Internationale

SpectatorJaargang 62 - nr 11 - november 2008

Frankrijks Vijfde Republiek jubileert

Vredesoperaties en hervorming van veiligheidssector

Georgië en zijn regio’s: vrede voor grondgebied

Instituut Clingendael

online tekst beschikbaar via www.internationalespectator.nl Inhoud November 2008 Uitgave van Koninklijke Van Gorcum BV (Assen) namens het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’ (Postbus 93080, 2509 AB Den Haag), dat samenwerkt met het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen, EGMONT, te Brussel.

Verschijnt maandelijks en wordt uitgegeven op de grondslag van een redactiestatuut. COLUMN Sjoerd Gosses Redactiebureau Turkije: kandidaat in verwarring Instituut ‘Clingendael’ Redactie Internationale Spectator Sven Biscop op weg naar Europa 610 Postbus 93080, 2509 AB Den Haag Afghanistan: waar is het tel. 070-3245384; fax. 070-3746669 strategisch debat? 573 Daan van der Schriek E-mail: [email protected] of [email protected] Georgië en zijn regio’s: www. internationalespectator.nl ARTIKELEN vrede voor grondgebied 615 Kernredactie Jaap W. de Zwaan (hoofdredacteur) Eimert van Middelkoop Teun Mandema & Peter A. Schregardus (eindredacteur) Gerard J. Telkamp (eindredacteur) Vredesoperaties en hervorming Japan als partner in van de veiligheidssector 575 vredesopbouw 620 Algemene redactie E. Bakker, S. Biscop, E. Drieskens, L. van den Herik, P. Hoebink, S. de Hoop, Kees Homan RESPONS W. Hout, M. van Keulen, J.C. Mulder, Frankrijk stapt over op multi- Jan Wijenberg C.W.A.M. van Paridon, J.Q.Th. Rood, R. A. Wessel. lateraal defensiebeleid 580 Israël en Barbertje 624 Abonnementen-administratie Karin Arts Koninklijke Van Gorcum BV Administratie Internationale Spectator Israël en Barbertje (2): Postbus 43, 9400 AA Assen Frankrijk: een halve eeuw de pot verwijt de ketel 626 tel. 0592-379555; fax. 0592-379552 Vijfde Republiek E.mail:[email protected] www.vangorcum.nl BOEKBESPREKINGEN H.L Wesseling Erik Faucompret over Abonnementsprijzen Nederland en België: Vijftig jaar Vijfde Republiek 585 Oorlog in drievoud 627 Particulier € 59,00 Jacco Pekelder over Instelling € 70,00 Jan-Herman Reestman De zoektocht naar hegemonie 628 Student € 46,90 (max. 5 jaar) Studenten-startersabonnement € 25,75 (1 jaar) Verleden bloeitijd van het Hylke Dijkstra over Buitenland: referendum in de Franse De Europese Raad: hoogste Particulier € 85,00 Instelling € 97,00 Grondwet 587 orgaan van de EU 629 Student € 69,00 Mark Kranenburg over Betaling via Belgisch gironummer is mogelijk. Abonnementen worden automatisch verlengd, Niek Pas Zwarte Maandag 631 tenzij voor 1 december schriftelijke opzegging De Algerijnse crisis vanuit Joep Boerboom over heeft plaatsgehad. Nederlands perspectief 592 Gedetacheerde bruggenhoofden Losse nummers € 7,90 excl. portokosten en bruggenbouwers in Brussel 632 S.G.J. Reyn Ramses Wessel over Advertenties Acquire Media, De Amerikanen en De Gaulle 597 Verbreding en verdieping Sandor Quatfass, tel 038-4606384 / hand in hand in de EU 634 fax 038-4606318 [email protected] Jan Willem Brouwer Erik Faucompret over Begrip of onverschilligheid: Een blik met de caleidoscoop 635 Foto omslag Rutger van Hamersvelt De Gaulle en Nederland 602 Evert Kets over Rondreis door het zwarte Richtlijnen voor auteurs zijn verkrijgbaar op Christophe de Voogd continent 637 het redactie-adres. Spel van de nagedachtenis: ISSN 0020-9317 1958 en 1968 607 SIGNALEMENTEN 638 Alle in dit maandblad uitgesproken meningen en inzichten blijven geheel voor verantwoor- SUMMARIES 640 delijkheid van de schrijvers.

Niets uit deze uitgave mag worden verveel- voudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie, microfilm, of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoud November 2008

Column Sven Biscop

Afghanistan: waar is het strategisch debat? Enige tijd geleden werd ik door het ministerie van Maar het scheppen van militaire veiligheid is wél defensie van een EU-lidstaat betrokken bij een voorwaarde voor het voeren van het vereiste politiek, scenario-oefening: hoe zal de internationale vei- sociaal en economisch beleid. ligheidsomgeving eruit zien in 2030? Ik moest in Een substantiële verhoging van het aantal troepen, het bijzonder reageren op het luik over de NAVO. d.w.z. meer dan enkele honderden infanteristen hier Meest waarschijnlijke scenario volgens de auteur, en enkele gevechtsvliegtuigen daar, valt echter niet een kolonel: in 2030 zal de NAVO nog steeds in te verwachten. De Europese landen zitten aan de li- A­fghanistan zitten – en nog steeds zonder succes. miet van hun ontplooibare capaciteiten, gelet ook op Met andere woorden, als de Alliantie op 1 januari hun betrokkenheid in andere landen, zoals Kosovo, 2031 uit Afghanistan zou vertrekken, zou de zaak Libanon en Tsjaad. Ook is het de vraag in hoeverre ’s anderendaags in elkaar storten. Mijn reactie aan de landen die nu het zware werk opknappen, zoals Ne- kolonel: u zou best wel eens gelijk kunnen hebben. derland en Canada, bereid zijn dat te blijven doen. Maar belangrijker: als u dit echt gelooft, waarom Het is zeer onwaarschijnlijk dat een ander Europees zouden de troepen van uw land dan überhaupt blijven land klaar staat om hun taak over te nemen. tot 2030, als het toch niks uithaalt? De enige mogelijkheid lijkt dan ook overplaatsing Deze anekdote illustreert de houding die ik steeds van een groot aantal Amerikaanse troepen na hun meer aantref in nagenoeg alle Europese landen, zo- terugtrekking uit Irak, maar die is pas voorzien voor wel bij beleidsmakers als bij collega ‘think-tankers’. 2011. Het is bovendien helemaal niet zeker of het Haast niemand gelooft dat wat de NAVO samen met op deze manier inruilen van Irak voor Afghanistan de andere betrokken actoren nu doet in Afghanistan, haalbaar zal zijn, zowel politiek als qua capaciteiten. een duurzaam effect heeft. Dat betekent daarom Daarmee is meteen een andere oorzaak van de nog niet dat men de ISAF-missie wil beëindigen, huidige malaise vermeld. Van Afghanistan een cen- maar wél dat de huidige ‘modus operandi’ volgens traal, goed bestuurd en min of meer democratisch de meeste waarnemers niet tot blijvende resultaten land maken, was al een helse opdracht. Maar toen leidt. Alleen lijkt geen enkele NAVO-lidstaat dat ‘we’ ook nog eens Irak binnenvielen, werd het mis- formeel te durven toegeven, omdat dat lijnrecht te- schien een onmogelijke opdracht. Niet alleen door gen de Verenigde Staten zou ingaan. En dus stemde het gebrek aan capaciteit om twee grootschalige iedereen op de NAVO-top in Boekarest (april 2008) operaties tegelijk te ondernemen, maar ook omdat opnieuw voor een mooie verklaring over Afghani- als gevolg van de inval in Irak en de daaropvolgende stan, waarna er ter plekke weinig verandert. Intussen burgeroorlog het internationale klimaat zich tegen sneuvelen er echter wel soldaten: hoe eerlijk is het je alle als westers beschouwde interventies keerde. Elke troepen te ontplooien, als je eigenlijk niet echt meer aanslag in Irak inspireert ook degenen die zich in gelooft in hun missie? Afghanistan tegen president Karzai en de NAVO Eén oorzaak van deze situatie is dat de huidige verzetten. De vele burgerslachtoffers, die al te vaak militaire aanwezigheid niet volstaat om het hele te betreuren zijn als gevolg van onze eigen militaire grondgebied onder controle te houden. Een Britse operaties, helpen natuurlijk niet. documentaire, die enkele maanden een eenheid Tegelijk mogen we niet vergeten dat in 2001 ie- volgde, toonde dat perfect aan: de Britse troepen be- dereen de inval in Afghanistan volmondig steunde. vrijdden een dorp, vertrokken dan, om enkele weken Iedereen was het erover eens dat al-Qaeda de ‘veilige later hetzelfde dorp opnieuw te bevrijden, enz. Zoals haven’ in Afghanistan ontzegd moest worden en het een hoge Amerikaanse militair me vertelde: dit is Taliban-regime, dat hen gedoogde, moest worden een patstelling die nog jaren kan duren. De Taliban afgezet. Daardoor werden we meteen ook verant- kunnen de NAVO niet verslaan, maar de NAVO kan woordelijk voor het bestuur van het land. ook de Taliban niet verslaan. Uiteraard is militaire Dit is dus geen simpel pleidooi voor terugtrek- inzet slechts een middel en geen doel op zich zelf. king, maar wél voor een fundamenteel strategisch

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 573 Spectator debat over de doelstellingen van onze betrokkenheid. steuning en op verzoek van Nederland. Velen zijn Is de huidige doelstelling Afghanistan om te vormen tegen, omdat ze per definitie tegen het inzetten tot een democratische staat nog wel haalbaar, in het van Belgische troepen voor gevechtsoperaties zijn. licht van de internationale context en onze eigen Anderen zijn voor, omdat ze vinden dat het Belgi- capaciteiten? Zo ja, wat moet er dan veranderen aan sche leger moet aantonen ook meer risicovolle taken onze aanpak? Zo nee, wat kan dan een bescheidener aan te kunnen. Het Belgisch debat moet echter doelstelling zijn die wel haalbaar is? Kan er onder- in de hierboven geschetste bredere context bekeken handeld worden met de Taliban? Kan de poort tus- worden. Vooraleer de NAVO zich fundamenteel sen Pakistan en Afghanistan gesloten worden? Moe- beraden heeft op de aanpak en vooral de doeleinden ten we meer zeggenschap eisen over de beslissingen van ISAF, was het misschien minder gepast extra van de regering-Karzai (bijv. bij de aanstelling van troepen te zenden. Maar als zo’n debat kan leiden gouverneurs)? Hebben we op economisch vlak iets te tot consensus over een aangepaste of nieuwe strate- bieden aan de modale Afghaan? gie, moet ook België aan ISAF – blijven – bijdra- Er zijn helaas geen eenvoudige antwoorden op gen, ook als dat gevechtsoperaties impliceert. Dat is deze vragen. Misschien kan het Westen best leven niet alleen een kwestie van geloofwaardigheid ten met een minder democratisch Afghanistan, mits opzichte van onze NAVO- en EU-partners. Uitein- dit garanties geeft dat het geen schuilplaats biedt delijk kunnen in een gemondialiseerde wereld België aan terroristische groepen (en misschien zelfs en Europa alleen veilig blijven als ook de rest van de onze ‘s­pecial forces’ toelaat op het grondgebied te wereld stabiel blijft – een ‘veilig Europa in een betere o­pereren). Net zoals trouwens thans in Irak de feite- wereld’, zoals de Veiligheidsstrategie van de Euro- lijke toestand niet beantwoordt aan het soort regime pese Unie het stelt. Dat betekent niet dat België aan dat de Amerikanen aanvankelijk voor ogen hadden. alle operaties moet deelnemen, maar wél dat het, als Maar dat is natuurlijk geen aangename boodschap het echt overtuigd is van het nut van een operatie, af voor die Afghanen die wél tevreden zijn met onze en toe ook bereid moet zijn risicovolle opdrachten op aanwezigheid daar. Hoofdzaak is dat dit debat over zich te nemen. de doelstellingen van die aanwezigheid ten gronde g­evoerd wordt, zodat we nadien zeker zijn van de zaak waarvoor we onze troepen naar risicovolle Prof. dr Sven Biscop is als senior research fellow verbonden aan Egmont g­ebieden sturen. – Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel. Voorts In België woedt thans een scherp debat over het doceert hij Europese veiligheid aan het Europacollege in Brugge en aan uitzenden van vier F16’s naar Kandahar, ter onder- de Universiteit Gent.

Spiegel van dit nummer: november 2008

Het novembernummer van de Internationale Spectator voldoet aan het stilzwijgend credo van de redactie: behandeling van minstens twee continenten (in dit geval Europa en Azië); aandacht voor zowel thema’s (defensiebeleid, Europese integratie) als afzonderlijke landen (van Afghanistan tot J­apan); aan het woord laten komen van uiteenlopende visies (de columnist en de Minister); ruimte voor reacties (in de rubriek Respons de bijdragen van Wijenberg en Arts); auteurs van diverse p­luimage (in deze aflevering: journalisten, onderzoekers, denktankers, politici en oud-diplomaten; bijdragen van Nederlanders en Vlamingen; een enkele redacteur en een enkele Clingendaeler, naast schrijvers van Gent tot Groningen); en een waaier van pittige boekbesprekingen en signalementen. Met in dit eigenzinnig blad een thematisch deel over een van de eigenzinnigste landen van Europa en het jubileum van zijn Vijfde Republiek. Prof. dr H.L. Wesseling heeft dit thematisch deel voorzien van een inleiding en verantwoording.

Eindredactie

574 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Eimert van Middelkoop

Vredesoperaties en hervorming van de veiligheidssector

Er is een tijd geweest dat Ontwikkelingssamenwer- voor de civiele ontwikkeling, op zijn kop gezet. king en Defensie tegenover elkaar stonden. In de Het gaat er nu om de synergie tussen de inzet van jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw beteken- militaire instrumenten en ontwikkelingssamen- de ontwikkeling vooral economische groei. Ontwik- werking verder te versterken. Ik wil daar vooral op kelingssamenwerking moest die groei bevorderen. ingaan aan de hand van enkele resultaten van we- De militaire sector werd beschouwd als een obsta- tenschappelijk onderzoek. Vooraf wil ik echter het kel voor die groei. Alle bestedingen aan soldaten belang van Nederland schetsen om zich in te zetten en wapens gingen immers ten koste van uitgaven voor het stabiliseren van zwakke (of zoals ze thans die de sociaal-economische ontwikkeling ten goede worden genoemd: ‘fragiele’) staten. kwamen. Via conditionaliteit is echter het besef Om drie redenen is het in het belang van doorgedrongen dat alleen de staat veiligheid kan N­ederland zich met fragiele staten te bemoeien en er waarborgen die nodig is om sociaal-economische orde en veiligheid te scheppen. Ten eerste dient die ontwikkeling mogelijk te maken. inzet een veiligheidsbelang: staten zonder centraal In zwakke staten moeten de capaciteiten van de gezag kunnen als vrijhaven voor terroristen dienen. staat worden versterkt. Kern van deze ‘good gover- Ten tweede is de armoede geconcentreerd in landen nance’ is de veiligheidssector. De vestiging van een waarin een burgeroorlog woedt of heeft gewoed. In- geweldsmonopolie, van oudsher de belangrijkste over- terventies in dit soort staten in de vorm van vredes- heidstaak, vereist dan ook hervorming van leger en operaties en hervorming van de veiligheidssector zijn politie, een activiteit die wij in het hedendaagse jargon bijzonder kosteneffectief. Ten derde brengen gewa- ‘Security Sector Reform’ (SSR) zijn gaan noemen. pende conflicten in zwakke staten allerlei negatieve Defensie helpt bij de opleiding van militairen in indirecte effecten teweeg: vluchtelingenstromen, ontwikkelingslanden en adviseert over de inrichting besmettelijke ziekten en de handel in tal van verbo- Prof. dr Sven Biscop is als senior research fellow verbonden aan Egmont van de krijgsmacht. Deze activiteiten zijn niet alleen den goederen (heroïne, wapens, vrouwen, enz.). De – Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel. Voorts van belang voor Afrika, maar ook voor Afghanistan, samenwerking tussen Ontwikkelingssamenwerking doceert hij Europese veiligheid aan het Europacollege in Brugge en aan het land waar de Nederlandse krijgsmacht deelneemt en Defensie die de afgelopen tijd tot stand is geko- de Universiteit Gent. aan de NAVO-operatie ISAF. ISAF betekent ‘Inter- men, berust op drie premissen.1 national Security Assistance Force’, dat wil zeggen 1 Fragiele staten kunnen een ernstig veiligheidsrisico dat we de Afghaanse regering helpen bij het tot vormen. De terroristische aanvallen op de Twin stand brengen van een veilige situatie. Dat gebeurt Towers en het Pentagon werden voorbereid op het in de eerste plaats door middel van inzet van militai- grondgebied van Afghanistan, waar het Taliban- re eenheden in een vredesoperatie. Die brengen orde regime aan Al Q’aida gastvrijheid verschafte. Een en verschaffen veiligheid voor de Afghaanse burgers. van de vier terroristen die in juli 2005 met behulp Tegelijkertijd worden echter Afghaanse militairen van rugzakbommen een aanslag in de Londense opgeleid. In Operational Mentor and Liaison Teams ondergrondse pleegden, kwam uit Somalië, dat (OMLT’s) wordt het Afghaanse nationale leger na het vertrek van de Verenigde Staten in oktober geleerd hoe men op moet treden. De opbouw van de 1993 tot wanorde is vervallen. Het is dus zowel be- Afghaanse krijgsmacht (ANA) maakt het mogelijk langrijk te voorkomen dat het staatsgezag ineen- dat steeds meer taken aan de Afghanen zelf kun- stort (conflictpreventie) als – indien dat tijdens een nen worden overgedragen. Uiteindelijk maakt dit de gewapend conflict tóch gebeurt – de veiligheid en vermindering en het vertrek van de internationale orde te herstellen door het opzetten van een inter- troepenmacht mogelijk. Ons optreden in Afghani- nationale vredesmissie. stan illustreert dat Ontwikkelingssamenwerking en 2 Veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde voor Defensie elkaar versterken: onze militairen verrich- ontwikkeling. Economische groei is pas mogelijk ten deels ontwikkelingswerk. Daarmee is het beeld als de mens zich kan toeleggen op productie en waarin de militaire sector werd gezien als bedreiging ruil. Dat vergt een veilige omgeving, waarin de

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 575 Spectator opbrengst van economische activiteiten niet op door de gruwelijke beelden uit Irak. De door Irak ieder moment verloren kan gaan door roof of plun- veroorzaakte aversie tegen interventie lijkt thans te der. Voor het creëren van zo’n veilige omgeving is worden geprojecteerd op Afghanistan. Dit pessimis- staatsvorming onontbeerlijk: de overheid moet er me is evenwel onterecht als we het gehele conflict- immers voor zorgen dat de burger onbedreigd kan patroon na de Koude Oorlog bezien. Zo is het aantal overleven. Staatsvorming is dientengevolge via het ‘major armed conflicts’ waarin in één jaar minstens verschaffen van veiligheid een voorwaarde voor 1.000 slachtoffers ten gevolge van gevechten moeten ontwikkeling. zijn gevallen, volgens het Stockholm International 3 Voor duurzame vrede is een overdrachtsstrategie nodig, Peace Research Institute (SIPRI) tussen 1991 en 2006 waarin het overheidsgezag in een fragiele staat wordt gedaald van 31 tot 16.4 Deze dalende tendens wordt hersteld. Militaire operaties kunnen ervoor zorgen ondersteund door cijfers van het Human Security dat de orde wordt hersteld en dat de veiligheid in Center.5 Tegelijkertijd is het aantal vredesoperaties een fragiele staat terugkeert. Maar uiteindelijk na de Koude Oorlog sterk gegroeid.6 De toegeno- gaat het erom het gezag van de civiele autoriteiten men internationale samenwerking heeft het mogelijk ter plaatste volledig te herstellen. Hiertoe moet gemaakt dat thans in ruwweg de helft van het aantal het geweldsmonopolie van de nationale overheid gewapende conflicten een internationale vredes- worden gevestigd, waarop politieke controle moet macht wordt ontplooid. worden uitgeoefend. De internationale gemeen- In zijn boek The Bottom Billion (2007) signaleert schap kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Collier vier valkuilen waarin extreem arme landen verzeild kunnen raken. Deze landen hebben in totaal Op twee manieren (vredesoperaties en SSR) kunnen zo’n 1 miljard inwoners op een wereldbevolking van militairen bijdragen aan het verschaffen van veilig- 6,7 miljard. De eerste valkuil is de ‘conflict trap’: lan- heid en daarmee aan de ontwikkeling van een land. den waarvan de bevolking onder extreme armoede De Britse econoom Paul Collier, voormalig onder- lijdt, worden vaker getroffen door burgeroorlogen, zoeksleider van de Wereldbank en tegenwoordig die op hun beurt de armoede weer bestendigen.7 directeur van het ‘Center for the Study of African Zo heeft 73% van het ‘bottom billion’ recent een Economies’ in Oxford, definieert een gewapend gewapend conflict meegemaakt of zit het daar nog conflict als het tegengestelde van ontwikkeling.2 middenin. Dit is ook de reden waarom mijn collega Vredesoperaties kunnen in zijn ogen orde en veilig- Koenders de aanpak van fragiele staten tot één van heid creëren en daarmee een bijdrage leveren aan zijn speerpunten heeft verheven.8 armoedebestrijding. Deze missies gaan uit van het Collier leidt de effectiviteit van vredesoperaties af principe dat door de Amerikaanse socioloog Etzioni uit een daling van de waarschijnlijkheid dat een land is bestempeld als ‘Security First’.3 Daarnaast onder- opnieuw ten prooi valt aan een gewapend conflict. streept ook Collier het belang van SSR. Hij noemt Gemiddeld bedraagt deze kans op recidive bijna deze hulp ‘technische assistentie’ en pleit ervoor deze 40%, maar na een vredesoperatie daalt die waar- vorm van projecthulp in ere te herstellen. schijnlijkheid van een terugval naar een burgeroorlog tot 7%.9 In het gegevensbestand van Collier en zijn Effectiviteit van vredesoperaties medewerkers bedragen de gemiddelde kosten van Hoe effectief zijn de internationale vredesmissies een burgeroorlog – afhankelijk van de vraag of de eigenlijk? De beeldvorming over succes en falen van indirecte negatieve effecten worden meegerekend vredesoperaties is nogal conjunctuurgevoelig. Na de – tussen de $60 en $250 miljard.10 Vredesoperaties succesvolle bevrijding van Koeweit (‘Desert Storm’) besparen het land (en trouwens ook zijn buren en en de val van de Muur leek een gouden toekomst de internationale gemeenschap) dus een aanzien- voor de internationale samenwerking weggelegd. lijk bedrag, omdat zij de staat de kans bieden uit de Ook die op militair gebied, in de vorm van interna- ‘conflict trap’ te ontsnappen. Volgens Colliers bere- tionale vredesmissies. Dit optimisme werd evenwel keningen zijn de opbrengsten van militaire maatre- verdrongen na enkele overduidelijke mislukkingen, gelen tussen de vier en achttien keer zo groot als de zoals Somalië, Rwanda, Bosnië. kosten.11 Hij concludeert hieruit dat interventies hoe Het voorzichtige herstel van vertrouwen in vre- dan ook nodig zijn. Om die reden noemt Collier ook desmissies werd vervolgens weer ongedaan gemaakt de les die de Verenigde Staten trokken uit Soma-

576 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator lië, nl. dat niet geïntervenieerd zou moeten worden, militairen vooral in het gemeenste en hardnekkigste ‘disastrously wrong’. type conflict te hulp worden geroepen. In zijn studie From War to the Rule of Law heeft Joris Voorhoeve daarnaast berekend dat de kosten Tegengeluiden om een land na een burgeroorlog via een civiel- Het is dan ook niet verwonderlijk dat vredesopera- militaire operatie weer op eigen benen te laten staan, ties lang niet altijd succesvol zijn. Om die reden kan zeer beperkt zijn. Volgens Voorhoeve dienen hier- het geen kwaad in te gaan op twee veelgehoorde toe jaarlijks negen lichte operaties en één zware te en op het eerste gezicht niet onaannemelijk klin- worden uitgevoerd. Hiervoor is volgens zijn bere- kende tegengeluiden. De eerste drogreden luidt: ‘zet kening op wereldschaal 34 miljard euro nodig, een er maar een muur omheen.’ Maar dat kan nu juist gering b­edrag als men het vergelijkt met de kosten meestal niet, zoals bleek in Bosnië en thans op de die burger­oorlogen meebrengen. Hij noemt deze uit­ grens tussen Afghanistan en Pakistan. De tweede gaven ‘a sound investment in human security’.12 reactie, waaraan de Amerikaanse strateeg Edward Hoe vallen deze resultaten te rijmen met de veel- Luttwak zijn naam heeft verbonden, luidt: ‘laat ze gehoorde bewering dat het aantal conflicten na de het zelf maar uitvechten.’14 Dat devies, dat in de Koude Oorlog juist zou zijn toegenomen en met praktijk zou kunnen worden gebracht na isolering de scepsis over het nut van vredesoperaties? Hier van het conflict, hield volgens Luttwak in dat onder speelt de psychologische wetmatigheid dat mensen meer de Serviërs als militair sterkste partij in Bosnië zich tegenslagen scherper herinneren dan successen, snel hadden kunnen zegevieren. Nog afgezien van een rol. Somalië, Rwanda, Bosnië en Irak passeren de ethische aspecten is er geen enkele garantie dat de keer op keer de revue. Maar wie vestigt de aandacht verslagene in een burgeroorlog zich bij zijn nederlaag op succesverhalen als die in Mozambique, Sierrra neerlegt, zoals onder meer blijkt uit de nog steeds L­eone, Liberia, Burundi en de geslaagde pacificatie voortgaande strijd tussen de krijgsheren in Somalië. van Midden-Amerika en Zuidelijk Afrika? De tussenconclusie is derhalve dat er alle reden is Overigens waarschuw ik dat deze tot optimisme met vredesoperaties door te gaan, juist in de armste stemmende onderzoeksresultaten er niet toe mogen landen, waartoe ook Afghanistan behoort. Uiter- leiden dat de moeilijkheidsgraad van vredesoperaties aard sluit dit niet uit dat onze aanpak van bijstand wordt onderschat. Een kritische factor voor het al aan de autoriteiten ter plaatse kan worden verbeterd. dan niet slagen van een operatie lijkt de tijdsduur: Zo heeft generaal b.d. Sir Rupert Smith geopperd men moet een operatie lang kunnen volhouden om om een differentiatie in militaire aanwezigheid aan een politieke regeling te kunnen treffen die een eind te brengen.15 Zo zouden manoeuvre-eenheden niet maakt aan het gewapend treffen. Wél kan aard en altijd in het gebied aanwezig hoeven te zijn en zou omvang van de militaire aanwezigheid in de loop vaker van ‘over the horizon forces’ gebruik kunnen der tijd transformeren van een ‘reguliere’ interventie- worden gemaakt. Daarentegen dienen ‘information macht tot de inzet van een beperkt aantal militairen operations’ en het opleiden van veiligheidsfunctiona- die ondersteuning bieden aan hervorming van de rissen wel constant door te gaan. Om die reden heeft veiligheidssector en daarmee aan de opbouw van de de regering recent aan de Adviesraad Internationale staat. Een voorbeeld van zo’n verminderde en ge- Vraagstukken (AIV) gevraagd of en hoe de Neder- transformeerde militaire presentie biedt Bosnië na de landse praktijk van het geïntegreerde veiligheidsbe- Dayton-akkoorden. leid in vredesoperaties verder kan worden verbeterd. De lange tijd die nodig is voor succesvolle interven- tie, zou overeen kunnen stemmen met de bevinding Hervorming van de veiligheidssector (SSR) dat intra-statelijke conflicten waarin wordt geïnterve- Eén van de manieren waarop de effectiviteit van nieerd, langer duren.13 Interventie blijkt pas mogelijk vredesoperaties kan worden verhoogd, is de be- wanneer via de media duidelijk is geworden dat veel tere benutting van het tweede instrument waarmee bloed wordt vergoten. Dit is ook een reden waarom militairen een bijdrage kunnen leveren aan con- conflictpreventie zo lastig in de praktijk kan worden flictbeëindiging en ontwikkeling: het ondersteu- gebracht. Het feit dat pas wordt ingegrepen wanneer nen van SSR.16 SSR is het laatste decennium breed het water de mensen over de schoenen loopt (en soms gedefinieerd, waaraan aan Nederlandse zijde ook zelfs dan nog niet), betekent echter dat buitenlandse de ‘Conflict Research Unit’ (CRU) van Instituut

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 577 Spectator Clingendael een belangrijke bijdrage heeft geleverd. perspectief van toetreding tot militair en financieel SSR omvat niet alleen de veiligheidssector in de zin sterke organisaties, zoals de EU en de NAVO. Hier- van de civiele politie en de krijgsmacht, maar ook door ontbreekt een ‘bodem’ waarin het SSR-proces de gerechtelijke instanties, het gevangeniswezen, de kan wortelen. SSR kan namelijk zeer diep ingrijpen, veiligheidsdiensten en de douane. Hervorming van omdat het gaat om vestigen van een geweldsmono- de veiligheidssector beoogt voorts dat deze onder polie en de politieke controle hierop. Dit kan directe politieke en zo enigszins mogelijk democratische repercussies hebben voor de politieke machtsverde- controle wordt gebracht. Defensie levert aan SSR ling in een land. Om deze reden heeft de Soedanese vooral een bijdrage via het opleiden en trainen van overheid in 2006 bijvoorbeeld Westerse steun van militairen en het adviseren van de civiele autoriteiten het International Military Advisory Team (IMAT) over civiel-militaire betrekkingen, zoals dat via het van de hand gewezen bij het oprichten van een nieu- inschakelen van Instituut Clingendael is geschied we geïntegreerde defensie- en veiligheidsstructuur. ten aanzien van Indonesië. Er bleek geen ruimte voor een kritische benadering. SSR heeft haar nut bewezen bij de succesvolle Ondanks deze niet te onderschatten problemen integratie van landen in Midden- en Oost-Europa in die gepaard gaan met duurzame stabilisering en de NAVO. Hierbij ging het onder meer om het ves- veiligheidssamenwerking, wil ik het belang van SSR tigen van het primaat van de politiek en het ingang om twee redenen beklemtonen. Ten eerste kan SSR doen vinden van gedragscodes voor militairen. Een ertoe bijdragen dat de lokale autoriteiten eerder voor voorbeeld is de Code of Conduct die de OVSE heeft de veiligheid in hun eigen land kunnen zorgen. SSR opgesteld. Deze staten wilden allemaal graag tot het kan de kans op recidive nog verder terugdringen dan de 7% in de bevindingen van Collier. Doordat SSR bijdraagt tot een succesvolle overgang (transitie) Hervorming veiligheidssector bewees nut bij van de interventiefase naar de fase waarin de lokale overheid haar ‘ownership’ kan herstellen, kan ook de s­uccesvolle integratie van Oost-Europa in de NAVO duur van de aanwezigheid van de internationale in- terventiemacht worden beperkt. Dit onderstreept het tijdelijk karakter van de hedendaagse vredesopera- Westen gaan behoren, wat op militair gebied werd ties: het doel is niet als bezettingsmacht te fungeren, vertaald in toetreding tot de NAVO. In dit kader maar de lokale civiele autoriteiten tijdelijk te assiste- heeft Nederland op nationaal en regionaal niveau ren, opdat zij weer op eigen benen kunnen staan. ook bijdragen geleverd aan het opbouwen van hun Voor een succesvolle overgang van burgeroorlog vredeshandhavingscapaciteiten. naar stabiliteit is trouwens ook het aan SSR ver- We doen dit ook op beperkte schaal in Afrika. wante DDR (‘Disarmament, Demobilisation and Deze zomer nog zijn twee Nederlandse militairen in Reintegration’) van grote betekenis.17 DDR-pro- Nairobi geplaatst om ondersteuning te verlenen aan gramma’s hebben tot doel de tijdens het gewapend de ontwikkeling van een Oost-Afrikaanse vredes- conflict sterk gegroeide omvang van het regerings- handhavingsbrigade. Deze kan optreden bij nationa- leger en de strijdkrachten van de opstandelingen na le en grensoverschrijdende problemen. Een Afri- een bestand te verminderen. Soldaten en strijders kaanse oplossing voor Afrikaanse problemen dus, moeten daartoe aan werk in de civiele sector worden hoewel ik niet verwacht dat niet-Afrikaanse lidstaten geholpen. Nederland heeft bijvoorbeeld 5 miljoen van de Verenigde Naties hierdoor hun betrokkenheid euro bijgedragen aan een demobilisatieproject in de bij het continent geheel kunnen beëindigen. Daar- Democratische Republiek Congo, dat te zamen met bij gaat het erom te tonen dat de VN de gebleken Zuid-Afrika is uitgevoerd. Ook Collier wijst op de capaciteit om problemen in Afrika op te lossen, ook vredesbevorderende werking van het reduceren van verder kunnen doorzetten. In dit opzicht geven de militaire uitgaven en de omvang van de strijdkrach- lotgevallen van Shirbrig (Standby High Readiness ten na een gewapend conflict: daardoor neemt de Brigade for United Nations Operations), UNMEE kans op het weer oplaaien van de strijd verder af.18 (United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea) Ten tweede kan SSR vaker worden aangewend en de operatie in Darfur reden tot zorg. voor conflictpreventie, dat wil zeggen buiten vredes- Op het gebied van SSR dient daarnaast een be- operaties om. De Nederlandse regering heeft naast langrijk verschil tussen Europa en Afrika te worden terrorismebestrijding, vredesmissies en wederop- onderkend. Voor Afrikaanse landen ontbreekt een bouw ook conflictpreventie in het coalitieakkoord

578 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator opgenomen. SSR kan bij uitstek dienen om dit doel 2 Paul Collier e.a., Breaking the Conflict Trap: Civil War and te bereiken. Een andere mogelijkheid gewapende Development Policy, The World Bank, 2003; Paul Collier, The conflicten te voorkomen, is trouwens preventieve Bottom Billion: Why the Poorest Countries are Failing and What stationering van vredesmachten, zoals destijds met Can Be Done About It, Oxford, 2002. UNPREDEP in Macedonië is geschied. 3 Amitai Etzioni, Security First: For a Muscular Foreign Policy, New Haven: Yale University Press, 2007. Conclusies 4 ‘Armaments, Disarmament and International Security’, SIPRI 1 Militairen kunnen op korte termijn veiligheid Yearbook 2007, Oxford University Press, 2007, hoofdstuk 2. creëren door middel van het stationeren van in- 5 Human Security Brief 2007, 21 mei 2008. ternationale vredesmachten. Op langere termijn 6 H. Noldus, Strategische Samenwerking van de Grote Mogendhe- kunnen zij de overdracht van bevoegdheden aan den in de Veiligheidsraad 1946-2000, disseratie, Utrecht, 2007; de nationale autoriteiten bevorderen door middel en SIPRI Yearbook 2007, a.w. noot 4, hoofdstuk 3. van het opleiden van militairen, het geven van ad- 7 De tweede valkuil betreft de grote rijkdom aan bodemschatten; vies over de hervorming van de veiligheidssector de derde het ontbreken van een toegang tot de zee (‘l­andlocked’) en het meewerken aan ontwapenings- en demobi- en het omsloten zijn door slecht geregeerde buurlanden; en de lisatieprogramma’s. vierde het slechte bestuur in een klein land zelf. 2 Deze bijdragen van militairen aan ontwikke- 8 Ministerie van Buitenlandse Zaken (Ontwikkelingssamen- ling illustreren dat de ‘mix’ van internationale werking), Beleidsnotitie Ontwikkelingssamenwerking 2007-2011 betrokkenheid bij gewapende conflicten in de ‘Een zaak voor iedereen’, oktober 2007. tijd kan variëren. Opleiden van lokale militai- 9 Paul Collier e.a., ‘The Security Challenge in Conflict-Prone ren en ‘information operations’ zijn bijvoorbeeld Countries’, Consensus 2008 Challenge Paper, Kopenhagen, 2008. continu nodig, maar bij inzet van manoeuvre- 10 Ibid., blz.13. eenheden zijn alternatieve opties mogelijk (onder 11 Ibid., blz..60. meer inzet op rotatiebasis à la de NATO Response 12 J.J.C. Voorhoeve, From War to the Rule of Law. Peace Building Forces en de EU battle groups, of ‘over the horizon’- After Violent Conflicts, Amsterdam: Amsterdam University beschikbaarheid zoals in Sierra Leone). Ook kan Press, 2007, blz.142. opleiding na beëindiging van het conflict gevolgd 13 P. Regan, ‘Third Party Intervention and the Duration of worden door demobilisatie. I­ntrastate Conflicts’, in: Journal of Conflict Resolution, 46, 2004, 3 SSR is een vorm van ‘technical assistance’ om blz. 275-301; I. Duyvestein, ‘Military Intervention and the ‘ownership’ van de lokale overheid zo snel moge- Escalation of War: A Summary of Quantitative Findings, lijk te herstellen. Hiermee vormt het een accent- 1945-1992’, in: Peace, Economics, Science and Public Policy, 3, 4, verschuiving van het type hulpverlening (multila- zomer 1996, blz. 20-33. terale en bilaterale sectorhulp, schuldverlichting) 14 Edward N. Luttwak, Strategy: The Logic of War and Peace, Cam- dat het laatste decennium het ontwikkelingssa- bridge: The Belknap Press, 2001, hoofdstuk 4. menwerkingsdenken heeft gekenmerkt. 15 Rupert Smith, The Utility of Force: The Art of War in the Modern World, Penguin, 2006. Ontwikkelingssamenwerking en Defensie staan al 16 Zie bijv. Suzanne Verstegen, Luc van de Goor & Jeroen de lang niet meer met de ruggen naar elkaar toe. Het Zeeuw, The Stability Assessment Framework: Designing Integrated gaat er nu om pakketten van hulp en militaire inzet Responses for Security, Governance and Development, Den Haag: voor een aantal landen samen te stellen, waarin de Ministerie van Buitenlandse Zaken, 2005. militaire en de OS-instrumenten elkaar versterken. 17 Zie bijv. Martin Koper, ‘Ontwapenings-, demobilisatie- en Oud-premier Lubbers merkte over deze geïntegreer- re-integratieprogramma’s in Afrika: minder maar beter’, in: de benadering op, dat deze ook in het economisch Internationale Spectator, september 2008, blz. 461-464. belang is van Nederland in een mondialiserende 18 Collier (2002), a.w. noot 2, blz. 131-133. wereld: ‘defensie is deels ook ontwikkelingssamen- 19 HP-De Tijd, 12 september 2008. werking, deels economische zaken.’19 Ik hoop enkele mogelijkheden te hebben geschetst voor een verdere uitwerking van dit geïntegreerde beleid. Drs E . van Middelkoop is minister van Defensie. Dit artikel is een bewerkte versie van de toespraak die de minister hield ter gelegenheid van de Noten opening van de 63e Leergang Buitenlandse Betrekkingen van Instituut 1 Ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en Economi- Clingendael, op 22 september 2008. sche Zaken, Wederopbouw na gewapend conflict, notitie, 2005.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 579 Spectator Kees Homan

Frankrijk stapt over op multilateraal defensiebeleid

Een aantal Franse admiraals en generaals zal, in Hij waarschuwt echter ook dat de terugkeer in de tegenstelling tot president Sarkozy, met gemengde NAVO alleen plaats zal vinden onder gelijktijdige gevoelens naar het jaarlijkse militaire machtsvertoon vooruitgang op het gebied van Europese defensie.4 op de Champs Élysées, op de nationale feestdag van De terugkeer in de NAVO moet eerder gezien 14 juli 2008, hebben gekeken. Een maand daarvoor worden als een politiek gebaar in de richting van hadden deze officieren immers in een anonieme de Verenigde Staten dan als een stap van werke- brief in Le Figaro fors afstand genomen van het lijke militaire betekenis. Frankrijk nam immers al door S­arkozy aangekondigde nieuwe defensiebeleid, voor 90% deel aan de NAVO. Het land was alleen waaronder het schrappen van 54.000 banen.1 Zij in het Defence Planning Committee, de Nuclear menen dat Frankrijk van nu af aan in dezelfde divisie Planning Group (waar Frankrijk overigens buiten als Italië gaat spelen en dat het Europese militaire zal blijven) en het Integrated Military Command leiderschap overgaat op de Britten. Zij stelden tevens niet vertegenwoordigd. Bovendien heeft Frankrijk dat het nieuwe defensiewitboek zich kenmerkt door altijd substantieel bijgedragen aan NAVO-operaties; ‘amateurisme’ en ‘incoherentie’. thans met zo’n 4.000 militairen. Daarnaast stond de Maar de ambitieuze en dynamische Sarkozy laat NAVO-operatie in Kosovo tot voor kort onder bevel zich aan deze kritiek weinig gelegen liggen. Met zijn van een Franse generaal en zijn sinds 1 juli jl. 7.000 verkiezing tot president op 6 mei 2007 lijkt Frank- Franse militairen voor een half jaar beschikbaar voor rijk aan een nieuw tijdperk te zijn begonnen. In de de NATO Response Force. Sarkozy hoopt uiteraard nadagen van president Chirac vertoonde Frankrijk dat hij met de terugkeer in de geïntegreerde militaire een tweeslachtig beeld. Het land kampte met een structuur van de NAVO meer bijval zal ontmoeten kwakkelende economie, problemen bij Airbus, rel- bij de Europese lidstaten van de NAVO voor Frank- letjes in moslimbuurten en hevige protesten tegen rijks Europese ambities op defensiegebied. hervormingen die betere vooruitzichten op werk De Franse president benadrukt wel dat die te- voor minderheden zouden bieden. Door Sarkozy te rugkeer moet voldoen aan drie belangrijke criteria kiezen, stemde de Franse bevolking overweldigend van De Gaulle. In de eerste plaats behoudt Frankrijk voor verandering.2 de bevoegdheid zelf te beslissen over de inzet van zijn militairen; ten tweede komt er geen permanent Terugkeer in de NAVO contingent onder bevel van de NAVO; en in de derde Veel internationale positieve publiciteit kreeg plaats blijft de Franse kernmacht, de Force de Frappe, S­arkozy met zijn aankondiging dat Frankrijk waar- onder absolute onafhankelijke Franse controle. schijnlijk volgend jaar zal terugkeren in de geïnte- greerde militaire structuur van de NAVO. Al meer Herstel Franse grandeur dan veertig jaar geleden, in 1966, was Frankrijk uit De strijdkrachten hebben altijd een belangrijke rol die militaire structuur gestapt, omdat president De vervuld in het streven naar grandeur en het in stand Gaulle geen vertrouwen had in de Amerikaanse houden van de status van grote mogendheid. Franse nucleaire garantie voor Europa. De voorganger van politici tonen vanouds een voortdurende wil – een Sarkozy, president Chirac, beschouwde de betrek- bijna instinctieve aandrang – om een actieve rol in kingen tussen de NAVO en het Europees Veilig- de wereldpolitiek te vervullen. Er bestaat een grote heids en Defensie Beleid (EVDB) als een ‘zero-sum bereidheid te interveniëren, niet alleen met diploma- game’: wat goed was voor de een, was slecht voor de tieke, maar ook met militaire middelen. De mondiale ander, en vice versa.3 ontplooiing van Franse strijdkrachten is dan ook een Sarkozy noemt als reden voor de terugkeer dat van de belangrijkste beleidsinstrumenten die de Franse door de Franse positie buiten de geïntegreerde politieke leiders gebruiken in hun buitenlands beleid. militaire structuur het wantrouwen blijft bestaan Sarkozy lijkt met zijn plannen in het op 17 juni over het doel van Frankrijks Europese ambities. jl. verschenen witboek voor defensie en nationale vei-

580 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Kees Homan

ligheid de Franse grandeur, die onder zijn voorgan- wordt voorgezeten door de president en ondersteund ger Chirac aan erosie onderhevig was, weer te gaan door een raad van deskundigen die onafhankelijk herstellen.5 Frankrijk is altijd meer revolutionair dan zijn van departementale belangen. hervormingsgezind, ook op defensiegebied, zoals uit het nieuwe witboek blijkt. Het Pentagon herziet zijn Accentverschuiving naar Azië defensieplanning iedere vier jaar en de Britten lijken Het witboek voorziet voor 2025 een wereld die nog voortdurend bezig te zijn met het concipiëren van steeds gedomineerd wordt door de Verenigde Staten, een nieuw strategisch document. In Frankrijk ge- maar waarin het belang van Aziatische mogendhe- beurt dit eens per generatie, maar dan ook radicaal. den zal groeien en er zonder veel waarschuwing re- Het laatste witboek dateert overigens van 1994. gionale conflicten kunnen uitbreken. Het document neemt daarbij in beschouwing dat de veiligheid in de Frans defensiewitboek wereld – en dus van Europa – dramatisch beïnvloed Het 336 pagina’s tellende witboek is het produkt zal kunnen worden door veranderingen en moge- van een 35 personen tellende commissie, die door lijk conflicten in dat deel van de wereld. Prioriteit Sarkozy op 23 augustus 2007 werd ingesteld. De wordt gegeven aan een gebied dat zich uitstrekt van commissie bestond voor de helft uit hoge ambtena- de Atlantische Oceaan tot Zuid-Azië (‘van Dakar ren en voor de andere helft uit vertegenwoordigers tot Peshawar’) – waarbij men ervan uitgaat dat de uit de samenleving, zoals veiligheidsdeskundigen, meeste directe veiligheidsuitdagingen voor Frankrijk wetenschapslieden van diverse disciplines en niet- in dat deel van de wereld kunnen ontstaan. Het do- deskundigen, om tevens een frisse kijk op het veilig- cument pleit niet zozeer voor interventie, maar voor heidsdebat te geven. zorgvuldig management en roept het Westen op Het document beschrijft en analyseert belangrijke een groter belang te hechten aan stabilisering van de ontwikkelingen die de internationale veiligheids- regio, aangezien hier een regionaal en multilateraal omgeving sinds de publicatie van het laatste witboek veiligheidsinstrument ontbreekt. hebben beïnvloed, zoals de terroristische dreiging, de opkomst van regionale machtscentra, de proliferatie Kennis en anticipatie van massavernietigingswapens, mondiale pande- Naast de bestaande vier strategische pijlers (pre- mieën, evenals de potentiële destabiliserende effecten ventie, afschrikking, bescherming en interventie), van globalisering. Terwijl het witboek ingrijpende introduceert Sarkozy ‘kennis en anticipatie’ (‘op ken- institutionele, militaire en politieke veranderingen nis gebaseerde veiligheid’) als nieuwe vijfde pijler.6 op veiligheidsgebied en de defensieprioriteiten voor Het witboek concludeert dat een meer onvoorspel- de komende vijftien jaar aankondigt, maakt Sarkozy bare wereld belangrijke investeringen in inlichtingen ook duidelijk dat hij voor de totstandkoming hiervan vergt. In de context van de nieuwe vijfde pijler speelt wel de Europese Unie nodig heeft. contra-terrorisme in het witboek een belangrijke rol, Het nieuwe Franse witboek bestrijkt tevens een met de nadruk op ontwikkeling van inlichtingenca- groter terrein dan in het verleden. Het document paciteiten, die zowel gebaseerd zijn op inlichtingen benadrukt zowel het belang van de bescherming verkregen door de mens (‘human intelligence’) als van de collectivité (de Franse bevolking en het Franse door satellieten. Dit om de Franse autonomie in be- grondgebied), als dat van een militaire doctrine die sluitvorming te garanderen, het strategisch initiatief gericht is op de bescherming van Frankrijks uitge- te behouden en beter voorbereid te zijn op strategi- breide strategische belangen. Het witboek beperkt sche verrassingen.7 zich dan ook niet tot het defensiebeleid als zodanig, In nauw verband hiermee staat de uitgebreide maar het hanteert een breed concept van ‘nationale reorganisatie van het Franse inlichtingenapparaat. veiligheid’, dat zowel de verdediging tegen externe Binnen het ministerie van binnenlandse zaken wor- dreigingen als bedreigingen van de interne veiligheid den de inlichtingendiensten gereorganiseerd, terwijl omvat. Dit in het bijzonder met het oog op terro- een Nationale Inlichtingencoördinator rechtstreeks rismebestrijding. Als gevolg van deze synergetische verantwoordelijk zal zijn aan de president binnen de benadering worden de Franse besluitvorming en nieuwe Defensie- en Nationale Veiligheidsraad.8 planning gereorganiseerd, met de instelling van een Op het gebied van de militaire ruimtevaart is Defensie- en Nationale Veiligheidsraad. Deze Raad Frankrijk in Europa de onbetwiste leider. Het

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 581 Spectator Franse C­entre National d’Études Spatiales is een civiel administratie of onderhoud, terwijl slechts 40% ope- agentschap, dat ook de militaire ruimteprogram- rationeel is. De minister van defensie, Hervé Morin, ma’s beheert via samenwerking met het ministerie verklaarde de afslanking van het personeelsbestand van Defensie. Frankrijk wil ook dat Europa een op te vangen door die verhouding om te keren, zoals belangrijke speler in de ruimte gaat worden.9 Het dit het geval is bij de Britse krijgsmacht, waarmee Europese Ruimte Agentschap biedt echter alleen Frankrijk zich graag vergelijkt. Admiraal Pierre- een wetenschappelijk en technisch, maar geen poli- François Forissier, chef van de marinestaf, verklaarde tiek perspectief. In dit opzicht is vooral de verdere verheugd te zijn dat het witboek de historische ge- ontwikkeling van een spionagecapaciteit van belang. legenheid bood zich te ontdoen van allerlei admini- Frankrijk heeft reeds met Griekenland, Spanje, stratieve lagen. ‘We kunnen niet doorgaan vijftien Italië, Duitsland en België de ontwikkeling van een machtigingen en dertig handtekeningen nodig te volgende generatie spionagesatellieten besproken. hebben en drie maanden te wachten om iets gedaan Opvallend is overigens dat ‘interventie’ als laatste te krijgen,’ zo zei hij.10 prijkt in de hiërarchie van Franse defensierollen en Terwijl Frankrijk over veel militairen beschikt, -missies. Niettemin zullen door betere organisatie, kampt het met veel oud materieel. De tankvliegtui- uitrusting en mobiliteit de Franse strijdkrachten be- gen zijn 45 jaar oud, de gepantserde voertuigen 28 ter in staat moeten zijn troepen over grote afstand in jaar en de Puma helicopters 30 jaar oud, terwijl van te zetten. Hierbij wordt er wel van uitgegaan dat de de tanks slechts de helft bruikbaar is. Meer middelen meeste Franse operaties in de toekomst in een mul- worden nu toegezegd voor inlichtingen, satellietbe- tinationale context zullen plaatsvinden. Ook wordt waking, onbemande gevechtsvliegtuigen en speciale het risico van een groot conflict in Europa voor de eenheden. komende 15 jaar erg laag ingeschat. Verrassend is overigens dat de beslissing tot de bouw van een vliegkampschip tot 2011 wordt uitge- Ambitieniveau steld. Als gevolg hiervan kan Frankrijk vooralsnog Het witboek noemt als ambitieniveau voor de Franse gemiddeld slechts voor 65% van de tijd een rondom krijgsmacht dat deze in termen van militaire capaci- een vliegkampschip gegroepeerde maritieme ge- teiten in staat moet zijn om gelijktijdig: vechtsgroep inzetten. Maar dit moet vooral gezien • een grote militaire operatie uit te voeren, onge- worden in het licht van het feit dat de meeste opera- veer 30.000 militairen omvattende, die binnen zes ties worden uitgevoerd met deelname van Europese maanden inzetbaar zijn voor de duur van een jaar, of NAVO-bondgenoten. in een gebied dat in een boog loopt van Mauritanië Ongeveer 30 tot 50 militaire bases zullen wor- tot Afghanistan; den gesloten, waarvan de uitvoering ongetwijfeld • te beschikken over een 5.000 man sterke reserve aangevochten zal worden door gemeenteraden en die permanent alert is, om elders in de wereld in parlementsleden van wie de belangen en herverkie- actie te komen; en zing hierdoor op het spel kunnen komen te staan. De • maximaal 10.000 militairen op Frans grondge- defensiebegroting voor 2008 bedraagt 36,8 miljard bied beschikbaar te hebben, die belast worden met euro en zal de komende jaren, gecorrigeerd voor in- taken die met de nationale veiligheid te maken flatie, gelijk blijven (2,3% van het BNP). Vanaf 2012 hebben, van terrorismebestrijding tot het voorko- zal de defensiebegroting reëel met 1% groeien. men van pandemieën en computeraanvallen via het internet. Kernwapenmacht Frankrijk pleegt zijn status van grote mogendheid Reducties in de Franse krijgsmacht nog steeds voor een belangrijk deel te ontlenen aan Sinds 1989 is de militaire personeelssterkte van de zijn kernmacht, de Force de Frappe. Het witboek stelt Franse krijgsmacht gereduceerd van bijna 500.000 dat nucleaire afschrikking een essentieel concept van tot 255.000. Dit aantal loopt terug tot 225.000 mili- nationale veiligheid blijft. Ter ondersteuning van tairen onder het nieuwe defensieplan. De landmacht deze stelling wijst het op transnationaal terrorisme, zal 16%, de luchtmacht 25% en de marine 11% van proliferatie van massavernietigingswapens en de po- het personeel moeten reduceren. Zes van de tien per- tentiële wapenwedloop in de ruimte. De belangrijk- soneelsleden van de krijgsmacht zijn nu belast met ste component van de Franse nucleaire afschrikking

582 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator is de Force Océanique Stratégique, die vier strategische van Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg tot onderzeeboten omvat. Deze onderzeeboten zijn ieder oprichting van zo’n hoofdkwartier, in 2003, strandde uitgerust met zestien raketten, die elk van maximaal toen op felle tegenstand van onder meer het Ver- zes kernkoppen zijn voorzien. Het aantal nucleaire enigd Koninkrijk en Nederland. wapens dat door de Mirage 2000 en Rafale ge- Het pleidooi van Sarkozy in het witboek tot op- vechtsvliegtuigen kan worden ingezet, bedraagt 60 richting van een Europese interventiecapaciteit van en zal met 30% worden gereduceerd. Terwijl veertig 60.000 militairen, met de daarbij behorende noodza- jaar geleden nog de helft van de defensie-investerin- kelijke lucht- en zeestrijdkrachten, doet denken aan gen naar de nucleaire strijdkrachten ging, is dit nu de Helsinki-Headline Goal uit 1999. De ambitie deze gedaald tot 18%. eveneens 60.000 militairen tellende snel ontplooi- bare reactiestrijdmacht in 2003 in te kunnen zetten, Herziening militaire samenwerkingsverbanden werd toen echter bij lange na niet gehaald. Frankrijk kent vele militaire samenwerkingsverban- den met andere landen. De bijna zeventig bilaterale Vertrouwen in Europese samenwerking overeenkomsten die het heeft gesloten, variëren van De Franse strategische keuzen zijn voor een belang- technische bijstand tot militaire bijstandsverplich- rijk deel gebaseerd op het vertrouwen in succesvolle tingen, vooral in Afrika. Deze presentie zal nader samenwerking, zowel tussen Europeanen als binnen worden bezien. Thans zijn er meer dan 9.000 Franse de uitgebreide Europese en transatlantische veilig- militairen in Afrika gestationeerd: in Senegal, Ivoor- heidsarchitecturen. Maar het gebruik van EU en kust, Tsjaad, Djibouti en de Centraal-Afrikaanse NAVO om bij te dragen aan Franse ambities, die ze Republiek. Er zullen twee permanente Franse bases zelf niet meer kan realiseren, zou wel eens riskant in Afrika overblijven, één aan de west- en één aan kunnen zijn gedurende een tijd dat vele vragen onbe- de oostkust, terwijl een nieuwe basis in de Verenigde antwoord blijven. Tot de initiatieven in het witboek Arabische Emiraten wordt gevestigd. behoren onder meer een ‘Euro-naval Carrier Group’ Frankrijk zal zijn verminderde militaire aanwezig- en een reorganisatie van de Europese defensie- heid in Afrika onder meer opvangen door assistentie industrie. De stemming in Europa op het gebied van troepen van andere EU-lidstaten, zoals nu al van veiligheids- en defensiesamenwerking is echter met Poolse en Ierse militairen in Tsjaad het geval is. nog steeds onderhevig aan de wisselvalligheid van Het witboek maakt dan ook duidelijk dat Frankrijk goedkeuring door lidstaten van afzonderlijke projec- zijn belangen (deels noodgedwongen) niet langer ten. Bovendien is de toekomst van het Verdrag van voornamelijk bilateraal, maar meer via de EU en de Lissabon, dat een stevige impuls voor een Europees VN gaat behartigen. buitenlands beleid bevat, sinds het ‘neen’ van Ierland onzeker. Voor een helder defensiebeleid is een dui- NAVO-EU delijk buitenlands beleid echter een noodzakelijke Sarkozy laat niet na in toespraken te benadruk- voorwaarde.11 ken dat de EU en de NAVO complementair zijn. Uit het voorgaande volgt dat het nieuwe Franse Het witboek weigert echter op het terrein van het defensiebeleid in feite berust op de volgende vier met Europees-Atlantisch partnerschap de activiteiten elkaar verbonden argumenten: van de EU, in vergelijking met de militaire rol van 1 Frankrijk kan niet alléén de verscheidenheid aan de NAVO, te beperken tot een civiele rol in ‘low- strijdkrachten en capaciteiten ondersteunen die be- intensity’-conflicten. Het witboek maakt een duide- nodigd zijn om op te treden in internationale crises lijk onderscheid tussen de NAVO als een wederzijds in de Franse ‘strategische boog van belangen’. defensie-instrument en de EU als een organisatie die 2 Alleen de EU biedt het volledige pakket aan fi- het volledige spectrum aan civiele, militaire, diplo- nanciële, politieke en ‘nation-building’-middelen matieke, humanitaire en politieke interventiecapaci- (inclusief juridische, politie-, grenscontrolemidde- teiten combineert. len, enz.) die Frankrijk nodig heeft om zelfstan- De aankondiging een afzonderlijk Europees dig in zijn ‘strategische’ boog te opereren. strategisch hoofdkwartier in Brussel te vestigen, 3 De NAVO is zowel een transatlantisch als een betekent echter voor een belangrijk deel duplicering, Europees bondgenootschap en het is veelzeg- in plaats van complementariteit. Een eerdere poging gend dat voormalige leden van het Warschau-

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 583 Spectator pact ervoor gekozen hebben lid te worden van de en deze te vergroten. Dit is ook wat de Britse pre- NAVO. Het bondgenootschap heeft een sterke mier Macmillan bedoelde toen hij opmerkte dat De symboliek, vooral in de nieuwe EU-landen, en Gaulle vaak ‘Europa’ zei, maar ‘Frankrijk’ bedoelde. daar zijn ook Europese militaire capaciteiten aan- wezig. Frankrijk is een van de grootste NAVO- Noten troepen-contribuanten voor inzet buiten het 1 Surcouf, ‘Livre Blanc sur la Défense: Une Espérance Déçue?’, NAVO-gebied, maar heeft een beperkte invloed in: Le Figaro, 18 juni 2008. vanwege zijn (zichzelf opgelegde) status binnen 2 William Pfaff, ‘Who is Sarkozy?’, in: The New York Review of de NAVO, tenzij het volledig lid wordt van de Books, Vol. 54, Nr. 19, 6 december 2008. NAVO. 3 Zie voor de relatie Frankrijk-NAVO, Thomas Valasek, The 4 Hieruit volgt dat er geen succesvolle strategie roadmap to better EU-NATO relations, Centre for European binnen de Franse ‘strategische boog van belangen’ Reform, december 2007. kan zijn zonder hulp van de EU, geen betekenis- 4 Zie voor tegengestelde Amerikaanse en Franse visies op de vol militair element van de EU zonder de NAVO, toekomstige rol van de NAVO, Marcel H. van Herpen, ‘I Say en geen betekenisvol concept van Europese actie NATO, You Say No NATO’, in: The National Interest, Nr. 95, binnen de NAVO, tenzij Frankrijk volledig lid is mei/juni 2008, blz. 92-97. van de NAVO.12 5 Christopher Dickey, ‘Drawing The French Battle Lines – Nicolas Sarkozy’s radical overhaul of his nation’s military could Tot slot resurrect its role as a global player’, in: Newsweek, 21 juni 2008. Sarkozy heeft het Franse defensie- en veiligheids- 6 François Heisbourg, ‘Knowledge holds the key to French beleid op een nieuwe wijze vormgegeven, door een defence’, in: Financial Times, 19 juni 2008. sterke relatie te creëren tussen externe en interne 7 Bruno Tertrais, The French White Paper on Defence and National veiligheid, met de voor beide doeleinden bijbehoren- Security: Towards a Stronger and More Streamlined Force (ARI), de interoperabele middelen. Tevens is de o­riëntatie Real Instituto Elcano, 7 augustus 2008, blz. 4. van potentiële Franse militaire interventies ver- 8 Alistair Cameron, ‘Papering Over the Cracks?, An Analysis of plaatst naar een ‘crisisboog’, die zich uitstrekt van de the New French Defence and National Security White Paper’, Maghreb tot Pakistan. Op het gebied van de buiten- in: RUSI Newsbrief, Vol. 28, Nr 4, juli 2008, blz. 50. landse politiek is Sarkozy begonnen een meer posi- 9 ‘France: We want the EU to Become a Space Power’, in: Satel- tieve relatie met de Verenigde Staten op te bouwen, lite News, Vol. 31, Nr. 26, 2 juli 2008. hoewel het aantreden van een nieuwe Amerikaanse 10 Posted by Christina Mackenzie at 6/30/2008 6:38 AM CDT . president moet worden afgewacht, alvorens overeen- 11 Sarkozy lijkt in minister van Buitenlandse Zaken Maxime stemming bereikt kan worden over de voorwaarden Verhagen inmiddels een medestander te hebben gevonden. Zie voor de Franse terugkeer in de commandostructuur , ‘Maak eindelijk werk van een Europese van de NAVO. interventiemacht’, in: de Volkskrant, 25 september 2008. De besluiten in het Franse defensiewitboek moe- 12 ‘French President Tries to Set Defense on a New Course’, in: ten hun weerslag krijgen in het volgende defensie- Defense Industry Daily, 19 juni 2008. plan, dat de periode 2009-2014 bestrijkt en eind 13 Geciteerd in interview met Nicolas Sarkozy, in: New York 2008 aan het Franse parlement wordt gepresenteerd. Times, 21 september 2007. Sarkozy zal er waarschijnlijk alles aan gelegen zijn dat de aanbevelingen van het witboek worden uitge- voerd. In zijn boek Témoignage merkt hij immers op: Generaal-majoor der Mariniers b.d., mr drs Kees Homan is als adviseur ‘Ik zie voor mijn land alleen de toppositie in Europa verbonden aan het Clingendael Security and Conflict Programme (CSCP). […] Dit nieuwe Frankrijk zal een land zijn dat zijn leiderschap van Europa weer oppakt en waarnaar geluisterd wordt in de internationale arena.’13 Gezien de belangrijke Europese ambities waarvan het Fran- se witboek blijk geeft, ziet Sarkozy de Europese Unie vooral als een force multiplier, d.w.z. als een middel om Franse invloed op het wereldtoneel uit te oefenen

584 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator H.L Wesseling

Vijftig jaar Vijfde Republiek

Op 28 september jl. bestond de Vijfde Republiek 1954, terstond na het einde van de Vietnam-oorlog, vijftig jaar. Op die dag was het namelijk precies vijf- begonnen en de vele regeringen van de Vierde Repu- tig jaar geleden dat de nieuwe Franse grondwet bij bliek wisten er geen raad mee. Toen de crisis dreigde referendum door het Franse volk werd aangenomen. over te slaan naar Frankrijk zelf en zelfs voor een De Vijfde Republiek is hiermee, op één uitzonde- burgeroorlog werd gevreesd, deed president Coty een ring na, de meest duurzame staatsvorm die Frank- beroep op ‘le plus illustre des Français’, generaal De rijk sinds de Revolutie van 1789 heeft gekend. Die Gaulle. De Algerijnse Fransen dachten dat De Gaulle uitzondering is de Derde Republiek, die van 1870 Algerije Frans zou houden. Hij kwam echter tot het (of, volgens de preciezen, vanaf 1875) tot 1940 (of, inzicht dat dit waarschijnlijk onmogelijk en ieder geval volgens de preciezen, tot 1946) heeft bestaan. onwenselijk was. In 1962 werd Algerije onafhanke- Generaal de Gaulle, de grondlegger van de Vijfde lijk. Daarmee kwam een einde aan de meest dramati- Republiek, is dus in zijn opzet geslaagd. Hij wilde sche dekolonisatie­oorlog die de wereld na 1945 heeft immers dat het stelsel van de Vijfde Republiek door g e­ k e n d . het Franse volk als een vanzelfsprekendheid zou wor- De nasleep van de Algerijnse oorlog was echter een den ervaren. Het voornaamste verschil tussen de Vijf- langdurige zaak. Juist de laatste jaren wordt het debat de en de beide vorige republieken is de sterke positie hierover opnieuw en met grote scherpte gevoerd. De die het staatshoofd in het politieke bestel inneemt. slachtoffers van het geweld dat op 17 oktober 1961 Aanvankelijk werd dit door sommigen en vooral in Parijs tegen de Algerijnse betogers werd gebruikt, door ‘links’ als een vorm van dictatuur beschouwd. kregen een gedenksteen; onthullingen over de mar- François Mitterrand, de socialistische leider, sprak telingen in Algerije baarden veel opzien. Omgekeerd zelfs van een permanente staatsgreep (‘un coup d’État werd in het Franse parlement een wet aangenomen permanent’), maar toen hij in 1981 tot president werd die de positieve gevolgen van het Franse kolonialisme, gekozen, heeft hij het stelsel van harte omhelsd. Het en in het bijzonder van het optreden van het Franse door De Gaulle ruim gesneden presidentspak zat leger in Noord-Afrika, als verplichte leerstof aan de hem goed en hij voelde zich er prettig in. François scholen oplegde. De protesten hiertegen waren echter Mitterrand is zelfs met zijn twee ambtstermijnen van zó fel, dat de wet al snel weer werd ingetrokken. Pre- zeven jaar de langstzittende president van de Vijfde sident Sarkozy verklaarde onlangs tijdens zijn officiële Republiek geweest en hij zal dat ook blijven, nu de bezoek aan Algerije dat het kolonialisme verkeerd ambtstermijn van de president tot een maximum van was, maar dat er ook veel Fransen waren die oprecht twee keer vijf jaar is teruggebracht. Afgezien van van Algerije hadden gehouden. die veertien jaar heeft de Vijfde Republiek overigens De Algerijnse oorlog trok veel buitenlandse belang- steeds staatshoofden van rechts gekend. stelling, ook in Nederland. Officieel was Nederland Een van de nova van de nieuwe constitutie was de een bondgenoot van Frankrijk, maar in de publieke invoering van het referendum. In het bijzonder De opinie vielen ook andere opvattingen te beluisteren. Gaulle zelf heeft daarvan nogal eens gebruik gemaakt Vooral het optreden van de Franse troepen en de ge- (in totaal vier keer). Mitterrand en Chirac hielden bruikte ondervragingsmethoden (‘la torture’) leidden er twee, Pompidou één en Giscard d’Estaing geen tot scherpe kritiek. Niek Pas laat in deze aflevering Generaal-majoor der Mariniers b.d., mr drs Kees Homan is als adviseur enkele. De Gaulle hechtte aan het referendum, omdat zien dat de televisie hierbij een belangrijke rol heeft verbonden aan het Clingendael Security and Conflict Programme (CSCP). het de rechtstreekse uiting van de volkswil was. Hij gespeeld. Dit was de eerste keer dat in Nederland de verbond er ook zijn eigen politieke lot aan. Na het televisie van invloed was op de publieke opinie. mislukte referendum van 1969 trad hij af. Jan-Herman President de Gaulle had zichzelf drie taken ge- Reestman laat in zijn bijdrage aan de artikelenreeks in steld: 1 een einde maken aan de Algerijnse crisis; 2 deze aflevering van de Internationale Spectator het be- stabiele staatsinstellingen creëren; en 3 Frankrijk zijn lang van het referendum zien, maar toont ook aan dat plaats in de wereldpolitiek teruggeven. Het eerste het referendum geleidelijk aan betekenis heeft verloren. was een voorwaarde voor het laatste. Daarom kon De terugkeer van De Gaulle in 1958 was een recht- De Gaulle pas vanaf 1962, na het einde van de oor- streeks gevolg van de Algerijnse crisis. Deze was in log, aan zijn grote politiek beginnen. Wat De Gaulle

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 585 Spectator wilde, was een politiek van onafhankelijkheid. Deze overigens nauwelijks aandacht voor een klein land als zou bekend worden als de politiek van de ‘grandeur’. Nederland. Het ging hem vooral om de groten, zoals Hij was tegen de Europese integratie en voor een de Verenigde Staten, de Sovjetunie en Duitsland. ‘Europe des États’. Hij was ook tegen de Ameri- De Gaulle had wat Engeland betreft zeker gelijk. kaanse hegemonie in het westelijke bondgenoot- Vanuit het oogpunt van de Europese integratie is het schap, zoals die tot uitdrukking kwam in het Ame- Verenigd Koninkrijk alleen maar een blok aan het rikaanse nucleaire monopolie, de militaire integratie been geweest. De opvattingen die mevrouw Thatcher van Frankrijk in de NAVO en de rol van de dollar als later verwoordde in haar vermaarde Bruges speech, wereldreservevaluta. Op al deze punten kwam hij in waren niet alleen inhoudelijk, maar soms zelfs bijna conflict met de Amerikanen. letterlijk een herhaling van die van De Gaulle.1 Sebastian Reyn betoogt in dit nummer dat som- Het is inmiddels vijftig jaar geleden dat de Vijfde mige Amerikaanse presidenten daar meer moeite mee Republiek tot stand kwam. Dit jubileum heeft in hadden dan andere, en dat in het bijzonder Nixon Frankrijk en elders weinig aandacht getrokken. Heel (evenals zijn veiligheidsadviseur Kissinger) waarde- anders ging het met de herdenking van mei 1968, ring en zelfs bewondering voor de generaal had. Maar die tot tientallen publicaties heeft geleid. Toch kan tegen de tijd dat Nixon aan de macht kwam, was men zeggen dat 1958 voor Frankrijk historisch ge- De Gaulle alweer bijna weg. De Frans-Amerikaanse zien een belangrijker jaar is geweest dan 1968. De spanningen deden zich voor tijdens de Koude Oorlog. Vijfde Republiek was een keerpunt in de naoorlogse Met het einde daarvan kwam voor Frankrijk ook het politieke geschiedenis van Frankrijk, zowel op het einde van een aangename periode waarin het enerzijds terrein van de binnenlandse politiek (de staatsinstel- lingen) als van de buitenlandse politiek (de politiek van de ‘grandeur’). De opvolgers van De Gaulle heb- In de Algerijnse kwestie had de televisie voor het ben zijn erfenis aanvaard en bewaard. De grondwet is af en toe aangepast, maar niet echt veranderd; de eerst een grote invloed op de publieke opinie in kern van de buitenlandse politiek (onafhankelijkheid zoals tot uiting komend in het eigen atoomwapen, Nederland een Europese politiek van samenwerking tussen de staten, verzoening met Duitsland) is gecontinueerd. genoot van de bescherming van het Amerikaanse Wat 1968 veranderd heeft, is veel minder duidelijk, atoomwapen, maar anderzijds ook de vrijheid had behalve dan dat mei 1968 het symbool is geworden zelfstandig en vaak tegen de wensen van Amerika van een nieuwe levensstijl en andere gedragspatro- in op te treden. Ook verloor het Franse atoomwapen nen. Toch is 1968 – anders dan 1958 – op grote schaal daarmee veel van zijn betekenis. Het anti-amerikanis- herdacht. Daarvoor zijn diverse verklaringselementen me laaide fel op tijdens de tweede Golf-oorlog, maar te bedenken, om te beginnen het feit dat de mannen het is daarna geluwd. President Sarkozy streeft thans van 1958 oud waren (De Gaulle was toen al 68) en nu naar een volledig Frans lidmaatschap van de NAVO. al lang dood zijn, en die van 1968 jong en nog actief. Was Amerika de grote tegenpool in het Atlan- Christophe de Voogd wijst hierop in zijn bijdrage aan tische debat, Nederland was dat in de Europese deze artikelenreeks en betoogt dat 1968 bovendien politiek. De Gaulle had daar weinig begrip voor. juist een afrekening was met 1958 en ook daardoor Nederland wilde vérgaande Europese integratie, 1958 in de schaduw heeft gesteld. 1968 is kennelijk, waar De Gaulle tegen was, maar ook de toetreding om het op zijn Frans te zeggen, een meer aansprekend van Groot-Britannië tot de Europese Gemeenschap. ‘lieu de mémoire’ dan 1958. Des te meer reden om Aangezien het Verenigd Koninkrijk zeker geen voor- juist aan 1958 aandacht te schenken. stander was van verdergaande Europese integratie, zat hier een tegenstrijdigheid in. De Gaulle liet niet Noot na de Nederlanders te wijzen op dit gebrek aan car- 1 Zie H.L. Wesseling, ‘De Gaulle gelijk?’, in: Alles naar wens, tesiaanse logica. Daar staat tegenover dat De Gaulle Amsterdam, 1998, blz. 190-200. wél begrip had voor het feit dat Nederland opkwam Prof.dr H.L. Wesseling is emeritus hoogleraar algemene geschiedenis. Voorts voor zijn belangen. Zoals Jan Willem Brouwer in was hij rector van het Institute for Advanced Study (NIAS). zijn hier afgedrukt opstel aantoont, had De Gaulle

586 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Jan-Herman Reestman

Verleden bloeitijd van het referendum in de Franse Gronwet

Van een Franse traditie om grondwetten door het De Constitutie van 1958 is tot nu 24 keer gewij- volk te laten aanvaarden, kan men tot aan 1945 niet zigd. Slechts éénmaal werd de grondwet gewijzigd spreken. Tussen 1791 en 1945, toen Frankrijk maar met behulp van een referendum ex artikel 89. Dat liefst 9, 10, 11 of nog méér grondwetten versleet (het was in 2000, toen de ambtstermijn van de president is maar hoe men telt), zijn er slechts vier bij referen- werd teruggebracht van zeven tot vijf jaar (quinquen- dum aanvaard: die van 1793, 1795, 1799 en de acte nat). Op basis van artikel 11 zijn tot op heden acht additionnel van 1815.1 Als men het tijdvak na de referenda gehouden, waaronder over het Verdrag van Tweede Wereldoorlog bekijkt, dan ligt het anders. Maastricht (1992) en over de Europese Grondwet De Constituties van 1946 en 1958 werden door het (2005). Tweemaal heeft De Gaulle geprobeerd met volk goedgekeurd en het lijkt moeilijk voorstelbaar een op grond van artikel 11 uitgeschreven referendum dat als ooit een Zesde Republiek tot stand komt, de Constitutie te wijzigen. Dat lukte op 28 oktober haar grondwet niet óók aan een referendum wordt 1962, maar het mislukte op 27 april 1969; toen wees onderworpen. de bevolking zijn voorstel af en trad De Gaulle terug. De wederopstanding van het referendum na de Het referendum van 28 oktober 1962 betrof de Tweede Wereldoorlog kan grotendeels op het conto invoering van de directe verkiezing van de presi- worden geschreven van le plus illustre des Français, dent. De Franse rechtspraak en politiek zijn tot op Charles de Gaulle. Hij liet de Fransen op 21 okto- de dag van vandaag verdeeld over de geldigheid van ber 1945 de vraag beantwoorden of er een nieuwe de gevolgde procedure. Artikel 89 lijkt namelijk de constitutie moest komen, die dan door het volk zou enige weg te bevatten tot een grondwetswijziging, moeten worden goedgekeurd. De Gaulle is in zekere omdat het als enige artikel staat in die afdeling van zin ook verantwoordelijk voor de aanvaarding bij de Constitutie die als titel draagt ‘De la révision’. referendum van de Constitutie van 1958 en heeft, Artikel 89 bepaalt dat een grondwetswijziging kan samen met zijn politieke strijdmakker Michel Debré, worden geïnitieerd door de president (‘op verzoek volksstemmingen een centrale plaats gegeven in de van de eerste-minister’) en door parlementariërs. Constitutie van 1958 zelf. Nadat een voorstel door de Assemblée nationale en de Referenda hebben de Vijfde Republiek goed Sénat, de twee kamers van het Franse parlement, is gediend. Zij hebben haar bestel niet alleen helpen aanvaard, dient het te worden goedgekeurd door het invoeren en wortelen, maar het ook zijn naar het zich Congrès (de verenigde vergadering van beide kamers) laat aanzien definitieve vorm gegeven. De vraag is óf door het volk – een referendum is verplicht als het wel of het referendum zichzelf daarmee niet over- initiatief uitgaat van parlementariërs. Deze proce- bodig heeft gemaakt. Maar eerst nog wat feiten en dure geeft iedere kamer de mogelijkheid een grond- achtergronden. wetswijziging te blokkeren. Daarom ook besloot De Gaulle zijn wetsvoorstel in 1962 niet eerst voor te Het referendum in de Constitutie leggen aan het parlement – het zou het waarschijn- De Constitutie van 1958 voorziet op drie plaatsen lijk niet hebben aanvaard – maar op basis van artikel in nationale referenda, te weten in de artikelen 89, 11 rechtstreeks aan het volk. Dat aanvaardde het met 11 en 88-5. Artikel 89 betreft grondwetswijzigin- grote meerderheid. gen (zie hieronder). Artikel 11 geeft de president, Volgens vrijwel de gehele toenmalige juridische ‘op verzoek van de regering of van beide kamers van en politieke elite was de gevolgde procedure on- het Franse parlement gezamenlijk’, de mogelijkheid grondwettig. Ook de Conseil d’État, de Franse Raad referenda uit te schrijven over bepaalde wetsvoorstel- van State, die – net als de Nederlandse – hoogste len, waaronder die betreffende de goedkeuring van regeringsadviseur is, en de Conseil constitutionnel, verdragen. Artikel 88-5 is een lex specialis van artikel Frankrijks constitutionele rechter, lieten De Gaulle Prof.dr H.L. Wesseling is emeritus hoogleraar algemene geschiedenis. Voorts 11: verdragen tot uitbreiding van de Europese Unie dat vóór het referendum in geheime adviezen weten. was hij rector van het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS). moeten door het volk worden goedgekeurd. Toen de door het volk aanvaarde wet ter grondwet-

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 587 Spectator tigheidstoetsing werd voorgedragen aan de Conseil door de regering zoveel als mogelijk is in het kader constitutionnel, liet deze het echter afweten. Uit de van een parlementair regime te bewapenen tegen het geest van de Constitutie leidde de Conseil constitution- parlement. Daarnaast introduceerde die grondwet nel af dat hij onbevoegd is door het volk aanvaarde een president die, aldus artikel 5, garant zou moe- wetten te beoordelen, omdat zij ‘de directe uitdruk- ten staan voor het constitutionele bestel en die door king van nationale soevereiniteit’ zijn.2 Kortom, als zijn arbitrage het goed functioneren van de publieke het volk gesproken heeft, is de kous voor de Conseil machten en het voortbestaan van de Natie zou moe- constitutionnel af. ten verzekeren. Maar, opvallend genoeg, niet altijd voor de Conseil Artikel 5 roept het beeld op van een boven de d’État. In 1998 liet hij, ditmaal als de hoogste Franse partijen staande macht, die het roer alleen in han- administratieve rechter die hij óók is, impliciet den neemt in tijden van nationale of internationale weten dat in zijn ogen een grondwetswijziging via politieke crises. De Gaulle, de eerste president van artikel 11 ontoelaatbaar is. Sterker nog, hij gaf te de Vijfde Republiek, was echter vanaf het begin veel kennen zich bevoegd te achten op artikel 11 geba- meer dan dat. Zijn karakter, zijn carrière, zijn visie seerde volksbesluiten aan internationale verdragen te op Frankrijks rol in de wereld, de Algerijnse crisis toetsen.3 De Conseil d’État maakt aldus impliciet een die Frankrijk verscheurde en die hij beloofd had tot onderscheid tussen het ‘volk als wetgever’, dat niet een goed einde te zullen brengen – het zijn allemaal soeverein is en wiens besluiten aan verdragen kunnen elementen die helpen verklaren waarom hij, en niet worden getoetst, en het ‘volk als grondwetgever’, dat zoals de Constitutie voorziet de minister-president, wél soeverein is. de feitelijke en natuurlijke regeringsleider werd. Ten- Interessant in dit verband is ook het voorstel van einde zijn opvolgers de democratische legitimatie te het door president Sarkozy ingestelde Comité- verschaffen om dezelfde politieke rol te spelen die hij Balladur. Dit Comité heeft voorgesteld artikel 11 zelf speelde, moesten zij direct door het volk geko- aan te vullen met een bepaling die p­arlementariërs zen worden. De Gaulle zag dat goed. én kiezers gezamenlijk de mogelijkheid geeft refe- De directe verkiezing van de president heeft het renda te initiëren. Zulke voorstellen dienen, zo stelt Franse politieke toneel op drastische wijze veranderd. het Comité, vóórdat ze in stemming kunnen komen, Zij leidde tot een polarisatie van de politiek, niet al- door de Conseil constitutionnel op hun grondwettig- leen bij de presidentsverkiezingen zelf, maar ook bij heid te worden getoetst. Dat betekent dat zo’n op de verkiezingen voor de Assemblée nationale, waarvan volks- en parlementair initiatief g­ehouden refe- de uitslagen in de pas gingen lopen met die van de rendum geen grondwetswijziging mag behelzen. presidentsverkiezingen. Dat had tot gevolg dat de Opmerkelijk genoeg voorziet het Comité niet in zo’n president de natuurlijke en feitelijke regeringsleider preventieve grondwettigheidstoetsing van presiden­ bleef, behalve dan in tijden van cohabitation. Frank- tiële referendavoorstellen. We kunnen de voorge- rijk heeft er drie gekend, de laatste en langste van stelde bepaling dan ook op twee manieren lezen. 1997 tot 2002. Tijdens een cohabitation wordt op uit- Allereerst naar analogie: hetgeen parlementariërs voerend niveau de politieke macht gedeeld door een verboden is, is ook de president niet toegestaan. president en een regering met verschillende politieke Een a contrario-lezing is evenwel ook mogelijk: in kleur. Dat heeft voordelen, maar in de ogen van de tegenstelling tot parlementariërs mag de president Franse politieke klasse vooral nadelen. Om ze in de de grondwet wél laten wijzigen via artikel 11. Het toekomst uit te sluiten, zijn in 2000 twee maatregelen vuurtje dat De Gaulle op 28 oktober 1962 ontstoken genomen. Allereerst is bij referendum de ambtster- heeft, is dus nog steeds niet geblust. mijn van de president teruggebracht tot vijf jaar, even Er is een tweede reden stil te staan bij het refe- lang als de zittingsperiode van de Assemblée nationale. rendum van 28 oktober 1962. Usurpatie door het Daarnaast heeft men de volgorde van de parlements- parlement van de nationale soevereiniteit was in De en presidentsverkiezingen omgegooid. Standaard is Gaulles ogen het grote euvel van de Derde en de nu dat eerst presidentsverkiezingen worden gehouden Vierde Republiek. Dát was de bron van de onverant- en enkele weken later verkiezingen voor de Assemblée. woordelijkheid en onmacht van de Franse politiek, Het idee is simpel: zoveel mogelijk verzekeren dat de alsmede van de instabiliteit van haar regeringen. president gedurende zijn (of haar) hele ambtstermijn De Constitutie van 1958 moest het kwaad uitroeien een hem (of haar) steunende parlementaire meerder-

588 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator heid heeft en dus kan regeren. 4 Als we afgaan op meerderheid in de Assemblée wordt gekozen. Daar is de presidents- en parlementsverkiezingen van 2007 het hele bestel nu op ingericht. werkt het niet alleen in theorie zo. Ten tweede blijkt de verkiezing van de president heel direct de plaats in te kunnen nemen van een referen- Motieven en gebruik dum. Sarkozy beloofde tijdens zijn verkiezingscam- De Gaulle hechtte om (minimaal) drie redenen aan pagne te zullen vechten voor de vervanging van de referenda. Allereerst zag hij er een instrument in Europese Grondwet door een mini-traité. Zo’n mini- waarmee kon worden voorkomen dat het parlement traité zou, zo liet hij weten, niet aan een referendum zich de nationale soevereiniteit opnieuw toeëigen- behoeven te worden onderworpen. Hij heeft woord de. De president zou conflicten tussen hem en het gehouden. Het mini-traité kwam er, althans naar parlement, of tussen regering en parlement, kunnen eigen zeggen, en het Verdrag van Lissabon is door het laten beslechten door het volk. Ten tweede zag hij in parlement goedgekeurd. Exit het referendum. referenda – min of meer in de rousseauiaanse traditie Ten derde blijkt dat het Franse volk soms helemaal dat een wet pas een echte wet is als zij door het volk niet betrokken wil worden bij belangrijke beslui- is aanvaard – een instrument om het volk bij het ne- ten van de natie. Aan het referendum in 1988 over men van de belangrijkste beslissingen van de Franse Nieuw-Caledonië deed slechts 36% van de Franse natie te betrekken. Ten derde zag De Gaulle er een kiezers mee, aan dat in 2000 over het quinquennat instrument in om de president rekening en verant- slechts 30%. Beide voorstellen werden overigens met woording te laten afleggen aan het Franse volk.5 grote meerderheid en geldig aanvaard: bij nationale De Gaulle heeft in bijna elf jaar vier referenda geor- referenda kent Frankrijk géén opkomstdrempel. ganiseerd, laten we zeggen één per twee-en-een-half Ten vierde is het Franse volk, net als het Neder- jaar. Sindsdien zijn ze schaarser geworden. Pompidou landse, een zeer wispelturige meester: het Verdrag hield er één in vier jaar, Giscard geen enkele, Mitter- van Maastricht werd met de hakken over de sloot rand twee in 14 jaar (1 op 7) en Chirac eveneens twee in 12 jaar (1 op 6). Die lage score van Chirac is verras- send, want aan het begin van zijn eerste ambtsperiode, Geen enkele president na De Gaulle durfde het aan in 1995, heeft hij artikel 11 laten wijzigen om ook re- ferenda over wetsvoorstellen die betrekking hebben op van referendum vertrouwensvotum te maken de economische en sociale politiek mogelijk te maken. Hij heeft er echter géén gebruik van willen of kunnen maken. En daarmee zijn we terug bij de vraag: is er goedgekeurd; de Europese Grondwet, waar de over- nog toekomst voor het referendum in de Vijfde Repu- grote meerderheid van de politieke klasse, net als in bliek? Laten we dit eens bekijken aan de hand van De Nederland, vóór was, werd weggestemd. Waarom Gaulles drie motieven. het risico lopen op gezichtsverlies of nog erger, door Het moge duidelijk zijn dat de noodzaak om de het volk bij het nemen van een besluit te betrek- bevolking te laten arbitreren in conflicten tussen ken dat zonder enig risico door het parlement kan president of regering en parlement, geheel vervallen worden geloodst? Dat is ongetwijfeld ook een van is: die conflicten zijn er niet meer. De huidige Franse de redenen waarom Sarkozy, in navolging van het republiek is institutioneel gezien een toonbeeld van Comité-Balladur, heeft voorgesteld de verplichting stabiliteit, zelfs van overstabiliteit. te schrappen om iedere nieuwe uitbreiding van de Ook het motief om de Franse bevolking bij de Europese Unie aan een referendum te onderwerpen. belangrijkste besluiten van de natie te betrekken, Die bepaling heeft Chirac in 2005 laten opnemen heeft niet meer dezelfde klank als in 1958. Ik geef in de hoop aldus het debat over de Europese Grond- daarvoor vier oorzaken. Allereerst is het Franse volk wet en dat over de toetreding van Turkije tot de EU reeds betrokken bij wat het belangrijkste besluit van los te koppelen, en daarmee de aanvaarding van de het Franse politieke leven is geworden: de verkie- Grondwet te vergemakkelijken. Het heeft niet mo- zing van de president, tegenwoordig om de vijf jaar. gen baten. Maar het gevolg is dat de Franse bevol- Die verkiezing vindt plaats op basis van een verkie- king iedere nieuwe toetreding, bijvoorbeeld ook die zingsprogramma dat de president direct ten uitvoer van Kroatië of Servië, kan blokkeren, zelfs als deze kan leggen, als in zijn kielzog een hem welgezinde gewenst wordt door de politieke elite.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 589 Spectator De wispelturigheid van de Franse kiezer verklaart het referendum een vertrouwensvotum te maken, is ongetwijfeld ook waarom geen enkele president na er alleen maar door afgenomen. De Gaulle het heeft aangedurfd van een referendum een vertrouwensvotum te maken. Het gevaar dat De voorstellen van het Comité-Balladur en de kiezers in de mogelijkheid de president naar huis te grondwetswijziging van 2008 sturen een al dan niet extra reden zouden zien om Onmiddellijk na zijn verkiezing tot president heeft tegen te stemmen, was véél te groot. Mitterrand zou Nicolas Sarkozy een Comité ingesteld onder voorzit- zijn referendum over het Verdrag van Maastricht terschap van oud-premier Edouard Balladur. Het waarschijnlijk verloren hebben als hij de vertrou- diende hem te adviseren over de herziening van wenskwestie had gesteld, en als Chirac zijn lot had de Constitutie, die door de presidentialisering uit verbonden aan de Europese Grondwet, zou hij al in balans is geraakt. Veel van de voorstellen van het 2005 met pensioen hebben moeten gaan. De Gaulle Comité heeft Sarkozy overgenomen in zijn ontwerp liet er echter nooit enige twijfel over bestaan dat een voor de grondwetswijziging.6 stem vóór of tegen het voorliggende voorstel ook een Het Comité heeft ook enkele voorstellen gedaan stem vóór of tegen hem was. Dat is betreurd, omdat over referenda, waarvan er twee bij de grondwetswij- hij aldus, net als oom en neef Napoleon eerder, van ziging een rol spelen; ze zijn beide al aangestipt. Het het referendum een plebisciet zou hebben gemaakt, eerste betreft afschaffing van het verplichte referen- een stemming mede over een persoon in plaats van dum over verdere uitbreiding van de Europese Unie. alleen over een besluit. In plaats daarvan zou een wetsvoorstel tot goedkeu- Het is waar, maar hoe erg is het? In een parle- ring van zo’n uitbreiding moeten worden behan- mentair stelsel wordt volstrekt geaccepteerd dat een deld als ware het een grondwetswijzigingsvoorstel: regering haar voortbestaan verbindt aan de aanvaar- het zou dus eerst door beide kamers in identieke ding door het parlement van een beleidsvoornemen of bewoordingen moeten worden aanvaard en daarna wetsvoorstel. Waarom zou een president dat dan niet door het Congrès óf het volk moeten worden goed- mogen doen? Het vergroot in ieder geval de poli- gekeurd. In zijn ontwerp heeft Sarkozy dit voorstel tieke duidelijkheid. Bovendien is de Franse president overgenomen. De Sénat gaat ermee akkoord, maar ongehoord machtig, verhoudingsgewijs veel mach- de Assemblée ligt dwars. Zij wil in ieder geval iedere tiger dan de president van de Verenigde Staten. Zijn uitbreiding die het aantal inwoners met meer dan 5% ambtstermijn was oorspronkelijk ook nog eens bijna van de bevolking van de Unie doet toenemen, de facto twee keer zolang. Voor het gebruik van zijn enorme dus die met Turkije, verplicht aan een volksstem- macht kon de Franse president door niets en niemand ming laten onderwerpen. Hoe dit gaat aflopen, durf ter verantwoording worden geroepen, behalve dan ik niet te voorspellen, maar zo’n specifiek op één door de bevolking na zeven jaar bij een eventuele land gerichte bepaling misstaat natuurlijk wel in een kandidaatstelling voor herverkiezing, of door het par- grondwet. lement, als hij zich schuldig zou maken aan hoogver- Ik durf wel een weinig gewaagde voorspelling aan raad, een begrip dat een strafrechtelijke connotatie het tweede te bespreken voorstel van het Comité aan. heeft, maar waarvan niemand weet wat het inhoudt. Een-vijfde van de parlementariërs te zamen met één- In die omstandigheden was het niet zo’n slecht idee tiende van de ingeschreven kiezers, d.w.z. 185 parle- om van referenda óók vertrouwensvota te maken. mentariërs en 4 miljoen kiezers, zouden geheel buiten Thans is de behoefte daaraan minder groot. Aller- president en regering om een referendum kunnen eerst is de presidentiële ambtstermijn teruggebracht initiëren over een wetsvoorstel aangaande een van de tot vijf jaar. Bovendien is het presidentiële aanspra- in artikel 11 genoemde onderwerpen.7 Dit voorstel, kelijkheidsregime aangescherpt. Sinds februari 2007 dat in Sarkozy’s ontwerp ontbreekt, gaat het halen. kan de president worden afgezet als hij ‘zijn plichten Het is bij amendement door de Assemblée aanvaard verzaakt op een wijze die evident in strijd is met de en vervolgens met enige aanpassingen (waaronder de uitoefening van zijn mandaat’ (artikel 68 Constitu- verplichting tot invoering van een opkomstdrempel) tie). Daarmee is de afzettingsprocedure enigszins ook door de Sénat. Er is dus overeenstemming over gepolitiseerd. Bovendien worden de bevoegdheden het principe; die over de details volgt wel.8 van de Franse president door de grondwetswijziging Deze nieuwe bepaling lijkt de verenigde parlemen- van 2008 op punten ingekaderd. De noodzaak van taire en maatschappelijke oppositie een ongekende

590 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator mogelijkheid te bieden met een beroep op het volk parlementaires dans le délai d’un an, le Président de la Répu- de zittende macht de pas af te snijden en aldus een blique soumet la proposition au référendum.’ nieuwe bloeitijd van het referendum in te luiden. 8 Assemblée en Sénat zijn ook akkoord over een amendement dat Maar het venijn zit in de staart. De president zou de mogelijkheid schept op basis van artikel 11 referenda over alleen verplicht zijn een referendum te organiseren milieuhervormingen te houden. Dit was door het Comité- als het parlement het voorstel van de oppositie niet Balladur noch door Sarkozy voorzien. binnen een jaar heeft behandeld (examinée). Daar- mee beschikt de parlementaire meerderheid over een instrument om de lont uit het politieke kruitvat te Jan-Herman Reestman doceert (Europees) constitutioneel recht aan de halen: het voorstel behandelen en vervolgens gewoon Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft regelmatig over Franse constitutio­ afwijzen. Daarmee vervalt de plicht (ook de be- nele ontwikkelingen en promoveerde in 1996 op Constitutionele toetsing voegdheid?) van de president om het referendum te in Frankrijk. De Conseil constitutionnel en de grondwettigheid van wetten en organiseren. In laatste analyse geeft de nieuwe bepa- verdragen (Ars Aequi Libri). Hij is mede-oprichter en adjunct-hoofdredacteur ling de oppositie dus vooral de mogelijkheid onder- van de European Constitutional Law Review (Asser/Cambridge University werpen op de parlementaire agenda te plaatsen. Dat Press). De auteur dankt Ed Santen Sr. lijkt niet voldoende om het nationale referendum in Frankrijk nieuw leven in te blazen. Mijn conclusie is dan ook: de hoogtijdagen van het nationale referendum in de Franse Constitutie van Jan-Herman Reestman 1958 liggen achter ons. elaborates national referendums. They have served the Fifth French Republic well in not only helping Noten to introduce and to anchor its system of government, 1 Verder speelde het referendum bij het vestigen van de keizer- but also in giving it its seemingly definite shape (cf. rijken van oom en neef Napoleon een belangrijke rol. 1962: introduction of the principle of direct election 2 Conseil constitutionnel, 6 november 1962, beslissing no. 62-20 of the President; 2000: reduction of the presidential DC. term to 5 years). The question is whether, in doing 3 Conseil d’État, 30 oktober 1998 (Sarran et Levacher et autres). so, referendums have not made themselves super- 4 Zie hierover J.H. Reestman, ‘Septennats, quinquennats, het fluous. The Constitution of 1958 gives the French constitutionele bestel en de politieke systemen van de vijfde President the power to organize referendums for Franse republiek’ in: J. L. de Reede & J.H. Reestman (red.), Op the approval of constitutional amendments and the het snijvlak van recht & politiek , Kluwer, 2003 (Liber amicorum adoption of (certain) legislative acts. However, the Prakke), blz. 229 e.v. argument developed here is that for several reasons 5 Jean-Louis Debré, Les idées constitutionnelles du Général de there is no longer a need for the President to call Gaulle, LGDJ, 1974, blz. 96, 203, 286-287. referendums. The constitutional amendment of July 6 Info en rapport op . Sarkozy’s 2008, which gives the combined parliamentary and grondwetswijziging is op 21 juli 2008 door het Congrès aan- societal opposition the power to initiate a referen- vaard en twee dagen later door de president afgekondigd. De dum under certain conditions, does not seem to verplichte goedkeuring van alle EU-uitbreidingsverdragen door change the picture. het volk kan nu, als daarvoor in beide kamers van het parle- ment een drie-vijfde meerderheid bestaat, worden vervangen door goedkeuring door het Congrès (wederom met drie-vijfde meerderheid). Zoals verwacht is het referendum op gezamen- lijk initiatief van parlementariërs en kiezers aanvaard (zonder opkomstdrempel). 7 ‘Un référendum portant sur un objet mentionné au premier alinéa du présent article [11, JHR] peut être organisé à l’initia- tive d’un cinquième des membres du Parlement soutenue par un dixième des électeurs inscrits sur les listes électorales. […] Si la proposition n’a pas été examinée par les deux assemblées

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 591 Spectator Niek Pas

De Algerijnse crisis vanuit Nederlands perspectief

De worsteling van Frankrijk met Algerije, die duurde natuurlijk. Maarre… Algerije, is dat eigenlijk geen van 1954 tot en met 1962, was niet alleen een interne, onfatsoenlijk woord? Weet U wel héél zeker dat Franse, aangelegenheid. Hoewel de regeringen in daar op de een of andere manier geen kommunisten Parijs, zowel die van de Vierde als die van de Vijfde achter zitten? (Bent U zèlf eigenlijk geen kommu- Republiek, altijd het nationale karakter van het con- nist?)’ – zo luidde het in ironische zin op 21 novem- flict beklemtoonden, kende de Algerijnse oorlog een ber 1959 in een artikel van Bevrijding, het blad van internationale dimensie. De Amerikaanse historicus de PSP. Over het algemeen hing rond de Algerijnse Irwin M. Wall heeft in dit verband gesproken van kwestie een ‘linkse geur’ en deze werd in de door het ‘a world crisis and not simply a French one’.1 Koude-Oorlogsdenken doortrokken jaren vijftig snel Wall overdrijft, maar hij vraagt terecht aandacht vereenzelvigd met communisme. voor het feit dat de Algerijnse kwestie in hoge mate Voor zover er in de Tweede of Eerste Kamer symbolisch was voor het dekolonisatieproces en kritische geluiden over de oorlog in Noord-Afrika de ontdekking van de Derde Wereld. Tegelijker- werden geuit, waren die afkomstig van de politieke tijd paste het conflict binnen de Koude Oorlog en linkerflank. CPN en PSP wilden nog weleens in de raakte het aan de ambities van zowel de Verenigde marge van begrotingsdebatten of discussies over de Staten, de Sovjetunie als Egypte in Noord-Afrika. NAVO op Algerije wijzen, maar deze partijen von- Diverse Europese landen waren indirect betrokken den geen luisterend oor. De communisten werden via de NAVO en in de hoedanigheid van partners simpelweg genegeerd, terwijl de jonge partij van de binnen de ontluikende EEG. In militair opzicht pacifistisch socialisten over het algemeen nauwe- vocht Frankrijk de oorlog met Amerikaanse en met lijks serieus werd genomen. Anders was dat met de NAVO-wapens. In ideologisch perspectief bena- sociaal-democraten. Binnen de PvdA wezen diverse drukte het de strijd tegen een oprukkend commu- oudere politici die zich eind jaren veertig ook tegen nisme. De bevrijdingsbeweging FLN vond in zowel het Nederlandse Indonesiëbeleid hadden gekeerd, Duitsland als België uitwijk- en uitvalsbases. De zoals senaatslid en voormalig premier Willem Franse geheime dienst pleegde, onder de dekman- S­chermerhorn, op Noord-Afrika. Maar zolang de tel van de enigmatische organisatie Main Rouge, in PvdA in het kabinet zat, conformeerde de partij zich diverse landen aanslagen tegen wapenhandelaars en aan het regeringsstandpunt: het conflict in Noord- FLN-sympathisanten. Afrika was een interne, Franse, aangelegenheid De laatste jaren is deze these van de internatio- en het was niet aan de Nederlandse regering daar nalisering van de Algerijnse kwestie uitgesponnen uitspraken over te doen. Pas toen de PvdA in 1959 in in diverse studies inzake de betrekkingen tussen de oppositie belandde, ontkiemde er een intern debat Frankrijk en zijn bondgenoten, in het bijzonder over deze kwestie. De linkervleugel van de partij, de Verenigde Staten en buurland West-Duitsland, onder meer verzameld rond het Sociaal-Democra- evenals in studies naar grensoverschrijdende solida- tisch Centrum, drong erop aan dat het partijbestuur riteitsbewegingen met de Algerijnse claim op onaf- zich zou uitspreken voor het recht op zelfbeschik- hankelijkheid.2 In dit artikel wordt het Nederlandse king van de Algerijnen. Uiteindelijk gebeurde dit perspectief verkend. De vraag naar de houding van ook, maar vervolgens werd die zelfde linkervleugel Nederland ten opzichte van de Algerijnse crisis de mond gesnoerd: de PvdA wilde immers snel terug wordt behandeld aan de hand van drie aspecten die in de regering. de politiek, pers en publieke opinie betreffen. De PvdA was een uitzondering; de protestantse partijen CHU en ARP, alsmede de liberale VVD Politiek hulden zich in stilzwijgen. Hetzelfde gold voor de ‘Algerije, zegt u? Oorlog in Algerije? Slachtoffers, Rooms-Rode regeringspartner KVP. Toch was het hongersnood, ziekte en ellende? Ja, allemaal erg naar een minister van deze partij, , die in

592 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator de hoedanigheid van minister van Buitenlandse opnieuw werd geconfronteerd met gekrakeel in en Zaken het vaakst met het Franse Algerijebeleid te rond koloniën. Parijs steunde Nederland in het ge- maken zou krijgen. Luns sprak herhaaldelijk zijn touwtrek met Indonesië om Nieuw-Guinea en om- onvoorwaardelijke steun aan Frankrijk uit. In juni gekeerd onthield Nederland zich van kritiek op het 1958, naar aanleiding van zijn ontmoeting met de Franse beleid inzake Noord-Afrika. Volgens PvdA- nieuwe machthebber, generaal De Gaulle, om- buitenlandwoordvoerder Geert Ruygers behoorde schreven Franse ambtenaren de houding van Luns een dergelijk ‘elkander helpen’ onder bondgenoten als volgt: ‘Luns zou graag zien dat Nederland ons tot de ‘natuurlijke gegevenheden’ van de internatio- steunt bij onze moeilijkheden in Noord Afrika.’3 nale politiek.6 Dit betekende overigens niet dat Luns zich kritiek- De twee belangrijkste internationale podia waar loos opstelde tegenover De Gaulle. Achter geslo- Nederland en Frankrijk elkaar tegenkwamen inzake ten deuren sprak Luns zijn verontrusting uit over Algerije, waren de NAVO en de Verenigde Naties. het feit dat de president over praktisch ‘dictatoriale Zoals de meeste NAVO-partners toonde Nederland volmachten’ beschikte. Tijdens de mei-crisis van zich ten opzichte van Frankrijk een loyaal bondge- 1958 deed Luns in de Ministerraad verslag van de noot. Dat gold ook voor debatten en resoluties in de ontwikkelingen in Frankrijk. Op 30 mei verklaarde VN. Vanaf 1955 probeerde de snel wassende stroom hij het optreden van De Gaulle ‘met bezorgdheid’ nieuwe Aziatische en Afrikaanse landen de Alge- tegemoet te zien.4 Persoonlijk was Luns, evenals de meeste Nederlandse politici, ervan overtuigd dat Frankrijk de oorlog in Noord-Afrika niet kon win- Vergeleken met buurlanden België en West- nen en dat het conflict alleen maar tot imagoschade leidde. Duitsland stelde Nederland zich opmerkelijk Naar buiten toe steunden opeenvolgende Neder- landse kabinetten het Franse beleid ten aanzien van p­rincipieel op in de Algerijnse kwestie de koloniën in Noord-Afrika. Eigenlijk konden Nederland en Frankrijk het heel goed met elkaar vinden als het om koloniën ging. Nederland be- rijnse kwestie op de agenda van de wereldorganisatie schouwde zich in de jaren vijftig als een middelgrote geplaatst te krijgen. Aanvankelijk wist Frankrijk dat mogendheid, die nog altijd over diverse overzeese te voorkomen, maar in de tweede helft van de jaren gebiedsdelen beschikte. Afgezien van de Antillen vijftig, toen het dekolonisatieproces versnelde en waren dat Suriname en Nieuw-Guinea. Begin 20ste het aantal Afrikaanse en Aziatische VN-lidstaten eeuw had Frankrijk met bewondering gekeken naar snel steeg, lukte dat niet meer. Begin 1957 erkenden de wijze waarop Nederland zijn kolonie Nederlands- de VN in een resolutie het zelfbeschikkingsrecht Indië bestierde. De Nederlanders waren ‘maîtres van het Algerijnse volk. De Nederlandse delegatie colonisateurs’. Na de Tweede Wereldoorlog keek stemde bij dergelijke resoluties steevast tegen of ont- Nederland van Frankrijk af hoe het dekolonisatie- hield zich van stemming en volgde hiermee zowel de proces moest worden aangepakt. Nederland trachtte Verenigde Staten als het merendeel van de NAVO- à la française het gezag in Indië te handhaven. Tot partners. de politieke voorstellen behoorde het project van Vergeleken bij buurlanden België en West-Duits- autonomie binnen een unie; de oorlogshandelingen land stelde de Nederlandse regering zich opmerkelijk werden ‘politionele acties’ genoemd. De internatio- principieel op. Zo werden Algerijnse asielaanvra- nale druk om afstand te doen van Nederlands-Indië gen stelselmatig genegeerd en werd Algerijnen die was groot. Nederland kreeg in deze periode in de namens het FLN spreekbeurten wilden houden, de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties alleen steun toegang geweigerd. In schril contrast hiermee staat van Frankrijk, dat zelf in Indochina worstelde met de houding van West-Duitsland: onder kanselier een bevrijdingsbeweging onder leiding van Ho Chi Konrad Adenauer werd Frankrijk voortdurend ge- Minh.5 paaid, maar tevens werd er ruimte gegund aan het Deze internationale camaraderie inzake kwesties FLN. De Algerijnen mochten in Bonn een depen- van kolonisatie en dekolonisatie deed ook eind jaren dance openen in de ambassade van het in 1956 onaf- vijftig opgang, toen zowel Frankrijk als Nederland hankelijk geworden Tunesië.7

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 593 Spectator Pers Parijse correspondenten over de onderhandelingen In tegenstelling tot in Den Haag zouden de ont- tussen het FLN en de Franse regering (vanaf 1960) wikkelingen in de Algerijnse kwestie op verschil- en het einde van het conflict in 1962. lende momenten door de Nederlandse pers en radio, De ophef was des te groter, omdat het Franse leger en vanaf einde jaren vijftig ook door het nieuwe ervan werd verdacht zogeheten ‘SS-methodes’ in medium televisie, op de voet en kritisch worden Algerije toe te passen. Herhaaldelijk werden verge- gevolgd. Via de Algerijnse kwestie kwam naast het lijkingen getrokken met ervaringen uit de Tweede dominante Oost-Westdiscours, dat zo bepalend was Wereldoorlog. Nogal simplistisch werd het Franse voor de Koude Oorlog, een nieuw vertoog, over de leger – in het bijzonder de parachutisteneenheden – Derde Wereld, langzaam maar zeker naar voren. Op beschouwd als brute onderdrukkers en de Algerijnse diverse momenten is uitgebreid over de Algerijnse bevolking als een volk in verzet. De Tweede Wereld- oorlog bericht. oorlog ontpopte zich voor vrijwel iedere commen- In de eerste plaats verschenen vanaf het uitbreken tator en analist als een moreel ijkpunt, van Lou de van de opstand in het najaar van 1954 doorwrochte Jong in Vrij Nederland via G.B.J. Hiltermann in de reportages van de hand van reiscorrespondenten. Haagse Post tot de ambtsberichten van ambassadeur Voor de GPD en de Nieuwe Rotterdamse Courant Beyen uit Parijs. Daarnaast ontvlamde in sociaal- reisden respectievelijk W.L. Brugsma en Jacob Hui- democratische kringen een debat tussen Derde- zinga (zoon van de bekende historicus) naar Algerije. Wereldadepten, die een even eenvoudig als verteke- Ook Elseviers Weekblad-journalist Martin Duyzings nend goed-foutperspectief op de Frans-Algerijnse maakte lange verslagen van het conflict. Incidenteel strijd ontvouwden (zoals Fons Hermans en Wout trokken Nederlandse journalisten mee met eenheden Tieleman), versus oudere commentatoren, zoals van de bevrijdingsbeweging FLN. Aldus maakte Jacques de Kadt en Sal Tas, die het conflict meer Kryn Taconis in de nazomer van 1957 een reportage vanuit hun anti-communisme analyseerden en ook voor foto-agentschap Magnum. aandacht vroegen voor het complexe karakter ervan. Daarnaast leidde begin 1957 het bekend worden van folterpraktijken door Franse militaire eenheden Publieke opinie tot ophef in de pers. Vanzelfsprekend berichtten De energieke pogingen van de premier – en later de periodieken van links-militante en pacifistische president – Charles de Gaulle vanaf de zomer van kringen uitgebreid over de bloedige vervolging van 1958 zijn land uit het Algerijnse moeras te trek- Algerijnen in Algiers. Maar het spits werd verras- ken, deden de Nederlandse belangstelling voor deze senderwijs afgebeten door het Rotterdamse katho- kwestie niet luwen. Integendeel, de aandacht voor de lieke dagblad De Maasbode, doorgaans een gezagsge- kwestie nam in het buitenland, waaronder Neder- trouwe, anti-communistische en pro-Franse krant. land, sterk toe, eerst onder intellectuelen en vervol- Buitenlandredacteur Gerard Herberichs werd voor gens in de publieke opinie. Voor Nederland blijkt dit zijn kritische artikelen, waarin hij niet zozeer de onder andere uit artikelen en discussies in uiteenlo- Franse aanwezigheid in Noord-Afrika ter discussie pende bladen als Te Elfder Ure, Plein, Socialisme & stelde alswel de wijze waarop de opstand werd be- Democratie, Hollands Weekblad of de Internationale streden, door ambassadeur Edouard Petit de Beau- Spectator. Een gelegenheidscoalitie bestaande uit verger in Den Haag ter verantwoording geroepen. academici (Bernard Delfgaauw, Piet Meertens) en Herhaaldelijk zou de Franse ambassade onwelgeval- dominees (Krijn Strijd, Henk Kater), aangevuld met lige analyses en meningsvorming in de Nederlandse studenten (Ton Regtien, Sietse Bosgra), verzette zich kranten (en in mindere mate op de radio) proberen te nu in woord en geschrift tegen het Franse optreden pareren door persoonlijke gesprekken met (hoofd-) in Algerije. In verscheidene steden kwamen comités redacteuren of door ingezonden brieven.8 tot stand die zich, zoals in het geval van het Amster- In de derde plaats berichtten Nederlandse media damse Actie Informatie Algerije (AIA), richtten op uitgebreid over politiek spannende momenten, met informatievoorziening vanuit het perspectief van de als belangrijkste gebeurtenis de ineenstorting van de bevrijdingsbeweging. AIA vertaalde Franse artike- Vierde Republiek en het aan de macht komen van len over de oorlog, verspreidde propagandamateriaal Charles de Gaulle in het voorjaar van 1958.9 Uitvoe- dat rechtstreeks van het FLN afkomstig was, en rig, ten slotte, was eveneens de berichtgeving door organiseerde petities en debatavonden.

594 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Daarnaast kwamen vanuit kerkelijke organisaties, maar ook mobiliseren. De uitzonderlijkheid van Redt in samenwerking met de Derde Weg-beweging, PSP- een Kind blijkt ook uit gelijksoortige inzamelings- afdelingen en vredesgroeperingen, inzamelingsacties acties die in het buitenland werden georganiseerd. voor de slachtoffers van de oorlog op gang. Diverse Internationaal liep Nederland in de voorhoede wat Nederlanders reisden naar Tunesië en Marokko om betreft de opbrengsten en liet bijvoorbeeld zowel het zich op de hoogte te stellen van de omstandigheden United Kingdom Committee for World Refugee waarin de vluchtelingen verkeerden. Van hun weder- Year (goed voor 337.000 dollar) alsook de Noorse waardigheden deden ze verslag in activistenblaadjes Vluchtelingen Raad (opbrengst 115.000 dollar) ver als Vredesactie en Socialistisch Perspectief, maar ook in achter zich.10 Buitenlandse commentaren r­oemden landelijke kranten zoals Het Vrije Volk. Ondanks deze het Nederlandse initiatief. In Frankrijk wijdde inspanningen lukte het niet de Algerijnse kwestie op T­émoignage Chrétien lovende woorden aan de tele- de maatschappelijke agenda te plaatsen. In dit ver- visie-inzamelingsactie en het Belgisch Comité voor band bleek de inzet van televisie belangrijker. Een in de Vrede in Algerije repte van een initiatief waaraan het najaar van 1959 door de VPRO uitgezonden re- België een voorbeeld kon nemen: ‘Wij waren erg on- portage en een televisie-inzamelingsactie ten behoeve der de indruk van de Nederlandse inzamelingsactie. van Algerijnse vluchtelingen onder de titel Redt een Wij zouden graag een bijdrage willen leveren.’11 Op Kind leidden tot een kortstondige solidariteitsactie dit vlak, van internationale solidariteit en hulpacties, onder het Nederlandse volk. sluimerde iets door van Nederlandse specificiteit. Dragende kracht achter deze actie was de VPRO. Eerder had de kleine vrijzinnig-protestantse omroep Conclusie zich ingezet voor de slachtoffers van de Watersnood- Aan de hand van een drietal aspecten: politiek, pers ramp (1953), Oost-Europese ontheemden in Triëst en publieke opinie, is onderzocht op welke wijze (1954) en Hongaarse vluchtelingen (1956). Nieuw Nederland in de periode 1954-1962 betrokken was aan Redt een Kind was dat niet zozeer radio- maar bij de Algerijnse oorlog. Duidelijk is geworden dat televisie-uitzendingen het Nederlandse publiek tot de Franse worsteling in Noord-Afrika in de periode solidariteit moesten bewegen. Een novum was de op 1954-1962 meer was dan louter een interne aange- 13 december 1959 live uitgezonden benefietavond legenheid. De Nederlandse case study bevestigt het door Nederlandse artiesten vanuit het Concertge- beeld van een conflict met een internationale dimen- bouw te Amsterdam. De dagbladpers was vol lof. sie: Algerijnse vluchtelingen in Marokko en Tunesië; Het Algemeen Handelsblad benadrukte op 14 decem- Egypte en diverse Oostbloklanden als bondgenoot ber de emotionele wervingskracht van deze histori- van het FLN; West-Duitsland en België als achter- sche televisie-actie: ‘Niet alleen door de in meesle- land van het FLN; de verbondenheid van de NAVO; pende vaart passerende coryfeeënparade maar ook en de resoluties in de Verenigde Naties. De pers deed door de snel oplopende som van telefonische toezeg- uitgebreid en kritisch verslag van dit conflict. gingen werd de toeschouwer tot een soort opwinding Vergeleken met België en West-Duitsland was gebracht, waarin hij nog maar al te zelden is geraakt Nederland niet direct betrokken, maar ook hier be- door naar zijn televisiescherm te kijken.’ In totaal schouwden intellectuele en activistische kringen de leverde Redt een Kind ruim 2 miljoen gulden (circa strijd in Noord-Afrika als exemplarisch: Frankrijk 1 miljoen euro) op; in die tijd een fiks bedrag. Het was immers het land van de Verlichting en van de geld werd besteed aan de opvang van Algerijnse Rechten van de Mens en de Burger, het had een mis- vluchtelingen in Marokko. sie te vervullen in de wereld. Ook Algerije vervulde Tot 1959 werd de Algerijnse kwestie door de pers tot op zekere hoogte een voorbeeldfunctie: het con- overwegend in termen van conflict en burgeroorlog, flict tussen gekoloniseerde en kolonisator – dat deze dekolonisatie en martelpraktijken verslagen. Met laatste vroeg of laat moest verliezen – symboliseerde de hulpactie Redt een Kind werd daar een nieuwe de opkomst van een nieuwe mens, stond voor de op- dimensie aan toegevoegd: het humanitaire aspect, de komst van nieuwe soevereine naties, verbeeldde een lijdende Algerijnse bevolking. Nu pas werd, zij het nieuw werelddeel. Frantz Fanons boek Les damnés de kortstondig, ook de publieke opinie gemobiliseerd. la terre, ontsproten aan het Algerijnse conflict, ont- Deze actie toonde en passant ook de kracht van het popte zich als de bijbel voor Derde-Wereldadepten. nieuwe medium televisie aan: niet alleen informeren, Naast de dominante Oost-Westverhouding kwam

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 595 Spectator aldus een nieuwe kijkrichting opzetten, van Noord 10 ‘Momentopname van de hulp aan Algerijnse vluchtelingen’, in: naar Zuid. Rode Kruis Koerier, juli 1961, blz. 214. Kenmerkend voor Nederland was dat de politiek 11 Amsterdam, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiede- (de overheid) zich verre hield van de Franse oorlog nis, Archief Hein van Wijk, mappen 29 en 528. Brief Henri in Noord-Afrika, verder zelfs dan de buurlanden. Chartier aan Hein van Wijk, waarin melding wordt gemaakt Pogingen van linkse partijen hier verandering in te van Témoignage Chrétien, 20 januari 1960; Brief Jean Godin brengen, leverden nauwelijks iets op. aan Hein van Wijk, Chênée, 2 december 1959. Een ander kenmerk, ten slotte, betreft de huma- nitaire component, zoals de inzamelingsacties; deze kenden aanzienlijk meer succes dan gelijksoortige Niek Pas, historicus en romanist, is als universitair docent verbonden acties in omringende Europese landen. Ze zorgden aan de Universiteit van Amsterdam. Tot zijn recente publicaties behoren in 1959 voor een korte doorbraak van de Algerijnse Aan de wieg van het nieuwe Nederland. Nederland en de Algerijnse oorlog kwestie in de publieke opinie. (1954-1962) (Wereldbibliotheek, 2008) en De geschiedenis van Frankrijk in een notendop (Bert Bakker, 2008). Noten 1 Irwin M. Wall, France, The United States, and the Algerian War, Berkeley/Los Angeles/Londen, 2001, blz. 3. 2 Dominique Masset, Une affaire intérieure française? La Belgique Niek Pas et la guerre d’Algérie (1954-1956), Brussel, 1988; J.L. Donneux deals with the perception of the Algerian war (1954- & Hugues Le Paige, Le front du Nord: des Belges dans la guerre 1962) in the Netherlands. From 1954 onwards, jour- d’Algérie (1954-1962), Brussel, 1992; Matthew Connelly, nalists reported on the war. Pacifist, religious and A Diplomatic Revolution. Algeria’s Fight for Independence and activists groups gradually mobilized. From 1957 on- the Origins of the Post-Cold War Era, Oxford, 2002; Nassima wards, also in the public opinion there was a gradual B­ougherara, Les rapports franco-allemands à l’épreuve de la grasp of the situation. The last period of the war was q­uestion algérienne (1955-1963), Bern, 2006. characterized by increased mobilization. Com- 3 Parijs, Archief Quai d’Orsay (hierna afgekort als aqo), série mittees were set up to shake public opinion (e.g., ‘Europe 1951-1960’, sous-série ‘Pays-Bas’, numéro 69: ‘Rela- the A­ktie Informatie Algerije committee), to gather tions avec la France’, cotes 26-23-16. Brief van de Direction material aid to Algerian refugees or to support the Générale des Affaires Politiques aan É. Petit de Beauverger, FLN both politically and militarily. The committees Parijs, 2 juli 1958. h­arkened back to those international and p­acifist 4 Den Haag, Nationaal Archief. Notulen Ministerraad, 30 maart committees between the two World Wars and 1962, 2b. foretold the function and intervention of the social 5 H.W. van den Doel, ‘“Les Hollandais sont devenus des maîtres movement of the 1960s. Television – life aid broad- colonisateurs”. Frankrijk en het Nederlandse model aan het casting – contributed to mobilize p­ublic o­pinion. einde van het koloniale tijdperk’, in: M.Ph. Bossenbroek e.a. Dutch governments were reluctant to c­ondemn the (red.), Met de Franse slag. Opstellen voor H.L. Wesseling, Leiden, war, as France was considered being an important 1998, blz. 38-47; Bart Stol, ‘Nieuw licht op Nederlands-Franse ally. relatie: Mythe van de antithese’, in: Internationale Spectator, december 2006, blz. 646-649. 6 ‘Uit de rede van G. Ruygers’, in: Paraat, 8 april 1961, blz. 97. 7 Jean-Paul Cahn & Klaus-Jürgen Müller, La République fédé- rale d’Allemagne et la Guerre d’Algérie (1954-1962). Perception, implication et retombées diplomatiques, Parijs, 2003. 8 Artikelen in NRC Handelsblad, februari 1955; in Haagsche C­ourant (voor de GPD), november 1954 en in De Maasbode, maart en mei 1957. 9 H.L. Wesseling, ‘Les réactions néerlandaises face à la crise algérienne et le retour du général de Gaulle en 1958’, in: Espoir. Revue de la Fondation et de l’Institut Charles de Gaulle, 122, maart 2000, blz. 45-49.

596 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator S.G.J. Reyn

De Amerikanen en De Gaulle

‘Être grand’, zo citeerde Charles de Gaulle in de dacht. Een blik op de Amerikaanse kant van l’affaire j­aren dertig uit de Franse vertaling van William de Gaulle is tevens van belang, omdat diens buiten- Shakespeare’s Hamlet, ‘c’est soutenir une grande que- landse politiek niet zonder gevolgen bleek voor de relle.’1 De Gaulle moet het met dit adagium eens zijn ontwikkeling van het Amerikaanse denken over geweest. Hij ging de twist immers niet uit de weg Europa en de transatlantische betrekkingen. en toonde zich daarin vaak volhardend – en le grand Niek Pas, historicus en romanist, is als universitair docent verbonden Charles ontleende mede daaraan zijn statuur en bete- Ups and downs aan de Universiteit van Amsterdam. Tot zijn recente publicaties behoren kenis als verzetsleider in de Tweede Wereldoorlog en Het is, om te beginnen, onjuist te veronderstellen dat Aan de wieg van het nieuwe Nederland. Nederland en de Algerijnse oorlog later staatsman. Zonder twijfel de grootste ‘querelle’ de relatie voortdurend in het teken stond van con- (1954-1962) (Wereldbibliotheek, 2008) en De geschiedenis van Frankrijk in die hij als president van de Vijfde Republiek van flict of dat De Gaulle in de Verenigde Staten in het een notendop (Bert Bakker, 2008). 1958 tot 1969 had, was die met de Verenigde Staten. geheel geen waardering kreeg. Het overheersende De Gaulle verschilde in deze jaren op een reeks beeld van een gebrouilleerde relatie tussen De Gaul- terreinen met de Amerikanen van mening: over de le en de Amerikanen berust – naast de moeizame transatlantische betrekkingen, over de NAVO, over verstandhouding met president Franklin Roosevelt de Europese integratiebeweging, over het karakter in de Tweede Wereldoorlog – vooral op de periode van het Sovjetregime, over de positie van de Ameri- tussen De Gaulles roemruchte persconferentie van kaanse dollar in het internationale monetaire bestel, 14 januari 1963 en de meicrisis van 1968; de ver- over kernwapens, over de oorlog in Vietnam, enz. wikkelingen in vooral deze periode, zoals de Franse Behalve dat deze meningsverschillen voortvloei- militaire terugtrekking uit de NAVO in 1966, zijn den uit uiteenlopende visies en belangen, kon De ook sindsdien een belangrijk stempel op de bilaterale Gaulle de spanning in zijn relatie tot de V­erenigde betrekkingen blijven drukken. In deze jaren verwierf Staten gebruiken om ondanks de context van de De Gaulle onder Amerikanen de naam ‘power- Koude Oorlog de ‘onafhankelijkheid’ en de grandeur hungry’, ‘egocentric’ en ‘overly nationalistic’ te zijn;3 van de Franse buitenlandse politiek te onderstrepen. een lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardig- Daarmee waren bovendien binnenlands-politieke den spande de kroon door hem te verketteren als ‘the doelen gediend: de onmin met de Verenigde Staten most ungrateful man since Judas Iscariot betrayed gaf de Fransen hun gevoel van eigenwaarde terug na his Christ’.4 In de jaren dat De Gaulle de scepter de diepgaande politieke verdeeldheid van de Vierde zwaaide over de Vijfde Republiek, deed zich niet- Republiek en het echec van de Algerijnse oorlog. De temin een nagenoeg cyclische fasering voor in de Gaulle’s ‘vete’ met de Amerikanen hielp hem de – Amerikaans-Franse betrekkingen, waarbij deze aan in zijn ogen permanent tot verdeeldheid geneigde – het begin en aan het eind aanmerkelijk beter waren Fransen te verenigen rondom de instellingen van de dan daar tussenin. Vijfde Republiek. ‘Over het anti-Amerikanisme van De Gaulle is 1958-1962: van respect tot confrontatie […] heel wat geschreven, over de keerzijde daarvan, In de eerste fase, van 1958 tot 1962, probeerden het antigaullisme van de Amerikaanse politiek en Washington en Parijs hun meningsverschillen nog diplomatie […] veel minder,’ stelde prof. dr. H.L. in der minne te schikken. In deze fase stonden de Wesseling enkele jaren geleden vast.2 Het is inder- meeste Amerikanen betrekkelijk welwillend tegen- daad de moeite waard eens diepgaander stil te staan over de Franse president. De Koude-Oorlogscrises bij de reacties die De Gaulle in de Verenigde Staten van Berlijn en Cuba vergden bondgenootschappelijke teweegbracht. Het Amerikaanse antigaullisme heeft solidariteit. De manier waarop De Gaulle de U2- zonder meer bijgedragen aan de moeizame verstand- affaire van 1960 afhandelde tijdens een topontmoe- houding tussen Washington en Parijs in de jaren ting met sovjetleider Nikita Chroesjtsjov in Parijs en zestig en vraagt om een verklaring. Net zo goed zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke steun in de als De Gaulle’s anti-amerikanisme dikwijls wordt Cuba-crisis van oktober 1962 maakten aan Ame- overdreven, liepen de reacties aan Amerikaanse kant rikaanse kant veel indruk. De Gaulles prioriteiten echter ook verder uiteen dan doorgaans wordt ge- lagen bovendien bij het beëindigen van de oorlog in

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 597 Spectator Algerije en de hervorming van het Franse politieke De Gaulle zelf lijkt de hoop op overeenstemming en constitutionele bestel. Ook daarmee oogstte hij pas voorgoed te hebben opgegeven na de Brits-Ame- bewondering in de Verenigde Staten. ‘He has given rikaanse topontmoeting in Nassau op de Bahamas Frenchmen back their pride, swept away the miasma in december 1962. Tegen het voorjaar van 1962 of self-contempt that has hung over France since its begon zich al een crisis af te tekenen in de bilaterale ignominious capitulation to Hitler in 1940,’ oordeel- betrekkingen, die grote gevolgen zou hebben voor de de het weekblad Time toen het De Gaulle tot man of transatlantische relatie. Kennedy was een campagne the year uitriep.5 tegen het Franse kernwapenprogramma begon- Achter de schermen probeerde Washington met nen. Ook over de Europese samenwerking waren Parijs en Londen intussen tot een vergelijk te komen W­ashington en Parijs steeds sterker van mening over het voorstel dat De Gaulle in een vertrouwe- gaan verschillen. De confrontatie diende zich aan. lijk memorandum in september 1958 aan president Dwight Eisenhower en de Britse minister-president 1963-1964: crisis Harold Macmillan had gedaan voor een trilaterale – De tweede fase begon met De Gaulle’s persconfe- of ‘tripartite’ – veiligheidsorganisatie. Deze organi- rentie van 14 januari 1963 en de ondertekening van satie moest, zo luidde het voorstel, zorgen voor de het Frans-Duitse verzoeningsverdrag zes dagen later, mondiale coördinatie tussen de drie landen op poli- en werd afgesloten door president Lyndon Johnsons tiek- en militair-strategisch niveau. Washington zat besluit in december 1964 om niet langer bij de Euro- van meet af aan in de maag met De Gaulle’s ontwerp pese bondgenoten op een multilaterale kernwapen- voor de transatlantische betrekkingen. Aanvaarding macht (MLF) aan te dringen. Bestrijding van het was nauwelijks denkbaar, omdat de andere bond- gaullisme in Europa werd in deze periode plotseling genoten – de Bondsrepubliek Duitsland voorop – een topprioriteit voor de Amerikaanse regering. De hierdoor zouden worden gedesavoueerd. De Gaulle Gaulles persconferentie, waarin hij zowel het Ame- leek bovendien formele inspraak in het Amerikaanse rikaanse MLF-voorstel als de Britse lidmaatschaps- beleid en medezeggenschap over de inzet van Ame- aanvraag bij de EEG afwees, riep aan Amerikaanse rikaanse kernwapens te eisen. Verwerping riskeerde zijde grote verontwaardiging op. De Franse president echter Franse uittreding uit de NAVO. Het voorstel leek in Europa – en vooral in Duitsland – onheil- bevatte namelijk een nauw verholen dreigement: De spellende nationalistische krachten los te maken en Gaulle koppelde toekomstige Franse deelneming aan hij werd in Washington van deze krachten dan ook de NAVO aan de aanvaarding van zijn voorstel. de belichaming. ‘The U.S. government has been en- Eisenhower zocht tegen deze achtergrond naar- gaged in what might be called a reverse canonization stiger naar een gulden middenweg dan over het of Charles de Gaulle, elevating him to a stature of a algemeen bekend is. Vooral in het laatste jaar van virtual political demon,’ zo oordeelde een kritische zijn presidentschap brak hij zich het hoofd. Hij was insider een jaar later.6 bereid De Gaulle tegemoet te komen door de infor- Zoals zo vaak fungeerde de Bondsrepubliek Duits- mele consultatiemechanismen van de ‘special rela­ land als de spil in het conflict tussen Washington en tionship’ met het Verenigd Koninkrijk uit te breiden Parijs. Kennedy’s bezoek aan Duitsland in juni 1963 tot Frankrijk. Bovendien was hij krachtig voorstan- (‘Ich bin ein Berliner’) maakte nadrukkelijk deel uit der van Amerikaanse steun aan het Franse kernwa- van het politieke en publicitaire tegenoffensief van penprogramma (al maakte het Congres deze steun de Verenigde Staten. Na dit bezoek en de Duitse onmogelijk, waarover Eisenhower zich herhaaldelijk l­oyaliteitsverklaringen aan de NAVO normaliseerden beklaagde). Voor De Gaulle gingen Eisenhowers de verhoudingen zich enigszins. Kennedy’s Europabe- concessies niet ver genoeg. Wél deed hij in augustus leid – dat bekend stond als een Grand Design for an At- 1960 een dramatisch aandoende poging om volle- lantic Partnership – had niettemin schipbreuk geleden dige overeenstemming over zijn voorstel te bereiken, op De Gaulles onverzoenlijke houding. Het tegenspel gevolgd door enkele opmerkelijke pogingen in 1961 van Frankrijk was een jaar later tevens verantwoorde- de kersverse president John Kennedy voor zijn voor- lijk voor de definitieve ­eloorgangt van de MLF. De stel te winnen. Kennedy verklaarde zich tot dezelfde Gaulle zette de regering-Erhard in Bonn onder druk concessies bereid als zijn voorganger. en dreigde met terugtrekking uit de NAVO, waarna Johnson besloot niet langer aan te dringen op over-

598 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator eenstemming over het omstreden voorstel. Johnsons de recente geschiedschrijving heeft Johnson voor besluit ging gepaard met belangrijke machtsverschui- de manier waarop hij de NAVO-crisis van 1966 in vingen in Washington en in het Amerikaanse beleid goede banen leidde, terecht waardering gekregen. jegens Europa. De teleurstelling onder antigaullis- Hij hield bovendien de deur open voor een terugkeer tische ‘Europeanisten’ als onderminister van bui- van Frankrijk in de NAVO (‘whenever she decides to tenlandse zaken George Ball en Dean Acheson was resume her leading role’),8 waarvan president Nicolas groot. De bakens waren verzet voor de Amerikaanse Sarkozy ten langen leste gebruik heeft gemaakt. reactie op de volgende crisis: de terugtrekking van Voor de antigaullisten was Johnsons inschikkelijk- Frankrijk uit de NAVO in 1966. heid echter een hard gelag.

1965-1968: pragmatisme 1968-1969: toenadering Ruim voor het Franse vertrek uit de NAVO had In het voorjaar van 1968 kwam een – tegen de W­ashington daar al op geanticipeerd. Sommige achtergrond van de crises in de voorgaande jaren – beleidsmakers zagen in een dergelijk besluit zelfs een onverwachte toenadering op gang. De verklaring welkome mogelijkheid de NAVO nieuw leven in te hiervoor lag in de ernstige politieke en economische blazen. Verzoeningspogingen om De Gaulle daar- problemen waarin zowel de Verenigde Staten als van af te houden, bleven dan ook achterwege: een Frankrijk verstrikt waren geraakt. Voor de oplossing NAVO zonder Frankrijk was in Amerikaanse ogen van deze problemen waren zij in meer of mindere te verkiezen boven transatlantische samenwerking mate op elkaar aangewezen. Het Amerikaanse Viet- naar Frans model. De verhoudingen waren na de nambeleid kreeg een nieuwe wending door Johnsons harde confrontatie van 1963-1964 in een impasse ge- besluit de onderhandelingen met Noord-Vietnam te raakt, die werd versterkt door Johnsons overtuiging openen. Parijs bood een bruikbaar kanaal voor con- dat met De Gaulle toch geen land te bezeilen viel. tacten met de Noord-Vietnamezen – eerst heimelijk, De Gaulles herhaaldelijke en vooral in 1967 steeds maar vanaf mei 1968 ook officieel. scherper wordende kritiek op de Verenigde Staten – Juist op het moment dat de Amerikaans-Vietna- Vietnam, de dollar, Québec – werd opgevangen door mese onderhandelingen in Parijs begonnen, ver- een laconieke Johnson. zwakte De Gaulles binnenlands-politieke positie Bij het formuleren van een antwoord op het door de studentenopstanden en arbeidersstakingen NAVO-besluit van De Gaulle trad de richtingen­ van mei 1968. De Franse economie raakte als gevolg strijd binnen de Amerikaanse regering over het van de meicrisis in ernstige problemen. In november E­uropabeleid opnieuw aan het licht, maar de 1968 kwam de waarde van de Franse franc dusda- krachtsverhoudingen waren veranderd. Acheson en nig onder druk te staan, dat De Gaulle tegen wil en Ball wilden De Gaulle krachtig van repliek dienen dank een devaluatie leek te moeten toestaan, te meer en een politiek tegenoffensief in Europa lanceren. omdat de Bondsrepubliek weigerde de eigen munt op Het P­entagon van Robert McNamara was pragma- te waarderen. Juist Johnson besloot tot Amerikaanse tischer en zag een gelegenheid het aantal Ameri- kredietsteun, die het De Gaulle mogelijk maakte kaanse t­roepen in Europa te verminderen (en voerde de devaluatie af te wenden. De toenadering werd de terugtrekking ook snel uit). De staf van het Witte eveneens in de hand gewerkt door de Sovjet-inval in Huis was voorstander van een zo kalm m­ogelijke Tsjechoslowakije in augustus 1968. De inval was een b­enadering van de crisis. Johnson gaf hieraan forse streep door de rekening van De Gaulles toena- e­veneens de voorkeur: ‘If a man tells you to leave his deringsbeleid tot het communistische blok. house, you tip your hat and go.’7 Terwijl de Frans-Duitse betrekkingen verslechter- Evenals in de MLF-crisis trokken de pragmatici den, waren de Frans-Amerikaanse betrekkingen in aan het langste eind. Ook de afhandeling van het het laatste regeringsjaar van De Gaulle – zeker nadat Franse afscheid van de NAVO draaide uit op een Nixon ook nog eens het roer van Johnson had over- teleurstelling voor de antigaullisten binnen de Ame- genomen – beter dan ooit. In het najaar van 1968 rikaanse regering. Frankrijk kreeg na lang onderhan- was in Washington, Parijs en Londen zelfs korte delen zijn zin met betrekking tot de nieuwe relatie tijd sprake van hernieuwde belangstelling voor het tot de NAVO en de grondslag voor de aanwezig- ‘t­ripartitisme’ waarvoor De Gaulle in 1958 een lans heid van Franse troepen op Duits grondgebied. In had gebroken – en daarmee was de cirkel rond.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 599 Spectator Liberale en conservatieve visies op De Gaulle een Amerikaanse vorm van gaullisme. Evenals De Naast de ups and downs in de bilaterale betrekkingen Gaulle voerde Nixon een presidentiële buitenlandse wordt de verscheidenheid in de Amerikaanse reacties politiek die nadrukkelijk was gericht op de verde- dikwijls over het hoofd gezien. Deze verscheiden- diging van nationale belangen; evenals De Gaulle heid valt voor een belangrijk deel te verklaren uit vond Nixon dat de volksvertegenwoordiging zich de uiteenlopende buitenlands-politieke overtuigin- daarmee niet had te bemoeien. gen van de Amerikanen zelf. In de Amerikaanse Nixons ideeën over een multipolaire wereld en buitenlandse politiek is van oudsher sprake van een het aanknopen van diplomatieke betrekkingen met wisselwerking tussen een conservatieve en een libe- het communistische China lagen eveneens dicht bij rale traditie, die ieder een internationalistische en die van zijn Franse voorbeeld. Op advies van zijn een isolationistische stroming kennen.9 De Gaulle nationaal veiligheidsadviseur Henry Kissinger zette was een bij uitstek conservatief staatsman en dreigde Nixon de jarenlange Amerikaanse steun aan het alleen al om die reden in conflict te komen met de Europese federalisme voorts op een laag pitje en ver- vooral door de liberale traditie geïnspireerde Demo- legde het accent naar de bilaterale betrekkingen met cratische regeringen van Kennedy en Johnson. Europese bondgenoten. Zelfs met betrekking tot In het bijzonder het progressieve Amerikaanse Vietnam liet Nixon zich inspireren door De Gaulle, ministerie van Buitenlandse Zaken liet zich in deze in dit geval door diens stapsgewijze terugtrekking jaren gelden als een antigaullistisch bolwerk. Bij veel uit Algerije. De geestverwantschap tussen Nixon Amerikaanse diplomaten zat de angst voor herleving en De Gaulle roept daarom de intrigerende, maar van het eigen Amerikaanse isolationisme en van het uiteindelijk niet te beantwoorden vraag op of de Europese nationalisme – vooral in Duitsland – diep. Amerikaans-Franse betrekkingen zich anders zou- Zij beschouwden Jean Monnet, de aartsvader van de den hebben ontwikkeld als Nixon acht jaar eerder Europese integratiebeweging, als de vertolker van de verkiezingen van 1960 van Kennedy niet op het het moderne Europa; De Gaulle belichaamde in hun nippertje zou hebben verloren. ogen daarentegen het ‘oude’, twistzieke Europa van de natie-staten. Hun afwijzing van het gaullisme was De Gaulles invloed op het Amerikaanse dan ook tevens een uiting van de eurofobie die in de E­uropabeleid Verenigde Staten een lange geschiedenis heeft. Het Anders dan vaak wordt verondersteld heeft De Amerikaans-Franse conflict van de jaren zestig over Gaulle met zijn buitenlands beleid, tot slot, belang- de transatlantische relatie is, kortom, tevens te ver- rijke effecten gesorteerd in de Amerikaanse buiten- klaren uit de ideologische wrijving tussen een des- landse politiek. tijds van liberale ideeën doordesemde Amerikaanse In de eerste plaats stonden veel Amerikaanse ini- buitenlandse politiek en een Franse buitenlandse tiatieven jegens Europa in het teken van de wens politiek van conservatieve snit. de invloed van het gaullisme in te perken; vooral Eisenhower en Nixon hadden om dezelfde reden beïnvloeding van de Duitse politieke oriëntatie, die door hun conservatieve signatuur echter minder voortdurend vatbaar werd geacht voor een natio- moeite met De Gaulle. Vooral de relatie tussen nalistische herleving, stond hierbij centraal. In het Nixon en De Gaulle ontleent haar betekenis aan hun bijzonder Kennedy’s activistische politiek in Europa opmerkelijke geestverwantschap, ook al overlapten hing hiermee samen. hun regeerperioden slechts drie maanden. Nixon Ten tweede dwong De Gaulle de Verenigde Staten koesterde grote bewondering voor de staatskunst van zich te verzoenen met nieuwe strategische uitgangs- de Fransman; andersom koesterde De Gaulle van punten. Daarbij valt in het bijzonder te denken aan meet af aan genegenheid voor Nixon, die hij ook op het Franse kernwapenarsenaal en aan de ontwikke- het dieptepunt van zijn politieke loopbaan in 1963 in ling van de EEG in intergouvernementele richting Parijs warm onthaalde. Kort na zijn aantreden bracht en in een rivaliserend handelsblok. De opeenvol- Nixon een bezoek aan De Gaulle in Parijs en legde gende botsingen met De Gaulle maakten bovendien de kiem voor de heimelijke nucleaire samenwerking, duidelijk dat de hegemoniale macht van de Verenig- die later aan het licht zou komen. De Gaulle strekte de Staten aan belangrijke beperkingen onderhevig Nixon zelfs zodanig tot voorbeeld, dat het beleid was. De Gaulle kon zich weinig gelegen laten liggen van de Republikein kan worden beschouwd als aan Washington. De andere Europese bondgeno-

600 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator ten waren over het algemeen niet bereid conflicten A­merikaanse beleid een verschuiving aanwijsbaar met Frankrijk op de spits te drijven, mede gelet op naar realisme en een grotere afstandelijkheid jegens de Franse positie in de EEG. In de context van de Europa. In de richtingenstrijd binnen de Ameri- Koude Oorlog bleven de opeenvolgende Amerikaan- kaanse buitenlandse politiek dolven degenen die se presidenten – ook Kennedy – bovendien streven vanaf eind jaren veertig hadden gestreefd naar een naar een werkbare relatie met de Franse president. steeds verdergaande verdieping van de transatlan- De Amerikaanse reactie op De Gaulles buitenlandse tische relatie steeds vaker het onderspit tegen de politiek toonde dan ook vooral de inschikkelijke kant pragmatici en de realisten. Deze verschuiving aan van de naoorlogse Amerikaanse hegemonie in West- Amerikaanse kant kan niet los worden gezien van Europa. De Gaulles streven naar een ‘onafhankelijke’ Franse Ten derde heeft De Gaulle bijgedragen aan een – en Europese – p­ositie in de wereldpolitiek. paradigmaverschuiving aan Amerikaanse kant met betrekking tot de transatlantische relatie. In 1961 Noten kon de ervaren Dean Acheson de inkomende presi- 1 De Gaulle, Le fil de l’épée, Parijs: Berger-Levrault, 2nd édition, dent Kennedy nog adviseren prioriteit te verlenen 1944 (1932), blz. v. aan de institutionele versterking van de Atlantische 2 H.L. Wesseling, Franser dan Frans, Amsterdam: Bert Bakker, gemeenschap: ‘The ultimate goal of the Atlantic 2004, blz. 224. nations should be to develop a genuine Atlantic 3 Gallup Poll in: Washington Post, 9 juli 1966. commonwealth, in which common institutions are 4 Representative L. Mendel Rivers (South Carolina Democrat) increasingly developed to address common prob- in: New York Times, 8 december 1967. lems.’10 Dit Atlantische gemeenschapsidee vervulde 5 Zie: . langrijke functies. Naast het communistische gevaar 6 Paper, ‘The Damnation of Charles de Gaulle: St. Peter’s Advo- bood het een rechtvaardiging voor de diepgaande cate Presents the Defense’, by Dana Durand (research associate betrokkenheid van de Verenigde Staten bij Europa, of the Washington Center of Foreign Policy Research), 25 die immers een radicale breuk vormde met het iso- januari 1964. WHCF, Subject File, CO 81, France, box 30, lationistische verleden. Het kwam tegemoet aan de Lyndon B. Johnson Library. Amerikaanse voorkeur het bondgenootschap als een 7 Interview auteur met Walt W. Rostow. groep gelijkgezinde landen te beschouwen waarbin- 8 Brief Johnson aan De Gaulle, 22 maart 1966, in: US C­ongress, nen de Verenigde Staten hoogstens als managers Committee on Government Operations, Atlantic hoefden op te treden. Het bood ideologisch tegen- A­lliance Hearings, blz. 287-290. wicht aan de Europese neiging tot neutralisme in de 9 Zie Sebastian Reyn, Allies or Aliens?, Zoetermeer: Atlantische Koude Oorlog. Het bood een raamwerk waarbinnen Commissie, 2004. de Europese integratiebeweging zich kon ontplooien 10 ‘A Review of North Atlantic Problems for the Future’, maart op voor de Verenigde Staten aanvaardbare voorwaar- 1961, NATO, Acheson Report, 3/61, Regional Security, NSF, den. Het bevorderde de opneming van Duitsland in box 220, John F. Kennedy Library. het westerse bondgenootschap. En het bood perspec- 11 Charles de Gaulle, Mémoires de guerre, vol. I, L’Appèl, 1940- tieven voor samenwerking met Europese landen bij 1942 , Parijs: Plon, 1954, blz. 88. de bestrijding van het communisme buiten Europa. Maar het Atlantische gemeenschapsidee veronder- Dr. S.J.G. Reyn is adjunct-hoofddirecteur algemene beleidszaken bij het stelde ook dat er aan Europese zijde voldoende steun ministerie van Defensie. voor bestond. Ook op dit punt gooide De Gaulle roet in het eten. ‘Op de keper beschouwd’, had hij al in 1940 tegenover Churchill verkondigd, ‘is het Ver- enigd Koninkrijk een eiland; Frankrijk de kaap van een continent; Amerika een andere wereld.’11 Hoewel de Koude Oorlog tot 1989 de internatio- nale verhoudingen zou blijven bepalen (en daarmee ook de Amerikaanse betrokkenheid bij de Europese veiligheid), is in de loop van de jaren zestig in het

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 601 Spectator Jan Willem Brouwer

Begrip of onverschilligheid: De Gaulle en Nederland

In mei 1963 werd minister van Buitenlandse Za- Tegenpolen ken Joseph Luns op een persconferentie nog eens In een beschouwing over De Gaulles beeld van gevraagd om een reactie op het Franse veto tegen N­ederland moet allereerst worden vastgesteld dat de Britse toetreding tot de EEG. Hij antwoordde de belangstelling van de generaal voor ons land dat Frankrijk volkomen gerechtigd was het Britse inder­daad relatief gering was. Zo verwees hij in zijn lidmaatschap tegen te houden en herinnerde eraan geschriften zelden naar Nederland. In de memoires, dat Nederland in 1961-1962 het Frans-Duitse plan bijvoorbeeld, komt maar een handjevol Nederlan- voor een politieke unie had gedwarsboomd. ‘Se- ders voor. En dan nog terloops. Slechts twee waren dertdien’, zo onthulde Luns, ‘zijn mijn persoonlijke belangrijk genoeg voor een bijvoeglijk naamwoord: betrekkingen met bondskanselier Adenauer uiter- ‘La noble reine Wilhelmine’ en ‘l’entreprenant M. mate slecht geweest. Maar niet die met president De Van Kleffens’.4 Gaulle, die er niets op tegen schijnt te hebben dat Op wereldschaal telden voor De Gaulle alleen de anderen dezelfde karaktertrekken tonen, die hij in Verenigde Staten, Groot-Britannië en Frankrijk, zo rijke mate bezit.’ In zijn memoires merkte Luns naast de Sovjetunie en China. Daarnaast besefte hij op dat de Franse president niet alleen begrip maar dat Frankrijk in Europa niet alléén de leiding kon ook waardering had voor de Nederlandse houding nemen en dat daarom een hechte samenwerking met in het Europese topoverleg: ‘[I]k vlei mij nog steeds Duitsland essentieel was. Het is duidelijk: Nederland met de gedachte dat generaal De Gaulle van zijn stond onderaan in De Gaulles pikorde. kant niet onverschillig was voor het gehalte van mijn Omgekeerd was dat natuurlijk niet zo. In Neder- principieel verzet tegen denkbeelden zijnerzijds die land werd de Franse president allereerst gezien als ik onjuist achtte.’1 een gevaar voor het Atlantisch bondgenootschap. Komende van de minister die als geen ander Met zijn streven naar een ‘Europees Europa’, los van voorop was gegaan in het Europese verzet tegen De de Verenigde Staten, dreigde de NAVO te splijten. Gaulles politiek, kunnen deze opmerkingen worden Ten tweede druiste de Franse Europese politiek in gezien als een teken van grootmoedigheid. Interes- tegen de Nederlandse. Samen met bondskanse- sant is dat het idee dat de Franse president waarde- lier Konrad Adenauer propageerde De Gaulle in ring had voor het Nederlandse beleid, intussen alge- 1960-1962 de opzet van een intergouvernementele meen geaccepteerd lijkt. Met enige regelmaat wijzen politieke unie van het ‘Europa van de Zes’, los van de bewindslieden daarop. In maart 2004 wist staats- EEG. Supranationale integratie was voor De Gaulle secretaris van Buitenlandse Zaken Atzo Nicolaï dat uit den boze. Politieke beslissingen dienden volgens De Gaulle Nederland complimenteus omschreef hem door de nationale regeringen genomen te wor- als ‘un petit pays, mais une grande nation’. Een jaar den. Deze gedachte mondde uit in het zogenoemde later onderstreepte minister dat de gene- Plan-Fouchet, dat in 1961 door Nederland hardnek- raal het waardeerde dat Nederland voor zijn belan- kig werd bestreden. Luns hamerde erop dat óók de gen opkwam: ‘Voor Charles de Gaulle was juist de politieke unie onder supranationaal gezag diende te consistente Nederlandse koppigheid het bewijs dat staan. Tevens wilde hij dat Groot-Britannië aan de Nederland een land is met een ziel.’2 onderhandelingen deelnam. In april 1962 werd (met Is dit beeld correct? Edmond Jouve concludeerde behulp van België) het plan verworpen. Overigens in zijn minutieuze studie uit 1967 over De Gaulles toonden ook Duitsland en Italië aarzelingen. Even- Europese politiek juist het tegenovergestelde. Vol- min als Den Haag wilden zij de politieke samenwer- gens hem manifesteerde de president een ‘indifféren- king loskoppelen van de EEG of dat deze ten koste ce dédaigneuse’ [een neerbuigende onverschilligheid] van de NAVO zou gaan. En ook zij waren voorstan- tegenover Italië en de Beneluxlanden en voelde hij der van de Britse toetreding tot de EEG. zich van die vier landen ‘sans doute’ nog het minst Ten derde was er kritiek op de binnenlandse poli- aangetrokken tot Nederland.3 tieke situatie. De gezaghebbende journalist G.B.J.

602 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Jan Willem Brouwer

Hiltermann – toch een bewonderaar van de pre- Topconferenties sident – schreef in 1967, in het enige Nederlandse De Gaulle nam alleen bij hoge uitzondering deel aan boek over De Gaulle, dat de Vijfde Republiek ‘een internationale conferenties. Die strookten niet met geïsoleerde autocratie’ was geworden, ‘angstig veel de afstand die hij wilde bewaren tot het politieke lijkend op een doodgewone dictatuur’.5 Kritiek was spel. Hij liet onderhandelingen liever aan Couve er ten slotte ook op de persoon van de president. Hij over. De president heeft echter vier uitzonderingen was niet alleen ondemocratisch, de Franse buiten- gemaakt: de topconferentie van de vier grote mo- landse politiek werd geïnspireerd door zijn ‘persoon- gendheden in Parijs in mei 1960; twee EEG-toppen lijke rancune,’ zo meende de Volkskrant in oktober in februari en juli 1961 in Parijs en Bonn over de 1965. Na afloop van zijn gesprek met De Gaulle in politieke unie (omdat die voor hem van groot belang Rome in april 1967 concludeerde minister-president waren); en de EEG-top in Rome, mei 1967, ter her- P.J.S. de Jong dat het Franse staatshoofd zich vooral denking van 10 jaar EEG (omdat die alleen ceremo- liet leiden door ‘de behandeling die deze in het verle- nieel zou zijn). Om die laatste drie bijeenkomsten den van de zijde van Groot-Brittannië en de Ver- gaat het ons. enigde Staten heeft ondervonden’.6 Men moet enig medelijden hebben met De Gaulle. Het dieptepunt in de Nederlands-Franse verhou- Hij vond toch al dat hij zich verlaagde door deel te dingen lag in januari 1963. De Gaulles veto tegen de nemen aan de vaak bijzonder aardse onderhandelin- Britse toetreding tot de EEG en de ondertekening gen. ‘Zes uur praten over een communiqué van 2,5 van het Frans-Duitse vriendschapsverdrag leidden pagina waar door [een] werkgroep maanden over [is] tot felle reacties in Nederland. gesproken,’ verzuchtte premier J.E. de Quay in zijn dagboek over de bijeenkomst in Bonn in juli 1961. De generaal en de koningin Het is onduidelijk waarom er in De Gaulles tijd geen Frans-Nederlandse staatsbezoeken hebben plaats- De Gaulle had een majestueuze allure: gesprekken gevonden. Koningin Juliana was in 1950 op bezoek geweest bij president René Coty, zij had hem in 1954 met hem werden audiënties genoemd ontvangen in Nederland en zou in 1972 op bezoek gaan bij Georges Pompidou. Er was hier eerder sprake van toeval dan van politieke overwegingen. En dan lagen de Nederlanders niet alleen dwars, Contacten waren er immers wel. Zo brachten ko- maar vielen ze hem ook nog eens lastig met hun ningin Juliana en prins Bernhard in september 1961 binnenlandse eigenaardigheden. In Den Haag had een ‘particulier bezoek’ aan het Elysée. De Gaulle Luns namelijk bedongen dat hij en niet De Quay het ontving hen op de lunch, waar ook minister van bui- woord zou voeren op de conferenties. Formeel was tenlandse zaken Maurice Couve de Murville aanzat. de minister-president immers geen regeringsleider Helaas ontbreken verslagen van deze ontmoeting. en was de minister van Buitenlandse Zaken verant- Op 16 maart 1963 vond het tegenbezoek plaats op woordelijk voor de buitenlandse politiek. De Quay Paleis Huis ten Bosch. Dat was de enige keer dat De accepteerde dat en legde in Parijs uit dat Luns verder Gaulle Nederland bezocht, en hij zou er nog geen het woord zou voeren, ‘gezien de constitutionele vier uur blijven: om 11.58 uur arriveerde hij op vlieg- omstandigheden in Nederland’. De Luxemburgse veld Ypenburg en om 15.38 uur vertrok hij alweer premier Pierre Werner beschrijft de scène met gevoel van vliegveld Valkenburg. Het was opnieuw een voor humor in zijn memoires: ‘La face de de Gaulle ‘particulier bezoek’, maar het kreeg ditmaal onbe- trahissait l’incompréhension.’7 doeld óók een politiek karakter. Na de ophef over het Maar de president bleef kalm, in tegenstelling tot Franse veto tegen Groot-Britannië stond het immers de bondskanselier: ‘Terwijl De Gaulle kil en zakelijk tevens in het teken van bilaterale verzoening. Tij- was in de gedachtewisseling, was Adenauer agressief dens de lunch – waar ook Luns present was – sprak en bepaaldelijk soms niet geheel fair in zijn voorstel- De Gaulle met Juliana – op haar verzoek – over de ling van zaken,’ aldus Luns in zijn verslag van de Frans-Duitse betrekkingen en de relatie tussen de bijeenkomst. Staatssecretaris Karl Carstens bood Sovjetunie en China. Na tafel onderhield de presi- na afloop zijn excuses aan voor de houding van de dent zich met Luns. bondskanselier. Aan Franse kant bestond er volgens

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 603 Spectator Luns geen misverstand. De president had hem onder De Gaulle. Allereerst in juni 1958, kort nadat De vier ogen verklaard ‘onze “ténacité” op zichzelf te Gaulle aan de macht was gekomen. Het gesprek waarderen doch niet te begrijpen dat wij alleen voor ging vooral over de relatie tussen Groot-Britannië en een “Engeland dat toch niet wil” ons zoveel moeite het continent. In augustus 1960 ontving De Gaulle geven’.8 De Quay en Luns om zijn plannen voor een poli- Toch had De Gaulle zich wel degelijk geërgerd tieke unie te ontvouwen. De Nederlandse bezwaren aan het Nederlandse verzet. Aan de vooravond van werden duidelijk naar voren gebracht. In 1963 sprak de tweede top (Bonn, juli 1961) dreigde hij niet te de president met Luns op Huis ten Bosch en in april zullen gaan als er weer blokkades zouden zijn. Hij 1967 had hij in Rome een onderhoud met Luns en ging tóch en kreeg de zojuist beschreven discussie. De Jong. Nederlandse journalisten heeft De Gaulle Voor de top in Rome in 1967 aarzelde de president niet ontmoet. Een poging van Hiltermann om de opnieuw. Hij was akkoord, op voorwaarde ‘que d’ici generaal in 1961 te interviewen mislukte, ondanks de là ne surviennent quelques raisons d’y redouter des inspanningen van Beyen. Het is al met al niet veel: “sorties” désagréables des hollandaises (?)’.9 Maar ook ‘Quel qu’ait été l’intérêt de ces entretiens […], ils n’en in Rome kwamen er moeilijkheden. Ditmaal van de furent pas moins […] brefs et rares,’ aldus Jouve.12 kant van premier De Jong die, in tegenstelling tot Praten met De Gaulle was zelfs voor Fransen niet De Quay in 1961, voor Nederland het woord voerde. altijd gemakkelijk. Hij had in de jaren zestig al een De Jong was nóg atlantischer dan Luns. Hij had zich majestueuze allure. Gesprekken met hem werden voorgenomen De Gaulle eens flink de waarheid te niet voor niets ‘audiënties’ genoemd. De president zeggen over de noodzakelijke toetreding van Groot- was bovendien niet altijd gemakkelijk in de omgang. Britannië en de band met de NAVO. Hij kon formeel en streng zijn, maar ook ontspannen en toegankelijk. De ervaringen van de Nederlanders Praten met De Gaulle moeten ergens tussen deze twee uitersten in heb- De Gaulle hechtte veel waarde aan gesprekken met ben gelegen. In zijn memoires vertelt Luns over zijn buitenlandse ambassadeurs, vooral die van de Ver- relatie met De Gaulle: ‘Wij konden goed met elkaar enigde Staten, Duitsland en Groot-Britannië. Over overweg. Hij luisterde altijd zeer aandachtig, sprak de frequentie van deze gesprekken is helaas niets be- zeer nadrukkelijk, was tegenover mij persoonlijk altijd kend. De Amerikaanse ambassadeur Charles Bohlen van een buitengewone courtoisie en een uitgesproken zegt dat hij De Gaulle ongeveer elke twee maanden beleefdheid. Hij was aardig, maar op een koele wijze.’ ontmoette – in totaal 35 maal in vijf jaar.10 Maar Wat opvalt in de Nederlandse gespreksverslagen, is de zijn Nederlandse collega’s kwamen er zeker bekaaid grote hoffelijkheid van de president. In dit verband is vanaf. Voor zover valt na te gaan, is J.W. Beyen, interessant de nuchtere opmerking van de ambassa- ambassadeur van 1958 tot 1963, nooit op audiëntie deur bij de NAVO, H.N. Boon, in oktober 1965: ‘On- geweest. Hij sprak De Gaulle alleen in de marges danks een grote mate van uiterlijke hoffelijkheid zijn van een diner of een andere gelegenheid waar slechts landen kleiner dan Frankrijk quantité négligeable.’13 algemeenheden werden uitgewisseld. Zo bood de En zo was het natuurlijk. Volgens De Gaulle president hem in 1963 een afscheidsdejeuner aan. was vooruitgang in de Europese integratie slechts Beyen rapporteerde naar Den Haag: ‘De generaal mogelijk als Frankrijk en Duitsland het met elkaar de Gaulle bracht in zijn toespraak bijzondere hulde eens waren. ‘Il n’y a pas d’autre réalité européenne aan H.M. de Koningin en de traditionele kwaliteiten que l’Allemagne et la France,’ hield hij in september van het Nederlandse volk, welke Frankrijk door de 1963 Adenauer voor. Adenauers opvolgers, Ludwig eeuwen heen op hun waarde heeft leren schatten.’11 Erhard en Kurt Kiesinger, drongen in 1963-1967 Misschien heeft Beyen het nooit geprobeerd door De herhaaldelijk aan op hervatting van de gesprekken Gaulle ontvangen te worden. Zijn opvolger A.W.C. over een politieke unie. De Gaulle hield dat af, om- baron Bentinck van Schoonheten trok wél de stoute dat Duitsland en Frankrijk niet dezelfde opvattingen schoenen aan en werd in 1965 tweemaal voor onge- hadden over hun betrekkingen met de Verenigde veer een half uur ontvangen. Staten. Zeker, hij verwachtte op zo’n conferentie ‘des Dan waren er natuurlijk de gesprekken met Luns affrontements avec les Hollandais’ en ‘scandale de la privé of in de marges van een grotere bijeenkomst. part de Luns’, zo zei hij in juni 1965 tegen Erhard. Twee gesprekken vonden plaats op verzoek van Maar het voornaamste was toch dat zo’n unie alleen

604 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator kans van slagen had als Frankrijk en Duitsland op Dit begrip is wellicht verklaarbaar. Het was De één lijn zaten, en dat was niet het geval.14 Gaulle duidelijk dat Nederland stevig in de schoenen stond, dat het opkwam voor eigen belangen en dat Kritiek en begrip er een binnenlandse consensus bestond. In gesprek- Hoe onbelangrijk De Gaulle Nederland ook vond, ken met Nederlanders kwam De Gaulle daar steeds hij had wel degelijk kritiek op de houding van Den weer op terug. Zo vertelde Luns de Amerikaanse Haag. Tegenover zijn vertrouweling Alain Peyre- diplomaat John Bovey dat de president hem ooit het fitte, minister van Voorlichting, kreeg Nederland in ultieme compliment had gemaakt door de Neder- 1960-1963 menige veeg uit de pan. Zoals in januari landers koppig te noemen: ‘Oui, têtus et coriaces, 1960: ‘Il y a Luns, qui veut faire l’Europe à condition les Hollandais, et avec vos intérêts tout près – bref, qu’il y soit le cheval de Troie des Anglo-Saxons.’ In une nation!’ Het mooie woord ‘petit pays, mais april 1962 (de dag na het mislukken van het Plan- grande nation’ van Nicolaï is helaas in de archieven Fouchet) hekelde De Gaulle de tegenstrijdigheid niet terug te vinden. Wél zei De Gaulle vaak dat ‘la in de Nederlandse opstelling: ‘Les deux exigences Hollande’ – zoals hij Nederland noemde – ‘solide […] des Hollandais – “Il nous faut l’Angleterre”, “Il et sûre d’elle’ was. Zoals in augustus 1960 tegen nous faut la supranationalité” – sont évidemment et De Quay en Luns. Tegen Bentinck verklaarde hij irrémédiablement incompatibles.’ De enige troost is in maart 1965: ‘La Hollande, comme la France, est dat de Belgen er opvallend harder van langs kregen: un Etat. On ne saurait tout à fait en dire autant de ‘La Belgique a été inventée par les Anglais pour nous l’Allemagne qui est divisée, de l’Italie dont l’unité est embêter.’ En: ‘Les Belges n’ont pas de position du récente, de la Belgique, création en somme artificiel- tout. Ce sont des gens insupportables.’15 le, sans parler du Luxembourg.’18 De kritiek op het inconsequente standpunt van Na afloop van de conferentie in Rome in 1967 Den Haag – Groot-Britannië was immers niet sprak De Gaulle met Luns. Deze schreef in zijn ver- geporteerd voor supranationalisme – klonk door in slag dat de president het Nederlandse enthousiasme De Gaulles gesprekken met Nederlanders. In 1963 voor de integratie en de supranationaliteit beschouw- vertelde hij Luns dat hij weliswaar begrip had voor de als ‘een façade’ voor een evenwichtspolitiek die tot de Nederlandse argwaan jegens Frankrijk: ‘Mais qu’y doel had de eigen soevereiniteit zoveel mogelijk vei- faire? Si la Hollande veut faire l’Europe, il faut bien lig te stellen tegenover de grotere lidstaten. Met ‘een qu’elle la fasse avec la France.’ Tegenover ambassa- vriendelijk glimlachje’ had hij gereageerd op Luns’ deur Bentinck was hij in 1965 strenger. Hij negeerde ontkenning: ‘Je comprends parfaitement votre poli- diens opmerking dat Europa toch bij een Atlantische tique d’équilibre qui est la base même de la politique gemeenschap behoorde en hekelde de Nederlandse étrangère des Pays-Bas depuis tant d’années.’19 ‘atermoiements’ (getreuzel). Den Haag moest vol- Maar pas op: dat ‘begrip’ kan ook hoffelijkheid ge- gens hem kiezen tussen Europa en het Atlantisch weest zijn. In zijn gesprekken met de Duitse bonds- bondgenootschap. De president zou het Nederland kanseliers herhaalde De Gaulle immers keer op keer niet kwalijk nemen als het de EEG verliet.16 dat hij de pro-Atlantische houding begreep en dat De Gaulle had desalniettemin zeker achting voor hij respect had voor de motieven die daartoe hadden Nederland. Dat merkte bijvoorbeeld Edgard Pisani, geleid, zoals in juli 1964 tegenover Erhard.20 de Franse minister van Landbouw, toen hij in 1963 met De Gaulle sprak. Hij werd getroffen door ‘la Toch vooral hoffelijkheid? considération qu’il a pour les Bataves et pour les Al met al was De Gaulles belangstelling voor Pays-Bas, un Etat-nation, fort et dense’ – dit in te- N­ederland gering. De grote mogendheden speelden genstelling tot diens minachting voor de Italianen en voor hem de hoofdrol. In het bereiken van zijn doel- de Belgen. In de zomer van 1962 ontving De Gaulle stellingen was de houding van Bonn of Rome van de Franse ambassadeur in Den Haag, Etienne de groter belang dan die van Den Haag. Maar of dat Crouy-Chanel. Na afloop vertelde deze in Den ook leidde tot de door Jouve gesignaleerde ‘neerbui- Haag dat de president had gezegd het Nederlandse gende onverschilligheid’ is de vraag. Wat allereerst standpunt volkomen te begrijpen, en dat hij, als hij opvalt, is de hoffelijkheid waarmee de president Nederlander was geweest, vermoedelijk eenzelfde Nederlanders tegemoet trad. Deze stak af bij de standpunt had ingenomen.17 manier waarop hij bijvoorbeeld Belgische vertegen-

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 605 Spectator woordigers bejegende. Ten tweede zal de generaal 15 Alain Peyrefitte, C’était De Gaulle, Parijs, 1994, blz. 61, 106- het Nederlandse verzet tegen zijn politiek stellig als 107, 303 en 355. ‘hinderlijk’ hebben ervaren. Toch bleef zijn reactie 16 DDF 1963 deel I, Parijs, 2001, blz. 283-287; en DDF 1965 vooral zakelijk – in tegenstelling tot die van Ade- deel II, Brussel, 2004, blz. 460-462. nauer. Ten derde had De Gaulle weliswaar kritiek op 17 Edgard Pisani, Persiste et signe, Parijs,1992, blz. 205; en BZ, het ‘onlogische’ Nederlandse standpunt, maar lijkt Archief Van Tuyll, nr. 36, Memorandum Van Tuyll, 30 augus- hij tegelijkertijd een zeker begrip te hebben gehad tus 1962 (met dank aan prof.dr A.E. Kersten). voor de Nederlandse ‘atermoiements’, die hij zag als 18 John Bovey, ‘Charles XI’, in: Virginia Quarterly Review, nr. 53 het opkomen voor de nationale belangen. Overigens (winter 1977), blz. 121; en DDF 1965 deel I, blz. 282-283. beklemtoonde de president ook in zijn gesprekken 19 BZ, AAP, doos 158, Codebericht Luns, 8 juni 1967. met de Duitse bondkanseliers steeds dat hij ‘be- 20 Akten zur Auswärtigen Politik der Bundesrepublik Deutschland grip’ had voor hun standpunt. Bovendien waren de 1964, Oldenburg, 1995, blz. 770-771. complimenten die hij over de Nederlandse politiek uitdeelde, steeds hetzelfde – als men ze op een rijtje zet, krijgen ze daardoor een obligaat karakter. Ook Dr J.W.L. Brouwer is als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor in de gaullistische waardering voor Nederland zal Parlementaire Geschiedenis te Nijmegen. Hij dankt prof.dr A.E. Kersten daarom waarschijnlijk een forse dosis van hoffelijk- voor zijn hulp bij het onderzoek en dr A.J.C.M. Gabriëls voor zijn commen- heid hebben gezeten. taar op een eerdere versie van dit artikel.

Noten 1 De Volkskrant, 31 mei 1963; en J.M.A.H. Luns, ‘Ik herinner mij...’. Vrijmoedige herinneringen van J.M.A.H. Luns zoals verteld Jan Willem Brouwer aan Michel van der Plas, Leiden, 1971, blz.. 140. explores De Gaulle’s views on Dutch European 2 Toespraak Nicolaï, 11 maart 2004; en toespraak Bot, 19 mei policy in the period 1958-1969. Recently, Dutch 2005(www.minbuza.nl). politicians stressed the fact that the French President 3 Edmond Jouve, Le général de Gaulle et la construction de sympathised with the Netherlands positions even l’Europe, 1940-1966, Parijs, 1967, blz. 137 en 493. though they were characterised by staunch oppo- 4 Charles de Gaulle, Mémoires, Parijs, 2000, blz. 212. sition to his initiatives. He was supposed to have 5 G.B.J. Hiltermann, Charles de Gaulle en de Fransen, Baarn, paid the Dutch the ultimate Gaullist compliment 1967, blz. 153. by describing them as ‘têtus, près de leurs intérets, 6 De Volkskrant, 26 oktober 1965; en Nationaal Archief, Notulen bref une nation’ [stubborn, close to their interests, Ministerraad, 2 juni 1967. in short a nation]. The author describes that the 7 Brabants Historisch Informatie Centrum, Dagboek De Quay, French President’s interests in the Netherlands were 18 juli 1961; en Pierre Werner, Itinéraires luxembourgeois et limited. For him the great powers were all-important européens. Evolutions et souvenirs 1945-1985, deel II, Luxem- in international relations. Even though in private he burg, 1992, blz. 28. may sometimes have shown esteem for the Dutch 8 Ministerie van Buitenlandse Zaken (hierna: BZ), Archief positions, he was critical as well: Dutch resistance Ambassade Parijs (AAP), GS 996 Politieke Unie, Circulaire was irksome. The compliments De Gaulle paid to Luns, 10 februari 1961. individual Dutch politicians and diplomats were 9 Charles de Gaulle, Lettres, notes et carnets, 1961-1963, Parijs, unvaryingly identical which leads to the conclusion 1986, blz. 76; en Ibid., 1966-1969, Parijs, 1987, blz. 92. that these phrases chiefly expressed the courtesy the 10 Charles Bohlen, Witness to history, 1929-1969, New York, 1973, French President displayed during his diplomatic blz. 548. conversations. 11 BZ, AAP, doos 124, Beyen aan Luns, 25 april 1963. 12 Louve, a.w. noot 3, blz. 494. 13 Luns, a.w. noot 1,.blz. 145; en BZ, AAP, GS 999.1, Boon aan Bentinck, 20 oktober 1965. 14 Documents diplomatiques français (DDF) 1963 deel II, Parijs, 2001, blz. 292; en DDF 1965 deel I, Brussel, 2003, blz. 716.

606 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Christophe de Voogd

Spel van de nagedachtenis: 1958 en 1968

‘Françaises, Francais, in het heden) noemt. Als legitieme machthebber, van de natie en van de repu- Allereerst moet men, ondanks de chronologische bliek, ben ik de laatste 24 uur alle mogelijkheden, zonder nabijheid tussen 1958 en 1968, rekening houden uitzondering, nagegaan, om deze legitimiteit te handha- met het markante feit dat de hoofdrolspelers van het ven. Mijn besluit staat vast. In de huidige situatie zal ik gebeuren uit ’58 allemaal dood zijn, van De Gaulle me niet terugtrekken. Ik heb een opdracht van het volk; tot Mitterrand, en van Debré tot Mendès-France, ik zal die opdracht uitvoeren, ik zal de Premier niet terwijl vele grote stemmen van de beweging van ’68 vervangen. Zijn kwaliteiten, standvastigheid en compe- nog steeds in de publiciteit staan: de studentenleider, tentie verdienen het door iedereen erkend te worden. Hij later europarlementariër Cohn Bendit, de socioloog zal mij een voorstel doen over wijzigingen in het kabinet Geismar, Krivine, noem ze maar op... Zij waren die hij nuttig vindt. Ik ontbind vandaag de Nationale zeer jong, veertig jaar geleden... en zijn voor de Dr J.W.L. Brouwer is als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Vergadering...’ eeuwigheid jong gebleven: jeugd, iedereen weet het, Parlementaire Geschiedenis te Nijmegen. Hij dankt prof.dr A.E. Kersten Iedereen hier zal in deze woorden het begin heb- maakt de kern uit van de mythe van ’68. Bovendien voor zijn hulp bij het onderzoek en dr A.J.C.M. Gabriëls voor zijn commen- ben herkend van de beroemde toespraak van gene- blijken de twee gebeurtenissen elkaar uit te sluiten. taar op een eerdere versie van dit artikel. raal de Gaulle op 30 mei 1968, die de beslissende De slagwoorden waarmee mei ’68 het gaullistische wending in die moeilijke periode heeft ingeluid. regime aanviel: ‘10 ans ça suffit!’ (10 jaar is genoeg!) De veertigste verjaardag van mei ’68 trekt veel of het kleurrijker ‘la chienlit c’est lui’ (Hij is zelf de meer aandacht in Frankrijk dan de vijftigste ver- nestbevuiler) waren wat dat betreft veelzeggend. De jaardag van mei ’58. De recente opening van het beweging van mei ’68 was minstens ten dele bedoeld indrukwekkende en ‘high-tech’ ‘historial de Gaulle’, om aan de in ’58 ontstane politieke orde een eind toe onder het gebouw van de Invalides, is uiteraard een te roepen. belangrijk eerbetoon: het gehele leven en oeuvre van De Gaulle komen daar aan bod. Aan de overgang Links van de Vierde naar de Vijfde Republiek zijn in 2008 Het is dus gemakkelijk te begrijpen dat momenteel weliswaar enige symposia gewijd, maar behalve aan de linkse kant van het spectrum geen behoefte enkele televisieprogramma’s, het liefst op onze bestaat aan welke herdenking van 1958 dan ook. Het nieuwe ‘chaîne parlementaire’, blijft de belangstelling nieuwe regime van De Gaulle werd destijds immers daarvoor beperkt tot de universitaire wereld. Mei verdacht van dictatoriale trekjes en ging in tegen de ’68 daarentegen wordt in allerlei boeken, interviews, gekoesterde ‘tradition républicaine’. Deze was sinds speciale programma’s en krantenbijlagen herdacht, het begin van de Derde Republiek gebaseerd op een en dit tot verzadiging toe. Anders gezegd, en met de almachtig parlement en een zwak staatshoofd. Het woorden van historicus Pierre Nora: mei ’68 blijkt referendum, de sterke uitvoerende macht en de di- een sterkere, meer aansprekende – en meer renda- recte band tussen volk en leider, al deze punten in de bele! – ‘lieu de mémoire’ te zijn dan mei ’58. Sterker grondwettelijke plannen van De Gaulle roken naar nog: het is alsof mei ’68 de gebeurtenissen van tien het gehate ‘bonapartisme’. In de nieuwe regering van jaar eerder in de schaduw heeft gesteld. De Gaulle zaten wel linkse politici, maar die werden Dit verschijnsel doet zich vaak voor in de geschie- als verraders gezien. Guy Mollet, hoofd van de SFIO denis van het collectief geheugen, en komt zeker niet (Section Française de l’Internationale Ouvrière) en lid voort uit een objectief ordenende visie op het verle- van het cabinet de Gaulle, zou door alle ‘echte’ socia­ den. Vergeten en weer doen herleven, verdringen en listen als zondebok worden gebruikt, en de nieuwe herinterpreteren spelen de belangrijkste rol wanneer Parti Socialiste, opgericht in 1971, zou, als reactie op het over gedenken gaat, en dat in een nauwe samen- het ‘Molletisme’, ideologische zuiverheid en compro- hang met allerlei uiteenlopende groepsbelangen en misloos politiek gedrag als een onbetwistbaar credo met een hang naar zelfrechtvaardiging. Kortom, al- formuleren. Daarom zullen de Franse socialisten lerlei psychologische en politieke factoren doen mee een blijvende verdenking koesteren tegen de instel- aan het ingewikkelde spel dat Nora ‘l’économie du lingen van de Vijfde Republiek, die volgens F­rançois passé dans le présent’ (de economie van het verleden M­itterrand een ‘permanente staatsgreep’ was.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 607 Spectator Dezelfde Mitterrand zou desalniettemin de langst al voldoende de verdenking van een afschrikwek- zittende president van de Vijfde Republiek worden, kende terugkeer naar ‘het gesjacher van de Vierde en – ik citeer hem nogmaals – ‘zich uiterst behaaglijk Republiek’ (aldus Nicolas Dupont-Aignan) op te voelen in kleren die niet voor hem bestemd waren...’ voeren. Een veelzeggend teken van deze afkeer is de Maar Mitterrand is, ook in dit opzicht, een uit- grote scepsis over het herzieningsplan die we zien bij zondering. Er blijft in de politieke cultuur van links de gebroeders Debré, Bernard en Jean-Louis, zonen een zeker onbehagen over de instellingen van 1958, van de hoofdredacteur van de grondwet, die graag vooral over het sterk persoonlijke karakter van het optreden als de trouwe bewaarders van het vaderlijke Franse stelsel en, misschien meer nog, over de uitoe- en gaullistische erfgoed. fening van de nationale politieke macht als zodanig. Er staat trouwens nog meer op het spel: ach- Volgens de diagnose van de politicologen Gérard ter het grondwettelijk debat gaat het om iets dat Grunberg en Alain Bergougnioux zouden de Franse verder reikt, namelijk om de ware natuur van het socialisten een ‘lange tijd wroeging over de macht’ s­arkozisme. blijven voelen.1 Dat verklaart in belangrijke mate de vaak korte bewindsperioden van linkse regeringen Sarkozisme in Frankrijk, dit in tegenstelling tot de traditie van De vraag is of Nicolas Sarkozy zich wel als een noordelijke Europese landen; dat verklaart tevens trouwe erfgenaam van het gaullisme gedraagt. De de tegenslagen in de presidentiële verkiezingen van aanklacht dat hij met de heilige traditie aan het 1995, 2002 en 2007. breken is, valt steeds vaker te horen. We hebben dat protest gehoord in het debat over de instituties; het- Rechts en de Grondwet van 1958 zelfde geldt voor de buitenlandse politiek: Deze – in Tot zover voor links. We zouden tegelijkertijd meer Sarkozy’s eigen woorden – ‘grote vriend van Israël’ verwachten van rechts, en vooral van de erfgena- lijkt ver af te staan van de positie van de generaal en men van het gaullisme, die alle redenen hebben om van diens afkeer van – ik citeer weer – het ‘zelfver- grootschalig de geboortedatum van hun republiek te zekerde en dominante [joodse] volk’. De plannen vieren. Toch lijken ook zij tamelijk terughoudend ten van president Sarkozy voor een volledig lidmaat- aanzien van de herdenking van 1958: ‘Le coeur n’y schap van de NAVO lijken ook een rechtstreekse est pas’ (de stemming is er niet naar). breuk te vormen met de zo gevoelige gaullistische Dat is verbazingwekkend. Zijn de erfgenamen van onafhanke­lijkheidsdrang. Aan de andere kant echter De Gaulle immers niet alweer een jaar of vijftien staat de spectaculaire toenadering tot Libië en tot aan de macht, en sinds 2002 zelfs zonder de compli- Syrië. Zijn dat geen perfecte voorbeelden van de caties van een cohabitation? Hebben de twee laatste traditionele ‘politique arabe de la France’? Staat de presidenten, Jacques Chirac en Nicolas Sarkozy, hun ‘Union pour la Méditerranée’ niet in een directe lijn hele politieke carrière niet in de gaullistische partij met de in oer-gaullistische kringen – bijvoorbeeld opgebouwd? Zou de herziening van de grondwet, bij iemand als Jacques Soustelle – lang gekoes- één van de grote campagnebeloften van Sarkozy, die terde droom over een sterke band tussen Europa en het eerste semester van 2008 boven alles uitklonk, Afrika, het zogenoemde ‘Eurafrique’? geen aanleiding geven tot een brede terugblik op de Is deze ambivalentie van het sarkozisme ook niet oorspronkelijke tekst van 1958? Het debat tussen ju- te vinden in het binnenlands beleid, waar bepaalde risten en politici over dat herzieningsplan is zeer fel. gaullistische trekken (sterk presidentieel leider- Dit plan, dat inmiddels door het parlement is aan- schap; inmenging in de economie en in het media- vaard, zal, hoe dan ook, de grootste verandering van stelsel; drang naar de modernisering van het land, de grondwet betekenen: bijna één op twee artikelen enz.) samengaan met nieuwe ideeën op dit gebied van de grondwettelijke tekst is erbij betrokken. (ontspannend, zelfs prozaisch, presidentieel gedrag; Maar hier zit juist het probleem. Voor enkele sterke banden met de privésector; en vooral drastisch ‘orthodoxe’ gaullisten mag de heilige tekst die aan afslanken van het reusachtige Franse staatsapparaat)? het volk is geschonken door hun ‘generaal en pro- Het is hier niet de plaats om het karakter van het feet’ niet aangetast worden; zeker niet wanneer die ‘sarkozisme’ – bestaat zoiets wel? – te bestuderen. herziening leidt tot (al is het maar een bescheiden) Maar om het sarkozisme met het gaullisme te kun- versterking van de macht van het parlement. Het is nen vergelijken, moet men allereerst het gaullisme

608 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator zelf definiëren. Het minste dat men daarover zeggen Noten kan, is dat er onder historici nog de nodige onenig- 1. Alain Bergounioux & Gérard Grunberg, L’ambition et le heid over zo’n definitie bestaat. remords: les socialistes français et le pouvoir (1905-2005), Parijs: Wat mij betreft heb ik de neiging het verschijnsel Fayard, 2005. ‘gaullisme’ meer te zien als een waardestelsel en een 2. Serge Bernstein, Les cultures politiques en France, Seuil, 1999, bepaalde stijl in de politiek dan als een doordachte blz. 159. en uitgewerkte politieke doctrine. Het gaullisme is een eigen vormgeving aan de in Frankrijk diep ver- Christophe de Voogd is als maître de conférence verbonden aan het Institut ankerde politieke cultuur van het bonapartisme, met d’Études Politiques - Sciences Politiques (Parijs). Hij is voormalig adviseur als sleutelbegrippen, om de Franse historicus Serge van de Franse cultuurminister Jack Lang en was in de periode 1998-2003 Berstein te citeren, ‘la grandeur comme objectif et directeur van Maison Descartes / Institut Français des Pays-Bas. De Voogd l’Etat fort comme moyen’ (grootheid als doel en een publiceerde Histoire des Pays-Bas (1992), vertaald als Geschiedenis van sterke staat als middel),2 met daaraan gekoppeld, in Nederland (1996), en vele malen herdrukt. de dagelijkse gang van zaken, een permanente com- binatie van wilskracht en pragmatisme.

­New Publication in Series Clingendael Diplomacy Papers, No. 17

Sustainable Diplomacy and the US-Iranian Conflict The Value of Talk and a Disposition to Appease By Paul Sharp

This paper proceeds from the assumption that, no matter who wins the American presidential election in N­ovember, the US and Iran are on a collision course regarding the latter’s nuclear energy program. The most likely result will be a series of airstrikes undertaken by the US or Israel on Iran’s nuclear facilities. The prospect of these strikes being success­ful is very uncertain while the costs of such an attack in political and human terms are clear for all to see. A­ccordingly, the paper examines the contribution which diplomacy can make to avoiding such a collision. It argues that failure to date is the result of diplomacy being too closely linked to foreign policy objectives and domestic politi- cal considerations in both countries, so much so that each country is not even sure it should talk to the other. The paper then makes the case for two old diplomatic values: being willing to talk to anyone without preconditions; and being willing to appease the other party by expressing a willingness to let them have what they want. The United States should declare a willingness to accept a nuclear-armed Iran, and Iran should declare a willingness to accept an extensive and intrusive US regional presence for the foreseeable future.

Paul Sharp is Senior Visiting Fellow at the Clingendael Institute and Professor and Head of Political Science at the University of Minnesota Duluth. He is also Co-Editor of The Hague Journal of Diplomacy. Two of his co-edited books are The Diplomatic Corps as an Institution of International Society and The International Thought of Herbert Butterfield published by Palgrave in 2007-8. His Diplomatic Theory of International Relations is in press with Cambridge University Press, and he is currently working on the ideas of outlaw diplomacy and appeasement.

The Hague, Clingendael Institute, August 2008 ISBN: 978-90-5031-129-8 Clingendael Diplomacy Paper 17, 65 pp

Information: Desiree Davidse , Clingendael Diplomatic Studies Programme / Clingendael Asia Studies PO Box 93080; NL-2509 AB The Hague( Tel. +31 70 3746605 [email protected] [email protected]).

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 609 Spectator Sjoerd Gosses

Turkije: kandidaat in verwarring op weg naar Europa

Het is april 1999. In Ankara biedt de zojuist aan- de indruk van de moderniteit en de economische be- getreden Nederlandse ambassadeur zijn geloofs- drijvigheid in het land. Vooral het westelijk deel doet brieven aan president Suleiman Demirel aan en ‘Europees’ aan. Het gebruikelijke verwachtingsbeeld bezoekt hij de ambtelijke top van het ministerie strookt vaak niet met de realiteit zoals die zich op van B­uitenlandse Zaken. De belangrijkste bood- het eerste gezicht voordoet, terwijl het kennisniveau schap van de Turkse president houdt in dat Turkije ook bij de beter geïnformeerde bezoeker ontoe- belang heeft bij nauwere relaties met de Europese reikend is om de complexe werkelijkheid binnen Unie, maar dat ten oosten van Turkije eveneens Turkije te doorzien. Dit bemoeilijkt een eerlijk en zeer interessante landen liggen – in de eerste plaats realistisch oordeel. China – die Turkije een reëel alternatief bieden. In Turkije is inderdaad een gecompliceerd land, ook het ministerie krijgt de ambassadeur de volgende voor de eigen burgers. Het moet worden gedeco- boodschappen uitgeserveerd: 1 Turkije is aan alle deerd om een beter inzicht te krijgen in de achter- kanten omringd door vijanden, die ook binnenslands gronden en politieke overwegingen die een rol spelen ageren; en 2 Turkije kent twee soorten van publieke in het onderhandelingsproces met de EU.1 Het land belangen, te weten staatsbelangen en regeringsbelan- heeft bovendien veel verleden en een lang, ideolo- gen. In geval van conflicterende belangen primeert gisch bijgekleurd geheugen. In het dagelijks leven het staatsbelang. wordt voortdurend verwezen naar die bewogen ge- Ruim negen jaar later, in juli 2008, wordt de schiedenis. democratisch gekozen regering voor het Turkse Uit de Ottomaanse periode dateert niet alleen Hooggerechtshof gedaagd wegens vermeende aan- het leger als belangrijkste instituut, maar ook de tasting van de grondslagen van de seculiere Staat veiligheidscultuur en de perceptie van de Turkse Turkije. Het besluit hoofddoekjes toe te laten bin- Staat.2 De Ottomaanse veiligheidscultuur was tot nen het h­oger onderwijs is een belangrijke steen des het Verdrag van Karlowatz (1699) gebaseerd op een aanstoots. Tegen de algemene verwachting binnen ‘offensieve realpolitiek’, gericht op ‘maximalisering en buiten Turkije besluit het Hof uiteindelijk niet van macht door de verwerving van territoir, bevol- tot opheffing van de zittende regeringspartij AKP, king en rijkdom via machtspolitiek en oorlog’. Na dit omdat de meerderheid van zeven rechters net niet Verdrag was de machtsbalans met West-Europa defi- wordt gehaald. De juridische staatsgreep die door de nitief ten nadele van het Ottomaanse Rijk veranderd seculiere krachten binnen Turkije is gepland, gaat en probeerde het met een ‘defensieve realpolitiek’ en niet door. met diplomatieke middelen het verlies aan grondge- Wat is er aan de hand in Turkije, een NAVO- bied en invloed te beperken. Binnenslands betekende partner en lid van de Raad van Europa, en een land dit modernisering van het leger ten behoeve van de waarmee Europa al eeuwen contacten heeft gehad? instandhouding van de Staat, militarisering van de Waarom worden wij iedere keer weer verrast door samenleving en administratieve hervorming door gebeurtenissen in Turkije? Wat weet Europa van de centralisering. grootste toetredingskandidaat ooit en wil Europa In het laatste kwart van de 19de eeuw tot het nog wat met Turkije? einde van de Eerste Wereldoorlog nam de militaire Het proces tegen de AKP maakt opnieuw duide- en diplomatieke betekenis van het Ottomaanse Rijk lijk in welke instabiele politieke situatie Turkije zich steeds verder af. De vrees voor isolement en verder bevindt, terwijl de toetredingsonderhandelingen verlies aan territorium vormde hoofdbestanddelen in Brussel in een patstelling verkeren. Dit artikel van de veiligheidscultuur in het Ottomaanse Rijk, schetst een beeld van een kandidaat in verwarring. die werden overgedragen naar de Republiek en nog versterkt door het Verdrag van Sèvres (1920), dat de Turkije en het gestolde verleden restanten van het Rijk verdeelde onder de overwin- Westerse bezoekers van Turkije zijn meestal onder naars van de Eerste Wereldoorlog. Het denken in

610 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Sjoerd Gosses

termen van veiligheid was begin 20ste eeuw door b­eheerst. Het meerpartijenstelsel, dat vervolgens de Jong Turken verder in een radicale, ideologische werd ingevoerd, bracht daarentegen een slecht func- richting aangescherpt met de begrippen nationalis- tionerende democratie en vele machtsconflicten, die me and secularisme.3 een aantal malen leidden tot een putsch van het Turk- Voor een goed begrip van het huidige Turkse se leger, dat zichzelf had opgeworpen als beschermer veiligheidsdenken is het Verdrag van Sèvres onmis- van de kemalistische seculiere Staat. Na de staats- baar, omdat het voor alle Turken de ratio van de greep van 1980 voerde het leger een zeer gedetail- Republiek bevat. Als het Verdrag in werking zou zijn leerde Grondwet in, waarin de seculiere spelregels getreden, zou Turkije immers niet meer hebben be- nog eens ondubbelzinnig werden vastgelegd. staan, behoudens een rompstaat rond Ankara. Dank zij Kemal Ataturk behield de nieuwe Republiek het Sanering door crisis Anatolische territoir. Het Verdrag is ook relevant Na een periode van economische en – in mindere voor de toetredingsonderhandelingen in Brussel, in mate – politieke liberalisering onder Türgüt Özal de zin dat het bijdraagt aan het diepe wantrouwen brak in jaren ’90 een periode aan van economische tegen de drijfveren van West-Europa en de existen- en politieke crisis. Acties van de gewapende tak van tiële onzekerheid over de positie van Turkije als een de afscheidingsbeweging PKK leidden tot politieke ‘Fremdkörper’ in de Europese context heeft geaccen- spanningen en creëerden binnen de staatsstructuur tueerd.4 en de veiligheidskrachten illegale organisaties met eigen agenda’s, die de geloofwaardigheid van de De almachtige staat Staat aantastten. Deze geschiedenis is thans nog goed herkenbaar. Dit Ook de opkomst van de politieke islam onder hangt samen met het feit dat Turkije, als laatste Euro- N­ecmettin Erbakan creëerde onrust. Deze stroming pese staat, nog een juridisch vastgelegde staats­ideologie profiteerde van het gebrek aan kwaliteit en per- kent, die de bevolking vanaf de kleuterschool wordt spectief bij de zittende politieke partijen en van de ingeprent. De door Kemal Ataturk gestichte republiek massale migratie naar de steden. Dat leidde tot het vormt de formele basisstructuur van Turkije en de ontstaan van arme wijken waar de bevolking ontvan- spelregels uit begin jaren ’20 van de vorige eeuw zijn in kelijk was voor religieuze indoctrinatie. beginsel nog volledig van toepassing. De aardbeving van augustus 1999, waarop niet Hoofdbeginsel is nog altijd de suprematie van de a­lleen de politieke machthebbers maar ook de instel- Staat. De Staat zorgt voor zijn burgers en bedient lingen van de Staat geheel inadequaat reageerden, zich daarbij van een professioneel ambtenarenappa- wekte publieke verontwaardiging en vergrootte het raat, dat loyaal is aan die zelfde Staat. Ontstaan in gebrek aan vertrouwen in het politieke establish- dezelfde tijdsperiode, is het niet verbazingwekkend ment. dat Turkije bestuurlijk en politiek nog duidelijke Die proteststemming werd gevoed door de steeds gelijkenissen vertoont met de voormalige Sovjetunie. slechtere economische situatie, mede als gevolg van Landbouw, onderwijs, gezondheidszorg, de staats- de extreme inflatie, die door de regering niet serieus zorg voor weeskinderen en de rol van de civiele en werd aangepakt omdat bepaalde groeperingen ervan militaire bestuurlijke kaste, in sovjetterminologie de profiteerden. Het dieptepunt werd bereikt door de nomenklatoera, zijn hiervan voorbeelden. Hetzelfde crises van november 2000 en februari 2001, die de geldt voor managen en organiseren van het nieuws internationale kredietwaardigheid van Turkije geheel en de weergave van feiten en gebeurtenissen. Dit ondermijnden en de inflatie onbeheersbaar opjoegen, leidt tot uniformiteit en ideologische slogans in het met als gevolg de vernietiging van een deel van de publieke en private debat, ondanks de kwaliteit en middenklasse en verlies van zeer vele arbeidsplaat- integriteit van een deel van de Turkse media. sen. Turkije stond voor een economisch en politiek De almachtige Staat betekende echter ook dat de bankroet. Geruchten circuleerden over ingrijpen van macht van de democratisch gedragen politiek be- het leger. Kenners van de politieke situatie achtten perkt is. In de opbouwfase van de Republiek en tot dit echter onwaarschijnlijk, aangezien de militairen na de Tweede Wereldoorlog kende Turkije – met een beseften dat zij de economische problematiek niet kort intermezzo – een eenpartijsysteem, waarmee zouden kunnen oplossen. Hun falen zou ten koste interne politieke machtsproblemen konden w­orden gaan van het prestige van het leger.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 611 Spectator Premier Ecevit wist echter Kemal Derwis, tweede goed om in persoon te verschijnen bij de gezamen- man bij de Wereldbank, over te halen als partijloze lijke EU-ambassadeurs teneinde op hun vragen over superminister van economische zaken en begroting de AKP in te gaan. Ook zijn optreden bij Europese om orde op zaken te stellen. In korte tijd slaagde Raadzittingen in Brussel werd ondanks zijn gebrek deze erin met het IMF een omvangrijk leningspro- aan kennis van vreemde talen gewaardeerd. gramma ($36 miljard) af te sluiten ter financiering In korte tijd slaagde de partij erin brede steun te van de kosten van sanering van de banksector en de verwerven onder dat deel van de bevolking dat zich staatsfinanciën. Turkije werd wel de grootste debi- te voren niet aangesproken voelde door Ankara- teur van het IMF, maar het kreeg zijn internationale centrische partijpolitiek. In feite bracht de AKP kredietwaardigheid snel terug door strak begrotings- de politieke emancipatie van het binnenland van beheer. Dit succesverhaal vormde de basis van het A­natolië. Na de overwinning in 2007 heeft de partij herstel van het economisch vertrouwen in en buiten zich een centrale plaats in het politieke spectrum Turk ije. verworven en deze inhoud gegeven langs drie nieuwe lijnen, te weten islamitisch conservatief in politieke De AKP, een nieuwe start zin, neo-liberaal in de economie en pro-Europees in Bij de eerstvolgende verkiezingen werd afgerekend de buitenlandse betrekkingen.5 met de oude politiek. Vele bekende namen, waar- onder Bülent Ecevit, Ismail Cem en de partijleider Pro-Europees als strategie van de ANAP, Yilmaz, verdwenen voorgoed van het De pro-Europese benadering die het AKP-leider- politieke speelveld. De grootste winst was voor de schap vanaf de start van de partij heeft uitgedragen, nieuwe AKP, die met 34% van de stemmen meteen is voor het imago van de partij gunstig geweest, tweederde van de zetels kreeg in het parlement. De maar is ook opmerkelijk. Om te beginnen was – en AKP consolideerde haar winst bij de verkiezingen is – de achterban in meerderheid eurosceptisch inge- van juli 2007 door 47% van de stemmen uit het ge- steld en had kader noch top van de AKP veel kennis hele land te verwerven – dit ondanks, of misschien of begrip van Europa. Het indrukwekkende wetge- dank zij, het negatief stemadvies dat de Generale vingsprogramma om te voldoen aan de Kopenhagen- Staf van het leger in mei 2007 had afgegeven. criteria moest niet alleen Europa tevreden stellen, Het succes van de AKP is toe te schrijven aan een maar het was ook bestemd voor de noodzakelijke aantal factoren. Allereerst heeft zij kunnen profiteren modernisering van Turkije. Erdogan heeft steeds van de sterke macro-economische verbeteringen die benadrukt dat dit proces ook zonder toetreding van het gevolg waren van de saneringsmaatregelen van belang was. Daarmee werd en passant ook de kritiek Derwis. De inflatie daalde onder de 10%, de werk- ondervangen dat Turkije zich aan Europa moet aan- gelegenheid nam sterk toe en het solide begrotings- passen zonder contraprestaties te krijgen.6 beheer wekte nationaal en internationaal vertrouwen. ‘Europa’ was ook bruikbaar tegen de secularisten, Het electoraat reageerde ook positief op de geheel die zelf onvoldoende inspanningen hadden verricht nieuwe politieke stijl van de AKP, zoals die tot uit- om de toetreding te bevorderen. Het leger en de drukking kwam in het partijprogramma, dat positief civiele nomenklatoera (waaronder het bolwerk van het en optimistisch was geformuleerd, in tegenstelling ministerie van buitenlandse zaken) konden weinig tot dat van andere partijen. Het was bovendien een bezwaar maken, gezien de Europese ambities van breed programma, dat vele maatschappelijke terrei- Ataturk. Minderheidsgroeperingen verwachtten nen bestreek en modern van aanpak was. De profes- steun voor hun positie van Europa, evenals een groot sionele organisatie van de AKP, die gebruik maakte deel van het bedrijfsleven en de liberale intelligent- van buitenlandse adviesbureaus, maakte eveneens sia. De AKP had dus een breed politiek platform veel indruk. voor het Europese beleid, ondanks een rijkgescha- Ook stak de pragmatische en flexibele opstelling keerde euroscepsis, die vooral tot gelding kwam als van de AKP gunstig af bij de onbuigzame en rigide Europa in de ogen van Turkse groeperingen weer standpunten van de oppositiepartijen, die de kiezer eens met twee maten had gemeten of Turkije anders- weinig goeds in het vooruitzicht stelden. In de prak- zins had vernederd of beledigd. tijk bleek ook dat de AKP toegankelijk was en bereid De AKP-leiding bleef tot de eurotop in december was te luisteren. Zo was premier E­rdogan niet te 2004 onverminderd op Europese koers. De politieke

612 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator stabiliteit van de regering, die een royale parlemen- van de harde lijn, onzekerheid is ontstaan over hun taire meerderheid had, bracht in korte tijd een eco- vrijheid van meningsuiting en veiligheid. Er wordt nomische ommekeer teweeg en bereikte ook op vele op grote schaal afgeluisterd door de AKP – ditmaal andere terreinen zoveel resultaten, dat van een stille niet alleen meer door of namens de Staat – en de revolutie werd gesproken. In vrijwel alle opzichten wijze waarop in het Ergenekon-proces door middel veranderde het land in positieve zin en ontstond ver- van een publieke dagvaarding een aantal vertegen- trouwen in een betere toekomst. woordigers van de Staat aan de schandpaal is gena- Op de Top kwam het echter tot een forse aanva- geld, wordt ook in deze kringen als een bedenkelijk ring met de EU onder Nederlands voorzitterschap, soort revanchisme gezien. De door de regering ge- dat het verwijt kreeg Turkije verrast te hebben met propageerde islamisering komt nu toch wel heel na- ontwerpteksten over Cyprus. Erdogan dreigde de bij. Liberalen raken wat betreft hun academische en vergadering te verlaten en beweerde achteraf dat in intellectuele vrijheid tussen hamer en aambeeld van Brussel zijn hart brak.7 Hoe dit ook zij, sindsdien de twee machtscentra die in Turkije om de supre- was aan AKP-zijde sprake van toetredingsmoeheid, matie strijden en die beide hun ideologisch-politieke die in feite pas werd beëindigd met Erdogans nieuwe opvattingen aan anderen willen opleggen. Bovendien commitment voor Europa in april 2008. Die timing maken zij zich steeds meer zorgen over de stagnatie hield verband met het dreigend proces voor het Con- in het Turks EU-beleid.10 stitutionele Hof. De partij heeft daarmee een strategische vergissing Europa en Turkije: vervreemding en verzuring begaan: de pro-Europese koers was immers de kiel De politieke machtsstrijd tussen de democratisch onder het AKP-schip en bood een legitimiteit die g­ekozen regering en de seculiere Staat gaat ook dringend nodig was als tegenwicht tegen het brede E­uropa direct aan. Terecht heeft de EU opgelucht wantrouwen over de islamitische herkomst en de gereageerd op de uitspraak van het Constitutionele intenties van de partij. Hof, maar voor het overige is de Europese betrok- kenheid bij Turkse ontwikkelingen de laatste jaren Islamisering8 onder de maat. De onderhandelingen zijn onder Van meet af aan is religie een kwetsbaar element van druk van sommige lidstaten feitelijk tot stilstand de AKP geweest, die zich conservatief-democratisch gekomen en van het Franse voorzitterschap kan niet noemt, zich niet ten onrechte vergelijkt met West- veel worden verwacht. Dit speelt Turkse nationalis- Europese christen-democraten en afstand neemt van ten en fundamentalistische kringen in de kaart en de politieke islam uit de tijd van Erbakan.9 Niet- leidt tot verdere vervreemding en verzuring van de temin is de islamisering in Turkije op een aantal relaties. terreinen duidelijk aanwezig, met als bekendste Omdat toetreding voorlopig niet aan de orde voorbeeld de wetgeving betreffende de hoofddoek is, zou de soft power waarover Europa in Turkije (turban) in het hoger onderwijs. b­eschikt, ingezet kunnen worden voor sturing in de De seculiere samenleving en de liberale intelli- richting van verdere democratisering. De behoefte gentsia volgen de ontwikkelingen binnen de AKP aan stimulering van buiten is groter dan op het e­erste met toenemende bezorgdheid: de eerste categorie gezicht zou worden verwacht: in vertrouwelijke vanuit politiek-ideologische redenen, de tweede van- g­esprekken wordt vaak erkend dat veranderingen uit de vrees dat de AKP geen ruimte laat voor andere niet van binnenuit tot stand plegen te komen. geloven en opvattingen dan die welke passen binnen Als premisse kan worden uitgegaan van de de islamitische cultuur. Het leger heeft enkele jaren waarschijnlijkheid, zo niet de wenselijkheid, dat de onder de liberale stafchef Özkök ruimte gegeven aan kemalistische revolutie haar langste tijd heeft gehad, de AKP, maar is steeds meer op de rem gaan staan. zeker nu zich een democratisch alternatief heeft Naar verluidt was het ook het leger dat heeft gepro- aangediend. De AKP zal niet eeuwig aan de macht beerd via een juridische coup een halt toe te roepen blijven, maar het ligt voor de hand dat deze partij tot aan antiseculier gedrag van de partij. Dit zal naar nader order de politieke partner van Europa blijft, verwachting niet de laatste poging zijn. ondanks diverse tekortkomingen en risico’s, waar­ Minstens zo zorgelijk is dat binnen de groep van onder de islamisering en de vrijheid van menings­ de liberalen, die zich niet rekenen tot de kemalisten uiting.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 613 Spectator Turkije is niet het enige land waar religie de laatste 5 Hakan Yilmaz, ‘Turkish Populism and Anti-EU rhetoric’, jaren weer een prominente plaats heeft op de natio­ paper voor conferentie Oegstgeest, 26/27 juni 2008. nale agenda. Nederland kan daarover meepraten. 6 Dit onderwerp ligt bijzonder gevoelig. In de Turkse buiten- Verder dient bedacht te worden dat de strakke staats- landse politiek is het begrip ‘reciprociteit’ tot dogma verheven. controle op religie een verkrampte situatie heeft doen Voor iedere Turkse concessie wordt een tegenprestatie ver- ontstaan in dit land, waar 99% van de bevolking nu wacht. Deze ‘zero-sum game’ botst met de moderne onder- eenmaal zegt zich moslim te voelen. Een zekere nor- handelingsfilosofie, die op het ‘win-win’-beginsel is gebaseerd. malisering in geloofszaken moet dus niet meteen als Reciprociteit past uiteraard niet in de gebruikelijke opzet van fundamentalistisch worden gekenschetst. In lijn met toetredingsonderhandelingen, die per definitie een sterk eenzij- de Kopenhagen-criteria moet de EU en zo nodig het dig karakter hebben. Hof in Straatsburg wel zorgvuldig blijven controleren 7 Van verrassing kon echter geen sprake zijn, omdat Turkije de of op dit terrein de grenzen van de rechtsstaat en de ontwerp-conclusies van de Europese Raad al weken te voren individuele vrijheid, alsmede gelijkberechtiging voor had gekregen en er intensief over heeft onderhandeld. andere geloven worden gerespecteerd. T­olerantie op 8 Turkije heeft geen sterke fundamentalistische traditie. Religi- religieus gebied is in Turkije nog ver te z­oeken. euze partijen kregen in het verleden steun van maximaal 11% Ook om andere redenen zou Europa er goed aan van het electoraat. Het percentage voorstanders van de sharia is doen zich actiever betrokken te voelen bij de vorm- thans 9% (volgens Yilmaz, a.w. noot 5). geving van een nieuwe Turkse samenleving. Wij 9 Zeyno Baran, ‘Turkey’s Islamists Inspire a New Climate of hebben geen belang bij een instabiele, verscheurde Fear’, in: Wall Street Journal, 2 augustus 2008, blz. A11. natie aan onze belangrijke zuidoost-flank, die grenst 10 Nilüfer Narli, ‘Turkish Politics: more democracy and Europe aan Iran, Irak, Syrië en de Kaukasus. Duurzame or more Islam?’, in FRIDE, Comment, mei 2008; zie ook E.J. democratie en welvaart zijn ook in ons belang. Deze Zürcher, ‘Na gouden jaren dreigt fatale crisis’, in: NRC Han- oude politieke waarheid is thans meer dan ooit delsblad, 23 juli 2008. relevant. Onze aanzienlijke economische belangen (investeringen, energie) hangen eveneens samen met politieke stabiliteit. Mr S.I.H.Gosses was van april 1999 tot september 2005 Ambassadeur De EU en haar lidstaten kunnen als kritische van Nederland in Turkije. Hij is bestuurslid van het Turkije Instituut in Den vriend van Turkije meer tot stand brengen dan Haag. Dit artikel berust deels op papers van een conferentie van het Centre als afstandelijk onderhandelaar. In alle denkbare for European Security Studies (CESS) en het Turkije Instituut op 26 en 27 scenario’s zullen Europa en Turkije meer kennis en juni 2008 te Oegstgeest onder de titel ‘Perceptions and Misperceptions in begrip voor elkaar moeten ontwikkelen. Het wordt the EU and Turkey: Stumbling Blocks on the Road to Accession’. tijd om naast de technische onderhandelingen een inhoudsvolle politieke dialoog met Turkije te starten teneinde het land onderdeel te laten worden van de verdere opbouw van Europa.

Noten 1 Anne Dismorr, Turkey Decoded, Saqi Publishers, 2008. Dit boek van de voormalige Zweedse Ambassadeur in Turkije geeft een goede beschrijving van de invloed van de soft power van de EU op de stille revolutie onder de AKP. 2 Ali L. Karaosmanoglu, ‘Turkish Security Culture: Evolutionary or carved in Stone’, paper voor Oegstgeest, 26/27 juni 2008 (zie ook auteursnoot op deze bladzijde). 3 E.J. Zürcher, Turkey: A Modern History, Londen: I.B. Tauris, 2004 (zie ook auteursnoot op deze bladzijde). 4 ‘Turkey’s long Westernization process […] and its […] unsurmountable Islamic and Eastern characteristics […] have resulted in a complicated and ambivalent identity.’ Aldus prof. Ali Osmanoglu.

614 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Daan van der Schriek

Georgië en zijn regio’s: vrede voor grondgebied

Het lijkt zo op het eerste gezicht een beklagens- de G­eorgiërs hadden, was het voor de Russen heel waardige Georgische gewoonte te zijn geworden wat moeilijker geweest Georgië te bombarderen. om oorlogen te beginnen en rampzalig te verliezen: Abchazië en Zuid-Ossetië zullen betrokken mo- Zuid-Ossetië (1990-1992); Abchazië (1992-1993); eten worden bij gesprekken over de toekomst van Abchazië (1998); en Zuid-Ossetië (2008). Aan deze de regio in plaats van te worden genegeerd. De geheel of gedeeltelijk door Georgië geïnstigeerde wensen en zorgen van deze gebieden zijn niet per en verloren conflicten kunnen nog andere worden definitie identiek aan die van Rusland. Zelfs als het toegevoegd: burgeroorlogen 1991-1992 en 1993- W­esten en Georgië tot overeenstemming komen met 1994; Kodori (2001), Zuid-Ossetië (2004) en Kodori Rusland over de toekomst van Georgië, kan dit op (2008). niets uitlopen als Abchazië en Zuid-Ossetië er niet bij worden betrokken. Zoals de International Crisis Geen verrassing Group in juni 2007 schreef: ‘Focusing on containing Dit alles in een tijdsspanne van minder dan twin- R­ussia, however legitimate, will not resolve i­nter- tig jaar. Zo bezien zou het laatste conflict niet als ethnic i­ssues or address Ossetian aspirations and een volslagen verrassing hebben moeten komen. De fears [...] The Georgian government needs to work problemen in Georgië zijn niet nieuw en verre van on c­hanging perceptions, through bilateral efforts opgelost. Het plaatsen van 300 EU-waarnemers ron- and by embarking on a substanstive dialogue.’2 dom de Zuid-Ossetische en Abchazische conflict- Hetzelfde geldt voor de EU, die meer moet praten zones is geen definitieve oplossing; hooguit geeft het met de separatisten. Dit zal niet gemakkelijk zijn, een reden te pretenderen dat alles weer pais en vree want niet alleen Tbilisi, maar ook Tschinvali en is, terwijl het vraagstuk blijft bestaan. Dat lijkt niet Soechoemi hebben in het verleden weinig interesse verstandig. Georgië is, na toetreding van Bulgarije voor politieke dialoog getoond,3 en de laatste twee en Roemenië, via de Zwarte Zee een buurland van hebben nu bijna alles bereikt wat ze ooit wilden. de EU geworden, waardoor Europa veel belang bij Dus waarom nog praten? Dit blijft echter essentieel duurzame vrede in de Kaukasus heeft gekregen. om tot een vergelijk te komen. Bovendien, als de Wat is er aan de hand in Georgië? De Vijfdaagse conflicten via de lokale wortels worden aangepakt in Oorlog van augustus 2008 wordt in het Westen nu plaats van voornamelijk via Rusland, dan kan verdere voornamelijk als een Georgisch-Russisch conflict escalatie van de Europees-Russische betrekkingen afgeschilderd. Zowel Georgië als Rusland doet zijn worden beperkt. best dit beeld te versterken.1 Rusland heeft ontegen- Dit artikel schetst vooral lokale achtergronden van zeggelijk te maken met het conflict, dat nu duidelijk de conflicten in Georgië. Ruslands rol is elders al internationale dimensies heeft gekregen. Hoe zal het r­uimschoots onder de loep genomen.4 Om te begin- de Russisch-Oekraïense betrekkingen en de rela- nen: Zuid-Ossetië, waar de oorlog niet in augustus ties tussen Rusland en de EU beïnvloeden? Het is te 2008, maar al in december 1990 begon. simplistisch het conflict alleen als een Russisch- Georgisch conflict te beschouwen. Er is inderdaad De erfenis van Gamsachoerdia grote onmin tussen de twee landen, wat de situatie Een analyse van Anatol Lieven vat het probleem in Zuid-Ossetië en Abchazië nadelig beïnvloedt. goed samen: ‘The majority of the Ossetes living Maar de Ossetische en Abchazische problemen south of the main Caucasus range in Georgia wish kunnen en moeten deels worden gescheiden van de to unite with the Ossetes living to the north, in an Georgisch-Russische problemen. autonomous republic of the Russian Federation; and Het negeren van Ossetische en Abchazische the Georgians, regarding South Ossetia as both a grieven – de uiteindelijke oorzaken van de con- legal and a historic part of their national territory, flicten – bemoeilijkt het vinden van een oplossing. refuse to accept this.’5 Als de Osseten en Abchazen geen problemen met

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 615 Spectator Dit maakt het lastig, zo niet onmogelijk, een oplos- Smokkelaarsnest sing te vinden die beide zijden zou bevredigen. En Tot 2004 floreerde het gebied op bescheiden wijze Rusland bemoeilijkt de zaken nog meer: ‘The Rus- als een smokkelaarsnest.9 Begin en midden jaren ne- sian security establishment likes the Ossetes. […] gentig was het vooral Georgische alcohol die via de They loathe the Georgians for their anti-Russian regio naar Rusland werd gesmokkeld, totdat Rusland nationalism and alliance with the US. For a long besloot zijn eigen producenten te beschermen en time they hoped to use South Ossetia initially to de Russische douane in plaats van (relatief geringe) keep Georgia within the Soviet Union and later in steekpenningen aan te nemen hoge importtarieven the Russian sphere of influence.’6 voor de waren begon te innen. Dit illustreert dat Als de eerste niet-communistische leider van Zuid-Ossetische en Russische belangen niet altijd G­eorgië sinds 1921 echter niet Zviad G­amsachoerdia overeen komen. was geweest, maar iemand als Vaclav Havel, zou de Vervolgens veranderde de smokkelstroom in situatie in Zuid-Ossetië vermoedelijk nooit zo uit de benzine en petroleumproducten van Rusland naar hand zijn gelopen. Beiden waren voormalige dissi- G­eorgië, wat mogelijk was gemaakt door een flinke denten, maar daar houdt de vergelijking wel mee op. Georgische belastingverhoging op petroleumproduc- Gamsachoerdia was een vurig nationalist (zoals zoveel ten in mei 1999. In 2001 concludeerde de Georgi- Georgiërs eind jaren tachtig), die de toen wijdverbrei- sche partij van de Groenen dat Georgië jaarlijks $1,7 de gedachte aanhing dat de talrijke, al vele tientallen miljard aan belastinginkomsten derfde door smokkel jaren aanwezige minderheden in Georgië gasten wa- via Zuid-Ossetië. Hoewel dit hooguit 15% van alle ren die zich hadden aan te passen of anders moesten in Georgië gesmokkelde waar vertegenwoordigde, ‘oprotten’. Dit viel begrijpelijkerwijs niet goed bij de was het toch een niet gering bedrag voor het onder gasten, Osseten incluis. Sjevardnadze altijd armlastige land. Al in 1989 verzocht Zuid-Ossetië verenigd te wor- Na de Rozenrevolutie van november 2003 werd den met Noord-Ossetië en opgenomen te worden in de strijd tegen corruptie een van de hoofdpunten de Russische Federatie. Daar moest Georgië niets van Saakasjvili c.s. – en met succes. Rond juni 2004 van hebben; toen Zuid-Ossetië in 1990 zijn onaf- werd hun aandacht verlegd naar Zuid-Ossetië, waar hankelijkheid, binnen de Sovjetunie, van Georgië corruptie verweven was met een ander aandachts- verklaarde, ontnam Tbilisi het zijn autonome status. punt van de nieuwe regering: separatisme. Wat volg- In december 1990 braken gevechten uit, die tot juni de was een economische blokkade van Zuid-Ossetië. 1992 zouden duren, tot na de val van de alsmaar Dit zette snel kwaad bloed. ‘Onder Sjevardnadze paranoïder Gamsachoerdia (januari 1992), die zoveel geloofden we dat een vreedzame oplossing mogelijk had gedaan om de Georgiërs op te hitsen tegen de was,’ vertelde Boris Tsjotsjiev, een Zuid-Ossetische Osseten.7 Sinds 1992 werd nagezien op een bestand minister, mij in juni 2004, terwijl Tbilisi nu ‘praat door Georgische, Ossetische en Russische militairen over vrede maar daar niet voor werkt’.10 (alsmede enige waarnemers van de OVSE).8 Daarna ging het vlug van kwaad tot erger. Om Zo’n twaalf jaar lang werd het conflict goeddeels de anti-corruptiecampagne kracht bij te zetten, vergeten, door de regering van Sjevardnadze en werd het aantal Georgische paramilitairen in de door het Westen. Deze politieke nalatigheid had tot regio verhoogd; in juli-augustus 2004 kwam het tot gevolg dat individuele contacten tussen Georgiërs schiet­incidenten, waarbij tientallen mensen het leven en Osseten weer groeiden, hetgeen het onderling lieten.11 Dat Rusland, een officiële bemiddelaar in vertrouwen ten goede kwam. Zuid-Ossetië bleef een het conflict, niets heeft gedaan om de situatie te ver- lappendeken van dorpjes bewoond door Georgiërs beteren, was onachtzaam maar te begrijpen. Het ziet en door Osseten; het (voormalige) autonome gebied Georgië als inherent anti-Russisch en de onopgeloste Zuid-Ossetië kwam nooit geheel onder separatisti- problemen in het land bieden een drukmiddel om sche controle. Tot ongeveer een derde van het gebied Georgië niet te veel naar het Westen te laten afglij- bleef onder Georgische controle – tot afgelopen den. Een oplossing is niet in Ruslands voordeel. Dat augustus, toen het werd bezet door Russische en Os- de EU zo weinig gedaan heeft sinds augustus 2004, setische eenheden, en ontdaan van zijn Georgische in een situatie ‘with daily shootings, frequent crimi- inwoners. nal incidents and occasional killings’,12 is moeilijker te begrijpen.

616 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Een volgende ontwikkeling, in november 2006, woond en nu tussen de 45.000 en 65.000 Georgiërs was de installatie van een pro-Georgische Zuid- zijn teruggekeerd.16 Ossetische administratie in de Zuid-Ossetische ge- De Abchazen voelden zich net als de Osseten bieden onder Georgische controle, onder leiding van ongemakkelijk in het Georgië van Gamsachoer- een voormalige separatistische premier (tussen juli dia. Hier braken de problemen echter pas uit na en december 2001), Dmitri Sanakoev. Hoewel hij in de verdrijving van Gamsachoerdia, toen chaos en principe een bruggenbouwer had kunnen worden, criminelen in Tbilisi heersten en Abchazië zijn lijkt een overweldigende meerderheid der Osseten grondwet van 1925 weer in werking stelde (toen zijn hem nooit geaccepteerd te hebben.13 De toenemende status gelijkwaardig was aan Georgië). In augustus activiteiten van deze door Georgië gesteunde alter- 1992 vielen Georgische troepen (die nog nauwelijks natieve regering moet de separatistische autoriteiten een officieel leger voorstelden) onder leiding van de echter een doorn in het oog zijn geweest; dit ver- warlord Tengiz Kitovani Abchazië binnen. Eind sep- klaart waarschijnlijk deels waarom Zuid-Ossetische tember 1993 was de strijd ten einde, met desastreuze en Russische eenheden de door Georgiërs bewoonde gevolgen voor Tbilisi. en gecontroleerde Zuid-Ossetische gebieden afgelo- Méér dan Zuid-Ossetië bleef Abchazië een open pen augustus hebben bezet (en wel na de afloop van wond en een obsessie voor Georgië. Geweld bleef de eigenlijke oorlog). altijd een optie. In mei 1998 werd een kortstondige De Vijfdaagse Oorlog kwam dus niet uit de lucht oorlog uitgevochten tussen Georgische partizanen- vallen. Ook de direct voorafgaande periode was ge- benden en Abchazische troepen, die deze benden welddadig. Vanaf april groeide het aantal incidenten, uitschakelden als militaire macht (ze bleven echter waaraan de Osseten net zo schuldig waren als de de Abchazisch-Georgische smokkel aan de Geor- Georgiërs, en waar de Russische militairen, die zou- den hebben moeten toezien op het bestand, evenmin tegen optraden. De EU bleef de hele tijd afzijdig en Saakasjvili’s anti-corruptiecampagne bleek mag nu scherven ruimen.14 s­uccesvol Etnische zuivering en criminelen Vanwege Abchazië’s door Rusland ondersteunde agressie tegen Georgië van augustus (wat nog wel gische zijde beheersen). En in oktober 2001 vonden eens over het hoofd wordt gezien, door het gelijk- gevechten plaats in de Kodori-vallei, in het noord- tijdige geweld in Zuid-Ossetië) en zijn met Zuid- oosten van Abchazië.17 Ossetië simultane onafhankelijkheidserkenning door Zolang Abchazië militair niet kon worden ver- Rusland kan dit conflict niet meer los worden gezien overd, werden de vele vluchtelingen uit het gebied van het Ossetische probleem. niet aangemoedigd in andere gebieden van Geor- De situatie wat betreft Abchazië is grotendeels gië te integreren, zodat ze bruikbaar bleven voor de gelijk aan die in Zuid-Ossetië: verreweg de meeste Georgisch-Abchazische zaak. Vergelijk het met de Abchazen, gesteund door Rusland, dat onpartijdig Palestijnen in hun kampen. ‘De staat wil politiek ge- op het bestand zou moeten nazien, willen in vrij- bruik van ze maken en is niet in hen geïnteresseerd heid leven zonder bemoeienis van Georgië, dat dit als mensen,’ aldus de politicoloog Paata Zakareisjvili streven echter als een groot onrecht ziet.15 Om hun in oktober 2003.18 onafhankelijke staat te verkrijgen, verjoegen de Dit veranderde niet veel onder Saakasjvili. De Abchazen 250.000 tot 300.000 Georgiërs uit het G­eorgiërs die zijn teruggekeerd naar Gali, worden gebied. Een onafhankelijke Abchazische staat lijkt niet alleen als tweederangsburgers door de onmogelijk als alle Georgische vluchtelingen mogen A­bchazen behandeld, maar de Georgische auto- terugkeren; in 1992, vóór het begin van de oorlog, riteiten beschouwen hen ook als verraders.19 Wat bestond de bevolking van Abchazië voor ongeveer wél veranderde onder Saakasjvili, is dat de smok- 17% uit Abchazen en voor zo’n 43% uit Georgiërs. kelende partizanenbenden, warlords en criminelen De Abchazen verzetten zich dan ook tegen terug- in het Georgisch-Abchazische grensgebied werden keer, behalve naar het zuidelijkste district onder hun uitgeschakeld. Op zich zelf was dit een heel goede controle, Gali, waar nooit Abchazen hebben ge- ontwikkeling, maar dit vernietigde wel een buf-

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 617 Spectator fer tussen de A­bchazen en Georgiërs. Vooral de augustus 2008 door Georgië bestuurde gebieden verdrijving van een warlord boven Kodori (het enige teruggeven, met uitzondering van de Georgische stukje Abchazië onder Georgische controle en geheel dorpen rondom Tschinvali (wat het trekken van bewoond door Svanen, een Georgische bevolkings- een grens te veel zou compliceren). Vluchtelin- groep) in juli 2006 verontrustte de Abchazen,20 gen die niet terug kunnen keren, moeten elders zeker toen de (pro-Tbilisi) Abchazische regering in in Georgië worden geïntegreerd. Het doorvoeren ballingschap hier werd gevestigd. Evenals in het ge- van een deling zal op verzet van alle drie direct val met Sanakoev zal dit een bijkomende reden zijn betrokken partijen kunnen rekenen, maar biedt geweest de gebeurtenissen in augustus te gebruiken de kans eens en voor al een einde te maken aan de om de Georgiërs (zo’n 3.000 in totaal) uit Kodori te Georgische conflicten, alsmede aan een splijtzwam verdrijven.21 tussen het Westen en Rusland. • Een NAVO-lidmaatschap voor Georgië zal meer Wat te doen? spanningen dan veiligheid veroorzaken. Daarom Vóór de gebeurtenissen van augustus 2008 was het al is het beter hiervan af te zien, in ruil voor een moeilijk voorstelbaar dat Abchazië en Zuid-Ossetië s­peciale relatie tussen Georgië en het bondgenoot- er op de een of andere manier mee zouden instem- schap, alsmede EU-lidmaatschap voor Georgië men bij Georgië te blijven. Dat kan nu helemaal (men zou zich eenzelfde scenario voor Oekraïne worden vergeten. Wat kan er wél worden gedaan? kunnen indenken). De EU roept in Rusland niet • Ook al staat Georgië dit niet aan, Zuid-Ossetië en zoveel weerstand op als de NAVO, en als beide Abchazië moeten betrokken worden bij gesprek- instanties bedoeld zijn om vrede en veiligheid in ken over de toekomst van het gebied. Dat dit naar Europa te bewaren, lijkt dit de ideale oplossing. verluidt zal gebeuren tijdens de op het moment EU-lidmaatschap biedt Georgië ook veiligheid, van schrijven nog aanstaande onderhandelingen naast economische mogelijkheden. In een ver- in Genève, valt toe te juichen.22 Het engageren drag tussen Tbilisi en Tschinvali zou men voorts van de separatisten betekent echter dat ze ook kunnen stipuleren dat indien Zuid-Ossetië ervoor verantwoordelijk moeten worden gehouden voor kiest deel uit te gaan maken van Rusland, het ge- hun acties. Tussen de 60.000 en 85.000 Georgiërs demilitariseerd wordt; in geval van aansluiting bij werden verdreven uit Zuid-Ossetië, Abchazië en Rusland is de Zuid-Ossetische veiligheid gewaar- de ‘bufferzones’ eromheen,23 nog afgezien van de borgd zonder militaire bases. meer dan 200.000 in 1993 uit Abchazië verdreve- nen. Bovendien heeft Zuid-Ossetië blijk gegeven Dit alles zal moeilijk te bereiken zijn, maar lijkt be- van verwerpelijke gangsterpraktijken (het uit- ter dan de alternatieven. Georgië heeft, als het erop wisselen van gegijzelde Georgische burgers voor aankomt, één belangrijk drukmiddel: het kan een Ossetische strijders)24 die niet helpen om serieus te Russisch lidmaatschap van de Wereldhandelsorga- worden genomen als een onafhankelijke staat. nisatie (WTO) blokkeren. En volgens de econoom • De EU moet méér doen dan waarnemers sturen. Anders Åslund geldt in de huidige economische Waarnemers (van de OVSE in Zuid-Ossetië en de malaise, ‘[T]he cost to Russia of staying out of the VN in Abchazië) hebben in het verleden geweld- WTO will only increase with time.’25 dadigheden niet kunnen voorkomen en zullen dat in de toekomst ook niet kunnen doen. Rusland is Noten duidelijk geen eerlijke bemiddelaar meer, maar de 1 Rusland om anti-Westerse gevoelens aan te wakkeren voor NAVO is onacceptabel voor Rusland, en wellicht binnenlandse politieke consumptie, Georgië om zich te kun- ook voor de separatistische autoriteiten. De EU zal nen afschilderen als slachtoffer van Rusland en om zijn eigen derhalve een vredesmacht voor Georgië op de been fouten te verhullen. moeten brengen. 2 International Crisis Group (hierna: ICG), Press Release bij • De enige realistische lange-termijnoplossing is het rapport ‘Georgia’s South Ossetia Conflict: Make Haste een deling van de betwiste gebieden. In ruil voor Slowly’, 7 juni 2007 (www.crisisgroup.org). erkenning van zijn onafhankelijkheid moet Ab- 3 Zie bijv.: Daan van der Schriek, ‘An Impasse of Irresponsi­bility’, chazië het Gali-district en de boven-Kodori-vallei in: Transitions Online, 27 oktober 2003. Vanaf 2004 verloor teruggeven aan Georgië. Zuid-Ossetië moet de tot Georgië nog meer interesse in dialoog, ‘abandoning real con-

618 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator fidence building and often following confrontational policies Tsjetsjeense strijders van Roeslan Gelaev – min of meer als towards the conflict regions’. Zie: International Crisis Group, dank om Pankisi als een basis te kunnen gebruiken. Maar toen ‘Russia vs Georgia: The Fallout’, 22 augustus 2008, blz. i. ze op het punt stonden Soechoemi binnen te trekken, werden 4 Zie bijv. Marcel de Haas, ‘Geen “business as usual” meer na ze teruggeroepen door Tbilisi; zo althans vertelde een van de Russisch-Georgische oorlog’, in: Internationale S­pectator, Gelaev’s T­sjetsjenen mij in Tbilisi in 2004. s­eptember 2008, blz. 490; Svante E. Cornell, Johanna 18 Ibid. Zakareisjvili is tegenwoordig een lid van de Republikeinse P­opjanevski & Niklas Nilsson, Russia’s War in Georgia: Partij, een gematigde oppositiepartij. causes and implications for Georgia and the world, Policy Paper, 19 ICG, a.w. noot 16, blz. 21. a­ugustus 2008, Central Asia – Caucasus Institute. 20 ‘Abkhazia Status Quo Challenged’, in: Civil Georgia, 29 juli 5 Anatol Lieven, ‘Analysis: roots of the conflict between Georgia, 2006 (www.civil.ge). South Ossetia and Russia’, in: The Times, 11 augustus 2008. 21 ICG, a.w. noot 16, blz. 3. 6 Ibid. 22 ‘Some Details of Geneva Talks Format Reported’, in: Civil 7 Het was dan ook een fraai staaltje confidence building dat Georgia, 11 oktober 2008. [Intussen zijn deze afgebroken; Micheil Saakasjvili’s regering besloot Gamsachoerdia (die in eindred.] januari 1994 onder verdachte omstandigheden stierf in een 23 Ibid.; en ‘Tense Times’, in: The Economist, 25 september 2008. dorpje in West-Georgië na het mislukken van zijn opstand De vluchtelingen uit de bufferzones leken rond 10 oktober tegen het nu door Edoeard Sjevardnadze geleide Georgië) te weer grotendeels te zijn teruggekeerd. rehabiliteren. 24 ‘Georgian hostages swapped for Ossetian fighters in Gori’, in: 8 Voor meer over Zuid-Ossetië, zie: The Georgian – South Radio Free Europe/Radio Liberty, 21 augustus 2008. O­ssetian Conflict, Danish Association for Research on the 25 Anders Åslund, ‘A frightful wake-up call’, in: The M­oscow Caucasus (http://www.caucasus.dk), hoofdstuk 4; Daan van der Times, 24 september 2008. Schriek, Georgië , Amsterdam, 2004, blz. 17-18; ICG, a.w. noot 2, blz. 1. 9 Voor meer over Zuid-Ossetië als smokkelaarsnest, zie Daan Daan van der Schriek werkte in de periode 2002-2004 als freelance repor- van der Schriek, ‘Made in Russia, Smuggled in South Ossetia’, ter in Georgië. Eerder publiceerde hij in de Internationale Spectator over in: Transitions Online, 28 augustus 2003. Georgië en Afghanistan. 10 Daan van der Schriek, ‘South Ossetia gets ultimatum, rejects Georgian aid’, in: Eurasianet, 23 juni 2004. 11 ICG, a.w. noot 2, blz. 1. 12 Ibid. 13 Ibid., blz. 1-8. 14 ICG, a.w. noot 3, blz. 1-2; Cornell, Popjanevski & N­ilsson, a.w. noot 4 . Toen op 8 juli 2008 Russische jachtvliegtuigen het Georgische luchtruim schonden, bleef een scherpe Westerse reactie uit, wat de Russen alleen maar kan hebben aangemoe- digd. Hoewel dit de eerste keer was dat Rusland toegaf het Georgische luchtruim te hebben geschonden, kunnen zulke incidenten ten minste worden teruggevoerd tot augustus 2002, toen Rusland Georgië beschuldigde van het herbergen van Tsjetsjeense rebellen in de Pankisi-vallei en Russische vlieg­ tuigen bommen afwierpen in de buurt van (maar niet in) P­ankisi (Van der Schriek, a.w. noot 8, blz. 23-24). 15 Ook in het geval van Abchazië dient te worden opgemerkt dat Abchazische en Russische belangen niet altijd overeen­ stemmen. 16 Voor meer over het Abchazische conflict zie, International Crisis Group, ‘Georgia and Russia: Clashing over Abkhazia’, 5 juni 2008; Van der Schriek, a.w. noot 8, blz. 18-20. 17 Van der Schriek, a.w. noot 3. Tijdens de gevechten in Kodori zouden de honneurs voor Georgië zijn waargenomen door

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 619 Spectator Teun Mandema & Joris Voorhoeve

Japan als partner in vredesopbouw

Japan hoort tot de modernste en meest ontwikkelde Hoewel de Japanse regering deze spagaat onderkent, landen en is de tweede economie in de wereld.1 Het zijn de stappen die zijn gezet om de kloof tussen mo- heeft de achtste plaats op de human development gelijkheden bijdragen te leveren en feitelijk geleverde index, net vóór Nederland en zoekt voorzichtig naar bijdragen te verkleinen, nog beperkt en voorzichtig. Japan een grotere rol in de internationale samenwerking draagt ontwikkelingshulp bij ter grootte van 0,17% van voor vrede en sociaal-economische ontwikkeling. het BNP. Daarmee is het de vijfde donor van de Orga- Japan is pacifistisch, in die zin dat militaire inzet nisatie voor Economische Samenwerking en Ontwik- buiten de eigen landsgrenzen wordt geschuwd en keling (OESO), gemeten naar de geldelijke omvang, en gevechtsmissies zelfs grondwettelijk worden uitge- de twintigste donor, qua percentage van het BNP.3 Het sloten.2 Na de Tweede Wereldoorlog is Japan gede- gemiddelde van de OESO-landen bedraagt 0,28% van militariseerd en in de grondwet werd bepaald dat het het BNP. Voorlopig is geen stijging te verwachten, omdat land niet langer over een leger mocht beschikken. Tokio het begrotingstekort wil verlagen en tot 2011 de De Verenigde Staten namen de verantwoordelijkheid Official Development Assistance niet wil verhogen. voor de Japanse territoriale integriteit op zich. Japan Een geleidelijke ontwikkeling doet zich voor op defen- vond bescherming onder de Amerikaanse nucleaire siegebied door de omvang en naam van de zelfverdedi- paraplu en daarnaast detacheerden de Verenigde gingstroepen.4 Japan heeft in 2007 zijn defensieapparaat Staten troepen teneinde naast afschrikking ook een ministeriële status gegeven; hierbij is het bijdragen aan tastbare bijdrage te leveren aan de Japanse landsver- internationale vredesoperaties, in ieder geval op papier, dediging. Begin jaren 1950 trokken de Verenigde verheven tot één van de kerntaken van defensie.5 De Staten deze troepen terug, omdat ze gevechtskracht ‘zelfverdedigingsbegroting’ is inmiddels fors en bedraagt nodig hadden in de Korea-oorlog. 26 miljard euro – ongeveer 3,5 keer zo groot als de Ne- Vanaf dat moment is Japan voor zijn bescherming derlandse defensiebegroting. op zichzelf aangewezen. Om geen afbreuk te doen In de afgelopen twintig jaar heeft Japan het dilemma aan de grondwet werd besloten geen leger in het le- tussen terughoudendheid en het nemen van verant- ven te roepen, maar het politieapparaat verder uit te woordelijkheid opgelost door zich voornamelijk te breiden. Deze trend zet zich door tot op de dag van profileren met wat checkbook diplomacy wordt genoemd: vandaag, waardoor Japan in naam nog steeds geen grote financiële bijdragen aan tal van internationale leger heeft, maar zelfverdedigingstroepen. initiatieven, maar slechts zeer beperkt mensen hiervoor Zijn positie als economische grote mogendheid die beschikbaar stellen.6 Zo neemt Japan 17% van het totale tot nog toe zeer terughoudend is in internationale VN-budget voor vredesmissies voor zijn rekening, maar veiligheidsvraagstukken, dwingt Japan in een eigen- zijn er slechts zesendertig mensen in militair verband aardige spagaat. Enerzijds gebiedt de pacifistische actief binnen de Verenigde Naties.7 grondwet een terughoudende buitenlandse politiek, De pacifistische houding heeft een aantal voordelen anderzijds brengt de economische positie van Japan voor Japan. De internationale grensdisputen met China internationaal bepaalde verantwoordelijkheden en en Rusland lijken mede door deze houding hun geweld- afhankelijkheden mee. De Japanse regering kan niet loze karakter te behouden en ook in de binnenlandse naar behoren invulling geven aan deze verantwoor- politiek blijft alles kalm. De andere kant van de me- delijkheden zonder het risico te lopen de pacifistische daille is echter dat het heel moeilijk is enkel door middel uitgangspunten van de Japanse politiek aan te tasten. van financiële steun de internationale erkenning te krij- Een sterke manifestatie van militaire macht zou de gen die Japan, gezien zijn bijdrage en statuur, verdient. breekbare interne coalitieverhoudingen op het spel Japan laat zo de behartiging van zijn grote belangen bij zetten en ook de betrekkingen met verscheidene buur- vrije toegang tot stabiele energie en andere grondstof- landen doen verslechteren. Als Japan zich blijvend fenmarkten eigenlijk over aan de Verenigde Staten. De onttrekt aan zijn internationale verantwoordelijkheid, tweede Golfoorlog in 1991 is hier een goed voorbeeld zou het zichzelf van een aanzienlijk deel van de inter- van. Japan droeg $13 miljard bij aan de bevrijding van nationale gemeenschap isoleren, waaronder een aantal Koeweit, wat neerkomt op 20% van de totale kosten. belangrijke bondgenoten en handelspartners. Desondanks bleef Japan onvermeld in het dankwoord

620 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Teun Mandema & Joris Voorhoeve

van de regering van Koeweit aan zijn bevrijders.8 In het Japanse parlement ligt een grotere bijdrage aan Over de baten van checkbook diplomacy is Japan militaire vredesmissies nog steeds uiterst gevoelig. Dit t­eleurgesteld. De vraag is of er wellicht alternatie- zal in de voorzienbare toekomst niet snel verande- ven te bedenken zijn die Japan in staat stellen zijn ren. Maar dat betekent niet dat Japan geen ruimte zou b­ijdrage aan internationale missies te intensiveren, kunnen vinden meer te gaan bijdragen aan de niet- zonder afbreuk te doen aan zijn pacifistische aard. militaire aspecten van vredesmissies, in het bijzonder vredesopbouw na een conflict en preventie van gewa- Deelname aan internationale vredesoperaties pende conflicten. Vredesopbouwmissies in VN-kader Het verwijt checkbook diplomacy heeft tot een omme- lijken een goede manier voor Japan zich internationaal zwaai in de Japanse politiek geleid. In 1992 werd de te profileren zonder in conflict te komen met de eigen wet UNPKO aangenomen, waardoor Japan onder wetgeving. Vredesopbouw vereist immers een veelvoud strikte voorwaarden zelfverdedigingstroepen aan aan civiele en non-combat-taken. De discussie daarover VN-missies kan leveren. Op grond van deze wet heeft begint van de grond te komen. Om aan deze discus- Japan in 1992/1993 een duidelijk herkenbare perso- sie bij te dragen, heeft de Nederlandse ambassade in nele bijdrage geleverd aan de VN-vredesoperatie in Japan op 11 juni 2008 op de Keio-universiteit in Tokio Cambodja. De meest opvallende bijdrage van Japan een conferentie gehouden over dit onderwerp, waar ook betreft Irak in 2004. Dit komt deels door de uitge- Japanse militairen aan deelnamen. In het bijzonder de breide media-aandacht, maar voornamelijk vanwege bijdrage van de Japanse diplomaat Akashi was opval- de breuk met het naoorlogse verleden van Japan die lend. Hij bepleitte een grotere bijdrage van zijn land aan deze missie teweeg heeft gebracht. De bevoegdheden vredesoperaties. Maar de meeste debatten in Japan gaan van de Japanse zelfverdedigingstroepen werden in enkel over de grondwettelijkheid van militaire deel- 2003 verder uitgebreid in de zg. Iraq Special Measu- name aan VN-vredesoperaties.12 Het Japanse publiek res Law. Deze wet stelde Japan voor het eerst in staat heeft nog geen volledig beeld van deze operaties. Velen deel te nemen aan een internationale missie in het ho- gaan ervan uit dat dit zeer risicovolle missies zijn. Het gere geweldsspectrum; troepen waren overigens alleen bredere publiek is niet bekend met de voornaamste bevoegd bij te dragen aan wederopbouw, gevechtshan- uitgangspunten van VN-vredesoperaties, te weten ‘local delingen moesten worden vermeden. In januari 2004 consent’, ‘impartiality’ en ‘a minimum use of force’.13 zond J­apan zo’n 600 militairen naar As-Samawah, Vredesopbouw, in het bijzonder post-conflict-vredesop- die in samenwerking met het Nederlandse contigent bouw, helpt de randvoorwaarden te scheppen voor duur- watervoorzieningen hebben hersteld en nieuwe heb- zame ontwikkeling en versterkt het zelfvertrouwen van ben aangelegd, medische hulp hebben verleend en de lokale bevolking.14 Deze vredesoperaties en hun nazorg scholen en wegen hebben gebouwd.9 In verband met zijn van groot belang om de Millennium Development de verslechterde veiligheidssituatie trok Japan zich in Goals (MDG’s) van de Verenigde Naties te behalen. In juli 2006 uit As-Samawah terug. Ondanks het ver- de minst-ontwikkelde landen zijn deze basisdoelen voor hoogde risico heeft Tokio besloten een klein contigent ontwikkeling (zoals vermindering van honger en kinder- van 200 militairen van de luchtmacht in ieder geval sterfte) immers alleen haalbaar als er vrede en veiligheid tot maart 2009 in stand te houden. Dit contingent heerst. De MDG’s vormen de belangrijkste leidraad voor opereert vanuit Koeweit en houdt zich voornamelijk het Japanse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. bezig met het verzorgen van airlifts ter ondersteuning De koppeling tussen vredesopbouw en ontwikke- van Amerikaanse troepen.10 lingshulp heeft Japan reeds in 2003 gecodificeerd in het Hoewel het bij de Japanse regering aan politieke Revised Official Development Assistance Charter (ODA wil niet ontbreekt, moet worden geconstateerd dat Handvest). Japan wijdt in dit handvest specifiek uit over de legitimiteit van deze missie erg klein is. Illustra- vredesopbouw. De belangrijkste aanbeveling van het tief is een recente uitspraak van het Hooggerechtshof Handvest is dat activiteiten in het kader van vredesop- van Nagoya. In dit arrest werd bepaald dat de airlifts bouw met ontwikkelingsgelden gefinancierd dienen te in Irak ongrondwettelijk zijn, aangezien de Japanse worden.15 Bij dit soort activiteiten moet worden gedacht strijdkrachten slechts bevoegd zijn om in non-combat aan operaties in het kader van Security Sector Reform zones te opereren. Hoewel de uitspraak niet bindend (SSR). Dit zijn op veiligheid gerichte hervormingen is en de regering deze naast zich neer heeft gelegd, van een publiek bestel, met als doel de effectiviteit van kreeg deze uitspraak bijval vanuit de samenleving.11 vredesopbouw te vergroten.16

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 621 Spectator Belangrijke componenten van SSR zijn projecten Met hun politie-inzet werd er een begin gemaakt aan gericht op disarmament, demobilization, and rein- een langdurige inspanning van Japan ten behoeve van tegration of ex-combatants (DDR) en ontmijnings- de vrede in Oost-Timor.20 werkzaamheden.17 Met beide activiteiten heeft Japan De tweede missie betreft een politieke observatiemis- onlangs de nodige ervaring opgedaan. Japan heeft in sie van een zestal Japanse officieren in het kader van 2003, in het kader van de United Nations Assistance de United Nations Mission In Nepal (UNMIN). Deze Mission in Afghanistan (UNAMA), $35 miljoen ge- missie begon in 2007. Het is de eerste keer dat Japanse stoken in een aantal DDR-programma’s. Aangezien officieren opereerden in een missiegebied zonder dat zij de Japanse overheid in Afghanistan de nodige kennis daarbij werden gesteund door een Japans contigent.21 heeft opgebouwd op het gebied van DDR, kunnen Uit deze twee missies blijkt dat Japan zich steeds meer Japanse deskundigen met succes worden ingezet om richt op de civiele kant van vredesopbouw. ook DDR-taken op zich te nemen in andere regio’s, Bij de oprichting van de Peacebuilding Commission door in het bijzonder in Afrika, voor de begeleiding van de Verenigde Naties heeft Japan zich beschikbaar gesteld het ontwapeningsproces.18 voor het voorzitterschap. Deze rol past uitstekend in het Tijdens een vergadering van de VN-Veiligheidsraad uiteengezette beleid. Japan dient thans nog na als ‘interim in maart 2005 werd de Japanse visie op vredesopbouw voorzitter’ tot januari 2009, omdat de leden het nog niet toegelicht. In deze vergadering benadrukte Kenzo eens konden worden over de opvolging van Japan en de Oshima, de permanente vertegenwoordiger van Japan, verdeling van zetels over diverse regio’s. Het voorzitter- het belang van steun voor capacity building voor bin- schap geeft Japan extra profiel, wat ook past in het streven nenlandse vrede in conflictlanden, waarbij hij wel de op den duur permanent lid te worden van de VN-Veilig- kanttekening plaatste dat diegenen die internationale heidsraad. Het is echter zeer de vraag of dat laatste zal steun krijgen, hier niet afhankelijk van mogen wor- lukken, gezien de onenigheid onder de VN-leden over den. Local empowerment- en local ownership-projecten uitbreiding van de Veiligheidsraad en de weerstand die moeten helpen dit te voorkomen. Oshima liet weten China biedt tegen een Japanse zetel in die Raad. dat Japan zich meer zou richten op human security. Dit concept richt zich niet alleen op dreigingen vanuit een Internationale samenwerking statelijk perspectief, maar kijkt tevens naar de impli- Een samenwerkingsverband met landen die zich al lan- caties van een dreiging voor het individu. Het succes gere tijd bezighouden op het terrein van vredesopbouw van wederopbouw en de overgang van conflict naar kan Japan helpen zijn expertise uit te breiden. Een vrede en ontwikkeling hangt volgens Japan voor een suggestie onzerzijds is daarvoor een trilateraal verband groot deel af van de mate waarin het concept human tussen Japan en twee liberale democratieën, Canada en security kan worden vertaald naar de realiteit.19 Of Nederland, aan te gaan. Zowel Canada als Nederland de Japanse zelfverdedigingstroepen met hun huidige houdt er, wat betreft Defensie, politieke agenda’s op na mandaat daarvoor de aangewezen instantie zijn, moet die goed aan de agenda en capaciteiten van Japan zijn te nog blijken. Er bestaat echter een goede kans dat het koppelen. Er is in Japan veel waardering voor de wijze wettelijk kader ten aanzien van de Japanse krijgsmacht waarop beide landen invulling geven aan hun vredes- niet ingrijpend hoeft te worden hervormd om de operaties en hun nadruk op complementaire weder- krijgsmacht, in post-conflictsituaties, dit soort taken opbouw. De historisch bijzondere band van Japan met uit te laten voeren. Nederland betekent ook dat er een goed fundament is Naast militaire VN-vredesoperaties zijn politieke voor vruchtbare samenwerking. Canada geniet in Japan missies in VN-verband een belangrijk instrument aanzien als land dat human security centraal stelt en een voor Japan om zich internationaal te profileren. Twee constructieve bijdrage levert aan zowel vredesmissies van deze missies mogen gezien hun belang voor de als ontwikkelingssamenwerking. Ook als ‘collega’ van positie van Japan ten aanzien van VN-operaties niet Japan in de G8 legt Canada gewicht in de schaal. onvermeld blijven: de VN-missie in Oost-Timor en Een dergelijk trilateraal samenwerkingsverband biedt die in Nepal. Beide missies vonden plaats in Azië Japan de mogelijkheid om vredesopbouw te versterken en kunnen wat betreft de Japanse participatie als en additionele activiteiten te ondernemen die niet al- zeer succesvol worden beschouwd. In Oost-Timor leen maar op bilateraal verzoek van de Verenigde Staten detacheerde Japan in 1999 een contigent politiefunc- plaatsvinden, maar zo aan een multilateraal kader wor- tionarissen. Dit was de eerste keer sinds de Japanse den gekoppeld. deelname aan de vredesmissie in Cambodja dat Japan heeft op zijn beurt middelen en materieel tot Japan politiecapaciteit beschikbaar stelde aan de VN. zijn beschikking die, zeker in aantallen, ver boven het

622 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator niveau van zowel Canada als Nederland uitsteken. 3 , Tabel 1 Net De statistieken zijn zeer veelzeggend. Het Japanse O­fficial Development in 2007. defensiebudget bedraagt 26 miljard euro – dit is 4 OESO website . begroting.22 Zo beschikt Japan over 60 Chinook 5 Hirata Keiko, ‘Questioning Pacifism: Collective identity and transporthelikopters, terwijl Nederland het met security policy in Japan’, Conference Papers, International Studies slechts 11 stuks moet doen.23 Transporthelikopters Association, 2007, blz. 29. zijn in veel vredesmissies schaars. Al met al lijkt het 6 Arpita Mathur, ‘Japan’s Self-Defense Forces: Towards a Normal erop dat alle drie de partijen kunnen profiteren van Military’, in: Strategic Analysis, september 2007, blz. 730. een eventuele samenwerking op het gebied van post- 7 Verenigde Naties, Contributors to United Nations peacekeeping conflict-vredesopbouw in andere dan gevechtstaken. operations, maart 2008 . Evenwicht tussen participatie en pacifisme 8 Gen Kikkawa, ´Japan and East Timor: Change and Development De Japanse samenleving, de politiek en de krijgs- of Japan’s Security Policy and the Road to East Timor’, macht zijn sterk pacifistisch ingesteld. Japan tracht in: J­apanese Studies, december 2007, blz. 254. zijn identiteit en profiel verder te ontwikkelen en 20% zie http://www.cnn.com/SPECIALS/2001/gulf.war/facts/ internationaal een respect afdwingende bijdrage te gulfwar/ leveren, zodat er geen ruimte meer is voor kritiek 9 Ishizuka Katsumi, ‘Japan’s New Role in Peace-building Missions’, met betrekking tot vermeend freerider-gedrag. in: East Asia, herfst 2006, blz. 17-18. Het is niet aannemelijk dat Japan op korte termijn 10 ‘Japan extends Iraq air force support for two years’, Thomson gaat opereren in regio’s waar de veiligheid van eigen R­euters Group, 29 maart 2007. troepen ernstig zal worden bedreigd. Japan doet ech- 11 Kubota Yoko, ‘Court says Japan’s Iraq operation unconstitutional’, ter steeds meer ervaring op ten aanzien van vredesop- Thomson Reuters Group, 17 april 2008. bouw in post-conflictsituaties. De ontwikkeling van 12 Mathur, a.w. noot 6, blz. 726-727. de Japanse identiteit moet dan ook in deze richting 13 Katsumi, a.w. noot 9, blz. 8-9. gezocht worden. Hierbij moet niet te veel nadruk 14 Ibid., blz. 12. liggen op de gevechtstaken in vredesmissies. Belang- 15 Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, Revision of Japan’s rijker is de civiele component meer bij dit proces te Official Development Assistance Charter (2003). betrekken. Landen als Nederland en Canada kunnen 16 Hideaki Shinoda, ‘Security Sector Reform and Peacebuilding hierin een katalyserende rol voor Japan spelen. in Africa with Special Reference to the Case of the Democratic Geleidelijk aan weet Japan zich steeds beter een Republic of the Congo’, in: Hiroshima Peace Science, jrg. 28, blz. 156. houding te geven in de internationale arena. Indien 17 Ibid. Japan de huidige trend voortzet en zich blijft richten 18 Katsumi, a.w. noot 9, blz. 15. op vredesopbouw, is de kans groot dat het land bin- 19 Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, Opening Remarks by nen afzienbare tijd een werkbaar evenwicht vindt Prime Minister Obuchi at An Intellectual Dialogue on Building Asia’s tussen enerzijds de internationale roep om grotere Tomorrow, 2 december 1998. Japanse participatie en anderzijds het verlangen van 20 U.N. Press Release, PKO 186, Department of Public Informa- de eigen bevolking dat de pacifistische grondvesten tion, News and Media Division, New York, ‘Peacekeeping seminar van het hedendaagse Japan niet verloren gaan. Een concludes in Tokyo with pledge by Japan’s government to consider sterkere betrokkenheid bij pre- en post-conflict- engagement on the ground, including in Sudan, Afghanistan’, vredesopbouw op civiel terrein, ter ondersteuning 6 juni 2008. van het vredesbeleid en vredesoperaties van gelijk- 21 Ibid. gezinde landen, biedt gelegenheid dat evenwicht te 22 . handhaven en Japan als groot en hoogontwikkeld 23 The Military Balance 2008 land meer profiel te geven.

Noten Teun Mandema is masterstudent Internationale Betrekkingen en 1 Kyodo, ‘Japan seeks active role in peace-building training in Internationale Organisaties aan de Rijksuniversiteit Groningen en was als Asia, Africa’, in: Today in Asia, 25 maart 2008. Marinier werkzaam in Irak; Joris Voorhoeve is hoogleraar Internationale Zie wat betreft het BNP van Japan:

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 623 Spectator Respons Jan Wijenberg

Israël en Barbertje

N.a.v. Harrie Verbon, ‘Israël en internationaal een spoedige oplossing moeten verdubbelen en reke- recht: Barbertje moet hangen’, Opiniestuk in: ning dienen te houden met deze uitspraak. Het IGH Internationale Spectator, september 2008, heeft daarmee de geldigheid voor en de toepasbaar- blz. 491-494. heid op Israël van het internationaal recht herbeves- tigd. Deze uitspraak legden de Verenigde Staten en Hoor en wederhoor zijn vaste onderdelen van het Israël, zelfs voordat zij de inhoud kenden, naast zich openbare debat waaraan de Internationale Spectator neer. Daarmee bevestigden zij dat het internationaal zich natuurlijk ook strikt houdt. Toen ik de bijdrage recht niet aan hun kant staat. De Europese Unie vol- van Harrie Verbon las, drong de vraag zich op: waar stond met loze gebaren. ben ik dit eerder tegengekomen? Dat was in Neder- Vervolgens doet Verbon een aanval op de Vierde landse en buitenlandse publicaties. De betoogtrant Conventie van Genève en hij weet zelfs een redene- was steeds dezelfde, met aan de randen wat couleur ring op te zetten die de bezetting van de Palestijnse locale. Ballast gooi ik graag onmiddellijk weg. Gebieden zou rechtvaardigen. Het Internationaal Het Israëlische woord Hasbara [Hebreeuws voor Gerechtshof – de hoogste juridische autoriteit – wijst ‘uitleggen’ of ‘interpreteren’]1 lijkt relevant. Dit is de dit nadrukkelijk af. Verbon schildert de joodse ne- voorlichtingsorganisatie die de wereld moet overtui- derzettingen als aanvankelijk zoiets als een ongeluk- gen van Israëls gelijk. Dit ‘kwetsbare land’ – trots op kig natuurverschijnsel. Niets is minder waar. Slechts het vierde militaire apparaat ter wereld met, in om- twee citaten uit vele: vang, de tweede luchtmacht – is, zo moet duidelijk worden gemaakt, het zielige slachtoffer van Arabi- ‘We must expel Arabs and take their places.’ sche en Iraanse agressie en wijdverbreid antisemitis- (David Ben-Gurion, toekomstig premier van me. Hasbara gaat niet alleen om informatie. Training Israël, 1937, in: Ben-Gurion and the Palestine over de hele wereld is een van de vele instrumenten. Arabs, Oxford University Press, 1985) Het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken beheert een toegesneden vierweekse cursus, The Am- 2 ‘Everybody has to move, run and grab as bassador’s Course genoemd. Onder het motto ‘Ben many hilltops as they can to enlarge the jij het ontbrekende stuk in Israël’s Hasbara team?’, s­ettlements because everything we take now bevordert deze on-line-cursus een positief beeld will stay ours […] Everything we don’t grab van Israël. Groepsleiders, opvoeders, studenten en will go to them.’ activisten in de Diaspora worden getraind om ‘een samenvattend overzicht van het conflict te verwer- (Ariel Sharon, Israëls minister van buiten- ven, de middelen om de Palestijnse propaganda te landse zaken, sprekend tot een bijeenkomst begrijpen alsmede mediapartijdigheid te onderken- van militanten van de extreem rechtervleugel nen’. Ook wordt geleerd het beleid van Israël te pro- van de Tsomet Party, Agence France Presse, pageren. Vooral dit laatste leidt tot standaardteksten 15 november 1998) in de geschreven media. Verbon probeert allereerst de statuur en relevantie Interessant zijn vooral de vragen die Verbons titel van het systeem van het internationaal recht te on- stelt. Is Israël het arme Barbertje dat moet hangen? dergraven om vervolgens de Adviserende Opvatting Iedereen die aandachtig de krant leest, kan zich al van 9 juli 2004 van het Internationaal Gerechtshof een goed onderbouwd oordeel vormen. Hieronder (IGH) over bestaand internationaal recht over ‘de staat slechts een kleine greep uit de hoofdthema’s in muur’ en verwante onderwerpen te degraderen. Zijn de media. poging is begrijpelijk. Dit Advies is vernietigend Israël weigert al tientallen jaren vrede te slui- voor Israël en de VN-Veiligheidsraad. De laatste ten met de Palestijnen, en zeker niet op basis van faalde, aldus het Hof, in zijn allereerste plicht, het bestaand internationaal recht. In strijd met Veilig- handhaven van internationale vrede en veiligheid. heidsraadsresolutie 242 van 1967 heeft Israël zich Het Hof meent dat de VN hun inspanningen voor nog steeds niet teruggetrokken uit alle Bezette

624 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Respons Jan Wijenberg

Gebieden. Integendeel, in hoog tempo worden de Noten bestaande nederzettingen (alle zonder uitzondering 1 Oscar Garschagen, Midden-Oosten-correspondent van NRC illegaal) uitgebreid, nieuwe gevestigd en wordt het Handelsblad, schreef: ‘Slachtoffer Israël, Propagandamachine aantal settlers voortdurend uitgebreid. Oost-Jeruza- Hasbara moet de wereld van het Israëlische gelijk overtuigen; lem is de Palestijnen ontstolen. Dit alles is in strijd Van oudsher investeert Israël veel tijd, geld en moeite in het met de Vierde Geneefse Conventie, herbevestigd eigen imago. Als ons beleid maar goed wordt uitgelegd, zo door het IGH. Het politieke, economische en sociale redeneert het land, volgt begrip vanzelf.’ (NRC Handelsblad, leven van de Palestijnen wordt systematisch ver- 5-6 augustus 2006, Zaterdags Bijvoegsel, blz. 6). nietigd met middelen als de muur, destructie van 2 en; het ontbreken van toegang voor de Palestijnen tot de . hoofdwegen in hun eigen gebied, vele militaire acties tegen burgers, de middeleeuws-barbaarse afgrende- ling van Gaza, het doden en verminken van onschul- Jan Wijenberg was van 1970 tot 2003 werkzaam bij het ministerie van dige Palestijnse burgers, en het vernietigen van de Buitenlandse Zaken. In de periode 1987-2003 was hij op verscheidene Palestijnse infrastructuren voor veiligheid, onderwijs plaatsen ambassadeur, waaronder in Jemen en Saudi-Arabië. Hij is be- en gezondheidszorg. Ongeveer 12.000 Palestijnse stuurslid van Stichting Stop de Bezetting. mannen, vrouwen en kinderen werden ontvoerd (onder wie 46 volkomen correct gekozen parlemen- tariërs) en veelal zonder enige vorm van proces ge- vangen gehouden en gemarteld (ja, ook vrouwen en kinderen). Soms worden enige honderden vrijgela- ten, maar een gelijk aantal weer ontvoerd en gevan- gen gezet. Zo wordt het niveau constant gehouden. Wat Hasbara en Verbon ons ook op de mouw m­ogen spelden, de hoofddoelstelling van het I­sraëlische regime is het politiek zionisme en dat wordt rücksichtslos uitgevoerd. Groot-Israël, Eretz- Israel, was al voor het uitroepen van de staat Israël de hoeksteen van het beleid en is onverminderd geldig. De Westelijke Jordaanoever wordt in een geleide- lijk proces geannexeerd; Gaza als leefruimte voor een menswaardig bestaan van anderhalf miljoen mensen vernietigd. Het aan het politiek zionisme complementaire doel is op termijn alle Palestijnen uit Groot-Israël te verdrijven. Dit gebeurt onder onze ogen. Is Israël onschuldig en onterecht beschuldigd? Moet het als Barbertje hangen? Verbon wil alles door machtsverhoudingen laten bepalen, maar daar- over gaat nog steeds het internationaal recht. Het instellen van een Israël Tribunaal door de VN-Vei- ligheidsraad zou daarbij een goed initiatief zijn. Dan zouden leidende politici, hoge militairen en rechters die martelen autoriseren, zich voor de wereldge- meenschap vanuit een cel in Scheveningen onder het internationaal recht kunnen verantwoorden.

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 625 Spectator Respons Karin Arts

Israël en Barbertje (2): de pot verwijt de ketel

N.a.v. Harrie Verbon, ‘Israël en internationaal met betrekking tot de bouw van de muur voorzat. recht: Barbertje moet hangen’, Opiniestuk in: Feit is dat 14 van de 15 rechters – alleen de Ameri- I­nternationale Spectator, september 2008, kaanse rechter stemde tegen – van oordeel waren dat blz. 491-494. de bouw van de muur in strijd is met het internatio- nale recht. Naar aanleiding van deze en andere door Niet gehinderd door basiskennis van het interna- Verbon in zijn artikel geuite (onterechte) kritiek op tionale recht heeft hoogleraar openbare financiën de competentie en het gebrek aan onpartijdigheid Harrie Verbon gemeend de kwestie-Israël en inter- van het Hof, valt het dan des te meer op dat Verbon nationaal recht in de Internationale Spectator opnieuw zich zelf op bronnen baseert die met geen mogelijk- aan de orde te moeten stellen. Hij verwijt ‘[d]egenen heid als objectief en competent te beschouwen zijn. die de Palestijnse zaak een goed hart toe dragen’, Anne Bayefsky5 bijvoorbeeld is nauw verbonden met misbruik van het internationaal recht ‘om louter pro-Israëlisch rechts in Amerika en staat bekend om politieke doeleinden te verwezenlijken’. Hoewel Ver- de krasse maar slecht gefundeerde taal waarmee zij bon suggereert een ‘objectieve beschouwer’ van het relevante activiteiten van de Verenigde Naties beoor- vraagstuk-Israël/Palestina te zijn, maakt hij zich zelf deelt. Onlangs nog maakte zij deze organisatie uit schuldig aan wat hij anderen verwijt. Daarmee alleen voor ‘de grootste verspreider van antisemitisme in de al maakt hij zijn eigen verhaal totaal onovertuigend. hedendaagse wereld’.6 In antwoord op de door Verbon gestelde vraag in Kortom, de heer Verbon verwijt de ketel dat hij hoeverre VN-Veiligheidsraadsresolutie 446 en het zwart ziet en misbruikt zelf het recht c.q. juridische advies van het Internationaal Gerechtshof uit 2004 argumenten om zijn vooringenomen politieke punt over de ‘Juridische Consequenties van de Bouw te maken. De kwestie-Israël/Palestina is van veel te van een Muur in Bezet Palestijns Gebied’1 een groot belang om zo onverantwoordelijk behandeld te bijdrage hebben geleverd aan een oplossing van de worden. kwestie-Israël/Palestina, presenteert hij vervolgens zijn, zeer gekleurde, versie van de geschiedenis van Noten het probleem. Terloops doet hij een aantal ridicule 1 Officiële titel ICJ Advisory Opinion, 9 juli 2004, die dus de door beweringen – zoals dat het maar de vraag is of de Israël en Verbon gebezigde terminologie van ‘veiligheidshek’ Westelijke Jordaanoever bezet gebied is en dat vanuit niet overgenomen heeft. een bepaalde (tijdelijke) optiek de bezetting door 2 Zie blz. 492, linkerkolom. Israël rechtmatig is.2 Door de jaren heen hebben vele 3 Zie blz. 494, noot 2. gezaghebbende organen, waaronder het Internatio- 4 Volgens Verbon ‘een Chinees, afkomstig dus uit een land dat nale Rode Kruis, het Office for the Coordination niet bepaald bekend staat om de naleving van de mensenrech- of Humanitarian Affairs van de Verenigde Naties, ten’, ibid. het Internationaal Gerechtshof en de Commissie 5 Zie blz. 494, noot 1. van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken 6 Anne Bayefsky, ‘Again: Antisemitism, Welcomed and Cheered’, (CAVV) het tegendeel meer dan duidelijk gemaakt. Editor’s Note, 24 september 2008, . vante feiten en argumenten, met afweging van zowel Israëlische als Palestijnse argumenten en geheel op basis van bestaand recht. Karin Arts is universitair hoofddocent internationaal recht aan het Verbon bekritiseert het Internationaal Gerechts- Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. hof onder meer omdat ‘niet alle rechters uit rechts­ statelijk functionerende landen afkomstig zijn’,3 onder verwijzing naar de uit China afkomstige rechter Shi,4 die het Hof ten tijde van het Advies

626 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Respons Karin Arts Boekbesprekingen

Oorlog in drievoud

kelde gebeurtenissen die de twin- hij kan sommige daarvan slechts op- tigste eeuw hebben bepaald, maar pervlakkig aanraken. Terloops verwijst Maarten van Rossem: te weinig tijd hebben om daarover hij naar het Europese integratiepro- Drie oorlogen. Een kleine geschiedenis van een reeks publicaties door te nemen. ces, lokale conflicten en de relaties de 20e eeuw. Maar ook voor de specialist is het een van de supermogendheden met de Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers, aangenaam weerzien met personen ontwikkelingslanden, maar die komen 2008; 319 blz.; 18,95 euro en het opnieuw ervaren van gebeur- minder uit de verf en dat kon ook niet ISBN: 978-90-468-0321-9 tenissen waarvan men voor een deel anders. de betekenis vergeten was. Het boek is prettig leesbaar. Van Van Rossem beschrijft vooral, Rossem geeft blijk van een grote Ik moet bekennen dat ik met enige verklaart af en toe en probeert een belezenheid (al worden de bronnen onzekerheid begonnen ben aan het aantal gebeurtenissen te duiden en niet in de tekst, maar alleen op het lezen van dit boek. In 319 bladzijden te interpreteren. Persoonlijk vind ik de einde in de bibliografie vermeld). In zowel de Eerste als de Tweede Wereld- hoofdstukken over de twee wereld- het voorbijgaan maakt hij brandhout oorlog behandeld zien en dan nog de oorlogen zeer sterk en beter dan dat van theorieën waar hij het niet mee Koude Oorlog als extraatje: dat is wel over de Koude Oorlog. De analyse van eens is. Ook minder bekende figuren wat. Ik kende bovendien de schrijver de structuralistische en intentionalis- als Henry Wallace, de lang vergeten niet. Maarten van Rossem – zo heb ik tische interpretatie van het Derde Rijk vice-president van Truman, of Claus achteraf vernomen – is in Nederland is methodisch en systematisch. De von Stauffenberg, die een mislukte een bekende televisiefiguur, maar wereldoorlogen waren militaire con- aanslag op Hitler pleegde, passeren de helaas kijken wij Vlamingen sinds de flicten van beperkte duur en dus is de revue. De nuchtere analyse wordt af opkomst van de commerciële televisie kans groter om volledig en objectief en toe doorbroken door persoonlijke nog zeer zelden naar de Nederlandse te zijn. De auteur slaagt er goed in de mijmeringen, wat het boek een leven- televisiezenders. Het omgekeerde zal hoofdlijnen van die tragische perio- dig karakter geeft. Een voorbeeld: ‘Het waarschijnlijk ook wel waar zijn. Ik den weer te geven. Zeer degelijk zijn is een droevige gedachte dat van de zal het maar meteen toegeven: ik heb de passages over het antisemitisme miljarden mensen die in de twintigste het boek in één ruk uitgelezen en ik van Hitler, het Enigma-verhaal, het eeuw hebben geleefd, men zich over was aangenaam verrast. Ik vind het Von Mansteinplan en de improvisatie een paar eeuwen alleen Adolf Hitler altijd positief dat professoren uit hun van de geallieerden, en de concentra- nog zal herinneren.’ (blz. 53) ivoren toren neerdalen en proberen tiekampen. Van Rossem bekritiseert graag het onderzoek waar zij mee bezig zijn, Wat de Koude Oorlog betreft: hier (vooral Amerikaanse) beleidsvoerders te vertalen in heldere publicaties die ontbreekt een expliciete theoretische en wijst op het relatieve karakter van voor het brede publiek toegankelijk basis. Het ware goed geweest om de buitenlandse politiek. Het gaat om zijn. Met dat soort activiteiten maakt bijvoorbeeld de traditionalistische en het nemen van beslissingen onder men niet direct promotie aan een de revisionistische auteurs met elkaar grote onzekerheid. Achteraf is het universiteit – althans niet in België – te vergelijken. De Koude Oorlog is altijd gemakkelijk te zeggen dat het maar ze beantwoorden wel aan de geen traditioneel militair conflict en anders had gemoeten. Al bij al geeft maatschappelijke en dienstverlenen- heeft vijftig jaar geduurd. (Zelfs dat hij een heldere schets van de drie de taak van de academicus. is betwistbaar: was het een ‘oorlog’? oorlogen waarvan de gevolgen heden Van Rossem heeft dit boek in En als het een oorlog was, is hij dan ten dage in de internationale betrek- eerste instantie geschreven voor de afgelopen?) Dus moest de schrijver kingen nog altijd voelbaar zijn. niet-specialist die de twee wereld- noodzakelijkerwijze selecteren. In Karin Arts is universitair hoofddocent internationaal recht aan het oorlogen en de Koude Oorlog alleen zijn analyse probeert Van Rossem Erik Faucompret Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. kent uit ontspanningsliteratuur en rekening te houden met zoveel mo- films als Saving Private Ryan of The gelijk gebeurtenissen en feiten die de Erik Faucompret is hoogleraar internationale Pianist. Hij richt zich tot diegenen die relaties tussen de Verenigde Staten en betrekkingen­ aan de Universiteit Antwerpen. inzicht willen krijgen in de ingewik- de Sovjetunie hebben bepaald, maar

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 627 Spectator De zoektocht naar hegemonie

tijdperken die door één hegemoniale tiende of zeventiende eeuw daaraan staat gedomineerd worden: op de afgemeten kan worden. Voor hen was Jeremy Black: Habsburgse tijd volgde de Britse en het vermogen zich te land te weer Great powers and the quest for hegemony. na de Britse kwam de Amerikaanse. te kunnen stellen veel relevanter, en The world order since 1500. Medio jaren tachtig leken de Verenigde zeker voor China gold dat het een Londen/New York: Routledge, 2008; 273 blz.; Staten een reus op lemen voeten, aan- belangrijke impuls om overzee gewin 25,95 euro; ISBN: 978-0-415-39580-9 gezien het land economisch in zwaar te zoeken miste: om arbeidskracht en weer verkeerde en andere mogendhe- land zaten de Chinezen niet verlegen. den het economisch voorbij leken te Te zeggen dat zij en de Turken daarom In 1987 maakte de Britse historicus streven (Japan, West-Europa) of aan mogendheden in verval waren, is dan Paul Kennedy, hoogleraar aan Yale het begin van een razende ontwikke- kortzichtig en anachronistisch. University, furore met een groots ling leken te staan (China). Allerwegen Ook Kennedy’s visie op het gedrag boek over vijf eeuwen internationale vroeg men zich af waar die ontwik- van staten is volgens Black eenzijdig. politiek: The rise and fall of the great keling zou eindigen. Kennedy’s boek Volgens Kennedy zullen staten van- powers. Economic change and military kwam dus als geroepen, al was zijn wege de anarchistische natuur van conflict from 1500 to 2000. Twintig boodschap niet prettig: de geschiede- de statenwereld altijd naar maximale jaar na dato achtte de eveneens uit nis leerde dat Amerika zijn positie als macht streven, wat nauw aansluit op Groot-Britannië afkomstige Jeremy leidende mogendheid eerder vroeg het wijdverbreide realistische per- Black, hoogleraar aan de University of dan laat zou moeten afstaan aan spectief op de internationale politiek. Exeter en een autoriteit op het gebied economisch succesvollere staten. Black meent dat de realisten daarbij van de geschiedenis der internatio- Het is ironisch dat die boodschap in te zeer uitgaan van enkel en alleen de nale betrekkingen, het tijd voor een eerste instantie al gauw gelogenstraft historische ervaring met interstatelijk kritische herwaardering. leek te worden door het einde van de conflict in Europa, waar een groot Volgens Kennedy bestaat er een Koude Oorlog. Nu sinds het begin van aantal staten elkaar voortdurend nauwe verbinding tussen economi- de 21ste eeuw de Verenigde Staten trachtte te domineren. De geschiede- sche groei en technologische ontwik- steeds verder in het moeras van de nis van China laat bijvoorbeeld fasen keling van een staat en anderzijds war on terror lijken weg te zakken, zien waarin dat land zich inhield en zijn machtspositie ten opzichte van terwijl China zich intussen onop- zich tevreden stelde met een symbo- andere mogendheden in de wereld. houdelijk verder ontwikkelt, lijken lische macht over concurrenten in zijn Staten zullen zich ontwikkelen tot Kennedy’s ideeën over de ondergang nabijheid. In plaats van een statische grote mogendheden als ze daarvoor van grote imperia door imperial over- definitie ziet Black daarom liever een de economische basis hebben en an- stretch echter opnieuw relevant. dynamisch begrip van grote mogend- dersom leidt die natuurlijke tendentie Juist dit verleent ook aan de kritiek heid, waarbij vooral de vraag centraal ook tot de ondergang van grote mo- van Black op Kennedy zoveel gewicht. staat welke staten op specifieke gendheden, aangezien hun machts- Ten eerste bekritiseert hij diens opvat- historische momenten door andere streven op enig moment onvermij- tingen over wat grote mogendheden staten en door zichzelf als grote delijk de economische draagkracht eigenlijk zijn. Volgens Black gaat mogendheden werden gezien. Dat wil te boven zal gaan. Overextension en Kennedy te eenzijdig uit van een ont- zeggen als mogendheden waarmee overstretch leiden dan tot verstrooi- wikkeling van grote mogendheden, andere staten in hun overwegingen ing van de energie van een staat, gemodelleerd naar de opkomst van serieus rekening moeten houden. waardoor zijn positie van de eerste westerse staten met een sleutelrol Door op die manier uit te gaan van de rang geleidelijk zal overgaan naar een voor de economische opbloei en de toenmalige perceptie en zelfperceptie andere staat, die nu op zijn beurt een opbouw van een maritieme macht. van (grote) mogendheden, zorgt de gooi naar hegemonie zal doen. Dat mag voor de ontwikkeling van En- wetenschapsman ervoor dat zijn blik De geschiedenis van de interna- geland essentieel geweest zijn, maar niet vernauwd of verduisterd wordt tionale betrekkingen wordt volgens het is de vraag of de macht van China door zijn eigen, mogelijk ahistorische deze theorie een opeenvolging van of het Ottomaanse Rijk in de zes- definities.

628 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Black blijft in zijn wat moeizaam te schrijven’, omdat ze dan ‘in decline’ is dwang grotendeels achterwege te geschreven, maar even goed interes- en dus volgens de theorie irrelevant laten, omdat ze erin geslaagd is een sante boek gelukkig niet hangen in geworden zijn. coalitie met (elites in) andere staten kritiek. Tegenover Kennedy’s materia­ Volgens Black steunt de macht van tot stand te brengen, die bereid zijn listisch en structuralistisch perspec- een staat op veel meer dan alleen op met haar leiderschap in te stemmen tief zet hij een benadering die ook cul- zijn economie. Ook het prestige van en met haar samen te werken. Dat is turele factoren meeweegt. Hij heeft een land is van belang, evenals zijn het belangrijkste inzicht dat Black ons daardoor meer oog voor de rol van vroegere verdiensten en de bewon- biedt. Een inzicht dat inderdaad bij beleidsmakers, en dat is belangrijk, dering die het bij anderen weet los Kennedy node werd gemist en beter want juist hun ideeën en beslissingen te maken. Elementen van soft power verklaart in welke benarde positie de zijn bepalend voor de wijze waarop die bijdragen tot de status van een Verenigde Staten zich in de wereld een mogendheid haar (economische grote mogendheid en haar macht van nu bevinden. en anderszins) vermogens inzet. kunnen stabiliseren of, bij het ont- Ook besteedt hij veel aandacht aan breken ervan, juist kunnen leiden tot Jacco Pekelder niet-westerse mogendheden en hun voortdurende aanvallen op die status, lang aanhoudende relevantie voor hoe sterk de economische basis ook de internationale politiek, terwijl mag zijn. Macht krijgt immers pas Jacco Pekelder is verbonden aan het departement Kennedy juist de neiging heeft hen een werkelijk sterk fundament als de geschiedenis van de Universiteit Utrecht. op een bepaald historisch moment ‘af dominante mogendheid in de positie

De Europese Raad: hoogste orgaan van de EU

Hoewel hij als correspondent meer analyse niet ten goede. Ook doet zijn dan dertig jaar de Europese Raad lijst van ondersteunende interviews Jan Werts: heeft meegemaakt, is het boek niet af aan de kwaliteit: driekwart daarvan The European Council. van journalistiek-anecdotisch karak- zijn met ambtenaren uit de Benelux. Londen: John Harper Publishing, 2008; ter, maar gebaseerd op een eerder Volgens zijn eigen overzicht heeft xix + 271 blz.; 27,= euro; proefschrift. Verder is het werk uitge- Werts met geen enkele ambtenaar of ISBN: 978-0-9556202-1-8 geven door John Harper Publishing, politicus uit Frankrijk, Duitsland of het bekend van de standaardwerken over Verenigd Koninkrijk gesproken. Dit de Europese Commissie, de Raad van valt hem aan te rekenen. De Europese Raad – niet te verwar- Ministers en het Europees Parlement.2 Dat een theoretische situering ren met de Raad van Ministers of de Werts stelt zich in zijn boek tot doel toegevoegde waarde zou kunnen Raad van Europa – behoort tot de ‘de oprichting en de ontwikkeling van hebben, blijkt vooral uit hoofdstuk minst bestudeerde organen van de de Europese Raad’ te verklaren. Dit één. Theoretisch valt de oprichting Europese Unie. Dit is opmerkelijk. Als was/is relevant met het oog op de van de Europese Raad namelijk te de vergadering van de staatshoofden, veranderingen in het Verdrag van Lis- verklaren vanuit zowel een actor- als regeringsleiders en de voorzitter van sabon. Het boek is logisch onderver- een institutioneel perspectief. Een de Commissie stelt hij namelijk de ‘al- deeld in vijf hoofdstukken (oprichting; actorperspectief­ kan structureel gemene politieke beleidslijnen vast’.1 institutionele structuur; hoogte- en zijn (bijv. het opkomend belang van Waar voor journalisten dit driemaan- dieptepunten; EU van 27 lidstaten; en internationale handel; de Europese delijks politieke circus vaak de raison aanbevelingen). Wél valt direct op dat Raad als tegenwicht tegen de supra- d’être is van hun plaatsing in Brussel, de auteur een theoretische situering nationale Commissie) of individueel hebben academici de Europese Raad achterwege heeft gelaten. Verder (bijv. verandering van politieke leiders links laten liggen. Gezien de schaarste mist het boek een duidelijk inleidend in de drie grote landen in 1974; de aan gedegen studies is het recente hoofdstuk waarin hij zijn argument verpersoonlijking van politiek via de boek van Jan Werts te verwelkomen. uiteenzet. Dit komt de uiteindelijke media). Een institutioneel perspectief

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 629 Spectator kan functioneel zijn (de noodzaak om verdrag de ‘Franse ideeën van vijftig en D. Galloway met T. Digneffe (red.), op het hoogste niveau regelmatig te jaar geleden volledig tot stand zijn Council of the European Union, 2004; overleggen) of sociologisch gemo- gebracht’.6 Werts lijkt hierbij de R. Corbett, F. Jacobs & M. Shackleton delleerd aan andere internationale eerder genoemde uitbreiding, die (red.), The European Parliament, 2007. instellingen (bijv. de G7). Werts noemt een Franse coup feitelijk onmogelijk 3 Subtitels op blz. 18 en 189. al deze redenen, zonder theoretische heeft gemaakt, even te vergeten. De 4 Het neofunctionalisme benadrukt het situering, en dit leidt soms tot incon- auteur heeft waarschijnlijk gelijk dat belang van supranationale technocra- sistentie in zijn argumentatie. Waar de kleine landen en de Commissie tieën. ‘Noch het Parlement, noch de hij tot twee keer toe de Europese wat moeten inboeten, maar tegelijk Commissie, noch een belangengroep’ is Raad in een subtitel als functionele is het ook belangrijk te beseffen dat echter volgens Werts verantwoordelijk ‘noodzaak’ bestempelt, zegt hij op persoonlijkheden als Delors juist voor de oprichting. blz. 18 dat het alleen een eliteproject in de Europese Raad méér gedaan 5 J. Tallberg, ‘Bargaining Power in the van regeringsleiders was.3 Dit noemt kregen dan in de ministeriële raden European Council’, SIEPS working paper, hij vervolgens – één van de zeldzame (bijv. financiën en landbouw). Dat de 2007 (online beschikbaar: www.sieps.se/ keren dat hij een theoretische term huidige Commissie niet altijd even publ/rapporter/2007/2007_1_en.html). laat vallen – in lijn met het neofuncti- strategisch de Europese Raad voorbe- 6 Blz. 200. onalisme; compleet onjuist.4 reidt – met het soms te laat insturen Hoofdstuk twee, drie (de instituti- van te lange documenten – lijkt van Hylke Dijkstra onele structuur; de hoogte- en diep- minstens even groot belang voor haar tepunten) zijn van betere kwaliteit. invloed als de formeel-juridische ver- Hylke Dijkstra is promovendus aan de Faculteit Vooral wanneer Werts beschrijft, is andering van ‘Lissabon’. Wat betreft der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van het boek soms stimulerend. Zo laat deze informele dynamiek gaat het de Universiteit Maastricht. hij zien hoe vóór 2002 het Voorzit- boek ook bijna volledig voorbij aan terschap de zeer belangrijke Raads- de rol van het EU-Raadssecretariaat. conclusies tot op het laatste moment Achter de schermen is dit één van de geheim hield. Pas diep in de nacht belangrijkste spelers. Zo heeft het werden de conclusies onder de hotel- destijds bijna de hele compromistekst deuren van de delegaties doorgescho- van de Grondwet en het Verdrag van ven, zodat de andere lidstaten minder Lissabon geschreven. Juridisch konden tijd hadden om deze op de afslui- de Ieren en Portugezen dit tijdens hun tende dag nog aan te passen. Wat voorzitterschap niet aan. betreft de analyse van besluitvorming Hoewel het boek van Werts over in de Europese Raad zou Werts meer een aantal goede ideeën en veel kunnen verwijzen naar het werk van empirisch materiaal beschikt, komt Jonas Tallberg, dat de relatieve macht het dus helaas de hoge verwachtin- van de diverse regeringsleiders pro- gen niet geheel na. De auteur heeft beert te verklaren.5 In hoofdstuk vier niet de fundamentele keuze gemaakt laat de auteur zien dat de procedures tussen een analytisch boek en een in de Europese Raad veranderd zijn beschrijvend naslagwerk. Verder is het als resultaat van de recente uitbrei- boek soms taalkundig zwak. Aange- dingen. Zo is onder de druk van de zien dit echter één van de weinige aantallen de traditionele tour de table studies is over de Europese Raad, is afgeschaft – die anders tegenwoordig het toch een aanrader voor iedereen drie uur zou duren – en is de Europese die echt in dit orgaan geïnteresseerd Raad efficiënter gaan werken. is. In het afsluitende hoofdstuk over het Verdrag van Lissabon komt Werts Noten tot een aantal conclusies en aanbe- 1 Artikel 4 TEU. velingen. Hierin schiet hij enigszins 2 D. Spence met G. Edwards (red.), The Eu- door. Zo stelt hij dat met het nieuwe ropean Commission, 2006; M. Westlake

630 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Zwarte Maandag

EU-lidstaten eerder geconcludeerd. diverse waarschuwingssignalen uit Vanaf begin 1991 waren hierover de verschillende hoofdsteden. De weg Bob van den Bos: in EU-verband de eerste officiële die ‘Den Haag’ was ingeslagen door in Mirakel en debacle. De Nederlandse onderhandelingen gevoerd. Ook toen tegenstelling tot eerdere plannen niet besluitvorming over de Politieke Unie in draaide de discussie – net als nu – in voort te borduren op een Luxemburgs het Verdrag van Maastricht. de kern om de vraag of het Europese ontwerp (van dit land had Nederland Assen: Van Gorcum, 2008; vi + 418 blz.; samenwerkingsverband een intergou- het EU-voorzitterschap voor de twee- 49,50 euro; ISBN: 978-90-232-4437-0 vernementeel dan wel een com- de helft van 1991 overgenomen), maar munautair karakter moest hebben. een praktisch geheel nieuwe tekst te Anders gezegd: meer macht voor de produceren, stuitte bij vele lidstaten ‘Zwarte Maandag’. Zeker in de huidige lidstaten of meer macht voor het in op grote bezwaren. Maar Den Haag turbulente tijden op de aandelen- Brussel gevestigde Europees bestuur. luisterde selectief en hoorde daardoor markten heeft dit begrip een heel De tekst van het ontwerpverdrag vooral wat men wilde horen. Zoals andere betekenis dan dezelfde twee dat Nederland in die bewuste sep- Ben Bot, in die tijd secretaris-generaal woorden voor een aantal Nederlandse tembermaand in 1991 presenteerde, van het ministerie van Buitenlandse politici en ambtenaren nog altijd heb- kon gelezen worden als een zeer Zaken, het in het boek verwoordt: ‘Ie- ben. Het is de informele benaming duidelijke keuze voor Brussel. Of dat dereen moet zich goed realiseren dat die is meegegeven aan maandag 30 werkelijk in alle verdragsartikelen men in het buitenland veel beleefder september 1991, toen in Brussel een echt zo was, is de vraag. Maar een feit zijn twijfels kenbaar maakt dan in Nederlands ontwerp voor een nieuw is dat nagenoeg alle overige lidstaten Nederland. Tegen een bezoekende verdrag voor de Europese Unie door het absoluut oneens waren met de bewindsman wordt bijna nooit nee vrijwel alle andere lidstaten van tafel voorgestelde tekst. Daarbij ging het gezegd. Negatieve reacties worden werd geveegd. ‘We zijn afgegaan zowel om inhoudelijke als procedu- verpakt in vriendelijkheden.’ als een gieter,’ was de even open- rele argumenten. Toch heeft Piet Dankert, die als hartige als kernachtige reactie van Hoe heeft Nederland zich zo staatssecretaris Europese Zaken de toenmalig minister van Buitenlandse kunnen vergissen in het Europese meest betrokken politiek verantwoor- Zaken Hans van den Broek tegenover politieke krachtenveld, dat is ook delijke was, deze analyse nooit willen journalisten voor wie het de uren zeventien jaar na dato nog een onderschrijven. Hij verklaarde in 1994 daarvoor langzaam aan duidelijk was interessante vraag. Het onder de zich alleen maar te hebben vergist geworden welk drama zich aan het titel Mirakel en Debacle in boekvorm in de steun van de Duitsers. Ook Jan voltrekken was. Door eigenzinnig verschenen proefschrift waarop oud- Pronk, destijds als minister belast optreden bleek Nederland die dag de europarlementariër Bob van den Bos met Ontwikkelingssamenwerking risee van de Europese familie te zijn (D66) eerder dit jaar promoveerde en en inwonend op het ministerie van geworden. waarin hij het Nederlandse besluit- Buitenlandse Zaken, gelooft niet dat Tot die fatale maandag was Ne- vormingsproces rondom de Europese naïveteit de hoofdoorzaak van het derland, op dat moment roulerend Politieke Unie beschrijft, is een zeer falen was: ‘Er is veel gedraaid in de voorzitter van de toen nog slechts 12 geslaagde poging het raadsel te ont- hoofdsteden.’ lidstaten tellende Unie, ervan over- rafelen. Maar het ultieme antwoord Wie heeft er gelijk? Ook Van den tuigd een uitstekend ontwerpverdrag op de vraag heeft ook hij niet kunnen Bos heeft te maken gekregen met voor een nieuwe bestuurlijke struc- vinden. Wat dat betreft blijven de het bekende probleem dat politieke tuur van de EU op tafel te hebben hoofdpersonen uit het drama elkaar geschiedschrijving oproept, die het gelegd. Met een vervolmaking van de tegenspreken. moet hebben van de observaties E­conomische en Monetaire Unie in Zo werd al vrij snel na Zwarte van betrokkenen. Iedereen heeft aantocht, was het ook noodzakelijk Maandag de conclusie getrokken zijn eigen, subjectieve verhaal. Extra een verdere stap te zetten op weg dat de belangrijkste spelers op het handicap voor Van den Bos was dat naar een Europese Politieke Unie, departement van Buitenlandse Zaken Piet Dankert – de spil in het verhaal – hadden de regeringsleiders van de in Den Haag doof waren geweest voor in 2003 is overleden en dat de auteur

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 631 Spectator veel van zijn bevindingen niet meer die het ministerie van Buitenlandse zo concluderen de onderzoekers. Dat aan hem heeft kunnen voorleggen. Zaken na 1991 heeft ingevoerd. Maar is duidelijk winst vergeleken bij 1991, Maar los van de onbeantwoorde hij onthoudt zich nadrukkelijk van toen het juist deze actoren waren die schuldvraag blijft er voldoende een waardeoordeel over de getroffen elkaar duidelijk in de weg zaten. interessants over. Zo is er de onthul- maatregelen. Maar het betreft hier personen. Een ling dat de zoveel bekritiseerde tekst Van den Bos heeft het in zijn proef- andere conclusie is echter dat tijdens van het ontwerpverdrag voor een zeer schrift over het bestaan van ‘konink- het voorzitterschap in 2004 de be- belangrijk deel kwam uit de koker rijkjes met hun eigen subculturen’ leidscoördinatie op twee van de drie van een door voorzitter Delors van de op het ministerie van Buitenlandse onderzochte dossiers ‘niet effectief’ Europese Commissie aan Den Haag Zaken, over ‘groot en structureel is gebleken. En was dat gebrek aan ter beschikking gestelde Brusselse onderling wantrouwen’, over ‘slechte coördinatie nu ook niet juist een van taskforce. Veel teksten werden – in het werkrelaties’ en over ‘het risico de hoofdoorzaken van de Nederland- Frans – op de burelen van de Europese van groepsdenken’ ten tijde van de se afgang in 1991? Er is één gerust- Commissie geconcipieerd. Op die gebeurtenissen die zouden leiden tot stelling. Het volgend Nederlandse manier kon Delors zijn ideaal van een Zwarte Maandag. voorzitterschap van de Europese Unie federaal Europa overeind houden. In Zou er in die zeventien jaar iets ten is pas in 2016. Dankert, die hij goed kende, vond hij goede veranderd zijn? De koningen een geestverwant. Veelzeggend voor op het departement zijn misschien Noten de verhoudingen in Den Haag is dat vervangen door stamhoofden; de 1 Primus inter pares. Een evaluatie van het mensen als minister van Buitenlandse competentiestrijd lijkt er nauwelijks Nederlands EU-voorzitterschap 2004 , Den Zaken Van den Brink en premier minder door geworden te zijn. In 2004 Haag: Inspectie Ontwikkelingssamen- L­ubbers totaal onwetend waren van was Nederland opnieuw voorzitter werking en Beleidsevaluatie, 2008 (IOB deze operatie. van de Europese Unie. Onlangs ver- Evaluaties, nr 314). Waarmee maar weer eens bewezen scheen een onderzoeksrapport1 van de is: zo geolied als bureaucratische Inspectie Ontwikkelingssamenwer- Mark Kranenburg besluitvormingsmachines er van king en Beleidsevaluatie (IOB) van het buiten uitzien, zo chaotisch verloopt ministerie over deze episode. ‘Goede Mark Kranenburg is diplomatiek redacteur van NRC de besluitvorming in werkelijkheid. persoonlijke verhoudingen tussen Handelsblad. Van 2003 tot 2007 was hij EU-corres- En altijd luidt dan de vraag: zijn er de belangrijkste actoren van Buiten- pondent voor dezelfde krant in Brussel. lessen geleerd? In het slothoofdstuk landse Zaken, Algemene Zaken en beschrijft Van den Bos een aantal de permanente vertegenwoordiging veranderingen en reorganisaties hebben de samenwerking bevorderd,’

Gedetacheerde bruggenhoofden en bruggenbouwers in Brussel

De Europese Commissie maakt steeds als voornaamste leveranciers, maar meer gebruik van gedetacheerde na- ook agentschappen en semi-overhe- Karin Geuijen, Paul ’t Hart, Sebastiaan tionale experts. Bijna 10% van de ruim den als het CBS en TNO detacheren Princen & Kutsal Yesilkagit: 11.000 beleidsambtenaren bij de Com- experts in Brussel. The New Eurocrats. National civil servants in missie bestaat inmiddels uit gede- Detacheren biedt alle betrokken EU policy making. tacheerde beleidsmakers. Nederland partijen – Commissie, gedetacheerde Amsterdam: Amsterdam University Press, heeft gewilde expertise en voor ons is en uitzendende dienst – voordelen. 2008; 176 blz.; 29,90 euro; Brussel dichtbij en mede daardoor zijn De Commissie haalt tegen geringe ISBN: 978-90-5356-797-5 we met zo’n 60 gedetacheerden (in kosten waardevolle expertise binnen 2006) goed vertegenwoordigd. Het om haar almaar groeiende takenpak- merendeel wordt uitgezonden door ket te behappen. Bovendien kan ze ministeries, waarbij Financiën, Econo- via de nationale experts peilen hoe mische Zaken en Landbouw gelden een nieuw voorstel bij een lidstaat zal

632 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator vallen. De gedetacheerde ambte- juiste plek ruimte zijn voor een Neder- over de Europese rol van Nederlandse naar doet waardevolle ervaring op, landse expert en dan moet er ook nog ambtenaren in den brede. Zo is bij- vergaart kennis van de Europese eens een geschikte kandidaat zijn die voorbeeld ook onderzocht in hoeverre machinerie en kan een Europees net- wil kiezen voor een tijdelijk leven over Nederlandse rijksambtenaren in hun werk opbouwen. Ook de uitzendende de grens. De praktijk wijst bovendien dagelijks werk met Europa bezig organisaties profiteren. Voor hen zijn uit dat zowel de gedetacheerde als zijn en hoe zij opereren in diverse een toegankelijk ‘loket’ in Brussel, het zijn of haar uitzendende organisatie Europese werkgroepen. ‘Slechts’ opbouwen van kennis en netwerk én tijdens de detachering vaak onvol- 30% van de ambtenaren gaf aan te de mogelijkheid nieuwe regelgeving doende investeert in het onderlinge werken aan ‘Europese’ onderwerpen in voor Nederland gunstige zin te contact. Hiermee laat de uitzendende of werk te doen dat beïnvloed wordt b­eïnvloeden, redenen om medewer- dienst kansen liggen om optimaal door Europa. Ook constateren de kers voor een paar jaar te detacheren. te profiteren van de gedetacheerde onderzoekers dat het management De gedetacheerde medewerker en beperkt de gedetacheerde zijn vaak weinig belangstelling heeft voor bevindt zich in een bijzondere positie: loopbaan­mogelijkheden bij terugkeer. Europa, waardoor ambtenaren vaak hij blijft in dienst van zijn Nederland- Dit laatste is sowieso een probleem; veel speelruimte hebben als ze deel- se werkgever, maar wordt door de detacheringen passen slecht in het nemen aan Europese overleg­sessies. Commissie geacht onafhankelijk van loopbaanbeleid van de ministeries. De Een artikel in NRC-next over deze zijn werkgever te opereren in Brus- gedetacheerde beleidsambtenaren – onderzoeksuitkomsten was eerder dit sel. Dat kan tot een spanningsveld vaak hoogopgeleide dertigers midden jaar voor D66-fractieleider Pechtold leiden. Zowel uitzendende dienst als in hun carrière – zijn een paar jaar ‘uit zelfs aanleiding voor bezorgde Kamer- gedetacheerde is zich hier goed van beeld’ en constateren bij terugkeer vragen. bewust. Nederlandse gedetacheerden dat hun collega’s promotie hebben zijn voorzichtig met het verstrekken gemaakt, terwijl dit voor het meren- Joep Boerboom van vertrouwelijke Brusselse infor- deel van de teruggekeerde gedeta- matie en krijgen geen ‘ínstructies’ cheerden niet blijkt weggelegd. Dit mee van thuis. Lidstaten als Frankrijk verklaart mede dat maar liefst 37% Drs. J. Boerboom was tussen 2001 en 2006 door het of het Verenigd Koninkrijk blijken van de gedetacheerden na afloop niet ministerie van Verkeer en Waterstaat gedetacheerd minder schroom te hebben om hun terugkeert naar de oude werkgever. bij achtereenvolgens het Europees Parlement en de gedetacheerde landgenoten te ‘brie- Hiermee gaat na detachering dus Europese Commissie. Thans is hij teamleider bij de fen’. Doordat Nederlandse experts een groot deel van de kennis en het provincie Overijssel. gevormd zijn in Nederland en doordat netwerk voor de uitzendende dienst ze hun Nederlandse netwerk blijven verloren. gebruiken, sluiten hun voorstellen Overigens blijkt dat ook degenen vaak wel goed aan bij de Nederlandse die wél terugkeren, nog maar beperkt situatie. gebruik maken van het Brusselse Hoe effectief is het instrument netwerk, zeker als ze bij terugkeer van gedetacheerde experts voor met andere onderwerpen aan de slag Nederlandse (semi-)overheden? In gaan. Zo bezien is deze studie een het gunstigste geval schrijft de expert pleidooi om als overheid niet alleen mee aan een voor Nederland belang- te investeren in het bemachtigen van rijk voorstel en kiest hierbij een voor goede detacheringsplekken, maar Nederland gunstige invalshoek. De om vooral ook te blijven investeren Commissie heeft als enige het recht tijdens en na de detachering. van initiatief en detacheren biedt De auteurs, allen verbonden aan de een unieke kans om zeer vroeg in het Universiteit van Utrecht, hebben met beleidsproces mee te schrijven aan The New Eurocrats een verdienstelijk initiatiefvoorstellen. En voor effec- onderzoek gedaan naar het in de tieve beleidsbeïnvloeding geldt: hoe literatuur onderbelichte fenomeen eerder hoe beter. Er moet echter maar van de gedetacheerde nationale net op het juiste moment en op de expert. Overigens gaat hun studie

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 633 Spectator Verbreding en verdieping hand in hand in de EU

De vraag of verbreding ook ver- dat de redacteuren meer met het dieping kan stimuleren is eveneens onderwerp hadden kunnen doen. Er is interessant, maar komt in het boek gekozen voor twee bijdragen over ver- Steven Blockmans & Sacha Prechal (red.): slechts in één hoofdstuk expliciet dieping, twee over verbreding en drie Reconciling the Deepening and Widening of aan de orde. De analyses in het boek over het bij elkaar brengen van deze the European Union. geven echter ook hier aanleiding tot twee processen. Met een strakker Den Haag: T.M.C. Asser Press, 2007; 220 blz.; een voorzichtig positief antwoord. mandaat voor de auteurs hadden de £ 40,=; Met een toename van het aantal redacteuren ook kunnen kiezen voor ISBN: 978-90-6704-264-2 verschillende rechtsordes kan immers een onderzoek naar de spanning tus- de neiging ontstaan via regelgeving sen verbreding en verdieping op zeven Een boek over de spanning tus- of jurisprudentie juist steviger in te beleidsterreinen. Op basis daarvan sen verbreding en verdieping in de zetten op harmonisatie. Ook bestaat zou het ook mogelijk zijn geweest in Europese Unie dat in 2007 verschijnt, er een neiging bepaalde waarborgen een slothoofdstuk conclusies te trek- lijkt op het eerste gezicht mosterd na in het leven te roepen (bijvoorbeeld ken over problemen die zich hebben de maaltijd. Dit was toch de discussie op het terrein van de mensenrechten) voorgedaan, om vervolgens lessen te die jaren geleden werd gevoerd, in om verwatering tegen te gaan. trekken voor de lopende verdiepings- het bijzonder voorafgaande aan de Het onderhavige boek probeert in en uitbreidingsprocessen. toetreding van de nieuwe lidstaten in zijn eigen woorden ‘to clarify the legal Dit doet echter geenszins af aan 2004? Bij nader inzien gaat het boek possibilities and limits to reconcile de waarde van de afzonderlijke echter niet over de mogelijkheden van wishes for the further “deepening” bijdragen. In hun inleidende hoofd- een ‘Europa à la carte’, een ‘variabele and “widening” of the EU project’ (blz. stuk slagen de redacteuren erin het geometrie’ of over ‘concentrische 10). Bij de behandeling hiervan waren historisch verband tussen verdieping cirkels’, maar over de feitelijk al aan- de redacteuren afhankelijk van de en verbreding bondig en overtuigend wezige combinatie van verdieping en bijdragen die gepresenteerd waren op neer te zetten. Dit wordt gevolgd verbreding. Dit is tegelijk ook één van het (alweer) 36ste Asser Colloquium door een bijdrage van Monica den de aardigste conclusies die de redac- over Europees recht. Deze colloquia Boer (VU en Politieacademie) over de teuren trekken: de geschiedenis van blijven van onverminderd belang voor ontwikkelingen in de zogenoemde het Europese integratieproces is er de ontwikkeling van het Europees Ruimte voor Vrijheid, Veiligheid en één waarin verbreding en verdieping recht in Nederland, ondanks de tradi- Rechtvaardigheid (RVVR); het terrein altijd hand in hand zijn gegaan en dat tioneel wat ‘Haagse’ aanpak, die we van Justitie en Binnenlandse Zaken. heeft (afgezien van wellicht enkele in- ook kennen van de eveneens door het De verdieping van de integratie op dit stitutionele onvolkomenheden) nooit T.M.C. Asser Instituut georganiseerde gebied is helaas gepaard gegaan met grote problemen opgeleverd. Joint Conferences over internationaal een proliferatie van instrumenten en De vraag of verdieping verbreding recht (Kurhaus, key-note speech fora die de institutionele structuur er kan stimuleren wordt dan ook met van een minister). De geselecteerde niet duidelijker op hebben gemaakt. een voorzichtig ‘ja’ beantwoord. Echt sprekers zijn allemaal van hoge Verdieping heeft ook plaatsge- verbazingwekkend is dit echter niet. kwaliteit. De keuze voor ‘bekenden’ vonden op het terrein van de sociale Een succesvol integratieproces kan uit het (voornamelijk) Nederlandse integratie. Norbert Reich (Bremen) be- immers als een magneet werken op circuit lijkt echter te wijzen op een schrijft, mede aan de hand van nieuwe landen die niet meedoen en daardoor selectie van de sprekers, in plaats van jurisprudentie van het Europees Hof het gevoel krijgen op achterstand te een selectie van de onderwerpen. En van Justitie, hoe sociale standaarden staan. Er zijn maar weinig staten die ondanks de overduidelijke waarde van verder zijn ontwikkeld. Dit is waar- sterk genoeg zijn om vanuit een wat dit boek (die zeker verder gaat dan schijnlijk het enige hoofdstuk waarbij arrogante houding simpelweg de de eigen kwalificatie als een ‘modest niet-juristen zullen afhaken en de krenten uit pap te pikken, zonder lid academic collection’), schuilt hierin vraag is zelfs gerechtvaardigd waarom te worden (denk aan Noorwegen en ook een zwakte. Bij lezing van de dit hoofdstuk (althans in deze tech- Zwitserland). bijdragen blijft het gevoel bestaan nisch-juridische vorm) o­pgenomen is

634 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator in dit boek. In het algemeen blijft de Amtenbrink (Rotterdam), die kijkt de opening van de conferentie. In deze keuze van onderwerpen (RVVR en soci- naar de absorptiecapaciteit van de rede ging Donner in op de ontwikke- ale standaarden) in het eerste gedeelte EU en de noodzaak van institutionele ling van de Europese Ruimte voor Vrij- van het boek willekeurig overkomen. aanpassing. Amtenbrink wijst niet heid, Veiligheid en Rechtvaardigheid. Wat de verbreding betreft, kijkt alleen op noodzakelijke technisch- Sinds de toetreding van Bulgarije en redacteur Steven Blockmans (T.M.C. institutionele aanpassingen, maar Roemenië in 2004 is de discussie over Asser Instituut) naar de mogelijk- ook op aanpassingen die noodzakelijk verdere uitbreiding actueel. Vanwege heden voor verdere uitbreiding met zijn om de democratische legitimiteit het uitblijven van institutionele de huidige (potentiële) kandidaat- te handhaven (of, zo men wil, te ver- veranderingen via verdragswijzigin- lidstaten. Blockmans onderstreept krijgen). Ook Andrea Ott (Maastricht) gen (nu ook inwerkingtreding van het het belang van een positieve agenda ziet dit probleem en analyseert of Verdrag van Lissabon vooralsnog niet van de EU op dit vlak en stelt dat de vormen van ‘flexibiliteit’ een uitweg mogelijk blijkt), krijgt de discussie EU effectiever hervormingen kan kunnen bieden. De aloude redenering over de verhouding tussen verbreding doorvoeren waardoor kandidaat- is immers dat wanneer niet alle regels en verdieping hernieuwde aandacht lidstaten niet onnodig lang aan het voor alle lidstaten zouden gelden, en wordt wederom nagedacht over lijntje worden gehouden. De verhou- uitbreiding niet per se ten koste van andere vormen dan volledig lidmaat- ding met de kandidaat-lidstaten en de verdieping zou hoeven te gaan. Ott schap voor landen die willen toetre- landen waarmee in het kader van het wijst hierbij op mogelijkheden ook den (of wellicht, vanwege moeite Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) niet-lidstaten te laten participeren in met het Verdrag van Lissabon, zullen betrekkingen worden onderhouden, bepaalde EU-beleidsvelden (bijvoor- moeten nadenken over een aange- verschilt echter duidelijk van die met beeld via associatie-akkoorden). paste vorm van lidmaatschap). Dit de staten binnen de Europese Econo- Christophe Hillion (Leiden), ten boek biedt gedegen analyses ter on- mische Ruimte (IJsland, Liechtenstein slotte, gaat in op de vraag of verbre- dersteuning van de gedachtevorming en Noorwegen) en Zwitserland. Adam ding gebruikt kan worden om tot ver- over deze vragen. Łazowski (Westminster, Londen) dieping te komen. Hillion bekijkt dus bekijkt in hoeverre de integratie van in hoeverre de toelating van nieuwe Ramses Wessel deze staten in de EU (via wat hij ver- leden tot de EU leidt, of kan leiden, tot sterkt multilateralisme en bilateralis- verdieping van het integratieproces. me noemt) mogelijkheden biedt voor Hij stelt dat veel (constitutionele) Prof. dr Ramses A. Wessel is als hoogleraar Recht van de ENB-landen. Kortom, geen lidmaat- veranderingen te danken zijn aan de de Europese Unie en andere Internationale Organi- schap, maar (veel) meer dan reguliere verbreding van de Unie. saties verbonden aan het Centre for European Studies internationale samenwerking. Het boek sluit af met de integrale van de Universiteit Twente. Een oud – maar zeer actueel – debat tekst van de lezing die toenmalig komt terug in de bijdrage van Fabian Minister van Justitie, Donner, hield bij

Een blik met de caleidoscoop

radio. Ik miste geen enkele uitzending zijn natuurlijk anders: internationale en kocht al zijn boeken (waaronder betrekkingen evolueren nu eenmaal R. de Wijk: zijn monumentale geschiedenis van heel snel. Maar de ideologische Toestanden in de wereld. de Tweede Wereldoorlog). Wanneer inspiratie is dezelfde: beide auteurs Amsterdam: Mets & Schilt, 2008; 254 blz.; ik nu – vele jaren later – de stukjes horen tot de realistische school in 20,= euro; ISBN: 978-90-5330-611-6 van Rob de Wijk lees, is het alsof ik de internationale betrekkingen. Net Hiltermann opnieuw hoor praten voor zoals mensen laten staten zich in de microfoon. De auteur geeft in zijn hun gedrag overwegend leiden door Als student internationale betrekkin- voorwoord zelf toe dat de titel van de overwegingen van macht. De poli- gen luisterde ik altijd naar de rubriek bundel een knipoog is naar de radio­ tieke leiders van een land willen aan van Mr. G.B.J. Hiltermann op de AVRO- rubriek van Hiltermann. De thema’s de macht blijven (in het beste geval

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 635 Spectator via verkiezingen; in het slechtste via moslimterrorisme, grensoverschrij- Europese naties met hun eigen identi- repressie). Ze moeten hun onderda- dende criminaliteit en falende staten teit. Dat duidt op angst en de neiging nen beschermen tegen interne en (bijvoorbeeld Pakistan: ‘het grootste zich te willen beschermen tegen de externe vijanden (die ze desnoods veiligheidsrisico van onze tijd’). In dit boze buitenwereld. Rechts-populisten zelf produceren). Ze moeten economi- mondiale debat zou de Europese Unie varen er wel bij en beïnvloeden zo sche welvaart creëren en ze moeten moeten optreden als een belangrijke op occulte wijze het beleid. De Wijk ervoor zorgen dat de interne cohesie gesprekspartner, maar zij is helaas is objectief en spaart geen heilige in de natie bewaard blijft. Volgens de niet voorbereid op deze taak. Ze is een huisjes: zowel Geert Wilders als Ayaan auteur slagen de Europese landen er intergouvernementele regionale or- Hirsi Ali moet het ontgelden. Hij zoekt maar matig in deze doelstellingen te ganisatie, die bestaat uit kibbelende niet naar mono-causale verbanden. bereiken. lidstaten. Europese politici zijn weinig Marokkaanse relschoppers worden In zijn boek groepeert De Wijk doortastend, want ze houden te veel niet bewogen door dezelfde motieven zijn columns – die voordien zijn ver- rekening met hun publieke opinie. In als moslimterroristen. schenen in het dagblad Trouw – plaats van de Unie te verdiepen heeft De stukjes zijn niet allemaal van de- in vijf hoofdstukken: toestanden in men ze uitgebreid, wat het besluitvor- zelfde kwaliteit. Sommige zijn ietwat de wereld; toestanden in Europa; mingsproces alleen maar ingewikkel- belerend (die over de Nederlandse toestanden in Nederland; toestanden der heeft gemaakt. Het buitenlands binnenlands-politieke situatie bijvoor- met vrede, vrijheid en democratie; en beleid van de EU verdwijnt in onbe- beeld) of een beetje naïef (zoals dat toestanden in het Midden-Oosten. nulligheid (voorbeelden: Kosovo of de over een mogelijke vredesregeling in De indeling is artificieel, waardoor relatie met Rusland). Grote militaire Irak). Maar ze lezen aangenaam. Soms er nogal eens overlappingen voorko- operaties kan Europa niet plannen, zijn ze grappig (zoals over Kim Jong- men. Maar dat stoort niet. De Wijk omdat er geen eensgezinde visie is op il) en altijd zijn ze vlot geschreven. constateert dat de Europese rol in het veiligheidsbeleid. Ook de NAVO Men hoeft het niet altijd eens te zijn de wereld stilaan uitgespeeld raakt. is zwak: van haar 3,5 miljoen solda- met de auteur, maar men moet hem Europa gelooft nog altijd in verheven ten kan ze er in Afghanistan slechts nageven dat hij de lezers stimuleert idealen van internationaal recht en de 35.000 inzetten. om na te denken over de geschetste werking van internationale instellin- Het is al even erg gesteld met het problemen. In het algemeen is de gen, maar die zijn niet meer van deze buitenlands beleid van de afzonder- analyse evenwichtig, genuanceerd tijd. Eeuwenlange militaire en econo- lijke lidstaten van de EU. Dat komt en objectief. Tegelijk heeft Rob de mische superioriteit heeft het Westen nog het best tot uiting wanneer men Wijk een boek geschreven waarin doen geloven dat zijn waarden overal militairen wil sturen naar conflictge- hij oprecht de Nederlanders en de ter wereld worden geaccepteerd. bieden. Men wil zijn land internatio- Europeanen oproept tot tolerantie Maar nieuwe supermogendheden als naal op de kaart zetten en tonen dat en eensgezindheid. Zo kunnen ze als China en India malen er niet om za- de belastingen waarmee het leger natie overleven en tegelijk nog mee- ken te doen met dictatoriale regimes wordt gesubsidieerd, tot iets hebben tellen in de huidige internationale als ze daar economisch wel bij varen. gediend. Maar militair-operationele betrekkingen. Regionale grote mogendheden als overwegingen zijn zelden aanwezig Iran of Nigeria laten zich niet langer in de besluitvorming, terwijl die het Erik Faucompret de les lezen door westerse mogend- belangrijkst zijn voor het slagen van heden. Buitenlandse druk werkt zelfs de operatie. Humanitaire interventies averechts: het is juist wat de rege- hebben geen zin als men het leven Erik Faucompret is hoogleraar internationale betrek- ringen van die landen graag hebben, van zijn militairen niet wil riskeren. kingen aan de Universiteit Antwerpen. want het maakt hun binnenlandse Morele verontwaardiging is belache- opposanten monddood. lijk als ze komt van diegenen die al- Belangrijke mondiale problemen leen troepen willen inzetten wanneer vereisen multilaterale samenwerking: hun eigen economische belangen op de oorlogen in Irak en Afghanistan, het spel staan. Hoe een en ander af- nucleaire proliferatie, klimaatveran- loopt, heeft men kunnen constateren dering en de massa-emigratie die in Srebrenica of Kigali. ze zal veroorzaken, de uitputting Als gevolg van de mondialisering en van de natuurlijke hulpbronnen, het de multiculturalisering worstelen de

636 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Rondreis door het zwarte continent

Zo is het idee om van de Kaap naar Afrikaanse boer of handelaar daar de monding van de Nijl te rijden niet eerder een moeilijke toegangsweg Ton van der Lee: bijster origineel. Wie ook maar een tot de plaatselijke markten in. En zo De Afrikaanse Weg: Van Kaapstad naar beetje in de betere boekhandel of drijft het hele boek naar mijn smaak Caïro. op het internet graaft, struikelt over een beetje te veel op een ouderwets Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2008; 269 blz.; de reisverslagen van mensen die het romantisch beeld van een ‘traditio- 16,95 euro; ISBN: 978-90-501-8882 continent van noord naar zuid (of neel’ Afrika dat lijnrecht tegenover omgekeerd) hebben doorkruist en dat een ‘modern’ Europa zou staan. met bijna alle denkbare vervoermid- Van der Lees symboliek om een De opzet van De Afrikaanse Weg is delen, tot en met een deux chevaux plastic colaflesje met zeewater te vul- tamelijk eenvoudig: Auteur Ton van toe. De meeste reizigers doen dit lou- len aan Kaap Agulhas in Zuid-Afrika der Lee rijdt met een terreinwagen ter voor het avontuur, anderen met de sluit daarbij aan en lijkt me eerder van Kaap Agulhas, het zuidelijkste bedoeling Afrika beter te begrijpen. een thema voor padvinderliteratuur. punt van Afrika, naar Alexandrië, Het probleem is dat Van der Lee zich Wat moet een lezer met een medede- waar de Nijldelta in de Middellandse tot de tweede groep rekent, terwijl hij ling als: ‘Mijn fles is vol. Ik schroef de Zee uitmondt. Om het wat beter te naar mijn gevoel met meer innerlijke dop erop. Die gaat er pas weer af als laten bekken, is dat traject in de titel problemen worstelt dan de doorsnee ik […] aan de Egyptische kust sta. Dan ingekort tot Van Kaapstad naar Caïro, Afrikaan. Van der Lee is dan ook een laat ik dit water in zee lopen. Dan maar dat vergeef ik graag: Een titel filmproducent die naar eigen zeggen zal ik mijn opdracht vervuld hebben.’ moet gewoon goed zitten. Onderweg het drukke Westen is ontvlucht om in Nou, mooie opdracht is dat, Eenzame spreekt Van der Lee in elf landen met Afrika te gaan wonen (voornamelijk Wolf! Of heb ik hier misschien de sub- mensen van allerlei slag en probeert in Mali en Namibië) en daar inmiddels tiele referentie naar de knotsgekke hij te achterhalen waarom het nu al een half dozijn boeken over heeft Afrika-film The gods must be crazy – ondanks alle ontwikkelingshulp – gepubliceerd. (met een colaflesje in de hoofdrol) toch nog altijd zo fout zit op het Maar ondanks die ervaring zal de gemist? Wie het zelf wil uitzoeken: Afrikaanse continent. De veelge- lezer niet echt veel wijzer worden het boek bevat als fotografisch bewijs hoorde vraag ‘Wat is er nou eigenlijk over Afrika op basis van de anekdo- twee kiekjes van het colaflesje op de echt aan de hand?’, is als het ware de tes die Van der Lee bij elkaar heeft desbetreffende plaatsen. rode draad. Enkele van die ontmoe- gesprokkeld. Maar al te vaak maakte tingen leveren interessante visies op ik bij het lezen van het boek kennis Evert Kets en een dame in Malawi zorgde voor met een Nederlander die zich nergens een verzameling spreekwoorden met meer thuis voelt: ‘Nederland miste Afrikaanse wijsheid die de lezer door ik niet. Ik luisterde naar de Wereld- het hele boek heen aantreft. omroep […], hoorde over nieuwe Evert Kets is als Policy Officer voor Centraal-Afrika Het resultaat is een boek dat vlot snelwegen, nog meer geld, nog meer werkzaam bij de stichting Broederlijk Delen. wegleest, maar zelden echte ant- welvaart, mobiele telefoons, internet, woorden geeft op de gestelde vragen. files en vervuiling. Ik had er niet veel De ene keer is tribalisme de grote mee.’ Van der Lee, die overigens zelf schuldige, de andere keer zijn de wel een Nederlandse website heeft koloniale grenzen het probleem en (www.tonvanderlee.nl), lijkt hier even dan zijn de mannen de oorzaak van te vergeten dat hij in de luxe positie alle ellende. Het boek is een leuke verkeert die dingen te ontvluchten introductie voor wie voor het eerst waar heel wat Afrikanen net van met Afrika k­ennismaakt. Voor de wat dromen. Want waar een hobbelige meer beslagen Afrikalezer of -reiziger weg door de ongerepte natuur voor is het helaas nogal flauwe kost. ons avontuur betekent, ziet een

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 637 Spectator Signalementen

Charles Groenhuijsen: Hoera! Een factor, niet in de beoordeling mee- en sociaal-culturele verhoudingen (o.a. nieuwe president. Over kandidaten genomen; F.v.d.B.]. In een slotbetoog de positie van de vrouw, het intel- en campagnes, dollars en democratie, stelt de auteur dat de steun van de lectuele en spirituele debat); en op de geheimen en geruchten, leugens en kiezers-in-het-midden (‘the indepen- buitenlandse politiek; welke invloed lobbyisten. dents’) ‘onmisbaar’ is om de verkiezin- hebben binnen- en buitenlandse Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2008 gen te kunnen winnen. ‘Daarom zal ontwikkelingen op het Iraanse beleid; (2007); 263 blz.; 15,= euro John McCain zijn rechtse kantjes wat hoe ontwikkelde zich het buitenlands ISBN: 978-90-50 -18-969-9 bijslijpen en Obama zijn meest linkse beleid sinds de revolutie; en wat is de denkbeelden zorgvuldig verstoppen.’ aard van de relatie tussen Iran en de Dit is de tweede, ‘geheel geactuali- (blz. 234) Overigens waarschuwt hij EU? Een van de conclusies in het in seerde’ druk van Hoera! Een nieuwe de Nederlandse kiezer: wat ‘links’ heet het Nederlands geschreven slot is dat, president, waarvan de eerste druk in de Verenigde Staten, wordt lang ondanks alle voor het Iraanse politieke reeds in de Internationale Spectator niet altijd in Nederland als zodanig systeem kenmerkende tegenstrijdig- gesignaleerd werd. In het boek van opgevat. Diegenen die met Obama op heden, dit systeem ‘tot nu toe stabiel Charles Groenhuijsen – twaalf jaar ‘een progressieve leider van Hollandse (is) te noemen’. Deze tegenstrijdighe- lang Amerika-correspondent voor snit hopen, moeten zich op een fikse den omvatten de verdeling van de be- de NOS en thans nog woonachtig in teleurstelling voorbereiden. Het poli- voegdheden tussen de Opperste leider Washington – komen alle ‘ins’ en ‘outs’ tieke midden ligt in de VS – vergeleken en de religieuze toezichthoudende en van de Amerikaanse verkiezingscam- met de voor Amerikaanse begrippen republikeinse instituties. Er is sprake pagne (inclusief de rol van de media en extreem-linkse Hollandse polder – een van uiteenlopende benaderingen door het Internet) en van de presidentsver- flink eind naar rechts.’ (F.v.d.B.) de politieke facties van de economie, kiezingen zelf aan de orde. De politieke de sociaal-culturele ontwikkelingen en wedloop tussen John McCain en Ba- de buitenlandse politiek. Maar ze heb- rack Obama ‘is razend spannend’, aldus Eva Patricia Rakel: The Iranian Political ben ook betrekking, aldus Rekel, op de Groenhuijsen, die de overeenkomsten Elite. State and Society Relations, and vraag naar politieke, sociaal-culturele en verschillen tussen ‘de beide heren’ Foreign Relations Since the Islamic en economische hervormingen door via hun biografie, politieke standpun- Revolution. een groot deel van de Iraanse bevol- ten, morele opvattingen, hun optreden Amsterdam, mei 2008; 288 blz. (proef- king. In het bijzonder de Conservatieve en hun liefde voor Amerika nauwgezet schrift UvA) factie staat wat dit betreft voor een in kaart brengt. Verder komen functie dilemma. Als zij toegeeft aan de vraag en optreden van de campagnema- Dit is het proefschrift waarop Mw. naar hervormingen, verliest zij de nagers (gemeen, geniaal, sluw en Rakel bij prof. dr. G.C.A. Junne onlangs steun van de traditionele (economi- slim), de wijze van campagnevoering aan de Universiteit van Amsterdam sche) groeperingen en daarmee een van beide kandidaten, de rol van Het promoveerde. Het bevat een analyse belangrijke machtsbasis. Maar als zij Geld en de massale belangstelling van de dynamiek van het factiona- die vraag op de lange termijn negeert, van de kiezers aan bod. Groenhuijsen lisme waardoor de politieke elite van zou dit tot ‘een volksopstand’ kunnen gaat in op het politieke klimaat en de Iran wordt gekenmerkt. Het gaat na leiden. Dan zullen ‘de kaarten van politieke trends die in de Verenigde hoe onderlinge rivaliteit de economi- de politieke macht opnieuw worden Staten kunnen worden gesignaleerd. sche, sociaal-culturele en internatio- geschud met als uitkomst een nieuw ‘De partij van George Bush zit in het nale verhoudingen in Iran beïnvloedt. type regime dat nog niet is te voorzien’. verdomhoekje’, de altijd zo blijmoedige De analyse strekt zich uit over de (F.v.d.B.) Amerikaan is somber geworden en periode beginnend in 1979, toen de internationaal is het trotse imago van Islamitische Revolutie onder leiding Ritske Bloemendaal & Kars de Bruijne zijn natie verbleekt. De ‘waardering van Ayatollah Khomeini zich voltrok, (red.): Peace support operations: the voor het Congres is nog nooit zo laag tot 2007. Het is een periode die zich past and the future, papers of the geweest’ [De vraag welke invloed de kenmerkt door vier fasen van verschil- Ankara seminar. huidige kredietcrisis en de door de lend leiderschap. De vragen die Rakel Groningen: Centre for European Secu- overheid voorgestelde maatregelen op zich in dit onderzoek stelt, zijn: wat is rity Studies (CESS), juli 2008; 82 blz.; de uitslag van de verkiezingen zouden het effect van dit factionalisme op de 14,= euro kunnen hebben, is als verstorende staatsinstellingen; op de economische ISBN 978-90-76301-24-2

638 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator Deze rubriek staat onder redactie van dr Fenna van den Burg. Bijdragen aan deze aflevering werden verzorgd door Johannes Visser (J.V.), als stagiair verbonden aan het Clingendael Security and Conflict Programme (CSCP); Marit de Lange (M.d.L.), studente geschiedenis en Slavische talen aan de Rijks- universiteit Groningen, als stagiaire verbonden aan het redactiebureau van de Internationale Specta- Signalementen tor; en door Fenna van den Burg (F.v.d.B.). De aanwinstenlijst van de bibliotheek van Instituut Clingendael wordt maandelijks gepubli- ceerd op de Clingendael-website: www.clingendael.nl/resources/library/acquisitions

Het aan de Groningse universiteit binnenlandse (Afghaanse) politiek. onderwerpen ruimschoots aandacht verbonden CESS heeft al vele jaren De op effect gebaseerde Nederlandse besteed. Het mag geen verrassing zijn goede contacten met Turkse collegae- aanpak klinkt een stuk technischer, dat de omstandigheden waarin de instellingen. Naar aanleiding van het waarbij veiligheid op de korte termijn meerderheid van de Albanezen moest onder auspiciën van het CESS in 2007 botst met wederopbouw op de lan- (en moet) leven, tot gevolg hebben gehouden Ankara seminar is deze gere termijn. Dit legt de grootste uit­ gehad dat sinds 1991 één miljoen beknopte, doch zeer relevante update daging voor de 3D- aanpak (defence, Albanezen, oftewel een kwart van de gepubliceerd over de stand van zaken diplomacy & development) bloot: bevolking, is geëmigreerd. Dit heeft wat betreft Peace Support Operations militaire aanwezigheid valt moeilijk weer tot gevolg gehad dat Albanese (PSO’s). De inleiding is bekend ter- te rijmen met ontwikkelingswerk. diaspora’s zijn ontstaan. Er wordt rein: tijdens de Koude Oorlog bleven Met de aanbevelingen die de Ankara gesproken van diaspora’s, omdat PSO’s vooral beperkt tot diplomatieke papers aanreiken, kan verder worden Albanese gemeenschappen over de Peace Keeping Missions (op basis van doorgemodderd in het streven naar hele wereld bestaan: grote gemeen- hoofdstuk VI van het VN-Handvest). een vreedzamer wereld. (J.V.) schappen komen voor in de Ver- Vervolgens was UNOSOM-2 in Soma- enigde Staten, Duitsland, Zwitserland, lië de eerste echte hoofdstuk VII Peace Grieken­land, Italië en kleinere van Enforcing Mission, een missie die door Judy Batt (red.): Is there an Albanian Scandinavië tot China en Australië. politieke, strategische en operationele question? Terecht wordt er gesproken van een tekortkomingen rampzalige gevolgen Parijs: European Union Institute for ‘global diaspora’. (M.d.L.) had. Om het belang van de betrokken Security Studies, januari 2008 (Chaillot instituties in PSO’s te onderstrepen, Paper 107); 107 blz.; 10,= euro wordt hun rol uitvoerig besproken in ISBN 978-92-9198-120-5 Niek Pas: Aan de wieg van het nieuwe de papers. De Verenigde Naties als de Nederland. Nederland en de Alge- facto bron van legitimiteit kunnen In deze bundel buigen de auteurs zich rijnse oorlog 1954 – 1962. vele successen op hun conto schrij- over het Albanese vraagstuk. Bestaat Amsterdam: Wereldbibliotheek: 2008; ven, maar zij schieten tekort wan- een dergelijk vraagstuk en wat houdt 207 blz.;17,90 euro neer spelbrekers (‘spoilers’) de kop het in? De auteurs zijn het erover ISBN: 978-90-284-2251-3 o­psteken. De NAVO kan goed vechten, eens dat het niets te maken heeft maar minder goed heropbouwen. De met de eventuele schepping van een Dit boek behandelt mobilisering van Europese Unie als relatieve nieuw­ Groot-Albanië; dat is enkel het streven de Nederlandse pers, publieke en poli- komer moet het vooral hebben van van een zeer kleine minderheid. De tieke opinie ten tijde van de Algerijnse de civiele soft power. En in de praktijk buitenlandse politiek van Albanië bevrijdingsoorlog in de periode 1954 schort er het een en ander aan de is gericht op een zo snel mogelijke – 1962. Langzaam maar zeker keerde onderlinge communicatie, samenwer- aansluiting bij de Europese Unie en een deel van de spraakmakende king en coördinatie tussen deze acto- de NAVO en 80% van de Albanese klassen, niet alleen ter linkerzijde, ren – iets wat telkenmale naar v­oren bevolking staat achter dit beleid. De zich tegen Franse onderdrukking van komt. De hieruit getrokken lessen kern van het Albanese vraagstuk is Algerijnse vrijheidswil. Hoogtepunt tracht men toe te passen op wellicht Kosovo en het enige antwoord voor van de door progressieve socialisten het belangrijkste inzetgebied van het Albanezen is onafhankelijkheid. Deze en katholieken gevormde beweging moment, Afghanistan. Opvallend is Chaillot Paper is net voor de onafhan- ten gunste van het Algerijns verzet hier de aanpak van de voormalige kelijkheid van Kosovo uitgekomen, was de televisie-actie Redt een kind. Turkse commandovoering van ISAF. maar is daarmee geenszins gedateerd Niek Pas ziet dit mediaspektakel als Van de vijf operationele principes zijn geraakt. De kwestie-Kosovo heeft voorbeeld van de doorbraak van tele- er vier specifiek gericht op het winnen namelijk de aandacht afgeleid van visie als mobilisatiemiddel voor goede van de hearts and minds: vriendelijk wat voor de meeste Albanezen in doelen en solidarisering met de Derde en beleefd omgaan met de bevolking; de dagelijkse praktijk de grootste Wereld en beschouwt de acties als r­espect tonen voor de cultuur en vraagstukken zijn: werkloosheid, voorbode van het moderne Nederland locale gebruiken van Afghanistan; corruptie, criminaliteit, economische van latere decennia. Of dat te veel eer afstand houden van etnische scheids- onderontwikkeling, en de kwaliteit is, moet de lezer zelf uitmaken na ken- lijnen; en zich verre houden van de van de democratie. Er wordt aan deze nisname van dit originele boek. (G.J.T.)

Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Internationale 639 Spectator Summaries

Eimert van Middelkoop S.J.G. Reyn Minister of Defence of the Netherlands, observes surveys the relationship of General De Gaulle with that the interdependencies between the military and the United States. Whereas De Gaulle’s ‘anti-Amer- development cooperation have increased substan- icanism’ has received ample attention as a constitu- tially. Based on the empirical results of the group tive part of the Franco-American dispute, the ‘anti- of researchers led by Paul Collier, he argues that Gaullism’ among American policymakers largely multinational peace support operations are an extre- stands to be examined. The author therefore looks mely cost-effective instrument to alleviate extreme at the American response to De Gaulle’s foreign poverty. The reduction of the number of armed policy in the1958-1969 period. It is not sufficient to conflicts since the Cold War is partially due to the describe the relationship merely in terms of dispute. enhanced cooperation in the UN Security Council, Nor is it true that American policymakers all exhib- which made it possible to authorize many peace ope- ited an ‘anti-Gaullist’ attitude; just how Americans rations. One way to further stimulate the synergy judged Gaullism largely depended on whether they between Defence and Development Cooperation were liberal or conservative. The author nonethe- is to intensify efforts in the field of ‘Security Sector less concludes that there was an inherent friction Reform’ (SSR) and training. This can facilitate a between an American foreign policy steeped in transition strategy in which the military component liberal values and a French foreign policy steeped in in armed conflicts is gradually diminished, while the conservative tradition. He furthermore contends efforts in socio-economic development are increased. that De Gaulle is partially responsible for a shift in Moreover, SSR could be used more often for preven- American perceptions of the transatlantic relation- tive purposes. ship as an evolving Atlantic ‘community’ toward a more realistic ‘Atlanticism’ primarily attuned to the Kees Homan national interest. analyses the ground-breaking French White P­aper on Defence and National Security, which was Christophe de Voogd presented by President Nicolas Sarkozy on 17 June looks at two main events in the history of France 2008. This document results in substantial reforms that are commemorated this year. First 1958: the of French national defence and proclaims a multilat- new regime founded that year by General de Gaulle eral defence policy. Changes include full re-integra- is still ruling the country. Subsequently 1968, the tion into NATO which should involve an indirect great student rebellion and general strike that nearly contribution to the development of the European brought this very same regime, the Fifth Republic, Security and Defence Policy; adopting a broad con- to a premature end. Paradoxically, despite its final ception of ‘national security’ that includes both de- political failure, ‘’68’ has clearly overshadowed ‘’58’ fence against external threats and homeland security in the collective memory, as shown by the ava- management; placing a greater emphasis on intel- lanche of books, personal memories and television ligence in order to be better prepared for strategic programmes. Meanwhile, the commemoration of surprises; reducing the overall number of personnel; the Constitution of 1958 has remained discrete and and increasing equipment budgets in order to ensure mainly confined to academic circles. This contrast force coherence. The 2008 White Paper’s decisions can be explained by the central position of the are to be reflected in the next five-year defence plan, former actors of ‘’68’ in the French intellectual and which will cover the years 2009-2014. media field, whereas the main protagonists of ‘’58’ are no longer with us. Nevertheless, there is more at The next section, containing five essays and an -in stake: one must take into account the main features troduction by Professor H.L. Wesseling, is devoted of the French political culture. On the one hand, to France’s Fifth Republic which celebarates its 50th the Left, and before all the Socialist Party, is still birthday this year. not at ease with the institutions of the Fifth Repub- lic, while the Right, even the ruling UMP, wonders about the relation between the new phenomenon of ‘Sarkozism’ and traditional Gaullism.

640 Internationale Jaargang 62 nr. 11 g November 2008 Spectator For the summaries of the articles by Jan-Herman Teun Mandema & Joris Voorhoeve Reestman, Niek Pas en Jan Willem Brouwer see survey the role of Japan in peacebuilding. J­apan is pages 591, 596 and 606 respectively. one of the most developed countries in the world and is carefully looking for a bigger role for its self-defence forces in the international realm. Sjoerd Gosses Japan’s reserved foreign policy, its pacifism deter- who is a former ambassador of the Netherlands in mined by the constitution, domestic politics and Ankara, surveys Turkey’s difficult road to integration p­ublic opinion, make active participation in c­ombat in Europe. The long history shared by Europe and o­perations impossible. Until the early 1990s, Japan Turkey and the many formal agreements between tried to meet its international responsibilities by them have so far failed to create a climate of mutual means of a ‘checkbook diplomacy’. Disappointed by trust or a communality of purpose. The accession the m­oderate benefits of this policy, Japan started negotiations have, on the contrary, come to a virtual to make some changes. The defence budget was standstill and the prospects for further progress are increased, the defence agency was upgraded to dim. The author describes the history of the relations ministerial status, and several laws were drafted in between Turkey and Europe – as perceived from the order to authorize Japanese self-defence forces to be Turkish side – and explains why Turkey still has se- dispatched abroad. Although participation in combat rious problems to come to terms with itself and with missions is still prohibited, it seems there is room Europe. The author takes the view that European for greater participation in peace operations. Peace partners should take an unbiased interest in Turkey development missions, perhaps in collaboration with that will – under all scenarios – remain an important Canadian and Dutch forces, are complementary player in the European context. He suggests to start to the existing Japanese foreign initiatives, and are a political dialogue to increase mutual understanding well-suited for Japan to improve its international and knowledge in order to find an appropriate place standing without having to compromise its pacifist for Turkey in the family of European nations. constitution.

Daan van der Schriek states that the war in Georgia of August 2008 should not have come as a great surprise: violence flared up in South-Ossetia and Abkhazia on at least five previous occasions since 1990. Although R­ussia is involved in these conflicts, it is wrong to label the latest violence simply as a Russo-Georgian war. The South-Ossetian and Abkhaz conflicts have local roots, which must be taken into consideration in the search for a solution. It is important to realise that Russian interference has followed problems in South Ossetia and Abkhazia – not the other way round. The separatists must therefore be taken seriously and must be included in talks on the future of the region. The European Union, too, must be proactive in finding a solution because its involvement is less likely than NATO to stir opposition. After August, it is inconceivable that the separatists should want to return to the Georgian fold. A final solution may therefore have to be based on the land-for-peace principle: in exchange for recognition of independ- ence, Abkhazia and South-Ossetia must return parts of the areas under their control still inhabited (or inhabited until August 2008) by Georgians.