers- K t

e

h

Gr c

ev s e t

l d in r Biesbosch g o e D Schouwen n Overakkee - H p sluizen o Di e Grevelingendam llands Oosterschelde- Duiveland PhilipsdamKrammer- Moerdijk kering sluizen ak Volker M Veerse Zeelandbrug a rk

l

Dam a a

O n

R a

k o

o n o

j Breda

Noord-Beveland i s

s R e - n

d V te e e Zandkreek r a a e r s d ee l l r dam c s s M h e e

Walcheren e e h V l c Schenge l d S i e

e t Zoom- Zuid-Beveland meer Bergen op Zoom Oesterdam W est er sch elde Zeebrugge Terneuzen

Zeeuws-Vlaanderen Antwerpen Brugge

e

d

l

e

h c

S

Gent Samenhang in de Zuidwestelijke Delta Naar een vitale, veerkrachtige en veilige delta Achtergrondrapport

PBL 

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta. Naar een Met dank aan vitale, veerkrachtige en veilige delta – Het PBL heeft dit rapport opgesteld in opdracht van de Achtergrondrapport provincies Zuid-Holland, Zeeland en -Brabant. Het © PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) PBL is de contactpersonen Jeroen van Vught (provincie Den Haag, 2013 Zuid-Holland), Tjeerd Blauw en Erik Schumacher ISBN: 978-94-91506-52-9 (provincie Zeeland) en Niels Aten (provincie Noord- PBL-publicatienummer: 1201 Brabant) en opdrachtgevers Alex Veldhof (Zuid-Holland), Piet Goossen (Zeeland) en Toon de Goede (Noord- Contact Brabant) bijzonder erkentelijk voor de inspirerende en Marijke Vonk ([email protected]) en constructieve begeleiding. De inhoud van dit rapport Rienk Kuiper ([email protected]) komt geheel voor rekening van het PBL. Het PBL is prof. dr. ing. Geert Teisman (Erasmus Projectleiding Universiteit) bijzonder erkentelijk voor zijn Marijke Vonk, Rienk Kuiper wetenschappelijke review van het conceptrapport

Auteurs Figuren Rienk Kuiper, Marijke Vonk, Dirk-Jan van der Hoek Beeldredactie PBL

Bijdragen Fotoverantwoording figuur 3.2 Jos Diederiks, Gert Jan van den Born, Arno Bouwman, Jan boven: Siebe Swart / Hollandse Hoogte; onder: Hannie van Dam, Ron Franken, Rick Wortelboer, Marjolijn Mercx, Joziasse / Hollandse Hoogte Olav-Jan van Gerwen, Willem Ligtvoet, Hans Farjon, Arjen Zegwaard Eindredactie Uitgeverij PBL, Den Haag Supervisie Guus de Hollander Opmaak Martin Middelburg, VijfKeerBlauw

U kunt de publicatie downloaden via de website www.pbl.nl. Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: PBL (2013), Samenhang in de Zuidwestelijke Delta. Naar een vitale, veerkrachtige en veilige delta – Achtergrondrapport, Den Haag: PBL.

Het PBL is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering vooropstaat. Het PBL is vóór alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd.

2 | Ruimtelijke opgaven in beeld. Achtergronden bij de Ex-ante evaluatie Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 

Inhoud

1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel 4 1.2 De Zuidwestelijke Delta 4 1.3 Opbouw van het rapport 6

2 Economie en ruimte 7 2.1 Vestigingsklimaat 7 2.2 Verstedelijking 9 2. 3 Bereikbaarheid 11 2.4 Chemie 13 2.5 Energie 15 2.6 Logistiek 16 2.7 Vrijetijdseconomie 19 2.8 Landbouw 21 2.9 Visserij 23 2.10 Landschappelijke identiteit 26

3 Ecologie 28 3.1 Deltanatuur 28 3.2 Knelpunten en opgaven 31

4 Water 35 4.1 Waterveiligheid 35 4.2 Zoetwatervoorziening 38

5 Kennisagenda 41

Literatuur 43

| 3 EEN

Inleiding

Deze digitale publicatie is een achtergrondstudie bij het het rijksbeleid en de kennisbehoefte die daardoor kan gelijknamige hoofdrapport Samenhang in de Zuidwestelijke ontstaan bij provincies, gemeenten en waterschappen. Delta. In het hoofdrapport staan de belangrijkste beleids- De uitkomsten van de studie zijn vanwege de conclusies van het PBL-onderzoek. Het hoofdrapport is te systeemverantwoordelijkheid van het Rijk echter ook downloaden via http://www.pbl.nl/publicaties/ relevant voor de centrale overheid. samenhang-in-de-zuidwestelijke-delta. De studie is grotendeels gebaseerd op bestaande publicaties van de provincies, het Rijk, het 1.1 Aanleiding en doel Deltaprogramma, wetenschappelijke instituten en maatschappelijke organisaties. Aan de analyse van het De provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland herstel van duurzame Deltawateren liggen voor dit hebben het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) rapport uitgevoerde (model)studies van Deltares en gevraagd de ruimtelijke langetermijnopgaven voor de Imares ten grondslag (Deltares 2013; Ysebaert et al. 2013a, Zuidwestelijke Delta te verkennen en samenhang tussen 2013b). beleidskeuzes in beeld te brengen. Die verkenning kan provinciale beleidsmakers helpen om voor deze regio op een samenhangende wijze beleidskeuzes voor de korte 1.2 De Zuidwestelijke Delta termijn te maken. Het PBL richt zich daarbij vooral op de ruimtelijk-economische en ecologische ontwikkelings- De Zuidwestelijke Delta is een grensoverschrijdend potenties van de Zuidwestelijke Delta. gebied in het zuidwestelijk deel van Nederland en het Door de focus in deze verkenning op ecologie en noordwesten van België; het vormt een dynamische economie te leggen en tegelijkertijd de interactie met de overgang tussen rivieren en zee (figuur 1.2). De veiligheids- en zoetwateropgaven te beschouwen voor de Zuidwestelijke Delta wordt als regio gekenmerkt door Zuidwestelijke Delta als geheel, is dit project een een ‘stedelijk hoefijzer’, gevormd door de steden aanvulling op het Deltaprogramma (figuur 1.1). , Dordrecht, Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom, Antwerpen, Gent en Brugge. Binnen dit hoefijzer Deze studie valt onder het project ‘Kennis voor decentrale ligt de veel minder dichtbevolkte centrale delta. De overheden’, waarin het PBL samen met decentrale kapitaalintensieve activiteiten (havens, logistiek, overheden verkent op welke wijze het zijn expertise ook procesindustrie) zitten in de dichtbevolkte harde schil en op (boven)regionale schaal effectief kan inzetten. Dit de extensieve, economisch laagdynamische activiteiten hangt samen met de verdergaande decentralisatie van (landbouw, recreatie, toerisme, visserij) bevinden zich in

4 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta EEN EEN

Figuur 1.1 Samenhang tussen economie en ruimte, ecologie en water

• Perspectieven internationaal Economie • Perspectieven regionaal en ruimte • Ruimtelijke ontwikkelingen

Voorwaarden? Mee-/tegenkoppelingen

• Natuurlijke dynamiek • Zoet-brak-zout Ecologie Water • Waterveiligheid gradiënten • Zoetwatervoorziening l • Waterkwaliteit .n pbl

Bron: PBL De focus in de studie ‘Samenhang in de Zuidwestelijke Delta’ ligt op de domeinen ‘economie en ruimte’ en ‘ecologie’, de onderlinge interacties en de interacties met de opgaven in het domein ‘water’.

Figuur 1.2 De Zuidwestelijke Delta pbl.nl Bron: Corine land cover

De Zuidwestelijke Delta is een grensoverschrijdend gebied in het westelijk deel van Nederland en België. De regio omvat het estuariumgebied van de Rijn, de Maas en de Schelde. De Zuidwestelijke Delta wordt globaal begrensd door de grootstedelijke agglomeraties van Rotterdam, Dordrecht, Breda, Antwerpen, Gent, Brugge en Oostende en door de kustlijn.

Inleiding | 5 EEN

de zachte kern. De landbouw is in dit deel van de Zuidwestelijke Delta een belangrijke vorm van grondgebruik. De koppen van de eilanden en de deltawateren vertegenwoordigen belangrijke natuur- waarden en zijn bovendien toeristisch aantrekkelijk. Door het gebied loopt de meest intensieve scheepvaartroute van Europa, die tussen Rotterdam en Antwerpen; voor Antwerpen is de Westerschelde van levensbelang.

1.3 Opbouw van het rapport

In deze digitale achtergrondpublicatie laten we zien hoe de Zuidwestelijke Delta ‘werkt’. We karakteriseren de Zuidwestelijke Delta vanuit drie invalshoeken: • economie en ruimte: algemene economische en demografische ontwikkelingen, internationaal vestigingsklimaat, bereikbaarheid, de sectoren chemie, energie, logistiek en transport, vrijetijdseconomie, landbouw en visserij (hoofdstuk 2) • ecologie: het ecologisch belang van de deltanatuur (hoofdstuk 3) • water: waterveiligheid en zoetwatervoorziening (hoofdstuk 4).

We beschrijven kort de huidige en de verwachte situatie op deze drie terreinen. Waar liggen de knelpunten gezien de ontwikkelingen en de ambities van de provincies en het Rijk? Welke keuzes en ruimtelijke opgaven liggen voor? We besluiten met een kennisagenda (hoofdstuk 5).

6 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta TWEE Economie en ruimte

2.1 Vestigingsklimaat de rest van Nederland meer geïndustrialiseerd. Vooral de chemische industrie is sterk vertegenwoordigd. De Zuidwestelijke Delta is economisch vitaal Het bruto regionaal product van de Zuidwestelijke Delta Belangrijk voor de concurrentiekracht van regio’s zijn: ligt grotendeels boven het Nederlands gemiddelde. agglomeratiekracht (samenhangend met bevolkings- Vergeleken met Nederland ligt de werkloosheid in de omvang en -dichtheid, concentratie en clustering van Zuidwestelijke Delta lager; vooral in de provincie Zeeland sectoren), netwerkoriëntatie van bedrijven uit de regio, ligt het werkloosheidspercentage vanaf 2002 structureel bereikbaarheid, kennisinfrastructuur, arbeidsmarkt- ruim 1 procentpunt lager dan het nationale gemiddelde. factoren en kwaliteit van leven (Raspe & Van Dongen Er zijn echter grote verschillen tussen gemeenten wat 2013). betreft het gemiddelde besteedbare inkomen. Dat is het hoogst in enkele randgemeenten van Rotterdam. In De Zuidwestelijke Delta mist agglomeratiekracht Dordrecht en Rotterdam hebben relatief veel inwoners Uit onderzoek blijkt dat sterke ruimtelijke concentratie een bijstandsuitkering (CBS Statline 2013). van bevolking en bedrijven vaak voor een hoge productiviteit en innovatief vermogen zorgt en daarmee Dienstensector belangrijkste werkgever in de voor een sterke concurrentiepositie. Deze voordelen Zuidwestelijke Delta worden agglomeratievoordelen genoemd en komen De steden in de Zuidwestelijke Delta fungeren als de voort uit een grote en gespecialiseerde arbeidsmarkt, de werkgelegenheidscentra van de regio. Rotterdam, markt van toeleveranciers en de aanwezigheid van Dordrecht en Breda zijn de grootste werkverschaffers. De gespecialiseerde kennis (Raspe et al. 2013). De economische activiteiten in de Zuidwestelijke Delta agglomeratiekracht is belangrijk voor de internationale bestaan, gerekend in banen, voor het grootste deel uit concurrentiekracht van regio’s. dienstverlening (CBS Statline 2013; figuur 2.1). De Zoals de meeste Nederlandse regio’s blijkt ook Zuid- commerciële dienstverlening bevindt zich relatief vaak in Holland agglomeratiekracht te missen ten opzichte van de kustgemeenten (recreatie), terwijl de niet- zijn directe concurrenten in Europa, waaronder commerciële dienstverlening in steden als Middelburg en Antwerpen. Nederlandse agglomeraties zijn vaak klein Goes dominant is, maar ook in plattelandsgemeenten vergeleken met hun concurrenten, zowel in massa als in waar relatief grote werkgevers als defensie dichtheid. Ook blijven in vrijwel geheel Nederland de (Woensdrecht) of ziekenhuiszorg (Dirksland) zijn private kennisinvesteringen achter. En behalve de regio gevestigd. De Zuidwestelijke Delta is in vergelijking met Rotterdam mist de Zuidwestelijke Delta ook kennis- infrastructuur (universiteiten), zijn bepaalde clusters van

Economie en ruimte | 7 Figuur 2.1 Figuur 8 maritieme voor niet zelfs dienstencentrum, mondiaal leidend een tot ontwikkeld niet zich stad de heeft is, goederenstromen fysieke van knooppunt een Rotterdam dat Ondanks trekken. te aan talent en kantoren hoofd- produceren, waarde toegevoegde hoge een die bedrijven om gemaakt heeft lastig het Rotterdam van wereldhavensteden – stedelijke beperkte attractiviteit andere met vergelijking –in de dat constateert OESO De 2012). al. et (Vanelslander krijgen te arbeidskrachten gekwalificeerde voldoende om moeite meer steeds hebben Antwerpen en Rotterdam van 2012). havens De Oort (Van trekken te aan investeringen buitenlandse om basisvoorwaarde een segmenten alle in blijkt leefomgeving de van kwaliteit goede Een omgeving voor (buitenlandse) werknemers en bedrijven. leef- aantrekkelijke een en woningen aantrekkelijke van bieden het zoals beïnvloeden, investeringen voor randvoorwaarden de kunnen maatregelen Ruimtelijke buitenlandse investeringen leefomgevingskwaliteitbasisvoorwaardevoor Goede 2013). Dongen &Van (Raspe sectoren andere de voor zijn belangrijk die diensten zakelijke er ontbreken en hightechcluster, het zoals klein, bedrijvigheid De industrieindeZuidwestelijkeDeltaisvanrelatiefgrooteconomischbelang. De dienstensectorendeoverheidzijnbelangrijkewerkgeversinZuidwestelijkeDelta. Arbeidsplaatsen enbrutotoegevoegdewaardepersector, 2010 (duizend arbeidsplaatsen) per COROP-plusgebied Aantal arbeidsplaatsen Bron: CBS Arbeidsplaatsen | Samenhang indeZuidwestelijke Delta Bouw Industrie Landbouw, bosbouwenvisserij 200 20 80 400 Handel, vervoerenhoreca Zakelijke dienstverlening Overheid enzorg

pbl.nl Bruto toegevoegdewaarde plusgebied (miljardeuro) basisprijzen perCOROP- Bruto toegevoegdewaarde 2 8 20 40 dichtheid en een minder goede connectiviteit door de de door connectiviteit goede minder een en dichtheid bevolkings- hoge minder iets een kennisinfrastructuur, private ontwikkelde minder een vooral Zuid-Holland kent energie de in concurrenten Europese haar van opzichte Ten energiesector. de in bedrijven buitenlandse van aantrekken het bij bevolkingsomvang de en energie, van export de bij belang van vooral is kennisinfrastructuur private De locatiefactoren. belangrijke topuniversiteit een van aanwezigheid de en bevolkingsdichtheid hoge een vooral zijn maar concurrentiekracht, de voor locatiefactor belangrijke geen clustering is energiesector de in concurrentiepositie de Voor 2013). al. et (Raspe chemie de om alleen dan het gaat Delta Zuidwestelijke de In regio’s. van concurrentiepositie de voor belang van topsectoren benoemde Rijksoverheid de door de van sommige in slechts –is diensten en producten van toeleveranciers van netwerk regionaal een zeggen wil –dat Clustering Clusters vooralbelangrijkvoorchemie 2013). &Notteboom (Merk trekken te hoofdkantoren maritieme meer om wel echter het lukt Hamburg) (bijvoorbeeld steden Andere druk. onder staat is, er En wat diensten. overige diensten Cultuur, recreatieen

pbl.nl

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.2 Bevolkingsontwikkeling per gemeente, 2007 – 2011

Afname (%) 0 – 2 Meer dan 2

Toename (%) 0 – 2 2 – 4 Meer dan 4 pbl.nl

Bron: CBS; ADSEI

In de periode 2007-2011 nam het aantal inwoners in enkele Rotterdamse randgemeenten en Vlaanderen het sterkst toe. Krimp kwam voor aan de binnenflanken van het stedelijk hoefijzer.

lucht. Ook is de mate van concentratie van de financiële aangrenzende Vlaanderen was er juist sprake van een diensten in Zuid-Holland lager dan bij de concurrenten sterke groei in de periode 2007-2011 (ADSEI 2013; figuur (Raspe et al. 2013). 2.2).

Opgave: weerstandsvermogen van de economie Opgave: omgaan met onzekerheden bevolkings- Het weerstandsvermogen van de economie is een ontwikkeling en potentiële beroepsbevolking aandachtspunt in de delta. In de Rijnmond, maar ook in Kwantitatieve ruimtelijke verkenningen van het PBL Zeeuws-Vlaanderen, speelt de petrochemie een geven aan dat er grote onzekerheden zijn over de aard en belangrijke rol. Veranderingen in deze sector kunnen een richting van ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de groot effect hebben op de regionale economie (Van Oort bevolkingsontwikkeling van grote delen van Nederland 2012). Bedrijfsleven en overheden staan voor de keuze (PBL 2011). Dat betekent dat in de toekomst, vooral na om in deze gebieden – tegen een relatief hoog risico – zo 2020, in een groot deel van het land krimp even goed lang mogelijk te blijven profiteren van de voordelen van denkbaar is als groei, en dat de jarenlange groei van een gespecialiseerde economie, of meer de richting in te bevolking, mobiliteit en werkgelegenheid gaat afvlakken. slaan naar beheersing van risico’s en meer diversificatie in Bij krimp kan op termijn een arbeidstekort ontstaan. de economie. Uit cijfers van de deltascenario’s (Deltares et al. 2013) blijkt dat in regio’s binnen de Zuidwestelijke Delta vanaf 2020 de vraag naar woningen zal afnemen (figuur 2.3). 2.2 Verstedelijking Alleen in het hoogste economische groeiscenario is er in geen enkele regio bevolkingskrimp en neemt de vraag Bevolkingsontwikkeling, krimp en groei naar woningen niet af. In het laagste economische Tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2012 is de Nederlandse groeiscenario krijgt elke regio in de Zuidwestelijke Delta bevolking met 2,3 procent toegenomen. De toename was met krimp te maken, Zeeuws-Vlaanderen al voor 2020. met bijna 6 procent het sterkst in de vier grote steden. In de delta groeiden enkele Rotterdamse randgemeenten In de periode tot 2040 zal een derde van alle Nederlandse het sterkst. Op enkele plaatsen aan de binnenflanken van gemeenten te maken krijgen met een afname van het het stedelijk hoefijzer kromp de bevolking: Voorne- inwonertal; bij zo’n 10 procent zal het aantal huishoudens Putten en de Hoekse Waard, Goeree, Noordwest- afnemen en vrijwel alle gemeenten krijgen te maken met Brabant, Vlissingen en Zeeuws-Vlaanderen. In het een afname van de potentiële beroepsbevolking. Krimp

Economie en ruimte | 9 Figuur 2.3 10 ligt woningen naar vraag De woningtekort. kwalitatief het op ofwel vraag, de op woningen van aanbod het van aansluiting de op liggen te meer steeds komt nadruk De suburbane woonmilieus Opgave: vooralherstructurering instedelijkeen 2011). (Ketelaars 18 jaar dan zijn jonger zal vijfde een dan minder en jaar 60 dan zijn ouder 2030 in zal bevolking Vlaamse de van derde een Bijna ontgroent. en vergrijst Vlaanderen ook dat weg niet neemt Dat 2060. in 7 miljoen dan meer tot aangroeien Vlaanderen van bevolking de zal Planbureau Federale het van bevolkingsvooruitzichten nieuwste de Volgens Nederland. in dan probleem een sterk minder krimp lijkt Vlaanderen In groter. steeds gekeken, wordt toekomst de in verder naarmate wordt en groot dus is woningen naar vraag de over onzekerheid De 2013). al. et (Deltares afnemen personen 17 duizend met beroepsbevolking potentiële de 2040 en 2009 tussen zal Zeeuws-Vlaanderen In Nederland. van delen andere in dan omvangrijker wel regio’s deze in is maar krimpregio’s, huidige de tot beperkt niet dus blijft In detoekomst,vooralna2020,isineengrootdeelvanZuidwestelijkeDeltakrimpwoningvraagevengoeddenkbaaralsgroei. L V W B e conomischag ron: ron: D raagnaar nieuw est Vlaanderen R | Samenhang indeZuidwestelijke Delta Dordrecht otterdam op -Brabant Zeeuwse Zeeuws- eilanden 2050 2040 2030 2020 Goeree ielle/ Br Bergen eltares Z oom e 4 080 40 0 -40 t al pbl.nl ., e 2013 groei bouwwoninginen Zuidweste duizend woningen Hoge conomisch West Deltalijke Vlaanderen R Dordrecht otterdam op -Brabant Zeeuwse Zeeuws- eilanden Goeree ielle/ Br Bergen Z oom 4 080 40 0 -40 pbl.nl binnen bestaand bebouwd gebied (PBL 2011; figuur 2.4). 2.4). 2011; (PBL figuur gebied bebouwd bestaand binnen verdichting minder en steden, grote de rondom zones in verstedelijking suburbane meer tot leidt vooral beleid ruimtelijke gevoerde dusverre tot het met vergelijking in overheidssturing minder dat zien laten Scenariostudies losgelaten. grotendeels gebied het in sturing ruimtelijke de heeft Rijk Het ontwikkelingsruimte. regionale van behoud met Delta, groenblauwe de van openhouden het is beleid het van Doel deltagebied. het voor opgave centrale een is daarbinnen Delta blauwe groen- de en hoefijzer stedelijk het tussen relatie De houden meteffectelders Opgave: inhetruimtelijkbeleidZuid-Hollandrekening woningbouwlocaties. nieuwe van aanleg de zozeer niet en woningvoorraad, bestaande de van herstructurering vooral decennia komende de in opgave de is Daarbij steden. bestaande de van nabijheid de in woonmilieus suburbane in en woonmilieus stedelijke in vooral ligt woningbouwopgave landelijk woonmilieu. De toekomstige het en woonmilieu (hoog)stedelijke het in hoog vooral e groei duizend woningen

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.4 Verandering in bevolkingsontwikkeling bij een weinig ruimtelijk sturend woningbouwbeleid, 2040

%

Minder dan -6 -6 – -2 -2 – 2 2 – 6 6 – 10 10 – 14 Meer dan 14

Bron: PBL, 2011

De verwachting is dat bij een weinig restrictief woningbouwlocatiebeleid vooral suburbane verstedelijking in zones rondom de grote steden zal plaatsvinden in een scenario met hoge economische groei.

Het wonen trekt immers toe naar waar zich de meeste bereikbaarheid voor veel mensen in een korte tijd. Snel werkgelegenheid bevindt. In gebieden die verderaf reizen is immers niet hetzelfde als snel op de bestemming gelegen zijn van de grote steden (zoals Zeeland) zal komen. minder verstedelijking tot stand komen, en zal in de beter De ruimtelijke opgave voor vergroting van de bereikbaar- bereikbare en landschappelijk waardevollere gebieden heid bestaat daarom vooral uit het vergroten van de een meer verspreide verstedelijking ontstaan. Wanneer nabijheid van wonen en werken. Stedelijke verdichting en de provincie Zuid-Holland de Rijksoverheid mocht volgen concentratie zijn daarvoor de meest doeltreffende in het minder restrictieve beleid, dan kan dat dus leiden middelen. tot minder verstedelijking in de provincie Zeeland. Het woon-werkverkeer vindt in de Zuidwestelijke Delta, zoals dat in heel Nederland het geval is, vooral plaats op 2. 3 Bereikbaarheid het schaalniveau van de stadsgewesten. In relatieve zin is de pendel op het schaalniveau van de Zuidwestelijke De bereikbaarheid van het stedelijk hoefijzer is gunstig Delta beperkt (figuur 2.6). Ook de bereikbaarheid van regio’s is een belangrijk kenmerk uit een oogpunt van internationale Opgave: na uitvoering plannen weinig behoefte aan concurrentiepositie. extra infrastructuur In de Zuidwestelijke Delta heeft de regio Rotterdam de Rijk en regio hebben in de MIRT-VAR aangegeven dat er beste bereikbaarheid over de weg; hier liggen de meeste (na de capaciteitsuitbreiding van de scheepvaartsluizen arbeidsplaatsen binnen bereik, gevolgd door Noord- en de aanleg van de A4-Zuid (West-Brabantse deel) en Brabant ten oosten van de lijn Willemstad-Roosendaal enkele stukken goederenspoor) geen behoefte meer is (figuur 2.5). De werkgelegenheidsverdeling over aan extra infrastructuur. De goederenstromen laten zich Nederland is hierbij bepalend (omdat de landsgrens in de niet direct vertalen in een concrete infrastructuur- praktijk toch een grote barrière in de arbeidsmarkt blijkt behoefte. Een uitzondering hierop vormen de te zijn, is de werkgelegenheid in België op de kaart niet sluizencomplexen in de corridor Antwerpen-Rotterdam. meegerekend). Daar staat tegenover dat de congestie in de regio Rotterdam over het geheel genomen relatief De groei van de goederenstromen over binnenwater en hoog is. Congestie is een kenmerk van de meest de omvang van nieuwe binnenvaartschepen vormen de competitieve regio’s (Raspe & Van Dongen 2013). legitimatie van de geplande investeringen en onder- Regio’s met relatief weinig congestie (Zeeland) hebben zoeken (MIRT-VAR 2011). Dit past binnen de afvlakkende meestal een minder gunstige positie als het gaat om groei van de automobiliteit en de onzekerheid over hoe

Economie en ruimte | 11 12 Het woon-werkverkeerophetschaalniveau vandeZuidwestelijkeDeltaisbeperktenvooralgerichtopRotterdam. Figuur 2.6 Willemstad-Roosendaal. In deZuidwestelijkeDeltaliggeninregioRotterdammeestearbeidsplaatsenbinnenbereik,gevolgddoorNoord-Brabanttenoostenvanlijn Figuur 2.5 Bron: LISA;CBS;GoudappelCo eng Binnen redelijke reistijdbereikbaaraantalarbeidsplaatsen,2008 Bron: CBS Woon-werkrelaties, 2005 | Samenhang indeZuidwestelijke Delta edlad igadPendelsaldo inkomend Pendelsaldo uitgaand Meer dan0,30 0,15 –0,30 0 –0,15

pbl.nl pbl.nl Veel Pendelstromen (x1000) Meer dan0,30 0,15 –0,30 0 –0,15 20 15 10 5 2 1 Weinig

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.7 Petrochemisch complex Antwerpen-Ro erdam-Rijn-Ruhr-Area (ARRRA) pbl.nl

Vestigingslocatie (petro)chemie

Buisleiding Bestaand Gepland tracé

Bron: Association of Petrochemicals producers in Europe, 2004; EL&I/IenM

De petrochemische complexen van Rotterdam en Antwerpen zijn al met elkaar en andere complexen in de Antwerpen-Rotterdam-Rhein-Ruhr-Area (ARRRA) verknoopt, en vormen steeds meer een geheel.

de automobiliteit zich op de middellange termijn zal Voor de sector chemie behoort alleen al het Zuid-Holland ontwikkelen. deel van de Zuidwestelijke Delta tot de tien belangrijkste De investeringsopgave voor infrastructuur is sterk van Europa, zowel voor de export als voor het aandeel scenarioafhankelijk. Tussen het hoge en lage scenario buitenlandse bedrijven (Raspe & Van Dongen 2013). voor de bevolking en het aantal banen nationaal zullen in 2040 verschillen bestaan van rond de 25 procent; voor de De concurrentiepositie van regio’s in deze sector wordt congestie is dit een factor vier of vijf (PBL 2011). In een positief beïnvloed door specialisatie en een netwerk van laag scenario neemt in 2040 de congestie, bij het trend- toeleveranciers rondom de chemie binnen de regio. De matig doorinvesteren in de infrastructuur tot 2040, sterk chemische sector in Zuid-Holland verschilt vooral van zijn af ten opzichte van het huidige niveau. In het hoge concurrenten in de beperktere mate van clustering en scenario kan het trendmatig doorinvesteren niet concentratie in de chemie en de minder ontwikkelde voorkomen dat de congestie sterk toeneemt in 2040. private kennisinfrastructuur (patenten en private R&D- investeringen). Voor de chemie geldt dat inzetten op meer clustering – en zo een grotere massa creëren – kan 2.4 Chemie resulteren in een betere concurrentiepositie. Daarbij gaat het enerzijds om de verdere concentratie van vestigingen Zuidwestelijke Delta kern van sterk energie (olie-) en en werkzame personen in de regio, en anderzijds om het chemiecluster geografisch clusteren van het functioneel samen- De Zuidwestelijke Delta is een kern van het sterke hangende geheel van toeleverende bedrijven. energie- (olie-) en chemiecluster van Noordwest-Europa (Raspe & Van Dongen 2013). De petrochemische Toename wereldwijde concurrentie complexen van Rotterdam en Antwerpen zijn al met In tegenstelling tot de containersector, vindt de elkaar en andere complexen in de Antwerpen- concurrentie in de (petro)chemische sector niet plaats Rotterdam-Rhein-Ruhr-Area (ARRRA) verknoopt, en binnen Europa, maar wereldwijd. De positie van de vormen steeds meer één geheel. Ze zijn onderling petrochemie in Rotterdam en Antwerpen is sterk, maar verbonden per weg, spoor, water en buisleiding (figuur niet onbetwist. In het segment van de laagwaardiger 2.7). Dit Noordwest-Europese cluster vertegenwoordigt goederen kan de delta steeds minder concurreren. De een omzet ter waarde van honderden miljarden euro’s en bulk- en basischemie verhuizen de laatste jaren naar de biedt werkgelegenheid aan honderdduizenden mensen. bron van de grondstoffen (Midden-Oosten).

Economie en ruimte | 13 dat ook leiden tot verliesposten in andere sectoren. In In sectoren. andere in verliesposten tot leiden ook dat kan uitblijft, energiesector duurzame een van wikkeling ont- verdere de 2011). al. Wanneer et Slot der (Van broeikasgasemissies van verminderen vergaand termijn op het voor nodig is energie duurzame en grondstoffen biobased naar transitie Een vergen. industrie chemische de van aanpassingen grote klimaatverandering schaarste, stijgende energieprijzen en het beperken van Naast de wereldwijde concurrentie zullen grondstoffen- Opgave: biomassavoorbiobasedchemie buisleiding. per inclusief vervoersmodaliteiten alle voor verbindingen onderlinge goede met cluster het van kwaliteit de in worden gezocht moet concurrentiepositie de van verbetering of Handhaving chemicaliën. en koolwaterstoffen vloeibare voor transport buisleiding- van daarmee en toe verbindingen goede van belang het neemt Daarbij herordening. en optimalisatie op liggen te komt nadruk de dat maar groeien, zal meer veel niet Europa in industrie de dat is verwachting Rotterdam enAntwerpen toeneemt (Deloitte 2012). De van aandeel Europese het waarbij 2030, en 2010 tussen productiewaarde verdubbeling de van Nederlandse een maximaal tot toename kleine een van uit zelf gaat chemiesector 2012). Nederlandse al. De et (Vanelslander clusters toonaangevende aantal beperkt een in petrochemische bedrijven concentreren zich steeds meer Investeringen van de toonaangevende energie- en 14 | Samenhang indeZuidwestelijke Delta Bron: http://www.greenchemistrycampus.com/nieuws/ambitieus-plan-voor-biobased-topregio-in-2016Bron: • • • • • • ambities: de zijn hoofdlijnen Op agrofoodsector. de als procesindustrie de zowel in passen te toe economy biobased van gebied het op inzichten nieuwste de door formaat van topregio biobased een tot behoren te in 2016 om ambitie de heeft Delta Biobased De koploperspositie. de van versterking aan gewerkt wordt Delta Biobased noemer de Onder economy. biobased van gebied het op koploper is Zuidwest-Nederland 2016 in topregio biobased voor plan Ambitieus

te creëren. Of door start-ups of door het aantrekken van bedrijven van elders. van bedrijven van aantrekken het door of start-ups door Of creëren. te arbeidsplaatsen nieuwe duizenden enkele om is doel Het processen. of producten biobased op richten zich die ontstaan bedrijven nieuwe zullen Daarnaast werkzaam. mensen 15.000 zijn komen aanmerking in voor daar die bedrijven de Bij voeren. te in geleidelijk processen of producten biobased richting transitie de bedrijven bestaande bij om is doel Het MKB’ers. als multinationals zowel bedrijven, mogelijk zoveel van Betrekken pilotplants. op ontwikkeld worden demonstratieprojecten diverse zullen jaren komende de In bedrijven. bij resultaten en effecten substantiële tot leiden en economy biobased de van ontwikkeling de aan geven versnelling een die schaalsprongprojecten van middel door investeringen in aanbrengen focus Meer 2020. in euro miljoen 600 naar Innovations Biobased investeringsprogramma het van Opvoeren feed. en food chemie, voor producten en grondstoffen biobased van ontwikkeling de op nadruk de ligt Delta Biobased de Voor biomassa. voor verwaardingspiramide de is uitgangspunt Het keten. de van sluiten het en procesindustrie de van vergroenen het en industrie chemische de voor blocks -building bouwstenen groene grondstoffen groene centraal: hierbij staan kernthema’s Drie procesindustrie. de voor reststromen, uit (agro) gehaald halffabricaten, en grondstoffen groene tot biomassa van verwerking de op leggen Accent gewerkt aan sluitende ketens.’ sluitende aan gewerkt worden kan manier deze Op middelen. beschikbare van benutten efficiënt en programma’s Europese op spelen te in effectief om Vlaanderen, en Nederland in elders partners met samenwerking de van Intensiveren Dit hangt vooral samen met de hoge grondprijzen, maar maar grondprijzen, hoge de met samen vooral hangt Dit en mais. zoals koolzaad,granen suikerbieten, Nederland, in verbouwen te energiegewassen schaal grote op om zijn aantrekkelijk niet economisch het zal verwachting Naar blijven. zal chemie de in grondstof populaire een dan juist het waardoor zijn, zal laag relatief aardolieprijs de zal bronnen in de energieproductie hernieuwbare aandeel groot een 2012). Bij (Deloitte biomassa generatie tweede- om gaan dan zal Het Afrika. en Oekraïne) (Frankrijk, Europa uit maar verwerken, zelf waarschijnlijk grondstoffen hun tijd die tegen die Brazilië, als landen uit zijn zullen afkomstig niet grondstoffen deze dat verwacht Men zijn. zal biobased grondstoffen de van procent 15 à20 circa 2030 rond dat verwacht zelf chemiesector De &ECN 2011). (PBL alternatieven schone zonder sectoren in ingezet wordt biomassa als wordt mogelijk 2050 in broeikasgassen van vermindering vergaande een dat duidelijk maken Nederland van niveau het op Analyses vervangen, bijvoorbeeld voor de kunststofproductie. te grondstoffen fossiele om alternatieven weinig biomassa buiten er zijn industrie chemische de Voor gaan (Ketelaars verloren 2011).Nederland en Vlaanderen voor chemie van gebied het op functie hub- de kan en minder bedrijven voor vestigingsklimaat ( economie gebaseerde biomassa op een naar overschakelt niet chemie sector de Als ondervinden. van nadelen daar de vooral (petro)chemie zal en Vlaanderen Nederland biobased economy ), wordt de aantrekkelijkheid van het het van aantrekkelijkheid de wordt ),

TWEE TWEE TWEE

ook met het te verwachten rendement van de energie- energie. Daarnaast veranderen stromen van biomassa,

teelt en de beperkte mate waarin deze gewassen passen biogas, biobrandstof, warmte en CO2. Dat alles heeft veel binnen de gewasrotaties op een landbouwbedrijf. en soms erg ingrijpende consequenties voor het aanzien Door het beperkte aanbod van ecologisch duurzame en functioneren van stad en land. biomassa zal in de Europese Unie (EU) de overgang van De groeiende vraag naar energie (+ elektrificatie) vraagt een op fossiele brandstoffen gebaseerde economie naar om uitbreiding van het productievermogen en van een op biomassa gebaseerde economie waarschijnlijk energienetwerken. Internationale beperkt blijven. EU-lidstaten streven naar een aandeel elektriciteitsverbindingen worden nog belangrijker van biomassa van ongeveer 10 procent in 2020. De vanwege de integratie van de Europese energiemarkt en aanvoer van duurzame biomassa in de EU kan in echter energienetwerken. Ook flexibiliteit voor het opvangen pas in 2030 voorzien in ongeveer 10 tot 20 procent van van pieken en dalen in de productie van hernieuwbare het eindverbruik van energie en grondstoffen, dus tien energie maakt de capaciteit van het netwerk belangrijk. jaar later dan de vraag. Het risico is daarom aanwezig dat niet-duurzame biomassa zal worden gebruikt om de 10 Opgave: locaties en verbindingen voor windparken op procentsdoelstelling in 2020 te halen. zee en op land De Rijksoverheid heeft in het Nationaal Waterplan 2009- Opgave: reserveren buisleidingstroken 2015 (VenM et al. 2009) twee gebieden aangewezen waar Een netwerk van buisleidingen (gas, olie) is essentieel nieuwe windmolenparken mogen komen. Een daarvan voor de energievoorziening en voor het vervoer van bevindt zich voor de Zuidwestelijke Delta. Dat is de gevaarlijke stoffen voor de chemische industrie. locatie Borssele, op minimaal 23 kilometer (12 mijl) voor Buisleidingtransport blijft een belangrijke rol vervullen in de kust van Zeeland. In het aangrenzende Belgische deel de Europese gas- en grondstoffenmarkt. Deze markt is in van de Noordzee bestaan ook voornemens voor plaatsing beweging vanwege biobased economy en energie- van windturbines. transitie. De vraag naar buisleidingtransport en daarmee In de Structuurvisie Windenergie op zee wijst de de vraag naar nieuwe leidingen en leidingverbindingen Rijksoverheid aanvullende geschikte locaties aan voor zal nog toenemen. Het gaat daarbij vrijwel zeker om het windparken op zee. Het gaat daarbij niet om gebieden transport van aardgas. De ontwikkelingen rond het voor de Zuidwestelijke Delta. transport van olie, olieproducten en chemische stoffen Deze windparken op zee moeten met kabels met het land kunnen minder nauwkeurig worden voorspeld, maar in worden verbonden. De vraag is of elk park apart voor zijn verband met het belang van deze stoffen moet ook in eigen ontsluiting moet zorgen, of dat er een gezamenlijke deze segmenten rekening worden gehouden met infrastructuur kan worden ontwikkeld. Nader onderzoek

mogelijke groei. Ook transport van CO2 door Nederland is nodig naar de efficiëntiewinst van het ontwikkelen van wordt niet uitgesloten. De verwachting is dat het gaat om een gezamenlijke infrastructuur op zee en de mogelijk- vier tot acht extra leidingen, vooral op de verbindingen heden om dit te koppelen aan (toekomstige) inter- tussen Rijnmond en het Ruhrgebied met aftakkingen naar connectiekabels. De rol van TenneT als netbeheerder Limburg, en tussen Rijnmond en Antwerpen met voor het netwerk op zee en de wijze van financieren van aftakkingen naar Zeeland (IenM & ELI 2012) (figuur 2.7). dergelijke gezamenlijke infrastructuur zouden daarin moeten worden meegenomen.

2.5 Energie In de Ontwerp-Structuurvisie Windenergie op land (IenM 2013a) zijn gebieden aangewezen waar nieuwe, grote Energietransitie betekent ruimtelijke opgave in de windmolenparken mogen komen. In de Zuidwestelijke Zuidwestelijke Delta Delta gaat het om de Rotterdamse haven, Goeree- De EU heeft de doelstelling om in 2050 de uitstoot van Overflakkee en de Krammersluizen. broeikasgassen ten opzichte van 1990 met 80 procent te verminderen. Voor een groot deel moet de afname uit de Opgave: gebruik kansen van Zuidwestelijke Delta als energiesector komen. Nederland heeft als beleidsdoel 16 knooppunt van energiedragers procent hernieuwbare energie in 2020 (regeerakkoord). De Zuidwestelijke Delta is een belangrijke speler in de

De opgave is dus om een CO2-arme energievoorziening energie-infrastructuur van Noordwest-Europa. Deze voor Nederland te verwezenlijken. bestaat uit energienetwerken voor gas en elektriciteit, Door transitie naar hernieuwbare bronnen zal de productie-installaties, opslagfaciliteiten voor gas en elektriciteitsproductie niet meer uitsluitend plaatsvinden LNG-terminals. in (enkele tientallen) centrales, maar meer verspreid, in grote windparken op land en op zee en over veel meer Internationale elektriciteitsverbindingen zijn belangrijk (duizenden) kleinere installaties voor wind, zon en bio- vanwege de integratie van de Europese energiemarkt en

Economie en ruimte | 15 strategische ligging ten opzichte van de Europese markt, markt, Europese de van opzichte ten ligging strategische de door komt overslaan, havens Europese andere de van opzichte ten zo’n aandeel groot havens deze Dat havens. kleinere wat nog en Marseille Havre, Le Hamburg, met ze concurreren hoedanigheid laatste deze In haven. één perspectief mondiaal een vanuit zij vormen zijn, concurrenten onderling Antwerpen en Rotterdam Hoewel containers. de dat zijn Antwerpen Voor overslag. grootste de relatief Rotterdam e.d.)voor is bulk (aardolie natte De overslag. grootste de termen absolute in stukgoed het van uitzondering met overslaggoed type onderscheiden te elk voor heeft Rotterdam van haven De (containers). concurrenten elkaars het zijn deels petrochemie), de in (zoals samenwerking innige een bestaat en aan elkaar gebied het in havens de vullen Deels 2.8). (figuur betekenis van rol een Zeebrugge ook speelt containervervoer het voor Alleen grootst. het verreweg is Antwerpen en Rotterdam van overslag maritieme aandeel Het zeehavens. Europese alle in overslag totale de van kwart een is Dat ton. miljoen 700 totaal in 2007 in was worden genoemd. De goederenoverslag in deze havens havens die de Rijn-Schelde-Deltahavens (RSD-havens) van netwerk een Oostende, en Amsterdam ook maar (VlissingenSeaports en Terneuzen), Gent, Zeebrugge, Zeeland Moerdijk, Dordrecht, van havens de met samen vormen Antwerpen en Rotterdam van havens De Noordwest-Europa ogistiek Zuidwestelijke Deltaiséénpoortnaarachterland 2.6 Groot-Brittanniëen de Vlaanderen. metverbinding en Nederland tussen BritNed-kabel de zoals netwerken internationale van aanlandingspunten hoogspannings- hernieuwbare energie. In de Zuidwestelijke Delta zijn van productie de in dalen en pieken van opvangen het in flexibiliteit vanwege en energienetwerken, 16 | Samenhang indeZuidwestelijke Delta zee.html http://www.tennet.eu/nl/nl/nieuws/article/tennets-enorme-offshore-stopcontact-start-reis-naar-open- Bron: stroom.’ groene van voorzien te huishoudens miljoen 6 dan meer om genoeg is Dat energie. duurzame voor transportcapaciteit megawatt 6.200 in euro 7miljard dan meer is investering totale De hoogspanningsnet. het op sluiten te aan zee op windparken om ontwikkelt of TenneT die heeft Noordzee gebouwd Duitse de in projecten elf de van een is DolWin1 aangesloten. worden windparken drie zullen planning Volgens lang. kilometer is 165 en megawatt 800 van capaciteit een met netverbinding offshore een is DolWin1 vasteland. het met verbinden te zeekabels met vervolgens en sluiten te aan zee op windparken grote om ontworpen speciaal is platform Het DolWin1. gelijkstroom, van basis op van netaansluiting TenneTsonderdeel offshore cruciaal een is platform converter offshore Het ‘TenneTsreisnaar open zee start enorme offshore ‘stopcontact’

L (Vlaanderen, Duitsland) (Merk & Notteboom 2013). & Notteboom (Merk Duitsland) (Vlaanderen, bevindt landsgrenzen de buiten deel aanzienlijk een voor zich achterland het doordat komt dat maar gemiddeld, beneden zijn Nederland in haven Rotterdamse de van effecten economische indirecte de Ook bulk. vloeibare in specialisatie Rotterdamse de in schijnlijk waar- ligt oorzaak De geval. het niet Rotterdam in dat was groeide, cargo port de met steeds werkgelegenheid de periode deze in havens Europese andere in Terwijl procent. 4,2 van cargo port van groei een bij toe, procent 0,4 gemiddeld met echter 2002-2010 jaarlijks periode de in waarde toegevoegde de nam haven Rotterdamse de In 2013). Jong (De belang van opleveren zal infrastructuur nieuwe de die werkgelegenheid de en worden zullen porteerd getrans- die producten de van waarde toegevoegde de op visie onderliggende een is infrastructuur in investeren te om afweging de Bij toegevoegd. wordt product het aan waarde als nut vooral dus heeft transportinfrastructuur ceerde goederen 54 eurocent oplevert. Investeren in geprodu- Nederland in van export de terwijl verdiend, 8eurocent wordt euro één op op: weinig relatief levert wederuitvoer Deze wederuitvoer. uit bestaat buitenland het naar goederenstroom de van helft De Toegevoegde waardehavenRotterdamrelatiefbeperkt retourvrachten. lege veel betekent dat en omgekeerd, dan Duitsland naar Rotterdam van vervoerd gewicht groter veel een spoor het en water het over er wordt Zo zijn. evenwichtig niet vervoersstromen de dat zien laat figuur De gebleven. onveranderd 25 jaar afgelopen de is split modal natransport. voor- het en en inland-terminals) de (via afstand korte de voor weg de en afstand lange zeer tot lange de op goederenvervoer voor gebruikt vooral wordt spoor Het weg. en spoor water, over en buis via achterland, het met verbindingen goede de en havengebied het voor ruimte de toegang, maritieme goede daarmee en watergang diepe de 1 (figuur 2.9). Het aandeel binnenvaart in de in binnenvaart 2.9).aandeel Het (figuur

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.8 Maritieme overslag per deltahaven, 2007

Container Rotterdam Droge bulk Antwerpen Natte bulk Zeebrugge Stukgoed Zeeland Seaports Roll-on-roll-off

Gent

Oostende

Moerdijk

Dordrecht pbl.nl

0 100 200 300 400 500 miljoen ton Bron: RSD, 2009 De goederenoverslag in de Rijn-Scheldehavens was in 2007 in totaal 700 miljoen ton. Het aandeel maritieme overslag van Rotterdam en Antwerpen is verreweg het grootst.

Figuur 2.9 Goederentransport Binnenvaart, 2009 Spoor, 2007 Weg, 2009

Noord Nederland

Overig Nederland Overig Oost Nederland Nederland Ro erdam Ro erdam Duitsland Ro erdam Duitsland Dordrecht Moerdijk Vlissingen Duitsland

Zuid-Nederland Vlissingen pbl.nl pbl.nl pbl.nl Belgie Belgie Belgie

Naar Zuidwestelijke Delta Getransporteerde hoeveelheid (1000 ton)

Uit Zuidwestelijke Delta

5000 1000 20.00010.000 Bron: CBS

De Rijn is een drukke binnenvaart richting Duitsland en het Schelde-Rijnkanaal van en naar Antwerpen. Het spoor wordt vooral gebruikt voor goederen- vervoer op de lange afstand richting Duitsland en de weg voor de korte afstand (via de inland-terminals) en het voor- en natransport binnen Nederland.

Opgave: omgaan met grote onzekerheden in groei van container-overslag is voor 2050 een groei voorzien van 40 goederenstromen procent bij lage economische groei, tot 425 procent bij Mondiale logistieke ontwikkelingen zorgen voor een een scenario met hoge economische groei (Deltares et al. groei van de goederenstromen. Het containervervoer zal 2013)(WLO-GE). de komende decennia blijven groeien (Deltares et al. 2013). De omvang van deze groei is echter onzeker. Ten opzichte De milieukwaliteit in Rotterdam is slecht.2 Zo is de

van de huidige situatie van iets meer dan 100 miljoen ton blootstelling aan fijn stof (PM2,5) 50 procent hoger dan in

Economie en ruimte | 17 de OESO-havenregio. gemiddelde De CO 18 nodig. nodig. sluiskolk vierde een minister de volgens is overschrijden, gemiddeld van wachttijdnorm de Om toenemen. echter wachttijden de zullen scheepvaart de van groei toekomstige Bij 2012). (IenM overschreden niet nog (SVIR)) wordt Ruimte en Infrastructuur Structuurvisie de in (afgesproken maand drukste de in minuten 30 maximaal van wachttijdcriterium voorde gemiddelde Echter, het voorkomen. minuten 30 dan groter sluizen de bij wachttijden piekmomenten, tijdens situatie, huidige de in omdat binnenvaart de voor knelpunten momenteel zijn Volkerak-Zoommeer het aan sluizen De capaciteitsverhoging sluizen Opgave: scheepvaartheeftbehoefteaan 2011). Stive decenniain & (Herman beslag meerdere waarschijnlijk neemt geulsysteem een naar proces hele Het return no of point het voorbij meergeulensysteem het van verstoring een van is sprake er of stellen te vast praktijk de in om moeilijk zeer is Het voordoen. gaan zal zich situatie deze wanneer bekend niet is Het Westerschelde. de van kom de in nodig waterveiligheidsmaatregelen sterkere opstuwing zijn dan aanvullende een Door (scheepvaart). veiligheid externe de vanwege land het op beperkingen ruimtelijke meer tot dit leidt 2011). &Stive Ook (Herman schorren hoge door omgeven kanaal diep een uit bestaat nog enkel dat estuarium een dan krijgt Men verschorren. zal volledig en toenemen zal hoogte in snel het waardoor verjongen, gebied intertidaal dit die meer krachten geen Er zijn gebied. intertidaal door eengeulsysteem bestaat uit één stroomgeul omgeven Een houden. stand in platen de die wegvallen processen de hiermee omdat achteruitgaan sterk gebied het van natuurwaarden de dat gevolg tot heeft Dat 2011). &Stive (Herman geul één met systeem een in veranderen zal meergeulensysteem huidige het dat leiden Verdere verdieping van de Westerschelde kan ertoe plekke. ter kwaliteit natuurlijke de en veiligheid de Westerschelde. Deze verdiepingen hebben gevolgen voor de van verdieping de om het gaat Antwerpen Bij . de van ontsluiting de voor Waterweg Nieuwe de van verdieping de om het gaat Rotterdam Bij ontvangen. te containerschepen grotere om haventoegang de van verdieping een graag wil Antwerpen als Rotterdam Zowel Opgave: toegangzeehavens Notteboom 2013). toename van havengebonden (Merk transportstromen & de door toenemen verder waarschijnlijk milieudruk de zal emissies, de van vermindering op gericht beleid Ondanks de EU.van hoogste de tot Rotterdam in behoren capita | Samenhang indeZuidwestelijke Delta 30 minuten ook in de toekomst niet te te niet toekomst de in ook minuten 30 wachttijd bij sluizen wachttijd 2 -emissies per per -emissies . 2030. Voor de Westerschelde zijn specifieke convenanten convenanten specifieke zijn Westerschelde de Voor 2030. van tijdshorizon een met toekomst de in Westerschelde) de (behoudens en nu veiligheidsknelpunten externe geen kent water basisnet Het water. het op niet liggen Delta Zuidwestelijke de in stoffen gevaarlijke van vervoer het in Knelpunten ton. 300 tot bunkerschepen in brandstoffen vloeibare dan anders plaats, stoffen gevaarlijke van vervoer geen vindt basisnet het Buiten gedefinieerd. gebruiksruimtes alleen zijn vaarwegen belangrijke minder de Voor ontwikkelingen. ruimtelijke voor beperkingen gelden en gedefinieerd vervoer het voor gebruiksruimtes binnenvaarwegen belangrijke en zeehavens de naar toegangen belangrijke de 2011). voor zijn Zo (IenM keuzes ruimtelijke voor ontwikkeld kader een daarvan grond op wordt en gebracht beeld in risico’s de (spoor, weg) water, basisnet een van zijn Momenteel buisleidingen. via plaats stoffen gevaarlijke van transport het van procent 60 bijna vindt Ruhrgebied het en Antwerpen Tussen Rotterdam, Opgave: veiligheidvervoergevaarlijkestoffenoverspoor van de bruggen. doorvaart de waterstand hoge een belemmert Ook zeehavens. problemen opleveren voor van de de bereikbaarheid eveneens zee op waterniveau het van opstuwing sterke een met bovenwater veel van combinatie de kan infrastructurele maatregelen vergen. In het winterseizoen grote zal rivieren deze van houden bevaarbaar Het havens. de van Nederlandse marktaandeel van verlies een tot leiden kan Dat IJssel. Gelderse en Rijn, onbevaarbare vrijwel een met krijgen maken te mogelijk ‘s zomers binnenvaart de kan termijn langere nog de Op mee. wel nog 2050 tot binnenvaart de voor gevolgen de vallen klimaatverandering van effecten sterke bij Echter, ook worden. onbevaarbaar periodes bepaalde in maatregelen zonder die waardoor voorkomen, rivieren de op water laag met periodes langere er dat hebben gevolg tot klimaatverandering ook kan haven, Rotterdamse de van groeiambities de tot relatie in verbindingen achterland- de van capaciteit beperkte de Naast Opgave: vaarwegenookna2050bevaarbaarhouden gestopt. (voorlopig) echter project het is kosten hogere verwachte Wegens en/of inzameling van bijvoorbeeld afval- en reststromen. bijvoorbeeld brandstoffen, chemicaliën, bouwmaterialen van distributie voor fabrieken, van bevoorrading voor bulkvervoer met bedrijven voor interessanter daarmee wordt en binnenvaart de van netwerk internationale het in liggen te centraler komt Zeeland Parijs. agglomeratie de en Rouen en Havre Le zeehavens de met bij, vaargebied groot een daarmee er komt Nederland Zuidwest- in binnenvaart grootschalige de Voor Seinedelta. de en Rijn-Scheldedelta de verbinden: gaan vaargebieden grote twee moet Seine-Scheldeproject Het

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.10 Door Nederlanders meest gewaardeerde landschappen, 2013

Als meest gewaardeerd landschap aangegeven locatie pbl.nl

Bron: PBL; RUG; Alterra

Op nationale schaal waarderen Nederlanders vooral de landschappen van de brede kuststrook (zee, strand, duinen en koppen van de eilanden) en de Biesbosch.

gesloten om de situatie in de toekomst te borgen, die qua activiteiten is er een groot aantal voorzieningen inhoud aansluiten op het basisnet. beschikbaar. De oostzijde van de Zuidwestelijke Delta is Op het spoor tussen de havens liggen wel enkele toeristisch gezien grotendeels nog onontgonnen gebied knelpunten, waarvan die in en rond Dordrecht en in (Kenniscentrum Recreatie 2011a). Roosendaal de belangrijkste zijn Kustzone heeft belangrijke toeristisch-recreatieve functie voor stedelijk hoefijzer 2.7 Vrijetijdseconomie De belangrijkste toeristisch-recreatieve activiteit is dagrecreatie, waarvan bijna 90 procent afkomstig van Kuststrook en Biesbosch toeristische hotspots bewoners uit de regio (Zuid-Holland, Noord-Brabant, Nederlanders waarderen vooral de landschappen van de Zeeland). Het zwaartepunt van de dagrecreatie ligt in het brede kuststrook (zee, strand, duinen en koppen van de Zuid-Hollandse deel van de delta, nabij de grootstedelijke eilanden) en de Biesbosch (figuur 2.10). In minder mate gebieden. In bijna 30 procent van de activiteiten gaat het geldt dat voor de zeearmen (Westerschelde, Veerse Meer, om buitenrecreatie (wandelen, fietsen, zwemmen), Oosterschelde en ). In deze gebieden vinden relatief veel voor Nederlandse begrippen. ook de meeste overnachtingen plaats en ligt het over- Watergebonden dagactiviteiten maken maar een klein grote deel van de recreatieve voorzieningen zoals hotels, deel uit van de totale dagrecreatie in de Zuidwestelijke recreatieparken, jachthavens, campings en horeca. Vooral Delta, maar vormt wel een belangrijk element van de gebieden met natuur, groen en/of water in de nabijheid identiteit van de delta, en andersom is de delta een uniek van de grote steden zijn van belang voor dagtochten en gebied voor watersporters uit binnen- en buitenland. Het korte wandelingen. Vooral in de regio Rotterdam sluit het betreft sportvissers, duikers, kanovaarders en wind- en aanbod onvoldoende aan bij de potentieel grote vraag. golfsurfers (Kenniscentrum Recreatie 2011a). Het aandeel van culturele- en uitgaansactiviteiten in het totale De verschillende deelbekkens hebben elk hun eigen dagrecreatieve activiteiten ligt lager dan het Nederlandse karakter, vooral de ervaren watersporter komt aan zijn gemiddelde. trekken. Het aanbod van voorzieningen is geconcentreerd op de koppen van de eilanden en bestaat voor een groot Het aandeel van de Zuidwestelijke Delta in het deel uit kampeer- en bungalowterreinen en relatief Nederlandse toerisme schommelt rond de 10 procent. weinig hotellerie. Vooral voor watergerelateerde Nederlandse gasten komen vooral uit de omliggende

Economie en ruimte | 19 Figuur 2.11 de Deltawateren. langs voor terreinen dagrecreatieve grote enkele komen Dordrecht en Rotterdam voor. Bij complexen verspreide komen daarbuiten ook maar woonkernen, nabij of in voor komen terreinen dagrecreatieve en complexen de Zuidwestelijke Delta. De meeste verblijfsrecreatieve in water en land van overgangen overige de op recreatie en toerisme van karakterisering een ook geeft kaart 2.11). De (figuur (strand) kustzone de in geconcentreerd verbonden. De overnachtingsbestedingen zijn sterk water en land van overgang de met sterk is toerisme Het paden). havens, (vaarroutes, belang van is ontsluiting toeristische de Ook aantrekkelijkheid. de bepalen monumenten veel met (haven)stadjes oude en natuurgebieden duinen, de en strand het wateren, grote de landschap: het vanwege ook juist Nederland bezoeken Duitsers en Belgen. Deze buitenlandse toeristen om vooral gaat Het Nederland. heel voor percentage het dan percentage hoger iets een buitenlanders, van is bezoeken de van procent 40 Bijna toeristen. De Zuidwestelijke Delta trekt daarnaast veel buitenlandse plaats. hier vindt overnachtingen de van driekwart Zeeland, in zwaartepunt het ligt toerisme (binnenlands) het Van procent). (37 gasten vaste aandeel hoog relatief een hier betreft Het Zuid-Holland. en Noord-Brabant provincies 20 Toerisme enrecreatiezijnsterkmetdeovergangvanlandwaterverbonden.Deovernachtingsbestedingengeconcentreerdinkustzone. Bron: StichtingLISA;Kenniscentrum Recreatie;ProvincieZeeland;CBS;bewerkingPBL Recreatie Overnachtingsbestedingen | Samenhang indeZuidwestelijke Delta 500 1000 4000 8000 Locaties Duikspot Jachthaven (2008)

pbl.nl 2011b). Recreatie (Kenniscentrum euro miljoen 500 ongeveer van besteding een hieruit volgt meegeteld, worden ook hiervan bestedingen de Als visserijdagen. de zoals evenementen van bezoek en buitenrecreatie cultuur, voor belang van ook Delta Zuidwestelijke de in water het is sportvisserij en watersport Naast worden. geschat euro miljoen 400 ruim op besteding de kan Nederland in verhouding beroepsvissers in de Zuidwestelijke Delta als dezelfde van Uitgaande echter. ontbreken gebied dit voor gegevens nauwkeurige Delta, Zuidwestelijke de voor belangrijk is sportvisserij de Ook Delta. Zuidwestelijke de in vrijetijdsbestedingen totale de van 4procent ruim jaar. is Dit per euro miljoen 60 ongeveer Delta Zuidwestelijke de in bedragen cruisevaart) kitesurfen, pleziervaart, duiken, (o.a. -sport en recreatie water- aan Delta Zuidwestelijke de in bestedingen De 4procent. van gemiddelde landelijk het rond percentage dit ligt ‘achterlandgemeenten’ de in toerisme; van afhankelijk 20 procent voor kustgemeenten de in is Werkgelegenheid Nederland. in gemiddeld dan lager is Dit uit. dag per persoon per euro 24 ongeveer Delta Zuidwestelijke de in dag per geeft toerist Nederlandse De gast. (Duitse) buitenlandse de van afkomstig overige (toeristische) bestedingen is het merendeel de Van bestedingen. toeristisch-recreatieve de van procent 80 voor zorgen activiteiten dagrecreatieve De recreatieve bestedingen Dagrecreatie zorgtvoor80procenttoeristisch- Recreatiebedrijf

TWEE TWEE TWEE

Ongeveer 300.000 zeesportvissers bezoeken de 2.8 Landbouw Zuidwestelijke Delta ongeveer acht keer per jaar. De sportvisserij vertegenwoordigt een grote economische Grondgebonden landbouw domineert het landgebruik in waarde. In de Zuidwestelijke Delta wordt ongeveer 60 het centrale deel van de delta. De ontwikkeling van de miljoen euro aan deze sport uitgegeven (Smit et al. 2004). landbouw in de delta volgt een vergelijkbaar patroon als in de rest van Nederland: minder landbouwbedrijven, Opgave: vrijetijdssector op nieuwe omstandigheden maar wel groter, verdere intensivering ((glas)tuinbouw, laten inspelen groenteteelt, fruitteelt, bollenteelt) en focus op hogere De vrijetijdssector in de Zuidwestelijke Delta kampt met toegevoegde waarde en parallel daaraan het vermijden een stagneerde groei, een vergrijzing van het grote van risico’s door zekerheden in te bouwen. Dit laatste aandeel vaste klanten, een teruglopende vraag naar gebeurt onder andere door de zoetwatervoorziening, een kampeerplekken en bungalows, en weinig gasten buiten belangrijke productiefactor van de landbouw, zo het hoogseizoen. De groeipotentie van de sector ligt bij adequaat mogelijk in te richten. buitenlandse gasten, het wellness/caresegment, Binnen de delta kunnen voor wat betreft de landbouw watersport en hotelovernachtingen. De interesse in grofweg drie deelgebieden worden onderscheiden: watersport neemt toe, niet zozeer in de vorm van de gebieden in het centrale deel van de delta zonder ‘reguliere bootvakanties’ maar van laagdrempeliger zoetwateraanvoer, gebieden in het centrale deel van de activiteiten, zoals het varen in een sloep, roeien en delta met zoetwateraanvoer, en de kustzone met relatief kanoën. veel verbrede landbouwbedrijven. De bevolkingsomvang in de Zuidwestelijke Delta zal licht afnemen, maar de omliggende regio’s (Randstad, Breda, Verdere schaalvergroting in de landbouw past in al Antwerpen) zullen juist groeien. grootschalig landschap Ook klimaatverandering zal invloed hebben op recreatie In het verleden is vrijwel de hele delta al meerdere malen en toerisme in de Zuidwestelijke Delta, vanwege een in landinrichtingsverband op de schop geweest. Veel verschuiving van vakantiebestemmingen. Door klimaat- kenmerkende landschapselementen zijn daardoor al verandering zal de Zuidwestelijke Delta aantrekkelijker verdwenen, en het landschap heeft al een grootschalig worden als vakantiebestemming, en sommige huidige karakter. Met uitzondering van enkele kleinere deel- vakantiebestemmingen onaantrekkelijker (Van Minnen & gebieden zal een verdere schaalvergroting van de Ligtvoet 2012). landbouw dan ook landschappelijk goed inpasbaar zijn. Dat ligt anders wanneer sprake is van intensivering van De grootste concentratie van verblijfsrecreatie bevindt landbouw (boogkassen, glastuinbouw, intensieve zich in de binnenduinrandzone op de koppen van de veehouderij, aquacultuur). Dergelijke ontwikkelingen zijn eilanden. Fysieke ruimte voor kwaliteitsvergroting en gebaat bij landschappelijke inpassing. uitbreiding van recreatiebedrijven is hier zeer beperkt. Buiten de natuurgebieden is het gebied al vrijwel geheel Adaptatie en innovatie kunnen ook leiden tot nieuwe in gebruik voor wonen, werken en recreëren. vormen van landbouw en visserij die optimaal gebruik maken van de specifieke karakteristieken van de delta, nu Opgave: vergroten capaciteit voor recreatie om de stad of op termijn bijvoorbeeld door een veranderd klimaat. Vanuit het oogpunt van dagrecreatie vormen de kwaliteit Voorbeelden zijn aquacultures (op land of in het water), van stedelijke parken en de bereikbaarheid en land- andere gewassen (zilte producten, vezels) of andere schappelijke aantrekkelijkheid van de zone ten zuiden van afnemers (fijnchemie). Rotterdam (Hoekse Waard, Voorne-Putten) aandachtspunten. Opgave: groei melkveehouderij zonder extra De lokaal beschikbare capaciteit voor recreatief wandelen stikstofdepositie op duinen in een groene omgeving schiet rondom de steden tekort; Zowel het Nederlandse stelsel van productierechten voor dat ligt zowel aan de landschappelijke inrichting van de het houden van varkens en pluimvee (de zogenaamde stedelijke regio’s, als aan de recreatieve bereikbaarheid. dierrechten) als het EU-stelsel voor melkquotering komt Deze tekorten nemen verder toe, afhankelijk van de in 2015 te vervallen. Er zijn risico’s verbonden aan een ontwikkeling van de bevolkingsomvang in de steden. veehouderij zonder een vorm van begrenzing van de Bewoners van steden met tekorten gaan vaker en langer omvang van de veestapel. De voordelen van een systeem elders op vakantie (Sijtsma et al. 2012). van productiebegrenzing voor beheersing van deze risico’s (mestmarkt en milieu) lijken groter dan de ook aanwezige nadelen, zoals regeldruk en extra kosten voor de boeren (Willems & Van Grinsven 2011). Op dit moment bereidt de Nederlandse zuivel-

Economie en ruimte | 21 Figuur 2.12 voor. De zoetwatervoorziening is essentieel voor zowel zowel voor essentieel is zoetwatervoorziening voor. De teelten (groente-, bollen-, fruitteelt)en glastuinbouw intensievere ook akkerbouw naast komen geregeld, is adequaat timing als kwaliteit, kwantiteit, betreft wat zowel zoetwatervoorziening de waar gebieden In rekening houdenmetlandbouw Opgave: bijveranderingenzoetwaterbeschikbaarheid overschrijdt. depositieniveau kritisch het valt bodem de op die stikstof plantensoorten verdwijnen wanneer de hoeveelheid Kwetsbare soorten. zeldzame van achteruitgang de van oorzaak belangrijke een is bodem de in Teveel stikstof stikstofdepositie. voor gevoelig zijn Zuid-Beveland van Zak de in zoals (‘bloemdijken’) dijken voedselarme Ook duinen. de zoals lucht, de via stikstofdepositie kritische de van overschrijding van is sprake al nu waar gebieden 2000-natuur- Natura voor op risico beperkt, het zij een, vooral levert Dit ammoniakemissies. van toename een tot leiden dat kan weidegang en staltype van Afhankelijk mestregelgeving. de van grenzen de binnen optreden, kan melkveehouderij de van toename forse 2015 een vanaf Delta Zuidwestelijke de in dat betekent Dat zandgronden. de op of veenweidegebieden de bijvoorbeeld in dan beter weer Delta Zuidwestelijke de in deze zijn Nederland En binnen goed. in bovengemiddeld Nederland productieomstandigheden de zijn Europa Binnen zuivelproductie. Nederlandse de van vergroting een op voor al zich industrie verwerkende 22 zoetwatervoorziening komtveelverbredelandbouwvoor, dieaanzienlijkbijdraagtaanhetbedrijfsinkomen. In delandbouwgebiedenmeteenzekerewatervoorzieningzijnopbrengstenuitprimairelandbouwhoog.Opkoppenvaneilandenzonder Samenhang landbouwenwatervoorziening,2010 Bron: LEI;CBS | Samenhang indeZuidwestelijke Delta

pbl.nl tuinbouw, 250 miljoen euro voor de glastuinbouw en 250 en glastuinbouw de voor euro 250 miljoen tuinbouw, akker- en voor euro miljoen 700 uit opgebouwd jaar. is Dit per euro miljard 1,2 ongeveer is Haringvliet) het vanuit zoetwatervoorziening de van is afhankelijk ook deels dat Westland, het (zonder Delta Zuidwestelijke gehele de van standaardopbrengst huidige De hebben. zullen landbouw de voor gevolgen zoetwaterbeschikbaarheid de in veranderingen dat betekent Dat zoetwaterbeschikbaarheid. de op ingespeeld hier heeft landbouw De zieningen. voor- die zonder gebieden van die dan hoger helft de dan meer gemiddeld ligt watervoorziening adequate met gebieden van hectare per standaardopbrengst gemiddelde De teelten. intensieve meer met inlaat) (beiden Tholen en Goeree-Overflakkee waterleiding), met Zuid-Beveland (grondwater en landbouw- vergeleken worden teelten intensieve weinig hun met grondwater) dan anders voorzieningen (geen en Noord-Beveland Zeeuws-Vlaanderen, als zichtbaar duidelijk zijn in landbouwintensiteit verschillen De 2.12). (figuur Beveland) Zuid- in (landbouwwaterleiding kansen van organiseren of Haringvliet) het van sluiten het na voorziening zoetwater- (bijv. benutten het van voorbeeld een is teelten intensievere deze van voorkomen Het Goeree). (o.a. gebieden gevoelige verzilting voor van doorspoelen het voor als Zuid-Beveland) op (fruitteelt nachtvorst of droogte door gewasschade op risico’s van afname de (1000 europerha) Gemiddelde standaardopbrengst (miljoen m Inlaat water 50 Beregend oppervlak(%) 25 10 76 –100 51 –75 26 –50 6 –25 2 –5 Glastuinbouw Veehouderij Grondgebonden landbouw 2000 10.000 20.000 3 perjaar)

TWEE TWEE TWEE

Figuur 2.13 Visserijactiviteiten en aquacultuur

Afslag zeevis Centrum schelpdieren Haven zeevisserij Verwerking

Visserijgebieden Mosselen Oesters Vis

Voedselrijkdom

Laag Hoog pbl.nl

Bron: RWS; Provincie Zeeland, 2006 . In en rond alle wateren in de Zuidwestelijke Delta vinden visserij en/of aquacultuuractiviteiten plaats

miljoen euro voor de veehouderij (dit laatste vooral in 2.9 Visserij West-Brabant, maar ook in Zeeuws-Vlaanderen). Indien het Westland wordt meegenomen, neemt de totale Beroepsvisserij en aquacultuur weinig arbeidsplaatsen, opbrengst toe met 1 miljard euro. maar veel identiteit In en rond alle wateren in de Zuidwestelijke Delta vinden Opgave: rekening houden met belangen verbrede visserij- en/of aquacultuuractiviteiten plaats. De landbouw in de kustzone visserijsector in de Zuidwestelijke Delta omvat de Naast schaalvergroting is er sprake van verbreding in de zeevisserij, de schelpdiervisserij, de zoetwatervisserij en landbouw. Verbreding in de vorm van recreatie en zorg het oogsten van aas ten behoeve van voornamelijk de komt veel voor in de kustzone (op Walcheren), en voorts sportvisserij. Aquacultuur neemt een steeds belangrijker op Schouwen, Noord-Beveland en West-Zeeuws- plaats in. Dit kan zowel op land (in bassins) als in het Vlaanderen. In West-Zeeuws-Vlaanderen (en in de Zak water (onder andere in drijvende systemen) (figuur 2.13). van Zuid-Beveland) komt ook agrarisch natuurbeheer De beroepsvisserij (vissen, verwerken, handel) in de voor. Het perspectief van verbreding voor bedrijven Zuidwestelijke Delta biedt werk aan ruim 2.000 mensen. hangt sterk samen met de regionale markt (inwoners en/ Dat is 0,6 procent van het totale aantal werkzame of recreanten). personen. Ongeveer 1.200 personen hebben als hoofd- Dat heeft op de koppen geleid tot minder schaal- beroep visser, de rest werkt in het verwerken van vis (en vergroting en mede daardoor is er ook meer ruimte schelpdieren e.d.) en in de groothandel). Ondanks de geweest voor het behoud van karakteristiek klein- geringe directe economische betekenis, is de visserij en schaliger landschap. dan in het bijzonder de teelt van schaal- en schelpdieren De inkomenssituatie op verbrede landbouwbedrijven zeer bepalend voor de identiteit van de delta. hoeft overigens zeker niet onder te doen voor die van bedrijven die hun gehele inkomen uit primaire productie Het kweken van mossels (mosselcultuur) vindt al halen. Op Walcheren is de inkomenssituatie van verbrede eeuwenlang plaats in Zeeland. In de mosselcultuur zijn landbouwbedrijven zelfs beduidend beter dan van ruim 50 bedrijven actief, die samen werkgelegenheid vergelijkbare bedrijven zonder verbreding (Kuiper & De bieden aan ruim 700 personen. De handel en verwerking Regt 2008). van mosselen vormen een grotere bedrijfstak dan de kweek. In de Zuidwestelijke Delta bevinden de mossel- gronden zich in de Oosterschelde (3900 ha). Behalve op de Waddenzee en in de Oosterschelde vindt mossel-

Economie en ruimte | 23 Identiteit Zuidwestelijke Delta

!

Bebouwd gebied Bedrijfsterrein Glastuinbouw Akkerland Weiland Verblijfsrecreatie Recreatief groen Landgoed of buitenplaats Bos Overige natuur Zoet water Zout water Slikken en platen Strand en duinen Weg Spoorweg Dijken en dammen Verdedigingslinie Lijnvormige beplanting Beschermd stads- of dorpsgezicht Verdedigingswerk Fort Vliedberg Sporen van moernering

Jachthaven pbl.nl

24 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta

Bron: TOP10NL; bewerking PBL Identiteit Zuidwestelijke Delta

!

Bebouwd gebied Bedrijfsterrein Glastuinbouw Akkerland Weiland Verblijfsrecreatie Recreatief groen Landgoed of buitenplaats Bos Overige natuur Zoet water Zout water Slikken en platen Strand en duinen Weg Spoorweg Dijken en dammen Verdedigingslinie Lijnvormige beplanting Beschermd stads- of dorpsgezicht Verdedigingswerk Fort Vliedberg Sporen van moernering

Jachthaven pbl.nl

Economie en ruimte | 25

Bron: TOP10NL; bewerking PBL 26 kunnen aanknopingspunt voor, als die elementen en patronen bijzondere aantal een komen gebied het Binnen windturbines. met locaties specifieke en recreatievaart, de en binnenvaart de Westerschelde, de op en Rijnmond de in scheepvaart complexen, de en petrochemische zee- terreinen auto worden bekeken. Karakteristiek zijn de zeehaven- de vanuit wateren grote de kunnen havens) (bebouwing, locaties enkele op en bruggen, en dammen de Via herkennen. te tijd Romeinse de uit patroon sloten- regelmatige het nog is Walcheren op ruggen kreek- gelegen hoger de van patroon het In afgezet. zijn kleiafzettingen nieuwe zee de door overstroming na veen geoxideerde en ontgonnen ooit het bovenop waar zijn De oudlandgebieden restveengebieden, polders. nieuwland- de in kreken en verkaveling rationele de en heggen, met deels oudlandgebied, restanten enkele in verkaveling onregelmatige de dijken, de door gekenmerkt wordt het van zeekleigebied Het polderlandschap Brabant. en Vlaanderen van zand het door begrensd delta de wordt oostzijde en zuid- de aan veenlandschap, een in over delta de gaat noordzijde de Aan landschap. rivieren- het in overgaat geleidelijk oosten het naar dat Deltawateren, de door doorsneden zeekleilandschap een daarachter met kust, de langs duinlandschap een uit bestaat delta Deze delta. dichtbevolkte minder een rondom hoefijzer stedelijk een als karakteriseren grofweg zich laat Delta Zuidwestelijke De Identiteit deltabepaalddoorlandenwater 2.10 oestercultuur (kweken, vangen, handel en veiling). en mossel- de in rol centrale een speelt Yerseke hectare. 2.000 ruim ongeveer zijn samen percelen De vanbegrazing het voedsel. beschikbare over- van zijn te sprake Er lijkt worden. ingebracht teelt de voor die schelpdieren hoeveelheid grote de door wordt beïnvloed schelpdierproductie de dat In de Oosterschelde zijn bijvoorbeeld sterke aanwijzingen zelf. schelpdiersector de en voedsel, het met concurreren die organismen en andere schelpdieren commerciële de niet- primaire productie, nutriëntenstromen, waterbeheer, tussen zijn interacties veel zeel er omdat is complex, uiterst voor commerciële schelpdierproductie draagkracht De genomen. is af geleidelijk oesterproductie de dat gezorgd ervoor water het in fosfaat van afname de naast heeft Dit verminderd. dynamiek estuariene de is Oosterschelde de in stormvloedkering de van aanleg de Door Grevelingenmeer. het en Oosterschelde de in plaats vooral vindt (oestercultuur) oesters van kweken Het de Westerschelde en de Voordelta. in plaats mate bescheiden in en sporadisch zaadvisserij | Samenhang indeZuidwestelijke Delta

Landschappelijke identiteit van maatwerk moet komen. moet maatwerk van meer veel ontwikkeling de en ontwikkelingsprojecten, grote voor is plaats minder veel waarin investeringsbudgetten, teruglopende van tijden in zo meer te eens is Dat ontwikkeling. economische verdere voor potenties ontstaan en versterkt, gebied het van identiteit de wordt halen, te boven naar (cultuurhistorie) landschap het in kwaliteiten bestaande Door ontwikkelingen Opgave: versterkenidentiteitalsaanknopingspuntvoor Wal. Brabantse de op en kustzone de in voor komt elementen aan dichtheid grootste De • • • • • • • • • • • • in het gebied (figuur 2.14): (figuur gebied het in opgaven ruimtelijke de met omgang verdere de bij dienen

(steilrand, heide, vennen, bossen, kwelzone); Wal Brabantse de Zuid-Beveland, op moernering) (heggen, oudland restanten enkele en Beveland Zuid- van Zak de heggen), tijd, Romeinse de uit Walcheren (tot kreekruggengefossiliseerde verkaveling Strijen), van (Oudeland Waard Hoekse ), de langs (veenpolders Voorne-Putten op elzenwallen), heveringen, (schurvelingen, binnenduinrandzone kenmerkende perceels- en kavelvormen in de met en gebieden landschappen enkele kleinschalige water, veerstoepen; en land tussen vormen verbinding –een havenkanaal een via –soms die veer- landbouwhaventjes en voormalige de en dorpen en steden in havens de de zeehavengebieden en petrochemische complexen; stadsgezicht; beschermd met sommige dorpen, en steden grienden; duinen, stranden, schorren/gorzen, platen/slikken, palenrijen), turfvaarten; kreken, dijkverharding, (met uitwateringssluizen en gemalen, welen, de Deltawerken (dammen, keringen, sluizen);dijken vuurtorens, watertorens, kerktorens, watertorens, graansilo’s.vuurtorens, voormalige bruggenhoofden; tramtracés, spoor- en oude Brouwersdam, de over museumtram en Zuid-Beveland van Zak de door museumspoor kanalen; dorpen; verdronken enkele van fundamenten de de schelpdierteelt (oesterputten) in deOosterschelde, Atlantikwall; Vlissingen, Landfront (water)linies, en forten ringwalburchten, vestingwerken, van) (restanten enkele landgoederen en kastelen, vliedbergen;

TWEE TWEE TWEE

Noten 1 Transport via buisleidingen is hier buiten beschouwing gelaten. 2 Zie http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/ indicatoren/nl0231-Stikstofdioxideconcentratie. html?i=14-66; http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/ indicatoren/nl0441-Zwaveldioxideconcentratie. html?i=14-66.

Economie en ruimte | 27 DRIE Ecologie

In deze paragraaf karakteriseren we het ecologisch Deltagebied een van de laatste bolwerken van de belang van de deltanatuur in de Zuidwestelijke Delta. strandplevier in Noordwest-Europa. Daarnaast komen knelpunten en opgaven aan bod. Doordat het waterrijke Nederland een gematigd winterklimaat heeft en in een delta van grote rivieren ligt, trekt een groot aantal vogels naar Nederland om te 3.1 Deltanatuur overwinteren. Zo is Nederland met de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta een belangrijk knooppunt op de Zuidwestelijke Deltanatuur is in internationaal opzicht trekroute van veel watervogels en vissen (figuur 3.2). belangrijk Vogels broeden van Noordoost-Canada tot Oost-Siberië, Het Nederlandse deltagebied vormt met zijn natte natuur en trekken in de winter richting zuiden, tot ver in Afrika. een belangrijk bolwerk in Europa. Ondanks de Sommige soorten tanken bij gedurende hun trektocht of Deltawerken en het beteugelen van rivieren om het brengen hun ruiperiode in de Zuidwestelijke Delta door, achterland tegen wateroverlast te beschermen, herbergt weer andere soorten komen daar overwinteren of Nederland nog steeds verschillende typen natuur met broeden. Voor de meeste steltlopers zijn de Wadden en vele internationaal zeldzame kwaliteiten. de Zuidwestelijke Delta van groot internationaal belang Meer dan 10 procent van de Europese duinen-, als overwinteringsgebied. Daarnaast vormt de getijdenwateren- en schorrenhabitats ligt in Nederland, Zuidwestelijke Delta door zijn ligging voor duin en kust waarvan een aanzienlijk deel in de Zuidwestelijke Delta een belangrijk bolwerk binnen Noordwest-Europa en is (figuur 3.1). Het intergetijdengebied, dat bestaat uit daarmee een belangrijke kern van een internationaal slikken, zandplaten en schorren, is typerend voor duin- en kustecosysteem (Vonk et al. 2010). natuurlijke estuaria, en wordt beschermd onder het Europese Natura 2000-beleid. Dit gebied heeft een zeer Bijna 20 procent van buitendijkse deltagebied is rijk bodemdieren- en bodemplantenleven en is een internationaal belangrijk intergetijdengebied belangrijk foerageergebied voor vogels en vissen, maar Het buitendijkse gebied in de Zuidwestelijke Delta ook een rust- en zooggebied voor zeehonden. bestaat voor circa 70 procent uit getijdenwateren, voor De Nederlandse schorren, wateren, moerassen en circa 15 procent uit stagnante wateren en voor de rest uit graslanden zijn internationaal gezien bovendien van land (Ysebaert et al. 2013b). Beiden type wateren hebben groot belang voor broedvogels. Een relatief groot deel hun eigen karakteristieke condities en natuur (Ysebaert et van de (Noord-Atlantisch) Europese populatie broedt in al. 2013a). Hét kenmerk van een getijdenwater of Nederland. Voor schorren en grasland/moeras geldt dat estuarium is dynamiek en continue veranderingen op voor circa 18 procent (PBL 2012a). Zo is het Zuidwestelijke zowel de korte als de lange termijn, zoals eb en vloed, het

28 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta DRIE DRIE

Figuur 3.1 Internationaal belang van natuur in Zuidwestelijke Delta, 2013

Ondiep/matig diep stagnant water Zuidwestelijke Delta Overig Nederland Heide Rivieren en beken Grasland/moeras Bos Slikken en zandplaten Duinen Schorren en oeverzone stagnant water Ondiep/diep getijdenwater pbl.nl

0 5 10 15 20 Index (oppervlakte in Europa = 100) Bron: EEA; bewerking PBL Meer dan 10 procent van de Europese duinen-, getijdenwateren- en schorrenhabitats ligt in Nederland, waarvan een aanzienlijk deel in de Zuidwestelijke Delta.

Figuur 3.2 Natuur van internationaal belang Kanoet Bonte Strandloper

Zalm

Delta

Paling Duinen

Kluut pbl.nl

Bron: PBL; Imares Nederland is met de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta een belangrijk knooppunt op de trekroute van veel watervogels en vissen.

geulenpatroon dat continu verandert, en de wisselende Het intergetijdengebied, bestaande uit schorren, slikken zoutconcentraties. Het is een gebied met tal van en zandplaten, beslaat bijna 20 procent van het buiten- natuurlijke overgangen: van droog naar nat, van zoet naar dijkse deltaoppervlak (figuur 3.3) (Ysebaert et al. 2013b). zout en van een stabiele naar een instabiele bodem. Door Bijna 90 procent van de slikken en zandplaten is te vinden al deze overgangen komen er een groot aantal in de Westerschelde en Oosterschelde. Periodiek verschillende habitats met hun kenmerkende soorten droogvallende oeverzones komen slechts voor in de voor: schorren, slikken en platen, ondiep getijdenwater stagnante wateren Volkerak-Zoommeer en en diep getijdenwater. Grevelingenmeer. Natuur die vrijwel altijd droog ligt,

Ecologie | 29 DRIE

Figuur 3.3 Natuur in huidige situatie

Getijdenwater Intergetijden natuur Buitendijkse landnatuur Stagnant water

Bos Grasland Heide Moeras Stilstaand water Duin pbl.nl

Bron: Imares; PBL

Het areaal aan intergetijdengebied (schorren, slikken en zandplaten) omvat bijna 20 procent van het totale buitendijkse oppervlak.

komt voor binnen alle wateren maar vooral in de fungeert eveneens als paaigebied en kraamkamer voor Biesbosch en het Grevelingenmeer. Dit geldt ook voor veel (commerciële) vissoorten in de Noordzee en de grote delen van het schor van het Verdronken Land van Atlantische Oceaan. Daarnaast heeft een estuarium een (Westerschelde) vanwege sterke verhoging en hoge productie, is het rijk aan schelpdieren, vormt het verruiging en een geringe overspoelingfrequentie. een belangrijk voedselgebied voor miljoenen trekvogels, en is het van belang voor migratie van trekvissen Geleidelijke zoet-brak-zoutovergangen bieden hoge (Ysebaert et al. 2013b). Vissen zoals paling, zalm, forel en kwaliteit steur migreren via het estuarium en verblijven er korte In de overgang van zoet naar zout komen verschillende tijd om te acclimatiseren. Een estuarium als zoneringen van soortengemeenschappen voor. De overgangsgebied tussen rivier en zee en tussen land en brakwaterzone in estuaria heeft van nature een lage water vervult ook een filterfunctie: het zorgt voor biodiversiteit. Door de hoge dynamiek en omzetting en transport van (een teveel aan) zoutgehaltefluctuaties in de brakwaterzone is het voedingsstoffen zoals stikstof in het water. soortenaantal ten opzichte van zoet- en Door ingrijpen van de mens (voor onder meer veiligheid/ zoutwatersystemen relatief laag. Maar enkele Deltawerken, scheepvaart, drinkwatervoorziening, gespecialiseerde soorten kunnen overleven in dit landwinning) is het grootste deel van deze natuurlijke dynamische milieu. De brakwaterzone vertegenwoordigt geleidelijke overgangen verdwenen in de Zuidwestelijke daardoor een lage biodiversiteit, maar is door het Delta. In de huidige situatie bestaat de Zuidwestelijke voorkomen van gespecialiseerde en vaak zeldzame Delta uit een mozaïek van bekkens met harde soorten en habitats een zone met een hoge uniciteit overgangen in zoutgehalte. (Tangelder et al. 2012) en is daarom ook van internationaal belang. Natuurlijke estuaria bestaan uit Deltawateren zijn sterk gecompartimenteerd zeer dynamische zoet-, brak- en zoutwatermilieus met Voor de Deltawerken bestond de Zuidwestelijke Delta uit vele geleidelijke overgangen en daarmee een grote vijf zeearmen (Westerschelde, Oosterschelde/Veerse verscheidenheid aan habitats en soorten. (Leeuw & Meer, Grevelingen, Haringvliet en ) die Backx 2001). Het samen voorkomen van zoute, brakke en de rivieren Rijn, Maas en Schelde met de Noordzee zoete habitats in verschillende overgangszones en de verbonden. Deze systemen stonden met elkaar in mogelijke uitwisseling van kenmerkende soorten verbinding (behalve de Westerschelde) en werden beïnvloedt de kwaliteit van de natuur positief. Een gekenmerkt door estuariene dynamiek en geleidelijke estuarium met geleidelijke zoet-brak-zoutovergangen overgangen van zoet via brak naar zout water. Door de

30 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta DRIE DRIE

Figuur 3.4 Knelpunten voor natuur in de Zuidwestelijke Delta

Verslibbing Versteiling / opslibbing Barriere vismigratie Erosie Overbegrazing Waterkwaliteit Zandhonger pbl.nl

Bron: PBL

De compartimentering van de deltawateren heeft geleid tot niet-duurzame ecosystemen met ecologische problemen.

aanleg van de deltawerken (1958-1986) is een groot deel waardoor verbindingen en geleidelijke zout-brak- van de delta in een serie (half) afgesloten zoet-, brak- en zoetovergangen zijn verdwenen. Afdamming en zoutwatermeren veranderd (Ysebaert et al. 2013a). De verzoeting hebben ertoe geleid dat oorspronkelijke Westerschelde bleef als enige een open estuarium met intergetijdengebieden en zoute en brakke habitats met een open verbinding en een natuurlijke overgang van hun karakteristieke soorten verloren zijn gegaan. rivier naar zee. Dit estuarium is qua aard en omvang uniek Daarvoor in de plaats is een andere, meer door de mens voor Europa (Ysebaert et al. 2013a). Nergens in Noord- gereguleerde natuur gekomen en zijn nieuwe habitats west-Europa is nog een meergeulig deltawater van deze ontstaan, met bijbehorende soorten en leef- omvang (42.000 hectare) aanwezig. Dit internationaal gemeenschappen. Deze ontwikkelingen zijn deels nog unieke natuurgebied met slikken, schorren, platen en steeds gaande. ondiep water is een belangrijk tankstation voor vogels en een kraamkamer voor vis. De compartimentering van de deltawateren heeft geleid De andere drie zeearmen veranderden in vijf van elkaar tot niet-duurzame ecosystemen met ecologische gescheiden bekkens: Oosterschelde, Veerse Meer, problemen. Naast de zeer beperkte mogelijkheden tot Grevelingenmeer, Volkerak-Zoommeer en Haringvliet/ vismigratie veroorzaakt dit problemen als blauwalgen in Hollandsch Diep. Westerschelde en Oosterschelde zijn het Volkerak-Zoommeer, het verdwijnen van zandplaten, veruit de grootste Deltawateren, en beslaan circa 55 schorren en slikken in de Oosterschelde (de zogenoemde procent van het areaal. De overige gebieden zijn kleiner zandhonger) en zuurstofloosheid in de diepere delen in dan 15.000 hectare. het Grevelingenmeer (figuur 3.4).

Huidige kwaliteit nog steeds achteruit door 3.2 Knelpunten en opgaven compartimentering Europese beleidsdoelen als de Vogel- en Habitatrichtlijn Verlies intergetijdengebied en zoet-brak-zoutovergangen en de Kaderrichtlijn Water staan in Nederland onder druk. overgangen door compartimentering deltawateren Dit betekent een opgave voor Nederland en zeker ook Als geheel is de Zuidwestelijke Delta met zijn gecom- voor de Zuidwestelijke Delta. Met de overwinterende partimenteerde wateren geen estuarium meer te vogels mag het dan over het algemeen goed gaan, de noemen. De dynamische werking van eb en vloed en meeste habitats die beschermd zijn onder het Natura sedimenttransporten zijn verdwenen of sterk 2000-regime in Nederland en ook in de Zuidwestelijke verminderd. Veel zeeweringen zijn volledig gesloten, Delta hebben een ongunstige staat van instandhouding.

Ecologie | 31 DRIE

Figuur 3.5 Oppervlakte schorren in Zuidwestelijke Delta

duizend hectare 10 Haringvliet (dam 1970) Grevelingen (dam 1971) 8 Oosterschelde (dam 1987) Veerse Meer (dam 1961) 6 Westerschelde

4

2

0 pb l.nl 1856 1910 1938 1960 1980 1990 2000 2009

Bron: Data-ICT Dienst van Rijkswaterstaat De afsluiting van zeegaten heeft tot gevolg gehad dat het areaal schorren in het Zuidwestelijke Deltagebied sinds de tweede helft van de twintigste eeuw is afgenomen.

Dat betekent veelal dat ze achteruitgaan. In totaal met zijn heldere water is een belangrijk foerageergebied verkeert meer dan de helft van de mariene soorten en geworden voor visetende vogels, zoals diverse soorten habitats die Nederland moet beschermen, in een futen en zaagbekken. ongunstige staat van instandhouding (PBL 2008). Estuaria en slijkgrasvelden behoren tot de habitats met de minst Knelpunten in ruimte- en milieucondities voor gunstige staat van instandhouding (LNV 2006). binnendijkse natuur Het areaal schorren is de laatste decennia sterk De milieu- en ruimtecondities voor de binnendijkse teruggelopen (figuur 3.5). Afsluitingen van de zeegaten, natuur zijn niet voldoende voor veel plant- en diersoorten inpolderingen en de verdieping van de vaargeul in de (PBL 2012b). Voor bijna een kwart van de soorten in de Westerschelde zorgen ervoor dat nieuwe schorren provincie Zeeland is er een tekort aan leefgebied. Voor nauwelijks meer kunnen ontstaan. Daarnaast geldt dat de andere soorten (circa 35 procent) is het leefgebied nog te resterende schorren in de delta verouderen, zoals op versnipperd. Circa 23 procent van de soorten heeft last Saeftinghe. Doordat er weinig nieuwe schorren bijkomen van verdroging en circa 18 procent van vermesting. Ook en de bestaande schorren verruigen als gevolg van de voor veel natuurlijke processen is meer ruimte nodig. vegetatiesuccessie en opslibbing, wordt het aandeel van Klimaatverandering kan deze drukfactoren versterken de jongere fases steeds kleiner. De kwaliteit van de (Vonk et al. 2010; Witte et al. 2012). schorren neemt af. Tegelijkertijd neemt ook het areaal slikken en platen in de Zeeuwse Delta af. Zo zijn de Opgave: verbeteren slechte omgevingscondities natuur ondiepe delen van de platen in de Oosterschelde, die van belang zijn voor voedselzoekende vogels, door de aanleg Te veel nutriënten, risico voor woon- en werkklimaat van de stormvloedkering in omvang afgenomen. Eutrofiëring door langdurige aanvoer van nutriëntenrijk rivier- en landbouwwater en onvoldoende verversing, In het Zuidwestelijke Deltagebied zijn duizenden hectaren doorstroming (stagnant water) leidt tot een slechte zeegras verdwenen, waarmee vrijwel een hele waterkwaliteit. In de zomer heeft het Volkerak- levensgemeenschap verloren ging. De belangrijkste Zoommeer op uitgebreide schaal te kampen met bloei oorzaak van de afname van zeegras is het verdwijnen van van toxische blauwalgen (Microcystis), stankoverlast en de toevoer van zoet water via het en de muggenplagen (Verspagen et al. 2006). Dit tast het Brabantse rivieren. Omdat dit water door de Deltawerken woon- en werkklimaat aan. De laatste jaren lijkt het het Grevelingenmeer en de Oosterschelde niet meer blauwalgenprobleem in het Volkerak-Zoommeer te bereikt, is het water te zout geworden voor zeegras. verminderen. Er is sprake van een natuurlijke omslag Zeekreeft, die baat heeft bij meer zout, minder stroming door het massale voorkomen van de quagga-mossel, een en helderder water heeft geprofiteerd van de bouw van exoot die een andere exoot (de driehoeksmossel) in de stormvloedkering in de Oosterschelde. De Grevelingen Nederland aan het verdringen is. De quagga-mossel eet

32 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta DRIE DRIE

massaal de blauwalgen op, waterplanten keren terug. geleid tot een afname van de stroomsnelheid. Het water Vermoedelijk heeft het aantal quagga-mosselen echter heeft daardoor onvoldoende kracht om sediment te zijn top bereikt. Experts verwachten dat er over enkele verplaatsen van de geulen naar het intergetijdengebied. jaren minder van zullen zijn: exoten komen vaak massaal Bij storm spoelt er echter wel zand van het intergetijden- op om vervolgens terug te vallen. Zij verwachten dat de gebied in de geulen. De afbrekende krachten werken dus blauwalgenoverlast dan weer zal toenemen; het meer nog wel, maar de opbouwende krachten niet en hierdoor bevat immers nog steeds veel fosfaat en ook de is het evenwicht verstoord. De afbraak van intergetijden- nitraatbelasting is hoog. Ook verwacht men weinig van gebied overheerst en dit proces staat bekend als de beheersmaatregelen als doorspoelen, bevissen en ‘zandhonger’ (Van Zanten & Adriaanse 2008). waterplanten maaien (Anonymus 2013). De zandhonger is een langetermijnproces. Sinds de aanleg van de Deltawerken is ongeveer 1.100 hectare Nutriëntentekort, risico voor schelpdiervisserij en natuur platen en slikken definitief verdronken en zijn de platen In de Oosterschelde is sprake van een overmaat aan en slikken gemiddeld 25 centimeter lager komen te (productie)mossels en andere schelpdieren ten opzichte liggen. Er wordt geschat dat het ongeveer honderd jaar van de hoeveelheid nutriënten. Dit leidt tot over- duurt voordat de erosie is uitgewerkt. De verwachte begrazing van de hoeveelheid voedsel, de aanwezige zeespiegelstijging versnelt het verdrinken van platen en algen, door de schelpdieren. Dit vormt een risico voor de slikken. Wanneer platen en slikken eenmaal zijn schelpdiervisserij zelf (mosselen, oesters) en ook voor verdronken is dit proces lastig om te keren. Als er geen natuurlijke soorten en habitats. Ook de afsluiting van de maatregelen getroffen worden voor het behoud van het aanvoer van voedingsstoffen (door de aanleg van de intergetijdengebied, zullen rond 2050 de platen en slikken compartimenteringsdammen achter in de Oosterschelde in de Oosterschelde gehalveerd zijn. Het oppervlak is dan waardoor de Brabantse rivieren afgesneden worden van afgenomen van meer dan 11.000 hectare in 1986 tot de Oosterschelde) heeft geleid tot minder nutriënten, ongeveer 5.000 hectare in 2045. In de periode tot 2100 maar de overbegrazing is waarschijnlijk de primaire bereikt het intergetijdengebied een eindsituatie van oorzaak van het tekort aan nutriënten (Deltares 2013). ongeveer 1.500 hectare (Van Zanten & Adriaanse 2008). In wateren met een min of meer stagnant waterpeil zoals Zuurstofloosheid en stankoverlast het Haringvliet, het Volkerak en het Grevelingenmeer zijn Enkele jaren geleden is vastgesteld dat het daarom rond de aanwezige eilanden oeververdedigingen Grevelingenmeer te maken heeft met zuurstofloosheid in met stortstenen aangebracht om erosie door golven te de onderste waterlagen. Sinds die tijd treedt de beperken. Dat is niet het geval in de Oosterschelde. zuurstofloosheid op steeds grotere schaal (qua De Nieuwe Waterweg en het Haringvliet vormen de oppervlakte) op in dieper water en ook op steeds huidige en nauw met elkaar verbonden Rijn- en geringere diepte. Het probleem speelt vooral in de zomer Maasmondingen. Veranderingen in het ene deelsysteem en wordt veroorzaakt doordat de onderste, koude hebben daarom gevolgen voor het andere, en vooral ook waterlaag niet goed mengt met de bovenste waterlaag voor de verbindingen tussen beide wateren. Tussen (stratificatie) en organisch materiaal dat hier neerdaalt en Haringvliet doen zich sinds de afsluiting gaat rotten. Dit zorgt voor een tekort aan zuurstof wat van het Haringvliet krachtige getijdenstromen voor. Deze leidt tot sterfte van bodemleven (Lengkeek et al. 2007). leiden tot erosie in het Spui, de , de Noord en Zuurstofloosheid tast ook mossel- en oesterbedden aan de Dordtse Kil. Deze erosie kan de aanliggende dijken door draaiende wind- en waterstromen. De zuurstof- gaan ondermijnen, wat een veiligheidsprobleem voor de loosheid is een risico voor de duikrecreatie (en voor regio betekent. belangrijke inkomsten daaruit). Lage zuurstofconcentraties in de onderlaag komen Tekort vismigratie behalve in het Grevelingenmeer ook voor in het Volkerak- Op meerdere locaties in de Zuidwestelijke Delta zijn er Zoommeer en het Veerse Meer (Deltares 2013). De aanleg onvoldoende mogelijkheden voor vissen om te migreren. van de Katse Heule in 2004, als verbindingsschakel tussen Zo is door het afgedamde Haringvliet en Grevelingenmeer Oosterschelde en Veerse Meer, heeft de situatie in het in combinatie met de compartimenteringsdammen en de Veerse Meer overigens al sterk verbeterd. abrupte overgangen van zoet naar zout vrijwel geen Zuurstofloosheid is verminderd en verplaatst van oost vismigratie mogelijk via de delta naar het Rijn- (Zandkreek) naar west (Vrouwenpolder). Maasrivierensysteem (Ysebaert et al. 2013b).

Te veel erosie en sedimenttekort/zandhonger Tekort natuurlijke dynamiek Sinds de aanleg van de stormvloedkering in de jaren ’80 De Westerschelde is een meergeulensysteem, dat stroomt er minder water in en uit de Oosterschelde. In gevormd wordt door een stelsel van vloed- en ebgeulen combinatie met de relatief grote getijdengeulen heeft dit en kortsluitgeulen dat een complex van droogvallende

Ecologie | 33 DRIE

zandbanken, slikken en schorren doorsnijdt. De gebieden niet gebruiken, omdat daar recreanten zijn. natuurlijke overgang van zout via brak naar zoet, de Daarnaast zijn er aanwijzingen dat verstoring in de winter variatie in waterdynamiek en het verschil in hoogteligging een negatief effect heeft op de verwezenlijking van en bodemopbouw maken dat de Westerschelde van natuurdoelen. Het risico van verstoring in de winter nature een grote rijkdom kent in habitats en soorten. Het neemt toe door de toename van het aantal functioneren van dit systeem is dus in grote mate recreatievaartuigen, de mogelijke toename van het aantal bepalend voor de diversiteit en de waarde van de natuur. zachte winters en de afname van de barrières om het De achtereenvolgende verdiepingen in Westerschelde water op te gaan (boot aan huis). Hier komt bij dat grote vormen een risico. Door het intensieve bagger- en groepen overwinterende watervogels al door één enkel stortbeleid in de Westerschelde voor de scheepvaart zijn vaartuig in hun rust kunnen worden gestoord. veranderingen in het morfologische systeem opgetreden Een nieuwe situatie gaat zich de komende jaren voordoen waarbij zand uit de geulen op de platen en slikken belandt in het gebied ten zuiden van de Tweede Maasvlakte. Hier en het doorstroomoppervlak toeneemt (Mulder et al. zal op den duur nieuw land ontstaan, waar 2012). Het gevolg hiervan is dat platen en slikken steeds natuurwaarden en recreatief gebruik op elkaar moeten hoger komen te liggen en ook dat de getijdengolf dieper worden afgestemd. Een oplossing is het invoeren van in het estuarium doordringt. Er ontstaat een hoog- zoneringen. Voor de Voordelta is dit proces al grotendeels dynamisch intergetijdengebied daar waar laag- doorlopen. Daar zijn rustgebieden voor vogels en dynamische gebieden aanwezig waren (Ysebaert et al. zeehonden voorgesteld om verstoring te verminderen 2013b). Op sommige platen treedt veel sedimentatie op (VenW 2007). en ontstaan pionierschorren. De schorren langs de randen worden ook hoger, waardoor verruiging ontstaat. Naast het risico op verdere achteruitgang van natuurlijke morfodynamiek en het verdwijnen van intergetijden- Noot gebieden door versteiling (geulen schuren uit en platen 1 Zie https://publicwiki.deltares.nl/display/KvdNLK/ worden hoger), dreigt ook het tweegeulensysteem, Beheersdilemma+Westerschelde. essentieel voor de scheepvaart, te verdwijnen. Het slaat dan om naar een systeem met een enkele geul, omgeven door hooggelegen schorren en bijna zonder platen. Dit omklappen kan heel plots, al kan niemand precies vertellen wanneer dit gebeurt. Dit komt door een gebrek aan kennis over de oorzaken van de waargenomen historische veranderingen in de zandhuishouding en de daarbij optredende interacties op macroschaal.1 In de Biesbosch treedt verslibbing op van de kreken. Dit vanwege een tekort aan natuurlijke waterdynamiek, waarbij het slib (fijnste fractie van het sediment) wordt afgevoerd naar de Noordzee en niet in het bekken achterblijft.

Opgave: recreatieve ontwikkeling afstemmen op natuur Veel recreatie vindt plaats aan, in of op het water van natuurgebieden. Vaak gaan recreatie en natuur prima samen, maar recreatie kan ook de realisatie van de natuurdoelen in de weg staan. Verstoring door fysieke aanwezigheid van recreanten heeft waarschijnlijk de meeste invloed op natuurwaarden (Henkens 2008). Bij alle recreatieve activiteiten wordt de fauna in meer of mindere mate verstoord. Directe verstoring kan ontstaan doordat recreanten lang op een en dezelfde locatie zijn, zoals bij vissen en zwemmen vaak het geval is. Ook tijdelijke aanwezigheid van recreanten, al dan niet vergezeld van het geluid van zeilen of motoren, kan de fauna verstoren. Vooral kolonies broedende vogels hebben vaak last van recreanten. Het is aannemelijk dat koloniebroeders bepaalde en in potentie geschikte

34 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta VIER Water

In deze paragraaf karakteriseren we de waterveiligheid Zuidwestelijke Delta en Rijnmond-Drechtsteden en zoetwatervoorziening in de Zuidwestelijke Delta. We onderzoeken hoe de veiligheid en leefbaarheid van deze sluiten hierbij grotendeels aan bij de analyses en regio (het gebied met daarin Zeeland, de Zuid-Hollandse verkenningen in het kader van het Deltaprogramma eilanden en West-Brabant) kan worden beschermd als de (Deltacommissaris 2013). zeespiegel stijgt en de afvoer van de rivieren toeneemt (Deltacommissaris 2012). Het Rijk stelt in nauwe samenwerking en overleg met de 4.1 Waterveiligheid regio een rijksstructuurvisie op met strategische besluiten over de waterhuishouding van de Grevelingen Zuidwestelijke Delta veilige delta en het Volkerak-Zoommeer (IenM 2013b). De Rijks- De knelpunten en uitdagingen in de Zuidwestelijke Delta structuurvisie zal in 2014 gereed zijn en synchroon met de zijn typerend voor delta’s wereldwijd: gevoelig voor Deltabeslissingen worden voorbereid. Het planvormings- overstromingen vanuit de zee en vanuit rivieren en voor en besluitvormingsproces spitst zich toe op drie risico’s van verzilting door binnendringend zeewater. Na hoofdkeuzes: de laatste grote overstroming in 1953 is de veiligheid in • wel of geen getij op de Grevelingen, in combinatie met het gebied enorm toegenomen als gevolg van de de aanleg van een getijdencentrale in de Brouwersdam; Deltawerken, die zowel het aanleggen van grote dammen • wel of geen waterberging op de Grevelingen; en stormvloedkeringen omvatte (Oosterscheldekering, • wel of geen zout Volkerak-Zoommeer. Brouwersdam, Haringvlietdam, Maeslantkering) als het De rijksstructuurvisie geeft uitwerking aan de vergaand verbeteren van de dijken in het gebied. Door de hoofddoelen voor de Zuidwestelijke Delta: een afsluiting of mogelijke afsluiting van de zeearmen in geval klimaatbestendig veilige, economisch vitale en ecologisch van extreem hoge waterstanden op zee is de opgave voor veerkrachtige delta. het op orde houden van de dijken in de Zuidwestelijke Delta sterk verminderd. Sleutelpositie voor Nieuwe Waterweg De Nieuwe Waterweg neemt een sleutelpositie in voor de Rijkskeuzes waterbeleid: Deltaprogramma en waterveiligheid en de zoetwatervoorziening van de delta. Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak De hoge faalkans van de Maeslantkering (1:100) (Horvat & Het op orde krijgen van de huidige waterveiligheid en de Partners 2006) en de grote zoutindringing maken van de voorbereiding op de toekomst van zowel de water- Nieuwe Waterweg de bepalende factor voor het veiligheid als de zoetwatervoorziening wordt verkend waterbeheer in het noordelijke deel van de delta. De binnen het Deltaprogramma. De deelprogramma’s relatief hoge faalkans van de Maeslantkering betekent

Water | 35 36 (veel gevolgen grote Bij rol. een rampenbeheersing de en inrichting ruimtelijke de van bijdrage de ook spelen dijk de voor norm de van strengheid de van vaststellen het Bij is. geval het niet dit dat blijkt inzichten huidige de Uit had. gevolgen dezelfde dijk een achter gebied gehele het in overstroming een dat aangenomen werd Vroeger dijk). een van (onderdeel dijktraject per maar gelden, dijkring per nu zoals meer niet ook zal norm nieuwe De stromingskansen. over- van basis op normen dus krijgen dijken De plaatsvindt). overstroming een dat kans (de overstromingskans de op maar verleden, het in zoals waterstanden) (maatgevende overschrijdingskans de op gebaseerd meer niet echter worden dijk de aan eisen De veiligheid. de voor bepalend blijven waterkeringen Sterke beschermingsniveau. hoog extra een Borssele bij kerncentrale de ook krijgt overstroming een van gevolg als kernramp een van gevaar bijzondere het Vanwege 1:100.000. van overstroming door overlijden op risico individueel lokaal een met basisveiligheid een aan voldaan worden overal moet Wel waarde. economische lage met gebied dunbevolkt een dan norm strengere een krijgt waarde economische hoge met gebied dichtbevolkt een analyse: kosten-baten een van basis op gehanteerd worden normen er dat betekent 2013b). Dit (IenM hanteren te risicobenadering een water hoog tegen bescherming ter beleid toekomstig bij om aangegeven Tweede Kamer de naar brief een in heeft Haegen van Schultz Minister van risicobenadering Waterveiligheid voldoetgrotendeelsaanbeleidopbasis veiligheidsnorm. huidige de aan dan voldoen Zeeland in dijken Alle versterkt. zijn dijkbekleding kilometer 325 totaal in 2015 moet In steenbekleding. van versterkingsronde betreft voornamelijk het vernieuwen opgepakt in lopende versterkingsprojecten. Deze al wordt Westerschelde en Ooster- de rondom dijkvakken de van deel Een onderzocht. nog wordt deel een voldoen, aan niet de huidige veiligheidsnormen dijkvakken verschillende dat 2011) zien laten Waterstaat en Verkeer (Inspectie toetsronde derde de van uitkomsten De getoetst. Delta Zuidwestelijke de in dijken de ook zijn Hoogwaterbeschermingsprogramma het van kader het In dijkverhogingen en/of -versterkingen. eventuele bij opgave grote een hier vormen ondergrond slappe de en daarvan waarde cultuurhistorische de dijkbebouwing, dichte De waarborgen. te gebieden deze van veiligheid de om middel het dijkversterking is Maeslantkering de van functioneren huidige 2011). het al. Bij et (Slootjes Randstad de van Zuidvleugel de voor IJssel) Hollandse de (via indirect daarmee en Krimpenerwaard, en Alblasserwaard de voor wel maar Rotterdam, voor veiligheidsrisico een direct niet | Samenhang indeZuidwestelijke Delta basisveiligheid van 10 de aan voldoet geheel vrijwel al dit dat zien laten Delta Zuidwestelijke deelprogramma het van Analyses beperken. te schade economische grote of slachtoffers groepen grote op kans de om nodig veiligheidsniveau gewenste het op aanvulling een overal is Bovendien opgelost. wordt dijken met opgave gehele de dat 100.000 per jaar (10 jaar per 100.000 1op van basisveiligheid een om is nodig norm hogere een dijkring iedere bijna in hier dat blijkt Drechtsteden Rijnmond- deelprogramma het van analyses Uit 2013). (Deltacommissaris toepassing van altijd woont dammen en duinen dijken, de binnen die Nederland in iedereen voor basisveiligheid de blijft Hierbij overstromingskans. kleine een bij dan dijken voor norm strengere een hoort slachtoffers) en schade nemen de getijden- en zoutinvloed landinwaarts toe. Als Als toe. landinwaarts zoutinvloed en getijden- de nemen stijgt het waterpeil in het benedenrivierengebied en af, rivieren de van afvoermogelijkheden de 2012), nemen &Ligtvoet Minnen (Van eeuw per 20 centimeter bijna met momenteel stijgt, verder zeespiegel de Naarmate voorkomen. tegelijkertijd beide waarin situatie de maar rivierafvoeren, hoge de of zeespiegelstijging de zozeer niet ook dan vormt termijn lange de op opgave grootste De (MNP 2007). eeuw per zeespiegelstijging meter 1,5 de richting worstcasescenario een bij ook verwachting naar geldt Dit gewaarborgd. worden verdedigingen kust- de van versterken het en zandsuppletie van methoden huidige de met eeuw per centimeter 85 tot 35 van zeespiegelstijging verwachte de bij kan overstroming verwachting toenemen. De langetermijnveiligheid tegen naar het overstromingsgevaar zal rivierafvoeren extreme meer op kans de en zeespiegel stijgende de Door Opgave: bergenvanextremerivierafvoeren 2013).(Deltacommissaris overeind Grevelingen de op waterberging van optie de blijft Diep Hollands en Haringvliet langs dijkversterking voor alternatief 2013). Als al. et (Tangelder dijkconcepten innovatieve met vullen te aan dijkversterking traditionele van strategie huidige de is Volkerak-Zoommeer het en Grevelingen de Diep, Hollands het Haringvliet, het Voor lagere kosten. tegen traject, langer een over dijkversterkingen gewone met als worden veilig even dijkring de van deel een over deltadijk een met Dordrecht van Eiland het kan Zo bespaard. worden kosten kunnen maatwerk lokaal Met zijn. versterkt recent die dijktrajecten voor meer onder opgave, forse een krijgt Krimpenerwaard de Ook is. ruimte weinig waar plaatsen –op breder ook daarmee –en worden moeten hoger 2meter 1tot dijken de waarbij opgave, grote een tot klimaatverandering en zetting met samen leidt Alblasserwaard de voor norm hogere Een 2013).(Deltacommissaris -5 ) te kunnen bieden, ervan uitgaande uitgaande ervan bieden, kunnen ) te -5 , met een enkele uitzondering uitzondering enkele een , met

VIER VIER VIER

de zeespiegel veel sneller zou gaan stijgen dan neemt de gehouden met een substantiële zeespiegelstijging. Dit opgave om de afvoer van de rivieren te verwerken fors houdt in dat er de komende decennia geen structurele toe. Vanwege de grote bevolkingsconcentraties is in het problemen verwacht hoeven worden. bijzonder het benedenrivierengebied met mainport Rotterdam en de Drechtsteden kwetsbaar. Om het Waterberging in de Grevelingen blijft een optie in het overstromingsgevaar voor (het gebied rond) Rotterdam Deltaprogramma (Deltacommissaris 2013). Door ook de en de Drechtsteden te verminderen, krijgt het Volkerak- Grevelingen in te zetten voor berging van rivierwater Zoommeer bij hoge rivierafvoeren een bergingsfunctie. kunnen de mogelijke effecten van een klimaat- De extra waterberging in het Volkerak-Zoommeer kan verandering volgens een scenario met snelle klimaat- circa twintig jaar klimaatverandering compenseren, verandering circa 50 jaar langer worden opgevangen. De uitgaande van het hoogste klimaatscenario (Slootjes et bijdrage van deze waterberging aan het verlagen van al. 2010). Om deze piekbergingsfunctie goed te kunnen kritieke waterstanden is groot (Slootjes et al. 2010). Op uitvoeren, moet de inlaatcapaciteit van het complex nog langere termijn echter, kan het afleiden van rivier- Volkeraksluizen worden vergroot (Slootjes et al. 2010). water naar de Zuidwestelijke Delta op een bepaald moment geen extra veiligheid meer bieden vanwege de Huidige strategie nog 70 jaar houdbaar, monitoren grote kans dat de Maeslantkering/Europoortkering op snelheid klimaatverandering kritieke momenten niet sluit (faalkans 1:100 jaar, in plaats Op lange en zeer lange termijn bij een hogere zeespiegel- van 1:1000 jaar zoals oorspronkelijk beoogd). Alleen stand en mogelijk vaker extreme rivierafvoeren zullen wanneer die faalkans fors wordt teruggebracht, kan het aanvullende maatregelen moeten worden genomen om waterstandverlagende effect van waterberging op de rivierafvoeren in de Zuidwestelijke Delta veilig te Volkerak en Grevelingen in kritieke situaties een kunnen verwerken. Belangrijke opties die dan voorliggen belangrijke bijdrage aan de veiligheid blijven leveren zijn: (Slootjes et al. 2010). −− uitstroom van de rivieren vooral via het Haringvliet; Rekening houdend met de plannings- en vervangingstijd −− uitbreiding bergingscapaciteit Volkerak met van de grote kunstwerken zal wellicht rond 2040-2050 Grevelingen en mogelijk ook Oosterschelde; opnieuw beschouwd moeten worden wat de beste −− volledige afsluiting en de afvoer van de rivieren met strategie zal zijn uitgaande van de dan beschikbare pompen op zee uitmalen. kennis. Daarbij zullen niet alleen de trends in de zee- spiegelstijging en rivierafvoeren van belang zijn, maar – Vanuit het Deltaprogramma zijn de opties berging op de evenals in het huidige Deltaprogramma – ook de status Oosterschelde en volledige afsluiting en pompen van de havens Rotterdam en Antwerpen, de economische inmiddels afgevallen. Waterberging op de Grevelingen en ruimtelijke ontwikkelingen, de interactie met de blijft wel een optie (Deltacommissaris 2013). verziltings- en zoetwateropgave, de beschikbare kennis en technologieën en de dan geldende maatschappelijke Gegeven de nog grote onzekerheden over de toekomstige waarden en voorkeuren. zeespiegelstijging is het moeilijk om nu al te kiezen voor een bepaalde veiligheidsstrategie. Zo wordt bij het meest Opgave: berging Volkerak en mogelijk Grevelingen, extreme scenario (1,3 meter zeespiegelstijging en 18.000 dijkversterking Alblasserwaard kubieke meter per seconde Rijnafvoer in 2100) pas rond De toekomstige rijksinvesteringsprojecten in 2080 onacceptabele hinder voor de scheepvaart verwacht waterinfrastructuur liggen geconcentreerd in het door een te frequent sluiten van de Maeslantkering noordelijke deel van de Zuidwestelijke Delta. Het zijn: (Jeuken et al. 2010). Het systeem is met een gesloten • aanpassing dijken vanwege berging op het Volkerak en Haringvliet naar verwachting houdbaar tot een zee- mogelijk op de Grevelingen; spiegelstijging van om en nabij 3 meter. Daarna is een • aanpassing Volkeraksluizen vanwege inlaat open verbinding tussen zee en rivieren nodig, omdat de waterberging op Volkerak-Zoommeer, en mogelijk voor ruimte voor extra piekberging van rivierwater ontbreekt. de scheepvaart; De afgelopen eeuw is er echter nog geen versnelling van • aanpassing dijken Alblasserwaard/Krimpenerwaard. de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust In het zuidelijke deel van de delta gaat het om de waargenomen (Van Minnen & Ligtvoet 2012). zandsuppleties vanaf 2020 in de Oosterschelde. Gezien de kwetsbaarheid van het gebied, ook in relatie De termijn waarop grote stormvloedkeringen en dammen tot de mogelijke faalkansen van de Maeslantkering, is volgens de zogenaamde ontwerplevensduur (IenM 2013c) dijkversterking in Alblasserwaard en Krimpenerwaard, en vervangen zouden moeten worden, ligt over het daarmee indirect (via de Hollandse IJssel) voor de algemeen op de lange termijn (2040-2090). Voor de Zuidvleugel van de Randstad (dijkring 14) het middel om meeste grote werken is bij de realisatie al rekening de veiligheid van dit gebied te waarborgen. Overwogen

Water | 37 VIER

Figuur 4.1 Herkomst van water voor de landbouw, 2012

Biesbosch Brielse Meer Hollands Diep, Volkerak- Zoommeer, , Vliet Oppervlaktewater/zoetwaterlens Zoetwaterlens Grondwater Geen landbouw of buiten Zuidwestelijke Delta

pbl.nl Water inlaatpunt Waterleiding Zout en brak water Zoet water

Bron: Deltaprogramma, 2012

De landbouw in het Zuid-Hollandse en Noord-Brabantse deel van de Zuidwestelijke Delta en Tholen/Sint-Philipsdeel heeft zoetwateraanvoer van elders. In het overgrote deel van Zeeland functioneert de landbouw zonder zoetwateraanvoer.

kan worden om daar andere dijktypen (deltadijken sensu zouden lopen, waardoor de nu bestaande uitschuring van Deltacommissie = doorbraakvrije dijken sensu PBL) toe te het Spui, de Oude Maas, de Noord en de passen om de kansen op doorbraken sterk terug te wordt verminderd. Dit kan helpen de aantasting van de brengen. stabiliteit van dijken daar te beperken.

Gegeven de bergingsfunctie die het Volkerak-Zoommeer heeft verkregen, is aanpassing van de inlaat van de 4.2 Zoetwatervoorziening Volkeraksluizen noodzakelijk, evenals aanpassing van de dijken langs het Volkerak-Zoommeer. Bij de benodigde Zoetwatervoorziening verschilt sterk per deelgebied aanpassing van het sluizencomplex – ook voor de De verschillende gebieden in de Zuidwestelijke Delta scheepvaart – is nu al van belang om een keuze te maken hebben een verschillende zoetwatervoorziening (figuur voor wel of niet verzilten van het Volkerak en daarmee 4.1). De helft van het landoppervlak van de Zuidwestelijke wel of niet de noodzaak voor een zoet/zoutscheiding in Delta heeft geen zoetwateraanvoer en is sterk afhankelijk de Volkeraksluizen. van het lokale grondwatersysteem, bestaande uit Gekoppeld aan de beoogde vervanging van de Volkerak- neerslagafhankelijke waterlenzen, die boven op het zout- sluizen en Krammersluizen speelt echter nu al de vraag of brakke grondwatersysteem zijn ontstaan. Schouwen- een uitbreiding van de waterbergingscapaciteit met de Duiveland, Walcheren en Noord-Beveland zijn volledig Grevelingen geen effectieve ingreep is. De uitgevoerde afhankelijk van regenwater en van deze zoetwaterlenzen. kosteneffectiviteitsstudie (Stratelligence 2012) laat zien dat dit vanuit veiligheidsoverwegingen een even In andere delen van de Zuidwestelijke Delta is naast de kosteneffectieve maatregel is als het vergroten van de aanvoer van zoet water uit het natuurlijke basissysteem, waterbergingscapaciteit op het Volkerak-Zoommeer en aanvoer mogelijk vanuit het oppervlaktewater (zowel het de daarvoor benodigde dijkverhogingen. Maar een hoofdwatersysteem (Haringvliet/Hollands Diep of integrale afweging met een breder pallet aan mogelijke Volkerak-Zoommeer) als het regionale watersysteem). baten geeft wellicht een ander beeld. Hier wordt het regionale watersysteem doorgespoeld met zoet water uit het hoofdwatersysteem. De Verdergaande openstelling van de Haringvlietsluizen beschikbaarheid van zoet water heeft in het noordelijke betekent onder meer dat de getijdenbewegingen op het deel van de delta kansen geboden voor de teelt van Haringvliet en de Nieuwe Waterweg meer synchroon gewassen waarvoor beschikbaarheid van voldoende zoet

38 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta VIER VIER

Figuur 4.2 Zoetwatervraag van Zuidwestelijke Delta tijdens gemiddeld droog jaar

4 % 4 % Doorspoelen en verdamping 5 % Volkerak-Zoommeer Doorspoelen overige 10 % Zuidwestelijke Delta Peilhandhaving Beregening 51 % Drinkwater 11 % Industriewater Inlaat Delfland uit Brielse meer

pbl.nl

15 %

Bron: Deltaprogramma, 2012 Het grootste deel van de zoetwatervraag in de Zuidwestelijke Delta betreft het doorspoelen van het Volkerak-Zoommeer.

water, op de kritische momenten, essentieel is. Op Wateraanvoer’ (= alternatieve aanvoerroute) kansrijk is, Goeree Overflakkee heeft dit bijvoorbeeld geleid tot samen met maatregelen tegen zoutindringing in de ontwikkeling van de bollenteelt. Nieuwe Waterweg. Na 2050 kan een permanente Voor de distributie van drinkwater, industriewater en alternatieve aanvoerroute noodzakelijk worden water voor de fruitteelt in Zuid-Beveland zijn er specifieke (Deltacommissaris 2013). aanvoersystemen via buisleidingen (kunstmatige aanvoer). Het grootste deel van de zoetwatervraag in de Via de Bernisse en het Brielse Meer wordt water Zuidwestelijke Delta betreft het doorspoelen van het aangevoerd voor de industrie van de Rijnmond en de Volkerak-Zoommeer (figuur 4.2). Bij lagere rivierafvoeren glastuinbouw van het Westland (via buisleiding onder de komt de zoetwatervoorziening vanuit het Hollands Diep Nieuwe Waterweg door). Vanuit de Biesbosch wordt via en Haringvliet onder druk te staan, vanwege de een waterleiding industriewater aangevoerd naar inwerkingtreding van de verdringingsreeks. Om de Zeeuws-Vlaanderen. De industrie- en landbouw- chloridegehaltes in deze wateren voor de inlaten waterleiding naar Zuid-Beveland en het Sloegebied takt Scheelhoek en Bernisse onder de 150 mg/l te houden hiervan af. moeten dan inlaten naar het Volkerak-Zoommeer en naar de polders worden gestopt. Er kan dus niet altijd aan de Beperkingen aan de zoetwaterbeschikbaarheid watervraag voor doorspoelen van het Volkerak- Sinds de afsluiting van het Haringvliet stroomt het Zoommeer worden voldaan. Hierdoor kunnen de overgrote deel van het rivierwater via de Nieuwe Maas en chloridegehaltes in het Volkerak-Zoommeer tot boven de Nieuwe Waterweg naar zee. Door de steeds verdere 450 mg/l stijgen. Dit kan weer leiden tot inlaatstops in de uitdieping van de Nieuwe Waterweg voor de scheepvaart gebieden die hun zoet water uit het Volkerak-Zoommeer dringt het zoute zeewater steeds verder landinwaarts. Bij betrekken. Het chloridegehalte van het Volkerak- Gouda aan de Hollandse IJssel ligt een belangrijk Zoommeer liep bijvoorbeeld in de droge periode van 2011 zoetwaterinlaatpunt. Om de Hollandse IJssel zoet te zodanig hoog op dat inlaten voor regionale water- kunnen houden, is deze grote toevoer van zoet systemen moesten worden gesloten. Dit gebeurt echter rivierwater via de Nieuwe Maas noodzakelijk. Maar bij meestal na het groeiseizoen en geeft dus beperkte een verdere verdieping van de Nieuwe Waterweg is zoet schade. Er wordt verwacht dat in een scenario met snelle houden van de Hollandse IJssel niet meer mogelijk. Dan is klimaatverandering in 2050 deze situatie veel vaker en verplaatsing van dit inlaatpunt meer stroomopwaarts langer zal optreden. langs de rivieren of aan het Amsterdam-Rijnkanaal Wat de mogelijkheden voor zoetwateraanvoer vanuit het noodzakelijk. Volkerak-Zoommeer sterker beperkt, zijn de Ook klimaatverandering leidt tot een noodzakelijke blauwalgenplagen. Dit leidt tot innamestops juist ook verplaatsing. Het Deltaprogramma geeft aan dat tot 2050 gedurende het groeiseizoen, wat afbreuk doet aan de een ‘gefaseerde uitbreiding van de Kleinschalige gebruiksmogelijkheden van dit water voor de landbouw.

Water | 39 VIER

Vanaf 2018 moet het Kierbesluit uitgevoerd gaan worden. De sluizen worden niet direct volgens het uiteindelijke regime, zoals dat in het Kierbesluit staat, op een kier gezet. De kier wordt stapsgewijs ingevoerd. In het Kierbesluit is vastgelegd dat de sluizen in beperkte mate open zullen staan ter bevordering van de visintrek. Voorwaarde in dit besluit is dat de indringing van zout water niet voorbij de monding van het Spui mag komen. Besloten is de Haringvlietsluizen op een kier te zetten. Als gevolg daarvan zal zout zeewater bij vloed het estuarium binnendringen. Daarom is een (beperkte) oostwaartse verplaatsing gepland van innamepunten die ten gevolge van het Kierbesluit zullen verzilten. Deze verplaatsing maakt het Kierbesluit mogelijk, maar is onvoldoende voor een eventueel verder open zetten van de Haring- vlietsluizen. De Deltacommissaris geeft aan dat de robuustheid van het inlaatpunt Bernisse is te vergroten door het beheer van de Bernisse en het Brielse Meer te optimaliseren. Alternatieve zoetwatertracés zijn technisch haalbaar, maar dit vereist omvangrijke investeringen (Deltacommissaris 2013).

Het kabinet heeft in 2010 besloten dat het Kierbesluit een zelfstandig besluit is (IenM 2011). Dit besluit betreft dus niet langer de opmaat naar verdergaande openstelling van de Haringvlietsluizen voor het herstel van de estuariene dynamiek.

Op dit moment zijn er vanuit het Deltaprogramma nog geen voorkeursstrategieën vastgesteld voor de zoet- watervoorziening. In hoofdlijnen zijn er heel uiteenlopende strategieën denkbaar, variërend van meer zoetwateraanvoer vanuit het hoofdwatersysteem tot het stimuleren van de zelfvoorziening. Omdat de situatie per eiland heel verschillend is, zal er uiteindelijk gekozen worden voor een combinatie van strategieën (Deltacommissaris 2013).

40 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta VIJF

Kennisagenda

Tijdens het project zijn een aantal kennisvragen naar in verschillende toekomstscenario’s? Hoe robuust voren gekomen die van belang zijn voor de strategische (stabiliteit ecosysteem) zijn deze kwaliteiten? keuzes ten aanzien van de Zuidwestelijke Delta. Deze kennisvragen waren op basis van bestaand of lopend Gebiedsspecifieke kennisvragen onderzoek in de beschikbare tijd niet te beantwoorden. • Welke gevolgen heeft een verdere verdieping van de De kennisagenda ter (verdere) onderbouwing van de Nieuwe Waterweg voor de erosie van Oude Maas, Spui, strategische keuzes en afwegingen in de nabije toekomst Noord en Dordtsche Kil? Welke gevolgen heeft een ziet er als volgt uit: ander beheer (zoals beheer als stormvloedkering) van de Haringvlietsluizen op het beperken van de erosie in de huidige situatie en bij een verdieping van de Nieuwe Algemene systeemkennis Waterweg? • Hoe zit het economisch systeem van de Zuidwestelijke • Welke gevolgen hebben diverse beheervarianten van Delta en omgeving in elkaar? Hoe zijn sectoren de Haringvlietsluizen op de zoetwaterinlaat Bernisse? (arbeidsmarkt, grondstoffen, energie, …) verknoopt Hoe verhoudt dit zich tot de mogelijke veranderingen met bedrijven in de regio en daarbuiten? als gevolg van klimaatverandering op de • Deltares heeft voor dit project een integrale analyse zoetwaterinlaat Bernisse? Welke mogelijkheden biedt uitgevoerd van het watersysteem van de Zuidwestelijke aangepast beheer van Bernisse en Brielse Meer voor Delta. Hierbij zijn verschillende opties doorgerekend, het opvangen van periodes waarin wegens verzilting zoals aanpassing of verwijdering van huidige geen zoetwaterinlaat bij de Bernisse mogelijk is? Is het kunstwerken. Wat zijn de resultaten als varianten een optie om na oostwaartse verplaatsing van het worden meegenomen met een verdere optimalisatie inlaatpunt bij Gouda, het Delfland via Rijnland van van het beheer van de kunstwerken? water te voorzien, en het Brielse Meer via de bestaande • De integrale analyse van Deltares is uitgevoerd met een zoetwaterleiding onder de Nieuwe Waterweg door 1D-model. Biedt een verdere modellering met een vanuit Rijnland/Delfland? 1D- of 3D-model kansen om tot nog robuustere • Wat zijn de risico’s van een verdere verdieping van de uitkomsten te komen? Of raken de grenzen van een Westerschelde uit het oogpunt van behoud van het kosteneffectieve modellering uit beeld, en verdient het meergeulensysteem? Kan (en zo ja: hoe) het verdwijnen aanbeveling om veranderingen in het watersysteem in van het meergeulenestuarium elders in de de praktijk te toetsen? Zuidwestelijke Delta worden gecompenseerd? Welke • Hoe zal de ecologische kwaliteit van voorspelde maatregelen voor scheepvaart en bebouwing zijn bij habitatarealen en waterbekkens zich gaan ontwikkelen

Kennisagenda | 41 VIJF

een eengeulsysteem op de Westerschelde nodig uit het biodiversiteit, nutriëntenbeschikbaarheid, oogpunt van externe veiligheid (gevaarlijke stoffen)? schelpdierkweek en exotengroei?

Enkele overige kennisvragen Bestuurlijk • Aandacht geven aan een dergelijk complex gebied Externe veiligheid vraagt over een lange periode een consistente • Voor verbetering van de externe veiligheid (gevaarlijke bestuurskracht. Wat vraagt dat van de bestuurlijke stoffen) langs het spoor bestaan verschillende opties: organisatie en wat is ervoor nodig om dat te realiseren? van vervoer via een andere vervoersmodaliteit (water, Hoe is het grensoverschrijdend te organiseren? buisleiding), via combineren van productie en verdere verwerking op een locatie, tot overstappen op andere productietechnieken. Wat zijn de omgevingseffecten en de kosten en baten van de verschillende opties, mede in het licht van de continuïteit van de huidige productiewijzen?

Energie • Wat zijn de omgevingseffecten en de verhouding tussen kosten en baten van gezamenlijke dan wel aparte infrastructuur van windparken op zee, en welke mogelijkheden biedt een gezamenlijke infrastructuur voor koppeling van het Nederlandse en Belgische hoogspanningsnet? • Toekomstige pieken in de opwekking van elektriciteit kunnen worden opgevangen door ofwel elektriciteitsnetten internationaal te koppelen, ofwel door elektriciteit om te zetten in makkelijker op te slaan waterstof of methaan. De Zuidwestelijke Delta kan door zijn hoge dichtheid van energienetwerken, -producten en -gebruikers gebiedsspecifieke kansen bieden voor een dergelijke verknoping van verschillende energiedragers. Wat zijn de omgevingseffecten en de verhouding tussen kosten en baten van een verknoping van verschillende energiedragers (elektriciteit en waterstof/methaan) ten opzichte van een koppeling van nationale hoogspanningsnetten, gebruikmakend van de gebiedsspecifieke kansen in de Zuidwestelijke Delta?

Ecologie • Hoe is de huidige ecologische kwaliteit van habitats en van systemen als waterbekkens te beoordelen (natuurpuntenmethodiek)? Wat betekent dat voor het voorkomen van soorten? • In welke mate draagt de natuur in de Zuidwestelijke Delta bij aan de landelijke duurzaamheid van habitats en soorten? Hoe is het (internationale) belang van de Zuidwestelijke Delta voor trekvogels, broedvogels en vissen te kwantificeren? • Hoe kunnen de deskundigenoordelen over de ontwikkeling van morfologie, sedimentsamenstelling, zuurstofconcentratie en draagkracht voor schelpdiervisserij verder worden onderbouwd? Wat is het onderlinge verband tussen factoren als

42 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta Literatuur

Anonymus (2013), Expertsessie Volkerak-Zoommeer 22 Inspectie Verkeer en Waterstaat (2011), Derde toets primaire maart 2013, Bestuurlijke samenvatting van het verslag. waterkeringen. Landelijke toets 2006-2011, Den Haag: Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa, Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzame biomassa in de chemiesector. Jeuken, A., N. Slootjes & N. van Oostrom (2010), Deloitte (2012), The Chemical Industry in the : Klimaatbestendigheid en opties voor adaptatie in de regio World leading today and in 2030-2050. Rijnmond-Drechtsteden, Den Haag: Deltares. Deltacommissaris (2012), Deltaprogramma 2013 Werk aan Jong, M. de (2013), ‘De meerwaarde van logistiek, de delta. Bijlage B6. Mogelijke strategieën Zuidwestelijke Samenhang met ruimtelijke ontwikkeling heeft de Delta, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu toekomst’, ROM 31 (3): 14-17. en Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Kenniscentrum Recreatie (2011a), Kennisfundament vrije tijd Innovatie. en toerisme in de Zuidwestelijke Delta, Den Haag. Deltacommissaris (2013), Deltaprogramma 2014 Werk aan Kenniscentrum Recreatie (2011b), Vrije tijd en toerisme in de de delta. Bijlage B6. Mogelijke strategieën Zuidwestelijke Zuidwestelijke Delta, Den Haag. Delta, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ketelaars, P. (2011), De Lage Landen 2020-2040. Vlaams- en Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Nederlandse strategische economische samenwerking op Innovatie. middellange termijn, Antwerpen: Steunpunt Buitenlands Deltares (2013), Samenhang in de Zuidwestelijke Delta. Beleid. Integrale beschouwing en kwantificering van estuariene Kuiper, R. & W. de Regt (2008), Landbouw in de nationale dynamiek, Delft. landschappen. Perspectief van de grondgebonden landbouw Deltares, PBL, KNMI, CPB & LEI (2013), Deltascenario’s voor als drager van het cultuurlandschap, Bilthoven: Milieu- en 2050 en 2100. Nadere uitwerking 2012-2013, Delft. Natuurplanbureau. Henkens, R.J.H.G. (2008), Kwalitatieve analyse van Leeuw, C.C. de & J.J.G.M. Backx (2001), Naar een herstel van knelpunten tussen Natura 2000 gebieden en waterrecreatie, estuariene gradiënten in Nederland. Een literatuurstudie naar Wageningen: Alterra. de algemene ecologische principes van estuarine gradiënten, Herman, P.M.J. & M.J.F. Stive (2011), Natuurherstel van de ten behoeve van herstelmaatregelen voor de Nederlandse kust, Westerschelde, een systeemperspectief, Vogelbescherming. RIKZ/RIZA. Horvat en Partners (2006), Second opinion faalkans Lengkeek, W., S. Bouma, et al. (2007), Het effect van Maeslantkering 2006. zuurstofdeficiëntie op het bodemleven in het Grevelingenmeer. IenM (2011), Brief van de staatsecretaris van Een blik onder water, Culemborg: Bureau Waardenburg. Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer over het LNV (2006), Natura 2000 doelendocument, Den Haag: Kierbesluit, 24 juni 2011, TK 27625 nr. 225. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. IenM (2012), MIRT-verkenning capaciteitsuitbreiding Merk, O. & T. Notteboom (2013), The Competitiveness of Volkeraksluizen, september 2012, Den Haag: ministerie Global Port-Cities: the Case of Rotterdam, Amsterdam – van Infrastructuur en Milieu. the Netherlands, Paris: OECD Regional Development IenM (2013a), Ontwerp-Structuurvisie Windenergie op land, Working Papers, 2013/08. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Minnen, J. van & W. Ligtvoet (red.) (2012), Effecten van IenM (2013b), Afbakening van de Rijksstructuurvisie klimaatverandering in Nederland: 2012, met medewerking Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Notitie reikwijdte en van KNMI, Deltares, WUR, UU, ICIS, RIVM. Den Haag: detailniveau, Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Planbureau voor de Leefomgeving. Milieu. MIRT-VAR (2011), Dynamische Delta 2020-2040. IenM (2013c), Informatie tbv DeltaPortaal aangepaste Klasses Mulder, J.P.M., M.D. Taal, et al. (2012). Sedimentstrategie (spreadsheet met overzicht vervangingsjaren natte voor de ZW Delta: een verkenning van kansen, Deltares/ kunstwerken), Den Haag: Ministerie van Infrastructuur IMARES/Alterra. en Milieu. MNP (2007), Nederland Later. Tweede IenM & ELI (2012), Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035, duurzaamheidsverkenning, deel fysieke leefomgeving Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Nederland, Bilthoven: Milieu- en Natuurplanbureau. & Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Oort, F.G. van (2012), De Weerbare Regio. Ruimtelijk- Innovatie. economisch beleid in de Zuid-Hollandse kenniseconomie,

Literatuur | 43 Utrecht: Urban and Regional Research Centre Utrecht, Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta, IJmuiden/Yerseke/ Universiteit Utrecht. Den Helder/Den Burg: Imares Wageningen UR. PBL (2008), Natuurbalans 2008, Bilthoven: Planbureau voor Vanelslander, T. et al. (2012), ‘Drijvende krachten en de Leefomgeving. uitdagingen voor economie en logistiek van de Vlaams- PBL (2011), Nederland in 2040: een land van regio’s. Ruimtelijke Nederlandse Delta voor 2040: een scenario-analyse’, Verkenning 2011, Den Haag: Planbureau voor de Ruimte & Maatschappij 1 (44): 32-60. Leefomgeving. VenW (2007), Ontwerp-beheerplan Voordelta. Spelregels voor PBL (2012a), Balans van de Leefomgeving, Den Haag: Natuurbescherming, Den Haag: Ministerie van Verkeer en Planbureau voor de Leefomgeving. Waterstaat. PBL (2012b), Natuurverkenning 2010-2040. Visies op VenM et al. 2009, Nationaal waterplan 2009-2015, Den de ontwikkeling van natuur en landschap, Den Haag: Haag: Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Planbureau voor de Leefomgeving. Verspagen, J.M.H., J. Passarge, et al. (2006). PBL & ECN (2011), Naar een schone economie in 2050: routes ‘Watermanagement strategies against toxic verkend. Hoe Nederland klimaatneutraal kan worden, Den Microcystis blooms in the Dutch delta’, Ecological Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. Applications, 16: 313-327. Raspe, O. et al. (2013), Internationale concurrentiepositie Vonk, M, C.C. Vos & D.C.J. van der Hoek (2010), van de topsectoren, Den Haag: Planbureau voor de Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur, Den Leefomgeving. Haag/Bilthoven: Planbureau voor de Leefomgeving. Raspe, O. & F. van Dongen (2013), Werken aan de Willems, J. & H. van Grinsven (2011), Afschaffen van internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio’s. productierechten in de veehouderij in 2015: gevolgen voor Notitie voor het Ministerie van IenM, Den Haag: Planbureau veehouderij en leefomgeving. Achtergrondstudie bij de voor de Leefomgeving. Evaluatie Meststoffenwet 2012, Den Haag: Planbureau Sijtsma, F.J., S. de Vries, A. van Hinsberg, J. Diederiks voor de Leefomgeving. (2012), ‘Does ‘grey’ urban living lead to more ‘green’ Witte, J.P.M., J. Runhaar, R. van Ek, D.C.J. van der Hoek, holiday nights? A Netherlands Case Study’, Landscape R.P. Bartholomeus, O. Batelaan, P.M. van Bodegom, and Urban Planning, 105: 250-257. M.J. Wassen & S.E.A.T.M. van der Zee (2012), ‘An Slootjes, N. et al. (2010), Gevoeligheidsanalyse Waterberging ecohydrological sketch of climate change impacts on Zuidwestelijke Delta, Hoofdrapport. Den Haag: DHV, HKV water and natural ecosystems for the Netherlands: lijn in water, Ministerie van Verkeer en Waterstaat/ bridging the gap between science and society’, Rijkswaterstaat. Hydrology and Earth System Sciences, 16: 3945-3957. Slootjes, N. et al. (2011), Resultaten MHW berekeningen Ysebaert, T. et al. (2013a), Samenhang in de Delta, t.b.v. probleemanalyse en verkenning hoekpunten voor het ontwikkelingsvarianten voor de Zuidwestelijke Delta. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, Den Haag: Ecologische onderbouwing (deel 1), IJmuiden/Yerseke/Den Deltares. Helder/Den Burg: Imares Wageningen UR. Slot, A. van der et al. (2011), Zuidvleugel, de topregio van Ysebaert, T. et al. (2013b), Samenhang in de Delta, Nederland, Amsterdam: Roland Berger Strategy ontwikkelingsvarianten voor de Zuidwestelijke Delta. Consultants. Ecologische onderbouwing (deel 2), IJmuiden/Yerseke/Den Smit, M., B. de Vos & J.W. de Wilde (2004), De economische Helder/Den Burg: Imares Wageningen UR. betekenis van de sportvisserij in Nederland. Zanten, E. van & L. Adriaanse (2008), Verminderd getij. Stratelligence (2012), Uitvoeringsstrategie Grevelingen, Verkenning naar mogelijke maatregelen om het verlies van Volkerak-Zoommeer en zoetwater in de Zuidwestelijke platen, slikken en schorren in de Oosterschelde te beperken, Delta. Optimale strategie door toepassing van Adaptief Middelburg: Rijkswaterstaat. Deltamanagement, Leiden: Stratelligence i.o.v. Stuurgroep Zuidwestelijke Delta. Tangelder, M., K. Troost, et al. (2012), Ecologische begrippen. Veerkracht en verwante begrippen in het kader van Beleid Ondersteuning Programmabureau Zuidwestelijke Delta, IJmuiden/Yerseke/Den Helder/Den Burg: Imares Wageningen UR. Tangelder, M., A. Groot, C. van Sluis, J. van Loon- Steensma, G. van Meurs, H. Schelfhout, T. Ysebaert, J. Luttik, G. Ellen & N. Eernink (2013), Innovatieve dijkconcepten in de Zuidwestelijke Delta. Kansen voor toepassing en meerwaarde ten opzichte van traditionele dijken in het kader van Beleidsondersteuning voor het

44 | Samenhang in de Zuidwestelijke Delta Economie en ruimte | 45 SAMENHANG IN DE ZUIDWESTELIJKE DELTA Naar een vitale, veerkrachtige en veilige delta Achtergrondrapport

Planbureau voor de Leefomgeving

Postadres Postbus 30314 2500 GH Den Haag

Bezoekadres Oranjebuitensingel 6 2511 VE Den Haag T +31 (0)70 3288700 www.pbl.nl

Oktober 2013