-

Energiearmoede in

Onderzoek, Informatie en Statistiek

Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

In opdracht van: Ruimte en Duurzaamheid (Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen.

Projectnummer: 20235 Auteru: Feiko de Grip Hester Booi

Bezoekadres: Weesperstraat 113-117 Telefoon: 020-2510333 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam data.amsterdam.nl [email protected]

Amsterdam, augustus 2020

Foto voorzijde: Amstelkwartier, fotograaf Edwin van Eis (2019)

2 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Inhoud

Introductie 4 Methode en data 4

1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019 5 Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee 5 Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de energiearmoede toe 6

2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel 8 Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens Zuidoost 8 Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen 8 Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West 9 Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens 11

3 Kenmerken van huishoudens met hoge energielasten 13 Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten 13 Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen 13 Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten 14 Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen 15 Ouderen hebben hogere energielasten 15 Lagere energielasten bij hoger energielabel 16

4 Kenmerken van huishoudens met energiearmoede 17 Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens 17 Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede 18 Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn 18 Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op energiearmoede 19 Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen 20 Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren ‘45-‘90. 20 Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager opgeleid 21 Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A 22

Samenvatting 23

3 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Introductie

Binnen de gemeente Amsterdam is er vanuit verschillende afdelingen behoefte aan meer inzicht in de energielasten van huishoudens. Ruimte en Duurzaamheid (programma Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen hebben aan OIS gevraagd hier onderzoek naar te doen.

Belangrijke indicatoren in onderzoek naar energielasten zijn de maandelijkse energierekening, de energierekening als aandeel van het inkomen (de energiequote) en of er sprake is van energiearmoede. Wanneer huishoudens meer dan 10% van hun inkomen kwijt zijn aan energielasten, wordt er gesproken van energiearmoede. Om meer grip op te krijgen op deze problematiek is inzicht nodig in hoe de energielasten zich door de tijd heen ontwikkelen, en bij welke huishoudens dit tot (relatief en absoluut) hoge energielasten leidt. Hieruit volgen de volgende vragen:  Hoe zijn de energielasten veranderd door de tijd en hoe hangt dit samen met energieprijzen?  Wat zijn de energielasten per stadsdeel en hoe is dit veranderd door de tijd?  Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met hoge energielasten (absoluut)?  Welke kenmerken van huishoudens en woningen hangen samen met grote energiearmoede (relatief aan het inkomen)?

Methode en data

Om meer inzicht te krijgen in deze vragen zijn de energielasten van Amsterdamse huishoudens in 2013, 2017 en 2019 geanalyseerd. Hiervoor is gebruik gemaakt van data uit het tweejaarlijkse enquêteonderzoek Wonen in Amsterdam. In dit door OIS uitgevoerde onderzoek wordt door zo’n 18.000 Amsterdamse huishoudens de hoogte van de maandelijkse energielasten ingevuld. Ook zijn gegevens over hun inkomen en andere achtergrondkenmerken bekend. Alle gegevens, tenzij anders vermeld, komen uit dit enquêteonderzoek.

Dit rapport beschrijft de belangrijkste resultaten van deze analyse aan de hand van bovenstaande onderzoeksvragen.

4 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

1 Ontwikkeling energielasten 2013-2019

Absolute energielasten nemen sinds 2017 weer toe, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee

Tussen 2013 en 2017 daalden de energielasten van Amsterdamse huishoudens. In 2013 waren huishoudens in Amsterdam gemiddeld nog €124 per maand kwijt aan de energierekening. Gemiddeld ging 7% van het maandinkomen van een huishouden op aan energiekosten (de energiequote). In 2017 was de energierekening nog maar €110 per maand, en de energiequote daalde naar 5%. Deze daling verliep evenredig met de daling van de energieprijzen (zie figuur 2). Tussen 2017 en 2019 liepen de energiekosten weer op tot €120 euro per maand. De energiequote daalde echter niet mee, maar bleef op 5%. Dit duidt erop dat het inkomen van huishoudens gemiddeld genomen meesteeg met de energierekening. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar in het aandeel huishoudens waar volgens de definitie sprake is van energiearmoede (een enerqiequote van 10% of hoger). Na een daling tussen 2013 en 2017 bleef dit aandeel stabiel op 11%. In de loop van 2019 en in 2020 is de wereldwijde energieprijs weer gedaald, dit is nog niet terug te zien in de enquêtegegevens uit 2019. De energielasten zijn niet alleen afhankelijk van de energieprijs, maar ook van het weer. Met name koude winters kunnen tot hogere energielasten leiden. Het maandbedrag voor de energielasten wordt vaak voor een jaar vooruit vastgesteld. Veranderingen in het weer werken daardoor pas later door in de energielasten.

Ontwikkeling maandelijkse energielasten Amsterdammers, aardgasprijs en elektriciteitsprijs (2013=100) Tabel 1.1 Netto huurquote, energiequote en gemiddelde energierekening van huishoudens, 2013-2019

energiequote (%) hh met energiequote ≥ 10% (%) gemiddelde energierekening (€) 2013 7 18 124 2017 5 11 110 2019 5 11 120

Figuur 1.2 Ontwikkeling maandelijkse energierekening huishoudens, aardgasprijs en elektriciteitsprijs (2013=100)

120

110 aardgasprijs (€ per GJ)¹ 100 elektriciteitsprijs (€ per kWh)¹ 90

80 gemiddelde ontwikkeling gas- en elektriciteitsprijs 70 energierekening Amsterdamse huishoudens 60 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019

bron: Wonen in Amsterdam (energielasten), CBS (energieprijzen) 1) Geïndexeerde maandelijkse prijs betaald door eindverbruikers in de verbruiksklasse 20-200 GJ/maand (aardgas) en 2,5-250 kWh (elektriciteit), waar binnen de meeste huishoudens vallen.

5 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Voor laagste inkomensgroep stijgen de relatieve energielasten wel en neemt de energiearmoede toe

De stabilisering van de relatieve energielasten geldt niet voor alle inkomensgroepen. Voor huishoudens met een laag inkomen (tot de huurtoeslaggrens) liep de energiequote tussen 2017 en 2019 licht op, van 9% tot 10% . In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede toe van 31% tot 37%. Zij hebben gemiddeld een energierekening van €108 per maand. Ook onder de groep lage middeninkomens groeide het aandeel huishoudens met een energiequote van 10% of hoger (+2 procentpunt). Voor de andere inkomensgroepen bleef de energiequote en het aandeel huishoudens kampend met energiearmoede stabiel. Absoluut gezien hebben huishoudens met de hoogste inkomens ook de hoogste maandelijkse energielasten. Ten opzichte van 2017 stegen de maandelijkse lasten echter het hardst voor middeninkomens (+10%).

Tabel 1.3 Energiequote, huishoudens met energiequote ≥ 10% en gemiddelde energierekening per inkomensgroep, 2013-2019

energiequote huishoudens met gemiddelde maandelijkse energiequote >= 10% energierekening (%) (%) (€) (ontw. 2017-2019)

2013 2017 2019 2013 2017 2019 2013 2017 2019 lage inkomens tot huurtoeslaggrens1 11 9 10 49 31 37 113 100 108 (8%) inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 6 5 5 9 3 3 104 95 103 (8%) lage middeninkomens € 38.035- €47.544 5 4 52 6 1 3 117 105 114 (9%) middeninkomens (47.544-1,5x modaal) 5 4 4 4 2 2 127 112 124 (10%) hogere middeninkomens (1,5x modaal - 2x modaal) 4 3 4 2 0 1 131 116 123 (6%) hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 3 3 3 1 0 1 154 129 140 (8%) totaal 7 5 5 18 11 11 124 110 120 (9%) 1 Eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2 De energiequote onder lage middeninkomens is niet significant gestegen

6 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

De toename van de relatieve energielasten onder de laagste inkomens is niet terug te zien in het stedelijk gemiddelde omdat deze inkomensgroep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt dan in 2017. Dit wordt duidelijk in figuur 1.4. Amsterdamse huishoudens hebben vaker een hoog inkomen en veel huishoudens kunnen de toename in energielasten daarom opvangen. Voor met name huishoudens in de laagste inkomensgroep is dit echter niet het geval. Bij een groeiend deel van deze huishoudens is sprake van energiearmoede. Lage inkomens merken de fluctuaties in de energieprijs veel sterker in hun portemonnee.

Figuur 1.4 Inkomensgroepen (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2013-2019 (%)

2013 32 16 14 7 11 20

2017 33 16 6 4 10 7 25

2019 29 18 6 3 7 8 28 %

0 20 40 60 80 100

lage inkomens inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste tot vanaf hts- inkomens midden- inkomens inkomens inkomens huurtoeslag- groep tot (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf grens 1) €38.035 €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070) €47.544)

1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd.

7 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

2 Ontwikkeling energielasten per stadsdeel

Energielasten ten opzichte van het inkomen het hoogst voor huishoudens Zuidoost

Tussen 2013 en 2017 namen de energielasten in alle stadsdelen af. Tussen 2017 en 2019 namen ze weer toe. Dit wordt in verhouding met het inkomen vooral gevoeld in Zuidoost, Noord en Nieuw-West.

In Zuidoost zijn huishoudens met 7% gemiddeld het grootste deel van hun inkomen kwijt aan energielasten. Ook in Nieuw-West en Noord ligt de energiequote boven het stedelijk gemiddelde. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Noord (€129) en Nieuw-West €122) is de maandelijkse energierekening hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten gemiddeld (€120), maar hier wonen zeer veel lage inkomens. Van de huishoudens valt 46 procent in de laagste inkomensgroep (zie figuur 2.3). Dat is veel meer dan in Noord (35%) en Nieuw-West (32%).

Tabel 2.1 Energiequote, aandeel huishoudens met hoge energiequote en gemiddelde energierekening naar stadsdeel, 2019

huishoudens met gemiddelde *netto huurquote energiequote energiequote >= 10% energierekening

(%) (%) (%) aantal (€)

Centrum 29 5 9 4.400 125 West 28 5 10 7.400 109 Nieuw-West 30 6 14 9.200 122 Zuid 29 5 8 5.700 127 Oost 29 5 9 6.200 116 Noord 29 6 17 7.200 129 Zuidoost 30 7 19 7.400 120 Amsterdam 29 5 11 46.800 120

*kale huur minus de huurtoeslag, als percentage van het inkomen

Hogere energielasten in stadsdelen met veel eengezinswoningen en gezinnen

De hogere energielasten in Noord en Nieuw-West hangen ermee samen dat er in deze drie stadsdelen veel eengezinswoningen zijn. In beide stadsdelen woont 25% van de huishoudens in een eengezinswoning, vergeleken met 13% gemiddeld in de stad. In Noord en Nieuw-West wonen bovendien veel gezinnen en gaat het vaker om grotere woningen. Alle drie deze factoren

8 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

gaan gepaard met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. In Noord werkt dit het sterkst door, de maandelijkse energielasten zijn daar het hoogst (€129).

Energiearmoede groeiend probleem in Zuidoost, Noord en Nieuw-West

Het aandeel van de huishoudens dat een hoge energiequote (≥ 10%) heeft, verschilt fors tussen de stadsdelen. Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost (19%), Noord (17%) en Nieuw- West (14%). Vooral het hoge aandeel lage inkomens in Zuidoost zorgt voor energiearmoede, want de energielasten liggen er op het stedelijk gemiddelde. In Noord en Nieuw-West zijn minder lage inkomens dan in Zuidoost maar zijn de energierekeningen gemiddeld wel hoger. Sinds 2017 nam de energiearmoede in deze stadsdelen meer toe dan in de rest van de stad. Het inkomen van de bevolking groeit hier minder dan in andere stadsdelen, waardoor de stijgende energielasten door meer huishoudens sterker worden gevoeld. Energiearmoede is er weer een groeiend probleem.

Figuur 2.2 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10%) per stadsdeel, 2013-2019

In Zuid, Centrum en Oost komt in de verschillende jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant. In West is de gemiddelde energierekening het laagst (€109). Dit hangt samen met het soort woningbouw. West heeft relatief kleine woningen (57% is kleiner dan 60 m2, t.o.v. 37% gemiddeld) en het betreft bijna uitsluitend meergezinswoningen (99%).

9 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Figuur 2.3 laat het aandeel van de verschillende inkomensgroepen zien per stadsdeel. In de stadsdelen waar de meeste huishoudens tot de laagste inkomensgroepen behoren komt energiearmoede het meeste voor.

Figuur 2.3 Inkomensgroepen naar stadsdeel (bruto jaarinkomen per huishouden, incl. studenten), 2019 (%)

Centrum 25 18 6 3 8 8 32 West 28 18 6 3 8 9 28 Nieuw-West 32 21 6 3 7 9 21 Zuid 22 17 6 3 7 8 38 Oost 28 17 6 2 7 8 32 Noord 35 17 6 4 10 9 19 Zuidoost 46 20 5 3 5 7 14 Amsterdam 29 18 6 3 7 8 28 %

0 20 40 60 80 100

lage inkomens inkomens laagste midden- lagere midden- hogere hoogste tot vanaf hts- inkomens midden- inkomens inkomens inkomens huurtoeslag- groep tot (€38.035 - inkomens (€47.544- (€57.053 - (vanaf grens 1) €38.035 €42.436) 2) (€42.436- €57.053) €76.070) €76.070) €47.544)

1) eenpersoonshuishoudens €22.700, meerpersoonshuishoudens €30.825 2) 2013: €38.035 -€47.544, de extra inkomensgrens van €42.436 werd toen niet gehanteerd.

10 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Meeste energiearmoede in wijken met veel lage inkomens

Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft, dit zijn de donkerblauwe gebieden in figuur 2.4. Het gaat hier om ongeveer een kwart van de huishoudens.

Figuur 2.4 Energiearmoede (aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10%) per wijk, 2019

Tuindorp

Volewijck

Slotermeer-Zuidwest IJplein/Vogelbuurt

Betondorp

Holendrecht/ Reigersbos

Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens, 37% van de laagste inkomens is meer dan 10% van het huishoudinkomen kwijt aan de energierekening. Gemiddeld betalen zij €108 per maand. In wijken waar relatief veel huishoudens met de laagste inkomens wonen, komt ook veel energiearmoede voor. Alle donkerblauwe wijken in bovenstaande kaart zijn wijken waar het inkomen laag ligt.

Tabel 2.5 laat zien dat binnen de groep lage inkomens er wel ruimtelijke verschillen zijn in energiearmoede.1 In Bijlmer-Centrum ligt het aandeel laagste inkomens zeer hoog, op 62%. Zij zijn echter gemiddeld relatief weinig kwijt aan energielasten (€95). Het aandeel met energiearmoede in deze groep is 33%, net onder het gemiddelde van deze groep (37%). In Oud Noord wonen eveneens relatief veel lage inkomens (40%), en lage inkomens in Oud Noord hebben juist relatief vaak met energiearmoede te maken (56%), hun energielasten liggen op €125 gemiddeld per maand. Ook in / is energiearmoede een relatief groot probleem: 47% van de lage inkomens in dit gebied kampt met hoge energielasten. De

1 Vanwege de kleine aantallen respondenten is het niet mogelijk deze berekening op wijkniveau te maken. Daarom is gekozen voor een schaalniveau hoger, de 22 gebieden.

11 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

energielasten liggen hier gemiddeld ook hoog (€130). Hetzelfde beeld is te zien in - (42% met energiearmoede, gemiddelde lasten van €121 per maand).

Tabel 2.5 Lage inkomens; energiearmoede en energielasten van lage inkomens per gebied, 2019 lage inkomens gemiddelde tot de lage inkomens met energierekening lage huurtoeslag- energiequote >= 10% inkomens grens (%) (%) (€) Centrum-West 25 31 99 Centrum-Oost 25 37 112 Westerpark 33 27 96 33 29 103 Oud-West/ 24 39 105 Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 45 42 121 32 34 103 , Sloten en 11 * * Slotervaart 34 45 110 Oud-Zuid 16 39 108 / 20 * * /Rivierenbuurt 26 32 107 Oud-Oost 30 41 98 /Oostelijk Havengebied 27 28 115 33 41 102 IJburg/ 17 * * Noord West 33 45 117 Oud Noord 40 56 125 Noord Oost 33 39 111 Bijlmer-Centrum 62 33 95 Bijlmer-Oost 39 38 109 Gaasperdam/Driemond 37 47 130 Amsterdam 29 37 108

*te weinig waarnemingen

12 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

3 Kenmerken van huishoudens met hoge energielasten

Woonoppervlak en huishoudensamenstelling bepalend voor energielasten

Afhankelijk van woning- en huishoudenskenmerken lopen de maandelijkse energielasten sterk uiteen. Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning, gevolgd door de samenstelling van het huishouden.2 Voor woningen tot 40 m2 waren de energielasten in 2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste woningen (>100 m2). Fluctuaties in de energieprijs hebben meer invloed op de lasten van grote woningen dan op die van kleine woningen: tussen 2017 en 2019 steeg de rekening van de kleinste woningen met 2%, tegenover 9% voor de grootste woningen. Ook daalde de rekening tussen 2013 en 2017 harder voor grote dan voor kleine woningen.

Tabel 3.1 Maandelijkse energierekening huishoudens naar oppervlakte van de woning, 2013-2019 (€)

2019 2013 2017 (ontw. 2017-2019) tot 40m2 89 77 78 (+2%) 40 tot 60m2 110 94 102 (+8%) 60 tot 80m2 129 107 114 (+7%) 80 tot 100m2 157 119 127 (+7%) 100m2 en meer 222 158 171 (+9%) totaal 124 110 120 (+9%)

Hoogste energielasten voor meerpersoonshuishoudens in grote woningen

Over het algemeen wonen huishoudens die uit meerdere personen bestaan in grotere woningen. Hiermee gaan hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook meer energie als zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de hoogste energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand (€100). Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen opgebracht moeten worden. Naast het effect van de woninggrootte speelt ook het aantal personen in een huishouden een rol. Gezinnen zijn in woningen van alle oppervlakteklassen het meeste kwijt. In de grootste woningen (>100 m2) wonen vooral huishoudens met een hoger inkomen, 58% heeft een inkomen hoger dan €76.070. Maar ook heeft 17% een inkomen onder de €38.035.

2 Blijkt uit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de maandelijkse energierekening van het huishouden en als onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak, bouwperiode, leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor een groot deel van de woningen niet bekend is.

13 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel 3.2 Huishoudenstypen naar oppervlakte woning en maandelijkse energierekening, 2019

oppervlakte woning tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 80 tot 100m2 100m2 en meer totaal lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel lasten aandeel

(€) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) (€) hh (%) alleenwonend 71 16 96 36 101 27 108 14 145 8 100 100 stel zonder kind 100 4 105 24 118 28 129 23 170 20 128 100 eenoudergezin * 3 119 19 127 36 141 26 165 16 135 100 stel met kinderen * 1 126 14 135 24 146 24 186 36 155 100 totaal 78 9 102 28 114 27 127 19 171 17 120 100 * te weinig waarnemingen

Hoe ouder de woning, hoe hoger de energielasten

Ook de bouwperiode van woningen speelt een rol in de energielasten. In elke oppervlakteklasse hebben oudere woningen meer energielasten. Het hoogst zijn de lasten in vooroorlogse woningen met een oppervlakte van 100 m2 of meer (€197), het laagst in woningen gebouwd na 2010 met een oppervlak tot 40 m2 . Woningen van voor 1970 zijn relatief klein waardoor de gemiddelde lasten van deze bouwperiode meevallen. Tegelijkertijd zijn tussen 1990-2009 gebouwde woningen vaak groter, waardoor dit de bouwperiode is waar woningen gemiddeld de hoogste lasten hebben. Woningen van na 2010 hebben weer vaker een klein oppervlak en zijn het zuinigst. De grootste groep huishoudens woont in een vooroorlogse woning (41%). Van deze woningen heeft bijna de helft een oppervlak tussen de 40 en 60 m2 en energielasten van €104 per maand.

Tabel 3.3 Maandelijkse energierekening huishoudens naar bouwperiode van de woning en oppervlak, 2019 oppervlakte woning 40 tot 60 tot 80 tot 100m2 en aandeel tot 40m2 totaal 60m2 80m2 100m2 meer huishoudens lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten(€) lasten (€) (%) vooroorlogs 86 104 120 138 197 123 41 1946-1969 79 106 119 135 173 118 15 1970-1989 75 95 111 134 160 115 18 1990-2009 * 87 101 119 157 127 18 2010 en later 54 88 96 103 151 110 9

* te weinig waarnemingen

14 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Meer energielasten in eengezinswoningen dan in meergezinswoningen

Van de Amsterdamse huishoudens woont 13% in een eengezinswoning. De energielasten zijn hier een stuk hoger dan in meergezinswoningen (€163 t.o.v. €114). Bij eengezinswoningen gaat meer energie verloren doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. Het verschil is minder groot naarmate de woningen groter zijn. Huishoudens in eengezinswoningen hebben over het algemeen een hoger inkomen, waardoor de energielasten in verhouding met het inkomen niet sterk verschillen van bewoners van meergezinswoningen.

Tabel 3.4 Maandelijkse energierekening huishoudens naar woningtype en oppervlak, 2019 oppervlakte woning 100m2 en tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 80 tot 100m2 totaal meer lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) eengezins * 127 144 149 184 163 meergezins 77 101 111 123 163 114

* te weinig waarnemingen

Ouderen hebben hogere energielasten

De energielasten van ouderen zijn hoger dan die van jongere huishoudens. Dit is terug te zien in alle woninggroottes. Het effect wordt versterkt doordat ouderen relatief vaak groter wonen. Vier op de tien (42%) 65+ huishoudens wonen in een woning groter dan 80 m2, vergeleken met 36% gemiddeld. Van de alleenstaande 75-plussers woont nog 34% groter dan 80 m2, vergeleken met 22% gemiddeld. De hogere energielasten van ouderen worden niet veroorzaakt door de ouderdom van hun woning. Ouderen wonen juist relatief minder vaak in vooroorlogse woningen (34% van de 65+ huishoudens ten opzichte van 41% van alle huishoudens). Het verschil in energierekening van ouderen met jongere huishoudens kan bijvoorbeeld komen doordat ouderen meer thuis zijn en/of de woning meer verwarmen dan jonge huishoudens.

Tabel 3.5 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019 oppervlakte woning 80 tot 100m2 en tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 totaal 100m2 meer lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) tot 25 jaar 56 * * * * 74 25-35 jaar 72 96 102 109 124 99 35-45 jaar 83 101 116 129 154 120 45-55 jaar 88 105 122 135 188 135 55-65 jaar 99 107 120 130 179 130 65-75 jaar 104 106 114 129 188 129 75 jaar en ouder * 115 118 128 184 129

* te weinig waarnemingen

15 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Lagere energielasten bij hoger energielabel

Van een deel van de woningen (60%) is het energielabel bekend. Over het algemeen geldt: hoe hoger het energielabel, hoe lager de energielasten. Huishoudens in een woning met energielabel A zijn gemiddeld €107 kwijt per maand, huishoudens in een woning met energielabel G €121. Dit verband is er vooral bij de middelgrote woningen tot 100 m2. Woningen groter dan 100 m2 hebben, ongeacht het energielabel, met hoge energielasten te maken.

Tabel 3.6 Maandelijkse energierekening huishoudens naar leeftijdsklassen en woningoppervlak, 2019 oppervlakte woning 80 tot 100m2 en tot 40m2 40 tot 60m2 60 tot 80m2 totaal 100m2 meer lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) lasten (€) A(+) 55 86 99 106 153 107 B * 95 99 122 143 108 C 78 102 109 121 147 110 D 77 101 116 136 159 111 E * 107 116 131 154 115 F * 106 124 * 165 120 G * 113 117 * * 121

* te weinig waarnemingen

16 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

4 Kenmerken van huishoudens met energiearmoede

Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens

Van de Amsterdamse huishoudens heeft één op de tien (11%) te maken met energiearmoede. Zij zijn tien procent of meer van hun inkomen kwijt aan energielasten. Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. In 2017 lag dat aandeel nog wat hoger (93%), terwijl het in 2013 lager lag (84%). Deze schommeling hangt samen met de ontwikkeling van de energieprijzen. Wanneer de prijzen zoals in 2017 laag zijn, vormen de energielasten bijna uitsluitend voor huishoudens met de laagste inkomens meer dan tien procent van het inkomen. Zijn de prijzen zoals in 2013 (en in minder mate 2019) hoger, dan zijn meer huishoudens met een hoger inkomen tien procent van het inkomen kwijt aan energielasten.

Figuur 4.1 Aandeel inkomensgroepen in huishoudens met energiearmoede, 2013-2019

100 Betekenis categorieën horizontale as 90 1) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 80 2) inkomens vanaf pot.hts-groep 70 tot en met €38.035 60 3) lage middeninkomens 50 €38.035- €47.544 40 4) middeninkomens (47.544-1,5x modaal) 30 5) hogere middeninkomens (1,5 - 20 2x modaal) 10 6) hogere inkomens (vanaf 2x % 0 modaal) 1 2 3 4 5 6 2013 2017 2019

17 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Inkomen is de bepalende factor voor energiearmoede

Het inkomen is van alle huishoudenskenmerken het meest bepalend voor de enerqiequote en daarmee voor het risico op energiearmoede.3 Waar het woningoppervlak het meest bepalend is voor een hoge energierekening (hoofdstuk 3), bepaalt het inkomen in hoeverre die rekening een grote last vormt. Zoals eerder genoemd komt energiearmoede daarom vooral voor onder de laagste inkomens. Er zijn echter ook andere huishoudenskenmerken die samenhangen met een hoge enerqiequote en het risico op energiearmoede, zoals de huishoudenssamenstelling.

Meer energiearmoede onder eenverdieners, vooral wanneer er ook kinderen zijn

Energiearmoede komt relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Van alle eenoudergezinnen heeft 28 procent een enerqiequote van tien procent of hoger en onder alleenwonenden is dat dertien procent, ten opzichte van elf procent van alle huishoudens. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het energieverbruik van meerdere personen met één inkomen. Van de eenoudergezinnen met een inkomen tot de huurtoeslaggrens kampt dan ook ongeveer de helft (47%) met energiearmoede. Ook onder stellen met kinderen in de laagste inkomenscategorie komt energiearmoede veel voor (44%). In hoofdstuk drie werd duidelijk dat dit huishoudenstype de hoogste maandelijkse energielasten heeft. Energiearmoede in hogere inkomensklassen komt weinig voor, maar onder stellen met kinderen het meest.

Tabel 4.2 Aandeel huishoudens met energiequote >= 10% naar inkomensgroepen en huishoudenstypen, 2019 huishoudens met energiequote >= 10%

stel een-

alleen- zonder ouder- stel met wonend kind gezin kinderen totaal (%) (%) (%) (%) (%) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 33 36 47 44 37 inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 2 5 3 11 3 lage middeninkomens €38.035-€47.544 1 3 5 7 3 middeninkomens (€47.544-1,5x modaal) 1 1 3 3 2 hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) 0 1 4 1 1 hogere inkomens (vanaf 2x modaal) 0 0 2 1 1 totaal 13 6 28 8 11

3 Blijkt uit een regressieanalyse met als afhankelijke variabele de enerqiequote van het huishouden en als onafhankelijke variabelen het huishoudensinkomen, huishoudenstype, woningtype, woningoppervlak, bouwperiode, leeftijd en opleidingsniveau. Het energielabel is buiten de regressieanalyse gehouden, omdat dit voor een groot deel van de woningen niet bekend is.

18 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Huishoudens met laag inkomen in grotere woningen lopen meeste risico op energiearmoede

Omdat huishoudens in grotere woningen meer energie verbruiken komt energiearmoede erg veel voor onder lage inkomens die groot wonen (100 m2 en groter). Het gaat om 63 procent en dit betreft zo’n 4100 huishoudens. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen echter in een woning tussen de 40 en 80 m2, waardoor in woningen van deze grootte de meeste energiearmoede voorkomt. Als lage middeninkomens groot wonen (100 m2 en groter) lopen zij ook risico op energiearmoede, twaalf procent van deze inkomensgroep heeft een energiequote van tien procent of meer. Het gaat om ongeveer 500 huishoudens.

Tabel 4.3 Aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10% naar inkomensgroep en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10%

40 tot 60 tot 80 tot 100m2 tot 40m2 60m2 80m2 100m2 en meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) lage inkomens tot huurtoeslaggrens 19 34 37 49 63 37 inkomens vanaf pot.hts-groep t/m € 38.035 0 1 3 4 11 3 lage middeninkomens €38.035-€47.544 0 1 0 2 12 3 middeninkomens (€47.544-1,5x modaal) * 1 1 0 5 2 hogere middeninkomens (1,5-2x modaal) * 0 1 1 2 1 hogere inkomens (vanaf 2x modaal) * 0 0 0 1 1 totaal 9 13 13 12 8 11

* te weinig waarnemingen

19 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Energiearmoede komt vooral voor in corporatiewoningen

Energiearmoede komt het meeste voor in corporatiewoningen. Eén op de vijf huishoudens heeft daar een energiequote van 10 procent of hoger. Dit komt vooral doordat de meeste huishoudens in de laagste inkomensgroep in een woning verhuurd door een woningcorporatie wonen (68%) Hun energielasten zijn gemiddeld €109 per maand. In koopwoningen komt energiearmoede het minst voor. Voor koopwoningen en particulier verhuurde woningen geldt dat hoe groter ze zijn, hoe groter de kans op energiearmoede.

Tabel 4.4 Aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10% naar eigendomstype en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10%

40 tot 60 tot 80 tot 100m2 en tot 40m2 60m2 80m2 100m2 meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) koopwoning 1 1 3 3 6 4 corporatiewoning 12 22 21 25 21 21 particuliere huur 9 7 7 6 10 7 totaal 9 13 13 12 8 11

Meeste energiearmoede in middelgrote woningen uit de jaren ‘45-‘90.

Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Hierdoor komt energiearmoede het meeste voor in woningen uit deze bouwperiode, terwijl de absolute energielasten het hoogst zijn in vooroorlogse woningen (hoofdstuk 3, tabel 11). In woningen gebouwd in 1946-1969 heeft 17 procent van de huishoudens een energiequote van 10 procent of hoger. In woningen uit 1970- 1989 is dit 14 procent. In de nieuwste woningen (2010 en later) komt energiearmoede het minst voor. Alleen in de kleinste nieuwbouwwoningen ligt het percentage op 13 procent. Hiervan is driekwart student.

Tabel 4.5 Aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10% naar bouwperiode en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10%

40 tot 60 tot 80 tot 100m2 tot 40m2 60m2 80m2 100m2 en meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) vooroorlogs 5 12 12 9 8 11 1946-1969 16 21 16 20 10 17 1970-1989 8 12 12 20 15 14 1990-2009 * 9 12 6 9 9 2010 en later 13 1 7 6 4 6 totaal 9 13 13 12 8 11

* te weinig waarnemingen

20 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Huishoudens met energiearmoede zijn vaak eenverdieners, 55-plus en lager opgeleid

Huishoudens met bepaalde achtergrondkenmerken zijn oververtegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede, vergeleken met alle huishoudens in de stad. Het gaat om huishoudens met maar één inkomen (alleenwonenden en eenoudergezinnen), 55 tot 75 jarigen en 75 plussers en huishoudens met een laag- of middelbaar opleidingsniveau.

Zeven procent van alle Amsterdamse huishoudens is een eenoudergezin, terwijl negentien procent van de huishoudens met energiearmoede een eenoudergezin is. De mate waarin alleenwonenden oververtegenwoordigd zijn is minder groot. Stellen zonder kinderen zijn het sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede.

Figuur 4.6 Aandeel huishoudenstypen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019

alle huishoudens 50 23 7 20

huishoudens in 53 12 19 15 energiearmoede %

0 20 40 60 80 100

alleenwonend stel zonder kind eenoudergezin stel met kinderen

Van alle Amsterdamse huishoudens is 39 procent 55 jaar of ouder. Onder huishoudens met een energiequote van 10 procent of hoger valt 52 procent in deze leeftijdscategorie. Jongeren (tot 35 jaar) zijn het sterkst ondervertegenwoordigd onder huishoudens met energiearmoede.

Figuur 4.7 Aandeel leeftijdsklassen in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019

alle huishoudens 27 35 32 7

huishoudens in 14 34 42 10 energiearmoede %

0 20 40 60 80 100

tot 35 jaar 35 tot 55 jaar 55 tot 75 jaar 75 jaar en ouder

21 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Van alle Amsterdamse huishoudens is 23 procent laag opgeleid. Onder huishoudens met energiearmoede is dit aandeel 45 procent. Slechts 17 procent van de huishoudens met energiearmoede heeft een hoog opleidingsniveau (t.o.v. 44%). Hiervan is 14 procent student.

Figuur 4.8 Aandeel opleidingsniveaus in alle huishoudens en onder huishoudens in energiearmoede, 2019

alle huishoudens 23 33 44

huishoudens in 45 38 17 energiearmoede %

0 20 40 60 80 100

laag opgeleid middelbaar opgeleid hoog opgeleid

Weinig energiearmoede in woningen met energielabel A

Een beter geïsoleerde woning geeft lagere energielasten, en hier komt ook minder energiearmoede voor. Dit geldt voor woningen met energielabel A(+) en voor kleinere woningen (40-60 m2) met energielabel B. In grotere woningen (100m2 en meer) komt ook met relatief hoge energielabels weinig energiearmoede voor, maar dit wordt vooral verklaard doordat hier over het algemeen huishoudens met een hoger inkomen in wonen.

Tabel 4.9 Aandeel huishoudens met energiequote ≥ 10% naar energielabel en woningoppervlak, 2019 huishoudens met energiequote >= 10%

40 tot 60 tot 80 tot 100m2 tot 40m2 60m2 80m2 100m2 en meer totaal (%) (%) (%) (%) (%) (%) A(+) 8 5 8 5 5 6 B * 8 15 14 15 13 C 11 16 17 19 8 16 D 10 17 11 11 7 13 E * 15 20 22 7 17 F * 12 13 * 12 10 G * 13 15 * * 14

* te weinig waarnemingen

22 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Samenvatting

Energieprijzen sinds 2017 gestegen, maar inkomens groeien gemiddeld gezien mee Tussen 2017 en 2019 stegen de energielasten van Amsterdammers, maar gemiddeld gezien groeiden de inkomens mee. In beide jaren waren huishoudens gemiddeld vijf procent van hun inkomen kwijt aan energielasten (de energiequote). Ook bleef het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede (een energiequote van tien procent of hoger) stabiel op elf procent. In 2013 lagen de energielasten een stuk hoger. Toen lag de energiequote gemiddeld op zeven procent en kampte achttien procent van de huishoudens met energiearmoede. De energielasten van Amsterdamse huishoudens volgen de ontwikkeling van de wereldwijde energieprijzen. Die prijzen zijn in de loop van 2019 en 2020 weer gedaald. De data uit dit onderzoek is verzameld net vóór deze daling inzette.

Voor laagste inkomens stijgen relatieve energielasten wel Hoewel de gemiddelde energiequote en het aandeel huishoudens in energiearmoede niet stegen, gebeurde dit wel voor huishoudens in de laagste inkomensgroep. Lage inkomens merken de fluctuaties in de energieprijs sterker in hun portemonnee. Voor huishoudens met een inkomen tot de huurtoeslaggrens liep de energiequote tussen 2017 en 2019 licht op, van 9% tot 10%. In deze inkomensgroep nam het aandeel huishoudens waar sprake is van energiearmoede toe van 31% tot 37%. Gemiddeld hebben zij in 2019 een energierekening van €108 per maand. De toename van de relatieve energielasten in deze inkomensgroep is niet terug te zien in het stedelijk gemiddelde omdat de groep verhoudingsgewijs in 2019 minder voorkomt dan in 2017.

Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost, Noord en Nieuw-West In de stadsdelen Zuidoost, Noord en Nieuw-West zijn de relatieve energielasten het hoogst en is het vaakst sprake van energiearmoede. Dit komt door een combinatie van relatief hoge energielasten en lage inkomens in deze stadsdelen. In Noord (€129) en Nieuw-West (€122) is de maandelijkse energierekening hoger dan gemiddeld in de stad. In Zuidoost zijn de energielasten gemiddeld (€120), maar hier wonen zeer veel huishoudens in de laagste inkomensgroep (46% t.o.v. 29% gemiddeld). In Noord en Nieuw-West hangen de hoge absolute energielasten er mee samen dat er veel eengezinswoningen staan en er veel gezinnen wonen. Beide factoren hangen samen met hogere stookkosten en elektriciteitsverbruik. Energiearmoede komt het meest voor in Zuidoost (19%) gevolgd door Noord (17%) en Nieuw-West (14%). In Zuid, Centrum en Oost komt in de loop van de jaren het minste energiearmoede voor. In Zuid en Centrum komt dit vooral door het kleine aandeel lage inkomens onder de bevolking, want beide stadsdelen zitten qua energierekening juist aan de hoge kant.

Er zijn zes wijken in Amsterdam waar meer dan een vijfde van de huishoudens met energiearmoede te maken heeft. Het gaat om wijken met relatief veel lage inkomens, zoals

23 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Volewijck en IJplein/Vogelbuurt in Noord, Slotermeer Zuidwest en in Nieuw-West en Holendrecht/Reigersbos in Zuidoost.

Hogere energielasten voor grote woningen en meerpersoonshuishoudens Het meest bepalend voor de energiekosten is het oppervlak van de woning. Voor woningen tot 40 m2 waren de energielasten in 2019 €78 per maand. Dit loopt op tot €171 voor de grootste woningen (>100 m2). Ook de huishoudenssamenstelling speelt een rol. Huishoudens die uit meerdere personen bestaan, wonen over het algemeen in grotere woningen. Hiermee gaan hogere energielasten gepaard. Maar meerpersoonshuishoudens verbruiken ook meer energie als zij in kleinere woningen wonen. Stellen met kinderen hebben gemiddeld de hoogste energielasten (€155 per maand) en alleenwonenden zijn het minst kwijt per maand (€100). Eenoudergezinnen hebben relatief hoge energielasten (€135), die met één inkomen opgebracht moeten worden.

Ook de bouwperiode van een woning speelt een rol. Oudere woningen hebben hogere energielasten. Vier op de tien huishoudens woont in een vooroorlogse woning. Daar zijn de energielasten met €123 het hoogst. Verder zijn de energielasten hoger in eengezinswoningen (€163) dan in meergezinswoningen (€114). Bij eengezinswoningen gaat meer energie verloren doordat ze meer buitenmuren hebben dan appartementen. De energielasten liggen lager in woningen met een hoger energielabel. Dit geldt echter vooral voor kleinere woningen, bij grotere woningen (>100m2) ligt de gemiddelde energierekening hoger ongeacht het energielabel.

Energiearmoede treft in negen van tien gevallen de laagste inkomens Energiearmoede treft vooral de laagste inkomens. Van alle huishoudens in energiearmoede hebben negen op de tien (90%) een inkomen onder de huurtoeslaggrens. Waar het woningoppervlak het meest bepalend is voor een hoge energierekening, bepaalt het inkomen in hoeverre die rekening een grote last vormt. Verschillen in de kans op energiearmoede tussen andere huishoudenskenmerken worden vaak verklaard door het verschil in inkomen. Zo komt energiearmoede relatief vaak voor onder eenoudergezinnen en alleenwonenden. Dit hangt ermee samen dat deze huishoudens maar één inkomen hebben, waardoor het huishoudensinkomen per saldo lager is. Van alle eenoudergezinnen heeft 28 procent een enerqiequote van tien procent of hoger en onder alleenwonenden is dat dertien procent, ten opzichte van elf procent van alle huishoudens. Voor alleenwonenden leidt dit minder vaak tot energiearmoede omdat het energieverbruik lager is, maar eenoudergezinnen dragen het energieverbruik van meerdere personen met één inkomen.

Naarmate huishoudens met een laag inkomen in een grotere woning wonen, neemt de kans op energiearmoede toe. De meeste huishoudens (68%) met een laag inkomen wonen echter in een woning tussen de 40 en 80 m2, waardoor in woningen van deze grootte de meeste energiearmoede voorkomt. Zeven op de tien huishoudens met een laag inkomen woont in een woning verhuurd door een woningcorporatie. Het aandeel huishoudens met energiearmoede is daar een stuk hoger (21%) dan in particuliere huurwoningen (7%) en in koopwoningen (4%). Huishoudens in de laagste inkomensgroep wonen relatief vaak in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%). Energiearmoede komt het meeste voor in woningen gebouwd in de periode 1946-1989 (42% t.o.v. 31%), terwijl de energielasten het hoogst zijn in

24 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

vooroorlogse woningen. De na de oorlog gebouwde woning worden echter relatief vaak bewoond door huishoudens met een laag inkomen. In woningen met energielabel A en in kleinere woningen met energielabel B (tot 60m2) komt weinig energiearmoede voor.

25 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel B.1 Energiequote, energiequote ≥ 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019

energiequote huishoudens gemiddelde met energie energiequote rekening ≥ 10% (%) (%) (€) A00 Burgwallen-Oude Zijde 5 5 122 A01 Burgwallen-Nieuwe Zijde 5 10 124 A02 -West 4 2 162 A03 Grachtengordel-Zuid 6 10 168 A04 / 5 10 116 A05 Haarlemmerbuurt 5 11 119 A06 5 9 113 A07 De Weteringschans 5 9 138 A08 Weesperbuurt/ 5 7 125 A09 / 5 13 109 E12/E13(B10) /Spaarndammer- en () 6 17 108 E14 Staatsliedenbuurt 5 6 95 E15/E16 Centrale Markt/ 5 6 100 E17 Da Costabuurt 4 2 110 E18 5 14 102 E19 Van Lennepbuurt 4 6 103 E20/E22 Helmersbuurt/Vondelbuurt 5 10 138 E21 Overtoomse Sluis 4 5 112 E37afg/E36 Gibraltarbuurt/Sloterdijk 5 5 94 E37c Bosleeuw 6 15 118 E37de zuid 4 5 108 E38 Erasmuspark 5 7 111 E39ab Laan van Spartaan * * * E39cd Kolenkitbuurt 6 15 108 E40 Geuzenbuurt 5 8 106 E41 Van Galenbuurt 6 14 103 E42 Hoofdweg e.o. 7 16 108 E43 Westindische Buurt 5 8 127 E75 Chassébuurt 7 20 117 F76 Slotermeer-Noordoost 6 18 109 F77 Slotermeer-Zuidwest 8 24 121 F78/F11 Geuzenveld/Bedrijventerrein Sloterdijk 6 17 129 F79 * * * F81 Osdorp-Oost 6 13 129 F82 Osdorp-Midden 6 19 113 F83 De Punt 4 0 90 F84/F80 Middelveldsche Akerpolder/Lutkemeer/Ookmeer 7 15 157 F85 Slotervaart-Noord 6 12 126

26 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel B.1 Energiequote, energiequote >= 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg)

energiequote huishoudens gemiddelde met energie energiequote rekening ≥ 10% (%) (%) (€) F86 5 11 101 F87 Westlandgracht 5 11 107 F88 Sloter-/Riekerpolder 5 4 139 F89 Slotervaart-Zuid 8 18 112 K23/K59 Zuidas/ e.o. 4 3 134 K24 4 6 104 K25 5 8 110 K26 Zuid-Pijp 6 13 114 K44 4 9 116 K45 5 8 117 K46 4 6 164 K47 Museumkwartier 5 7 173 K48 5 9 112 K49 4 6 179 K52 Scheldebuurt 4 5 136 K53 IJselbuurt 6 14 114 K54 Rijnbuurt 6 13 118 K90 Buitenveldert-West 4 5 113 K91 Buitenveldert-Oost 4 1 119 M27 5 8 123 M28 Oosterparkbuurt 6 15 103 M29 5 13 103 M30 Transvaalbuurt 6 12 109 M31 Indische Buurt-West 7 10 117 M32 Indische Buurt-Oost 5 7 103 M33 Oostelijk Havengebied 5 7 116 M34 Zeeburgereiland/Nieuwe Diep 3 0 82 M35 IJburg-West 4 2 150 M51 IJburg-Zuid 4 1 145 M55 Frankendael 6 17 112 M56 Middenmeer 5 7 127 M57 7 26 117 M58 De /Overamstel 5 6 107 N60 Volewijck 8 25 128 N61 IJplein/Vogelbuurt 7 26 123 N62/N63 Tuindorp /Tuindorp Buiksloot 7 26 129 N65 7 18 127 N66 6 13 135

27 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel B.1 Energiequote, energiequote ≥ 10% en gemiddelde energierekening naar wijk, 2019 (vervolg)

energiequote huishoudens gemiddelde met energie energiequote rekening ≥ 10% (%) (%) (€) N67 * * * N68 Waterlandpleinbuurt 6 17 122 N69 6 13 115 N70 Banne Buiksloot 7 16 132 N71 Noordelijke IJ-oevers-West 5 10 92 N73/N64(N72) Waterland/Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk 5 8 189 N74 Elzenhagen * * * T93ab 7 19 112 T93overig Bijlmer-Centrum 7 21 94 T94jk Kantershof 5 7 119 T94overig Bijlmer-Oost 7 19 115 T95 Nellestein 6 16 134 T96(T92) Holendrecht/Reigersbos 8 24 131 T97 Gein 6 16 130 T98 Driemond * * * Amsterdam 5 11 120

28 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel B.2 Huishoudens met energiequote ≥ 10% per gebied, aantal en percentage, 2019 huishoudens met energiequote ≥ 10% aantal % Bijlmer-Centrum 2.500 21 Bijlmer-Oost 2.000 16 Bos en Lommer 1.600 9 Buitenveldert/Zuidas 500 4 Centrum-Oost 2.300 10 Centrum-West 2.100 8 De Aker, Sloten en Nieuw Sloten 1.000 9 De Pijp/Rivierenbuurt 3.100 9 Gaasperdam/Driemond 2.900 19 Geuzenveld-Slotermeer-Sloterdijken 3.700 20 IJburg/Zeeburgereiland 100 1 Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 1.500 8 Noord Oost 1.700 14 Noord West 2.400 15 Osdorp 2.100 13 Oud Noord 3.100 22 Oud-Oost 2.300 13 Oud-West/De Baarsjes 3.800 10 Oud-Zuid 2.100 8 Slotervaart 2.500 13 Watergraafsmeer 2.300 13 Westerpark 2.000 10 Amsterdam 46.800 11

29 Onderzoek, Informatie en Statistiek | Energiearmoede in Amsterdam

Tabel B.3 Huishoudens met energiequote ≥ 10% per stadsdeel naar huishoudenstypen, aantal en percentage, 2019 stel met alleenwonend stel zonder kind eenoudergezin overig totaal kinderen energiequote energiequote energiequote energiequote ≥ energiequote energiequote

≥ 10% ≥ 10% ≥ 10% 10% ≥ 10% ≥ 10% aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % Centrum 3.000 11 700 6 600 30 200 3 0 0 4.400 9 West 4.400 11 900 5 1.000 24 900 7 300 18 7.400 10 Nieuw-West 4.400 16 1.100 8 1.300 27 2.000 12 800 51 9.200 14 Zuid 3.600 9 600 3 700 17 700 6 500 47 5.700 8 Oost 3.600 11 700 5 1.000 22 500 4 600 58 6.200 9 Noord 3.700 22 600 7 1.500 44 1.500 13 100 8 7.200 17 Zuidoost 3.800 19 500 8 2.400 41 800 11 0 0 7.400 19 Amsterdam 26.100 13 5.200 6 8.400 28 6.500 8 2.700 35 46.800 11

30