Parus Ater Drenthe Veroverd
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Hoe hebben Zwarte Mezen Parus ater Drenthe veroverd, hoe het en vergaat ze nu? Arend+J. van Dijk De Zwarte Mees is met 4000-8000paar een talrijke broedvogel in de Drentse naaldbossen. Maar dat Ooit heeft deze is niet altijd zo geweest. soort zich in de Drenthe als broedvogel gevestigd, maar over wanneer hoehet de daarna lees Misschien precies en populatie is vergaan, jeweinig. dat de het maakt zicht talrijkheid moeilijk te krijgen op veranderingen, wordt want bij grootschalige inventarisaties hij niet meegenomen (te talrijk). En tellingen in enkele kleine steekproefgebieden bieden vaak zeker als worden Uit weinig houvast, ze niet langdurig volgehouden. ZW-Drentse inventarisatiegegevens vanaf1968blijkt dat de stand van de Zwarte Mees heenis dat datvooral overzijn hoogtepunt en samenhangt het naaldbos. met kappen van Over de Zwarte Mees lees je niet veel in avifaunistische literatuur. Waarschijnlijk heeft dat maken het ook Drenthe. De aandacht meestal te met algemene voorkomen, in gaat uit naar bijzonderheden of zeldzaamheden. Dat vind ik merkwaardig, want over elke vogelsoort is valt wel wat bijzonders te melden of te onderzoeken. Onlangs de landelijke BMP-trend van de Zwarte Mees uitgewerkt voor de SOVON-rapportage Broedvogels in Nederland 2006 daaruit kwamen naast feiten ook Door Zuidwest-Drentse en vragen naar voren. vanaf 1968 wordt het broedvoorkomen de inventarisatiegegevens op een rij te zetten van Zwarte Mees vanuit Drents belicht misschien kunnen daarmee enkele perspectief en van die worden beantwoord. Hoe het de Zwarte Mees thans in de vragen vergaat aangeplante Drentse naaldbossen vooral hoe heeft zich in het boomloze en en wanneer hij vroegere vrijwel Drenthe Ik heb de ZW-Drenthe door de Zwarte Mees gevestigd? getracht verovering van te reconstrueren door habitatgegevens van Zwarte Mees te combineren met de bosontwikkeling vanaf 1800, met broedvogeldichthedenen met de telgegevens vanaf 1968. Gebied 2 ZW-Drenthe (235 km ) ligt grofweg tussen Meppel, Steenwijk, Beilen en Hoogeveen en beslaat een deel van de Westerveld en groot gemeente (vroegere gemeenten Havelte, Vledder, delen kleine stukken Ruinen In dit grote van Diever, Dwingelooen van en Beilen). gebiedligt naaldbos steeds zie CBS 7000 ha bos, waarvan 5800 ha (cijfers van 1970-1980; ook 1985).De naaldbossen bestaan merendeels uit de hoofdboomsoorten Grove Den Pinus sylvestris (42%), 64 Drentse Vogels 21 (2007) Picea abies Lariks Larix menziesii (14%) Fijnspar (25%), spec. (16%), Douglas Pseudotsuga en enkele weinig verbreide soorten zoals Oostenrijkse Den Pinus nigra, Abies en Tsuga (3%). Grove dennen meestal schrale, stuifzandbodems en de zijn op voormalige droge aangeplant soorten of zandbodems. De de bossen overige op lemige venige,enigszins vochtige leeftijd van varieert bomen, In doorsnee hebben de bomen sterk door het uitgroeienvan kappen en herplant. 30-90 De leeftijden van jaar. grootste naaldboscomplexen zijn Dwingelderveld (boswachterij Dwingeloo-Dwingelderzand-Anserdennen, 2050ha), Drents-Friese Wold (westelijk deel 9S0ha) boswachterij Smilde en Berkenheuvel, 1400 ha en Boschoord-Vledderhof-Vledderveld, en Havelte-oost (Ooster-, Wester- en Uffelterzand, Havelter- 8cBisschopsberg, Holtingerveld, 940ha). De bossen van Berkenheuvel, Boschoord, Dwingeloo en Ooster- en Westerzand zijn enUffelte relatief relatief oud (50-100 jaar), die vanBoswachterij Smilde,Vledderveld e.o. jong (40-70 jaar). Figuur 1. Oppervlakte naaldbos in ZW-Drenthe volgens topografische kaarten uit 1812-2006 de Zwarte Mees in en de berekende (1880-1970) en getelde (1968-2006) broedpopulatie van hetzelfde gebied. Area (ha) ofconiferous forest in SW-Drenlhe in 1812-2006 and the number of territories of Coat Tit in 1880-1970 (calculated by means of breeding densities) and derived from BMP-indices (fig. 2) in 1968-2006. Materiaalen methode In ZW-Drenthe worden sinds 1968 op systematische wijze broedvogels geïnventariseerd van (BMP, 2004) of volgens de methode het Broedvogel Monitoring Project van Dijk (tabel 1) vergelijkbaar. In 24 boscomplexen van 5 tot 160 ha, gemiddeld 42 ha naaldbos zijn in 1968-2007 inventarisaties uitgevoerd gedurende 30-40 jaren (in 7 plots), in 15-29 jaren (6 of in 7-14 (11 Van deze is index berekend plots) jaren plots). plots een gezamenlijke de BMP-trends Verder met behulp van TRIM, bij landelijke gebruikelijke rekenwerkwijze. zijn in 1970, 1978, 1982, 1990, 2000 in alle bossen Zwarte Mezen geïnventariseerd tijdens minimaal vijf (vroege) ochtendbezoeken in maart-juni. In de meeste grote boscomplexen is de berekend basis die minstens 10% van de populatie op van steekproefgebieden oppervlakte 1978). merendeels door de besloegen (zie o.a. Scharenburg Inventarisaties zijn uitgevoerd de bossen door Kleine auteur, die van vanDwingeloo voornamelijk Joop (Kleine 1990-2007). Drentse Vogels 21 (2007) 65 Nieuwe Drentse broedvogel Tot ver in de twintigste eeuw was Drenthe ‘terra incognita’wat betreft het voorkomen veel zoals de Zwarte Mees 6c van Os De van broedvogels (van Dijk 1982). eerste gepubliceerdeDrentse meldingenvan Zwarte Mezen stammen uit 1913-1919,waarover Pellinkbof (1921) schrijft; Komt niet talrijk voor in boschrijke streken te Havelte. Het archief van de Avifauna Drenthe en enkele vermelden acht Werkgroep publicaties nog broedtijd-waamemingen toten met 1940: • in 1972); Berkenheuvel Diever 1925 en 1939 (G.A. Brouwer van Dijk • Assen 1927 (een familie Zwarte Mezen, P. Enters in De Levende Natuur 32:126); • Dwingeloo 1932, Paterwolde 1933 (Tilma); • Oosterzand, Uffelte,Havelte 1939-1940 (G.A. Brouwer in van Dijk 1972, NJN). Zelfs uit de periode 1940-60 zijn er uit Drenthe niet veel meer dan tien waarnemingen. Met het euvel van weinig waarnemingenuithet recente verleden kampen meer gebieden in Nederland, met als gevolg dat de opkomst van de Zwarte Mees als broedvogel is ons land niet goed is beschreven (o.a. Bijlsma et al. 2001). In de meeste de werd de Zwarte Mees reeds in de 19e provincies op hogere zandgronden niet in eeuw als broedvogel gemeld (Albarda 1897), alleen Drenthe en Groningen. Dat is daar naaldbos, dat Groningen ontbreekt voorstelbaar,want er was toen nauwelijks maar Ook naaldbos Friesland wel werd genoemd is opvallend. daar was nauwelijks opgaand elders her der in de kwamen (bij Oranjewoud en Beetsterzwaag en en oosthoek), maar er wel af die Zwarte Mezen In kennelijk en toe vogeldeskundigen opmerkten. aangrenzende Duitse Emsland de Zwarte Mees tot 1850 gebieden van en Oldenburg was ongeveer bekend of alleen als trek- of omstreeks 1900 overal in niet zwerfvogel, maar waren ze sparrenbossen in Emsland een relatief zeldzame broedvogel (Zang 6c Heckenroth 1998, Gatter Naar idee week het Friesland en over de 2000). mijn landschap in vlakbij grens in niet in Duitsland met her en der opgroeiend naaldbos toentertijd veel af van dat Drenthe. Ik er dus vanuit dat de Zwarte Mees zich in de 19e eeuw als in Drenthe ga nog broedvogel heeft gevestigd, zo omstreeks 1880. Hoe het de Zwarte Mees in Drenthe Een blik de zou zijn vergaan? op topografische kaarten Drenthe 1900-30 daarvoor leert dat al honderden hectaren uit van en er naaldbos was. Een deel deze bossen broedende Zwarte Mezen, van was nog te jong voor ook dan broedende Zwarte Mezen maar er waren er van meer vijftig jaar oud, waar je zoals de hierboven verder in zou verwachten, op genoemde plaatsen en bij Roden, Norg, Zuidlaren, Veenhuizen, Boschoord, Frederiksoord en Zuidwolde. Kijken wat de reconstructie van de ontwikkeling van het naaldbos en de Zwarte Mees in ZW-Drenthe oplevert. Bosontwikkeling het de Franse landkaarten 6c Schroot In volgens van 1811-13 (Versfeit 2001) vrijwel ZW-Drenthe de 30 ha naaldbossen boomloze waren toentertijd juist eerste aangeplant in Frederiksoord (Sterrebos) en Havelte (Overcinge). De totale oppervlakte aan niet (opgaand?) bos in ZW-Drenthe was toen overigens ook meer dan 265 ha. Volgens de topografische kaarten van 1853-54 is de oppervlakte naaldbos ruim verdubbeld tot 70 ha vooral door in de kolonie van de van ongeveer aanplant Maatschappij Weldadigheid in Boschoord enkele en Diever. Tot kort stonden en snippers bij Dwingeloo voor er nog bomen deze In 1967 ook later werden het Sterrebos oude uit periode. en nog in zeer de 130 Douglassparren omgezaagd, die volgens jaarringen zeker jaar oud waren, dus in 1830-40. Dat zit in de wie hebben de aangeplant ongeveer aardig richting en weet eerste Zwarte Mezen ooit in deze Douglassen genesteld. Aan het eind van de 19e eeuw in de kaart raakt de naaldbosontwikkeling een versnelling, want volgens topografische 1900 is merendeel deze van omstreeks er reeds 1400 ha naaldbos (figuur 1). Het van 66 Drentse Vogels 21 (2007) bossen broedende Zwarte enkele honderden was nog jong en ongeschikt voor Mezen, maar dan ha hadden een leeftijd van meer 25 jaar. in Dertig jaar later, met totaal 3300 ha naaldbos ZW-Drenthe, moet er volop geschikt broedareaal geweest zijn. De vroegste meldingen van de Zwarte Mees stammen uit deze de tekst Pellinkhof dat in bossen Zwarte Mezen periodeen van (1921) suggereert er meer zaten niet in oudste Havelter- en alleen de bij Overcinge. Dat zoubij Darp, enBisschopsberg enbij Uffelte geweest kunnen zijn.Tussen 1930 en 1980,wanneerde maximale oppervlakte naaldbos wordt bereikt, groeit niet alleen de oppervlakte, maar ook de leeftijd van de naaldbomen. Omstreeks 1970 waren naaldbossen gemiddeld monotoonen werden strikt bosbouwkundig onderhouden (snoeien, dunnen,grootschalige kap en herplant, weinig ondergroei van bomen is en struiken, ontwatering, dicht padennet). Nu veertigjaar later het aandeel monoculturen verminderd, is er veel ondergroei van struiken en loofbomen bijgekomen en is de variatie (hoogte/leeftijd, afwisseling) vergroot. De leeftijdsopbouw van het naaldbos is tussen 1968 en 2007 continu saldo de situatie het eind niet veel af gewijzigd, maar per wijkt aan zo gek van het Van zichtbare invloed het bosbestand de in 1972-73 toen begin. op zijn stormen geweest, tientallen ha vooral oude (totaal bestand). Fijnspar en Douglas zijn omgewaaid 10-15% van vond deze bomen inmiddels zo’n 30 oud. Doorgaans prompt herinplant plaats en zijn jaar Door veranderde inzichten in bos- en ook heidebeheer en door de effecten van de stormenis na 1980 het naaldbosareaal in ZW-Drenthe ingekrompen.